• Probleme n met ins te lle n van de printer oplossen
Een controlelijst voor het vinden van oplossingen voor algemene
installatieproblemen.
• Printeroverzicht
Informatie over de printeronderdelen en de printersoftware.
• Tips voor afdrukken
Meerdere projecten afdrukken op verschillende papiersoorten.
januari 2003
• Onderhoud
Cartridges onderhouden en supplies bestellen.
• Algemene problemen oplossen
Foutberichten, problemen met afdrukkwaliteit, papierstoringen en veel meer.
www.lexmark.com
Page 2
Uitgave: januari 2003
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de v olgende voorwaar den strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving:
LEXMARK INTERNATIONAL, INC., LEVERT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH
IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID
OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In sommige rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of impliciete garanties bij
bepaalde transacties niet toegestaan; het is mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De inf ormatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien;
wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma's die worden beschreven, kunnen te allen tijde
worden verbeterd of gewijzigd.
Opmerkingen over deze publicatie kunt u richten aan Lexmark International, Inc., Depar tment F95/032-2, 740 West New Circle Road,
Lexington, Kentucky 40550, VS . Voor het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt u uw reacties naar Lexmark International Ltd., Marketing
and Services Department , Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. De gegevens die u levert, kunnen door Lexmark
worden gebruikt of verspreid zonder dat Lexmark verplicht is u daarvan op de hoogte te brengen. U kunt extra exemplaren aanschaffen
van publicaties die bij dit product horen. Bel hiervoor in de VS 1-800-553-9727. In het Verenigd Koninkrijk en Ierland belt u +44 (0)8704
440 044. In andere landen neemt u contact op met de leverancier waar u het product hebt gekocht.
Verwijzingen in deze pub licatie naar producten, programma's of diensten houden niet in dat de fabrikant deze producten op de markt wil
brengen in alle landen waar de fabrikant actief is. Dergelijke verwijzingen zijn niet bedoeld om aan te geven dat alleen de betreffende
producten, programma's of diensten kunnen worden gebruikt. In plaats daarvan kunnen alle functioneel gelijkwaardige producten,
programma's of diensten, waarmee geen inbreuk wordt gemaakt op bestaande intellectuele eigendomsrechten, worden gebruikt. De
gebruiker is verantwoordelijk v oor de ev aluatie en controle v an de werking in combinatie met andere producten, programma's of diensten,
behalve die welke uitdrukkelijk door de fabrikant zijn aangegeven.
Lexmark en Lexmark met het diamantontwerp zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de V erenigde Staten
en/of andere landen. Color Jetprinter is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun
respectieve houders.
In de volgende tabel worden de afzonderlijke onderdelen beschreven.
Onderdeel:Functie:
Knop Aan-uit/Hervatten• Printer in- of uitschakelen.
• Papier verwijderen uit de printer. Zie “Printer heeft een papierstoring”
op pagina 58 voor meer informatie.
• Printerstatus controleren. Zie “Foutberichten en knipperende
lampjes” op pagina 53 voor meer informatie.
Voorklep• Cartridges installeren of vervangen.
• Vastgelopen papier verwijderen.
PapieruitvoerladePapier opvangen na het afdrukken.
Papiergeleider en
ontgrendelingslip
PapiersteunPapier in de papierinvoer recht houden.
Aansluiting voor
netvoeding
PapierinvoerAutomatische papierinvoer. Zie “Tips voor afdrukken” op pagina 10 voor
USB-kabelaansluitingPrinter aansluiten op de computer.
Papier op de juiste manier invoeren in de printer.
Printer van stroom voorzien.
meer informatie over de hoeveelheid papier die u kunt plaatsen.
Printersoftware
In combinatie met het besturingssysteem zorgt de printersoftware ervoor dat u documenten van
uitmuntende kwaliteit kunt afdrukken. Deze software bestaat uit twee onderdelen:
Printerstuurprogramma en Lexmark Printeroplossingen.
Printerstuurprogramma
Printersoftware
6
Page 7
U kunt de instellingen voor de printer wijzi gen in het printerstuurprogramma. Als u een gewoon
document wilt afdrukken op normaal papier, hoeft u de printerinstellingen niet t e wi jzigen . Ti jdens de
installatie van de p rinter softw ar e zij n de dialoo gv ens ter s Pagina-instelling en Afdrukk en inges tel d op
de volgende standaardwaarden:
•Kwaliteit/snelheid: Normaal
•Soort: Normaal papier
•Papierformaat: A4 of Letter
•Afdrukstand: Staand
•Indeling: Normaal
Zie “Tips voor afdrukk en” op pagina 10 voor meer informatie ov er de printerinstellingen voor
verschillende soorten afdruktaken.
Instellingen aanpassenvoor het document
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Selecteer een instelling voor afdrukkwaliteit op het tabblad Kwaliteit/ex emplaren.
4Selecteer de gewenste papiersoort en het papierformaat op het tabblad Papierinstellingen.
5Pas op het tabblad Afdrukindeling de schaal van het document aan.
6Klik op OK om de instellingen toe te passen.
Kwaliteit/exemplaren
Menu:Optie:
Kwaliteit/snelheid• Snel afdrukken om documenten snel af te drukken, maar met verminderde
afdrukkwaliteit.
• Normaal voor de meeste documenten die u afdrukt op normaal papier.
• Beter om foto's en documenten met afbeeldingen af te drukken op coated
papier of glossy fotopapier.
• Best om scherpe foto's en afbeeldingen met hoge resolutie af te drukken,
maar met verminderde snelheid.
Meerdere exemplaren• Sorteren als u meerdere exemplaren wilt afdrukken van een document. Bij
deze optie worden eerst alle pagina's van het eerste exemplaar afgedrukt,
daarna alle pagina's van het tweede exemplaar, enzovoort.
• Omgekeerde volgorde als u de laatste pagina als eerste wilt afdrukken.
• Het aantal af te drukken exemplaren.
Kleurenafbeeldingen in zwart-wit afdrukken om kleureninkt te besparen.
Opmerking: u kunt deze instelling alleen gebruiken als er een
PapierformaatFormaat dat hoort bij de papiersoort. Als het papierformaat niet voorkomt in de
AfdrukstandStaand of Liggend.
Transparanten, Opstrijktransfer of Wenskaarten.
lijst, sele ctee rt u Aangepast formaat. Zie “Afdrukken op papier met aangepast
formaat” op pagina 40 voor meer informatie.
Afdrukindeling
Menu:Optie:
IndelingNormaal, Banner, Spiegelen, N per vel, Poster of Brochure.
Dubbelzijdig afdrukken• Dubbelzijdig als u het document op beide zijden van de pagina wilt
afdrukken.
• Omslaan naar zijkant of Omslaan naar bovenkant om in te stellen op
welke wijze de pagina's moeten worden afgedrukt.
Opmerking: als u Omslaan naar zijkant selecteert, worden de pagina's
afgedrukt als de pagina's in een tijdschrift. Als u Omslaan naar bovenkant
selecteert, worden de pagina's afgedrukt als de pagina's in een notitieblok.
Lexmark Printeroplossingen
Lexmark Z600 Series Printeroplossingen is een handleiding die u kunt raadpleg en voor
ondersteuning bij de printer.
U kunt Lexmark Printeroplossingen op twee manieren openen:
•Klik op Start Programma's Lexmark Z600 Series Lexmark Z600 Series
Printeroplossingen.
•Dubbelklik op het pictogram Lexmark Z600 Series Printeroplossingen op het bureaublad .
Printersoftware
8
Page 9
In de volgende tabel worden de tabbladen van Le xmark Printeroplossi ngen beschreven:
Tabblad:Handelingen:
Hoe• Printerinformatie weergeven.
• Standaardafdruktips weergeven.
• Informatie over afdrukprojecten weergeven.
Problemen oplossen• Tips over de printerstatus weergeven.
• Algemene onderwerpen voor het oplossen van problemen
weergeven.
Onderhoud• Inktcartridges installeren.
• Informatie over het aanschaffen van nieuwe cartridges weergeven.
• Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen.
• Cartridges uitlijnen.
• Andere problemen oplossen.
Opmerking: gebruik dit tabblad niet als een taak wordt uitgevoerd.
Contactgegevens• Informatie weergeven over het bestellen van supplies.
• Contactgegevens van de klantenservice van Lexmark weergeven.
• Printer registreren.
• Bijgewerkte versie van de printersoftware ontvangen.
• Informatie over speciale aanbiedingen bekijken.
Geavanceerd• Opties voor de weergave van de afdrukstatus wijzigen.
• Meest recente softwarebestanden downloaden van het internet.
Printersoftware
9
Page 10
2
Tips v oor afdrukken
Afdrukken op normaal papier
Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u per keer maximaal 100 vellen normaal papier in de
printer plaatsen.
Stap 1: Plaats het papier in de printer
•Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Duw het papier niet te ver in de printer.
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te versc huiven al s u papier met het f ormaat
Letter gebruikt.
Tips voor afdrukken
10
Page 11
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
Als u normaal papier van het formaat A4 of Letter gebruikt en met normale kwaliteit wilt afdrukken,
hoeft u de instellingen niet aan te passen.
Gebruikt u speciaal papier, dan volgt u de procedure voor de papiersoort die u gebruikt.
Stap 3: Druk het document af
Klik op OK.
Foto's afdrukken
Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u per keer maximaal 50 vellen coated papier, fotopapier
of glossy papier in de printer p laatsen. Druk f oto's eers t op normaal papier af v oordat u het f otopap ier
plaatst en de instellingen aanpast. Zie “Kaarten afdrukken” op pagina 17 voor informatie over het
afdrukken op fotokaarten.
Stap 1: Plaats het fotopapier in de printer
•Gebruik voor de beste resultaten fotopapier dat geschikt is voor inkjetprinters.
•Als bij het papier speciale instructies zijn geleverd, neemt u deze aandachtig door.
•Plaats het fotopapi er verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Plaats het papier met de glanzende zijde of de zijde met de coating naar boven.
•Duw het papier niet te ver in de printer.
Foto's afdrukken
11
Page 12
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het f o topapier.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te versc huiven al s u papier met het f ormaat
Letter gebruikt.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op:
aKlik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Beter of Best in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
Opmerking: met de instellingen voor hoge afdrukkwaliteit krijgt u documenten van betere
kwaliteit, maar het afdrukken van deze documenten duurt langer.
4Geef als volgt een papiersoort op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Glossy/fotopapier of Coated papier in het gedeelte Papiersoort.
5Geef als volgt een papierformaat op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bKies het juiste formaat in het menu Papierformaat. Zie “Afdrukken op papier met
aangepast formaat” op pagina 40 voor meer informatie.
6Klik op OK.
Foto's afdrukken
12
Page 13
Stap 3: Druk de foto's af
Klik op OK.
Opmerking: verwijder de afzonderlijke f o to's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's
drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de foto's.
Afdrukken op premiumpapier of coated papier
Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u per keer maximaal 100 vellen premiumpapier in de
printer plaatsen.
Stap 1: Plaats het premiumpapier of coated papier in de printer
•Als bij het papier speciale instructies zijn geleverd, neemt u deze aandachtig door.
•Plaats het premiumpapier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Wanneer het papie r een speciale mark ering be v at, pla atst u het papi er met de markering v an
u af.
•Duw het papier niet te ver in de printer.
Opmerking: Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Mogelijk hoeft u de papiergeleide r niet te v erschuiv en als u pap ier met het f ormaat
Letter gebruikt.
Afdrukken op premiumpapier of coated papier
13
Page 14
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op:
aKlik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Beter of Best in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
Opmerking: met de instellingen voor hoge afdrukkwaliteit krijgt u documenten van betere
kwaliteit, maar het afdrukken van deze documenten duurt langer.
4Geef als volgt een papiersoort op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Normaal papier in het gedeelte Papiersoort.
5Geef als volgt een papierformaat op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bKies het juiste formaat in het menu Papierformaat. Zie “Afdrukken op papier met
aangepast formaat” op pagina 40 voor meer informatie.
6Klik op OK.
Stap 3: Druk het document af
Klik op OK.
Opmerking: de papieruitvoerlade biedt plaats aan maximaal 25 vellen premiumpapier. Als u
meer dan 25 pagina's wilt afdrukken, moet u de eerste 25 vellen verwijderen
voordat u kunt doorgaan met afdrukken.
Op beide zijden van een vel papier afdrukken
U kunt papier besparen door op beide zijden van het papier af te drukken. Afhankelijk van de dikte
van het papier kunt u maximaal 100 vellen papier in de printer plaatsen.
Op beide zijden van een vel papier afdrukken
14
Page 15
Stap 1: Plaats papier in de printer
•Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Duw het papier niet te ver in de printer.
•Voer het papier in met de afdrukzijde naar u toe.
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te versc huiven al s u papier met het f ormaat
Letter gebruikt.
Opmerking: gebruik een zwaardere papiersoort voor de hoogste afdrukkwaliteit.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
Op beide zijden van een vel papier afdrukken
15
Page 16
3U drukt als volgt af op beide zijden van het papier:
aKlik op de tab Afdrukindeling in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Dubbelzijdig in het gedeelte Dubbelzijdig afdrukken.
cSelecteer Omslaan naar zijkant of Omslaan naar bovenkant.
Als u Omslaan naar zijkant selecteert, worden de pagina's afgedrukt als de pagina's in
een tijdschrift. Als u Omslaan naar bovenkant selecteert, worden de pagina's afgedrukt
als de pagina's in een notitieblok.
dGebruik de instructies voor de betreffende papiersoort om het document verder aan te
passen.
eKlik op OK.
Stap 3: Druk het document af
Klik op OK.
De oneven pagi na's worden eerst afgedrukt, inclusief een pagina met instructies voor het opnieuw
plaatsen van het papier. Nadat de oneven pagina's zijn afgedrukt, wordt u gevraagd om het papier
opnieuw te plaatsen.
1Plaats de stapel papier en de instructiepagina in de printer, met de afgedrukte zijde van u af
en met de pijlen naar onderen in de papiersteun.
2Klik op Doorgaan.
De even pagi na's worden afgedrukt.
Op beide zijden van een vel papier afdrukken
16
Page 17
U gaat als volgt te werk als u geen instructiepagina wilt afdrukken:
aKlik op Opties Stijlopties in het dialoogvenster Afdrukken.
bSchakel het selectievakje Instructies afdrukken voor het opnieuw plaatsen van
papier uit.
cKlik op OK.
Kaarten afdrukken
Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u per keer maximaal 25 wenskaarten, indexkaarten,
fotokaarten of briefkaarten in de printer plaatsen.
Stap 1: Plaats de kaarten in de printer
•Als bij de kaarten speciale instructies zijn geleverd, neemt u deze aandachtig door.
•Plaats de kaarten verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Voer de kaarten in met de afdrukzijde naar u toe.
•Duw de kaarten niet te ver in de printer.
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de kaarten.
Kaarten afdrukken
17
Page 18
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op:
aKlik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Beter of Best in het gedeelte Kwaliteit/snelheid als u afdrukt op fotokaarten of
wenskaarten. Selecteer Normaal voor andere kaartsoorten.
4Geef als volgt een papiersoort op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Wenskaarten in het gedeelte Papiersoort.
5Geef als volgt een papierformaat op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bKies het juiste formaat in het menu Papierformaat. Zie “Afdrukken op papier met
aangepast formaat” op pagina 40 voor meer informatie.
6Klik op OK.
Stap 3: Druk de kaarten af
Klik op OK.
Enveloppen afdrukken
Afhankelijk van de dikte van de env e loppen kunt u per keer maximaal 10 enveloppen in de printer
plaatsen.
Stap 1: Plaats de enveloppen in de printer
Opmerking: gebruik geen enveloppen met gaten, plastic vensters, reliëf, sluitkoordjes en
metalen klemmetjes of sluitingen.
Enveloppen afdrukken
18
Page 19
•Plaats de enveloppen verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Voer de enveloppen in met de afdrukzijde naar u toe.
•Zorg dat u de enveloppen invoert met de locatie voor de postzegel linksboven.
•Duw de enveloppen nie t te ver in de printer.
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de enveloppen.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
Enveloppen afdrukken
19
Page 20
3Geef als volgt een papiersoort op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Envelop in het gedeelte Papiersoort.
4Geef als volgt een envelopformaat op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bKies het juiste formaat in het menu Envelopformaat. Zie “Afdrukken op papier met
aangepast formaat” op pagina 40 voor meer informatie.
5Geef als volgt de gewenste afdrukstand op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Liggend in het gedeelte Afdrukstand.
6Klik op OK.
Opmerking: in veel toepassingen worden de instelling en genegeerd die u opgeeft in het v enster
Pagina-instelling. Controleer of de liggende afdrukstand is ingeschakeld in de
toepassing.
Stap 3: Druk de enveloppen af
Klik op OK.
Opmerking: de papieruitvoerlade biedt plaats aan maximaal 10 env eloppen. Al s u meer dan 10
envelo ppen wilt afdrukken, moet u de eerste 1 0 en v elop pen v erwijderen v oordat u
kunt doorgaan met afdrukken.
Kleurenafbeeldingen afdrukken in zwart-wit
Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u per keer maximaal 100 vellen papier in de printer
plaatsen.
U kunt kleureninkt besparen door kleurenafbeeldingen in zwart-wit af te drukken.
Kleurenafbeeldingen afdrukken in zwart-wit
20
Page 21
Stap 1: Plaats het papier in de printer
•Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Voer het papier in met de afdrukzijde naar u toe.
•Duw het papier niet te ver in de printer.
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te versc huiven al s u papier met het f ormaat
Letter gebruikt.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
Kleurenafbeeldingen afdrukken in zwart-wit
21
Page 22
3U drukt als volgt afbeeldingen in zwart-wit af:
aKlik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Kleurenafbeeldingen in zwart-wit afdrukken.
cKlik op OK.
4Pas het document aan met de procedure voor de papiersoort die u gebruikt.
Stap 3: Druk het document af
Klik op OK.
Opmerking: de papieruitvoerlade biedt plaats aan maximaal 50 vellen normaal papier. Als u
meer dan 50 pagina's wilt afdrukken, moet u de eerste 50 vellen verwijderen
voordat u kunt doorgaan met afdrukken.
Brochure afdrukken
U kunt documenten afdrukken e n b undel en t ot een br ochure . Afh ank el ijk van de dikte van he t pap ier
kunt u maximaal 100 vellen papier i n de printer plaatsen.
Stap 1: Plaats het papier in de printer
•Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Voer het papier in met de afdrukzijde naar u toe.
•Duw het papier niet te ver in de printer.
Brochure afdrukken
22
Page 23
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te versc huiven al s u papier met het f ormaat
Letter gebruikt.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Geef als volgt een papierformaat op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bKies A4 of U.S. Letter in het menu Papierformaat.
4Geef als volgt een afdrukindeling op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Brochure in het gedeelte Indeling.
5Geef het aantal vellen per bundel op.
Opmerking: een bundel is een groep pagina's die zijn dubbelgevouwen en gestapeld zodat ze
kunnen worden ingebonden. Erg dikke bundels laten zich moeilijk vouwen. Als u
op dik papier afdrukt, kunt u daarom beter minder ve llen per bundel gebruiken.
aKlik op Opties Stijlopties in het dialoogvenster Afdrukken.
bVoer het gewenste aantal vellen per bundel in en klik op OK.
6Klik op OK om het venster Printereigenschappen te sluiten.
Brochure afdrukken
23
Page 24
Stap 3: Druk het document af
Klik op OK.
Nadat de eerste helft van de brochure en de instructiepagina zijn afgedrukt, wordt u gevraagd het
papier opnieuw te plaatsen.
1Plaats de stapel papier en de instructiepagina in de printer, met de afgedrukte zijde van u af
en met de pijlen naar onderen in de papiersteun.
2Klik op Doorgaan.
U gaat als volgt te werk als u geen instructiepagina wilt afdrukken:
1Klik op Opties Stijlopties in het dialoogvenster Afdrukken.
2Schakel het selecti evakje Instructies afdrukken voor het opnieuw plaatsen van papier
uit.
3Klik op OK.
Stap 4: Stel de brochure samen
Als het document is afgedrukt, kunt u de bundels stapelen en de brochure inbinden.
Brochure afdrukken
24
Page 25
U stelt als volgt de brochure samen:
1Neem de eerste bundel uit de uitvoerlade, vouw deze dubbel en leg de bundel apart.
2Pak de volgende bundel, vouw deze dubbel en leg de bundel boven op de eerste.
3Leg de bundels op elkaar totdat de brochure compleet is.
4Bind de bundels in.
Etiketten afdrukken
Afhankelijk v an de dikte v an de etik etv el len kunt u per k eer maximaal 25 v ellen in de printer plaatsen.
Stap 1: Plaats de etiketten in de printer
•Gebruik etiketten die geschikt zijn voor inkjetprinters.
•Als bij de etiketten speciale instructies zijn geleverd, neemt u deze aandachtig door .
•Druk niet af binnen 1 mm (0,04 inch) van de rand va n een etiket.
•Plaats de etiketten verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Controleer of er geen etiketten ontbreken of zijn omgekruld.
Etiketten afdrukken
25
Page 26
•Voer de etiketten in met de afdrukzijd e naa r u toe.
•Duw de etiketten niet te ver in de printer.
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de etiketten.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u etiketten met het
formaat Letter gebruikt.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op:
aKlik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Normaal in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
4Geef als volgt een papiersoort op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Normaal papier in het gedeelte Papiersoort.
5Geef als volgt een papierformaat op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bKies het juiste formaat in het menu Papierformaat. Zie “Afdrukken op papier met
aangepast formaat” op pagina 40 voor meer informatie.
6Klik op OK.
Etiketten afdrukken
26
Page 27
Stap 3: Druk de etiketten af
Klik op OK.
Opmerking: de papieruitvoerlade biedt plaats aan maximaal 10 etik etvel len. Als u meer dan 10
vellen wilt afdrukk en, moet u de eerste 10 vellen verwijderen voordat u kunt
doorgaan met afdrukken.
Hand-outs afdrukken
U kunt papier besparen door hand-outs, of meerdere paginabeelden, af te drukken op één vel
papier . Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u maximaal 100 vellen papier in de printer
plaatsen.
Stap 1: Plaats het papier in de printer
•Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Voer het papier in met de afdrukzijde naar u toe.
•Duw het papier niet te ver in de printer.
Hand-outs afdrukken
27
Page 28
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te versc huiven al s u papier met het f ormaat
Letter gebruikt.
Opmerking: gebruik een zwaardere papiersoort voor de hoogste afdrukkwaliteit.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Geef als volgt een afdrukindeling op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer N per vel in het gedeelte Indeling.
cSelecteer het aantal pagina's (twee, drie, vier of acht) dat u op één vel papier wilt
afdrukken.
dKlik op Paginaranden afdrukken als u een rand wilt afdrukken rond elke pagina.
4U drukt als volgt af op beide zijden van het papier:
aKlik op de tab Afdrukindeling in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Dubbelzijdig in het gedeelte Dubbelzijdig afdrukken.
cSelecteer Omslaan naar zijkant of Omslaan naar bovenkant.
Als u Omslaan naar zijkant selecteert, worden de pagina's afgedrukt als de pagina's in
een tijdschrift. Als u Omslaan naar bovenkant selecteert, worden de pagina's afgedrukt
als de pagina's in een notitieblok.
5Klik op OK.
Hand-outs afdrukken
28
Page 29
Stap 3: Druk de hand-outs af
Klik op OK.
Als u hebt ingesteld dat de hand-outs op één zijde van de pagina worden afgedrukt, bent u klaar.
Als u hebt ingesteld dat de hand-outs op beide zijden van de pagina worden afgedrukt, gaat u verder
met afdrukken.
1Nadat de eerste helft van de hand-out is afgedrukt, wordt u gevraagd het papier opnieuw te
plaatsen. Plaats de stapel papier en de instructiepagina i n de printer, met de afgedrukte zijde
van u af en met de pijlen naar onderen in de papiersteun.
2Klik op Doorgaan.
U gaat als volgt te werk als u geen instructiepagina wilt afdrukken:
1Klik op Opties Stijlopties in het dialoogvenster Afdrukken.
2Schakel het selectievakje Instructies afdrukken voor het opnieuw plaatsen van papier uit.
3Klik op OK.
Poster afdrukken
U kunt een afbeelding van één pagina vergroten en op meerdere pagina’s afdrukken. Zo kunt u een
foto v e rgroten tot een poster van vier, negen of zestien pagina's.
Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u maximaal 100 vellen papier afdrukken.
Poster afdrukken
29
Page 30
Stap 1: Plaats het papier in de printer
•Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Voer het papier in met de afdrukzijde naar u toe.
•Duw het papier niet te ver in de printer.
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te versc huiven al s u papier met het f ormaat
Letter gebruikt.
Opmerking: gebruik een zwaardere papiersoort voor de hoogste afdrukkwaliteit.
Poster afdrukken
30
Page 31
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op:
aKlik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Normaal in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
Opmerking: met de instellingen voor hoge afdrukkwaliteit krijgt u documenten van betere
kwaliteit, maar het afdrukken van deze documenten duurt langer.
4Geef als volgt een afdrukindeling op:
aKlik op de tab Afdrukindeling in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Poster in het gedeelte Indeling.
5Geef als volgt een posterformaat op:
aSelecteer het gewenste formaat voor de poster: 2 x 2 (vier pagina's), 3 x 3 (negen
pagina's) of 4 x 4 (16 pagina's).
bSelecteer Bijsnijdmarkeringen afdrukken als u tekens wil t afdrukken waarlangs u de
pagina's kunt bijsnijden.
6Ga als volgt te werk als u een select ie van pagina's opnieuw wilt afdrukken:
aKlik op Specifieke pagina's afdrukken.
De pagina's die niet worden afgedrukt, bevatten een cirkel met een streepje boven het
paginanummer en worden grijs weergegeven. U kunt de selectie van de pagina in- of
uitschakelen door op de pagina te klikken.
bKlik op OK.
7Klik op OK.
Stap 3: Druk de poster af
Klik op OK.
Poster afdrukken
31
Page 32
Stel de poster samen
1Snijd van elke afgedrukte pagina aan de aangrenzende zijden de witte randen bij.
Snijd bijvoorbeeld de witte randen aan de boven- en linkerzijde van elke pagina bij.
Afgedrukte
pagina's
waarvan de
witte rand is
bijgesneden
aan twee
aangrenzende
zijden
Bijgesneden
randen
Niet-bijgesneden
randen
2Leg de pagina's zo op elkaar dat elke bijgesneden rand over een niet bijgesneden rand (de
witte rand) val t.
3Plak de achterzijden van de pagina 's aan elkaar vast.
4Maak de poster af door de resterende witte randen bij te sni jden.
Afdrukken op opstrijktransfers
Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u per keer maximaal 100 opstrijktransfers in de printer
plaatsen. Druk de afbeelding eerst af op normaal papier voor u de opstrijktransfers in de printer
plaatst.
Opmerking: voor optimale resultaten kunt u het beste slechts één opstrijktransfer per keer
plaatsen.
Afdrukken op opstrijktransfers
32
Page 33
Stap 1: Plaats de opstrijktransfers in de printer
•Als bij de opstrijktransfers speciale instructies zijn geleverd, neemt u deze aandachtig door.
•Plaats de opstrijktransfers verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Voer de opstrijktransfers in met de afdrukzijde (lege zijde) naar boven.
•Duw de opstrijktransfers niet te ver in de printer.
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de opstrijktransfers.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiven als u opstrijktransfers met
het formaat Letter gebruikt.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
Afdrukken op opstrijktransfers
33
Page 34
3Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op:
aKlik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Normaal of Beter in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
4Geef als volgt een papiersoort op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Opstrijktransfer in het gedeelte Papiersoort.
5Geef als volgt een afdrukindeling op als de toepassing waarin u werkt niet over instellingen
voor spiegelen of opstrijktransfers beschikt:
aKlik op de tab Afdrukindeling in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Spiegelen in het gedeelte Indeling.
6Klik op OK.
Stap 3: Druk de opstrijktransfer af
Klik op OK.
Opmerking: verwijder afzonderlijke opstrijktransfers zodr a ze uit de printer komen en laat ze
drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de
opstrijktransfers.
Transparanten afdrukken
Afhankelijk van de dikte van de transparanten kunt u per keer maximaal 50 exemplaren afdrukken.
Stap 1: Plaats de transparanten in de printer
•Gebruik transparanten die geschikt zijn voor inkjetprinters.
•Als bij de transparanten special e instructies zijn geleverd, neemt u deze aandachtig door.
Transparanten afdrukken
34
Page 35
•Plaats de transparanten verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Voer de transparanten in met de ruwe zijde (afdrukzi jde) n aar boven. Transparanten met
verwijderbare strips plaatst u met de strips naar beneden en van u af.
•Duw de transparanten niet te ver in de printer.
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de transpar anten.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te v erschui v e n al s u tr an sparan ten met het
formaat Letter gebruikt.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op:
aKlik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Normaal in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
Transparanten afdrukken
35
Page 36
4Geef als volgt een papiersoort op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Transparanten in het gedeelte Papiersoort.
5Geef als volgt een papierformaat op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bKies A4 of U.S. Letter in het menu Papierformaat.
6Klik op OK.
Stap 3: Druk de transparanten af
Klik op OK.
Opmerking: verwijder de afzonderlijke transparanten zodra ze uit de printer komen en laat de
transparanten drogen voor dat u z e op elk aar leg t. Hiermee voork omt u vl ekken op
de transparanten.
Document afdrukken in omgekeerde volgorde
Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u maximaal 100 vellen papier in de printer plaatsen.
Stap 1: Plaats het papier in de printer
•Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Voer het papier in met de afdrukzijde naar u toe.
•Duw het papier niet te ver in de printer.
Document afdrukken in omgekeerde volgorde
36
Page 37
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te versc huiven al s u papier met het f ormaat
Letter gebruikt.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3U drukt als volgt een document in omgekeerde volgorde af:
aKlik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Omgekeerde volgorde .
4Pas het document aan met de procedure voor de papiersoort die u gebruikt.
5Klik op OK.
Stap 3: Druk het document af
Klik op OK.
Opmerking: de papieruitvoerlade biedt plaats aan maximaal 25 vellen normaal papier. Als u
meer dan 25 pagina's wilt afdrukken, moet u de eerste 25 vellen verwijderen
voordat u kunt doorgaan met afdrukken.
Document afdrukken in omgekeerde volgorde
37
Page 38
Banner afdrukken
U kunt per keer maximaal 20 vellen bannerpapier in de printer plaatsen.
Stap 1: Plaats het bannerpapier in de printer
1Verwijder eventueel aanwezig papier uit de printer.
2Plaats een stapel bannerpapier met het exacte aantal vellen dat u als banner wilt afdrukken,
achter de printer.
Opmerking: als u meer bannerpapier in de printer plaatst, kan er een papierstoring optreden.
Zie “Printer heeft een papierstoring” op pagina 58 voor meer informatie.
3Plaats het bannerpapier met de vrije rand in de printer tegen de rechterzijde van de
papiersteun.
Banner afdrukken
38
Page 39
4Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Opmerking: mogelijk hoeft u de papiergeleider niet te verschuiv en als u bannerpapier met het
formaat Letter gebruikt.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op:
aKlik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Normaal in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
4Geef als volgt een papiersoort op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Banner in het gedeelte Papiersoort.
Opmerking: als u voor de papiersoort een andere instell ing dan Banner selecteert, treedt er een
papierstoring op. Zie “Printer heeft een papierstoring” op pagina 58 voor meer
informatie.
5Geef als volgt een bannerformaat op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bKies A4 of Letter in het menu Bannerformaat.
6Geef als volgt de gewenste afdrukstand op:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Staand of Liggend in het gedeelte Afdrukstand.
Banner afdrukken
39
Page 40
7Geef als volgt een afdrukindeling op:
aKlik op de tab Afdrukindeling in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bSelecteer Banner in het gedeelte Indeling.
8Klik op OK.
Stap 3: Druk de banner af
Klik op OK.
Afdrukken op papier met aangepast formaat
Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u maximaal 100 vellen aangepast papier in de printer
plaatsen.
Stap 1: Plaats het papier met aangepast formaat in de printer
•Controleer of het papier vo ldoet aan de volgende afmetingen:
–Breedte: 76 tot 216 mm (3 tot 8,5 inch)
–Lengte: 127 tot 432 mm (5 tot 17 inch)
•Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
•Voer het papier in met de afdrukzijde naar u toe.
•Duw het papier niet te ver in de printer.
Afdrukken op papier met aangepast formaat
40
Page 41
•Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Maak als volgt een aangepast papierformaat:
aKlik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
bKies Aangepast formaat in het menu Papierformaat.
Er wordt een dialoogvenster weergegeven.
cSelecteer Millimeter of Inch in het gedeelte Eenheden.
dGeef de afmetingen op voor het aangepaste papierformaat.
eKlik op OK.
4Pas het document verder aan afhankelijk van de papiersoort.
Stap 3: Druk het document af
Klik op OK.
Afdrukken op papier met aangepast formaat
41
Page 42
3
Onderhoud
Inktcartridges vervangen
De Lexmark Z600 S er ies ondersteunt de volgende cartridges:
Artikel:Artikelnummer:
Kleureninktcartridge26 of 27
Zwarte-inktcartridge16 of 17
Opmerking: u kunt de printer gebruiken met alleen een kleureninktcartridge of alleen een
zwarte-inktcartridge.
Zie pagina 48 voor meer informatie over het bestellen van supplies.
Gebruikte cartridges verwijderen
1Controleer of het aan/uit-lampje brandt .
2Open de voorklep.
De cartridgehouder wordt naar de laadpositie verplaatst, tenzij de printer actief is.
Onderhoud
42
Page 43
3Druk de tabs op de deksels van de cartridges in en open de deksels.
4Verwijder de gebruikte inktcartridges. Bewaar de cartridges in een luchtdichte verpakking of
gooi de cartridges weg. Neem hierbij de geldende milieuvoorschriften in acht.
Cartridges installeren
1Als u nieuwe cartridges installeert, verwijdert u de sticker en de transparante tape van de
achter- en onderzijde van de cartridges.
Waarschuwing: raak de goudkleurige contactgedeelten aan de achter- en onderzijde van de
cartridges niet aan.
Inktcartridges vervangen
43
Page 44
2Plaats de kleureninktcartridge in de linkerhouder. Plaats de zwarte-inktcartr idge in de
rechterhouder.
Opmerking: de kleureninktcartridge gaat langer mee als u een zwarte-inktcartridge en een
kleureninktcartridge installeert. Tevens verbetert u zo de afdruksnelheid.
3Klik de deksels vast.
4Sluit de voorklep.
Opmerking: de voorklep moet zijn gesloten voordat u een taak kunt afdrukken.
Inktcartridges vervangen
44
Page 45
Instellingen voor cartridges opgeven in de printersoftware
Installeer eerst de inktcartridges voor u de instellingen opgeeft in de printersoftware. Zie “Cartridges
installeren” op pagina 43 voor meer informatie.
1Open Lexmark Printeroplossingen. Zie “Lexmark Printeroplossingen” op pagina 8 voor meer
informatie.
2Klik op Nieuwe inktcartridge installeren op het tabblad Onderhoud.
3Selecteer de cartridge die u hebt geïnstalleerd.
Opmerking: geef aan of de geïnstalleerde cartridge een nieuwe cartridge of een oude (eerder
gebruikte) cartridge is. Als een eerder gebruikte cartridge onjuist wordt aangedui d
als nieuwe cartridge in Lexmark Printeroplossingen, wordt wellicht onjuiste
informatie over de inktvoorraad weergegeven.
4Klik op OK of Volgende.
5Als u een nieuwe cartridge hebt geïnstalleerd, gaat u verder met “Inktcartridges uitlijnen.”
Inktcartridges uitlijnen
Gewoonlijk hoeft u de cartridge alleen uit te lijnen als u een cartridge hebt geïnstalleerd of
vervangen. Mogelijk moet u ook in de volgende gevallen de cartridges uitlijnen:
•tekens zijn niet goed afgedrukt of niet uitgelijnd langs de linkermarge;
•verticale rechte lijnen zijn afgedrukt met golvingen.
U lijnt als volgt de cartridges uit:
1Plaats normaal papier in de printer.
2Open Lexmark Printeroplossingen. Zie pagina 8 voor meer informatie.
3Klik op Uitlijnen om vage randen te voorkomen op het tabblad Onderhoud.
4Klik op Afdrukken.
Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt.
5Zoek naar het getal onder de donkerste pijl van elke uitlijningsgroep.
6Klik op de pijlen in het dialoogvenster Cartridges uitlijnen om voor elke uitlijningsg roep het
nummer te selecteren dat overeenkomt met de donkerste pijl op de afgedrukte pagina.
7Klik op OK.
Als de uitlijningspagina niet word t afgedrukt, controleert u of de sticker en transparante ta pe
is verwijderd van de inktcartridges. Zie “Cartridges installeren” op pagina 43 voor meer
informatie.
Inktcartridges uitlijnen
45
Page 46
Afdrukkwaliteit verbeteren
Als u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit van het document, kunt u de afdrukkwaliteit als volgt
verbeteren:
•Gebruik het juiste papier voor het document. Gebruik bijvoorbeeld fotopapier als u een foto
wilt afdrukken.
•Gebruik zwaarder papier, helderwit papier of coated papier.
•Selecteer als volgt een hoger e afdrukkwaliteit:
1Klik op Bestand Afdrukken in de toepassing.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Selecteer Beter of Best in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
Als het document nog steeds niet de gewenste afdrukkwaliteit heeft, volg t u deze stappen:
1Verwijder de inktcartridges en plaats deze vervolgens weer terug in de printer:
aVerwijder de inktcartridges. Zie “Gebruikte cartridges verwijderen” op pagina 42 voor
meer informatie.
bPlaats de cartridges terug. Zie “Cartridges installeren” op pagi na 43 voor meer inf ormatie .
cDruk het document opnieuw af.
dAls de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, gaat u verder met stap 2.
2Reinig de spuitopeningen:
aPlaats papier in de printer. Zie “Stap 1: Plaats het papier in de printer” op pagina 10 voor
meer informatie.
bOpen Lexmark Printeroplossingen. Zie pagina 8 voor meer informatie.
cKlik op de tab Onderhoud.
dKlik op Reinigen om horizontale strepen te voorkomen op het tabb lad Onderhoud.
eKlik op Afdrukken.
Er wordt een testpagina af gedrukt, w aar bij ink t door de spuitop ening en w ordt geperst om
verstopte openingen te ontstoppen.
fDruk het document nogmaals af om te controleren of de kwaliteit is verbeterd.
gAls u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit, gaat u verder met stap 3 en drukt u het
document nogmaals af.
Afdrukk waliteit verbeteren
46
Page 47
3Veeg de spuitopeningen en contactpunten schoon:
aVerwijder de inktcartridges. Zie “Gebruikte cartridges verwijderen” op pagina 42 voor
meer informatie.
bMaak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
cHoud de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en veeg de
spuitopeningen schoon in de aangegeven richting.
Spuitopeningen
dHoud een ander schoon gedeelte van de doek v oorzi chtig on geveer drie seconden tegen
de contactpunten en veeg de contactpunten schoon in de aangegeven richting.
Contactpunten
eHerhaal stap c en d met een ander schoon gedeelte van de doek.
fLaat de spuitopeningen en contactpunten helemaal opdrogen.
gPlaats de inktcartridges terug.
hDruk het document opnieuw af.
iAls de afdrukkwaliteit niet verbeterd is, herhaalt u de procedure bij stap 3 nog maximaal
twee keer.
jIs de afdrukkwaliteit hierna nog steeds niet naar behoren, dan moet u de inktcartridges
vervangen. Zie “Supplies best ellen” op pagina 48 voor meer informatie.
Afdrukk waliteit verbeteren
47
Page 48
Inktcartridges beschermen
Volg de onderstaande aanwijzingen voor een optimale levensduur v an de inktcartridges en optimale
printerprestaties:
•Bewaar een nieuwe i nktcartridge in de verpakking totdat u de cartridge gaat installeren.
•Verwijder de cartridge niet uit de printer, tenzij u de cartridge wilt vervangen, reinigen of
opbergen in een luchtdichte v erpakking. Als u de cartridge langere tijd bloot stelt aan de open
lucht, kan de afdrukkwaliteit verminderen.
De garantievoorwaarden voor printers van Lexmark zijn niet van t oepassing op rep arat ie s als gevolg
van storingen en schade veroor zaakt door opnieuw gevulde cartridges. Het gebruik van opnieuw
gevulde cartridges wordt afger aden. Derge lij k e cartridges verminderen de afdrukkw al itei t en kunn en
schade aan de printer toebrengen. Gebruik voor de beste resultaten alleen Lexmark supplies.
Supplies bestellen
Als u supplies wilt bestellen of een leverancier bij u in de buurt wilt zoeken, kunt u de weblocatie van
Lexmark op www.lexmark.com bezoeken.
Artikel:Artikelnummer:
Zwarte-inktcartridge16 of 17
Kleureninktcartridge26 of 27
USB-kabel12A2405
Inktcartridges beschermen
48
Page 49
Prob lemen met instellen v an de printer
4
oplossen
Controlelijst voor het oplossen van problemen
De netvoeding is stevig aangesloten op de printer en een geaard stopcontact.
De printer en de computer zijn ingeschakeld.
De USB-kabel is stevig aangesl oten op de printer en op de computer of de Lexmark
adapter.
De lampjes van de printer knipperen. Zie “Foutberichten en knipperende lampjes” op
pagina 53 voor meer informatie.
De sticker en de transparante tape zijn verwijderd van de achter- en onderzijde van beide
inktcartridges.
De inktcartridges zijn correct geïnstalleerd. Zie “Cartridges installeren” op pagina 43 voor
meer informatie.
Het papier is correct geplaatst. Duw het papier niet te ver in de printer. Zie pagina 10 voor
meer informatie.
De printersoftware is corre ct geïnstalleerd.
Klik op het bureaublad op Start Programma's of Alle Programma's.
Als Lexmark Z600 Series niet wordt weergegeven in de lijst, moet u de
printersoftware installeren.
Problemen met instellen van de printer oplossen
49
Page 50
De printer is ingesteld als standaardprinter.
U stelt de printer als volgt in als standa ardprint er:
1Klik op Start Instellingen Printers.
2Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Lexmark Z600 Series en
controleer of Als standaar d instellen is geselecteerd.
De printer is rechtstreeks aangesloten op de computer. Volg de onderstaande stappen als
de printer is aangesloten via een extern apparaat, zoals een USB-hub, schakelkastje,
scanner of faxapparaat.
1Maak de printer los van alle externe apparaten.
2Sluit de printer rechtstreeks aan op de computer met een USB-kabel.
3Voor het afdrukken van een te stpagina volgt u deze aanwijzingen.
aOpen Lexmark Printeroplossingen. Zie pagina 8 voor meer informatie.
bKlik op Testpagina afdrukken op het tabblad Onderhoud.
•Als de testpagina wordt afgedrukt, is er wellicht een probleem met de
externe apparaten en niet met de printer. Raadpleeg de documentatie bij de
externe apparatuur voor meer informatie.
•Als de testpagina niet wordt afgedrukt, raadpleegt u de Help bij de
printersoftware voor meer informatie.
Problemen met de installatie van de printersoftware oplossen
Als de printersoftware niet goed is geïnstalleerd, verschijnt er een foutbericht voor communicatie
tijdens het afdrukken. Mogelijk moet u de printersoftware verwijderen en opnieuw installeren.
Er gebeurt niets nadat de cd met software in het cd-rom-station
geplaatst is.
1Sluit alle geopende programma's.
2Start de computer opnieuw op.
Problemen met de installatie van de printersoftware oplossen
50
Page 51
3Klik op Annuleren als het afgebeelde venster of een vergelijkbaar venster v e rschijnt.
Windows 98/Me
Windows 2000/XP
4Verwijder de cd met printersoftware uit het cd-rom-station en plaats de cd opnieuw in het
station.
5Dubbelklik op Deze computer op het bureaublad.
6Dubbelklik op het pictogram van het cd-rom-station. Dubb elklik zo nodig op setup.exe.
7Volg de instructies op het scherm om de installatie van de printersoftware te voltooien.
Problemen met de installatie van de printersoftware oplossen
51
Page 52
Printersoftware verwijderen
1Klik op het bureaublad op Start Programma's Lexmark Z600 Series Installatie
Lexmark Z600 Series ongedaan maken.
2Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te verwij deren.
3Start de computer opnieuw op voordat u de printersoftware opnieuw instal leert.
Printersoftware installeren
U kunt de printersoftware install eren met de cd die bij de printer is geleverd of de printersoftware
downloaden van de weblocatie van Lexmark op www.lexmark.com.
Printersoftware installeren met de cd
1Sluit alle geopende programma's.
2Als het bureaublad wordt weergegeven, plaatst u de cd met de printersoftware in het
cd-rom-station.
Het venster van het Lexmark installatieprogramma verschijnt.
3Klik op Installeren.
4Volg de instructies op het scherm om de installatie van de printersoftware te voltooien.
Er wordt automatisch een printerpictogram gemaakt op het bureaublad.
Printersoftware installeren via het World Wide Web
1Selecteer op de weblocatie van Lexmark op www.lexmark.com het stuurprogramma voor
het betreffende besturingssysteem.
2Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te installeren.
Problemen met de installatie van de printersoftware oplossen
52
Page 53
5
Algemene problemen oplossen
Voor informatie over:Zie pagina:
Foutberichten en knipperende lampjes53
Er wordt niet of langzaam afgedrukt54
Vastgelopen papier verwijderen en papierstoringen verhelpen57
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen58
Problemen met speciaal papier oplossen61
Foutberichten en knipperende lampjes
In dit gedeelte vindt u uitleg over de betekenis van de foutberichten van de printersoftware en
knipperende lampjes op de printer. Raadpleeg de documentatie bij de adapter v oor informatie over
de lampjes op een Lexmark adapter.
Bericht Papierstoring
Zie “Printer heeft een papierstoring” op pagina 58 voor informatie over het verhelpen van
papierstoringen.
Bericht Inkt is bijna op
Een cartridge in de printer is bijna leeg. Het bericht Inkt is bijna op verschijnt wanneer een van de
cartridges 25% inkt of minder bevat.
Algemene problemen oplossen
53
Page 54
Als dit bericht verschijnt, kunt u het volgende doen:
•Klik op OK.
•Klik op ? voor meer informatie over het bestellen van supplies.
•Bestel een nieuwe inkt cartridge of zoek een leverancier bij u in de b uurt op de web locat ie v an
Lexmark op www.lexmark.com.
Voor meer informatie:
•Zie “Cartridges installeren” op pagina 43 voor meer informatie over het installeren van een
nieuwe cartridge.
•Zie “Supplies bestellen” op pagina 48 voor meer informatie over het bestellen van supplies.
Knop Aan-uit/Hervatten knippert
Controleer of er een foutbericht wordt weergegeven.
•Ga als volgt te w erk als het papier op is:
1Plaats papier in de printer.
2Druk op de knop.
•Zie “Printer heeft een papierstoring” op pagina 58 als het papier is vastgelopen:
Er wordt niet of langzaam afgedrukt
U kunt de informatie in de v olgende onderwerpen gebruiken als er niet of langzaam wo rdt afgedrukt.
Er wordt niet of langzaam afgedrukt
54
Page 55
Printer is aangesloten maar er wordt niet afgedrukt
Controleer eerst de lijst v oor het oplossen van problemen op pagina 49 en ga dan als volgt verder:
Controleer als volgt de printerstatus:
Windows 98/Me/2000Windows XP
1 Klik op Start Instelling en
Printers.
2 Dubbelklik in de map Printers
op het pictogram voor de
Lexmark Z600 Series printer.
3 Controleer of in het menu Printer:
• de optie Als standaard instellen is
geselecteerd;
• de optie Afdrukken onderbreken is
uitgeschakeld.
1 Klik op Start Configuratiescherm.
2 Klik op Printers en andere hardware.
3 Klik op Reeds geïnstalleerde printers
en faxprinters.
4 Controleer in de map Printers of er een
vinkje staat bij het pictogram
Lexmark Z600 Series ter indicatie dat
dit de standaardprinter is. Als dit niet het
geval is, klikt u met de rechtermuisknop
op het pictogram en kiest u Als
standaard instellen.
5 Open het menu Printer en zorg dat de
optie Afdrukken onderbreken niet is
ingeschakeld.
•Controleer als volgt de printerpoort:
Windows 98/MeWindows 2000Windows XP
1 Klik op Start
Instellingen Pri nters.
2 Klik met de rechtermuisknop
op het pictogram
Lexmark Z600 Series en
kies Eigenschappen.
3 Klik op de tab Details.
4 Selecteer de printerpoort in
de keuzelijst Poorten.
Als de USB-poort niet wordt
weergegeven, moet u de
printersoftware verwijderen
en opnieuw installeren.
5 Klik op OK.
1 Klik op Start
Instellingen Printers.
2 Klik met de rechtermuisknop
op het pictogram
Lexmark Z600 Series en
kies Eigenschappen.
3 Klik op de tab Poorten.
4 Selecteer de USB-poort in de
lijst met poorten.
Als de USB-poort niet wordt
weergegeven, moet u de
printersoftware verwijderen
en opnieuw installeren.
5 Klik op Toepassen.
6 Klik op OK.
1 Klik op Start
Configuratiescherm
Printers en andere
hardware Printers en
faxapparaten.
2 Klik met de rechtermuisknop
op het pictogram
Lexmark Z600 Series en
kies Eigenschappen.
3 Klik op de tab Poorten.
4 Selecteer de USB-poort of de
virtuele USB-poort in de lijst
met poorten.
Als de USB-poort niet wor d t
weergegeven, moet u de
printersoftware verwijderen
en opnieuw installeren.
5 Klik op T oepassen.
6 Klik op OK.
Er wordt niet of langzaam afgedrukt
55
Page 56
•Ga na of u niet meerdere exemplaren van de printersoftware hebt geïnstall eerd:
1Windows 98/Me/2000: klik op Start Instellingen Printers.
Windows XP: klik op Start Configuratiescherm Printers en andere hardware
Printers en faxapparaten.
2Controleer of in de map Printers slechts één pictogram voor de Lexmark Z600 Series
printer staat.
•Als u meerdere exemplaren van de printersoftware hebt geïnstalleerd, verwijdert u alle
exemplaren. Start de computer opnieuw op en installeer de printersoftware.
•Als de printerpoort onjuist is, moet u de printersoftware verwijderen en opnieuw installeren.
Druk een testpagina af nadat u dez e punten hebt gec ontroleerd. Zie pagina 50 voor meer informatie.
Testpagina wordt niet afgedrukt
Controleer eerst de lijst v oor het oplossen van problemen op pagina 49 en ga dan als volgt verder:
•Zie “Printer heeft een papierstoring” op pagina 58 als het papier is vastgelopen in de printer.
•Druk de testpagina opnieuw af. Zie de volgende onderwerpen als de pagina nog steeds niet
wordt afgedrukt:
–“Er wordt niet of langzaam afgedrukt” op pagina 54
–“Problemen met de installatie van de printersoftware oplossen” op pagina 50
Uitlijningspagina wordt niet afgedrukt
Controleer de volgende punten:
•U hebt de sticker en transparante tape volledig verwijderd van de achter- en onderzijde van
de inktcartridge. Zie “Inktcartridges vervangen” op pagina 42 voor meer informatie.
•U hebt de inktcartridges correct geïnstalleerd. Zie “Cartridges installeren” op pagina 43 voor
meer informatie.
•U hebt het papier correct geplaatst en niet te ver in de papierinvoer geduwd.
Printer lijkt af te drukken maar er wordt een lege pagina uitgevoerd
Controleer de volgende punten:
•De sticker en de transparante tape zijn verwijderd van de achter- en onderzijde van de
inktcartridges. Zie “Inktcartridges vervangen” op pagina 42 voor meer informatie.
•De spuitopeningen van de cartridge zijn niet verstopt. Reinig de spuitopeningen van de
inktcartridges en de contactpunten. Zie “Afdrukkwaliteit verbeteren” op pagina 46 voor meer
informatie.
Er wordt niet of langzaam afgedrukt
56
Page 57
De printer drukt erg langzaam af
•Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt.
•Bekijk het document dat u afdrukt. Het afdrukken v an f oto's en a fbeeldingen duu rt langer dan
het afdrukken van gewone tekst. Ook het afdrukken van grote documenten of documenten
met achtergrondafbeeldingen duurt langer.
•Controleer of de printer niet bezig is met het afdrukken v an een ander document. Afdruktaken
worden afgedrukt in de volgorde waarin ze naar de printer worden verzonden.
•Geef voor de afdrukkwaliteit de instelling Normaal of Snel afdrukken op.
Opmerking: met de instellingen voor hoge afdrukkwaliteit krijgt u documenten van betere
kwaliteit, maar het afdrukken van deze documenten duurt langer.
Vastgelopen papier verwijderen en papierstoringen verhelpen
Met de informatie in de volgen de onderwerpen kunt u storingen door vastgelopen of verkeerd
ingev oerd papier oplossen.
Papier wordt verkeerd ingevoerd of er worden meerdere vellen tegelijk
ingevoerd
Controleer de volgende punten:
•U gebruikt papier dat geschikt is voor inkjetprinters.
•De randen van het papier zijn niet gekruld.
•Er is geen vel papier van de vorige taak in de printer blijven steken.
•Er is niet te veel papier in de printer geplaatst. Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u
maximaal 100 vellen normaal papier, 10 transparanten of etiketvellen, 10 enveloppen of 10
kaarten in de printer plaatsen.
•Het papier niet te ver in de printer is geduwd; Als u bijvoorbeeld papier van het f o rmaat A4 of
Letter gebruikt, moet het papier een klein stukje boven de papiersteun uitsteken.
•De papiergeleider is tegen de linker zijde van het papier geschoven.
•Het papier wordt niet gebogen door de papiergeleider.
•De printer staat op een plat en effen oppervlak.
•De printerinstellingen zijn geschikt v oor het document dat u afdrukt. Zie “Tips voor afdrukken”
op pagina 10 voor meer informatie.
•Het papier is tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst.
Vastgelopen papier verwijderen en papierstoringen verhelpen
57
Page 58
Enveloppen en vellen speciaal papier worden niet ingevoerd
Controleer de volgende punten:
•Het invoeren van papier verloopt zonder problemen. Plaats de enveloppen of het speciale
papier verticaal tegen de rechterzij de van de papiersteun. Druk de papierg eleider in en schui f
deze tegen de link erzijde van de en veloppen of het speciale papier. Zie “Tips v oor afdrukk en”
op pagina 10 voor meer informatie.
•U hebt het juiste formaat voo r de enveloppen of het speciale papier en de juiste papiersoort
geselecteerd.
•U gebruikt een formaat dat wordt ondersteund door de printer.
•De toepassing is geschikt v oor afdrukken op enveloppen. Raadpleeg de documentatie bij de
toepassing voor meer informatie.
•De envel op of het sp eciale papie r is niet vastgelopen. Zie “Printer heeft een papi erstoring” op
pagina 58 voor meer informatie.
Printer heeft een papierstoring
Ga als volgt te werk als het papier te ver in de printer zit en niet kan worden verwijderd:
1Zet de printer uit.
2Zet de printer weer aan.
Ga als volgt te werk als de pagina niet automatisch wordt uitgevoerd:
aZet de printer uit.
bTrek stevig aan het papier om het te verwijderen.
Als u niet bij het papier kunt, opent u de voorklep van de printer, trekt u het papier er
voorzichtig uit en sluit u de voorklep weer.
cZet de printer aan.
Opmerking: duw het papier niet te ver in de printer.
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
Als de afdrukkwaliteit onvoldoende is, moet u wellich t de marges aanpassen, de instelling voor
afdrukkwaliteit verhogen, de inktcartridges uitlijnen of de spuitopeningen reinigen.
U kunt de informatie in de volge nde onderwerpen gebruiken om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
58
Page 59
Afdruk is te donker of bevat vlekken
•Zorg dat het papier recht en ongekreukeld wordt ingevoerd.
•Laat de inkt volledig drogen voordat u het papier aanpakt.
•Zorg dat de papiersoort en het papierformaat in de printersoftware overeenkomen met het
papier dat in de printer is geplaatst. Zie “Printersoftware” op pagina 6 voor meer informatie.
•Controleer of de juiste instelling voor afdrukkwaliteit is geselecteerd voor de papiersoort.
•Reinig de spuitopeningen van de inktcartridges en de contactpunten. Zie “Afdrukkwaliteit
verbeteren” op pagina 46 voor meer informatie.
Verticale rechte lijnen zijn rafelig
U verhoogt als volgt de afdrukkwaliteit van verticale rechte lijnen in tabellen, randen en grafieken:
•Selecteer een hogere afdrukkwaliteit.
•Lijn de cartridges uit. Zie “Inktcartridges uitlijnen” op pagina 45 voor meer informatie.
•Reinig de spuitopeningen van de inktcartridges en de contactpunten. Zie “Afdrukkwaliteit
verbeteren” op pagina 46 voor meer informatie.
Pagina bevat inktvegen
•Mogelijk zijn de inktv egen afk omstig v an de v olg ende pagina die uit de printer k omt. Verwijder
elke pagina z odr a de pagina uit de printer komt en laat de pagina's drogen v oo rdat u deze op
elkaar legt.
•Reinig de spuitopeningen van de inktcartridges en de contactpunten. Zie “Afdrukkwaliteit
verbeteren” op pagina 46 voor meer informatie.
Afgedrukte pagina's bevatten afwissel end lichte en donkere banen
(afdrukken verloopt niet constant)
Selecteer een hogere afdrukkwaliteit. Zie “Printersoftware” op pagina 6 voor meer informatie.
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
59
Page 60
Ontbrekende of onverwachte tekens
Net als met andere printers kunt u met deze printer niet afdrukken op de uiterste randen van een
pagina. De marges moeten binnen de volgende waarden zijn ingesteld:
Marge:Minimuminstelling:
Links en rechts• 6,35 mm (0,25 inch) voor U.S. Letter , U.S. Legal, Banner Letter
en aangepaste papierformaten
• 3,175 mm (0,125 inch) voor enveloppen
• 3,37 mm (0,13 inch) voor de meeste papierformaten
Boven• 1,7 mm (0,067 inch)
Onder• 12,7 mm (0,5 inch) voor afdrukken in zwart-wit
• 19 mm (0,75 inch) aanbevolen voor afdrukken in kleur
Tekens zijn niet goed afgedrukt of zijn verkeerd uitgelijnd
•Annuleer alle afdruktaken en probeer de taak opni euw af te drukken. U annuleert als volgt
alle afdruktaken:
aKlik op Start Instellingen Printers.
bDubbelklik op het printerpictogram.
cSelecteer het document dat u wilt verwijderen.
dKlik op Annuleren in het menu Document.
•Herhaal stap c en d voor alle documenten die u wilt annul eren.
•Lijn de cartridges uit. Zie “Inktcartridges uitlijnen” op pagina 45 voor meer informatie.
•Reinig de spuitopeningen van de inktcartridges en de contactpunten. Zie “Afdrukkwaliteit
verbeteren” op pagina 46 voor meer informatie.
Kleuren op de afdruk wijken af van de kleuren op het scherm
•Mogelijk is een inktcartridge bijna leeg. Controleer de inktvoorraad in Lexmark
Printeroplossingen. Zie “Lexmark Printeroplossingen” op pagina 8 voor meer informatie.
•Gebruik een ander merk papier. Bij elk merk papier wor dt i nkt anders op genomen en w orde n
kleuren verschillend afgedrukt.
U selecteert als volgt de documentkleur Natuurlijke kleuren:
1Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3Klik op Opties Opties voor kwaliteit.
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
60
Page 61
4Klik op Kleurinstellingen handmatig selecteren.
5Selecteer Natuurlijke kleuren.
Kleuren op de afdruk zijn flets
Probeer de suggesties in het gedeel te “Kleuren op d e afdruk wijk en af va n de kleuren op het scherm”
op pagina 60. Als de kleuren nog steeds flets zijn, moet u proberen de spuitopeningen te reinigen.
Zie “Afdrukkwaliteit verbeteren” op pagina 46 voor meer informatie.
Foto's worden niet met de verwachte kwaliteit afgedrukt
•Gebruik fotopapier dat geschikt is voor inkjetprinters.
•Selecteer een hogere afdrukkwaliteit.
•Selecteer fotopapi er als papiersoort.
Problemen met speciaal papier oplossen
U kunt de informatie in de vo lgende onderwerpen gebruiken om prob lemen met speci aal papier op te
lossen.
Vellen glossy papier en fotopapier of transparanten plakken aan elkaar
vast
•Plaats niet meer dan één vel fotopapier of één transparant per keer in de printer.
•Gebruik vellen fotopapier of transparanten die geschikt zijn voor inkjetprinters.
•Controleer of u het papier juist hebt geplaatst, met de afdrukzijde naar boven, en of u de
juiste instellingen hebt opgegeven in de printersoftwa re. Zie “Foto's afdrukken” op pagi na 11
of “Transparanten afdrukken” op pagina 34 voor meer informatie.
•Verwijder elke pagina zodra de pagina uit de printer komt en l aat de pagina's drogen voordat
u ze op elkaar legt.
Transparanten of foto's bevatten witte lijnen
•Controleer of u het papier juist hebt geplaatst, met de afdrukzijde naar boven, en of u de
juiste instellingen hebt opgegeven in de printersoftwa re. Zie “Transparanten afdrukken” op
pagina 34 of “Foto's afdrukk en” op pagina 11 voor meer informatie.
•Stel een hogere afdrukkwaliteit in, bijvoorbeeld Beter of Best.
•Reinig de spuitopeningen van de inktcartridges en de contactpunten. Zie “Afdrukkwaliteit
verbeteren” op pagina 46 voor meer informatie.
Problemen met speciaal papier oplossen
61
Page 62
Kennisgevingen
Kennisgevingen over elektronische emissie
Conformiteit met de richtlijnen van de FCC (Federal Commun ic a tions Commission)
De Lexmark Z600 Series Color Jetprinter, type 4126-001 is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat van Klasse B,
conform Deel 15 van de FCC-regels. De werking v an het apparaat moet v ol doen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag
geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet elk e ontv angen storing accepteren, inclusief storingen die een ongewenste
werking kunnen veroorzaken.
De FCC-voorschriften voor apparaten van Klasse B zijn ontworpen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen bij
gebruik op de werkplek. Deze apparaten genereren en gebruiken hoogfrequentie-energie en kunnen deze uitstralen. Als dergelijke
apparaten niet overeenkomstig de instructies worden geïnstalleerd, kunnen ze schadelijke stroringen in radiocommunicatie veroorzaken.
Er kan echter geen garantie worden gegeven dat deze apparaten in een bepaalde installatie storingsvrij zullen functioneren. Mochten er
schadelijke storingen optreden in radio- of televisieontvangst, hetgeen kan worden vastgesteld door een apparaat uit en weer in te
schakelen, dan kan de gebruiker proberen de storing te verhelpen door een of meer van de volgende maatregelen te nemen:
• verander de ontvangstantenne van richting of van plaats;
• vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger;
• sluit het apparaat aan op een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten;
• raadpleeg uw leverancier of servicevertegenwoordiger voor extra suggesties.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor radio- of televisiestoringen veroorzaakt door het gebruik van andere dan aanbevolen kabels of
door niet-geautoriseerde wijzigingen of aanpassingen van apparaten. Niet-geautoriseerde wijzigingen of aanpassingen kunnen het recht
van de gebruiker om deze apparaten te bedienen ongeldig maken.
Opmerking: gebruik een correct afgeschermde en geaarde kabel, bijvoorbeeld Lexmark artikelnummer 1329605 voor parallelle aansluiting
of 12A2405 voor USB-aansluiting, om er zeker van te zijn dat u handelt conform de FCC-voorschriften voor elektromagnetische storingen
voor een apparaat van Klasse B. Gebruik van een vervangende kabel die niet naar behoren afgeschermd en geaard is, kan een schending
betekenen van de FCC-voorschriften.
Vragen met betrekking tot deze verklaring kunt u richten aan:
Director of Lexmark Technology & Services
Lexmark International, Inc.
740 West New Circle Road
Lexington, KY 40550
(859) 232-3000
Industry Canada compliance statement
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
Avis de conformité aux normes de l'industrie du Cana da
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
Conformiteit met de richtlijnen van de Europese Gemeenschap
Dit product voldoet aan de veiligheidseisen die zijn omschreven in de Europese richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG aangaande het
harmoniseren van de wetten van de Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur
die is ontworpen voor gebruik binnen bepaalde voltagegrenzen.
Een verklaring van conformiteit met de eisen van de richtlijnen is getekend door de Director of Manufacturing and Technical Support,
Lexmark International, S.A., Boigny, Frankrijk.
Dit product voldoet aan de eisen voor apparaten van Klasse B, zoals omschreven in richtlijn EN 55022 en in de veiligheidseisen van
EN 60950.
62
Page 63
Japanese VCCI notice
The United Kingdom Telecommunications Act 1984
This apparatus is approved under the approval number NS/G/1234/J/100003 for the indi rect connections t o t he public telecommunications
systems in the United Kingdom.
63
Page 64
V erklarende w oor denlijst
aangepast papier. Papierformaat dat afwijkt van standaardformaten.
afdrukken in omgekeerde volgorde. Een softwareoptie van de printer waarmee u de laatste
pagina van het document eer st kunt afdrukken z odat de pagina' s op volgor de in de papieruitvoerlade
terecht komen.
afdrukwachtrij. De locatie op de server waar afdrukta ken in volgorde van verzending worden
opgeslagen voor afdrukken.
automatische papierinvoer (API). Een mechanisme waarmee het papier automatisch in de printer
wordt geplaatst.
automatische uitlijning. Een functie waarmee de inktcartridges automatisch worden uitgelijnd.
bannerpapier. Doorlopende vellen geperf oreerd inkjetpapier die geschikt zi jn v oor banners. Ook wel
kettingformulierpapier genoemd.
besturingssysteem. De software die basisfuncties bevat voor het besturen van de computer,
bijvoorbeeld Windows 98 of Macintosh OS X.
brochures. Meerdere pagina's die zijn afgedrukt, gevouwen en gebundeld tot een boekje.
bundel. Een groep pagina's van een brochure die zijn dubbelgevouwen en gestapeld zodat ze
kunnen worden ingebonden.
coated papier. Behandeld papier dat geschikt is voor afgedrukte afbeeldingen van hoge kwaliteit.
contactpunt cartridge. Het goudkleurige gedeelte op de inktcartridges dat de contactpunten van de
houder in de printer raakt.
dubbelzijdig afdrukken. Een softwareoptie van de printer waarmee u op beide zijden van een vel
papier kunt afdrukken.
etiket. Zelfklevend papier.
fotopapier. Behandeld papier dat geschikt is voor foto's.
glossy papier. Papier met één glanzende zijde dat geschikt is voor foto's.
64
Page 65
handmatig uitlijnen. Een functie van de printer waarmee u uitlijningswaarden voor inktcartridges
kunt selecteren.
hand-outs. Meerdere paginabeelden afgedrukt op één vel papier. Zie N per vel.
inbinden aan korte zijde. Een softwareoptie van de printer waarmee dubbelzijdig bedrukte pagina's
zodanig worden geplaatst dat ze aan de korte zijde van de pagina's kunnen worden ingebonden.
inbinden aan lange zijde. Een softwareoptie van de printer waarmee dubbelzijdig bedrukte
pagina's zodanig worden geplaatst dat ze aan de lange zijde van de pagina's kunnen worden
ingebonden.
inktcartridge. Het vervangbare onderdeel in de printer dat de inkt bevat.
kettingformulierpapier. Zie bannerpapier .
liggende afdrukstand. Afdrukstand waarbij de tekst parallel loopt aan de lange zijde v an het papier.
lijntekening. Een softwareoptie van de printer voor het afdrukken van eenvoudige lijntekeningen en
afbeeldingen.
marges. Het lege gebied tussen de afgedrukte tekst of afbeelding en de randen van een pagina.
N per vel. Een optie in de printersoftware waarmee u meerdere pagina's van een document op één
vel papier kunt afdrukken. Zo kunt u 4 per vel selecteren om verkleinde afbeeldingen van pagina 1
tot en met 4 op het eerste vel papier af te drukken, afbeeldingen van pagina 5 tot en met 8 op het
tweede vel, enzovoort.
natuurlijke kleuren. Een softwareoptie van de printer voor het afdrukk en van foto's en zeer
gedetailleerde afbeeldingen.
normaal papier. Papier geschikt voor het afdrukken van tekstdocument en.
omslaan naar bovenkant. Een softwareoptie van de printer waarmee dubbelzijdig bedrukte
pagina's zodanig worden geplaatst dat ze worden ingebonden als de pagina's in een notit ieblok.
omslaan naar zijkant. Een softwareoptie van de printer waarmee dubbelzijdig bedrukte pagina's
zodanig worden geplaatst dat ze worden ingebonden als de pagina's in een tijdschrift.
Optimalisatie via het web. Een functie waarmee u periodiek nieuwe versies kunt downloaden van
printersoftware die al op de computer is geïnstalleerd.
peer-to-peer-netwerk. Een lokaal netwerk (LAN) waarin alle computers toegang hebben tot
openbare bestanden op andere computers.
poster. Een afbeelding die is afgedrukt op meerdere vellen papier en die na samenvoeging een
vergrote versie van de originele afbeelding weergeeft.
65
Page 66
premiumpapier. Coated papier dat geschikt is voor rapporten of documenten met afbeeldingen.
printerpoort. Zie USB-poort.
printersoftware. (1) Het programma waarmee u instellingen kunt selecteren voor het aanpassen
van afdruktaken. (2) Het programma waarmee de computer met de printer kan communiceren.
printerstuurprogramma. Zie printersoftware.
programma. Software op de computer waarmee u een bepaalde taak kunt uitvoeren, zoals tekst
verwerken of foto's bewerken.
randapparaat. Elk extern apparaat dat is aangesloten op en bestuurd wordt door een computer .
software. Zie programma.
sorteren. Een optie in de printersoftware waarmee u een document van meerdere pagina's
automatisch in één keer kunt afdrukken voordat het volgende exemplaar van het document wordt
afgedrukt.
spiegelen. Een softwareoptie van de printer waarmee u een afbeelding kunt omkeren voor u deze
afdrukt.
spuitopeningen van de cartridges. Het goudkleurige gedeelte van de inktcartridge waarlangs de
inkt vloeit voordat deze op het papier komt tijdens het afdrukken.
staande afdrukstand. Afdrukstand waarbij de tekst parallel loopt aan de korte zijde van het papier.
standaardprinter. De printer die automatisch wordt gebruikt wanne er u afdruktaken naar de printer
verzendt.
standaardprinterinstellingen. Software-instellingen van de printer die in de fabriek zijn
gedefinieerd.
stuurprogramma. Zie printersoftware.
transparant. Doorzichtig afdrukmateriaal dat kan worden gebruikt op een overheadprojector.
uitlijningspagina. Een pagina met uitlijningspatronen die wordt uitgevoerd tijdens het uitlijnen van
de cartridges.
uitlijningswaarden. Nummers die overeenkomen met de patronen op de uitlijningspagina.
USB-kabel. Een lichtgewicht flexibele kabel waardoor de printer kan communiceren met de
computer . Via USB-kabels worden gegevens veel sneller verzonden dan via parallelle kabels.
66
Page 67
USB-poort. Een kleine, rechthoekige poort aan de achterzijde van de computer, waarop
randapparaten, zoa ls een printer, kunnen worden aangeslote n met een USB-kabel. Hierdoor kan de
computer snel communiceren met de printer.
verscherpen. Een softwareoptie van de printer waarmee u onscherp afgedrukte afbeeldingen
duidelijker kunt maken.
watermerk. Een lichte afbeelding of achtergrond tekst die op elke pagina van een document wo rdt
weergegeven.