The following paragraph does not apply to any country where such provisions are inconsistent with local law: LEXMARK
INTERNATIONAL, INC., PROVIDES THIS PUBLICATION “AS IS” WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR
IMPLIED, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE. Some states do not allow disclaimer of express or implied warranties in certain transactions; therefore, this statement may not
apply to you.
This publication could include technical inaccuracies or typographical errors. Changes are periodically made to the information herein; these
changes will be incorporated in later editions. Improvements or changes in the products or the programs described may be made at any time.
Comments about this publication may be addressed to Lexmark International, Inc., Department F95/032-2, 740 West New Circle Road,
Lexington, Kentucky 40550, U.S.A. In the United Kingdom and Eire, send to Lexmark International Ltd., Marketing and Services
Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark may use or distribute any of the information you supply in
any way it believes appropriate without incurring any obligation to you. You can purchase additional copies of publications related to this
product by calling 1-800-553-9727. In the United Kingdom and Eire, call +44 (0)8704 440 044. In other countries, contact your point of
purchase.
References in this publication to products, programs, or services do not imply that the manufacturer intends to make these available in all
countries in which it operates. Any reference to a product, program, or service is not intended to state or imply that only that product,
program, or service may be used. Any functionally equivalent product, program, or service that does not infringe any existing intellectual
property right may be used instead. Evaluation and verification of operation in conjunction with other products, programs, or services, except
those expressly designated by the manufacturer, are the user’s responsibility.
This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial computer software and documentation
developed exclusively at private expense.
Trademarks
Lexmark MarkNet, and MarkVision are trademarks of Lexmark International, Inc., registered in the United States and/or other countries.
OptraImage is a trademark of Lexmark International, Inc.
®
is a registered trademark of the Hewlett-Packard Company. PCL is Hewlett-Packard Company’s designation of a set of printer
PCL
commands (language) and functions included in its printer products. This printer is intended to be compatible with the PCL language. This
means the printer recognizes PCL commands used in various application programs, and that the printer emulates the functions
corresponding to the commands.
Details relating to compatibility are included in the Technical Reference.
Other trademarks are the property of their respective owners.
Veiligheidsinformatie
• Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
VOORZICHTIG: installeer dit apparaat niet en sluit nooit netsnoeren, telefoonsnoeren, enzovoort aan
tijdens een onweersbui.
• Onderhoudswerkzaamheden en reparaties die niet in de bedieningsinstructies worden beschreven, dienen uitsluitend door een
professionele onderhoudsmonteur te worden uitgevoerd.
• Dit product is samen met specifieke Lexmark-onderdelen ontwikkeld, getest en goedgekeurd op basis van strikte, wereldwijd
geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. Lexmark is niet
verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende onderdelen.
• Dit product gebruikt een afdrukproces waarbij het afdrukmateriaal wordt verhit. Hierdoor kan het afdrukmateriaal bepaalde stoffen
afgeven. Bestudeer het gedeelte in de bedieningsinstructies waarin de richtlijnen voor het selecteren van afdrukmaterialen worden
besproken om schadelijke emissies te voorkomen.
VOORZICHTIG: om letsel te voorkomen, dient u een heet oppervlak eerst te laten afkoelen voordat
u het aanraakt.
2
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Opties installeren en verwijderen ............................................................... 5
Lader voor 2000 vel installeren ........................................................................................................................ 6
Lader voor 500 vel installeren ..........................................................................................................................7
Informatie over het bedieningspaneel van de printer ..................................................................................... 24
Afdruktaak naar de printer sturen .................................................................................................................. 26
Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen ..............................................................................27
Afdruktaak in de wachtstand zetten ............................................................................................................... 39
Beveiligde taken afdrukken ............................................................................................................................ 40
Hoofdstuk 3: Specificaties voor afdrukmateriaal .......................................................... 46
Richtlijnen voor afdrukmateriaal .....................................................................................................................46
Status van supplies bepalen ..........................................................................................................................58
Zuinig omgaan met supplies .......................................................................................................................... 59
Fuser en ITU .................................................................................................................................................. 60
Toegangskleppen en laden ........................................................................................................................... 63
Informatie over storingsberichten ..................................................................................................................64
Vastgelopen papier uit de papierbaan verwijderen ........................................................................................65
Papierstoringen in de mailbox, finisher of optionele uitvoerlade verhelpen (Gebied M) ................................69
Papierstoringen in het verhittingsstation verhelpen .......................................................................................69
Papierstoringen in de beeldoverdrachteenheid verhelpen .............................................................................71
Als u meer hulp nodig hebt ............................................................................................................................76
Beveiliging instellen via de Embedded Web Server (EWS) ...........................................................................80
Modus Alleen zwart ....................................................................................................................................... 84
U kunt de geheugencapaciteit van de printer aanpassen en de aansluitingsmogelijkheden vergroten door optionele kaarten
en invoerapparaten toe te voegen. U kunt deze instructies ook gebruiken bij het zoeken naar die moeten worden
verwijderd. Installeer de printer en eventuele opties die u hebt aangeschaft in de onderstaande volgorde:
VOORZICHTIG: als u opties wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer
uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
•Hoge-capaciteitslader (lader voor 2000 vel)
•Optionele laders
•Duplexeenheid
•Printer
•Uitvoeropties
De instructies in dit gedeelte zijn van toepassing op de volgende opties:
–Interne MarkNet™-afdrukservers uit de N8000-serie (ook wel interne netwerkadapters of INA's genoemd)
Opmerking: sommige opties zijn op bepaalde modellen mogelijk niet beschikbaar.
Lader voor 2000 vel installeren
De printer ondersteunt één optionele lader voor 2000 vel.
Waarschuwing: als u een optionele duplexeenheid en een lader voor 2000 vel hebt, moet u een lader voor 500 vel
installeren tussen de duplexeenheid en de lader voor 2000 vel.
1Pak de lader voor 2000 vel uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
2Plaats de lader op de locatie die u hebt uitgekozen voor de printer.
3Als u een lader voor 500 vel boven op de lader voor 2000 vel wilt installeren, bevestigt u de stabilisatorbeugels.
aPlaats de twee stabilisatorbeugels met de smalle kant naar boven op de grond.
bPlaats de lader voor 2000 vel op de beugels. Let erop dat de gaatjes in de lader op één lijn liggen met de
gaatjes in de beugels.
cBevestig de beugels met vier schroeven (twee schroeven per beugel).
4Stel zo nodig de vier stabilisatorvoetjes onder aan de lader af.
Opmerking: het netsnoer voor de lader voor 2000 vel sluit u later pas aan.
5Ga verder met Lader voor 500 vel installeren.
Stabilisatorvoetjes
Lader voor 2000 vel installeren
6
Opties installeren en verwijderen
Lader voor 500 vel installeren
De printer ondersteunt maximaal drie extra laders voor 500 vel. Als u echter een lader voor 2000 vel installeert, kunt u
slechts één extra lader voor 500 vel toevoegen.
Waarschuwing: als u een optionele duplexeenheid en een lader voor 2000 vel hebt, moet u een lader voor 500 vel
installeren tussen de duplexeenheid en de lader voor 2000 vel.
1Pak de lader voor 500 vel uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
2Plaats de lader op de locatie die u hebt uitgekozen voor de printer of plaats de lader boven op een andere lader.
Als u de lader op een andere lader wilt plaatsen:
aBreng de gaten in de lader voor 500 vel op één lijn met de staafjes op de onderliggende lader.
bLaat de lader voor 500 vel op zijn plaats zakken. Zorg dat de lader goed op de andere lader rust.
3Als u een lader voor 500 vel boven op een lader voor 2000 vel gaat installeren, bevestigt u de laders met
stabilisatorschroeven op elkaar.
aSteek de schroeven door de gaten naast de staafjes op de lader voor 500 vel.
bDraai de schroeven met de hand vast.
Er blijft enige ruimte tussen de laders, ook als de schroeven helemaal in de gaten steken.
4Installeer nog een lader voor 500 vel of ga door met Duplexeenheid installeren.
Lader voor 500 vel installeren
7
Opties installeren en verwijderen
Duplexeenheid installeren
De printer ondersteunt een optionele duplexeenheid waarmee u op beide kanten van het papier kunt afdrukken.
Waarschuwing: als u een optionele duplexeenheid en een lader voor 2000 vel hebt, moet u een lader voor 500 vel
installeren tussen de duplexeenheid en de lader voor 2000 vel.
1Pak de duplexeenheid uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
2Plaats de duplexeenheid op de locatie die u hebt uitgekozen voor de printer of plaats de eenheid boven op een
lader voor 500 vel. Als u e duplexeenheid op een lader voor 500 vel wilt plaatsen:
aBreng de staafjes op de lader op één lijn met de gaten in de duplexeenheid.
bLaat de duplexeenheid op zijn plaats zakken. Zorg ervoor dat de printer goed op de lader rust.
Duplexeenheid installeren
8
Opties installeren en verwijderen
Printer installeren
VOORZICHTIG: De printer weegt 48–82 kg.Vanwege veiligheidsredenen moet de printer door ten minste drie (3)
mensen worden opgetild. Gebruik bij het tillen de handgrepen, til de printer niet aan de voorkant op,
en pas op dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden als u deze neerzet.
1Pak de printer uit.
2Plaats de printer op de duplexeenheid of op de lader voor 500 vel:
aBreng de staafjes op de duplexeenheid of de lader voor 500 vel op één lijn met de gaten in de printer.
bLaat de printer op zijn plaats zakken. Zorg ervoor dat de printer goed op de lader rust.
Optionele uitvoerlader installeren
Uw printer is geschikt voor een optionele uitvoerlader waarmee u maximaal 650 vel papier in één uitvoerlade kunt stapelen.
Opmerking: installeer de optionele uitvoerlader direct nadat u deze hebt uitgepakt. Anders kunnen de randen van
de montagebeugels het tafelblad of bekleding beschadigd raken.
1Pak de uitvoerlader uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
2Verwijder de bovenklep van de printer.
Waarschuwing: de lade van de optionele uitvoerlader is alleen berekend op het gewicht van de gemaakte afdrukken.
Plaats geen ander materiaal op de lade, omdat deze anders van de uitvoerlader kan losraken.
3Plaats de montagebeugels aan de onderkant van de optionele uitvoerlader op één lijn met de sleuven boven op
de printer.
4Laat de optionele uitvoerlader op zijn plaats zakken.
Printer installeren
9
Opties installeren en verwijderen
5Plaats de bovenklep van de printer op de optionele uitvoerlader.
6Bevestig de papierbeugel van de optionele uitvoerlader aan de bovenklep.
Optionele uitvoerlader installeren
10
Opties installeren en verwijderen
Mailbox met 5 laden installeren
Deze printer is geschikt voor een mailbox met 5 laden, waarmee u maximaal 500 vel papier kunt sorteren en stapelen.
Opmerking: installeer de mailbox direct nadat u deze hebt uitgepakt. Anders kunnen de randen van de
montagebeugels het tafelblad of bekleding beschadigd raken.
1Pak de mailbox uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
2Verwijder de bovenklep van de printer.
Waarschuwing: de mailbox is alleen berekend op het gewicht van de gemaakte afdrukken. Plaats dan ook geen ander
materiaal op de mailbox om beschadiging te voorkomen.
3Breng de montagebeugels aan de onderkant van de mailbox op één lijn met de sleuven boven op de printer.
4Laat de mailbox op zijn plaats zakken.
Mailbox met 5 laden installeren
11
Opties installeren en verwijderen
5Plaats de bovenklep van de printer op de mailbox.
6Bevestig de papierbeugel van de mailbox aan de bovenklep.
StapleSmart-finisher installeren
Uw printer ondersteunt een StapleSmart-finisher. Zie voor uitgebreide instructies voor de installatie de informatiekaart die
met de finisher is meegeleverd.
StapleSmart-finisher installeren
12
Opties installeren en verwijderen
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren
VOORZICHTIG: Als u geheugenkaarten of optionele kaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt
gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en haal de kabels
uit de printer.
Klep van systeemkaart verwijderen
1Zoek de klep aan de achterkant van de printer.
2Verwijder de vier schroeven van de klep (twee aan de bovenkant en twee aan de onderkant).
3Verwijder de klep.
4Zoek aan de hand van de afbeelding de connector voor de kaart die u wilt installeren.
Connector voor
optionele kaart
Connector voor
geheugenkaart
Connectors voor
geheugen- en
flashgeheugenkaart
Connector voor
vaste schijf
Geheugenkaart installeren
Volg de instructies in dit gedeelte voor het installeren van printergeheugenkaarten. Geheugenkaarten dienen een 100-pins
connector te hebben.
Opmerking: geheugenkaarten die zijn ontworpen voor andere Lexmark-printers, werken mogelijk niet met uw
printer.
1 Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Klep van systeemkaart verwijderen voor meer informatie.
Waarschuwing: geheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom
eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een kaart aanraakt.
2Haal de geheugenkaart uit de verpakking.
Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. Bewaar de verpakking.
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren
13
Opties installeren en verwijderen
Vergrendeling
Uitsparing
Aansluitpunten
3Duw de vergrendelingen aan beide uiteinden van de geheugenconnector open.
4Breng de uitsparingen aan de onderkant van de kaart op één lijn met de uitsparingen op de connector.
5Druk de geheugenkaart stevig op de connector totdat de vergrendelingen aan beide zijden van de connector vast
klikken.
U zult wellicht enige kracht moeten uitoefenen om de kaart volledig in de connector te drukken.
6Zorg ervoor dat beide vergrendelingen in de uitsparingen aan beide zijden van de kaart passen.
Firmwarekaart installeren
Volg de instructies in dit gedeelte voor het installeren van optionele firmware- of flashgeheugenkaarten.
Opmerking: firmware- en flashgeheugenkaarten die voor andere Lexmark-printers worden aangeboden, kunt u
niet gebruiken voor deze printer.
Van beide soorten kaarten wordt er maar één ondersteund.
Waarschuwing: firmware- en flashgeheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische
elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een kaart
aanraakt.
1Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Klep van systeemkaart verwijderen voor meer informatie.
2Pak de kaart uit.
Raak de metalen pinnen aan de onderkant van de kaart niet aan. Bewaar de verpakking.
3Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen
in de systeemkaart.
4Druk de kaart stevig op zijn plaats.
De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart.
Pas op dat u de connectors van de kaart niet beschadigt.
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren
14
Opties installeren en verwijderen
Pinnen
Vaste schijf installeren
Volg de instructies in dit gedeelte voor het installeren van een optionele vaste schijf. U hebt een kleine schroevendraaier
met platte kop nodig om de vaste schijf te bevestigen op de montageplaat.
Waarschuwing: vaste schijven kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst
een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een vaste schijf aanraakt.
Als een optionele kaart is geïnstalleerd, moet u deze mogelijk verwijderen voordat u de vaste schijf installeert.
1Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Klep van systeemkaart verwijderen voor meer informatie.
2Haal de montageplaat, vaste schijf, lintkabel en bevestigingsschroeven uit de verpakking.
3Lijn de connector op de lintkabel uit met de connectorpinnen op de vaste schijf.
4Sluit de lintkabel aan op de vaste schijf.
5Breng de schroefgaten in de montageplaat op één lijn met de uitsparingen in de vaste schijf.
6Draai de schroeven vast om de montageplaat te bevestigen aan de vaste schijf.
Vaste schijf
Montageplaat
Lintkabel
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren
15
Opties installeren en verwijderen
7Druk de connector op de lintkabel in de connector op de systeemkaart.
8Draai de vaste schijf om en druk de drie staafjes op de montageplaat in de gaatjes in de systeemkaart. De vaste
schijf klikt op zijn plaats.
Optionele kaart installeren
Uw printer heeft een uitbreidingskaartsleuf die geschikt is voor diverse optionele kaarten. In de volgende tabel wordt de
functie van deze kaarten beschreven.
KaartFunctie
MarkNet interne afdrukserverHiermee voegt u een Ethernet- of Token-Ring-poort toe, zodat u de printer op een
Parallelle 1284-B-interfacekaartHiermee voegt u een parallelle poort toe.
Seriële interfacekaartHiermee voegt u een seriële poort toe.
Opmerking: de netwerkmodellen worden geleverd met een geïnstalleerde geïntegreerde Ethernet-afdrukserver.
Voor het installeren van deze opties hebt u een kleine kruiskopschroevendraaier nodig.
netwerk kunt aansluiten.
1Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Klep van systeemkaart verwijderen voor meer informatie.
2Verwijder de schroef van het metalen plaatje dat de connectorsleuf bedekt en verwijder vervolgens het plaatje.
Bewaar de schroef.
Waarschuwing: optionele kaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom
eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een optionele kaart aanraakt.
3Haal de optionele kaart uit de verpakking.
Bewaar de verpakking.
4Breng de connector op de optionele kaart op één lijn met de connector op de systeemkaart.
De kabelconnectoren aan de zijkant van de optionele kaart moeten in de connectorsleuf passen.
5Druk de optionele kaart stevig in de connector.
6Draai de schroef vast om de kaart aan de systeemkaart te bevestigen.
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren
16
Opties installeren en verwijderen
Connectors
Geheugenkaarten en optionele kaarten installeren
17
Opties installeren en verwijderen
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
Als u geheugenkaarten of optionele kaarten wilt verwijderen, kunt u op de volgende afbeelding de plaats van de
verschillende connectors zien.
Connector voor
optionele kaart
Connector voor
geheugenkaart
Connectors voor geheugenen flashgeheugenkaart
Connector voor vaste
schijf
Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer
1Zet de printer uit.
2Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3Verwijder alle kabels aan de achterzijde van de printer.
4Zoek de klep aan de achterkant van de printer.
5Verwijder de vier schroeven van de klep (zie afbeelding).
6Verwijder de klep.
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
18
Opties installeren en verwijderen
Geheugenkaarten verwijderen
Volg onderstaande stappen om geheugenkaarten en flashgeheugenkaarten te verwijderen.
Waarschuwing: printer- en flashgeheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit.
Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een geheugenkaart
aanraakt.
1Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer voor
meer informatie.
2Kijk welke geheugenkaart u wilt verwijderen.
3Duw de vergrendelingen aan de beide uiteinden van de connector naar buiten.
4Trek de kaart recht uit de connector.
5Bewaar de kaart in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos.
6Breng de klep van de systeemkaart weer aan. Raadpleeg Klep van de systeemkaart terugplaatsen voor meer
informatie.
Optionele kaart verwijderen
Voer de volgende procedure uit om een interne afdrukserver, Coax/Twinax-adapter, parallelle interfacekaart of seriële
interfacekaart te verwijderen.
Waarschuwing: optionele kaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom
eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een optionele kaart aanraakt.
1Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer voor
meer informatie.
2Zoek de optionele kaart die u wilt verwijderen.
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
19
Opties installeren en verwijderen
3Verwijder de schroef waarmee de kaart in de connectorsleuf van de systeemkaart is vastgezet.
4Trek de kaart voorzichtig uit de connector.
5Als u het metalen afdekplaatje voor de connectorsleuf hebt bewaard en als u geen andere kaart wilt installeren,
brengt u het afdekplaatje aan.
aSchuif het plaatje met de klemzijde naar voren op zijn plaats. Zorg dat de klem in de uitsparing op de
systeemkaart valt.
bZet het andere uiteinde van het plaatje met de schroef vast op de systeemkaart.
6Bewaar de kaart in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos.
7Breng de klep van de systeemkaart weer aan. Raadpleeg Klep van de systeemkaart terugplaatsen voor meer
informatie.
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
20
Opties installeren en verwijderen
Vaste schijf verwijderen
Waarschuwing: vaste schijven kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst
een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een vaste schijf aanraakt.
1Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer voor
meer informatie.
2Kijk waar de vaste schijf zich bevindt.
3Trek de drie staafjes op de montageplaat van de vaste schijf voorzichtig uit de gaatjes in de systeemkaart.
4Trek de connector van de lintkabel voorzichtig uit de connector op de systeemkaart.
5Bewaar de schijf in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos.
6Breng de klep van de systeemkaart weer aan. Raadpleeg Klep van de systeemkaart terugplaatsen voor meer
informatie.
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
21
Opties installeren en verwijderen
Firmwarekaart verwijderen
Waarschuwing: optionele firmwarekaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak
daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een optionele firmwarekaart
aanraakt.
1Verwijder de klep van de systeemkaart. Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer voor
meer informatie.
2Pak de firmwarekaart voorzichtig vast en trek deze in één beweging recht naar buiten. Trek niet afwisselend aan
beide zijden van de kaart.
3Bewaar de kaart in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos.
4Breng de klep van de systeemkaart weer aan. Raadpleeg Klep van de systeemkaart terugplaatsen voor meer
informatie.
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
22
Opties installeren en verwijderen
Klep van de systeemkaart terugplaatsen
1Lijn de sleuven aan de bovenkant van de klep uit met de schroeven bij de bovenkant van de printer.
2Schuif de klep zo ver mogelijk omhoog onder de uitstekende rand van de bovenklep en draai de schroeven aan de
bovenkant van de klep vast.
3Plaats nu de vier schroeven aan de onderkant en draai ze vast.
4Sluit alle kabels weer aan op de printer.
5Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
6Schakel de printer in.
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
23
2
Afdrukken
Informatie over het bedieningspaneel van de printer
Het bedieningspaneel heeft een 4-regelig display met achtergrondverlichting waarop zowel afbeeldingen als tekst kunnen
worden weergegeven. De knoppen Terug (Back), Menu en Stop bevinden zich aan de linkerkant van het display, de
navigatieknoppen onder het display en het numerieke toetsenblok aan de rechterkant van het display.
Ter ug ( B a c k)
Menu
Stop
Indicatielampje
Navigatieknoppen
Numeriek
toetsenbord
USB Directinterface
Knop Selecteren
Afdrukken
24
Knoppen op bedieningspaneel
KnopFunctie
Afdrukken
Terug (Back) Druk op de knop Teru g (Back) om terug te gaan naar het scherm dat als laatste is
Menu Druk op de knop Menu om het menuoverzicht te openen.
Stop Druk op de knop Stop om de mechanische werking van de printer te stoppen. Nadat u op
IndicatielampjeOp het bedieningspaneel is een tweekleurige LED (groen en rood) beschikbaar. De
NavigatieknoppenDe knoppen Omhoog en Omlaag worden gebruikt om door lijsten te
bekeken.
Opmerking: Wijzigingen die zijn aangebracht op een scherm, worden niet toegepast als u
op de knop Terug (Back) drukt.
Opmerking: De printer moet in de stand Gereed staan om het menuoverzicht te kunnen
openen. Er wordt een bericht weergegeven waarin wordt aangegeven dat de menu's niet
beschikbaar zijn als de printer niet gereed is.
Stop hebt gedrukt, wordt het bericht Stoppen weergegeven. Nadat de printer is gestopt,
wordt Gestopt weergegeven op de statusregel van het bedieningspaneel en wordt er een
lijst met opties weergegeven.
lampjes geven aan of de voeding van de printer is ingeschakeld, of de printer bezet of
inactief is, of de printer bezig is met het verwerken van een taak en of ingrijpen van de
operator is vereist.
StatusBetekenis
UitVoeding is uitgeschakeld
Brandt groenDe printer staat aan, maar is niet actief
Knippert groenDe printer is bezig met opwarmen, het verwerken van
gegevens of het afdrukken van gegevens.
Brandt roodIngrijpen van operator vereist
bladeren.
Als u door een lijst navigeert met de knop Omhoog of Omlaag, wordt de
cursor telkens één regel omhoog of omlaag verplaatst. Als u op de knop
Omlaag drukt, wordt de volgende volledige pagina weergegeven op het
scherm.
De knoppen Links en Rechts worden gebruikt om binnen een scherm te
navigeren, bijvoorbeeld om van het ene item in het menuoverzicht naar het
andere te gaan. Ook worden deze knoppen gebruikt om door tekst te
bladeren die niet op het scherm past.
De knop Selecteren wordt gebruikt om een actie te starten na een selectie.
Druk op Selecteren om een item te selecteren, een configuratie-item te
verzenden of een taak te starten of te annuleren.
USB Direct-interfaceDe USB Direct-interface op het bedieningspaneel wordt gebruikt voor het aansluiten van
een apparaat met USB-flashgeheugen en het afdrukken van PDF-documenten en
ondersteunde grafische bestanden (.gif- .jpeg-, .jpg-, .bmp-, .png-, .tiff-, .tif-, .pcx- en .dcxbestanden).
Opmerking: Aan de achterkant van de printer bevindt zich een USB-poort voor het
aansluiten van een hostcomputer.
Informatie over het bedieningspaneel van de printer
25
KnopFunctie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0#
Afdrukken
Numeriek toetsenbordHet numerieke toetsenblok bevat cijfers, een hekje (#) en de toets Backspace. De toets 5 is
voorzien van reliëf als hulpmiddel bij de oriëntatie. Zo weet de operator zonder op het
toetsenblok te kijken of zijn of haar handen goed staan.
De cijfers worden gebruikt voor het invoeren van numerieke waarden voor items zoals
aantallen of PIN-codes. De toets Backspace wordt gebruikt om het cijfer links van de
cursor te wissen. Als u meerdere keren op de toets Backspace drukt, wordt ook andere
invoer verwijderd.
Opmerking: Het hekje (#) wordt niet gebruikt.
Op het bedieningspaneel worden berichten en afbeeldingen weergegeven over de huidige
Display van het
bedieningspaneel
Status / Supplies
Gereed
Lade 1 bijna leeg
Supplies weergeven
status van de printer en mogelijke problemen die moeten worden opgelost.
De bovenste regel van het display is de kopregel. Indien van toepassing bevat het display
de afbeelding die aangeeft dat de knop Terug (Back) kan worden gebruikt. Ook worden op
het display de huidige status van het apparaat en de status van de supplies
(waarschuwingen) weergegeven. Als er meerdere waarschuwingen zijn, wordt er een
komma weergegeven tussen de verschillende waarschuwingen.
De andere drie regels van het display vormen de hoofdtekst van het scherm. Hier kunt u de
printerstatus, berichten over supplies, en de schermen "Laten zien" weergeven, en
Scherm Meer informatie
selecties uitvoeren.
Sommige
wachttaken zijn
niet teruggezet.
Scherm Laten zien
Verwijder lade;
verwijder
afdrukmateriaal
Afdruktaak naar de printer sturen
Vanuit een normale Windows-toepassing drukt u als volgt een afdruktaak af:
1Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken.
3Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster.
4Wijzig eventueel de printerinstellingen (het aantal af te drukken pagina's of het aantal exemplaren).
Opmerking: Klik op Eigenschappen of Opties als u instellingen wilt wijzigen die in het eerste venster niet
beschikbaar zijn en klik vervolgens op OK.
5Klik op OK of Afdrukken om de afdruktaak naar de geselecteerde printer te sturen.
Afdruktaak naar de printer sturen
26
Afdrukken
Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen
Op het bedieningspaneel bevindt zich een USB-aansluiting (USB Direct interface) waarop u een apparaat met USBflashgeheugen kunt aansluiten en waarmee u PDF-documenten en ondersteunde grafische bestanden kunt afdrukken.
Een document afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen lijkt op het afdrukken van een wachttaak.
Opmerking: De ondersteunde grafische bestandstypen zijn .gif, .jpeg, .jpg, .bmp, .png, .tiff, .tif, .pcx en .dcx.
Raadpleeg de website van Lexmark op www.lexmark.com voor informatie over geteste en goedgekeurde apparaten met
USB-flashgeheugen.
Houd rekening met het volgende als u een apparaat met USB-flashgeheugen op de USB-aansluiting van uw printer
aansluit:
•USB-apparaten moeten compatibel zijn met de USB 2.0-standaard.
•High Speed (hoge snelheid) USB-apparaten moeten tevens de Full Speed (volledige snelheid) standaard
ondersteunen. USB-apparaten met alleen mogelijkheden voor Low Speed (lage snelheid) worden niet
ondersteund.
•USB-apparaten moeten het FAT-bestandssysteem gebruiken. Apparaten die zijn geformatteerd met NTFS of een
ander bestandssysteem worden niet ondersteund.
•Gecodeerde bestanden of bestanden waarvoor u geen afdrukmachtiging hebt, kunnen niet worden afgedrukt.
Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen:
1Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed of Bezig wordt weergegeven.
2Sluit een apparaat met USB-flashgeheugen aan op de USB-aansluiting.
Opmerking:
•De printer negeert het geheugenapparaat als u het aansluit terwijl de printer een probleem
heeft, zoals een papierstoring.
•Het bericht Printer is bezig wordt weergegeven als u het geheugenapparaat aansluit terwijl
de printer bezig is met het afdrukken van andere taken. Selecteer Doorgaan. Uw taak zal
worden afgedrukt nadat de andere afdruktaken voltooid zijn.
Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen
27
Afdrukken
3Druk op totdat wordt weergegeven naast het document dat u wilt afdrukken en druk vervolgens op .
Er wordt een scherm weergegeven met de vraag hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
USB-station
Mijn_document_01
Mijn_document_02
4Druk op om één exemplaar af te drukken of voer het aantal exemplaren handmatig in via het numerieke
toetsenblok. Druk vervolgens op .
Opmerking: Wacht tot de afdruktaak voltooid is voordat u het apparaat met USB-flashgeheugen loskoppelt van de
USB-aansluiting.
Het document wordt afgedrukt.
Als u het apparaat in de printer laat nadat u het beginscherm van het menu USB hebt verlaten, kunt u nog steeds
bestanden als wachttaken op het apparaat afdrukken. Raadpleeg Beveiligde taken afdrukken voor meer informatie.
Exemplaren
1
Afdruktaak annuleren
Afdruktaken annuleren via het bedieningspaneel van de printer
Opmerking: Raadpleeg Informatie over het bedieningspaneel van de printer voor meer informatie over het
bedieningspaneel.
Als u een afdruktaak wilt annuleren terwijl deze wordt afgedrukt, en op het display Bezig wordt weergegeven, drukt u op
totdat Taak annuleren wordt weergegeven. Druk vervolgens op . Het bericht Wachtrij annuleren wordt
weergegeven tot de taak is geannuleerd.
Afdruktaken annuleren via een Windows-computer
Taak annuleren via de taakbalk
Voor elke afdruktaak die u naar de printer stuurt, wordt rechts in de taakbalk een klein pictogram in de vorm van een printer
weergegeven.
1Dubbelklik op dit pictogram.
In het printervenster wordt een lijst met afdruktaken weergegeven.
2Selecteer de taak die u wilt annuleren.
3Druk op de toets Delete op het toetsenbord.
Afdruktaak annuleren
28
Afdrukken
Taak annuleren via het bureaublad
1Minimaliseer alle programma's, zodat het bureaublad wordt weergegeven.
2Dubbelklik op Deze computer.
3Dubbelklik op het pictogram Printers.
Er wordt nu een lijst van beschikbare printers weergegeven.
4Dubbelklik op de printer die u hebt gekozen toen u de afdruktaak verstuurde.
In het printervenster wordt een lijst met afdruktaken weergegeven.
5Selecteer de taak die u wilt annuleren.
6Druk op de toets Delete op het toetsenbord.
Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer
Afdruktaken annuleren via een Macintosh-computer met Mac OS 9.x
Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, wordt op het bureaublad een pictogram weergegeven dat de geselecteerde
printer aangeeft.
1Dubbelklik op dit pictogram op het bureaublad.
In het printervenster wordt een lijst met afdruktaken weergegeven.
2Selecteer de taak die u wilt annuleren.
3Klik op het pictogram Prullenmand.
Afdruktaken annuleren via een Macintosh-computer met Mac OS X.
1Open Programma's Æ Hulpprogramma's en dubbelklik vervolgens op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie.
Opmerking: U kunt een afdruktaak ook annuleren door op de printerconfiguratietoepassing in het Dock te klikken.
2Dubbelklik op de printer waarnaar u de afdruktaak hebt verstuurd.
3Selecteer in het printervenster de afdruktaak die u wilt annuleren.
4Druk op Delete.
Pagina met menu-instellingen afdrukken
U kunt een pagina met menu-instellingen afdrukken om de standaardinstellingen van de printer te bekijken en te
controleren of de printeropties correct zijn geïnstalleerd.
1Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven.
2Druk op op het bedieningspaneel.
3Druk op totdat Rapporten wordt weergegeven en druk vervolgens op .
4Druk op totdat Pag. Menu-instellingen wordt weergegeven, en druk vervolgens op .
Het bericht Pag. Menu-instellingen wordt afgedrukt wordt weergegeven op het display.
Zodra de pagina met menu-instellingen is afgedrukt, keert de printer terug in de werkstand Gereed.
Pagina met menu-instellingen afdrukken
29
Afdrukken
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken
Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een pagina met
netwerkinstellingen af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij het configureren van het
afdrukken in een netwerk.
1Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed op het display wordt weergegeven.
2Druk op op het bedieningspaneel.
3Druk op totdat Rapporten wordt weergegeven, en druk vervolgens op .
4Druk op totdat Pag. Netwerkinstell. wordt weergegeven, en druk vervolgens op .
Opmerking: Als een optionele interne MarkNet-afdrukserver (N8000-serie) is geïnstalleerd, wordt Ntwrk 1
afdrukken op het display weergegeven.
5Controleer het eerste gedeelte van de pagina met netwerkinstellingen om te zien of bij Status wordt aangegeven
dat de printer is aangesloten.
Als bij Status wordt aangegeven dat de printer niet is aangesloten, is het mogelijk dat het LAN-aansluitpunt niet actief is of
dat de netwerkkabel niet goed functioneert. Vraag de systeembeheerder om dit probleem op te lossen en druk daarna de
pagina met netwerkinstellingen opnieuw af om te zien of de status is gewijzigd.
Lijst met voorbeelden van lettertypen afdrukken
U kunt als volgt voorbeelden afdrukken van de lettertypen die op dit moment beschikbaar zijn voor de printer:
1Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed op het display wordt weergegeven.
2Druk op op het bedieningspaneel.
3Druk op tot Rapporten wordt weergegeven, en druk vervolgens op .
4Druk op totdat Lettertypen afdr wordt weergegeven, en druk vervolgens op .
5Druk op totdat wordt weergegeven naast PCL-lettertypen, PostScript-lettertypen of PPDS-
lettertypen, en druk vervolgens op .
Opmerking: PPDS-lettertypen wordt alleen weergegeven als PPDS op de printer is ingeschakeld.
Directorylijst afdrukken
Een directorylijst bevat de bronnen die zijn opgeslagen in het flashgeheugen of op de vaste schijf. U drukt als volgt deze
lijst af:
1Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed op het display wordt weergegeven.
2Druk op op het bedieningspaneel.
3Druk op totdat Rapporten wordt weergegeven.
4Druk op .
5Druk op totdat Directory afdrukken wordt weergegeven.
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken
30
Loading...
+ 82 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.