KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Windows 10 en stuurprogramma's installeren . . . 43
Hoofdstuk 6. CRU vervangen . . . . . 45
Wat zijn CRU's . . . . . . . . . . . . . . . 45
Snel opstarten en de geïntegreerde batterij
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Een CRU vervangen . . . . . . . . . . . . . 46
Klep aan de onderkant van de computer . . . 46
Geheugenmodule . . . . . . . . . . . . 48
M.2 SSD-station. . . . . . . . . . . . . 49
Luidsprekereenheid . . . . . . . . . . . 52
Knoopcelbatterij. . . . . . . . . . . . . 53
Zelfhulpbronnen . . . . . . . . . . . . . . 60
Lenovo bellen . . . . . . . . . . . . . . . 60
Voordat u contact opneemt met Lenovo . . . 60
Klantsupportcentrum van Lenovo . . . . . . 61
Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . 62
Bijlage A. Belangrijke
veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . 63
Bijlage B. Informatie over
toegankelijkheid en ergonomie . . . . 77
Bijlage C. Aanvullende informatie
over het Linux-besturingssysteem . . 81
Hoofdstuk 7. Help en
ondersteuning . . . . . . . . . . . . . 57
Veelgestelde vragen . . . . . . . . . . . . . 57
Foutberichten . . . . . . . . . . . . . . . 58
Fouten waarbij er een geluidssignaal klinkt . . . . 59
Bijlage D. Informatie over naleving
en TCO-certificaten . . . . . . . . . . 83
Bijlage E. Kennisgevingen en
handelsmerken . . . . . . . . . . . . 97
iiP1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Informatie over deze documentatie
• De afbeeldingen in dit document kunnen er anders uitzien dan uw product.
• Afhankelijk van het model, zijn sommige optionele accessoires, functies en softwareprogramma's
mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
• Afhankelijk van de versie van een besturingssysteem en programma's, zijn sommige instructies voor de
gebruikersinterface mogelijk niet van toepassing op uw computer.
• De inhoud van de documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Lenovo brengt continu
verbeteringen aan in de documentatie van uw computer, zo ook in deze Gebruikershandleiding. Verkrijg
de nieuwste documentatie op
• Microsoft
Update. Bepaalde informatie in dit document is hierdoor mogelijk verouderd. Raadpleeg de Microsoftbronnen voor de meest recente informatie.
®
brengt periodiek functiewijzigingen in het Windows®-besturingssysteem aan via Windows
Zend IR-licht (infrarood) uit.
Opmerking: Blokkeer het IR-lampje niet. Anders werkt de IR-functie mogelijk
niet.
• Maak foto's of neem video's op door in het menu Start op Camera te klikken.
Het lampje naast de camera brandt als de camera in gebruik is.
• Meld u bij uw computer aan met gezichtsverificatie. Zie 'Gezichtsverificatie
gebruiken (voor bepaalde modellen)' op pagina 35.
• Als u andere apps gebruikt die functies zoals fotograferen, videochatten en
videovergaderingen ondersteunen, wordt de camera automatisch gestart
wanneer u in de app een functie inschakelt waarvoor de camera is vereist.
Schuif ThinkShutter om de cameralens te bedekken of onthullen. Deze
voorziening is bedoeld om uw privacy te beschermen.
Maak foto's of neem video's op door in het menu Start op Camera te klikken. Het
lampje naast de camera brandt als de camera in gebruik is.
Als u andere apps gebruikt die functies zoals fotograferen, videochatten en
videovergaderingen ondersteunen, wordt de camera automatisch gestart wanneer
u in de app een functie inschakelt waarvoor de camera is vereist.
Met dit scherm kunt u uw computer gebruiken via eenvoudige
aanraakbewegingen. Zie 'Het multitouch-scherm gebruiken' op pagina 20.
2
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Bovenaanzicht
Druk om de computer in te schakelen of om de computer in de slaapstand te
zetten.
1. Aan/uit-knop
2. Vingerafdruklezer
3. Trackpad
4. TrackPoint
®
-aanwijsapparaat
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het
uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
• Knippert drie keer: de computer wordt voor de eerste keer aangesloten op
voeding.
• Aan: de computer staat aan.
• Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
• Knippert snel: de computer gaat naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
• Knippert langzaam: de computer staat in de slaapstand.
Hiermee meldt u zich bij uw computer aan met geregistreerde vingerafdrukken.
Zie 'De vingerafdruklezer gebruiken' op pagina 34.
Gebruik vingerbewegingen en alle functies van een traditionele muis. Zie 'De
trackpad gebruiken' op pagina 18.
Gebruik alle functies van een traditionele muis. Zie 'Het TrackPointaanwijsapparaat gebruiken' op pagina 16.
Aan/
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen3
Linkerkant
1. VoedingsaansluitingSluit de computer met een netvoedingsadapter op de netvoeding aan.
2. Thunderbolt
(USB-C)™
™
3-aansluitingen
• Uw computer opladen.
• USB-C-apparaten opladen met de uitvoerspanning en stroom van 5 V en 3 A.
• Gegevensoverdracht met Thunderbolt 3-snelheid, tot maximaal 40 Gbps.
• Een extern beeldscherm aansluiten:
– USB-C naar VGA: 1900 x 1200 pixels, 60 Hz
– USB-C naar DP: 3840 x 2160 pixels, 60 Hz
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw computer uit te
breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat u naar
www.lenovo.com/accessories
Opmerking: Als de hoeveelheid resterende stroom in de batterij minder dan 10%
is, werken aangesloten USB-C-accessoires mogelijk niet correct.
.
https://
3. HDMI™-aansluiting
Sluit een compatibel digitaal audioapparaat of digitale videomonitor aan,
bijvoorbeeld een HDTV.
De HDMI-C-aansluiting op uw computer ondersteunt automatisch de HDMI 2.0standaard. Als u een extern beeldscherm via de HDMI-aansluiting op uw
computer aansluit met een HDMI 1.4-kabel werkt het externe beeldscherm
mogelijk niet. Voer in dat geval een van de volgende handelingen uit:
• Gebruik een gekwalificeerde HDMI 2.0-kabel in plaats van een HDMI 1.4-kabel.
• Wijzig de HDMI-standaard van de HDMI-aansluiting van 2.0 naar 1.4. Als u de
HDMI-standaard wilt wijzigen, gaat u naar het UEFI BIOS-menu (zie 'Het UEFI
BIOS-menu openen' op pagina 37) en configureert u vervolgens HDMI Mode
Select in het menu Config.
4P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
4. mini-Ethernet-poortMaak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal
netwerk via de mini-Ethernet-aansluiting op uw computer. Om een Ethernet-kabel
op de computer aan te sluiten, hebt u een Ethernet-extensieadapter nodig. De
Ethernet-extensieadapter is beschikbaar als optie en wordt alleen bij sommige
computermodellen geleverd. U kunt een adapter aanschaffen bij Lenovo op
https://www.lenovo.com/accessories.
• Sluit een hoofdtelefoon met een vierpolige 3,5 mm-stekker aan om naar geluid
op de computer te luisteren.
5. Audioaansluiting
• Sluit een headset met een vierpolige 3,5 mm-stekker aan om naar geluid op de
computer te luisteren of met anderen te praten.
Opmerking: Deze aansluiting biedt geen ondersteuning voor zelfstandige
externe microfoons.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen5
Rechterkant
1. Sleuf voor smartcard*Gebruik smartcards voor verificatie, gegevensopslag en verwerking door
toepassingen. In grote organisaties kunt u ook smartcards gebruiken voor een
sterke beveiligingsverificatie van eenmalige aanmeldingen (SSO). Zie 'Een
mediakaart of smartcard gebruiken' op pagina 28.
2. Geheugenkaartsleuf
3. USB 3.1 Gen 1-aansluiting
4. Always On USB 3.1 Gen 1-
aansluiting
5. Sleuf voor veiligheidsslot
* voor bepaalde modellen
Plaats een flash media-kaart voor toegang tot gegevens of voor opslag. Zie 'Een
mediakaart of smartcard gebruiken' op pagina 28.
Sluit een USB-compatibel apparaat aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Als de functie Always On USB is ingeschakeld, kan via de Always On USB 3.1 Gen
1-aansluiting een USB-compatibel apparaat worden opgeladen wanneer de
computer is uitgeschakeld of in de slaapstand of sluimerstand staat.
Opmerkingen:
• Standaard is in het UEFI BIOS Always On USB ingeschakeld en Charge in
Battery Mode uitgeschakeld.
• Als de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat en Charge in
Battery Mode is uitgeschakeld in het UEFI BIOS, moet u ervoor zorgen dat de
computer is aangesloten op de netvoeding.
U kunt als volgt de functie Always On USB inschakelen:
1. Open het UEFI BIOS-menu. Zie 'Het UEFI BIOS-menu openen' op pagina 37.
2. Klik op Config ➙ USB ➙ Always On USB om de functie Always On USB in te
schakelen.
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een
compatibel veiligheidskabelslot. Zie 'De computer vergrendelen' op pagina 31.
6
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Onderkant
1. Noodresetgaatje
Als de computer niet meer reageert en u deze niet kunt uitschakelen met de aan/
uit-knop, reset u de computer:
1. Koppel de computer los van de netvoeding.
2. Steek het uiteinde van een uitgebogen paperclip in het gaatje om de
stroomvoorziening tijdelijk uit te schakelen.
3. Sluit de computer aan op de netvoeding en zet vervolgens de computer aan.
2. LuidsprekersGeniet van geluid van verbluffende kwaliteit.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen7
Voorzieningen en specificaties
• Breedte: 361,8 mm
• Diepte: 245,7 mm
Afmetingen
• Dikte:
– Modellen zonder touchscreen: 18,4 mm
– Modellen met touchscreen: 18,7 mm
Maximale warmteafgifte
(afhankelijk van het model)
Voedingsbron
(netvoedingsadapter)
Microprocessor
Geheugen
Opslagapparaat
Beeldscherm
• 135 W
• Sinus-invoer bij 50 tot 60 Hz
• Ingangsspanning van de netvoedingsadapter: 100 tot 240 VAC, 50 tot 60 Hz
Als u de informatie over de microprocessor van uw computer wilt bekijken, klikt u
met de rechtermuisknop op de knop Start en klikt u vervolgens op Systeem.
• Voor P1 Gen 2: DDR4 (Double Data Rate 4) foutcorrectiecode (ECC, error
correction code) DIMM's (dual inline memory modules) of DDR4 niet-ECC
DIMM's
• Voor X1 Extreme: DDR4 niet-ECC DIMM's
• M.2 SSD-station
• Helderheidsregeling
• Kleurenbeeldscherm met IPS- (In-Plane Switching) of OLED-technologie
(Organic Light-Emitting Diode)
• Schermgrootte: 396,24 mm
• Schermresolutie: 1920 x 1080 pixels of 3840 x 2160 pixels
• Multitouch-technologie*
• hybrid graphics
• Functietoetsen
Toetsenbord
Aansluitingen en sleuven
• Toetsenbord met zes rijen of verlicht toetsenbord met zes rijen
• Trackpad
• TrackPoint-aanwijsapparaat
• Netvoedingsaansluiting
• Audioaansluiting
• HDMI-aansluiting
• Geheugenkaartsleuf
• Mini-Ethernet-poort
• Sleuf voor smartcard*
• Twee USB 3.1 Gen 1-aansluitingen (inclusief één Always On USB 3.1 Gen 1aansluiting)
• Twee Thunderbolt 3-aansluitingen (USB-C)
8P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Beveiligingsvoorzieningen
• Gezichtsverificatie*
• Vingerafdruklezer
• Wachtwoord
• Sleuf voor veiligheidsslot
• Trusted Platform Module (TPM)*
Draadloze voorzieningen
Overige
• Bluetooth
• Draadloos LAN
• Camera*
• Microfoons
* voor bepaalde modellen
Verklaring op USB overdrachtssnelheid
Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten,
bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en
gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USBaansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk
onderstaand overeenkomstig apparaat.
USB-apparaatGegevenssnelheid (Gbit/s)
3.2 Gen 1 / 3.1 Gen 1
3.2 Gen 2 / 3.1 Gen 2
3.2 Gen 2 × 2
5
10
20
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen9
10P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2.Aan de slag met uw computer
Aan de slag met Windows 10
Maak kennis met de basisbeginselen van Windows 10 en ga meteen met het besturingssysteem aan de slag.
Raadpleeg de Help-informatie van Windows voor meer informatie over Windows 10.
Windows-account
Een gebruikersaccount is vereist om het Windows-besturingssysteem te kunnen gebruiken. Dit kan een
Windows-gebruikersaccount of een Microsoft-account zijn.
Windows-gebruikersaccount
Als u Windows voor de eerste keer start, wordt u gevraagd om een Windows-gebruikersaccount aan te
maken. Het eerste account dat u maakt, is van het type 'Beheerder'. U kunt met een beheerdersaccount
extra gebruikersaccounts maken of accounttypen als volgt wijzigen:
1. Open het menu Start en selecteer Instellingen ➙ Accounts ➙ Family (Familie) en ander gebruikers.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Microsoft-account
U kunt zich ook aanmelden bij het Windows-besturingssysteem met een Microsoft-account.
Als u een Microsoft-account wilt maken, gaat u naar de Microsoft-aanmeldingspagina op
signup.live.com
Een Microsoft-account biedt de volgende voordelen:
• U kunt profiteren van eenmalige aanmelding als u andere services van Microsoft gebruikt, zoals OneDrive,
Skype en Outlook.com.
• U kunt persoonlijke instellingen synchroniseren met andere Windows-apparaten.
9. Windows-systeemvakGeef kennisgevingen en de status van enkele functies weer.
10. Pictogram van de
batterijstatus
11. Netwerkpictogram
Wijzig accountinstellingen, vergrendel de computer of meld u af bij het huidige
account.
Open de map Documenten, een standaardmap om uw ontvangen bestanden in
op te slaan.
Open de map Afbeeldingen, een standaardmap om uw ontvangen afbeeldingen
in op te slaan.
Start Instellingen.
Uw computer uitschakelen, opnieuw opstarten of in de slaapstand zetten.
Open het menu Start.
Typ wat u zoekt in het zoekveld en haal zoekresultaten op van uw computer en
het internet.
Geef alle geopende apps weer en schakel tussen de apps.
Geef de stroomstatus weer en wijzig de instellingen voor de batterij of de energieinstellingen. Als uw computer niet is aangesloten op netvoeding, verandert het
pictogram in
Maak verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk en geef de
netwerkstatus weer. Als de computer is aangesloten op een bekabeld netwerk,
verandert het pictogram in
.
.
12. Actiecentrum
Geef de meest recente kennisgevingen van apps weer en voer snel bepaalde
acties uit.
Het menu Start openen
• Klik op de knop Start.
• Druk op de toets met het Windows-logo op het toetsenbord.
12
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Het configuratiescherm openen
• Open het menu Start en klik op Systeem ➙ Configuratiescherm.
• Gebruik Windows Search.
Een app starten
• Open het menu Start en selecteer de app die u wilt starten.
• Gebruik Windows Search.
Windows-label
Op uw computer is mogelijk een Windows 10 Genuine Microsoft-label op de klep aangebracht, afhankelijk
van de volgende factoren:
• Uw geografische locatie
• De versie van Windows 10 die vooraf is geïnstalleerd
Zie
https://www.microsoft.com/en-us/howtotell/Hardware.aspx voor afbeeldingen van de verschillende typen
Legitiem Microsoft-labels.
• In de Volksrepubliek China is het Legitiem Microsoft-label verplicht op alle computermodellen waarop
vooraf een versie van Windows 10 is geïnstalleerd (ongeacht welke).
• In andere landen en regio's is het Legitiem Microsoft-label alleen verplicht op computermodellen met een
licentie voor Windows 10 Pro.
De afwezigheid van een Legitiem Microsoft-label geeft niet aan dat een vooraf geïnstalleerde Windows-versie
niet legitiem is. Raadpleeg de informatie van Microsoft op
default.aspx
Er zijn geen externe, visuele indicaties van de product-id of de Windows-versie waarvoor de computer een
licentie heeft. In plaats daarvan is de product-id vastgelegd in de computerfirmware. Het
installatieprogramma controleert of er een geldige, bijbehorende product-id in de computerfirmware
aanwezig is om de activering te voltooien, ongeacht of er een Windows 10-product is geïnstalleerd.
In sommige gevallen kan er onder de voorwaarden van downgraderechten van een Windows 10 Pro-licentie
een oudere Windows-versie zijn geïnstalleerd.
voor meer informatie om te bepalen of uw vooraf geïnstalleerde Windows-product legitiem is.
https://www.microsoft.com/en-us/howtotell/
Verbinding maken met netwerken
Uw computer helpt u bij het maken van een verbinding met de wereld via een bekabeld of draadloos
netwerk.
Verbinding maken met een bekabeld Ethernet
Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de miniEthernet-aansluiting op uw computer.
Om een Ethernet-kabel op de computer aan te sluiten, hebt u een Ethernet-extensieadapter nodig. De
Ethernet-extensieadapter is beschikbaar als optie en wordt alleen bij sommige computermodellen geleverd.
U kunt een adapter aanschaffen bij Lenovo op
https://www.lenovo.com/accessories.
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken
1. Klik op het pictogram van het netwerk in het systeemvak van Windows. Er wordt een lijst met
beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer13
2. Selecteer een netwerk dat beschikbaar is voor het maken van een verbinding. Verstrek indien nodig de
vereiste informatie.
Lenovo Vantage gebruiken
De vooraf geïnstalleerde app Lenovo Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt
onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en
gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Lenovo Vantage openen
Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage. U kunt ook Lenovo Vantage in het zoekvak typen.
Ga naar de Microsoft Store en zoek op de naam van de app om de nieuwste versie van Lenovo Vantage te
downloaden.
Belangrijke functies
Met Lenovo Vantage kunt u:
• Eenvoudig de status van het apparaat te weten komen en pas apparaat-instellingen aan.
• Download en installeer updates voor UEFI BIOS, firmware en stuurprogramma's om uw computer up-todate te houden.
• Controleer de status van uw computer en beveilig uw computer tegen externe bedreigingen.
• De computerhardware scannen en de oorzaak van hardwareproblemen opsporen.
• De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
• Toegang krijgen tot de Gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• Lenovo Vantage werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De
beschrijving van voorzieningen kan verschillen van die op uw daadwerkelijke gebruikersinterface.
Communiceren met uw computer
Uw computer biedt verschillende manieren om op het beeldscherm te navigeren.
14
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
De sneltoetsen gebruiken
Met de speciale toetsen op het toetsenbord kunt u gemakkelijker en effectiever werken.
Open het menu Start.
1. Toets met het Windows-logo
2. Caps Lock-toets
Zie de Help-informatie van Windows voor informatie over het gebruik van deze
toets in combinatie met andere toetsen.
Wissel tussen hoofdletters en kleine letters.
Als het lampje voor Caps Lock brandt, kunt u hoofdletters typen.
3. Functietoetsen F1-F12
Activeer de speciale functie die als pictogram op elke toets is afgebeeld, of
activeer de standaardfunctie.
Kiezen of u de speciale functie of de standaardfunctie wilt aanroepen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer de weergave Grote
pictogrammen of Kleine pictogrammen.
2. Klik op Toetsenbord of op Lenovo - Toetsenbordbeheer en selecteer de
optie van uw voorkeur.
Schakel tussen de standaardfunctie van de F1-F12-toetsen en de speciale functie
die als pictogram op elke toets is afgebeeld.
Als het Fn Lock-lampje brandt:
• Druk op F1-F12 om de standaardfunctie te gebruiken.
• Druk op Fn+F1-F12 om de speciale functie te gebruiken.
Als het Fn Lock-lampje niet brandt:
• Druk op Fn+F1-F12 om de standaardfunctie te gebruiken.
• Druk op F1-F12 om de speciale functie te gebruiken.
Luidsprekers dempen of dempen ongedaan maken.
Als het toetslampje brandt, zijn de luidsprekers gedempt.
Als u de luidsprekers dempt en uw computer uitschakelt, zijn de luidsprekers nog
steeds gedempt als u de computer weer inschakelt.
Verlaag het volume van de luidspreker.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer15
Verhoog het volume van de luidspreker.
Schakel de microfoons in of uit.
Als het toetslampje brandt, zijn de microfoons uitgeschakeld.
Hiermee maakt u het computerbeeldscherm donkerder.
Hiermee maakt u het computerbeeldscherm lichter.
Externe beeldschermen beheren.
Hiermee kunt u de ingebouwde functies voor draadloos netwerk in- of
uitschakelen.
Hiermee opent u het instellingenvenster.
Hiermee kunt u de ingebouwde Bluetooth-functies in- of uitschakelen.
Open een pagina met toetsenbordinstellingen.
Roep de door u zelf gedefinieerde functie aan.
In Lenovo Vantage kunt u andere functies opgeven voor de F12-toets.
Het Knipprogramma openen.
Fn+Spatiebalk
Fn+B
Fn+K
Fn+P
Fn+S
Fn+4
Fn+Pijl naar linksIs gelijk aan de Home-toets.
Fn+Pijl naar rechtsIs gelijk aan de End-toets.
Hiermee schakelt u tussen verschillende statussen voor de achtergrondverlichting
van het toetsenbord als uw computer achtergrondverlichting ondersteunt.
Is gelijk aan de toets Break op een conventioneel extern toetsenbord.
Is gelijk aan de toets ScrLK of Scroll Lock op een conventioneel extern
toetsenbord.
Is gelijk aan de toets Pause op een conventioneel extern toetsenbord.
Is gelijk aan de toets SysRq op een conventioneel extern toetsenbord.
Hiermee zet u de computer in de slaapstand. Druk op de Fn of de aan/uit-knop
om de computer uit de slaapstand te halen.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het
aanwijzen, klikken en bladeren.
16
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
1. Aanwijsknopje
Gebruik uw wijsvinger of middelvinger om druk op het antislipdopje van het aanwijsknopje uit te oefenen in
elke richting parallel aan het toetsenbord. De aanwijzer op het scherm beweegt dienovereenkomstig, maar
het aanwijsknopje zelf beweegt niet. Hoe meer druk u uitoefent, hoe sneller de aanwijzer beweegt.
2. Linkermuisknop
Druk op deze zone om een item te selecteren of te openen.
3. Rechtermuisknop
Druk op deze zone om een snelmenu weer te geven.
4. Middelste knop
Houd de gestippelde middelste knop ingedrukt terwijl u druk uitoefent op het aanwijsknopje in de verticale of
horizontale richting. Vervolgens kunt u door het document, de website of apps bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat uitschakelen
Het TrackPoint-aanwijsapparaat is standaard ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik dan op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Muis.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om TrackPoint uit te schakelen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer17
Het dopje van het aanwijsknopje vervangen
Opmerking: Zorg ervoor dat het nieuwe dopje groeven heeft
a .
De trackpad gebruiken
Het hele oppervlak van de trackpad is gevoelig voor aanraken en bewegingen. U kunt de trackpad gebruiken
om alle aanwijs-, klik- en bladerfuncties van een traditionele muis uit te voeren.
De trackpad gebruiken
1. Zone voor linksklikken
Druk op deze zone om een item te selecteren of te openen.
U kunt ook met één vinger op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de
linkermuisknopactie uit te voeren.
2. Zone voor rechtsklikken
Druk op deze zone om een snelmenu weer te geven.
U kunt ook met twee vingers op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de
rechtermuisknopactie uit te voeren.
18
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
De aanraakbewegingen gebruiken
Tikken
Tik met één vinger op een willekeurige plek op de trackpad om een
item te selecteren of te openen.
Tikken met twee vingers
Tik met twee vingers op een willekeurige plek op de trackpad om een
snelmenu weer te geven.
Bladeren met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze in verticale of
horizontale richting. Met deze actie kunt u door documenten,
websites en apps bladeren.
Uitzoomen met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze vervolgens dichter
naar elkaar toe om uit te zoomen.
Inzoomen met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze verder van elkaar af
om in te zoomen.
Omhoog vegen met drie vingers
Plaats drie vingers op de trackpad en beweeg ze omhoog om de
taakweergave te openen, zodat u alle geopende vensters kunt zien.
Omlaag vegen met drie vingers
Plaats drie vingers op de trackpad en beweeg ze omlaag om het
bureaublad weer te geven.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer19
Opmerkingen:
• Als u twee of meer vingers gebruikt, moet u ervoor zorgen dat uw vingers enigszins uit elkaar staan.
• Sommige gebaren zijn niet beschikbaar als de laatste actie met het TrackPoint-aanwijsapparaat is
uitgevoerd.
• Sommige gebaren zijn alleen beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt.
• Als er olie op het oppervlak van de trackpad zit, zet dan eerst de computer uit. Veeg daarna het oppervlak
van de trackpad schoon met een zachte, pluisvrije doek die vochtig is gemaakt met lauw water of
reinigingsmiddel voor computers.
Raadpleeg voor meer bewegingen de Help-informatie van het aanwijsapparaat.
De trackpad uitschakelen
Standaard is de trackpad ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik Instellingen ➙ Apparaten ➙ Touchpad.
2. In de sectie Touchpad de Touchpad uitschakelen.
Het multitouch-scherm gebruiken
Als het beeldscherm van uw computer de multitouch-functie ondersteunt, kunt u met eenvoudige
aanraakbewegingen op het scherm navigeren.
Opmerking: Afhankelijk van de app die u gebruikt, zijn sommige bewegingen mogelijk niet beschikbaar.
Eén keer tikken
• In het menu Start: zo opent u een app of item.
• Op het bureaublad: zo selecteert u een app of item.
• In een geopende app: zo voert u een actie uit, zoals Kopiëren,
Opslaan en Verwijderen (afhankelijk van de app).
Twee keer snel tikken
Zo opent u een app of item op het bureaublad.
Tikken en vasthouden
Zo opent u een snelmenu.
20P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Schuiven
Blader door items zoals lijsten, webpagina's en foto's.
Een item naar de gewenste locatie slepen
Verplaats een voorwerp.
Twee vingers naar elkaar toe bewegen
Zoom uit.
Twee vingers verder uit elkaar bewegen
Zoom in.
Veeg met uw vingers vanaf de rechterrand
Zo opent u het actiecentrum om de meldingen en snelle acties te
bekijken.
Veeg met uw vingers vanaf de linkerrand
Zo bekijkt u al uw geopende vensters in de taakweergave.
• Kort omlaag vegen vanaf de bovenrand (voor het weergeven
van de app in volledig scherm of als de computer zich in de
tabletwerkstand bevindt)
Zo geeft u een verborgen titelbalk weer.
• Met uw vinger vanaf de bovenrand naar de onderrand vegen
(als de computer zich in de tabletwerkstand bevindt)
Sluit de huidige app.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer21
Tips
• Zet de computer uit voordat u het multitouch-scherm schoonmaakt.
• Verwijder met een droge, zachte, pluisvrije doek of een absorberend stuk kantoen vingerafdrukken of stof
van het multitouch-scherm. Gebruik geen oplosmiddelen.
• Het multitouch-scherm is gemaakt van glas met daar overheen een plastic film. Oefen nooit druk uit op of
plaats geen metalen voorwerp op het scherm omdat het multitouch-scherm beschadigd of defect kan
raken.
• Voer geen handelingen op het scherm uit met nagels of vingers in handschoenen of dode voorwerpen.
• Kalibreer de nauwkeurigheid van de vinger regelmatig om discrepanties te voorkomen.
De functie Intelligent Cooling gebruiken
Met de slimme koelfunctie van Lenovo kan uw computer in de volgende drie modi werken:
• Stille modus
• Gebalanceerde modus
geluidsproductie.
• Prestatiemodus
De gewenste modus selecteren:
1. Klik in het systeemvak van Windows op het batterijstatuspictogram.
2. Beweeg de schuifregelaar naar links of rechts om de gewenste modus te selecteren.
: uw computer werkt met zo min mogelijk geluid van de ventilator.
: uw computer werkt met een goed evenwicht tussen prestaties en
: uw computer werkt met de hoogste prestaties en een gemiddelde geluidsproductie.
met netvoedingmet batterijvoeding
Multimedia gebruiken
Gebruik uw computer voor zakelijke doeleinden of voor ontspanning met de ingebouwde onderdelen
(camera, luidsprekers en audiomogelijkheden) of de aangesloten externe apparaten (een externe projector,
een beeldscherm en HDTV).
Audio gebruiken
Om uw audio-ervaring te verbeteren, sluit u luidsprekers, hoofdtelefoons of een headset met een 3,5-mm, 4polige stekker aan op de audioaansluiting.
De geluidsinstellingen wijzigen
1. Ga naar Configuratiescherm en bekijk per categorie.
2. Klik op Hardware en geluid ➙ Geluid.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
De camera gebruiken
U kunt de geïntegreerde camera gebruiken om foto's te maken en video's op te nemen. Het lampje naast de
camera gaat branden als de camera in gebruik is.
22
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Foto's of video's maken:
1. Schuif de ThinkShutter naar rechts om de cameralens vrij te maken.
2. Open het menu Start en klik vervolgens Camera.
3. Als u foto's wilt maken, klikt u op het camerapictogram. Als u video's wilt opnemen, klikt u op het
videopictogram om over te schakelen naar de videomodus.
Als u andere programma's gebruikt die functies bieden zoals fotograferen, opnemen van video's en
videovergaderingen, wordt de camera automatisch gestart wanneer u een functie inschakelt waarvoor de
camera is vereist.
Een extern beeldscherm aansluiten
Sluit uw computer aan op een projector of een beeldscherm om presentaties te geven of om uw werkruimte
uit te breiden.
Aansluiten op een bekabeld beeldscherm
1. Sluit het externe beeldscherm aan op een passende video-aansluiting op uw computer, zoals de
Thunderbolt 3-aansluiting (USB-C) of de HDMI-aansluiting.
2. Sluit het externe beeldscherm aan op een stopcontact.
3. Zet het externe beeldscherm aan.
Als uw computer het externe beeldscherm niet kan detecteren, klikt u met de rechtermuisknop op een leeg
gedeelte op het bureaublad en klikt u vervolgens op Beeldscherminstellingen ➙ Detecteren.
Ondersteunde resolutie
In de volgende tabel staat de ondersteunde maximale resolutie van het externe beeldscherm.
Het externe beeldscherm aansluiten op
De Thunderbolt 3-aansluiting (USB-C)Maximaal 4096 x 2160 pixels/60 Hz
De HDMI-aansluitingMaximaal 4096 x 2160 pixels/60 Hz
Ondersteunde resolutie
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm
Als u een draadloos beeldscherm wilt gebruiken, zorg dan dat uw computer en het externe beeldscherm de
functie Miracast
®
ondersteunen.
• Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Bluetooth en andere apparaten ➙ Bluetooth of een ander apparaat toevoegen. Klik in het venster Een apparaat toevoegen
op Draadloos apparaat of dock. Volg daarna de instructies op het scherm.
• Klik op het pictogram van het actiecentrum
in het systeemvak van Windows en klik op Verbinden.
Selecteer het draadloze beeldscherm en volg de instructies op het scherm.
De weergavemodus van het beeldscherm instellen
Druk op
of op en selecteer vervolgens de gewenste weergavemodus.
• Alleen computerbeeldscherm: geeft de video-uitvoer alleen weer op het beeldscherm van de computer.
Opmerking: Afhankelijk van de situatie, kunt u Verbinding verbreken, Alleen PC-scherm, Alleen
computer of Verbinding met projector verbreken zien.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer23
• Dupliceren: geeft dezelfde video-uitvoer op het beeldscherm van de computer en een extern
beeldscherm.
• Uitbreiden: breidt de video-uitvoer van het beeldscherm van de computer uit naar een extern
beeldscherm. U kunt items slepen en verplaatsen tussen de twee beeldschermen.
• Alleen tweede scherm: geeft de video-uitvoer alleen weer op een extern beeldscherm.
Opmerking: Afhankelijk van de situatie, kunt u Alleen projector of Alleen tweede scherm zien.
Als u programma's weergeeft die gebruikmaken van DirectDraw of Direct3D
®
in Volledig scherm, verschijnt
de video-uitvoer alleen op het hoofdbeeldscherm.
Beeldscherminstellingen wijzigen
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer
Beeldscherminstellingen.
2. Selecteer het beeldscherm dat u wilt configureren.
3. Wijzig de gewenste weergave-instellingen.
U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen. U kunt
bijvoorbeeld bepalen welk scherm het hoofdscherm is en welke het secundaire beeldscherm is. U kunt ook
de resolutie en oriëntatie wijzigen.
Opmerking: Als u een hogere resolutie instelt voor het computerbeeldscherm dan voor het externe
beeldscherm, kan slechts een deel van het scherm op het externe beeldscherm worden weergegeven.
Lenovo Pen Pro gebruiken
Afhankelijk van het model wordt uw computer mogelijk met een Lenovo Pen Pro geleverd (hierna wordt dit
de pen genoemd). Met de pen kunt u op een natuurlijke manier schrijven en tekenen. In dit gedeelte wordt
het basisgebruik van de pen beschreven. Raadpleeg de documentatie van de pen voor meer informatie.
Opmerkingen:
• De kleur van de pen kan per land of regio van levering verschillen. Afhankelijk van het model kan de
geleverde pen er enigszins anders uitzien dan in de afbeeldingen in dit onderwerp.
• De pen is niet waterdicht. Houd de pen uit de buurt van water en extreme vochtigheid.
• De pen bevat een aantal druksensoren. Pas net zoveel druk toe als wanneer u op het papier zou schrijven.
Stel de pen niet bloot aan schokken of trillingen.
• De pen werkt niet als de functie multi-touch in het programma ThinkPad Setup is uitgeschakeld.
24
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Overzicht van pen
1 Bovenste knop: Houd de bovenste knop minstens drie seconden ingedrukt om koppelen via Bluetooth op
de pen in te schakelen.
2 LED-lampje: de LED geeft de volgende status aan:
– Knipperend oranje: batterijvoeding is minder dan 20% (opladen aanbevolen)
– Uit: geen batterijvoeding (opladen aanbevolen) of batterijvoeding is meer dan 20%
• Status van Bluetooth-koppeling
– Groen, knippert eenmaal per seconde: bezig met koppelen
– Groen, knippert vijf keer snel in twee seconden: gekoppeld
– Groen, knippert eenmaal: er is één of twee keer op de bovenste knop gedrukt
3 USB-C-aansluiting: Om de pen op te laden, sluit u de pen met een USB-C-kabel aan op een USB-C-
aansluiting van de computer.
4 Bovenste penknop: Als u wilt rechtsklikken in ondersteunde toepassingen, houdt u de bovenste penknop
ingedrukt en tikt u op het scherm.
5 Onderste penknop: Om teksten en tekeningen te wissen in ondersteunde toepassingen, houdt u de
onderste penknop ingedrukt om de betreffende objecten te wissen.
Opmerkingen:
• De standaardfunctie van elke penknop kan variëren in verschillende toepassingen.
• U kunt de functies van de penknoppen aanpassen met de toepassing Wacom Pen. Als Wacom Pen niet
op de computer is geïnstalleerd, kunt u het meest recente WinTab-stuurprogramma downloaden van
https://support.lenovo.com.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer25
6 Penpunt: om te klikken tikt u met de punt op het scherm. Wilt u dubbelklikken, tik dan twee keer met de
punt op het scherm.
De pen koppelen
1. Schakel op de pen het koppelen via Bluetooth in door de bovenste knop minstens drie seconden
ingedrukt te houden. Het LED-lampje op de pen gaat groen knipperen.
2. Schakel koppelen via Bluetooth in op de computer om de pen te ontdekken en de koppeling tot stand te
brengen. Zie 'Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat' op pagina 28. De pen wordt gedetecteerd
als Lenovo Pen Pro.
Na het koppelen kunt u meer functies instellen. Druk hiervoor één of twee keer op de bovenste knop. U kunt
de functies van de bovenste knop aanpassen met de toepassing Wacom Pen. U kunt dit ook doen door het
menu Start
te openen en te tikken op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Pen en Windows Ink ➙
Pensneltoetsen.
De pen vastzetten
De pen wordt geleverd met een penhouder. U bewaart de pen als volgt op de computer:
1. Steek de penhouder in een van de USB-aansluitingen op de computer.
2. Steek de pen in de penhouder op een van de manieren die worden getoond in de afbeelding.
26P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3.Uw computer verkennen
Energie beheren
Gebruik de informatie in dit gedeelte om de beste balans te vinden tussen prestaties en efficiënt
stroomverbruik.
De status en temperatuur van de batterij controleren
De status van de batterij controleren
Het statuspictogram van de batterij
klikken op het icoon om snel de batterijstatus te controleren, het huidige energiebeheerschema te bekijken
en de batterij-instellingen te openen.
De temperatuur van de batterij controleren
Open Lenovo Vantage en volg de aanwijzingen op het scherm om de batterij gegevens te bekijken.
De batterij opladen
Wanneer u merkt dat de batterij bijna leeg is, moet u de batterij opladen door uw computer aan te sluiten op
de netvoeding.
Het duurt ongeveer vier tot acht uur om de batterij volledig op te laden. Als de voedingsadapter die met uw
computer is meegeleverd, de functie voor snel opladen ondersteunt, wordt de batterij in ongeveer één uur
80% opgeladen wanneer de computer uit staat. De werkelijke oplaadtijd is afhankelijk van de batterijgrootte,
de fysieke omgeving en of u de computer al dan niet gebruikt.
of wordt weergegeven in het systeemvak van Windows. U kunt
Het opladen van de batterij wordt ook beïnvloed door de temperatuur van de batterij. De aanbevolen
batterijtemperatuur voor het opladen van de batterij ligt tussen 10 °C en 35 °C.
Opmerking: Voor een maximale levensduur van de batterij moet u de lading laten teruglopen tot 94% of
lager voordat u deze opnieuw oplaadt.
De werkingsduur van de batterij maximaliseren
• Verminder de helderheid van het computerbeeldscherm.
• Schakel de functies voor draadloze communicatie uit wanneer deze niet worden gebruikt.
• Gebruik de batterij totdat deze leeg is.
• Laad de batterij helemaal op voordat u hem gebruikt.
Het gedrag van de aan/uit-knop instellen
U kunt het gedrag van aan/uit-knop aan uw eigen voorkeur aanpassen. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop
drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten.
De werking van de aan/uit-knop wijzigen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows.
2. Klik op Energiebeheer ➙ Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
Voor computers die compatibel zijn met ENERGY STAR® wordt het volgende energiebeheerschema van
kracht wanneer uw computers gedurende een bepaalde tijd niet actief zijn geweest:
Tabel 1. Standaard energiebeheerschema (bij aansluiting op de netvoeding)
• Beeldscherm uitzetten na: na 10 minuten
• Computer naar slaapstand: na 30 minuten
De instellingen van uw energiebeheerschema opnieuw instellen om de beste balans te vinden tussen
snelheid en energiebesparing:
1. Klik met de rechtermuisknop op het batterijstatuspictogram en selecteer Energiebeheer.
2. Kies een energiebeheerschema of maak uw eigen energiebeheerschema.
Gegevens overbrengen
Deel snel uw bestanden via de ingebouwde Bluetooth- of NFC-technologie met apparaten die over dezelfde
functies beschikken. U kunt ook een mediakaart of een smartcard gebruiken om gegevens over te brengen.
Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
U kunt op uw computer verbinding maken met alle typen Bluetooth-apparaten, zoals een toetsenbord, een
muis, een smartphone of luidsprekers. Voor een geslaagde verbinding plaatst u de apparaten maximaal 10
meter (33 voet) van de computer.
1. Klik op het pictogram van het actiecentrum
functie in.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Bluetooth.
3. Selecteer Ga naar Instellingen ➙ Bluetooth-apparaat of ander apparaat toevoegen ➙ Bluetooth.
4. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
in het systeemvak van Windows en schakel de Bluetooth-
Een mediakaart of smartcard gebruiken
Lees de volgende informatie als uw computer is uitgerust met een sleuf voor een mediakaart of smartcard.
Ondersteunde mediakaarttypen
De geheugenkaartlezer van uw computer ondersteunt alleen de volgende geheugenkaarten:
Opmerking: Uw computer ondersteunt de functie Content Protection for Recordable Media (CPRM) voor de
SD-kaart niet.
• MultiMediaCard (MMC)
• SD-kaart (Secure Digital)
• SDXC-kaart (Secure Digital eXtended-Capacity)
• SDHC-kaart (Secure Digital High-Capacity)
Ondersteunde smartcard
Specificaties ondersteunde smartcard: 85,60 mm x 53,98 mm
Attentie: Smartcards met spleten worden niet ondersteund. Plaats een dergelijke smartcard niet in de
smartcardlezer van uw computer. Als u dit wel doet, kan de lezer beschadigd raken.
28
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
De kaart plaatsen
1. Zoek de sleuf voor de kaart. Zie 'Rechterkant' op pagina 6.
2. Steek de kaart stevig in de kaartsleuf tot deze op zijn plaats vastzit.
Opmerkingen:
• Zorg er voor de mediakaart voor dat de metalen contacten omlaag zijn gericht en naar de kaartsleuf
wijzen.
• Voor de smartcard: zorg ervoor dat de metalen contactpunten omhoog zijn gericht en wijzen naar de
kaartsleuf.
De kaart verwijderen
Attentie: Voordat u een kaart verwijdert, moet u eerst de kaart van het Windows-besturingssysteem
verwijderen. Als u dat niet doet, kunnen de gegevens op de kaart beschadigd raken of verloren gaan.
1. Klik op het driehoekige pictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te
geven. Klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen.
2. Selecteer het corresponderende item om de kaart uit het Windows-besturingssysteem te verwijderen.
3. Druk op de kaart en verwijder deze uit de computer. Bewaar de kaart op een veilige plaats voor
toekomstig gebruik.
Vliegtuigstand
Als de vliegtuigstand is ingeschakeld, zijn alle functies voor draadloze communicatie uitgeschakeld.
De vliegtuigstand in- of uitschakelen:
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen ➙ Netwerk en internet ➙ Vliegtuigstand.
3. Schakel de Vliegtuigstand in of uit.
De standaardfunctie voor kleurkalibratie gebruiken (voor bepaalde
modellen)
De standaardfunctie voor kleurkalibratie feature is beschikbaar op computermodellen die met een vooraf
gekalibreerd beeldscherm zijn geleverd. Met deze functie kunt u kleurbeelden of grafische elementen zo
dicht mogelijk bij de oorspronkelijk bedoelde kleuren op het beeldscherm weergeven.
Bij computermodellen met de standaardfunctie voor kleurkalibratie zijn de kleurprofielen vooraf geïnstalleerd.
U kunt naar wens heen en weer schakelen tussen de verschillende kleurprofielen:
1. Klik op het driehoekige pictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te
geven. Daarna klikt u met de rechtermuisknop op het
.
Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen29
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om het gewenste profiel te selecteren.
Lenovo biedt als kleurprofielen als back-up in de Lenovo Cloud. In de volgende situaties moet u mogelijk
kleurprofielen herstellen of installeren:
• Als een kleurprofiel verloren of beschadigd is geraakt, wordt een herinnering weergegeven om de
kleurprofielen te herstellen. Klik op Ja in het venster met de herinnering en de kleurprofielen worden
automatisch vanuit de Lenovo Cloud hersteld.
• Als het beeldscherm is vervangen door een door Lenovo geautoriseerde serviceprovider, doet u het
volgende om de nieuwe kleurprofielen te installeren:
1. Sluit uw computer aan op het netwerk en sluit het programma X-Rite Color Assistant.
2. Ga naar C:\Program files (x86)\X-Rite Color Assistant en zoek naar het bestand
ProfileUpdaterForDisplayReplacement.exe.
3. Dubbelklik op het EXE-bestand. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm voor het invoeren van
het serienummer van het beeldscherm en klik op Verzenden.
Opmerking: Wanneer de nieuwe kleurprofielen zijn geïnstalleerd, wordt een venster weergegeven.
Opties aanschaffen
Lenovo heeft allerlei hardwareaccessoires en upgrades om de mogelijkheden van uw computer uit te
breiden. Onder de opties vallen geheugenmodules, opslagapparaten, netwerkkaarten, port replicators of
dockingstations, batterijen, voedingsadapters, toetsenborden, muizen en meer.
Als u bij Lenovo wilt kopen, gaat u naar
https://www.lenovo.com/accessories.
30
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 4.De computer en computergegevens beveiligen
De computer vergrendelen
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een compatibel
veiligheidskabelslot.
Opmerking: De sleuf is geschikt voor kabelsloten die voldoen aan de normen voor Kensington
MicroSaver
vergrendeltechnologie). U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van het specifieke slot en
andere beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de
functionaliteit, kwaliteit of prestaties van het slot en de beveiligingsvoorziening. Kabelsloten voor uw product
zijn verkrijgbaar bij Lenovo op
®
-sloten (met T-bar™-vergrendeltechnologie) of de normen voor MiniSaver®-sloten (met Cleat™-
https://www.lenovoquickpick.com/.
Wachtwoorden gebruiken
In dit gedeelte worden de typen wachtwoorden beschreven in het UEFI (Unified Extensible Firmware
Interface) BIOS (Basic Input/Output System) en wordt uitgelegd hoe u een wachtwoord kunt instellen,
wijzigen en verwijderen.
Wachtwoordtypen
U kunt een systeemwachtwoord, supervisorwachtwoord of systeembeheerwachtwoord instellen in het UEFI
BIOS om toegang door onbevoegden tot uw computer te voorkomen. U wordt echter niet om een UEFI
BIOS-wachtwoord gevraagd wanneer de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
Systeemwachtwoord
Als u een systeemwachtwoord hebt ingesteld, wordt er op het scherm een venster geopend als u de
computer aanzet. Voer het juiste wachtwoord om de computer te kunnen gebruiken.
Met het supervisorwachtwoord worden de systeemgegevens beveiligd die in het UEFI BIOS zijn opgeslagen.
Als u het UEFI BIOS-menu opent, voert u het juiste supervisorwachtwoord in het venster in. U kunt ook op
Enter drukken om de wachtwoordvraag over te slaan. U kunt de meeste systeemconfiguratieopties in het
UEFI BIOS dan echter niet wijzigen.
Als u zowel het supervisorwachtwoord als het systeemwachtwachtwoord hebt ingesteld, kunt u het
supervisorwachtwoord gebruiken om toegang tot uw computer te krijgen wanneer u de computer inschakelt.
Het supervisorwachtwoord gaat namelijk vóór het systeemwachtwoord.
Systeembeheerwachtwoord
Met het systeembeheerwachtwoord kunt u ook de systeeminformatie in het UEFI BIOS beveiligen, net als
met een supervisorwachtwoord, maar het eerstgenoemde wachtwoord heeft standaard een lagere autoriteit.
U kunt het systeembeheerwachtwoord instellen via het UEFI BIOS-menu of via Windows Management
Instrumentation (WMI) met de Lenovo clientbeheerinterface.
U kunt het systeembeheerwachtwoord zo instellen dat dit dezelfde autoriteit heeft als het
supervisorwachtwoord om beveiligingsfuncties te beheren. De autoriteit van het systeembeheerwachtwoord
aanpassen via het UEFI BIOS-menu:
1. Open het UEFI BIOS-menu. Zie 'Het UEFI BIOS-menu openen' op pagina 37.
Opmerking: Wanneer u wordt gevraagd om het wachtwoord in te voeren, voert u het juiste
supervisorwachtwoord in, als dit is ingesteld, of het juiste systeembeheerwachtwoord, als er geen
supervisorwachtwoord is ingesteld. Anders kunt u de configuraties in de volgende stappen niet wijzigen.
Als u het supervisorwachtwoord én het systeembeheerwachtwoord hebt ingesteld, heeft het
supervisorwachtwoord een hogere autoriteit dan het systeembeheerwachtwoord. Als u het
systeembeheerwachtwoord én het systeemwachtwoord hebt ingesteld, heeft het
systeembeheerwachtwoord een hogere autoriteit dan het systeemwachtwoord.
Vaste-schijfwachtwoorden
Met een vaste-schijfwachtwoord voorkomt u dat onbevoegden toegang hebben tot de gegevens op het
opslagstation. Als er een vaste-schijfwachtwoord is ingesteld, wordt u telkens als u toegang tot het
opslagstation wilt hebben, om een geldig wachtwoord gevraagd.
Selecteer een van de volgende typen om het vaste-schijfwachtwoord in te stellen:
• Alleen gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf
Als er een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf is ingesteld zonder een masterwachtwoord, moet
het vaste-schijfwachtwoord van de gebruiker worden ingevoerd om toegang te krijgen tot de bestanden
en toepassingen op het opslagstation.
• Masterwachtwoord voor de vaste schijf+Gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf
Het master hard disk password wordt ingesteld en gebruikt door een systeembeheerder. Hiermee heeft
de beheerder toegang tot alle opslagstations in een systeem of tot alle computers in hetzelfde netwerk. De
beheerder kan ook een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf toewijzen voor elke computer in het
netwerk. De gebruiker van de computer kan dit gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf zelf wijzigen,
maar alleen de beheerder kan het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf verwijderen.
Als u wordt gevraagd een vaste-schijfwachtwoord in te voeren, drukt u op F1 om te schakelen tussen het
master-wachtwoord voor de vaste schijf en het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf.
32
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Opmerking: Het vaste-schijfwachtwoord is niet beschikbaar in de volgende situaties:
• Er zijn een opslagstation conform TCG (Trusted Computing Group) Opal en een TCG Opalbeheersoftwareprogramma geïnstalleerd op de computer en de TCG Opal-beheersoftware is geactiveerd.
• Er is een eDrive-opslagstation vooraf geïnstalleerd op de computer met het Windows 10besturingssysteem.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1 om
het UEFI BIOS-menu te openen.
2. Selecteer Security ➙ Password met de pijltoetsen.
3. Selecteer het type wachtwoord. Volg nu de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen,
te wijzigen of te verwijderen.
Noteer alle wachtwoorden en bewaar ze op een veilige plaats. Als u een van uw wachtwoorden vergeet,
vallen eventuele vereiste herstelbewerkingen niet onder de garantie.
Wat u moet doen als u het systeemwachtwoord vergeet
Als u het power-on-wachtwoord vergeet, doet u het volgende om het power-on password te verwijderen:
• Als u een supervisorwachtwoord of een systeembeheerwachtwoord hebt ingesteld en het nog weet:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt onmiddellijk op F1.
2. Typ het supervisorwachtwoord of systeembeheerderswachtwoord om het UEFI BIOS-menu te
openen.
3. Selecteer Security ➙ Password ➙ Power-On Password met behulp van de pijltoetsen.
4. Typ het huidige supervisorwachtwoord of systeembeheerderwachtwoord in het veld Enter Current Password. Vervolgens laat u het veld Enter New Password leeg en drukt u tweemaal op Enter.
5. Tik in het venster Changes have been saved op Enter.
6. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het UEFI BIOS-menu af te sluiten.
• Als geen supervisorwachtwoord of systeembeheerderwachtwoord hebt ingesteld, neemt u contact op
met een door Lenovo geautoriseerde serviceprovider om het systeemwachtwoord te laten verwijderen.
Wat u moet doen als u het harde schijfwachtwoord vergeet
Als u uw gebruikerswachtwoord vergeet of zowel het gebruikerswachtwoord als het masterwachtwoord
vergeet, kan Lenovo die wachtwoorden niet resetten en kunnen de gegevens op het opslagstation niet meer
worden benaderd. Neem contact op met een Lenovo geautoriseerde serviceprovider om het opslagstation te
laten vervangen. Er worden kosten voor de onderdelen en service in rekening gebracht. Als het opslagstation
een CRU (Customer Replaceable Unit) is, kunt u ook contact opnemen met Lenovo om een nieuw
opslagstation aan te schaffen om zelf het oude exemplaar te vervangen. Zie Hoofdstuk 6 'CRU vervangen'
op pagina 45 om te controleren of het opslagstation een CRU is en wat de relevante vervangingsprocedure
is.
Wat u moet doen als u het supervisorwachtwoord vergeet
Als u uw supervisorwachtwoord vergeet, is er geen serviceprocedure om het wachtwoord te verwijderen.
Neem contact op met een Lenovo geautoriseerde serviceprovider om de systeemplaat te laten vervangen. Er
worden kosten voor de onderdelen en service in rekening gebracht.
Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen33
Wat u moet doen als u het systeembeheerwachtwoord vergeet
Als u het systeembeheerwachtwoord bent vergeten, doet u het volgende om het systeemwachtwoord te
verwijderen:
• Als u een supervisorwachtwoord hebt ingesteld en onthouden:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt onmiddellijk op F1.
2. Typ het supervisorwachtwoord om het UEFI BIOS-menu te openen.
3. Selecteer Security ➙ Password ➙ System Management Password met behulp van de pijltoetsen.
4. Typ het huidige supervisorwachtwoord in het veld Enter Current Password. Vervolgens laat u het
veld Enter New Password leeg en drukt u tweemaal op Enter.
5. Tik in het venster Changes have been saved op Enter.
6. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het UEFI BIOS-menu af te sluiten.
• Als u geen supervisorwachtwoord hebt ingesteld, neemt u contact op met een door Lenovo
geautoriseerde serviceprovider om het systeembeheerwachtwoord te laten verwijderen.
De functie Power Loss Protection gebruiken (voor bepaalde modellen)
Voor modellen met een NVMe (Non-Volatile Memory express) M.2 SSD-station is het M.2 SSD-station is
uitgerust met de Lenovo-unieke functie PLP (Power Loss Protection) om gegevensverlies of schade te
voorkomen. In zeldzame gevallen, als uw computer niet meer reageert en u mogelijk de computer moet
afsluiten door de aan/uit-knop ongeveer zeven seconden ingedrukt te houden. In dat geval zorgt de PLPfunctie ervoor dat belangrijke gegevens van uw computer tijdig worden opgeslagen. Er is echter geen
garantie dat alle gegevens in elke situatie worden opgeslagen. Ga als volgt te werk om het type van het M.2
SSD-station te controleren:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt onmiddellijk op de toets F10 om
het Lenovo-diagnosescherm weer te geven.
2. Selecteer in het tabblad Hulpprogramma's SYSTEM INFORMATION ➙ STORAGE met behulp van de
cursortoetsen.
3. Zoek de sectie Device Type voor de informatie.
De vingerafdruklezer gebruiken
Als uw computer wordt geleverd met een vingerafdruklezer, kunt u deze gebruiken om uw vingerafdrukken te
registreren. Na registratie kunt u uw vinger op de vingerafdruklezer plaatsen om aan te melden bij Windows.
Uw vingerafdrukken registreren
Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Accounts ➙ Aanmeldingsopties. Volg nu de
aanwijzingen op het scherm om de registratie te voltooien.
Tijdens de inschrijving worden de vingerafdrukken automatisch gekoppeld aan het Windows-wachtwoord. U
wordt aangeraden meer dan één vingerafdruk te registreren in geval van eventueel letsel aan een van uw
vingers.
34
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Aanmelden met uw vingerafdruk
Uw vingerafdrukken koppelen aan het systeemwachtwoord en vaste-schijfwachtwoord
1. Zet de computer uit en daarna weer aan.
2. Scan uw vinger op de vingerafdruklezer op het moment dat hierom wordt gevraagd.
3. Voer uw systeemwachtwoord, harde-schijfwachtwoord of beide (zoals vereist) in. De verbinding is tot
stand gebracht.
Als u de computer opnieuw start, kunt u uw vingerafdrukken gebruiken om zich bij de computer aan te
melden zonder dat u uw Windows-wachtwoord, systeemwachtwoord of vaste-schijfwachtwoord hoeft in te
voeren. Ga naar het UEFI BIOS-menu om de instellingen te wijzigen.
Attentie: Als u altijd uw vingerafdruk gebruikt om u aan te melden op de computer, is de kans groot dat u
uw wachtwoorden vergeet. Noteer daarom uw wachtwoorden en bewaar het op een veilige plek.
De vingerafdruklezer onderhouden
Om ervoor te zorgen dat de vingerafdruklezer correct werkt, moet u het volgende niet doen:
• Krassen op het oppervlak van de lezer met een hard voorwerp.
• De lezer gebruiken of aanraken met een natte, vuile, gerimpelde of gewonde vinger.
Als uw computer is voorzien van een Windows Hello-infraroodcamera, kunt u uw computer ontgrendelen
door uw gezicht te scannen, in plaats van een wachtwoord te gebruiken.
Voor modellen die zijn uitgerust met een ThinkShutter, schuift u de ThinkShutter voor de cameralens weg
voordat u de Windows Hello-gezichtsherkenning gebruikt.
Gezichts-ID maken
1. Open het menu Start en klik op Instellingen ➙ Accounts ➙ Aanmeldingsopties.
2. Blader naar beneden tot het gedeelte Wachtwoord en klik op Toevoegen om een wachtwoord te
maken.
3. Volg de instructies op het scherm om een PIN-code (Personal Identification Number) te maken.
4. Zoek het gedeelte Windows Hello en klik op Installatie onder Gezichtsherkenning. Klik vervolgens op Aan de slag.
5. Voer de PIN in die u eerder hebt ingesteld. Het cameravoorbeeld wordt gestart.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om het instellen te voltooien.
7. Klik op Herkenning verbeteren om de afbeelding te verbeteren, zodat Windows Hello u kan herkennen
in verschillende lichtomstandigheden of wanneer uw uiterlijk is veranderd.
Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen35
Zich aanmelden met gezichtsverificatie
1. Selecteer op het vergrendelingsscherm van Windows het pictogram met het glimlachende gezicht
de aanmeldingsopties.
2. Volg de instructies op het scherm, zorg dat uw gezicht zich in het midden bevindt en kijk recht in de
camera. Als het programma uw gezicht herkent, wordt het scherm automatisch ontgrendeld en wordt u
aangemeld bij het Windows-besturingssysteem.
bij
Firewalls en antivirusprogramma's gebruiken
Op uw computer is mogelijk vooraf een firewall-programma geïnstalleerd. De firewall beschermt de computer
tegen bedreigingen via internet, ongeoorloofde toegang, inbreuk en internetaanvallen. Het beschermt
bovendien uw privacy.
Er wordt een volledige versie van een antivirusprogramma meegeleverd met een gratis abonnement van 30
dagen. Na 30 dagen moet u de licentie vernieuwen om updates voor het antivirusprogramma te blijven
ontvangen.
Raadpleeg het Help-systeem van het programma voor meer informatie.
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het UEFI BIOS, RAID, herstel, installatie van het besturingssysteem en
systeembeheer.
UEFI BIOS
In dit gedeelte wordt uitgelegd wat het UEFI BIOS is en welke bewerkingen u in het UEFI BIOS kunt
uitvoeren.
Wat is UEFI BIOS
Het UEFI BIOS is het eerste programma dat op de computer wordt uitgevoerd wanneer de computer wordt
ingeschakeld. Met het UEFI BIOS worden de hardware-onderdelen geïnitialiseerd en worden het
besturingssysteem en andere programma´s geladen. Uw computer wordt geleverd met een setupprogramma waarmee u de UEFI BIOS-instellingen kunt wijzigen.
Het UEFI BIOS-menu openen
Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1 om het
UEFI BIOS-menu te openen.
Opmerking: Als u het supervisorwachtwoord hebt ingesteld, voert u het juiste wachtwoord wanneer u
daarom wordt gevraagd. U kunt ook op Enter drukken om de wachtwoordvraag over te slaan en het UEFI
BIOS-menu te openen. U kunt echter niet de systeemconfiguraties wijzigen die door het
supervisorwachtwoord worden beschermd.
Navigeren in de UEFI BIOS-interface
Attentie: De standaardconfiguraties zijn al vooraf voor u ingesteld en worden vetgedrukt weergegeven.
Verkeerde wijzigingen van de configuraties kunnen onverwachte gevolgen hebben.
U kunt navigeren in de UEFI BIOS-interface door op de volgende toetsen te drukken:
F1Het scherm met algemene hulp weergeven.
F9De fabrieksinstellingen herstellen.
F10De configuratie opslaan en afsluiten.
F5 / –
F6 / +
↑↓Een item zoeken.
← →Een tabblad selecteren.
EscHet submenu afsluiten en terugkeren naar het bovenliggende menu.
EnterHet geselecteerde tabblad of submenu openen.
Een lagere waarde instellen.
Een hogere waarde instellen.
De opstartvolgorde wijzigen
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1.
2. Selecteer Startup ➙ Boot. Druk vervolgens op Enter. De lijst met de volgorde van apparaten wordt nu
weergegeven.
Opmerking: Er wordt geen opstartapparaat weergegeven als de computer niet kan worden opgestart
vanaf een apparaat of als het besturingssysteem niet kan worden gevonden.
3. Stel de gewenste opstartvolgorde in.
4. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
De opstartvolgorde tijdelijk wijzigen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F12.
2. Selecteer het apparaat dat u wilt gebruiken om de computer op te starten en druk op Enter.
De systeemdatum en -tijd instellen
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1.
2. Selecteer Date/Time en stel de gewenste datum en tijd voor het systeem in.
3. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
UEFI BIOS bijwerken
Wanneer u een nieuw programma, een stuurprogramma of een hardwareonderdeel installeert, moet u
mogelijk het UEFI BIOS bijwerken.
Download en installeer het nieuwste UEFI BIOS-updatepakket via een van de volgende methoden:
• Open Lenovo Vantage om de beschikbare updatepakketten te controleren. Als het nieuwste UEFI BIOSupdatepakket beschikbaar is, volgt u de instructies op het scherm om het pakket te downloaden en te
installeren.
• Ga naar
aanwijzingen op het scherm voor het downloaden en installeren van het nieuwste UEFI BIOSupdatepakket.
https://pcsupport.lenovo.com en selecteer de invoer voor uw computer. Volg daarna de
RAID
In dit gedeelte vindt u meer informatie over RAID.
Wat is RAID
RAID (Redundant Array of Independent Disks) is een technologie waarmee door redundantie betere
opslagfuncties en betrouwbaarheid worden geboden. Met de technologie kunnen ook de betrouwbaarheid
van de gegevensopslag en de fouttolerantie worden verbeterd in vergelijking met opslagsystemen met maar
één station. Gegevensverlies als gevolg van een stationsfout kan worden voorkomen door de ontbrekende
gegevens met behulp van de overgebleven stations opnieuw samen te stellen.
Als een groep onafhankelijke fysieke opslagstations is ingesteld op het gebruik van RAID-technologie, zijn
deze in een RAID-array geplaatst. Via deze array worden gegevens over meerdere opslagstations verdeeld,
maar de array verschijnt op de hostcomputer als een enkele opslageenheid. RAID-arrays creëren en
gebruiken biedt hoge prestaties, zoals betere I/O-prestaties, omdat verschillende stations tegelijk kunnen
worden gebruikt.
38
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Vereisten voor opslagstations voor RAID-niveaus
Controleer of op de computer twee identieke opslagstations (twee M.2 NVMe SSD-stations met dezelfde
capaciteit) zijn geïnstalleerd voor ondersteunde RAID-niveaus. Als er maar één station is geïnstalleerd, of
twee verschillende typen stations, is de volgende informatie niet van toepassing.
De computer ondersteunt de volgende RAID-niveaus:
• RAID 0: striped disk array (ontbrekende gegevens die het resultaat zijn van een stationsfout, kunnen niet
worden gereconstrueerd)
– Bestaat uit twee identieke opslagstations
– Ondersteunde stripgrootte: 4 KB, 8 KB, 16 KB, 32 KB, 64 KB of 128 KB
– Betere prestaties zonder fouttolerantie
– Grotere kans op gegevensverlies als gevolg van een fout van een lidstation dan bij niet-RAID-
configuratie
• RAID 1: gespiegelde schijvenreeks
– Bestaat uit twee identieke opslagstations
– Verbeterde leessnelheid en 100% redundantie
Het configuratiehulpprogramma Intel RST openen
1. Zorg ervoor dat RAID is ingeschakeld in het UEFI BIOS-menu:
a. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1
om het UEFI BIOS-menu te openen.
b. Selecteer Config ➙ Storage ➙ Controller Mode ➙ RST mode en druk vervolgens op Enter.
c. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
2. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1 om
het UEFI BIOS-menu te openen.
3. Selecteer Config ➙ Storage ➙ Intel (R) Rapid Storage Technology en druk vervolgens op Enter.
Het venster Intel (R) Rapid Storage Technology wordt geopend en de volgende opties worden
weergegeven:
• Create RAID Volume: een RAID-volume maken. Als er geen interne opslagstations kunnen worden
gebruikt, is deze optie niet beschikbaar.
• RAID Volumes: bevestig de gegevens van de gemaakte RAID-volumes.
• Non-RAID Physical Disks: bevestig de informatie van alle niet-RAID-stations.
4. Selecteer een optie met de cursortoetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag. Druk op Enter om naar het menu
voor de geselecteerde optie te gaan. Druk op Esc om het configuratieprogramma Intel RST af te sluiten.
RAID-volumes maken
Attentie: Alle bestaande gegevens die op de geselecteerde stations zijn opgeslagen, worden gewist terwijl
het RAID-volume wordt gemaakt.
1. Open het configuratieprogramma Intel RST.
2. Selecteer Create RAID Volume en druk op Enter om het venster CREATE RAID VOLUME te openen.
3. Selecteer en configureer de opties een voor een.
a. Name: gebruik de standaardnaam of voer de gewenste naam in voor het RAID-volume.
b. RAID Level: druk op Enter om de RAID te wijzigen van RAID 0 (Stripe) naar RAID 1 (Mirror).
c. Select Disks: selecteer een station en druk op de spatiebalk of op Enter om het station aan een
groep toe te voegen. Het station dat niet kan worden gebruikt om een RAID-volume te maken, kan
niet worden geselecteerd. Er wordt een X weergegeven naast het geselecteerde station.
d. Strip Size: selecteer een stripgrootte en druk op Enter om de configuratie te voltooien. Deze optie is
alleen beschikbaar voor RAID 0.
e. Capacity: pas de capaciteit van het RAID-volume aan. Het standaard RAID-volume is de grootste
waarde.
f. Create Volume: druk op Enter om configuraties van de vorige opties te voltooien en een volume te
maken.
Opmerking: De optie Create Volume kan mogelijk niet worden geselecteerd, bijvoorbeeld als er
verschillende typen stations worden geselecteerd. Als de optie niet kan worden geselecteerd,
raadpleeg dan het bericht dat onder Create Volume wordt weergegeven.
Nadat het RAID-volume is gemaakt, wordt het venster Intel (R) Rapid Storage Technology geopend
waarin het gemaakte volume wordt weergegeven onder RAID Volumes.
4. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
RAID-volumes verwijderen
Attentie: Alle bestaande gegevens die op de geselecteerde stations zijn opgeslagen, worden gewist zodra u
RAID-volumes hebt verwijderd.
1. Open het configuratieprogramma Intel RST.
2. Selecteer het volume dat u wilt verwijderen onder RAID Volumes. Druk op Enter om het venster RAID
VOLUME INFO te openen.
3. Selecteer Delete en druk op Enter om het uit de lijst RAID Volumes te verwijderen.
4. Selecteer Yes om het verwijderen van het geselecteerde RAID-volume te bevestigen als dat wordt
gevraagd.
Nadat u het RAID-volume hebt verwijderd, wordt het venster Intel (R) Rapid Storage Technology
weergegeven. Lidstations van het verwijderde volume worden weergegeven onder Non-RAID Physical Disks.
5. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Opslagstations opnieuw instellen op niet-RAID
Attentie: Alle bestaande gegevens die op het geselecteerde station zijn opgeslagen, worden gewist zodra u
een station opnieuw hebt ingesteld op niet-RAID.
1. Open het configuratieprogramma Intel RST.
2. Selecteer het volume dat u opnieuw wilt instellen onder RAID Volumes. Druk op Enter om het venster
RAID VOLUME INFO te openen.
3. Selecteer het station dat u opnieuw wilt instellen onder RAID Member Disks. Druk op Enter om het
venster PHYSICAL DISK INFO te openen.
4. Selecteer Reset to Non-RAID en druk op Enter. Selecteer Yes om het opnieuw instellen te bevestigen
als dat wordt gevraagd.
Nadat het opnieuw instellen is voltooid, wordt het venster Intel (R) Rapid Storage Technology
weergegeven. Het opnieuw ingestelde station wordt weergegeven onder Non-RAID Physical Disks en
het volume van het opnieuw ingestelde station wordt nog steeds weergegeven onder RAID Volumes.
De status is echter gewijzigd van Normal in Failed of Degraded.
5. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
40
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
RAID 1-volumes herstellen
Als de status van een RAID 1-volume Failed of Degraded is, kunt u het opnieuw opbouwen met het
configuratieprogramma Intel RST. Om een RAID 1-volume opnieuw op te bouwen, dient ten minste één
lidstation van het RAID 1-volume correct te werken. Vervang het defecte opslagstation door een nieuw
station met dezelfde capaciteit voordat u een RAID 1-volume opnieuw opbouwt.
1. Open het configuratieprogramma Intel RST.
2. Selecteer het volume dat u opnieuw wilt opbouwen onder RAID Volumes. Druk op Enter om het venster
RAID VOLUME INFO te openen.
3. Selecteer Rebuild en druk op Enter om het venster Rebuild Volume te openen.
4. Selecteer het station dat u wilt herstellen en druk op Enter om het herstelproces te starten.
Nadat u het opbouwproces hebt gestart, wordt het venster Intel (R) Rapid Storage Technology
weergegeven. Bij het RAID 1-volume dat opnieuw wordt opgebouwd, wordt onder RAID Volumes de
tekst Rebuilding weergegeven.
5. Wacht een paar minuten. Als het opbouwproces is geslaagd, verandert de tekst Rebuilding in Normal.
6. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Informatie over systeemherstel
In dit gedeelte komt de Lenovo-herstelinformatie van het Windows 10-besturingssysteem aan de orde. Lees
de informatie en volg de aanwijzingen voor het herstel op het scherm. De gegevens op uw computer worden
tijdens het herstelproces mogelijk verwijderd. Om gegevensverlies te voorkomen, maakt u een reservekopie
van alle gegevens die u wilt behouden.
Systeembestanden en -instellingen herstellen naar een eerder punt
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer de weergave Grote pictogrammen of Kleine
pictogrammen.
2. Klik op Herstel ➙ Open Systeemherstel. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm.
Uw bestanden herstellen vanuit een back-up
Opmerking: Als u het tool Bestandsgeschiedenis gebruikt om uw bestanden terug te zetten vanuit een
back-up, zorg er dan voor dat u eerder een back-up van uw gegevens hebt gemaakt met de tool.
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer de weergave Grote pictogrammen of Kleine
pictogrammen.
2. Klik op Bestandsgeschiedenis ➙ Persoonlijke bestanden terugzetten. Volg daarna de aanwijzingen
op het scherm.
De computer opnieuw instellen
Als u de computer opnieuw instelt, kunt u ervoor kiezen om uw bestanden te behouden of te verwijderen
wanneer u het besturingssysteem opnieuw installeert.
Opmerking: De items in de grafische gebruikersinterface van het besturingssysteem kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
1. Open het menu Start en klik vervolgens Instellingen ➙ Bijwerken en beveiligen ➙ Herstel.
2. Klik in het gedeelte Deze pc opnieuw instellen op Aan de slag.
3. Volg nu de aanwijzingen op het scherm om de computer opnieuw in te stellen.
Opmerking: De items in de grafische gebruikersinterface van het besturingssysteem kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
1. Open het menu Start en klik Instellingen ➙ Bijwerken en beveiligen ➙ Herstel.
2. Klik in het gedeelte Geavanceerd opstarten op Nu opnieuw opstarten ➙ Problemen oplossen ➙ Geavanceerde opties.
3. Selecteer een gewenste optie en volg de instructies op het scherm.
Automatisch herstel van Windows
Opmerking: Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding tijdens de herstelprocedure.
De herstelomgeving van Windows op uw computer werkt onafhankelijk van het Windows 10besturingssysteem. Hierdoor kunt u het besturingssysteem herstellen of repareren, ook als het Windows 10besturingssysteem niet kan worden gestart.
Na twee achtereenvolgende mislukte pogingen om op te starten, start de herstelomgeving van Windows
automatisch. Daarna kunt u reparatie- en herstelopties kiezen door de instructies op het scherm te volgen.
Een USB-herstelapparaat maken en gebruiken
U wordt aangeraden om zo snel mogelijk een USB-herstelstation te maken als back-up voor de Windowsherstelprogramma's. Met het USB-herstelstation kunt u problemen oplossen, zelfs als de vooraf
geïnstalleerde herstelprogramma's van Windows zijn beschadigd. Als u geen USB-herstelstation als
voorzorgsmaatregel hebt gemaakt, kunt u contact opnemen met het klantsupportcentrum van Lenovo en
een USB-herstelstation van Lenovo kopen. Ga voor telefoonnummers van Lenovo Support voor uw land of
regio naar:
https://pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
Een USB-herstelstation maken
Attentie: Tijdens het maken van het USB-herstelstation worden alle gegevens die al op het USB-station
staan, verwijderd. Om gegevensverlies te voorkomen, maakt u een reservekopie van alle gegevens die u wilt
behouden.
1. Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding.
2. Bereid een USB-station voor met minimaal 16 GB aan opslagruimte. Hoeveel USB-capaciteit
daadwerkelijk is vereist, hangt af van de grootte van de herstelinstallatiekopie.
3. Sluit het voorbereide USB-station aan op de computer.
4. Typ recovery in het zoekvak. Klik vervolgens op Een herstelstation maken.
5. Klik op Ja in het venster Gebruikersaccountbeheer om het programma Recovery Media Creator op te
starten.
6. In het venster Herstelstation volgt u de aanwijzingen op het scherm om een USB-herstelstation te
maken.
Het USB-herstelstation gebruiken
1. Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding.
2. Sluit het USB-herstelstation aan op de computer.
3. Zet de computer aan of start opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F12. Het venster
Boot Menu wordt geopend.
42
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
4. Selecteer het USB-herstelstation als opstartapparaat. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm om
het proces te voltooien.
Windows 10 en stuurprogramma's installeren
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren van een Windows 10-besturingssysteem en
stuurprogramma's.
Een Windows 10-besturingssysteem installeren
Microsoft brengt voortdurend updates uit voor het besturingssysteem Windows 10. Controleer voordat u een
bepaalde Windows 10-versie installeert de compatibiliteitslijst voor de Windows-versie. Ga voor meer
informatie naar
Attentie:
• Wij raden u aan uw besturingssysteem bij te werken via officiële kanalen. Een onofficiële update kan
beveiligingsrisico's veroorzaken.
• Wanneer u een nieuw besturingssysteem installeert, worden alle gegevens op het interne opslagstation
verwijderd, inclusief de gegevens die in verborgen mappen zijn opgeslagen.
1. Als u de Windows functie BitLocker Drive Encryption gebruikt en uw computer heeft een Trusted
Platform Module, moet u ervoor zorgen dat de functie is uitgeschakeld.
2. Zorg ervoor dat u de beveiligings-chip hebt ingesteld op Active.
a. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1
om het UEFI BIOS-menu te openen.
b. Selecteer Security ➙ Security Chip en druk op Enter. Het submenu Security Chip wordt geopend.
c. Zorg ervoor dat de beveiligingschip voor TPM 2.0 is ingesteld op Active.
d. Druk op F10 om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
3. Verbind het station waarop het installatieprogramma van het besturingssysteem staat met de computer.
4. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1 om
het UEFI BIOS-menu te openen.
5. Selecteer Startup ➙ Boot om het submenu Boot Priority Order weer te geven.
6. Selecteer het station waarop het installatieprogramma van het besturingssysteem staat, bijvoorbeeld
USB HDD. Druk vervolgens op Esc.
Attentie: Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u het juiste apparaat opgeven bij het maken
van een kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren. Als u het verkeerde apparaat
selecteert, kunnen de gegevens op dat apparaat worden gewist of overschreven.
7. Selecteer Restart en zorg ervoor dat OS Optimized Defaults is ingeschakeld. Druk vervolgens op F10
om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
8. Volg de aanwijzingen op het scherm om de apparaatstuurprogramma's en de benodigde programma's
te installeren.
9. Na de installatie van de stuurprogramma's past u Windows Update toe om de nieuwste updates, zoals
de beveiligingspatches, op te halen.
10. Ga naar de Microsoft Store om de nieuwste versie van Lenovo Vantage te downloaden.
Apparaatstuurprogramma's installeren
U moet het meest recente stuurprogramma voor een bepaalde component downloaden wanneer u merkt dat
die component niet goed meer werkt of wanneer u een nieuwe component hebt toegevoegd. Met deze actie
kan wellicht de mogelijkheid worden uitgesloten dat het probleem door het stuurprogramma wordt
veroorzaakt. Download en installeer het nieuwste stuurprogramma via een van de volgende methoden:
• Open Lenovo Vantage om de beschikbare updatepakketten te controleren. Selecteer de gewenste
updatepakketten en volg de instructies op het scherm om de pakketten te downloaden en te installeren.
• Ga naar
https://pcsupport.lenovo.com en selecteer de invoer voor uw computer. Volg nu de aanwijzingen
op het scherm om de benodigde stuurprogramma's en software te installeren.
44
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6.CRU vervangen
Wat zijn CRU's
Customer Replaceable Units (CRU's) zijn onderdelen die door de gebruiker zelf kunnen worden vervangen.
De computers bevatten de volgende typen CRU's:
• Self-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die eenvoudig kunnen worden geïnstalleerd of vervangen
door gebruikers zelf of tegen extra kosten door speciaal opgeleide servicemedewerkers.
• Optional-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die kunnen worden geïnstalleerd of vervangen door
meer ervaren gebruikers. Speciaal opgeleide servicemedewerkers kunnen tevens een service bieden om
de onderdelen te installeren of vervangen onder het type garantie dat is vastgesteld voor het apparaat van
de gebruiker.
Als u een CRU zelf wilt installeren, verzendt Lenovo de CRU naar u. Informatie over CRU‘s en
vervangingsinstructies worden bij uw product geleverd en zijn te allen tijde op verzoek bij Lenovo
verkrijgbaar. Mogelijk moet u het defecte onderdeel retourneren dat door de CRU wordt vervangen. Indien
terugzending wordt verlangd: (1) worden bij de vervangende CRU retourzending-instructies, een
voorgefrankeerd retouretiket en een verpakkingsmateriaal geleverd; en (2) kunnen u voor de vervangende
CRU kosten in rekening worden gebracht indien Lenovo de defecte CRU niet ontvangt binnen dertig (30)
dagen nadat u de vervangende CRU hebt ontvangen. Raadpleeg de documentatie over de Lenovo Beperkte
Garantie op
Raadpleeg de volgende lijst met CRU's voor uw computer.
https://www.lenovo.com/warranty/llw_02 voor de volledige details.
Self-service CRU's
• Netvoedingsadapter
• Klep aan de onderkant van de computer
• Knoopcelbatterij
• Geheugenmodule
• M.2 SSD-station
• Het antislipdopje van het aanwijsknopje
• Netsnoer
• Luidsprekereenheid
Optional-service CRU's
• Draadloos LAN-kaart
Opmerking: De draadloos-LAN-kaart in uw computer is vooraf door Lenovo geïnstalleerd en u mag deze
niet door een andere draadloze module vervangen of verwijderen. Als een onderdeel van het apparaat
moet worden vervangen vanwege een probleem tijdens de garantieperiode, moet dit worden uitgevoerd
door een erkende Lenovo-servicemedewerker.
Snel opstarten en de geïntegreerde batterij uitschakelen
Voordat u een CRU vervangt, moet u eerst Snel opstarten uitschakelen en vervolgens de ingebouwde batterij
uitschakelen.
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer de weergave Grote pictogrammen of Kleine
pictogrammen.
2. Klik op Opties voor Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen in het
linkerdeelvenster.
3. Klik bovenaan op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Klik op Ja als dat wordt gevraagd door Gebruikersaccountbeheer.
5. Schakel het selectievakje Snel opstarten inschakelen uit en klik daarna op Wijzigingen opslaan.
De ingebouwde batterij uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt onmiddellijk op de toets F1 om het
UEFI BIOS-menu weer te geven.
2. Selecteer Config ➙ Power. Het submenu Power verschijnt.
3. Selecteer Disable Built-in Battery en druk op Enter.
4. Selecteer Yes in het bevestigingsvenster. De ingebouwde batterij wordt uitgeschakeld en de computer
wordt automatisch uitgezet. Wacht drie tot vijf minuten om de computer te laten afkoelen.
Een CRU vervangen
Volg de vervangingsprocedure om een CRU te vervangen.
Klep aan de onderkant van de computer
Vereiste
Lees voordat u begint Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 63 en druk de volgende
instructies af.
Opmerking: Verwijder de klep aan de onderkant niet als uw computer is aangesloten op de netvoeding. Als
u dat wel doet, bestaat er een risico van kortsluiting.
Vervangingsprocedure
1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Snel opstarten en de geïntegreerde batterij uitschakelen' op
pagina 45.
2. Zet de computer uit en ontkoppel de computer van de netstroom en alle aangesloten kabels.
3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om.
46
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
4. Draai de schroeven los waarmee de klep aan de onderkant van de computer 1 vastzit en verwijder de
klep (zie afbeelding)
2 .
5. Installeer de nieuwe klep aan de onderkant van de computer 1 en draai de schroeven vast om de klep
vast te zetten
2 .
6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle ontkoppelde kabels weer op de computer
aan.
Problemen oplossen
Als de computer niet opstart nadat u de klep aan de onderkant weer hebt geplaatst, koppelt u de
netvoedingsadapter los en sluit u deze vervolgens opnieuw aan op de computer.
Hoofdstuk 6. CRU vervangen47
Geheugenmodule
Vereiste
Lees voordat u begint Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 63 en druk de volgende
instructies af.
Attentie: Raak de contactrand van de geheugenmodule beslist niet aan. Als u dat wel doet, kan de
geheugenmodule beschadigd raken.
Vervangingsprocedure
U vervangt een geheugenmodule als volgt:
1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Snel opstarten en de geïntegreerde batterij uitschakelen' op
pagina 45.
2. Zet de computer uit en ontkoppel de computer van de netstroom en alle aangesloten kabels.
3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om.
4. Verwijder de klep aan de onderkant van de computer. Zie 'Klep aan de onderkant van de computer' op
pagina 46.
5. Druk de klemmetjes aan weerszijden van het geheugencompartiment tegelijkertijd naar buiten
verwijder vervolgens de geheugenmodule
2 .
Opmerking: Mogelijk wordt de geheugenmodule door Mylar-folie bedekt. Om naar de
geheugenmodule te gaan, moet u eerst de folie openen.
1 en
48P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
6. De geheugenmodule installeren:
Opmerking: Mogelijk wordt de geheugenmodule door Mylar-folie bedekt. Om naar de
geheugenmodule te gaan, moet u eerst de folie openen.
a. Plaats de kant met uitsparing van de nieuwe geheugenmodule tegen de contactrand van het
geheugencompartiment. Plaats dan de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van ongeveer 20
graden in het geheugencompartiment
b. Kantel de geheugenmodule omlaag totdat deze vastklikt
1 .
2 . Zorg ervoor dat de geheugenmodule
stevig in het geheugencompartiment wordt geplaatst en niet gemakkelijk kan worden bewogen.
7. Plaats de klep aan de onderkant van de computer terug.
8. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle ontkoppelde kabels weer op de computer
aan.
M.2 SSD-station
Vereiste
Lees voordat u begint Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 63 en druk de volgende
instructies af.
Attentie: Als u een M.2 SSD-station hebt vervangen, moet u mogelijk een nieuw besturingssysteem
installeren. Zie voor meer informatie over het installeren van een nieuw besturingssysteem 'Windows 10 en
stuurprogramma's installeren' op pagina 43.
Het M.2 SSD-station is bijzonder gevoelig. Bij verkeerde behandeling kan er schade aan het station ontstaan
en kunnen er gegevens verloren gaan.
Als u met het M.2 SSD-station werkt, neem dan de volgende richtlijnen in acht:
• Vervang het M.2 SSD-station alleen voor een upgrade of voor reparatie. Het M.2 SSD-station is niet
ontworpen om het regelmatig te verwisselen of te vervangen.
• Voordat u het M.2 SSD-station vervangt, moet u een back-up maken van alle gegevens die u wilt
behouden.
• Oefen nooit druk uit op het M.2 SSD-station.
• Raak de contactrand of de printplaat van het M.2 SSD-station niet aan. Als u dat wel doet, kan het M.2
SSD-station beschadigd raken.
Hoofdstuk 6. CRU vervangen49
• Stel het M.2 SSD-station niet bloot aan schokken of trillingen. Plaats het M.2 SSD-station op zacht,
schokdempend materiaal, zoals een zachte doek.
De computer beschikt over twee M.2 SSD-sleuven. Let erop dat u de juiste menuoptie kiest wanneer u de
sleuf voor het M.2 SSD-station in het UEFI BIOS-menu configureert.
• Sleuf
• Sleuf
a : ATA HDD1 of NVMe1
b : ATA HDD0 of NVMe0
Vervangingsprocedure
1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Snel opstarten en de geïntegreerde batterij uitschakelen' op
pagina 45.
2. Zet de computer uit en ontkoppel de computer van de netstroom en alle aangesloten kabels.
3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om.
4. Verwijder de klep aan de onderkant van de computer. Zie 'Klep aan de onderkant van de computer' op
pagina 46.
50
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
5. Het M.2 SSD-station verwijderen:
a. Draai de schroef los waarmee het M.2 SSD-station vastzit
ontgrendeld uit de vergrendelde positie en omhoog gekanteld.
b. Verwijder het station voorzichtig uit de sleuf
2 .
1 . Het M.2 SSD-station wordt
6. Een nieuw M.2 SSD-station installeren:
a. Lijn de contactrand van het nieuwe M.2 SSD-station uit de sleutel in de sleuf. Plaats vervolgens het
M.2 SSD-station voorzichtig met een hoek van circa 20 graden in de sleuf
omlaag
b. Draai de schroef aan om het nieuwe M.2 SSD-station
2 .
3 vast te zetten.
1 en kantel het station
7. Plaats de klep aan de onderkant van de computer terug.
8. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle ontkoppelde kabels weer op de computer
aan.
Hoofdstuk 6. CRU vervangen51
Luidsprekereenheid
Vereiste
Lees voordat u begint Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 63 en druk de volgende
instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Snel opstarten en de geïntegreerde batterij uitschakelen' op
pagina 45.
2. Zet de computer uit en ontkoppel de computer van de netstroom en alle aangesloten kabels.
3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om.
4. Verwijder de klep aan de onderkant van de computer. Zie 'Klep aan de onderkant van de computer' op
pagina 46.
5. Haal de stekker uit de luidsprekereenheid
1 en verwijder de luidsprekerkabels 2 .
6. Verwijder de luidsprekereenheid.
52P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
7. Installeer de nieuwe luidsprekereenheid.
8. Leid de luidsprekerkabels 1 en sluit de aansluiting van de luidsprekereenheid aan 2 .
9. Plaats de klep aan de onderkant van de computer terug.
10. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle ontkoppelde kabels weer op de computer
aan.
Knoopcelbatterij
Vereiste
Lees voordat u begint Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 63 en druk de volgende
instructies af.
Hoofdstuk 6. CRU vervangen53
GEVAAR
Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij
ontploffen. De knoopcelbatterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen
te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden:
• Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type.
• Houd de batterij uit de buurt van open vuur.
• Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte.
• Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
• Sluit de batterij niet kort.
• Laat de batterij niet vallen en zorg dat hij niet beklemd raakt, doorboord wordt of wordt
blootgesteld aan grote krachten. Verkeerd en ondeskundig gebruik van de batterij kan er de
oorzaak van zijn dat deze oververhit raakt, hetgeen gasvorming of vlammen kan veroorzaken.
Vervangingsprocedure
1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Snel opstarten en de geïntegreerde batterij uitschakelen' op
pagina 45.
2. Zet de computer uit en ontkoppel de computer van de netstroom en alle aangesloten kabels.
3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om.
4. Verwijder de klep aan de onderkant van de computer. Zie 'Klep aan de onderkant van de computer' op
pagina 46.
5. Ontkoppel de aansluiting
1 en verwijder de knoopcelbatterij 2 .
54P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
6. Installeer de nieuwe knoopcelbatterij 1 en bevestig de aansluiting 2 .
7. Plaats de klep aan de onderkant van de computer terug.
8. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle ontkoppelde kabels weer op de computer
aan.
9. Stel in het UEFI BIOS-menu de systeemdatum en -tijd opnieuw in. Zie 'De systeemdatum en -tijd
instellen' op pagina 38.
Hoofdstuk 6. CRU vervangen55
56P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 7.Help en ondersteuning
Veelgestelde vragen
Hoe open ik het
Configuratiescherm?
Hoe schakel ik de computer uit?
Hoe partitioneer ik mijn
opslagstation?
Wat moet ik doen als mijn
computer niet meer reageert?
• Open het menu Start en klik op Systeem ➙ Configuratiescherm.
• Gebruik Windows Search.
Open het menu Start en klik vervolgens
https://support.lenovo.com/solutions/ht503851
1. Houd de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer is uitgeschakeld. Start
de computer vervolgens opnieuw op.
2. Als stap 1 niet werkt:
• Voor modellen met een noodresetgaatje: steek het uiteinde van een
uitgebogen paperclip in het noodresetgaatje om de stroomvoorziening
tijdelijk uit te schakelen. Start de computer vervolgens opnieuw op met de
netvoeding aangesloten.
• Voor modellen zonder een noodresetgaatje:
– Voor modellen met een verwisselbare batterij verwijdert u de
verwisselbare batterij en ontkoppelt u alle energiebronnen. Sluit de
netvoeding vervolgens opnieuw aan en start de computer opnieuw op.
– Voor modellen met een ingebouwde batterij ontkoppelt u alle
energiebronnen. Houd de aan-/uitknop ongeveer zeven seconden
ingedrukt. Sluit de netvoeding vervolgens opnieuw aan en start de
computer opnieuw op.
1. Koppel de netvoedingsadapter voorzichtig los en schakel de computer
onmiddellijk uit. Hoe sneller de stroomtoevoer naar de computer wordt
onderbroken, des te kleiner de kans op kortsluitingen met de daaruit
resulterende schade.
Aan/uit. Klik vervolgens op Afsluiten.
Wat moet ik doen als ik vloeistof
op de computer mors?
Hoe open ik het UEFI BIOSmenu?
Hoe schakel ik mijn trackpad uit?
Waar kan ik de meest recente
stuurprogramma's en UEFI BIOS
downloaden?
Attentie: Hoewel u door onmiddellijk uitschakelen van de computer
gegevens kunt verliezen, kan het niet uitschakelen van de computer
uiteindelijk onherstelbare schade aan de computer zelf aanrichten.
2. Probeer de vloeistof niet weg te laten lopen door de computer ondersteboven
te houden. Als uw computer is uitgerust met afvoergaten aan de onderkant
van het toetsenbord, wordt de vloeistof afgevoerd via de gaten.
3. Wacht totdat alle vloeistof is verdampt voordat u de computer weer aanzet.
Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven,
drukt u op de toets F1 om het UEFI BIOS-menu te openen.
1. Open het menu Start en klik Instellingen ➙ Apparaten ➙ Touchpad.
2. In de sectie Touchpad de Touchpad uitschakelen.
• Vanuit Lenovo Vantage. Zie 'Windows 10 en stuurprogramma's installeren' op
pagina 43 en 'UEFI BIOS bijwerken' op pagina 38.
• U kunt deze items downloaden vanaf de ondersteuningswebsite van Lenovo op
https://pcsupport.lenovo.com.
Foutberichten
Als u een bericht ziet dat niet is opgenomen in de volgende tabel, noteert u eerst het foutbericht, schakelt u
vervolgens de computer uit en belt u Lenovo voor hulp. Zie 'Klantsupportcentrum van Lenovo' op pagina 61.
Bericht
0190: batterij nagenoeg leeg
0191: systeembeveiliging Ongeldige poging tot wijziging op
afstand
0199: systeembeveiliging - Aantal
pogingen invoeren Securitywachtwoord is overschreden.
0271: controleer instellingen voor
datum en tijd.
1802: er is een nietgeautoriseerde netwerkkaart
geïnstalleerd. Schakel het
systeem uit en verwijder de
netwerkkaart.
210x/211x: detectie/leesfout op
HDDx/SSDx
2202: merknaam is ongeldig.Laat de computer nazien.
Oplossing
De computer is uitgeschakeld omdat de batterij bijna leeg is. Sluit de
netvoedingsadapter aan op de computer en laad de batterijen op.
De wijziging van de systeemconfiguratie is mislukt. Controleer de bewerking en
probeer het opnieuw.
Dit bericht wordt afgebeeld wanneer u meer dan drie keer een foutief
supervisorwachtwoord opgeeft. Controleer het supervisorwachtwoord en probeer
het opnieuw.
De datum of de tijd is niet ingesteld op de computer. Open het UEFI BIOS-menu
en stel de datum en de tijd in.
De draadloos-netwerkkaart wordt op deze computer niet ondersteund. Vervang
de kaart door een ondersteunde draadloos-netwerkkaart.
Het opslagstation werkt niet. Installeer het opslagstation opnieuw. Als het
probleem blijft bestaan, vervangt u het opslagstation.
Opmerking:
Deze fout geeft aan dat het besturingssysteem of programma's geen gegevens in
de permanente variabele UEFI-opslag kunnen maken, aanpassen of verwijderen
vanwege onvoldoende opslagruimte na POST.
Fout: de variabele UEFI-opslag
van het niet-vluchtige systeem is
bijna vol.
De permanente variabele UEFI-opslag van het systeem wordt gebruikt door het
UEFI BIOS en door het besturingssysteem of programma's. Deze fout treedt op
als het besturingssysteem of programma's veel gegevens in de variabele opslag
opslaan. Alle gegevens die nodig zijn voor POST, zoals UEFI BIOS-installatieinstellingen, chipset of platformconfiguratiegegevens, worden opgeslagen op een
afzonderlijke variabele UEFI-opslag.
Druk zodra het foutbericht verschijnt op de toets F1 om het UEFI BIOS-menu weer
te geven. In een dialoogvenster wordt u gevraagd het opschonen van de opslag te
bevestigen. Als u 'Yes' selecteert, worden alle gegevens verwijderd die door het
besturingssysteem of door programma's zijn gemaakt, met uitzondering van
algemene variabelen die door de UEFI-specificatie (Unified Extensible Firmware
Interface) zijn gedefinieerd. Als u 'No' selecteert, blijven alle gegevens behouden,
maar het besturingssysteem of een programma kan geen gegevens in de opslag
maken, aanpassen of verwijderen.
Als deze fout zich bij een servicecentrum voordoet, wordt de permanente
variabele UEFI-opslag van het systeem door bevoegd Lenovo-servicepersoneel
opgeschoond middels de voorgaande oplossing.
58P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Fouten waarbij er een geluidssignaal klinkt
Met Lenovo SmartBeep-technologie kunt u fouten met geluidssignalen met uw smartphone decoderen
wanneer een zwart scherm met geluidssignalen wordt weergegeven op uw computer. De fout met het
geluidssignaal decoderen met de Lenovo SmartBeep-technologie:
1. Ga naar
2. Download de juiste diagnoseapp en installeer deze op uw smartphone.
3. Voer de diagnoseapp uit en plaats de smartphone bij de computer.
4. Druk op de Fn-toets op uw computer om het geluidssignaal te herhalen. De diagnoseapp decodeert de
fout met geluidssignaal en geeft mogelijke oplossingen weer op de smartphone.
Opmerking: Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt
gekregen van het Klantsupportcentrum of van de productdocumentatie. Schakel alleen een door Lenovo
geautoriseerde serviceprovider in voor het repareren van uw product.
https://support.lenovo.com/smartbeep of scan de volgende QR-code.
Hoofdstuk 7. Help en ondersteuning59
Zelfhulpbronnen
Gebruik de zelfhulpbronnen voor meer informatie over de computer en het oplossen van problemen.
Bronnen
Gebruik Lenovo Vantage voor het volgende:
• Configureer apparaat-instellingen.
• Download en installeer updates voor UEFI BIOS,
stuurprogramma's en firmware.
• Beveilig uw computer tegen bedreigingen van buitenaf.
• De oorzaak van hardwareproblemen opsporen.
• De garantiestatus van de computer controleren.
• Toegang krijgen tot de Gebruikershandleiding en
nuttige artikelen.
Productdocumentatie:
• Veiligheid en garantie
• Installatiegids
• Deze gebruikershandleiding
• Regulatory Notice
Ondersteuningswebsite van Lenovo met de meest
recente ondersteuningsinformatie voor de volgende
items:
• Stuurprogramma's en software
• Diagnoseprogramma's
• Product- en servicegarantie
• Product- en onderdelendetails
• Help-informatie en veelgestelde vragen
Hoe krijg ik toegang?
• Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage.
• Gebruik Windows Search.
Ga naar
aanwijzingen op het scherm om te filteren op de
documentatie die u wilt.
https://pcsupport.lenovo.com
https://pcsupport.lenovo.com. Volg daarna de
• Open het menu Start en klik op Hulp vragen of Tips.
Windows Help-informatie
• Gebruik Windows Search of de persoonlijke assistent
Cortana
• Ondersteuningswebsite van Microsoft:
support.microsoft.com
®
.
https://
Lenovo bellen
Als u hebt geprobeerd het probleem zelf op te lossen en nog steeds hulp nodig hebt, kunt u het
Klantsupportcentrum van Lenovo bellen.
Voordat u contact opneemt met Lenovo
Bereid het volgende voor voordat u contact opneemt met Lenovo:
1. Symptomen en bijzonderheden van problemen vastleggen:
• Wat voor soort probleem is het? Doorlopend of incidenteel?
• Een foutmelding of foutcode?
• Welk besturingssysteem gebruikt u? En welke versie?
60
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
• Welke programma's waren actief op het moment dat het probleem optrad?
• Kan de fout worden gereproduceerd? Zo ja: hoe?
2. Systeeminformatie vastleggen:
• Productnaam
• Machinetype en serienummer
Opmerking: Afhankelijk van het land of de regio van levering, kan de locatie van het machinetype en
serienummer afwijken.
In de volgende afbeelding ziet u de locatie van de informatie over het machinetype en het
serienummer van uw computer.
Klantsupportcentrum van Lenovo
Tijdens de garantieperiode kunt u het Klantsupportcentrum van Lenovo bellen voor hulp.
Telefoonnummers
Voor een lijst van telefoonnummers van Lenovo support in uw land of regio, gaat u naar
pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
Opmerking: Telefoonnummers kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Als het
nummer voor uw land of regio ontbreekt, neemt u contact op met uw Lenovo-wederverkoper of met uw
Lenovo-vertegenwoordiger.
De services zijn tijdens de garantieperiode beschikbaar
• Probleembepaling: Speciaal opgeleid personeel staat tot uw beschikking om u te helpen vast te stellen of
er sprake is van een hardwareprobleem en zo ja, wat er gedaan moet worden.
• Reparatie van Lenovo-hardware: Als er is vastgesteld dat het probleem een hardwareprobleem is van een
Lenovo-product dat onder de garantie valt, staat ons personeel klaar om u te helpen met reparatie of
onderhoud.
voor de meest recente telefoonnummers.
Hoofdstuk 7. Help en ondersteuning61
https://
• Wijzigingen in het ontwerp: Een enkele keer komt het voor dat er, na de verkoop, wijzigingen in een
product moeten worden aangebracht. Lenovo of uw Lenovo-dealer zal dergelijke technische wijzigingen
meestal in uw hardware aanbrengen.
Services niet gedekt
• Vervanging of gebruik van onderdelen die niet zijn gefabriceerd door Lenovo of van onderdelen zonder
garantie
• Opsporing van de oorzaak van softwareproblemen
• Configuratie van het UEFI BIOS als onderdeel van een installatie of upgrade
• Wijzigingen, aanpassingen of upgrades van stuurprogramma's
• Installatie en onderhoud van netwerkbesturingssystemen
• Installatie en onderhoud van softwareprogramma's
Voor de voorwaarden en bepalingen van de Lenovo Beperkte Garantie die op uw Lenovo hardwareproduct
van toepassing is, bezoekt u:
•
https://www.lenovo.com/warranty/llw_02
• https://pcsupport.lenovo.com/warrantylookup
Aanvullende services aanschaffen
Zowel tijdens als na de garantieperiode kunt u extra services aanschaffen van Lenovo op https://
www.lenovo.com/services
.
De beschikbaarheid van deze services en de namen ervan verschillen per land of regio.
62
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Bijlage A.Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinformatie
Deze informatie helpt u uw computer veilig te gebruiken. Gebruik en bewaar alle informatie die bij uw
computer is geleverd. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de
voorwaarden in de koopovereenkomst of de Beperkte Garantie. Meer informatie hierover vindt u in het
document Veiligheid en garantie dat is meegeleverd met uw computer.
De veiligheid van de klant is belangrijk. Onze producten worden ontworpen met het oog op veiligheid en
effectiviteit. Personal computers zijn echter elektronische apparaten. Netsnoeren, voedingsadapters en
andere onderdelen kunnen een veiligheidsrisico opleveren dat, met name bij onjuist gebruik en misbruik, kan
leiden tot schade en lichamelijk letsel. Om deze risico's te verkleinen, dient u de bij het product geleverde
instructies te volgen, zich te houden aan alle waarschuwingen op het product zelf en in de
bedieningsinstructies, en de informatie in dit document zorgvuldig te lezen. Door de in dit document
opgenomen informatie en de bij het product geleverde instructies nauwkeurig op te volgen, beschermt u
zichzelf tegen gevaren en maakt u de werkomgeving van de computer een stuk veiliger.
Opmerking: Deze informatie bevat verwijzingen naar voedingsadapters en batterijen. Ook andere producten
(zoals luidsprekers en beeldschermen) worden geleverd met een externe voedingsadapter. Als u een
dergelijk product in bezit hebt, is deze informatie ook daarop van toepassing. Bovendien kunnen er in
computerproducten interne batterijen ter grootte van een munt ('knoopcellen') zijn verwerkt, waarmee de
systeemklok in stand wordt gehouden wanneer de stekker niet in het stopcontact zit. De
veiligheidsvoorschriften voor batterijen gelden dus voor alle computerproducten.
Belangrijke informatie over het gebruik van uw computer
Als u zich de volgende belangrijke tips ter harte neemt, haalt u het meeste rendement uit uw computer. Doet
u dit niet, dan kan dit leiden tot ongemak en zelfs letsel. Bovendien kan de computer dan storingen vertonen
en schade oplopen.
Bescherm uzelf goed tegen de warmte die door de computer wordt gegenereerd.
Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen
de onderkant, de polssteun en bepaalde andere onderdelen warm
worden. De temperatuur die wordt bereikt, hangt af van de mate van
systeemactiviteit en het oplaadniveau van de batterij.
Bij langdurig contact met uw lichaam kunnen er, ook door uw kleding
heen, ongemakken en zelfs brandwonden ontstaan.
• Let er in de modi Ultraprestatie of Prestatie op dat uw handen, uw
schoot of enig ander deel van uw lichaam niet langer dan 10
seconden in contact komt met een heet gedeelte van de computer.
• Haal nu en dan uw handen van het toetsenbord af door ze van de
polssteun te halen.
Bescherm uzelf goed tegen de warmte die door de netvoedingsadapter wordt gegenereerd.
Als de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op het
stopcontact, wordt de adapter warm.
Bij langdurig contact met uw lichaam kunnen er, ook door uw kleding
heen, brandwonden ontstaan.
• Zorg dat de adapter op dergelijke momenten niet tegen uw lichaam
komt.
• Gebruik de netvoedingsadapter nooit om u eraan op te warmen.
• Wikkel geen kabels om de netvoedingsadapter wanneer deze in
gebruik is.
Zorg dat uw computer niet nat wordt.
Om te voorkomen dat u morst en dat u een elektrische schok krijgt,
dient u de computer uit de buurt te houden van vloeistoffen.
Zorg dat de kabels niet beschadigd raken.
Als er grote kracht op de kabels komt te staan, kunnen ze breken of
beschadigd raken.
Leid de communicatiekabels en de kabels van de
netvoedingsadapter, de muis, het toetsenbord, de printer en alle
andere apparaten zodanig dat niemand er op kan gaan staan of er
over kan struikelen, dat ze niet klem komen te zitten en dat ze niet
worden blootgesteld aan een behandeling die de werking van de
computer zou kunnen verstoren.
Als u de computer verplaatst, zorg dan dat deze goed beschermd is (inclusief de gegevens).
Als u een computer met een opslagstation wilt verplaatsen, doet u
eerst het volgende:
• Zet de computer uit.
• Zet de computer in de slaapstand.
• Zet de computer in de sluimerstand.
Dit helpt om schade aan de computer en verlies van gegevens te
voorkomen.
64P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Ga te allen tijde voorzichtig om met uw computer.
Voorkom het vallen, stoten, bekrassen, verdraaien, trillen en
indrukken van de computer, en plaats geen zware voorwerpen op de
computer, het beeldscherm of de externe apparaten.
Wees voorzichtig als u de computer meeneemt.
• Gebruik een hoogwaardige draagtas die voldoende steun en
bescherming biedt.
• Stop de computer niet in een overvolle koffer of tas.
• Zorg ervoor dat u de computer uitschakelt of in de sluimer- of
slaapstand zet, voordat u de computer in een tas plaatst. Stop de
computer niet in een tas terwijl de computer gewoon aan staat.
Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is
Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken. Bepaalde schade aan
producten is zo ernstig dat het product niet meer mag worden gebruikt voordat het is geïnspecteerd
en, indien nodig, gerepareerd door een geautoriseerde onderhoudstechnicus.
Net als bij andere elektronische apparaten, moet u goed op het product te letten wanneer het is
ingeschakeld.
In zeer uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat u een geur waarneemt of rook dan wel vonkjes uit het
product ziet komen. Het kan ook zijn dat u een ploppend, krakend of sissend geluid hoort. Dit kan
erop wijzen dat een van de interne elektronische componenten op een gecontroleerde manier defect
is geraakt. Het kan echter ook een indicatie zijn van een mogelijk gevaarlijke situatie. Neem in
dergelijke gevallen nooit risico's en probeer niet zelf een diagnose te stellen. Neem voor hulp contact
op met het Klantsupportcentrum. Een lijst met telefoonnummer's voor service en ondersteuning vindt
u op de volgende website:
https://pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
Controleer de computer en haar componenten regelmatig op schade, slijtage of andere tekenen van
gevaar. Mocht u twijfels hebben over de conditie van een bepaalde component, gebruik het product
dan niet. Neem contact op met het Klantsupportcentrum of met de fabrikant van het product. U krijgt
dan te horen hoe u het product kunt inspecteren en, indien nodig, kunt laten repareren.
In het onwaarschijnlijke geval dat een van de onderstaande omstandigheden zich voordoet of als u
twijfelt aan de veiligheid van het product, stopt u het gebruik van het product, haalt u de stekker uit
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften65
het stopcontact en ontkoppelt u de telefoonkabels. Neem voor verdere instructies contact op met het
Klantsupportcentrum.
• Gebroken of beschadigde netsnoeren, stekkers, adapters, verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen of
voedingseenheden.
• Tekenen van oververhitting, rook, vonken of vuur.
• Schade aan een batterij (zoals barsten of deuken), spontane ontlading of lekkage uit de batterij
(herkenbaar aan vreemde stoffen).
• Een krakend, sissend of knallend geluid of een sterke geur afkomstig uit het product.
• Aanwijzingen dat er vloeistof is gemorst of dat er iets op de computer, het netsnoer of de voedingsadapter
is gevallen.
• De computer, het netsnoer of de adapter zijn nat geworden.
• Het product is gevallen of op welke manier dan ook beschadigd.
• Het product werkt niet normaal als u de bedieningsinstructies volgt.
Opmerking: Als u deze situatie constateert bij een product (bijvoorbeeld een verlengsnoer) dat niet is
gefabriceerd door Lenovo, gebruik dit product dan niet meer totdat u advies hebt ingewonnen bij de
fabrikant of totdat u een geschikte vervanging hebt gevonden.
Service en upgrades
Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het
Klantsupportcentrum of van de documentatie. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft
voor het repareren van het desbetreffende product.
Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of
vervangen. Upgrades worden meestal 'opties' genoemd. Vervangende onderdelen die zijn goedgekeurd om
door de klant zelf te worden geïnstalleerd, worden Customer Replaceable Units of CRU's genoemd. CRU's
zijn door Lenovo voorzien van documentatie met instructies voor vervanging van deze onderdelen door de
klant. Volg bij het installeren of vervangen van dergelijke onderdelen steeds de instructies. Dat het aan/uitlampje niet brandt, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het spanningsniveau binnenin een product nul is.
Voordat u de kap opent van een product dat is uitgerust met een netsnoer, dient u altijd te controleren of het
apparaat uit staat en of de stekker van het product uit het stopcontact is gehaald. Bij vragen neemt u contact
op met het Klantsupportcentrum.
Hoewel er geen bewegende onderdelen in uw computer zitten als het netsnoer uit het stopcontact is
gehaald, is het goed om de volgende waarschuwingen, omwille van uw veiligheid, ter harte te nemen.
Houd vingers en andere delen van uw lichaam uit de buurt van gevaarlijke bewegende onderdelen. Als u zich
ernstig verwondt, raadpleegt u een arts.
Vermijd contact met hete onderdelen in de computer. Als de computer is ingeschakeld, worden sommige
onderdelen zo heet dat u zich eraan kunt branden. Voordat u de kap van de computer opent, zet u de
computer uit, koppelt u de voeding los en wacht u ongeveer 10 minuten totdat de onderdelen zijn afgekoeld.
66P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Installeer na het vervangen van een CRU alle beschermende kappen opnieuw, inclusief de kap van de
computer, voordat u de voeding aansluit en de computer gebruikt. Deze actie is belangrijk om een
onverwachte elektrische schok te helpen voorkomen en om het risico van een onverwachte brand in extreem
zeldzame gevallen te beperken.
Wanneer u CRU's vervangt, moet u goed op de scherpe randen en hoeken letten waaraan u zich kunt
verwonden. Als u zich ernstig verwondt, raadpleegt u een arts.
Netsnoeren en voedingsadapters
GEVAAR
Gebruik alleen netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd.
Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland, is dit H03VV-F, 3G, 0,75 mm
of beter. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan.
Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een
mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren. Dit kan
gevaar opleveren.
Plaats netsnoeren altijd zo, dat niemand er op kan gaan staan of over kan vallen en dat er geen
voorwerpen op kunnen worden gezet.
Voorkom dat netsnoeren en voedingsadapters nat worden. Laat een netsnoer of voedingsadapter
bijvoorbeeld niet liggen bij een wasbak of toilet, of op een vloer die wordt schoongemaakt met een
vloeibaar reinigingsmiddel. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het
netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan
vloeistof corrosie van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden
tot oververhitting.
Zorg ervoor dat de netstroomstekkers helemaal in het stopcontact zijn gestoken.
Gebruik geen voedingsadapter die sporen vertoont van corrosie aan de invoerpennen of sporen van
oververhitting (zoals vervormd plastic) bij de aansluiting of op een ander deel van de
voedingsadapter.
Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of
oververhitting vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is.
2
Om mogelijke oververhitting te voorkomen mag u de voedingsadapter niet bedekken met kleding of
andere voorwerpen, wanneer de voedingsadapter in een stopcontact zit.
Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires
Controleer of alle verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen, noodvoedingen en stekkerdozen die u
gebruikt, bestand zijn tegen de elektrische eisen van het product. Overbelast deze apparaten nooit. Als u
stekkerdozen gebruikt, mag de belasting niet hoger zijn dan de invoerspecificatie van die stekkerdoos.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften67
Mocht u vragen hebben over (over)belasting, elektrische eisen en invoerspecificaties, neem dan contact op
met een elektricien.
Stekkers en stopcontacten
GEVAAR
Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten, beschadigd of verroest blijkt
te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen.
Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend
exemplaar bij de fabrikant.
Gebruik voor de computer niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische apparaten die veel
stroom gebruiken. Het voltage kan dan instabiel worden, en dit kan leiden tot schade aan de
computer, de gegevens en/of de aangesloten apparatuur.
Bepaalde producten worden geleverd met een stekker met randaarde. Deze stekker past alleen in
een stopcontact met randaarde. Dit is een veiligheidsvoorziening. Steek dergelijke stekkers alleen
in een geaard stopcontact. Neem, als u de stekker niet in het stopcontact kunt steken, contact op
met een elektricien voor een goedgekeurde stopcontactadapter of vervang het stopcontact door
een exemplaar met deze beveiligingsfunctie. Voorkom overbelasting van het stopcontact. De totale
systeembelasting mag niet hoger zijn dan 80 procent van de specificatie van de groep. Mocht u
vragen hebben over (over)belasting of specificaties van groepen, neem dan contact op met een
elektricien.
Zorg dat het stopcontact dat u gebruikt, correct bedraad is, goed bereikbaar is en zich in de buurt
van de apparatuur bevindt. Zorg dat het netsnoer niet helemaal strak staat, hierdoor kan het slijten.
Controleer of het stopcontact dat u gebruikt, de juiste spanning en stroomsterkte levert voor het
apparaat dat u installeert.
Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit haalt.
Kennisgeving voedingseenheid
Verwijder nooit de kap van een voeding of van andere componenten waarop het volgende label is bevestigd.
In componenten met dit label, bevinden zich gevaarlijke spannings-, stroom- of energieniveaus. Er bevinden
zich in deze componenten geen onderdelen die onderhoud vereisen. Als u vermoedt dat er met een van deze
onderdelen een probleem is, neem dan contact op met een onderhoudstechnicus.
Externe apparatuur
WAARSCHUWING:
Sluit geen andere externe kabels of snoeren aan dan USB- en 1394-kabels als de computer is
ingeschakeld. Anders kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten
te voorkomen, dient u na het uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten
voordat u de externe apparaten ontkoppelt.
68
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Algemene waarschuwing over de batterij
GEVAAR
De batterijen die door Lenovo voor uw product worden geleverd, zijn getest op compatibiliteit en
mogen alleen worden vervangen door goedgekeurde onderdelen. Batterijen die niet door Lenovo
worden aanbevolen, die uit elkaar zijn gehaald of die zijn geopend, vallen niet onder de garantie.
Verkeerd gebruik of verkeerde hantering van de batterij kan leiden tot een oververhitting, lekkage
van vloeistof of een explosie. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende
richtlijnen te houden:
• Open en demonteer de batterij niet en probeer hem niet te repareren.
• Plet of doorboor de batterij niet.
• Zorg dat er geen kortsluiting in de batterij optreedt en stel de batterij niet bloot aan water of
andere vloeistoffen.
• Houd de batterij uit de buurt van kinderen.
• Houd de batterij uit de buurt van open vuur.
Staak het gebruik van de batterij als deze is beschadigd of als u ontdekt dat er vloeistof of
opgehoopt onbekend materiaal op de uiteinden van de batterij zit.
Bewaar de oplaadbare batterijen of producten met ingebouwde oplaadbare batterijen op
kamertemperatuur, met een lading van ongeveer 30 tot 50%. Om te voorkomen dat de batterijen te
veel ontladen, is het aan te bevelen deze eens per jaar op te laden.
Gooi de batterij niet bij het normale huisvuil weg. Behandel oude batterijen als klein chemisch afval.
Kennisgeving voor ingebouwde oplaadbare batterij
GEVAAR
Probeer niet zelf de oplaadbare ingebouwde batterij te verwijderen of te vervangen. Het vervangen
van de batterij moet worden uitgevoerd door een reparatiebedrijf dat door Lenovo is geautoriseerd.
Laad de batterij uitsluitend op volgens de instructies in de productdocumentatie.
Deze door Lenovo geautoriseerde bedrijven recyclen Lenovo-batterijen volgens de plaatselijke weten regelgeving.
Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij
GEVAAR
Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften69
Als de knoopcelbatterij geen CRU is, moet u de knoopcelbatterij niet proberen te vervangen. Het
vervangen van de batterij moet worden uitgevoerd door een reparatiebedrijf dat door Lenovo is
geautoriseerd.
Deze door Lenovo geautoriseerde bedrijven recyclen Lenovo-batterijen volgens de plaatselijke weten regelgeving.
Als u de lithium-knoopcelbatterij vervangt, moet u uitsluitend hetzelfde type of een vergelijkbaar type
gebruiken dat wordt aanbevolen door de fabrikant. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik
exploderen. Het inslikken van de lithium-knoopcelbatterij kan verstikking of binnen twee uur ernstige interne
brandwonden veroorzaken en kan zelfs leiden tot de dood.
Houd batterijen uit de buurt van kinderen. Als u een lithium-knoopcelbatterij inslikt, moet u onmiddellijk een
arts raadplegen.
Houd u aan het volgende:
• Gooi de batterij niet in het water en dompel de batterij niet onder
• Let op dat de batterij niet warmer wordt dan 100 °C
• Haal de batterij niet uit elkaar
• Bewaar de batterij niet in een omgeving met een zeer lage luchtdruk
• Bewaar de batterij niet in een omgeving met een zeer hoge temperatuur
• Plet, doorboor, verbrijzel of verbrand de batterij niet
Gooi de batterij niet bij het huisvuil weg, maar behandel deze als klein chemisch afval.
De volgende verklaring geldt voor gebruikers in de staat Californië (VS).
Informatie over perchloraat voor Californië:
Producten die zijn uitgerust met lithium-knoopcelbatterijen met mangaandioxide, kunnen perchloraat
bevatten.
Perchloraat materiaal - speciale behandeling kan een vereiste zijn. Zie
hazardouswaste/perchlorate/
.
https://www.dtsc.ca.gov/
70
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Warmte en ventilatie
GEVAAR
Computers, netvoedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een
batterij wordt opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebookcomputers een aanzienlijke
hoeveelheid warmte produceren. Neem daarom altijd de volgende elementaire
voorzorgsmaatregelen:
• Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen de onderkant, de polssteun
en bepaalde andere onderdelen warm worden. Houd de computer niet te lang op schoot en houd
uw handen of enig ander lichaamsdeel niet te lang tegen een warm onderdeel van de computer
aan. Als u het toetsenbord gebruikt, leg uw handen of polsen dan niet gedurende langere tijd op
de polssteun. Tijdens de normale werking produceert de computer enige warmte. De
hoeveelheid warmte hangt af van de mate van systeemactiviteit en het oplaadniveau van de
batterij. Bij langdurig contact met uw lichaam kunnen er, ook door uw kleding heen, ongemakken
en zelfs brandwonden ontstaan. Onderbreek uw werk met het toetsenbord daarom af en toe en
haal uw handen van de polssteun. Let erop dat u het toetsenbord niet te lang gebruikt.
• Gebruik de computer niet en laad de batterijen niet op in de buurt van licht ontvlambare of
explosieve materialen.
• Ventilatieopeningen, ventilatoren en/of koelribben maken deel uit van het product omwille van de
veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk
geblokkeerd raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte
ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat deze voorzieningen nooit geblokkeerd, bedekt of
uitgeschakeld raken.
• Als de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op het stopcontact, wordt de adapter
warm. Zorg dat de adapter op dergelijke momenten niet tegen uw lichaam komt. Gebruik de
netvoedingsadapter nooit om u eraan op te warmen. Bij langdurig contact met uw lichaam
kunnen er, ook door uw kleding heen, brandwonden ontstaan.
Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van een optimale werking van de
computer altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen:
• Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit.
• Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is.
• Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in
een stoffige of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken.
• Houd de ventilatieopeningen vrij en zorg dat er niets vóór staat.
• Plaats de computer tijdens het gebruik niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de
kans dat de computer oververhit raakt.
• De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35 °C.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften71
Veiligheidsvoorschriften voor elektriciteit
GEVAAR
Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk.
Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende:
• Gebruik de computer niet tijdens onweer.
• Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet. Voer ook geen installatie-,
onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer.
• Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
• Sluit het netsnoer van alle apparaten die op dit product worden aangesloten, aan op een correct
geaard stopcontact.
• Gebruik indien mogelijk slechts één hand bij het aansluiten en loskoppelen van signaalkabels.
• Zet een apparaat nooit aan als dit brand-, water- of structuurschade vertoont.
• Ontkoppel alle netsnoeren, batterijen en snoeren voordat u de kap van een apparaat opent, tenzij
de installatie- of configuratie-instructies expliciet anders voorschrijven.
• Gebruik de computer niet voordat de behuizingen van de interne onderdelen vastzitten. Gebruik
de computer nooit wanneer interne onderdelen en circuits blootliggen.
GEVAAR
Als u dit product of een aangesloten apparaat installeert, verplaatst of opent, houd u dan bij het
aansluiten en loskoppelen van de kabels aan de volgende procedures.
Aansluiten:
1. Zet alles UIT.
2. Sluit eerst alle kabels aan op de apparaten.
3. Sluit de signaalkabels aan.
4. Steek de stekkers van de netsnoeren in het
stopcontact.
5. Zet de apparaten AAN.
Voordat u andere elektrische kabels en snoeren op de computer aansluit, moet u eerst de stekker uit het
stopcontact halen.
De stekker mag pas in het stopcontact worden gestoken nadat u alle andere kabels en snoeren hebt
aangesloten op de computer.
GEVAAR
Ontkoppelen:
1. Zet alles UIT.
2. Haal eerst de stekkers uit het stopcontact.
3. Ontkoppel de signaalkabels.
4. Ontkoppel alle kabels van de apparaten.
Tijdens onweer dient u geen vervangingen uit te voeren en dient u het telefoonsnoer niet aan te
sluiten of te ontkoppelen.
72
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Kennisgeving LCD (liquid crystal display)
WAARSCHUWING:
Het liquid crystal display (LCD-scherm) is gemaakt van glas, en door een ruwe omgang of het laten
vallen van de computer kan het LCD-scherm kapotgaan. Als het beeldscherm breekt en de vloeistof
uit het scherm in uw ogen of op uw handen komt, moet u de besmette lichaamsdelen onmiddellijk
gedurende minstens 15 minuten met water spoelen. Mocht u klachten krijgen of mochten er andere
symptomen optreden, raadpleeg dan een arts.
Opmerking: Voor producten met fluorescentielampen met kwik (bijvoorbeeld geen LED) bevat de
fluorescentielamp in het liquid crystal display (LCD) kwik. Het scherm moet worden afgedankt met
inachtneming van de lokale, provinciale of nationale wetten.
Een hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruiken
Een te hoog geluidsvolume van de hoofdtelefoon of oortelefoon kan leiden tot schade aan het gehoor. Als u
de equalizer op het maximumniveau instelt, wordt de uitvoerspanning verhoogd en het volume van de
hoofdtelefoon of oortelefoon. Om uw gehoor te beschermen stelt u de equalizer in op een gepast niveau.
Het overmatige gebruik van hoofd- of oortelefoons gedurende een langere tijd bij een hoog volume kan
gevaarlijk zijn als de uitvoer van de hoofd- of oortelefoonaansluitingen niet voldoet aan de specificaties van
EN 50332-2. De uitvoer die uw computer aan de hoofdtelefoon levert, voldoet aan EN 50332-2 Sub 7. Deze
specificatie beperkt de RMS uitvoerspanning van de computer tot 150 mV. Om schade aan het gehoor te
voorkomen, dient u te controleren of de hoofd- of oortelefoon die u gebruikt, eveneens voldoet aan EN
50332-2 (Artikel 7) ten aanzien van een spanning van 75 mV. Gebruik van een hoofd- of oortelefoon die niet
voldoet aan EN 50332-2 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk zijn voor het gehoor.
Als uw Lenovo-computer is geleverd met een hoofdtelefoon of oortelefoon, voldoet de combinatie van de
computer en de hoofdtelefoon of oortelefoon al aan de specificaties van EN 50332-1. Gebruikt u een andere
hoofd- of oortelefoon, controleer dan of die voldoet aan EN 50332-1 (Artikel 6.5). Gebruik van een hoofd- of
oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-1 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk
zijn voor het gehoor.
Kennisgeving verstikkingsgevaar
VERSTIKKINGSGEVAAR - product bevat kleine onderdelen.
Houd het product uit de buurt van kinderen onder de drie jaar.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften73
Kennisgeving over plastic zakken
GEVAAR
Plastic zakken kunnen gevaarlijk zijn. Houd plastic zakken uit de buurt van baby's en kinderen om
de kans op verstikking te voorkomen.
Kennisgeving glazen onderdelen
WAARSCHUWING:
Bepaalde onderdelen van uw product kunnen van glas zijn gemaakt. Dit glas kan breken als het
product op een harde ondergrond valt of een harde klap krijgt. Als het glas breekt, raak het dan niet
aan en probeer het niet te verwijderen. Gebruik uw product niet meer tot het glas door bevoegd
onderhoudspersoneel is vervangen.
Voorkomen van statische elektriciteit
Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar
beschadigen. Onjuiste behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit kan leiden tot
schade aan die onderdelen. Wanneer u een optie of een CRU uitpakt, open de antistatische verpakking dan
pas wanneer u de instructie krijgt om de desbetreffende optie of CRU te installeren.
Als u werkt met opties of CRU's, of handelingen binnenin de computer uitvoert, neem dan de volgende
voorzorgsmaatregelen om schade ten gevolge van statische elektriciteit te voorkomen:
• Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
• Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters, geheugenmodules en andere printplaten bij de rand
beet. Raak nooit onbeschermde elektronische circuits aan.
• Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken.
• Wanneer u een nieuwe optie installeert die gevoelig is voor statische elektriciteit, houd dan de
antistatische verpakking met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een
uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de
statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
• Installeer het onderdeel dat gevoelig is voor statische elektriciteit zo mogelijk direct vanuit de antistatische
verpakking, zonder het eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de
verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
• Leg het onderdeel niet op de computerkap of op een metalen ondergrond.
Gebruiksomgeving
Maximumhoogte (zonder kunstmatige druk)
3048 m
Temperatuur
• In bedrijf: 5 °C tot 35 °C
• Opslag en vervoer in oorspronkelijke verzendverpakking: -20 °C tot 60 °C
• Opslag zonder verpakking: 5 °C tot 43 °C
74
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Opmerking: Bij het opladen van de batterij mag de temperatuur niet lager dan 10 °C zijn.
Relatieve vochtigheid
• In bedrijf: 8% tot 95% bij een natteboltemperatuur van 23 °C
• Opslag en transport: 5% tot 95% bij een natteboltemperatuur van 27 °C
Reiniging en onderhoud
Met de juiste zorg en het juiste onderhoud kunt u op uw computer vertrouwen. De volgende onderwerpen
bevatten informatie om u te helpen de prestaties van uw computer optimaal te houden.
Basisonderhoudstips
Houd u aan de volgende richtlijnen om uw computer optimaal te laten functioneren:
• Plaats uw computer indien mogelijk in een goed geventileerde, droge ruimte en zet hem niet in de zon.
• Bewaar het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen, om het gevaar van verstikking in de plastic
zak te voorkomen.
• Houd de computer op minimaal 13 cm afstand van magneten, actieve mobiele telefoons, elektrische
apparaten en luidsprekers.
• Stel de computer niet bloot aan te lage of te hoge temperaturen (onder 5 °C of boven 35 °C).
• Leg nooit iets tussen het beeldscherm en het toetsenbord of de polssteun (ook geen papier).
• Het computerbeeldscherm is mogelijk ontworpen om onder een bepaalde hoek te worden geopend. Open
het beeldscherm niet met kracht. Doet u dat toch, dan kan het scharnier van de computer beschadigd
raken.
• Draai uw computer niet om wanneer de netvoedingsadapter is aangesloten omdat anders de adapterplug
kan afbreken.
• Voordat u de computer verplaatst, moet u alle verwisselbare opslagmedia verwijderen, alle aangesloten
apparatuur uitschakelen en alle kabels en snoeren ontkoppelen.
• Als u de computer in geopende toestand optilt, houd hem dan bij de onderkant vast. Til de computer nooit
op aan het LCD-scherm.
• De computer mag alleen uit elkaar worden gehaald en gerepareerd door een door Lenovo geautoriseerde
onderhoudstechnicus.
• Rommel niet met de grendels van het beeldscherm om het scherm open of dicht te houden.
• Voorkom dat de computer en de randapparatuur rechtstreeks wordt blootgesteld aan lucht die afkomstig
is van een apparaat dat negatieve ionen kan produceren. Zorg waar mogelijk voor een goede aarding van
de computer, zodat statische elektriciteit op een veilige manier kan worden afgevoerd.
De computer schoonmaken
Het is een goede gewoonte om de computer regelmatig schoon te maken. Zo beschermt u de oppervlakken
en voorkomt u storingen.
De computerkap schoonmaken: Maak de kap schoon met een pluisvrije doek die in milde zeep en water is
bevochtigd. Breng geen vloeistoffen rechtstreeks op de kap aan.
Het toetsenbord schoonmaken: Maak de toetsen een voor een schoon met een pluisvrije doek die in milde
zeep en water is bevochtigd. Als u meerdere toetsen tegelijk probeert schoon te maken, kan de doek achter
een aangrenzende toets blijven haken, waardoor de toets beschadigd kan raken. Sproei geen
reinigingsmiddel rechtstreeks op het toetsenbord. Als u stof of kruimels onder de toetsen wilt verwijderen,
kunt u gebruikmaken van een cameraborsteltje met blower of koude lucht van een haardroger.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften75
Het computerbeeldscherm schoonmaken: Krassen, vet, stof, chemische producten en ultraviolet licht
kunnen de prestaties van het beeldscherm negatief beïnvloeden. Veeg het beeldscherm voorzichtig schoon
met een zachte, pluisvrije doek. Als u een kras op het scherm ziet, kan het een vlek zijn. Wrijf de vlek
voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Als de vlek niet verdwijnt, bevochtigt u een zachte, stofvrije
doek met water of een reinigingsmiddel voor brillen. Breng niet rechtstreeks vloeistoffen op het beeldscherm
aan. Zorg ervoor dat het scherm droog is voordat u het scherm sluit.
76
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Bijlage B.Informatie over toegankelijkheid en ergonomie
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over toegankelijkheid en ergonomie.
Informatie voor gehandicapten
Lenovo wilt gebruikers met een gehoor- of mobiliteitsbeperking of een visuele beperking meer toegang
bieden tot informatie en technologie. In dit gedeelte vindt u informatie over de manier waarop deze
gebruikers optimaal van hun computerervaring kunnen profiteren. Voor de meest recente informatie over
toegankelijkheid gaat u naar de volgende website:
https://www.lenovo.com/accessibility
Sneltoetsen van het toetsenbord
In de volgende lijst staan sneltoetsen waarmee u uw computer gemakkelijker kunt gebruiken.
Opmerking: Afhankelijk van het toetsenbord zijn sommige van de volgende sneltoetsen mogelijk niet
beschikbaar.
• Toets met Windows-logo + U: Toegankelijkheidscentrum openen
• Acht seconden op rechter Shift-toets drukken: Filtertoetsen in- of uitschakelen
• Shift vijf keer indrukken: Plaknotitietoetsen in- of uitschakelen
• Num Lock vijf seconden indrukken: Wisseltoetsen in- of uitschakelen
• Linker Alt+Linker Shift+Num Lock: Muistoetsen in- of uitschakelen
Ga voor meer informatie naar
volgende trefwoorden: keyboard shortcuts, key combinations, shortcut keys.
Toegankelijkheidscentrum
Met het Toegankelijkheidscentrum van het Windows-besturingssysteem kun u uw computers zo
configureren dat ze aan uw fysieke en cognitieve behoeften voldoen.
Het Toegankelijkheidscentrum openen:
1. Ga naar Configuratiescherm en bekijk per categorie.
2. Klik op Toegankelijkheid ➙ Toegankelijkheidscentrum.
3. Kies het gewenste hulpmiddel door de aanwijzingen op het scherm te volgen.
Het Toegankelijkheidscentrum bevat doorgaans de volgende hulpprogramma's:
• Vergrootglas
Het Vergrootglas is een handig hulpmiddel dat een deel van of uw gehele scherm vergroot zodat u de
items beter kunt zien.
• Verteller
De Verteller is een schermleesprogramma dat hardop voorleest wat er op het scherm wordt weergegeven
en gebeurtenissen, zoals foutmeldingen, beschrijft.
• Schermtoetsenbord
https://windows.microsoft.com en voer een zoekopdracht uit met een van de
Als u liever gegevens op uw computer typt of invoert met een muis, joystick of ander aanwijsapparaat in
plaats van een echt toetsenbord te gebruiken, kunt u het Schermtoetsenbord gebruiken. Het
Schermtoetsenbord is een visueel toetsenbord met alle standaardtoetsen. U kunt toetsen selecteren met
de muis of een ander aanwijsapparaat, of u kunt erop tikken om toetsen te selecteren als uw computer
een multitouch-scherm ondersteunt.
• Hoog contrast
Hoog contrast is een functie waarmee het kleurcontrast van bepaalde tekst en afbeeldingen op het
scherm wordt verhoogd. Hierdoor zijn die items beter te onderscheiden en eenvoudiger te herkennen.
• Gepersonaliseerd toetsenbord
Pas de toetsenbordinstellingen aan om het gebruik van het toetsenbord te vereenvoudigen. U kunt het
toetsenbord bijvoorbeeld gebruiken om de aanwijzer te besturen en het invoeren van bepaalde
toetscombinaties met het toetsenbord te vereenvoudigen.
• Persoonlijke muis
Pas de muisinstellingen aan om het gebruik van de muis te vereenvoudigen. U kunt bijvoorbeeld de
weergave van de aanwijzer wijzigen en het beheer van vensters met uw muis vereenvoudigen.
Spraakherkenning
Met spraakherkenning kunt u uw computer besturen met behulp van uw stem.
U kunt mondelinge instructies gebruiken om het toetsenbord en de muis te besturen. Met mondelinge
instructies kunt u programma's starten, menu's openen, op voorwerpen op het scherm klikken, tekst
dicteren in documenten, en e-mails schrijven en verzenden.
Spraakherkenning gebruiken:
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer Weergeven op categorie.
2. Klik op Toegankelijkheid ➙ Spraakherkenning.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Schermleestechnologie
Schermleestechnologieën zijn hoofdzakelijk bedoeld voor programma-interfaces, Help-systemen en
verschillende online documenten. Voor aanvullende informatie over schermleesprogramma's raadpleegt u de
onderstaande bronnen:
• Het gebruik van PDF-documenten met schermleesprogramma's:
U kunt de tekst en afbeeldingen op het scherm leesbaarder maken door de schermresolutie van uw
computer aan te passen.
De schermresolutie aanpassen:
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en klik vervolgens op
Beeldscherminstellingen ➙ Beeldscherm.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
78
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Opmerking: Als u een te lage resolutie instelt, passen bepaalde items wellicht niet meer op het scherm.
Aanpasbare itemgrootte
U kunt de items op het scherm leesbaarder maken door de itemgrootte te wijzigen.
• Om de itemgrootte tijdelijk te wijzigen, gebruikt u het vergrootglashulpmiddel in het
Toegankelijkheidscentrum.
• De itemgrootte permanent wijzigen:
– Wijzig de grootte van alle items op het scherm.
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en klik vervolgens op
Beeldscherminstellingen ➙ Beeldscherm.
2. Wijzig de itemgrootte volgens de aanwijzingen op het scherm. In sommige toepassingen kan het
zijn dat uw configuratie mogelijk pas actief wordt nadat u zich hebt afgemeld en vervolgens weer
opnieuw hebt aangemeld.
– Wijzig de grootte van de items op een webpagina.
Houd Ctrl ingedrukt en druk vervolgens op de plustekentoets (+) om de tekst te vergroten of de
minustekentoets (–) om de tekst te verkleinen.
– Wijzig de grootte van de items op het bureaublad of in een venster.
Opmerking: Deze functie werkt mogelijk niet in alle vensters.
Als uw muis een wiel heeft, houdt u Ctrl ingedrukt en bladert u met het wieltje om de itemgrootte te
wijzigen.
Aansluitingen met industriële standaard
Uw computer beschikt over aansluitingen met industriële standaard waarop u hulpapparaten kunt aansluiten.
Documentatie in toegankelijke indelingen
Lenovo biedt elektronische documentatie in toegankelijke indelingen, zoals van tags voorziene PDFbestanden of HTML-bestanden (Hypertext Markup Language). Elektronische documentatie van Lenovo
wordt ontwikkeld om te garanderen dat slechtziende gebruikers de documentatie middels een schermlezer
kunnen lezen. Elke afbeelding in de documentatie beschikt ook over voldoende alternatieve tekst zodat
slechtziende gebruikers de afbeelding kunnen begrijpen als ze een schermlezer gebruiken.
Ergonomisch werken
Ergonomische gewoonten zijn belangrijk, niet alleen om zo veel mogelijk uit uw pc te halen, maar vooral ook
om ongemak te voorkomen. Richt uw werkplek zodanig in dat de opstelling van de apparatuur aansluit bij uw
individuele wensen en bij het soort werk dat u doet. Denk bij het werken met de computer aan uw
gezondheid, dat verhoogt uw prestaties én uw comfort.
Werken buiten een vaste kantooromgeving kan betekenen dat u zich regelmatig moet aanpassen aan een
nieuwe omgeving. Het aanpassen van lichtbronnen, een actieve zithouding en de plaatsing van de
computerhardware kunnen u helpen uw prestaties te verbeteren en meer comfort te creëren.
In dit voorbeeld wordt een persoon afgebeeld in een conventionele bureauopstelling. Ook als u niet aan een
bureau werkt, verdient het aanbeveling om deze tips zoveel mogelijk te volgen. Ontwikkel goede gewoonten
en ze zullen je goed van pas komen.
Bijlage B. Informatie over toegankelijkheid en ergonomie79
Algemene houding: geregeld even gaan verzitten helpt het best tegen het ongemak dat door lang in
dezelfde houding werken wordt veroorzaakt. Vaak even pauzeren is ook heel goed om kleine ongemakken
tegen te gaan die met uw werkhouding te maken hebben.
Beeldscherm: plaats het beeldscherm op een comfortabele kijkafstand van ongeveer 510 mm tot 760 mm.
Vermijd reflecties van lampen of zonlicht. Maak het beeldscherm regelmatig schoon en stel de helderheid en
het contrast zo in dat u een goed beeld hebt. Druk op de toetsen voor helderheidregeling om de helderheid
van het beeldscherm aan te passen.
Stand van het hoofd: houd uw hoofd en nek in een comfortabele en neutrale (verticaal of rechtop) stand.
Stoel: gebruik een stoel met verstelbare hoogte die voldoende steun voor uw rug geeft. Stel de stoel in op de
door u gewenste stand.
De plaats van armen en handen: maak gebruik van de armsteunen, indien aanwezig, of van een deel van
het bureaublad om uw armen op te laten rusten. Houd uw onderarmen, polsen en handen in een
ontspannen, neutrale (horizontale) positie. Typ met een zachte aanslag.
Bovenbenen: houd uw bovenbenen horizontaal en zet uw voeten plat op de grond of op een voetensteun.
En onderweg?
Als u onderweg bent of in een minder 'formele' omgeving werkt, is het niet altijd mogelijk de regels voor
prettig en comfortabel werken helemaal na te leven. Probeer dan toch deze ergonomische tips zoveel
mogelijk in acht te nemen. Een juiste houding en gebruik van adequate verlichting zijn uitermate belangrijk
voor uw werktempo, maar ook voor uw comfort. Als u buiten kantoor werkt, let dan extra goed op dat u een
actieve zithouding hebt en regelmatig pauze neemt. Er zijn veel productoplossingen verkrijgbaar, waarmee u
de computer precies aan uw wensen kunt aanpassen. U kunt een aantal van deze opties vinden op
www.lenovo.com/accessories
. Bekijk uw opties voor dockingoplossingen en randapparaten die u de
https://
gewenste flexibiliteit en aanpassingsmogelijkheden kunnen bieden.
Vragen op visueel gebied?
De beeldschermen van notebookcomputers zijn speciaal ontworpen om aan de hoogste eisen te voldoen.
Deze beeldschermen bieden u een duidelijk beeld en een grote, heldere schermen die goed leesbaar en
oogvriendelijk zijn. Het langere tijd geconcentreerd naar het beeldscherm kijken kan vermoeiend zijn. Als u
vragen hebt over vermoeide ogen of ander visueel ongemak, raadpleeg dan een opticien of oogarts.
80
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Bijlage C.Aanvullende informatie over het Linuxbesturingssysteem
In bepaalde landen en regio's biedt Lenovo klanten de mogelijkheid computers te bestellen waarop het
besturingssysteem Linux
®
is geïnstalleerd.
Als het Linux-besturingssysteem beschikbaar is op uw computer, raden we u aan de volgende informatie te
lezen voordat u de computer gebruikt. U kunt informatie over (hulp) programma's van Windows en vooraf
geïnstalleerde toepassingen van Lenovo in deze documentatie negeren.
De Lenovo Beperkte Garantie openen
Voor dit product geldt de Lenovo Beperkte Garantie (LBG), versie L505-0010-02 08/2011. U kunt op de
volgende website de LBG in een aantal talen bekijken. U kunt de Lenovo Beperkte Garantie lezen op:
https://www.lenovo.com/warranty/llw_02
De LLW is ook vooraf op de computer geïnstalleerd. U krijgt als volgt toegang tot de LLW:
• Als u met Ubuntu
• Als u met Fedora
®
werkt, gaat u naar /usr/share/doc/lenovo-doc.
®
werkt, gaat u naar /opt/Lenovo.
Als u de LBG niet via de website of de computer kunt bekijken, neem dan contact op met uw plaatselijke
Lenovo-kantoor of -dealer om een gedrukte versie van de LBG te verkrijgen.
Toegang tot Linux-distributies
Linux is een open-source besturingssysteem en enkele populaire Linux-distributies zijn Ubuntu en Fedora.
Ga voor meer informatie over het Ubuntu-besturingssysteem naar:
https://www.ubuntu.com
Ga voor meer informatie over het Fedora-besturingssysteem naar:
https://getfedora.org/
Ondersteuningsinformatie
Als u hulp, service of technische assistentie nodig hebt, of meer wilt weten over het besturingssysteem Linux
of andere toepassingen, neemt u contact op met de leverancier van het besturingssysteem Linux of de
leverancier van de toepassing. Als u service en ondersteuning nodig hebt voor hardwarecomponenten die bij
uw computer zijn geleverd, neemt u contact op met Lenovo. Raadpleeg de gebruikershandleiding en Veiligheid en garantie voor meer informatie over hoe u contact kunt opnemen met Lenovo.
Ga voor toegang tot de nieuwste gebruikershandleiding en Veiligheid en garantie naar:
Bijlage D.Informatie over naleving en TCO-certificaten
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de regelgeving, milieuvoorschriften, RoHS, en ENERGY STAR met
betrekking tot Lenovo-producten.
Verklaringen van conformiteit voor radiofrequenties
Computermodellen die zijn uitgerust met draadloze communicatie, voldoen aan de richtlijnen voor
radiofrequenties en veiligheidsnormen in alle landen en regio's waar deze zijn goedgekeurd voor draadloos
gebruik.
Lees naast dit document ook de Regulatory Notice voor uw land of regio voordat u de draadloze apparaten
in uw computer gaat gebruiken.
Informatie over draadloze communicatie
In dit onderwerp vindt u informatie over draadloze mogelijkheden met betrekking tot Lenovo-producten.
Compatibiliteit van draadloze apparatuur
De draadloos-LAN-kaart is volgens ontwerp compatibel met alle draadloos-LAN-producten die gebaseerd
zijn op de volgende radiotechnologieën: Direct Sequence Spread Spectrum (DSSS), Complementary Code
Keying (CCK) en/of Orthogonal Frequency Division Multiplexing (OFDM). De kaart voldoet aan:
• De 802.11b/g standaard, 802.11a/b/g, 802.11n, 802.11ax of 802.11ac voor draadloze LANs, zoals
gedefinieerd door het Institute of Electrical and Electronics Engineers.
• De Wireless Fidelity-certificering (Wi-Fi
®
) zoals gedefinieerd door de Wi-Fi Alliance®.
Opmerkingen:
• Sommige modellen ondersteunen mogelijk niet 802.11ax, afhankelijk van uw draadloze configuraties.
• In sommige landen of regio's is het gebruik van 802.11ax mogelijk uitgeschakeld, overeenkomstig de
plaatselijke voorschriften.
Gebruiksomgeving en uw gezondheid
Deze computer bevat ingebouwde draadloos-netwerkkaarten die werken binnen de grenzen van de
veiligheidsrichtlijnen voor radiostraling (RF), zoals vastgelegd in diverse standaarden en aanbevelingen en
daarom is Lenovo ervan overtuigd dat dit product veilig is voor de consument. Deze normen en
aanbevelingen zijn een afspiegeling van de consensus die binnen de globale wetenschappelijke wereld
heerst. Ze zijn opgesteld door wetenschappelijke panels en commissies die de wetenschappelijke literatuur
in kwestie voortdurend bijhouden.
In bepaalde situaties of omgevingen kan het gebruik van draadloze apparaten beperkt zijn op last van de
eigenaar van een gebouw of degenen die binnen een organisatie de verantwoordelijkheid dragen. Het kan
daarbij bijvoorbeeld gaan om de volgende situaties:
• Aan boord van een vliegtuig, in een ziekenhuis, in de buurt van een tankstation of een explosiegebied (met
elektrisch gestuurde explosieven), of vlakbij medische implantaten of medische apparaten die op het
lichaam worden gedragen, zoals pacemakers.
• Een andere omgeving waarbij mogelijke storing van andere apparatuur of diensten als hinderlijk of
gevaarlijk wordt beschouwd.
Als u niet precies weet wat het beleid is ten aanzien van het gebruik van draadloze apparaten in een bepaald
gebied (zoals een vliegveld of een ziekenhuis), kunt u het beste, voordat u de computer aanzet, om
toestemming vragen om een draadloos apparaat te mogen gebruiken.
Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie
Uw computer beschikt over een UltraConnect™ draadloos antennesysteem. U kunt draadloze communicatie
inschakelen waar u ook bent.
In de volgende afbeelding wordt de locatie van de antennes op uw computer aangegeven:
De plaats van kennisgevingen over regelgeving voor draadloze communicatie
Raadpleeg voor meer informatie over de kennisgevingen voor regelgeving voor draadloze communicatie
Regulatory Notice op
https://support.lenovo.com.
Europese Unie - naleving van de richtlijnen inzake radioapparatuur
Dit product voldoet aan alle vereisten en essentiële normen die gelden voor EU-richtlijn voor radioapparatuur
2014/53/EU inzake de harmonisering van de wetgeving van Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische
compatibiliteit. De volledige tekst van de EU-verklaring van conformiteit van het systeem is beschikbaar op:
https://www.lenovo.com/us/en/compliance/eu-doc
Lenovo aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het niet voldoen aan deze voorwaarden voor bescherming
als dit het gevolg is van het doorvoeren van een niet aanbevolen wijziging aan het product, inclusief het
installeren van niet door Lenovo geleverde optiekaarten. Uit tests is gebleken dat dit product voldoet aan de
beperkingen die worden opgelegd aan apparatuur van Klasse B conform de Europese standaard inzake
harmonisering in de geldende richtlijnen. De beperkingen voor apparatuur van Klasse B zijn bedoeld om in
woonomgevingen een redelijke bescherming te bieden tegen interferentie met goedgekeurde
communicatieapparatuur.
Brazilië
Este equipamento não tem direito à proteção contra interferência prejudicial e não pode causar interferência
em sistemas devidamente autorizados.
This equipment is not protected against harmful interference and may not cause interference with duly
authorized systems.
84
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Mexico
Advertencia: En Mexico la operación de este equipo está sujeta a las siguientes dos condiciones: (1) es
posible que este equipo o dispositivo no cause interferencia perjudicial y (2) este equipo o dispositivo debe
aceptar cualquier interferencia, incluyendo la que pueda causar su operación no deseada.
Singapore
Korea
무선설비 전파 혼신 (사용주파수 2400∼2483.5 , 5725∼5825 무선제품해당)
해당 무선설비가 전파혼신 가능성이 있으므로 인명안전과 관련된 서비스는 할 수 없음
SAR 정보
본 장치는 전파 노출에 대한 가이드라인을 충족합니다.
본 장치는 무선 송수신기 입니다. 본 장치는 국제 가이드라인으로 권장되는 전파 노출에 대한 제한을 초과하지
않도록 설계되었습니다. 장치 액세서리 및 최신 부품을 사용할 경우 SAR 값이 달라질 수 있 습니다. SAR 값은
국가 보고 및 테스트 요구 사항과 네트워크 대역에 따라 다를 수 있습니다. 본 장치 는 사람의 신체에서 20mm
이상의 거리에서 사용할 수 있습니다.
Milieu-informatie van landen en regio's
In dit gedeelte vindt u informatie over milieu, recyclen en RoHS met betrekking tot Lenovo-producten.
Informatie over recycling en milieu
Lenovo moedigt eigenaren van (IT) -apparatuur aan om hun apparatuur, wanneer deze niet meer nodig is, op
een verantwoorde manier te laten recyclen. Lenovo kent een veelheid aan programma's en services om
eigenaren te helpen bij de recycling van hun IT-producten. Ga voor informatie over het recyclen van Lenovoproducten naar:
https://www.lenovo.com/recycling
De nieuwste milieu-informatie over onze producten is beschikbaar op:
https://www.lenovo.com/ecodeclaration
Belangrijke WEEE-informatie
Bijlage D. Informatie over naleving en TCO-certificaten85
De WEEE-markering op Lenovo-producten heeft betrekking op landen waar regelgeving op het gebied van
WEEE en e-waste van kracht is (zoals de Europese WEEE-richtlijn en de Indiase E-Waste Management
Rules). Apparaten worden gelabeld conform lokale regelgeving die betrekking heeft op verwerking van oude
elektrische en elektronische apparatuur (WEEE-regelgeving). Deze regelgeving bepaalt het kader voor het
retourneren en recyclen van gebruikte apparatuur in de diverse gebieden. Dit label is van toepassing op
allerlei producten om aan te geven dat het product aan het einde van zijn levensduur niet zomaar mag
worden weggegooid, maar moet worden gerecycled volgens het hiertoe opgezette systeem.
Gebruikers van elektrische en elektronische apparaten die zijn voorzien van het WEEE-merkteken, moeten
gebruikte apparaten niet als ongesorteerd afval weggooien, maar dienen gebruik te maken van het
beschikbare inzamelproces voor het retourneren, recyclen en terugwinnen van apparaten. Zo worden de
mogelijke effecten die afgedankte elektrische en elektronische apparaten ten gevolge van de aanwezigheid
van schadelijke stoffen op het milieu en de volksgezondheid kunnen hebben, tot een minimum beperkt.
Elektrische en elektronische apparatuur (EEE) van Lenovo kan onderdelen en componenten bevatten die aan
het einde van hun levensduur als gevaarlijk afval kunnen worden beschouwd.
EEE en afval van elektrische en elektronische apparatuur (WEEE) kunnen gratis worden aangeboden bij elke
distributeur die elektrische en elektronische apparatuur van dezelfde aard en met dezelfde functie verkoopt
als de gebruikte EEE of WEEE.
Ga voor meer informatie over WEEE naar:
https://www.lenovo.com/recycling
Informatie over WEEE voor Hongarije
Lenovo betaalt als producent de kosten die worden gemaakt in verband met de naleving van de
verplichtingen van Lenovo onder de Hongaarse wet 197/2014 (VIII.1.) subsecties (1)-(5) van sectie 12.
Richtlijnen voor recycling in Japan
Collect and recycle a disused Lenovo computer or monitor
If you are a company employee and need to dispose of a Lenovo computer or monitor that is the property of
the company, you must do so in accordance with the Law for Promotion of Effective Utilization of Resources.
Computers and monitors are categorized as industrial waste and should be properly disposed of by an
industrial waste disposal contractor certified by a local government. In accordance with the Law for
Promotion of Effective Utilization of Resources, Lenovo Japan provides, through its PC Collecting and
Recycling Services, for the collecting, reuse, and recycling of disused computers and monitors. For details,
visit the Lenovo Web site at:
https://www.lenovo.com/recycling/japan
Pursuant to the Law for Promotion of Effective Utilization of Resources, the collecting and recycling of homeused computers and monitors by the manufacturer was begun on October 1, 2003. This service is provided
free of charge for home-used computers sold after October 1, 2003. For details, go to:
https://www.lenovo.com/recycling/japan
Dispose of Lenovo computer components
Some Lenovo computer products sold in Japan may have components that contain heavy metals or other
environmental sensitive substances. To properly dispose of disused components, such as a printed circuit
board or drive, use the methods described above for collecting and recycling a disused computer or monitor.
86
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Dispose of disused lithium batteries from Lenovo computers
A button-shaped lithium battery is installed inside your Lenovo computer to provide power to the computer
clock while the computer is off or disconnected from the main power source. If you need to replace it with a
new one, contact your place of purchase or contact Lenovo for service. If you need to dispose of a disused
lithium battery, insulate it with vinyl tape, contact your place of purchase or an industrial-waste-disposal
operator, and follow their instructions.
Disposal of a lithium battery must comply with local ordinances and regulations.
Dispose of a disused battery from Lenovo notebook computers
Your Lenovo notebook computer has a lithium ion battery or a nickel metal hydride battery. If you are a
company employee who uses a Lenovo notebook computer and need to dispose of a battery, contact the
proper person in Lenovo sales, service, or marketing, and follow that person's instructions. You also can
refer to the instructions at:
If you use a Lenovo notebook computer at home and need to dispose of a battery, you must comply with
local ordinances and regulations. You also can refer to the instructions at:
Equipamentos elétricos e eletrônicos não devem ser descartados em lixo comum, mas enviados à pontos de
coleta, autorizados pelo fabricante do produto para que sejam encaminhados e processados por empresas
especializadas no manuseio de resíduos industriais, devidamente certificadas pelos orgãos ambientais, de
acordo com a legislação local.
A Lenovo possui um canal específico para auxiliá-lo no descarte desses produtos. Caso você possua um
produto Lenovo em situação de descarte, ligue para o nosso SAC ou encaminhe um e-mail para:
reciclar@lenovo.com, informando o modelo, número de série e cidade, a fim de enviarmos as instruções
para o correto descarte do seu produto Lenovo.
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Europese Unie
Kennisgeving: Dit pictogram geldt alleen voor landen binnen de Europese Unie (EU).
Batterijen of batterijverpakkingen zijn voorzien van een label overeenkomstig Europese Richtlijn 2006/66/EC
inzake batterijen en accu's en afgedankte batterijen en accu's. Deze richtlijn bepaalt het raamwerk voor het
retourneren en recyclen van gebruikte batterijen en accu's zoals van toepassing binnen de Europese Unie.
Dit label wordt aangebracht op diverse batterijen om aan te geven dat de batterij in kwestie niet dient te
Bijlage D. Informatie over naleving en TCO-certificaten87
worden weggegooid, maar dat deze aan het eind van de levenscyclus krachtens deze Richtlijn dient te
worden geretourneerd.
In overeenstemming met de Europese richtlijn 2006/66/EC moeten batterijen en accu's van een label zijn
voorzien waarop is aangegeven dat ze gescheiden moeten worden ingezameld en gerecycled aan het einde
van de levenscyclus. Op het label op de batterij kan ook een chemisch symbool staan voor het metaal dat in
de batterij is gebruikt (Pb voor lood, Hg voor kwik en Cd voor cadmium). Gebruikers van batterijen en accu's
mogen batterijen en accu's niet weggooien als ongesorteerd huisafval, maar dienen het voor gebruikers
beschikbare inzamelingssysteem te gebruiken voor het retourneren, recyclen en verwerken van batterijen en
accu's. Deelname van gebruikers is belangrijk om de mogelijke gevolgen van batterijen en accu's voor het
milieu en de volksgezondheid tengevolge van de mogelijke aanwezigheid van gevaarlijke bestanddelen tot
een minimum te beperken.
Voordat elektrische en elektronische apparatuur (EEE) bij de afvalinzameling of de afvalverwerking wordt
aangeboden, moet de eindgebruiker van apparatuur met batterijen en/of accu's deze batterijen en/of accu's
verwijderen voor gescheiden inzameling.
Lithiumbatterijen en batterijen van Lenovo-producten weggooien
In uw Lenovo-product kan een lithium-knoopcelbatterij zijn geïnstalleerd. Details van de batterij kunt u vinden
in de productdocumentatie. Als u de batterij moet vervangen, neem dan contact op met de verkoper van het
product of met Lenovo. Als u een lithiumbatterij weggooit, omwikkelt u hem met vinyltape en levert u hem in
bij de verkoper of een inzamelstation voor chemisch afval.
Batterijen van Lenovo-producten weggooien
Uw Lenovo-apparaat kan een lithium-ionbatterij of een hydride nikkel-metaalbatterij bevatten. Details van de
batterij kunt u vinden in de productdocumentatie. Als u een batterij weggooit, omwikkelt u hem met
vinyltape, neemt u contact op met de verkoopservice van Lenovo of levert u hem in bij de verkoper of een
inzamelstation voor chemisch afval. U kunt ook de instructies in de gebruikershandleiding voor uw product
raadplegen.
Voor de juiste inzameling en verwerking gaat u naar:
https://www.lenovo.com/environment
Recyclinginformatie voor het vasteland van China
Informatie over het recyclen van batterijen voor Taiwan
88P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Verenigde Staten en
Canada
Kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (Restriction of
Hazardous Substances, RoHS) voor landen en regio's
De nieuwste milieu-informatie over Lenovo-producten is beschikbaar op:
https://www.lenovo.com/ecodeclaration
Beperking van schadelijke stoffen (RoHS, Restriction of Hazardous Substances) voor Europese Unie
Dit Lenovo-product en de meegeleverde onderdelen (kabels, snoeren enzovoort) voldoen aan de vereisten
van de richtlijn 2011/65/EU betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in
elektrische en elektronische apparatuur ('RoHS recast' of 'RoHS 2').
Ga voor meer informatie over de wereldwijde naleving van de RoHS-richtlijn door Lenovo naar:
https://www.lenovo.com/rohs-communication
WEEE en beperking van schadelijke stoffen (RoHS, Restriction of Hazardous Substances) voor Turkije
Beperking van schadelijke stoffen (RoHS, Restriction of Hazardous Substances) voor Oekraïne
Beperking van schadelijke stoffen (RoHS, Restriction of Hazardous Substances) voor India
RoHS compliant as per E-Waste (Management) Rules.
RoHS voor het vasteland van China
The information in the following table is applicable to products manufactured on or after January 1, 2015 for
sale in the People’s Republic of China.
Bijlage D. Informatie over naleving en TCO-certificaten89
90P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Beperking van schadelijke stoffen (RoHS, Restriction of Hazardous Substances) voor Taiwan
Kennisgevingen elektromagnetische straling
Conformiteitsverklaring voor leveranciers van de Federal
Communications Commission (FCC)
De volgende informatie heeft betrekking op de ThinkPad P1 Gen 2 en ThinkPad X1 Extreme.
ProductnaamMachinetypen
ThinkPad P1 Gen 220QT en 20QU
ThinkPad X1 Extreme20QV en 20QW
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to
Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful
interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency
energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to
radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular
installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be
determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by
one or more of the following measures:
Bijlage D. Informatie over naleving en TCO-certificaten91
• Reorient or relocate the receiving antenna.
• Increase the separation between the equipment and receiver.
• Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
• Consult an authorized dealer or service representative for help.
Lenovo is not responsible for any radio or television interference caused by using other than recommended
cables and connectors or by unauthorized changes or modifications to this equipment. Unauthorized
changes or modifications could void the user’s authority to operate the equipment.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1)
this device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received,
including interference that may cause undesired operation.
Informatie over FCC ID en IC-certificering kunt u op een de volgende manieren vinden:
• Op een scherm met een elektronisch label (e-label) dat vooraf op uw computer is geïnstalleerd. Zie
'Regelgevingslabels' op pagina 94 om het scherm met het e-label te bekijken.
• Op een fysiek label op de buitenkant van de verpakking van uw computer.
Verklaring van conformiteit met industriële richtlijn Canada
CAN ICES-3(B)/NMB-3(B)
EU-conformiteit
Contactadres in de EU: Lenovo (Slovakia), Landererova 12, 811 09 Bratislava, Slovakia
Naleving van de EMC-richtlijn
Dit product voldoet aan de voorwaarden voor bescherming zoals opgenomen in EU-richtlijn 2014/30/EU van
de Europese Commissie inzake de harmonisering van de wetgeving van Lidstaten met betrekking tot
elektromagnetische compatibiliteit.
Uit tests is gebleken dat dit product voldoet aan de beperkingen die worden opgelegd aan apparatuur van
Klasse B conform de Europese standaard inzake harmonisering in de geldende richtlijnen. De vereisten voor
apparatuur van Klasse B zijn bedoeld om adequaat bescherming te bieden voor uitzendservices in
woonomgevingen.
92
P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
EU ErP (EcoDesign)-richtlijn (2009/125/EC) - Externe voedingsadapters (Verordening (EU) 2019/1782)
Lenovo-producten zijn ontworpen om met een scala aan compatibele voedingsadapters te werken. Ga naar
https://www.lenovo.com/us/en/compliance/eu-doc om de compatibele voedingsadapters te bekijken. Ga voor
gedetailleerde specificaties van de voedingsadapters voor uw computer gaat naar
support.lenovo.com
.
https://
Verklaring van conformiteit met Duitse Klasse B
Hinweis zur Einhaltung der Klasse B zur elektromagnetischen Verträglichkeit
Dieses Produkt entspricht den Schutzanforderungen der EU-Richtlinie zur elektromagnetischen
Verträglichkeit Angleichung der Rechtsvorschriften über die elektromagnetische Verträglichkeit in den EUMitgliedsstaaten und hält die Grenzwerte der Klasse B der Norm gemäß Richtlinie.
Um dieses sicherzustellen, sind die Geräte wie in den Handbüchern beschrieben zu installieren und zu
betreiben. Des Weiteren dürfen auch nur von der Lenovo empfohlene Kabel angeschlossen werden. Lenovo
übernimmt keine Verantwortung für die Einhaltung der Schutzanforderungen, wenn das Produkt ohne
Zustimmung der Lenovo verändert bzw. wenn Erweiterungskomponenten von Fremdherstellern ohne
Empfehlung der Lenovo gesteckt/eingebaut werden.
Zulassungsbescheinigung laut dem Deutschen Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von
Betriebsmitteln, EMVG vom 20. Juli 2007 (früher Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von
Geräten), bzw. der EU Richtlinie 2014/30/EU, der EU Richtlinie 2014/53/EU Artikel 3.1b), für Geräte der
Klasse B.
Dieses Gerät ist berechtigt, in Übereinstimmung mit dem Deutschen EMVG das EG-Konformitätszeichen CE - zu führen. Verantwortlich für die Konformitätserklärung nach Paragraf 5 des EMVG ist die Lenovo
(Deutschland) GmbH, Meitnerstr. 9, D-70563 Stuttgart.
Verklaring van conformiteit met Japanse VCCI Klasse B
Japanse kennisgeving voor producten die worden aangesloten op de
netstroom met een nominale stroom kleiner dan of gelijk aan 20 A per
fase
De kennisgeving van Japan voor netsnoeren
The ac power cord shipped with your product can be used only for this specific product. Do not use the ac
power cord for other devices.
Bijlage D. Informatie over naleving en TCO-certificaten93
Overige informatie over naleving en TCO-certificering voor landen en
regio's
In dit gedeelte vindt u informatie over de regelgeving en naleving met betrekking tot Lenovo-producten.
Informatie over certificering
ProductnaamNalevings-ID
ThinkPad P1 Gen 2
• ThinkPad X1 Extreme
• ThinkPad X1 Extreme
2nd (alleen voor het vasteland
van China)
De meest recente informatie over naleving is beschikbaar op:
https://www.lenovo.com/compliance
TP00099B
TP00099B20QV en 20QW
Machinetype(s)
20QT en 20QU
Regelgevingslabels
Afhankelijk van uw land of regio kunt u de door overheid vereiste regelgeving op een van de volgende
manieren vinden:
• Op een fysiek label op de buitenkant van de verpakking van uw computer
• Op een fysiek label op uw computer
• Op een scherm met een elektronisch label (e-label) dat vooraf op uw computer is geïnstalleerd
Om het scherm met het e-label te openen, moet u de computer opnieuw opstarten. Zodra het logoscherm
wordt weergegeven, drukt u op F9 of tikt u op de prompt om naar het menu Startup Interrupt te gaan en
vervolgens naar de optie Regulatory Information.
Koreaanse kennisgeving e-label
TCO Certified
Bepaalde modellen zijn TCO Certified en zijn voorzien van het TCO Certified-logo.
Opmerking: TCO Certified is een internationale duurzaamheidscertificering van een derde voor ITproducten. Meer informatie vindt u op https://www.lenovo.com/us/en/compliance/tco.
Kennisgeving classificatie voor export
Dit product is onderworpen aan de United States Export Administration Regulations (EAR) en heeft een
ECCN (Export Classification Control Number) van 5A992.c. Het mag opnieuw worden geëxporteerd, behalve
naar landen onder embargo genoemd in de landenlijst EAR E1.
Informatie over Lenovo-productservice voor Taiwan
94P1 Gen 2 en X1 Extreme Gebruikershandleiding
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.