Let op!
Zorg ervoor dat u, voordat u deze handleiding gaat gebruiken, kennis neemt van
de veiligheidsvoorschriften voor dit product. Raadpleeg de bij dit product geleverde publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie voor de meest recente informatie op het gebied van veiligheid. Door de veiligheidsvoorschriften goed in u op
te nemen, verkleint u de kans op persoonlijk letsel en op schade aan het product.
Als u geen exemplaar meer hebt van de publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie, kunt u een PDF-versie downloaden vanaf de website van Lenovo
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de functies en de specificaties van de
computer, de vooraf geïnstalleerde software, de plaats van onderdelen en aansluitingen en de interne stations.
Voorzieningen
In dit gedeelte vindt u informatie van de functies van de computer.
Systeeminformatie
De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. Voor informatie over uw specifieke model kunt u het programma Setup Utility gebruiken. Zie Hoofdstuk 4, “Werken met het programma Setup Utility”, op pagina
57.
Microprocessor
®
v Intel
v Intel Core i5 microprocessor
v Intel Pentium
v Intel Xeon
v Interne cache (grootte verschilt per modeltype)
Core™i3 microprocessor
®
microprocessor
®
microprocessor
Geheugen
v Ondersteuning van maximaal vier DDR3 ECC UDIMM’s (double data rate 3
v Mogelijkheid tot het opslaan van de resultaten van de zelftest bij opstarten
(power-on self-test, POST)
v Opstartvolgorde bij automatisch opstarten
v Intel Active Management Technology (AMT)
v Intel Hyper-Threading technologie (op bepaalde modellen)
v Intel Rapid Storage Technology (RST)
v Preboot Execution Environment (PXE)
v Rapid Storage Technology (RST)
v System Management (SM) BIOS en bijbehorende software
v Wake on LAN
v Wake on Ring (in Setup Utility heet dit Serial Port Ring Detect)
v Windows Management Instrumentation (WMI)
Invoer/uitvoer-voorzieningen (I/O)
v 9-pens seriële poort (één standaard en één optioneel)
v Acht USB-poorten
(twee op het voorpaneel en zes op het achterpaneel)
v Eén Ethernet-poort
v Eén DisplayPort-aansluiting (niet op alle modellen)
v Eén VGA-beeldschermaansluiting (niet op alle modellen)
v Drie audioaansluitingen op het achterpaneel
(lijn-in, lijn-uit en microfoon)
v Twee audioaansluitingen op het voorpaneel
(microfoon en hoofdtelefoon)
Uitbreidingsmogelijkheden
v Eén compartiment voor een kaartlezer
v Twee compartimenten voor vaste-schijfstations
v Twee compartimenten voor optische-schijfstations
v Twee sleuven voor PCI-kaarten
v Eén sleuf voor een PCI Express x1-kaart
v Eén sleuf voor een PCI Express x16 grafische kaart
Voedingseenheid
v 280 Watt voedingseenheid met automatische detectie
v Ondersteuning voor ACPI (Advanced Configuration and Power Interface)
2Handboek voor de gebruiker
Beveiligingsvoorzieningen
v Computrace
v Aanwezigheidsschakelaar voor kap (ook wel inbraakverklikker genoemd, op
bepaalde modellen)
v Mogelijkheid om een apparaat in of uit te schakelen
v Mogelijkheid om een afzonderlijke USB-poort in of uit te schakelen
v Wachtwoord voor vaste schijf
v Toetsenbord met vingerafdruklezer (op bepaalde modellen)
v Systeemwachtwoord (Power-On Password, POP) en beheerderswachtwoord
(Administrator Password) voor toegang tot het BIOS
v Instelbare opstartvolgorde
v Opstarten zonder toetsenbord of muis
v Mogelijkheid om een geïntegreerd kabelslot (Kensington-slot) aan te sluiten
v Mogelijkheid om een hangslot aan te brengen
v Trusted Platform Module (TPM)
Softwareprogramma’s, vooraf geïnstalleerd
Uw computer wordt mogelijk geleverd met vooraf geïnstalleerde softwareprogramma’s. Als dit het geval is, bestaat deze uit het besturingssysteem, stuurprogramma’s voor de ingebouwde voorzieningen en overige ondersteunende
software. Meer informatie vindt u in “Overzicht van de software” op pagina 5.
Besturingssysteem, vooraf geïnstalleerd
®
v Microsoft
v Microsoft Windows Vista
Windows®7
®
v Microsoft Windows XP Professional
(vooraf geïnstalleerd via downgrademachtigingen in Windows 7 Professional,
Windows 7 Ultimate, Windows Vista Business of Windows Vista Ultimate)
1
Gecertificeerde of geteste besturingssystemen
v Linux
®
(verschilt per model)
1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een
compatibiliteitstest of -certificering. Ook kan Lenovo na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer
besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om vast te stellen of een
bepaald besturingssysteem gecertificeerd of getest is op compatibiliteit, kijkt u op de website of neemt u contact op met de
leverancier van het besturingssysteem.
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product
3
Specificaties
In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer.
Afmetingen
Breedte: 174,8 mm
Hoogte: 425,2 mm vanaf de vloer tot de bovenkant van het handvat
Diepte: 430,8 mm
Gewicht
Maximumconfiguratie: 11,2 kg
Omgevingsvoorwaarden
Luchttemperatuur:
In bedrijf: 10° tot 35°C
Niet in bedrijf: -40° tot 60°C (in verpakking)
Niet in bedrijf: -10° tot 60°C (niet in verpakking)
Luchtvochtigheid:
In bedrijf: 20% tot 80% (non-condenserend)
Niet in bedrijf: 20% tot 90% (non-condenserend)
Maximumhoogte:
In bedrijf: -15 tot 3048 meter
Niet in bedrijf: -15 tot 10668 meter
Elektrische invoer
Invoerspanning:
Laag:
Minimum: 100 V wisselstroom
Maximum: 127 V wisselstroom
Invoerfrequentie: 50 tot 60 Hz
Instelling voltageschakelaar: 115 V
Hoog:
Minimum: 200 V wisselstroom
Maximum: 240 V wisselstroom
Invoerfrequentie: 50 tot 60 Hz
Instelling voltageschakelaar: 230 V
4Handboek voor de gebruiker
Overzicht van de software
De computer wordt geleverd met een vooraf geïnstalleerd besturingssysteem en
verscheidene vooraf geïnstalleerde toepassingen.
Door Lenovo verstrekte software
De volgende softwareprogramma’s worden door Lenovo verstrekt om u te helpen
productiever te werken en de kosten voor onderhoud van uw computer tot een
minimum te beperken. Welke softwareprogramma’s er precies worden meegeleverd, is afhankelijk van het model van uw computer en het vooraf geïnstalleerde besturingssysteem.
Lenovo ThinkVantage Tools
Het programma Lenovo ThinkVantage®Tools wijst u de weg naar een keur aan
informatiebronnen en geeft eenvoudig toegang tot verschillende tools, zodat u eenvoudiger en veiliger kunt werken. Meer informatie vindt u in “Lenovo
ThinkVantage Tools” op pagina 73.
Opmerking: Het programma Lenovo ThinkVantage Tools is alleen beschikbaar op
computers met Windows 7 van Lenovo.
Lenovo Welcome
Met het programma Lenovo Welcome maakt u kennis met een aantal innovatieve
ingebouwde voorzieningen van Lenovo en wordt u door een aantal belangrijke
setuptaken geleid. Hierdoor haalt u het beste uit uw computer.
Opmerking: Het programma Lenovo Welcome is alleen beschikbaar op computers
van Lenovo waarop Windows 7 of Windows Vista vooraf is geïnstalleerd.
ThinkVantage Rescue and Recovery
ThinkVantage Rescue and Recovery®is een programma waarmee u met één druk
op de knop backups kunt maken en herstelbewerkingen kunt uitvoeren. Het
programma bevat een set tools waarmee u zelf de oorzaak van computerproblemen kunt opsporen, hulp kunt inroepen en na een systeemcrash snel weer
aan de slag kunt, zelfs als het primaire besturingssysteem niet meer opstart.
Product Recovery
Met het Product Recovery-programma kunt u de inhoud van het vaste-schijfstation
herstellen naar de fabrieksinstellingen.
Vingerafdruksoftware
Met een vingerafdruklezer die op bepaalde modellen aanwezig is, kunt u een vingerafdruk registreren en koppelen aan een systeemwachtwoord, een vaste-schijfwachtwoord en een Windows-wachtwoord. Hierdoor kan wachtwoordverificatie
worden vervangen door verificatie op basis van vingerafdrukken, voor vereenvoudigde en veilige toegang voor de gebruiker. Een toetsenbord met vingerafdruklezer
is beschikbaar voor bepaalde computers en kan als optie worden aangeschaft voor
computers die deze functie ondersteunen.
Lenovo ThinkVantage Toolbox
Het programma Lenovo ThinkVantage Toolbox helpt u bij het onderhoud van uw
computer. Het verbetert de beveiliging, maakt een betere opsporing van problemen
mogelijk, helpt u vertrouwd te raken met de innovatieve technologie van Lenovo
en verschaft u een overvloed aan informatie over uw computer. Zie “Lenovo
ThinkVantage Toolbox” op pagina 68 voor meer gedetailleerde informatie.
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product5
Opmerking: Het programma Lenovo ThinkVantage Toolbox is alleen beschikbaar
Lenovo System Toolbox
Het diagnoseprogramma Lenovo System Toolbox is al vooraf op het vaste-schijfstation geïnstalleerd. Dit diagnoseprogramma werkt bij het onderzoeken van de
hardware via het besturingssysteem en maakt melding van instellingen die door
het besturingssysteem worden beheerd en die hardwareproblemen kunnen veroorzaken. Zie “Lenovo System Toolbox” op pagina 69.
Opmerking: Het programma Lenovo System Toolbox is alleen beschikbaar op
PC-Doctor for Rescue and Recovery
Het diagnoseprogramma PC-Doctor for Rescue and Recovery is al vooraf op het
vaste-schijfstation geïnstalleerd. Het maakt deel uit van het werkgebied van Rescue
and Recovery op elke Lenovo-computer en helpt bij het onderzoeken van de hardware via het besturingssysteem; het maakt melding van instellingen die door het
besturingssysteem worden beheerd en die hardwareproblemen kunnen veroorzaken. U kunt PC-Doctor for Rescue and Recovery ook gebruiken als het niet lukt
om Windows op te starten. Zie “PC-Doctor for Rescue and Recovery” op pagina
69.
Adobe Reader
Het programma Adobe Reader is een tool voor het lezen, afdrukken en doorzoeken van PDF-documenten.
op computers van Lenovo waarop Windows 7 vooraf is geïnstalleerd.
computers van Lenovo waarop Windows Vista of Windows XP vooraf
is geïnstalleerd.
Zie “Map Online boeken” op pagina 73 voor meer informatie over het gebruik van
elektronische boeken en de Lenovo-website.
Antivirussoftware
Op uw computer is antivirussoftware geïnstalleerd, voor het detecteren en elimineren van virussen. Lenovo heeft een volledige versie van de antivirussoftware op
uw vaste schijfstation geplaatst en biedt u een gratis abonnement voor 30 dagen
aan. Na 30 dagen moet u de licentie vernieuwen om updates voor het antivirusprogramma te blijven ontvangen.
6Handboek voor de gebruiker
De plaats van de onderdelen
Aansluitingen aan de voorkant van de computer
In Figuur 1 ziet u waar de aansluitingen aan de voorkant van de computer zich
bevinden.
Figuur 1. Aansluitingen aan de voorkant
1 USB-poort3Microfoonaansluiting
2Aansluiting voor hoofdtelefoon4 USB-poort
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product7
Aansluitingen aan de achterkant van de computer
In Figuur 2 ziet u waar de aansluitingen aan de achterkant van de computer zich
bevinden. Sommige aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voorzien
van een kleurcode. Dit vergemakkelijkt de aansluiting van de kabels.
senbord en -muis (optioneel)
4 VGA-beeldschermaansluiting
(niet op alle modellen)
5 DisplayPort-aansluiting
(niet op alle modellen)
6 USB-poorten (6)13 Sleuven voor PCI-kaarten (2)
7 Ethernet-poort
®
-toet-
10 Audio lijningang
11 Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart
12 Sleuf voor PCI Express x1-kaart
8Handboek voor de gebruiker
AansluitingBeschrijving
Audio lijningangHier komen de audiosignalen binnen van een extern audioap-
paraat, zoals een stereo-installatie. Als u een extern audioapparaat aansluit, verbindt u de audio lijnuitgang van het apparaat
met een kabel met de audio lijningang van de computer.
Audio lijnuitgangVia deze uitgang worden audiosignalen van de computer ver-
zonden naar externe apparaten, zoals actieve stereo luidsprekers
(luidsprekers met ingebouwde versterker), hoofdtelefoons, multimediatoetsenborden of de audio lijningang van een stereoinstallatie of een ander extern opnameapparaat.
DisplayPort-aansluitingHierop sluit u een high-performance beeldscherm, een direct-
drive beeldscherm of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt
van een DisplayPort-aansluiting.
DVI-poortVoor het aansluiten van een DVI-beeldscherm of een ander
apparaat dat gebruikmaakt van een DVI-aansluiting.
Ethernet-poortHierop kunt u een Ethernet-kabel voor een LAN (local area
network) aansluiten.
Opmerking: Om de computer te laten voldoen aan de FCCrichtlijnen (Klasse B), dient u een Ethernet-kabel van categorie 5
te gebruiken.
MicrofoonaansluitingHier kunt u een microfoon aansluiten, voor het opnemen van
geluid of het gebruik van spraakherkenningssoftware.
Seriële poortHierop kunt u een extern modem, een seriële printer of andere
apparaten aansluiten die een 9-pens seriële aansluiting hebben.
Aansluiting voor PS/2toetsenbord
Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor
een standaardtoetsenbordaansluiting.
PS/2-muisaansluitingHierop kunt u een muis, trackball of andere aanwijsapparaten
aansluiten die geschikt zijn voor een standaardmuisaansluiting.
USB-poortHierop kunt u apparaten aansluiten waarvoor een USB-poort
vereist is, bijvoorbeeld een USB-scanner, een USB-toetsenbord,
een USB-muis of een USB-printer. Als u meer dan acht USBapparaten hebt, kunt u een USB-hub aanschaffen om extra USBapparaten aan te sluiten.
VGA-beeldschermaansluiting
Voor het aansluiten van een VGA-beeldscherm of andere apparaten die gebruik maken van een VGA-aansluiting.
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product9
Componenten
In Figuur 3 kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. Hoe u de
kap van de computer verwijdert, leest u in “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 14.
Figuur 3. De plaats van de verschillende componenten
1 Microprocessor, koelelement en
ventilatoreenheid
In Figuur 4 ziet u de plaats van de onderdelen op de systeemplaat.
Figuur 4. Locatie van onderdelen op de systeemplaat
1 4-pens voedingsaansluiting13Aansluiting frontpaneel
2 Microprocessor14 Jumper voor Herstel / CMOS wissen
3 Ventilatoraansluiting voor micropro-
cessor
4 DIMM 216Audioaansluiting voorkant
5 DIMM 117 Aansluiting interne luidspreker
6 DIMM 418 Sleuven voor PCI-kaarten (2)
7 DIMM 319 Sleuf voor PCI Express x1-kaart
8 Aansluiting voor temperatuursensor20 Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart
9 24-pens voedingsaansluiting21 Aansluiting systeemventilator
10SATA-aansluitingen (3)22 Aanwezigheidsschakelaar voor kap
11 eSATA-aansluiting23 Batterij
12 Aansluiting voor ventilator24 Aansluiting voor PS/2-toetsenbord en -muis
De plaats van interne stations
Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat. U
kunt extra stations in de computer installeren om de opslagcapaciteit uit te breiden
of om de computer geschikt te maken voor het lezen van andere typen media. De
computer wordt geleverd met de volgende in de fabriek geïnstalleerde stations:
v Een SATA optische-schijfstation in compartiment 1
v Een 3,5-inch kaartlezer in compartiment 3 (in bepaalde modellen)
v Een 3,5-inch SATA vaste-schijfstation in compartiment 5
15USB-poorten voorkant (2)
(inbraakverklikker)
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product11
Interne stations worden geïnstalleerd in vakken. In deze handleiding wordt gesproken van compartiment 1, compartiment 2 enzovoort. In Figuur 5 kunt u zien waar
de verschillende stationscompartimenten zich bevinden.
Figuur 5. Plaats van stationscompartimenten
Hieronder ziet u een overzicht van het type en de afmeting van het station dat in
de verschillende compartimenten kan worden geïnstalleerd:
1 Compartiment 1 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7
inches)
2 Compartiment 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7
inches)
3 Compartiment 3 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1
inch)
4 Compartiment 4 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1
inch)
5 Compartiment 5 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1
inch)
Optische-schijfstation
Optische-schijfstation
3,5-inch kaartlezer (in bepaalde
modellen)
Secundair 3,5-inch SATA vasteschijfstation (geïnstalleerd in sommige modellen)
3,5-inch primair SATA vaste-schijfstation
12Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen
In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hardware in uw computer.
Werken met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit
Open de antistatische verpakking met het nieuwe onderdeel pas als het beschadigde onderdeel uit de computer is verwijderd en u klaar bent om het nieuwe
onderdeel te installeren. Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan
leiden tot ernstige schade aan de onderdelen van de computer.
Neem bij het omgaan met onderdelen en computercomponenten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen:
v Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
v Ga altijd voorzichtig om met onderdelen en andere computercomponenten. Pak
PCI-kaarten, geheugenmodules, systeemplaten en microprocessors bij de rand
beet. Raak nooit onbeschermde elektronische componenten aan.
v Zorg ook dat anderen de onderdelen en andere computercomponenten niet aan-
raken.
v Voordat u een nieuw onderdeel installeert, houdt u de antistatische verpakking
met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een
uitbreidingssleuf aan, of tegen een ander ongeverfd metalen oppervlak op de
computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van
uw lichaam.
v Installeer het nieuwe onderdeel zo mogelijk direct in de computer, zonder het
eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de
verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een
vlakke ondergrond.
v Leg het onderdeel niet op de kap van de computer of op een metalen onder-
grond.
Hardware installeren en vervangen
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hardware in uw computer. Door hardware te installeren of te vervangen, kunt u niet
alleen onderhoud aan de computer uitvoeren, maar kunt u de mogelijkheden van
de computer ook verder uitbreiden.
Waarschuwing
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de
“Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie
ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een
exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar:
http://www.lenovo.com/support
Opmerkingen:
1. Gebruik uitsluitend onderdelen die door Lenovo zijn verstrekt.
2. Raadpleeg bij het installeren of vervangen van een optie zowel de desbetref-
fende instructies in dit gedeelte als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
Externe apparaten installeren
U kunt externe opties (randapparatuur) op uw computer aansluiten. Denk daarbij
aan zaken als externe luidsprekers, een printer of een scanner. Voor bepaalde
externe apparaten moet u aanvullende software installeren. Als u een externe optie
toevoegt, kunt u in “Aansluitingen aan de voorkant van de computer” op pagina 7
en “Aansluitingen aan de achterkant van de computer” op pagina 8 zien welke
aansluiting u moet gebruiken. Aan de hand van de instructies die bij de externe
optie zijn geleverd, kunt u die optie vervolgens aansluiten en de vereiste software
of stuurprogramma’s installeren.
De kap van de computer verwijderen
Waarschuwing
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de
“Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie
ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een
exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar:
http://www.lenovo.com/support
In dit gedeelte vindt u instructies voor het verwijderen van de kap van de computer.
Let op!
Zet de computer uit en laat hem drie tot vijf minuten afkoelen voordat u de kap
van de computer verwijdert.
U verwijdert de kap van de computer als volgt:
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit.
Zet dan de computer uit.
2. Haal alle stekkers uit het stopcontact.
3. Ontkoppel alle netsnoeren, alle I/O-kabels en alle andere op de computer aan-
gesloten kabels. Zie “Aansluitingen aan de voorkant van de computer” op
pagina 7 en “Aansluitingen aan de achterkant van de computer” op pagina 8.
4. Verwijder eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet,
zoals een hangslot of een kabelslot. Zie “Geïntegreerd kabelslot” op pagina 43
en “Hangslot” op pagina 44 op pagina 44.
5. Verwijder de schroeven waarmee de kap van de computer is vastgezet.
14Handboek voor de gebruiker
6. Druk op de ontgrendelknop voor de kap die zich aan de zijkant van de compu-
ter bevindt, schuif de kap naar achteren en neem hem weg.
Figuur 6. De kap van de computer verwijderen
De frontplaat verwijderen en terugplaatsen
Waarschuwing
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de
“Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie
ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een
exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar:
http://www.lenovo.com/support
In dit gedeelte vindt u instructies voor het verwijderen en weer aanbrengen van de
frontplaat.
U kunt de frontplaat als volgt verwijderen en weer aanbrengen:
1. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 14.
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen15
2. Verwijder de frontplaat door de drie plastic lipjes aan de linkerkant los te
maken en de frontplaat naar buiten te draaien.
Figuur 7. De frontplaat verwijderen
3. Als u de frontplaat weer wilt aanbrengen, plaatst u de drie plastic nokjes aan
de rechterkant van de frontplaat in de overeenkomstige gaatjes in het chassis.
Vervolgens draait u de frontplaat naar binnen totdat hij links vastklikt.
4. Ga naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 41.
PCI-kaart installeren of vervangen
Waarschuwing
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de
“Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie
ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een
exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar:
http://www.lenovo.com/support
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een PCIkaart. Er zijn twee sleuven voor standaard PCI-kaarten, één voor een PCI Express
x1-kaart en één voor een PCI Express x16 grafische kaart.
U kunt een PCI-kaart als volgt installeren of vervangen:
1. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 14.
16Handboek voor de gebruiker
2. Druk aan de achterkant van de computer op de ontgrendelknop 1 om de
kaartklem 2 te openen.
Figuur 8. De PCI-kaartklem openen
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen17
3. Als u een PCI-kaart installeert, verwijder dan het metalen afdekplaatje van de
sleuf waarin u de kaart gaan aanbrengen. Als u een oude PCI-kaart vervangt,
pakt u de momenteel geïnstalleerd kaart stevig vast en trekt u hem voorzichtig
uit de aansluiting.
Figuur 9. Een PCI-kaart verwijderen
Opmerking: De kaart zit vrij stevig vast in de kaartsleuf. Indien nodig kunt u
de kaart iets heen en weer bewegen om hem eruit te halen.
4. Haal de nieuwe PCI-kaart uit de antistatische verpakking.
5. Installeer de nieuwe PCI-kaart in de juiste sleuf op de systeemplaat. Zie
“Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11.
Opmerking: Als u een PCI Express x16 grafische kaart wilt installeren, zorg er
dan voor dat de borgklemmetjes voor de geheugenaansluiting
gesloten zijn vóórdat u de grafische kaart installeert.
18Handboek voor de gebruiker
6. Draai de kaartklem dicht om de PCI-kaart vast te zetten.
Figuur 10. Een PCI-kaart installeren
Volgende stappen:
v Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetref-
fende gedeelte.
v Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervan-
gen van de onderdelen voltooien” op pagina 41.
Geheugenmodules installeren of vervangen
Waarschuwing
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de
“Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie
ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een
exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar:
http://www.lenovo.com/support
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een
geheugenmodule.
De computer beschikt over vier sleuven voor het plaatsen of vervangen van
geheugenmodules. Daardoor kunt u het systeemgeheugen uitbreiden tot maximaal
16 GB. Houd u bij het installeren of vervangen van geheugenmodules aan de volgende richtlijnen:
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen19
v Gebruik in uw computer ofwel DDR3 ECC UDIMM’s, ofwel DDR3 Non-ECC
UDIMM’s. Zorg dat u nooit zowel DDR3 ECC UDIMM’s als DDR3 Non-ECC
UDIMM’s in één en dezelfde computer installeert.
v Gebruik modules van 1 GB, 2 GB of 4 GB in elke willekeurige combinatie, tot
een maximum van 16 GB.
v Installeer de geheugenmodules in deze volgorde: DIMM 1, DIMM 3, DIMM 2 en
DIMM 4. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11.
U kunt een geheugenmodule als volgt installeren of vervangen:
1. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 14.
2. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen op de
systeemplaat” op pagina 11.
3. Verwijder alle onderdelen die het moeilijk maken om bij geheugenaansluitingen
te komen. Bij bepaalde modellen moet de PCI Express x16 grafische kaart worden verwijderd om bij de geheugenuitbreidingssleuven te kunnen komen. Zie
“PCI-kaart installeren of vervangen” op pagina 16.
4. Open de klemmetjes.
Figuur 11. Klemmetjes openen
Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en haalt u de
module voorzichtig uit de sleuf.
Figuur 12. Een geheugenmodule verwijderen
20Handboek voor de gebruiker
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.