De volgende alinea is niet van toepassing in landen en regio's waar dergelijke bepalingen in strijd zijn
met de lokale wetgeving:
WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET , NOCH
EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In bepaalde rechtsgebieden is
afwijzing van expliciete of impliciete garanties in bepaalde transacties niet toegestaan; het is daarom mogelijk
dat deze verklaring niet op u van toepassing is.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie
wordt regelmatig herzien; wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of
programma's die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd.
Opmerkingen kunnen worden gestuurd aan Lexmark International, Inc, Department F95/032-2, 740 West New
Circle Road, Lexington, Kentucky 40550, Verenigde Staten. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt u
eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe
House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark behoudt zich het recht voor de door u verstrekte
informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder hiermee enige verplichting op zich te
nemen tegenover u. Extra exemplaren van aan dit product gerelateerde publicaties kunnen worden verkregen
door vanuit de Verenigde Staten of Canada te bellen naar 1-800-553-9727. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en
Ierland belt u 0628-481500. Neem in andere landen/regio's contact op met de leverancier.
Wanneer in deze publicatie wordt verwezen naar producten, programma's of diensten, impliceert dit niet dat de
producent het voornemen heeft deze beschikbaar te stellen in alle landen waarin de producent actief is. Geen
enkele verwijzing naar een product, programma of dienst moet worden opgevat als een verklaring of suggestie
dat alleen dat product, dat programma of die dienst mag worden gebruikt. Het staat u vrij functioneel
gelijkwaardige producten, programma's of diensten te gebruiken, mits die geen inbreuk maken op enig
bestaand intellectueel eigendomsrecht. Het beoordelen en controleren van de werking in combinatie met
andere producten, programma’s of diensten, met uitzondering van die producten, programma’s of diensten die
uitdrukkelijk door de producent worden genoemd, behoort tot de verantwoordelijkheden van de gebruiker.
LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT
This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial computer
software and documentation developed exclusively at private expense.
Contact opnemen met serviceafdeling ............................................................. 200
Index ................................................................................................ 203
v
Kennisgevingen
Handelsmerken
Lexmark, Lexmark met het diamantlogo, FontVision en MarkVision zijn als handelsmerken van
Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
ImageQuick en OptraImage zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc.
Operation ReSource is een onderhoudsmerk van Lexmark International, Inc.
PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-P ac ka rd Company. PCL is een aanduiding van
Hewlett-Packard Company voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en -functies in haar
producten. Deze printer is ontworpen om ondersteuning te bieden voor de PCL-taal. De printer
herkent PCL-opdrachten die in diverse toepassingen worden gebruikt en emuleert de functies die
met deze opdrachten corresponderen.
PostScript
aanduiding van Adobe Systems voor een verzameling printeropdrachten (printer taal) en -functies in
softwareproducten van Adobe Systems. Dez e printer is compatibel met de P ostScript 3-taal. De
printer herkent PostScript 3-opdrachten die in div erse toepassingen w orden gebruikt en emuleert de
functies die met deze opdrachten corresponderen.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. PostScript 3 is een
Raadpleeg de Technical Reference voor meer informatie over compatibiliteit.
De volgende termen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van deze bedrijven:
AlbertusThe Monotype Corporation plc
Antique OliveMonsieur Marcel OLIVE
Apple-ChanceryApple Computer, Inc.
ArialThe Monotype Corporation plc
CandidAgfa Corporation
CG OmegaProduct van Agfa Corporation
CG TimesGebaseerd op Times New Roman onder licentie
ChicagoApple Computer, Inc.
ClarendonLinotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
EurostileNebiolo
GenevaApple Computer, Inc.
GillSansThe Monotype Corporation plc
van The Monotype Corporation plc, product van
Agfa Corporation
Handelsmerken
1
HelveticaLinotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
HoeflerJonathan Hoefler Type Foundry
ITC Avant Garde
Chancery
JoannaThe Monotype Corporation plc
MarigoldArthur Baker
MonacoApple Computer, Inc.
New YorkApple Computer, Inc.
OxfordArthur Baker
PalatinoLinotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
Stempel
Garamond
TaffyAgfa Corporation
Times New
Roman
International Typeface Corporation
International Typeface Corporation
Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
The Monotype Corporation plc
TrueTypeApple Computer, Inc.
UniversLinotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
WingdingsMicrosoft Corporation
Overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
Kennisgeving over licentie
De residente software van de printer bestaat uit de volgende onderdelen:
•software die door Lexmark is ontwikkeld en waarvan Lexmark het auteursrecht bezit;
•door Lexmark aangepaste software w aarvoor e en licentie is v erstrekt conform de bepalingen
van de GNU General Public License, versie 2 en de GNU Lesser General Public License,
versie 2.1;
•software waarvoor een licentie is verstrekt conform de bepalingen in de BSD-licentie
en-garantieverklaringen.
De door Lexmark aangepaste GNU-gelicentieerde software is gratis. Dit betekent dat u de software
mag herdistribueren en/of aanpassen binnen het kader van de licenties waarnaar hierboven wordt
verwezen. Aan deze licenties kunt u geen enkel recht ontlenen ten aanzien van de auteursrechtelijk
beschermde Lexmark software in deze printer.
Kennisgeving over licentie
2
Aangezien de door GNU in licentie gegeven software waarop de Lexmark aanpassingen zijn
gebaseerd, expliciet zonder garantie wordt gelever d, wordt ook de door Lexmark aangepaste versie
zonder garantie gele verd. Raadpleeg voor meer informatie de verklaringen over beperkte garantie in
de genoemde licenties.
De broncodebestanden voor de door Lexm ark aangepaste en door GNU in licentie gegeven software
kunt u ophalen door de cd Drivers die bij de printer wordt geleverd te starten en op Contact Lexmark
te klikken.
Waarschuwingen en veiligheidsadviezen
LET OP: Tekst die volgt op dit kopje geeft een gevaarlijke situatie aan die tot persoonlijk
letsel kan leiden.
Waarschuwing: Een waarschuwing geeft iets aan waardoor de printerhardware of -software
beschadigd kan raken.
Veiligheidsinformatie
•Sluit het netsnoer aan op een goed geaard stopcontact in de buurt van het product, dat
gemakkelijk bereikbaar is.
•Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden die niet zijn beschreven in de
bedieningsinstructies, dienen alleen te worden uitgevoerd door een professionele
onderhoudsmonteur .
•Dit product is met specifieke Lexmark onderdelen ontwikkeld, getest en goedgekeurd op
basis van strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van
bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het
gebruik van andere, ve rvangende onderdelen.
LET OP: Fax nooit tijdens onweer.
LET OP: Installeer dit product niet en sluit er geen elektrische snoeren of kabels (zoals het
netsnoer of een telefoonkabel) op aan tijdens onweer.
Infor m atie over ele ktronische emissie
Verklaring van de Federal Communications Commission (FCC)
Uit tests is gebleken dat deze printer v oldoet aan de normen voor een digitaal apparaat v an klasse A,
conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Voor wat betreft de bediening, moet het apparaat
voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken en (2) dit apparaat moet bestand zijn tegen ev en tuele interferentie die wordt
veroorzaakt door andere apparatuur, inclusief interferentie die kan leiden tot ongewenst
functioneren.
Waarschuwingen en veiligheidsa dviezen
3
De FCC-normen voor apparaten van klasse A zijn ontworpen om een redelijke bescherming te
bieden tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt
gebruikt. Dit apparaat genereert en gebruikt radiogolven en kan radiogolven uitzenden die, bij
installatie en gebruik anders dan in de instructiehandleiding is aangegeven, commun ica tie via
radiogolven kunnen v er storen. Als dit apparaat in een woonwijk wordt gebruikt, is de kans groot dat
het schadelijke interferentie veroorzaakt. In dat geval moet de gebruiker op eigen kosten
maatregelen nemen om deze interferentie op te heffen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor interf erentie in de ontvangst van radio of televisie die wordt
veroorzaakt door het gebruik van een andere dan de aanbevolen kabel of door ongeoorloofde
wijzigingen of modificaties aan het apparaat. Ongeoorloofde wijzigingen of modificaties aan het
apparaat kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet meer gerechtigd is het apparaat te gebruiken.
Opmerking: V oor een digitaal apparaat van klasse A is het gebruik van een goed afgeschermde
en geaarde kabel noodzakelijk om te voldoen aan de FCC-voorschriften met
betrekking tot elektromagnetische interferentie. Het gebruik van een verv angende
kabel die niet op de juiste wijze is afgeschermd en geaard, kan leiden tot een
overtreding van de FCC-voorschriften.
Industry Canada Compliance Statement
This Class A digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing
Equipment Regulations.
Avis de conformité aux normes d'Industrie Canada
Cet appareil numérique de la classe A respecte toutes les exigences du Règlement sur le matériel
brouilleur du Canada.
Voorschriften van de Europese Gemeenschap (EG)
Dit product voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van richtlijnen 89/336/EEC en 72/23/EEC van de
Commissie van de Europese Gemeenschap aangaande de onderlinge aanpassing van de wetten in
de lidstaten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit en de veiligheid van elektrische
apparaten die zijn ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik.
De Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A. in Boigny , F rank rijk,
heeft een verklaring ondertekend waarin staat dat het product voldoet aan de veiligheidseisen van
de EG-richtlijnen.
Dit product voldoet aan de eisen van EN55022 met betrekking tot klasse A-producten en de
veiligheidsvoorschriften van EN 60950.
Waarschuwing: Dit is een klasse A-product. In een thuisomgeving kan dit product radiostoring
veroorzaken. In dit ge val moet de gebruiker mogelijk passende maatregelen
nemen.
Informatie over elektronische emissie
4
Japanese VCCI notice
The United Kingdom Telecommunications Act 1984
This apparatus is approved under the approval number NS/G/1234/J/100003 for the indirect
connections to the public telecommunications systems in the United Kingdom.
Geluidsniveaus
De volgende maatregelen zijn genomen overeenkomstig ISO 7779 en zijn gerapporteerd conform
ISO 9296.
Afdrukken58 dBA
Inactief48 dBA
Energ y Star
Het programma EPA ENERGY STAR voor kantoorapparatuur is een samenwerkingsverband van
computerfabrikanten met als doelstelling het bevorderen v an het gebruik va n energiebesparende
producten en het beperken van luchtvervuiling die wordt veroorzaakt door het opwekken van
energie.
Ondernemingen die aan dit programma deelnemen, leveren personal computers, printers, monitors
of faxapparaten die worden uitgeschakeld wanneer ze niet in gebruik zijn. Hierdoor wordt het
energieverbruik van de appar atuur met maximaal 50 procent teruggebracht. Lexm ark is een
enthousiast deelnemer aan dit programma.
Lexmark International, Inc. heeft als ENERGY STAR Partner vastgesteld dat dit product voldoet aan
de ENERGY STAR-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.
Geluidsniveaus
5
1
Printero verzic ht
In de volgende afbeeldingen ziet u een standaardconfiguratie van het model en een volledig
geconfigureerde netwerkprinter (zonder de optionele finisher voor nieten en perforatie). Als u opties
voor papierverwerking hebt geïnstalleerd, lijkt uw printer meer op het volledig geconfigureerde
model. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor informatie over andere mogelijke configuraties.
Standaardconfiguratie
De printer is een netwerkkleurenprinter die gebruikmaakt van elektrografische technologie waarmee
afbeeldingen, grafische voorstellingen in presentaties, lijnpatronen en tekst van hoge kwaliteit
kunnen worden afgedrukt. De printer is door zijn snelheid (tot 28 pagina's per minuut bij afdrukken in
vier kleuren en zwart-wit) de ideale oplossing voor zakelijk gebruik waar de prestaties van groot
belang zijn.
Volledige configuratie
Door het flexibele ontwerp voorziet de printer in vele afdrukbehoeften. Zo kunt u met de instelling van
de “tonerzwarting” toner besparen, wanneer de hoogste afdrukkwaliteit niet nodig is. Ook kunt u de
afgedrukte kleuren zo aanpassen dat deze de kleuren op uw beeldscherm beter weergeven.
Dankzij de verschillende aansluitmogelijkheden kunt u de printer uitstekend gebruiken in elke
systeemomgeving. U kunt een interne adapter installeren ter ondersteuning van
netwerkconfiguraties waarvoor Ethernet-, Token-Ring-, LocalTalk-, infrarood-, seriële of aanvullende
parallelle poorten nodig zijn. Op de optionele seriële poort kunt u zelfs een klasse 1-faxmodem
aansluiten zodat u faxen rechtstreeks op de printer kunt ontvangen.
Printeroverzicht
6
Printeroverzicht
De printer biedt tevens een grote flexibiliteit op het gebied van papierverwerking. De printer
ondersteunt een groot scala aan papierformaten, van A5 tot A3, Banner (297 x 914 mm) en
304 x 457 mm, en is voorzien van een universeellader waarmee eenvoudig op enveloppen,
transparanten, etiketten, karton, glossy papier en papier van afwijkend formaat kan worden
afgedrukt. U kunt maximaal drie optionele laders toev oegen, waardoor de totale papiercapaciteit kan
worden uitgebreid tot 2300 vel. Door de optionele hoge-capaciteitslader toe te voegen, breidt u de
totale papiercapaciteit zelfs uit tot 5300 vel. Voor professionele gebruikers is een finisher
beschikbaar waarmee uitvoer onder meer kan worden geniet en geperforeerd.
Afdruksnelheid
Bij afdruktaken in vier kleuren en monochrome afdruktaken (alleen zwart) is de afdruksnelheid
maximaal 28 ppm (pagina's per minuut). Bij alle printers is de afdruksnelheid afhankelijk van de
specifieke kenmerken van de taak, zoals de omvang van de opgemaakte pagina, het aantal
lettertypen, het aantal en de complexiteit van afbeeldingen en grafische voorstellingen, enzovoort.
Ook kan het afdrukken, afhankelijk van de door u gekozen printerinstellingen, worden vertraagd als
de afdruktaken bestaan uit een combinatie van afdrukken in kleur en in zwart-wit.
Geheugen
De printer wordt geleverd met een geheugen van ten minste 128 MB. Kleurafdrukken k unnen
hierdoor snel en efficiënt worden verwerkt. (Een aantal netwerkmodellen en andere modellen wordt
met meer geheugen gelever d.)
U kunt een optionele vaste schijf installeren voor het opslaan van geladen bronnen en statistieken,
en voor het spoolen of sorteren van afdruktaken. Bronnen die in het flashgeheugen of op schijf zijn
opgeslagen, blijven in het geheugen aanwezig zelfs nadat de printer is uitgeschakeld en opnieuw is
ingeschakeld.
Lexmark is bekend met het feit dat er andere leveranciers zijn die geheugenvoorzieningen voor
Lexmark producten leveren. Lexmark raadt het gebruik van geheugenvoor zieningen van derden af
en test of ondersteunt deze voorzieningen niet. Wij kunnen de betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en
compatibiliteit van dergelijke voorzieningen niet garanderen. Schade aan een Lexmark product die
wordt veroorzaakt door geheugen van derden, valt niet onder de garantie op het product. Voor de
ondersteuning en service van Lexmark producten kan worden geëist dat alle voorzieningen van
derden worden verwijderd.
Papierverwerking
De printer is uitgerust met een papierlader voor 550 vel en een universeellader. (Een aantal
printermodellen wordt geleverd met een tweede lader v oor 550 v el.) U kunt in de univ erseellader een
stapel enveloppen, tr anspar anten, etik etten, karton, glossy papier of zwaardere papiersoorten laden
voor afdruktaken die uit meerdere pagina's bestaan. U kunt de capaciteit voor papierinvoer
uitbreiden door drie optionele laders, elk met een capaciteit van 550 vel, en één optionele hogecapaciteitslader voor 3000 vel te installeren.
Afdruksnelheid
7
2
Afdrukken
Dit gedeelte van de handleiding bevat informatie over het bedieningspaneel, het wijzigen van
printerinstellingen en over de menu's van het bedieningspaneel.
U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen in de toepassing waarmee u werkt of in het
printerstuurprogramma. Instellingen die u wijzigt in de toepassing of in het printerstuurprogramma,
zijn alleen van toepassing op de afdruktaak die u voorbereidt.
Als u in een toepassing printerinstellingen wijzigt, schakelt u daarmee de instellingen uit die met het
bedieningspaneel zijn gekozen.
Als u een bepaalde instelling niet in een toepassing kunt wijzigen, kunt u hiervoor het
bedieningspaneel van de printer of het bedieningspaneel op afstand van MarkVision™ Professional
gebruiken. Printerinstellingen die u met het bedieningspaneel of in MarkVision Professional wijzigt,
worden automatisch de standaardinstellingen van de gebruiker . Raadpleeg de cd Drivers voor
informatie over MarkVision Professional.
Afdrukken
8
Afdrukken
Informatie over het bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel van de printer bevindt zich een LCD (liquid crystal display) waarop twee
regels tekst van maximaal 16 tekens k unnen worden weergegeven. Daarnaast bevinden zich op het
bedieningspaneel vijf knoppen en een indicatorlampje.
Gereed
LCD
1
Indicatorlampje
Menu
Start
2
5
Selecteren
3
Terug
Stop
4
6
Indicatorlampje
Het indicatorlampje geeft informatie over de status van de printer. Status van het lampje:
•Uit - de printer staat uit
•Aan - de printer staat aan, maar is niet actief
•Knippert - de printer staat aan en is bezig met een afdruktaak
Knoppen van het bedieningspaneel
Met de vijf knoppen op het bedieningspaneel kunt u menu's openen, door een lijst met waarden
schuiven, printerinstellingen wijzigen en reageren op printerberichten.
Naast de knoppen ziet u de getallen 1 tot en met 6. Hiermee kunt u PIN-codes invo eren v oor afdruken wachtstandtaken. Zie Afdruk- en wachtstandtaken voor meer informatie.
Informatie over het bedieningspaneel
9
Afdrukken
Hieronder wordt de functie van elke knop beschreven.
Opmerking: De knoppen zijn van invloed op de inf ormatie die wordt weergegeven op de tweede
regel van de display.
Start
Menu
Selecteren
Met de knop
• terugkeren naar de w e rkstand
wordt niet weergegeven op de display);
• printermenu's afsluiten en de printer terugzetten in de werkstand
• foutberichten op het bedieningspaneel wissen.
Als u printerinstellingen hebt gewijzigd met de menu's van het bedieningspaneel,
drukt u op Start (Go) voordat u een afdruktaak verzendt. Afdruktaken kunnen
alleen worden uitgevoerd als op de printer de melding
De knop bestaat uit twee delen die elk een eigen functie hebben. Druk op
• de printer off line te zetten als het bericht
werkstand
• naar het menu
• als de printer off line is met
•met <
Voor menu-items met numerieke waarden, zoals
ingedrukt om door de waarden te schuiven. Laat de knop los zodra het gewenste
getal wordt weergegeven.
Druk op
• Het menu selecteren dat wordt weergegeven op de tweede regel van de display.
• Het menu wordt geopend en het eerste menu-item wordt weergegeven.
• Het menu wordt geopend en de standaardinstelling wordt weergegeven.
• Het weergegeven menu-item wordt opgeslagen als standaardinstelling. Op de
• Bepaalde berichten worden gewist van de display op het bedieningspaneel.
Menu
Selecteren
Afhankelijk van het type menu heeft deze actie een van de volgende resultaten:
display van de printer wordt kort het bericht Opgeslagen weergegeven.
Vervolgens wordt het menu-item opnieuw weerge geven.
(Go) kunt u:
Start
Gereed
Gereed
naar het vorige item in de menu's te gaan.
op te heffen) en door de menu's te schuiven;
te gaan als het bericht
T aak
Menu
(Select) als u het volgende wilt doen:
als de printer off line is (het bericht Gereed
Gereed
> door de menu's te schuiven;
wordt weergegeven (de
wordt weergegeven;
Bezig
Exemplaren
Gereed
Menu
Menu
;
om:
Gereed
wordt weergegeven.
, houdt u
Terug
Stop
Met de knop
Als u op
weergegeven, onderbreekt u tijdelijk alle activiteiten en zet u de printer off line. Het
statusbericht op het bedieningspaneel verandert in Niet gereed.
Druk op
Wachten.
Stop
Start
(Return) keert u terug naar het vorige menuniveau of menu-item.
Terug
drukt terwijl het bericht Gereed, Bezig of Wachten wordt
(Go) om terug te keren naar de werkstanden Gereed, Bezig of
Printerinstellingen wijzigen
Met het bedieningspaneel kunt u menu-items en bijbehorende waarden selecteren voor afdruktaken
die u wilt uitvoeren. U kunt ook de instellingen en de omgeving van de printer wijzigen. Raadpleeg
Printermenu's voor een beschrijving van alle menu-items.
U kunt printerinstellingen op de volgende manieren wijzigen:
•een instelling selecteren in een lijst met waarden;
•een aan/uit-instelling wijzigen;
•een numerieke instelling wijzigen.
Informatie over het bedieningspaneel
10
Afdrukken
U selecteert als volgt een nieuwe waarde als instelling:
Terwijl het statusbericht
1
worden weergegeven.
Druk nog enkele malen op Menu totdat het gewenste menu wordt weergegeven.
2
Druk op
3
regel van de display wordt weergegeven.
•Als een menu is geselecteerd, wordt dit menu geopend en wordt de eerste printerinstelling
van het menu weergegeven.
•Als een menu-item is geselecteerd, wordt de standaardinstelling voor dit menu-item
weergegeven.
(Naast de huidige standaardinstelling van de gebruiker wordt een sterretje [*] weergegeven.)
Bij elk menu-item hoort een lijst met waarden. De volgende soorten waarden zijn mogelijk:
•een woord of woordgroep waarmee een instelling wordt beschreven;
•een numerieke waarde die kan worden gewijzigd;
•de instelling Aan of Uit.Druk op Menu om de gewenste waarde weer te geven.
4
Druk op Selecteren (Select) om de waarde op de tweede r egel van de display te selecteren.
5
Naast de waarde wordt een sterretje (*) weergegeven om aan te geven dat dit nu de
standaardinstelling van de gebruiker is. De nieuwe instelling wordt één seconde lang
weergegev en en verdwijnt daarna weer. Het bericht
vervolgens wordt de vorige lijst met menu-items weergegev en.
Selecteren
Gereed
(Select) om het menu of menu-item te selecteren dat op de tweede
wordt weergegeven, drukt u op Menu. De menunamen
Opgeslagen
wordt kort weergegev en en
Druk op Terug (Return) om terug te gaan naar de vorige menu's. Selecteer de overige
6
menu's waarvoor u nieuwe standaardinstellingen wilt opgeven. Druk op Start (Go) als dit de
laatste instelling is die u wilt wijzigen.
De standaardinstellingen van de gebruiker blijven v an kracht totdat u nieuwe instellingen opslaat of
de fabrieksw aarden herstelt. De standaardinstellingen die u hebt geselecteerd met het
bedieningspaneel, kunt u ook vervangen door instellingen te kiezen in de toepassing waarmee u
afdrukt.
Pagina met menu-instellingen afdrukken
Voer de volgende stappen uit om een lijst af te drukken met de huidige standaardinstellingen van de
gebruiker en geïnstalleerde printeropties:
Controleer of de printer is ingeschakeld en of het statusbericht
1
weergegeven.
Druk enkele malen op Menu totdat u
2
(Select).
Menu Extra
ziet en druk vervolgens op Selecteren
Gereed
op de display wordt
Informatie over het bedieningspaneel
11
Afdrukken
Druk enkele malen op Menu totdat u
3
Selecteren (Select).
Het bericht
op de display staan tot de pagina is afgedrukt. De printer keert terug in de werkstand Gereed
zodra het afdrukken van de pagina('s) is voltooid.
Als een foutbericht wordt weergegeven, kunt u Printerberichten raadplegen voor meer
informatie.
Controleer of de opties die u hebt geïnstalleerd, juist worden vermeld onder “Geïnstalleerde
4
functies”.
Als een optie die u hebt geïnstalleerd, niet wordt vermeld, schakelt u de printer uit, verwijdert
u het netsnoer uit het stopcontact en installeert u de optie opnieuw.
Opmerking: Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact.
Controleer of de geïnstalleerde hoeveelheid geheugen juist wordt weergegeven onder
5
"Printerinformatie".
Controleer of de papierladen zijn geconfigureerd voor de papierformaten en -soorten die u
6
hebt geladen.
In het di agr am in Printermenu's worden de menu-items van elk menu weergegeven.
Menu-instellingen worden afgedrukt
Menu's afdrukken
ziet en druk vervolgens op
wordt weergegeven. Dit bericht blijft
Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.
Fabriekswaarden kunnen per land verschillen.
Fabriekswaarden zijn de functie-instellingen die van kracht zijn als u de printer voor de eerste keer
aanzet. Deze instellingen blijven van kr acht totdat u ze wijzigt. De fabriekswaarden worden hersteld
als u de waarde Herstellen selecteert voor het menu-item Fabriekswaarden in het menu Extra.
Als u een nieuwe instelling selecteert op het bedieningspaneel, wordt het sterretje verplaatst naar
deze nieuwe instelling om aan te geven dat dit nu de huidige standaardinstelling van de gebruiker is.
Standaardinstellingen van de gebruiker zijn de instellingen die u selecteert voor verschillende
printerfuncties en die u opslaat in het printergeheugen. Nadat ze zijn opgeslagen, blijven deze
instellingen actief totdat nieuwe instellingen worden opgeslagen of de fabriekswaarden worden
hersteld. Zie Printerinstellingen wijzigen.
Opmerking: De instellingen die u selecteert met het bedieningspaneel, kunnen worden
vervangen door instellingen die u kiest in de toepassing waarmee u afdrukt.
Menu's uitgeschakeld
Als de printer is geconfigureerd als een netwerkprinter die voor een aantal gebruikers beschikbaar is,
wordt mogelijk het bericht
printer in de status
ongeluk met het bedieningspaneel een standaardinstelling wijzigen die is ingesteld door degene die
de printer beheert. U kunt nog wel gebruikmaken van de functies voor afdruk- en wachtstandtaken,
berichten wissen en items selecteren in het menu Taak als u een afdruktaak uitvoert, maar u kunt
geen andere printerinstellingen wijzigen. U kunt echter wel met een printerstuurprogramma
standaardinstellingen wijzigen en instellingen selecteren voor afzonderlijke afdruktaken.
Gereed
Menu's uitgeschakeld
staat. Als de menu's zijn uitgeschakeld, kunnen gebruikers niet per
weergegeven als u op Menu drukt terwijl de
Informatie over het bedieningspaneel
12
Afdrukken
Afdruktaak naar printer sturen
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1
Kies Afdrukken in het menu Bestand.
2
Controleer of in het dialoogvenster de juiste printer is geselecteerd.
3
Pas de printerinstellingen naar behoefte aan.
4
Welke printerinstellingen beschikbaar zijn, wordt bepaald door de toepassing waarin het
bestand wordt geopend.
Opmerking: Klik op Eigenschappen of Instellen om printerinstellingen aan te passen die niet
op het eerste scherm beschikbaar zijn, en klik vervolgens op OK.
Klik op OK of Afdrukken om de afdruktaak naar de geselecteerde printer te sturen.
5
Afdruktaak annuleren
Druk op Menu.
1
Op de eerste regel wordt
annuleren
Druk op Selecteren (Select).
2
Het bericht
pagina's waarvan het afdrukken reeds is gestart en stopt vervolgens. De printer keert terug in
de werkstand
staan.
Taak annuleren
Gereed
Menu Taak
wordt kort op de display weergegeven. De printer voltooit alle
.
weergegeven en op de tweede regel ziet u
Taak
Papierlade vullen
De printer geeft aan wanneer meer papier moet w or den geladen. Als er minder dan 50 vellen papier
in een lade zitten, wordt het bericht
naar het nummer van de papierlade. Open de lade en vul papier bij. Hierna verdwijnt het bericht.
Controleer bij het wisselen van papier in de lade of de papiergeleiders in de juiste stand staan. Aan
de hand van de positie van de linkerpapiergeleider bepaalt de printer welk formaat papier zich in de
lade bevindt. W anneer papier in de printer wordt inge voerd terwijl de link er- of v oorste papiergeleider
niet in de juiste positie staat, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of vastlopen.
Wanneer u ee n ander type afdrukmedia laadt, moet u de instelling v oor de papiersoort wijzigen in het
Menu Papier.
Lade x bijna op
op de display weergege ven , waarbij x verwijst
Afdruktaak naar printer sturen
13
Afdrukken
Papier laden
U vult als volgt de standaardladen of optionele laden met afdrukmedia.
Trek de papierlade zo ver mogelijk naar buiten.
1
Druk de metalen plaat omlaag totdat deze is vergrendeld.
2
Druk de linkergeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het papierformaat dat u
3
wilt laden.
Papier laden
14
Afdrukken
Opmerking: Aan de hand van de positie van de linkerpapiergeleider bepaalt de printer welk
formaat papier zich in de lade bevindt. Als de linkerpapiergeleider niet goed staat,
kunnen er problemen optreden met de in voer van papier of kunnen de pagina's niet
goed worden opgemaakt.
Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit.
4
Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
Papier laden
15
Afdrukken
Plaats het papier in de lade met de afdrukzijde naar beneden.
5
Opmerking: Maak de stapel niet hoger dan voor aanbevolen media wordt aangegeven in de
tabel met stapelhoogten op de Naslagkaart en in Richtlijnen voor media. Bij een
te volle lade kunnen vellen afdrukmedia vastlopen.
Druk de hendel van de voorste papiergeleider in en verschuif de geleider totdat deze de
6
stapel papier raakt. Controleer of de linkergeleider stevig tegen de papierstapel drukt. Indien
nodig verschuift u de linkergeleider totdat deze tegen de papierstapel drukt.
Papier laden
16
Afdrukken
Draai de knop voor het instellen van papierf ormaat zo dat het formaat van het papier in de
7
lade wordt aangegeven.
Opmerking: Deze instelling dient alleen als visueel geheugensteuntje en heeft geen effect op
de werking van de printer.
Duw de lade naar binnen.
8
Papier laden
17
Afdrukken
Papier va n andere formaten laden
Zie Universeellader vullen voor instructies voor het laden van briefpapier in de universeellader.
Opmerking: Etiketten en Lexmark transparanten (artikelnummer 12A5940 voor Letter-fo rmaat
en artikelnummer 12A5941 voor A4-f ormaat) kunnen alleen w orden ingevoerd via
de optionele lade voor zware afdrukmedia. Glossy papier kan vanuit elke lade
worden ingevoerd.
Universeellader vullen
De universeellader is geschikt voor afdrukmedia van div erse formaten en soorten, zoals
transparanten en env eloppen. Deze lader is handig als u enk elzijdig wilt afdrukken op papier met een
briefhoofd, gekleurd papier of andere speciale afdrukmedia. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor meer informatie over papiersoorten en -formaten.
U kunt de universeellader op twee manieren gebruiken:
•Papierlade — Plaats papier of andere afdrukmedia in de lader met de bedoeling de media in
de lader te laten liggen.
•Handinv oer — Stuur een afdruktaak naar de lader en geef daarbij de soort en het formaat
van de media op vanaf uw computer. Voordat de printer begint met afdrukken, wordt u
gevraagd de juiste afdrukmedia te plaatsen.
Houd bij het vullen van de universeellader rekening met de volgende capaciteiten, papierafmetingen
en bedieningsaanwijzingen.
Capaciteit
De maximale stapelhoogte is 11 mm. De universeellader heeft een capaciteit van circa:
•100 vellen papier van 75 g/m
•80 vellen papier van 90 g/m
•55 vellen etiketten
•55 vellen karton
•50 transparanten
•10 enveloppen
•1 vel glossy papier (handinvoer)
•1 vel bannerpapier (297,2 x 914 mm, handinvoer)
2
2
en 304 x 457 mm
Papier van andere formaten laden
18
Afdrukken
Papierafmetingen
U kunt in de universeellader papier van de volgende afmetingen gebruiken:
•Breedte – 90 mm tot 305 mm
•Lengte – 148 mm tot 914 mm
Probleemloos afdrukken
•Laad nooit papier of enveloppen van verschillende formaten tegelijk in de universeellader.
•U bereikt de beste resultaten als u hoogwaardige afdrukmedia gebruikt die speciaal zijn
ontworpen voor laserprinters. Raadpleeg Richtlijnen voor media voor meer richtlijnen met
betrekking tot papier.
•Plaats of verwijder geen afdrukmedia zolang zich nog media in de universeellader bevinden,
anders kunnen zich storingen voordoen.
•Plaats media altijd met de aangeraden afdrukzijde omhoog in de lader.
•Plaats geen voorwerpen op de universeellader. Oefen geen kracht uit op de universeellader.
•Verwijder papierladen nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak met de universeellader
of als het bericht
Hierdoor kan er een storing ontstaan.
Bezig
wordt weergegeven op de display van het bedieningspaneel.
Universeellader vullen
19
Afdrukken
U plaatst als volgt afdrukmedia in de universeellader:
Open de universeellader en trek de verzonk en lade naar buiten, zodat u het papier dat u wilt
1
gebruiken, kunt plaatsen.
Schuif de breedtegeleiders voor het papier in de juiste positie.
2
Druk de bodemplaat omlaag, totdat deze vastklikt.
3
Universeellader vullen
20
Afdrukken
Bereid de afdrukmedia voor:
4
•Buig het papier enkele malen of waaier de enveloppen uit. Vouw of kreuk het papier niet.
Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
•Houd transparanten bij de randen vast en raak de afdrukzijde niet aan. Waaier de stapel
transparanten uit om vastlopen in de printer te voorkomen. Pas op dat u geen
vingerafdrukken of krassen op de transparanten achterlaat.
Laad slechts één soort afdrukmedia in de universeellader. Gebruik nooit meerdere soorten
5
tegelijk. Klik op een onderwerp voor instructies voor het laden:
•Papier, transparanten, etiketten en karton laden
•Enveloppen laden
•Papier met briefhoofd laden
•Papier, transparanten, etiketten en karton laden
Universeellader vullen
21
aPlaats het papier, de transparanten, de etiketten of het karton in het midden van de lade,
met de aanbevolen afdrukzijde omhoog.
bGa door met stap 6.
Enveloppen laden
Afdrukken
aLaad enveloppen met de klep naar beneden en dichtgevouwen en de ruimte voor de
postzegel aan de linkerkant. Plaats de enveloppen zo dat de rand met de ruimte voor de
postzegel als laatste in de universeellader wordt gev oer d.
Waarschuwing: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters,
bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van dez e env eloppen
kan de printer ernstig beschadigen.
Opmerking: Als env eloppen vastlopen tijdens het afdrukken, probeert u minder enveloppen te
laden.
bGa door met stap 6.
Universeellader vullen
22
Afdrukken
Papier met briefhoofd laden
aAls u enkelzijdig of dubbelzijdig wilt afdrukken op pap ier met briefhoofd, plaatst u de zijde
waarop het briefhoofd is gedrukt omhoog.bGa door met stap 6.
Schuif de afdrukmedia voorzichtig in de universeellader.
6
Opmerking: Als u te veel kracht gebruikt, kan zich een storing voordoen.
Verschuif de breedtegeleiders zodanig dat ze licht tegen de randen van de afdrukmedia
7
drukken. Let op dat de afdrukmedia niet buigen.
Druk de knop SET naar links om de bodemplaat te ontgrendelen.
8
Universeellader vullen
23
Afdrukken
Selecteer de papierbron, het papierformaat en de papiersoort in uw toepassing en selecteer
9
het papierformaat en de papiersoort vanaf het bedieningspaneel.
aZorg ervoor dat papierformaat en papiersoort voor de universeellader (Fo rmaat MF-lader
en Papsrt MF-lader) zijn ingesteld op de juiste waarde voor de afdrukmedia die u gaat
gebruiken. (Zie Papier en Papiersoort voor meer inf ormatie ov er dez e instellingen.)
bDruk op Start (Go) om terug te keren naar de werkstand
Opmerking: Met de instellingen in software kunt u de instellingen op het bedieningspaneel
uitschakelen.
Gereed
.
Universeellader sluiten
Verwijder de afdrukmedia uit de universeellader.
1
Duw de uitgeschoven lade recht naar binnen om de universeellader in te klappen tot de
2
kortste stand.
Druk de bodemplaat omlaag, totdat deze vastklikt.
3
Universeellader vullen
24
Afdrukken
Sluit de universeellader .
4
Afdruk- en wachtstandtaken
Wanneer u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de
taak in het printergeheugen in de wachtstand moet worden gezet. Als u de afdruktaak daadwerkelijk
wilt uitvoeren, moet u op de printer via de menu's van het bedieningspaneel opgeven welke
wachtstandtaak (dit kan een bewaarde opdracht of een vertrouwelijke/beveiligde opdracht zijn) u wilt
uitvoeren.
Wachtstandtaken afdrukken en verwijderen
Wanneer wac htstandtaken eenmaal zijn opgeslagen in het printergeheugen, kunt u via het
bedieningspaneel opgev en wat u met een of meer van deze taken wilt doen. In het menu Taak
selecteert u Opdr. vertrouwel. of Taken in wacht (herhaalde, gereserveerde en gecontroleerde
afdruktaken). Als u Opdr.vertrouwel. selecteert, moet u de PIN-code (persoonlijk
identificatienummer) invoeren die u in het stuurprogramma hebt opgegeven toen u de taak verzond.
Zie Beveiligde takenafdrukken voor meer informatie.
Zowel voor het menu-item Opdr.vertrouwel. als voor het menu-item Taken in wacht kunt u kiezen uit
vijf opties:
•Alle opdr.afdr.
•Opdr.afdrukken
•Alle opdr. verw.
•Opdracht verw.
•Aantal afdrukken
Afdruk- en wachtstandtaken
25
Afdrukken
Toegang tot taken in de wachtstand via het bedieningspaneel
U krijgt als volgt via het bedieningspaneel toegang tot taken in de wachtstand:
1
•Als de printer in de werkstand
geven.
•Als de printer in de werkstand
Druk enkele malen op Menu totdat u, afhankelijk van de gew enste optie,
2
Opdr. vertrouwel
Druk op Selecteren (Select).
3
Opmerking: Als u probeert een beveiligde (v ertrouwelijke) taak af te drukken, wordt u ge vraagd
een PIN-code in te voeren. Zie Beveiligde takenafdrukken voor meer informatie.
Druk op Menu totdat de actie die u wilt uitvoeren, op de tweede regel van de displa y wordt
4
weergegeven (een opdracht afdrukken, een opdracht v erwijderen, enzovoort).
Druk op Selecteren (Select).
5
•Als u op zoek bent naar een bepaalde afdruktaak, drukt u op Menu om door de lijst met
beschikbare afdruktaken te schuiven. Druk op Selecteren (Select) wanneer de gewenste
afdruktaak wordt weergegev en. Naast de naam v an de afdruktaak v erschijnt een sterretje (*),
om aan te geven dat u deze taak hebt gekozen om af te drukken of te verwijderen.
•Als u moet opgeven hoeveel exemplaren u wilt afdrukken, gebruikt u de knop Menu om het
aantal op de display te verhogen of te verlagen. Vervolgens drukt u op Selecteren (Select).
op de display van het bedieningspaneel ziet.
Bezig
Gereed
staat, drukt u op Menu om het menu Taak weer te
staat, gaat u verder met stap 2.
Taken in wacht
of
Druk op Start (Go) om de taken die u hebt gemarkeerd af te drukken of te verwijderen.
6
De printer laat kort berichten zien waarin wordt aangegeven welke afdruk- en
wachtstandfuncties worden uitgevoerd en keert dan terug naar de stand
Gereed
.
Opmaakfouten herkennen
Als het symbool wordt weergegeven op de display, betekent dit dat er opmaakproblemen zijn
opgetreden bij een of meer van de taken in de wachtstand. Deze opmaakprob lemen zijn meestal het
gev olg van on voldoende p rintergeheugen of ongeldige gegev ens die ertoe kunnen leiden dat de taak
door de printer wordt gewist.
Als u naast een taak het symbool ziet, kunt u het volgende doen:
•De taak afdrukken. Het is mogelijk dat de taak niet geheel wordt afgedrukt.
•De taak verwijderen. U kunt eventueel nog meer printergeheugen vrijmaken door de lijst met
wachtstandtaken te doorlopen en nog meer taken te verwijderen die u naar de printer hebt
gestuurd.
Als er regelmatig opmaakproblemen optreden bij wachtstandtaken, heeft de printer mogelijk meer
geheugen nodig.
Afdruk- en wachtstandtaken
26
Afdrukken
Herhaalde afdruktaak
Als u een herhaalde afdruktaak naar de printer stuurt, worden alle door u opgegeven exemplaren
afgedrukt en wordt de afdruktaak in het printergeheugen opgeslagen, zodat u er later nog meer
ex em plaren van kunt afdrukken. Zolang de afdruktaak in het geheugen staat, kunt u extra
ex em plaren blijven afdrukken.
Opmerking: Herhaalde afdruktaken worden automatisch uit het geheugen verwijderd als de
printer extra geheugen nodig heeft om andere afdruktaken te verwerken.
Gereserve erde afdruktaak
Als u een gereserveerde afdruktaak verzendt, voert de printer de taak niet meteen uit maar wordt de
taak in het geheugen opgeslagen zodat u deze later kunt afdrukken. De taak blijft in het geheugen
totdat u de taak verwijdert uit het menu Taken in wacht. Gereserveerde afdruktaken kunnen worden
verwijderd als de printer extra geheugen nodig heeft om andere wachtstandtaken te verwerken.
Zie Wachtstandtaken afdrukken en verwijderen.
Gecontroleerde afdruktaak
Als u een gecontroleerde afdruktaak verzendt, wordt één ex emplaar afgedrukt en blijven de overige
ex emplaren die u in het stuurprogramma hebt opgegeven, in het printergeheugen bewaard. U kunt
zo controleren of dit eerste exemplaar naar wens is, voordat u de overige exemplaren afdrukt.
Raadpleeg Wachtstandtaken afdrukken en verwijderen, voor hulp bij het afdrukken van de
overige exemplaren die zijn opgeslagen in het geheugen.
Opmerking: Zodra alle exemplaren zijn afgedrukt, wordt de gecontroleerde afdruktaak uit het
printergeheugen verwijderd.
Beveiligde takenafdrukken
Wanneer u een afdruktaak naar de printer stuurt, kunt u via het stuurprogramma een PIN-code
(Personal Identification Number) inv oeren. De PIN-code moet bestaan uit vier cijfers van 1 tot en met
6. De afdruktaak wordt vervolgens in het printergeheugen opgeslagen totdat u dezelfde viercijferige
PIN-code invoert via het bedieningspaneel en opgeeft dat u de taak wilt afdrukken of verw ijderen. Zo
weet u zeker dat de afdruktaak niet wordt uitgevo erd voordat u z elf bij de printer bent gearriveerd om
de afgedrukte exemplaren op te halen. Geen enkele andere gebruiker v an de printer kan de taak
uitvoeren.
Selecteer
volgende prompt wordt weergegeven op de display:
Opdr. vertrouwel
Voer PIN in:
=____
in het menu
en selecteer vervolgens uw gebruikersnaam. De
Taak
Beveiligde takenafdrukken
27
Afdrukken
Voer de viercijferige PIN-code voor de beveiligde taak in met de knoppen op het bedieningspaneel.
De cijfers (1–6) die u met de knoppen kunt invoeren, worden we ergegeven naast de knopnamen.
Tijdens het invoeren van de PIN-code worden op de display sterretjes w eer gegeven, zodat niemand
de code kan aflezen.
Voer PIN in
=****
1
Menu
Start
2
5
Selecteren
Als u een ongeldige PIN-code inv oert, wordt het bericht
3
Geen opdr. Opnieuw?
Terug
Stop
4
6
weergegev en . Druk
op Start (Go) als u de PIN-code opnieuw wilt invoeren of op Stop als u het menu Opdr. ver trouwel.
wilt afsluiten.
Wanneer u een geldige PIN-code invoert, hebt u toegang tot alle afdruktaken die horen bij de
gebruikersnaam en PIN-code die u hebt ingevoerd. De afdruktaken die bij de ingevoerde PIN-code
horen, verschijnen op de display wanneer u de menuopties Opdr. afdrukken, Opdracht verw. en
Aantal afdrukken activeert. Vervolgens kunt u deze take n afdrukken of verwijderen. Raadpleeg
Wachtstandtaken afdrukken en verwijderen voor meer informatie. Nadat de taak is afgedrukt,
wordt de beveiligde afdruktaak automatisch uit het printergeheugen verwijderd.
Beveiligde takenafdrukken
28
Afdrukken
Afdrukken op speciale media met speciale formaten
De printer ondersteunt vele papierformaten en -soorten, die niet allemaal kunnen worden geladen in
de standaardladen van de printer. Als u gaat afdrukken op media met een speciaal formaat, moet u
daarom eerst de printer en het printerstuurprogramma aanpassen.
Stap 1: Universeellader gebruiken
Sommige mediaformaten passen niet in de gewone papierladen van de printer. In dat ge v al gebruikt
u de universeellader om de media in te voeren in de printer.
Voor gedetailleerde instructies voor het laden van media met speciale formaten raadpleegt u
Universeellader vullen.
Stap 2: Bedieningspaneel configureren voor de media met een
speciaal formaat
Op de printer is het papierformaat Universal de standaardinstelling voor afdrukmedia met een
speciaal formaat. Daarbij worden
standaardinstelling op de printer hebt gewijzigd of als u media met een ander formaat wilt gebruiken,
moet u het papierformaat Universal instellen op de gewenste afmetingen en er daarbij voor zorgen
dat de juiste maateenheid is geselecteerd.
304 x 457 mm
gebruikt als de standaardafmetingen. Als u de
U stelt als volgt het papierformaat Universal in:
Druk op Terug (Return) totdat u het hoofdmenu ziet.
1
Druk enkele malen op Menu totdat u het menu
2
Selecteren (Select).Druk enkele malen op Menu totdat u
3
Selecteren (Select). Druk enkele malen op Menu totdat u
4
Selecteren (Select).
•Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken en de weergege v en waa rde u op Terug (Return). Druk op Menu als u de waarde wilt verhogen of verlagen. Druk op
Selecteren (Select).
Druk enkele malen op Menu totdat u
5
Selecteren (Select).
Universal-instelling
Breedte bij staand
Hoogte bij staand
Papier
ziet en druk vervolgens op
ziet en druk vervolgens op
ziet en druk vervolgens op
12 in.
ziet en druk vervolgens op
is, drukt
•Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken en de weergege v en waa rde
u op Terug (Return). Druk op Menu als u de waarde wilt verhogen of verlagen. Druk op
Selecteren (Select).
18 in.
Afdrukken op speciale media met speciale formaten
29
is, drukt
Afdrukken
U stelt als volgt de maateenheid in:
Terwijl Universal-instelling wordt weergegeven, drukt u enkele malen op Menu totdat u
1
Maateenheden
Druk op Menu totdat de gewenste maateenheid wordt weergegeven. Als er al een asterisk
2
naast de gewenste maateenheid staat, drukt u op Terug (Return) om terug te keren naar
Universal-instelling. Als dat niet het geval is, drukt u op Selecteren (Select) om de
maateenheid te wijzigen.
Wanneer het Universal-papierformaat is ingesteld, moet u Universal selecteren als het
papierformaat voor de universeellader.
Opmerking: Voor de universeellader en handmatige invoer moeten papierformaat en -soort
U stelt als volgt het papierformaat in voor de universeellader:
Druk op Terug (Return) totdat u het hoofdmenu ziet.
1
ziet. Druk vervolgens op Selecteren (Select).
afzonderlijk worden opgegeven.
Druk enkele malen op Menu totdat u het menu
2
Selecteren (Select).Druk enkele malen op Menu totdat u
3
(Select).
Druk enkele malen op Menu totdat u
4
Selecteren (Select). Druk enkele malen op Menu totdat u
5
Druk op Terug (Return) totdat u
6
Als Formaat MF-lader niet wordt vermeld als een optie in het menu Papierformaat, moet u de
menuoptie
MF config
instellen op
Cassette
Papierformaat
Formaat MF-lader
Universal
Gereed
ziet.
. Het menu MF config is te vinden in het menu Papier.
Papier
ziet en druk dan op Selecteren (Select).
ziet en druk vervolgens op
ziet en druk vervolgens op Selecteren
ziet en druk vervolgens op
U stelt als volgt de papierbron in voor de universeellader:
Druk op Terug (Return) totdat u het hoofdmenu ziet.
1
Druk enkele malen op Menu totdat u het menu
2
Selecteren (Select). Druk enkele malen op Menu totdat u
3
(Select).
Papierbron
Papier
ziet en druk vervolgens op
ziet en druk vervolgens op Selecteren
Druk enkele malen op Menu totdat u
4
(Select).
Druk op Terug (Return) totdat u
5
Afdrukken op speciale media met speciale formaten
MF-lader
Gereed
ziet en druk vervolgens op Selecteren
ziet.
30
Afdrukken
Stap 3: Printerstuurprogramma configureren
Wanneer u het bedieningspaneel van de printer hebt geconfigureerd, moet u het
printerstuurprogramma op de computer configureren.
Voor Windows 95/98/Me:
•Als u een PostScript-stuurprogramma gebruikt, gaat u als volgt te werk:
1Selecteer op de computer Start Instellingen Configuratiescherm.
2Dubbelklik op de map Printers en markeer de printer in de lijst door er één keer op te
klikken. Selecteer vervolgens Bestand Eigenschappen.
3Selecteer de tab Papier en klik op User Forms.
4Geef in het veld Form Type de naam op van het speciale formulier dat u wilt definiëren.
5Geef onder Form Size de afmetingen van het f ormulier op in de velden Width en Length.
Als u bijvoorbeeld papier van 304,8 x 457,2 mm gebruikt, geeft u
457,2
bij Length.
304,8
op bij Width en
6Geef de gebruikte maateenheid op.
7Klik op de knop Add om het formulier toe te voegen aan de lijst Defined User Forms en
klik dan op OK om terug te keren naar de eigenschappenpagina van de printer.
8Controleer in Eigenschappen of het nieuwe formulier wordt weergegeven in het veld F orm
Type op het tabblad Papier.
9Open het programma en druk uw document af.
•Als u een PCL-stuurprogramma (Printer Control Language) gebruikt, gaat u als volgt te werk:
1Selecteer op de computer Start Instellingen Configuratiescherm.
2Dubbelklik op de map Printers en markeer de printer in de lijst door er één keer op te
klikken. Selecteer vervolgens Bestand Eigenschappen.
3Klik op de tab Papier. Klik onder Custom Forms op New Size.
4Geef een naam op voor het aangepaste formulier dat u wilt definiëren.
5Geef voor het formuliertype Paper op.
6Geef de gebruikte maateenheid op.
7Geef de afmetingen van het formulier op bij Width en Length.
8Klik op OK om het formulier te definiëren en terug te keren naar de eigenschappenpagina
van de printer.
9Controleer in Eigenschappen of het nieuwe formulier wordt weergegeven in het veld F orm
Size op het tabblad Papier.
10Open het programma en druk uw document af.
Afdrukken op speciale media met speciale formaten
31
Afdrukken
Voor Windows NT, Windows 2000 en Windows XP:
Selecteer op de computer Start Instellingen Configuratiescherm. Als u Windows XP of
1
Windows XP Professional gebruikt, selecteert u Start Configuratiescherm.
Ga naar de map Printers en selecteer Bestand Eigenschappen voor server. Als u
2
Windows XP of Windows XP Professional gebruikt, selecteert u Printers en andere
hardware en v erv olgens Printers en faxapparaten. Selecteer Bestand Eigenschappen
voor server.
Selecteer de tab Formulieren en klik op het selectievakje Nieuw formulier maken.
3
Geef in het veld Beschrijving van f or mulier voor de naam op van het aangepaste formulier
4
dat u wilt definiëren. Geef bijvoorbeeld het volgende op
Geef onder Maten de afmetingen en marges van het formulier en de maateenheid op. Klik op
5
Formulier opslaan om het nieuwe formulier toe te voegen.Klik op OK om terug te keren naar de map Printers.
6
Als u Windows 2000 of XP gebruikt, markeer t u in de map Printers de printer door er één
7
keer op te klikken. Selecteer Bestand V oor keursinstellingen voor afdrukken.
Aangepast 12x18 in
.
Selecteer in Voorkeursinstellingen de tab Papier.
8
Als u een PostScript-stuurprogramma voor Windows 2000 en XP gebruikt, selecteert u het
9
aangepaste formulier in de lijst onder Form Type.
Als u een PCL-stuurprogramma voor Windows 2000 en XP gebruikt, selecteert u het
aangepaste formulier in de lijst onder Form Size.
Open het programma en druk uw document af.
10
Opmerkingen:
•Met sommige programma's kunnen de afdrukinstellingen worden overschreven. In dat geval
moet u de afdrukinstellingen in het programma aanpassen aan het aangepaste formulier.
Raadpleeg de documentatie bij het programma voor informatie over het wijzigen van deze
instellingen.
•Als u het nieuwe formulier wilt gebruiken vanuit een programm a, selecteert u het aangepaste
formulier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Daarmee wordt echter het nieuwe
formulier de standaardinstelling voor alle programma's die het in het printerstuurprogramma
geselecteerde papierformaat niet overschrijven. Als u het standaar dformaat voor formulieren
wilt herstellen, gaat u opnieuw naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken en stelt u het
papierformaat in op de gewenste afmetingen.
•In een netwerk kan alleen een beheerder een nieuw formulier maken op de server . Wanneer
de beheerder het nieuwe formulier op de server heeft gezet, zullen de printerobjecten op de
clientmachines (geïnstalleerd via point-and-print) het aangepaste formulier ontvangen van de
server.
•Het is mogelijk dat sommige wijzigingen in het stuurprogramma niet direct zichtbaar zijn
vanuit alle programma's . Daarom kan het nodig zijn om programma's te sluiten en opnieuw te
starten om de wijzigingen in het stuurprogramma weer te geven.
Afdrukken op speciale media met speciale formaten
32
Voor Mac OS 8.6-9.x:
Controleer of de bureaubladprinter de standaardprinter is.
1
Selecteer vanuit het programma Bestand Pagina-instelling.
2
Klik op het menu Pa gina-instelling en selecteer Speciaal papierformaat. Klik op Nieuw.
3
Geef een naam op voor het aangepaste formaat onder het vak Naam speciaal
4
papierformaat.
Geef onder Papierformaat de afmetingen op. Geef onder Marges de g rootte van
5
de marges op.
Geef de gebruikte maateenheid op.
6
Klik op OK.
7
Selecteer vanuit het programma Bestand Pagina-instelling. Klik op het menu Pagina-
8
instelling en selecteer Paginakenmerken. Selecteer onder Papier het speciale
papierformaat dat u wilt gebruiken.
Afdrukken
Druk het document af.
9
Voor Mac OS X v10.2:
Selecteer vanuit het programma Bestand Pagina-instelling.
1
Selecteer onder Stel in voor de optie Elke printer.
2
Selecteer onder Instellingen de optie Speciaal papierformaat en klik op Nieuw.
3
Geef een naam op voor het speciale papierformaat.
4
Geef de afmetingen en de grootte van de marges op.
5
Klik op Bewaar.
6
Klik op OK.
7
Selecteer vanuit het programma Bestand Pagina-instelling.
8
Controleer of onder Stel in voor de optie Elke printer is geselecteerd.
9
Selecteer onder Papierformaat het speciale papierformaat dat u wilt gebruiken.
10
Druk het document af.
11
Afdrukken op speciale media met speciale formaten
33
Afdrukken
Afdruktips
Afdrukmedia bewaren
Als u de media op de juiste manier bewaart, voorkomt u afdrukproblemen. Houd u aan volgende
richtlijnen:
•U kunt de media het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van rond de 21
en een relatieve vochtigheid van 40%.
•Bewaar dozen met media bij voorkeur op een pallet of een plank en niet op de vloer.
•Als u losse pakken afdrukmedia niet in de oorspronkelijk e doos bew aart, leg deze dan op een
vlakke ondergrond zodat de randen niet omkrullen of kreuken.
•Plaats niets boven op de pakken papier.
Papierstoringen voorkomen
De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig de afdrukmedia te kiezen en deze
media op de juiste manier te laden. Mocht het papier toch vastlopen, volg dan de aanwijzingen op
die worden beschreven in Papierstoringen verhelpen. Ga als volgt te werk als er zich regelmatig
papierstoringen voordoen:
°
C
•Raadpleeg Papierlade vullen voor informatie over het laden van afdrukmedia. Controleer of
de verstelbare geleiders goed tegen het papier zijn geplaatst en of de papierstapel goed naar
beneden is geduwd en vast zit in de lade, voordat u de lade sluit.
•Laad nooit te veel afdrukmedia in de papierladen. Zorg ervoor dat de stapel lager is dan de
capaciteitsmarkering aan de binnenkant van de lade die geldt voor het papierformaat en
-gewicht dat u gebruikt. Raadpleeg de Naslagkaart of Richtlijnen voor media voor de
aanbevolen stapelhoogten.
•Verwijder een lade nooit terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd.
•Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de printer
laadt.
•Waaier stapels etiketten of transparanten uit voordat u ze in lade voor zware afdrukmedia of
in de universeellader plaatst. Als er bij gebruik van de universeellader regelmatig
papierstoringen voorkomen, probeert u de afdrukmedia handmatig met één vel tegelijk te
laden.
•Laad nooit gekreukt, gev ouwen, vochtig of kromgetrokken papier.
•Gebruik nooit verschillende papiersoorten of papierformaten in dezelfde lade.
•Gebruik alleen aanbevolen afdrukmedia. Zie Papier.
•De aanbevo len afdrukzijde moet naar boven zijn gericht wanneer u de media in de
universeellader of de hoge-capaciteitslader plaatst.
•De aanbevo len afdrukzijde moet naar benden zijn gericht wanneer u de media in laden 1 tot
en met 4 plaatst.
•Bewaar de afdrukmedia in een geschikte omgeving. Zie Richtlijnen voor media.
Afdruktips
34
Afdrukken
Lettertypen
Interne lettertypen
De printer is uitgerust met interne lettertypen die permanent zijn opgeslagen in het printergeheugen.
In PCL 6- en PostScript 3-emulatie zijn verschillende lettertypen beschikbaar. Enkele van de meest
gebruikte letterbeelden, zoals Courier en Times New Roman, zijn voor alle printertalen beschikbaar.
De lettertypen in de PCL-emulatie zijn compatibel met de lettertypen in de HP4500 en bevatten vier
aanvullende lettertypen en vele extra tekensets ter ondersteuning van extra talen en toepassingen.
De lettertypen in de PostScript-emulatie zijn compatibel met Adobe PostScr ipt 3 en bevatten
20 aanvullende lettertypen.
In de volgende tabel staan alle lettertypen die in de printer aanwezig zijn. U kunt de interne
lettertypen selecteren vanuit de toepassing of met behulp van het bedieningspaneel als u PCL 6emulatie gebruikt.
PCL 6-emulatiePostScript 3-emulatie
Albertus MediumAlbertusMT
AlbertusMT-Italic
AlbertusMT-Light
Albertus Extra Bold
Antique OliveAntiqueOlive-Roman
Antique Olive ItalicAntiqueOlive-Italic
Antique Olive BoldAntiqueOlive-Bold
AntiqueOlive-Compact
ArialArialMT
Arial ItalicArial-ItalicMT
Arial BoldArial-BoldMT
Arial Bold ItalicArial-BoldItalicMT
ITC Avant Garde BookAvantGarde-Book
ITC Avant Garde Book ObliqueAvantGarde-BookOblique
ITC Avant Garde DemiAvantGarde-Demi
ITC Avant Garde Demi ObliqueAvantGarde-DemiOblique
ITC Bookman LightBookman-Light
ITC Bookman Light ItalicBookman-LightItalic
ITC Bookman DemiBookman-Demi
ITC Bookman Demi ItalicBookman-DemiItalic
Clarendon Condensed Bold
Lettertypen
35
Afdrukken
PCL 6-emulatiePostScript 3-emulatie
CoronetCoronet-Regular
CourierPSCourier
CourierPS ObliqueCourier-Oblique
CourierP S Bo ldCourier-Bold
CourierPS Bold Obliqu eCourier-Bol dO blique
CG Omega
CG Omega Bold
CG Omega Italic
CG Omega Bold Italic
Garamond AntiquaGaramond-Antiqua
Garamon d HalbfettGaramond-Halbfett
Garamond KursivGaramond-Kursiv
Garamond Kursiv HalbfettGaramond-KursivHalbfett
Helvetica LightHelvetica-Light
Helvetica Light ObliqueHelvetica-LightOblique
Helvetica BlackHelvetica-Black
Helvetica Black ObliqueHelvetica-BlackOblique
HelveticaHelvetica
Helvetica ItalicHelvetica-Oblique
Helvetica BoldHelvetica-Bold
Helvetica Bold ItalicHelvetica-BoldOblique
Helvetica NarrowHelvetica-Narrow
Helvetica Narrow ItalicHelvetica-Narrow-Oblique
Helvetica Narrow BoldHelvetica-Narrow-Bold
Helvetica Narrow Bold ItalicHelvetica-Narrow-BoldOblique
CG TimesIntl-CG-Times
CG Times ItalicIntl-CG-Times-Italic
CG Times BoldIntl-CG-Times-Bold
CG Times Bold ItalicIntl-CG-Times-BoldItalic
Univers MediumIntl-Univers-Medium
Univers Medium ItalicIntl-Univers-MediumItalic
Univers BoldIntl-Univers-Bold
Univers Bold ItalicIntl-Univers-BoldItalic
CourierIntl-Courier
Lettertypen
36
Afdrukken
PCL 6-emulatiePostScript 3-emulatie
Courier Ital icIn tl- C ou rier-Oblique
Courier BoldIntl-Courier-B old
Courier Bold ItalicIntl-Courier-B old O blique
Letter GothicLetterGothic
Letter Gothic ItalicLetterGothic-Slanted
Letter Gothic BoldLetterGothic-Bold
LetterGothic-BoldSlanted
MarigoldMarigold
Century Schoolbook RomanNewCenturySchlbk-Roman
Century Schoolbook ItalicNewCenturySchlbk-Italic
Century Schoolbook BoldNewCenturySchlbk-Bold
Century Schoolbook Bold ItalicNewCenturySchlbk-BoldItalic
Optima
Optima-Bold
Optima-BoldItalic
Optima-Italic
Palatino RomanPalatino-Roman
Palatino ItalicPalatino-Italic
Palatino BoldPalatino-Bold
Palatino Bold ItalicPalatino-BoldItalic
SymbolPSSymbol
Symbol
Times RomanTimes-Roman
Times ItalicTimes-Italic
Times BoldTimes-Bold
Times Bold ItalicTimes-BoldItalic
Times New RomanTimesNewRomanPSMT
Times New Roman ItalicTimesNewRomanPS-ItalicMT
Times New Roman BoldTimesNewRomanPS-BoldMT
Times New Roman Bold ItalicTimesNewRomanPS-BoldItalicMT
Een tekenset is een gecodeerde verzameling alfanumerieke tekens, interpunctie en speciale tekens
die beschikbaar zijn in het geselecteerde lettertype. Tekensets ondersteunen de eisen voor
verschillende talen of bepaalde toepassingen, zoals wiskundige tekens vo or w etenschappelijke
tekst.
De codering van de tekenset bepaalt tevens welk teken wordt afgedrukt voor elke toets op
het toetsenbord (of nauwkeuriger, voor elke toetscode). Bepaalde toepassingen vereisen andere
tekens voor bepaalde toetscodes. Ter ondersteuning van verschillende toepassingen en talen
beschikt de printer over 83 tekensets v oor de interne lettertypen voor de PCL 6-emulatie.
Tekensets voor PCL 6-emulatie
Niet alle lettertypen ondersteunen alle tekensets die in Laadbare lettertypen worden vermeld.
Raadpleeg de Technical Reference om te bepalen welke tekensets wo rden ondersteund door elk
lettertype.
Lettertypen
40
Afdrukken
Laadbare lettertypen
ABICOMP Brazil/PortugalWingdingsISO 25: Français
ABICOMP InternationalPOSTNET Bar codeISO 57: Chinese
DeskTopISO : DeutschISO 60: Norwegian version 1
LegalISO : EspañolISO 61: Norwegian version 2
MC TextISO 2: IRV (Int'l Ref Version)ISO 69: Français
Microsoft PublishingISO 4: Verenigd KoninkrijkISO 84: Português
Russian-GOSTISO 6: ASCIIISO 85: Español
UkrainianISO 10: SvenskaISO 8859-1 Latin 1
(ECMA-94)
PCL ITC Zapf DingbatsISO 11: Swedish for NamesISO 8859-2 Latin 2
PS ITC Zapf DingbatsISO 14: JIS ASCIIISO 8859-5 Latin/Cyrillic
PS MathISO 15: ItalianoISO 8859-7 Latin/Greek
PS TextISO 16: PortuguêsISO 8859-9 Latin 5
Pi FontISO 17: EspañolISO 8859-10 Latin 6
SymbolISO 21: DeutschISO 8859-15 Latin 9
PC-8 BulgarianPC-857 Latin 5 (Turkish)Roman-9
PC-8 Danish/Norwegian
(437N)
PC-8 Greek Alternate (437G)PC-860 PortuguêsVentura ITC Zapf Dingbats
PC-8 Turkish (437T)PC-861 IcelandicVentura International
PC-8 Latin/GreekPC-863 Canadian FrenchVentura Math
PC-8 PC NovaPC-865 NordicVentura US
PC-8 Polish MazoviaPC-866 CyrillicWindows 3.0 Latin 1
PC-8 Code Page 437PC-869 GreekWindows 98 Cyrillic
PC-775 Baltic (PC-8 Latin 6)PC-911 KatakanaWindows 98 Greek
PC-850 MultilingualPC-1004 OS/2Windows 98 Latin 1
PC-851 GreekMath-8Windows 98 Latin 2
PC-852 Latin 2Greek-8Windows 98 Latin 5
PC-853 Latin 3 (Turkish)Turkish-8Windows 98 Latin 6 (Baltic)
PC-855 CyrillicRoman-8
PC-858 Multilingual EuroRoman Extension
In PostScript 3-emulatie kunt u schaalbare lettertypen en in PCL 6-emulatie schaalbare lettertypen of
bitmaplettertypen downloaden. Lettertypen kunnen worden geladen in het printergeheugen of naar
het optionele flashgeheugen of de optionele schijf. Lettertypen die zijn geladen naar het
flashgeheugen of de schijf worden niet verwijderd, zelfs niet als u de printertaal wijzigt, de pr inter
opnieuw instelt of de printer uit zet.
Lettertypen
41
Afdrukken
Euro-ondersteuning
Ondersteuning voor het euroteken is opgenomen in alle van toepassing zijnde lettertypen voor zowel
de PostScript- als de PCL-emulatie. Twaalf van de PCL-stekensets onders teunen het eurotek en,
inclusief alle zeven Windows-tekensets.
Hebreeuwse en Arabische lettertypen
Op de cd die bij de printer wordt geleverd staat een groot aantal laadbare lettertypen voor het
Hebreeuws en het Arabisch.
FontVision
Op de cd staat ook het beheerprogramma FontVision™, evenals schermlettertypen die
overeenkomen met de interne schaalbare lettertypen. Als u de printer hebt geregistreerd, zijn er op
de Lexmark website nog eens 48 TrueType-lettertypen beschikbaar.
Lettertypen
42
3
Richtlijnen v oor media
U voorkomt afdrukproblemen door aanbevolen media (papier, transparanten, enveloppen, karton en
etiketten) te gebruiken. Meer informatie over de kenmerken v an de med ia vindt u in de Card Stock & Label Guide op de Lexmark website op www.lexmark.com. Hieronder vindt u enkele beknopte
richtlijnen voor de keuze van papier en andere media.
BronPapierformatenPapiersoortenCapaciteit
Lade 1Letter, A4, Legal,
Laden 2-4Letter, A4, Legal,
Lade voor zware
afdrukmedia
UniverseelladerLetter, A4, A5, Legal,
Hogecapaciteitslader
1
Tabloid-papier is 278,8 x 430,8 mm
(11 x 17 in.)
2
Banner-formaat is een Universal-formaat:
297,2 x 914,4 mm (11,69 x 36 in.)
3
Bannerpapier wordt niet ondersteund door
speciale Windows 9x PCL- en
Windows NT 4.0-printerstuurprogramma's.
Met de instelling Universal kunt u de volgende speciale
formaten selecteren:
– 70 x 127 mm tot 229 x 356 mm (2,8 x 5 tot 9 x 14 in.)
– 148 x 182 mm tot 216 x 356 mm (5,8 x 7 tot 8,5 x 14 in.)
– 304,8 x 457,2 mm (12 x 18 in.)
–
210 x 432 mm tot 297 x 914 mm (8,3 x 17 tot 11,69 x 36 in
5
Papier van Universal-formaat moet worden geladen in de
universeellader. Geen van de andere laden ondersteunt
Universal.
De printer ondersteunt een groot aantal verschillende papiersoorten, -formaten en -gewichten. De
standaardlade (lade 1) en de optionele laden 2, 3 en 4 zijn gemarkeerd met de letters A, B en C die
de stapelhoogte aangeven. De optionele lade voor zware afdrukmedia is hiervoor gemarkeerd met
D, E en F.
Meer informatie over de kenmerken van de media vindt u in de Card Stock and Label Guide op de
Lexmark website: www.lexmark.com.
In de volgende tabel vindt u informatie over aanbevolen media, gewichten en maximale
stapelhoogte. Deze informatie komt van pas bij het vullen van de papierladen.
Opmerking: Als u papier van mindere kwaliteit gebruikt, kan dit tot gevolg hebben dat de
prestaties beneden de maat zijn en dat de afdrukkwaliteit niet optimaal is.
Als u afbeeldingen met fotokwaliteit wilt afdrukken, moet u kwalitatief hoogwaardig laserprinterpapier
gebruiken. Voor een optimaal resultaat worden de volgende papiersoorten aanbevolen:
PapierGewichtFormaatArtikelnummer
Hammermill Laser Print90 g/m
Lexmark glossy papier voor
laserprinters
120 g/m
2
2
Als u tekst en standaardgrafieken afdrukt, is 75 g/m
kopieerapparaten aan vaardbaar. Maak altijd eerst een aantal proefafdrukken voordat u grote
hoev eelheden van een bepaalde papiersoort aanschaft.
Letter
A4
2
papier voor gebruik in laserprinters of
12A5950
12A5951
Papier
44
Richtlijnen voor media
Let bij het laden van papier op de aanbevolen afdrukzijde zoals aangegeven op de verpakking.
Plaats het papier met de aanbevolen afdrukzijde naar beneden in de papierladen. Zie Papierlade
vullen voor instructies voor het laden van papier.
Het wordt afgeraden de volgende papiersoorten te gebruiken:
•papier met een hoog katoengehalte;
•papier met een ruw of sterk vezelig oppervlak;
•coated papier (uitwisbaar bankpostpapier);
•voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer;
•papier dat is bedoeld voor inkjetprinters;
•gekreukt, gekruld of beschadigd papier;
•vochtig papier;
•geperforeerd papier of reliëfpapier;
•meervoudige formulieren;
•synthetisch papier;
•thermisch papier;
2
•kringlooppapier lichter dan 75 g/m
.
Voorbedrukt papier, zo als briefhoofdpapier , moet bestand zijn tegen temperaturen tot 180º C zonder
te smelten of gevaarlijke stoff en af te g e v en. G ebruik inkt die niet wordt aangetast door de hars in de
toner of de siliconen in het verhittingsstation. Inktsoorten op water- of oliebasis voldoen aan deze
vereisten. Latex-inktsoorten kunnen smelten.
Duplexeenheid
De optionele duplexeenheid biedt geen ondersteuning voor karton, transparanten, etiketten en
enveloppen.
AfdrukstandPapierformaatGewicht
Korte zijde naar
voren
Lange zijde naar
voren
A3
JIS B4
Legal
Tabloid
A4
A5
JIS B5
Letter
80 – 105 g/m
2
Papier
45
Richtlijnen voor media
Transparanten
Gebruik voor de beste resultaten alleen de volgende Lexmark transparanten in de printer:
Deze transparanten zijn ontworpen voor een optimale afdrukkwaliteit. Als u andere transparanten
gebruikt die zijn bestemd voor laserprinters, kan dit leiden tot onvoorspelbare resultaten en mogelijk
zelfs tot schade aan de printer.
Transparanten moeten temperaturen kunnen w eerstaan v an 180ºC z onder te smelten, te verkleuren,
te verschuiven of gevaarlijke stoffen af te geven.
In een aantal landen kunt u transparanten bestellen via de Lexmark website www.lexmark.com.
Zie Papier laden voor instructies voor het laden van transparanten.
Enveloppen
U kunt maximaal 10 enveloppen laden in de universeellader. Laad enveloppen met de klep naar
beneden en dichtgev ouw en en de ruimte voor de postzeg el aan de linkerkant. Plaats de env eloppen
zo dat de rand met de ruimte voor de postzegel als laatste in de univ erseellader wordt ge v oerd. Laad
geen enveloppen met postzegels. Waaier de stapel uit voordat u de enveloppen laadt, zodat deze
niet aan elkaar blijven plakken. Zie Enveloppen laden v oor instructies over het laden van
enveloppen.
Voor een optimale afdrukkwaliteit moet u de papiersoort (of Type media in het stuurprogramma)
instellen op Envelop en het juiste env elopf ormaat selecteren v oordat u de afdruktaak naar de p rinter
stuurt.
U drukt als volgt af op enveloppen:
•Maak altijd eerst een aantal proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden van een bepaalde
envelopsoort aanschaft.
•Gebruik enveloppen van 90 tot 105 g/m
–gemakkelijk krullen;
–aan elkaar zijn vastgeplakt;
–beschadigd zijn;
–vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëfwerk bevatten;
–sluitingen met metaal of touw bevatten;
–postzegels bevatten;
–een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is (af)gesloten.
•Gebruik alleen enveloppen die bij blootstelling aan temperaturen van 180°C niet sluiten,
omkrullen, kreuken of gevaarlijke stoffen afscheiden.
•Stel de twee papiergeleiders van de universeellader in op de breedte van de enveloppen.
2
bankpostpapier. Gebruik nooit en veloppen die:
Transparanten
46
Richtlijnen voor media
Etiketten
Gebruik alleen etiketten die zijn ontworpen voor laserprinters. Gebruik alleen etikettenvellen waarop
geen ruimte is tussen de etiketten, zoals in de afbeelding hieronder. Maak altijd een paar
proefafdrukken voordat u een grote hoeveelheid van een bepaalde soort etiketten aanschaft.
Geschikte etiketten
Etiketten moeten temperaturen van 180ºC kunnen weerstaan zonder te smelten, te verkleuren, om
te krullen of gevaarlijke stoffen af te geven. Raadpleeg voor meer informatie ov er het afdrukken, de
kenmerken en het ontwerp van etiketten de Card Stock & Label Guide op de Lexmark website.
Voer etiketten alleen via de universeellader in. U drukt als volgt af op etiketten:
•Gebruik alleen papieren etiketten. Gebruik nooit etiketten van vinyl.
•Druk geen grote hoeveelheden etiketten achter elkaar af .
•Gebruik geen etiketten waarvan de lijm op de vellen aan de oppervlakte ligt.
•Gebruik geen etiketten met een vochtafstotende coating of stijfsellaag.
•Stel op het bedieningspaneel, vanuit MarkVision Professional of met het
printerstuurprogramma Papiersoort (of Type media) in op Etiketten.
Zie Papier laden voor instructies voor het laden van etiketten.
Ongeschikte etiketten
Karton
Voer karton alleen in via de universeellader. Als u de verkeerde papierbron gebruikt, kunnen zich
storingen voordoen of is het mogelijk dat het karton niet kan worden ingevoerd. De eigenschappen
van het karton, zoals de vezelrichting, het vochtgehalte, de dikte en de structuur, kunnen de
afdrukkwaliteit beïnvloeden.
Voor optimale resultaten, raden wij aan Springhill Index Plus (gewicht 90 lb) karton te gebruiken.
Het karton moet bestand zijn tegen temperaturen tot 180°C zonder te smelten of gevaarlijke stoffen
af te geven.
Raadpleeg voor meer inf ormatie over kartonsoorten die worden ondersteund door de printer de Card
Stock & Label Guide op de Lexmark website.
Stel de papiersoort (of het T y pe media) altijd in op Karton wanneer u op zw aarder pa pier afdrukt. De
temperatuur van het verhittingsstation en de snelheid van de engine worden aangepast voor een
optimale afdrukkwaliteit.
Zie Papier laden voor instructies voor het laden van karton.
Etiketten
47
4
Printermenu's
Selecteer voor verdere informatie een menu of menu-item..
Printertaal
Printergebruik
Spaarstand
Bronnen opslaan
Laden naar
Afdruktimeout
Auto doorgaan
Wachttimeout
Corr na storing
Pag-beveiliging
Taal op display
Alarminstelling
Sgnl perforator
Nietjesalarm
Takenlog
Beginpagina
Menu Serieel
PCL Smar tSwitc h
PS SmartSwitch
NPA-modus
Seriële buffer
Taken in buffer
Serieel protocol
Robust XON
Baud
Databits
Pariteit
RS-232/RS-422
Polarit. RS-422
DSR honoreren
Als u wilt voorkomen dat standaardinstellingen kunnen worden gewijzigd, schakelt u de menu's op
het bedieningspaneel als volgt uit:
Zet de printer uit.
1
Opmerking: Als u de menu's op het bedieningspaneel uitschakelt, hebt u nog wel toegang tot
het menu Taak en de functie Afdruk-/wachtstandtaken.
Druk op
2
vervolgens de printer aan.
Laat de knoppen los zodra
3
Het menu
Druk enkele malen op
4
Druk enkele malen op Menu tot u op de tweede regel van de display
5
Druk op
6
Het bericht
Druk enkele malen op
7
(Select).
De menu's zijn uitgeschakeld. Als u op
weergegeven.
Selecteren
Config
Selecteren
Menu's worden uitgeschakeld
(Select) en
Zelftest wordt uitgevoerd
wordt weergegev en op de eerste regel van de display.
totdat u
Menu
(Select).
totdat u
Menu
(Return), houd beide knoppen ingedrukt en zet
Terug
wordt weergegeven .
Paneelmenu's
Config.menu afs.
drukt, wordt het bericht
Menu
ziet en druk dan op
Uitschakelen
wordt kort weergegeven.
ziet en druk dan op
Menu's uitgeschakeld
Menu's op het bedieningspaneel inschakelen
Herhaal stappen 1 t/m 4.
1
Selecteren
Selecteren
(Select).
ziet.
Druk op
2
Ga verder met de stappen 5, 6 en 7.
3
Menu
totdat u
Inschakelen
Menu's op het bedieningspaneel uitschakelen
ziet.
49
Printermenu's
Menu Kleur
Met het menu Kleur wordt de afdrukkwaliteit voor kleuren aangepast.
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarden
Kleurcorrectie
De afgedrukte kleur aanpassen zodat
deze meer overeenkomt met de
kleuren van andere afdrukapparaten of
standaardkleursystemen.
Opmerking:
tussen additieve en subtractieve
kleuren is het niet mogelijk om
bepaalde kleuren op het beeldscherm
te dupliceren op de printer.
Door de verschillen
Auto*
Uit
Handmatig
Op elk object op de afgedrukte
pagina wordt een andere
kleurconversietabel toegepast,
afhankelijk van het type object
en de manier waarop de kleur
voor elk object is
gespecificeerd.
Er wordt geen kleurcorrectie
toegepast.
Voor elk object op de
afgedrukte pagina de
kleurconversietabel handmatig
aanpassen, afhankelijk van het
type object en de manier
waarop de kleur voor elk
object is gespecificeerd. De
aanpassingen worden
opgegeven met de opties die
beschikbaar zijn onder het
menu-item Handmatige kleur.
Menu Kleur
50
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Handmatige
kleur
De RGB- of CMYK-kleurconversies die
worden toegepast op de objecten op
de afgedrukte pagina, aanpassen. De
kleurconversie van gegevens die is
gespecificeerd met RGB-combinaties
kan per type object (tekst,
afbeeldingen en veelden) worden
aangepast.
RGB-beeld
RGB-tekst• sRGB-beeld
RGB-
afbeeldingen
•
sRGB-beeld
kleurconversie toegepast
om afdrukken te produceren
die de kleuren op een
computerbeeldscherm
benaderen.
•
sRGB-levendig
kleurverzadiging voor de
kleurconversietabel sRGBbeeld wordt verhoogd. Deze
waarde is geschikt voor
zakelijke afbeeldingen en
tekst.
•
: er wordt geen
Uit
kleurconversie toegepast.
•
Levendig
kleurconversietabel
toegepast die voor
helderdere en diepere
kleuren zorgt.
•
sRGB-levendig
•Uit
•Levendig
: er wordt een
*: er wordt
: de
*
Afdrukmodus
Bepalen of afbeeldingen worden
afgedrukt in een monochrome grijstint
of in kleur.
CMYK
Kleuren*
Zwart/wit
•
US CMYK
(standaardinstelling voor
machines die 120V
gebruiken): er wordt een
kleurconversietabel
toegepast om SWOPkleurenafdrukken te
benaderen.
•
Euro CMYK
(standaardinstelling voor
machines die 220V
gebruiken): er wordt een
kleurconversietabel
toegepast om EuroScalekleurenafdrukken te
benaderen.
•
CMYK-levendig
kleurverzadiging voor de
kleurconversietabel US
CMYK wordt verhoogd.
•
Uit:
kleurconversie toegepast.
de
er wordt geen
Menu Kleur
51
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Tonerzwarting
Afgedrukte uitvoer lichter of donkerder
maken, of toner besparen.
Opmerking:
voor Tonerzwarting zijn alleen effectief
als het PostScript-stuurprogramma
wordt gebruikt.
De waarden 1, 2 en 3
5
4*
3
2
1
Als Afdrukmodus is ingesteld
op Zwart/wit, wordt met de
waarde 5 de tonerdichtheid en
tonerzwarting verhoogd voor
alle afdruktaken (PCL en
PostScript). Als Afdrukmodus
is ingesteld op Kleur, heeft 5
hetzelfde effect als 4.
Standaardinstelling voor
tonerzwarting.
Vermindering van het
tonerverbruik.
Verdere vermindering van het
tonerverbruik.
Maximale vermindering van
het tonerverbruik.
Menu Afwerking
In het menu Afwerking kunt u aangeven hoe de printer de afgedrukte uitvoer aflevert.
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarden
Lege
Pagina's
Sorteren
Aangeven of de door een
toepassing gegenereerde lege
pagina's in de afdruktaak moeten
worden opgenomen.
De pagina's van een afdruktaak in
de juiste volgorde houden als u de
taak meerdere malen afdrukt.
Niet
afdrukken*
Afdrukken
Uit*
Aan
Drukt door een toepassing
gegenereerde lege pagina's niet af
als onderdeel van een afdruktaak.
Drukt door een toepassing
gegenereerde lege pagina's af als
onderdeel van een afdruktaak.
Drukt iedere pagina van een
afdruktaak zo vaak af als is
opgegeven met het menu-item
Exemplaren. Als u bijvoorbeeld
drie pagina's wilt afdrukken en
Exemplaren instelt op 2, worden
de volgende pagina's afgedrukt:
pagina 1, pagina 1, pagina 2,
pagina 2, pagina 3, pagina 3.
Drukt de afdruktaak in zijn geheel
zo vaak af als is opgegeven met
het menu-item Exemplaren. Als u
bijvoorbeeld drie pagina's wilt
afdrukken en Exemplaren instelt
op 2, worden de volgende pagina's
afgedrukt: pagina 1, pagina 2,
pagina 3, pagina 1, pagina 2,
pagina 3.
Menu Afwerking
52
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Exemplaren
Dubbelzijdig
Bindz
dubbelz
Het aantal exemplaren instellen
dat u als standaardwaarde wilt
gebruiken. (U stelt het aantal
exemplaren voor een specifieke
afdruktaak in met het
printerstuurprogramma. Waarden
die in het stuurprogramma zijn
opgegeven, hebben altijd voorrang
boven de waarden die via het
bedieningspaneel zijn ingesteld.)
Dubbelzijdig afdrukken instellen
als de standaardmodus voor alle
afdruktaken. (Selecteer de optie
voor dubbelzijdig afdrukken
(duplex) in het
printerstuurprogramma als u
alleen specifieke afdruktaken
dubbelzijdig wilt afdrukken.)
Definiëren hoe dubbelzijdig
afgedrukte pagina's worden
ingebonden en wat de afdrukstand
is van de achterzijde van de
pagina's (met de even nummers)
en van de voorzijde van de
pagina's (met de oneven
nummers).
1...999 (1*)
Uit*
Aan
Lange zijde*
Korte zij de
Drukt af op één zijde van het
papier.
Drukt af op beide zijden van het
papier.
Bereidt inbinding voor aan de
lange zijde van de pagina (de
linkerzijde bij de afdrukstand
staand en de bovenzijde bij de
afdrukstand liggend).
Bereidt inbinding voor aan de korte
zijde van de pagina (de bovenzijde
bij de afdrukstand staand en de
linkerzijde bij de afdrukstand
liggend).
Perforeren
N/vel: rand
Gaatjes maken langs de rand van
alle afgedrukte pagina's.
(Selecteer de perforatiefunctie
(hole punch) in het
printerstuurprogramma als u
alleen een bepaalde taak wilt
perforeren.)
Een rand afdrukken rond iedere
pagina-afbeelding bij het
afdrukken van meerdere pagina’s
op één vel.
Uit*
Aan
Geen*
Effen
Perforeert de afgedrukte uitvoer
niet.
Perforeer t elke afgedr uk te pagina .
Drukt geen rand af rond de
afgebeelde pagina’s.
Drukt een effen rand af rond de
afgebeelde pagina’s.
Menu Afwerking
53
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
N/vel:
volgorde
N/vel
afdrukken
De positie van afgebeelde pagina’s
bepalen bij het afdrukken van
meerdere pagina's op één vel. De
positie hangt af van het aantal
afbeeldingen en de afdrukstand
van de afbeeldingen (staand of
liggend).
Als u bijvoorbeeld 4 op één vel en de afdrukstand Staand selecteert, is het resultaat
afhankelijk van de waarde die u selecteert bij N/vel: volgorde:
Horizontale
volgorde
21
43
Meerdere pagina’s afdrukken op
één zijde van het papier. Dit wordt
ook wel n-op of papierbesparing
genoemd.
De afdrukstand bepalen van een
vel waarop meerdere pagina's
worden afgedrukt.
3 per vel
4 per vel
6 per vel
9 per vel
12 per vel
16 per vel
Auto*
Lange zijde
Korte zij de
Drukt drie paginabeelden per zijde
af.
Drukt vier paginabeelden per zijde
af.
Drukt zes paginabeelden per zijde
af.
Drukt negen paginabeelden per
zijde af.
Drukt twaalf paginabeelden per
zijde af.
Drukt zestien paginabeelden per
zijde af.
De printer laten kiezen tussen de
afdrukstanden staand en liggend.
Stelt de lange zijde van het papier
in als bovenzijde (liggend).
Stelt de korte zijde van het papier
in als bovenzijde (staand).
Menu Afwerking
54
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Verschven
pags
Scheidingspags
De uitvoer van elke afdruktaak of
elk exemplaar van een afdruktaak
verschuiven, zodat de documenten
die in de uitvoerlade zijn
gestapeld, eenvoudiger te
scheiden zijn.
Lege scheidingspagina's invoegen
tussen afdruktaken, tussen
meerdere exemplaren van een
taak of tussen de pagina's van een
taak.
Geen*
Tussen
exempl.
Tussen taken
Geen*
Tussen
exempl.
Tussen taken
Tussen pags
Stapelt alle vellen recht boven op
elkaar.
Verschuift elk exemplaar van een
afdruktaak.
Verschuift elke afdruktaak.
Voegt geen scheidingspagina's in.
Voegt een leeg vel in tussen alle
exemplaren van een afdruktaak.
Als Sorteren is ingesteld op Uit,
wordt een lege pagina ingevoegd
tussen alle sets van afgedrukte
pagina's (alle pagina's 1, alle
pagina's 2, enzovoort). Als
Sorteren is ingesteld op Aan,
wordt een lege pagina ingevoegd
na elk gesorteerd exemplaar van
dezelfde afdruktaak.
Voegt een lege pagina in tussen
afdruktaken.
Voegt een leeg vel in tussen alle
pagina's van een afdruktaak. Dit is
nuttig als u transparanten afdrukt
of pagina's voor aantekeningen in
een document wilt opnemen.
Bron
scheid.pags
Taak nieten
Papier uit
bron
Aangeven uit welke papierbron de
scheidingspagina's geladen
moeten worden.
Nieten instellen als
standaardwaarde voor alle
afdruktaken. (Selecteer de
nietoptie (stapling) in het
printerstuurprogramma als u
alleen specifieke afdruktaken wilt
nieten.)
De papierbron opgeven die moet
worden gebruikt als de printer het
nietapparaat start. Als u een
nietjeshouder hebt vervangen of
een papierstoring hebt verholpen,
is het mogelijk dat de printer een
vel papier meerdere keren moet
nieten om het nietapparaat te
starten.
Lade <x>
(Lade 1*)
MF-lader
Uit*
Aan
Lade <x>
(Lade 1*)
MF-lader
Haalt scheidingspagina's uit de
opgegeven lade.
Haalt scheidingspagina's uit de
universeellader (ook wel
multifunctionele lader genoemd).
(U moet ook MF config instellen op
Cassette.)
Niet de afdruktaken niet.
Niet elke afdruktaak die naar de
printer wordt gestuurd.
Selecteert papier uit de opgegeven
lade.
Selecteert papier uit de
universeellader.
Menu Afwerking
55
Printermenu's
Menu Infrarood
Het menu Infrarood wordt alleen weergegeven als er ten minste één infraroodinterface in de printer
aanwezig is.
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoel
Infraroodpoort
PCL SmartSwitchOpmerking:
Wanneer de waarde voor NPA-modus, Infraroodpoort of Taken in buffer wordt
gewijzigd via het bedieningspaneel, wordt de printer automatisch opnieuw
gestart zodra de menu's worden afgesloten, om het geheugen opnieuw te
configureren.
Opmerking:
weergegeven. Als er meerdere infraroodpoorten beschikbaar zijn, kan de
gebruiker niet opgeven welke poort moet worden geactiveerd. De eerste optie
wordt altijd ingeschakeld (bijvoorbeeld de optie met het laagste sleufnummer).
=Uitgeschakeld*
=IR-optie X
PostScript-interpreters beschikbaar zijn EN Infraroodpoort niet is ingesteld
op Uitgeschakeld.
=Uit
=Aan*
PS SmartSwitchOpmerking:
PostScript-interpreters beschikbaar zijn EN Infraroodpoort niet is ingesteld op
Uitgeschakeld.
=Uit
=Aan*
NPA-modus
Wanneer de waarde voor NPA-modus, Infraroodpoort of Taken in buffer wordt
gewijzigd via het bedieningspaneel, wordt de printer automatisch opnieuw
gestart zodra de menu's worden afgesloten, om het geheugen opnieuw te
configureren.
Opmerking:
ingesteld op Uitgeschakeld.
=Uit
=Auto*
Er wordt maar één van de geïnstalleerde infraroodpoorten
Deze optie wordt alleen weergegeven als zowel PCL- als
Deze optie wordt alleen weergegeven als zowel PCL- als
Deze optie wordt alleen weergegeven als Infraroodpoort niet is
Infraroodbuffer
Wanneer de waarde voor NPA-modus, Infraroodpoort of Taken in buffer wordt
gewijzigd via het bedieningspaneel, wordt de printer automatisch opnieuw
gestart zodra de menu's worden afgesloten, om het geheugen opnieuw te
configureren.
Opmerking:
ingesteld op Uitgeschakeld.
=Uitgeschakeld
=Auto*
=36 K ... (maximaal toegestane grootte)
Deze optie wordt alleen weergegeven als Infraroodpoort niet is
Menu Infrarood
56
Menu-itemDoel
Printermenu's
Taken in buffer
VenstergrootteOpmerking:
Vertr bij overdrOpmerking:
Max. baud-snelh.Opmerking:
Wanneer de waarde voor NPA-modus, Infraroodpoort of Taken in buffer wordt
gewijzigd via het bedieningspaneel, wordt de printer automatisch opnieuw
gestart zodra de menu's worden afgesloten, om het geheugen opnieuw te
configureren.
Deze optie wordt alleen weergegeven als Infraroodpoort niet is
Deze optie wordt alleen weergegeven als een geformatteerde
Deze optie wordt alleen weergegeven als Infraroodpoort niet is
Deze optie wordt alleen weergegeven als Infraroodpoort niet is
Deze optie wordt alleen weergegeven als Infraroodpoort niet is
Menu Infrarood
57
Printermenu's
Menu Taak
Het menu Taak is alleen beschikbaar als de printer bezig is met het verwerken of uitvoeren v an een
taak, als op de display een ander bericht dan Gereed w ordt w eer gegeven of als de printer zich in de
werkstand Hex Trace bevindt. Druk op Menu om het menu Taak te openen.
Menu-itemDoelWaarden
Fax
annuleren
Taak
annuleren
Uitgaande faxen annuleren
voordat ze worden verzonden of
binnenkomende faxen annuleren
voordat deze volledig zijn
afgedrukt.
De huidige afdruktaak annuleren.Het menu-item Taak annuleren
R
D
Annuleert een binnenkomende fax.
Als het faxnummer van het
verzendende apparaat wordt
weergegeven, drukt u op
Selecteren
binnenkomende fax te annuleren.
Annuleert een uitgaande fax. Als
het faxnummer van het
ontvangende apparaat wordt
weergegeven, drukt u op
Selecteren
te annuleren. Als het
telefoonnummer van de fax die u
wilt annuleren niet wordt
weergegeven, gebruikt u
door de lijst te bladeren. De printer
kan maximaal vijf uitgaande
faxnummers in de uitgaande
faxwachtrij weergeven. Als er vijf
faxen in de wachtrij zijn geplaatst,
wordt de volgende fax verzonden
of geannuleerd.
wordt alleen weergegeven als de
printer een taak verwerkt of als er
een taak in het printergeheugen
aanwezig is.
(Select) om de
(Select) om de faxtaak
Menu
om
Menu Taak
58
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Opdr.
vertrouwel
V ertrouwelijke afdruktaken (ook wel beveiligde afdruktaken genoemd) afdrukken die zijn
opgeslagen in het printergeheugen.
Opmerking:
printergeheugen verwijderd.
Voer de PIN-code in die aan de
1
beveiligde taak is toegewezen.
Selecteer vervolgens een van
2
de volgende waarden:
Als een beveiligde taak is afgedrukt, wordt deze automatisch uit het
Voer PIN in
Alle
opdr.afdr.
Opdr.afdrukk
en
Alle opdr.
verw.
Opdracht
verw.
Voer de PIN-code van de
vertrouwelijke taak in met de
knoppen op het bedieningsp ane el.
Drukt alle taken af die met deze
PIN-code zijn beveiligd.
Drukt een specifieke vertrouwelijke
taak af. Druk op
lijst met vertrouwelijke taken voor
de PIN-code te bladeren. Druk op
Selecteren
afdruktaak te kiezen.
Verwijdert alle taken die met de
PIN-code zijn beveiligd.
Verwijdert een specifieke
vertrouwe li j ke taak. Druk op
om door de lijst met vertrouwelijke
taken voor de PIN-code te
bladeren. Druk op
(Select) om een specifieke
afdruktaak te kiezen en te
verwijderen.
(Select) om de
om door de
Menu
Selecteren
Menu
Exemplaren
Bepaalt hoeveel exemplaren van
een beveiligde taak worden
afgedrukt. Druk op
de lijst met vertrouwelijke taken
voor de PIN-code te bladeren.
Druk op
de taak te kiezen die u wilt
afdrukken. Druk op
aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken te verhogen of te
verlagen en druk vervolgens op
Selecteren
Selecteren
(Select).
om door
Menu
(Select) om
om het
Menu
Menu Taak
59
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Taken in
wacht
Gereserveerde, herhaalde of
gecontroleerde afdruktaken die in
het printergeheugen zijn
opgeslagen, afdrukken.
Alle
opdr.afdr.
Opdr.afdrukk
en
Alle opdr.
verw.
Opdracht
verw.
Exemplaren
Drukt alle taken in de wachtstand
af.
Drukt een specifieke taak in de
wachtstand af. Druk op
door de lijst met afdruktaken te
bladeren. Druk op
(Select) om een afdruktaak te
kiezen en af te drukken.
Verwijdert alle taken die in de
wachtstand staan.
Verwijdert een specifieke taak.
Druk op
afdruktaken te bladeren. Druk op
Selecteren
afdruktaak te verwijderen.
Bepaalt hoeveel exemplaren er
van een taak in de wachtstand
worden afgedrukt. Druk op
om door de lijst met afdruktaken te
bladeren. Druk op
(Select) om de taak te kiezen die u
wilt afdrukken. Druk op
het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken te verhogen of te
verlagen en druk vervolgens op
Selecteren
Menu
(Select) om de
(Select).
Selecteren
om door de lijst met
Selecteren
Menu
Menu
Menu
om
om
Nwe actieve
lade
Nietapp
starten
Reset Printer
De actieve lade definiëren als beginlade (de eerste lade die afgedrukte uitvoer ontvangt)
in een groep gekoppelde laden.
Het nietapparaat moet opnieuw worden gestart nadat een gebruiker een nieuwe
nietjeshouder in het nietapparaat heeft geladen. De bewerking kan ook nodig zijn
wanneer zich een storing heeft voorgedaan in het nietapparaat en de storing is
verholpen.
De printer opnieuw instellen op de standaardwaarden van de menu-items, alle geladen
bronnen (lettertypen, macro's en symbolen) verwijderen uit het printergeheugen (RAM)
en alle gegevens verwijderen uit de interfacekoppelingsbuffer.
Sluit eerst de toepassing waarmee u werkt af, voordat u Reset Printer selecteert.
Menu Taak
60
Printermenu's
Menu Netwerk
Met het menu Netwerk kunt u de instellingen wijzigen voor taken die via een netwerkpoort worden
verstuurd (Standaardnetwerk of Netwerkoptie <x>).
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarden
Taken in
buffer
MAC binair
PS
Netwerkbuffer
Afdruktaken tijdelijk opslaan op de
vaste schijf van de printer voordat
zij worden afgedrukt.
Opmerking:
wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
De printer configureren om binaire
PostScript-af druktaken voor de
Macintosh te verwerken.
De grootte van de
netwerkinvoerbuffer configureren.
Opmerking:
Netwerkbuffer wijzigt, wordt de
printer automatis ch opnieu w
ingesteld.
Als u dit menu-item
Als u de w aar de v o or
Uit*
Aan
Auto
Aan
Uit
Auto*
Auto*
3K tot
maximaal
toegestane
grootte
Slaat geen t aken op in de b uff er op
de vaste schijf.
Slaat afdruktaken op in de buffer
op de vaste schijf.
Slaat afdruktaken alleen op in de
buffer als de printer bezig is met de
verwerking van gegevens uit een
andere invoerpoor t.
De printer verwerkt ruwe binaire
PostScript-afdruktaken van
computers waarop het Macintoshbesturingssysteem wordt
uitgevoerd.
Opmerking:
ertoe leiden dat Windowsafdruktaken mislukken.
De printer filtert PostScriptafdruktaken aan de hand van een
standaardprotocol.
De printer verwerkt afdruktaken
van computers waarop Windows óf
een Macintosh-besturingssysteem
wordt uitgevoerd.
De printer berekent automatisch
de grootte van de netwerkbuffer
(aanbevolen instelling).
De gebruiker geeft de grootte van
de netwerkbuffer op. De
maximumgrootte hangt af van de
hoeveelheid geheugen in de
printer, de grootte van de andere
koppelingsbuffers en of u het
menu-item Bronnen opslaan hebt
ingesteld op Aan of Uit. Als u de
netwerkbuffers wilt maximaliseren,
kunt u de parallelle buffer, seriële
buffer en USB-buffer uitschakelen
of kleiner maken.
Deze instelling kan
Menu Netwerk
61
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Netwerkinst
<x>
NPA-modus
PCL
SmartSwitch
Een interne printerserver
configureren.
Aangeven of de printer de speciale
verwerking voor bidirectionele
communicatie uitvoert, zoals
gedefinieerd in de specific at ies
van het Network Printing Alliance
Protocol (NPA).
Opmerking:
wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
De printer zo configureren dat
deze automatisch overschakelt op
PCL-emulatie als dit voor een
afdruktaak op de netwerkpoort
vereist is, ongeacht de standaard
printertaal.
Als u dit menu-item
Waarden voor dit menu-item worden door de
specifieke printerserver geleverd. Selecteer het
menu-item als u de beschikbare waarden wilt
bekijken.
Opmerking:
informatie.
Uit
Auto*
Aan*
Uit
Raadpleeg de cd Drivers voor meer
De printer past geen NPAverwerking toe.
De printer controleert welke
indeling de gegevens hebben en
past de verwerking aan.
De printer controleert de gegevens
op de netwerkinterface en
selecteert PCL-emulatie als dit de
vereiste printertaal is.
De printer controleert de
binnenkomende gegevens niet. De
printer gebruikt PostScriptemulatie om de taak te verwerken
als PS SmartSwitch is ingesteld op
Aan. Als PS SmartSwitch is
ingesteld op Uit, gebruikt de printer
de standaard printertaal.
PS
SmartSwitch
Std.inst.
netwerk
De printer zo configureren dat
deze automatisch overschakelt op
PostScript-emulatie als dit voor
een afdruktaak op de netwerkpoort
vereist is, ongeacht de standaard
printertaal.
Een interne printerserver
configureren.
Aan*
Uit
Waarden voor dit menu-item worden door de
specifieke printerserver geleverd. Selecteer het
menu-item als u de beschikbare waarden wilt
bekijken.
Opmerking:
informatie.
De printer controleert de gegevens
op de netwerkinterface en
selecteert PostScript-emulatie als
dit de vereiste printertaal is.
De printer controleert de
binnenkomende gegevens niet. De
printer gebruikt PCL-emulatie om
de taak te verwerken als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Als PCL SmartSwitch is ingesteld
op Uit, gebruikt de printer de
standaard printertaal.
Raadpleeg de cd Drivers voor meer
Menu Netwerk
62
Printermenu's
Menu Pa rallel
Met het menu Parallel kunt u de instellingen wijzigen voor taken die via een parallelle poort worden
verstuurd (Standaard parallelle poort of Parallel optie <x>).
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarden
Uitgebr.
status
INIT
honoreren
Taken in
buffer
MAC binair
PS
Bidirectionele communicatie via
een parallelle poort inschakelen.
V astste lle n of de printe r v erzo ek en
om initialisatie van de hardware
afkomstig van de computer
honoreert. De computer doet een
initialisatieverzoek door het INITsignaal op de parallelle interface te
activeren. Veel computers
activeren het INIT-signaal telkens
opnieuw als de computer wordt
aan- of uitgezet.
Afdruktaken tijdelijk opslaan op de
vaste schijf van de printer voordat
zij worden afgedrukt.
Opmerking:
wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
De printer configureren om binaire
PostScript-af druktaken voor de
Macintosh te verwerken.
Als u dit menu-item
Uit
Aan*
Uit*
Aan
Uit*
Aan
Auto
Aan
Schakelt de onderhandeling op de
parallelle poort uit.
Schakelt bidirectionele
communicatie via de parallelle
interface in.
De printer honoreert verzoeken om
hardware-initialisatie van de
computer niet.
De printer honoreert hardwareinitialisatieverzoeken van de
computer.
Slaat geen afdruktaken op in de
buffer op de vaste schijf.
Slaat afdruktaken op in de buffer
op de vaste schijf.
Slaat afdruktaken alleen op in de
buffer als de printer bezig is met de
verwerking van gegevens uit een
andere invoerpoort.
De printer verwerkt ruwe binaire
PostScript-afdruktaken van
computers waarop het Macintoshbesturingssysteem wordt
uitgevoerd.
Opmerking:
ertoe leiden dat Windowsafdruktaken mislukken.
Deze instelling kan
Uit
Auto*
Menu Parallel
63
De printer filtert PostScriptafdruktaken aan de hand van een
standaardprotocol.
De printer verwerkt afdruktaken
van comp uters wa arop Windo ws óf
een Macintosh-besturingssysteem
wordt uitgevoerd.
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
NPA-modus
Parallelbuffer
Aangeven of de printer de speciale
verwerking voor bidirectionele
communicatie uitvoert, zoals
gedefinieerd in de specific at ies
van het Network Printing Alliance
Protocol (NPA).
Opmerking:
wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
De grootte van de parallelle
invoerbuffer configureren.
Opmerking:
wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
Als u dit menu-item
Als u dit menu-item
Aan
Uit
Auto*
Uitgeschakeld
Auto*
3 K tot
maximaal
toegestane
grootte
De printer past NPA-verwerking
toe. Als de gegevens niet in de
NPA-ind eli ng zi jn opges teld ,
worden deze als onverwerkbaar
beschouwd en verwijderd.
De printer past geen NPAverwerking toe.
De printer controleert welke
indeling de gegevens hebben en
past de verwerking aan.
Schakelt de optie Taken in buffer
uit. Afdruktaken die al in de
schijfbuffer zijn opgenomen,
worden afgedrukt voordat het
normaal verwerken van nieuwe
afdruktaken wordt hervat.
De printer berekent automatische
de grootte van de parallelbuffer
(aanbevolen instelling).
De gebruiker geeft de grootte van
de parallelbuffer op. De
maximumgrootte hangt af van de
hoeveelheid geheugen in de
printer, de grootte van de andere
koppelingsbuffers en of u het
menu-item Bronnen opslaan hebt
ingesteld op Aan of Uit. Als u de
parallelbuffer wilt maximaliseren,
kunt u de seriële buffer en de USBbuffer uitschakelen of kleiner
maken.
Werkst.
paral. 1
Werkst.
paral. 2
Het beheer van de
afstopweerstanden voor signalen
op de parallelle poort. Dit menuitem is nuttig voor computers met
open collector-output voor de
signalen van de parallelle poort.
Bepalen hoe de gegevens van de
parallelle poort worden gesampled
aan de voor- of achterkant van de
strobe.
Menu Parallel
Aan
Uit*
Aan*
Uit
64
Schakelt de weerstanden uit.
Schakelt de weerstanden in.
Samplet gegevens op de parallelle
poort aan de voorkant van de
strobe.
Samplet gegevens op de parallelle
poort aan de achterkant van de
strobe.
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
PCL
SmartSwitch
PS
SmartSwitch
Protocol
De printer zo configureren dat
deze automatisch overschakelt op
PCL emulatie als dit voor een
afdruktaak vereist is. Het gaat
hierbij om afdruktaken die worden
ontvangen via de parallelle poort
en de instelling van de standaard
printertaal doet niet ter zake.
De printer zo configureren dat
deze automatisch overschakelt op
PostScript-emulatie als dit voor
een afdruktaak op de parallelle
poort vereist is, ongeacht de
standaard printertaal.
Een protocol voor de parallelle
interface opgeven.
Aan*
Uit
Aan*
Uit
Standaard
De printer controleert de gegevens
op de para llelle interface en
selecteert PCL- emulatie als dit de
vereiste printertaal is.
De printer controleert de
binnenkomende gegevens niet. De
printer gebruikt PostScriptemulatie om de taak te verwerken
als PS SmartSwitch is ingesteld op
Aan. Als PS SmartSwitch is
ingesteld op Uit, gebruikt de printer
de standaard printertaal.
De printer controleert de gegevens
op de para llelle interface en
selecteert PostScript-emulatie als
dit de vereiste printertaal is.
De printer controleert de
binnenkomende gegevens niet. De
printer gebruikt PCL-emulatie om
de taak te verwerken als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Als PCL SmartSwitch is ingesteld
op Uit, gebruikt de printer de
standaard printertaal.
Kan een aantal problemen met de
parallelle interface oplossen.
Fastbytes*
Biedt compatibiliteit met de meeste
interface-implementaties
(aanbevolen instelling).
Menu Parallel
65
Printermenu's
Menu PCL Emul
In het menu PCL Emul wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken
waarvoor PCL-emulatie als printertaal wordt gebruikt.
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarden
A4-breedte
Auto HR bij
NR
Auto NR bij
HR
Lettertypenaam
De breedte van de logische pagina
selecteren voor A4-papier.
Opgeven of de printer automatisch
een harde return uitvoert na de
opdracht voor een nieuwe regel.
Opgeven of de printer automatisch
een opdracht voor een nieuwe
regel uitvoert na de opdracht voor
een harde return.
Een lettertype kiezen uit de
opgegeven lettertypebron.
198 mm*
203 mm
Uit*
Aan
Uit*
Aan
R0 Courier
10*
Maakt de logische pagina
compatibel met de HewlettPackard LaserJet 5 printer.
Maakt de logische pagina breed
genoeg om tachtig 10-pitch tekens
af te drukken.
De printer voert geen harde return
uit na de opdracht voor een nieuwe
regel.
De printer voert een harde return
uit na de opdracht voor een nieuwe
regel.
De printer voert geen nieuwe regel
uit na de opdracht voor een harde
return.
De printer voert een nieuwe regel
uit na de opdracht voor een harde
return.
De lettertypenaam en de
lettertype-ID van alle lettertypen in
de geselecteerde lettertypebron
worden weergegeven. De afkorting
van de naam van de lettertypebron
is R voor Intern, F voor Flash, K
voor Schijf en D voor Laadbaar.
Lettertypebron
Bepalen welke lettertypen worden
weergegeven in het menu-item
Lettertypenaam.
Menu PCL Emul
Intern*
Laadbaar
Flash
Schijf
Alle
66
Geeft alle interne lettertypen weer
die in de fabriek in het RAM van de
printer zijn geladen.
Geeft alle lettertypen weer die
vanuit andere bronnen in het RAM
zijn geladen.
Geeft alle lettertypen in het
flashgeheugen weer.
Geeft alle lettertypen weer die op
de vaste schijf van de printer zijn
opgeslagen.
Geeft alle beschikbare lettertypen
uit alle bronnen weer.
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Regels/
pagina
Afdrukstand
Pitch
Het aantal regels instellen dat per
pagina wordt afgedrukt.
Bepalen in welke stand de tekst en
afbeeldingen op de pagina worden
afgedrukt.
De lettertypepitch opgeven voor
schaalbare lettertypen met een
vaste tekenafstand
(monogespatieerd).
1...255
60*
(land/regiospecifieke
fabriekswaarden)
64*
(land/regiospecifieke
fabriekswaarden)
Staand*
Liggend
0.08...100
(in
veelvouden
van 0,01 cpi)
10*
De ruimte tussen de regels
(verticale regelafstand) wordt
automatisch ingesteld op basis
van de instellingen voor Regels/
pagina, Papierformaat en
Afdrukstand. Selecteer het juiste
papierformaat en de juiste
afdrukstand voordat u het aantal
regels per pagina instelt.
Drukt de tekst en afbeeldingen
evenwijdig aan de korte zijde van
het papier af.
Drukt de tekst en afbeeldingen
evenwijdig aan de lange zijde van
het papier af.
De pitch heeft betrekking op het
aantal tekens met vaste spatiëring
in een horizontale inch. U kunt een
pitch selecteren met een waarde
tussen 0,08 en 100 tekens per inch
(cpi, characters per inch), in
veelvouden van 0,01 cpi. Voor nietschaalbare, monogespatie er de
lettertyp en wordt de pitc h wel
weergegeven, maar kunt u deze
niet wijzigen.
Opmerking:
weergegeven voor vaste
(monogespatieerde) let tertypen.
De pitch wordt alleen
Puntformaat
Het puntformaat wijzigen van
schaalbare, typografische
lettertypen.
Menu PCL Emul
1...1008
(in
veelvouden
van 0,25
punten)
12*
67
Het puntformaat heeft betrekking
op de hoogte van de tekens in het
lettertype. Eén punt is ongeveer
gelijk aan 0,35 mm. U kunt
puntformaten selecteren met
waarden tussen 1 en 1008 punten,
in veelvouden van 0,25 punten.
Opmerking:
wordt alleen weergegeven voor
typografische lettertypen.
Het puntformaat
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Tekenset
Lade-nr
wijzigen
Een tekenset kiezen voor een
geselecteerde lettertypenaam.
De printer zo configureren dat deze werkt met printerstuurprogramma's of toepassingen
die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd.
Opmerking:
toewijzen van nummers aan bronnen.
Selecteer een papierbron.
1
Selecteer een waarde.
2
Raadpleeg de Technical Reference voor meer informatie over het
Een tekenset is een set
alfabetische en numerieke tekens,
interpunctietekens en speciale
tekens die worden gebruikt als u in
een bepaald lettertype afdrukt.
Tekensets ondersteunen de
verschillende vereisten voor talen
of specifieke toepassingen, zoals
wiskundige tekens voor
wetenschappelijke teksten. Alleen
tekensets die worden ondersteund
door de geselecteerde
lettert yp ena am worde n
weergegeven.
De printer gebruikt de
fabrieksinstellingen voor de
papierbron.
Andere waarden voor Lade-nr.
wijzigen
0...199
Geen
Fabr.
instelling
Stand.
herstellen
Selecteer een numerieke waarde
als u een aangepaste waarde wilt
toewijzen aan een papierbron.
De papierbron negeert de
opdracht Papierinvoer selecteren.
Druk op
fabriekswaarde weer te geven die
aan elke papierbron is
toegewezen.
Selecteer Ja om alle
ladetoewijzingen weer op de
fabriekswaarden in te stellen.
Menu
om de
Menu PCL Emul
68
Printermenu's
Menu Papier
In het menu Papier kunt u de papiersoort in de laden instellen en de standaard papierbron en
uitvoerlade aangev en.
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarden
Ken type/vak
toe
Uitvrlad. conf.
Afdruktaken naar een specifieke
uitvoerlade sturen op basis van de
verzochte papiersoort.
Opmerking:
hebt opgegeven, wordt deze
weergegeven in plaats van Lade
aangepast <x>. De naam wordt
na 14 tekens afgekapt. Als twee of
meer laden dezelfde naam
hebben, verschijnt deze naam
slechts één keer in de lijst van
waarden voor Ken type/vak toe.
Bepalen welke uitvoerlade(n) de
printer voor een bepaalde taak
gebruikt.
Verstuurt afdruktaken naar de
uitvoerlade die voor die gebruiker
bestemd is.
Koppelt twee of meer laden aan
elkaar alsof de laden één grote
lade vormen. Wanneer één van de
gekoppelde laden vol is, begint de
printer de volgende gekoppelde
lade te vullen, daarna de
volgende, enzovoort.
(waarbij <x> staat voor 1 tot
Uitvoer is vol
Koppeling
opt.
Type
toekennen
Menu Papier
69
Verstuurt afdruktaken naar de
uitvoerlade die bestemd is voor die
gebruiker totdat deze vol is. De
afdruktaken worden vervolgens
naar het ingestelde overloopvak
gestuurd.
Koppelt alle optionele uitvoerladen
tot één grote lade, maar de
standaardlade blijft daarbij
afzonderlijk adresseerbaar.
Verstuur t alle afdr uktaken naar de
uitvoerlade die voor die
papiersoort is opgegeven.
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
MF config.
Bepalen wanneer de printer papier
selecteert dat in de
universeellader (ook wel de
multifunctionele lader genoemd) is
geplaatst.
Cassette*
Handmatig
Eerste
Papiercassette
De printer behandelt de
universeellader op dezelfde
manier als elke andere papierlade.
Als voor een afdruktaak om een
papierformaat of papiersoort wordt
gevraagd die alleen in de
universeellader is geladen, haalt
de printer voor die afdruktaak
papier uit de universeellader.
De printer behandelt de
universeellader op dezelfde
manier als een lade voor
handmatige invoer en geeft het
bericht Handmatig laden weer
wanneer u een enkel vel papier in
de lader moet plaatsen.
De printer haalt papier uit de
universeellader totdat deze leeg is,
ongeacht de papierbron of het
papierformaat dat voor de
afdruktaak is gevraagd.
De printer behandelt de
universeellader op dezelfde
manier als elke andere papierlade,
maar enveloppen worden niet
automatisch ondersteund.
Aangepaste
srtn
Uitvoerlade
Soorten papier toewijzen aan elk
van de Aangepaste soorten die
beschikbaar zijn in het menu-item
Papiersoort.
De standaardlade opgeven voor
de afgedrukte uitvoer.
Waarden voor Aangepast <x>, waarbij <x> staat
voor 1, 2, 3, 4, 6 (alleen papier) of 5 (alleen
transparanten):
hebt opgegeven, wordt deze
weergegeven in plaats van
Aangepast <x>. De door de
gebruiker gedefinieerde naam
wordt na 14 tekens afgekapt. Als
twee of meer aangepaste soorten
dezelfde naam hebben, verschijnt
deze naam slechts één keer in de
lijst Aangepaste soorten.
Opmerking:
hebt opgegeven, wordt deze
weergegeven in plaats van
Lade <x>. De naam wordt na 14
tekens afgekapt. Als twee of meer
laden dezelfde naam hebben,
verschijnt deze naam slechts één
keer in de lijst van waarden voor
Uitvoerlade.
Als u zelf een naam
Als u zelf een naam
Menu Papier
70
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Papier laden
Voorbedrukt papier in de lade juist verwerken, ongeacht of het een dubbelzijdige of
enkelzijdige afdruktaak betreft.
Selecteer een papiersoort.
1
Opmerking:
hebt opgegeven, wordt deze
weergegeven in plaats van
Aangepast <x> laden. De naam
wordt na 14 tekens afgekapt.
Deelt de printer mee dat de
opgegeven papiersoort correct is
geladen voor dubbelzijdig
afdrukken. Als de printer een
enkelzijdige afdruktaak ontvangt
voor de betreffende papiersoort,
voegt de printer lege pagina's in
om de afdruktaak correct af te
kunnen handelen op voorbedrukt
papier. Met deze instelling kan
enkelzijdig afdrukken langzaam
worden uitgevoerd.
De printer neemt aan dat het
voorbedrukte materiaal is geladen
voor enkelzijdig afdrukken.
Dubbelzijdige afdruktaken worden
mogelijk niet goed afgedrukt.
Menu Papier
71
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Papierformaat
Het standaardpapierformaat voor iedere papierbron vaststellen. Voor laden met
automatische detectie van het formaat wordt alleen de waarde die is gedetecteerd door
de hardware weergegeven.
Selecteer een papierbron.
1
Selecteer een waarde.
2
(*geeft in de fabriek ingestelde
land/regiospecifieke waarden
aan):
Opmerking:
Statement en Folio worden alleen
weergegeven als de
formaatdetectie is uitgeschakeld.
B5-envelop
Andere envelop
7 ¾-envelop
DL-envelop* (buiten Amerika)
C5-envelop
Universal
Lade <x>
(Lade 1*)
MF-lader
Env-lader
Handinvoer
Env (hand)
Kies Universal wanneer u papier
laadt dat niet overeenkomt met
één van de andere beschikbare
formaten. De printer deelt de
pagina automatisch in op basis
van het maximaal mogelijke
formaat. Vervolgens kunt u het
werkelijke paginaformaat instellen
vanuit de toepassing waarmee u
werkt.
Als u afdrukmedia van hetzelfde
formaat en dezelfde soort gebruikt
in twee papierbronnen (en voor
Papierformaat en Papiersoort de
juiste waarden zijn ingesteld),
worden de laden automatisch
gekoppeld. Als één papierbron
leeg is, worden de afdrukmedia
automatisch vanuit de andere
papierbron ingevoerd.
Menu Papier
72
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Papiersoort
De papiersoort in iedere papierbron bepalen.
U gebruikt dit menu-item voor het volgende:
• De afdrukkwaliteit voor de opgegeven papiersoort optimaliseren.
• Papierbronnen selecteren vanuit de softwaretoepassing door de soort en het formaat
te selecteren.
• Papierbronnen automatisch koppelen. Als u voor Papiersoort en Papierformaat de
juiste waarden hebt ingesteld, worden bronnen met papier van dezelfde soort en
hetzelfde formaat automatisch door de printer gekoppeld.
De standaardpapiersoort voor alle
envelopbronnen is Envelop.
De standaardpapiersoorten voor
de verschillende papierladen zijn
als volgt:
Opmerking:
hebt opgegeven, wordt deze
weergegeven in plaats van
Aangepast <x>. De door de
gebruiker gedefinieerde naam
wordt na 14 tekens afgekapt. Als
twee of meer aangepaste soorten
dezelfde naam hebben, verschijnt
deze naam slechts één keer in de
lijst Papiersoort.
De printer vraagt de gebruiker
papier van het opgegeven formaat
te laden.
Statement/A5
Letter/A4
Alle in lijst*
Drukt A5-afdruktaken af op
Statement-papier als alleen
Statement-papier is geladen.
Omgeke erd worden Statementafdruktaken op A5-papier
afgedrukt als er geen Statementpapier beschikbaar is.
Drukt A4-afdruktaken af op Letterpapier als alleen Letter-papier is
geladen. Omgekeerd worden
Letter-afdruktaken op A4-papier
afgedrukt als er geen Letter-papier
beschikbaar is.
Vervangt Letter/A4 en
Statement/A5
Menu Papier
74
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Universle
install
Het standaardformaat bepalen wanneer de instelling Papierformaat voor een lade of
lader de waarde Universal heeft.
Selecteer een maateenheid.
1
(*geeft in de fabriek ingestelde
land/regiospecifieke waarde
aan):
Selecteer de waarden:
2
Inches
Millimeters
Staand
breedte
Staand
hoogte
Richting
inv oer
*
*
=76–360 mm (216 mm*)
=3,00–14,17 in. (8,5 in.*)
=76–360 mm (360 mm*)
=3,00–14,17 in. (14,17 in.*)
=Korte zijde*
=Lange zijde
Menu Fax
Met het menu Fax kunt u de faxinstellingen van de printer wijzigen.
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarde
Fax instellen
• Stationsnaam
= (Een alfanumerieke waarde die 20 tekens lang
is.) Hoe de waarde wordt weergegeven, is
afhankelijk van de waarde die is gekozen voor de
taal op de display.
• Stationsnummer
= (Een alfanumerieke waarde die 20 tekens lang
is.) Hoe de waarde wordt weergegeven, is
afhankelijk van de waarde die is gekozen voor de
taal op de display.
• Luidspreker
=Uit
=Aan*
• Achter een PABX
=Ja
=Nee*
• ECM inschakelen
=Ja*
=Nee
Menu Fax
75
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarde
Faxlogs
• Verzendlog afdr
• Ontvngstlog afdr
• Logs auto-afdruk
=Nee
=Ja*
• Log wissen
=Ja
• Transmissielog
=Altijd afdrukken
=Nooit afdrukken
=Afdrkkn bij fout *
worden weergegeven. Als u zelf een naam hebt
gedefinieerd voor Aangepast, wordt die naam
weergegeven in plaats van “Aangepast x”. De
naam wordt na 14 tekens afgekapt.
worden weergegeven. Als u zelf een naam hebt
gedefinieerd voor een uitvoerlade, wordt die naam
weergegeven in plaats van "Lade x". De naam
wordt na 14 tekens afgekapt. Als twee of meer
uitvoerladen dezelfde naam hebben, verschijnt
deze naam slechts één keer in de lijst van waarden
voor Loguitvoerbak.
Opmerking:
standaardinstelling voor Loguitvoerbak. In dat niet
het geval, dan is de Standaardlade de
standaardinstelling.
worden weergegeven. Als u zelf een naam hebt
gedefinieerd voor een van de waarden "Aangepast
x", wordt die naam weergegeven in plaats van
"Aangepast x". De naam wordt na 14 tekens
afgekapt.
worden weergegeven. Als u zelf een naam hebt
gedefinieerd voor een uitvoerlade, wordt die naam
weergegeven in plaats van "Lade x". De naam
wordt na 14 tekens afgekapt.
Opmerking:
dezelfde naam hebben, verschijnt deze naam
slechts één keer in de lijst van waarden voor
Faxuitvoerlade.
Opmerking:
standaardinstelling voor Faxuitvoerlade. In dat niet
het geval, dan is de Standaardlade de
standaardinstelling.
In het menu PostScript wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken
waarvoor PostScript-emulatie als printertaal wordt gebruikt.
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarden
Voorkeurlettertype
Afbeelding
glad
Print PS-fout
Bepalen waar de printer het eerst
naar het gewenste lettertype
zoekt.
Opmerking:
lettertype wordt alleen
weergegeven als een
geformatteerde vaste schijf of een
geformatteerd flashgeheugen in
de printer is geïnstalleerd en niet is
beveiligd tegen lezen/schrijven of
schrijven en als de buffergrootte
niet is ingesteld op 100 %.
Het contr ast en de scherpte
verbeteren van
bitmapafbeeldingen met lage
resolutie (bijvoorbeeld
afbeeldingen die u van het World
Wide Web hebt opgehaald) en
soepele kleurovergangen
garanderen.
Opmerking:
Afbeelding glad is niet van invloed
op afbeeldingen met een resolutie
van 300 dpi of hoger.
Een analysepagina afdrukken als
een PostScript-emulatiefout is
opgetreden.
De prioriteit van het
De instelling van
Intern*
Flash / Schijf
Uit*
Aan
Uit*
Aan
De printer zoekt eerst in het
geheugen naar het gewenste
lettertype en daarna in het
flashgeheugen of op de vaste
schijf.
De printer zoekt eerst op de vaste
schijf en in het flashgeheugen naar
het gewenste lettertype en daarna
in het printergeheugen.
Gebruikt de standaardresolutie
voor het afdrukken van alle
afbeeldingen.
Verbetert het afdrukken van
afbeeldingen met een lage
resolutie, bijvoorbeeld 72 dpi.
Verwijdert de afdruktaak zonder
een foutbericht af te drukken.
Drukt een foutbericht af en
verwijdert de afdruktaak.
Menu PostScript
81
Printermenu's
Menu Serieel
Met het menu Serieel kunt u de instellingen wijzigen van take n die via een seriële poort naar de
printer worden gestuurd (Standaard serieel of Serieel optie <x>).
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarden
Baud
Databits
DSR
honoreren
Opgeven met welke snelheid
gegevens op de seriële poort
kunnen worden ontvangen.
Het aantal databits opgeven dat
per transmissieframe wordt
verzonden.
Bepalen of de printer
gebruikmaakt van het DSR-signaal
(Data Set Ready). DSR is een van
de handshaking-signalen die
worden gebruikt voor de meeste
seriële interfacek abels.
DSR wordt door de seriële
interface gebruikt om onderscheid
te maken tussen gegevens die
door de computer zijn verzonden
en gegevens die zijn veroorzaakt
door elektrische ruis in de seriële
kabel. Deze elektrische ruis kan tot
gevolg hebben dat ongewenste
tekens worden afgedrukt. Stel
DSR honoreren in op Aan om te
voorkomen dat er ongewenste
tekens worden afgedrukt.
Alle gegevens die op de seriële
poort worden ontvangen, worden
als geldig beschouwd.
Alleen gegevens die met een hoog
DSR-signaal worden ontvangen,
worden als geldig beschouwd.
Menu Serieel
82
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Taken in
buffer
NPA-modus
Pariteit
Afdruktaken tijdelijk opslaan op de
vaste schijf van de printer voordat
zij worden afgedrukt.
Opmerking:
Taken in buffer wijzigt, wordt de
printer automatis ch opnieu w
ingesteld.
Aangeven of de printer de speciale
verwerking voor bidirectionele
communicatie uitvoert, zoals
gedefinieerd in de specific at ies
van het Network Printing Alliance
Protocol (NPA).
Opmerking:
wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
De pariteit selecteren voor seriële
in- en uitvoerframes.
Als u de w aar de v o or
Als u dit menu-item
Uit*
Aan
Auto
Aan
Uit
Auto*
Even
Oneven
Geen*
Negeren
Slaat geen afdruktaken op in de
buffer op de vaste schijf.
Slaat afdruktaken op in de buffer
op de vaste schijf.
Slaat afdruktaken alleen op in de
buffer als de printer bezig is met de
verwerking van gegevens uit een
andere invoerpoort.
De printer past NPA-verwerking
toe. Als de gegevens niet in de
NPA-indeling zijn opgesteld,
worden deze als onverwerkbaar
beschouwd en verwijderd.
De printer past geen NPAverwerking toe.
De printer controleert welke
indeling de gegevens hebben en
past de verwerking aan.
RS-232/RS422
Polarit. RS422
De configuratie voor de seriële
communicatie aangeven: RS232
of RS422.
De RS-422-polariteit opgeven als
RS-422-communicatie actief is
voor de seriële poort.
Opmerking:
weergegeven als de poort een RS422-configuratie onder ste unt ,
bijvoorbeeld als de fysieke
poorthardware RS-422
ondersteunt.
Opmerking:
weergegeven als voor de
printerinstelling voor de RS-232/
RS-422-poort de waarde RS-422
is ingesteld.
Wordt alleen
Wordt alleen
=RS-232*
=RS-422
=Normaal*
=Omgekeerd
Menu Serieel
83
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
PCL
SmartSwitch
PS
SmartSwitch
Robust XON
De printer zo configureren dat
deze automatisch overschakelt op
PCL-emulatie als dit voor een
afdruktaak op de seriële poort
vereist is, ongeacht de standaard
printertaal.
De printer zo configureren dat
deze automatisch overschakelt op
PostScript-emulatie als dit voor
een afdruktaak op de seriële poort
vereist is, ongeacht de standaard
printertaal.
Bepalen of de printer zijn
beschikbaarheid meldt aan de
computer.
Dit menu-item is alleen van
toepassing op de seriële poort als
Serieel protocol is ingesteld op
XON/XOFF.
Aan*
Uit
Aan*
Uit
Uit*
Aan
De printer controleert de gegevens
op de seriële interface en
selecteert PCL-emulatie als dit de
vereiste printertaal is.
De printer controleert de
binnenkomende gegevens niet. De
printer gebruikt PostScriptemulatie om de taak te verwerken
als PS SmartSwitch is ingesteld op
Aan. Als PS SmartSwitc h is
ingesteld op Uit, gebruikt de printer
de standaard printertaal.
De printer controleert de gegevens
op de seriële interface en
selecteert PostScript-emulatie a ls
dit de vereiste printertaal is.
De printer controleert de
binnenkomende gegevens niet. De
printer gebruikt PCL-emulatie om
de taak te verwerken als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Als PCL Smar tS wit ch is inges tel d
op Uit, gebruikt de printer de
standaard printertaal.
De printer wacht op gegevens van
de computer.
De printer zendt continu een
stroom XON's naar de
hostcomputer om te melden dat de
seriële poort gereed is om meer
gegevens te ontvangen.
Seriële buffer
De grootte van de seriële
invoerbuffer configureren.
Opmerking:
Seriële buffer wijzigt, wordt de
printer automatis ch opnieu w
ingesteld.
Als u de w aar de v o or
Uitgeschakeld
Auto*
3 K tot
maximaal
toegestane
grootte
Menu Serieel
84
Schake l t de buffer uit. Afd ruk t aken
die al in de schijfbuffer zijn
opgenomen, worden afgedrukt
voordat het normaal verwerken
van nieuwe afdruktaken wordt
hervat.
De printer berekent automatische
de grootte van de seriële buffer
(aanbevolen instelling).
De gebruiker geeft de grootte van
de seriële buffer op. De
maximumgrootte hangt af van de
hoeveelheid geheugen in de
printer, de grootte van de andere
koppelingsbuffers en of u het
menu-item Bronnen opslaan hebt
ingesteld op Aan of Uit. Als u de
seriële buffer wilt maximaliseren,
kunt u de parallelle buffer en de
USB-buffer uitschakelen of kleiner
maken.
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Serieel
protocol
De waarden selecteren van de
hardware- en
softwarehandshaking voor de
seriële inter face.
DTR*
DTR/DSR
XON/XOFF
XON/XOFF/
DTR
XONXOFF/
DTRDSR
Hardwarehandshaking
Hardwarehandshaking
Softwarehandshaking
Gecombineerde hardware- en
softwarehandshaking
Gecombineerde hardware- en
softwarehandshaking
Menu Instelling
Met het menu Instelling kunt u een groot aantal printerfuncties configureren.
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarden
Alarminstelling
Bepalen of de printer een
alarmsignaal geeft als de
gebruiker moet ingrijpen.
Uit
Eénmalig*
De printer geeft geen
alarmsignaal.
De printer geeft drie korte
alarmsignalen.
Auto
doorgaan
Instellen hoe lang (in seconden)
de printer een foutbericht blijft
weergeven waarbij menselijk
ingrijpen is vereist, voordat de
printer doorgaat met afdrukken.
Continu
Uitgeschakeld*
5...255
De printer herhaalt de drie
alarmsignalen elke tien seconden.
De printer drukt pas weer af nadat
het foutbericht door een gebruiker
is gewist.
De printer wacht het ingestelde
aantal seconden en gaat dan
automatisch door met afdrukken.
Deze time-out is ook geldig als de
menu's worden weergegeven (en
de printer off line is).
Menu Instelling
85
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Taal op
display
Bepalen in welke taal de tekst op
de display van het
bedieningspaneel wordt
weergegeven.
EnglishO pmer king:
Français
Deutsch
Italiano
Español
Dansk
Norsk
Nederlands
Svenska
Português
Suomi
Japanese
Russian
Polski
Magyar
Türkçe
Czech
waarden beschikbaar.
Mogelijk zijn niet alle
Laden naar
De opslaglocatie bepalen voor
geladen bronnen.
In het flashgeheugen of op de
vaste schijf worden geladen
bronnen permanent opgeslagen
en in het RAM-geheugen worden
deze bronnen tijdelijk opgeslagen.
De bronnen blijven ook in het
flashgeheugen of op de vaste
schijf opgeslagen als de printer
wordt uitgezet.
RAM*
Flash
Schijf
Alle geladen bronnen worden
automatisch opgeslagen in het
printergeheugen (RAM).
Alle geladen bronnen worden
automatisch opgeslagen in het
flashgeheugen.
Alle geladen bronnen worden
automatisch opgeslagen op de
vaste schijf.
Menu Instelling
86
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Sgnl
perforator
Corr na
storing
Opgeven hoe de printer moet
reageren wanneer het
opvangbakje van de perforator vol
raakt.
Bepalen of de printer vastgelopen
pagina's opnieuw afdrukt.
Uit*
Eénmalig
Continu
Aan
Uit
Auto*
Het bericht Perforatiebak vol
wordt weergegeven totdat iemand
de opvangbak van de perforator
leegt. Als in het menu Instelling de
waarde Auto doorgaan is
geselecteerd, gaat de printer na de
opgegeven time-outperiode verder
met afdrukken.
De printer stopt met afdrukken, het
bericht Perfor atiebak v ol
wordt weergegeven en er klinken
drie korte alarmsignalen.
De printer stopt met afdrukken, het
bericht Perfor atiebak v ol
wordt weergegeven en de printer
geeft elke 10 seconden drie
alarmsignalen, totdat de bak leeg
is gemaakt.
De printer drukt vastgelopen
pagina's opnieuw af.
De printer drukt vastgelopen
pagina's niet opnieuw af.
De printer drukt een vastgelopen
pagina opnieuw af, tenzij het
vereiste geheugen nodig is voor
andere afdruktaken.
Takenlog
Statistische informatie over de
recentste afdruktaken opslaan op
de vaste schijf. U krijgt
bijvoorbeeld informatie over de
uitvoering van de afdruktaak en
eventuele fouten tijdens de
uitvoering, hoeveel tijd de taak
heeft gekost, de omvang (in bytes)
van de afdruktaak, het
geselecteerde papierformaat en
de geselecteerde papiersoort, het
totale aantal afgedrukte pagina's
en het geselecteerde aantal
exemplaren.
Opmerking:
alleen weergegeven als een
geformatteerde vaste schijf in de
printer is geïnstalleerd. Deze mag
niet beveiligd zijn tegen lezen/
schrijven of schrijven en de
buffergrootte mag niet zijn
ingesteld op 100 %.
Takenlog wordt
Uit*
Aan
De printer slaat geen statistische
gegevens over taken op de vaste
schijf op.
De printer slaat alle statistische
gegevens over de recentste
afdruktaken op.
Menu Instelling
87
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Pagbeveiliging
Spaarstand
Een pagina afdrukken die anders
de fout Pagina is te comp lex
zou veroorzaken.
Als u Aan hebt ingesteld en u kunt
de pagina nog steeds niet
afdrukken, moet u mogelijk ook het
lettertypeformaat en het aantal
lettertypen verkleinen of meer
geheugen installeren.
Voor de meeste afdruktaken hoeft
u Aan niet te selecteren. Als u Aan
hebt gesel ec tee rd, druk t de prin ter
mogelijk langzamer af.
Instellen na hoeveel tijd (in
minuten) de spaarstand wordt
ingeschakeld nadat een
afdruktaak is afgedrukt.
Uit*
Aan
Uitgeschakeld
1...240
Drukt een pagina gedeeltelijk af
als er onvoldoende geheugen
beschikbaar is om de pagina
geheel af te drukken.
Zorgt ervoor dat de gehele pagina
wordt verwerkt voordat deze wordt
afgedrukt.
Deze waarde wordt alleen
weergegeven als
Energiebesparing is ingesteld op
Uit.
Stelt in hoe lang het na het
uitvoeren van een afdruktaak duurt
voor de spaarstand wordt
ingeschakeld. (Het is mogelijk dat
uw printer niet het hele bereik met
waarden ondersteunt.)
Welke waarde voor Spaarstand in
de fabriek is ingesteld, is
afhankelijk van het printermodel.
Druk de pagina met menuinstellingen af om te bepalen wat
de huidige instelling voor de
spaarstand is. Een printer die in de
spaarstand staat, kan nog steeds
afdruktaken ontvangen.
Met de instelling 1 voor
Spaarstand wordt de printer één
minuut na het afdrukken van een
afdruktaak in de Spaarstand gezet.
Zo verbruikt de printer veel minder
energie, maar is er meer tijd nodig
om de printer op te warmen.
Selecteer 1 als de printer op
hetzelfde stroomcircuit is
aangesloten als de verlichting en
de verlichting flikkeringen vertoont.
Selecteer een hoge waarde als de
printer doorlopend wordt gebruikt.
De printer is dan meestal gereed
om af te drukken met een
minimale opwarmtij d. Sel ec teer
een waarde tussen 1 en 240
minuten als u een juiste balans wilt
hebben tussen energiebesparing
en een korte opwarmtijd.
Menu Instelling
88
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Afdrukgebied
Afdruktimeout
Het logisch en fysiek afdrukbare
gebied aanpassen.
Met het menu-item Afdruktimeout
bepaalt u hoeveel seconden de
printer wacht met het afdrukken
van de laatste pagina van een
afdruktaak die niet eindigt met een
opdracht om de pagina af te
drukken. De timeout begint pas op
het moment dat het bericht
Wachten op de display wordt
weergegeven.
Normaal*Opmerking:
Passend
Hele pagina
Uitgeschakeld
1...255 (90*)
pagina is alleen van toepassing op
pagina's die worden afgedrukt met
behulp van PCL 5-interpreter.
Deze instelling heeft geen
gevolgen voor pagina's die worden
afgedrukt met de PCL XL- en
PostScript-interpreters. Als u
probeert gegevens af te drukken
buiten het afdrukbare gebied dat
wordt gedefinieerd met Normaal,
wordt de afbeelding afgeknipt bij
de grens die is gedefinieerd met
Normaal.
De printer drukt de laatste pagina
van een taak pas af als:
• de printer voldoende informatie
ontvangt om de pagina te vullen;
• de printer een opdracht ontvangt
voor papierinvoer;
• u het menu-item Buffer
afdrukken selecteert in het
menu Taak.
De printer drukt de laatste pagina
af na het opgegeven tijdsinterval.
(Het is mogelijk dat uw printer niet
het hele bereik met waarden
ondersteunt.)
De instelling Hele
Printertaal
Printergebruik
De standaard printertaal instellen
voor het versturen van gegevens
van de computer naar de printer.
Opmerking:
printertaal als standaardtaal is
ingesteld, betekent dit niet dat
toepassingen geen afdruktaken
kunnen verzenden die een andere
printertaal gebruiken.
De werking van de
beeldoverdrachteenheid tijdens
het afdrukken bepalen.
Als een bepaalde
PCL-emulatie
PS-emulatie*
Max-snelheid
Maxrendement*
PCL-emulatie, compatibel met
Hewlett-Packard printers.
PostScript-emulatie, compatibel
met de Adobe PostScript-taal.
De beeldoverdrachteenheid wordt
tijdens de gehele afdruktaak
gebruikt.
De beeldoverdrachteenheid wordt
op basis van pagina-inhoud
gebruikt. Het is mogelijk dat met
deze instelling bepaalde
printersupplies langer meegaan.
Menu Instelling
89
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Bronnen
opslaan
Nietjesalarm
Bepalen wat u met in het
geheugen geladen bronnen, zoals
lettertypen en macro's, wilt doen
als voor een afdruktaak niet
voldoende geheugen beschikb aar
is.
Opgeven hoe de printer moet
reageren wanneer de nietjes op
zijn.
Uit*
Aan
Uit
Eénmalig*
Continu
De printer bewaart de geladen
bronnen tot het geheugen nodig is
voor andere taken. Zodra de
printer meer geheugenruimte
nodig heeft, worden de bronnen
voor de inactieve printertaal
verwijderd.
De printer bewaart alle geladen
bronnen voor alle printertalen als
de taal wordt gewijzigd en de
printer opnieuw wordt ingesteld.
Als de printer onvoldoende
geheugen heeft, wordt het bericht
38 Geheugen vol weergegeven.
Het bericht Nietjes laden wordt
weergegeven, totdat iemand
nieuwe nietjes laadt. Als in het
menu Instelling de waarde Auto
doorgaan is geselecteerd, gaat de
printer na de opgegeven timeoutperiode verder met afdrukken.
De printer stopt met afdrukken, het
bericht Nietje s laden wordt
weergegeven en er klinken drie
korte alarmssignalen.
De printer stopt met afdrukken, het
bericht Nietje s laden wordt
weergegeven en de printer geeft
elke 10 seconden drie
alarmssignal en, totd at de
nietjeshouder is vervangen.
Toneralarm
Opgeven hoe de printer moet
reageren wanneer de toner bijna
op is.
Uit
Eénmalig*
Continu
Er wordt een foutbericht
weergegeven totdat iemand de
tonercartridge vervangt. Als in het
menu Instelling de waarde Auto
doorgaan is geselecteerd, gaat de
printer na de opgegeven timeoutperiode verder met afdrukken.
De printer stopt met afdrukken, er
wordt een foutbericht
weergegeven en er klinken drie
korte alarmsignalen.
De printer stopt met afdrukken, er
wordt een foutbericht
weergegeven en de printer geeft
elke 10 seconden drie
alarmsignalen, totdat de
tonercartridge is vervangen.
Menu Instelling
90
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Wachttimeout
Beginpagina
Bepalen hoeveel seconden de
printer wacht totdat er meer
gegevens van de computer zijn
ontvangen. Als de timeout is
verstreken, wordt de afdruktaak
geannuleerd.
Het menu-item Wachttimeout is
alleen beschikbaar als u gebruik
maakt van PostScript-emulatie. Dit
menu-item is niet van toepassing
op afdruktaken waarvoor PCLemulatie wordt gebruikt.
Olie op het verhittingsstation
verwijderen en de kwaliteit van
transparanten na een herstart
verbeteren. De standaardinstelling
is Uit.
Uitgeschakeld
15...65535 (40*)
=Aan
=Uit*
Schakelt de wachttimeout uit.
Specificeert de tijd die de printer
wacht op verdere gegevens
voordat de afdruktaak wordt
geannuleerd.
Menu Accessoires
In het menu Accessoires vindt u info rmatie over printeronderdelen en supplies die de gebruiker
geregeld moet controleren. Dit menu is alleen beschikbaar als een van de onderdelen of supplies
bijna op is of aan vervanging toe is.
Menu-itemDoelWaarden
<kleur> toner
Ph.cond.
kleur
Ph.cond.
zwart
Verhittingsstation
Band
De status van de tonercartridges
voor kleuren bekijken.
De status van de photodeveloper
units voor kleuren bekijken.
De status van de photodeveloper
unit voor zwart bekijken.
De status van het verhittingsstation
bekijken.
De status van de band bekijken.=Bijna op
Laag
Vervang cartridge
=Bijna op
=Versleten
=Bijna op
=Versleten
=Bijna op
=Versleten
=Versleten
Menu Accessoires
91
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
Lvnsdr
toebehrn
De status van alle printersupplies
bekijken.
Opmerking:
worden alleen in dit menu weergegeven als een
finisher is geïnstalleerd op de printer.
Opmerking:
• Cyaan toner
• Gele toner
• Magenta toner
• Zwarte toner
=Laag
=Leeg
=xxx%
• Ph.cond. kleur
• Ph.cond. zwart
• Verhittingsstation
• Band
=Bijna op
=Versleten
=xxx%
•Nietjes
=Laag
=Leeg
=Ontbreekt
=OK
• Perf oratiebak
=Vol
=Ontbreekt
=OK
De opties Nietjes en Perforatiebak
Dit is een menu met twee niveaus.
Toebhrn
vervngn
De schermen weergeven die de
gebruiker helpen om de
desbetreffende supplies te
vervangen.
Met de optie "Vervangen" kan de
printer worden meegedeeld dat het
item is vervangen, waarna de
tellers voor dat item op nul worden
ingesteld.
Menu Accessoires
• Verhittingsstation
• Band
=Niet vervangen
=Vervangen
=Nu vervangen
92
Printermenu's
Menu USB
Met het menu USB kunt u de printerinstellingen wijzigen voor een Universal Serial Bus-poort (USB
optie <x>).
Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Menu-itemDoelWaarden
Taken in
buffer
MAC binair
PS
NPA-modus
Afdruktaken tijdelijk opslaan op de
vaste schijf van de printer voordat
zij worden afgedrukt.
Opmerking:
Taken in buffer wijzigt, wordt de
printer automatis ch opnieu w
ingesteld.
De printer configureren om binaire
PostScript-af druktaken voor de
Macintosh te verwerken.
Aangeven of de printer de speciale
verwerking voor bidirectionele
communicatie uitvoert, zoals
gedefinieerd in de specific at ies
van het Network Printing Alliance
Protocol (NPA).
Opmerking:
wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
Als u de w aar de v o or
Als u dit menu-item
Uit*
Aan
Auto
Uit
Aan
Auto*
Uit
Aan
Auto*
Slaat geen afdruktaken op in de
buffer op de vaste schijf.
Slaat afdruktaken op in de buffer
op de vaste schijf.
Slaat afdruktaken alleen op in de
buffer als de printer bezig is met de
verwerking van gegevens uit een
andere invoerpoort.
De printer verwerkt ruwe binaire
PostScript-afdruktaken van
computers waarop het Macintoshbesturingssysteem wordt
uitgevoerd.
Opmerking:
ertoe leiden dat Wi ndowsafdruktaken mislukken.
De printer filtert PostScriptafdruktaken aan de hand van een
standaardprotocol.
De printer verwerkt afdruktaken
van computers waarop Windows óf
een Macintosh-besturingssysteem
wordt uitgevoerd.
De printer past NPA - verwerki ng
toe. Als de gegevens niet in de
NPA-indeling zijn opgesteld,
worden deze als onverwerkbaar
beschouwd en verwijderd.
De printer past geen NPAverwerking toe.
De printer controleert welke
indeling de gegevens hebben en
past de verwerking aan.
Deze instelling kan
Menu USB
93
Printermenu's
Menu-itemDoelWaarden
PCL
SmartSwitch
PS
SmartSwitch
USB-buffer
De printer zo configureren dat
deze automatisch overschakelt op
PCL-emulatie als dit voor een
afdruktaak op de USB-poort
vereist is, ongeacht de standaard
printertaal.
De printer zo configureren dat
deze automatisch overschakelt op
PostScript-emulatie als dit voor
een afdruktaak op de USB-poort
vereist is, ongeacht de standaard
printertaal.
De grootte van de USBinvoerbuffer configureren.
Opmerking:
USB-buffer wijzigt, wordt de printer
automatisch opnieuw ingesteld.
Als u de w aar de v o or
Aan*
Uit
Aan*
Uit
Uitgeschakeld
De printer controleert de gegevens
op de USB-interface en selecteer t
PCL-emulatie als dit de vereiste
printertaal is.
De printer controleert de
binnenkomende gegevens niet. De
printer gebruikt PostScriptemulatie om de taak te verwerken
als PS SmartSwitch is ingesteld op
Aan. Als PS SmartSwitch is
ingesteld op Uit, gebruikt de printer
de standaard printertaal.
De printer controleert de gegevens
op de USB-interface en selecteer t
PostScript-emulatie als dit de
vereiste printertaal is.
De printer controleert de
binnenkomende gegevens niet. De
printer gebruikt PCL-emulatie om
de taak te verwerken als PCL
SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Als PCL SmartSwitch is ingesteld
op Uit, gebruikt de printer de
standaard printertaal.
De optie Taken in buffer wordt
uitgeschakeld. Afdruktaken die al
in de schijfbuffer zijn opgenomen,
worden afgedrukt voordat het
normaal verwerken van nieuwe
afdruktaken wordt hervat.
Auto*
3K tot
maximaal
toegestane
grootte
De printer berekent automatis ch
de grootte van de USB-buffer
(aanbevolen instelling).
De gebruiker geeft de grootte van
de USB-buffer op. De
maximumgrootte hangt af van de
hoeveelheid geheugen in de
printer, de grootte van de andere
koppelingsbuffers en of u het
menu-item Bronnen opslaan hebt
ingesteld op Aan of Uit. Als u de
USB-buffers wilt maximaliseren,
kunt u de parallelle buffer, seriële
buffer en netwerkbuffer
uitschakelen of kleiner maken.
Menu USB
94
Printermenu's
Menu Extra
Met het menu Extra kunt u verschillende lijsten afdrukken met informatie over printerbronnen,
printerinstellingen en afdruktaken. Daarnaast bevat dit menu items waarmee u de printerhardware
kunt instellen en printerproblemen kunt oplossen.
Menu-itemDoelWaarden
Flash defrag.
Fabr.instelling
Opslagruimte herstellen als die
verloren is gegaan bij het
verwijderen van bronnen uit het
flashgeheugen.
Waarschuwing:
uit tijdens de defragmentatie van
het flashgeheugen.
De oorspronkelijke
fabriekswaarden opnieuw
instellen.
Zet de printer niet
Ja
Nee
Herstellen
De printer brengt alle bronnen over
van het flashgeheugen naar het
printergeheugen en form atte ert
vervolgens het flashgeheugen.
Nadat het flashgeheugen is
geformatteerd, worden de bronnen
opnieuw in het flashgeheugen
geladen.
De printer annuleert het verzoek
om het flashgeheugen te
defragmenteren.
• Alle menu-items worden
opnieuw ingesteld op de
fabriekswaarden met
uitzondering van:
– Taal op display
– Alle instellingen in de menu's
Parall el, Serieel, Netwerk,
Infrarood en USB.
• Alle bronnen (lettertypen,
macro's, tekensets) die in het
printergeheugen (R AM) zijn
geladen, worden verwijderd.
(Bronnen in het optionele
flashgeheugen of op de vaste
schijf worden niet verwijderd.)
Wachttken
vrwdrn
Afdruktaken en taken in de
wachtstand verwijderen van de
schijf, als de schijf vol dreigt te
raken met taken die niet meer
nodig zijn.
Niet
herstellen
•
Vertrouwelijk
taken worden verwijderd (zelfs als de taken niet
konden worden hersteld vanaf de schijf).
•
In wacht
wachtsta ndta k en w o rden v er wij derd (z elf s al s de
taken niet konden worden hersteld vanaf de
schijf).
•
Niet teruggezet
wachtstandtaken die niet konden worden
hersteld vanaf de schijf, worden verwijderd. Dit is
een goede methode voor het opschonen van de
schijf wanneer taken niet meer kunnen worden
hersteld vanwege een permanente wijziging in
de configuratie.
•
Alles
verwijderd (zelfs als de taken niet konden
worden hersteld vanaf de schijf).
Menu Extra
95
De gebruikersinstellingen blijven
van kracht.
—Alle beveiligde (vertrouwelijke)
—Alle niet-beveiligde afdruk- en
—Alle afdruk- en
—Alle afdruk- en wachtstandtaken worden
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.