Lexmark INTUITION S500 series Quick reference guide [da]

Lexmark Intuition S500 Series Beknopte referentiehandleiding
April 2009 www.lexmark.com
Belangrijk bericht over recycling van cartridges Lees dit voor u de verpakking met de inktjetcartridge opent
Bij Lexmark nemen we onze verantwoordelijkheid voor het milieu zeer serieus. Daarom moedigen we onze klanten aan gebruik te maken van onze eenvoudige, kostenloze methode voor het retourneren van lege Lexmark cartridges aan Lexmark zodat de cartridges op de juiste wijze kunnen worden gerecycled. We zorgen ervoor dat de cartridges dusdanig worden verwerkt dat er geen materiaal op een vuilnisbelt terechtkomt.
Stop de lege inktjetcartridge(s) van Lexmark in de gefrankeerde retourzak en verzegel de zak. Als u cartridges met één kleur retourneert‚ kunt u het beste per keer ten minste twee cartridges retourneren voor optimale voordelen voor het milieu.
Stuur de retourzak naar de recyclingpartner van Lexmark. De zak is voorgeadresseerd.
Ga naar www.lexmark.com/recycle voor meer informatie over recycling. Lexmark cartridges worden altijd geproduceerd met volledig nieuwe onderdelen, hoewel componenten gerecycled materiaal kunnen bevatten.
Bel 1-800-332-4120 voor retourzendingen onder de garantievoorwaarden. De gepatenteerde printer wordt geleverd met een licentie voor, en is ontworpen om alleen te werken met, officiële Lexmark cartridges gedurende
de levencyclus van de gepatenteerde printer. U gaat ermee akkoord om: (1) voor deze printer alleen officiële Lexmark inktjetcartridges te gebruiken behalve indien hieronder anders aangegeven (2) deze licentie/overeenkomst door te geven aan een eventuele volgende gebruiker van dez e printe r. De gepatenteerde Lexmark inktjetcartridges en de bijbehorende inhoud worden geleverd met een licentie die is onderworpen aan een bepaling dat ze slechts één maal mogen worden gebruikt. Na afloop van dit gebruik wordt de licentie voor het gebruik van de inktcartridges en bijbehorende inhoud beëindigd en u gaat ermee akkoord om de cartridges aan Lexmark te retourneren zodat de cartridges kunnen worden gerecycled. U kunt vervangende inktjetcartridge(s) zonder deze voorwaarden aanschaffen op www.lexmark.com. Deze cartridges mogen opnieuw worden gevuld door u, of een derde, en vormen het enige alternatief voor gebruik met deze printer met licentie.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Sluit de stroomkabel aan op een stopcontact dat zich dichtbij het product bevindt en eenvoudig toegankelijk is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of door de fabrikant goedgekeurde vervangende onderdelen.
LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten, zoals een meubelstuk en een muur. Als een van deze dingen gebeurt, is er een kans op brand of elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op dergelijke problemen. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voor u het netsnoer controleert.
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Tijdens onweer moet u dit product niet installeren en geen elektrische verbindingen aanleggen, bijvoorbeeld voor de faxfunctie, of kabels en snoeren aansluiten, zoals een netsnoer of telefoonlijn.

Inhoudsopgave

Belangrijke veiligheidsvoorschriften.............................................2
Over de printer....................................................................................5
Informatie over de printer..................................................................................................................................................5
Impact van uw printer op het milieu minimaliseren.................................................................................................5
Printermodellen......................................................................................................................................................................7
Printerfuncties.........................................................................................................................................................................7
Onderdelen van de printer.................................................................................................................................................8
Bedieningspaneel van de printer gebruiken...............................................................................................................9
Geheugenkaarten en flashstations gebruiken.........................................................................................................12
Inktcartridges bestellen en vervangen.......................................14
Inktcartridges bestellen.....................................................................................................................................................14
Inktcartridges vervangen..................................................................................................................................................15
Inktcartridges onderhouden...........................................................................................................................................16
Printersoftware gebruiken............................................................18
Minimale systeemvereisten.............................................................................................................................................18
Printersoftware installeren...............................................................................................................................................18
Printersoftware voor Windows gebruiken.................................................................................................................19
Macintosh-printersoftware gebruiken.........................................................................................................................21
Afdrukken..........................................................................................22
Documenten afdrukken....................................................................................................................................................22
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken)....................................22
Foto's afdrukken met het bedieningspaneel van de printer...............................................................................24
Documenten vanaf een geheugenkaart of flashstation afdrukken (alleen Windows)..............................24
Afdruktaken annuleren.....................................................................................................................................................25
Kopiëren.............................................................................................27
Tips voor kopiëren...............................................................................................................................................................27
Kopiëren..................................................................................................................................................................................27
Foto's kopiëren.....................................................................................................................................................................28
Automatisch een dubbelzijdige kopie maken..........................................................................................................28
Kopieertaken annuleren...................................................................................................................................................28
Inhoudsopgave
3
Scannen..............................................................................................29
Tips voor scannen................................................................................................................................................................29
Scannen naar een lokale computer of een netwerkcomputer...........................................................................29
Scannen naar een flashstation of geheugenkaart...................................................................................................30
Rechtstreeks scannen naar e-mail met de printersoftware.................................................................................30
Scannen naar een PDF.......................................................................................................................................................31
Scantaken annuleren.........................................................................................................................................................32
Problemen oplossen........................................................................33
Kennisgevingen................................................................................40
Uitgavebericht......................................................................................................................................................................40
Inhoudsopgave
4

Over de printer

Informatie over de printer

De Beknopte referentiehandleiding bevat basisinstructies waarmee u algemene printertaken kunt uitvoeren, zoals afdrukken, kopiëren en scannen. Tevens bevat deze handleiding informatie over het oplossen van algemene installatieproblemen voor de printer.
Raadpleeg de volgende bronnen voor meer informatie:
Gewenste informatie Locatie
Aanwijzingen voor de eerste installatie
Aanvullende installatieprocedures en instructies voor het gebruik van de printer
Handleiding Snelle installatie
Wizard voor hardwardconfiguratie
De uitgebreide Gebruikershandleiding wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware.
Nadat u de printer hebt geïnstalleerd, kunt u de Gebruikershand- leiding weergeven vanuit de programmamap van de printer:
Voor Windows-gebruikers
1
1
1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de
programmamap van de printer in de lijst.
3 Selecteer Gebruikershandleiding weergeven.
Voor Macintosh-gebruikers
1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op Gebruikershandeleiding.
Help bij het gebruik van de printersoftware De Help bij de software wordt automatisch geïnstalleerd met de
printersoftware. oftware.
De nieuwste aanvullende informatie, updates, online technische ondersteuning en telefonische onder­steuning
1
Beschikbaar op de cd met installatisoftware en op de Lexmark website www.lexmark.com/publications/.
Ondersteuningsweb site: support.lexmark.com
1
Klik op Help in een toepassing van de printers-

Impact van uw printer op het milieu minimaliseren

We streven ernaar het milieu te beschermen en verbeteren onze printers voortdurend om hun impact op het milieu te reduceren. Door bepaalde printerinstellingen of -taken te selecteren kunt u de impact van uw printer op het milieu mogelijk nog verder reduceren.
Over de printer
5
Stroom besparen
Activeer Ecomodus. Met deze functie wordt een lage schermhelderheid ingesteld en wordt de printer zo
ingesteld dat er wordt overgeschakeld naar de spaarstand als de printer tien minuten niet wordt gebruikt.
Selecteer de laagste time-out voor de spaarstand. Met de spaarstandfunctie wordt de printer in een stand-
bymodus met minimaal stroomverbruik gezet als de printer gedurende een ingestelde periode niet wordt gebruikt (de time-out voor de spaarstand).
Deel uw printer. Een draadloze printer of netwerkprinter kunt u delen met meerdere computers, waardoor
stroom en andere bronnen worden bespaard.
Papier besparen
Activeer Ecomodus. Voor bepaalde printermodellen wordt met deze functie ingesteld dat kopieer- en faxtaken
en afdruktaken in Windows automatisch worden afgedrukt op beide zijden van het papier (dubbelzijdig).
Druk meer dan één pagina af op één zijde van het papier. Met de functie Pagina's per vel kunt u meerdere
pagina's op één vel afdrukken. U kunt maximaal acht pagina's afdrukken op één zijde van een vel papier.
Dru k af op beide zijden va n het papier. Met dubbelzijdi g afdrukken kunt u handmatig of automat isch afdrukken
op beide zijden van het papier (afhankelijk van uw printermodel).
Bekijk een voorbeeld van afdruktaken voordat u ze afdrukt. Gebruik de afdrukvoorbeeldfuncties op de
werkbalken, in de dialoogvensters voor afdrukken of afdrukvoorbeelden en op de printerdisplay (afhankelijk van het printermodel).
Scan en sla op. Om te voorkomen dat u meerdere exemplaren moet afdrukken, kunt u documenten of foto's
scannen en deze voor weergave opslaan in een programma of toepassing of op een flashstation.
Gebruik gerecycled papier.
Inkt besparen
Gebruik de modus Snel afdrukken of Concept. Deze modi kunnen worden gebruikt om documenten af te
drukken met minder inkt dan normaal en zijn ideaal voor het afdrukken van documenten die grotendeels uit tekst bestaan.
Gebruik cartridges met hoog rendement. Dankzij de cartridges met hoog rendement kunt u meer pagina's
afdrukken met minder cartridges.
Reinig de printerkop. Voordat u uw inktcartridges vervangt en recyclet, gebruikt u de functies Printerkop
reinigen en Printerkop diep reinigen. Met deze functies worden de spuitopeningen van de printerkop gereinigd om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren.
Recycling
Retourneer inktcartridges voor hergebruik of recycling via het Lexmark Retourneerprogramma voor
cartridges. Als u een inktcartridge wilt retourneren, gaat u naar www.lexmark.com/recycle. Volg de aanwijzingen om een gefrankeerde retourzak aan te vragen.
Recycle de productverpakking.
Recycle uw oude printer en gooi deze niet weg.
Recycle papier van afgebroken afdruktaken.
Gebruik gerecycled papier.
Op www.lexmark.com/environment kunt u het Lexmark Environmental Sustainability Report (Lexmark rapport over duurzaam ondernemen) lezen.
Over de printer
6

Printermodellen

De cd met installatiesoftware die bij de printer is geleverd, is geschikt voor de volgende printermodellen:
Lexmark S505
Lexmark S508

Printerfuncties

Uw printer bevat geavanceerde functies waarmee u afdruk- en beeldverwerkingstaken eenvoudig kunt uitvoeren en beheren:
Draadloos. U kunt bijna overal in huis of op kantoor afdrukken en scannen via een veilig draadloos netwerk en
de printer delen op meerdere computers.
Afdrukken. Druk uitmuntende documenten en pdf-bestanden sneller af via een computer, USB-flashstation of
Bluetooth-apparaat. Dankzij de ingebouwde functie voor dubbelzijdig afdrukken kunt u geld besparen en helpt u het milieu een handje.
Kopiëren. Documenten en foto's met één druk op de knop kopiëren en zwart-wit- of kleurenkopieën maken
zonder computer.
Scannen. Scan moeiteloos dikke boeken, rapporten en andere documenten met meerdere pagina's dankzij de
hoge-resolutieflatbedscanner.
Foto's afdrukken. Druk foto's rechtstreeks af vanaf digitale geheugenkaarten, digitale PictBridge-camera's en
USB-flashstations. Selecteer de gewenste foto's met het controlevel en druk de foto's zonder computer af.
Ecomodus. Bespaar stroom en papier met de Ecomodus. Als u deze modus inschakelt, wordt de display van de
printer automatisch gedimd en wordt de energiespaarstand ingeschakeld als printer tien minuten niet wordt gebruikt. Tevens kunt u met deze modus kopieertaken en afdruktaken in Windows afdrukken op beide zijden van het papier.
Over de printer
7

Onderdelen van de printer

Onderdeel Functie
1 Hendel voor papieraanpassing De papiergeleiders aanpassen.
Papiersteun Papier in de printer plaatsen.
2
3 Papiergeleiders Het papier recht houden wanneer het wordt ingevoerd.
Sleuven voor geheugenkaarten Een geheugenkaart in de printer plaatsen.
4
PictBridge- en USB-poort Een digitale PictBridge-camera, USB-Bluetooth-adapter of flashstation
5
aansluiten op de printer.
Kaartlezerlampje De status van de kaartlezer controleren. Het lampje knippert om aan te geven
6
dat een geheugenkaart wordt gebruikt.
Wi-Fi-aanduiding Draadloze status controleren.
7
Papieruitvoerlade Het papier opvangen dat wordt uitgevoerd.
8
Bedieningspaneel van de printer De printer bedienen.
9
Bovenklep Toegang krijgen tot de glasplaat.
10
11 Papierbaanbeschermer Voorkomen dat onderdelen in de papiersleuf vallen.
Over de printer
8
Onderdeel Functie
Bovenklep Toegang krijgen tot de glasplaat.
1
Glasplaat Documenten en foto's scannen en kopiëren.
2
3 USB-poort De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel.
Let op—Kans op beschadiging: raak het aangegeven gedeelte niet aan, tenzij u een
USB- of installatiekabel aansluit of losmaakt.
Netvoedingsaansluiting Printer aansluiten op een voedingsbron.
4
5 Duplexeenheid
Afdrukken op beide zijden van een vel papier.
Vastgelopen papier verwijderen.
Printerkop Inktcartridge installeren, vervangen of verwijderen.
6
Scannereenheid
7
Toegang tot de inktcartridges en printerkop.
Vastgelopen papier verwijderen.

Bedieningspaneel van de printer gebruiken

In de volgende diagrammen worden de verschillende gedeelten van het bedieningspaneel van de printer aangegeven:
Over de printer
9
Onderdeel: Functie
Aan/uit-knop
1
De printer in- en uitschakelen.
Overschakelen naar de spaarstand.
Opmerking: Als de printer is ingeschakeld, drukt
om over te schakelen naar de spaarstand.
u op Houd de knop printer uit te schakelen.
Knop Kopiëren Het kopieermenu openen en kopieën maken.
2
Knop Scannen Het scanmenu openen en documenten scannen.
3
Knop Foto Het menu voor foto's weergeven en foto's afdrukken.
4
drie seconden ingedrukt om de
5 Knop Vorige
Terugkeren naar het vorige venster.
Een menuni veau sluiten en naar een h oger niveau
gaan.
6 Kleur/Zwart-wit
Knop Starten Een afdruk-, scan- of kopieertaak starten, afhankelijk
7
8 Dubbelzijdig/Ecomodus Activeer Dubbelzijdig om de volgende bewerkingen
Schakelen naar de kleurenmodus of zwart-witmodus .
van de geselecteerde modus.
te kunnen uitvoeren:
Op beide zijden van het papier afdrukken
(dubbelzijdig afdrukken).
Activeer Ecomodus om de volgende bewerkingen te kunnen uitvoeren:
Op beide zijden van het papier afdrukken
(dubbelzijdig afdrukken).
Overschakelen naar de Spaarstand als de printer
10 minuten niet wordt gebruikt.
De helderheid van het scherm instellen op laag.
Over de printer
10
Onderdeel: Functie
Knop Annuleren
9
Een afdruk-, kopieer-, scan- of faxtaak annuleren.
Een niveau van het menu Kopiëren, Scannen,
Faxen, Foto of Bestand afdrukken sluiten en naar het bovenste niveau van een menu gaan.
Een menuniveau van het menu Instellen sluiten
en naar h et bovenste ni veau van de vor ige modus gaan.
Huidige instellingen of foutmeldingen wissen en
de standaardinstellingen herstellen.
10 Pijltoetsen
Knop Selecteren
11
Een menu- of submenu-item selecteren op de
display.
Menuopties selecteren.
Instellingen opslaan.
Papier in- of uitvoeren. Houd de knop drie
seconden ingedrukt om papier in of uit te voeren in de printer.
12 Display
Opmerking: in de spaarstand is de display uitgeschakeld.
Op de display wordt het volgende weergegeven:
Printerstatus
Berichten
Menu's
Knop Instellen Het instelmenu weergeven en printerinstellingen
13
wijzigen.
Opmerking: wanneer deze knop is geselecteerd, branden de lampjes Kopiëren, Scannen en Foto niet.
Over de printer
11

Geheugenkaarten en flashstations gebruiken

Geheugenkaart of flashstation gebruiken met de printer

Geheugenkaar ten en flashstations zijn opslagapparaten die regelmatig worden ge bruikt met camera's en computers. U kunt de geheugenkaart uit de camera of het flashstation uit de computer verwijderen en rechtstreeks in de printer plaatsen.
1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf of flashstation in de USB-poort.
Geheugenkaart in de printer plaatsen Flashstation in de printer plaatsen
Opmerkingen:
Plaats de kaart met het naamlabel naar rechts.
Controleer of eventuele pijlen op de kaart in de
richting van de printer zijn gericht.
Plaats zo nodig de geheugenkaart in de adapter die
bij de kaart is geleverd.
Controleer of de kaart die u plaatst, wordt onder-
steund door de printer. Zie “Ondersteunde geheu­genkaarten en bestandstypen” op pagina 13 voor meer informatie.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, de aansluiting, geheugenkaart of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar het opslagapparaat. Er kunnen anders gegevens verloren gaan.
Opmerkingen:
Het flashstation gebruikt de poort die ook wordt
gebruikt voor de kabel van een PictBridge-camera.
Mogelijk moet u een adapter gebruiken als het flash-
station niet in de poort past.
2 Controleer of Geheugenkaart gevonden of Apparaat voor massaopslag wordt weergegeven op de
display.
Over de printer
12
Opmerkingen:
Als de printer het opslagapparaat niet herkent, verwijdert u het apparaat en plaatst u het weer terug in de printer.
Als een flashstation of een digitale camera ingesteld op massaopslag in de USB-poort wordt geplaatst terwijl
een geheugenkaart in de kaartsleuf is geplaatst, wordt een bericht weergegeven op de display dat u moet kiezen welk opslagapparaat u wilt gebruiken.

Ondersteunde geheugenkaarten en bestandstypen

Geheugenkaart Bestandstype
Secure Digital (SD)
Micro Secure Digital (met adapter) (Micro SD)
Mini Secure Digital (met adapter) (Mini SD)
MultiMedia Card (MMC)
RS-MMC-kaart (met adapter)
MultiMedia Card mobile (met adapter) (MMCmobile)
Memory Stick
Memory Stick PRO
Memory Stick Duo (met adapter)
Memory Stick PRO Duo (met adapter)
xD Picture-kaart
xD-Picture Card (Type H)
xD-Picture Card (Type M)
Secure Digital High Capacity (SDHC)
Documenten:
.doc (Microsoft Word)
.xls (Microsoft Excel)
.ppt (Microsoft PowerPoint)
.pdf (Adobe Portable Document Format)
.rtf (Rich Text Format)
.docx (Microsoft Word Open Document Format)
.xlsx (Microsoft Excel Open Document Format)
.pptx (Microsoft PowerPoint Open Document Format)
.wpd (WordPerfect)
Afbeeldingen:
JPEG
TIFF
Over de printer
13

Inktcartridges bestellen en vervangen

Inktcartridges bestellen

Paginarendementen beschikbaar op www.lexmark.com/pageyields. Gebruik alleen inktcartridges van Lexmark voor optimale resultaten.
Lexmark S500 Series modellen (behalve Lexmark S508)
Onderdeel
Zwarte inktcartridge 100 100A
Zwarte inktcartridge met hoog rendement
Gele inktcartridge 100 100A
Gele inktcartridge met hoog rendement 100XL 100XLA
Cyaan inktcartridge 100 100A
Cyaan inktcartrige met hoog rendement 100XL 100XLA
Magenta inktcartridge 100 100A
Magenta inktcartridge met hoog rendement
1
Met licentie voor eenmalig gebruik. Na gebruik moet deze cartridge worden geretourneerd aan Lexmark voor herfa-
bricage, opnieuw vullen of recycling.
2
Alleen beschikbaar op de Lexmark website op www.lexmark.com.
Cartridge in retourneerprogramma1Normale cartridge
100XL 100XLA
100XL 100XLA
2
Lexmark S508 modellen
Onderdeel
Cartridge in retourneerprogramma1Normale cartridge
2
Zwarte inktcartridge 108 108A
Zwarte inktcartridge met hoog rendement
Gele inktcartridge 108 108A
Gele inktcartridge met hoog rendement 108XL 108XLA
Cyaan inktcartridge 108 108A
Cyaan inktcartrige met hoog rendement 108XL 108XLA
Magenta inktcartridge 108 108A
Magenta inktcartridge met hoog rendement
1
Met licentie voor eenmalig gebruik. Na gebruik moet deze cartridge worden geretourneerd aan Lexmark voor herfa-
bricage, opnieuw vullen of recycling.
2
Alleen beschikbaar op de Lexmark website op www.lexmark.com.
108XL 108XLA
108XL 108XLA
Inktcartridges bestellen en vervangen
14

Inktcartridges vervangen

Zorg dat u over nieuwe cartridges beschikt voordat u begint. U moet nieuwe cartridges meteen installeren nadat u de oude cartridges hebt verwijderd omdat anders de resterende inkt in de printerkop kan uitdrogen.
1 Zet de printer aan.
2 Open de printer.
Opmerking: de printerkop wordt naar de positie voor cartridge-installatie verplaatst.
3 Druk op het ontgrendelingslipje en verwijder de gebruikte inktcartridge of -cartridges.
4 Installeer de afzonderlijke cartridges. Gebruik twee handen om de zwarte inktcartridge te installeren.
Opmerking: installeer de nieuwe inktcartridges direct nadat u de beschermende dop hebt verwijderd om te
voorkomen dat de inkt wordt blootgesteld aan lucht.
5 Sluit de printer.
Inktcartridges bestellen en vervangen
15

Inktcartridges onderhouden

Als de printer is aangesloten op een stopcontact, kunt u naast de volgende printertaken ook elke week een automatische onderhoudscyclus uitvoeren. Hiervoor wordt de spaarstand tijdelijk uitgeschakeld of wordt de printer ingeschakeld als deze is uitgeschakeld.

Printerkop uitlijnen

Als tekens of lijnen gekarteld of met golvingen zijn afgedrukt, moet u mogelijk de printerkop uitlijnen.
Bedieningspaneel van de printer gebruiken
1 Plaats normaal papier in de printer.
2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Onderhoud en druk op .
4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Printer uitlijnen en druk op .
Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt.
Opmerking: verwijder de uitlijningspagina pas als deze volledig is afgedrukt.
Printersoftware gebruiken
Voor Windows-gebruikers
1
Plaats normaal papier in de printer.
2 Klik op of Start.
3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
4 Selecteer Printerstartpagina.
5 Kies uw printer in de keuzelijst met printers.
6 Klik op Cartridges uitlijnen op het tabblad Onderhoud.
7 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Voor Macintosh-gebruikers
1
Plaats normaal papier in de printer.
2 Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's.
3 Selecteer Printerhulpprogramma in de lijst.
4 Klik op Uitlijningspagina afdrukken op het tabblad Onderhoud van het printerhulpprogramma.
5 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als u de cartridges hebt uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te verbeteren, drukt u het document nogmaals af. Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen van de printerkop.
Inktcartridges bestellen en vervangen
16

Spuitopeningen van de printerkop reinigen

Slechte afdrukkwaliteit kan soms worden veroorzaakt door verstopte spuitopeningen van de printerkop. Reinig de spuitopeningen van de printerkop om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren.
Opmerkingen:
Bij het reinigen van de spuitopeningen van de printerkop wordt inkt gebruikt, dus reinig de spuitopeningen
alleen wanneer dit nodig is.
Bij het diep reinigen wordt meer inkt gebruikt, dus probeer eerst de optie Printerkop reinigen om inkt t e besparen.
Als de i nktvoorraad te laag is, moet u de inktcartridges vervangen voordat u de spuitopeningen van de p rinterkop
kunt reinigen.
Bedieningspaneel van de printer gebruiken
1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
2 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Onderhoud en druk op .
3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Printerkop reinigen of Printerkop diep reinigen en druk op .
Er wordt een reinigingspagina afgedrukt.
Printersoftware gebruiken
Voor Windows-gebruikers
1
Klik op of Start.
2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
3 Selecteer Printerstartpagina.
4 Klik op Cartridges reinigen op het tabblad Onderhoud.
Voor Macintosh-gebruikers
1
Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's.
2 Selecteer Printerhulpprogramma in de lijst.
3 Selecteer Spuitopeningen reinigen op het tabblad Onderhoud.
Er wordt een reinigingspagina afgedrukt.
Inktcartridges bestellen en vervangen
17

Printersoftware gebruiken

Minimale systeemvereisten

Voor de printersoftware is maximaal 500 MB vrije schijfruimte vereist.
Ondersteunde besturingssystemen
Microsoft Windows 7 (alleen online)
Microsoft Windows Vista
Microsoft Windows XP
Microsoft Windows 2000 (SP4 of hoger)
Macintosh PowerPC OS X 10.3.9 of hoger
Macintosh Intel OS X 10.4.4 of hoger
Linux Ubuntu 8.04 LTS en 8.10 (alleen online)
Linux OpenSUSE 11.0 en 11.1 (alleen online)
Linux Fedora 10 (alleen online)

Printersoftware installeren

Opmerking: als u de printersoftware eerder hebt geïnstalleerd op deze computer en de software opnieuw moet installeren, moet u de huidige software eerst verwijderen.
Voor gebruikers van Windows
1 Sluit alle geopende programma's.
2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Als het welkomstvenster niet wordt weergegeven na een minuut, start u de cd handmatig:
a Klik op , of klik op Start en Uitvoeren.
b Typ in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren D:\setup.exe, waarbij D de letter van het cd-rom- of
dvd-rom-station is.
3 Volg de aanwijzingen in het welkomstvenster.
Voor Macintosh-gebruikers
1 Sluit alle geopende toepassingen.
2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, klikt u op het cd-pictogram op het bureaublad.
3 Dubbelklik op Installeer.
4 Volg de aanwijzingen in het installatievenster.
Printersoftware gebruiken
18
Vanaf internet
1 Ga naar onze website op www.lexmark.com.
2 Klik op Zoeken naar printerdrivers in het menu Drivers en downloads.
3 Selecteer uw printer en vervolgens uw besturingssysteem.
4 Download het stuurprogramma en installeer de printersoftware.

Printersoftware voor Windows gebruiken

Software geïnstalleerd tijdens printerinstallatie
Als u de printer hebt ingesteld met de cd met installatiesoftware, is alle benodigde software geïnstalleerd. U hebt mogelijk enkele aanvullende programma's geïnstalleerd. In de volgende tabel vindt u een overzicht van de verschillende programma's en wat u hiermee kunt doen.
Als u deze extra programma's niet hebt geïnstalleerd tijdens de eerste installatie, plaatst u de cd met installatiesoftware opnieuw in de computer, voert u de installatiesoftware uit en selecteert u Extra software installeren in het venster dat aangeeft dat de software al is geïnstalleerd.
Printersoftware
Onderdeel Functie
LexmarkTM printerstartpagina
(wordt de Printerstartpagina genoemd)
Lexmark Fast Pics
(wordt Fast Pics genoemd)
Lexmark Werkbalk
(wordt de Werkbalk genoemd)
Toepassingen of programma's starten.
Fax Solutions Software openen.
Foto of document scannen of e-mailen.
Gescande documenten bewerken.
Documenten scannen naar PDF.
Instellingen aanpassen voor de printer.
Supplies bestellen.
Inktcartridges onderhouden.
Een testpagina afdrukken.
De printer registreren.
Contact opnemen met technische ondersteuning.
Foto's en documenten beheren, bewerken, overdragen en afdrukken.
Webpagina's in zwart-wit of alleen met tekst afdrukken om
inkt te besparen.
Automatisch afdrukken van webpagina's inplannen.
Picnik openen en foto's online bewerken.
Lokale bestanden vanuit Windows afdrukken, scannen of
converteren.
Lexmark Hulpprogramma's voor Office
(wordt Hulpprogramma's voor Office genoemd)
Printersoftware gebruiken
Toegang tot uw favoriete instellingen in Microsoft Office 2007.
19
Onderdeel Functie
Lexmark Faxoplossingen
(wordt Faxoplossingen genoemd)
Faxen verzenden.
Faxen ontvangen op drie-in-één-printers.
Contactpersonen in het interne telefoonboek toevoegen,
bewerken of verwijderen.
Lexmark Faxconfiguratieprogramma openen op
vier-in-één-printers. Gebruik het Faxconfiguratiepro­gramma om de snelkeuze- en groepskeuzenummers en de opties voor bellen en antwoorden in te stellen en om de faxgeschiedenis en statusrapporten af te drukken.
Abby Sprint OCR Documenten scannen en tekst produceren die u kunt
bewerken in een tekstverwerkingsprogramma.
Lexmark Hulpprogramma voor draadloze configuratie
(wordt Hulpprogramma voor draadloze configuratie genoemd)
Lexmark Servicecentrum
(wordt Servicecentrum genoemd)
Draadloze printer installeren op een draadloos netwerk.
Huidige draadloze instellingen voor de printer wijzigen.
Opmerking: dit programma wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware als de printer over draadloze functies beschikt.
Problemen met de printer oplossen.
Onderhoudsfuncties van de printer weergeven.
Contact opnemen met technische ondersteuning.
Opmerkingen:
Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd met de
printersoftware.
U wordt wellicht gevraagd dit programma te installeren
vanaf het web, afhankelijk van uw printermodel.
Voorkeursinstellingen voor afdrukken Wanneer u een document hebt geopend en op Bestand
Afdrukken en Eigenschappen klikt, wordt het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u opties voor de afdruktaak selecteren, zoals de volgende opties:
Het aantal exemplaren opgeven dat moet worden
afgedrukt.
Dubbelzijdige kopieën afdrukken.
De papiersoort selecteren.
Een nieuw watermerk toevoegen.
Afbeelding verbeteren.
Instellingen opslaan.
Opmerking: Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware.
Opmerking: afhankelijk van de functies van de printer die u gebruikt, zijn sommige programma's of sommige functies van deze programma's wellicht niet aanwezig.
Printersoftware gebruiken
20

Macintosh-printersoftware gebruiken

Software geïnstalleerd tijdens printerinstallatie
Software aanwezig in het Macintosh-besturingssystemen
Onderdeel Functie
Dialoogvenster Druk af Afdrukinstellingen aanpassen en afdruktaken plannen.
Dialoogvenster Printerservices (niet beschikbaar in Mac OS X 10.5 of hoger)
Printerhulpprogramma openen.
Problemen oplossen.
Inkt of supplies bestellen.
Contact opnemen met Lexmark.
Versie controleren van de printersoftware die op de
computer is geïnstalleerd.
Printersoftware
Er worden tijdens de installatie van de software van de printer ook andere toepassingen geïnstalleerd. Deze toepassingen worden opgeslagen in de printermap in de Finder na de installatie.
1 Dubbelklik in de Finder op de printermap.
2 Dubbelklik op het pictogram van de toepassing die u wilt gebruiken.
Onderdeel Functie
Lexmark Takencentrum
(ook wel Takencentrum genoemd)
Lexmark Faxconfiguratieprogramma
(ook wel Faxconfiguratieprogramma genoemd)
Documenten en foto's scannen.
Instellingen voor scantaken aanpassen.
Instellingen voor faxtaken aanpassen.
De snelkeuzelijst maken en bewerken.
Lexmark Netwerkkaartlezer
(ook wel Netwerkkaartlezer genoemd)
Inhoud weergeven van een opslagapparaat dat in een
netwerkprinter is geplaatst.
Foto's en documenten van een opslagapparaat
overdragen naar de computer via een netwerk.
Lexmark Printerhulpprogramma
(ook wel Printerhulpprogramma genoemd)
Hulp bij installatie van cartridges.
Een testpagina afdrukken.
Een uitlijningspagina afdrukken.
Spuitopeningen van de printerkop reinigen.
Inkt of supplies bestellen.
De printer registreren.
Contact opnemen met technische ondersteuning.
Lexmark Assistent voor draadloze configuratie.
(ook wel Assistent voor draadloze configuratie genoemd)
Opmerking: afhankel ijk van de prin ter die u ge bruikt, zijn sommige func ties van de ze software w ellicht niet a anwezig.
Printersoftware gebruiken
Printer installeren op een draadloos netwerk.
21

Afdrukken

Documenten afdrukken

1 Plaats papier in de printer.
2 Verzend de afdruktaak:
Voor gebruikers van Windows
a Open een document en klik op Bestand Afdrukken.
b Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
c Selecteer de afdrukkwaliteit, het aantal af te drukken exemplaren en de soort papier waarop u wilt afdrukken.
Geef ook op hoe u wilt dat de pagina's worden afgedrukt.
d Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten.
e Klik op OK of Afdrukken.
Voor Macintosh-gebruikers
a Open een document en klik op Archief > Druk af.
b Selecteer de printer in het voorgrondmenu Printer.
c Klik zo nodig op het driehoekje.
d Selecteer in het voorgrondmenu met afdrukopties de afdrukkwaliteit, het aantal af te drukken exemplaren,
de soort papier waarop u wilt afdrukken. Geef ook op hoe u wilt dat de pagina's worden afgedrukt.
e Klik op Druk af.

Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken)

De automatische duplexeenheid, alleen beschikbaar op geselecteerde printermodellen, ondersteunt A4- en Letter­papier. Als u een model zonder automatische duplexeenheid hebt aangeschaft, of als u dubbelzijdig wilt afdrukken op andere papierformaten, kunt u de instructies gebruiken voor het handmatig afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig) van het papier.
Voor Windows-gebruikers
1 Open een document en klik op Bestand  Afdrukken.
2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
3 Klik op de tab Geavanceerd.
4 Selecteer Aan in het voorgrondmenu in het gedeelte Dubbelzijdig afdrukken.
Opmerking: selecteer Printerinstellingen gebruiken om de instellingen te gebruiken die zijn opgegeven op
de printer.
Afdrukken
22
5 Selecteer de optie Omslaan naar zijkant of Omslaan naar bovenkant. Doorgaans wordt de instelling Omslaan
naar zijkant gebruikt.
6 Selecteer Droogtijd verlengen en geef een instelling op. In regio's met een hoge luchtvochtigheid moet u
Langer selecteren.
7 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten.
8 Klik op OK of Afdrukken.
Opmerking: Als u weer enkelzijdig wilt afdrukken, gaat u terug naar het tabblad Geavanceerd. Selecteer Uit in
de keuzelijst in het gedeelte Dubbelzijdig afdrukken.
Voor Macintosh-gebruikers
1 Open een document en klik op Archief > Druk af.
2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Printer.
3 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties.
4 Kies Inbinden aan lange zijde of Inbinden aan korte zijde in het menu Dubbelzijdig.
Voor Inbinden aan lange zijde worden pagina's ingebonden langs de lange zijde van de pagina (linkerrand
voor staand, bovenrand voor liggend).
Opmerking: Inbinden aan lange zijde is niet beschikbaar in Mac OS X 10.3.
Staand Liggend
Voor Inbinden aan korte zijde worden pagina's ingebonden langs de korte zijde van de pagina (bovenrand
voor staand, linkerrand voor liggend).
Staand Liggend
5 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Geavanceerde opties, afhankelijk
van uw besturingssysteem.
6 Klik zo nodig op het driehoekje.
7 Selecteer Droogtijd voor dubbelzijdig afdrukken. In regio's met een hoge luchtvochtigheid moet u Langer
selecteren.
8 Klik op Druk af.
Afdrukken
23

Foto's afdrukken met het bedieningspaneel van de printer

1 Plaats fotopapier in de printer.
2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
3 Plaats een geheugenkaart, flashstation of digitale camera die is ingesteld voor massaopslag.
Als er documentbestanden en afbeeldingsbestanden zijn opgeslagen op het opslagapparaat, drukt u op Foto's te selecteren.
4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Foto's afdrukken en druk op .
5 Druk op de pijl omhoog of omlaag om een instelling voor het afdrukken van foto's te selecteren en druk op .
Opmerking: U kunt alle foto's afdrukken, foto's afdrukken die binnen een bepaald datumbereik vallen,
geselecteerde foto's afdrukken per fotobereik afdrukkenrange, foto's afdrukken via sjablonen met voorgedefinieerde fotoformaten, of vooraf geselecteerde foto's afdrukken via een digitale camera met DPOF (Digital Print Order Format). Deze optie voor DPOF wordt alleen weergegeven als het opslagapparaat een geldig DPOF-bestand bevat.
6 Druk op de pijl naar links of rechts om de indeling te selecteren voor de gewenste foto of foto's en druk op .
7 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a Druk nogmaals op .
b Gebruik de pijltoetsen om uw instellingen op te geven.
c Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Doorgaan nadat u de instellingen hebt aangepast en druk op
.
8 Druk op Kleur/Zwart-wit om in kleur of zwart-wit af te drukken.
Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden.
9 Druk op .
om
Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.

Documenten vanaf een geheugenkaart of flashstation afdrukken (alleen Windows)

U schakelt als volgt de functie Bestand afdrukken in:
De printer moet zijn aangesloten op een computer met een USB-kabel of via een netwerk.
De printer en de computer moeten zijn ingeschakeld.
De geheugenkaart of het flashstation moet documenten bevatten die worden ondersteund door de printer. Zie
“Ondersteunde geheugenkaarten en bestandstypen” op pagina 13 voor meer informatie.
Er moeten toepassingen op de computer zijn geïnstalleerd die de bestandstypen op het opslagapparaat
ondersteunen.
Afdrukken
24
1 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer.
Wanneer de printer het opslagapparaat detecteert, wordt het bericht Geheugenkaart gevonden of Apparaat voor massaopslag weergegeven op de display van het bedieningspaneel.
2 Als alleen documenten zijn opgeslagen op het opslagapparaat, schakelt de printer automatisch over naar de
modus Bestand afdrukken.
Als op het opslagappar aat documenten en afbeeldingen zijn opgeslagen , bladert u met de pijl omhoog of omlaag naar Documenten en drukt u op
3 Selecteer het document en druk het af:
.
Als de printer een USB-verbinding gebruikt
a Selecteer met de pijl omlaag of omhoog de bestandsnaam van het document dat u wilt afdrukken.
b Druk op om het document af te drukken.
Als de printer een draadloze verbinding gebruikt (alleen bepaalde modellen)
a Selecteer met de pijl omlaag of omhoog de bestandsnaam van het document dat u wilt afdrukken.
b Druk op en wacht tot de printer verbinding heeft gemaakt met de netwerkcomputer of tot op het netwerk
is gezocht naar beschikbare computers.
c Blader met de pijl omhoog of omlaag naar de naam van de netwerkcomputer als u hierom wordt gevraagd
en druk vervolgens op
Opmerkingen:
U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Geef de pincode op met het
toetsenblok.
Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een
pincode wilt toewijzen aan de computer.
om het document af te drukken.

Afdruktaken annuleren

Druk op om een afdruktaak te annuleren vanaf het bedieningspaneel van de printer. U annuleert als volgt een afdruktaak vanaf de computer:
Voor gebruikers van Windows
1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren.
2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren.
3 Druk op Enter of klik op OK.
De printermap wordt geopend.
4 Klik met de rechtermuisknop op de printer en kies Openen.
Afdrukken
25
5 De afdruktaak annuleren:
Als u een bepaalde afdruktaak wilt annuleren, klikt u met de rechtermuisknop op de documentnaam en kiest
u Annuleren.
Als u alle afdruktaken in de wachtrij wilt annuleren, klikt u op Printer Alle documenten annuleren.
Voor Macintosh-gebruikers
1 Klik op het printerpictogram in het Dock.
2 Selecteer in de afdrukwachtrij de taak die u wilt annuleren en klik op Verwijder.
Afdrukken
26

Kopiëren

ADI Glasplaat
Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's.
Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals brief­kaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).

Tips voor kopiëren

Pas de papiergeleider in de ADF aan op de breedte van het originele document als u de automatische
documentinvoer gebruikt.
Als u de glasplaat gebruikt, moet u de bovenklep sluiten om te voorkomen dat er zwarte randen worden
weergegeven op de gescande afbeelding.
Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit
tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.

Kopiëren

1 Plaats papier in de printer.
2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
4 Druk op de pijltoets naar links of rechts om het aantal exemplaren te selecteren en druk op Kleur/Zwart-wit om
een kleuren- of zwart-witkopie in te stellen.
Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden.
5 Druk op .
Kopiëren
27

Foto's kopiëren

1 Plaats fotopapier in de printer.
2 Plaats de foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Foto opnieuw afdrukken.
5 Blader met de pijl naar links of rechts naar het gewenste fotoformaat.
6 Druk op .
Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt,
laat zien of opbergt.

Automatisch een dubbelzijdige kopie maken

De automatische duplexeenheid, alleen beschikbaar op geselecteerde printermodellen, ondersteunt A4- en Letter­papier. Als u een model zonder automatische duplexeenheid hebt aangeschaft, of als u dubbelzijdige kopieën wilt maken op andere papierformaten, kunt u de instructies voor handmatig dubbelzijdig kopiëren gebruiken.
Opmerking: u kunt niet dubbelzijdig afdrukken op enveloppen, wenskaarten of fotopapier.
1 Plaats papier in de printer.
2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar 2-zijdige exemplaren.
5 Selecteer de duplexoptie die overeenkomt met het originele document:
Druk op de pijl naar links of rechts om 1 naar 2 te selecteren als u een enkelzijdig document kopieert.
Druk op de pijl naar links of rechts om naar 2 naar 2 te bladeren als u een dubbelzijdig document kopieert.
6 Druk op om de eerste pagina van het document op te slaan in het printergeheugen.
7 Volg de aanwijzingen op de display.

Kopieertaken annuleren

Als u een kopieertaak wilt annuleren, drukt u op .
Het scannen wordt gestopt en de printer keert terug naar het vorige menu.
Kopiëren
28

Scannen

ADI Glasplaat
Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's.
Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat.
Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals brief­kaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).

Tips voor scannen

Pas de papiergeleider in de ADI aan op de breedte van het originele document als u een automatische
documentinvoer gebruikt.
Als u de glasplaat gebruikt, moet u de bovenklep sluiten om te voorkomen dat er zwarte randen worden
weergegeven op de gescande afbeelding.
Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit
tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.

Scannen naar een lokale computer of een netwerkcomputer

1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
3 Druk op de pijl naar links of rechts om naar USB of de naam van de netwerkcomputer te bladeren en druk op
.
De lokale of netwerkcomputer is de bestemming die de scan ontvangt.
Scannen
29
Opmerkingen:
U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Geef de pincode op met het
toetsenblok.
Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een
pincode wilt toewijzen aan de computer.
4 Wacht tot de printer klaar is met het downloaden van een lijst met scantoepassingen die beschikbaar zijn op de
geselecteerde computer.
5 Druk op de pijl naar links of rechts om een toepassing te selecteren en druk op .
6 Druk op de pijltoetsen om de resolutie en het formaat van de originele afbeelding te selecteren. Druk op elke
keer nadat u een keuze hebt gemaakt.
7 Druk op om te beginnen met scannen.
De scan is voltooid wanneer de toepassing die u hebt geselecteerd in stap 5, wordt geopend op de doelcomputer. De scan wordt in de toepassing weergegeven als nieuw bestand.

Scannen naar een flashstation of geheugenkaart

Voordat u begint moet u controleren of uw flashstation of geheugenkaart niet is beveiligd tegen schrijven.
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
3 Druk op de pijl omhoog of omlaag om naar Opslagapparaat te bladeren.
4 Plaats het flashstation of geheugenkaart in de printer en druk op .
5 Selecteer met de pijltoetsen de resolutie, het gewenste bestandstype uitvoer en het formaat van de originele
afbeelding. Druk op
Opmerking: selecteer het bestandstype PDF als u meerdere pagina's wilt scannen en deze wilt opslaan als één bestand.
6 Druk op om te beginnen met scannen.
De scan is voltooid als er een bericht wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer dat het bestand dat u hebt gescand, is opgeslagen
elke keer nadat u een keuze hebt gemaakt.

Rechtstreeks scannen naar e-mail met de printersoftware

Voor Windows-gebruikers
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
2 Klik op of Start.
3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
Scannen
30
4 Selecteer Printerstartpagina.
5 Kies uw printer in de keuzelijst met printers.
6 Klik op E-mail en selecteer Foto, Document of PDF.
Opmerking: u kunt Document alleen selecteren als er een OCR-toepassing is geïnstalleerd op uw computer.
De scan wordt gestart en het voortgangsvenster voor scannen wordt weergegeven.
7 Wanneer de scan is voltooid, wordt een nieuw e-mailbericht gemaakt waaraan het gescande document
automatisch is toegevoegd als bijlage.
8 Stel u e-mailbericht op.
Opmerking: als uw e-mailprogramma niet automatisch wordt geopend, kunt u het document scannen naar de
computer en het vervolgens als bijlage per e-mail verzenden.
Voor Macintosh-gebruikers
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
2 Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's.
3 Dubbelklik op Afdrukbeheer om het Takencentrum te openen.
4 Selecteer een documenttype in het gedeelte Wat wordt gescand? in het hoofdvenster.
5 Kies Voor weergeven op een monitor/webpagina in het menu Waarvoor wordt gescand beeld gebruikt?.
6 Selecteer een toepassing in het menu Stuur gescand beeld naar.
7 Klik op Scannen.
8 Sla de afbeelding op met de toepassing en de verzend de afbeelding als bijlage bij een e-mailbericht.

Scannen naar een PDF

Voor Windows-gebruikers
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
2 Klik op of Start.
3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
4 Selecteer Printerstartpagina.
5 Kies uw printer in de keuzelijst met printers.
6 Klik op PDF.
De scan wordt gestart en het voortgangsvenster voor scannen wordt weergegeven.
7 Sla het document op als een PDF.
Scannen
31
Voor Macintosh-gebruikers
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
2 Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's.
3 Dubbelklik op Afdrukbeheer om het Takencentrum te openen.
4 Selecteer een documenttype in het gedeelte Wat wordt gescand? in het hoofdvenster.
5 Pas de instellingen indien nodig aan.
6 Klik op Scannen.
7 Sla het document op als een PDF.

Scantaken annuleren

Druk op op het bedieningspaneel van de printer of klik op Annuleren op het scherm.
Scannen
32

Problemen oplossen

Voor u problemen gaat oplossen

Gebruik deze controlelijst om de meeste printerproblemen op te lossen:
Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een werkend stopcontact.
Controleer of de printer niet is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, UPS-systeem of verlengsnoer.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
Controleer of de printer stevig is aangesloten op de hostcomputer, afdrukserver of een ander
netwerktoegangspunt.
Controleer de printer op foutberichten en los eventuele problemen op.
Controleer op berichten over vastgelopen en verwijder zo nodig vastgelopen papier.
Controleer de inktcartridges en installeer zo nodig nieuwe cartridges.
Gebruik het Servicecentrum om het probleem op te sporen en op te lossen (alleen Windows).
Schakel de printer uit en schakel de printer na 10 seconden weer in.

Servicecentrum gebruiken om printerproblemen op te lossen

Het Servicecentrum biedt hulp bij het stap voor stap oplossen van problemen, snelkoppelingen naar onderhoudstaken voor de printer en klantenondersteuning.
Ga als volgt te werk om het Servicecentrum te openen:
Methode 1 Methode 2
Klik op de snelkoppeling Gebruik voor aanvullende ondersteuning het servicecentrum als het wordt
weergegeven op een foutmelding.
1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer
de programmamap van de printer in de lijst.
3 Selecteer de printermap. 4 Selecteer Servicecentrum op het tabblad Ondersteuning.

Als uw probleem niet wordt opgelost met Problemen oplossen

Ga naar onze website op support.lexmark.com voor de volgende informatie:
Knowledgebase-artikelen met de nieuwste informatie en aanwijzingen voor het oplossen van problemen voor
uw printer
Live online technische ondersteuning
Telefoonnummers voor telefonische technische ondersteuning
Problemen oplossen
33

Installatieproblemen oplossen

“Onjuiste taal wordt weergegeven op de display” op pagina 34
“Printerkopfouten” op pagina 34
“Software is niet geïnstalleerd” op pagina 36
“Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's” op pagina 36
“Printer drukt lege pagina's af” op pagina 37
“Printer is bezet of reageert niet” op pagina 38
“Kan geen documenten verwijderen uit de printerwachtrij” op pagina 38
“Kan niet afdrukken via USB” op pagina 38

Onjuiste taal wordt weergegeven op de display

Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren:
DE TAAL WIJZIGEN MET DE PRINTERMENU'S
1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
2 Blader met de pijltoetsen naar Standaardwaarden en druk op .
3 Blader met de pijltoetsen naar Standaardwaarden instellen en druk op .
4 Blader met de pijltoetsen naar Fabrieksinstellingen en druk op .
5 Voltooi de eerste installatie van de printer.
DE TAAL WIJZIGEN MET EEN TOETSENCOMBINATIE (ALS U DE HUIDIGE TAAL NIET KUNT LEZEN)
1 Schakel de printer uit.
Opmerking: als u de time-out voor de spaarstand hebt ingesteld in het menu Instellen, houdt u
ingedrukt om de printer uit te schakelen.
2 Houd en ingedrukt, druk op en laat de knop weer los om de printer in te schakelen.
Opmerking: houd
dat de printer opnieuw is ingesteld.
3 Voltooi de eerste installatie van de printer.
en ingedrukt tot Taal wordt weergegeven op de display waarmee wordt aangegeven
drie seconden

Printerkopfouten

Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u de volgende oplossingen controleren:
Problemen oplossen
34
VERWIJDER DE PRINTERKOP EN PLAATS DE PRINTERKOP TERUG.
1 Open de printer en til het deksel op.
2 Verwijder de printerkop.
3 Veeg de contactpunten van de printerkop schoon met een schone, pluisvrije doek.
4 Plaats de printerkop terug in de printer.
Opmerking: als het probleem niet is opgelost na het verwijderen en weer terugplaatsen van de printerkop, neemt
u contact op met de technische ondersteuning.
Problemen oplossen
35

Software is niet geïnstalleerd

Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of als de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren.
Voordat u de software opnieuw installeert, moet u als volgt te werk gaan:
CONTROLEER OF DE COMPUTER VOLDOET AAN DE MINIMUMVEREISTEN DIE OP DE PRINTERDOOS
WORDEN
VERMELD
SCHAKEL DE BEVEILIGINGSPROGRAMMA'S IN WINDOWS TIJDELIJK UIT VOORDAT U DE SOFTWARE
INSTALLEERT
CONTROLEER DE USB-AANSLUITING
1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen.
2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer.
3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
De USB-poort is aangeduide met een
USB-symbool.
MAAK DE NETVOEDING VAN DE PRINTER LOS EN SLUIT DEZE WEER AAN
1 Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
2 Trek de stekker van het netsnoer voorzichtig uit de printer en sluit de stekker weer aan.
3 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in.

Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's

Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren:
CONTROLEER OF DE INKTCARTRIDGES CORRECT ZIJN GEPLAATST
1 Schakel de printer in en open vervolgens de printer.
2 Controleer of de cartridges correct zijn geplaatst.
De cartridges moeten stevig vastklikken in de overeenkomende kleurensleuf van de printerkop.
3 Sluit de printer.
SELECTEER DE PRINTER IN HET DIALOOGVENSTER AFDRUKKEN VOORDAT U DE AFDRUKTAAK
VERZENDT
ONTROLEER OF DE AFDRUKTAAK NIET IS ONDERBROKEN
C
.
CONTROLEER OF DE PRINTER IS INGESTELD ALS DE STANDAARDPRINTER
Problemen oplossen
36
MAAK DE NETVOEDING VAN DE PRINTER LOS EN SLUIT DEZE WEER AAN
1 Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
2 Trek de stekker van het netsnoer voorzichtig uit de printer en sluit de stekker weer aan.
3 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in.
KOPPEL DE USB-KABEL LOS VAN DE PRINTER EN SLUIT DEZE WEER AAN.
ONTROLEER DE USB-AANSLUITING
C
1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen.
2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer.
3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
De USB-poort is aangeduide met een
USB-symbool.
VERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW

Printer drukt lege pagina's af

Lege pagina's kunnen worden veroorzaakt door onjuist geplaatste inktcartridges.
INSTALLEER DE INKTCARTRIDGES OPNIEUW, VOER EEN DIEPE REINIGING VAN DE PRINTKOP UIT
EN
LIJN DEZE OPNIEUW UIT.
1 Zie “Inktcartridges vervangen” op pagina 15 voor meer informatie over het opnieuw installeren van de
inktcartridges.
Als de cartridges niet lijken te passen, moet u controleren of de printerkop juist is geplaatst en probeer vervolgens de cartridges opnieuw te installeren.
2 Plaats normaal papier in de printer.
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
4 Blader met de pijltoetsen naar Onderhoud en druk op .
5 Blader met de pijltoetsen naar Printerkop diep reinigen en druk op .
Er wordt een reinigingspagina afgedrukt.
6 Blader met de pijltoetsen naar Printer uitlijnen en druk op .
Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt.
Opmerking: verwijder de uitlijningspagina pas als deze volledig is afgedrukt.
Problemen oplossen
37

Printer is bezet of reageert niet

Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren:
CONTROLEER OF DE PRINTER ZICH NIET IN DE SPAARSTAND BEVINDT
Als het aan/uit-lampje langzaam knippert, bevindt de printer zich in de spaarstand. Druk op om de printer te activeren.
Als u de spaarstand van de printer niet wordt uitgeschakeld, moet u de printer uitschakelen en weer inschakelen:
1 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht 10 seconden.
2 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in.
Controleer onze website voor updates voor de printersoftware of -firmware als dit probleem blijft bestaan.
MAAK DE DE NETVOEDING VAN DE PRINTER LOS EN SLUIT DEZE WEER AAN
1 Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
2 Trek de stekker van het netsnoer voorzichtig uit de printer en sluit de stekker weer aan.
3 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in.

Kan geen documenten verwijderen uit de printerwachtrij

Als er taken zijn vastgelopen in de afdrukwachtrij en u kunt deze niet verwijderen om andere taken uit te voeren, communiceren de computer en printer mogelijk niet.
START DE COMPUTER OPNIEUW OP EN PROBEER HET OPNIEUW

Kan niet afdrukken via USB

Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren:
CONTROLEER DE USB-AANSLUITING
1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen.
2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer.
3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
De USB-poort is aangeduide met een
USB-symbool.
CONTROLEER OF DE USB-POORT IS INGESCHAKELD IN WINDOWS
1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren.
2 Typ devmgmt.msc in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren.
Problemen oplossen
38
3 Druk op Enter of klik op OK.
Het venster Apparaatbeheer wordt geopend.
4 Klik op het plusteken (+) naast Universal Serial Bus Controllers.
Als u USB-hostcontroller en USB-hoofdhub ziet staan, is de USB-poort geactiveerd.
Raadpleeg de documentatie bij de computer voor meer informatie.
VERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW

Netwerkproblemen oplossen

Als u problemen ondervindt met het configureren van uw printer op een netwerk, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af. Raadpleeg vervolgens het gedeelte over het oplossen van netwerkproblemen in de Handleiding Aan de slag met netwerken of de uitgebreide Gebruikershandleiding, die beschikbaar zijn op de cd met installatiesoftware.

Netwerkconfiguratiepagina afdrukken

Een netwerkconfiguratiepagina bevat de configuratie-instellingen van de printer, waaronder het IP-adres en MAC­adres van de printer.
1 Plaats normaal papier in de printer.
2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
3 Druk op de pijltoetsen om naar Netwerkconfiguratie te bladeren en druk op .
4 Druk op om Configuratiepagina afdrukken te selecteren.
De netwerkconfiguratiepagina wordt afgedrukt.
Problemen oplossen
39

Kennisgevingen

Uitgavebericht

April 2009
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waarin de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE
VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Some states do not allow disclaimer of express or implied warranties in certain transactions; therefore, this statement may not apply to you.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien, wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma's die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd.
Verwijzingen in deze publicatie naar producten, programma's of diensten houden niet in dat de fabrikant deze producten op de markt wil brengen in alle landen waar de fabrikant actief is. Een verwijzing naar een product, programma of dienst betekent niet dat alleen dat product, dat programma of die dienst kan worden gebruikt. In plaats daarvan kunnen alle functioneel gelijkwaardige producten, programma's of diensten, waarmee geen inbreuk wordt gemaakt op bestaande intellectuele eigendomsrechten, worden gebruikt. De gebruiker is verantwoordelijk voor de evaluatie en controle van de werking in combinatie met andere producten, programma's of diensten, met uitzondering van de producten, programma's of diensten die door de fabrikant zijn aangegeven.
Voor technische ondersteuning van Lexmark gaat u naar support.lexmark.com.
Voor informatie over supplies en downloads gaat u naar www.lexmark.com.
Als u geen toegang hebt tot internet, kunt u ook per post contact opnemen met Lexmark:
Lexmark International, Inc. Bldg 004-2/CSC 740 New Circle Road NW Lexington, KY 40550 USA
© 2009 Lexmark International, Inc.
Alle rechten voorbehouden.

Handelsmerken

Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
Kennisgevingen
40

Federal Communications Commission (FCC) compliance information statement

This product complies with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
1 this device may not cause harmful interference, and 2 this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Any questions on this statement should be directed to:
Director of Lexmark Technology & Services Lexmark International, Inc. 740 West New Circle Road Lexington, KY 40550 (859) 232-3000
For additional compliance information, see the online documentation.

Federal Communications Commission (FCC) compliance information statement

This product complies with Part 68 of the FCC Rules. See the product online documentation for additional compliance information.
Kennisgevingen
41
Loading...