Lenovo ThinkStation 4215, ThinkStation 4219, ThinkStation 4220, ThinkStation 4221, ThinkStation 4222 User Guide [nl]

ThinkStation Handboek voor de gebruiker
Machinetypen: 4215, 4219, 4220, 4221 en 4222
ThinkStation Handboek voor de gebruiker
Opmerking
Lees eerst de publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie en het gedeelte “Kennisgevingen”, op pagina 77 in dit boekje.
Eerste uitgave (februari 2010)

Inhoudsopgave

Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . v
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product 1
Voorzieningen ..............1
Specificaties ..............4
Overzicht van de software ..........5
Door Lenovo verstrekte software ......5
Adobe Reader .............6
Antivirussoftware............6
De plaats van de onderdelen .........7
Aansluitingen aan de voorkant van de computer . 7 Aansluitingen aan de achterkant van de computer 8
Componenten ............10
Onderdelen op de systeemplaat.......11
De plaats van interne stations .......11
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en
vervangen .............13
Werken met apparaten die gevoelig zijn voor stati-
sche elektriciteit .............13
Hardware installeren en vervangen ......13
Externe apparaten installeren .......14
De kap van de computer verwijderen.....14
De frontplaat verwijderen en terugplaatsen . . . 15
PCI-kaart installeren of vervangen ......16
Geheugenmodules installeren of vervangen. . . 19 Het optische-schijfstation installeren of vervangen 21
De voedingseenheid vervangen .......24
De module met het koelelement en de ventilator
vervangen ..............25
Het primaire vaste-schijfstation vervangen . . . 27 Het secundaire vaste-schijfstation vervangen . . 30
De kaartlezer vervangen .........33
De ventilatoreenheid aan de voorzijde vervangen 35 De ventilatoreenheid aan de achterzijde vervan-
gen................38
Het toetsenbord vervangen ........40
De muis vervangen ...........41
Het vervangen van de onderdelen voltooien . . 41
Beveiligingsvoorzieningen installeren ......43
Geïntegreerd kabelslot ..........43
Hangslot ..............44
Wachtwoordbeveiliging .........44
Vergeten wachtwoorden wissen (CMOS wissen) 44
Hoofdstuk 3. Informatie over systeem-
herstel ...............47
Herstelmedia maken en gebruiken.......47
Herstelmedia maken ..........47
Herstelmedia gebruiken .........48
Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren ....49
Een backupbewerking uitvoeren ......49
Een herstelbewerking uitvoeren ......49
Het werkgebied van Rescue and Recovery gebrui-
ken.................50
Noodherstelmedia maken en gebruiken .....51
Noodherstelmedia maken ........52
Noodherstelmedia gebruiken .......52
Een reparatiediskette maken en gebruiken ....53
Een reparatiediskette maken ........53
Reparatiediskette gebruiken ........53
Stuurprogramma’s installeren of opnieuw installeren 53 Een herstelapparaat in de opstartvolgorde opgeven 54
Herstelproblemen oplossen .........54
Hoofdstuk 4. Werken met het pro-
gramma Setup Utility ........57
Het programma Setup Utility starten ......57
Instellingen bekijken en wijzigen .......57
Wachtwoorden gebruiken..........57
Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden 58
Systeemwachtwoord (Power-On Password) . . . 58
Beheerderswachtwoord .........58
Vaste-schijfwachtwoord (Hard Disk Password) . 58
Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen . . 58
Apparaten in- en uitschakelen ........59
Een opstartapparaat kiezen .........59
Een tijdelijk opstartapparaat kiezen .....59
De opstartvolgorde selecteren of wijzigen . . . 60
Geavanceerde instellingen .........60
Het programma Setup Utility afsluiten .....60
Hoofdstuk 5. RAID configureren ....61
RAID-niveau ..............61
Het systeem-BIOS configureren om SATA RAID-
functionaliteit in te schakelen ........61
RAID-volumes maken ...........61
RAID-volumes wissen ...........62
Hoofdstuk 6. Systeemprogramma’s bij-
werken...............63
Werken met systeemprogramma’s .......63
Het BIOS bijwerken vanaf een schijf (flashen) . . . 63 Het BIOS bijwerken (flashen) vanuit het besturings-
systeem................64
Herstellen van een POST/BIOS-bijwerkfout . . . 64
Hoofdstuk 7. Diagnose en probleem-
oplossing .............67
Elementaire probleemoplossing ........67
Diagnoseprogramma’s ...........68
Lenovo ThinkVantage Toolbox .......68
Lenovo System Toolbox .........69
PC-Doctor for Rescue and Recovery .....69
PC-Doctor voor DOS ..........70
De muis schoonmaken...........70
Optische muis ............70
© Copyright Lenovo 2010 iii
Niet-optische muis ...........71
Hoofdstuk 8. Informatie, hulp en ser-
vice ................73
Informatiebronnen ............73
Map Online boeken ...........73
Lenovo ThinkVantage Tools ........73
Lenovo Welcome ...........73
Veiligheid en garantie ..........74
Lenovo-website (http://www.lenovo.com) . . . 74
Hulp en service .............74
Documentatie en diagnoseprogramma’s gebrui-
ken................74
Service aanvragen ...........75
Andere services ............75
Extra services aanschaffen ........76
Bijlage. Kennisgevingen .......77
Kennisgeving televisie-uitvoer ........78
Europees CE-symbool ...........78
Handelsmerken .............78
Trefwoordenregister .........79
iv
Handboek voor de gebruiker

Belangrijke veiligheidsvoorschriften

Let op! Zorg ervoor dat u, voordat u deze handleiding gaat gebruiken, kennis neemt van de veiligheidsvoorschriften voor dit product. Raadpleeg de bij dit product gele­verde publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie voor de meest recente informa­tie op het gebied van veiligheid. Door de veiligheidsvoorschriften goed in u op te nemen, verkleint u de kans op persoonlijk letsel en op schade aan het pro­duct.
Als u geen exemplaar meer hebt van de publicatie ThinkStation Veiligheid en garan­tie, kunt u een PDF-versie downloaden vanaf de website van Lenovo
http://www.lenovo.com/support
®
Support op
© Copyright Lenovo 2010 v
vi Handboek voor de gebruiker

Hoofdstuk 1. Overzicht van het product

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de functies en de specificaties van de computer, de vooraf geïnstalleerde software, de plaats van onderdelen en aanslui­tingen en de interne stations.

Voorzieningen

In dit gedeelte vindt u informatie van de functies van de computer.
Systeeminformatie
De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. Voor infor­matie over uw specifieke model kunt u het programma Setup Utility gebrui­ken. Zie Hoofdstuk 4, “Werken met het programma Setup Utility”, op pagina
57.
Microprocessor
®
v Intel
v Intel Core i5 microprocessor
v Intel Pentium
v Intel Xeon
v Interne cache (grootte verschilt per modeltype)
Core™i3 microprocessor
®
microprocessor
®
microprocessor
Geheugen
v Ondersteuning van maximaal vier DDR3 ECC UDIMM’s (double data rate 3
error correction code unbuffered dual inline memory modules) of DDR3 Non­ECC UDIMM’s
Stations
v Kaartlezer (in bepaalde modellen)
v Optische-schijfstation
v SATA (Serial Advanced Technology Attachment) intern vaste-schijfstation
Videosubsysteem
v Geïntegreerde grafische kaart voor een VGA- en een DisplayPort-aansluiting
(niet op alle modellen)
v Sleuf voor PCI (Peripheral Component Interconnect) Express x16 grafische kaart
op de systeemplaat, voor een afzonderlijke grafische kaart
Audiosubsysteem
v Geïntegreerde HD-audio
v Audio lijningang, audio lijnuitgang en microfoonaansluiting op het achterpaneel
v Microfoon- en hoofdtelefoonaansluitingen op het voorpaneel
v Interne luidspreker (in bepaalde modellen)
Communicatiemogelijkheden
v 100/1000 Mbps geïntegreerde Ethernet-controller
© Copyright Lenovo 2010 1
v PCI-faxmodem (op bepaalde modellen)
Voorzieningen voor systeembeheer
v Mogelijkheid tot het opslaan van de resultaten van de zelftest bij opstarten
(power-on self-test, POST)
v Opstartvolgorde bij automatisch opstarten
v Intel Active Management Technology (AMT)
v Intel Hyper-Threading technologie (op bepaalde modellen)
v Intel Rapid Storage Technology (RST)
v Preboot Execution Environment (PXE)
v Rapid Storage Technology (RST)
v System Management (SM) BIOS en bijbehorende software
v Wake on LAN
v Wake on Ring (in Setup Utility heet dit Serial Port Ring Detect)
v Windows Management Instrumentation (WMI)
Invoer/uitvoer-voorzieningen (I/O)
v 9-pens seriële poort (één standaard en één optioneel)
v Acht USB-poorten
(twee op het voorpaneel en zes op het achterpaneel)
v Eén Ethernet-poort
v Eén DisplayPort-aansluiting (niet op alle modellen)
v Eén VGA-beeldschermaansluiting (niet op alle modellen)
v Drie audioaansluitingen op het achterpaneel
(lijn-in, lijn-uit en microfoon)
v Twee audioaansluitingen op het voorpaneel
(microfoon en hoofdtelefoon)
Uitbreidingsmogelijkheden
v Eén compartiment voor een kaartlezer
v Twee compartimenten voor vaste-schijfstations
v Twee compartimenten voor optische-schijfstations
v Twee sleuven voor PCI-kaarten
v Eén sleuf voor een PCI Express x1-kaart
v Eén sleuf voor een PCI Express x16 grafische kaart
Voedingseenheid
v 280 Watt voedingseenheid met automatische detectie
v Ondersteuning voor ACPI (Advanced Configuration and Power Interface)
2 Handboek voor de gebruiker
Beveiligingsvoorzieningen
v Computrace
v Aanwezigheidsschakelaar voor kap (ook wel inbraakverklikker genoemd, op
bepaalde modellen)
v Mogelijkheid om een apparaat in of uit te schakelen
v Mogelijkheid om een afzonderlijke USB-poort in of uit te schakelen
v Wachtwoord voor vaste schijf
v Toetsenbord met vingerafdruklezer (op bepaalde modellen)
v Systeemwachtwoord (Power-On Password, POP) en beheerderswachtwoord
(Administrator Password) voor toegang tot het BIOS
v Instelbare opstartvolgorde
v Opstarten zonder toetsenbord of muis
v Mogelijkheid om een geïntegreerd kabelslot (Kensington-slot) aan te sluiten
v Mogelijkheid om een hangslot aan te brengen
v Trusted Platform Module (TPM)
Softwareprogramma’s, vooraf geïnstalleerd
Uw computer wordt mogelijk geleverd met vooraf geïnstalleerde software­programma’s. Als dit het geval is, bestaat deze uit het besturingssysteem, stuur­programma’s voor de ingebouwde voorzieningen en overige ondersteunende software. Meer informatie vindt u in “Overzicht van de software” op pagina 5.
Besturingssysteem, vooraf geïnstalleerd
®
v Microsoft
v Microsoft Windows Vista
Windows®7
®
v Microsoft Windows XP Professional
(vooraf geïnstalleerd via downgrademachtigingen in Windows 7 Professional, Windows 7 Ultimate, Windows Vista Business of Windows Vista Ultimate)
1
Gecertificeerde of geteste besturingssystemen
v Linux
®
(verschilt per model)
1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest of -certificering. Ook kan Lenovo na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om vast te stellen of een bepaald besturingssysteem gecertificeerd of getest is op compatibiliteit, kijkt u op de website of neemt u contact op met de leverancier van het besturingssysteem.
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product
3

Specificaties

In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer.
Afmetingen
Breedte: 174,8 mm
Hoogte: 425,2 mm vanaf de vloer tot de bovenkant van het handvat
Diepte: 430,8 mm
Gewicht
Maximumconfiguratie: 11,2 kg
Omgevingsvoorwaarden
Luchttemperatuur:
In bedrijf: 10° tot 35°C
Niet in bedrijf: -40° tot 60°C (in verpakking)
Niet in bedrijf: -10° tot 60°C (niet in verpakking)
Luchtvochtigheid:
In bedrijf: 20% tot 80% (non-condenserend)
Niet in bedrijf: 20% tot 90% (non-condenserend)
Maximumhoogte:
In bedrijf: -15 tot 3048 meter
Niet in bedrijf: -15 tot 10668 meter
Elektrische invoer
Invoerspanning:
Laag:
Minimum: 100 V wisselstroom
Maximum: 127 V wisselstroom
Invoerfrequentie: 50 tot 60 Hz
Instelling voltageschakelaar: 115 V
Hoog:
Minimum: 200 V wisselstroom
Maximum: 240 V wisselstroom
Invoerfrequentie: 50 tot 60 Hz
Instelling voltageschakelaar: 230 V
4 Handboek voor de gebruiker

Overzicht van de software

De computer wordt geleverd met een vooraf geïnstalleerd besturingssysteem en verscheidene vooraf geïnstalleerde toepassingen.

Door Lenovo verstrekte software

De volgende softwareprogramma’s worden door Lenovo verstrekt om u te helpen productiever te werken en de kosten voor onderhoud van uw computer tot een minimum te beperken. Welke softwareprogramma’s er precies worden mee­geleverd, is afhankelijk van het model van uw computer en het vooraf geïnstal­leerde besturingssysteem.
Lenovo ThinkVantage Tools
Het programma Lenovo ThinkVantage®Tools wijst u de weg naar een keur aan informatiebronnen en geeft eenvoudig toegang tot verschillende tools, zodat u een­voudiger en veiliger kunt werken. Meer informatie vindt u in “Lenovo ThinkVantage Tools” op pagina 73.
Opmerking: Het programma Lenovo ThinkVantage Tools is alleen beschikbaar op
computers met Windows 7 van Lenovo.
Lenovo Welcome
Met het programma Lenovo Welcome maakt u kennis met een aantal innovatieve ingebouwde voorzieningen van Lenovo en wordt u door een aantal belangrijke setuptaken geleid. Hierdoor haalt u het beste uit uw computer.
Opmerking: Het programma Lenovo Welcome is alleen beschikbaar op computers
van Lenovo waarop Windows 7 of Windows Vista vooraf is geïnstal­leerd.
ThinkVantage Rescue and Recovery
ThinkVantage Rescue and Recovery®is een programma waarmee u met één druk op de knop backups kunt maken en herstelbewerkingen kunt uitvoeren. Het programma bevat een set tools waarmee u zelf de oorzaak van computer­problemen kunt opsporen, hulp kunt inroepen en na een systeemcrash snel weer aan de slag kunt, zelfs als het primaire besturingssysteem niet meer opstart.
Product Recovery
Met het Product Recovery-programma kunt u de inhoud van het vaste-schijfstation herstellen naar de fabrieksinstellingen.
Vingerafdruksoftware
Met een vingerafdruklezer die op bepaalde modellen aanwezig is, kunt u een vin­gerafdruk registreren en koppelen aan een systeemwachtwoord, een vaste-schijf­wachtwoord en een Windows-wachtwoord. Hierdoor kan wachtwoordverificatie worden vervangen door verificatie op basis van vingerafdrukken, voor vereenvou­digde en veilige toegang voor de gebruiker. Een toetsenbord met vingerafdruklezer is beschikbaar voor bepaalde computers en kan als optie worden aangeschaft voor computers die deze functie ondersteunen.
Lenovo ThinkVantage Toolbox
Het programma Lenovo ThinkVantage Toolbox helpt u bij het onderhoud van uw computer. Het verbetert de beveiliging, maakt een betere opsporing van problemen mogelijk, helpt u vertrouwd te raken met de innovatieve technologie van Lenovo en verschaft u een overvloed aan informatie over uw computer. Zie “Lenovo ThinkVantage Toolbox” op pagina 68 voor meer gedetailleerde informatie.
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product 5
Opmerking: Het programma Lenovo ThinkVantage Toolbox is alleen beschikbaar
Lenovo System Toolbox
Het diagnoseprogramma Lenovo System Toolbox is al vooraf op het vaste-schijf­station geïnstalleerd. Dit diagnoseprogramma werkt bij het onderzoeken van de hardware via het besturingssysteem en maakt melding van instellingen die door het besturingssysteem worden beheerd en die hardwareproblemen kunnen veroor­zaken. Zie “Lenovo System Toolbox” op pagina 69.
Opmerking: Het programma Lenovo System Toolbox is alleen beschikbaar op
PC-Doctor for Rescue and Recovery
Het diagnoseprogramma PC-Doctor for Rescue and Recovery is al vooraf op het vaste-schijfstation geïnstalleerd. Het maakt deel uit van het werkgebied van Rescue and Recovery op elke Lenovo-computer en helpt bij het onderzoeken van de hard­ware via het besturingssysteem; het maakt melding van instellingen die door het besturingssysteem worden beheerd en die hardwareproblemen kunnen veroorza­ken. U kunt PC-Doctor for Rescue and Recovery ook gebruiken als het niet lukt om Windows op te starten. Zie “PC-Doctor for Rescue and Recovery” op pagina
69.

Adobe Reader

Het programma Adobe Reader is een tool voor het lezen, afdrukken en doorzoe­ken van PDF-documenten.
op computers van Lenovo waarop Windows 7 vooraf is geïnstalleerd.
computers van Lenovo waarop Windows Vista of Windows XP vooraf is geïnstalleerd.
Zie “Map Online boeken” op pagina 73 voor meer informatie over het gebruik van elektronische boeken en de Lenovo-website.

Antivirussoftware

Op uw computer is antivirussoftware geïnstalleerd, voor het detecteren en elimine­ren van virussen. Lenovo heeft een volledige versie van de antivirussoftware op uw vaste schijfstation geplaatst en biedt u een gratis abonnement voor 30 dagen aan. Na 30 dagen moet u de licentie vernieuwen om updates voor het antivirus­programma te blijven ontvangen.
6 Handboek voor de gebruiker

De plaats van de onderdelen

Aansluitingen aan de voorkant van de computer

In Figuur 1 ziet u waar de aansluitingen aan de voorkant van de computer zich bevinden.
Figuur 1. Aansluitingen aan de voorkant
1 USB-poort 3Microfoonaansluiting 2Aansluiting voor hoofdtelefoon 4 USB-poort
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product 7

Aansluitingen aan de achterkant van de computer

In Figuur 2 ziet u waar de aansluitingen aan de achterkant van de computer zich bevinden. Sommige aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voorzien van een kleurcode. Dit vergemakkelijkt de aansluiting van de kabels.
Figuur 2. Locatie van aansluitingen achterkant
1 Netsnoeraansluiting 8 Microfoonaansluiting 2 Seriële poort 9 Audio lijnuitgang 3 Aansluitingen voor PS/2
senbord en -muis (optioneel) 4 VGA-beeldschermaansluiting
(niet op alle modellen) 5 DisplayPort-aansluiting
(niet op alle modellen)
6 USB-poorten (6) 13 Sleuven voor PCI-kaarten (2) 7 Ethernet-poort
®
-toet-
10 Audio lijningang
11 Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart
12 Sleuf voor PCI Express x1-kaart
8 Handboek voor de gebruiker
Aansluiting Beschrijving
Audio lijningang Hier komen de audiosignalen binnen van een extern audioap-
paraat, zoals een stereo-installatie. Als u een extern audioap­paraat aansluit, verbindt u de audio lijnuitgang van het apparaat met een kabel met de audio lijningang van de computer.
Audio lijnuitgang Via deze uitgang worden audiosignalen van de computer ver-
zonden naar externe apparaten, zoals actieve stereo luidsprekers (luidsprekers met ingebouwde versterker), hoofdtelefoons, mul­timediatoetsenborden of de audio lijningang van een stereo­installatie of een ander extern opnameapparaat.
DisplayPort-aansluiting Hierop sluit u een high-performance beeldscherm, een direct-
drive beeldscherm of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt van een DisplayPort-aansluiting.
DVI-poort Voor het aansluiten van een DVI-beeldscherm of een ander
apparaat dat gebruikmaakt van een DVI-aansluiting.
Ethernet-poort Hierop kunt u een Ethernet-kabel voor een LAN (local area
network) aansluiten. Opmerking: Om de computer te laten voldoen aan de FCC­richtlijnen (Klasse B), dient u een Ethernet-kabel van categorie 5 te gebruiken.
Microfoonaansluiting Hier kunt u een microfoon aansluiten, voor het opnemen van
geluid of het gebruik van spraakherkenningssoftware.
Seriële poort Hierop kunt u een extern modem, een seriële printer of andere
apparaten aansluiten die een 9-pens seriële aansluiting hebben.
Aansluiting voor PS/2­toetsenbord
Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een standaardtoetsenbordaansluiting.
PS/2-muisaansluiting Hierop kunt u een muis, trackball of andere aanwijsapparaten
aansluiten die geschikt zijn voor een standaardmuisaansluiting.
USB-poort Hierop kunt u apparaten aansluiten waarvoor een USB-poort
vereist is, bijvoorbeeld een USB-scanner, een USB-toetsenbord, een USB-muis of een USB-printer. Als u meer dan acht USB­apparaten hebt, kunt u een USB-hub aanschaffen om extra USB­apparaten aan te sluiten.
VGA-beeldscherm­aansluiting
Voor het aansluiten van een VGA-beeldscherm of andere appara­ten die gebruik maken van een VGA-aansluiting.
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product 9

Componenten

In Figuur 3 kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. Hoe u de kap van de computer verwijdert, leest u in “De kap van de computer verwijderen” op pagina 14.
Figuur 3. De plaats van de verschillende componenten
1 Microprocessor, koelelement en ventilatoreenheid
2Geheugenmodule 6 PCI-kaart
3 Optische-schijfstation 7 Achterste ventilatoreenheid 4 Kaartlezer
(geïnstalleerd in bepaalde modellen)
5 Audio- en USB-aansluitingen voorkant
(geïnstalleerd in bepaalde modellen)
8 Voedingseenheid
10 Handboek voor de gebruiker

Onderdelen op de systeemplaat

In Figuur 4 ziet u de plaats van de onderdelen op de systeemplaat.
Figuur 4. Locatie van onderdelen op de systeemplaat
1 4-pens voedingsaansluiting 13Aansluiting frontpaneel 2 Microprocessor 14 Jumper voor Herstel / CMOS wissen 3 Ventilatoraansluiting voor micropro-
cessor
4 DIMM 2 16Audioaansluiting voorkant 5 DIMM 1 17 Aansluiting interne luidspreker 6 DIMM 4 18 Sleuven voor PCI-kaarten (2) 7 DIMM 3 19 Sleuf voor PCI Express x1-kaart 8 Aansluiting voor temperatuursensor 20 Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart 9 24-pens voedingsaansluiting 21 Aansluiting systeemventilator 10SATA-aansluitingen (3) 22 Aanwezigheidsschakelaar voor kap
11 eSATA-aansluiting 23 Batterij 12 Aansluiting voor ventilator 24 Aansluiting voor PS/2-toetsenbord en -muis

De plaats van interne stations

Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat. U kunt extra stations in de computer installeren om de opslagcapaciteit uit te breiden of om de computer geschikt te maken voor het lezen van andere typen media. De computer wordt geleverd met de volgende in de fabriek geïnstalleerde stations:
v Een SATA optische-schijfstation in compartiment 1 v Een 3,5-inch kaartlezer in compartiment 3 (in bepaalde modellen) v Een 3,5-inch SATA vaste-schijfstation in compartiment 5
15USB-poorten voorkant (2)
(inbraakverklikker)
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product 11
Interne stations worden geïnstalleerd in vakken. In deze handleiding wordt gespro­ken van compartiment 1, compartiment 2 enzovoort. In Figuur 5 kunt u zien waar de verschillende stationscompartimenten zich bevinden.
Figuur 5. Plaats van stationscompartimenten
Hieronder ziet u een overzicht van het type en de afmeting van het station dat in de verschillende compartimenten kan worden geïnstalleerd:
1 Compartiment 1 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inches)
2 Compartiment 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inches)
3 Compartiment 3 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1 inch)
4 Compartiment 4 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1 inch)
5 Compartiment 5 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1 inch)
Optische-schijfstation
Optische-schijfstation
3,5-inch kaartlezer (in bepaalde modellen)
Secundair 3,5-inch SATA vaste­schijfstation (geïnstalleerd in som­mige modellen)
3,5-inch primair SATA vaste-schijf­station
12 Handboek voor de gebruiker

Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen

In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hard­ware in uw computer.

Werken met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit

Open de antistatische verpakking met het nieuwe onderdeel pas als het bescha­digde onderdeel uit de computer is verwijderd en u klaar bent om het nieuwe onderdeel te installeren. Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan leiden tot ernstige schade aan de onderdelen van de computer.
Neem bij het omgaan met onderdelen en computercomponenten de volgende voor­zorgsmaatregelen in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen:
v Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
v Ga altijd voorzichtig om met onderdelen en andere computercomponenten. Pak
PCI-kaarten, geheugenmodules, systeemplaten en microprocessors bij de rand beet. Raak nooit onbeschermde elektronische componenten aan.
v Zorg ook dat anderen de onderdelen en andere computercomponenten niet aan-
raken.
v Voordat u een nieuw onderdeel installeert, houdt u de antistatische verpakking
met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf aan, of tegen een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
v Installeer het nieuwe onderdeel zo mogelijk direct in de computer, zonder het
eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
v Leg het onderdeel niet op de kap van de computer of op een metalen onder-
grond.

Hardware installeren en vervangen

In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hard­ware in uw computer. Door hardware te installeren of te vervangen, kunt u niet alleen onderhoud aan de computer uitvoeren, maar kunt u de mogelijkheden van de computer ook verder uitbreiden.
Waarschuwing
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar: http://www.lenovo.com/support
Opmerkingen:
1. Gebruik uitsluitend onderdelen die door Lenovo zijn verstrekt.
© Copyright Lenovo 2010 13
2. Raadpleeg bij het installeren of vervangen van een optie zowel de desbetref-
fende instructies in dit gedeelte als de instructies die bij de optie zijn geleverd.

Externe apparaten installeren

U kunt externe opties (randapparatuur) op uw computer aansluiten. Denk daarbij aan zaken als externe luidsprekers, een printer of een scanner. Voor bepaalde externe apparaten moet u aanvullende software installeren. Als u een externe optie toevoegt, kunt u in “Aansluitingen aan de voorkant van de computer” op pagina 7 en “Aansluitingen aan de achterkant van de computer” op pagina 8 zien welke aansluiting u moet gebruiken. Aan de hand van de instructies die bij de externe optie zijn geleverd, kunt u die optie vervolgens aansluiten en de vereiste software of stuurprogramma’s installeren.

De kap van de computer verwijderen

Waarschuwing
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar: http://www.lenovo.com/support
In dit gedeelte vindt u instructies voor het verwijderen van de kap van de compu­ter.
Let op!
Zet de computer uit en laat hem drie tot vijf minuten afkoelen voordat u de kap van de computer verwijdert.
U verwijdert de kap van de computer als volgt:
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit.
Zet dan de computer uit.
2. Haal alle stekkers uit het stopcontact.
3. Ontkoppel alle netsnoeren, alle I/O-kabels en alle andere op de computer aan-
gesloten kabels. Zie “Aansluitingen aan de voorkant van de computer” op pagina 7 en “Aansluitingen aan de achterkant van de computer” op pagina 8.
4. Verwijder eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet,
zoals een hangslot of een kabelslot. Zie “Geïntegreerd kabelslot” op pagina 43 en “Hangslot” op pagina 44 op pagina 44.
5. Verwijder de schroeven waarmee de kap van de computer is vastgezet.
14 Handboek voor de gebruiker
6. Druk op de ontgrendelknop voor de kap die zich aan de zijkant van de compu-
ter bevindt, schuif de kap naar achteren en neem hem weg.
Figuur 6. De kap van de computer verwijderen

De frontplaat verwijderen en terugplaatsen

Waarschuwing
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar: http://www.lenovo.com/support
In dit gedeelte vindt u instructies voor het verwijderen en weer aanbrengen van de frontplaat.
U kunt de frontplaat als volgt verwijderen en weer aanbrengen:
1. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 14.
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen 15
2. Verwijder de frontplaat door de drie plastic lipjes aan de linkerkant los te
maken en de frontplaat naar buiten te draaien.
Figuur 7. De frontplaat verwijderen
3. Als u de frontplaat weer wilt aanbrengen, plaatst u de drie plastic nokjes aan
de rechterkant van de frontplaat in de overeenkomstige gaatjes in het chassis. Vervolgens draait u de frontplaat naar binnen totdat hij links vastklikt.
4. Ga naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 41.

PCI-kaart installeren of vervangen

Waarschuwing
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar: http://www.lenovo.com/support
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een PCI­kaart. Er zijn twee sleuven voor standaard PCI-kaarten, één voor een PCI Express x1-kaart en één voor een PCI Express x16 grafische kaart.
U kunt een PCI-kaart als volgt installeren of vervangen:
1. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 14.
16 Handboek voor de gebruiker
2. Druk aan de achterkant van de computer op de ontgrendelknop 1 om de kaartklem 2 te openen.
Figuur 8. De PCI-kaartklem openen
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen 17
3. Als u een PCI-kaart installeert, verwijder dan het metalen afdekplaatje van de
sleuf waarin u de kaart gaan aanbrengen. Als u een oude PCI-kaart vervangt, pakt u de momenteel geïnstalleerd kaart stevig vast en trekt u hem voorzichtig uit de aansluiting.
Figuur 9. Een PCI-kaart verwijderen
Opmerking: De kaart zit vrij stevig vast in de kaartsleuf. Indien nodig kunt u
de kaart iets heen en weer bewegen om hem eruit te halen.
4. Haal de nieuwe PCI-kaart uit de antistatische verpakking.
5. Installeer de nieuwe PCI-kaart in de juiste sleuf op de systeemplaat. Zie
“Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11.
Opmerking: Als u een PCI Express x16 grafische kaart wilt installeren, zorg er
dan voor dat de borgklemmetjes voor de geheugenaansluiting gesloten zijn vóórdat u de grafische kaart installeert.
18 Handboek voor de gebruiker
6. Draai de kaartklem dicht om de PCI-kaart vast te zetten.
Figuur 10. Een PCI-kaart installeren
Volgende stappen:
v Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetref-
fende gedeelte.
v Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervan-
gen van de onderdelen voltooien” op pagina 41.

Geheugenmodules installeren of vervangen

Waarschuwing
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie die bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkStation Veiligheid en Garantie gaat u naar: http://www.lenovo.com/support
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een geheugenmodule.
De computer beschikt over vier sleuven voor het plaatsen of vervangen van geheugenmodules. Daardoor kunt u het systeemgeheugen uitbreiden tot maximaal 16 GB. Houd u bij het installeren of vervangen van geheugenmodules aan de vol­gende richtlijnen:
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen 19
v Gebruik in uw computer ofwel DDR3 ECC UDIMM’s, ofwel DDR3 Non-ECC
UDIMM’s. Zorg dat u nooit zowel DDR3 ECC UDIMM’s als DDR3 Non-ECC UDIMM’s in één en dezelfde computer installeert.
v Gebruik modules van 1 GB, 2 GB of 4 GB in elke willekeurige combinatie, tot
een maximum van 16 GB.
v Installeer de geheugenmodules in deze volgorde: DIMM 1, DIMM 3, DIMM 2 en
DIMM 4. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11.
U kunt een geheugenmodule als volgt installeren of vervangen:
1. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 14.
2. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen op de
systeemplaat” op pagina 11.
3. Verwijder alle onderdelen die het moeilijk maken om bij geheugenaansluitingen
te komen. Bij bepaalde modellen moet de PCI Express x16 grafische kaart wor­den verwijderd om bij de geheugenuitbreidingssleuven te kunnen komen. Zie “PCI-kaart installeren of vervangen” op pagina 16.
4. Open de klemmetjes.
Figuur 11. Klemmetjes openen
Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en haalt u de module voorzichtig uit de sleuf.
Figuur 12. Een geheugenmodule verwijderen
20 Handboek voor de gebruiker
Loading...
+ 64 hidden pages