HANDLEIDING
WASMACHINE
Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u
de wasautomaat in gebruik neemt en bewaar de handleiding om later iets op te zoeken.
F1681TD(1~9)
F168PR2D(1~9)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
www.lg.com |
P/No.: MFL67085062 |
|
|
|
|
|
|
I nhoudsopgave |
|
Productkenmerken................... |
3 |
Waarschuwingen |
|
Belangrijke veiligheidsinstructies .......... |
4 |
Bewaar deze instructies........................ |
4 |
Kenmerken................................ |
5 |
Installatie |
|
Verpakking verwijderen......................... |
6 |
Verwijderen van de transport |
|
beveiliging ............................................. |
6 |
Plaatsen van de wasmachine .............. |
7 |
Watertoevoerslang verbinding |
|
specificaties .......................................... |
9 |
Installatie van de afvoerslang ............. |
11 |
Horizontaal plaatsen ........................... |
12 |
Gebruik van de wasmachine |
|
Werking wasmachine.......................... |
14 |
Tips voor het wassen .......................... |
15 |
Tabel met wasprogramma’s................ |
16 |
Extra mogelijkheid............................... |
17 |
Maximale toerental per |
|
wasprogramma ................................... |
18 |
Bedieningspaneel ............................... |
19 |
Extra programma's.............................. |
20 |
- Uitgestelde start................................ |
20 |
- Kreukvrij............................................ |
20 |
- Favoriet............................................. |
20 |
- Voorwas............................................ |
20 |
Optie ................................................... |
21 |
- Optie1 ............................................... |
21 |
- Optie2 ............................................... |
21 |
- Watertemp. ...................................... |
21 |
- Spoelen ............................................ |
21 |
Andere functies ................................... |
21 |
- Spoelen+Centrif. ............................... |
21 |
- Centrifugeren .................................... |
21 |
Kinderslot ............................................ |
22 |
Geluidstoon AAN/UIT.......................... |
22 |
Reinigen van de trommel ................... |
23 |
Deur Vergrendeld & Controleren ........ |
23 |
Gefeliciteerd met uw aankoop.
Lees deze handleiding zorgvuldig door, deze biedt u informatie in verband met de veilige installatie, het gebruik en het onderhoud.
Bewaar de handleiding voor later gebruik.
Schrijf het model en het serienummer van uw wasmachine op.
Modelnummer
Serienummer
Aankoopdatum
Toevoegen van wasmiddel en |
|
wasverzachter..................................... |
24 |
Onderhoud |
|
Watertoevoerfilter................................ |
26 |
Pompfilter spoelen .............................. |
27 |
Reinigen van de verdeellade .............. |
28 |
De wastrommel ................................... |
29 |
De wasmachine reinigen..................... |
29 |
Voorzorgsmaatregelen voor de winter ... |
29 |
Storingsindex |
|
Het vaststellen van het probleem........ |
30 |
Foutmelding ........................................ |
32 |
Gebruiksaanwijzing |
|
SMARTDIAGNOSIS™ ........................ |
33 |
Garantiebepalingen................ |
34 |
2
P roductkenmerken
Bescherming tegen kreuken.
Door links-/rechtsdraaiende beweging van de trommel wordt het kreukelen van het wasgoed tot een minimum beperkt.
Ingebouwde thermostaat.
De ingebouwde thermostaat verwarmt het water op de beste temperatuur voor de ingestelde wascyclus.
Economischer door het Beladingherkenning systeem.
Om het energieverbruik en het waterverbruik tot een minimum te beperken, detecteert het Beladingherkenning systeem de grootte van de lading en de watertemperatuur. Op basis hiervan bepaald de machine het optimale waterniveau en de wastijd.
Kinderslot.
Het kinderslot wordt gebruikt om te vermijden dat kinderen het programma wijzigen door op een knop te drukken terwijl de wasmachine draait.
Ruisarm snelheidscontrolesysteem.
Door de washoeveelheid en de balans te meten, zorgt het systeem ervoor dat de was gelijkmatig verdeeld wordt zodat het geluidsniveau bij het centrifugeren tot een minimum beperkt wordt.
Direct Drive-systeem.
De moderne direct-drive motor drijft de trommel rechtstreeks aan zonder gebruikt te maken van riem of riemschijf.
6 Motion.
De wasmachine kan diverse trommelacties of een combinatie van verschillende acties, afhankelijk van het geselecteerde wasprogramma uitvoeren.
Gecombineerd met een gecontroleerde rotatiesnelheid en de capaciteit van de trommel zowel links als rechts te roteren, zijn de wasprestaties van de machine uitstekend met als resultaat een perfect wasresultaat.
3
W aarschuwingen
LEES ALLE INFORMATIE ALVORENS U HET TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Voor uw veiligheid: alle informatie in deze handleiding dient te worden opgevolgd om het Waarschuwing risico voor brand, explosie of een elektrische schok tot een minimum te beperken, en om
schade aan eigendommen, verwondingen of Een levengevaarlijke letsel te voorkomen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•Installeer of plaats het apparaat op een plaats waar het niet aan temperaturen onder het vriespunt of aan de weerelementen kan worden blootgesteld.
•Het is gevaarlijk om de kenmerken van dit toestel op een of andere wijze aan te passen.
•Probeer de machine niet zelf te repareren. Reparaties die uitgevoerd zijn door onervaren of nietgekwalificeerd personeel kunnen ernstigere fouten veroorzaken aan de machine.
•Hou de plaatsen onder en rondom de toestellen vrij van brandbare materialen zoals pluizen, papier, vodden, chemicaliën, enz.
•Nauw toezicht is nodig indien het apparaat door of in de buurt van kinderen wordt gebruikt.
•Sta niet toe dat kinderen op, met of in de machine spelen.
•Laat de wasmachinedeur nooit open staan.
•Kinderen zouden op de geopende deur kunnen gaan hangen of in de wasmachine kruipen.
•Breng uw hand of arm nooit in de wasmachine terwijl deze nog draait. Wacht tot de trommel geheel tot stilstand is gekomen.
•Het wasproces kan de brandvertraging van textiel verminderen.
•Was of droog geen artikelen die zijn gereinigd, gewassen, gedrenkt in of besprenkeld met brandbare of explosieve stoffen (zoals was, olie, verf, dieselolie, ontvetters, oplosmiddelen voor droog reinigen, kerosine, enz.) die zouden kunnen ontvlammen of exploderen. Olie kan achterblijven in de trommel, waardoor er brand kan ontstaan tijdens het drogen. Laad dus geen kleding met olievlekken.
•Om schade aan eigendommen te vermijden volgt u zorgvuldig de wasen verzorgingsinstructies op van de fabrikant die in het kledingstuk zijn opgenomen.
•Sla de wasmachinedeur nooit met kracht dicht en probeer deze niet geforceerd te openen wanneer hij op slot zit. Dit kan schade veroorzaken aan de wasmachine.
•Om risico op een elektrische schok tot een minimum te beperken, trekt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact of haalt u de zekering van de wasmachine uit de stoppenkast of zet de hoofdschakelaar van het elektrisch circuit in uw huis uit alvorens u begint met onderhoud of reiniging.
•Gebruik het apparaat nooit wanneer het beschadigd is, niet goed functioneert, gedeeltelijk is gedemonteerd, of er onderdelen aan ontbreken of stuk zijn. Dit geldt ook wanneer het snoer of de stekker zijn beschadigd.
•Neem contact op met het service centrum indien het apparaat onder water heeft gestaan.
Eris een risico op elektrische schokken en brand.
•Wanneer het product water lekt, gelieve de klantenservice bellen. Er is risico op een elektrische schok en brand.
•Om veiligheidsredenen mag de wasmachine alleen met een nieuwe slangenset op de waterleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag niet opnieuw worden gebruikt.
•Om het risico van lichamelijk letsel te verkomen.
Duw of hang niet niet op de open wasmachine deur, de wasmachine kan hierdoor omvallen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
•Het aanleggen van elektra welke noodzakelijk zijn voor de installatie van het toestel, moeten uitgevoerd worden door een erkende elektricien of deskundig persoon.
•Gebruik uitsluitend een geaard stopcontact van 220 –240 V. Gebruik geen verlengkabel of een verdeelstekker.
•Om gevaar te vermijden moet de stroomkabel, in geval van beschadiging vervangen worden door de fabrikant, door een erkende dealers of door gelijkwaardig gekwalificeerde personen.
•Sluit de machine aan op een geaard stopcontact. Volg hierbij de stroombedradingsrichtlijnen.
4
K enmerken
Bouten transport beveiliging
Wasmiddellade
(voor wasmiddel en wasverzachter)
Waterafvoerslang
Deur
Vier stelvoeten
■Naam
■Stroomtoevoer
■Afmetingen
■Gewicht
■Max.vermogen
■Wascapaciteit
■Waterverbruik
■Toegelaten waterdruk
Elektrische aansluiting
Om gevaar te vermijden moet de stroomkabel, in geval van beschadiging vervangen worden door de fabrikant, door een erkende dealers of door gelijkwaardig gekwalificeerde personen.
Bedieningspaneel
Trommel
Filter afvoerpomp
Afvoerstop
Onderhoudsklep
:Wasmachine, voorlader
:220 - 240 V~, 50 Hz
:600 mm(B)590 mm(D)850 mm(H)
:63 kg
:2100 W
0.33 W (uit-stand, standby-stand)
:8 kg
:53 l
:100 ~ 1000 kPa (1.0 ~ 10.0 kgf / cm2)
Uiterlijke kenmerken kunnen afwijken.
■ Accessoires
Watertoevoerslang (1EA) |
Ringsleutel |
5
I nstallatie
■ Verpakking verwijderen
|
|
1. Verwijder de kartonnen verpakking van |
|
|
de wasmachine en piepschuim |
|
|
verpakking. |
|
|
2. Til de wasmachine op en verwijder de |
Wasmachine |
|
onderkant van de verpakking. |
|
|
3. Verwijder de verpakking rondom de |
|
|
waterafvoerslang. |
Verpakking |
|
4. Verwijder de slang uit de trommel. |
|
|
|
onderkant |
|
|
|
|
Bewaar de ringsleutel voor het |
|
|
waterpas plaatsen van de |
|
Ringsleutel |
wasmachine. |
|
|
Waarschuwing
Het verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld folie en styrofoam) kan voor kinderen gevaarlijk zijn. Er is gevaar voor verstikking!
Houd verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen.
■ Verwijderen van de transport beveiliging
Om interne schade tijdens het transport te vermijden zijn de drie speciale vergrendelingsbouten vastgeschroefd. Alvorens de wasmachine in gebruik te nemen, moet u de bouten en de rubberen stoppen verwijderen. Als deze niet verwijderd worden, zal de machine hevig schudden, veel geluid veroorzaken en uiteindelijk storingen veroorzaken.
1. Draai de drie vergrendelingsbouten los met de meegeleverde ringsleutel.
2. Verwijder de drie vergrendelingsbouten samen met de rubberen stoppen door zachtjes aan de stop te draaien.
Bewaar de drie vergrendelingsbouten en de ringsleutel voor eventueel gebruik in de toekomst.
3. Sluit de gaten af met de meegeleverde afdekplaatjes/rubbers.
vergrendelingsbouten
6
I nstallatie
■ Plaatsen van de wasmachine
wasmachine |
ong. |
2cm |
Positioneren |
Plaats
•Waterpas afstellen:
De toegelaten hellingsgraad onder de wasmachine bedraagt 1°.
•Stopcontact:
Moet geplaatst zijn op maximaal 1,5 meter links of rechts van de wasmachine. Niet meer dan één toestel aansluiten op het stopcontact.
•Bijkomende vrije ruimte:
Voor inbouw tegen muur, deur en vloer is volgende vrije ruimte noodzakelijk.
(10 cm: achterzijde / 2 cm: rechteren linkerzijde)
Plaats of bewaar nooit wasproducten op de wasmachine. Deze kunnen de afwerkinglaag of de bedieningstoetsen beschadigen.
Installeer de wasmachine op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rond de wasmachine niet wordt gehinderd door tapijten, matten enz.
•Probeer nooit om een oneffenheid in de vloer te corrigeren door stukken hout, karton of soortgelijke materialen onder de wasmachine te plaatsen.
•Als de wasmachine naast een gasfornuis of een kolenkachel geplaatst moet worden, voorzie dan een isolatie (85x60cm), bedekt met aluminiumfolie, op de zijkant van het fornuis of de kachel tussen de twee toestellen.
•Installeer de wasmachine niet in ruimtes waar de temperatuur tot onder 0°C kan dalen.
•Zorg ervoor dat de wasmachine ook na de installatie nog gemakkelijk bereikbaar is voor de technicus in geval van een defect.
•Zodra de wasmachine is geïnstalleerd, de vier stelvoeten stellen met de meegeleverde ringsleutel zodat het toestel stabiel staat en er een open ruimte is van ongeveer 20mm tussen de bovenkant van de wasmachine en de onderkant van het werkblad.
Elektrische aansluiting
•Om gevaar te vermijden moet de stroomkabel, in geval van beschadiging vervangen worden door de fabrikant, door een erkende dealers of door gelijkwaardig gekwalificeerde personen.
•Trek de stekker na gebruik steeds uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
•Sluit de wasmachine aan op een geaard stopcontact. Volg hierbij de geldende voorschriften.
•Het toestel moet zo geplaatst worden dat de stekker gemakkelijk toegankelijk is.
•Herstellingen aan de wasmachine mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Herstellingen die zijn uitgevoerd door onervaren personen kunnen lichamelijk letsel of ernstige defecten veroorzaken. Neem contact op met uw plaatselijke onderhoudsdienst
•Als de wasmachine tijdens de wintermaanden wordt geleverd bij een temperatuur onder nul: moet u de wasmachine eerst enkele uren op kamertemperatuur laten komen alvorens u de wasmachine in gebruik neemt.
7
I nstallatie
LET OP
Het netsnoer
Het wordt aanbevolen de meeste machines aan te sluiten op een stroomgroep, dat wil zeggen, een circuit met stopcontact dat alleen voor die machine gebruikt wordt; zonder verdere stopcontacten of aansluitingen op een stroomgroep.
U mag de stopcontacten niet overbelasten. Overbelaste/losse/beschadigde stopcontacten of verlengsnoeren, versleten netsnoeren, of beschadigde snoerisolatie vormen een gevaar. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok. Kijk regelmatig het netsnoer van uw machine na; indien dit er beschadigd uitziet, haalt u dan de stekker uit het stopcontact en laat het snoer vervangen door een authentiek snoer aangeleverd door een bevoegde dealer, alvorens de machine opnieuw te gebruiken. Zorg ervoor dat het snoer niet beschadigd raakt: zorg ervoor dat het b.v. niet in de knoop ligt of afgeknepen wordt, of dat men erop kan lopen. Let vooral op stekkers, stopcontacten, en de snoeruitgang op de machine.
Als het apparaat wordt gevoed via een verlengsnoer of een tafelcontactdoos, moet het verlengsnoer of de tafelcontactdoos zodanig geplaatst zijn dat er geen vocht of water in kan komen.
LET OP
Het verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld folie en styrofoam) kan voor kinderen gevaarlijk zijn. Er is gevaar voor verstikking! Houd verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen.
8
I nstallatie
■ Watertoevoerslang verbinding specificaties
•De toegeleverde waterdruk moet tussen 1 en 10 bar liggen.
•Ontbloot of kruis de leiding niet wanneer u de toevoerleiding aansluit op de klep.
•Wanneer de toegeleverde waterdruk hoger is dan 10 bar, moet u een decompressietoestel laten installeren.
•Controleer regelmatig de toestand van de leiding en vervang deze indien nodig.
Stap 1 : Controleer of de rubberen aansluitring goed aansluit en niet lekt.
aansluiting
rubberen ringen
aansluiting
rubberen ringen
•Om lekkage te vermijden zijn twee ringen geplaatst op het aansluitpunt in de aansluiting van de watertoevoerslang. Controleer de waterdichtheid van de aansluiting tussen wasmachine en watertoevoerslang door de kraan helemaal open te draaien.
Stap 2 : Sluit de toevoerslang aan op de kraan.
Type-A : Het verbinden van een slang met schroefdraad bevestiging aan een kraan met schroefdraad
• Schroef de slangschakelaar op watervoorzieningskraan.
Type-2: Het verbinden van een slang met schroefdraad bevestiging aan een kraan zonder schroefdraad
hogere rubber schakelaar verpakking
bevestigende schroef
plaat
watervoor zieningsslang
1. Schroef het adapterringplaatje en de vier bevestigingsschroeven van de adapter los.
2. Duw de adapter op het eind van de kraan zodat de rubberverbinding een waterdichte verbinding vormt. Schroef het verbindingstuk en de vier bevestigingsschroeven vast.
9
I nstallatie
Type-3: Het verbinden van één type slang met kraan zonder draad
|
|
1. Schroef het adapterringplaatje en de |
|
|
vier bevestigingsschroeven van de |
|
|
adapter los. |
rings plaat |
|
2. Verwijder het geleideplaatje als de |
gids plaat |
|
kraan zo breed is dat hij niet op de |
|
adapter past. |
|
|
|
|
|
|
3. Duw de adapter op het einde van de |
|
|
kraan zodat de rubber afsluiting een |
|
|
waterdichte verbinding vormt. |
|
|
4. Trek de houderplaat van het |
|
|
aansluitstuk naar beneden, druk de |
|
|
toevoerslang op de adapter en laat de |
|
|
houderplaat van het aansluitstuk los. |
|
|
Zorg ervoor de dat de adapter vast |
|
|
klikt. |
|
|
Na het aansluiten van de |
|
|
waterslang op de kraan, draai de |
|
|
kraan open om de waterslang |
|
Deursluitplaat |
schoon te spoelen. Verwijder |
|
vuil, zand, stofresten en vang het |
|
|
|
|
|
|
overtollig water op in een emmer |
|
|
en controleer de |
|
|
watertemperatuur. |
Stap 3: Sluit de toevoerslag aan op de wasmachine.
• Zorg ervoor dat er geen knik zit in de leiding en dat deze niet geklemd is.
Als na de aansluiting er zich een lek voordoet en water uit de slang komt, herhaal dan dezelfde stappen opnieuw. Maak gebruik van een gewone waterkraan. Als de kraan vierkant of te groot is, verwijder dan de afstandsring, alvorens de kraan in de adapter te plaatsen.
gebruikte de horizontale kraan
Horizontale kraan |
Uitbreidings kraan |
Vierkante kraan |
10
I |
nstallatie |
|
Installatie van de afvoerslang |
||
|
ong. 100 cm |
|
|
ong. 145 cm |
|
<![if ! IE]> <![endif]>100 cm |
ong. 105 cm |
|
<![if ! IE]> <![endif]>max. |
||
|
•De afvoerslang mag niet hoger dan 100cm boven de vloer geplaatst worden. Het water in de wasmachine zal anders langzaam afvoeren.
•Een goede bevestiging van de afvoerslang voorkomt lekkage.
•Wanneer de afvoerleiding te lang is, kan dit een vreemd geluid veroorzaken.
•Wanneer de afvoerleiding aan een wasbak bevestigd wordt, maak ze dan stevig vast met een kettinkje.
•Een goede bevestiging van de afvoerleiding zal ervoor zorgen dat de vloer niet beschadigd wordt door waterlekkage.
waskuip |
|
|
leiding |
|
houder |
|
max.100cm |
|
kabel |
max.100cm |
binder |
11
I nstallatie
■ Horizontaal plaatsen
1. Door een wasmachine goed waterpas op te stellen voorkomt u geluidsoverlast en trillingen. Plaats het toestel op een stevige vloer die waterpas is, bij voorkeur in een hoek van de kamer.
Houtenvloeren kunnen bovenmatige trillingen en balansfouten veroorzaken
hoger |
lager |
borgmoer |
|
|
Schroef veilig alle 4 |
|
borgmoeren aan |
2.Wanneer de vloer ongelijk, kunt u de vier stelvoeten aanpassen tot op de gewenste hoogte (gebruik geen stukjes hout en dergelijke onder de stelvoeten).
Zorg ervoor dat alle vier de stelvoeten stevig op de vloer rusten, en controleer of het toestel waterpas staat (gebruik een waterpas).
•Zet na het stellen van de vier stelvoeten, de borgmoeren vast door tegen de wijzers van de klok in te draaien.
•Stabiliteits / waterpas controle Wanneer u op de hoeken van de
bovenplaat van de wasmachine drukt, mag de wasmachine absoluut niet op en neer bewegen (controleer alle hoeken). Wanneer de machine bij één van deze drukbewegingen wel beweegt, moet u de stelvoeten weer aanpassen.
Als de wasmachine op een verhoogd platform geïnstalleerd is, moet de machine veilig worden vastgemaakt om vallen te voorkomen.
12
I nstallatie
Betonnen vloeren
•Het installatieoppervlak moet schoon, droog en waterpas zijn.
•Installeer de wasmachine op een vlakke harde vloer.
Tegelvloeren (gladde vloeren)
• Gebruik bij gladde vloeren een zelfklevend antislip materiaal, om verschuiven tegen te gaan.
Houten vloeren
•Houten vloeren zijn bijzonder gevoelig voor trillingen.
•Om trillingen te voorkomen, raden wij aan rubber doppen van ten minste 15 mm dik te plaatsen onder elk pootje van de wasmachine en deze met behulp van schroeven te bevestigen aan ten minste
Rubber dop
2 vloerbalken.
•Indien mogelijk de wasmachine installeren op een locatie waar de vloer egaal/gelijk is.
•Gebruik rubber doppen om de trillingen te verminderen.
•Rubber doppen (onderdeelnr. 4620ER4002B) kunt u verkrijgen bij de LG-afdeling onderdelen.
•Correcte plaatsing van de wasmachine verzekert een lange, duurzamer en betrouwbare werking.
•De wasmachine moet volledig waterpas en stevig vast staan.
•De wasmachine mag niet gaan schommelen tijdens het wassen.
•Het installatieoppervlak moet schoon, vrij van vloerwas en andere smeermiddelen zijn.
•Zorg ervoor dat de onderkant van de wasmachine niet nat wordt.
13
G ebruik van de wasmachine
Werking wasmachine
1. Wasgoed sorteren (zie pagina 15).
2. Open de deur en laad wasgoed in de trommel.
3. Druk op de “aan/uit” -knop.
4. Selecteer een programma (zie pagina 16 - 18).
Selecteer het programma (zie pagina 20 – 23).
■ Extra programma’s ■ Watertemperatuur ■ Centrifugeren
■ Andere functies
5. Toevoegen wasmiddel (zie pagina 24 – 25 ).
6. Druk de “Start/Pauze”-knop in.
14
G ebruik van de wasmachine
■ Tips voor het wassen
|
Wastemperatuur |
Normale machinewas |
|
Kreuk |
Fijnwas |
herstellend |
|
Handwas |
Niet wassen |
Sorteer het wasgoed als volgt:
|
Meer of |
Was – |
|
|
minder vuil |
temperatuur |
|
|
kleur |
Textielsoort |
|
|
(Katoen, kunststof, |
||
|
|
|
wol enz.) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. Controleer de labels
Controleer of uw kledingstuk een label heeft met wasinstructies. Dit zal aangeven uit welke stoffen het stuk gemaakt is en hoe het gewassen moet worden
2. Wasgoed sorteren
Voor de beste wasresultaten, sorteert u uw kledingstukken op ladingen die met hetzelfde wasprogramma gewassen kunnen worden. De watertemperatuur en de centrifugesnelheid zijn afhankelijk van het soort stof van de kledingstukken.
Sorteer donkere was van lichte was en witgoed. Was afzonderlijk als kleuren kunnen doorlopen of als pluis/materiaal in elkaar kan klitten. Indien mogelijk was zwaar bevuilde wasgoed apart van licht vervuild wasgoed.
•Vuil (zwaar, normaal, licht)
•Kleur (witte was, lichte was, donkere was). Sorteer witgoed van gekleurde was.
•Pluis (pluis producerende was, pluis aantrekkende was (bijvoorbeeld klittenband). Was pluis producerende was afzonderlijk van pluis aantrekkende was.
3. Aandacht bij het vullen
Combineer grote en kleine stukken in één waslading. Laad de grote stukken eerst. Grote stukken mogen niet meer dan de helft van de gehele wasgoed beslaan. Laat de machine niet draaien met slechts één kledingstuk erin. Dit kan instabiliteit veroorzaken. Voeg één of twee gelijksoortige stukken toe.
•Controleer alle zakken en zorg ervoor dat ze leeg zijn. Spijkers, lucifers, papier, potloden, schuifspelden, muntstukken en sleutels kunnen zowel uw wasmachine als uw kleding beschadigen.
•Sluit ritsen, haken, koorden en klittenband om ervoor te zorgen dat deze geen andere kledingstukken beschadigen.
•Behandel vuil en plekken voor, door een beetje in water opgeloste zeep op boorden omslagplekken aan te brengen. Dit om het vuil reeds gedeeltelijk op te lossen.
Kies een wascyclus ( Katoen 60 °C, voeg een halve hoeveelheid wasmiddel toe), zet de machine in werking (zonder kleding). Hiermee verwijdert u eventueel in de trommel resterende aanslag.
15
G ebruik van de wasmachine
Tabel met wasprogramma’s
Aanbevolen wasprogramma's rekening houdende met het type wasgoed
Programma |
beschrijving |
Soort weefsel |
Watertemperatuur |
Maximale |
||
(Keuzemogelijkheid) |
lading |
|||||
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
Katoen |
Zorgt voor betere prestatie door de |
Kleurvaste kledingstukken (shirts en |
40°C |
|
|
|
combinatie van verschillende |
|
|
||||
pyjama‘s) en licht bevuilde |
(Koud tot 95°C) |
|
|
|||
|
trommelbewegingen. |
Evaluatie |
||||
|
witkatoenen kledingstukken |
|
||||
Katoen |
Biedt optimale wasprestatie met |
60°C |
|
|
||
(ondergoed) |
|
|
||||
Eco |
minder energie consumptie |
|
(Koud tot 60°C) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kreuk |
Dit programma is geschikt voor |
|
40°C |
|
|
|
hemden die na het wassen niet meer |
Polyamid, Acryl, Polyester |
|
|
|||
herstellend |
(Koud tot 60°C) |
|
|
|||
|
gestreken hoeven worden |
|
|
|
|
|
|
|
Diverse soorten textielen, behalve |
|
|
|
|
Gemengd |
Mogelijk om verschillende textielen |
speciale kledingstukken. |
40°C |
4.0 kg |
||
wasgoed |
samen te wassen. |
(zijde/delicate, sportkleding, donkere |
(Koud tot 40°C) |
|
|
|
|
|
kleding, wol, donsdeken/gordijnen) |
|
|
|
|
Extra |
Verwijdert hardnekkige vlekken en |
Licht bevuilde babykleding |
60°C |
|
|
|
verzorging |
zorgt voor betere spoelingprestatie. |
(95°C) |
|
|
||
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Maakt minder lawaai en trillingen en |
Kleurvaste kledingstukken |
|
|
|
|
Nacht- |
(shirts en pyjama's) en licht bevuilde |
|
4.5 kg |
|||
bespaart geld door te gebruiken van |
|
|||||
programma |
witkatoenen kledingstukken |
|
||||
|
|
|
||||
|
nacht stroom. |
(ondergoed) |
40°C |
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
Textielen die direct in aanraking |
(Koud tot 60°C) |
|
|
|
Gevoelige |
Verwijdert restjes van wasmiddel |
komen met de huid, ondergoed, |
|
Evaluatie |
||
huid |
efficiënt uit kleding. |
katoenen luiers, handdoeken, |
|
|
|
|
|
beddengoed, kussen en matrashoes. |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Dit programma is speciaal voor groot |
Katoen bedlinnen, donsdeken, |
|
1 enkel |
||
Donsdeken |
wasgoed zoals dekenbedovertrekken, |
kussen, deken, grand foulard met |
|
|||
40°C |
stuk |
|||||
|
kussens, grand foulards, enz. |
lichte bevuiling. |
||||
|
(Koud tot 40°C) |
|
|
|||
|
|
|
|
|
||
Sportkleding |
Dit programma is geschikt voor |
Coolmax, Goretex, Fleece en |
|
|
||
|
|
|
||||
sportkleding. |
Sympatex |
|
|
|
||
|
Geschikt wasprogramma voor het |
Donkere kledingstukken van katoen |
|
|
|
|
Donkere |
reduceren van ontkleuring van uw |
|
|
|
||
was |
kleding (Gelieve kleurenwasmiddel te |
of gemengde textielen |
30°C |
|
|
|
|
gebruiken voor gekleurde textielen) |
|
|
|
||
|
|
(Koud tot 40°C) |
|
|
||
|
|
|
|
|
||
Fijnwas |
Dit programma is voor delicate |
|
|
|
||
|
|
|
|
|||
kleding zoals ondergoed, blousen |
Delicate was die snel beschadigd |
|
2.0 kg |
|||
|
enz. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wol |
Het wassen van wol is mogelijk |
|
40°C |
|
|
|
(Gelieve specifiek wasmiddel te |
Machine wasbare wol. |
|
|
|||
|
(Koud tot 40°C) |
|
|
|||
|
gebruiken voor wol) |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
Snelwas 30 |
Dit is een snel wasprogramma voor |
|
30°C |
|
|
|
een kleine lading van licht bevuilde |
Licht bevuild, gekleurd wasgoed. |
|
|
|||
(Koud tot 40°C) |
|
|
||||
|
kleding. |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
Intensief 60 |
In 60 minuten betere wasprestatie en |
Katoen en gemengde textielen. |
60°C |
|
|
|
(Speciaal 60 minuten programma |
4.0 kg |
|||||
|
energiebesparing |
voor normaal vervuilde was) |
(Koud tot 60°C) |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
16
G ebruik van de wasmachine
•Watertemperatuur: kies de watertemperatuur in overeenstemming met het wasprogramma.
•Stel programma in op de opties "Katoen Eco 40°C + Intensief (Halve Belading)",
"Katoen Eco 60°C +Intensief (Halve Belading)", "Katoen Eco 60°C + Intensief (Volle Belading)" voor test volgens EN60456.
(Dit zijn de meest efficiënte programma's wat betreft gecombineerd energieen waterverbruik voor het wassen van dat type katoenen wasgoed.)
*De werkelijke watertemperatuur kan afwijken van de opgegeven cyclustemperatuur.
•De testresultaten zijn afhankelijk van de waterdruk, de hardheid van het water, de waterinlaattemperatuur, de kamertemperatuur, de soort en hoeveelheid belading, mate van vervuiling, gebruikt wasmiddel, netspanningsfluctuaties en de gekozen extra opties.
Het wolwasprogramma van deze machine is goedgekeurd door het Wolmerksecretariaat voor het wassen van machinewasbare Wolmerkproducten, vooropgesteld dat de producten worden gewassen overeenkomstig de instructies op het kledinglabel en de instructies die zijn verstrekt door de fabrikant van deze M1009 wasmachine.
Houd waspoeder en reinigingsproducten buiten het bereik van kinderen. Vergiftigingsgevaar.
Extra mogelijkheid
Programma |
Uitgestelde |
Kreukvrij |
Favoriet |
Voorwas |
Intensief |
Spoelen+ |
Tijdsbe- |
Intensief |
|
start |
|
|
|
Spoelen |
Centrifugeren |
sparing |
|
Katoen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Katoen Eco |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kreuk herstellend |
|
|
|
|
|
|
|
|
Gemengd wasgoed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Extra verzorging |
|
|
|
** |
* |
|
|
|
Nachtprogramma |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gevoelige huid |
|
|
|
|
|
|
|
|
Donsdeken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Sportkleding |
|
|
|
|
|
|
|
|
Donkere was |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Fijnwas |
|
|
|
|
|
|
|
|
Wol |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Snelwas 30 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Intensief 60 |
|
|
|
|
|
|
|
* |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
*: Deze mogelijkheid is een onderdeel van de wascyclus en kan niet worden overgeslagen.
**: Deze optie is automatisch inbegrepen in de cyclus, maar kan uitgezet worden.
17
G ebruik van de wasmachine
Maximale toerental per wasprogramma
Programma |
Max. toerental |
|
|
Katoen |
1600 |
|
|
Katoen Eco |
1600 |
|
|
Kreuk herstellend |
1000 |
|
|
Nachtprogramma |
1000 |
|
|
Gemengd wasgoed |
1600 |
|
|
Donsdeken |
1000 |
|
|
Extra verzorging |
1000 |
|
|
Gevoelige huid |
1600 |
|
|
Sportkleding |
800 |
|
|
Donkere was |
1600 |
|
|
Fijnwas |
800 |
|
|
Wol |
800 |
|
|
Snelwas 30 |
1600 |
|
|
Intensief 60 |
1600 |
|
|
Informatie over hoofdwasprogramma's bij halve belading.
Programma |
Tijd in minuten |
Resterend |
Water in liter |
Energie in kWh |
|
vochtgehalte |
|||||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
Katoen (40°C) |
94 |
44 % |
39 |
0.66 |
|
|
|
|
|
|
|
Katoen Eco (60°C) |
120 |
44 % |
49 |
0.74 |
|
|
|
|
|
|
|
Gevoelige huid (40°C) |
105 |
44 % |
39 |
0.66 |
|
|
|
|
|
|
18
G ebruik van de wasmachine
■ Bedieningspaneel
De SMARTDIAGNOSIS™ functie is |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Extra |
||
alleen aanwezig voor producten |
|
|
|
|
|
|
programma's |
|||||
met een SMARTDIAGNOSIS™ logo. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Pieptoon |
Optie |
Tijdsindicatie |
AAN/UIT |
Inschakelen Programmaknop Start/Pauze |
Watertemp. Kinderslot Spoelen Trommelreiniging Centrifugeren |
|||
|
|
|
|
|
Inschakelen |
|
Extra programma's |
•Druk de “Inschakelen” -knop in om de stroom inen uit te schakelen
•Hij kan ook gebruikt worden om de functie “Voorprogramma” te onderbreken.
•Gebruik deze knop om de gewenste cyclusopties voor de geselecteerde cyclus te selecteren.
Programmaknop
•Afhankelijk van het type wasgoed kan u kiezen uit programma’s.
•Wanneer u de “start/pauze” -knop indrukt, wordt automatisch het bontewas programma geselecteerd.
Tijdsindicatie
•Het display toont de instellingen van de overgebleven geschatte tijd, opties en statusberichten voor uw wasmachine. Het display zal tijdens de wascyclus aanblijven.
Start/Pauze
•Deze “start/pauze” -knop wordt gebruikt om de wascyclus en andere programma’s te starten of de cyclus tijdelijk te onderbreken.
•Druk op de “start/pauze” -knop wanneer u de wascyclus tijdelijk wenst te onderbreken.
•Nadat u de pauzeknop heeft ingedrukt wordt de machine na vier minuten automatisch uitgeschakeld.
Optie
•Dit staat u toe om opties te selecteren en zal oplichten na een keuze in het display.
19
G ebruik van de wasmachine
■ Extra programma's
Uitgestelde start
U kunt een tijdsvertraging instellen zodat de wasmachine automatisch begint na
een gespecificeerde tijdinterval.
De vertragingstijd is de tijd aan het eind van het programma, niet het begin. De daadwerkelijke tijd kan wegens watertemperatuur, waslading enz. variëren.
1. Druk de Inschakelen -knop in.
2. Draai aan de Programma -knop om het programma te selecteren.
3. Druk op de Uitgestelde start -knop en stel het gewenste uur in.
4. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
Favoriet
-Met het Favoriete programma kunt u uw favoriete wasprogramma instellen en door middel van 1 simpele selectie het programma de volgende keer weer gebruiken
-Het instellen van een favoriet programma:
1. Druk de Inschakelen -knop in.
2. Draai aan de Programma -knop om het programma te selecteren.
3. Selecteer vervolgens de specificaties zoals het programma, hoeveelheid was, centrifuge snelheid, watertemperatuur etc.
4. Druk de favoriet -knop in voor 3 sec. totdat u 2 geluidstonen hoort.
Nu is het favoriete programma opgeslagen. Als u het programma wilt gebruiken, selecteert u de Favoriet -knop en drukt vervolgens de “Start/Pauze” -knop in.
Kreukvrij
Als u plooien wilt vermijden, kies dan de knop antikreukelend.
1. Druk de Inschakelen -knop in.
2. Draai aan de Programma -knop om het programma te selecteren.
3. Druk de Kreukvrij -knop in.
4. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
Voorwas
Als het wasgoed erg bevuild is, is het “Voorwas” -programma erg effectief.
1. Druk de Inschakelen -knop in.
2. Draai aan de Programma -knop om het programma te selecteren.
3. Druk de Voorwas -knop in.
4. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
20
G ebruik van de wasmachine
■ Optie
Optie1
•Intensief Spoelen:
Voor de beste resultaten of voor grondiger spoelen kunt u Intensief Spoelen kiezen.
•Spoelen+Centrifugeren:
Dit kan voorkomen dat verse vlekken in de stof trekken.
■ Andere functies
Spoelen+Centrif.
Dit kan voorkomen dat verse vlekken in de stof trekken.
1. Druk op de Inschakelen knop.
2. selecteer een cyclus.
3. Druk op optie (Spoelen+Centrifugeren).
4. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
Optie2
•Tijdsbesparing:
Deze optie kan gebruikt worden voor het reduceren van de tijd van het wasprogramma.
•Intensief:
Als de was normaal en hardnekkig bevuild is, is de optie ‘intensief‘ effectief.
Watertemp.
•Door op de temperatuurknop te drukken, kan u de watertemperatuur instellen.
-Koud
-30°C, 40°C, 60°C, 95°C
Spoelen
•Spoelen++Spoelstop:
Voeg het spoelen een extra keer toe nadat het spoelprogramma is afgelopen, het programma is gepauseerd totdat de consument weer op de startknop drukt.
•Normaal+Spoelstop:
Het programma is gepauseerd totdat de consument weer op de startknop drukt zodra het spoelen is beeindigd.
•Spoelen++ :
Voeg spoelen twee keer toe.
•Spoelen+ :
Voeg spoelen toe.
Centrifugeren
1. Druk op de Inschakelen knop.
2. Selecteer het gewenste toerental centrifugeren.
3. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
Wanneer u “Geen centrifuge” selecteerd, zal het nog even door roteren op lage toeren om het water sneller af te voeren.
21
G ebruik van de wasmachine
■ Kinderslot
Selecteer deze functie om de bedieningselementen te blokkeren en aanpassingen in het programma te voorkomen. “Kinderslot” kan alleen tijdens de wascyclus worden gebruikt.
Vergrendelen van het display
1. Houd de twee selectieknoppen gelijktijdig ingedrukt voor 3 sec:
Watertemp. en Spoelen .
2. Na 3 sec zal u een geluidstoon horen en vervolgens verschijnt de code “ ” op het LED display. Wanneer het kinderslot wordt geactiveerd, zijn alle knoppen vergrendeld behalve de “Start/Pauze” – knop.
Wanneer het kinderslot wordt geactiveerd zal de code “ ” op het LED display blijven knipperen.
Ook het uitschakelen van de stroom heeft geen invloed op het kinderslot.
Het ontgrendelen van het display
1. Houd de twee selectieknoppen gelijktijdig ingedrukt voor 3 sec:
Watertemp. en Spoelen.
2. Na 3 sec zal u een geluidstoon horen en vervolgens verschijnt de resterende tijd voor de huidige wascyclus op het LED display.
■ Geluidstoon AAN/UIT
De geluidstoon kan alleen worden geactiveerd tijdens het wassen:
1. Druk de Inschakelen -knop in.
2. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
3. Houd de volgende twee selectieknoppen gelijktijdig ingedrukt voor 3 sec:
Optie2 en Spoelen.
De geluidstoon in ingeschakeld. Ook het uitschakelen van de stroom heeft geen invloed op de geluidstoon.
Als u de geluidstoon wilt uitschakelen herhaal dan dit proces.
22