Lexmark C780, C782 User Manual [nl]

C780, C782
Gebruikershandleiding
Oktober 2007
Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. © 2007 Lexmark International, Inc. 740 West New Circle Road Lexington, Kentucky 40550
Uitgave: Oktober 2007
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving:
LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In bepaalde rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of impliciete garanties in bepaalde transacties niet toegestaan; het is daarom mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is. Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien; wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma’s die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd. Als in deze publicatie wordt verwezen naar producten, programma's of diensten, impliceert dit niet dat de producent het voornemen heeft deze beschikbaar te stellen in alle landen waarin de producent actief is. Geen enkele verwijzing naar een product, programma of dienst moet worden opgevat als een verklaring of suggestie dat alleen dat product, dat programma of die dienst mag worden gebruikt. Het staat u vrij functioneel gelijkwaardige producten, programma's of diensten te gebruiken, mits die geen inbreuk maken op enig bestaand intellectueel eigendomsrecht. Het beoordelen en controleren van de werking in combinatie met andere producten, programma’s of diensten, met uitzondering van die producten, programma’s of diensten die uitdrukkelijk door de producent worden genoemd, behoort tot de verantwoordelijkheden van de gebruiker.
© 2007 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.
UNITED STATES GOVERNMENT RIGHTS
This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial computer software and documentation developed exclusively at private expense.
Handelsmerken
Lexmark, MarkNet en MarkVision zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. OptraImage is een handelsmerk van Lexmark International, Inc.
®
PCL
is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. PCL is een aanduiding van Hewlett-Packard Company voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en printerfuncties in de producten van Hewlett-Packard. Deze printer is ontworpen om ondersteuning te bieden voor de PCL-taal. De printer herkent PCL-opdrachten die in diverse toepassingen worden gebruikt en emuleert de functies die met deze opdrachten corresponderen. Raadpleeg de Technical Reference (alleen Engelstalig) voor meer informatie over compatibiliteit.
Overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
Veiligheidsinformatie
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
VOORZICHTIG: de aanduiding voorzichtig heeft betrekking op gevaar voor letsel. Waarschuwing: een waarschuwing geeft aan dat het product of de bijbehorende software beschadigd kan raken.
VOORZICHTIG: configuraties die op de vloer zijn gemonteerd, vereisen extra meubilair
voor de stabiliteit. Gebruik een printerstandaard of een printerbasis als u een lader voor 2000 vel gebruikt. Bepaalde andere configuraties vereisen ook het gebruik van een printerstandaard of printerbasis. Ga voor meer informatie naar onze Lexmark-website op www.lexmark.com/multifunctionprintersconfiguraties die op de vloer zijn gemonteerd, vereisen extra meubilair voor de stabiliteit. Gebruik een printerstandaard of een printerbasis als u een lader voor 2000 vel gebruikt. Bepaalde andere configuraties vereisen ook het gebruik van een printerstandaard of printerbasis. Ga voor meer informatie naar onze Lexmark-website op www.lexmark.com/multifunctionprinters.
VOORZICHTIG: Installeer dit apparaat niet en sluit nooit netsnoeren, telefoonsnoeren, enzovoort aan tijdens een onweersbui.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
Onderhoudswerkzaamheden en reparaties die niet in de bedieningsinstructies worden beschreven, dienen uitsluitend door een
professionele onderhoudsmonteur te worden uitgevoerd.
Dit product is samen met specifieke Lexmark-onderdelen ontwikkeld, getest en goedgekeurd op basis van strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende onderdelen.
Dit product maakt gebruik van een laser.
VOORZICHTIG: Het toepassen van andere bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures
dan in dit document vermeld kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Dit product gebruikt een afdrukproces waarbij het afdrukmateriaal wordt verhit. Hierdoor kan het afdrukmateriaal bepaalde stoffen afgeven. Bestudeer het gedeelte in de bedieningsinstructies waarin de richtlijnen voor het selecteren van afdrukmaterialen worden besproken om schadelijke emissies te voorkomen.

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1: Opties installeren en verwijderen ............................................................... 6
Lader voor 2000 vel installeren ........................................................................................................................ 7
Lader voor 500 vel installeren .......................................................................................................................... 9
Duplexeenheid installeren .............................................................................................................................10
Printer installeren ........................................................................................................................................... 11
Optionele uitvoerlader installeren .................................................................................................................. 12
Mailbox met 5 laden installeren ..................................................................................................................... 14
StapleSmart-finisher installeren .....................................................................................................................16
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren .......................................................................................16
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen ..................................................................................... 21
Hoofdstuk 2: Afdrukken ................................................................................................... 26
Bedieningspaneel ..........................................................................................................................................26
Afdruktaak naar de printer sturen ..................................................................................................................28
Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen .............................................................................. 29
Afdruktaak annuleren .....................................................................................................................................30
Pagina met menu-instellingen afdrukken .......................................................................................................31
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken ....................................................................................................32
Lijst met voorbeelden van lettertypen afdrukken ........................................................................................... 32
Directorylijst afdrukken .................................................................................................................................. 32
Afdrukmateriaal in de laden plaatsen ............................................................................................................33
Afdrukmateriaal in de universeellader plaatsen ............................................................................................. 37
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal (transparanten, etiketten, enz.) ........................................................39
Laden koppelen ............................................................................................................................................. 40
Uitvoerladen koppelen ................................................................................................................................... 41
Afdruktaak in de wachtstand zetten ...............................................................................................................41
Beveiligde taken afdrukken ............................................................................................................................ 42
Afdruktips ....................................................................................................................................................... 46
Hoofdstuk 3: Specificaties voor afdrukmateriaal .......................................................... 48
Richtlijnen voor afdrukmateriaal .....................................................................................................................48
Papier bewaren ..............................................................................................................................................50
Afdrukmateriaal bewaren ............................................................................................................................... 54
Bronnen en specificaties voor afdrukmateriaal identificeren ..........................................................................55
Hoofdstuk 4: Printer onderhouden ................................................................................. 61
Status van supplies bepalen .......................................................................................................................... 61
Zuinig omgaan met supplies ..........................................................................................................................62
Supplies bestellen ..........................................................................................................................................62
Inhoudsopgave
4
Inhoudsopgave
Tonercartridges ..............................................................................................................................................62
Tonerafvalbak ................................................................................................................................................ 63
Verhittingsstation en beeldoverdrachtseenheid ............................................................................................. 63
Lexmark producten recyclen .......................................................................................................................... 64
Hoofdstuk 5: Papierstoringen verhelpen ........................................................................ 65
Storingen identificeren ...................................................................................................................................65
Toegangskleppen en laden ...........................................................................................................................66
Informatie over storingsberichten .................................................................................................................. 67
Vastgelopen papier uit de papierbaan verwijderen ........................................................................................68
Papierstoringen in de mailbox, finisher of optionele uitvoerlade verhelpen (Gebied M) ................................72
Papierstoringen in het verhittingsstation verhelpen .......................................................................................72
Papierstoringen in de beeldoverdrachteenheid verhelpen .............................................................................74
Ga als volgt te werk als u meer hulp nodig hebt: ........................................................................................... 78
Hoofdstuk 6: Beheerdersondersteuning ........................................................................ 79
Helderheid en contrast op het bedieningspaneel aanpassen ........................................................................ 79
Menu's op bedieningspaneel uitschakelen .................................................................................................... 79
Menu's op bedieningspaneel inschakelen ..................................................................................................... 80
Fabriekswaarden herstellen ...........................................................................................................................80
Spaarstand aanpassen .................................................................................................................................. 81
Schijf coderen ................................................................................................................................................81
Beveiliging instellen via de Embedded Web Server (EWS) ...........................................................................82
Modus Alleen zwart ....................................................................................................................................... 86
Geschatte dekking gebruiken ........................................................................................................................ 86
Formaatdetectie ............................................................................................................................................. 86
Printermeldingen configureren .......................................................................................................................87
Hoofdstuk 7: Problemen oplossen .................................................................................. 89
Online klantenondersteuning .........................................................................................................................89
Contact opnemen met serviceafdeling ..........................................................................................................89
Niet-reagerende printer controleren ...............................................................................................................89
Meertalige PDF's afdrukken ...........................................................................................................................89
Afdrukproblemen oplossen ............................................................................................................................90
Mailboxproblemen oplossen ..........................................................................................................................92
Problemen met opties oplossen .................................................................................................................... 92
Problemen met de papierinvoer oplossen .....................................................................................................94
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen .................................................................................................. 94
Problemen met de kleurkwaliteit oplossen ................................................................................................... 100
Hoofdstuk 8: Kennisgevingen ....................................................................................... 104
5
1

Opties installeren en verwijderen

U kunt de geheugencapaciteit van de printer aanpassen en de aansluitingsmogelijkheden vergroten door optionele kaarten en invoerapparaten toe te voegen. U kunt deze instructies ook gebruiken bij het zoeken naar die moeten worden verwijderd. Installeer de printer en eventuele opties die u hebt aangeschaft in de onderstaande volgorde:
VOORZICHTIG: Als u opties wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, schakelt u de printer
uit en haalt u de stekker uit het stopcontact voordat u verdergaat.
Hoge-capaciteitslader (lader voor 2000 vel)
Optionele laders
Duplexeenheid
Printer
Uitvoeropties
De instructies in dit gedeelte zijn van toepassing op de volgende opties:
Invoeropties Uitvoeropties Interne opties
Hoge-capaciteitslader (lader voor 2000 vel) Optionele laders Duplexeenheid
Opmerking: U hebt een kruiskopschroevendraaier nodig om de klep van de systeemkaart te verwijderen.
Andere interne opties Vaste schijf van printer RS-232 seriële interfacekaart Parallelle 1284-B-interfacekaart Interne MarkNet™-afdrukservers uit de N8000-serie (ook wel interne netwerkadapters of INA's genoemd)
Opmerking: Sommige opties zijn op bepaalde modellen mogelijk niet beschikbaar.
Optionele uitvoerlader Mailbox met 5 laden StapleSmart™-finisher
Geheugenkaarten
Printergeheugen Flashgeheugen Lettertypen
Firmwarekaarten
Streepjescode IPDS en SCS/TNe PrintCryption™
Opties installeren en verwijderen
6
Opties installeren en verwijderen

Lader voor 2000 vel installeren

De printer ondersteunt één optionele lader voor 2000 vel.
Waarschuwing: Als u een optionele duplexeenheid en een lader voor 2000 vel hebt, moet u een lader voor 500 vel
installeren tussen de duplexeenheid en de lader voor 2000 vel.
Opmerking: De lader voor 2000 vel (Hoge-capaciteitslader) voldoet niet aan de Ergonomie-specificatie EK1-ITB
2006.
1 Pak de lader voor 2000 vel uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
2 Plaats de lader op de locatie die u hebt uitgekozen voor de printer.
3 Als u een lader voor 500 vel boven op de lader voor 2000 vel wilt installeren, bevestigt u de stabilisatorbeugels.
a Plaats de twee stabilisatorbeugels met de smalle kant naar boven op de grond.
b Plaats de lader voor 2000 vel op de beugels. Let erop dat de gaatjes in de lader op één lijn liggen met de
gaatjes in de beugels.
c Bevestig de beugels met vier schroeven (twee schroeven per beugel).
4 Stel zo nodig de vier stabilisatorvoetjes onder aan de lader af.
Lader voor 2000 vel installeren
7
Stabilisatorvoetjes
Opties installeren en verwijderen
1
3
2
5 Sluit het netsnoer voor de lader voor 2000 vel aan.
Opmerking: De HCIT-netvoeding is ontworpen voor gebruik via een wisselstroomingang van 100 - 240 V AC en
50 tot 60 Hz. De beveiliging van de aftakking van het ingangsvermogen die door de installatie wordt geleverd, is maximaal 16 A (maximaal 20 A in de Verenigde Staten en Canada.)
Opmerking: Uw stekker en stopcontact kunnen er anders uitzien dan hier afgebeeld. De cijfers geven de volgorde
aan waarop de onderdelen moeten worden aangesloten.
6 Ga verder met Lader voor 500 vel installeren.
Lader voor 2000 vel installeren
8
Opties installeren en verwijderen

Lader voor 500 vel installeren

De printer ondersteunt maximaal drie extra laders voor 500 vel. Als u echter een lader voor 2000 vel installeert, kunt u slechts één extra lader voor 500 vel toevoegen.
Waarschuwing: Als u een optionele duplexeenheid en een lader voor 2000 vel hebt, moet u een lader voor 500 vel
installeren tussen de duplexeenheid en de lader voor 2000 vel.
1 Pak de lader voor 500 vel uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
2 Plaats de lader op de locatie die u hebt uitgekozen voor de printer of plaats de lader boven op een andere lader.
Als u de lader op een andere lader wilt plaatsen:
a Breng de gaten in de lader voor 500 vel op één lijn met de staafjes op de onderliggende lader.
b Laat de lader voor 500 vel op zijn plaats zakken. Zorg dat de lader goed op de andere lader rust.
3 Als u een lader voor 500 vel boven op een lader voor 2000 vel gaat installeren, bevestigt u de laders met
stabilisatorschroeven op elkaar.
a Steek de schroeven door de gaten naast de staafjes op de lader voor 500 vel.
b Draai de schroeven met de hand vast.
Er blijft enige ruimte tussen de laders, ook als de schroeven helemaal in de gaten steken.
4 Installeer nog een lader voor 500 vel of ga door met Duplexeenheid installeren.
Lader voor 500 vel installeren
9
Opties installeren en verwijderen

Duplexeenheid installeren

De printer ondersteunt een optionele duplexeenheid waarmee u op beide kanten van het papier kunt afdrukken.
Waarschuwing: Als u een optionele duplexeenheid en een lader voor 2000 vel hebt, moet u een lader voor 500 vel
installeren tussen de duplexeenheid en de lader voor 2000 vel.
1 Pak de duplexeenheid uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
2 Plaats de duplexeenheid op de locatie die u hebt uitgekozen voor de printer of plaats de eenheid boven op een
lader voor 500 vel. Als u de duplexeenheid op een lader voor 500 vel wilt plaatsen:
a Breng de staafjes op de lader op één lijn met de gaten in de duplexeenheid.
b Laat de duplexeenheid op zijn plaats zakken. Zorg ervoor dat de printer goed op de lader rust.
Duplexeenheid installeren
10

Printer installeren

VOORZICHTIG: De printer weegt 48–82 kg. Uit het oogpunt van veiligheid moet de printer door ten minste drie (3)
mensen worden opgetild. Gebruik bij het tillen de handgrepen, til de printer niet aan de voorkant op, en pas op dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden als u deze neerzet.
Opties installeren en verwijderen
1 Pak de printer uit.
2 Plaats de printer op de duplexeenheid of op de lader voor 500 vel:
a Breng de staafjes op de duplexeenheid of de lader voor 500 vel op één lijn met de gaten in de printer.
b Laat de printer op zijn plaats zakken. Zorg ervoor dat de printer goed op de lader rust.
Printer installeren
11
Opties installeren en verwijderen

Optionele uitvoerlader installeren

Uw printer is geschikt voor een optionele uitvoerlader waarmee u maximaal 650 vel papier in één uitvoerlade kunt stapelen.
Opmerking: Installeer de optionele uitvoerlader direct nadat u deze hebt uitgepakt. Anders kunnen de randen van
de montagebeugels het tafelblad of bekleding beschadigd raken.
1 Pak de uitvoerlader uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
2 Verwijder de bovenklep van de printer.
Waarschuwing: De lade van de optionele uitvoerlader is alleen berekend op het gewicht van de gemaakte afdrukken.
Plaats geen ander materiaal op de lade, omdat deze anders van de uitvoerlader kan losraken.
3 Plaats de montagebeugels aan de onderkant van de optionele uitvoerlader op één lijn met de sleuven boven op
de printer en laat vervolgens de optionele uitvoerlader op zijn plaats zakken.
Optionele uitvoerlader installeren
12
Opties installeren en verwijderen
4 Plaats de bovenklep van de printer op de optionele uitvoerlader.
5 Bevestig de papierbeugel van de optionele uitvoerlader aan de bovenklep.
Optionele uitvoerlader installeren
13
Opties installeren en verwijderen

Mailbox met 5 laden installeren

Deze printer is geschikt voor een mailbox met 5 laden, waarmee u maximaal 500 vel papier kunt sorteren en stapelen.
Opmerking: InstaIleer de mailbox direct nadat u deze hebt uitgepakt. Anders kunnen de randen van de
montagebeugels het tafelblad of bekleding beschadigd raken.
1 Pak de mailbox uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
2 Verwijder de bovenklep van de printer.
Waarschuwing: De mailbox is alleen berekend op het gewicht van de gemaakte afdrukken. Plaats dan ook geen ander
materiaal op de mailbox om beschadiging te voorkomen.
3 Breng de montagebeugels aan de onderkant van de mailbox op één lijn met de sleuven boven op de printer en
laat de mailbox vervolgens op zijn plaats zakken.
Mailbox met 5 laden installeren
14
Opties installeren en verwijderen
4 Plaats de bovenklep van de printer op de mailbox.
5 Bevestig de papierbeugel van de mailbox aan de bovenklep.
Mailbox met 5 laden installeren
15
Opties installeren en verwijderen

StapleSmart-finisher installeren

Uw printer ondersteunt een StapleSmart-finisher. Zie voor uitgebreide instructies voor de installatie de informatiekaart die met de finisher is meegeleverd.

Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren

VOORZICHTIG: Als u geheugenkaarten of optiekaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt
gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en haal de kabels uit de printer.

Klep van systeemkaart verwijderen

1 Zoek de klep aan de achterkant van de printer.
2 Verwijder de vier schroeven van de klep (twee aan de bovenkant en twee aan de onderkant).
3 Verwijder de klep.
4 Zoek aan de hand van de afbeelding de connector voor de kaart die u wilt installeren.
Connector voor optionele kaart
Connectors voor firmware- en flashgeheugenkaart
Connector voor geheugenkaart
Connector voor vaste schijf
StapleSmart-finisher installeren
16
Opties installeren en verwijderen

Geheugenkaart installeren

Volg de instructies in dit gedeelte voor het installeren van printergeheugenkaarten. Geheugenkaarten dienen een 100-pins connector te hebben.
Opmerking: Geheugenkaarten die zijn ontworpen voor andere Lexmark-printers, werken mogelijk niet met uw
printer.
1 Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Klep van systeemkaart verwijderen voor meer informatie.
Waarschuwing: Geheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom
eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een kaart aanraakt.
2 Haal de geheugenkaart uit de verpakking.
Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. Bewaar de verpakking.
Vergrendeling
Connector voor geheugenkaart
Uitsparing
Aansluitpunten
3 Duw de vergrendelingen aan beide uiteinden van de geheugenconnector open.
4 Breng de uitsparingen aan de onderkant van de kaart op één lijn met de uitsparingen op de connector.
5 Druk de geheugenkaart stevig op de connector totdat de vergrendelingen aan beide zijden van de connector vast
klikken.
U zult wellicht enige kracht moeten uitoefenen om de kaart volledig in de connector te drukken.
6 Zorg ervoor dat beide vergrendelingen in de uitsparingen aan beide zijden van de kaart passen.

Een “option-added” firmwarekaart installeren

Volg de instructies in dit gedeelte voor het installeren van optionele “option-added” firmware- of flashgeheugenkaarten.
Opmerking: “Option-added” firmware- en flashgeheugenkaarten die voor andere Lexmark-printers worden
aangeboden, kunt u niet gebruiken voor deze printer.
Van beide soorten kaarten wordt er maar één ondersteund.
Waarschuwing: “Option-added” firmware- en flashgeheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door
statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een kaart aanraakt.
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren
17
Opties installeren en verwijderen
1 Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Klep van systeemkaart verwijderen voor meer informatie.
2 Pak de kaart uit.
Raak de metalen pinnen aan de onderkant van de kaart niet aan. Bewaar de verpakking.
3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen
in de systeemkaart.
4 Druk de kaart stevig op zijn plaats.
De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart.
Pas op dat u de connectors van de kaart niet beschadigt.
Pinnen

Vaste schijf installeren

Volg de instructies in dit gedeelte voor het installeren van een optionele vaste schijf. U hebt een kleine schroevendraaier met platte kop nodig om de vaste schijf te bevestigen op de montageplaat.
Waarschuwing: Vaste schijven kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst
een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een vaste schijf aanraakt.
Als een optionele kaart is geïnstalleerd, moet u deze mogelijk verwijderen voordat u de vaste schijf installeert.
1 Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Klep van systeemkaart verwijderen voor meer informatie.
2 Haal de montageplaat, vaste schijf, lintkabel en bevestigingsschroeven uit de verpakking.
3 Lijn de connector op de lintkabel uit met de connectorpinnen op de vaste schijf.
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren
18
Opties installeren en verwijderen
4 Sluit de lintkabel aan op de vaste schijf.
Vaste schijf
Lintkabel
5 Breng de schroefgaten in de montageplaat op één lijn met de uitsparingen in de vaste schijf.
6 Draai de schroeven vast om de montageplaat te bevestigen aan de vaste schijf.
Montageplaat
7 Druk de connector op de lintkabel in de connector op de systeemkaart.
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren
19
Opties installeren en verwijderen
8 Draai de vaste schijf om en druk de drie staafjes op de montageplaat in de gaatjes in de systeemkaart. De vaste
schijf klikt op zijn plaats.

Optionele kaart installeren

Uw printer heeft een uitbreidingskaartsleuf die geschikt is voor diverse optionele kaarten. In de volgende tabel wordt de functie van deze kaarten beschreven.
Kaart Functie
MarkNet interne afdrukserver Hiermee voegt u een Ethernet- of Token-Ring-poort toe, zodat u de printer op een
Parallelle 1284-B-interfacekaart Hiermee voegt u een parallelle poort toe.
Seriële interfacekaart Hiermee voegt u een seriële poort toe.
Opmerking: De netwerkmodellen worden geleverd met een geïnstalleerde geïntegreerde Ethernet-afdrukserver.
Opmerking: Voor het installeren van deze opties hebt u een kleine kruiskopschroevendraaier nodig.
netwerk kunt aansluiten.
1 Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Klep van systeemkaart verwijderen voor meer informatie.
2 Verwijder de schroef van het metalen plaatje dat de connectorsleuf bedekt en verwijder vervolgens het plaatje.
Bewaar de schroef.
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren
20
Opties installeren en verwijderen
Waarschuwing: Optionele kaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom
eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een optionele kaart aanraakt.
3 Haal de optionele kaart uit de verpakking.
Bewaar de verpakking.
4 Breng de connector op de optionele kaart op één lijn met de connector op de systeemkaart.
De kabelconnectoren aan de zijkant van de optionele kaart moeten in de connectorsleuf passen.
5 Druk de optionele kaart stevig in de connector.
6 Draai de schroef vast om de kaart aan de systeemkaart te bevestigen.

Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen

Als u geheugenkaarten of optionele kaarten wilt verwijderen, kunt u op de volgende afbeelding de plaats van de verschillende connectors zien.
Connector voor optionele kaart
Connectors voor firmware- en flashgeheugenkaart
Connector voor geheugenkaart
Connector voor vaste schijf
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
21
Opties installeren en verwijderen

Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer

1 Zet de printer uit.
2 Haal de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3 Verwijder alle kabels aan de achterzijde van de printer.
4 Zoek de klep aan de achterkant van de printer.
5 Verwijder de vier schroeven van de klep (zie afbeelding).
6 Verwijder de klep.

Geheugenkaarten verwijderen

Volg onderstaande stappen om printergeheugenkaarten en flashgeheugenkaarten te verwijderen.
Waarschuwing: Printer- en flashgeheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit.
Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een geheugenkaart aanraakt.
1 Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer voor
meer informatie.
2 Kijk welke geheugenkaart u wilt verwijderen.
3 Duw de vergrendelingen aan de beide uiteinden van de connector naar buiten.
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
22
Opties installeren en verwijderen
4 Trek de kaart recht uit de connector.
5 Bewaar de kaart in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos.
6 Breng de klep van de systeemkaart weer aan. Raadpleeg Klep van de systeemkaart terugplaatsen voor meer
informatie.

Optionele kaart verwijderen

Voer de volgende procedure uit om een interne afdrukserver, Coax/Twinax-adapter, parallelle interfacekaart of seriële interfacekaart te verwijderen.
Waarschuwing: Optionele kaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom
eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een optionele kaart aanraakt.
1 Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer voor
meer informatie.
2 Zoek de optionele kaart die u wilt verwijderen.
3 Verwijder de schroef waarmee de kaart in de connectorsleuf van de systeemkaart is vastgezet.
4 Trek de kaart voorzichtig uit de connector.
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
23
Opties installeren en verwijderen
5 Als u het metalen afdekplaatje voor de connectorsleuf hebt bewaard en als u geen andere kaart wilt installeren,
brengt u het afdekplaatje aan.
a Schuif het plaatje met de klemzijde naar voren op zijn plaats. Zorg dat de klem in de uitsparing op de
systeemkaart valt.
b Zet het andere uiteinde van het plaatje met de schroef vast op de systeemkaart.
6 Bewaar de kaart in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos.
7 Breng de klep van de systeemkaart weer aan. Raadpleeg Klep van de systeemkaart terugplaatsen voor meer
informatie.

Vaste schijf verwijderen

Waarschuwing: Vaste schijven kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst
een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een vaste schijf aanraakt.
1 Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer voor
meer informatie.
2 Kijk waar de vaste schijf zich bevindt.
3 Trek de drie staafjes op de montageplaat van de vaste schijf voorzichtig uit de gaatjes in de systeemkaart.
4 Trek de connector van de lintkabel voorzichtig uit de connector op de systeemkaart.
5 Bewaar de schijf in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos.
6 Breng de klep van de systeemkaart weer aan. Raadpleeg Klep van de systeemkaart terugplaatsen voor meer
informatie.
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
24
Opties installeren en verwijderen

Een “option-added” firmware kaart verwijderen

Waarschuwing: Optionele “option-added” firmwarekaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische
elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een optionele firmwarekaart aanraakt.
1 Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer voor
meer informatie.
2 Pak de “option-added” firmwarekaart voorzichtig vast en trek deze in één beweging recht naar buiten. Trek niet
afwisselend aan beide zijden van de kaart.
3 Bewaar de kaart in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos.

Klep van de systeemkaart terugplaatsen

1 Lijn de sleuven aan de bovenkant van de klep uit met de schroeven bij de bovenkant van de printer.
2 Schuif de klep zo ver mogelijk omhoog onder de uitstekende rand van de bovenklep en draai de schroeven aan de
bovenkant van de klep vast.
3 Plaats nu de vier schroeven aan de onderkant en draai ze vast.
4 Sluit alle kabels weer aan op de printer.
5 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
6 Schakel de printer in.
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
25
2

Afdrukken

Bedieningspaneel

Het bedieningspaneel heeft een 4-regelig display met achtergrondverlichting waarop zowel afbeeldingen als tekst kunnen worden weergegeven. De knoppen Terug (Back), Menu en Stop bevinden zich aan de linkerkant van het display, de navigatieknoppen onder het display en het numerieke toetsenblok aan de rechterkant van het display.
Terug (Back)
Menu
Stop
Indicatielampje
Navigatieknoppen
Numeriek toetsenblok
USB Direct­interface
Knop Selecteren
Afdrukken
26

Knoppen op bedieningspaneel

Knop Functie
Afdrukken
Terug (Back) Druk op de knop Terug (Back) om terug te gaan naar het scherm dat als laatste is
Menu Druk op de knop Menu om het menuoverzicht te openen.
Stop Druk op de knop Stop om de mechanische werking van de printer te stoppen. Nadat u
Indicatielampje Op het bedieningspaneel is een tweekleurige LED (groen en rood) beschikbaar.
Navigatieknoppen De knoppen Omhoog en Omlaag worden gebruikt om door lijsten te
bekeken. Opmerking: Wijzigingen die zijn aangebracht op een scherm, worden niet toegepast
als u op de knop Terug (Back) drukt.
Opmerking: De printer moet in de stand Gereed staan om het menuoverzicht te kunnen openen. Er verschijnt een bericht waarin wordt aangegeven dat de menu's niet beschikbaar zijn als de printer niet gereed is.
op Stop hebt gedrukt, wordt het bericht Stoppen weergegeven. Nadat de printer is gestopt, wordt Gestopt weergegeven op de statusregel van het bedieningspaneel en verschijnt een lijst met opties.
De lampjes geven aan of de voeding van de printer is ingeschakeld, of de printer bezet of inactief is, of de printer bezig is met het verwerken van een taak en of ingrijpen van de operator is vereist.
Status Betekenis
Uit Voeding is uitgeschakeld
Brandt groen De printer staat aan, maar is niet actief
Knippert groen De printer is bezig met opwarmen, het verwerken van
gegevens of het afdrukken van gegevens.
Brandt rood Ingrijpen van operator vereist
bladeren. Als u door een lijst navigeert met de knop Omhoog of Omlaag, wordt de
cursor telkens één regel omlaag of omhoog verplaatst. Als u op de knop Omlaag drukt, wordt de volgende volledige pagina weergegeven op het scherm.
De knoppen Links en Rechts worden gebruikt om binnen een scherm te navigeren, bijvoorbeeld om van het ene item in het menuoverzicht naar het andere te gaan. Daarnaast worden deze knoppen gebruikt om door tekst te bladeren die niet op het scherm past.
De knop Selecteren wordt gebruikt om een actie te initiëren na een selectie. Druk op Selecteren om een item te selecteren, een configuratie-item te verzenden of een taak te starten of te annuleren.
USB Direct-interface De USB Direct-interface op het bedieningspaneel wordt gebruikt voor het aansluiten
van een apparaat met USB-flashgeheugen en het afdrukken van PDF-documenten en ondersteunde grafische bestanden (.gif- .jpeg-, .jpg-, .bmp-, .png-, .tiff-, .tif-, .pcx- en .dcx-bestanden).
Opmerking: Aan de achterkant van de printer bevindt zich een USB-poort voor het aansluiten van een hostcomputer.
Bedieningspaneel
27
Knop Functie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
#
Afdrukken
Numeriek toetsenbord Het numerieke toetsenblok bevat cijfers, een hekje (#) en een toets Backspace.
De toets 5 is voorzien van reliëf als hulpmiddel bij de oriëntatie. Zo kan de operator zonder op het toetsenblok te kijken zien of zijn of haar handen goed staan.
De cijfers worden gebruikt voor het invoeren van numerieke waarden voor items zoals aantallen of pincodes. De toets Backspace wordt gebruikt om het cijfer links van de cursor te wissen. Als u meerdere keren op de toets Backspace drukt, wordt ook andere invoer verwijderd.
Opmerking: Het hekje (#) wordt niet gebruikt.
Op het bedieningspaneel worden berichten en afbeeldingen weergegeven over de
Display van het bedieningspaneel
Status / Supplies
Gereed Lade 1 bijna leeg Toon supplies
Scherm Meer informatie
huidige status van de printer en mogelijke problemen die moeten worden opgelost. De bovenste regel van het display is de kopregel. Indien van toepassing bevat het
display de afbeelding die aangeeft dat de knop Terug (Back) kan worden gebruikt. Ook worden op het display de huidige status en de status van de supplies (waarschuwingen) weergegeven. Als er meerdere waarschuwingen zijn, wordt er een komma weergegeven tussen de verschillende waarschuwingen.
De andere drie regels van het display vormen de hoofdtekst van het scherm. Hier kunt u de printerstatus, berichten over supplies en schermen “Laten zien” bekijken, en selecties uitvoeren.
Sommige wachttaken zijn niet teruggezet
Scherm Laten zien
Verwijder lade; verwijder afdruk­materiaal

Afdruktaak naar de printer sturen

Vanuit een normale Windows-toepassing drukt u als volgt een afdruktaak af:
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken.
3 Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster.
4 Wijzig eventueel de printerinstellingen (het aantal af te drukken pagina's of het aantal exemplaren).
Opmerking: Klik op Eigenschappen of Opties als u instellingen wilt wijzigen die in het eerste venster niet
beschikbaar zijn en klik vervolgens op OK.
5 Klik op OK of Afdrukken om de afdruktaak naar de geselecteerde printer te sturen.
Afdruktaak naar de printer sturen
28
Afdrukken

Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen

Op het bedieningspaneel bevindt zich een USB-aansluiting (USB Direct interface) waarop u een apparaat met USB­flashgeheugen kunt aansluiten en waarmee u PDF-documenten en ondersteunde grafische bestanden kunt afdrukken. Een document afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen lijkt op het afdrukken van een wachttaak.
Opmerking: De ondersteunde grafische bestandstypen zijn .gif, .jpeg, .jpg, .bmp, .png, .tiff, .tif, .pcx en .dcx.
Raadpleeg de website van Lexmark op www.lexmark.com voor informatie over geteste en goedgekeurde apparaten met USB-flashgeheugen.
Houd rekening met het volgende als u een apparaat met USB-flashgeheugen op de USB-aansluiting van uw printer aansluit:
USB-apparaten moeten compatibel zijn met de USB 2.0-standaard.
High Speed (hoge snelheid) USB-apparaten moeten tevens de Full Speed (volledige snelheid) standaard
ondersteunen. USB-apparaten met alleen mogelijkheden voor Low Speed (lage snelheid) worden niet ondersteund.
USB-apparaten moeten het FAT-bestandssysteem gebruiken. Apparaten die zijn geformatteerd met NTFS of een ander bestandssysteem worden niet ondersteund.
Gecodeerde bestanden of bestanden waarvoor u geen afdrukmachtiging hebt, kunnen niet worden afgedrukt.
Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen:
1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed of Bezig wordt weergegeven.
2 Sluit een apparaat met USB-flashgeheugen aan op de USB-aansluiting.
Opmerking:
De printer negeert het geheugenapparaat als u het aansluit terwijl de printer een probleem
heeft, zoals een papierstoring.
Het bericht Printer is bezig wordt weergegeven als u het geheugenapparaat aansluit terwijl de printer bezig is met het afdrukken van andere taken. Selecteer Doorgaan. Uw taak zal worden afgedrukt nadat de andere afdruktaken voltooid zijn.
Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen
29
Afdrukken
3 Druk op totdat wordt weergegeven naast het document dat u wilt afdrukken en druk vervolgens op .
Er wordt een scherm weergegeven met de vraag hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
USB-station
Mijn_document_01
Mijn_document_02
4 Druk op om één exemplaar af te drukken of voer het aantal exemplaren handmatig in via het numerieke
toetsenblok. Druk vervolgens op .
Opmerking: Wacht tot de afdruktaak voltooid is voordat u het apparaat met USB-flashgeheugen loskoppelt van de
USB-aansluiting.
Het document wordt afgedrukt.
Als u het apparaat in de printer laat nadat u het beginscherm van het menu USB hebt verlaten, kunt u nog steeds bestanden als wachttaken op het apparaat afdrukken. Raadpleeg Beveiligde taken afdrukken voor meer informatie.
Exemplaren
1

Afdruktaak annuleren

Afdruktaken annuleren via het bedieningspaneel van de printer

Opmerking: Raadpleeg Bedieningspaneel voor meer informatie over het bedieningspaneel.
Als u een afdruktaak wilt annuleren terwijl deze wordt afgedrukt, en op het display Bezig wordt weergegeven, drukt u op
totdat Taak annuleren wordt weergegeven. Druk vervolgens op . Het bericht Wachtrij annuleren wordt
weergegeven tot de taak is geannuleerd.

Afdruktaken annuleren via een Windows-computer

Taak annuleren via de taakbalk
Voor elke afdruktaak die u naar de printer stuurt, wordt rechts in de taakbalk een klein pictogram in de vorm van een printer weergegeven.
1 Dubbelklik op dit pictogram.
In het printervenster wordt een lijst met afdruktaken weergegeven.
2 Selecteer de taak die u wilt annuleren.
3 Druk op de toets Delete op het toetsenbord.
Taak annuleren via het bureaublad
1 Minimaliseer alle programma's, zodat het bureaublad wordt weergegeven.
2 Dubbelklik op Deze computer.
Afdruktaak annuleren
30
Loading...
+ 85 hidden pages