De printersoftware instellen............................................................................................................................ 18
De universeellader vullen...............................................................................................................................30
Laden koppelen en ontkoppelen..................................................................................................................34
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal.......................... 37
Richtlijnen voor papier......................................................................................................................................37
Informatie over de printermenu's.............................................................50
Overzicht van menu's.......................................................................................................................................50
Geld besparen en het milieu een handje helpen................................... 74
Papier en toner besparen................................................................................................................................74
Energie besparen..............................................................................................................................................74
De printer reinigen.............................................................................................................................................81
De status van de onderdelen en supplies controleren............................................................................81
Geschat aantal resterende pagina's.............................................................................................................82
Help bij transport...............................................................................................................................................88
Voorkomen van papierstoringen...................................................................................................................93
Inhoud4
Locaties van storingen bepalen.................................................................................................................... 94
Papier vastgelopen in de voorklep...............................................................................................................95
Papier vastgelopen in achterklep.................................................................................................................98
Papier vastgelopen in de standaardlade.................................................................................................. 100
Papier vastgelopen in de duplexeenheid.................................................................................................. 101
Papier vastgelopen in laden......................................................................................................................... 103
Papier vastgelopen in de multifunctionele invoer.................................................................................. 106
Informatie over deze editie........................................................................................................................... 187
Opmerking: Een opmerking bevat nuttige informatie.
Waarschuwing: Een waarschuwing wijst op iets dat de hardware of software van het product kan beschadigen.
LET OP: Let op duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Voorbeelden van zulke waarschuwingen zijn:
LET OP: RISICO OP LETSEL: Gevaar voor letsel.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Gevaar voor elektrische schok.
LET OP: HEET OPPERVLAK: Gevaar voor verbranding bij aanraking.
LET OP: KANTELGEVAAR: Pletgevaar.
LET OP: KNELGEVAAR: Gevaar om bekneld te raken tussen bewegende onderdelen
LET OP: RISICO OP LETSEL: Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het
netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product
bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
LET OP: RISICO OP LETSEL: U mag dit product niet gebruiken met verlengsnoeren, stekkerdozen,
verdelers of UPS-apparaten. De vermogenscapaciteit van dit soort accessoires kan door een
laserprinter eenvoudig worden overschreden, wat kan leiden tot slechte printerprestaties, schade aan
eigendommen of brand.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Om het risico van elektrische schokken te
voorkomen, moet u dit product niet in de buurt van water of vochtige locaties plaatsen of gebruiken.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. Het toepassen van andere
bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures dan in de Gebruikershandleiding worden
vermeld, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Dit product maakt gebruik van een afdrukproces waarbij het afdrukmateriaal wordt verhit. Door de hitte kan
het afdrukmateriaal bepaalde stoen afgeven. Bestudeer het gedeelte in de bedieningsinstructies waarin de
richtlijnen voor het selecteren van afdrukmaterialen worden besproken om schadelijke emissies te voorkomen.
LET OP: HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet
u een heet oppervlak eerst laten aoelen voordat u het aanraakt.
LET OP: RISICO OP LETSEL: De lithiumbatterij in dit product moet niet worden vervangen. Wanneer de
lithiumbatterij niet juist wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar. Een lithiumbatterij mag niet
opnieuw worden opgeladen, uit elkaar worden gehaald of worden verbrand. Gooi gebruikte
lithiumbatterijen weg volgens de aanwijzingen van de fabrikant en houd hierbij de plaatselijke
regelgeving in acht.
Deze apparatuur is niet geschikt voor gebruik op locaties waar kinderen aanwezig kunnen zijn.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Volg voordat u de printer verplaatst deze richtlijnen om te voorkomen dat
u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt.
Informatie over veiligheid6
• Schakel de printer uit met de aan/uit-knop en trek de stekker uit het stopcontact.
• Koppel alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst.
• Als er een optionele lade is geïnstalleerd, moet u deze eerst verwijderen van de printer. Schuif de hendel
aan de rechterzijde van de lade naar de voorkant van de lade tot de hendel vastklikt om de lade te
verwijderen.
• Gebruik bij het tillen van de printer de handgrepen aan de zijkanten.
• Let erop dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden wanneer u het apparaat neerzet.
• Voordat u de printer instelt, moet u ervoor zorgen dat er voldoende ruimte vrij is rondom de printer.
Gebruik alleen het netsnoer dat bij dit product is geleverd of een door de fabrikant goedgekeurd vervangend
onderdeel.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of
optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de
printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten
hebt aangesloten op de printer, schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Om het risico van elektrische schokken te
voorkomen, moet u ervoor zorgen dat alle externe aansluitingen (zoals Ethernet- en
telefoonsysteemaansluitingen) op de juiste wijze zijn in de gemarkeerde poorten zijn geplaatst.
Dit product is samen met
strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn
niet altijd duidelijk zichtbaar. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende
onderdelen.
LET OP: RISICO OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden,
objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of
dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten,
zoals een meubelstuk en een muur. Als een van deze dingen gebeurt, is er een kans op brand of
elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op dergelijke problemen. Trek de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact voor u het netsnoer controleert.
Laat onderhoudswerkzaamheden en reparaties die niet in de gebruikersdocumentatie worden beschreven,
uitvoeren door een servicevertegenwoordiger.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Om het risico op elektrische schokken te
vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppelt u alle kabels los die op de
printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit
van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden gesloten tot u ze nodig hebt.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Tijdens onweer moet u dit product niet installeren
en geen elektrische verbindingen aanleggen, bijvoorbeeld voor de faxfunctie, of kabels en snoeren
aansluiten, zoals een netsnoer of telefoonkabel.
specifieke
onderdelen van de fabrikant ontwikkeld, getest en goedgekeurd volgens
anellen
of zware
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
Omgaan met de printer7
Omgaan met de printer
Informatie zoeken over de printer
Gewenste informatieBron
Eerste installatie-instructies:
• De printer aansluiten op
• De printersoftware installeren
Extra installatieopties en instructies
voor het gebruik van de printer:
• Papier en speciaal afdrukmateriaal
selecteren en bewaren
Installatiedocumentatie: de installatiedocumentatie wordt bij de printer geleverd
en is tevens verkrijgbaar op de website van Lexmark op
http://support.lexmark.com.
Gebruikershandleiding en Naslagkaart: de handleidingen zijn beschikbaar op
http://support.lexmark.com.
Opmerking: Deze handleidingen zijn ook beschikbaar in andere talen.
• Papier in de printer plaatsen
• Printerinstellingen configureren
• Documenten en foto's weergeven
en afdrukken
• De printersoftware instellen en
gebruiken
• De printer configureren in een
netwerk
• De printer onderhouden
• Problemen oplossen
Informatie over het instellen en
gureren van de toegankelijkheidsfuncties van uw printer
Hulp bij de printersoftwareHulp voor Windows of Mac: open een printersoftwareprogramma of –toepassing
confi-
Toegankelijkheidshandleiding van Lexmark: deze handleiding is beschikbaar op
http://support.lexmark.com.
en klik vervolgens op Help.
De nieuwste aanvullende informatie,
updates en klantenondersteuning:
• Documentatie
• Stuurprogramma's downloaden
• Ondersteuning via live-chat
• Ondersteuning per e-mail
• Telefonische ondersteuning
?
Klik op
Opmerkingen:
om contextgevoelige informatie te bekijken.
• De Help wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware.
• De printersoftware bevindt zich in de map van het printerprogramma of op
het bureaublad, aankelijk van uw besturingssysteem.
Ondersteuningswebsite van Lexmark—
Opmerking: Selecteer uw land of regio en selecteer vervolgens uw product om
de juiste ondersteuningssite weer te geven.
De telefoonnummers voor ondersteuning en kantooruren voor uw regio of land
kunt u terugvinden op de ondersteuningswebsite of op het garantiebewijs dat u
bij de printer hebt ontvangen.
Noteer de volgende gegevens (deze vindt u op de bon en op de achterkant van
de printer) en houd deze bij de hand wanneer u contact met ons opneemt. We
kunnen u dan sneller helpen.
http://support.lexmark.com
• Typenummer van apparaat
• Serienummer
• Aankoopdatum
• Winkel waar apparaat is aangeschaft
Omgaan met de printer8
Gewenste informatieBron
GarantieverklaringGarantie-informatie varieert per land of regio:
• In de VS: zie de beperkte garantievoorwaarden die bij uw printer zijn geleverd
of ga naar
• In andere landen of regio's: raadpleeg de gedrukte garantie die bij de printer
is geleverd.
http://support.lexmark.com.
Een locatie voor de printer selecteren
Houd bij het plaatsen van de printer rekening met ruimte voor het openen van laden, kleppen en deuren. Als
u van plan bent optionele hardwareonderdelen te installeren, moet u hier ook voldoende ruimte voor
vrijhouden. Het volgende is belangrijk:
• Plaats de printer in de buurt van een goed geaard en eenvoudig toegankelijk stopcontact.
• Zorg ervoor dat de luchtstroom in de ruimte voldoet aan de laatste herziening van de ASHRAE 62-norm of
de CEN/TC 156-norm.
• Plaats de printer op een vlakke, stevige en stabiele ondergrond.
• Houd de printer:
– schoon, droog en stofvrij;
– uit de buurt van rondslingerende nietjes en paperclips;
– uit de buurt van de directe luchtstroom van airconditioners, warmtebronnen of ventilators;
– uit de buurt van direct zonlicht en extreme vochtigheidswaarden;
• Houd rekening met de aanbevolen temperaturen en voorkom schommelingen.
Omgevingstemperatuur16°C tot 32 °C
Temperatuur voor opslag -20 tot 40 °C
• Laat de volgende aanbevolen hoeveelheid ruimte vrij rondom de printer voor een goede ventilatie:
1Rechterkant 110 mm (4,33 inch)
2Voorkant305 mm (12 inch)
3Linkerkant65 mm (2,56 inch)
4Achterkant100 mm (3,94 inch)
Omgaan met de printer9
5Bovenkant305 mm (12 inch)
Printerconfiguraties
LET OP: RISICO OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit
van de apparatuur te voorkomen. Houd alle laden gesloten tot u ze nodig hebt.
U kunt de printer aanpassen door een optionele lade voor 250 of 550 vel toe te voegen. Zie
installeren' op pagina 16 voor instructies voor het installeren van de optionele lade.
'Optionele laden
1Bedieningspaneel van de printer
2Papierstop
3Standaarduitvoerlade
4Ontgrendelingsknop op voorklep
5Toegangsklep van de controllerkaart
6Standaardlade voor 250 vel
7Optionele lade voor 250 of 550 vel
8Universeellader voor 50 vel
9Voorklep
Omgaan met de printer10
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1
Lampje of knopKleurBeschrijving
1Foutlampje
2
3
4
GeelEr is een fout opgetreden.
5
8
6
7
2Lampje voor papierstoring
3Lampje voor plaatsen of verwijderen
van papier
4Lampje dat aangeeft dat de toner bijna
op is of dat de beeldverwerkingseenheid moet worden vervangen
5Lampje Gereed of Gegevens
6Slaapknop en -lampje
7Startknop en -lampje
GeelEr is een papierstoring opgetreden.
GeelPapier moet in de lade worden geplaatst of uit de
uitvoerlade worden verwijderd.
GeelDe tonercartridge bevat bijna geen toner meer of de
beeldverwerkingseenheid moet worden vervangen.
Groen De printer staat in de stand Gereed.
Oranje Gebruik dit om de slaapstand of sluimerstand in te
schakelen.
Groen Gebruik dit om een afdruktaak te starten.
Omgaan met de printer11
Lampje of knopKleurBeschrijving
8Stoppen of Annuleren (knop)
RoodGebruik dit om een afdruktaak te annuleren.
Informatie over de combinaties van lampjes op het
bedieningspaneel
Aan Knippert Langzaam knipperen
Combinaties van lampjes op het bedieningspaneel, foutmeldingen en printerstatus
Combinatie van lampjes:Foutmelding of printerstatus
Tonercartridge en beeldverwerkingseenheid komen niet overeen
Afdruktaak wordt geannuleerd
wordt gewist
Buer
Resolutie verlagen
Omgaan met de printer12
Combinatie van lampjes:Foutmelding of printerstatus
De lampjes knipperen herhaaldelijk, één voor één en van links naar rechts.
Supplytype van ander merk dan Lexmark
Printer moest opnieuw worden opgestart
Tonercartridge vrijwel leeg
Beeldverwerkingseenheid vrijwel leeg
Tonercartridge is bijna leeg
Beeldverwerkingseenheid bijna leeg
Fout die onderhoud vereist
Papier plaatsen
Remove paper from standard bin
(Verwijder papier uit standaarduitvoerlade)
Tonercartridge bijna leeg
Beeldverwerkingseenheid bijna leeg
Gereed
Wachten
Bezig
Niet gereed
Als de lampjes branden in een volgorde die overeenkomt met een volgorde in de kolom met primaire
combinaties in de volgende tabel, drukt u tweemaal op
. Zoek in de kolom met aanvullende volgordes een
overeenkomende volgorde, en bekijk daarna de bijbehorende foutmelding of printerstatus.
Combinaties van lampjes voor primaire
foutcodes
Aanvullende combinatie van lampjes Foutmelding of printerstatus
Ontbrekende of niet-reagerende cartridge
Omgaan met de printer13
Combinaties van lampjes voor primaire
foutcodes
Aanvullende combinatie van lampjes Foutmelding of printerstatus
Vervang de tonercartridge
Regiocode van cartridge komt
niet overeen met code printer
Ontbrekende of niet-reagerende beeldverwerkingseenheid
Softwarefout in standaardnetwerk
Netwerk [x] softwarefout
Onvoldoende geheugen om
de taak te sorteren
PPDS-lettertypefout
Pagina is te complex
35 Onvoldoende geheugen
voor ondersteuning van
functie voor bronnenopslag
Standaard parallelle poort
uitgeschakeld
Achterste USB-poort uitgeschakeld
Te veel laden aangesloten
Onjuist papierformaat
Geheugen vol
Pagina's vastgelopen, maak
standaardlade leeg
Pagina's vastgelopen,
verwijder standaardlade om
papierstoring in duplexeenheid te verhelpen
Papier vast, open achterklep
Pagina's vastgelopen,
verwijder standaardlade om
papierstoring in duplexeenheid te verhelpen
Omgaan met de printer14
Combinaties van lampjes voor primaire
foutcodes
Aanvullende combinatie van lampjes Foutmelding of printerstatus
Papier vast, open voorklep
Papier vast, verwijder de
standaardlade
Papier vast, verwijder de
optionele lade
Papier vast, handmatige
invoer
Embedded Web Server gebruiken
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op
afdrukservers.
Gebruik de Embedded Web Server voor het volgende:
• De status van de printersupplies controleren.
• Meldingen over supplies configureren.
• De printerinstellingen configureren.
• De netwerkinstellingen configureren.
• Rapporten weergeven.
U kunt als volgt de Embedded Web Server voor uw printer openen:
1 U kunt het IP-adres vinden door een netwerkconfiguratiepagina of een pagina met menu-instellingen af te
drukken en het gedeelte TCP/IP te controleren.
'Een pagina met menu-instellingen en netwerkconfiguratiepagina afdrukken' op pagina 23 voor meer
Zie
informatie.
Opmerkingen:
• Een IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
3 Druk op Enter.
Omgaan met de printer15
Het hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen
gebruiken
1 Open het hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen in de lijst met toepassingen of het menu Start om
de printerinstellingen aan te passen.
2 Sla de wijzigingen op via het menu Acties.
Opmerking: Sla de instellingen op in een opdrachtbestand als u de instellingen wilt toepassen op andere
printers.
Extra printer instellen16
Extra printer instellen
Hardwareopties installeren
Optionele laden installeren
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of
optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de
printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten
hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
1 Schakel de printer uit met de aan-uitschakelaar en trek de stekker uit het stopcontact.
2 Pak de lade uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
3 Verwijder de lade uit de basiseenheid.
4 Haal het verpakkingsmateriaal uit de lade.
1
2
5 Schuif de lade in de basiseenheid.
6 Plaats de lade in de buurt van de printer.
Extra printer instellen17
7 Lijn de printer uit met de lade en laat de printer langzaam op zijn plaats zakken.
8 Sluit het netsnoer aan op de printer, steek de stekker in een geaard stopcontact en schakel de stroom in.
2
1
Opmerking: Nadat de printersoftware en eventuele hardwareopties zijn geïnstalleerd, moet u wellicht de
opties handmatig toevoegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor
afdruktaken. Zie
meer informatie.
'Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen' op pagina 19 voor
Kabels aansluiten
Sluit de printer aan op de computer met een parallelle of USB-kabel of op het netwerk met een Ethernet-kabel.
Zorg dat de volgende items met elkaar overeenkomen:
• het USB-symbool op de kabel met het USB-symbool op de printer
• de juiste parallelle kabel en de parallelle poort
• de juiste Ethernet-kabel en de Ethernet-poort
Extra printer instellen18
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak tijdens het afdrukken niet de USB-kabel, netwerkadapters of
het aangegeven deel van de printer aan. Dit kan leiden tot gegevensverlies of een storing.
1
2
3
7
4
5
OnderdeelTot
1
USB-poort
2USB-printerpoortSluit de printer aan op een computer.
3
Ethernet-poort
4
Parallelle poort
5Aan-uitschakelaarDe printer in- of uitschakelen.
6Aansluiting van de stroomkabel van de
printer
7VeiligheidsslotEen slot bevestigen waarmee de printer op zijn plaats wordt
*
Deze poorten zijn alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen.
*
*
*
Aansluiten op een optionele, draadloze netwerkadapter.
Printer aansluiten op een netwerk.
Sluit de printer aan op een computer.
De printer aansluiten op een stopcontact.
gehouden.
6
De printersoftware instellen
De printersoftware installeren
1 Verkrijg een exemplaar van het software-installatiepakket.
• Vanaf de software-cd die bij uw printer is geleverd.
• Ga naar http://support.lexmark.com en selecteer vervolgens uw printer en besturingssysteem.
2 Voer het installatieprogramma uit en volg de instructies op het beeldscherm van de computer.
3 Voor Macintosh-gebruikers: voeg de printer toe.
Opmerking: Noteer het IP-adres van de printer uit het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten.
Extra printer instellen19
Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen installeren
1 Ga naar http://support.lexmark.com en download de software.
2 Dubbelklik op het installatiepakket.
3 Selecteer een installatietype en klik op Installeren.
4 Klik op Installeren om de installatie te starten.
5 Klik op Akkoord om akkoord te gaan met de licentieovereenkomst.
6 Klik op Doorgaan en volg de aanwijzingen op uw computer.
Opmerkingen:
• Gebruik het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen om de instellingen voor tonerintensiteit,
spaarstand en papierformaat te wijzigen voor alle afdruktaken. In de printersoftware kunt u deze
instellingen voor afzonderlijke afdruktaken wijzigen.
• dit hulpprogramma wordt alleen ondersteund op bepaalde modellen.
Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen
Voor Windows-gebruikers
1 Open de printermap.
2 Selecteer de printer die u wilt bijwerken en doe dan het volgende:
• Voor Windows 7 of latere versies, kies Printereigenschappen.
• Voor eerdere versies, kies Eigenschappen.
3 Navigeer naar het tabblad Configuratie en selecteer vervolgens Nu bijwerken - Printer vragen.
4 Pas de wijzigingen toe.
Voor Macintosh-gebruikers
1 Navigeer via Systeemvoorkeuren in het Apple-menu naar uw printer en selecteer vervolgens Opties en
benodigdheden.
2 Navigeer naar de lijst met hardwareopties en voeg vervolgens eventuele geïnstalleerde opties toe.
3 Pas de wijzigingen toe.
Extra printer instellen20
Netwerkfunctionaliteit
Opmerkingen:
• Koop voor u de printer op een draadloos netwerk aansluit een MarkNet
netwerkadapter. Voor informatie over het installeren van de draadloze netwerkadapter, raadpleegt u het
de handleiding van de adapter.
• Een SSID (Service Set Identifier) is een naam die is toegewezen aan een draadloos netwerk. Wired
Equivalent Privacy (WEP), Wi-Fi Protected Access (WPA), WPA2 en 802.1X - RADIUS zijn
beveiligingstypen die op een netwerk worden gebruikt.
Configuratie van printer op een Ethernet-netwerk voorbereiden
Als u de printer wilt configureren voor een Ethernet-netwerk, moet u de volgende gegevens verzamelen
voordat u begint:
Opmerking: als uw netwerk automatisch IP-adressen toewijst aan computers en printers, gaat u verder met
de installatie van de printer.
• Een geldig en uniek IP-adres voor de printer
• De netwerkgateway
• Het netwerkmasker
• Een persoonlijke naam voor de printer (optioneel)
TM
draadloze N8352-
Opmerking: Met een persoonlijke naam voor de printer kunt u de printer herkennen op het netwerk. U
kunt de standaardnaam gebruiken of zelf een naam opgeven die u makkelijk kunt onthouden.
U hebt een Ethernet-kabel nodig om de printer aan te sluiten op het netwerk en een beschikbare netwerkpoort
waarmee u de printer fysiek aansluit op het netwerk. Gebruik een nieuwe netwerkkabel om problemen met
een beschadigde kabel te voorkomen.
Configuratie van printer op een draadloos netwerk voorbereiden
Opmerkingen:
• Zorg dat uw draadloze netwerkadapter geïnstalleerd is op de printer en correct werkt. Raadpleeg voor
meer informatie de instructies die bij de draadloze netwerkadapter zijn geleverd.
• Zorg dat uw toegangspunt (draadloze router) is ingeschakeld en correct werkt.
Zorg dat u volgende gegevens bij de hand hebt voor u de printer configureert voor een draadloos netwerk:
• SSID: de SSID wordt ook wel de netwerknaam genoemd.
• Draadloze modus (of Netwerkmodus): de modus is infrastructuur of ad-hoc.
• Kanaal (voor ad-hocnetwerken): het kanaal wordt standaard ingesteld op automatisch voor
infrastructuurnetwerken.
Voor sommige ad-hocnetwerken is de instelling Automatisch ook vereist. Raadpleeg de systeembeheerder
als u niet zeker bent over het kanaal dat u moet selecteren.
Extra printer instellen21
• Beveiligingsmethode: er zijn vier opties voor de beveiligingsmethode:
– WEP-sleutel
Als uw netwerk meerdere WEP-sleutels gebruikt, kunt u maximaal vier sleutels opgeven in de daarvoor
bestemde plaatsen. Selecteer de sleutel die momenteel wordt gebruikt op het netwerk door de
standaardsleutel voor WEP-verzending te selecteren.
– Vooraf gedeelde sleutel/wachtwoord voor WPA/WPA2
WPA bevat codering als een extra beveiligingsniveau. U kunt kiezen uit AES of TKIP. Codering moet op
de router en op de printer zijn ingesteld voor hetzelfde type anders kan de printer niet communiceren
op het netwerk.
– 802.1X–RADIUS
Als u de printer installeert op een 802.1X-netwerk hebt u mogelijk de volgende gegevens nodig:
• Verificatietype
• Interne-verificatietype
• Gebruikersnaam en wachtwoord van 802.1X
• Certificaten
– Geen beveiliging
Als uw draadloze netwerk geen beveiliging gebruikt, hebt u geen beveiligingsgegevens.
Opmerking: het is onverstandig om een niet-beveiligd draadloos netwerk te gebruiken.
Opmerkingen:
– Als u de SSID van het netwerk waarop de computer is aangesloten niet weet, start u het hulpprogramma
voor de draadloze netwerkadapter van de computer en zoekt u de netwerknaam op. Raadpleeg de
documentatie bij het toegangspunt of neem contact op met uw systeembeheerder als u de SSID of de
beveiligingsinformatie van uw netwerk niet kunt vinden.
– Raadpleeg de documentatie of de Embedded Web Server van het toegangspunt of neem contact op
met de systeembeheerder om de vooraf gedeelde sleutel of het wachtwoord voor WPA/WPA2 voor het
draadloze netwerk te achterhalen.
De printer verbinden met een draadloos netwerk via Wi-Fi Protected Setup
(PIN)
De printer ondersteunt voor WPS (Wi‑Fi Protected Setup) alleen de methode met pincode (WPS PIN) om
verbinding te maken met een draadloos netwerk.
Opmerking: Controleer of het toegangspunt (draadloze router) gecertificeerd is voor of compatibel is met
WPS. Raadpleeg de documentatie bij uw toegangspunt voor meer informatie.
1 Druk een
instellingen en netwerkconfiguratiepagina afdrukken' op pagina 23 voor meer informatie.
netwerkconfiguratiepagina
of een pagina met menu-instellingen af. Zie 'Een pagina met menu-
2 Zoek in het gedeelte Draadloos naar WPS PIN.
3 Open een webbrowser en geef het IP-adres van het toegangspunt op in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
Extra printer instellen22
4 Open de WPS-instellingen. Raadpleeg de documentatie bij uw toegangspunt voor meer informatie.
5 Voer de WPS-pincode van acht cijfers in en sla de instelling op.
Printer verbinden met een draadloos netwerk via de printersoftware
Opmerkingen:
• Controleer of de printer is ingeschakeld.
• Controleer of er een draadloze netwerkadapter in de printer is geïnstalleerd. Raadpleeg de instructies bij
de adapter voor meer informatie.
Wireless Setup Utility gebruiken (alleen Windows)
1 Controleer of de printersoftware al is geïnstalleerd.
2 Gebruik de opdracht Zoeken in het Start-menu om de printerstartpagina te vinden.
3 Open de printerstartpagina en klik vervolgens op Instellingen > Wireless Setup Utility.
4 Volg de instructies op het computerscherm.
Assistent voor draadloze configuratie gebruiken (alleen Macintosh)
Met de Assistent voor draadloze
• De printer
configureren
configuratie
voor gebruik op een bestaand draadloos netwerk.
• Een printer toevoegen aan een bestaand ad-hocnetwerk.
• De draadloze instellingen wijzigen na de installatie.
• De printer installeren op extra netwerkcomputers.
Assistent voor draadloze configuratie installeren
1 Ga naar de Lexmark website voor ondersteuning op http://support.lexmark.com.
2 Download de nieuwste Assistent voor draadloze configuratie.
3 Dubbelklik op het gedownloade installatiepakket.
4 Volg de instructies op het beeldscherm.
Assistent voor draadloze
Opmerkingen:
configuratie
• Controleer of de printer is ingeschakeld.
• Controleer of er een draadloze netwerkadapter in de printer is geïnstalleerd en of deze correct werkt.
1 Blader in de Finder naar:
Programma's > selecteer de printermap
kunt u het volgende doen:
openen
2 Dubbelklik op Assistent voor draadloze configuratie en volg de aanwijzingen op het beeldscherm.
?
Opmerking: Klik op
als er problemen optreden tijdens het uitvoeren van de toepassing.
Extra printer instellen23
De printer verbinden met een draadloos netwerk met de Embedded Web
Server
Controleer het volgende voor u begint:
• De printer is tijdelijk aangesloten op een Ethernet-netwerk.
• Op uw printer is een draadloze netwerkadapter geïnstalleerd en deze werkt correct. Raadpleeg de
instructies die bij de draadloze netwerkadapter zijn geleverd voor meer informatie.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres van de printer op het bedieningspaneel van de printer. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos.
3 Pas de instellingen aan zodat deze overeenkomen met de instellingen van het toegangspunt (draadloze
router).
Opmerking: Zorg dat u de juiste SSID invoert.
4 Klik op Verzenden.
5 Zet de printer uit en maak vervolgens de Ethernet-kabel los. Wacht vervolgens ten minste vijf seconden
voor u de printer weer inschakelt.
6 U kunt controleren of de printer verbonden is met een netwerk door een pagina met netwerkinstellingen
af te drukken. Kijk vervolgens in het gedeelte Netwerkkaart [x] of de status Aangesloten is.
Een pagina met menu-instellingen en
netwerkconfiguratiepagina afdrukken
Druk een pagina met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of
de printeropties correct zijn geïnstalleerd. Tegelijkertijd wordt de netwerkconfiguratiepagina afgedrukt, waarop
de netwerkinstellingen van de printer en de niveaus van de supplies worden weergegeven.
Houd
Opmerkingen:
• Als u geen wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen van de menu-items, worden alle
• Controleer of in het eerste gedeelte van de netwerkconfiguratiepagina de status Verbonden wordt
op het bedieningspaneel van de printer ten minste vier seconden ingedrukt.
standaardinstellingen weergegeven op de pagina met menu-instellingen. Wanneer u andere instellingen
hebt geselecteerd en opgeslagen in de menu's, worden de standaardinstellingen vervangen door de
standaardinstellingen van de gebruiker.
vermeld. Is de status Niet verbonden, dan is het mogelijk dat het LAN-aansluitpunt niet actief is of dat de
netwerkkabel defect is. Neem contact op met de systeembeheerder om dit probleem op te lossen en
druk daarna nog een netwerkconfiguratiepagina af.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen24
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het
afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg
pagina 43 voor meer informatie.
Papiersoort en papierformaat instellen
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
'Voorkomen van papierstoringen' op pagina 93 en 'Papier bewaren' op
2 Klik op Instellingen > Menu Papier.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Papier openen via het Hulpprogramma voor lokaleprinterinstellingen of via Printer Settings.
Opmerking: De instellingen voor papierformaat en -soort worden opgeslagen tot u de
standaardinstellingen opnieuw instelt.
Instellingen voor universeel papier configureren
De papierformaatinstelling Universal is een door de gebruiker
afdrukken op papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's.
Opmerkingen:
• Het grootste ondersteunde universele formaat is 216 x 355,6 mm (8,5 x 14 inch).
• Het kleinste ondersteunde universele formaat voor de universeellader is 76 x 127 mm (3 x 5 inch). Het
kleinste ondersteunde universele formaat voor de optionele lader is 183 x 210 mm (7,2 x 8,3 inch).
gedefinieerde
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
instelling waarmee u kunt
2 Klik op Instellingen > Menu Papier > Universal-instelling.
3 Selecteer de maateenheid of klik op Staand breedte of Staand hoogte.
4 Wijzig de instelling en klik op Verze nden.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen25
Printerinstellingen op de computer gebruiken
1 Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Papier openen via het Hulpprogramma voor lokale-
printerinstellingen of via Printer Settings.
2 Selecteer de lade die het universele papierformaat bevat en stel Universal in als het papierformaat.
De standaardlade en papierstop gebruiken
De standaardlade kan maximaal 150 vellen papier van 75 g/m2 bevatten. Afdrukken worden met de afdrukzijde
naar beneden afgeleverd. De standaardlade bevat een papierstop die voorkomt dat papier uit de voorzijde
van de lade glijdt wanneer dit wordt opgestapeld.
Als u de papierstop wilt openen, trekt u aan de papierstop zodat deze naar voren klapt.
Opmerking: als u de printer naar een andere locatie verplaatst, moet de papierstop gesloten zijn.
Laden vullen
LET OP: RISICO OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit
van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden gesloten tot u ze nodig hebt.
1 Trek de lade volledig naar buiten.
Opmerking: Verwijder geen lade wanneer er een taak wordt afgedrukt of wanneer de volgende
combinatie van lampjes op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven. Dit kan een
papierstoring veroorzaken.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen26
Bezig
‑ Knippert
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen27
2 Druk de breedtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade
plaatst
A
5
A
6
2
A5
LGL
EXEC
B5
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen28
3 Druk de lengtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade
plaatst.
1
A
5
A
6
A5
2
LGL
EXEC
B5
Opmerkingen:
• Druk de nokjes van de lengtegeleider tegelijk in en schuif de geleider naar achteren voor
papierformaten zoals A4, Letter of Legal, zodat u het papier gemakkelijk kunt plaatsen.
• Als u Legal-papier plaatst, steekt de lengtegeleider uit buiten de printer en wordt het papier
blootgesteld aan stof. U kunt een losse stooes aanschaen om het papier hiertegen te
beschermen. Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning.
• Als u A6-papier in de standaardlade plaatst, drukt u de nokjes van de lengtegeleider tegelijk in en
schuift u de geleider naar de positie voor A6-formaat in het midden van de lade.
• Zorg ervoor dat de breedte- en lengtegeleiders zijn uitgelijnd met de indicatoren voor papierformaat
aan de onderkant van de lade.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen29
LTR/LGL
A4
EXEC
B5
A5
A6
A4
LT
R
E
X
E
C
B
5
A5
4 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond
de stapel recht.
5 Plaats de papierstapel in de printer.
Opmerking: Zorg dat het papier niet uitkomt boven de maximale hoogte die is aangegeven op de
breedtegeleider.
1
2
Opmerkingen:
• Plaats voorbedrukt of kringlooppapier met de afdrukzijde naar beneden in de printer.
• Plaats voorgeperforeerd papier met de gaatjes naar voren in de lade.
• Plaats brieoofdpapier met de voorbedrukte zijde omlaag en de bovenrand van het papier naar
voren in de lade. Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, voert u brieoofdpapier met de onderrand van
het papier richting de voorzijde van de lade in.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen30
6 Plaats de lade.
7 Geef via de Embedded Web Server of uw computer de instellingen voor papierformaat en -soort van het
papier in de lade op in het menu Papier.
Opmerkingen:
• Als de printer geen verbinding heeft met een netwerk, opent u het menu Papier via het
Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen of via Printer Settings, aankelijk van uw
besturingssysteem.
• Stel de juiste waarden in voor papiersoort en -formaat om papierstoringen en problemen met de
afdrukkwaliteit te voorkomen.
De universeellader vullen
Gebruik de universeellader wanneer u afdrukt op verschillende papierformaten en -soorten of op speciaal
afdrukmateriaal, zoals karton, transparanten, papieren etiketten en enveloppen. U kunt de universeellader ook
gebruiken voor enkelzijdige afdruktaken op brieoofdpapier.
1 Open de universeellader.
1
2
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen31
a Trek het verlengstuk van de universeellader uit.
b Trek voorzichtig aan het verlengstuk tot de universeellader volledig is uitgetrokken en geopend.
2 Druk het lipje op de linkerbreedtegeleider in en schuif de geleiders naar de juiste positie voor het formaat
papier dat u in de lade plaatst
1
2
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen32
3 Bereid het papier of speciale afdrukmateriaal voor om het te plaatsen.
• Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier
niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.
• Houd transparanten bij de randen vast. Buig de stapel transparanten enkele malen om ze los te maken
en waaier ze vervolgens uit. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.
Opmerking: Raak de afdrukbare zijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op
komen.
• Buig de stapel enveloppen enkele malen om deze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Maak op
een vlakke ondergrond de stapel recht.
4 Plaats het papier of speciaal materiaal.
Opmerkingen:
• Duw het papier niet te ver in de universeellader. Als u te veel papier plaatst, kan het papier
vastlopen.
• Zorg dat de stapel met papier of speciaal afdrukmateriaal niet uitkomt boven de aanduiding voor de
maximale stapelhoogte op de papiergeleiders.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen33
• Plaats papier, transparanten en karton met de aanbevolen afdrukbare zijde naar boven en met de
bovenrand naar voren in de printer. Raadpleeg de verpakking van de transparanten voor meer informatie
over het plaatsen van transparanten.
Opmerking: als u A6‑papier plaatst, moet u ervoor zorgen dat het verlengstuk van de universeellader
licht tegen de rand van het papier rust zodat de laatste vellen papier op de juiste plaats worden
gehouden.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen34
• Voer brieoofdpapier in met de voorbedrukte zijde naar boven gericht, zodat de bovenzijde het eerst
wordt ingevoerd. Als u dubbelzijdig (duplex) wilt afdrukken, plaatst u
voorbedrukte zijde omlaag en de onderrand van het vel naar voren in de printer.
brieoofdpapier
met de
• Plaats enveloppen met de flap aan de linkerkant en de afdrukzijde naar beneden.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes,
drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zellevende sluitingen. Het gebruik van deze
enveloppen kan de printer ernstig beschadigen.
5 Geef met de Embedded Web Server of uw computer het papierformaat en papiersoort van het papier in de
universeellader op in het menu Papier.
Opmerking: Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Papier openen via het
Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.
Laden koppelen en ontkoppelen
De printer koppelt laden wanneer het opgegeven papierformaat en de opgegeven papiersoort hetzelfde zijn.
Als een van de gekoppelde laden leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde lade gebruikt. Als u
niet wilt dat laden worden gekoppeld, geeft u de papiersoort een unieke naam.
Laden koppelen en ontkoppelen
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen35
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Menu Papier.
3 Selecteer een lade in het gedeelte Ladeconfiguratie en wijzig vervolgens de instellingen voor papierformaat
en -soort.
• Als u lades wilt koppelen, moet u ervoor zorgen dat het papierformaat en de soort voor de lade
overeenkomen met die van de andere lade.
• Als u lades wilt ontkoppelen, moet u ervoor zorgen dat het papierformaat en de soort voor de lade niet
overeenkomen met die van de andere lade.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Papier openen via het Hulpprogramma voor lokaleprinterinstellingen of via Printer Settings.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Het papier in de lade moet overeenkomen met de papiersoort die
op de printer is toegewezen. De temperatuur van het verhittingsstation is aankelijk van de opgegeven
papiersoort. Als de instellingen niet correct zijn geconfigureerd, kunnen er afdrukproblemen optreden.
Een aangepaste papiersoort
configureren
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Druk een netwerkconfiguratiepagina of een pagina met menu-instellingen af en zoek vervolgens het
IP-adres op in het gedeelte voor TCP/IP. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door
punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Menu Papier > Aangepaste soorten.
3 Selecteer een aangepaste papiersoortnaam en selecteer vervolgens een aangepaste papiersoort.
Opmerking: Normaal papier is de standaardpapiersoort voor alle aangepaste namen die door de
gebruiker worden gedefinieerd.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Aangepast openen via het Hulpprogramma voor
lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen36
Een aangepaste papiersoort toewijzen
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Menu Papier.
3 Selecteer een papierbron in het gedeelte Ladeconfiguratie en selecteer vervolgens een aangepast
papiersoort in de kolom voor papiersoort.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Papier openen via het Hulpprogramma voor lokaleprinterinstellingen of via Printer Settings.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal37
Handleiding voor papier en speciaal
afdrukmateriaal
Aanvullende informatie over afdrukken op speciaal afdrukmateriaal vindt u in de Cardstock & Label Guide op
http://support.lexmark.com.
Richtlijnen voor papier
Als u het juiste papier of speciale afdrukmateriaal selecteert, vermindert het aantal afdrukproblemen. Voor
optimale afdrukkwaliteit kunt u het beste eerst een proefafdruk maken op het papier of het speciale
afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voordat u hier grote hoeveelheden van aanschaft.
Papiereigenschappen
De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer.
Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt.
Gewicht
De printerladen kunnen automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal 90 g/m2 met de vezel in
de lengterichting. De universeellader kan automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal 163
2
g/m
met de vezel in de lengterichting. Papier dat lichter is dan 60 g/m2, is mogelijk niet stevig genoeg om
correct te worden ingevoerd, waardoor papierstoringen kunnen optreden. Het beste resultaat bereikt u met
papier van 75 g/m
kunt u het beste papier met een gewicht van 90 g/m
Opmerking: dubbelzijdig afdrukken wordt alleen ondersteund voor papier met een gewicht van 60–90
2
g/m
.
2
met de vezel in de lengterichting. Voor papier kleiner dan 182 x 257 mm (7,2 x 10,1 inch)
2
of meer gebruiken.
Krullen
Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Dit kan invoerproblemen veroorzaken. Papier
kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u
papier in hete, vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden bewaart, kan
het papier omkrullen voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
Gladheid
De gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Als papier te ruw is, wordt toner er
niet goed op gefixeerd. Te glad papier kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Gebruik papier met een gladheid tussen de 100 en 300 Sheeld-punten. Een gladheid tussen de 150 en 250
Sheeld-punten geeft echter de beste afdrukkwaliteit.
Vochtigheidsgraad
De hoeveelheid vocht in papier is van invloed op de afdrukkwaliteit en bepaalt tevens of het papier goed door
de printer kan worden gevoerd. Laat het papier in de originele verpakking tot u het gaat gebruiken. Het papier
wordt dan niet blootgesteld aan de negatieve invloed van wisselingen in de luchtvochtigheid.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal38
Laat het papier gedurende 24 tot 48 uur vóór het afdrukken acclimatiseren in de originele verpakking en in
dezelfde omgeving als de printer. Verleng deze periode met enkele dagen als de opslag- of transportomgeving
erg verschilt van de printeromgeving. Dik papier kan een langere acclimatiseringsperiode nodig hebben.
Vezelrichting
De vezelrichting heeft betrekking op de uitlijning van de papiervezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in
de lengterichting van het papier of in de breedterichting.
2
Voor een gewicht van 60-90 g/m
kunt u het beste papier met de vezel in de lengterichting gebruiken.
Glasvezelgehalte
Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Dit
gehalte aan houtcellulose voorziet het papier van een grote mate van stabiliteit, waardoor er minder
invoerproblemen optreden en de afdrukkwaliteit verbetert. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van
katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
Ongeschikt papier
Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden:
• chemisch behandeld papier dat wordt gebruikt om kopieën te maken zonder carbonpapier, ook bekend
als CCP-papier (zelopiërend papier zonder carbon) of NCR-papier (doordrukpapier zonder carbon);
• voorbedrukt papier dat chemische stoen bevat die schadelijk zijn voor de printer;
• voorbedrukt papier dat kan worden aangetast door de temperatuur in het verhittingsstation van de printer;
• voorbedrukt papier waarvoor een registrering (nauwkeurige positionering van de afdruk) van minder dan
± 2,5 mm (± 0,10 inch) is vereist, zoals OCR-formulieren (optical character recognition);
In sommige gevallen kan de registrering via een toepassing worden aangepast, waardoor afdrukken op
• Papier met ruwe randen, papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak, gekruld papier.
• Kringlooppapier dat niet voldoet aan de norm EN12281:2002 (Europa)
• Papier lichter dan 60 g/m
2
.
• Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan.
Papier selecteren
Het gebruik van het juiste papier voorkomt storingen en zorgt ervoor dat u probleemloos kunt afdrukken.
U kunt als volgt papierstoringen en slechte afdrukkwaliteit voorkomen:
• Gebruik altijd nieuw, onbeschadigd papier.
• Voordat u papier plaatst, moet u weten wat de aanbevolen afdrukzijde is. Deze informatie staat meestal op
de verpakking.
• Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt.
• Gebruik nooit papier van verschillend formaat, gewicht of soort in dezelfde lade. Dit leidt tot storingen in
de doorvoer.
• Gebruik geen gecoat papier, tenzij het speciaal is ontworpen voor elektrofotografisch afdrukken.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal39
Voorbedrukte formulieren en brieoofdpapier selecteren
Houd u aan de volgende richtlijnen als u voorbedrukte formulieren en brieoofdpapier kiest:
• Gebruik papier met de vezel in lengterichting voor papier met een gewicht van 60 tot 90 g/m
2
.
• Gebruik uitsluitend formulieren en brieoofdpapier dat is bedrukt door middel van een lithografisch of
graverend drukproces.
• Vermijd papier met een ruw of sterk vezelig oppervlak.
Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor kopieerapparaten. De inkt moet
bestand zijn tegen temperaturen van 230 C zonder te smelten of schadelijke
inkt die wordt beïnvloed door de hars in de toner. Inktsoorten op basis van water of olie zouden aan deze
vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren. Neem in geval van twijfel
contact op met uw papierleverancier.
Voorbedrukt papier, zoals brieoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 225 °C zonder te smelten
of gevaarlijke
stoen
af te geven.
stoen
af te geven. Gebruik geen
Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken
Lexmark is een milieubewust bedrijf en stimuleert daarom het gebruik van kringlooppapier dat speciaal is
geproduceerd voor gebruik in laserprinters (elektrofotografisch).
Hoewel er niet per definitie kan worden gesteld dat alle soorten kringlooppapier correct kunnen worden
ingevoerd, test Lexmark doorlopend papiersoorten die vallen in de categorie op maat gesneden
kringlooppapier voor kopieerapparaten, die wereldwijd verkrijgbaar zijn. Deze vakkundige tests worden uiterst
nauwkeurig en methodisch uitgevoerd. Er worden veel factoren in beschouwing genomen, zowel op zichzelf
als in combinatie, waaronder de volgende:
• Hoeveelheid hergebruikt materiaal (Lexmark test maximaal 100% van het hergebruikte materiaal).
• De temperatuur en luchtvochtigheid (de testruimten simuleren klimaten over de hele wereld).
• Vochtgehalte (papier voor zakelijk gebruik moet een laag vochtgehalte hebben: 4–5%).
• De buigweerstand en de
stijeid
van het papier zorgen voor een optimale invoer in de printer.
• Dikte (heeft invloed op de hoeveelheid papier die in een lade kan worden geplaatst).
• Ruwheid van oppervlak (gemeten in Sheeld-eenheden, heeft invloed op de afdrukhelderheid en hoe goed
de toner aan het papier hecht).
• Oppervlakfrictie (bepaalt hoe makkelijk vellen van elkaar kunnen worden gescheiden).
• Vezels en vorming (heeft invloed op omkrullen, dat weer invloed heeft op de manier waarop het papier zich
door de printer beweegt).
• Helderheid en textuur (uiterlijk en gevoel).
Kringlooppapier heeft een betere kwaliteit dan ooit. De hoeveelheid hergebruikt materiaal in papier heeft
echter invloed op het beheer van ongewenste
manier is om op een milieubewuste manier af te drukken, is deze methode niet perfect. De energie die nodig
is om inkt te verwijderen en om toevoegingen zoals kleuren en 'lijm' te verwerken, levert vaak een grotere
koolstofuitstoot op dan de productie van normaal papier. Over het geheel genomen verbetert het gebruik van
kringlooppapier echter het resourcemanagement.
eecten.
En hoewel het gebruik van kringlooppapier een goede
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal40
Lexmark houdt zich bezig met verantwoordelijk papiergebruik in het algemeen, gebaseerd op de beoordeling
van de levenscycli van zijn producten. Om een beter begrip te krijgen van de invloed die printers op het milieu
hebben, heeft het bedrijf een aantal beoordelingen van levenscycli uitgevoerd en geconcludeerd dat papier
de grootste bijdrage levert (maximaal 80%) aan de koolstofuitstoot tijdens de levensduur van een apparaat
(van het ontwerp tot het einde van de levensduur). De reden hiervoor is dat de productieprocessen van papier
veel energie verbruiken.
Daarom zoekt Lexmark naar manieren om klanten en partners te informeren over het minimaliseren van de
invloed van papier. Het gebruik van kringlooppapier is één manier. Het voorkomen van overmatig en onnodig
papierverbruik is een andere manier. Lexmark beschikt over de juiste middelen om klanten te helpen hun
benodigde hoeveelheid afdruk- en kopieermateriaal te minimaliseren. Daarnaast moedigt het bedrijf klanten
aan om papier te kopen van leveranciers die een bijdrage willen leveren aan duurzame bosbouw.
Lexmark doet geen aanbevelingen over bepaalde leveranciers, maar houdt wel een lijst bij met vergelijkbare
producten voor speciale toepassingen. Als u de volgende richtlijnen voor papierkeuze hanteert, beperkt u de
invloed van afdrukken op het milieu:
1 Minimaliseer het papierverbruik.
2 Wees kritisch ten aanzien van de herkomst van houtvezel. Koop papier van leveranciers die beschikken
over
certificeringen
Certification).
van boseigenaren die duurzaam en sociaal verantwoordelijk bosbeheer en herbebossing toepassen.
als FSC (Forestry Stewardship Council) of PEFC (Program for the Endorsement of Forest
Deze
certificeringen
garanderen dat de papierleverancier houtpulp gebruikt dat
aomstig
is
3 Kies het juiste papier voor uw afdrukbehoeften: normaal
met een lager papiergewicht of kringlooppapier.
gecertificeerd
papier van 75 of 80 g/m2, papier
Voorbeelden van ongeschikt papier
Onderzoeksresultaten geven aan dat de volgende papiersoorten niet geschikt zijn voor gebruik in een
laserprinter:
• Chemisch bewerkt kopieerpapier dat geen carbonpapier bevat, ook bekend als papier zonder carbon.
• Voorbedrukt papier dat chemische stoen bevat die schadelijk zijn voor de printer.
• Voorbedrukt papier dat kan worden aangetast door de temperatuur in het verhittingsstation van de printer.
• Voorbedrukt papier waarvoor registratie (nauwkeurige positionering van het afdrukgebied op de pagina)
van meer dan ±2,3 mm (±0,9 inch) is vereist, zoals OCR-formulieren (optical character recognition; optische
tekenherkenning). In sommige gevallen kan de registrering via een toepassing worden aangepast,
waardoor afdrukken op deze formulieren toch mogelijk is.
• Coated papier (uitwisbaar bankpostpapier), synthetisch papier en thermisch papier.
• Papier met ruwe randen, papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak en gekruld papier.
• Kringlooppapier dat niet voldoet aan de norm EN12281:2002 (Europese standaard).
• Papier lichter dan 60 g/m
• Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan.
Ga naar de website van Lexmark op
duurzaamheid kunt u vinden via de koppeling Duurzaamheid.
2
.
www.lexmark.com voor meer informatie. Algemene informatie over
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal41
Speciaal afdrukmateriaal gebruiken
Tips voor het afdrukken op karton
Karton is een zwaar, eenlaags speciaal afdrukmateriaal. Veel variabele kenmerken ervan, zoals vochtgehalte,
dikte en structuur, kunnen de afdrukkwaliteit aanzienlijk beïnvloeden. Maak eerst enkele proefafdrukken
voordat u grote hoeveelheden karton aanschaft.
Let bij het afdrukken op karton op het volgende:
• Zorg ervoor dat de Papiersoort Karton is.
• Selecteer de juiste instelling voor Papierstructuur.
• Houd er rekening mee dat voorbedrukt, geperforeerd en gekreukt materiaal de afdrukkwaliteit aanzienlijk
kan beïnvloeden en het vastlopen van papier of andere verwerkingsproblemen kan veroorzaken.
• Informeer bij de fabrikant of leverancier of het karton bestand is tegen temperaturen tot 240°C zonder dat
er schadelijke stoen vrijkomen.
• Gebruik geen voorbedrukt karton waarbij chemische stoen zijn gebruikt die de printer kunnen
beschadigen Voorbedrukt materiaal kan tot gevolg hebben dat halfvloeibare en vluchtige stoen in de
printer terechtkomen.
• Gebruik indien mogelijk karton met vezels in de breedterichting.
Tips voor het afdrukken op enveloppen
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft.
• Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de
leverancier of de enveloppen bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C zonder dat ze sluiten, kreukelen,
buitensporig krullen of schadelijke
stoen
• Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m
met een katoengehalte van 25%. Katoenen enveloppen mogen niet zwaarder zijn dan 70 g/m
• Gebruik alleen nieuwe, onbeschadigde enveloppen.
• Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te
gebruiken die:
– gemakkelijk krullen;
– aan elkaar kleven of beschadigd zijn;
– vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
– metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
– zijn samengevouwen;
– postzegels bevatten;
– een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt;
– gebogen hoeken hebben;
– een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben.
• Pas de breedtegeleiders aan zodat deze overeenkomen met de breedte van de enveloppen.
afgeven.
2
.
2
of
Opmerking: door een combinatie van hoge luchtvochtigheid (boven 60%) en hoge printertemperaturen
kunnen de enveloppen kreuken of sluiten.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal42
Tips voor het gebruik van etiketten
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
Opmerking: Gebruik alleen papieren etiketten. Vinyletiketten, etiketten voor apotheken en dubbelzijdige
etiketten worden niet ondersteund.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (Engelstalig) op
over het afdrukken, de kenmerken en het ontwerp van etiketten.
Let bij het afdrukken op etiketten op het volgende:
http://support.lexmark.com voor meer informatie
• Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Controleer het volgende bij de fabrikant
of verkoper:
– De etiketten kunnen tegen een blootstelling aan temperaturen van 240°C en plakken niet vast, krullen
niet om of kreuken niet en geven bij deze temperaturen geen gevaarlijke stoen af.
– Etikettenlijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en coating zijn bestand tegen 172 kPa (25 psi) druk
zonder delaminatie, lekken aan de randen of het vrijkomen van gassen.
• Gebruik geen etiketten met glad rugmateriaal.
• Gebruik volledige etiketvellen. Etiketten van onvolledige vellen kunnen losraken tijdens het afdrukken,
waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor
kan de garantie voor de printer en de tonercartridge vervallen.
• Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
• Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de snijranden van de
etiketten.
• Controleer of de kleefzijde van de etiketten niet buiten de randen van het vel uitsteekt. Gebruik vellen
waarop de lijm gericht is aangebracht op minstens 1 mm vanaf de randen. De lijm kan in de printer terecht
komen waardoor de printergarantie kan vervallen.
• Als gericht aanbrengen van lijm niet mogelijk is, moet u een strook van 2 mm verwijderen van de voorste
(bovenste) rand en moet u lijm gebruiken die niet lekt.
• U kunt het beste afdrukken in de staande afdrukstand, met name bij streepjescodes.
Tips voor het gebruik van
brieoofdpapier
• Gebruik brieoofdpapier dat speciaal is ontworpen voor laserprinters.
• Maak eerst enkele proefafdrukken op het brieoofdpapier voordat u grote hoeveelheden ervan aanschaft.
• Buig de letterhead waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u de transparanten plaatst zodat
deze niet aan elkaar blijven plakken.
• Wanneer u wilt afdrukken op
meer informatie over het plaatsen van
brieoofdpapier,
brieoofdpapier:
is het belangrijk dat u de juiste afdrukstand instelt. Zie voor
– 'Laden vullen' op pagina 25
– 'De universeellader vullen' op pagina 30
Tips voor het gebruik van transparanten
• Maak eerst een testpagina voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
• Voer transparanten in vanuit de standaardlade of vanuit de universeellader.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal43
• Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Transparanten moeten temperaturen
kunnen weerstaan tot 185 °C zonder te smelten, te verkleuren, om te krullen of gevaarlijke
stoen
geven.
Opmerking: Wanneer Gewicht transparanten is ingesteld op Zwaar en Structuur transparant is ingesteld
op Ruw, kunnen transparanten worden bedrukt bij een temperatuur tot 195 °C.
af te
• Voorkom vingerafdrukken op de transparanten. Deze kunnen leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit.
• Buig de transparanten, waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u de transparanten plaatst
zodat deze niet aan elkaar blijven plakken.
Papier bewaren
Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te
garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan.
• U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 °C en een relatieve
vochtigheid van 40 procent. De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een
temperatuur tussen 18 en 24 °C en een relatieve vochtigheid van 40 tot 60 procent.
• Zet dozen papier liever niet op de vloer, maar op een pallet of een plank.
• Zet losse pakken op een vlakke ondergrond.
• Plaats niets boven op de losse pakken met papier.
• Haal papier alleen uit de doos of verpakking als u het in de printer wilt plaatsen. De doos en de verpakking
zorgen ervoor dat het papier schoon, droog en vlak blijft.
Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten
Ondersteunde papierformaten
PapierformaatStandaardladeOptionele lade
voor 250 of 550
vel
A4
210 x 297 mm
(8,3 x 11,7 inch)
A5
148 x 210 mm
(5,8 x 8.3 inch)
A6
105 x 148 mm (4,1 x 5.8 inch)
1
Met deze formaatinstelling wordt de pagina ingedeeld op basis van de afmetingen 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch), tenzij
een ander formaat wordt opgegeven in de toepassing.
2
Universal wordt alleen ondersteund in de standaardlade als het papierformaat ten minste de afmetingen 105 x 148 mm
(4,1 x 5,8 inch) heeft. Universal wordt alleen ondersteund in de optionele lade voor 250 of 550 vel als het papierformaat
ten minste de afmetingen 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 inch) heeft. Universal wordt alleen ondersteund in de modus voor
dubbelzijdig afdrukken als het papier ten minste een breedte van 210 mm (8,3 inch) en een lengte van 279 mm (11 inch)
heeft. Het kleinste ondersteunde formaat voor Universal kan alleen in de universeellader worden geplaatst.
XX
Univer&seelladerModus voor
dubbelzijdig
afdrukken
X
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal44
PapierformaatStandaardladeOptionele lade
voor 250 of 550
vel
JIS B5
182 x 257 mm
(7,2 x 10.1 inch)
Letter
216 x 279 mm (8,5 x 11 inch)
Legal
216 x 356 mm (8,5 x 14 inch)
Executive
184 x 267 mm
(7,3 x 10,5 inch)
Oficio (Mexico)
216 x 340 mm
(8,5 x 13.4 inch)
Folio
216 x 330 mm (8,5 x 13 inch)
Statement
140 x 216 mm
(5,5 x 8,5 inch)
Universal
1, 2
Van 76,2 x 127 mm
(3 x 5 inch) tot
216 x 356 mm (8,5 x 14 inch)
Univer&seelladerModus voor
dubbelzijdig
afdrukken
X
X
X
7 3/4-envelop (Monarch)
XXX
98 x 191 mm (3,9 x 7.5 inch)
Envelop nr. 9
XX
X
98 x 225 mm
(3,9 x 8.9 inch)
Envelop nr. 10
XX
X
105 x 241 mm (4,1 x 9.5 inch)
Envelop DL
XX
X
110 x 220 mm
(4,3 x 8.7 inch)
Envelop C5
XX
X
162 x 229 mm (6,4 x 9 inch)
1
Met deze formaatinstelling wordt de pagina ingedeeld op basis van de afmetingen 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch), tenzij
een ander formaat wordt opgegeven in de toepassing.
2
Universal wordt alleen ondersteund in de standaardlade als het papierformaat ten minste de afmetingen 105 x 148 mm
(4,1 x 5,8 inch) heeft. Universal wordt alleen ondersteund in de optionele lade voor 250 of 550 vel als het papierformaat
ten minste de afmetingen 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 inch) heeft. Universal wordt alleen ondersteund in de modus voor
dubbelzijdig afdrukken als het papier ten minste een breedte van 210 mm (8,3 inch) en een lengte van 279 mm (11 inch)
heeft. Het kleinste ondersteunde formaat voor Universal kan alleen in de universeellader worden geplaatst.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal45
PapierformaatStandaardladeOptionele lade
voor 250 of 550
vel
Envelop B5
XX
Univer&seelladerModus voor
dubbelzijdig
afdrukken
X
176 x 250 mm
(6,9 x 9.8 inch)
Andere envelop
XX
X
229 x 356 mm (9 x 14 inch)
1
Met deze formaatinstelling wordt de pagina ingedeeld op basis van de afmetingen 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch), tenzij
een ander formaat wordt opgegeven in de toepassing.
2
Universal wordt alleen ondersteund in de standaardlade als het papierformaat ten minste de afmetingen 105 x 148 mm
(4,1 x 5,8 inch) heeft. Universal wordt alleen ondersteund in de optionele lade voor 250 of 550 vel als het papierformaat
ten minste de afmetingen 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 inch) heeft. Universal wordt alleen ondersteund in de modus voor
dubbelzijdig afdrukken als het papier ten minste een breedte van 210 mm (8,3 inch) en een lengte van 279 mm (11 inch)
heeft. Het kleinste ondersteunde formaat voor Universal kan alleen in de universeellader worden geplaatst.
Ondersteunde papiergewichten en -soorten
De standaardlade ondersteunt papiergewichten van 60–90 g/m2. De optionele lade ondersteunt
papiergewichten van 60–120 g/m
PapiertypeLade voor 250 of 550
2
. De universeellader ondersteunt papiergewichten van 60–163 g/m2.
Univer&seelladerModus voor dubbelzijdig
vel
afdrukken
Normaal papier
Card stock (Karton)XX
Transparanten
Kringlooppapier
Glossy papierXXX
Papieren etiketten
1
VinyletikettenXXX
Bankpost
2
EnvelopXX
Ruwe envelopX
Brieoofd
Voorbedrukt papier
X
X
X
Gekleurd papier
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal46
PapiertypeLade voor 250 of 550
vel
Univer&seelladerModus voor dubbelzijdig
afdrukken
Licht papier
Zwaar papier
2
Ruw/katoenX
1
De printer ondersteunt incidenteel gebruik van enkelzijdige papieren etiketten die zijn ontworpen voor gebruik met
laserprinters. U kunt het beste per maand niet meer dan 20 pagina's met papieren etiketten af te drukken. Vinyletiketten,
etiketten voor apotheken en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund.
2
Bankpostpapier en zwaar papier worden in de dubbelzijdige modus ondersteund tot een papiergewicht van 90 g/m2.
Afdrukken47
Afdrukken
De keuze voor en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het
afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg
pagina 43 voor meer informatie.
Documenten afdrukken
Afdrukken vanaf een computer
Opmerking: Stel voor etiketten, karton en enveloppen het papierformaat en de papiersoort in de printer in,
voordat u de afdruktaak verzendt.
1 Open vanuit het document dat u wilt afdrukken het dialoogvenster Afdrukken.
2 Pas zo nodig de instellingen aan.
3 Verzend de afdruktaak.
'Voorkomen van papierstoringen' op pagina 93 en 'Papier bewaren' op
Tonerintensiteit aanpassen
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Menu Kwaliteit.
3 Pas de instelling voor tonerintensiteit aan.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u de instellingen voor tonerintensiteit aanpassen via het
Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.
Afdrukken48
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat
Opmerking: Controleer of de printer en het mobiele apparaat met hetzelfde draadloze netwerk zijn
verbonden. Raadpleeg de documentatie bij het mobiele apparaat voor informatie over het
de draadloze instellingen.
configureren
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat met Mopria Print Service
Mopria® Print Service is een oplossing voor mobiel afdrukken, bedoeld voor mobiele apparaten met Android
4.4 of later. U kunt rechtstreeks afdrukken op elke printer die compatibel is met Mopria.
Opmerking: Voordat u gaat afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de Mopria Print Service is ingeschakeld.
1 Start een compatibele toepassing vanuit het beginscherm van uw mobiele apparaat.
2 Tik op Afdrukken en selecteer de printer.
3 Verzend de afdruktaak.
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat met Google Cloud Print
van
Google Cloud PrintTM is een oplossing voor mobiel afdrukken waarmee u met ingeschakelde toepassingen op
mobiele apparaten kunt afdrukken op printers die compatibel zijn met Google Cloud Print.
1 Start een ingeschakelde toepassing vanuit het beginscherm van uw mobiele apparaat.
2 Tik op Afdrukken en selecteer de printer.
3 Verzend de afdruktaak.
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat met AirPrint
AirPrint is een oplossing voor mobiel afdrukken waarmee u direct vanaf Apple-apparaten kunt afdrukken op
printers die compatibel zijn met AirPrint.
Opmerking: Deze toepassing wordt alleen op sommige Apple-apparaten ondersteund.
1 Start een compatibele toepassing vanuit het beginscherm van uw mobiele apparaat.
2 Selecteer een item om af te drukken en tik vervolgens op het pictogram Delen.
3 Tik op Afdrukken en selecteer de printer.
4 Verzend de afdruktaak.
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat met Lexmark Mobile Print
LexmarkTM Met Mobile Print kunt u documenten en aeeldingen rechtstreeks verzenden naar een
ondersteunde Lexmark-printer.
1 Open het document en verzend of deel het document vervolgens naar Lexmark Mobile Print.
Opmerking: Sommige toepassingen van derden ondersteunen de functie verzenden of delen mogelijk
niet. Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor meer informatie.
2 Een printer selecteren.
Afdrukken49
3 Druk het document af.
Afdruktaak annuleren
Een afdruktaak annuleren vanaf de computer
Voor Windows-gebruikers
1 Open de map Printers, en selecteer vervolgens uw printer.
2 Selecteer in de afdrukwachtrij de afdruktaak die u wilt annuleren en verwijder deze.
Voor Macintosh-gebruikers
1 Ga vanuit Systeemvoorkeuren in het Apple-menu naar uw printer.
2 Selecteer in de afdrukwachtrij de afdruktaak die u wilt annuleren en verwijder deze.
Informatie over de printermenu's50
Informatie over de printermenu's
Zie 'Een pagina met menu-instellingen en
menulijst wilt afdrukken.
Voor toegang tot de printermenu's gebruikt u:
netwerkconfiguratiepagina
afdrukken' op pagina 23 als u een
• De Embedded Web Server als de printer is aangesloten op een netwerk.
• Het Hulpprogramma voor Local Printer Settings van Windows of Printer Settings voor Macintosh als de
printer is aangesloten op een computer via een USB-poort of parallelle kabel.
Overzicht van menu's
Menu PapierInstellingen
Standaardbron
Papierformaat/-soort
Configuratie U-lader
Papierstructuur
Papiergewicht
Papier plaatsen
Aangepaste soorten
Netwerk/poorten Beveiliging
Standaard-USBDatum en tijd instellen
Algemene instellingen
Afdrukinstellingen
Papiermenu
Menu Standaardbron
OptieTot
Standaardbron
Lade [x]
U-lader
Handmatige papier-
invoer
Handmatige envelop-
invoer
Een standaardpapierbron instellen voor alle afdruktaken.
Opmerkingen:
• "(Lade 1) (standaardlade)" is de standaardinstelling.
• In het menu Papier stelt u Configuratie U‑lader in op Cassette om U‑lader als
• Als u papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort gebruikt in twee laden en de
menu‑instelling weer te geven.
laden dezelfde instellingen hebben, worden de laden automatisch gekoppeld. Zodra
een lade leeg is, wordt de afdruktaak verder afgedrukt op afdrukmateriaal uit de gekoppelde lade.
Het formaat van het papier in de afzonderlijke papierladen opgeven.
Opmerkingen:
• "Letter" is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardin-
stelling.
• Als u twee laden gebruikt met papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort,
worden de laden automatisch gekoppeld als voor beide laden dezelfde instellingen zijn opgegeven. Zodra een lade leeg is, wordt de afdruktaak verder
afgedrukt op afdrukmateriaal uit de gekoppelde lade.
• Het papierformaat A6 wordt alleen in lade 1 en de universeellader ondersteund.
De soort van het papier in de afzonderlijke papierladen opgeven.
Opmerkingen:
• Normaal papier is de standaardinstelling voor lade 1. Aangepast [x] is de
standaardinstelling voor alle andere laden.
• Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van
Aangepast [x].
• Gebruik dit menu om de laden automatisch te laten koppelen.
Een papiersoort of speciaal materiaal koppelen aan een naam van Aangepaste soort [x].
Opmerkingen:
• Papier is de standaardinstelling voor Aangepast [x].
• U kunt alleen afdrukken maken met de speciale materiaalsoort als deze wordt ondersteund
door de geselecteerde lade of invoer.
Een papiersoort opgeven als in andere menu's de instelling voor kringlooppapier is geselecteerd.
Opmerkingen:
• Papier is de standaardinstelling.
• U kunt alleen afdrukken maken met de papiersoort Kringlooppapier als deze papiersoort
wordt ondersteund door de geselecteerde lade of invoer.
Informatie over de printermenu's58
Network/Ports, menu
Menu Standaard-USB
OptieTot
PCL SmartSwitch
Uit
Aan
PS SmartSwitch
Uit
Aan
USB-buer
Disabled (Uitgeschakeld)
Automatisch
3 KB tot
[maximum toegestane grootte]
De printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een
afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Als PCL SmartSwitch is ingeschakeld, gebruikt de printer PCL-emulatie.
• ALs PCL SmartSwitch is uitgeschakeld, analyseert de printer de binnenkomende gegevens
niet en wordt de standaardprintertaal gebruikt die is opgegeven in het menu Instellen.
De printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door een
afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Als PS SmartSwitch is ingeschakeld, gebruikt de printer PostScript-emulatie.
• ALs PS SmartSwitch is uitgeschakeld, analyseert de printer de binnenkomende gegevens
niet en wordt de standaardprintertaal gebruikt die is opgegeven in het menu Instellen.
De grootte van de
Opmerkingen:
USB-invoerbuer
instellen.
• "Automatisch" is de standaardinstelling.
• Met de waarde Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buer uit.
• De instelling van de grootte van de USB-buer kan in stappen van 1KB worden aangepast.
• De maximumgrootte die is toegestaan hangt af van de hoeveelheid geheugen in de printer,
de grootte van de andere
ingesteld op Aan of Uit.
koppelingsbuers
en of u het menu-item Bronnen opslaan hebt
• Als u het maximale bereik van de USB-buer wilt vergroten, kunt u de grootte van de paral-
lelle, seriële en netwerkbuers uitschakelen of kleiner maken.
• De printer wordt automatisch opnieuw opgestart als de instelling wordt gewijzigd. De menu-
instelling wordt bijgewerkt.
Informatie over de printermenu's59
Instellingen, menu
Algemene instellingen, menu
GebruikVoor
Taal op display
Engels
Francais
Deutsch
Italiano
Espanol
Dansk
Norsk
Nederlands
Zweeds
Portugees
Suomi
Russisch
Polski
Grieks
Magyar
Turk ce
Cesky
Vereenvoudigd Chinees
Traditioneel Chinees
Koreaans
Japans
De taal van de tekst op de display selecteren.
Opmerking: Niet alle talen zijn op alle modellen beschikbaar. Mogelijk moet u
voor sommige talen speciale hardware installeren.
Supplyschattingen tonen
Schattingen tonen
Schattingen niet tonen
Ecomodus
Uit
Energie
Energie/papier
Papier
Schattingen weergeven van de supplies op het bedieningspaneel, Embedded
Web Server, menu-instellingen en statistiekrapporten van het apparaat.
Gebruik van energie, papier of speciaal afdrukmateriaal minimaliseren.
Opmerkingen:
• "Uit" is de standaardinstelling. Met deze instelling worden de standaardin-
stellingen opnieuw ingesteld op de printer.
• De Ecomodus instellen op Energie of Papier kan van invloed zijn op de
prestaties van de printer, maar de afdrukkwaliteit wordt niet beïnvloed.
Stille modus
Uit
Aan
Eerste installatie uitvoeren
Ja
Nee
1
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen met aanraakscherm.
2
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen zonder aanraakscherm.
Geluid van de printer beperken.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
De installatiewizard uitvoeren.
Informatie over de printermenu's60
GebruikVoor
To et se nb or d
1
Type toetsenbord
Engels
Francais
Francais Canadien
Deutsch
Italiano
Espanol
Grieks
Dansk
Norsk
Nederlands
Zweeds
Suomi
Portugees
Russisch
Polski
Zwitsers-Duits
Zwitsers-Frans
Koreaans
Magyar
Turk ce
Cesky
Vereenvoudigd Chinees
Traditioneel Chinees
Japans
Aangepaste toets [x]
Geef een taal en informatie op voor de aangepaste toets op het toetsenbord op
de display.
Papierformaten
V.S.
Hiermee geeft u de maateenheden voor papierformaten op.
Opmerkingen:
Metrisch
• US is de standaardinstelling.
• De eerste papierformaatinstelling wordt bepaald door het land of de regio
die u hebt geselecteerd in de initiële installatiewizard.
1
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen met aanraakscherm.
2
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen zonder aanraakscherm.
Informatie over de printermenu's61
GebruikVoor
Weergegeven informatie
Linkerkant
Rechterkant
1
Opgeven wat in de bovenste hoeken van het startscherm wordt weergegeven.
Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Geen
IP-adres
Hostnaam
Contactpersoon
Locatie
Datum/tijd
mDNS/DDNS-servicenaam
Naam
configuratieloos
programma
Aangepaste tekst [x]
Modelnaam
Opmerkingen:
• Bij de standaardinstelling wordt aan de linkerkant het IP-adres weerge-
geven.
• Bij de standaardinstelling wordt aan de rechterkant datum/tijd weerge-
geven.
Weergegeven informatie
1
Aangepaste tekst [x]
Weergegeven informatie (vervolg)
Zwarte toner
De tekst opgeven die in de bovenste hoeken van het startscherm wordt weergegeven.
Opmerking: U kunt maximaal 32 tekens invoeren.
1
De weergegeven informatie voor zwarte toner opgeven.
Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Wanneer weergeven
Niet weergeven
Display
Berichten die moeten worden weergegeven
Standaard
Alternatief
Standaard
[tekstinvoer]
Alternatief
[tekstinvoer]
Opmerkingen:
• Niet weergeven is de standaardinstelling voor Wanneer weergeven.
• Standaard is de standaardinstelling voor Weergegeven bericht.
1
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen met aanraakscherm.
2
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen zonder aanraakscherm.
Informatie over de printermenu's62
GebruikVoor
1
Weergegeven informatie (vervolg)
Papier vast
Plaats papier
Fouten die onderhoud vereisen
Hiermee kunt u de weergegeven informatie voor bepaalde menu's aanpassen.
Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Display
Ja
Nee
Berichten die moeten worden weergegeven
Standaard
Alternatief
Standaard
[tekstinvoer]
Alternatief
[tekstinvoer]
Opmerkingen:
• Nee is de standaardinstelling voor Weergeven.
• Standaard is de standaardinstelling voor Weergegeven bericht.
Beginscherm aanpassen
Taal wijzigen
Wachttaken zoeken
Wachttaken
De pictogrammen wijzigen die worden weergegeven in het startscherm.
Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Display
Niet weergeven
USB-station
Profielen en oplossingen
Bladwijzers
1
Taken per gebruiker
Formulieren en favorieten
Datumnotatie
1
MM‑DD‑JJJJ
DD‑MM‑JJJJ
1
1
1
Hiermee stelt u de notatie van de printerdatum in.
Opmerking: MM‑DD‑YYYY is de standaardinstelling. DD-MM-YYYY is de inter-
nationale standaardinstelling.
JJJJ‑MM‑DD
Tijdsnotatie
12-uurs klok
1
Hiermee stelt u de notatie van de printertijd in.
Opmerking: 12-uurs klok is de standaardinstelling.
24-uurs klok
Helderheid van het scherm
20–100
Geluidsfeedback
1
Knopfeedback
Aan
Uit
Luidsprekervolume
1
De helderheid van het display aanpassen.
Opmerking: 100 is de standaardinstelling.
Stel het volume van de knop en de feedback in.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling voor knopfeedback.
• 5 is de standaardinstelling voor het luidsprekervolume.
1-10
Bladwijzers weergeven
Ja
1
Instellen of bladwijzers worden weergegeven in het gedeelte met wachttaken.
Opmerking: Ja is de standaardinstelling.
Nee
1
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen met aanraakscherm.
2
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen zonder aanraakscherm.
Informatie over de printermenu's63
GebruikVoor
1
Vernieuwingsfrequentie webpagina
30–300
Het aantal seconden instellen voordat de Embedded Web Server wordt
vernieuwd.
Opmerking: 120 is de standaardinstelling.
Naam contactpersoon
1
Geef een contactpersoon op voor de printer.
Opmerking: De naam van de contactpersoon wordt opgeslagen op de
Embedded Web Server.
Locatie
1
Geef de locatie van de printer op.
Opmerking: De locatie wordt opgeslagen op de Embedded Web Server.
Alarmen
1
Alarminstelling
Cartridge-alarm
Hiermee stelt u een alarmsignaal in dat wordt afgespeeld wanneer de gebruiker
moet ingrijpen.
Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Uit
Eén keer
Continu
Opmerkingen:
• "Eén keer" is de standaardinstelling voor Alarminstelling.
• Uit is de standaardinstelling voor Cartridgealarm.
Time-outs
Stand-bymodus
Uitgeschakeld
1
Instellen na hoeveel tijd inactief te zijn de printer overschakelt op de standbymodus.
Opmerking: De standaardinstelling is "15" minuten.
1–240
Time-outs
Slaapstand
Instellen na hoeveel tijd inactief te zijn de printer overschakelt op de slaapstand.
Opmerkingen:
Uitgeschakeld
1–120
• 20 minuten is de standaardinstelling.
• Uit wordt alleen weergegeven als Energiebesparing is ingesteld op Uit.
• Met lagere instellingen bespaart u energie, maar kan de opwarmtijd
langer zijn.
Time-outs
Afdrukken terwijl de display uit is
Afdrukken terwijl de display uit is
toestaan
Display aan tijdens afdrukken
1
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen met aanraakscherm.
2
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen zonder aanraakscherm.
Een taak afdrukken terwijl het display is uitgeschakeld.
Opmerking: Het display is standaard ingeschakeld tijdens het afdrukken.
Hiermee wordt ingesteld na hoeveel tijd de printer overschakelt naar de sluimerstand.
Opmerking: 3 dagen is de standaardinstelling.
De printer instellen op de sluimerstand zelfs als er een actieve Ethernetverbinding is.
Opmerking: Sluimerstand is de standaardinstelling.
Instellen na hoeveel tijd inactief te zijn de printer terugkeert naar de werkstand
Gereed.
Opmerking: "30 seconden" is de standaardinstelling.
Time-outs
Time-out scherm verlengen
Aan
1
Blijf op dezelfde locatie en stel de time-out van het scherm opnieuw in, in plaats
van terug te keren naar het beginscherm.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Uit
Time-outs
Afdruktime-out
Uitgeschakeld
1–255 sec.
Stel de printer zo in dat een afdruktaak wordt beëindigd nadat het apparaat
gedurende een bepaalde tijd inactief is.
Opmerkingen:
• 90 seconden is de standaardinstelling.
• Als de timer is verlopen, wordt elke gedeeltelijk afgedrukte pagina die
nog aanwezig is in de printer, afgedrukt.
• "Afdruktime-out" is alleen beschikbaar als u PCL-emulatie gebruikt.
Time-outs
Wachttime-out
Uitgeschakeld
15–65535 sec.
Instellen hoelang de printer wacht op gegevens van de host.
Opmerkingen:
• 40 seconden is de standaardinstelling.
• Wachttime-out is alleen beschikbaar wanneer de printer PostScript-
emulatie gebruikt.
1
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen met aanraakscherm.
2
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen zonder aanraakscherm.
Informatie over de printermenu's65
GebruikVoor
Time-outs
Time-out wachttaken
1
5–255 sec.
Error Recovery
Automatisch opnieuw opstarten
Opnieuw opstarten bij inactieve
stand
Altijd opnieuw opstarten
Nooit opnieuw opstarten
Error Recovery
Limiet Automatisch opnieuw
opstarten
1–20
Afdrukherstel
Auto doorgaan
Uitgeschakeld
5–255 sec.
Afdrukherstel
Herstel na storing
Aan
Uit
Automatisch
Instellen hoelang de printer op een handeling van de gebruiker wacht voordat
de printer taken in de wacht zet die niet-beschikbare bronnen vereisen.
Opmerkingen:
• "30 seconden" is de standaardinstelling.
• Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf is
geïnstalleerd.
Stel de printer in om opnieuw op te starten als er een fout optreedt.
Opmerking: Altijd opnieuw opstarten is de standaardinstelling.
Het aantal keren automatisch opnieuw opstarten instellen dat de printer kan
uitvoeren.
Opmerking: "2" is de standaardinstelling.
Hiermee krijgt de printer opdracht automatisch door te gaan met afdrukken als
bepaalde oine situaties niet binnen de opgegeven termijn zijn opgelost.
Opmerking: Disabled (Uitgeschakeld) is de standaardinstelling.
Opgeven of de printer vastgelopen pagina's opnieuw moet afdrukken.
Opmerking: "Automatisch" is de standaardinstelling. De printer drukt vastge-
lopen pagina's opnieuw af, tenzij andere printertaken het geheugen nodig
hebben om de pagina's op te slaan.
Afdrukherstel
Storingsassistentie
Instellen dat de printer automatisch controleert of er papier vastzit.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Aan
Uit
Afdrukherstel
Paginabeveiliging
Stel de printer zo in dat de juiste uitvoer voor een pagina wordt afgedrukt.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Uit
Aan
Toegankelijkheidsinstellingen
Time-out scherm verlengen
Uit
1
Blijf op dezelfde locatie en stel de time-out van het scherm opnieuw in, in plaats
van terug te keren naar het beginscherm.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Aan
1
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen met aanraakscherm.
2
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen zonder aanraakscherm.
Informatie over de printermenu's66
GebruikVoor
Toegankelijkheidsinstellingen
Spraaksnelheid
Zeer traag
Langzaam
Normaal
Snel
Sneller
Zeer snel
Supersnel
Extreem snel
Snelst
Toegankelijkheidsinstellingen
Hoofdtelefoonvolume
1-10
1
1
De spraaksnelheid van de gesproken begeleiding aanpassen.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Het volume van de hoofdtelefoon instellen.
Opmerking: 5 is de standaardinstelling.
Informatie verzonden naar Lexmark
Gebruik van supplies en pagina's
(anoniem)
Aan
Anonieme informatie over het gebruik van het apparaat naar Lexmark
verzenden.
Opmerking: De standaardwaarde is
installatie hebt geselecteerd.
Uit
Informatie verzonden naar Lexmark
Apparaatprestaties (anoniem)
Aan
Uit
Informatie verzonden naar Lexmark
Anonieme informatie over de werking en fouten van het apparaat naar Lexmark
verzenden.
Opmerking: De standaardwaarde is
installatie hebt geselecteerd.
De tijd instellen voor het verzenden van anonieme informatie naar Lexmark.
Verzenden starten
Verzenden stoppen
Druk op slaapknop
Niets doen
Sleep (Slapen)
Bepalen hoe de printer in de inactieve stand reageert als er kort op de slaapknop
wordt gedrukt.
Opmerking: Slapen is de standaardinstelling.
Sluimerstand
Slaapknop ingedrukt houden
Niets doen
Sleep (Slapen)
Bepalen hoe de printer in de inactieve stand reageert als er lang op de
slaapknop wordt gedrukt.
Opmerking: Niets doen is de standaardinstelling.
Sluimerstand
Standaardfabrieksinstellingen
Niet herstellen
De standaardinstellingen van de printer herstellen.
Opmerkingen:
Nu herstellen
• "Niet herstellen" is de standaardinstelling.
• Als "Nu herstellen" is ingesteld, worden alle printerinstellingen teruggezet
in de standaardinstellingen, met uitzondering van de menu-instellingen
voor Netwerk en Poorten. Alle downloads in het RAM worden verwijderd.
Downloads die zijn opgeslagen in het
worden niet verwijderd.
1
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen met aanraakscherm.
2
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen zonder aanraakscherm.
aankelijk
aankelijk
flashgeheugen
van wat u tijdens de eerste
van wat u tijdens de eerste
of op de vaste schijf
Informatie over de printermenu's67
GebruikVoor
Aangepast startbericht
Uit
IP-adres
Hostnaam
Contactpersoon
Locatie
Naam configuratieloos programma
Aangepaste tekst [x]
Configuratiebestand
Exporteren
1
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen met aanraakscherm.
2
Dit menu-item verschijnt alleen op printermodellen zonder aanraakscherm.
2
1
exporteren
Een aangepast startpaginabericht selecteren dat wordt weergegeven als alter-
natieve weergaven van de printerstatus.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Configuratiebestanden exporteren naar een flashstation.
Afdrukinstellingen
Menu Instellen
SelecterenFunctie
Printertaal
PCL-emulatie
PS-emulatie
Afdrukgebied
Normaal
Hele pagina
Downloadbestemming
RAM
Flashge-
heugen
De standaardprintertaal instellen.
Opmerkingen:
• PCL-emulatie is de standaardinstelling.
• PostScript-emulatie gebruikt een PostScript-interpreter voor het verwerken van afdruktaken.
• PCL-emulatie gebruikt een PCL-interpreter voor het verwerken van afdruktaken.
• Als een bepaalde printertaal als standaardtaal is ingesteld, betekent dit niet dat programma's
geen afdruktaken kunnen verzenden die een andere printertaal gebruiken.
Het logische en fysieke afdrukbare gebied instellen.
Opmerkingen:
• Normaal is de standaardinstelling. Als u probeert gegevens af te drukken in het niet-
afdrukbare gebied dat is aangegeven via de instelling Normaal, snijdt de printer de aeelding
bij op de begrenzing.
• Met de instelling Hele pagina kunt u
dat is
pagina's die zijn afgedrukt met een PCL 5e-interpreter en is niet van invloed op pagina's die
zijn afgedrukt met de PCL XL- of PostScript-interpreter.
De opslaglocatie voor downloads instellen.
Opmerkingen:
• RAM is de standaardinstelling. Downloads die in het RAM worden opgeslagen, worden tijdelijk
opgeslagen.
• Als u downloads opslaat in het
blijven in het
• Dit menu-item wordt alleen weergegeven als een optionele
leerd.
gedefinieerd
flashgeheugen,
aeeldingen
met de instelling Normaal. Deze instelling is alleen van toepassing op
flashgeheugen,
zelfs als de printer wordt uitgeschakeld.
verplaatsen naar het niet-afdrukbare gebied
worden ze permanent opgeslagen. Downloads
flashgeheugenkaart
is geïnstal-
Informatie over de printermenu's68
SelecterenFunctie
Bronnen opslaan
Aan
Uit
Geef op wat de printer moet doen met tijdelijke downloads, zoals lettertypen en macro's die zijn
opgeslagen in het RAM-geheugen, wanneer de printer een afdruktaak krijgt waarvoor meer
geheugen vereist is dan er beschikbaar is.
Opmerkingen:
• "Uit" is de standaardinstelling. Als Uit is ingesteld, worden downloads bewaard op de printer
tot het geheugen nodig is voor andere taken. Downloads worden verwijderd zodat afdruktaken kunnen worden verwerkt.
• Als Aan is ingesteld, blijven downloads bewaard, ook wanneer de taal wordt gewijzigd en de
printer opnieuw wordt ingesteld. Als de printer onvoldoende geheugen heeft, wordt het
bericht Geheugen vol [38 ] weergegeven op het display. Downloads worden echter niet
verwijderd.
Finishing (Afwerking), menu
OptieTot
Zijden (Duplex)
Enkelzijdig
Dubbelzijdig
Instellen of dubbelzijdig afdrukken standaard wordt gebruikt voor alle afdruktaken.
Opmerkingen:
• Enkelzijdig is de standaardinstelling.
• U kunt dubbelzijdig afdrukken instellen in het programma.
Voor Windows-gebruikers:
1 Klik op Bestand > Afdrukken.
2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Als u Macintosh gebruikt:
1 Kies Archief > Druk af.
2 Pas via het dialoogvenster Druk af en de pop-upmenu's de instellingen aan.
Duplex inbinden
Long Edge (Lange zijde)
Short Edge (Korte zijde)
Exemplaren
1–999
Lege pagina's
Do Not Print (Niet afdrukken)
Afdrukken
Sorteren
(1,1,1) (2,2,2)
(1,2,3) (1,2,3)
Instellen hoe dubbelzijdig bedrukte pagina's moeten worden ingebonden en afgedrukt.
Opmerkingen:
• Lange zijde is de standaardinstelling. Met Lange zijde worden pagina's
ingebonden langs de lange zijde van de pagina (linkerrand voor staand,
bovenrand voor liggend).
• Met Korte zijde worden pagina's ingebonden langs de korte zijde van de pagina
(bovenrand voor staand, linkerrand voor liggend).
Een standaardaantal exemplaren opgeven voor elke afdruktaak.
Opmerking: 1 is de standaardinstelling.
Instellen of er lege pagina's in een afdruktaak moeten worden ingevoegd.
Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling.
De pagina's van een afdruktaak op volgorde houden als u meerdere exemplaren afdrukt.
Opmerking: (1,2,3) (1,2,3) is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's69
OptieTot
Scheidingspagina's
Aan
Tussen exemplaren
Tussen t aken
Tussen pagina's
Bron scheidingspagina's
Lade [x]
Universeellader
Papierbesparing
Aan
2 per vel
3 per vel
4 per vel
6 per vel
9 per vel
12 per vel
16 per vel
Instellen of er lege scheidingsvellen moeten worden ingevoegd.
Opmerkingen:
• "Uit" is de standaardinstelling.
• Met Tussen exemplaren voegt u een lege pagina in tussen elke kopie van een
afdruktaak als Sorteren is ingesteld op (1,1,1) (2,2,2). Als Sorteren is ingesteld op
(1,2,3) (1,2,3), wordt een lege pagina ingevoegd tussen alle sets afgedrukte
pagina's (na alle pagina's 2, na alle pagina's 3 enzovoort).
• Met Tussen taken voegt u een leeg vel in tussen afdruktaken.
• Met Tussen pagina's voegt u een leeg vel in tussen elke pagina van de
afdruktaak. Deze instelling is handig als u transparanten afdrukt of lege pagina's
in een document wilt opnemen.
De papierbron voor de scheidingsvellen opgeven.
Opmerking: "(Lade 1) (standaardlade)" is de standaardinstelling.
Meerdere paginabeelden op één zijde van een vel papier afdrukken.
Opmerkingen:
• "Uit" is de standaardinstelling.
• Het geselecteerde aantal is het aantal paginabeelden dat per zijde wordt
Uit
Lettertypen
Horizontaal
Verticaal
Beide richtingen
To ne ri nt en si te it
1-10
Dunne lijnen verbeteren
Aan
Uit
Geef de kwaliteit van de scan op in dpi (dots per inch).
Opmerking: 600 dpi is de standaardinstelling.
Hiermee worden meer pixels mogelijk om af te drukken in clusters voor een betere helderheid,
om aeeldingen horizontaal of verticaal te verbeteren of om lettertypen te verbeteren.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Afdrukken lichter of donkerder maken.
Opmerkingen:
• 8 is de standaardinstelling.
• Als u een lager cijfer kiest, bespaart u toner.
Een afdrukmodus inschakelen die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige
details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen.
Opmerkingen:
Grijscorrectie
Automatisch
Uit
Helderheid
‑6 tot 6
Contrast
0-5
PostScript, menu
OptieTot
PS-fout afdr
Uit
Aan
Een pagina afdrukken die de PostScript-fout bevat.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
• "Uit" is de standaardinstelling.
• U kunt deze optie instellen in de printersoftware. Voor Windows-gebruikers: klik op File
(Bestand) > Print (Afdrukken) en Properties (Eigenschappen), Preferences
(Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen). Voor Macintosh-gebruikers: kies
Archief > Druk af en pas de instellingen aan in het dialoogvenster Druk af en de
snelmenu's.
• Als u deze optie wilt instellen via de Embedded Web Server, moet u het IP-adres van de
netwerkprinter in het adresveld van een browser typen.
Automatisch de contrastverbetering aanpassen die is toegepast op de afgedrukte beelden.
Opmerking: "Automatisch" is de standaardinstelling.
Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. U kunt toner besparen door lichtere afdrukken
te maken.
Opmerking: 0 is de standaardinstelling.
Hiermee past u het contrast van de afgedrukte objecten aan.
Opmerking: 0 is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's71
PCL Emul, menu
OptieTot
Instell. PCL-emulatie
Afdrukstand
Staand
Liggend
Instell. PCL-emulatie
Regels per pagina
1–255
Instell. PCL-emulatie
A4-breedte
198 mm
203 mm
Instell. PCL-emulatie
Automatisch Enter-teken na nieuwe
regel
Uit
Aan
De afdrukstand instellen van tekst en
Opmerkingen:
aeeldingen
op de pagina.
• Staand is de standaardinstelling. Met Staand drukt u de tekst en
aeeldingen evenwijdig aan de korte zijde van het papier af.
• Met Liggend drukt u de tekst en aeeldingen evenwijdig aan de lange
zijde van het papier af.
Het aantal regels opgeven dat op elke pagina wordt afgedrukt.
Opmerkingen:
• 60 is de standaardinstelling in de Verenigde Staten. "64" is de interna-
tionale standaardinstelling.
• De printer stelt de ruimte tussen de regels in op basis van de instel-
lingen voor Regels per pagina, Papierformaat en Afdrukstand. Stel het
papierformaat en de afdrukstand in voordat u het aantal regels per
pagina instelt.
De printer instellen op A4-papierformaat.
Opmerkingen:
• 198 mm is de standaardinstelling.
• Met de instelling 203 mm wordt de breedte van de pagina zo
ingesteld dat er tachtig 10‑pitch tekens kunnen worden afgedrukt.
Opgeven of de printer automatisch een harde return (CR) moet geven na de
opdracht om naar een nieuwe regel te gaan (LF).
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Instell. PCL-emulatie
Automatisch Enter-teken na nieuwe
regel
Uit
Aan
Opgeven of de printer automatisch naar een nieuwe regel moet gaan (LF) na
een opdracht voor een harde return (CR).
De printer zodanig
toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd.
Opmerkingen:
configureren
dat deze werkt met printersoftware of
• "Uit" is de standaardinstelling.
• Geen kan niet worden geselecteerd. Dit wordt alleen weergegeven als
deze door de PCL 5-interpreter wordt geselecteerd. Ook wordt de
opdracht Papierinvoer selecteren genegeerd.
• Met 0‑199 kan een aangepaste instelling worden toegewezen.
De standaardinstelling weergeven voor elke invoer of lade.
Lade-nr wijzigen
Standaardwaarden herstellen
Ja
Nee
Alle lade- en invoertoewijzingen terugzetten op standaardfabrieksinstellingen.
Security (Beveiliging), menu
Datum en tijd instellen, menu
OptieTot
Huidige datum en tijdDe huidige datum- en tijdinstellingen voor de printer weergeven.
Handmatig datum en tijd instellen
[datum/tijd invoeren]
Tijdzone
[lijst met tijdzones]
De datum en tijd opgeven.
Opmerking: als u de datum en tijd instelt met dit menu, wordt NTP inschakelen
automatisch ingesteld op Aan.
De tijdzone selecteren.
Opmerking: GMT is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's73
OptieTot
Automatisch zomertijd gebruiken
Uit
Aan
Verschil met UTC (GMT)
[tijd invoeren in minuten]
Begin zomertijd
[lijst met weken]
[lijst met dagen]
[lijst met maanden]
[tijd invoeren]
Einde zomertijd
[lijst met weken]
[lijst met dagen]
[lijst met maanden]
[tijd invoeren]
Verschil zomertijd
[tijd invoeren in minuten]
De printer zo instellen dat de toepasselijke begin- en eindtijd van de zomertijd
worden gebruikt overeenkomstig de tijdzone-instelling van de printer.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Het tijdsverschil met UTC (Coordinated Universal Time) of GMT (Greenwich Mean
Time) instellen.
Opmerking: de instelling is alleen van toepassing als u (UTC+gebr.) aangepast
instelt als tijdzone.
Het begin van de zomertijd instellen.
Opmerking: de instelling is alleen van toepassing als u (UTC+gebr.) aangepast
instelt als tijdzone.
Het einde van zomertijd instellen.
Opmerking: de instelling is alleen van toepassing als u (UTC+gebr.) aangepast
instelt als tijdzone.
Het verschil voor de zomertijd instellen.
Opmerking: de instelling is alleen van toepassing als u (UTC+gebr.) aangepast
instelt als tijdzone.
Geld besparen en het milieu een handje helpen74
Geld besparen en het milieu een handje helpen
Lexmark streeft naar duurzaamheid en is doorlopend bezig printers zo te ontwikkelen dat de milieubelasting
van de printers wordt verminderd. We ontwerpen met het milieu in gedachten en bedenken verpakkingen
waarvoor zo min mogelijk grondstoen nodig zijn en we bieden inzamel- en recyclingprogramma's aan. Zie
voor meer informatie:
• Het hoofdstuk Kennisgevingen
• Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.com/environment
• Het Lexmark recyclingprogramma op www.lexmark.com/recycle
U kunt waarschijnlijk bij het kiezen van de instellingen en taken van uw printer de milieubelasting van uw printer
verder beperken. Dit hoofdstuk vat samen welke instellingen en taken een groter voordeel voor het milieu
kunnen opleveren.
Papier en toner besparen
Kringlooppapier gebruiken
Lexmark is een milieubewust bedrijf en stimuleert het gebruik van zakelijk kringlooppapier dat speciaal is
geproduceerd voor gebruik in laser- of LED-printers. Zie
op pagina 39 voor meer informatie over gerecycled papier dat u kunt gebruiken in uw printer.
'Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken'
Zuinig omgaan met accessoires
• Druk op beide zijden van het papier af.
Opmerking: Dubbelzijdig afdrukken is de standaardinstelling van het printerstuurprogramma.
• Druk meerdere pagina's af op één vel papier.
• Gebruik de functie voor afdrukvoorbeelden om te bekijken hoe het document eruitziet voordat u het afdrukt.
• Druk één exemplaar van het document af om de inhoud en indeling op fouten te controleren.
Energie besparen
Voor het instellen van de energie-instellingen van de printer gebruikt u:
• De Embedded Web Server als het apparaat is aangesloten op een netwerk.
• Het Hulpprogramma voor Local Printer Settings van Windows of Printer Settings voor Macintosh als de
printer is aangesloten op een computer via een USB-poort of parallelle kabel.
Opmerking: Sommige functies zijn alleen beschikbaar op sommige printermodellen.
Geld besparen en het milieu een handje helpen75
Slaap- en sluimerstand configureren
In de slaap- en sluimerstand verbruikt de printer bijna geen stroom.
Opmerkingen:
• Als de printer rechtreeks op een computer is aangesloten, heeft u toegang tot instellingen van de Slaap-
en sluimerstand via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen of via Printer Settings, aankelijk
van uw besturingssysteem.
• De standaardtijd voordat de printer overschakelt naar de sluimerstand is drie dagen.
• Schakel de sluimerstand uit voordat u een afdruktaak verzendt. U schakelt de sluimerstand uit door de
slaapknop ingedrukt te houden.
• Als de sluimerstand is ingeschakeld, is de Embedded Web Server uitgeschakeld.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Instellingen slaapknop.
3 Kies Slapen of Sluimerstand in het menu Druk op slaapknop of Slaapknop ingedrukt houden.
4 Klik op Verzenden.
Slaapstand aanpassen
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Time-outs.
3 Geef in het veld Slaapstand het aantal minuten op dat u wilt dat de printer wacht voordat deze overschakelt
naar de slaapstand.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken (alleen Windows)
•
Open het menu Instellen via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen.
Geld besparen en het milieu een handje helpen76
Time-out sluimerstand instellen
Met de time-out voor de sluimerstand kunt u instellen na hoeveel minuten de spaarstand wordt ingeschakeld
nadat een afdruktaak is verwerkt.
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Time-outs.
3 Selecteer in het menu Time-out sluimerstand het aantal uren, dagen, weken of maanden dat de printer moet
wachten voordat deze overschakelt naar de spaarstand.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Time-out sluimerstand via het Hulpprogramma voor
lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.
Planning stroomstand gebruiken
Met Planning stroomstand kan de gebruiker instellen wanneer de printer overschakelt over naar een spaarstand
of naar de stand Gereed.
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Planning stroomstand.
3 Selecteer de stroomstand in het menu Actie.
4 Selecteer de tijd in het menu Tijd.
5 Selecteer de dag of dagen in het menu Dag(en).
6 Klik op Toe vo eg en .
Printerinstellingen op de computer gebruiken (alleen Windows)
•
Open het menu Planning stroomstand via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen.
Geld besparen en het milieu een handje helpen77
Recycling
Lexmark verzorgt inzamelprogramma’s en vooruitstrevende, duurzame benaderingen van recycling. Zie voor
meer informatie:
• Het hoofdstuk Kennisgevingen
• Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.com/environment
• Het Lexmark recyclingprogramma op www.lexmark.com/recycle
Lexmark-producten recyclen
U retourneert als volgt Lexmark-producten voor hergebruik:
1 Ga naar www.lexmark.com/recycle.
2 Selecteer het product dat u wilt recyclen.
Opmerking: Printersupplies en -hardware die niet zijn opgenomen in het inzamelings- en recycleprogramma
van Lexmark kunt u recyclen via uw plaatselijke recyclingcentrum.
Lexmark-verpakkingsmateriaal recyclen
Lexmark streeft er voortdurend naar verpakkingsmateriaal te minimaliseren. Minder verpakking draagt ertoe
bij dat Lexmark printers op de meest eciënte en milieuvriendelijke wijze worden vervoerd en dat er minder
verpakkingsmateriaal hoeft te worden weggegooid. Dit resulteert in minder uitstoot van broeikasgassen en
besparing van energie en natuurlijke bronnen. Lexmark biedt in sommige landen en regio's recycling van
verpakkingsmateriaal aan. Ga voor meer informatie naar
land of regio. Informatie over beschikbare recyclingprogramma's van verpakkingsmateriaal is opgenomen in
de informatie over productrecycling.
Lexmark-dozen zijn 100% recyclebaar wanneer faciliteiten voor het recyclen van karton aanwezig zijn. Zulke
faciliteiten bestaan mogelijk niet in uw omgeving.
Het piepschuim dat in verpakkingsmateriaal van Lexmark wordt gebruikt, is recyclebaar wanneer faciliteiten
daarvoor aanwezig zijn. Zulke faciliteiten bestaan mogelijk niet in uw omgeving.
Wanneer u een cartridge naar Lexmark terugstuurt, kunt u daarvoor de doos gebruiken waarin de cartridge
oorspronkelijk is geleverd. Deze doos wordt door Lexmark gerecycled.
www.lexmark.com/recycle en kies vervolgens uw
Lexmark cartridges terugsturen voor hergebruik of recycling
Met het Lexmark Cartridge Inzamelprogramma kunt u gebruikte cartridges gratis terugsturen naar Lexmark
voor hergebruik of recycling. Honderd procent van de lege cartridges die naar Lexmark worden teruggestuurd
wordt hergebruikt of verwerkt voor recycling. De dozen die zijn gebruikt voor het terugsturen van de cartridges
worden ook gerecycled.
Lexmark-cartridges kunnen als volgt worden geretourneerd voor hergebruik of recycling:
1 Ga naar www.lexmark.com/recycle.
2 Selecteer het product dat u wilt recyclen.
Printer beveiligen78
Printer beveiligen
De vergrendelingsfunctie gebruiken
De printer heeft een vergrendelingsfunctie. Bevestig op de aangegeven locatie een beveiligingsslot dat
compatibel is met de meeste laptops om de printer op zijn plaats te vergrendelen.
Kennisgeving van vluchtigheid
De printer bevat verschillende soorten geheugens waarin apparaat- en netwerkinstellingen en
gebruikersgegevens kunnen worden opgeslagen.
GeheugensoortBeschrijving
Vluchtig geheugenDe printer gebruikt standaard RAM-geheugen (Random Access Memory) om gebruikersgegevens
te bueren tijdens eenvoudige afdruk- en kopieertaken.
Niet-vluchtig
geheugen
In de volgende gevallen moet u de inhoud van het printergeheugen wissen:
• De printer wordt uit gebruik genomen.
• De printer wordt verplaatst naar een andere afdeling of een ander kantoor.
• Er moet onderhoud aan de printer worden uitgevoerd door iemand buiten uw organisatie.
• De printer moet voor onderhoud worden vervoerd naar een locatie buiten uw bedrijf.
• De printer wordt verkocht aan een ander bedrijf.
De printer gebruikt mogelijk twee soorten niet-vluchtig geheugen: EEPROM en NAND
heugen). Beide soorten worden gebruikt voor het opslaan van het besturingssysteem, apparaatinstellingen en netwerkgegevens.
(flashge-
Printer beveiligen79
Vluchtig geheugen wissen
Er is een voedingsbron nodig om informatie te bewaren in het vluchtige geheugen (RAM-geheugen) van de
printer. Schakel de printer uit als u de gebuerde gegevens wilt wissen.
Niet-vluchtig geheugen wissen
1 Zet de printer uit.
2 Open de voorklep van de printer en houd ingedrukt terwijl u de printer start. Laat pas los als de
volgorde waarin de lampjes op het bedieningspaneel van de printer branden, overeenkomt met de volgorde
van de lampjes in de volgende aeelding.
- Aan
- Aan
- Aan
- Aan
Printer beveiligen80
3 Druk op tot de volgorde waarin de lampjes op het bedieningspaneel van de printer branden,
overeenkomt met de volgorde van de lampjes in de volgende
‑ Knippert
‑ Knippert
Tijdens dit proces wordt de printer meerdere malen opnieuw opgestart.
aeelding
en druk vervolgens op
.
Opmerking: met Alle instellingen wissen worden apparaatinstellingen, taken en wachtwoorden op een
veilige manier verwijderd uit het printergeheugen.
4 Sluit de voorklep.
Zoeken naar beveiligingsgegevens van de printer
In omgevingen waar wordt gewerkt met zeer gevoelige informatie moeten mogelijk extra maatregelen worden
genomen om ervoor te zorgen dat vertrouwelijke gegevens op de vaste schijf van de printer niet toegankelijk
zijn voor onbevoegden. Ga voor meer informatie naar de
de beheerdershandleiding Embedded Web Server, beveiliging op
beveiligingswebpagina van Lexmark of raadpleeg
http://support.lexmark.com.
Printer onderhouden81
Printer onderhouden
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Als de printer niet periodiek wordt onderhouden voor optimale
prestaties, en onderdelen en supplies niet worden vervangen, kan de printer beschadigd raken.
De printer reinigen
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Om het risico op elektrische schokken te
vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppelt u alle kabels los die op de
printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt.
Opmerkingen:
• Voer deze taak om de paar maanden uit.
• schade aan de printer door onjuiste behandeling valt niet onder de garantie.
1 Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
2 Verwijder al het papier uit de standaardlade en multifunctionele invoer.
3 Reinig de printer met een zachte borstel of een stofzuiger om stof, inktlint en stukjes papier in en rondom
de printer te verwijderen.
4 Veeg de buitenkant van de printer schoon met een vochtige, zachte, pluisvrije doek.
Opmerkingen:
• Gebruik geen schoonmaak- of wasmiddelen. Hiermee kunt u de afwerking van de printer
beschadigen.
• Zorg ervoor dat alle gedeelten van de printer droog zijn na het reinigen.
5 Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u
het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het
product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
De status van de onderdelen en supplies controleren
De status van de onderdelen en supplies controleren
Opmerking: Controleer of de computer en printer beide met hetzelfde netwerk zijn verbonden.
Embedded Web Server gebruiken
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
1
Opmerkingen:
• Druk een netwerkconfiguratiepagina of een pagina met menu-instellingen af zoek vervolgens het IP-
adres op in het gedeelte TCP/IP. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door
punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
Printer onderhouden82
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Apparaatstatus > Meer details.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Druk op op het bedieningspaneel van de printer en controleer de supply- en onderdeelstatus in het
gedeelte Gegevens supplies.
Geschat aantal resterende pagina's
Het geschatte aantal resterende pagina's is gebaseerd op de recente afdrukgeschiedenis van de printer. De
nauwkeurigheid ervan kan aanzienlijk variëren en hangt van veel factoren af, zoals de werkelijke
documentinhoud, de instellingen voor de afdrukkwaliteit en andere printerinstellingen.
De nauwkeurigheid van het geschatte aantal resterende pagina's kan afnemen wanneer het werkelijke
afdrukverbruik verschilt van het afdrukverbruik in het verleden. Houd rekening met dit variabele
nauwkeurigheidsniveau voordat u supplies aanschaft of vervangt op basis van de schatting. Totdat een
adequate afdrukgeschiedenis is verkregen, wordt bij de eerste schattingen aangenomen dat er sprake is van
een verbruik van supplies die is gebaseerd op de testmethoden van de International Organization for
Standardization* en pagina-inhoud.
* Opgegeven gemiddeld cartridgerendement (zwart) conform ISO/IEC 19752.
Supplies bestellen
In de V.S. belt u voor het bestellen van supplies +1-800-539-6275 voor informatie over erkende dealers van
Lexmark supplies in uw omgeving. In andere landen of regio's gaat u naar
contact op met de winkel waar u de printer hebt gekocht.
Opmerking: de geschatte resterende levensduur van de printersupplies is gebaseerd op normaal papier van
Letter- of A4-formaat.
Ociële
Uw Lexmark-printer werkt het beste met originele supplies en onderdelen van Lexmark. Wanneer u supplies
of onderdelen van andere fabrikanten dan Lexmark gebruikt, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de
prestaties, betrouwbaarheid of levensduur van de printer en de beeldverwerkingsonderdelen van het apparaat.
Het gebruik van supplies of onderdelen van andere fabrikanten kan gevolgen hebben voor uw garantie. Schade
die is veroorzaakt door het gebruik van supplies of onderdelen van andere fabrikanten valt niet onder de
garantie. Alle levensduurindicators zijn ontworpen om te functioneren met de supplies en onderdelen Lexmark.
Als u supplies of onderdelen van andere fabrikanten gebruikt, kan dat tot onvoorspelbare resultaten leiden.
Het gebruik van beeldverwerkingsonderdelen langer dan de beoogde levensduur kan uw Lexmark printer of
de bijbehorende onderdelen beschadigen.
Lexmark onderdelen en supplies gebruiken
www.lexmark.com, of neemt u
Tonercartridges bestellen
Opmerkingen:
• Het geschatte cartridgerendement is gebaseerd op de ISO/IEC 19752-norm.
Printer onderhouden83
• Extreem lage afdrukdekking gedurende langere periode kan het daadwerkelijke rendement verlagen.
OnderdeelCartridge in Return Program
Voo r de Vere n igde Staten e n Canad a
To ne rc ar t ri d g e5 01
Tonercartridge met hoog rendement501H
Tonercartridge met extra hoog rendement
Tonercartridge met extreem hoog rendement
Voor de Europese Unie, Europese Economische Ruimte en Zwitserland
To ne rc ar t ri d g e5 02
Tonercartridge met hoog rendement502H
Tonercartridge met extra hoog rendement
Tonercartridge met extreem hoog rendement
Voor Azië Pacific (inclusief Australië en Nieuw-Zeeland)
To ne rc ar t ri d g e5 03
501X
501U
502X
502U
1
2
1
2
Tonercartridge met hoog rendement503H
Tonercartridge met extra hoog rendement
Tonercartridge met extreem hoog rendement
503X
503U
1
2
Voor Latijns-Amerika (inclusief Puerto Rico en Mexico)
To ne rc ar t ri d g e5 04
Tonercartridge met hoog rendement504H
Tonercartridge met extra hoog rendement
Tonercartridge met extreem hoog rendement
504X
504U
1
2
Voor Afrika, Midden-Oosten, Centraal-Oost-Europa en Gemenebest van Onaankelijke Staten
To ne rc ar t ri d g e5 05
Tonercartridge met hoog rendement505H
Tonercartridge met extra hoog rendement
Tonercartridge met extreem hoog rendement
1
Deze cartridge wordt alleen ondersteund door de printermodellen MS410d, MS410dn, MS510dn, MS610dn en MS610de.
2
Deze cartridge wordt alleen ondersteund door de printermodellen MS510dn, MS610dn en MS610de.
Bezoek
www.lexmark.com/regions voor meer informatie over landen in de afzonderlijke regio´s.
505X
505U
1
2
OnderdeelNormale cartridge
Gehele wereld
Tonercartridge met hoog rendement
1
Deze cartridge wordt alleen ondersteund door de printermodellen MS310d en MS310dn.
2
Deze cartridge wordt alleen ondersteund door de printermodellen MS410d en MS410dn.
3
Deze cartridge wordt alleen ondersteund door de printermodellen MS510dn, MS610dn en MS610de.
500HA
1
Printer onderhouden84
OnderdeelNormale cartridge
Tonercartridge met extra hoog rendement
Tonercartridge met extreem hoog rendement
1
Deze cartridge wordt alleen ondersteund door de printermodellen MS310d en MS310dn.
2
Deze cartridge wordt alleen ondersteund door de printermodellen MS410d en MS410dn.
3
Deze cartridge wordt alleen ondersteund door de printermodellen MS510dn, MS610dn en MS610de.
500XA
500UA
2
3
Beeldverwerkingseenheid bestellen
Extreem lage afdrukdekking gedurende langere periode kan ervoor zorgen dat onderdelen van de
beeldverwerkingseenheid kapot gaan voordat de toner in de tonercartridge op is.
Raadpleeg de instructies bij de supply voor meer informatie over het vervangen van de
beeldverwerkingseenheid.
ArtikelnaamLexmark-retourneringsprogramma voor tonercartridges Normaal
Beeldverwerkingseenheid 500Z500ZA
Supplies bewaren
Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden
bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt.
Stel de printersupplies niet bloot aan:
• direct zonlicht;
• temperaturen boven 35 °C;
• hoge vochtigheidsgraad (boven 80%);
• zilte lucht;
• corroderende gassen;
• grote hoeveelheden stof.
Printer onderhouden85
Supplies vervangen
Tonercartridge vervangen
1 Druk op de knop aan de rechterkant van de printer en open de voorklep.
1
2
2 Trek de tonercartridge naar buiten aan de handgreep.
3 Pak de tonercartridge uit en verwijder alle verpakkingsmateriaal.
4 Schud de nieuwe cartridge om de toner gelijkmatig te verdelen.
5 Installeer de tonercartridge in de printer door de pijlen aan de zijkant van de cartridge uit te lijnen met de
pijlen op de rails aan binnenkant van de printer.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten
worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de
afdrukkwaliteit leiden.
Printer onderhouden86
6 Sluit de voorklep.
Beeldverwerkingseenheid vervangen
1 Druk op de knop aan de rechterkant van de printer en open de voorklep.
1
2
2 Trek de tonercartridge naar buiten aan de handgreep.
Printer onderhouden87
3 Til de groene hendel omhoog en trek de beeldverwerkingseenheid uit de printer.
4 Pak de nieuwe beeldverwerkingseenheid uit en schud deze.
5 Verwijder alle verpakkingsmateriaal uit de beeldverwerkingseenheid.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten
worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de
afdrukkwaliteit leiden.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de
afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.
Printer onderhouden88
6 Installeer de beeldverwerkingseenheid in de printer door de pijlen aan de zijkant van de
beeldverwerkingseenheid uit te lijnen met de pijlen op de rails aan binnenkant van de printer.
7 Installeer de tonercartridge in de printer door de pijlen aan de zijkant van de cartridge uit te lijnen met de
pijlen op de rails aan binnenkant van de printer.
8 Sluit de voorklep.
Help bij transport
Voordat u de printer verplaatst
LET OP: RISICO OP LETSEL: neem de volgende richtlijnen door voor u de printer verplaatst om te
voorkomen dat u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt:
• Schakel de printer uit met de aan/uit-knop en trek de stekker uit het stopcontact.
• Koppel alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst.
Printer onderhouden89
• Als er een optionele lade is geïnstalleerd, moet u deze eerst verwijderen van de printer. Schuif de hendel
aan de rechterzijde van de lade naar de voorkant van de lade tot de hendel vastklikt om de lade te
verwijderen.
• Gebruik bij het tillen van de printer de handgrepen aan de zijkanten.
• Let erop dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden wanneer u het apparaat neerzet.
• Voordat u de printer instelt, moet u ervoor zorgen dat er voldoende ruimte vrij is rondom de printer.
Gebruik alleen het netsnoer dat bij dit product is geleverd of een door de fabrikant goedgekeurd vervangend
onderdeel.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: schade aan de printer door onjuist transport valt niet onder de
garantie.
De printer verplaatsen naar een andere locatie
U kunt de printer en optionele hardware probleemloos verplaatsen als u de volgende voorzorgsmaatregelen
neemt:
• Als de printer wordt verplaatst op een transportwagentje, moet de gehele onderzijde van de printer worden
ondersteund.
• Als de optionele hardwareonderdelen worden verplaatst op een transportwagentje, moet de oppervlakte
van het wagentje groot genoeg zijn om de alle hardwareonderdelen te ondersteunen.
• Zorg dat de printer zich in een verticale positie bevindt.
• Vermijd schokken.
De printer vervoeren.
Wanneer u de printer verstuurt, moet u de originele verpakking gebruiken.
Printer beheren90
Printer beheren
In dit hoofdstuk worden algemene ondersteunende beheertaken beschreven die worden uitgevoerd met de
Embedded Web Server.
Geavanceerde netwerkinformatie en
beheerdersinformatie weergeven
In dit hoofdstuk worden algemene ondersteunende beheertaken beschreven die worden uitgevoerd met de
Embedded Web Server. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie of deBeheerdershandleiding voor de Embedded Web Server voor informatie over geavanceerde
systeemondersteuningstaken op de ondersteuningswebsite van Lexmark op
Rapporten weergeven
U kunt een aantal rapporten bekijken vanuit de Embedded Web Server. Deze rapporten zijn handig voor het
bepalen van de status van de printer, het netwerk en de supplies.
http://support.lexmark.com.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Rapporten en klik vervolgens op het type rapport dat u wilt bekijken.
Meldingen over supplies configureren via de Embedded
Web Server
U kunt opgeven hoe u meldingen wilt ontvangen wanneer supplies bijna leeg zijn, leeg zijn of wanneer de
levensduur van supplies is verstreken, door de selecteerbare meldingen in te stellen.
Opmerkingen:
• U kunt de selecteerbare meldingen instellen voor de tonercartridge en beeldverwerkingseenheid.
• Alle selecteerbaar meldingen kunnen worden ingesteld voor bijna leeg, leeg, vrijwel leeg. Niet alle
selecteerbare meldingen kunnen worden ingesteld voor het einde van de levensduur van supplies. De
selecteerbare e‑mailmelding is beschikbaar voor alle supplyomstandigheden.
• Het percentage van de geschatte resterende supply waardoor de melding wordt geactiveerd, kan
worden ingesteld voor sommige supplies voor sommige supplyomstandigheden.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Printer beheren91
Opmerkingen:
• Druk een netwerkconfiguratiepagina of een pagina met menu-instellingen af en zoek het IP-adres op
in het gedeelte TCP/IP. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Meldingen over supplies.
3 Selecteer in de keuzemenu´s voor de afzonderlijke supplies een van de volgende meldingsopties:
BerichtenBeschrijving
AanHet normale printergedrag voor alle supplies vindt plaats.
Alleen e-mailDe printer genereert een e-mailbericht als deze status bereikt is. De status van de supply
wordt weergegeven op de menupagina en de statuspagina.
WaarschuwingDe printer geeft een combinatie van lampjes voor een waarschuwing weer en genereert
een e-mail over de status van de supply. De printer stopt niet als de status van de supply
bereikt is.
Stoppen, kan door
Stoppen, kan niet door
1
De printer genereert een e-mail over de status van de supply wanneer de supplymelding is ingeschakeld.
2
De printer stopt wanneer bepaalde supplies op zijn om te voorkomen dat er schade wordt veroorzaakt.
1
De printer stopt met het verwerken van taken als de status van de supply bereikt is. De
gebruiker moet op een knop drukken om verder te gaan met afdrukken.
1,2
De printer stopt als de status van de supply bereikt is. De supply moet worden vervangen
voordat u kunt doorgaan met afdrukken.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen kopiëren naar andere printers
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op netwerkprinters.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op de tab Printerinstellingen kopiëren.
3 Als u de taal wilt wijzigen, selecteert u een taal in de vervolgkeuzelijst en klikt u op Klik hier om de taal in
te stellen.
4 Klik op de tab Printerinstellingen.
Printer beheren92
5 Geef het IP-adres van de bron- en doelprinter op in de betreende velden.
Opmerking: Als u een doelprinter wilt toevoegen of verwijderen, klikt u op Doel-IP toevoegen of Doel-IP
verwijderen.
6 Klik op Copy Printer Settings (Printerinstellingen kopiëren).
Papierstoringen verhelpen93
Papierstoringen verhelpen
Voorkomen van papierstoringen
Papier correct plaatsen
• Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst.
Papier is correct geplaatst Papier is niet correct geplaatst
• Plaats of verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken.
• Plaats niet te veel papier in de printer. Zorg ervoor dat de stapel niet boven de aanduiding voor de maximale
hoeveelheid uitkomt.
• Schuif geen papier in de lade. Plaats het papier zoals in de aeelding is aangegeven.
• Zorg ervoor dat de positie van de papiergeleiders juist is ingesteld en dat ze niet strak tegen het papier of
de enveloppen zijn geplaatst.
• Duw de lade stevig in de printer nadat u het papier hebt geplaatst.
Papierstoringen verhelpen94
Gebruik aanbevolen papier
• Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal.
• Plaats nooit papier dat gekreukt, gevouwen, vochtig, gebogen of kromgetrokken is.
• Buig het papier, waaier het uit en lijn de randen uit voordat u het in de printer plaatst.
• Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt.
• Gebruik nooit verschillende papierformaten, -gewichten of -soorten in één lade.
• Zorg ervoor dat de instellingen voor papierformaat en papiersoort correct zijn ingesteld op de computer of
het bedieningspaneel van de printer.
• Bewaar het papier volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
Locaties van storingen bepalen
Opmerkingen:
• Als Storingsassistentie is ingesteld op Aan, voert de printer lege of gedeeltelijk afgedrukte pagina's
automatisch door nadat een vastgelopen pagina is verwijderd. Kijk of er onbedrukte pagina's uit de
printer komen.
• Als Herstel na storing op Aan of Automatisch staat, drukt de printer de vastgelopen pagina's opnieuw af.
Storingslocatie
1Standaarduitvoerlade
2Multifunctionele invoer
3Lade 1
4Lade [x]
5Voorklep
6Achterklep
Papierstoringen verhelpen95
Papier vastgelopen in de voorklep
- Aan
- Aan
Als de lampjes branden in de volgorde die in de voorgaande aeelding is aangegeven, drukt u tweemaal
op
voor de aanvullende volgorde.
- Aan
- Aan
- Aan
Papierstoringen verhelpen96
Voer de volgende handelingen uit als de aanvullende volgorde waarin de lampjes branden, overeenkomt met
de volgorde van de lampjes in de voorgaande aeelding.
1 Open de voorklep.
1
2
2 Verwijder de tonercartridge.
3 Verwijder de beeldverwerkingseenheid.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten
worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de
afdrukkwaliteit leiden.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de fotoconductortrommel onder de
beeldverwerkingseenheid niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.
Papierstoringen verhelpen97
4 Plaats de beeldverwerkingseenheid.
Opmerking: Gebruik de pijlen in de printer.
5 Plaats de tonercartridge.
6 Sluit de voorklep.
7 Druk op het bedieningspaneel op .
Papierstoringen verhelpen98
Papier vastgelopen in achterklep
- Aan
- Aan
Als de lampjes branden in de volgorde die in de voorgaande aeelding is aangegeven, drukt u tweemaal
op
voor de aanvullende volgorde.
- Aan
- Aan
- Aan
Papierstoringen verhelpen99
Voer de volgende handelingen uit als de aanvullende volgorde waarin de lampjes branden, overeenkomt met
de volgorde van de lampjes in de voorgaande aeelding.
1 Open de achterklep.
2 Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
3 Sluit de achterklep.
4 Druk op het bedieningspaneel op .
Papierstoringen verhelpen100
Papier vastgelopen in de standaardlade
- Aan
- Aan
Als de lampjes branden in de volgorde die in de voorgaande aeelding is aangegeven, drukt u tweemaal
op
voor de aanvullende volgorde.
- Aan
- Aan
- Aan
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.