Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc.
gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving:
LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM
VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In bepaalde rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of
impliciete garanties in bepaalde transacties niet toegestaan; het is daarom mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bev atten. De inf ormatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien;
wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma’s die worden beschreven, kunnen te allen tijde
worden verbeterd of gewijzigd.
Opmerkingen kunnen worden gestuurd aan Lexmark International, Inc., Department F95/032-2, 740 West New Circle Road, Lexington,
Kentucky 40550, Verenigde Staten. Als u in het Verenigd K oninkrijk of Ierland woont, kunt u e ventuele opmerkingen sturen naar Lexmark
International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark behoudt zich
het recht voor de door u verstrekte inf ormatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, z onder hiermee enige verplichting
op zich te nemen tegenover u. Extra exemplaren van aan dit product gerelateerde publicaties kunnen worden verkregen door vanuit de
Verenigde Staten of Canada te bellen naar 1-800-553-9727. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland belt u +44 (0)8704 440 044.
Neem in andere landen contact op met de leverancier.
Als in deze publicatie wordt verwezen naar producten, prog ramma's of diensten, impliceert dit niet dat de producent het voornemen heeft
deze beschikbaar te stellen in alle landen waarin de producent actief is. Geen enkele verwijzing naar een product, programma of dienst
moet worden opgevat als een v erklaring of suggestie dat alleen dat product, dat programma of die dienst mag worden gebruikt. Het staat
u vrij functioneel gelijkwaardige producten, programma's of diensten te gebruiken, mits die geen inbreuk maken op enig bestaand
intellectueel eigendomsrecht. Het beoordelen en controleren van de werking in combinatie met andere producten, programma’s of
diensten, met uitzondering van die producten, programma’s of diensten die uitdrukkelijk door de producent worden genoemd, behoort tot
de verantwoordelijkheden van de gebruiker.
Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten
en/of in andere landen.
Mac en het Mac-logo zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
®
PCL
is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
PostScript
Overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
RECHTEN M.B.T. DE OVERHEID VAN DE VERENIGDE STATEN
Deze software en alle bijbehorende documentatie die onder deze overeenkomst worden geleverd, zijn commerciële computersoftware
en documentatie die op eigen kosten zijn ontwikkeld.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Menu Papier .............................................................................................................................................7
Help ........................................................................................................................................................42
Index .................................................................................................................................... 54
3
Printermenu's
Er is een aantal menu's waarmee op eenvoudige wijze printerinstellingen kunnen worden gewijzigd. In het diagram worden het
menuoverzicht op het bedieningspaneel, de menu's en de items die onder elk menu beschikbaar, zijn weergegeven. De items in elk
menu en de waarden die u kunt selecteren, worden verderop in dit hoofdstuk nader beschreven.
Sommige menu-items of waarden worden alleen weergegeven als een specifiek e optie is geïnstalleerd op de printer. Andere menu-items
werken mogelijk alleen voor een specifieke printertaal. U kunt deze waarden op elk gewenst moment selecteren, maar zij zijn alleen van
invloed op de printerfunctie als u over de optionele apparatuur of de opgegeven printertaal beschikt.
Alles afdrukken
Afdrukkwaliteit
Handleiding voor
afdrukken
Handleiding voor
supplies
Afdrukmedia
Afdrukstoringen
Menuoverzicht
Handleiding met
informatie
Handleiding voor
aansluitingen
Transport
4
Printermenu's
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel heeft de volgende onderdelen:
•Een 4-regelig display met achtergrondverlichting waarop zowel afbeeldingen als tekst kunnen worden weergegeven
•Acht knoppen: Terug (Back), Menu, Stop, Selecteren (), , , en
•Indicatielampje
•Numeriek toetsenbord
•USB-aansluiting (USB Direct interface)
Terug (Back)
Menu
USB Direct-interface
Het gebruik van de knoppen en de indeling van het bedieningspaneel worden in de volgende tabel beschreven.
Knop of item op
bedieningspaneelFunctie
Terug
(Back)
Menu Hiermee kunt u het menuoverzicht openen.
Stop Hiermee kunt u de mechanische werking van de printer stoppen. Nadat u op Stop hebt gedrukt, wordt het
IndicatielampjeOp het bedieningspaneel is een tweekleurige LED (groen en rood) beschikbaar. De lampjes gev en aan of
Hiermee kunt u terug naar het laatst bekeken scherm.
Opmerking: Wijzigingen die zijn aangebracht op een scherm worden niet toegepast als u op de knop
Terug (Back) drukt.
Opmerking: De printer moet in de stand Gereed staan om het menuoverzicht te kunnen openen. Er
verschijnt een bericht waarin wordt aangegeven dat de menu's niet beschikbaar zijn als de printer niet
gereed is.
bericht Stoppen weergegeven. Nadat de printer is gestopt, wordt Gestopt weergegeven op de
statusregel van het bedieningspaneel en verschijnt een lijst met opties.
de voeding van de printer is ingeschakeld, of de printer bezet of inactief is, of de printer bezig is met het
verwerken van een taak en of ingrijpen van de operator is vereist.
StatusBetekenis
UitV oeding is uitgeschakeld
Brandt groenDe printer staat aan, maar is niet actief
Knippert groenDe printer is bezig met opwarmen, het verwerken van gegevens of het afdrukken
Brandt roodIngrijpen van operator is vereist.
Stop
Display
van gegevens.
Navigatieknoppen
Indicatielampje
Numeriek toetsenbord
Selecteren
5
Printermenu's
Knop of item op
bedieningspaneelFunctie
NavigatieknoppenDe knoppen Omhoog en Omlaag worden gebruikt om door lijsten te bladeren.
Als u door een lijst navigeert met de knop Omhoog of Omlaag, wordt de cursor telkens één
regel tegelijk verplaatst. Als u op de knop Omlaag onder aan het scherm drukt, wordt de
volgende volledige pagina weergegeven op het scherm.
De knoppen Links en Rechts worden gebruikt om binnen een scherm te navigeren,
bijvoorbeeld om van het ene item in het menuoverzicht naar een ander te gaan. Ook
worden zij gebruikt om door tekst te bladeren die niet op het scherm past.
De knop Selecteren wordt gebruikt om een actie te initiëren na een selectie. Druk op
Selecteren als de cursor naast de gewenste selectie staat, zoals het volgen van een
koppeling, het verzenden van een configuratie-item of het starten of annuleren van een
taak.
USB Direct-interfaceDe USB Direct-interface op het bedieningspaneel wordt gebruikt voor het aansluiten van een apparaat
met USB-flashgeheugen en het afdrukken van PDF-documenten.
Opmerking: Aan de achterkant van de printer bevindt zich een USB-poort is voor het aansluiten van een
pc of ander randapparaat.
Numeriek toetsenbordHet numerieke toetsenblok bevat cijf ers, een hekje (#) en een toets Bac kspace. De toets 5 is voorzien v an
reliëf als hulpmiddel bij de oriëntatie. Zo kan de operator zonder op het toetsenblok te kijken zien of zijn of
2
1
4
3
5
6
haar handen goed staan.
De cijfers worden gebruikt voor het invoeren van numerieke waarden voor items zoals aantallen of
pincodes. De toets Backspace wordt gebruikt om het cijfer links van de cursor te wissen. Als u meerdere
keren op de toets Backspace drukt, wordt ook andere invoer verwijderd.
8
7
Display
9
#
0
Opmerking: Het hekje (#) wordt niet gebruikt.
Op het display worden berichten en afbeeldingen weergegeven over de huidige status van de printer en
mogelijke problemen die opgelost moeten worden.
Status / Supplies
Gereed
Lade 1 bijna leeg
Supplies weergeven
De bovenste regel van het display is de kopregel. Indien van toepassing bevat het display de afbeelding
die aangeeft dat de knop T erug (Back) kan worden gebruikt. Ook worden op het display de huidige status
en de status van de supplies (waarschuwingen) weergegeven. Als er meerdere waarschuwingen zijn,
wordt er een komma weergegeven tussen de verschillende waarschuwingen.
De andere drie regels van het display vormen de hoofdtekst van het scherm. Hier kunt u de printerstatus,
Scherm Meer informatie
Sommige wachttaken zijn
niet teruggeplaatst.
berichten over supplies en schermen Laten zien en selecties uitvoeren.
Scherm Laten zien
Verwijder lade;
verwijder
afdrukmateriaal
6
Printermenu's
Menugroepen
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit de standaardinstelling is.
Menu Papier
In het menu Papier kunt u instellen welke papiersoort in de laden is geplaatst en aangeven wat de standaardpapierbron en -uitvoerlade
zijn.
Standaardbron
MenuselectieDoelWaarden
StandaardbronGeeft de standaardpapierbron aan.Lade <x> Als u afdrukmateriaal van hetzelfde
U-lader
Handinvoer
Handm. invoer env.
formaat en dezelfde soort gebruikt in twee
papierbronnen (en voor papierformaat en
papiersoort de juiste waarden zijn
ingesteld), worden de laden automatisch
gekoppeld. Als één papierbron leeg is,
wordt het afdrukmateriaal automatisch
vanuit de andere papierbron ingevoerd.
Papierformaat/-soort
Opmerking: Alleen geïnstalleerde papierbronnen worden weergegeven.
Deze menuselectie wordt gebruikt om het formaat en de soort afdr ukmateriaal in te stellen dat in een invoerlade is geplaatst. Het
instellen van het papierformaat en de papiersoort is een proces dat twee stappen omvat. In de eerste menuselectie wordt Formaat vet
gedrukt weergegeven. Nadat u het afdrukmateriaal hebt geselecteerd, verandert het scherm en wordt Soort vet gedrukt weergegeven. U
kunt vervolgens het afdrukmateriaal selecteren.
MenuselectieDoelWaarden
Formaat/soort
lade <x>
Hiermee wordt het
standaardpapierformaat voor elke
papierbron vastgesteld.
Opmerking: Bij laden met
automatische formaatdetectie wordt
alleen de waarde weergegeven die
door de hardware is gedetecteerd.
A4* (niet-VS)
A5
JIS B5
Letter* (VS)
Legal
Executive
JIS B4
A3
11x17
Folio
Statement
Universal
Als u afdrukmateriaal van hetzelfde
formaat en dezelfde soort gebruikt in twee
papierbronnen (en voor papierformaat en
papiersoort de juiste waarden zijn
ingesteld), worden de laden automatisch
gekoppeld. Als één papierbron leeg is,
wordt het afdrukmateriaal automatisch
vanuit de andere papierbron ingevoerd.
7
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Formaat/soort
lade <x>
Hiermee wordt de papiersoort in elke
papierbron vastgesteld.
Opmerking: Als u zelf een naam hebt
opgegeven, wordt deze weergegeven
in plaats van Aangepast <x>. Als
twee of meer aangepaste soorten
dezelfde naam hebben, verschijnt
deze naam slechts één keer in de lijst
met papiersoorten.
• Het optimaliseren van de afdrukkwaliteit
voor de opgegeven papiersoort.
• Het selecteren van papierbronnen
vanuit de softwaretoepassing door de
soort en het formaat te selecteren.
Het automatisch koppelen van
papierbronnen. Als u de juiste waarden
hebt ingesteld voor papiersoort en
papierformaat, worden bronnen met
papier van dezelfde soort en hetzelfde
formaat automatisch door de printer
gekoppeld.
Formaat/soort
U-lader
Formaat/soort
U-lader
Hiermee stelt u het papierformaat in
de universeellader vast.
Hiermee stelt u de papiersoort in de
universeellader vast.
Opmerking: Als u zelf een naam hebt
opgegeven, wordt deze weergegeven
in plaats van Aangepast <x>. Als
twee of meer aangepaste soorten
dezelfde naam hebben, verschijnt
deze naam slechts één keer in de lijst
met papiersoorten.
A4* (niet-VS)
A5
JIS B5
Letter* (VS)
Legal
Executive
JIS B4
A3
11x17
Folio
Statement
Universal
7 3/4-envelop
10-envelop
DL-envelop
C5-envelop
Andere envelop
Hiermee wordt het envelopformaat
aangegeven dat handmatig wordt
geplaatst.
Hiermee wordt de envelopsoort
aangegeven die handmatig wordt
geplaatst.
7 3/4-envelop
10-envelop* (VS)
DL-envelop* (niet-VS)
C5-envelop
Andere envelop
Envelop*
Aangepast <x>
Configuratie U-lader
Deze menuselectie wordt gebruikt om de universeellader te configureren als een extra papierlade of handinvoer . Als u de univ erseellader
koppelt aan een andere lade, kunt u de printer papier uit de universeellader laten halen voordat papier uit een andere lade wordt
gebruikt.
MenuselectieDoelWaarden
Configuratie
U-lader
Hiermee bepaalt u wanneer de printer
papier selecteert dat in de
universeellader is geplaatst.
Cassette*
Handinvoer
Eerst
9
Printermenu's
Ander formaat
Deze menuselectie wordt gebruikt om te bepalen of de printer papier van een ander formaat kan gebruiken als het gevraagde
papierformaat momenteel niet is geïnstalleerd in een van de invoerbronnen van de printer. Als bijv oorbeeld Ander f ormaat is ingesteld op
Letter/A4, en alleen papier van Letter-formaat in de printer is geplaatst. Als het verzoek binnenkomt om af te drukken op A4-papier,
gebruikt de printer Letter in plaats van A4 en drukt de taak af in plaats van een verzoek weer te geven voor het plaatsen van A4-papier.
MenuselectieDoelWaarden
Ander formaatHiermee vervangt u het opgegeven
papierformaat als het gewenste formaat
niet is geplaatst.
Uit
Statement/A5
Letter/A4
11x17/A3
Alles in lijst*
• De waarde Uit geeft aan dat geen
andere formaten zijn toegestaan.
• De waarde Alles in lijst geeft aan dat alle
beschikbare andere formaten zijn
toegestaan.
Papierstructuur
Deze menuselectie wordt gebruikt om de structuur van het afdrukmateriaal in te stellen voor elk van de gedefinieerde soorten
afdrukmateriaal. Hiermee kan de afdrukkwaliteit voor het opgegeven afdrukmateriaal worden geoptimaliseerd in de printer.
MenuselectieDoelWaarden
Normale structuurHiermee wordt de structuur aangegeven
Structuur
voorbedrukt
Structuur gekleurd
Structuur kartonHiermee wordt de structuur aangegeven
Structuur
aangepast <x>
van het afdrukmateriaal dat in een
specifieke invoerbron is geplaatst.
van het karton dat in een specifieke
invoerbron is geplaatst.
Hiermee wordt de structuur aangegeven
van het aangepaste afdrukmateriaal dat
in een specifieke invoerbron is geplaatst.
Glad
Normaal*
Ruw
Glad
Normaal*
Ruw
Glad
Normaal*
Ruw
Wordt weergegeven als karton wordt
ondersteund in de opgegeven invoerbron.
Wordt weergegeven als aangepast
afdrukmateriaal wordt ondersteund in de
opgegeven inv oerbron.
10
Printermenu's
Papier laden
Deze menuselectie wordt gebruikt om de laadrichting in te stellen voor elke papiersoort. Hiermee kunt u voorbedrukt afdrukmateriaal
plaatsen in een invoerbron en vervolgens aan de printer melden dat het afdrukmateriaal is geplaatst voor dubbelzijdig afdrukken. Daarna
kunt u de toepassingssoftware gebruiken om enkelzijdig afdrukken aan te geven. Als enkelzijdig afdrukken is geselecteerd, voegt de
printer automatisch blanco pagina's in om de enkelzijdige afdruktaak correct af te drukken.
Opmerking: Papier laden is alleen beschikbaar als een duplexeenheid is geïnstalleerd.
MenuselectieDoelWaarden
Etiketten ladenHiermee verwerkt u op correcte wijze
Bankpostpapier
laden
Briefhoofdpap.
laden
V oorbedrukt laden
Gekleurd laden
Karton ladenHiermee verwerkt u op correcte wijze
Aangepast <x>
laden
voorbedrukt papier, ongeacht of het een
dubbelzijdige of enkelzijdige afdruktaak
betreft.
voorbedrukt karton, ongeacht of het een
dubbelzijdige of enkelzijdige afdruktaak
betreft.
Hiermee verwerkt u op correcte wijze
aangepast voorbedrukt papier, ongeacht
of het een dubbelzijdige of enkelzijdige
afdruktaak betreft.
Duplex
Uit*
Duplex
Uit*
Duplex
Uit*
Wordt weergegeven als karton wordt
ondersteund in de opgegeven invoerbron.
Wordt weergegeven als aangepast
afdrukmateriaal wordt ondersteund in de
opgegeven inv oerbron.
Aangepaste soorten
Deze menuselectie wordt gebruikt om een naam te definiëren voor elke aangepaste papiersoort. U kunt namen toewijzen met behulp van
een hulpprogramma zoals MarkVision of vanaf het bedieningspaneel.
MenuselectieDoelWaarden
Aangepast NHiermee geeft u de papiersoort op voor
elk van de beschikbare aangepaste
soorten in het menu Papiersoort.
Papier*
Karton
Transparant
Etiketten
Envelop
U kunt alleen een door de gebruiker
gedefinieerde naam toewijzen als de
aangepaste soort afdrukmateriaal wordt
ondersteund in de aangegeven invoerbron.
Nadat de naam is toegewezen, wordt deze
(afgekapt tot 16 tekens) weergegeven in
plaats van Aangepast x.
11
Printermenu's
Universal-instelling
Deze menuselectie wordt gebruikt om de hoogte en breedte op te geven voor het univ ersele papierformaat. Als u de hoogte en breedte
voor het universele papierformaat opgeeft, gebruikt de printer de Universal-instelling op exact dezelfde wijze als andere papierformaten,
met inbegrip van ondersteuning voor dubbelzijdig afdrukken en n per vel.
MenuselectieDoelWaarden
MaateenhedenHiermee bepaalt u de maateenheid die
wordt gebruikt voor het invoeren van de
universele hoogte en breedte.
Breedte StaandHiermee stelt u de staande breedte van
het universele afdrukmateriaal in.
Opmerking: Als de ingestelde waarde
groter is dan de maximale breedte,
gebruikt de printer de maximale
toegestane breedte in inches of
millimeters.
Hoogte StaandHiermee stelt u de staande hoogte van
het universele afdrukmateriaal in.
Opmerking: Als de ingestelde waarde
groter is dan de maximale hoogte,
gebruikt de printer de maximale
toegestane hoogte in inches of
millimeters.
InvoerrichtingHiermee geeft u de invoerrichting op.Korte zijde*
Inch
Millimeter
3 – 17 inch in stappen
van 0,01 inch
76 – 432 mm in stappen
van 1 mm
3 – 17 inch in stappen
van 0,01 inch
76 – 432 mm in stappen
van 1 mm
Lange zijde
In de VS wordt standaard gebruikgemaakt
van inches, terwijl millimeter de
internationale standaardinstelling is.
Hiermee geeft u aan welke instelling voor
maateenheid moet worden gebruikt: inch of
mm. In de VS wordt standaard 11,69 inch
gebruikt, terwijl internationaal 297 mm als
standaardwaarde wordt gehanteerd.
Hiermee geeft u aan welke instelling voor
maateenheid moet worden gebruikt: inches
of mm. In de VS wordt standaard 17 inch
gebruikt, terwijl internationaal 432 mm als
standaardwaarde wordt gehanteerd.
Lange zijde wordt alleen weergegeven als
de langste zijde korter is dan de maximale
fysieke breedte van de printer.
Lade-instelling
Deze menuselectie wordt gebruikt om de uitvoerlade op te geven voor het afgedrukte materiaal.
Opmerking: Lade-instelling wordt uitsluitend weergegeven als tenminste één optionele uitvoerlade is geïnstalleerd.
MenuselectieDoelWaarden
UitvoerladeHiermee geeft u de standaardlade voor
afgedrukt materiaal op.
Standaardlade*• Als u zelf een naam hebt opgegeven,
Lade <x>
12
wordt deze weergegeven in plaats van
Lade <x>.
• De naam wordt tot 14 tekens afgekort.
• Als twee of meer laden dezelfde naam
hebben, verschijnt deze naam slechts
één keer in de lijst Uitvoerlade.
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Laden configureren Hiermee bepaalt u welke uitvoerlade(n)
de printer gebruikt voor een bepaalde
afdruktaak.
Mailbox*Afdruktaken worden naar de uitvoerlade
KoppelenTwee of meer laden worden gekoppeld,
Koppeling optioneelAlle optionele uitvoerladen worden
Toewijzing soortElke taak wordt naar de uitvoerlade
gestuurd die aan die gebruiker is
toegewezen.
zodat ze als één grote lade functioneren.
Als een gekoppelde lade vol is, begint de
printer de volgende gekoppelde lade te
vullen, en gaat vervolgens verder met het
een voor een vullen van alle gekoppelde
laden.
gekoppeld tot een grote lade, maar de
standaardlade blijft afzonderlijk
adresseerbaar.
gestuurd die is opgegeven voor die
papiersoort.
Soort/lade
toewijzen
Hiermee stuurt u afdruktaken naar een
bepaalde uitvoerlade op basis van de
gewenste papiersoort.
Opmerking: Als u zelf een naam hebt
opgegeven, wordt deze weergegeven in
plaats van Lade aan gepast <x>.
De naam wordt tot 14 tekens afgekort.
Als twee of meer aangepaste laden
dezelfde naam hebben, verschijnt deze
naam slechts één keer in de lijst Soort/
lade toewijzen.
Deze menuselectie wordt gebruikt voor het afdrukken van een pagina met menu-instellingen.
MenuselectieDoelWaarden
Standaardlade
Uitvoerlade 1
Uitvoerlade 2
Opmerking: Alleen geïnstalleerde
uitvoerladen worden weergegeven.
Als Laden configureren is ingesteld op
Toewijzing soort, dan wordt standaard de
standaardlade gebruikt.
Pag. Menuinstellingen
Hiermee drukt u een pagina met menuinstellingen af om de
standaardprinterinstellingen te bekijken
en om te controleren of de printeropties
goed zijn geïnstalleerd.
Nadat u dit item hebt geselecteerd, wordt de pagina afgedrukt en
krijgt de printer de status Gereed.
13
Printermenu's
Apparaatstatistieken
Met deze menuselectie worden de printerstatistieken weergegeven.
MenuselectieDoelWaarden
Apparaatstatistieken Hiermee wordt informatie met betrekking
tot de printerstatistieken afgedrukt.
Nadat u dit item hebt geselecteerd, wordt de pagina afgedrukt en
krijgt de printer de status Gereed.
Pag. Netwerkinstell.
Deze menuselectie wordt gebruikt voor het afdrukken van een pagina met netwerkinstellingen.
MenuselectieDoelWaarden
Pag.
Netwerkinstell.
Netwerk <x>
Instell.pag.
wordt weergegeven
als extra
netwerkopties zijn
geïnstalleerd.
Hiermee drukt u informatie af met
betrekking tot netwerkinstellingen en
controleert u de netwerkverbinding.
Opmerking: Deze pagina bevat ook
informatie die van belang is bij het
configureren van afdrukken via een
netwerk.
Nadat u dit item hebt geselecteerd, wordt de pagina afgedrukt en
krijgt de printer de status Gereed.
Profielenlijst
Deze menuselectie wordt gebruikt voor het afdrukken van een lijst van profielen die zijn opgeslagen op deze printer.
MenuselectieDoelWaarden
ProfielenlijstHiermee wordt een lijst van profielen
afgedrukt die zijn opgeslagen op deze
printer.
Nadat u dit item hebt geselecteerd, wordt de pagina afgedrukt en
krijgt de printer de status Gereed.
NetWare-install.pag.
Deze menuselectie wordt gebruikt voor het afdrukken van informatie over de interne printerserver.
MenuselectieDoelWaarden
NetWareinstall.pag.
Hiermee drukt u informatie af over de
interne printerserver en de
netwerkinstellingen die zijn gedefinieerd
in het menu-item Netwerkinst. <x> in het
menu Netwerk.
Nadat u dit item hebt geselecteerd, wordt de pagina afgedrukt en
krijgt de printer de status Gereed.
14
Printermenu's
Lettertypen afdrukken
Deze menuselectie wordt gebruikt voor het afdrukken van een lijst van lettertypen die zijn opgeslagen op deze printer.
MenuselectieDoelWaarden
Lettertypen
afdrukken
Hiermee drukt u een voorbeeld af van
alle beschikbare lettertypen voor de
geselecteerde printertaal.
PCL-lettertypenHiermee drukt u een voorbeeld af van alle
beschikbare lettertypen voor PCL-emulatie.
PS-lettertypenHiermee drukt u een voorbeeld af van alle
beschikbare lettertypen voor PostScriptemulatie.
Directory afdrukken
Met deze menuselectie wordt de directorylijst afgedrukt. De directorylijst is een lijst van de bronnen die zijn opgeslagen op een
geformatteerde optionele flash-geheugenkaart of vaste schijf.
MenuselectieDoelWaarden
Directory afdrukken Hiermee drukt u een lijst af van de
bronnen die zijn opgeslagen op de
optionele flash-geheugenkaart of vaste
schijf.
Opmerking: Directory afdr ukken is
alleen beschikbaar als een flashgeheugen of vaste schijf is geïnstalleerd
en geformatteerd en de Buffergrootte
niet is ingesteld op 100%.
Nadat u dit item hebt geselecteerd, wordt de pagina afgedrukt en
krijgt de printer de status Gereed.
15
Printermenu's
Instellingen
Menu Instellingen
Gebruik deze menuselectie om een groot aantal printerfuncties te configureren.
MenuselectieDoelWaarden
Taal op displayHiermee bepaalt u de taal waarin de
tekst op het display van het
bedieningspaneel wordt weergegeven.
EngelsOpmerking: Mogelijk zijn niet alle waarden
Français (Frans)
Deutsch (Duits)
Italiano (Italiaans)
Español (Spaans)
Dansk (Deens)
Norsk (Noors)
Nederlands
Svenska (Zweeds)
Português (Portugees)
beschikbaar.
Suomi (Fins)
Russisch
Polski (Pools)
Magyar (Hongaars)
Türkçe (Turks)
Tsjechisch
Vereenvoudigd Chinees
Traditioneel Chinees
Koreaans
Japans
16
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
SpaarstandHiermee stelt u in na hoeveel tijd
(in minuten) de spaarstand wordt
ingeschakeld nadat een afdruktaak is
afgedrukt.
UitgeschakeldDeze waarde wordt alleen weergegeven
wanneer Energiebesparing is
uitgeschakeld. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding voor meer
informatie.
AlarmenHiermee bepaalt u of de printer een
alarmsignaal afgeeft als de operator
moet ingrijpen.
1...240Hiermee stelt u in hoe lang het na het
Alarminstelling:
Uit
Eén keer*
Continu
Toneralarm:
Uit*
Eén keer
Continu
uitvoeren van een afdruktaak duurt voor de
spaarstand wordt ingeschakeld. (Het is
mogelijk dat de printer niet alle waarden
ondersteunt.)
Welke standaardinstelling er in de fabriek is
ingesteld voor Spaarstand, hangt af van
het printermodel. Druk de pagina met
menu-instellingen af om te zien wat de
huidige instelling voor Spaarstand is. Een
printer die in de spaarstand staat, kan nog
steeds afdruktaken ontvangen.
Met de instelling 1 voor Spaarstand wordt
de printer één minuut nadat het afdrukken
van een afdruktaak is voltooid in de
Spaarstand gezet. Zo verbruikt de printer
veel minder energie, maar is er meer tijd
nodig om de printer op te warmen.
Selecteer 1 als de printer op hetzelfde
stroomcircuit is aangesloten als de
verlichting en de verlichting flikkeringen
vertoont.
Selecteer een hoge waarde als de printer
doorlopend wordt gebruikt. De printer is
dan meestal gereed om af te drukken met
een minimale opwarmtijd. Selecteer een
waarde tussen de 1 en 240 minuten als u
een juiste balans wilt hebben tussen
energiebesparing en een korte opwarmtijd.
Uit – De printer geeft geen alarmsignaal af.
Eén keer* – De printer geeft drie korte
alarmsignalen af.
Continu – De printer herhaalt de drie
alarmsignalen elke tien seconden.
Opmerking: Nietjes- en perforatoralarmen
worden alleen afgegeven als een optionele
finisher is geïnstalleerd.
Nietjesalarm:
Uit*
Eén keer
Continu
Perf oratoralarm
Uit*
Eén keer
Continu
17
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
TimeoutsHiermee bepaalt u hoe lang
(in seconden) de printer wacht alvorens
terug te gaan naar het beginscher m,
een melding voor einde taak te
ontvangen of meer gegevens van de
computer te ontvangen.
Opmerking: Het menu-item Wachttimeout is alleen beschikbaar als u
gebruikmaakt van PostScript-emulatie.
Deze menuwaarde is niet van invloed op
afdruktaken waarvoor PCL-emulatie
wordt gebruikt.
Time-out scherm:
15–300
(30*)
Afdruktime-out
Uitgeschakeld
1–255
(90*)
Wachttime-out:
Uitgeschakeld
15...65535 (40*)
Uitgeschakeld – Hiermee wordt de
schermtime-out uitgeschakeld.
15–300 – Hiermee wordt opgegeven hoe
lang de printer wacht alvorens terug te
gaan naar het beginscherm.
30* is de standaardinstelling.
Uitgeschakeld – Hiermee wordt de
afdruktimeout uitgeschakeld.
1–255 – Hiermee wordt opgegeven hoe
lang de printer wacht op een melding voor
einde taak alvorens de res t van de
afdruktaak te annuleren.
Opmerking: Als de ingestelde tijd is
verstreken, wordt een gedeeltelijk
opgemaakte pagina die zich nog steeds in
de printer bevindt afgedrukt en worden alle
andere invoerpoorten gecontroleerd om te
bepalen of er gegevens beschikbaar zijn.
90* is de standaardinstelling.
Uitgeschakeld – Hiermee wordt de
wachttime-out uitgeschakeld.
15...65535 – Hiermee wordt opgegeven
hoe lang de printer wacht op verdere
gegevens voordat de afdruktaak wordt
geannuleerd.
40* is de standaardinstelling.
18
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
AfdrukherstelHiermee geeft u op of de printer
doorgaat na bepaalde off line situaties,
of vastgelopen pagina's opnieuw worden
afgedrukt en of de printer wacht totdat
de hele pagina is verwerkt en gereed is
voor afdrukken.
Auto doorgaan:
Uitgeschakeld*
5–255
Herstel na storing
Aan
Uit
Auto*
Hiermee krijgt de printer opdracht
automatisch door te gaan als bepaalde off
line situaties niet binnen de opgegeven
termijn zijn opgelost.
5–255 – Hiermee wordt opgegeven hoe
lang de printer wacht.
Hiermee geeft u op of de printer
vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt.
Aan – De printer drukt vastgelopen
pagina's opnieuw af.
Uit – De printer drukt vastgelopen pagina's
niet opnieuw af.
Auto* – De printer drukt een vastgelopen
pagina opnieuw af, tenzij het vereiste
geheugen nodig is voor andere
afdruktaken.
PrintertaalHiermee stelt u de standaardprintertaal
in voor het versturen van gegevens van
de computer naar de printer.
Opmerking: Als een bepaalde
printertaal als standaardtaal is ingesteld,
betekent dit niet dat toepassingen geen
afdruktaken kunnen verzenden die een
andere printertaal gebruiken.
AfdrukgebiedHiermee past u het logische en fysieke
afdrukbare gebied aan.
Paginabev eiliging:
Uit*
Aan
PCL-emulatie
PS-emulatie*
Normaal*
Hele pagina
Hiermee drukt u een pagina af die ande rs
de fout Pagina is te complex zou
veroorzaken.
Uit* – Hiermee wordt een pagina
gedeeltelijk afgedrukt als er onvoldoende
geheugen beschikbaar is om de pagina in
zijn geheel te verwerken.
Aan – Hiermee wordt ervoor gezorgd dat
de gehele pagina wordt verwerkt voordat
deze wordt afgedrukt.
Opmerking: Als u Aan hebt ingesteld en u
kunt de pagina nog steeds niet afdrukken,
moet u mogelijk ook het lettertyp eformaat
en het aantal lettertypen verkleinen of meer
geheugen installeren.
Opmerking: Voor de meeste afdruktaken
hoeft u Aan niet te selecteren. Als u Aan
hebt geselecteerd, drukt de printer mogelijk
langzamer af.
PCL-emulatie – Hierbij wordt een PCL-
interpreter gebruikt voor binnenkomende
hostcommunicatie.
PostScript-emulatie – Hierbij wordt een
PS-interpreter gebruikt voor
binnenkomende hostcommunicatie.
Opmerking: De instelling Hele pagina is
alleen van toepassing op pagina’s die zijn
afgedrukt met behulp van PCL 5interpreter. Deze instelling is niet van
invloed op pagina’s die zijn afgedrukt met
behulp van PCL XL- of PostScriptinterpreters. Als u probeert gegevens af te
drukken in het gedeelte dat is gedefinieerd
door Normaal afdrukgebied, dan zal de
printer de afbeelding bijsnijden op de
begrenzing zoals die is gedefinieerd bij
Normaal.
19
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Downloadbestemming
TakenloggegevensHiermee geeft u op of statistische
Bronnen opslaanHiermee geeft u op wat de printer moet
Hiermee geeft u de opslaglocatie v a n
gedownloade bronnen op.
In het flash-geheugen of op de vaste
schijf worden gedownloade bronnen
permanent opgeslagen en in het RAMgeheugen worden deze bronnen tijdelijk
opgeslagen. De bronnen blijven ook in
het flash-geheugen of op de vaste schijf
opgeslagen als de printer wordt uitgezet.
informatie over de meest recente
afdruktaken al dan niet moet worden
opgeslagen op de vaste schijf. U krijgt
bijvoorbeeld informatie over de
uitvoering van de afdruktaak en
eventuele fouten tijdens de uitvoering,
hoeveel tijd de taak heeft gekost, de
omvang (in bytes) van de afdruktaak, het
geselecteerde papierformaat en de
geselecteerde papiersoort, het totale
aantal afgedrukte pagina's en het
geselecteerde aantal exemplaren.
Opmerking: Takenlog wordt alleen
weergegeven als een geformatteerde
vaste schijf in de printer is geïnstalleerd.
Deze mag niet beveiligd zijn tegen
lezen/schrijven of schrijven en de
buffergrootte mag niet zijn ingesteld op
100 %.
doen met gedownloade bronnen, zoals
lettertypen en macro's die zijn
opgeslagen in RAM, als voor een
afdruktaak niet voldoende geheugen
beschikbaar is.
RAM*Alle geladen bronnen worden automatisch
FlashAlle geladen bronnen worden automatisch
SchijfAlle geladen bronnen worden automatisch
Uit*De printer slaat geen statistieken over
AanDe printer slaat alle statistieken over de
Uit*De printer bewaart de gedownloade
opgeslagen in het printergeheugen (RAM).
opgeslagen in het flash-geheugen.
opgeslagen op de vaste schijf.
taken op de vaste schijf op.
recentste afdruktaken op.
bronnen tot het geheugen nodig is voor
andere taken. Zodra de printer meer
geheugenruimte nodig heeft, worden de
bronnen voor de inactieve printertaal
verwijderd.
Fabrieksinstellingen Hiermee stelt u de printerinstellingen
opnieuw in op hun fabriekswaarden.
AanDe printer bewaart alle gedownloade
bronnen voor alle printertalen als de taal
wordt gewijzigd en de printer opnieuw
wordt ingesteld. Als de printer onvoldoende
geheugen heeft, wordt het bericht
38 Geheugen vol weergegev en.
Herstellen• Alle menu-items worden opnieuw
ingesteld op de fabriekswaarden met
uitzondering van:
– Taal op display
– Alle instellingen in het menu Parallel,
Serieel, Netwerk en USB.
• Alle bronnen (lettertypen, macro's en
symbolensets) die in het
printergeheugen (RAM) zijn
gedownload, worden verwijderd.
(Bronnen in het optionele flashgeheugen of op de vaste schijf worden
niet verwijderd.)
Niet herstellen*De gebruikersinstellingen blijven van
kracht.
20
Printermenu's
Menu Afwerking
Gebruik deze menuselectie om in te stellen hoe het afgedrukte materiaal door de printer moet worden afgeleverd.
MenuselectieDoelWaarden
DuplexHiermee stelt u dubbelzijdig afdrukken in
als de standaardmodus voor alle
afdruktaken.
Opmerking: Hiervoor moet een
duplexeenheid zijn geïnstalleerd.
Opmerking: Selecteer Duplex in het
printerstuurprogramma als u alleen
specifieke afdruktaken dubbelzijdig wilt
afdrukken.
Bindzijde duplexHiermee definieert u hoe dubbelzijdig
afgedrukte pagina's worden ingebonden
en wat de afdrukstand is van de
achterzijde van de pagina's (met de
even nu mme rs) e n van de voorzijde van
de pagina's (met de oneven nummers).
Opmerking: Hiervoor moet een
duplexeenheid zijn geïnstalleerd.
ExemplarenHiermee stelt u het aantal exemplaren in
dat u als standaardwaarde wilt
gebruiken.
Opmerking: Stel het aantal exemplaren
in voor een specifieke afdruktaak met
behulp van het printerstuurprogramma.
Lege pagina’sHiermee geeft u aan of de lege pagina’s
die door een toepassing zijn
gegenereerd, moeten worden
opgenomen in de afdruktaak.
SorterenHiermee houdt u de pagina's van een
afdruktaak op volgorde als u de taak
meerdere malen afdrukt.
Uit*Drukt af op één zijde van het papier.
AanDrukt af op beide zijden van het papier.
Lange zijde*Hiermee bereidt u inbinding aan de lange
zijde van de pagina voor (de linkerzijde bij
de afdrukstand staand en de bovenzijde bij
de afdrukstand liggend).
Korte zijdeHiermee bereidt u inbinding aan de korte
zijde van de pagina voor (de bovenzijde bij
de afdrukstand staand en de linkerzijde bij
de afdrukstand liggend).
1...999 (1*)Waarden die in het stuurprogramma zijn
opgegeven, hebben altijd voorrang boven
de waarden die op het bedieningspaneel
zijn ingesteld.
Niet afdrukken*Hiermee worden door een toepassing
gegenereerde lege pagina's niet afgedrukt
als onderdeel van een afdruktaak.
AfdrukkenHiermee worden door een toepassing
gegenereerde lege pagina's wel afgedrukt
als onderdeel van een afdruktaak.
Uit*Hiermee drukt u elke pagina van een
afdruktaak zo vaak af als is opgegeven in
het menu-item Exemplaren. Als u
bijvoorbeeld drie pagina's wilt afdrukken en
Exemplaren instelt op 2, worden de
volgende pagina's afgedrukt: pagina 1,
pagina 1, pagina 2, pagina 2, pagina 3,
pagina 3.
AanHiermee drukt u de hele afdruktaak zo
vaak af als is opgegeven in het menu-item
Exemplaren. Als u bijvoorbeeld drie
pagina's wilt afdrukken en Exemplaren
instelt op 2, worden de volgende pagina's
afgedrukt: pagina 1, pagina 2, pagina 3,
pagina 1, pagina 2, pagina 3.
21
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Scheidingspagina's Hiermee voegt u lege
scheidingspagina's in tussen
afdruktaken, tussen meerdere
exemplaren van een taak of tussen de
pagina's van een taak.
Geen*Hiermee voegt u geen scheidingspagina's
Tussen exemplarenHiermee voegt u een leeg vel in tussen alle
Tussen takenHiermee voegt u een lege pagina in tussen
Tussen pagina'sHiermee voegt u een leeg vel in tussen alle
in.
exemplaren van een afdruktaak. Als
Sorteren is ingesteld op Uit, wordt een lege
pagina ingevoegd tussen alle sets van
afgedrukte pagina's (alle pagina's 1, alle
pagina's 2, enzovoort). Als Sorteren is
ingesteld op Aan, wordt een lege pagina
ingevoegd na elk gesorteerd exemplaar
van dezelfde afdruktaak.
afdruktaken.
pagina's van een afdruktaak. Dit is nuttig
als u transparanten afdrukt of pagina's voor
aantekeningen in een document wilt
opnemen.
Bron
scheidingspagina
N/vel afdrukkenHiermee drukt u meerdere pagina’s af
Hiermee geeft u aan uit welke
papierlade de scheidingspagina's
moeten worden geladen.
op één zijde van het papier. Dit wordt
ook wel n per vel of papierbesparing
genoemd.
Lade <x> (Lade 1*)Hiermee haalt u de scheidingspagina's uit
de opgegeven lade.
U-laderHiermee selecteert u de
scheidingspagina's uit de universeellader.
Opmerking: U moet ook het menu-item
U-lader configureren instellen op Cassette.
Uit* Hiermee drukt u één paginabeeld per zijde
af.
2 per velHiermee drukt u twee paginabeelden per
zijde af.
3 per velHiermee drukt u drie paginabeelden per
zijde af.
4 per velHiermee drukt u vier paginabeelden per
zijde af.
6 per velHiermee drukt u zes paginabeelden per
zijde af.
9 per velHiermee drukt u negen paginabeelden per
zijde af.
12 per velHiermee drukt u twaalf paginabeelden per
zijde af.
16 per velHiermee drukt u zestien paginabeelden per
zijde af.
22
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
N/vel volgordeHiermee bepaalt u de positie van
afgebeelde pagina's als er meerdere
pagina’s op een vel worden afdrukt.
De positie hangt af van het aantal
afbeeldingen en de afdrukstand van de
afbeeldingen (staand of liggend).
Als u bijvoorbeeld 4 per vel selecteert in de afdrukstand staand, is het resultaat afhankelijk van de waarde die u
kiest voor N/vel volgorde:
een vel waarop meerdere pagina's
worden afgedrukt.
N/vel-randHiermee drukt u een rand af rond elk
paginabeeld wanneer N/vel afdrukken
wordt gebruikt.
Taak nietenHiermee stelt u nieten in als standaard
voor alle afdruktaken.
Opmerking: Wordt alleen weergegeven
als u een optionele finisher hebt
geïnstalleerd.
Opmerking: Selecteer nieten in het
printerstuurprogramma als u alleen
specifieke afdruktaken wilt nieten.
31
42
Auto*De printer kiest automatisch tussen de
Lange zijdeHiermee stelt u de lange zijde van het
Korte zijdeHiermee stelt u de korte zijde van het
Geen*Hiermee drukt u geen rand af rond de
EffenHiermee drukt u een effen rand af rond de
Uit*Afdruktaken worden niet geniet.
Auto
Voor
Achter
Dubbel
12
34
afdrukstanden staand en liggend.
papier in als bovenzijde (liggend).
papier in als bovenzijde (staand).
afgebeelde pagina’s.
afgebeelde pagina’s.
Gebaseerd op informatie vanuit het
printerstuurprogramma of de
toepassingssoftware word t elke afdruktaak
geniet.
13
24
PerforerenHierme e perforeert u het papier aan de
zijkant.
Opmerking: Wordt alleen weergegeven
als u een optionele finisher hebt
geïnstalleerd.
PerforatiemodusHiermee perforeert u het papier aan de
zijkant.
Opmerking: Wordt alleen weergegeven
als u een optionele finisher hebt
geïnstalleerd.
Uit*Afdruktaken worden niet geperforeerd.
AanHiermee laat u alle afdruktaken perforeren.
2
3*
2
4*
Wordt alleen weergegeven als u een
finisher voor 3 perforaties hebt
geïnstalleerd.
Wordt alleen weergegeven als u een
finisher voor 4 perforaties hebt
geïnstalleerd.
23
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Pagina's
verschuiven
Hiermee verschuift u de uitvoer van elke
afdruktaak of elk exemplaar van een
afdruktaak, zodat de documenten die in
de uitvoerlade van de finisher zijn
gestapeld, eenvoudiger zijn te scheiden.
Opmerking: Wordt alleen weergegeven
als u een optionele finisher hebt
geïnstalleerd.
Geen*Hier mee stapelt u alle vellen direct boven
op elkaar.
Tussen exemplarenHiermee verschuift u elk exemplaar van
een afdruktaak.
Tussen takenHiermee verschuift u elke afdruktaak.
Menu Kwaliteit
Gebruik deze menuselectie om instellingen te wijzigen die van invloed zijn op de afdrukkwaliteit en waarmee toner kan worden bespaard.
MenuselectieDoelWaarden
AfdrukresolutieHiermee selecteert u de resolutie van
afgedrukte uitvoer.
TonerintensiteitHiermee maakt u afdrukken lichter of
donkerder en bespaart u toner.
HelderheidHiermee past u de grijswaarden van de
afgedrukte objecten aan.
ContrastHiermee past u het contrast van de
afgedrukte objecten aan.
600 dpi
1200 dpi
2400 Image Q*
1–10 8* is de standaardinstelling.
Selecteer een lager cijfer om de afdruk
lichter te maken of om toner te besparen.
-6 – +60* is de standaardinstelling.
0–50* is de standaardinstelling.
Menu Extra
Gebruik deze menuselectie om printerinstellingen te wij zigen, taken te verwijderen, printerhardware te installeren en problemen met de
printer op te lossen.
MenuselectieDoelWaarden
Fabrieksinste llingenHiermee stelt u de printerinstellingen
opnieuw in op hun fabriekswaarden.
Niet herstellen*De gebruikersinstellingen blijven van
kracht.
Nu herstellenAlle menu-items worden opnieuw ingesteld
op de fabriekswaarden met uitzondering
van:
• Taal op display
• Alle instellingen in het menu Parallel,
Serieel, Netwerk en USB.
• Bronnen in het optionele flash-geheugen
of op de vaste schijf worden niet
verwijderd.
Opmerking: Alle bronnen (lettertypen,
macro's en symbolensets) die in het
printergeheugen (RAM) zijn gedownload,
worden verwijderd.
Wachttaken
verwijd.
Hiermee verwijdert u beveiligde taken en
Wachttaken van de vaste schijf van de
printer.
V ertrouwelijk
In wachtstand
Niet teruggezet
Alle
24
Als u een menuwaarde selecteert, is dat
alleen van invloed op de taken die zich in
de printer bevinden. Bladwijzers, taken op
apparaten met USB-flashgeheugen en
andere typen wachttaken worden niet
beïnvloed.
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Flash formatterenHiermee formatteert u het flash-
Flash
defragmenteren
geheugen.
Waarschuwing: Zet de printer niet uit
als het flash-geheugen wordt
geformatteerd.
Hiermee haalt u verloren opslagruimte
terug van bronnen die zijn verwijderd
van het flash-geheugen.
Waarschuwing: Zet de printer niet uit
tijdens de defragmentatie van het flashgeheugen.
JaHiermee verwijdert u alle gegevens uit het
Nee*Hiermee annuleert u het verzoek om het
JaHiermee brengt u alle bronnen over van het
Nee*Hiermee annuleert u het verzoek om het
flash-geheugen en maakt u dit gereed voor
ontvangst van nieuwe bronnen.
flash-geheugen te formatteren. De huidige
bronnen blijven in het flash-geheugen
staan.
flash-geheugen naar het printergeheugen
en formatteert vervolgens het
flashgeheugen. Nadat het flash-geheugen
is geformatteerd, worden de bronnen
opnieuw in het flash-geheugen geladen.
flash-geheugen te defragmenteren.
Schijf formatterenHiermee formatteert u de vaste schijf in
de printer.
Waarschuwing: Zet de printer niet uit
tijdens het formatteren van de vaste
schijf.
T ak enloggegev ensHiermee drukt u een lijst met statistieken
af van alle taken op de vaste schijf of alle
statistieken van de schijf verwijderen.
Hex TraceHelpt bij het opsporen van de bron van
een afdrukprobleem.
DekkingsindicatieGeeft een schatting van het
dekkingspercentage voor zwarte toner
op elke pagina. Deze schatting wordt op
de pagina afgedrukt.
LCD-contrastHiermee past u het contrast op het
display van het bedieningspaneel aan.
Ja Hiermee verwijdert u alle gegevens op de
vaste schijf en maakt u deze gereed voor
ontvangst van nieuwe bronnen.
Nee*Hiermee annuleert u het verzoek om de
vaste schijf te formatteren. De huidige
bronnen blijven op de schijf staan.
Afdrukken Hiermee drukt u alle statistieken over de
recentste afdruktaken af.
Wissen Hiermee verwijdert u all e taakstatistieken
van de vaste schijf.
InschakelenAls Hex Trace is geactiveerd, worden alle
gegevens die naar de printer worden
gestuurd zowel in een hexadecimale
weergave als in een tekenweergave
afgedrukt. Besturingscodes worden niet
uitgevoerd.
Opmerking: Als u Hex Trace weer wilt
verlaten, schakelt u de printer uit of stelt u
in het menu Taak de printer opnieuw in.
Uit*Het dekkingspercentage wordt niet
afgedrukt.
AanHet geschatte dekkingspercentage wordt
wel afgedrukt.
1–105* is de standaardinstelling.
Bij een hogere waarde wordt het display
lichter en bij een lagere waarde donkerder.
LCD-helderheidHiermee past u de helderheid op het
display van het bedieningspaneel aan.
1–105* is de standaardinstelling.
Bij een hogere waarde wordt het display
helderder en bij een lagere waarde minder
helder.
25
Printermenu's
Menu PDF
Gebruik deze menuselectie om de printerinstellingen te wijzigen die van invloed zijn op PDF-taken.
MenuselectieDoelWaarden
Formt passend
maken
AantekeningenHiermee geeft u op of u aantekeningen
Hiermee past u de inhoud van een
pagina aan het formaat van het
geselecteerde afdrukmateriaal aan.
in het PDF-bestand wilt afdrukken.
Ja
Nee*
Niet afdrukken*
Afdrukken
Ja – Hiermee schaalt u de pagina zodat
deze op het geselecteerde afdrukmateriaal
past.
Nee* – Hiermee schaalt u de pagina niet.
Afgedrukte tekst of afbeeldingen worden
bijgesneden als zij groter zijn dan het
geselecteerde afdrukmateriaal.
Niet afdrukken* – PDF-aantekeningen
worden niet afgedrukt.
Afdrukken – PDF-aantekeningen worden
afgedrukt.
Menu PostScript
Gebruik deze menuselectie om printerinstellinge n te wijzigen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarbij de PostScript-printertaal
wordt gebruikt.
MenuselectieDoelWaarden
PS-fout afdrukkenHiermee drukt u een analysepagina af
als een PostScript-emulatiefout is
opgetreden.
Voorkeurslettertype Hier me e bepaalt u waar de printer het
eerst naar het gewenste lettertype
zoekt.
Opmerking: Voorkeurslettertype wordt
alleen weergegeven als een
geformatteerde vaste schijf of een
geformatteerd flash-geheugen in de
printer is geïnstalleerd. Deze mag niet
beveiligd zijn tegen lezen/schrijven of
schrijven en de Buffergrootte mag niet
zijn ingesteld op 100%.
Uit*Hiermee verwijdert u de afdruktaak zonder
een foutbericht af te drukken.
AanHiermee drukt u een foutbericht af en
verwijdert u de afdruktaak.
Intern*De printer zoekt eerst in het geheugen naar
het gewenste lettertype en daarna in het
flash-geheugen of op de vaste schijf.
Flash/schijfDe printer zoekt eerst op de vaste schijf en
in het flash-geheugen naar het gewenste
lettertype en daarna in het
printergeheugen.
26
Printermenu's
Menu PCL Emul
Gebruik deze menuselectie om printerinstellingen te wijzigen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarbij de PCL-printertaal wordt
gebruikt.
MenuselectieDoelWaarden
LettertypebronHiermee bepaalt u welke lettertypen
worden weergegeven in het menu-item
Lettertypenaam.
Intern*Hiermee geeft u alle interne lettertypen
weer die in de fabriek in het RAM van de
printer zijn geladen.
LettertypenaamHiermee kiest u een lettertype uit de
opgegeven lettertypebron.
SymbolensetHiermee kiest u een symbolense t voor
een geselecteerde lettertypenaam.
SchijfHiermee geeft u alle lettertypen weer die
FlashHiermee geeft u alle lettertypen in het
LaadbaarHiermee geeft u alle lettertypen weer die
AlleHiermee geeft u alle beschikbare
R0 Courier*De lettertypenaam en de lettertype-ID
10U PC-8* (VS)
(land- en regiospecifieke
fabriekswaarden)
12U PC-850* (niet-VS)
(land- en regiospecifieke
fabriekswaarden)
op de vaste schijf van de printer zijn
opgeslagen.
flash-geheugen weer.
vanuit andere bronnen in het RAM zijn
geladen.
lettertypen uit alle bronnen weer.
van alle lettertypen in de geselecteerde
lettertypebron worden weergegeven.
De afkorting van de naam van de
lettertypebron is R voor Intern, F voor
Flash, K voor Schijf en D voor Laadbaar.
Een symbolenset is een set alfabetische
en numerieke tekens, interpunctietekens
en speciale symbolen die worden
gebruikt als u in een bepaald lettertype
afdrukt. Symbolensets ondersteunen de
verschillende vereisten voor talen of
specifieke toepassingen, zoals
wiskundige symbolen voor
wetenschappelijke teksten. Alleen
symbolensets die worden ondersteund
door de geselecteerde lettertypenaam,
worden weergegeven.
27
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Instellingen voor
PCL-emulatie
Hiermee wijzigt u de puntgrootte van
schaalbare typografische lettertypen.
Hiermee geeft u de lettertypepitch op
voor schaalbare lettertypen met een
vaste tekenafstand (monogespatieerd).
Hiermee geeft u op in welke stand de
tekst en afbeeldingen op de pagina
worden afgedrukt.
Hiermee bepaalt u het aantal regels dat
per pagina wordt afgedrukt.
Puntgrootte:
1,00–1008,00 (12*)
Pitch:
0,08–100,00 (10*)
Afdrukstand:
Staand*
Liggend
Regels per pagina
1–255
60* (VS)
64* (niet-VS)
Puntgrootte heeft betrekking op de
hoogte van de tekens in het lettertype.
Eén punt is ongeveer gelijk aan 0,35 mm.
U kunt voor de puntgrootte een waarde
selecteren tussen 1 en 1008 punten, in
veelvouden van 0,25 punten.
Opmerking: De puntgrootte wordt alleen
weergegeven voor typografische
lettertypen.
Pitch heeft betrekking op het aantal
niet-proportionele tekens per inch
(in horizontale richting). U kunt een pitch
selecteren met een waarde tussen 0,08
en 100 tekens per inch (cpi, characters
per inch), in veelvouden van 0,01 cpi.
Voor niet-schaalbare, monogespatieerde
lettertypen wordt de pitch wel
weergegeven, maar kunt u deze niet
wijzigen.
Opmerking: De pitch wordt alleen
weergegeven voor vaste
(monogespatieerde) lettertypen.
Hiermee drukt u de tekst en afbeeldingen
evenwijdig aan de korte zijde van het
papier af.
Hiermee drukt u de tekst en afbeeldingen
evenwijdig aan de lange zijde van het
papier af.
De ruimte tussen de regels (verticale
regelafstand) wordt automatisch
ingesteld op basis van de instellingen
voor regels/pagina, papierformaat en
afdrukstand. Selecteer het juiste
papierformaat en de juiste afdrukstand
voordat u het aantal regels per pagina
instelt.
Hiermee selecteert u de breedte van de
logische pagina op A4-papier.
Hiermee geeft u op of de printer
automatisch een harde return moet
geven na de opdracht om naar een
nieuwe regel te gaan.
Hiermee geeft u op of de printer
automatisch op een nieuwe regel moet
beginnen na een opdracht voor een
harde return.
A4-breedte:
198 mm*
203 mm
Automatisch HR na NR:
Uit*
Aan
Automatisch NR na HR:
Uit*
Aan
28
Opmerking: Met de instelling voor
203 mm wordt de logische pagina breed
genoeg om tachtig 10-pitch tekens af te
drukken.
Uit – De printer voert geen harde return
uit na de opdracht voor een nieuwe regel.
Aan – De printer voert een harde return
uit na de opdracht voor een nieuwe regel.
Uit – De printer voert geen nieuwe regel
uit na de opdracht voor een harde return.
Aan – De printer voert een nieuwe regel
uit na de opdracht voor een harde return.
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Lade-nr. wijzigenHiermee co nfigureert u de printer
zodanig dat deze werkt met
printerstuurprogramma's of
toepassingen die andere laden als
papierbron hebben gedefinieerd.
Opmerking: Raadpleeg de Technical
Reference voor meer informatie over het
toewijzen van nummers aan bronnen.
Waarde U-lader:
Uit*
Geen
0–199
Waarde lade [x]:
Uit*
Geen
0–199
Uit – De printer gebruikt de
fabrieksinstellingen voor de papierbron.
Geen – De papierbron negeert de
opdracht voor het selecteren van de
papierinvoer.
0–199 – Selecteer een numerieke
waarde als u een aangepaste waarde wilt
toewijzen aan een papierbron.
Uit – De printer gebruikt de
fabrieksinstellingen voor de papierbron.
Geen – De papierbron negeert de
opdracht voor het selecteren van de
papierinvoer.
0–199 – Selecteer een numerieke
waarde als u een aangepaste waarde wilt
toewijzen aan een papierbron.
Waarde handinv:
Uit*
Geen
0–199
Waarde env. (handm.):
Uit*
Geen
0–199
FabrieksinstellingHiermee wordt de fabrieksinstelling
Std.instell. herstellenSelecteer Ja om alle ladetoewijzingen
Uit – De printer gebruikt de
fabrieksinstellingen voor de papierbron.
Geen – De papierbron negeert de
opdracht voor het selecteren van de
papierinvoer.
0–199 – Selecteer een numerieke
waarde als u een aangepaste waarde wilt
toewijzen aan een papierbron.
Uit – De printer gebruikt de
fabrieksinstellingen voor de papierbron.
Geen – De papierbron negeert de
opdracht voor het selecteren van de
papierinvoer.
0–199 – Selecteer een numerieke
waarde als u een aangepaste waarde wilt
toewijzen aan een papierbron.
weergegeven voor elke papierbron.
weer op de fabriekswaarden in te stellen.
29
Printermenu's
Menu HTML
Deze menuselectie wordt gebruikt om de HTML-instellingen voor de printer te wijzigen.
MenuselectieDoelWaarden
LettertypenaamHiermee stelt u het standaardlettertype
voor HTML-documenten in.
Opmerking: Times wordt gebruikt in
HTML-documenten waarin geen
lettertype wordt opgegeven.
Albertus MT
Antique Olive
Apple Chancery
Arial MT
Avant Garde
Bodoni
Bookman
Chicago
Clarendon
Cooper Black
Copperplate
Coronet
Courier
Eurostile
Garamond
Geneva
Gill Sans
Goudy
Helvetica
Hoefler Text
Intl CG Times
Intl Courier
Intl Univers
Joanna MT
Letter Gothic
Lubalin Graph
Marigold
MonaLisa Recut
Monaco
New CenturySbk
New York
Optima
Oxford
Palatino
StempelGaramnd
Taffy
Times
TimesNewRoman
Univers
Zapf Chancery
LettertypegrootteHiermee stelt u de
standaardlettertypegrootte voor HTMLdocumenten in.
SchalenHiermee stelt u het standaardlettertype
voor HTML-documenten in.
AfdrukstandHi ermee stelt u de afdrukstand voor
HTML-documenten in.
MargegrootteHiermee stelt u de paginamarge voor
HTML-documenten in.
AchtergrondenHiermee geeft u op of u achtergronden
in HTML-documenten wilt afdrukken.
1 pt–255 pt (12 pt*) U kunt voor de puntgrootte een waarde
1%–400% (100%*)U kunt voor de schaalgrootte een waarde
Staand*
Liggend
8 mm–255 mm
(19 mm*)
Afdrukken*
Niet afdrukken
selecteren tussen 1 en 255 punten, in
stappen van 1 punt.
selecteren tussen 1 en 100%, in stappen
van 1%.
Staand* – Hiermee drukt u de tekst en
afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde
van het papier af.
Liggend – Hiermee drukt u de tekst en
afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde
van het papier af.
U kunt voor de marge een waarde instellen
tussen 8 en 255 mm, in stappen van 1 mm.
Afdrukken* – Hiermee worden HTML-
achtergronden afgedrukt.
Niet afdrukken – Hiermee worden HTML-
achtergronden niet afgedrukt.
30
Printermenu's
Menu Afbeelding
Deze menuselectie wordt gebruikt om het formaat of de afdrukstand van een afgedrukte afbeelding te wijzigen of om een afgedrukte
afbeelding om te keren.
MenuselectieDoelWaarden
Autom. aanpassenHiermee selecteert u optimale waarden
voor papierformaat, schaling en
afdrukstand.
Aan*
Uit
Opmerking: Als deze optie wordt ingesteld
op Aan, wordt de instelling voor de schaling
genegeerd en kan de instelling voor de
afdrukstand voor sommige afbeeldingen
worden genegeerd.
OmkerenHiermee keert u tweekleurige
monochrome afbeeldingen om.
SchalingHiermee schaalt u de afbeelding zodat
deze past op het afdrukmateriaal.
AfdrukstandHi ermee stelt u de afdrukstand van een
afbeelding in.
Aan
Uit*
Linkerbvnhoek verank.
Meest gelijkend*
Midden verankeren
Hgte/breedte passend
Aanpassen aan hoogte
Aanpassen breedte
aanpassen is ingesteld op Aan, wordt
Schaling automatisch ingesteld op Meest
gelijkend.
Staand* – Hiermee drukt u de tekst en
afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde
van het papier af.
Liggend – Hiermee drukt u de tekst en
afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde
van het papier af.
Beveiliging
Deze menuselectie wordt gebruikt om beveiligingsniveaus in te stellen voor individuele afdruktaken waarvoor een PIN-code is vereist en
waarbij een geïnstalleerde vaste schijf wordt beveiligd.
MenuselectieDoelWaarden
Max. ongeldige PIN Hiermee beperkt u het aantal keren dat
een ongeldige PIN-code kan worden
ingevoerd.
Vervaltijd taakHiermee beperkt u de duur dat een
beveiligde taak in de printer blijft staan
voordat de taak wordt verwijderd.
Uit*
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Uit*
1 uur
4 uur
24 uur
1 week
• Deze menuselectie wordt alleen
weergegeven als er een optionele vaste
schijf is geïnstalleerd.
• In de printer wordt een aantal
opeenvolgende keren geteld dat een
ongeldige PIN-code wordt ingevoerd
voor een gebruikersnaam.
• Wanneer de limiet is bereikt, worden de
taken voor de desbetreffende
gebruikersnaam verwijderd.
31
Printermenu's
Netwerk/poorten
TCP/IP
Deze menuselectie wordt gebruikt om de TCP/IP-instellingen (Tr ansmission Control Protocol/Internet Protocol) te bekijken of te wijzigen.
Opmerking: Dit menu wordt niet weergegeven bij modellen zonder netwerkondersteuning.
MenuselectieDoelWaarden
TCP/IPHiermee stelt u de netwerkoptie in op
TCP/IP (Transmission Control Protocol/
Internet Protocol)
Opmerking: Dit menu wordt niet
weergegeven bij modellen zonder
netwerkondersteuning.
Gebruik deze menuselectie om de instellingen te wijzigen van taken die via een netwerkpoort worden verstuurd (Standaardnetwerk of
Netwerk <x>).
MenuselectieDoelWaarden
PCL SmartSwitchHiermee configureert u de printer zo dat
deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op
de netwerkpoort wordt vereist, ongeacht
de standaardprintertaal.
PS SmartSwitchHiermee configureert u de printer zo dat
deze automatisch overschakelt op
PostScript-emulatie als dit door een
afdruktaak op de netwerkpoort wordt
vereist, ongeacht de
standaardprintertaal.
Aan*De printer controleert de gegevens op de
netwerkinterface en selecteert PCLemulatie als dit de vereiste printertaal is.
UitDe printer controleert de binn enkomende
gegevens niet. De printer gebruikt
PostScript-emulatie om de taak te
verwerken als PS SmartSwitch is ingesteld
op Aan. Als PS SmartSwitch is ingesteld
op Uit, gebruikt de printer de
standaardprintertaal.
Aan*De printer controleert de gegevens op de
netwerkinterface en selecteert PostScriptemulatie als dit de vereiste printertaal is.
UitDe printer controleert de binn enkomende
gegevens niet. De printer gebruikt PCLemulatie om de taak te verwerken als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Aan. Als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Uit, gebruikt
de printer de standaard printertaal.
NPA-modusHiermee geeft u aan of de printer de
speciale verwerking voor bidirectionele
communicatie uitv o e rt, zoals
gedefinieerd in de specificaties van het
NPA-protocol (Network Printing
Alliance).
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt,
wordt de printer automatisch opnieuw
ingesteld.
NetwerkbufferHiermee configureert u de grootte van
de netwerkinv oe rbuffer.
Opmerking: Als u de waarde voor
Netwerkbuffer wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
Taken in bufferHiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op
de vaste schijf van de printer op voordat
deze worden afgedrukt.
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt,
wordt de printer automatisch opnieuw
ingesteld.
UitDe printer past geen NPA-verwerking toe.
Auto*De printer controleert welke indeling de
Auto*De printer berekent automatisch de grootte
3K tot maximum
toegestane grootte
(in stappen van 1k)
Uit*Hiermee slaat u geen taken op in de buffer
AanHiermee slaat u afdruktaken op in de buffer
AutoHiermee slaat u afdruktaken alleen op in de
gegevens hebben. Als de binnenkomende
gegevens niet uit NPA-pakketten bestaat,
wordt de informatie als niet-NPA aan de
printer doorgegeven.
van de netwerkbuffer (aanbevolen
instelling).
De gebruiker geeft de grootte van de
netwerkbuffer op. De maximumgrootte
hangt af van de hoeveelheid geheugen in
de printer, de grootte van de andere
koppelingsbuffers en of u het menu-item
Bronnen opslaan hebt ingesteld op Aan of
Uit. Als u het bereik van de netwerkbuffer
wilt maximaliseren, kunt u de parallelle
buffer, de seriebuffer en de USB-buffer
uitschakelen of kleiner maken.
op de vaste schijf.
op de vaste schijf.
buffer als de printer bezig is met de
verwerking van gegevens uit een andere
invoerpoort.
33
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Mac binair PSHiermee configureert u de printer voor
de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh.
AanDe printer verwerkt ruwe binaire
UitDe printer filtert PostScript-afdruktaken met
PostScript-afdruktaken die afkomstig zijn
van Macintosh-computers.
Opmerking: Door deze instelling worden
afdruktaken die afkomstig zijn van een
Windows-pc, vaak niet goed afgedrukt.
een standaardprotocol.
Auto*De printer verwerkt afdruktaken van zowel
Macintosh- als Windows-computers.
Standaard USB en USB <x>
In het menu USB kunt u de printerinstellingen wijzigen voor een USB-poort (Universal Serial Bus) (USB <x>).
MenuselectieDoelWaarden
PCL SmartSwitchHiermee configureert u de printer zo dat
deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op
de USB-poort wordt vereist, ongeacht
de standaardprintertaal.
PS SmartSwitchHiermee configureert u de printer zo dat
deze automatisch overschakelt op
PostScript-emulatie als dit door een
afdruktaak op de USB-poort wordt
vereist, ongeacht de
standaardprintertaal.
Aan*De printer controleert de gegevens op de
USB-poort en selecteert PCL-emulatie als
dit de vereiste printertaal is.
UitDe printer controleert de binn enkomende
gegevens niet. De printer gebruikt
PostScript-emulatie om de taak te
verwerken als PS SmartSwitch is ingesteld
op Aan. Als PS SmartSwitch is ingesteld
op Uit, gebruikt de printer de
standaardprintertaal.
Aan*De printer controleert de gegevens op de
USB-interface en selecteert PostScriptemulatie als dit de vereiste printertaal is.
UitDe printer controleert de binn enkomende
gegevens niet. De printer gebruikt PCLemulatie om de taak te verwerken als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Aan. Als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Uit, gebruikt
de printer de standaard printertaal.
NPA-modusHiermee geeft u aan of de printer de
speciale verwerking voor bidirectionele
communicatie uitv o e rt, zoals
gedefinieerd in de specificaties van het
NPA-protocol (Network Printing
Alliance).
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt,
wordt de printer automatisch opnieuw
ingesteld.
UitDe printer past geen NPA-verwerking toe.
AanAlle gegevens die door de printer worden
ontvangen, moeten worden aangeboden in
NPA-pakketten. Alle gegevens die niet in
pakketvorm worden ontvangen, worden als
ongeldig geweigerd.
Auto*De printer controleert welke indeling de
gegevens hebben. Als de binnenkomende
gegevens niet uit NPA-pakketten bestaat,
wordt de informatie als niet-NPA aan de
printer doorgegeven.
34
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
USB-bufferHiermee configureert u de grootte van
de USB-inv o erbuffer.
Opmerking: Als u de waarde voor USB-
buffer wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
Taken in bufferHiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op
de vaste schijf van de printer op voordat
deze worden afgedrukt.
Opmerking: Als u de waarde voor
Taken in buffer wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
Mac binair PSHiermee configureert u de printer voor
de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh.
UitgeschakeldDe taakbuffer wordt uitgeschakeld.
Auto*De printer berekent automatische de
3K tot maximum
toegestane grootte
Uit*Hiermee slaat u geen afdruktaken op in de
AanHiermee slaat u afdruktaken op in de buffer
AutoHiermee slaat u afdruktaken alleen op in de
UitDe printer verwerkt ruwe binaire
AanDe printer filtert PostScript-afdruktaken met
Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn
opgenomen, worden afgedrukt voordat het
normaal verwerken van nieuwe
afdruktaken wordt hervat.
grootte van de USB-buffer (aanbev olen
instelling).
De gebruiker geeft de grootte van de USBbuffer op . De maximumgrootte hangt af v an
de hoeveelheid geheugen in de printer, de
grootte van de andere koppelingsbuffers en
of u het menu-item Bronnen opslaan hebt
ingesteld op Aan of Uit. Als u het bereik
van de USB-buffer wilt maximaliseren, kunt
u de parallelle buffer, de serie- en de
netwerkbuffer uitschakelen of kleiner
maken.
buffer op de vaste schijf.
op de vaste schijf.
buffer als de printer bezig is met de
verwerking van gegevens uit een andere
invoerpoort.
PostScript-afdruktaken die afkomstig zijn
van Macintosh-computers.
Opmerking: Door deze instelling worden
afdruktaken die afkomstig zijn van een
Windows-pc, vaak niet goed afgedrukt.
een standaardprotocol.
ENA-adresHiermee stelt u het ENA-adres van de
USB-poort in.
ENA-netmaskerHiermee stelt u het ENA-netmasker van
de USB-poort in.
ENA-gatewayHiermee stelt u de ENA-gateway van de
USB-poort in.
Auto*De printer verwerkt afdruktaken van zowel
Macintosh- als Windows-computers.
IP-adres met 4 veldenWordt alleen weergegeven als een ENA is
aangesloten via de USB-poort.
35
Printermenu's
Parallel en Parallel <x>
Gebruik deze menuselectie om de printerinstelling en te wijzigen van taken die via een parallelle poort worden verstuurd (Standaard
parallel of Parallel <x>).
MenuselectieDoelWaarden
PCL SmartSwitchHiermee configureert u de printer zo dat
deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op
de parallelle poort wordt vereist,
ongeacht de standaardprintertaal.
PS SmartSwitchHiermee configureert u de printer zo dat
deze automatisch overschakelt op
PostScript-emulatie als dit door een
afdruktaak op de parallelle poort wordt
vereist, ongeacht de
standaardprintertaal.
Aan*De pri nter controleert de gegevens op de
parallelle interface en selecteert PCLemulatie als dit de vereiste printertaal is.
UitDe printer controleert de binnenkomende
gegevens niet. De printer gebruikt
PostScript-emulatie om de taak te
verwerken als PS SmartSwitch is ingesteld
op Aan. Als PS SmartSwitch is ingesteld op
Uit, gebruikt de printer de
standaardprintertaal.
Aan*De pri nter controleert de gegevens op de
parallelle interface en selecteert PostScriptemulatie als dit de vereiste printertaal is.
UitDe printer controleert de binnenkomende
gegevens niet. De printer gebruikt PCLemulatie om de taak te verwerken als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Aan. Als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Uit, gebruikt
de printer de standaardprintertaal.
NPA-modusHiermee geeft u aan of de printer de
speciale verwerking voor bidirectionele
communicatie uitvoert, zoals
gedefinieerd in de specificaties van het
NPA-protocol (Network Printing
Alliance).
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt,
wordt de printer automatisch opnieuw
ingesteld.
ParallelbufferHiermee configureert u de grootte van
de parallelle invoerbuffer.
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt,
wordt de printer automatisch opnieuw
ingesteld.
AanAlle gegevens die door de printer worden
UitDe printer past geen NPA-verwerking toe.
Auto*De printer controleert welke indeling de
UitgeschakeldSchakelt de taakbuffer uit. Afdruktaken die
Auto*De printer berekent automatische de
3K tot maximum
toegestane grootte
ontvangen, moeten worden aangeboden in
NPA-pakketten. Alle gegevens die niet in
pakketvorm worden ontvangen, worden als
ongeldig geweigerd.
gegevens hebben. Als de binnenkomende
gegevens niet uit NPA-pakketten bestaat,
wordt de informatie als niet-NPA aan de
printer doorgegeven.
al in de schijfbuffer zijn opgenomen,
worden afgedrukt voordat het normaal
verwerken van nieuwe afdruktaken wordt
hervat.
grootte van de parallelbuffer (aanbevolen
instelling).
De gebruiker geeft de grootte van de
parallelbuffer op. De maximumgrootte
hangt af van de hoeveelheid geheugen in
de printer, de grootte van de andere
koppelingsbuffers en of u het menu-item
Bronnen opslaan hebt ingesteld op Aan of
Uit. Als u het bereik voor de parallelbuffer
wilt maximaliseren, kunt u de serie- en
USB-buffer uitschakelen of kleiner maken.
36
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Taken in bufferHiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op
de vaste schijf van de printer op voordat
deze worden afgedrukt.
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt,
wordt de printer automatisch opnieuw
ingesteld.
Status UitgebreidHiermee schakelt u bidirectionele
communicatie via de parallelle interface
in.
ProtocolHiermee geeft u een protocol op voor de
parallelle interface.
Uit*Hiermee slaat u geen afdruktaken op in de
AanHiermee slaat u afdruktaken op in de buffer
AutoHiermee slaat u afdruktaken alleen op in de
UitSchakelt onderhandeling op de parallelle
Aan*Schakelt bidirectionele communicatie via
StandaardKan een aantal problemen met de parallelle
Fastbytes*Biedt compatibiliteit met de meeste
buffer op de vaste schijf.
op de vaste schijf.
buffer als de printer bezig is met de
verwerking van gegevens uit een andere
invoerpoort.
hardware-initialisatieverzoeken van de
computer honoreert. De computer doet
een initialisatieverzoek door het INITsignaal op de parallelle interface te
activeren. Veel computers activeren het
INIT-signaal telkens opnieuw als de
computer wordt aan- of uitgezet.
Parallelle modus 2Hiermee bepaalt u hoe de gegevens van
de parallelle poort worden gesampled
aan de voor- of achterkant van de
strobe.
Mac binair PSHiermee configureert u de printer voor
de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh.
Uit*De printer honoreert geen hardware-
initialisatieverzoeken van de computer.
AanDe printer honoreert hardware-
initialisatieverzoeken van de computer.
Aan*Hiermee samplet u gegevens op de
parallelle poort aan de voorkant van de
strobe.
UitHiermee samplet u gegevens op de
parallelle poort aan de achterkant van de
strobe.
AanDe printer verwerkt ruwe binaire
PostScript-afdruktaken die afkomstig zijn
van Macintosh-computers.
Opmerking: Door deze instelling worden
afdruktaken die afkomstig zijn van een
Windows-pc, vaak niet goed afgedrukt.
UitDe printer filtert PostScript-afdruktaken met
een standaardprotocol.
Auto*De printer verwerkt afdruktaken van zowel
Macintosh- als Windows-computers.
37
Printermenu's
Serieel <x>
Gebruik deze menuselectie om printerinstellinge n te wijzigen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden
via een optionele parallelle poort.
MenuselectieDoelWaarden
PCL SmartSwitchHiermee configureert u de printer zo dat
deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op
de seriële poort wordt vereist, ongeacht
de standaardprintertaal.
PS SmartSwitchHiermee configureert u de printer zo dat
deze automatisch overschakelt op
PostScript-emulatie als dit door een
afdruktaak op de seriële poort wordt
vereist, ongeacht de
standaardprintertaal.
NPA-modusHiermee geeft u aan of de printer de
speciale verwerking voor bidirectionele
communicatie uitv o e rt, zoals
gedefinieerd in de specificaties van het
NPA-protocol (Network Printing
Alliance).
Opmerking: Als u dit menu-item wijzigt,
wordt de printer automatisch opnieuw
ingesteld.
Seriële bufferHiermee configureer t u de grootte van
de seriële invoerbuffer.
Opmerking: Als u de waarde voor
Seriële buffer wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
Aan*
Uit
Aan*
Uit
AanAlle gegevens die door de printer worden
UitDe printer past geen NPA-verwerking toe.
Auto*De printer controleert welke indeling de
UitgeschakeldSchakelt de taakbuffer uit. Afdruktaken die
Auto*De printer berekent automatische de
3K tot maximum
toegestane grootte
Aan* – De printer controleert de gegevens
op de seriële interface en selecteert PCLemulatie als dit de vereiste printertaal is.
Uit – De printer controleert de
binnenkomende gegevens niet. De printer
gebruikt PostScript-emulatie om de taak te
verwerken als PS SmartSwitch is ingesteld
op Aan. Als PS SmartSwitch is ingesteld
op Uit, gebruikt de printer de
standaardprintertaal.
Aan* – De printer controleert de gegevens
op de seriële interface en selecteert
PostScript-emulatie als dit de vereiste
printertaal is.
Uit – De printer controleert de
binnenkomende gegevens niet. De printer
gebruikt PCL-emulatie om de taak te
verwerken als PCL SmartSwitch is
ingesteld op Aan. Als PCL SmartSwitch is
ingesteld op Uit, gebruikt de printer de
standaardprintertaal.
ontvangen, moeten worden aangeboden in
NPA-pakketten. Alle gegevens die niet in
pakketvorm worden ontvangen, worden als
ongeldig geweigerd.
gegevens hebben. Als de binnenkomende
gegevens niet uit NPA-pakketten bestaat,
wordt de informatie als niet-NPA aan de
printer doorgegeven.
al in de schijfbuffer zijn opgenomen,
worden afgedrukt voordat het normaal
verwerken van nieuwe afdruktaken wordt
hervat.
grootte van de seriële buffer (aanbevolen
instelling).
De gebruiker geeft de grootte van de
seriële buffer op. De maximumgrootte
hangt af van de hoeveelheid geheugen in
de printer, de grootte van de andere
koppelingsbuffers en of u het menu-item
Bronnen opslaan hebt ingesteld op Aan of
Uit. Als u de seriële buffer wilt
maximaliseren, kunt u de parallel- en
USB-buffer uitschakelen of kleiner maken.
38
Printermenu's
MenuselectieDoelWaarden
Taken in bufferHiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op
de vaste schijf van de printer op voordat
deze worden afgedrukt.
Opmerking: Als u de waarde voor
Taken in buffer wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
Serieel protocolHiermee selecteert u de waarden van de
hardware- en software-handshaking
voor de seriële interface.
Uit*Hiermee slaat u geen afdruktaken op in de
AanHiermee slaat u afdruktaken op in de buffer
AutoHiermee slaat u afdruktaken alleen op in de
DTR*Hardware-handshaking
DTR/DSRHardware-handshaking
XON/XOFFSoftware-handshaking
XON/XOFF/DTRGecombineerde hardware- en software-
buffer op de vaste schijf.
op de vaste schijf.
buffer als de printer bezig is met de
verwerking van gegevens uit een andere
invoerpoort.
handshaking
Robust XONHiermee bepaalt u of de printer zijn
beschikbaarheid meldt aan de computer.
Dit menu-item is alleen van toepassing
op de seriële poort als Serieel protocol
is ingesteld op XON/XOFF.
BaudHiermee geeft u op met welke snelheid
gegevens via de seriële poort kunnen
worden ontvangen.
Opmerking: De baudwaarden 138200,
172800, 230400 en 345600 worden
weergegeven in het menu STD.
SERIEEL. Deze waarden worden niet
weergegeven in de menu's SERIEEL
OPTIE 1, SERIEEL OPTIE 2 of
SERIEEL OPTIE 3.
XONXOFF/DTRDSRGecombineerde hardware- en software-
handshaking
Uit*De printer wacht op gegevens van de
computer.
AanDe printer zendt continu een stroom XON's
naar de hostcomputer om te melden dat de
seriële poort gereed is om meer gegevens
te ontvangen.
gebruikmaakt van het DSR-signaal
(Data Set Ready). DSR is een van de
handshaking-signalen die worden
gebruikt voor de meeste seriële
interfacekabels.
DSR wordt door de seriële interface
gebruikt om onderscheid te maken
tussen gegevens die door de computer
zijn verzonden en gegevens die zijn
veroorzaakt door elektrische ruis in de
seriële kabel. Deze elektrische ruis kan
tot gevolg hebben dat er ongewenste
tekens worden afgedrukt. Stel deze
optie in op Aan om te voorkomen dat er
ongewenste tekens worden afgedrukt.
Uit*Alle gegevens die op de seriële poort
AanAlleen gegevens die met een hoog
NetWare
Gebruik deze menuselectie om de NetWare-instellingen voor de printer te wijzigen.
MenuselectieDoelWaarden
worden ontvangen, worden als geldig
beschouwd.
DSR-signaal worden ontvangen, worden
als geldig beschouwd.
Aanmeld.naam
weerg.
Afdrukmod. weerg.Hiermee geeft u de toegewezen
Netwerknr.
weergeven
InschakelenHi ermee schakelt u de NetWare-functie
Ethernet 802.2Hiermee stelt u de waarde voor Ethernet
Ethernet 802.3Hiermee stelt u de waarde voor Ethernet
Ethernet Type IIHiermee stelt u de waarde voor Ethernet
Ethernet SNAPHiermee stelt u de waarde voor Ethernet
Packet BurstHiermee stelt u de waarde voor Packet
NSQ/GSQ-modusHiermee stelt u de waarde voor de NSQ /
Hiermee geeft u de toegewezen
NetWare-aanmeldingsnaam weer.
NetWare-afdrukmodus weer.
Hiermee geeft u het toegewezen
NetWare-nummer weer.
in of uit.
802.2 in op Aan of Uit.
802.3 in op Aan of Uit.
Type II in op Aan of Uit.
SNAP in op Aan of Uit.
Burst in op Aan of Uit.
GSQ-modus in op Aan of Uit.
Als u Aanmeld.naam weerg. selecteert, wordt de NetWare-naam
weergegeven op het bedieningspaneel.
Als u Afdrukmod. weerg. selecteert, wordt de NetWare-afdrukmodus
weergegeven op het bedieningspaneel.
Als u Netwerknr. weergeven selecteert, wordt het NetWarenetwerknummer weergegeven op het bedieningspaneel.
Aan
Uit
Aan*
Uit
Aan*
Uit
Aan*
Uit
Aan*
Uit
Aan
Uit*
Aan
Uit*
Aan – Hiermee schakelt u de NetWare-
functie in.
Uit – Hiermee schakelt u de NetWare-
functie uit.
40
Printermenu's
AppleTalk
Gebruik deze menuselectie om de AppleTalk-instellingen voor de printer te wijzigen.
MenuselectieDoelWaarden
Naam weergevenHiermee geeft u de toegewezen
AppleTalk-naam weer.
Adres weergevenHiermee geeft u het toegewezen
AppleTalk-adres weer.
InschakelenHiermee schakelt u de AppleTalk-functie
in of uit.
Zone instellen *Hiermee geeft u een lijst weer met zones
in het netwerk.
Als u Naam weergeven selecteert, wordt de AppleTalk-naam
weergegeven op het bedieningspaneel.
Als u Adres weergeven selecteert, wordt de AppleTalk-naam
weergegeven op het bedieningspaneel.
Aan
Uit
Standaard is de standaardzone voor het netwerk. Als geen
standaardzone beschikbaar is in het netwerk, wordt * gebruikt als
standaard.
LexLink
Gebruik deze menuselectie om de LexLink-instellingen voor de printer te wijzigen.
MenuselectieDoelWaarden
Bijnaam weergeven Hiermee geeft u de toegewezen
LexLink-bijnaam weer.
InschakelenHiermee schakelt u de LexLink-functie in
of uit.
Als u Bijnaam weergeven selecteert, wordt de LexLink-bijnaam
weergegeven op het bedieningspaneel.
Aan
Uit
Aan – Hiermee schakelt u de AppleTalk-
functie in.
Uit – Hiermee schakelt u de AppleTalkfunctie uit.
Aan – Hiermee schakelt u de LexLink-
functie in.
Uit – Hiermee schakelt u de LexLinkfunctie uit.
41
Printermenu's
Help
Deze menuselectie wordt gebruikt om een aantal of alle van de beschikbare pagina's in het menu Help af te drukken. Deze pagina's
bevatten inf ormatie over printeraansluitingen, afdrukkwaliteit, tips over papier en supplies.
Opmerking: Als het bedieningspaneel wordt ingesteld op een andere taal, wordt het document afgedrukt in het Engels.
De Help-pagina's kunnen worden afgedrukt in de volgende talen:
Alles afdrukkenHiermee drukt u alle onderwerpen in het
menu Help af.
Nadat u dit item hebt geselecteerd, worden de pagina's van het
menu Help afgedrukt en krijgt de printer de status Gereed.
AfdrukkwaliteitHiermee drukt u het onderwerp
Handleiding voor
afdrukken
Handleiding voor
supplies
AfdrukmediaHiermee drukt u het onderwerp
AfdrukstoringenHiermee drukt u de pagina
MenuoverzichtHiermee drukt u het onderwerp
Handleiding met
informatie
Handleiding voor
aansluitingen
TransportHiermee drukt u het onderwerp
Afdrukkwaliteit af.
Hiermee drukt u het onderwerp
Handleiding voor afdrukken af.
Hiermee drukt u het onderwerp
Handleiding voor supplies af.
Afdrukmedia af.
Afdrukstoringen af.
Menuoverzicht af.
Hiermee drukt u het onderwerp
Handleiding met informatie af.
Hiermee drukt u het onderwerp
Handleiding voor aansluitingen af.
Transport af.
Nadat u dit item hebt geselecteerd, wordt het onderwerp in het
menu Help afgedrukt en krijgt de printer de status Gereed.
42
Printerberichten
Op het bedieningspaneel worden berichten weergegeven over de huidige werkstand van de printer en mogelijke problemen die opgelost
moeten worden. In dit onderdeel krijgt u een overzicht van alle printerberichten, wat ze betekenen en hoe u ze kunt wissen.
De volgende tabel bevat de berichten in alfanumerieke volgorde. U kunt een bericht ook zoeken met behulp van de index.
BerichtActie
AfdrukkenWacht tot het bericht is verdwenen.
Alle beveiligde taken verwijderen• Voor het verwijderen van alle beveiligde taken, drukt u op totdat Doorgaan
verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Druk op om de bewerking te annuleren.
Alles verwijderen• Voor het verwijderen van alle wachttaken, drukt u op totdat Doorgaan
verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Druk op om de bewerking te annuleren.
Annuleren niet beschikbaarWacht tot het bericht is verdwenen.
Beheer op afstand actief NIET
UITZETTEN
BezigWacht tot het bericht is verdwenen of annuleer de afdruktaak.
Bezig met afdrukken vanaf USB-
station NIET VERWIJDEREN
Bezig met annulerenWacht tot het bericht is verdwenen.
Bezig met prg. systeemcodeWaarschuwing: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden
Bezig met reset actieve ladeWacht tot het bericht is verdwenen.
Buffer wordt gewistWacht tot het bericht is verdwenen.
Controleer <bron> papiergeleiders• Open de opgegeven lade en pas de papiergeleiders aan.
DLE's uitschakelenWacht tot het bericht is verdwenen.
ExemplarenVoer het gewenste aantal exemplaren in.
De printerinstellingen worden geconfigureerd en de pr inter is off line geplaatst om er
zeker van te zijn dat er nu geen taken worden afgewerkt en verwerkt.
Wacht tot het bericht is verdwenen.
Waarschuwing: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden
uitgezet en mag het USB-station niet worden verwijderd.
Wacht tot het bericht is verdwenen.
uitgezet.
Wacht tot het bericht is verdwenen en de printer opnieuw is ingesteld.
• V oor het negeren van de opgege ven lade, drukt u op totdat Doorgaan
verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Annuleer de huidige taak.
43
Printerberichten
BerichtActie
Fabrieksinstellingen worden hersteld Wacht tot het bericht is verdw enen.
Opmerking: Bij het opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen gebeurt het volgende:
• Alle bronnen (lettertypen, macro's, symbolensets) die in het printergeheugen zijn
geladen, worden verwijderd.
• Alle menu-instellingen worden opnieuw ingesteld op de fabriekswaarden met
uitzondering van:
– de instelling van Taal op display in het menu Instelling;
– alle instellingen in de menu's Parallel, Serieel, Netwerk, Infrarood, LocalTalk, USB
en Fax.
Flash defragmenteren NIET UITZETTENW aarschuwing: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden
Flash formatteren NIET UITZETTENWaarschuwing: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden
Flash programmerenWaarschuwing: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden
Fout bij afdrukken vanaf USB-station Wacht tot het bericht is verdwenen.
Fout lezen USB-stationWacht tot het bericht is verdwenen.
Geef PIN voor vergrnd.Voer de correcte PIN-code in om het bedieningspaneel te vergrendelen en wijzigingen
Geen herkende best.typenWacht tot het bericht is verdwenen.
Geen taken gevondenOpmerking: De viercijferige PIN-code (persoonlijk identificatienummer) die u hebt
Geen taken om te annulerenWacht tot het bericht is verdwenen.
uitgezet.
Wacht tot het bericht is verdwenen.
uitgezet.
Wacht tot het bericht is verdwenen.
uitgezet.
Wacht tot het bericht is verdwenen.
in menu-items te voorkomen.
Opmerking: Het enige ondersteund e bestandstype is PDF.
ingevoerd, is niet gekoppeld aan een beveiligde afdruktaak.
• V oor het invoeren van een andere PIN-code, drukt u op totdat Probeer het
opnieuw verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• V oor het verlaten van het scherm Voer PIN in, drukt u op totdat Annuleren
verschijnt, en drukt u vervolgens op .
Geen wachttakenWacht tot het bericht is verdwenen.
GereedStuur een afdruktaak naar de printer.
Gevraagde env. niet ondersteundDit bericht wordt weergegeven als de finisher is aangesloten en een ander formaat
Lade <x> bijna leegPlaats meer papier in de lade, zodat het bericht wordt gewist.
Lade <x> leegPlaats papier in de lade, zodat het bericht wordt gewist.
enveloppen B5 of C5 wordt gebruikt. Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de
finisher voor instructies bij het afdrukken op andere enveloppen.
• Laad de bladwijzers opnieuw
• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Laad de beveiligingscertificaten opnieuw.
• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
44
Printerberichten
BerichtActie
Lade <x> ontbreektSchuif de lade in de printer.
Leeg perforatiebak• Leeg de perforatiebak en stel de perforatieteller zo nodig opnieuw in.
• Voor het wissen van het bericht en het afdrukken zonder de perforatiefunctie te
gebruiken, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens
op .
Menu's worden ingeschakeldWacht tot het bericht is verdwenen.
Menu's worden uitgeschakeldWacht tot het bericht is verdwenen.
Opmerking: Zolang de menu’s zijn uitgeschakeld, kunnen de printerinstellingen niet
via het bedieningspaneel worden gewijzigd.
Menu's zijn uitgeschakeldDe printermenu's zijn uitgeschakeld. U kunt de printerinstellingen niet wijzigen vanaf
Menuwijzigingen worden geactiveerdWacht tot het bericht is verdwenen.
NetwerkEen netwerkinterface is de actieve communicatieverbinding.
Netwerk <x>
Netwerk <x>, <y>Een netwerkinterface is de actieve communicatieverbinding, waarbij <x> de actieve
Nietjes op/onjuist gevuld• Controleer of er nietjes vastzitten in de nietjeshouder.
OnderhoudGebruik de onderhoudskit om onderdelen te vervangen en stel de onderhoudsteller zo
Ongeldige enginecodeLaad een geldige enginecode in de printer.
Ongeldige netwerkcodeLaad een geldige code in de interne printerserver.
het bedieningspaneel.
Opmerking: U kunt wel nog een taak annuleren, een beveiligde taak afdrukken of een
taak in de wachtstand afdrukken.
• Neem contact op met de afdeling voor systeemondersteuning.
communicatieverbinding en <y> het kanaal voorstelt.
• Installeer een nieuwe nietjeshouder.
• V oor het wissen v an het bericht en het doorgaan met afdrukken zonder het papier te
nieten, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u v erv olgens op .
• Annuleer de huidige taak.
nodig opnieuw in.
Opmerking: Als dit bericht wordt weergegeven, kunt u de enginecode laden.
Opmerking: Als dit bericht wordt weergegeven, kunt u de netwerkcode laden.
Ongeldige pincodeVoer de correcte PIN-code in.
ParallelDe actieve communicatieverbinding is een parallelle interface.
Parallel <x>
Plaats invoerlade <x>Schuif de aangegeven lade volledig in de printer.
Plaats perforatiebak• Installeer de perforatiebak.
• Voor het wissen van het bericht en het afdrukken zonder de perforatiefunctie te
gebruiken, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens
op .
Plaats tonercartridgePlaats de tonercartridge. Het bericht wordt dan gewist.
45
Printerberichten
BerichtActie
Plaats uitvoerlade <x>• Zet de printer uit, haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en plaats de
aangegeven uitvoerlade. Sluit het netsnoer opnieuw aan en start de printer opnieuw.
• Annuleer de huidige taak.
Poort uitgeschakeld, verwijder USBstation
Printer is bezig
Doorgaan
Afsluiten
Printer vergrendeld, geef PIN voor
ontgrd.
Printer wordt opnieuw ingesteldWacht tot het bericht is verdwenen.
Schijf corruptDe printer heeft geprobeerd de schijf te herstellen, maar dit is niet gelukt.
Schijf programWaarschuwing: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden
Schijf yyy% wordt gecodeerd NIET
UITZETTEN
Wacht tot het bericht is verdwenen.
• Voor het lezen van de gegevens van het USB-station, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Voor het annuleren van het ophalen van gegevens, drukt u op totdat Afsluiten verschijnt, en drukt u vervolgens op .
Het bedieningspaneel is vergrendeld.
Voer de correcte PIN-code in.
• Voor het opnieuw formatteren van de vaste schijf en het wissen van alle op dit
moment opgeslagen bestanden, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt,
en drukt u vervolgens op .
• Voor het wissen van het bericht zonder de schijf opnieuw te formatteren, drukt u op
totdat Niet opnw formatteren verschijnt, en drukt u vervolgens op .
uitgezet.
Wacht tot het bericht is verdwenen.
Waarschuwing: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden
uitgezet.
De printer codeert de vaste schijf. Het percentage voltooid wordt weergegeven.
Wacht tot het bericht is verdwenen.
Schijf yyy% wordt geformatt. NIET
UITZETTEN
Schijfherstel x/5 yyy%Waarschuwing: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden
Selectie verzendenWacht tot het bericht is verdwenen.
Serieel <x>De actieve communicatieverbinding is een seriële interface.
Sluit gebied HSluit de horizontale transporteenheid. Het bericht wordt dan gewist.
Sluit klep <x>Sluit de aangegeven klep. Het bericht wordt dan gewist.
Sluit klep <x>Sluit de aangegeven klep. Het bericht wordt dan gewist.
Waarschuwing: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden
uitgezet.
De printer formatteert de vaste schijf. Het percentage voltooid wordt weergegeven.
Wacht tot het bericht is verdwenen.
uitgezet.
De printer probeert de vaste schijf te herstellen. Schijfherstel vindt plaats in vijf fasen.
Op het bedieningspaneel ziet u welk percentage van de huidige fase is voltooid.
Wacht tot het bericht is verdwenen.
46
Printerberichten
BerichtActie
Sommige taken in wacht verloren• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
De printer maakt geheugen vrij door de oudste taak in wacht te verwijderen en gaat
hiermee verder tot voldoende printergeheugen beschikbaar is voor de verwerking
van de afdruktaak.
• Annuleer de huidige taak.
Spaarstand• Stuur een afdruktaak naar de printer.
• Druk op om de printer snel op te warmen tot de normale bedrijfstemperatuur.
Wacht tot het bericht Gereed wordt weergegeven.
Standaardlade vol Verwijder de stapel papier uit de lade. Het bericht wordt dan gewist.
Supplies weergevenHiermee wordt het huidige niveau van alle printersupplies weergegeven.
Takenloggegevens worden gewistWacht tot het bericht is verdwenen.
Toner bijna op• V e rvang de tonercartridge.
• Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Tonercartridge leeg• Vervang de tonercartridge.
USBDe printer verwerkt gegevens via de opgegeven USB-poort.
USB <x>
USB-apparaat niet ondersteundVerwijder het niet-ondersteunde apparaat. Het bericht wordt dan gewist.
USB-station verwijderd• Wacht tot het bericht is verdwenen.
• Als u het afdrukmateriaal hebt gewijzigd, drukt u op totdat Doorgaan
verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Voor het afdrukken op afdrukmateriaal dat momentee l in de printer is geplaatst,
drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Wijzig de afdrukstand van het afdrukmateriaal.
• Annuleer de huidige taak.
Verwijder papier uit <naam
gekoppelde groep laden>
Verwijder papier uit alle ladenVerwijder het papier uit alle uitvoerladen.
De printer detecteert automatisch dat het afdrukmateriaal is verwijderd en gaat door
met afdrukken.
Als het bericht niet wordt gewist nadat u het afdrukmateriaal hebt verwijderd,drukt u op
totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
47
Printerberichten
BerichtActie
Verwijder papier uit lade <x>V erwijder de stapel papier uit de aangegeven lade(n).
Verwijder papier uit
standaarduitvoerlade
Verwijderen• Voor het verwijderen van de aangegeven taak, drukt u op totdat Doorgaan
VerwijderenWacht tot het bericht is verdwenen.
Voer PIN inVoer de PIN-code in die u in het stuurpro gramma hebt opgegeven toen de beveiligde
Vul <bron> <formaat>• Plaats afdrukmateriaal van het juiste formaat en de juiste soort in de invoerbron.
Vul <bron> <soort> <formaat>
Vul <bron> met <aangepaste code>
Vul handinvoer met <naam aangepaste
soort>
Vul handinvoer met <aangepaste
soort>
Vul handinvoer met <aangepaste
tekenreeks>
Vul handinvoer met <formaat>
Vul handinvoer met <formaat> <soort>
Verwijder het papier uit de standaardlade.
verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Druk op om de bewerking te annuleren.
taak naar de printer werd gestuurd.
• Annuleer de huidige taak.
• Plaats het aangegeven papier in de lade voor handmatige invoer of in de
universeellader.
• Voor het negeren van het verzoek voor handmatige invoer en het afdrukken op
papier uit een andere invoerbron, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt,
en drukt u vervolgens op .
Als de printer een lade vindt met papier van het juiste formaat en de juiste soort,
wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met
papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt de taak afgedrukt op het papier
uit de standaardinvoerbron.
• Annuleer de huidige taak.
Vul nietjes bij• Installeer een nieuwe nietcassette in het nietapparaat.
• V oor het wissen van het bericht en het afdrukken zonder het papier te nieten, drukt u
op totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Annuleer de huidige taak.
WachtenDe printer heeft een pagina met gegevens ontvangen om af te drukken, maar wacht op
Wachttaken herstellen• Voor het terugplaatsen op de vaste schijf van alle afdruk- en wachttaken, drukt u op
Wachttaken worden hersteld x/y• Wacht tot het bericht is verdwenen.
1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie
een opdracht voor einde taak, een papierinvoeropdracht of aanvullende gegevens.
• Druk op om de inhoud in de buffer af te drukken.
• Annuleer de huidige taak.
totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Voor het verwijderen van afdruk- en wachttaken, drukt u op totdat Niet
herstellen verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Voor het verwijderen van niet-herstelde afdruk- en wachttaken, drukt u op totdat
Herstellen afsluiten verschijnt, en drukt u vervolgens op .
Opmerking: x geeft het nummer aan van de taak die wordt hersteld. y geeft aan
hoeveel taken in totaal worden hersteld.
Dit bericht verdwijnt automatisch na 30 seconden. De emulatiefunctie op de
firmwarekaart wordt uitgeschakeld.
Ga naar de website van Lexmark en download de juiste versie van de
downloademulator.
• Plaats het juiste afdrukmateriaal in de geselecteerde bro n.
• Voor het wissen van het bericht en het afdrukken van de taak vanuit een andere
papierbron, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op
.
• V oor het uitschakelen van Bronnen opslaan en het doorgaan met afdrukken, drukt u
op totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• U schakelt als volgt Bronnen opslaan in nadat dit bericht is verschenen:
– Zorg dat de koppelingsbuffer is ingesteld op Auto en verlaat de menu's om de
wijzigingen aan de koppelingsbuffer te activeren.
– Schakel de optie Bronnen opslaan in als het ber icht Gereed wordt weergegeven.
• Installeer extra geheugen.
• V oor het afdrukken v an het opgeslagen gedeelte van de taak en het sorteren van de
rest van de afdruktaak, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u
vervolgens op .
• Annuleer de huidige taak.
• V oor het stoppen van het defragmenteren en het doorgaan met afdrukken, drukt u op
totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Verwijder lettertypen, macro 's en an dere gegevens uit het printergeheugen.
• Installeer extra printergeheugen.
De printer kon enkele of alle beveiligde of in de wachtstand geplaatste taken op de
vaste schijf niet herstellen.
V oor het wissen van het bericht, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en drukt
u vervolgens op .
38 Geheugen vol• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
Het is mogelijk dat de taak niet goed wordt afgedrukt.
• Annuleer de huidige taak.
• Installeer extra printergeheugen.
39 Pagina is te complex om af te
drukken
50 PPDS-lettertypefout• Voor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
51 Flash beschadigdVoor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
Het is mogelijk dat de taak niet goed wordt afgedrukt.
• Annuleer de huidige taak.
• Installeer extra printergeheugen.
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
Het is mogelijk dat de taak niet goed wordt afgedrukt.
• Annuleer de huidige taak.
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
U moet ander flash-geheugen installeren voordat u bronnen in het flash-geheugen kunt
laden.
49
BerichtActie
Printerberichten
52 Onvoldoende ruimte in flashgeheugen voor bronnen
53 Flash niet geformatteerdVoor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
54 Seriële optie <x>-fout• Controleer of de seriële kabel correct is aangebracht en of u de juiste kabel gebruikt.
54 Softwarefout in netwerk <x>• Voor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
54 Softwarefout in standaardnetwerk
• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
Geladen lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flashgeheugen, worden verwijderd.
• Verwijder lettertypen, macro 's en an dere gegevens uit het flash-geheugen.
• Installeer een flash-geheugenkaart met een grotere capaciteit.
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
U moet het flash-geheugen formatteren voordat u bronnen kunt opslaan. Als het
foutbericht niet verdwijnt, is het flash-geheugen mogelijk beschadigd en moet het
worden vervangen.
• Controleer of de parameters voor de seriële interface (protocol, baud, pariteit en
databits) correct zijn ingesteld op de printer en hostcomputer.
• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
Het is mogelijk dat de taak niet goed wordt afgedrukt.
• Stel de printer opnieuw in door het apparaat uit en weer aan te zetten.
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
Het is mogelijk dat de taak niet goed wordt afgedrukt.
• Programmeer nieuwe firmware voor de netwerkinterface.
• Stel de printer in op de beginwaarden.
55 Niet-ondersteunde optie in
sleuf <x>
56 Parallelle poort <x>
uitgeschakeld
56 Standaard parallelle poort
uitgeschakeld
56 Seriële poort <x> uitgeschakeld• Voor het wissen van het bericht, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en
56 USB-poort <x> uitgeschakeld• Voor het wissen van het bericht, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en
56 Standaard USB-poort uitgeschakeld • Voor het wissen van het bericht, drukt u op totdat Doorgaan v erschijnt, en
1 Zet de printer uit.
2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
3 Verwijder de niet-ondersteunde optie.
4 Steek de ste k ker van het netsnoer in het stopcontact
5 Schakel de printer in.
• Voor het wissen van het bericht, drukt u op totdat Doorgaan verschijnt, en
drukt u vervolgens op .
De printer negeert gegevens die via de parallelle poort worden ontvangen.
• Controleer of het menu-item Parallelbuffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
drukt u vervolgens op .
De printer negeert ge gevens die via de seriële poort worden ontvangen.
• Controleer of het menu-item Seriële buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
drukt u vervolgens op .
De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen.
• Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
drukt u vervolgens op .
De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen.
• Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
50
BerichtActie
Printerberichten
58 Te veel Flash-opties
geïnstalleerd
61 Verwijder defecte schijf• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
62 Schijf vol• Voor het wissen van het bericht en het doorgaan met verwerken, drukt u op
63 Schijf niet geformatteerd• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
64 Schijfindeling niet ondersteund• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
1 Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact.
2 Verwijder het flash-geheugen dat u niet gebruikt.
3 Steek de ste k ker van het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan.
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Installeer een nieuwe vaste schijf voordat u acties uitvoert waarvoor een vaste schijf
is vereist.
totdat Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
Eventuele gegevens die niet eerder op de schijf zijn opgeslagen, worden verwijderd.
• Verwijder lettertypen, macro 's en an dere gegevens van de vaste schijf.
• Installeer een grotere vaste schijf.
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Formatteer de vaste schijf.
Als het foutbericht niet verdwijnt, is de schijf mogelijk beschadigd en moet u deze
vervangen.
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Formatteer de vaste schijf.
Als het foutbericht niet verdwijnt, is de schijf mogelijk beschadigd en moet u deze
vervangen.
80 Onderhoud aanbevolen• Voor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• Gebruik de onderhoudskit om onderdelen te vervangen en stel de onderhoudsteller
zo nodig opnieuw in.
84 Plaats fc-eenheidPlaats de fotoconductoreenheid.
84 Fc-eenh. bijna versl.• Voor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• V ervang de fotoconductoreenheid.
84 Vervang fc-eenheid• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
• V ervang de fotoconductoreenheid.
84 Fc-eenheid afwijkend• Vervang de fotoconductoreenheid.
88 Toner bijna op• V ervang de tonercartridge.
• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
88 Vervang toner• Vervang de tonercartridge.
• V oor het wissen van het bericht en het doorgaan met afdrukken, drukt u op totdat
Doorgaan verschijnt, en drukt u vervolgens op .
200.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
51
Printerberichten
BerichtActie
201.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
202.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
203.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
230.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
231.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
241.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
242.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
243.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
244.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
245.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
250.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
280.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
281.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
282 Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
283 Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
52
Printerberichten
BerichtActie
284 Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
285 Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
286 Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
287.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
288.yy Papier vast1 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan.
2 Verwijder het vastgelopen papier uit de papierbaan, druk op totdat Doorgaan
verschijnt, en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
289 Nietjes vast1 Verwijder het papier uit de lade.
2 Verwijder de vastgelopen nietjes.
3 Verwijder de vastgelopen nietjes, druk op totdat Doorgaan verschijnt, en druk
vervolgens op om door te gaan met afdrukken.
900–999 Onderhoud <bericht>1 Zet de printer uit
2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
3 Control eer alle kabelverbindingen.
4 Steek de ste k ker van het netsnoer in het stopcontact.
5 Zet de printer weer aan.
Als het onderhoudsbericht opnieuw wordt weergegeven, kunt u contact opnemen met
de technische dienst. Meld hierbij het nummer van het bericht en beschrijf het
probleem.
289.yy Nietjes vast, controleer gebied G 53
31 Vervang defecte of ontbrekende tonercartridge 49
34 Onjuiste afdrukmedia 49
35 Onvold. geheugen voor functie bronnen opslaan 49
37 Onvold. geheugen voor defragmentatie Flash 49
37 Onvold. geheugen, sommige taken in wacht
verloren 49
37 Onvoldoende geheugen voor sorteren 49
38 Geheugen vol 49
39 Pagina is te complex om af te drukken 49
51 Flash beschadigd 49
52 Onvoldoende ruimte in flash-geheugen voor
Formaat lade 7
Formaat U-lader 8
formatteren, flash 25
formatteren, schijf 25
Formt passend maken 26
Fout bij afdrukken vanaf USB-station 44
Fout lezen USB-station 44, 47
G
Geef PIN voor vergrnd. 44
Geen herkende best.typen 44
Geen taken gevonden 44
Geen taken om te annuleren 44
Geen wachttaken 44
gegevens, takenlog 25
Gereed 44
H
Handleiding met informatie, help 42
Handleiding voor aansluitingen, help 42
Handleiding voor afdrukken, help 42
Handleiding voor supplies, help 42
Helderheid 24
help
Afdrukkwaliteit 42
Afdrukmedia 42
Afdrukstoringen 42
Alles afdrukken 42
Handleiding met informatie 42
Handleiding voor aansluitingen 42
Handleiding voor afdrukken 42
Handleiding voor supplies 42
Menuoverzicht 42
Transport 42
Help, menu 42
Hex Trace 25
Hoogte Staand 12
HTML, menu 30
HTML-achtergronden 30
HTML-afdrukstand 30
HTML-lettertypegrootte 30
HTML-lettertypenaam 30
HTML-marges 30
HTML-schaling 30
Plaats uitvoerlade 46
Poort uitgeschakeld. verwijder USB-station 46
PostScript, menu 26
Printer is bezig 46
Printer vergrendeld, geef PIN voor ontgrd. 46
Printer wordt opnieuw ingesteld 46
Printertaal 19
Profielenlijst 14
Protocol, parallel 37
PS SmartSwitch, netwerk 33
PS SmartSwitch, parallel 36
PS SmartSwitch, serieel 38
PS SmartSwitch, USB 34
PS-fout afdrukken 26
R
Rapporten 13
Robust XON 39
S
Schalen, HTML 30
schaling afbeelding 31
Schaling, Menu Afbeelding 31
Scheidingspagina's 22
Schijf corrupt 46
Schijf formatteren 25
Schijf program 46
Schijf wordt geformatteerd 46
Schijf yyy% wordt gecodeerd 46
Schijf yyy% wordt geformatteerd 46
Schijfherstel x/5 yyy% 46
Selectie verzenden 46
Serieel <x> 46
Serieel en poorten voor seriële optie 38
Serieel protocol 39
Serieel, menu 38
Seriële buffer 38
Sluit gebied H 46
Sluit klep 46
Sommige taken in wacht mogelijk verloren 47
Soort lade 8
Soort U-lader 8
Soort/lade toewijzen 13
Sorteren, inschakelen 21
Spaarstand 17, 47
Standaardbron 7
standaardinstellingen herstellen 20
standaardinstellingen, fabriek 20
Standaardlade vol 47
standaardnetwerk 33
statistieken 20
Status Uitgebreid, parallel 37
Stop, knop 5
structuur papier 10
Supplies weergeven 47
Symbolenset, PCL 27
T
Taak annuleren 43
Taak nieten 23
Taal op display 16
taal, display 16
taal, printer 19
Taken in buffer, netwerk 33
Taken in buffer, parallel 37
Taken in buffer, serieel 39
Taken in buffer, USB 35
Takenloggegevens 20
takenloggegevens 20, 25
Takenloggegevens worden gewist 47
TCP/IP 32
Terug (Back), knop 5
Timeouts 18
toetsenblok, numeriek 6
Toner bijna op 47
Tonercartridge leeg 47
Tonerintensiteit 24
Transport, help 42
U
Uitvoerlade 12
U-lader configureren 9
Universeel papierformaat. 12
USB 47
USB <x> 47
USB-buffer 35
USB-station verwijderd 47
V
Vervaltijd taak 31
Vervang 47
Vervang bron, aangepaste soortnaam, laadrichting 47
Verwijder papier uit alle uitvoerladen 47
Verwijder papier uit lade 48
Verwijder papier uit uitvoerlade 48
Verwijderen 48
Voer PIN in 48
Voorkeurslettertype 26
Vul handinvoer <aangepaste soort> 48
Vul handinvoer <aangepaste tekenreeks> 48
Vul handinvoer <formaat> 48
Vul handinvoer <formaat> <soort> 48
Vul nietjes bij 48
Vul, bron met, aangepaste soortnaam 48
Vul, bron met, aangepaste tekenreeks 48
Vul, bron, formaat 48
Vul, bron, soort, formaat 48