Informatie over de printer..................................................................................................................................................5
Onderdelen van de printer...............................................................7
Onderdelen van de printer.................................................................................................................................................7
Printer voorbereiden voor faxen......................................................................................................................................9
Aansluiten op een antwoordapparaat .................................................................................................................................... 13
Rechtstreeks aansluiten op een wandaansluiting voor telefoons................................................................................ 14
Rechtstreeks aansluiten op een wandaansluiting voor telefoons in Duitsland....................................................... 15
Aansluiten op een computer met een modem ................................................................................................................... 16
Aansluiten op een telefoon......................................................................................................................................................... 17
Instellingen aanpassen om een fax te verzenden achter een PBX............................................................................... 18
Fax verzenden met de software ................................................................................................................................................ 24
Faxen verzenden met het bedieningspaneel....................................................................................................................... 24
Fax verzenden terwijl u een gesprek voert (Kiezen hoorn op haak)............................................................................ 25
Groepsfax verzenden op een opgegeven tijdstip .............................................................................................................. 25
Handmatig een fax ontvangen.................................................................................................................................................. 26
Code voor het handmatig beantwoorden van faxen opgeven..................................................................................... 26
Nummerweergave gebruiken vanaf het bedieningspaneel........................................................................................... 26
Nummerweergave gebruiken vanuit de software ............................................................................................................. 27
Faxen ontvangen met een antwoordapparaat.................................................................................................................... 28
Telefoonboek van het bedieningspaneel gebruiken ........................................................................................................ 29
Telefoonboek op de computer gebruiken ............................................................................................................................ 30
Instellingen aanpassen met het Faxconfiguratieprogramma ........................................................................................ 30
Informatie over het menu Faxen............................................................................................................................................... 33
Onjuiste taal wordt weergegeven op de display ................................................................................................................ 42
De aan/uit-knop brandt niet....................................................................................................................................................... 42
Software wordt niet geïnstalleerd ............................................................................................................................................ 43
Verwijder de software en installeer de software opnieuw .............................................................................................. 44
Problemen met faxen oplossen.....................................................................................................................................45
Er kunnen geen faxen worden verzonden of ontvangen ................................................................................................ 45
Faxen kunnen worden verzonden, maar kunnen niet worden ontvangen .............................................................. 47
Faxen kunnen worden ontvangen, maar kunnen niet worden verzonden .............................................................. 48
Printer ontvangt een lege fax..................................................................................................................................................... 49
Ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit............................................................................................................... 50
Gegevens van nummerweergave worden niet weergegeven ...................................................................................... 50
Fout met fax...................................................................................................................................................................................... 50
Faxmodus niet ondersteund ...................................................................................................................................................... 50
Fout met externe fax ..................................................................................................................................................................... 51
Fout met telefoonlijn..................................................................................................................................................................... 52
LET OP—KANS OP LETSEL: Gebruik alleen een telefoonsnoer (RJ-11) met een minimale draaddikte van 26 AWG
(American Wire Gauge) wanneer u dit product aansluit op het openbare telefoonnetwerk om het risico op brand
te verkleinen.
Informatie over de printer
Publicaties
PublicatieVoor
Handleiding Snelle installatieAanwijzingen voor de eerste installatie die bij de printer zijn geleverd.
Gedrukte handleiding Aan de slagAanvullende installatie-instructies die bij de printer zijn geleverd.
Opmerking: de gedrukte publicaties worden niet bij alle producten geleverd.
Elektronische gebruikershandleiding Volledige instructies voor het gebruik van de printer. De elektronische versie wordt
automatisch geïnstalleerd met de printersoftware.
Klantenondersteuning
BeschrijvingLocatie (Noord-Amerika)Locatie (rest van de wereld)
Opmerking: Telefoonnummers en
openingsuren kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd. Raadpleeg de gedrukte
garantieverklaring bij de printer voor de
recentste telefoonnummers.
Telefoonnummers en openingstijden
verschillen per land of regio.
Bezoek onze website op
www.lexmark.com. Selecteer een land
of regio en klik op de koppeling voor
klantenondersteuning.
Opmerking: raadpleeg de gedrukte
garantieverklaring bij de printer voor
meer informatie over contact opnemen
met Lexmark.
Inleiding
5
BeschrijvingLocatie (Noord-Amerika)Locatie (rest van de wereld)
Ondersteuning per e-mail
Bezoek voor ondersteuning per e-mail onze
website op: www.lexmark.com.
1 Klik op CUSTOMER SUPPORT.
2 Klik op Technical Support.
3 Selecteer de printerfamilie.
4 Selecteer het printermodel.
5 Klik in het gedeelte Support Tools op e-
Mail Support.
6 Vul het formulier in en klik op Submit
Request.
Ondersteuning per e-mail verschilt per
land of regio en is in bepaalde gevallen
niet beschikbaar.
Bezoek onze website op
www.lexmark.com. Selecteer een land
of regio en klik op de koppeling voor
klantenondersteuning.
Opmerking: raadpleeg de gedrukte
garantieverklaring bij de printer voor
meer informatie over contact opnemen
met Lexmark.
Beperkte garantie
BeschrijvingLocatie (V.S.)Locatie (rest van de wereld)
Beperkte garantieverklaring
Lexmark International, Inc. garandeert dat deze printer geen materiaalfouten of bewerkingsfouten bevat
gedurende een periode van 12
maanden vanaf de datum van
aankoop.
Raadpleeg de beperkte garantieverklaring
bij dit apparaat voor informatie over de
beperkingen en voorwaarden van deze
beperkte garantie, of lees de verklaring op
www.lexmark.com.
1 Klik op CUSTOMER SUPPORT.
2 Klik op Warranty Information.
De garantie-informatie verschilt
per land of regio. Raadpleeg de
gedrukte garantieverklaring bij de
printer voor meer informatie.
3 Klik in het gedeelte met de beperkte
garantie op Inkjet & All-In-One
Printers.
4 Blader door de webpagina om de garan-
tieverklaring door te nemen.
Noteer de volgende gegevens (deze vindt u op de bon en op de achterkant van de printer) en houd deze bij de hand
wanneer u contact met ons opneemt. We kunnen u dan sneller helpen.
• Typenummer van het apparaat
• Serienummer
• Aankoopdatum
• Winkel van aankoop
Inleiding
6
Onderdelen van de printer
Onderdelen van de printer
OnderdeelFunctie
PictBridge-poortEen digitale PictBridge-camera of flashstation aansluiten
1
op de printer.
Sleuven voor geheugenkaartEen geheugenkaart in de printer plaatsen.
2
BedieningspaneelDe printer bedienen.
3
4PapieruitvoerladeHet papier opvangen dat wordt uitgevoerd.
Automatische documentinvoer (ADI), papiergeleider Het papier recht houden wanneer het wordt ingevoerd in
5
de ADI.
Automatische documentinvoer (ADI)Kopiëren, scannen of faxen van documenten met
6
meerdere pagina's van het formaat A4, Letter of Legal.
7Automatische documentinvoer (ADI), uitvoerladePapier opvangen dat uit de ADI komt.
PapiergeleiderHet papier recht houden wanneer het wordt ingevoerd.
8
PapiersteunPlaats papier in de printer.
9
Automatische documentinvoer (ADI), papierstopper
10
• Papier tegenhouden dat uit de ADI komt.
• A4- en Legal-papier opvangen dat wordt uitgevoerd
uit de ADI.
GlasplaatEen item kopiëren, scannen, faxen of verwijderen.
11
12BovenklepToegang krijgen tot de glasplaat.
Onderdelen van de printer
7
OnderdeelFunctie
1ScannereenheidToegang krijgen tot de inktcartridges.
CartridgehouderEen inktcartridge installeren, vervangen of verwijderen.
2
3USB portDe printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel.
EXT-poortExtra apparaten, zoals een data-/faxmodem, telefoon of antwoordapparaat, aansluiten
4
op de printer.
Opmerking: verwijder de afdekplug uit de poort.
LINE-poortDe printer aansluiten op een werkende telefoonlijn om faxen te verzenden en
5
ontvangen. De printer moet zijn aangesloten op deze telefoonlijn om binnenkomende
faxen te ontvangen.
Opmerking: sluit geen extra apparaten aan op de LINE-poort en sluit geen DSL-modem
(digital subscriber line), ISDN-modem (integrated services digital network) of kabelmodem aan op de printer.
6Netvoedingsaansluiting Printer aansluiten op een voedingsbron.
Onderdelen van de printer
8
Faxinstellingen
Printer voorbereiden voor faxen
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit
tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer.
RJ11-adapter gebruiken
Land/regio
• Verenigd Koninkrijk
• Ierland
• Finland
• Noorwegen
• Denemarken
Als u de printer op een antwoordapparaat of ander telecommunicatieapparaat wilt aansluiten, gebruikt u de adapter
voor de telefoonlijn die in de doos bij de printer is geleverd.
1 Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op de Line-poort van de printer.
2 Sluit de adapter aan op de telefoonlijn die bij de printer is geleverd.
• Italië
• Zweden
• Nederland
• Frankrijk
• Portugal
Opmerking: De adapter voor het Verenigd Koninkrijk wordt weergegeven. Uw adapter ziet er mogelijk anders
uit, maar past in de telefooncontactdoos die op uw locatie wordt gebruikt.
3 Sluit de telefoonlijn van het gewenste telecommunicatieapparaat aan op het linkeraansluiting van de adapter.
Faxinstellingen
9
Als uw telecommunicatieapparaat een telefoonlijn met een Amerikaanse RJ11-aansluiting heeft, volgt u de
onderstaande stappen voor het aansluiten van het apparaat:
1 Verwijder de afdekplug uit de EXT-poort achter op de printer.
Opmerking: wanneer u deze afdekplug eenmaal hebt verwijderd, functioneren land- of regiospecifieke
apparaten die u op de aangegeven wijze via de adapter op de printer aansluit, niet correct.
2 Sluit uw telecommunicatieapparaat rechtstreeks aan op de EXT-poort achter op de printer.
Let op—Kans op beschadiging: raak de kabels of het aangegeven gedeelte van de printer niet aan wanneer
er een fax wordt verzonden of ontvangen.
Land/regio
• Saoedi-Arabië
• Verenigde Arabische Emiraten
• Egypte
• Bulgarije
• Tsjechië
• België
• Australië
• Zuid-Afrika
• Israël
• Hongarije
• Polen
• Roemenië
• Rusland
• Slovenië
• Spanje
• Turkije
• Griekenland
Faxinstellingen
10
U sluit als volgt een antwoordapparaat of andere telecommunicatieapparaten op de printer aan:
1 Verwijder de afdekplug uit de achterzijde van de printer.
Opmerking: wanneer u deze afdekplug eenmaal hebt verwijderd, functioneren land- of regiospecifieke
apparaten die u op de aangegeven wijze via de adapter op de printer aansluit, niet correct.
2 Sluit uw telecommunicatieapparaat rechtstreeks aan op de EXT-poort achter op de printer.
Let op—Kans op beschadiging: raak de kabels of het aangegeven gedeelte van de printer niet aan wanneer
er een fax wordt verzonden of ontvangen.
Land/regio
• Duitsland
• Oostenrijk
• Zwitserland
Faxinstellingen
11
In de EXT-poort aan de achterzijde van de printer bevindt zich een afdekplug. Deze afdekplug is nodig voor het
correct functioneren van de printer.
Opmerking: Verwijder de afdekplug niet. Als u deze verwijdert, functioneren andere telecommunicatieapparaten
in uw huis (zoals telefoons of antwoordapparaten) mogelijk niet.
Faxverbinding kiezen
U kunt de printer aansluiten op apparatuur zoals een telefoon, antwoordapparaat of computermodem. Zie
“Installatieproblemen oplossen” op pagina 42 als er problemen optreden.
Opmerking: De printer is een analoog apparaat dat het beste werkt als u het apparaat rechtstreeks aansluit op de
wandaansluiting. Andere apparaten (zoals een telefoon of antwoordapparaat) kunnen vervolgens worden
aangesloten op de printer. Dit wordt uitgelegd in de installatieprocedure. Wilt u een digitale verbinding zoals ISDN,
DSL of ADSL gebruiken, dan hebt u een apparaat van derden (bijvoorbeeld een DSL-filter) nodig.
De printer hoeft niet aangesloten te worden op een computer, maar u moet de printer aansluiten op een telefoonlijn
om faxen te verzenden en ontvangen.
U kunt de printer aansluiten op andere apparatuur. Gebruik de volgende tabel om te bepalen hoe u de printer het
beste kunt instellen.
ApparatuurVoordelenMeer informatie
• De printer
• Een telefoonsnoer
• De printer
• Een telefoon
• Twee telefoonsnoeren
• De printer
• Een telefoon
Faxen verzenden en ontvangen zonder een
computer te gebruiken.
• De faxlijn gebruiken als een normale
telefoonlijn.
• Faxen verzenden en ontvangen zonder een
computer te gebruiken.
Binnenkomende gesproken berichten en faxen
ontvangen.
“Rechtstreeks aansluiten op een wandaansluiting voor telefoons” op pagina 14
“Aansluiten op een telefoon” op
pagina 17
“Aansluiten op een antwoordapparaat” op
pagina 13
• Een antwoordapparaat
• Drie telefoonsnoeren
Faxinstellingen
12
ApparatuurVoordelenMeer informatie
• De printer
• Een telefoon
• Een computermodem
• Drie telefoonsnoeren
Faxen verzenden met de computer of de printer. “Aansluiten op een computer met een
modem” op pagina 16
Aansluiten op een antwoordapparaat
Sluit een antwoordapparaat aan op de printer als u gesproken berichten en faxen wilt ontvangen.
Opmerking: De installatieprocedures kunnen per land of regio verschillen. Zie het verwante onderwerp "RJ11adapter gebruiken" voor meer informatie over het aansluiten van de printer op telecommunicatieapparaten.
1 Controleer of u beschikt over het volgende:
• Een telefoon
• Een antwoordapparaat
• Drie telefoonsnoeren
• Een wandaansluiting voor telefoons
2 Sluit een telefoonsnoer aan op de LINE-poort van de printer en op een werkende wandaansluiting voor
telefoons.
3 Verwijder de afdekplug uit de EXT-poort van de printer.
Faxinstellingen
13
4 Sluit een tweede telefoonsnoer aan op de telefoon en het antwoordapparaat.
5 Sluit een derde telefoonsnoer aan op het antwoordapparaat en op de EXT-poort van de printer.
Rechtstreeks aansluiten op een wandaansluiting voor telefoons
Sluit de printer rechtstreeks aan op een wandaansluiting voor telefoons om faxen te verzenden of ontvangen zonder
gebruik te maken van een computer.
1 U hebt een telefoonsnoer en een wandaansluiting voor telefoons nodig.
2 Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op de LINE-poort van de printer.
3 Sluit het andere uiteinde van het telefoonsnoer aan op een werkende wandaansluiting voor telefoons.
Faxinstellingen
14
Rechtstreeks aansluiten op een wandaansluiting voor telefoons in
Duitsland
Sluit de printer rechtsreeks aan op een wandaansluiting voor telefoons om faxen te verzenden of ontvangen zonder
gebruik te maken van een computer.
1 Zorg dat u beschikt over een telefoonsnoer (geleverd bij het product) en wandaansluiting voor telefoons.
2 Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op de LINE-poort van de printer.
3 Sluit het andere uiteinde van het telefoonsnoer aan op de N-aansluiting van een werkende wandaansluiting voor
telefoons.
4 Als u dezelfde lijn wilt gebruiken voor communicatie via fax en telefoon, sluit u een tweede telefoonsnoer (niet
meegeleverd) aan op de telefoon en de F-aansluiting van een werkende wandaansluiting voor telefoons.
Faxinstellingen
15
5 Als u dezelfde lijn wilt gebruiken voor het opnemen van berichten op uw antwoordapparaat, sluit u een tweede
telefoonsnoer (niet meegeleverd) aan op het antwoordapparaat en de andere N-aanlsuiting van de
wandaansluiting voor telefoons.
Aansluiten op een computer met een modem
Sluit de printer aan op een computer met een modem om faxen te verzenden met de software.
Opmerking: De installatieprocedures kunnen per land of regio verschillen. Zie het verwante onderwerp "RJ11adapter gebruiken" voor meer informatie over het aansluiten van de printer op telecommunicatieapparaten.
1 Controleer of u beschikt over het volgende:
• Een telefoon
• Een computer met een modem
• Twee telefoonsnoeren
• Een wandaansluiting voor telefoons
2 Sluit een telefoonsnoer aan op de LINE-poort van de printer en op een werkende wandaansluiting voor
telefoons.
Faxinstellingen
16
3 Verwijder de afdekplug uit de EXT-poort van de printer.
4 Sluit een tweede telefoonsnoer aan op de computermodem en op de EXT-poort van de printer.
Aansluiten op een telefoon
Sluit een telefoon aan op de printer om de faxlijn te gebruiken als een gewone telefoonlijn. Plaats de printer
vervolgens bij de telefoon om kopieën te maken of faxen te verzenden of ontvangen zonder een computer.
Opmerking: De installatieprocedures kunnen per land of regio verschillen. Zie het verwante onderwerp "RJ11adapter gebruiken" voor meer informatie over het aansluiten van de printer op telecommunicatieapparaten.
1 Controleer of u beschikt over het volgende:
• Een telefoon
• Twee telefoonsnoeren
• Een wandaansluiting voor telefoons
2 Sluit een telefoonsnoer aan op de LINE-poort van de printer en op een werkende wandaansluiting voor
telefoons.
Faxinstellingen
17
3 Verwijder de afdekplug uit de EXT-poort van de printer.
4 Sluit het andere telefoonsnoer aan op een telefoon en op de EXT-poort van de printer.
Instellingen aanpassen om een fax te verzenden achter een PBX
Als de printer wordt gebruikt in een bedrijfs- of kantooromgeving, is het apparaat wellicht aangesloten op een PBXtelefoonsysteem (Private Branch Exchange). Bij het kiezen van faxnummers wacht de printer doorgaans tot de
kiestoon is herkend voordat het faxnummer wordt gekozen. Deze methode werkt mogelijk niet voor een PBXtelefoonsysteem als dit syst eem een kiestoon gebruikt die niet herkenbaar is voor de meeste faxapparaten. De functie
voor het kiezen van faxnummers achter een PBX kunt u gebruiken om de printer zo in te stellen dat niet wordt
gewacht tot de kiestoon herkend is voordat het faxnummer wordt gekozen.
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het gedeelte Instellingen van het welkomstvenster op Faxgeschiedenis en -instellingen.
3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4 Klik op de tab Bellen en verzenden.
5 Selecteer in het gedeelte Kiezen met de ingestelde soort telefoonlijn de optie Achter PBX in de keuzelijst
Kiesmethode.
6 Klik op OK om de instelling op te slaan.
Faxinstellingen
18
Digitale telefoondienst gebruiken
De faxmodem is een analoog apparaat. Bepaalde apparaten kunnen op de printer worden aangesloten zodat u
digitale telefoondiensten kunt gebruiken.
• Als u een ISDN-telefoondienst gebruikt, sluit u de printer aan op een analoge telefoonpoort (R-interfacepoort)
op een ISDN-adapter. Neem contact op met uw ISDN-leverancier voor meer informatie en om een Rinterfacepoort aan te vragen.
• Als u DSL gebr uikt, sluit u de printer aan op een DSL-filter of -router die ondersteuning biedt voor analo og gebruik.
Neem contact op met uw DSL-leverancier voor meer informatie.
• Als u een PBX-telefoondienst gebruikt, moet u de printer aansluiten op een analoge aansluiting op het PBX-
systeem. Is een dergelijke aansluiting niet beschikbaar, dan kunt u overwegen een analoge telefoonlijn voor het
faxapparaat te installeren. Zie het verwante onderwerp "Instellingen aanpassen om een fax te verzenden achter
een PBX" voor meer informatie over faxen als u een PBX-telefoondienst gebruikt.
Faxinstellingen
19
Fax gebruiken
ADIGlasplaat
De ADI gebruiken voor:
• A4- of Letter-documenten met meerdere pagina's.
• Legal-documenten.
Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne
voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Opmerking: als u de scaninstellingen wilt aanpassen:
• zie “Informatie over het menu Faxen” op pagina 33 om de instellingen via het bedieningspaneel aan te passen.
• zie “Instellingen aanpassen met het Faxconfiguratieprogramma” op pagina 30 om de instellingen via de
computer aan te passen.
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit
tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer.
Originele documenten op de glasplaat plaatsen
U kunt foto's, tekstdocumenten en artikelen uit tijdschriften, kranten en andere publicaties scannen en afdrukken.
U kunt een document scannen voor faxen.
1 Controleer of de computer en printer zijn ingeschakeld.
2 Open de bovenklep.
Fax gebruiken
20
3 Plaats het originele document of item met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de
glasplaat.
4 Sluit de bovenklep om te voorkomen dat er zwarte randen worden weergegeven op de gescande afbeelding.
Originele documenten in de automatische
documentinvoer plaatsen
U kunt maximaal 15 vellen van een origineel document in de automatische documentinvoer (ADI) plaatsen om ze
te scannen, te kopiëren of te faxen. U kunt papier van het formaat A4, Letter of Legal in de automatische
documentinvoer (ADI) plaatsen.
Opmerkingen:
• Gebruik alleen nieuw en ongekreukeld papier dat niet is omgekruld.
• Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit
tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
1 Als u papi er van het formaat A4 of Letter gebruikt, klap t u de papierstopper van de automatische documentinvoer
omhoog.
2 Pas de papiergeleider van de ADI-lade aan op de breedte van het originele document.
Fax gebruiken
21
3 Waaier het originele document los.
4 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenzijde naar voren in de ADI tot u
een pieptoon hoort.
Document geplaatst verschijnt op de display en het document wordt in de ADI gevoerd.
Opmerking: De functie Voorbeeld wordt niet ondersteund als u de automatische documentinvoer gebruikt.
Wanneer u de scanner gebruikt, kunt u één voorbeeldpagina per keer weergeven.
Fax gebruiken
22
Papiercapaciteit van de automatische documentinvoer (ADI)
Maximumaantal Aandachtspunten
15 vellen:
• Letter-papier
• A4-papier
• Legal-papier
• Pas de papiergeleider van de ADI-lade aan op de breedte van het originele document.
• Het originele document is met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenzijde naar voren in de
ADI geplaatst tot er een pieptoon werd weergegeven.
• Het papierformaat valt binnen de volgende afmetingen:
Breedte:
– 210,0 mm-215,9 mm
– 8,25 inch-8,5 inch
Lengte:
– 279,4 mm-355,6 mm
– 11,0 inch-14,0 inch
• U hebt het voorgedrukte materiaal goed laten drogen voordat u het in de automatische document-
invoer plaatst.
• Het papier is niet bedrukt met metaalhoudende inkt.
• U gebruikt geen papier met reliëfdruk.
Faxen verzenden
Faxnummer opgeven
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Geef een faxnummer op met:
Het tekstvakGeef een faxnummer op met het toetsenblok.
Opmerkingen:
• U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
• U kunt maximaal 64 cijfers gebruiken.
• Druk op Onderbreken/Opnieuw kiezen om een onderbreking van drie seconden
in te voegen in het nummer dat u opgeeft om te wachten op een buitenlijnen of om
verbinding te maken met een geautomatiseerd antwoordsysteem.
Snelkeuze of groepskeuze
a Druk op Telefoonboek.
b Geef een snelkeuzenummer of groepskeuzenummer op.
• Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste snelkeuzenummer of groepskeu-
zenummer wordt weergegeven.
• Geef met het toetsenblok het nummer van het snelkeuze-item (1-89) of groeps-
keuze-item (90-99) op.
Opmerkingen:
• Zie voor informatie over het toevoegen van snelkeuze- of groepssnelkeuze-
items met de computer “Snelkeuze instellen” op pagina 39.
• Zie voor informatie over het toevoegen van snelkeuze- of groepssnelkeuze-
items met het bedieningspaneel “Telefoonboek gebruiken” op pagina 29.
Fax gebruiken
23
3 Verzend als volgt een fax naar een groep ontvangers (groepsfax):
a Druk op .
b Herhaal stap 2 met een van de voorgaande methoden tot u maximaal 30 faxnummers hebt opgegeven.
Fax verzenden met de software
U kunt met de software een document naar de computer scannen en het document naar iemand faxen.
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer (ADI).
2 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
3 Klik in het rechterdeelvenster van het welkomstvenster op Faxen.
4 Selecteer de optie Document.
5 Klik op Start.
6 Geef de gegevens van de ontvanger op en klik op Volgende.
Opmerking: een faxnummer kan maximaal 64 cijfers, komma's, punten, spaties en/of de volgende symbolen
bevatten: * # + - ( ).
7 Geef de gegevens voor het voorblad op en klik op Volgende.
8 Als u nog andere documenten wilt verzenden met de fax, voegt u deze nu toe en klikt u op Volgende.
9 U verzendt als volgt uw fax:
• Meteen: selecteer de optie Nu verzenden.
• Op een opgegeven tijdstip:
a Selecteer de optie Verzenden uitstellen tot.
b Stel een datum en tijd in.
10 Als u een papieren kopie wilt hebben van uw fax, selecteert u Kopie van de fax afdrukken.
11 Klik op Verzenden.
Faxen verzenden met het bedieningspaneel
1 Controleer of de printer is ingeschakeld.
2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, tran sparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoal s
knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
3 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
4 Voer een faxnummer in of druk op Telefoonboek om een nummer te selecteren in de snelkeuzelijst of
groepskeuzelijst. Zie voor meer informatie “Faxnummer opgeven” op pagina 23.
Opmerking: als u de snelkeuzefunctie wilt instellen, zie “Snelkeuze instellen” op pagina 39.
5 Verzend als volgt een fax naar een groep ontvangers (groepsfax):
a Druk op .
b Herhaal stap 4 en druk op tot u maximaal 30 faxnummers hebt opgegeven.
6 Druk op Kleur of Zwart.
Fax gebruiken
24
Fax verzenden terwijl u een gesprek voert (Kiezen hoorn op haak)
De functie voor handmatig kiezen kunt u gebruiken om een telefoonnummer te kiezen terwijl u naar een gesprek
luistert via een luidspreker op de printer. Deze functie is handig als u een geautomatiseerd antwoordsysteem moet
doorlopen of een telefoonkaartnummer moet opgeven voor u een fax kunt verzenden.
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Kzn hrn op haak wordt weergegeven en druk op . U hoort nu de kiestoon
van de telefoon.
4 Voer een faxnummer in. Zie het verwante onderwerp Faxnummers opgeven voor meer informatie.
Opmerking: gebruik het toetsenblok om een geautomatiseerd antwoordsysteem te doorlopen.
5 Druk op Kleur of Zwart.
Groepsfax verzenden op een opgegeven tijdstip
U kunt een fax naar dertig personen of groepen tegelijkertijd verzenden.
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, tran sparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoal s
knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
2 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot Fax uitstellen wordt weergegeven.
5 Druk op .
6 Druk herhaaldelijk op of tot Uitstellen tot wordt weergegeven.
7 Druk op .
8 Geef de tijd op waarop u de fax wilt verzenden.
9 Druk op .
10 Als de 24-uurs notatie niet is ingesteld op de printer, drukt u herhaaldelijk u of om a.m. of p.m. te selecteren.
11 Druk op om de instellingen op te slaan.
12 Voer een faxnummer in of druk op Telefoonboek om een nummer te selecteren in de snelkeuzelijst of
groepskeuzelijst. Zie voor meer informatie “Faxnummer opgeven” op pagina 23.
13 Herhaal zo nodig stap 12 en druk op tot u maximaal 30 faxnummers hebt opgegeven.
14 Druk op Kleur of Zwart.
Opmerking: De faxnummers worden op het ingestelde tijdstip gekozen en de fax wordt verzonden naar alle
opgegeven faxnummers. Als een fax niet kan worden verzonden naar bepaalde nummers, wordt voor die nummers
een nieuwe poging gedaan.
Fax gebruiken
25
Faxen ontvangen
Handmatig een fax ontvangen
1 Controleer of het lampje Automatisch beantwoorden niet brandt.
2 U kunt als volgt een fax ontvangen als u geen code voor handmatig beantwoorden hebt ingesteld:
• Druk op Kleur of Zwart.
of
• Druk op * 9 * op de telefoon wanneer u opneemt en faxtonen hoort.
3 Als u een fax wilt ontvangen wanneer u een code voor handmatig beantwoorden hebt opgegeven, voert u de
code in op de telefoon nadat u deze hebt opgenomen en faxtonen hoort.
Opmerking: Zie het verwante onderwerp Code voor het hand,atig beantwoorden van faxen opgeven voor meer
informatie over het instellen van een handmatige antwoordcode.
4 Leg de hoorn op de haak. De printer ontvangt de fax.
Code voor het handmatig beantwoorden van faxen opgeven
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het gedeelte Instellingen in het linkerdeelvenster van het welkomstvenster op Instellen en faxen
beheren.
3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4 Klik op de tab Bellen en antwoorden.
5 Selecteer in het gedeelte Beantwoorden met de ingestelde soort telefoonlijn de code die u wilt gebruiken.
Opmerking: de code kan maximaal zeven cijfers, komma's, punten en/of de volgende symbolen bevatten: * #
+ - ( ).
6 Klik op OK om de instelling op te slaan.
Nummerweergave gebruiken vanaf het bedieningspaneel
Nummerweergave is een dienst die door bepaalde telefoonbedrijven wordt geleverd, waarmee het telefoonnummer
(en mogelijk de naam) van de beller wordt herkend. Als u op de dienst bent geabonneerd, kunt u deze gebruiken
met de printer. Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt op de display het telefoonnummer van de persoon die u de
fax heeft gestuurd.
Opmerking: nummerweergave is alleen beschikbaar in sommige landen.
De printer ondersteunt twee soorten nummerweergave: Patroon 1 (FSK) en Patroon 2 (DTMF). Afhankelijk van het
land of de regio waar u woont en de telecomaanbieder die u gebruikt, moet u mogelijk overschakelen naar een ander
patroon om nummerweergave te activeren.
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk herhaaldelijk op of tot Extra verschijnt.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot App.instlng wordt weergegeven.
Fax gebruiken
26
5 Druk op .
6 Druk herhaaldelijk op of tot Patroon nummerweergave verschijnt.
7 Druk op .
8 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
9 Druk op om de instelling op te slaan.
Nummerweergave gebruiken vanuit de software
Nummerweergave is een dienst die door bepaalde telefoonbedrijven wordt geleverd, waarmee het telefoonnummer
of de naam van de beller wordt herkend. Als u op de dienst bent geabonneerd, kunt u deze gebruiken met de printer.
Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt op de display het telefoonnummer of de naam van de persoon die u de fax
heeft gestuurd.
Opmerkingen:
• Nummerweergave is alleen in bepaalde landen en regio's beschikbaar.
• Het aantal patronen wordt bepaald door de land- of regio-instellingen en alleen het aantal patronen dat is
opgegeven voor het geselecteerde land of de regio wordt weergegeven.
De printer ondersteunt twee soorten nummerweergave: Patroon 1 (FSK) en Patroon 2 (DTMF). Afhankelijk van het
land of de regio waar u woont en de telecomaanbieder die u gebruikt, moet u mogelijk overschakelen naar een ander
patroon om nummerweergave te activeren.
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het gedeelte Instellingen van het welkomstvenster op Faxgeschiedenis en -instellingen.
3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4 Klik op de tab Bellen en antwoorden.
5 Selecteer in het gedeelte Beantwoorden met de ingestelde soort telefoonlijn het gewenste signaal in de keuzelijst
Patroon nummerweergave.
6 Klik op OK om de instelling op te slaan.
Faxen automatisch ontvangen
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het gedeelte Instellingen in het linkerdeelvenster van het welkomstvenster op Instellen en faxen
beheren.
3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4 Klik op de tab Bellen en antwoorden.
5 Selecteer in het gedeelte Binnenkomende oproepen automatisch als fax beantwoorden de optie Aan in de
keuzelijst Automatisch beantwoorden.
6 Als u de functie Automatisch beantwoorden volgens een tijdschema wilt in- en uitschakelen, selecteert u de
instellingen in de keuzelijsten.
Fax gebruiken
27
7 Als u het aantal belsignalen wilt instellen waarna de printer de faxen automatisch ontvangt, selecteert u een
instelling in de keuzelijst Opnemen na in het gedeelte Beantwoorden met de ingestelde soort telefoonlijn.
8 Klik op OK om de instellingen op te slaan.
Faxen ontvangen met een antwoordapparaat
Opmerking: zie voor de juiste installatie van de apparatuur het verwante onderwerp “Aansluiten op een
antwoordapparaat” op pagina 13.
U kunt als volgt faxen ontvangen terwijl een antwoordapparaat is aangesloten op de printer:
1 Controleer of Automatisch beantwoorden is ingesteld.
Opmerking: een telefoonhoorn met het woord FAX eronder wordt in de linkerbovenhoek van de display
weergegeven wanneer Automatisch beantwoorden is ingesteld.
2 Controleer of u hebt ingesteld hoe vaak de telefoon moet overgaan een fax automatisch wordt ontvangen. Zie
voor meer informatie “Aantal belsignalen instellen voordat een fax automatisch wordt ontvangen” op
pagina 39
Als er wordt gebeld, wordt het gesprek aangenomen door het antwoordapparaat.
• Als er een fax wordt vastgesteld, wordt deze door de printer ontvangen en wordt de verbinding verbroken.
• Als de printer geen fax herkent, ontvangt het antwoordapparaat het gesprek.
3 Stel het antwoordapparaat in om binnenkomende gesprekken te beantwoorden voordat de printer dit doet.
Stelt u voor het antwoordapparaat bijvoorbeeld in dat gesprekken na drie belsignalen worden beantwoord, dan
moet u de printer instellen op vijf belsignalen.
Faxen doorsturen
De functie voor het doorsturen van faxen kunt u gebruiken om faxen te ontvangen wanneer u zich niet in de buurt
van de printer bevindt. Er zijn drie instellingen beschikbaar voor het doorsturen van faxen:
• Uit: (standaardinstelling).
• Doorsturen: de fax wordt doorgestuurd naar het opgegeven faxnummer.
• Afdrukken en doorsturen: de fax wordt afgedrukt en vervolgens verzonden naar het opgegeven faxnummer.
U stelt als volgt het doorsturen van faxen in:
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het gedeelte Instellingen in het linkerdeelvenster van het welkomstvenster op Instellen en faxen
beheren.
3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4 Klik op de tab Bellen en antwoorden.
5 Selecteer in het gedeelte Ontvangen faxen doorsturen naar een ander nummer de gewenste instelling in de
keuzelijst Fax doorsturen.
6 Geef het nummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen.
Fax gebruiken
28
Opmerkingen:
• U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
• Een faxnummer kan uit maximaal 64 cijfers, komma's, punten en/of de volgende symbolen bestaan: * # + -
( ).
7 Klik op OK om de instelling op te slaan.
Telefoonboek gebruiken
Telefoonboek van het bedieningspaneel gebruiken
Het telefoonboek van het bedieningspaneel is een lijst met snelkeuze-items (1-89) en groepskeuze-items (90-99).
U opent als volgt een item in het menu Telefoonboek:
1 Druk op het bedieningspaneel op Telefoonboek.
2 Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste item verschijnt.
of
Geef met het toetsenblok het nummer van het snelkeuze-item of groepskeuze-item op.
U opent als volgt het menu Telefoonboek:
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Telefoonboek wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
6 Druk op en volg de aanwijzingen op de display.
OptieHandeling
Weergeven Telefoonboekitems weergeven.
ToevoegenEen nieuw snelkeuze-item of groepskeuze-item maken.
Verwijderen Een snelkeuze-item of groepskeuze-item verwijderen.
AanpassenEen snelkeuze-item of groepskeuze-item bewerken.
AfdrukkenAlle snelkeuze-items en groepskeuze-items in het telefoonboek afdrukken.
Opmerking: zie voor meer informatie over het toevoegen van snelkeuze-items en groepskeuze-items aan het
telefoonboek “Snelkeuze instellen” op pagina 39.
Fax gebruiken
29
Telefoonboek op de computer gebruiken
Adresboeken in uw besturingssysteem worden weergegeven als telefoonboeken.
U opent als volgt een item in het menu Telefoonboek:
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het welkomstvenster op Faxgeschiedenis en -instellingen.
3 Klik in het menu Taken op Telefoonboek weergeven.
4 Als u het telefoonboek wilt aanpassen, selecteert u een optie, geeft u de nieuwe informatie op en klikt u op OK.
OptieHandeling
Nieuwe contactpersoonEen nieuwe vermelding in het telefoonboek maken.
Nieuwe groepEen nieuwe groep maken in het telefoonboek.
BewerkenEen item in het telefoonboek bewerken.
VerwijderenEen item uit het telefoonboek verwijderen.
Contactpersonen toevoegen aan de snelkeuzelijst Een telefoonboekitem toevoegen aan de snelkeuzelijst of groeps-
keuzelijst.
Opmerking: zie voor meer informatie over het instellen van meerdere snelkeuze- en groepskeuze-items “Snelkeuze
instellen” op pagina 39.
Faxinstellingen aanpassen
Instellingen aanpassen met het Faxconfiguratieprogramma
U kunt de faxinstellingen aanpassen in het Faxconfiguratieprogramma. Deze instellingen zijn van toepassing op alle
faxen die u verzendt of ontvangt.
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik op Faxgeschiedenis en -instellingen.
Het venster Lexmark Fax Solutions Software wordt geopend.
3 Klik op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
Fax gebruiken
30
Het volgende venster wordt geopend.
Fax gebruiken
31
4 Klik op elke tab en wijzig zo nodig de instellingen.
TabbladMogelijkheden
Bellen en verzenden
Bellen en antwoorden
• De kiesmethode voor uw telefoonlijn selecteren.
• Een voorvoegsel invoeren.
• Een belvolume selecteren.
• Uw naam en faxnummer opgeven.
Opmerkingen:
– U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
– U kunt maximaal 64 cijfers gebruiken.
• Instellen hoe vaak een nummer opnieuw moet worden gekozen als de fax niet kan
worden verzonden tijdens de eerste poging, en de wachttijd tussen die pogingen
instellen.
• Instellen of het hele document wordt gescand voordat het nummer wordt gekozen.
Opmerking: selecteer Na bellen als u een grote fax of een fax met meerdere
kleurenpagina's verzendt.
• De maximale verzendsnelheid en de afdrukkwaliteit voor uitgaande faxen selec-
teren.
• Op de regel Automatische faxconversie Aan selecteren om de instelling voor de
resolutie aan te passen aan de resolutie die is ingesteld op het ontvangende faxapparaat.
• Opties selecteren voor binnenkomende gesprekken.
• Opties voor automatisch beantwoorden selecteren.
• Selecteren of u een fax wilt doorsturen of wilt afdrukken en vervolgens wilt
doorsturen.
• Een faxnummer voor doorsturen opgeven.
• Geblokkeerde faxen beheren.
Faxen afdrukken/rapporten
• Een binnenkomende fax automatisch aanpassen aan het papierformaat of de fax op
twee vellen afdrukken.
• Bepalen of een voettekst (datum, tijd en paginanummer) moet worden afgedrukt
op elke pagina die u ontvangt.
• Een papierbron selecteren.
• Selecteren of er op beide zijden van het papier moet worden afgedrukt.
• Selecteren wanneer rapporten met faxgebeurtenissen en bevestigingen moeten
worden afgedrukt.
SnelkeuzeItems in de snelkeuzelijst, inclusief items in groepslijsten, maken, toevoegen, bewerken
of verwijderen.
VoorbladSelecteer uw faxvoorblad en -bericht en pas deze aan.
5 Klik op OK nadat u de instellingen hebt aangepast.
6 Sluit het Faxconfiguratieprogramma.
Fax gebruiken
32
Informatie over het menu Faxen
U kunt als volgt het menu Faxen openen en door het menu bladeren:
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
Het standaardvenster voor faxen wordt geopend.
2 Als u de instellingen niet wilt wijzigen, geeft u het faxnummer op en drukt u op Kleur of Zwart.
3 Druk op als u een instelling wilt aanpassen.
4 Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste menu-item wordt weergegeven.
5 Druk op .
6 Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste submenu-item of de gewenste instelling wordt weergegeven.
7 Druk op .
Opmerking: Als u op
sterretje (*) weergegeven.
drukt, wordt een instelling geselecteerd. Naast de geselecteerde instelling wordt een
8 Voor andere submenu's en instellingen herhaalt u stap 6 en stap 7.
9 Druk zo nodig herhaaldelijk op om terug te keren naar de vorige menu's en andere instellingen op te geven.
10 Druk op Kleur of Zwart.
OptieFunctie
Kwaliteit*De kwaliteit aanpassen van een fax die u wilt verzenden.
TelefoonboekNamen en faxnummers van personen of groepen toevoegen, bewerken en afdrukken.
Kiezen hoorn op haakKies een telefoonnummer terwijl u naar een gesprek luistert via een luidspreker op de
printer. Deze functie is handig als u een geautomatiseerd antwoordsysteem moet
doorlopen voor u een fax kunt verzenden.
Fax uitstellenEen tijd opgeven waarop een fax moet worden verzonden.
Opmerking: controleer of de datum en tijd juist zijn ingevoerd voordat u een tijd instelt
voor het verzenden van een fax.
Automatisch beantwoorden Alle binnenkomende gesprekken beantwoorden.
Lichter/donkerder*De helderheid aanpassen van een fax die u wilt verzenden.
Faxinstellingen
• Faxgeschiedenis of verzendstatusrapporten afdrukken.
• Instellingen aanpassen voor het ontvangen van een fax.
• Opties voor het afdrukken van faxen selecteren.
• Instellingen aanpassen voor het verzenden van een fax.
• Nummers opgeven voor faxen die u niet wilt ontvangen.
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het welkomstvenster op Faxgeschiedenis en -instellingen.
3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4 Klik op de tab Bellen en antwoorden.
5 Selecteer Aan in de keuzelijst Automatisch beantwoorden.
6 Klik op OK om de instelling op te slaan.
Het lampje Automatisch beantwoorden gaat branden op het bedieningspaneel. Als het aantal belsignalen dat u hebt
ingesteld is bereikt, wordt de fax automatisch ontvangen door de printer.
Koptekst voor faxen instellen
Tijdens de installatie van de printer wordt u gevraagd uw naam, het faxnummer, de datum en de tijd op te geven.
Deze informatie wordt gebruikt voor de koptekst van de faxen die u verzendt.
Ga als volgt te werk als u deze informatie nog niet hebt opgegeven:
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Bellen en verzenden verschijnt.
6 Druk op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot Naam op fax verschijnt.
8 Druk op .
9 Geef uw naam op met het toetsenblok.
Opmerking: u kunt maximaal 20 tekens opgeven.
10 Druk op om de instelling op te slaan.
11 Druk herhaaldelijk op of tot Faxnummer verschijnt.
12 Druk op .
Fax gebruiken
34
13 Geef het faxnummer op met het toetsenblok.
Opmerking: u kunt maximaal 64 nummers opgeven.
14 Druk op om de instelling op te slaan.
15 Druk twee keer op .
16 Druk herhaaldelijk op of tot Extra verschijnt.
17 Druk op .
18 Druk herhaaldelijk op of tot App.instlng wordt weergegeven.
19 Druk op .
20 Druk herhaaldelijk op of tot Datum/tijd verschijnt.
21 Druk op .
22 Geef de datum op met het toetsenblok.
23 Druk op .
24 Geef de tijd op met het toetsenblok.
25 Druk op .
26 Als de waarde voor het uur dat u opgeeft 12 of lager is, drukt u herhaaldelijk op of tot AM, PM of 24uur
verschijnt.
27 Druk op om de instelling op te slaan.
Voettekst voor faxen instellen
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Fax afdrukken wordt weergegeven.
6 Druk op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot Voettekst fax wordt weergegeven.
8 Druk op .
9 Druk herhaaldelijk op of tot Aan wordt weergegeven.
10 Druk op .
11 Tijdens de installatie van de printer wordt u gevraagd de datum en de tijd op te geven. Ga als volgt te werk als u
deze informatie nog niet hebt opgegeven:
a Druk twee keer op .
b Druk herhaaldelijk op of tot Extra verschijnt.
c Druk op .
d Druk herhaaldelijk op of tot App.instlng wordt weergegeven.
Fax gebruiken
35
e Druk op .
f Druk herhaaldelijk op of tot Datum/tijd verschijnt.
g Druk op .
h Geef de datum op met het toetsenblok.
i Druk op .
j Geef de tijd op met het toetsenblok.
k Druk op .
l Als de waarde voor het uur dat u opgeeft 12 of lager is, drukt u herhaaldelijk op of tot AM, PM of
24uur verschijnt.
m Druk op om de instelling op te slaan.
Ongewenste faxen blokkeren
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het linkerdeelvenster van het welkomstvenster op Faxen.
Fax Solutions Software wordt weergegeven.
3 Klik op Hulpmiddelen Voorkeuren en instellingen.
4 Klik op de tab Faxen ontvangen.
5 Schakel in het gedeelte Ongewenste faxen blokkeren het selectievakje in naast Blokkeren van faxen inschakelen.
6 Blokkeer desgewenst faxen van bepaalde telefoonnummers:
a Klik op Blokkeringslijst beheren.
b Klik op Nieuw.
c Geef in het veld Faxcode een telefoonnummer op en in het tekstvak Opmerkingen de bijbehorende
contactpersoon.
Opmerkingen:
• U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
• Een faxnummer kan uit maximaal 64 cijfers, komma's, punten en/of de volgende symbolen bestaan: * #
+ - ( ).
• U kunt faxen blokkeren voor maximaal 50 telefoonnummers.
7 Klik op OK om de instelling op te slaan.
Ongewenste wijzigingen van de faxinstellingen blokkeren
Met deze functie kunt u voorkomen dat netwerkgebruikers de faxinstellingen wijzigen.
1 Druk op het bedieningspaneel op Instellingen.
2 Druk herhaaldelijk op of tot App.instlng wordt weergegeven.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinst. van de host verschijnt.
5 Druk op .
Fax gebruiken
36
6 Druk op of tot Blokkeren verschijnt.
7 Druk op .
Fax Solutions Software gebruiken
Gebruik deze software om de instellingen aan te passen voor het verzenden en ontvangen van faxen. Wanneer u de
instellingen opslaat, worden deze toegepast op elke fax die u verzendt of ontvangt. U kunt deze software ook
gebruiken om de snelkeuzelijst te maken en te bewerken.
1 Gebruik een van de volgende manieren om het programma te openen:
Methode 1Methode 2
a Voer een van de volgende handelingen uit:
• Windows Vista: klik op .
• Windows XP en eerder: klik op Start.
b Klik op Programma's of Alle
programma's Lexmark X5400 Series.
c Klik op Faxoplossingen.
a Voer een van de volgende handelingen uit:
• Windows Vista: klik op .
• Windows XP en eerder: klik op Start.
b Klik op Programma's of Alle
programma's Lexmark X5400 Series.
c Klik op Lexmark Productivity Studio.
Het venster Lexmark Productivity Studio verschijnt.
d Klik op het pictogram Faxen.
2 Als de Fax Solutions Software verschijnt zoals weergegeven, kunt u de volgende handelingen uitvoeren in het
menu Taken:
• Faxen verzenden.
• De snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
• Het telefoonboek weergeven en gebruiken zodat u nieuwe contactpersonen of groepen kunt toevoegen,
contactpersonen of groepen kunt bewerken of verwijderen, en contactpersonen of groepen kunt toevoegen
aan de snelkeuzelijst.
• Voorbeelden van voorbladen weergeven waar u uit kunt kiezen. U kunt ook uw bedrijfslogo toevoegen aan
een voobeeldblad.
3 Als u een item in het menu Taken wilt openen, klikt u op het item.
Fax gebruiken
37
4 Klik zo nodig op de werkbalkitems voor de volgende handelingen:
Klik op Handeling
Faxen
Extra
HelpInformatie zoeken over faxen, faxinstellingen, enzovoort.
Zie voor meer informatie over het wijzigen van de faxinstellingen “Instellingen aanpassen met het
Faxconfiguratieprogramma” op pagina 30
• Faxen verzenden.
• Faxen doorsturen.
• Faxen weergeven, afdrukken of aanpassen.
• Faxen verwijderen.
• Faxen nogmaals proberen te verzenden.
• Het telefoonboek weergeven en gebruiken.
• Verschillende voorbeelden van voorbladen weergeven waaruit u kunt kiezen.
• Faxgeschiedenis weergeven.
• Softwarevoorkeuren wijzigen voor faxlijsten.
• Faxinstellingen aanpassen.
5 Klik op OK na het wijzigen van de instellingen.
6 Sluit de Fax Solutions Software.
Kiesvoorvoegsel instellen
U kunt een kiesvoorvoegsel toevoegen aan het begin van elk nummer dat u kiest. Het kiesvoorvoegsel kan maximaal
acht cijfers, komma's, punten en/of de volgende symbolen bevatten: * # + - ( ).
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het gedeelte Instellingen in het linkerdeelvenster van het welkomstvenster op Instellen en faxen
beheren.
3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4 Klik op de tab Bellen en verzenden.
5 Geef het kiesvoorvoegsel op dat voorafgaand aan elk telefoonnummer moet worden gekozen.
6 Klik op OK om de instelling op te slaan.
Speciaal belsignaal instellen
Speciaal belsignaal is een dienst die door bepaalde telefoonbedrijven wordt geleverd waarmee meerdere
telefoonnummers kunnen worden toegewezen aan één telefoonlijn. Als u geabonneerd bent op deze dienst, kunt
u de printer programmeren met een telefoonnummer en speciaal belsignaal voor binnenkomende faxen.
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het gedeelte Instellingen in het linkerdeelvenster van het welkomstvenster op Instellen en faxen
beheren.
3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4 Klik op de tab Bellen en antwoorden.
Fax gebruiken
38
5 Selecteer in het gedeelte Beantwoorden met de ingestelde soort telefoonlijn de gewenste instelling in de
keuzelijst Speciaal belsignaal.
6 Klik op OK om de instelling op te slaan.
Aantal belsignalen instellen voordat een fax automatisch wordt
ontvangen
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het welkomstvenster op Faxgeschiedenis en -instellingen.
3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4 Klik op de tab Bellen en antwoorden.
5 Selecteer de gewenste instelling in de keuzelijst Opnemen na.
6 Selecteer Aan in de keuzelijst Automatisch beantwoorden.
7 Klik op OK om de instelling op te slaan.
Het lampje Automatisch beantwoorden gaat branden op het bedieningspaneel. Als het aantal belsignalen dat u hebt
ingesteld is bereikt, wordt de fax automatisch ontvangen door de printer.
Snelkeuze instellen
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het gedeelte Instellingen van het welkomstvenster op Faxgeschiedenis en -instellingen.
3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4 Klik op de tab Snelkeuze.
5 U voegt als volgt een nieuw faxnummer toe aan de snelkeuzelijst:
a Klik op de eerste lege regel van de lijst.
b Voer een faxnummer in.
c Plaats de cursor in het veld Contactpersoon.
d Voer een naam van een contactpersoon in.
e Geef desgewenst faxnummers op op regels 2-89 waarbij u de bovenstaande stappen volgt.
6 U voegt als volgt een faxgroep toe:
a Blader naar beneden en klik op regel 90.
Er verschijnt een nieuw invoervak.
b Klik op de eerste lege regel van de lijst.
c Voer maximaal 30 faxnummers in voor de groep.
d Plaats de cursor in het veld Contactpersoon.
e Voer een naam van een contactpersoon in.
f Herhaal deze stappen om desgewenst extra groepen toe te voegen op regels 91–99.
7 Klik op OK om de vermeldingen op te slaan.
Fax gebruiken
39
Opmerkingen:
• U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
• Een faxnummer kan uit maximaal 64 cijfers, komma's, punten, spaties en/of de volgende symbolen bestaan: * #
+ - ( ).
Rapporten met faxgebeurtenissen afdrukken
1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
2 Klik in het linkerdeelvenster van het welkomstvenster op Faxen.
Fax Solutions Software wordt weergegeven.
3 Klik op Hulpmiddelen Rapport maken.
4 Selecteer in de keuzelijst Weergeven Verzonden en uitgaande faxen, Ontvangen of Binnenkomende faxen.
5 Kies een datumbereik.
6 Klik op Afdrukken.
Fax gebruiken
40
Cartridges bestellen
Cartridges bestellen
Lexmark X5400 Series modellen
ItemArtikelnummer Gemiddeld cartridgerendement voor normale
pagina's is maximaal
Zwarte inktcartridge28A175
Zwarte inktcartridge
Zwarte inktcartridge met hoog rendement 34500
Kleureninktcartridge29A150
Kleureninktcartridge
Kleureninktcartridge met hoog rendement 35475
Foto-inktcartridge31Niet van toepassing
1
Waarden op basis van doorlopend afdrukken. Vastgestelde rendementswaarde conform ISO/IEC 24711 (FDIS).
2
Retourneerprogramma voor cartridges met licentie
2
2
28175
29150
1
Cartridges bestellen
41
Problemen oplossen
Installatieproblemen oplossen
Onjuiste taal wordt weergegeven op de display
Dit zijn mogelijke oplossingen. Voer een van de volgende handelingen uit:
TAALWIJZIGENTIJDENSEERSTEINSTALLATIE
Nadat u een taal hebt geselecteerd, wordt Taal opnieuw weergegeven op de display. U wijzigt als volgt de
instelling:
1 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste taal wordt weergegeven op de display.
2 Druk op om de instelling op te slaan.
ANDERETAALINSTELLENNAEERSTEINSTALLATIE
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Kopiëren.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Extra verschijnt.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot App.instlng wordt weergegeven.
6 Druk op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot Taal verschijnt.
8 Druk op .
9 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste taal wordt weergegeven op de display.
10 Druk op om de instelling op te slaan.
De aan/uit-knop brandt niet
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
DRUKOPDEAAN/UIT-KNOP
Zorg dat de printer is ingeschakeld door op te drukken.
Problemen oplossen
42
MAAKHETNETSNOERLOSENSLUITHETSNOEROPNIEUWAAN
1 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak het netsnoer los van de printer.
2 Sluit het netsnoer stevig aan op de netvoedingsaansluiting op de printer.
3 Sluit de printer aan op een stopcontact dat eerder voor andere elektrische apparaten is gebruikt.
4 Druk op als het lampje niet brandt.
Software wordt niet geïnstalleerd
Dit zijn mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
CONTROLEERHETBESTURINGSSYSTEEM
De volgende besturingssystemen worden ondersteund: Windows Vista, Windows XP, Windows 2000 en Mac OS
X.
Opmerking: Windows 2000-gebruikers moeten Service Pack 3 of later gebruiken.
CONTROLEERUWSYSTEEMVEREISTEN
Controleer of de computer voldoet aan de minimumvereisten die op de printerdoos worden vermeld.
CONTROLEERDE USB-AANSLUITING
1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd.
2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer.
3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
De USB-poort wordt aangegeven met het USB-symbool
.
INSTALLEERDESOFTWAREOPNIEUW
1 Zet de computer uit en start deze opnieuw op.
2 Klik op Annuleren in alle vensters van de wizard Nieuwe hardware gevonden.
3 Plaats de cd in de computer en volg de aanwijzingen op het scherm om de software opnieuw te installeren.
SLUITDENETVOEDINGOPNIEUWAAN
1 Druk op om de printer uit te zetten.
2 Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
Problemen oplossen
43
3 Maak de netvoeding voorzichtig los van de printer.
4 Sluit de netvoeding weer aan op de printer.
5 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
6 Druk op om de printer aan te zetten.
SCHAKELALLEANTIVIRUSPROGRAMMA'SUIT.
1 Sluit alle geopende toepassingen.
2 Schakel alle antivirustoepassingen uit.
3 Dubbelklik op het pictogram Deze computer.
Klik in Windows XP op Start om het pictogram Deze computer weer te geven.
4 Dubbelklik op het pictogram van het cd-rom-station.
5 Dubbelklik zo nodig op setup.exe.
6 Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te installeren.
VERWIJDERDESOFTWAREENINSTALLEERDESOFTWAREOPNIEUW
Verwijder de printersoftware en installeer de software opnieuw. Zie voor meer informatie “Verwijder de software
en installeer de software opnieuw” op pagina 44.
Verwijder de software en installeer de software opnieuw
Als de printer niet juist werkt of als er een foutbericht over communicatie wordt weergegeven wanneer u de printer
gebruikt, moet u wellicht de printersoftware verwijderen en opnieuw installeren.
1 Klik op Programma's of Alle programma's Lexmark X5400 Series.
2 Kies Installatie ongedaan maken.
3 Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te verwijderen.
4 Start de computer opnieuw op voordat u de printersoftware weer installeert.
5 Klik op Annuleren in alle vensters van de wizard Nieuwe hardware gevonden.
6 Plaats de cd-rom in de computer en volg de aanwijzingen op het scherm om de software opnieuw te installeren.
Opmerking: als het installatievenster niet automatisch wordt weergegeven wanneer u de computer opnieuw
hebt opgestart, klikt u op Starten Uitvoeren en typ D:\setup, waarbij D de letter van het cd-rom-station is.
Als de software nog steeds niet correct kan worden geïnstalleerd, bezoekt u onze website op www.lexmark.com
om te controleren of er nieuwe versies van de software beschikbaar zijn.
1 Selecteer uw land of regio (tenzij u in de Verenigde Staten woont).
2 Klik op de koppeling voor stuurprogramma's of voor downloads.
3 Selecteer de printerfamilie.
4 Selecteer het printermodel.
Problemen oplossen
44
5 Selecteer het besturingssysteem.
6 Selecteer het bestand dat u wilt downloaden en volg de aanwijzingen op het scherm.
Problemen met faxen oplossen
Er kunnen geen faxen worden verzonden of ontvangen
Dit zijn mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
CONTROLEERDEBERICHTEN
Als er een foutbericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen op de display.
CONTROLEEROFDEPRINTERISINGESCHAKELD
Zie als het lampje niet brandt “De aan/uit-knop brandt niet” op pagina 42.
CONTROLEERDEKABELVERBINDINGEN
Controleer indien van toepassing of de volgende hardwareonderdelen stevig zijn aangesloten:
• Netvoeding
• Telefoon
• Hoorn
• Antwoordapparaat
CONTROLEERDEWANDAANSLUITINGVOORTELEFOONS
1 Sluit een telefoon aan op de wandaansluiting.
2 Luister of u een kiestoon hoort.
3 Als u geen kiestoon hoort, sluit u een andere telefoon aan op de wandaansluiting.
4 Als u nog steeds geen kiestoon hoort, sluit u de telefoon aan op een andere wandaansluiting.
5 Als u een kiestoon hoort, sluit u de printer aan op die wandaansluiting.
De faxmodem is een analoog apparaat. Bepaalde apparaten kunnen op de printer worden aangesloten zodat u
digitale telefoondiensten kunt gebruiken.
• Als u een ISDN-telefoondienst gebruikt, sluit u de printer aan op een analoge telefoonpoort (R-interfacepoort)
op een ISDN-adapter. Neem contact op met uw ISDN-leverancier voor meer informatie en om een Rinterfacepoort aan te vragen.
• Als u DSL gebruikt, sluit u de printer aan op een DSL-filter of -router die ondersteuning biedt voor analoog
gebruik. Neem contact op met uw DSL-leverancier voor meer informatie.
Problemen oplossen
45
• Als u een PBX-telefoondienst gebruikt, moet u de printer aansluiten op een analoge aansluiting op het PBX-
systeem. Is een dergelijke aansluiting niet beschikbaar, dan kunt u overwegen een analoge telefoonlijn voor
het faxapparaat te installeren. Zie voor meer informatie over het verzenden van faxen via een PBXtelefoondienst “Instellingen aanpassen om een fax te verzenden achter een PBX” op pagina 18.
CONTROLEEROFEREENKIESTOONIS
• Bel het nummer waarnaar u de fax wilt verzenden om te controleren of het nummer werkt.
• Als de telefoonlijn door een ander apparaat wordt gebruikt, wacht u tot het andere apparaat klaar is voor u
een fax verzendt.
• Als u de functie Kiezen hoor n op haak gebru ikt, zet u het volume h oger om een kiestoon te kunnen waarnemen.
MAAKANDEREAPPARATENTIJDELIJKLOS
Sluit de printer rechtstreeks aan op de telefoonlijn om te controleren of de printer correct functioneert. Verwijder
eventuele antwoordapparaten, computers met modems of telefoonlijnsplitters.
CONTROLEEROFERPAPIERISVASTGELOPEN
Controleer of er papier is vastgelopen en verwijder zo nodig het vastgelopen papier.
SCHAKELDEWISSELGESPREKFUNCTIETIJDELIJKUIT
Het verzenden van faxen wordt mogelijk onderbroken als de wisselgesprekfunctie is ingeschakeld. Schakel deze
functie uit voor u een fax verzendt of ontvangt. Neem contact op met het telefoonbedrijf voor de toetsenblokcode
waarmee u deze functie tijdelijk kunt uitschakelen.
HEBTUEENVOICEMAILDIENST?
De voicemailfunctie die mogelijk wordt aangeboden via uw plaatselijke telefoonbedrijf, kan het verzenden en
ontvangen van faxen verstoren. U kunt als volgt de voicemailfunctie en de printer gebruiken om gesprekken te
beantwoorden:
• Zie “Speciaal belsignaal instellen” op pagina 38. U kunt kiezen uit een aantal instellingen, waaronder Eén keer,
Twee keer, Drie keer en Altijd.
• Ga na of u een tweede telefoonlijn voor de printer moet gebruiken.
CONTROLEERDELANDCODE
Controleer als volgt of de juiste landcode is ingesteld voor het land of de regio waar u de printer gebruikt:
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Extra verschijnt.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot App.instlng wordt weergegeven.
6 Druk op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot Landcode verschijnt.
Problemen oplossen
46
8 Druk op .
9 Druk herhaaldelijk op of tot het land of de regio wordt weergegeven waar u de printer gebruikt.
10 Druk op om de instelling op te slaan.
ISUWPRINTERGEHEUGENVOL?
Wijzig de instelling in Scannen na bellen.
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Bellen en verzenden verschijnt.
6 Druk op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot Scannen wordt weergegeven.
8 Druk op .
9 Druk herhaaldelijk op of tot Na bellen wordt weergegeven.
10 Druk op .
Faxen kunnen worden verzonden, maar kunnen niet worden
ontvangen
Dit zijn mogelijke oorzaken en oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
PLAATSPAPIERINDEPRINTER
Plaats papier in de printer om faxen af te drukken die op de printer zijn opgeslagen.
De printer ondersteunt twee soorten nummerweergave: Patroon 1 (FSK) en Patroon 2 (DTMF). Afhankelijk van het
land of de regio waar u woont en de telecomaanbieder die u gebruikt, moet u mogelijk overschakelen naar een
ander patroon om nummerweergave te activeren. Zie voor meer informatie “Nummerweergave gebruiken vanuit
de software” op pagina 27.
Fout met fax
De communicatie tussen de faxapparaten is verbroken.
Verzend de fax opnieuw. Mogelijk is de kwaliteit van de telefoonverbinding niet optimaal.
Faxmodus niet ondersteund
Het ontvangende faxapparaat is niet geschikt voor de fax die u wilt verzenden. Als het probleem wordt veroorzaakt
door:
• De scanresolutie, moet u een lagere resolutie gebruiken.
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Kwaliteit wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot een lagere afdrukkwaliteit wordt weergegeven.
6 Druk op .
• Papier van het formaat Legal, wijzigt u het papierformaat in A4.
Problemen oplossen
50
Fout met externe fax
Dit zijn mogelijke oorzaken en oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
CONTROLEERDETELEFOONLIJN
Verzend de fax opnieuw. Mogelijk is de kwaliteit van de telefoonverbinding niet optimaal.
VERLAAGDEVERZENDSNELHEID
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Bellen en verzenden verschijnt.
6 Druk op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot Maximale verzendsnelheid wordt weergegeven.
8 Druk op .
9 Druk herhaaldelijk op of tot een lagere snelheid wordt weergegeven.
10 Druk op .
Opmerkingen:
• Hoe lager de verzendsnelheid, des te langer het duurt om de fax te verzenden.
• Met deze oplossing worden alle faxen met een lagere snelheid verzonden tot u de verzendsnelheid
aanpast.
11 Verzend de fax opnieuw.
12 Als het probleem blijft aanhouden, herhaalt u de voorgaande stappen om de fax te verzenden met steeds
lagere verzendsnelheden.
Opmerking: 2400 bps is de laagste verzendsnelheid.
Telefoonlijn bezet
Dit zijn mogelijke oorzaken en oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
WIJZIGDEINSTELLINGENVOOROPNIEUWKIEZEN
Het nummer wordt drie keer opnieuw gekozen met intervallen van twee minuten. U kunt maximaal vijf pogingen
voor opnieuw kiezen met intervallen van acht minuten instellen.
U wijzigt als volgt de instellingen voor opnieuw kiezen:
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
Problemen oplossen
51
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Bellen en verzenden verschijnt.
6 Druk op .
7 U wijzigt als volgt het aantal pogingen voor opnieuw kiezen:
a Druk herhaaldelijk op of tot Pog opnieuw kzn verschijnt.
b Druk op .
c Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
d Druk op .
8 U wijzigt als volgt de waarde voor het interval tussen twee pogingen voor opnieuw kiezen:
a Druk herhaaldelijk op of tot Tijd voor opnieuw kiezen verschijnt.
b Druk op .
c Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
d Druk op .
PLANOMDEFAXLATERNOGMAALSTEVERZENDEN
Zie “Groepsfax verzenden op een opgegeven tijdstip” op pagina 25.
Fout met telefoonlijn
Dit zijn mogelijke oorzaken en oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
De faxmodem is een analoog apparaat. Bepaalde apparaten kunnen op de printer worden aangesloten zodat u
digitale telefoondiensten kunt gebruiken.
• Als u een ISDN-telefoondienst gebruikt, sluit u de printer aan op een analoge telefoonpoort (R-interfacepoort)
op een ISDN-adapter. Neem contact op met uw ISDN-leverancier voor meer informatie en om een Rinterfacepoort aan te vragen.
• Als u DSL gebruikt, sluit u de printer aan op een DSL-filter of -router die ondersteuning biedt voor analoog
gebruik. Neem contact op met uw DSL-leverancier voor meer informatie.
• Als u een PBX-telefoondienst gebruikt, moet u de printer aansluiten op een analoge aansluiting op het PBX-
systeem. Is een dergelijke aansluiting niet beschikbaar, dan kunt u overwegen een analoge telefoonlijn voor
het faxapparaat te installeren. Zie voor meer informatie over het verzenden van faxen via een PBXtelefoondienst “Instellingen aanpassen om een fax te verzenden achter een PBX” op pagina 18.
CONTROLEERDETELEFOONLIJN
Als de telefoonlijn door een ander apparaat wordt gebruikt, wacht u tot het andere apparaat klaar is voor u een
fax verzendt.
Problemen oplossen
52
CONTROLEERDEKABELVERBINDINGEN
Controleer indien van toepassing of de volgende hardwareonderdelen stevig zijn aangesloten:
• Netvoeding
• Telefoon
• Hoorn
• Antwoordapparaat
Problemen oplossen
53
Kennisgevingen
Productinformatie
Productnaam:
Lexmark X5400 Series
Apparaattype:
4425
Model(len):
001
A01
002
A02
003
Uitgavebericht
januari 2008
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale
wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC., LEVERT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG ZONDER ENIGE VORM VAN
GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In sommige rechtsgebieden is afwijzing van
expliciete of impliciete garanties bij bepaalde transacties niet toegestaan, het is daarom mogelijk dat deze verklaring
niet op u van toepassing is.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie
wordt regelmatig herzien, wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma's
die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd.
Verwijzingen in deze publicatie naar producten, programma's of diensten houden niet in dat de fabrikant deze
producten op de markt wil brengen in alle landen waar de fabrikant actief is. Een verwijzing naar een product,
programma of dienst betekent niet dat alleen dat product, dat programma of die dienst kan worden gebruikt. In
plaats daarvan kunnen alle functioneel gelijkwaardige producten, programma's of diensten, waarmee geen inbreuk
wordt gemaakt op bestaande intellectuele eigendomsrechten, worden gebruikt. De gebruiker is verantwoordelijk
voor de evaluatie en controle van de werking in combinatie met andere producten, programma's of diensten, met
uitzondering van de producten, programma's of diensten die door de fabrikant zijn aangegeven.
Voor technische ondersteuning van Lexmark gaat u naar support.lexmark.com.
Voor informatie over supplies en downloads gaat u naar www.lexmark.com.
Kennisgevingen
54
Als u geen toegang hebt tot internet, kunt u ook per post contact opnemen met Lexmark:
Lexmark International, Inc.
Bldg 004-2/CSC
740 New Circle Road NW
Lexington, KY 40550