Lexmark C935 series User Manual [nl]

C935-serie
Gebruikershandleiding
April 2007 www.lexmark.com
Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
© 2007 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Veiligheidsinformatie
Sluit het netsnoer aan op een goed geaard en goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de gebruikersdocumentatie worden
beschreven.
Let op: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer.
Let op: De printer weegt 91,2 kg en er zijn minimaal vier mensen of een aangepast mechanisch hanteersysteem nodig om het apparaat veilig te tillen.
Dit product is ontworpen, getest en goedgekeurd volgens de strenge internationale veiligheidsvoorschriften die van toepassing zijn op het gebruik van specifieke Lexmark onderdelen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zullen niet altijd duidelijk zichtbaar zijn. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van vervangende onderdelen.
Let op: controleer of alle aansluitingen (zoals Ethernet- en telefoonaansluitingen) correct op de aangegeven poorten zijn aangesloten.
Dit product maakt gebruik van een laser.
Let op: Het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in dit document worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Dit product maakt gebruik van een afdrukproces waarbij het afdrukmateriaal wordt verhit. Door de hitte kan het afdrukmateriaal bepaalde stoffen afgeven. Bestudeer het gedeelte in de bedieningsinstructies waarin de richtlijnen voor het selecteren van afdrukmaterialen worden besproken om schadelijke emissies te voorkomen.
Dit symbool geeft aan dat er een heet oppervlak of onderdeel aanwezig is.
Let op: Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
Dit product maakt gebruik van een aardlekschakelaar. Het wordt aanbevolen de aardlekschakelaar maandelijks te controleren.
Let op: Als u geheugenkaarten of optiekaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, dient u eerst de printer uit te zetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en haal de kabels uit de printer.
Let op: Schakel de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u verdergaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en haal de kabels uit de printer.
Let op: Als u een geheugenkaart wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, dient u eerst de printer uit te zetten en het netsnoer uit het stopcontact te halen.
Let op: Als u een flashgeheugenkaart of een firmwarekaart wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, dient u eerst de printer uit te zetten en het netsnoer uit het stopcontact te halen.
Let op: Als u een vaste schijf in de printer wilt installeren nadat u de printer hebt ingesteld, schakelt u de printer uit en haalt u de stekker uit het stopcontact voordat u verdergaat.
Let op: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
Let op: De printer weegt 91,2 kg en er zijn minimaal vier mensen of een aangepast mechanisch hanteersysteem nodig om het apparaat veilig te tillen. Gebruik bij het tillen de handgrepen op de zijkanten van de printer, en pas op dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden als u deze neerzet. Koppel alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst.

Inhoudsopgave

Veiligheidsinformatie.....................................................................................................2
Algemene informatie.....................................................................................................9
Printerconfiguraties..............................................................................................................................9
Informatie over het bedieningspaneel...............................................................................................12
Opties installeren.........................................................................................................14
Interne opties installeren...................................................................................................................14
Beschikbare opties ..................................................................................................................................... 14
Klep van systeemkaart openen voor installatie van interne opties............................................................. 14
Geheugenkaart installeren ......................................................................................................................... 16
Flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren....................................................................................... 17
Vaste schijf van printer installeren..............................................................................................................18
Interne afdrukserver of PIC-kaart installeren.............................................................................................. 20
De systeemkaart terugplaatsen..................................................................................................................22
Kabels aansluiten..............................................................................................................................22
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen............................................................24
Papiersoort en papierformaat instellen..............................................................................................24
Instellingen voor Universal paper (Universeel papier) configureren..................................................24
De laden voor 520 vel vullen.............................................................................................................26
Papier in de laden voor 520 vel plaatsen ................................................................................................... 26
Papier van A5- of Statement-formaat gebruiken ........................................................................................28
Papier plaatsen in de laden voor 867 en 1133 vel............................................................................29
Universeellader gebruiken.................................................................................................................30
Laden koppelen en ontkoppelen.......................................................................................................33
Laden koppelen..........................................................................................................................................33
Laden ontkoppelen.....................................................................................................................................33
Custom Type <x> (Aangepast <x>) -naam toewijzen ................................................................................ 33
Custom Type <x> (Aangepast <x>) -naam wijzigen.........................................................................34
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal..............................................35
Richtlijnen voor papier.......................................................................................................................35
Papierkenmerken .......................................................................................................................................35
Ongeschikt papier....................................................................................................................................... 36
Papier kiezen.............................................................................................................................................. 36
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen................................................................................36
Kringlooppapier gebruiken..........................................................................................................................36
Richtlijnen voor het afdrukken op briefhoofdpapier...........................................................................37
Richtlijnen voor het afdrukken op transparanten...............................................................................38
Richtlijnen voor het afdrukken op enveloppen..................................................................................39
3
Richtlijnen voor het afdrukken op etiketten.......................................................................................39
Richtlijnen voor het afdrukken op karton...........................................................................................40
Papier bewaren.................................................................................................................................40
Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten....................................................................41
Papierformaten die door de printer worden ondersteund...........................................................................41
Door de printer ondersteunde papiersoorten en -gewichten ...................................................................... 42
Door de finisher ondersteunde papiersoorten en -gewichten..................................................................... 42
Ondersteunde afwerkfuncties.....................................................................................................................44
Afdrukken.....................................................................................................................47
Printersoftware installeren.................................................................................................................47
Een document afdrukken vanaf een Windows-computer..................................................................47
Een document afdrukken vanaf een Macintosh-computer................................................................47
Afdrukken van vertrouwelijke taken en andere taken in de wachtrij..................................................47
Afdruktaken in de wachtstand zetten..........................................................................................................47
Vertrouwelijke taken en andere taken in de wachtrij afdrukken via Windows ............................................ 48
Vertrouwelijke taken en andere taken in de wachtrij afdrukken vanaf een Macintosh-computer...............49
Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen..................................................................50
Pagina's met informatie afdrukken....................................................................................................51
Pagina met menu-instellingen afdrukken ...................................................................................................51
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken................................................................................................. 51
Lijst met lettertypevoorbeelden afdrukken.................................................................................................. 52
Directorylijst afdrukken ............................................................................................................................... 52
Testpagina’s voor de afdrukkwaliteit afdrukken.......................................................................................... 52
Een afdruktaak annuleren.................................................................................................................53
Afdruktaken annuleren via het bedieningspaneel....................................................................................... 53
Een afdruktaak annuleren via de taakbalk van Windows........................................................................... 53
Een afdruktaak annuleren via het bureaublad van Windows ..................................................................... 53
Een afdruktaak annuleren via een Macintosh-computer met Mac OS 9 ....................................................53
Een afdruktaak annuleren via een Macintosh-computer met Mac OS X.................................................... 54
Afdrukken in zwart-wit.......................................................................................................................54
Max. snelheid en Max. rendement gebruiken...................................................................................54
Storingen verhelpen....................................................................................................55
Papierstoringen voorkomen...............................................................................................................55
Informatie over storingnummers en -locaties....................................................................................55
200–203: papierstoringen..................................................................................................................57
230–231: papierstoringen..................................................................................................................57
241: papierstoring..............................................................................................................................59
242–244: papierstoringen..................................................................................................................60
250: papierstoring..............................................................................................................................62
280–282: papierstoringen..................................................................................................................63
4
283–284 en 287–288: papierstoringen..............................................................................................64
284–286: papierstoringen..................................................................................................................66
289: nietjes vastgelopen....................................................................................................................67
Printermenu's...............................................................................................................71
Menuoverzicht...................................................................................................................................71
Menu Supplies...................................................................................................................................72
Menu Papier......................................................................................................................................73
Menu Standaardbron.................................................................................................................................. 73
Menu Papierformaat/-soort......................................................................................................................... 73
Configuratie U-lader, menu ........................................................................................................................ 75
Menu Ander formaat................................................................................................................................... 76
Menu Papierstructuur .................................................................................................................................76
Menu Papier plaatsen................................................................................................................................. 77
Menu Aangepaste soorten ......................................................................................................................... 78
Menu Universal-instelling ........................................................................................................................... 79
Lade-instelling, menu .................................................................................................................................79
Menu Rapporten................................................................................................................................80
Menu Rapporten......................................................................................................................................... 80
Menu Instellingen..............................................................................................................................82
Menu Instellingen ....................................................................................................................................... 82
Finishing Menu (Menu Afwerking).............................................................................................................. 86
Menu Kwaliteit ............................................................................................................................................ 89
Menu Extra ................................................................................................................................................. 92
Menu PDF .................................................................................................................................................. 95
Menu PostScript ......................................................................................................................................... 95
Menu PCL Emul ......................................................................................................................................... 96
Menu PPDS................................................................................................................................................ 98
Menu HTML..............................................................................................................................................100
Menu Afbeelding....................................................................................................................................... 101
Menu Beveiliging.............................................................................................................................101
Menu Netwerk/poorten....................................................................................................................102
Menu TCP/IP............................................................................................................................................ 102
Menu IPv6 ................................................................................................................................................103
Menu Draadloos .......................................................................................................................................103
Menu's Standaardnetwerk en Netwerk <x>..............................................................................................104
Menu Standaard-USB en USB <x>.......................................................................................................... 106
Menu Serieel <x> .....................................................................................................................................108
Menu NetWare .........................................................................................................................................111
Menu AppleTalk........................................................................................................................................ 112
Menu LexLink ...........................................................................................................................................112
Menu USB Direct...................................................................................................................................... 113
Menu Help.......................................................................................................................................113
5
Printerberichten.........................................................................................................114
Lijst met statusberichten en foutmeldingen.....................................................................................114
De printer onderhouden............................................................................................129
Buitenkant van de printer reinigen...................................................................................................129
Supplies bewaren............................................................................................................................129
Zuinig omgaan met supplies............................................................................................................129
De status van supplies controleren.................................................................................................130
De status van supplies op het bedieningspaneel controleren ..................................................................130
Pagina met menu-instellingen afdrukken ................................................................................................. 130
De status van supplies controleren vanaf een netwerkcomputer............................................................. 130
Supplies bestellen...........................................................................................................................130
Tonercartridges bestellen.........................................................................................................................130
Fotoconductors bestellen .........................................................................................................................131
Nietjeshouders bestellen ..........................................................................................................................131
Toneroverloopbak bestellen ..................................................................................................................... 131
Supplies vervangen.........................................................................................................................131
Toneroverloopbak vervangen...................................................................................................................131
De lenzen van de printkop reinigen.......................................................................................................... 136
Een fotoconductor vervangen...................................................................................................................141
Een tonercartridge vervangen .................................................................................................................. 143
Het recyclen van Lexmark-producten..............................................................................................145
De printer verplaatsen.....................................................................................................................146
Voordat u de printer verplaatst ................................................................................................................. 146
De printer verplaatsen naar een andere locatie ....................................................................................... 146
De printer op een nieuwe locatie installeren............................................................................................. 146
De printer vervoeren................................................................................................................................. 147
Beheerdersondersteuning........................................................................................148
Helderheid en contrast van het display aanpassen.........................................................................148
Menu's op bedieningspaneel uitschakelen......................................................................................148
Spaarstand aanpassen...................................................................................................................148
Fabrieksinstellingen herstellen........................................................................................................149
Vaste schijf van de printer coderen.................................................................................................149
Menu's op het bedieningspaneel vergrendelen met de Embedded Web Server............................150
De printer helemaal vergrendelen...................................................................................................150
Instellingen voor vertrouwelijke (beveiligde) afdruktaken wijzigen..................................................151
Ondersteuning IPSec......................................................................................................................151
Ondersteuning SNMPv3..................................................................................................................151
802.1x-verificatie gebruiken.............................................................................................................152
Een beheerderswachtwoord maken................................................................................................153
6
Beveiligingsmodus gebruiken..........................................................................................................153
Problemen oplossen..................................................................................................154
Niet-reagerende printer controleren................................................................................................154
Klep A sluit niet goed.......................................................................................................................154
Problemen met afdrukken oplossen................................................................................................155
Meertalige PDF's worden niet afgedrukt .................................................................................................. 155
Display op het bedieningspaneel is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven .................................155
Er wordt een foutbericht over het lezen van het USB-station weergegeven ............................................ 155
Taken worden niet afgedrukt....................................................................................................................155
Vertrouwelijke en andere taken in de wachtrij worden niet afgedrukt ...................................................... 156
Het duurt heel lang voordat de taak is afgedrukt......................................................................................156
Taak wordt afgedrukt vanuit de verkeerde lade of op het verkeerde papier ............................................157
Er worden verkeerde tekens afgedrukt.....................................................................................................157
Laden koppelen lukt niet........................................................................................................................... 157
Grote afdruktaken worden niet gesorteerd............................................................................................... 157
Er komen onverwachte pagina-einden voor.............................................................................................158
Problemen met opties oplossen......................................................................................................158
Optie functioneert niet goed of helemaal niet meer nadat deze is geïnstalleerd...................................... 158
Laders.......................................................................................................................................................158
Finisher.....................................................................................................................................................159
Flashgeheugenkaart................................................................................................................................. 159
Vaste schijf met adapter...........................................................................................................................159
Interne afdrukserver ................................................................................................................................. 159
Geheugenkaart.........................................................................................................................................159
USB-/parallelle interfacekaart...................................................................................................................159
Problemen met de papierinvoer oplossen.......................................................................................160
Papier loopt regelmatig vast..................................................................................................................... 160
De lade van de boekjesmaker verwerkt geen afdruktaken.......................................................................160
Bericht Papier vast blijft staan nadat storing is verholpen ........................................................................160
Nadat de papierstoring is verholpen, wordt de vastgelopen pagina niet opnieuw afgedrukt ................... 161
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen....................................................................................161
Problemen met afdrukkwaliteit opsporen ................................................................................................. 161
lege pagina's ............................................................................................................................................162
Tekens hebben gekartelde of ongelijkmatige randen...............................................................................162
Onvolledige afbeeldingen......................................................................................................................... 162
Donkere strepen....................................................................................................................................... 163
Grijze achtergrond.................................................................................................................................... 163
Onjuiste marges .......................................................................................................................................163
Licht gekleurde streep, witte streep of streep met de verkeerde kleur..................................................... 164
Gekruld papier..........................................................................................................................................164
Onregelmatigheden in de afdruk .............................................................................................................. 164
Afdruk is te donker.................................................................................................................................... 165
Afdruk is te licht ........................................................................................................................................ 165
Herhaalde storingen .................................................................................................................................166
Scheve afdruk...........................................................................................................................................166
7
Volledig gekleurde pagina's...................................................................................................................... 167
Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond....................................... 167
De toner laat los ....................................................................................................................................... 167
Tonervlekjes ............................................................................................................................................. 168
Afdrukkwaliteit van transparant is laag..................................................................................................... 168
Verschillen in afdrukdichtheid................................................................................................................... 168
Problemen met de kleurkwaliteit oplossen......................................................................................169
Veelgestelde vragen over afdrukken in kleur ........................................................................................... 169
Contact opnemen met klantenondersteuning..................................................................................171
Kennisgevingen.........................................................................................................173
Informatie over deze uitgave...........................................................................................................173
Kennisgevingen van Industry Canada.............................................................................................174
Energieverbruik...............................................................................................................................177
Index............................................................................................................................179
8

Algemene informatie

Printerconfiguraties

Alle printermodellen zijn standaard geschikt voor het netwerk.
Basismodel
Standaarduitvoerlade
1
Bedieningspaneel
2
Standaardlade voor 520 vel (lade 1)
3
Universeellader
4
Duplexeenheid
5
Geconfigureerde modellen
Standaarduitvoerlade
1
Bedieningspaneel
2
9
Standaardlade voor 520 vel (lade 1)
3
De hoge-capaciteitslader heeft een capaciteit van 2520 vel en bevat:
4–6
4 - Lade voor 520 vel (lade 2)
5 - Lade voor 867 vel (lade 3)
6 - Lade voor 1133 vel (lade 4)
Universeellader
7
Duplexeenheid
8
Standaarduitvoerlade
1
Bedieningspaneel
2
Standaardlade voor 520 vel (lade 1)
3
De tandemlade heeft een capaciteit van 1560 vel en bevat:
4-6
4 - Lade voor 520 vel (lade 2)
5 - Lade voor 520 vel (lade 3)
6 - Lade voor 520 vel (lade 4)
Universeellader
7
Duplexeenheid
8
10
Volledig geconfigureerd model
Horizontale transporteenheid
1
Bedieningspaneel
2
Finisher
3
Standaarduitvoerlade finisher
4
Finisherlade 1
5
Finisherlade 2 (boekjesmaker)
6
Standaardlade voor 520 vel (lade 1)
7
De hoge-capaciteitslader bevat:
8–10
8 - Lade voor 520 vel (lade 2)
9 - Lade voor 867 vel (lade 3)
10 - Lade voor 1133 vel (lade 4)
Universeellader
11
Duplexeenheid
12
Opmerking: De bovenstaande finisher is de finisher voor boekjes. De standaardfinisher is niet weergegeven.
11

Informatie over het bedieningspaneel

Onderdeel Beschrijving
Display Geeft berichten en afbeeldingen weer met betrekking tot de status van de printer.
1
Indicatielampje Geeft de printerstatus aan:
2
Uit - de voeding is uitgeschakeld.
Knippert groen - de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van
gegevens of met afdrukken.
Brandt groen - de printer staat aan, maar is niet actief.
Brandt rood - ingrijpen van gebruiker is vereist.
Toetsenblok Hiermee voert u getallen of symbolen in op het display.
3
Navigatieknoppen Druk op of om door menulijsten te bladeren.
4
Druk op nieuw scherm.
of om door waarden te bladeren of door tekst die doorloopt in een
Selecteren Druk op om een actie te starten voor een menu-item.
5
Stop Hiermee wordt elke activiteit van de printer gestopt.
6
Er wordt een lijst met opties weergegeven op het moment dat Gestopt op het display verschijnt.
Menu Hiermee wordt het menuoverzicht geopend.
7
Opmerking: De menu's zijn alleen beschikbaar als de printer in de stand Gereed
staat.
USB Direct-interface Gebruik deze poort om een apparaat met USB-flashgeheugen aan te sluiten op de
8
printer. U kunt afdrukken vanaf het aangesloten apparaat.
12
Onderdeel Beschrijving
Terug Hiermee keert het display terug naar het vorige scherm.
9
13

Opties installeren

Interne opties installeren

Let op: Als u geheugenkaarten of optiekaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt,
dient u eerst de printer uit te zetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en haal de kabels uit de printer.
U kunt de aansluitingsmogelijkheden en de geheugencapaciteit van de printer aanpassen door optionele kaarten toe te voegen. Volg de instructies in dit gedeelte om de beschikbare kaarten te installeren; de instructies geven tevens aan waar de kaarten zich bevinden en hoe u ze kunt verwijderen.

Beschikbare opties

Geheugenkaarten
Printergeheugen
Flashgeheugen
Lettertypen
Firmwarekaarten
Barcode en formulieren
IPDS en SCS/TNe
PrintCryption
VOORSCHRIFT
TM
Andere interne opties
Vaste printerschijf
RS-232 seriële interfacekaart
Parallelle 1284-B-interfacekaart
Interne afdrukservers uit de MarkNet
TM
N8000-serie

Klep van systeemkaart openen voor installatie van interne opties

Let op: Schakel de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u verdergaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en haal de kabels uit de printer.
14
Opmerking: Hiervoor hebt u een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig.
1 Verwijder de klep en de systeemkaart.
a Draai de schroeven van de klep tegen de klok in en verwijder ze.
b Trek de klep en systeemkaart voorzichtig uit de printer en verwijder ze.
2 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste connector te vinden is.
Waarschuwing: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit
gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
15
Connectoren voor geheugen- en flashgeheugenkaart
1
Connector voor geheugenkaart
2
Connector voor interne afdrukserver
3
Connector voor vaste schijf
4

Geheugenkaart installeren

Let op: Als u een geheugenkaart wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, dient u eerst de printer uit te zetten en het netsnoer uit het stopcontact te halen.
Waarschuwing: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
Een optionele geheugenkaart kan afzonderlijk worden aangeschaft en op de systeemkaart worden bevestigd. U installeert de geheugenkaart als volgt:
1 Open de toegangsklep van de systeemkaart.
2 Pak de geheugenkaart uit.
Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
3 Open de vergrendelingen van de connector voor de geheugenkaart.
16
4 Breng de uitsparingen op de geheugenkaart op één lijn met de ribbels op de connector.
Uitsparingen
1
Ribbels
2
5 Duw de geheugenkaart recht in de connector totdat de kaart vastklikt.
6 Installeer de systeemkaart opnieuw.

Flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren

De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van elk kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
Let op: Als u een flashgeheugenkaart of een firmwarekaart wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, dient u eerst de printer uit te zetten en het netsnoer uit het stopcontact te halen.
Waarschuwing: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
1 Open de toegangsklep van de systeemkaart.
2 Pak de kaart uit.
Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen
in de systeemkaart.
17
Plastic pinnen
1
Metalen pinnen
2
4 Druk de kaart stevig op zijn plaats.
Opmerkingen:
De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart.
Let erop dat de connectoren niet beschadigd raken.
5 Installeer de systeemkaart opnieuw.

Vaste schijf van printer installeren

Let op: Als u een vaste schijf in de printer wilt installeren nadat u de printer hebt ingesteld, schakelt u de printer uit en haalt u de stekker uit het stopcontact voordat u verdergaat.
Waarschuwing: Vaste schijven en de elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een vaste schijf, of de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
18
Opmerking: U hebt een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig om de vaste schijf te bevestigen op de
montageplaat.
1 Open de toegangsklep van de systeemkaart.
2 Haal de montageplaat, de vaste schijf, de lintkabel en de bevestigingsschroeven uit de verpakking.
3 Sluit de lintkabel aan op de vaste schijf.
4 Bevestig de montageplaat met de schroeven aan de vaste schijf.
19
5 Druk de aansluiting op de lintkabel in de aansluiting voor de vaste schijf op de systeemkaart.
6 Draai de vaste schijf om en druk de drie staafjes op de montageplaat in de gaatjes in de systeemkaart. De vaste
schijf klikt vast.
7 Installeer de systeemkaart opnieuw.

Interne afdrukserver of PIC-kaart installeren

Let op: Schakel de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u verdergaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en haal de kabels uit de printer.
Waarschuwing: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
Opmerking: U hebt kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig om een interne afdrukserver of een PIC-kaart (Port Interface Card) te installeren.
20
Met een interne afdrukserver kunt u een verbinding maken tussen de printer en het lokale netwerk (LAN). Met een optionele PIC-kaart kunt u de mogelijkheden waarmee de printer verbinding kan maken met een computer of externe afdrukserver, uitbreiden.
1 Open de toegangsklep van de systeemkaart.
2 Pak de interne afdrukserver of de PIC-kaart uit.
3 Verwijder de metalen plaat op de systeemkaartlade die de connectorsleuf afdekt en bewaar de metalen plaat.
4 Breng de connector op de interne afdrukserver of PIC-kaart op één lijn met de connector op de systeemkaart.
Opmerking: De kabelconnectoren aan de zijkant van de optionele kaart moeten door de opening van de
frontplaat passen.
5 Druk de interne afdrukserver of PIC-kaart stevig in de connector op de systeemkaart.
6 Plaats een schroef in de opening aan de rechterkant van de connectorsleuf. Draai de schroef goed aan om de
kaart op de systeemkaarthouder vast te zetten.
7 Installeer de systeemkaart opnieuw.
21

De systeemkaart terugplaatsen

Waarschuwing: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
Opmerking: Hiervoor hebt u een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig.
1 Plaats de systeemkaart voorzichtig in de printer.
2 Plaats de schroeven van de klep terug en draai ze naar rechts.
3 Draai de schroeven goed aan.

Kabels aansluiten

Sluit de printer aan op de computer met een USB-kabel of een ethernetkabel. Voor een USB-poort is een USB-kabel vereist. Zorg ervoor dat het USB-symbool op de kabel overeenkomt met het USB-symbool op de printer. Kies de juiste ethernetkabel voor de ethernetpoort.
22
USB-poort
1
Ethernetpoort
2
23

Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de laden voor 520, 867 en 1133 vel en de universeellader moet vullen. Hierin vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden.

Papiersoort en papierformaat instellen

De instelling Papierformaat wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, behalve de universeellader. U dient de instelling Papierformaat voor de universeellader handmatig in te stellen. De instelling Papierformaat staat standaard ingesteld op Normaal papier. U dient de instelling Papierformaat handmatig in te stellen voor alle laden waarin geen normaal papier is geplaatst.
1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven.
2 Druk op het bedieningspaneel op .
3 Druk herhaaldelijk op totdat Menu Papier wordt weergegeven en druk vervolgens op .
4 Druk herhaaldelijk op totdat Papierformaat/-soort wordt weergegeven en druk vervolgens op .
5 Druk herhaaldelijk op tot de juiste lade wordt weergegeven, en druk vervolgens op .
6 Druk herhaaldelijk op tot wordt weergegeven naast het juiste formaat, en druk vervolgens op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling voor de papiersoort wordt weergegeven en druk
vervolgens op Selectie indienen... wordt weergegeven.
.

Instellingen voor Universal paper (Universeel papier) configureren

Universal Paper Size (Universeel papierformaat) is een door de gebruiker gedefinieerde instelling waarmee u kunt afdrukken op papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's. Stel Paper Size (Papierformaat) voor de betreffende lade in op Universal (Universeel) als het gewenste formaat niet beschikbaar is in het menu Paper Size (Papierformaat). Geef vervolgens alle onderstaande instellingen voor Universal size (Universeel formaat) voor uw papier op:
Units of measure (Maateenheden, d.w.z. inches of millimeters)
Portrait Height (Hoogte staand) en Portrait Width (Breedte staand)
Invoerrichting
Opmerking: Het kleinste ondersteunde universele formaat is 100 x 148 mm (3,9 x 5,8 inch); het grootste is
305 x 483 mm (11,7 x 19 inch).
Een maateenheid opgeven
1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Ready (Gereed) wordt weergegeven.
2 Druk op het bedieningspaneel op .
3 Druk herhaaldelijk op totdat Paper Menu (Menu Papier) verschijnt en druk vervolgens op .
24
4 Druk herhaaldelijk op totdat Universal Setup (Universal-instelling) verschijnt en druk vervolgens
op
.
5 Druk herhaaldelijk op totdat Units of Measure (Maateenheden) verschijnt en druk vervolgens op .
6 Druk herhaaldelijk op totdat naast de juiste maateenheid verschijnt en druk vervolgens op .
Submitting Selection (Selectie verzenden...) verschijnt, gevolgd door het menu Universal Setup (Universal-instelling).
De hoogte en breedte van het papier opgeven
Als u specifiek de hoogte- en breedteafmetingen van staand papier voor Universal paper size (Universeel papierformaat) opgeeft, kan de printer dit formaat ondersteunen. Dan worden ook standaardfuncties zoals dubbelzijdig afdrukken en het afdrukken van meerdere pagina's op één vel ondersteund.
1 Druk vanuit het menu Universal Setup (Universal-instelling) herhaaldelijk op totdat Portrait Width
(Breedte staand) of Portrait Height (Hoogte staand) verschijnt en druk vervolgens op
Opmerking: Selecteer Portrait Height (Hoogte staand) om de instelling van de papierhoogte aan te passen, of Paper Width (Papierbreedte) om de instelling van de papierbreedte aan te passen.
2 Druk op om een lagere instelling te kiezen, of op om een hogere instelling te kiezen, en druk vervolgens
.
op Submitting Selection (Selectie verzenden...) verschijnt, gevolgd door het menu Universal Setup
(Universal-instelling).
.
Een invoerrichting opgeven
Short Edge (Korte zijde) is de standaardinstelling van de invoerrichting bij de instellingen voor Universal paper (Universeel papier). Het menu Feed Direction (Invoerrichting) verschijnt niet vanuit het menu Universal Setup (Universal-instelling), tenzij Long Edge (Lange zijde) als instelling beschikbaar is. Geef indien nodig op of het papier eerst met de korte of de lange zijde in de printer komt.
1 Druk vanuit het menu Universal Setup (Universal-instelling) herhaaldelijk op totdat Feed Direction
(Invoerrichting) verschijnt en druk vervolgens op
2 Druk herhaaldelijk op totdat naast de juiste invoerrichting verschijnt en druk vervolgens op .
Submitting Selection (Selectie verzenden...) wordt weergegeven.
.
25

De laden voor 520 vel vullen

De instelling voor automatische formaatdetectie is alleen beschikbaar voor de papierformaten A5 en Statement.

Papier in de laden voor 520 vel plaatsen

De printer heeft een standaardlade voor 520 vel (lade 1). Er kunnen nog een of meer optionele laden voor 520 vel zijn. Alle laden voor 520 vel ondersteunen dezelfde papierformaten en -soorten. Het papier kan zowel met de lange als met de korte zijde naar voren in de laden worden geplaatst.
1 Pak de handgreep en trek de lade naar buiten.
2 Druk de breedtegeleiders samen, zoals in de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de breedtegeleider naar
de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen.
26
3 Druk de lengtegeleider naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de
juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst.
Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.
4 Buig de vellen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk
het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond.
5 Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven. Plaats het papier met de lange of met de
korte zijde naar voren, zoals te zien op de afbeelding hieronder:
Opmerkingen:
Plaats formaten groter dan A4 met de korte zijde naar voren.
Papier moet met de korte zijde naar voren worden geplaatst als u boekjes wilt maken en de optionele finisher
voor boekjes is geïnstalleerd.
Afdrukstand Lange zijde
Afdrukstand Korte zijde
6 Zorg ervoor dat de papiergeleiders goed tegen de zijkant van het papier zitten.
27
7 Lijn de lade uit en plaats deze weer terug.
8 Bij het plaatsen van een ander soort papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort voor de lade via het
bedieningspaneel worden gewijzigd.

Papier van A5- of Statement-formaat gebruiken

De printerladen kunnen geen onderscheid maken tussen papier van A5- (148 x 210 mm) en Statement-formaat (140 x 216 mm) als de laden zijn gevuld met beide soorten papier. Geef in het menu voor automatische formaatdetectie op welk papierformaat de printer moet detecteren. Plaats papier van A5- of Statement-formaat in de papierladen, maar niet allebei.
Opmerking: De universeellader maakt geen gebruik van automatische formaatdetectie en ondersteunt afdruktaken op papier van A5- en Statement-formaat. De instelling voor automatische formaatdetectie heeft geen gevolgen voor de instellingen van de universeellader.
1 Plaats papier van A5- of Statement-formaat in een papierlade.
2 Zorg dat de printer is uitgeschakeld.
3 Houd op het bedieningspaneel en ingedrukt terwijl u de printer aanzet.
4 Laat beide knoppen weer los als Performing Self Test (Zelftest wordt uitgevoerd) wordt weergegeven.
De printer voert de opstartcyclus uit, waarna MENU CONFIG (MENU CONFIGURATIE) wordt weergegeven.
5 Druk herhaaldelijk op totdat de optie voor SIZE SENSING (FORMAATDETECTIE) wordt weergegeven
en druk vervolgens op
.
6 Druk herhaaldelijk op totdat wordt weergegeven naast de lade waarin u het papier hebt geplaatst en druk
vervolgens op
.
7 Druk herhaaldelijk op totdat Auto (Automatisch) wordt weergegeven en druk vervolgens op .
Het menu Statement/A5 wordt weergegeven.
8 Druk herhaaldelijk op totdat wordt weergegeven naast Sense Statement (Statement detecteren) of
Sense A5 (A5 detecteren) en druk vervolgens op
Submitting Selection (Selectie verzenden...) wordt weergegeven.
.
9 Druk op totdat Exit Config Menu (Menu Configuratie afsluiten) wordt weergegeven, en druk vervolgens
op
.
De printer voert de opstartcyclus uit, waarna Ready (Gereed) wordt weergegeven.
28

Papier plaatsen in de laden voor 867 en 1133 vel

Hoewel de laden voor 867 en voor 1133 vel er verschillend uitzien, zijn ze geschikt voor dezelfde papierformaten en -soorten en kunt u het papier er op dezelfde manier in plaatsen. Ga als volgt te werk om papier in een van de laden te plaatsen:
1 Pak de handgreep en open de lade.
2 Druk de lengtegeleider naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de
juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst.
3 Buig de vellen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk
het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond.
29
4 Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven.
5 Zorg ervoor dat de papiergeleiders goed tegen de zijkant van het papier zitten.
6 Schuif de lade volledig in de printer.
7 Bij het plaatsen van een ander soort papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort voor de lade via het
bedieningspaneel worden gewijzigd.

Universeellader gebruiken

Papiergeleiders
1
Formaatindicatoren
2
Stapelhoogte-indicator
3
30
Loading...
+ 154 hidden pages