Maak optimaal gebruik van de printer door de laden op de voorgeschreven wijze met papier te vullen en de
soorten en formaten van het afdrukmateriaal in te stellen.
Papier plaatsen
Algemene richtlijnen
•Plaats niet te veel papier in de papierladen.
•Zorg ervoor dat de stapel niet hoger is dan de maximale hoogte die met labels wordt aangegeven op de
papiergeleiders. Als er te veel papier is geplaatst, kan het papier in de printer vastlopen.
•Gebruik nooit meerdere soorten afdrukmateriaal in één lade.
Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel
Verwijder een lade nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak of als het indicatielampje op het
bedieningspaneel knippert. Dit zou een papierstoring kunnen veroorzaken.
1 Verwijder de lade.
Opmerking: als u papier van Legal- of Folio-formaat wilt plaatsen, moet u de papierlade langer maken.
Raadpleeg “De lade langer maken voor papier van Legal- of Folio-formaat” voor instructies.
Help bij afdrukken
Pagina 2 van 5
2 Druk de hendel van de papiergeleider aan de zijkant in en schuif de geleider naar de buitenkant van de
lade.
3 Druk de hendel van de papiergeleider aan de achterkant in en schuif de geleider naar de juiste positie voor
het formaat afdrukmateriaal dat u wilt plaatsen.
4 Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet.
Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.
5 Plaats het afdrukmateriaal in de lade.
Opmerking: plaats papier met een briefhoofd in de lade met de voorbedrukte zijde naar beneden.
De bovenste rand van het vel met het logo moet tegen de voorzijde van de lade worden
geplaatst.
Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal niet boven de aangegeven maximale hoogte uitkomt. Als er te veel
papier is geplaatst, kan het papier in de printer vastlopen.
Help bij afdrukken
Pagina 3 van 5
6 Druk de hendel aan de zijkant van de papiergeleider in en schuif de geleider naar binnen, tot deze licht
tegen de zijkant van afdrukmateriaal rust.
7 Plaats de lade weer in de printer.
8 Klap de papiersteun voor de uitvoerlade uit.
Help bij afdrukken
Pagina 4 van 5
De lade langer maken voor papier van Legal- of Folio-formaat
Als u papier van Legal- of Folio-formaat wilt plaatsen, moet u de lade langer maken. Desgewenst kunt u ook een
optionele stofkap aanbrengen op de achterkant van de printer, zodat de lade is beschermd wanneer deze is
verlengd.
1 Druk op de vergrendeling achter op de lade.
2 Trek het verlengstuk uit de lade tot het vastklikt.
De stofkap plaatsen
Met de stofkap houdt u de papierlade schoon. Hiermee voorkomt u ook dat de lade uit positie raakt terwijl deze
is verlengd.
Opmerking: de stofkap is wellicht niet beschikbaar voor alle modellen.
U bevestigt een optionele stofkap aan de achterzijde van de printer door de tabs op de stofkap op gelijke hoogte
te brengen met de openingen in de printer en de kap in de openingen vast te klikken.
Help bij afdrukken
Pagina 5 van 5
De papiersoort en het papierformaat instellen
Nadat u de papiersoort en het papierformaat hebt ingesteld, worden laden met hetzelfde formaat en dezelfde
soort papier automatisch gekoppeld door de printer.
Opmerking: als u afdrukmateriaal van hetzelfde formaat plaatst als voorheen, hoeft u de instelling
Papierformaat niet te wijzigen.
De papiersoort en het papierformaat instellen:
1 Druk op het bedieningspaneel op .
2 Druk op totdat Menu Papier verschijnt, en druk vervolgens op .
3 Druk op totdat Papierformaat/-soort verschijnt, en druk vervolgens op .
4 Druk op totdat Formaat/soort lade <x> verschijnt, en druk vervolgens op .
5 Druk op totdat verschijnt naast het formaat van het afdrukmateriaal dat u hebt geplaatst, en druk
vervolgens op .
6 Druk op totdat de soort afdrukmateriaal verschijnt die u hebt geplaatst, en druk vervolgens op .
7 Druk herhaaldelijk op om terug te keren naar de stand Gereed.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
De term Afdrukmateriaal omvat papier, karton, transparanten, etiketten en enveloppen. De laatste vier soorten
worden soms speciaal afdrukmateriaal genoemd. Volg deze instructies om af te drukken op speciaal
afdrukmateriaal.
1 Plaats het afdrukmateriaal volgens de specificaties van de lade die u gebruikt. Raadpleeg “Papier plaatsen”
op pagina 1 voor hulp.
2 Stel op het bedieningspaneel van de printer de papiersoort en het papierformaat in van het afdrukmateriaal
dat u hebt geplaatst. In de Gebruikershandleiding op de cd Software en documentatie die bij de printer is
geleverd vindt u meer informatie.
3 Stel in de softwaretoepassing op de computer de papiersoort, het papierformaat en de bron in voor het
afdrukmateriaal dat u hebt geplaatst.
a Selecteer in een tekstverwerker, spreadsheet, browser of andere toepassing Bestand
b Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing) om de
instellingen van het printerstuurprogramma te bekijken.
c Selecteer de lade met het speciale afdrukmateriaal in de keuzelijst voor de mediabron.
d Selecteer de soort afdrukmateriaal (transparanten, enveloppen, enzovoort) in de keuzelijst voor de
mediasoort.
e Selecteer het formaat van het speciale afdrukmateriaal in de keuzelijst voor het mediaformaat.
Æ Afdrukken.
4 Klik op OK, en verstuur de afdruktaak zoals u dat altijd doet.
Voor meer informatie
Voor informatie overZie
afdrukmateriaalHelp afdrukmat. in het menu Help
papier in de handmatige invoer plaatsende Gebruikershandleiding op de cd Software en
de lader voor 550 vel vullen
documentatie
Help bij supplies
Pagina 1 van 1
Help bij supplies
In de volgende tabel staan de artikelnummers om artikelen te bestellen:
E450H21ATonercartridge met hoog rendement11.000 standaardpagina's
E450A11ARetourneerprogramma voor lege cartridges6.000 standaardpagina's
E450H11ARetourneerprogramma tonercartridge met hoog
Voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika
E450A21ETonercartridge6.000 standaardpagina's
E450H21ETonercartridge met hoog rendement11.000 standaardpagina's
E450A11ERetourneerprogramma voor lege cartridges6.000 standaardpagina's
E450H11ERetourneerprogramma tonercartridge met hoog
Voor Azië Pacific
E450A21PTonercartridge6.000 standaardpagina's
E450H21PTonercartridge met hoog rendement11.000 standaardpagina's
E450A11PRetourneerprogramma voor lege cartridges6.000 standaardpagina's
E450H11PRetourneerprogramma tonercartridge met hoog
Voor Midden- en Zuid-Amerika
E450A21LTonercartridge6.000 standaardpagina's
E450H21LTonercartridge met hoog rendement11.000 standaardpagina's
E450A11LRetourneerprogramma voor lege cartridges6.000 standaardpagina's
E450H11LRetourneerprogramma tonercartridge met hoog
1
Ongeveer 5 % dekking.
2
Rendementswaarde conform ISO/IEC 19752.
3
Alleen bestemd voor gebruik in de Verenigde Staten en Canada.
4
Alleen bestemd voor gebruik in Europa, het Midden-Oosten en Afrika.
5
Alleen bestemd voor gebruik in Azië Pacific, Australië en Nieuw-Zeeland.
6
Alleen bestemd voor gebruik in Midden- en Zuid-Amerika.
1
Raadpleeg de Gebruikershandleiding op de cd Software en documentatie voor meer informatie over zuinig
omgaan met supplies.
Help bij afdrukmateriaal
Pagina 1 van 2
Help bij afdrukmateriaal
De printer ondersteunt de volgende formaten afdrukmateriaal. Met de instelling Universal kunt u aangepaste
formaten selecteren tot aan het opgegeven maximum.
Legenda:✓ — ondersteund✘ — niet
ondersteund
Formaat
AfmetingenLade voor
afdrukmateriaal
A4210 x 297 mm
A5*148 x 210 mm
A6105 x 148 mm
JIS B5182 x 257 mm
Letter215,9 x 279,4 mm
Legal215,9 x 355,6 mm
Executive184,2 x 266,7 mm
Folio216 x 330 mm
Statement139,7 x 215,9 mm
250 vel
Handmatige
invoer
✓✓✓
✓✓✓
✓✓✓
✓✓✓
✓✓✓
✓✓✓
✓✓✓
✓✓✓
✓✓✓
Optionele lader voor
550 vel
Universal*98,4 x 89,0 mm tot
297,0 x 431,8 mm
7 ¾-envelop
(Monarch)
Com 9-envelop98,4 x 225,4 mm✘✓✘
Com 10-envelop104,8 x 241,3 mm
DL-envelop110 x 220 mm
C5-envelop162 x 229 mm
B5-envelop176 x 250 mm✘✓✘
* Universele maten:
– Lade voor 250 vel: 89–216 x 210–356 mm
– Lader voor 550 vel: 148–216 x 210–356 mm
– Handmatige invoer: 76–216 x 127–356 mm (inclusief kaarten van 76 x 127 mm)
98,4 x 190,5 mm
✓✓✓
✘✓✘
✘✓✘
✘✓✘
✘✓✘
Help bij afdrukmateriaal
Pagina 2 van 2
Afdrukmateriaal bewaren
Gebruik de volgende richtlijnen voor een correcte opslag van afdrukmateriaal. Zo kunt u invoerproblemen en een
onregelmatige afdrukkwaliteit voorkomen:
•U kunt het afdrukmateriaal het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van rond de 21 °C en
een relatieve vochtigheid van 40%.
De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan tussen 18 en 24 °C met een relatieve
vochtigheid van 40% tot 60%.
•Bewaar dozen met afdrukmateriaal bij voorkeur op een pallet of een plank en niet op de vloer.
•Als u losse pakken afdrukmateriaal niet in de oorspronkelijke doos bewaart, leg deze dan op een vlakke
ondergrond zodat de randen niet omkrullen of kreuken.
•Plaats niets boven op de pakken met afdrukmateriaal.
•Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het in de printer gaat plaatsen.
Papierstoringen voorkomen
De volgende tips kunnen helpen om papierstoringen te voorkomen:
•Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal (beide worden 'afdrukmateriaal'
genoemd).
•Plaats nooit te veel afdrukmateriaal in de laden. Zorg ervoor dat de stapel niet hoger is dan de maximale
stapelhoogte die met een lijntje wordt aangegeven op de etiketten in de laden.
•Plaats nooit gekreukt, gevouwen, vochtig of kromgetrokken afdrukmateriaal.
•Buig het afdrukmateriaal, waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u het materiaal in de
printer plaatst. Als er storingen met het afdrukmateriaal optreden, probeer dan om het afdrukmateriaal per
vel via de handmatige invoer in te voeren.
•Gebruik geen afdrukmateriaal dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt.
•Plaats geen afdrukmateriaal van verschillend formaat, verschillend gewicht of verschillende soorten in
dezelfde lade.
•Zorg ervoor dat de aanbevolen afdrukzijde voor enkel- of dubbelzijdig afdrukken in de lade is geplaatst.
•Bewaar het afdrukmateriaal in een geschikte omgeving. Zie “Afdrukmateriaal bewaren”.
•Verplaats en verwijder de laden nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak.
•Duw alle laden stevig in de printer nadat u ze hebt gevuld.
•Zorg ervoor dat de geleiders in de laden correct zijn ingesteld voor het geplaatste formaat. De geleiders
mogen niet te strak tegen de stapel afdrukmateriaal zijn gedrukt.
•Controleer of alle kabels goed op de printer zijn aangesloten. Raadpleeg de Installatiekaart voor meer
informatie.
•In het geval van een papierstoring moet u de gehele papierbaan vrijmaken. Zie de Gebruikershandleiding
op de cd Software en documentatie voor informatie over de papierbaan.
Handleiding voor afdrukstoringen
Pagina 1 van 1
Handleiding voor afdrukstoringen
Vergelijk een reeks herhaalde storingen op een afdruk met de markeringen op de storingen van de verticale
lijnen. De lijn die het best overeenkomt met de storingen op de afdruk, geeft aan welk onderdeel mogelijk de
storing veroorzaakt.
De afstand tussen deze twee markeringen komt bijvoorbeeld
overeen met een storing na elke 38,2 mm, wat inhoudt dat de
laadrollers mogelijk moeten worden vervangen.
Opmerking: als de storing op de bedrukte zijde van een enkelzijdige
afdruktaak verschijnt, dient u de tonercartridge te vervangen
voordat u het verhittingsstation vervangt.
Vervang de
laadrollers
38,2 mm
Vervang de
overdrachtsrol
51,7 mm
Vervang de tonercartridge
Developer-rol
defect
47,8 mm
Fotoconductor
defect
96,8 mm
Vervang het verhittingsstation
Back-uprol
defect
95,5 mm
Verhittingsstation/
band defect
79,8 mm
Menuoverzicht
Pagina 1 van 3
Menuoverzicht
Via het bedieningspaneel hebt u toegang tot een aantal menu's die het wijzigen van printerinstellingen
vereenvoudigen. In het volgende menuoverzicht worden de beschikbare menu's en menu-items weergegeven.
Raadpleeg de Handleiding voor menu's en berichten op de cd Software en documentatie. Sommige menu-items
zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het printermodel of de geïnstalleerde opties.
Menu Papier
Standaardbron
Papierformaat/-soort
Ander formaat
Papierstructuur
Papiergewicht
Papier plaatsen
Aangepaste soorten
Universal-instelling
Rapporten
Pagina Menu-instellingen
Apparaatstatistieken
Pagina
Menu Instellingen
Menu Afwerking
Menu Kwaliteit
Menu Extra
Menu PostScript
Menu PCL Emul
Netwerk/Poorten
TCP/IP
Standaardnetwerk
Standaard-USB
AppleTalk
Beveiliging
Vervaltijd taak
Help
Help bij afdrukken
Help bij supplies
Help afdrukmat.
Afdrukfouten
Menu Map
Informatie
Aansluit.gids
Help bij transport
Menuoverzicht
Pagina 2 van 3
Informatie over het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit de volgende onderdelen:
•Een 4-regelig LCD-display (liquid crystal display) waarop zowel afbeeldingen als tekst kunnen worden
weergegeven.
•Acht knoppen: Terug, Menu, Stop, Selecteren, , , en .
•Indicatielampje
1
7
2
66
3
5
4
Knop of item op
bedieningspaneel
1 Terug Druk op de knop Terug om terug te gaan naar het scherm dat als laatste is bekeken.
2 Menu Druk op de knop Menu om het menuoverzicht te openen.
3 Stop Druk op de knop Stop om de mechanische werking van de printer te stoppen. Nadat u op
Functie
Opmerking: wijzigingen die zijn aangebracht op een scherm worden niet toegepast als u op de knop Terug drukt.
Opmerking: de printer moet in de stand Gereed staan om het menuoverzicht te kunnen
openen. Er verschijnt een bericht waarin wordt aangegeven dat de menu's niet beschikbaar
zijn als de printer niet gereed is.
Stop hebt gedrukt, wordt het bericht Stoppen weergegeven. Nadat de printer is gestopt,
wordt Gestopt weergegeven op de statusregel van het bedieningspaneel en verschijnt een
lijst met opties.
Menuoverzicht
Pagina 3 van 3
Knop of item op
bedieningspaneel
4 IndicatielampjeOp het bedieningspaneel is een tweekleurige LED (groen en rood) beschikbaar. De lampjes
Functie
geven aan of de voeding van de printer is ingeschakeld, of de printer bezet of inactief is, of
de printer bezig is met het verwerken van een taak en of ingrijpen van de gebruiker is
vereist.
StatusBetekenis
UitVoeding is uitgeschakeld.
Brandt groenDe printer staat aan, maar is niet actief.
Knippert groenDe printer is bezig met opwarmen, het verwerken van
Brandt roodIngrijpen van gebruiker is vereist.
5 en 6 NavigatieknoppenDe knoppen Omhoog en Omlaag worden gebruikt om door lijsten te bladeren.
Als u door een lijst navigeert met de knop Omhoog of Omlaag, wordt de cursor
telkens met één regel tegelijk verplaatst. Als u op de knop Omlaag onder aan het
scherm drukt, wordt de volgende volledige pagina weergegeven op het scherm.
De knoppen Links en Rechts worden gebruikt om binnen een scherm te
navigeren, bijvoorbeeld om van het ene item in het menuoverzicht naar het
andere item te gaan. Ook worden de knoppen gebruikt om door tekst te bladeren
die niet op het scherm past.
De knop Selecteren wordt gebruikt om een actie te initiëren na een selectie. Druk
op Selecteren als de cursor naast de gewenste selectie staat, zoals het volgen
van een koppeling of het verzenden van een configuratie-item, of wanneer u een
taak wilt starten of annuleren.
7 DisplayOp het display worden berichten en afbeeldingen weergegeven over de huidige status van
de printer en mogelijke problemen die opgelost moeten worden.
De bovenste regel van het display is de kopregel. Indien van toepassing bevat het display
de afbeelding die aangeeft dat de knop Teru g kan worden gebruikt. Ook worden op het
display de huidige status en de status van de supplies (waarschuwingen) weergegeven.
Als er meerdere waarschuwingen zijn, wordt er een komma weergegeven tussen de
verschillende waarschuwingen.
De andere drie regels van het display vormen de hoofdtekst van het scherm. Hier kunt u de
printerstatus, berichten over supplies en schermen "Laten zien" bekijken en selecties
uitvoeren.
gegevens of het afdrukken van gegevens.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding op de cd Software en documentatie voor meer informatie over het
bedieningspaneel.
Handleiding met informatie
Pagina 1 van 1
Handleiding met informatie
Er zijn talrijke handleidingen beschikbaar om u te
helpen de printer en de functies ervan te begrijpen.
De pagina's van het menu Help
De printer heeft interne Help-menupagina's. U kunt
elke pagina afzonderlijk afdrukken, of Alles afdrukken selecteren om alles af te drukken.
Menu-item:Functie:
Help bij afdrukkenInformatie weergeven over
het plaatsen van
afdrukmateriaal in de printer.
Help bij suppliesInformatie weergeven over
het bestellen van supplies.
Help afdrukmat.Informatie weergeven over
welke soorten
afdrukmateriaal worden
ondersteund door de printer.
AfdrukfoutenHiermee drukt u de pagina
Afdrukfouten af.
Menu MapOverzicht weergeven van
alle beschikbare menu's en
menu-items.
In de Gebruikershandleiding treft u informatie aan
over het plaatsen van afdrukmateriaal, het bestellen
van supplies, het oplossen van problemen, het
verhelpen van papierstoringen, en het verwijderen
van onderdelen. De handleiding bevat ook
ondersteuningsinformatie voor beheerders.
De Handleiding voor menu's en berichten bevat
informatie over het wijzigen van de printerinstellingen.
Deze informatie beschrijft de beschikbare menu's, de
menu-items onder elk menu, en de beschikbare
waarden.
Website Lexmark
U kunt de Gebruikershandleiding, de Installatiekaart,
de Handleiding voor menu's en berichten en de
pagina's van het menu Help vinden op de website van
Lexmark op www.lexmark.com.
Andere talen
De Gebruikershandleiding, de Handleiding voor
menu's en berichten en de pagina's van het menu Help zijn ook beschikbaar in andere talen op de cd Software
en documentatie.
Informatie
(deze pagina)
Aansluit.gidsInformatie weergeven over
Help bij transportInformatie weergeven over
Hiermee kunt u extra
informatie zoeken.
het aansluiten van de printer
als een lokale printer of een
netwerkprinter.
het probleemloos
verplaatsen van de printer.
Installatiekaart
De installatiekaart die bij de printer is geleverd bevat
informatie over het instellen van de printer en de opties
ervan.
Cd Software en documentatie
De cd Software en documentatie die bij uw printer is
geleverd, bevat een Gebruikershandleiding, Installatiekaart, Handleiding voor menu's en berichten,
en de pagina's van het menu Help.
Aansluitingengids
Pagina 1 van 2
Aansluitingengids
Opmerking: voor lokaal afdrukken moet u de printersoftware (stuurprogramma's) installeren alvorens de
USB-kabel aan te sluiten.
De printer en software voor lokaal afdrukken installeren met Windows
1 Start de cd Software en documentatie die bij de printer is geleverd.
2 Klik op Install Printer and Software (Printer en software installeren).
Opmerking: bij sommige Windows-besturingssystemen hebt u toegang als beheerder nodig om de
printersoftware (stuurprogramma's) op de computer te kunnen installeren.
3 Klik op Agree (Akkoord) om aan te geven dat u akkoord gaat met de licentieovereenkomst.
4 Selecteer Suggested (Aanbevolen) en klik vervolgens op Next (Volgende).
De optie Suggested (Aanbevolen) is de standaardinstallatie voor lokaal gebruik. Als u hulpprogramma's wilt
installeren, instellingen wilt wijzigen of de stuurprogramma's wilt aanpassen, selecteert u Custom
(Aangepast).Volg de aanwijzingen op het beeldscherm.
5 Selecteer Local Attach (Lokaal aangesloten) en klik op Finish (Voltooien).
Opmerking: het laden van de stuurprogramma's kan enige minuten duren.
6 Sluit de installatie-toepassing op de cd met stuurprogramma's.
7 Sluit de USB-kabel of de parallelle kabel aan. Als u de USB-kabel gebruikt, zorg dan dat het USB-symbool
op de kabel overeenkomt met het USB-symbool op de printer.
Opmerking: de besturingssystemen Windows 98 SE, Windows Me, Windows 2000 en Windows XP en
Windows Server 2003 ondersteunen USB-aansluitingen. Op sommige UNIX-, Linux- en
Macintosh-computers worden USB-aansluitingen ook ondersteund. In de documentatie bij
het besturingssysteem van de computer kunt u nagaan of het systeem USB ondersteunt.
8 Steek de stekker aan het ene uiteinde van het netsnoer van de printer in de connector aan de achterkant
van de printer en de stekker aan het andere uiteinde in een geaard stopcontact.
9 Zet de printer aan.
Als u de USB-kabel aansluit en de printer aanzet, zal het besturingssysteem van Windows de plug-en-play
schermen tonen om de printer als een nieuw hardwareapparaat te installeren. De installatie van de
printersoftware (stuurprogramma's) die in stap 1 uitgevoerd is, moet aan de vereisten van plug-en-play
voldoen. Als plug-en-play is voltooid, zal in de map Printers een printerobject worden weergegeven.
Opmerking: nadat de printer een aantal interne tests heeft uitgevoerd, geeft het bericht Gereed aan dat
de printer gereed is om taken te ontvangen. Als er andere berichten dan Gereed verschijnen
op de display, volgt u de instructies op de cd Software en documentatie om het bericht te
wissen.
10 Geef de opdracht om een testpagina af te drukken.
Een parallelle kabel gebruiken
Raadpleeg voor instructies de Installatiekaart die bij de printer is geleverd.
Lokaal afdrukken met Mac of UNIX/Linux
Raadpleeg de documentatie die bij uw besturingssysteem is geleverd voor gedetailleerde instructies.
Aansluitingengids
Pagina 2 van 2
De printer en software voor afdrukken via het netwerk installeren met Windows
1 Zorg dat de printer is uitgeschakeld en het netsnoer uit het stopcontact is verwijderd.
2 Sluit de printer aan op een LAN of een hub met een Ethernet-kabel die compatibel is met het netwerk.
3 Steek de stekker aan het ene uiteinde van het netsnoer van de printer in de connector aan de achterkant
van de printer en de stekker aan het andere uiteinde in een geaard stopcontact.
4 Zet de printer aan.
Opmerking: nadat de printer een aantal interne tests heeft uitgevoerd, geeft het bericht Gereed aan dat
de printer gereed is om taken te ontvangen. Als er andere berichten dan Gereed verschijnen
op de display, volgt u de instructies op de cd Software en documentatie om het bericht te
wissen.
5 Ga naar een computer op hetzelfde netwerk en start de cd met stuurprogramma's die bij de printer is
geleverd.
6 Klik op Install Printer and Software (Printer en software installeren).
7 Klik op Agree (Akkoord) om aan te geven dat u akkoord gaat met de licentieovereenkomst.
8 Selecteer Suggested (Aanbevolen) en klik vervolgens op Next (Volgende).
9 Selecteer Network Attach (Op netwerk aangesloten) en klik vervolgens op Next (Volgende).
10 Selecteer het printermodel in de lijst en klik op Next (Volgende).
11 Selecteer de juiste printerpoort en klik op Finish (Voltooien) om de installatie te voltooien. In de map
Printers op de computer wordt een printerobject gemaakt.
Klik op Add Port (Poort toevoegen) als uw printerpoort niet in de lijst staat. Voer de vereiste informatie in
om een nieuwe printerpoort te maken. Selecteer de optie om een verbeterde TCP/IP-netwerkpoort te
maken. Andere poortopties zullen u geen volledige functionaliteit bieden.
12 Geef de opdracht om een testpagina af te drukken.
Afdrukken via het netwerk met Mac, UNIX/Linux of NetWare
Raadpleeg de Gebruikershandleiding op de meegeleverde cd Software en documentatie voor meer informatie
over deze ondersteuning.
Meer informatie vindt u op de cd Software en documentatie die bij de printer is geleverd. Start de cd en klik op
View Documentation (Documentatie weergeven).
Help bij transport
Pagina 1 van 1
Help bij transport
Houd u aan de volgende richtlijnen als u de printer verplaatst.
LET OP: houd u aan deze richtlijnen om persoonlijk letsel of schade aan de printer te
voorkomen.
•Schakel de printer altijd uit met de aan-uitschakelaar alvorens het apparaat te verplaatsen.
•Haal de stekker uit het stopcontact voor u het netsnoer van de printer loskoppelt.
•Koppel alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst.
•Verwijder de optionele lade voordat u de printer verplaatst.
Opmerking: Schade aan de printer door onjuist transport valt niet onder de garantie.
De printer en de opties verplaatsen
Als de printer over een ongelijkmatig oppervlak moet worden verplaatst, dient het apparaat te worden opgetild
van deze opties voordat het apparaat wordt verplaatst.
U kunt de printer probleemloos verplaatsen als u de volgende voorzorgsmaatregelen neemt:
•Houd de printer rechtop.
•Als de printer wordt verplaatst op een transportwagentje, moet de gehele onderzijde van de printer worden
ondersteund. Als de opties worden verplaatst op een transportwagentje, moeten de opties volledig worden
ondersteund.
•De printer en opties zijn gevoelig voor schokken. Vermijd deze dus.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.