KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Maak foto's of neem video's op door in het menu Start op Camera te klikken. Het
lampje naast de camera brandt als de camera in gebruik is.
Als u andere apps gebruikt die functies zoals fotograferen, videochatten en
videovergaderingen ondersteunen, wordt de camera automatisch gestart wanneer
u in de app een functie inschakelt waarvoor de camera is vereist.
Schuif ThinkShutter om de cameralens te bedekken of onthullen. Deze
voorziening is bedoeld om uw privacy te beschermen.
Gebruik het FHD (full high definition) om uw visuele ervaring te verbeteren als u
films bekijkt, surft op internet, enzovoort.
Druk om de computer in te schakelen of om de computer in de slaapstand te
zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het
uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
Het indicatielampje toont de status van het systeem:
• Wit, knippert drie keer snel: de voeding naar de computer wordt voor de
eerste keer ingeschakeld.
• Wit continue aan: de computer staat aan.
• Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
1. Aan/uit-knop/vingerafdruklezer
2. LuidsprekersGeniet van geluid van verbluffende kwaliteit.
• Wit snel knipperend: de computer gaat naar de sluimerstand of naar de
slaapstand.
• Wit langzaam knipperend: de computer staat in de slaapstand.
Gebruik als vingerafdruklezer*
Log in op uw computer met geregistreerde vingerafdrukken als uw computer een
vingerafdruklezer ondersteunt. Zie 'De vingerafdruklezer gebruiken (voor bepaalde
modellen)' op pagina 32.
Het indicatielampje toont de status van de vingerafdruklezer:
• Groen, knippert twee seconden, zet vervolgens het apparaat aan: De
computer is klaar voor een vingerafdrukscan.
• Wit, ononderbroken aan: de scan is gelukt.
Aan/
3. Trackpad
4. TrackPoint
®
-aanwijsapparaat
Gebruik vingerbewegingen en alle functies van een traditionele muis. Zie 'De
trackpad gebruiken' op pagina 19.
Gebruik alle functies van een traditionele muis. Zie 'Het TrackPointaanwijsapparaat gebruiken' op pagina 18.
2E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
* voor bepaalde modellen
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen3
Bovenaanzicht (E15)
Gebruiken als aan/uit-knop
Druk om de computer in te schakelen of om de computer in de slaapstand te
zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het
uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
Het indicatielampje toont de status van het systeem:
• Wit, knippert drie keer snel: de voeding naar de computer wordt voor de
eerste keer ingeschakeld.
• Wit continue aan: de computer staat aan.
• Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
1. Aan/uit-knop/vingerafdruklezer
2. Numeriek toetsenblokHiermee voert snel nummers in.
3. LuidsprekersGeniet van geluid van verbluffende kwaliteit.
• Wit snel knipperend: de computer gaat naar de sluimerstand of naar de
slaapstand.
• Wit langzaam knipperend: de computer staat in de slaapstand.
Gebruik als vingerafdruklezer*
Log in op uw computer met geregistreerde vingerafdrukken als uw computer een
vingerafdruklezer ondersteunt. Zie 'De vingerafdruklezer gebruiken (voor bepaalde
modellen)' op pagina 32.
Het indicatielampje toont de status van de vingerafdruklezer:
• Groen, knippert twee seconden, zet vervolgens het apparaat aan: De
computer is klaar voor een vingerafdrukscan.
• Wit, ononderbroken aan: de scan is gelukt.
Aan/
4. Trackpad
5. TrackPoint
®
-aanwijsapparaat
* voor bepaalde modellen
4
E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
Gebruik vingerbewegingen en alle functies van een traditionele muis. Zie 'De
trackpad gebruiken' op pagina 19.
Gebruik alle functies van een traditionele muis. Zie 'Het TrackPointaanwijsapparaat gebruiken' op pagina 18.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen5
Linkerkant
1. USB-C™-aansluiting (USB 3.2
Gen 1)
• Uw computer opladen.
• USB-C-apparaten opladen met de uitvoerspanning en stroom van 5 V en 3 A.
• Gegevensoverdracht met USB 3.2-snelheid, tot maximaal 5 Gbps.
• Een extern beeldscherm aansluiten:
– USB-C naar VGA: 1920 x 1080 pixels, 60 Hz
– USB-C naar DP: 3840 x 2160 pixels, 60 Hz
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw computer uit te
breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat u naar
www.lenovo.com/accessories
• Een andere computer van energie voorzien met de P-to-P (Peer-to-Peer) 2.0
oplaadfunctie. Zie 'De P-to-P 2.0 oplaadfunctie gebruiken' op pagina 25.
Opmerking: Als de hoeveelheid resterende stroom in de batterij minder dan 10%
is, werken aangesloten USB-C-accessoires mogelijk niet correct.
.
https://
2. Always On USB 3.2 Gen 1aansluiting
Als de functie Always On USB is ingeschakeld, kan via de Always On USB 3.2 Gen
1-aansluiting een USB-compatibel apparaat worden opgeladen wanneer de
computer is uitgeschakeld of in de slaapstand of sluimerstand staat.
Opmerkingen:
• Standaard is in het UEFI BIOS Always On USB ingeschakeld en Charge in
Battery Mode uitgeschakeld.
• Als de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat en Charge in
Battery Mode is uitgeschakeld in het UEFI BIOS, moet u ervoor zorgen dat de
computer is aangesloten op de netvoeding.
De functie Always On USB inschakelen:
1. Open het UEFI BIOS-menu. Zie 'Het UEFI BIOS-menu openen' op pagina 35.
2. Klik op Config ➙ USB ➙ Always On USB om de functie Always On USB in te
schakelen.
6E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
3. USB 3.2 Gen 1-aansluitingSluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
4. HDMI™-aansluiting
5. Audioaansluiting
De HDMI-aansluiting (High-Definition Multimedia Interface) is een digitale audioen video-interface. U kunt hiermee uw computer op een compatibel digitaal
audioapparaat of een digitale videomonitor aansluiten, zoals een dvd-speler of
een HDTV.
• Sluit een hoofdtelefoon met een vierpolige 3,5 mm-stekker aan om naar geluid
op de computer te luisteren.
• Sluit een headset met een vierpolige 3,5 mm-stekker aan om naar geluid op de
computer te luisteren of met anderen te praten.
Opmerking: Deze aansluiting biedt geen ondersteuning voor zelfstandige
externe microfoons.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen7
Rechterkant
1. USB 2.0-aansluiting
2. Ethernet-aansluitingMaak een verbinding met een LAN (local area network).
3. Sleuf voor veiligheidsslot
Sluit een USB-compatibel apparaat aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een
compatibel veiligheidskabelslot. Zie 'De computer vergrendelen' op pagina 29.
8E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
Voorzieningen en specificaties
E14/R14/S3 Gen 2:
• Breedte: 325,3 mm
• Diepte: 232,8 mm
• Dikte: 18,8 mm tot 21,4 mm
Afmetingen
E15:
• Breedte: 368 mm
• Diepte: 245 mm
• Dikte: 19,75 mm
Maximale warmteafgifte
(afhankelijk van het model)
Voedingsbron
(netvoedingsadapter)
Microprocessor
GeheugenSingle data rate 4 (DDR4)
Opslagapparaat
Beeldscherm
Toetsenbord
• 45 W
• 65 W
• Sinus-invoer bij 50 tot 60 Hz
• Ingangsspanning van de netvoedingsadapter: 100 tot 240 VAC, 50 tot 60 Hz
Als u de informatie over de microprocessor van uw computer wilt bekijken, klikt u
met de rechtermuisknop op de knop Start en klikt u vervolgens op Systeem.
• Hybride opslagstation van 2,5-inch (met hoogte van 7 mm)
• M.2 SSD-station
®
• Intel
• Helderheidsregeling
• Kleurenbeeldscherm met IPS-technologie (In-Plane Switching) of TN-
• Beeldschermgrootte:
• Beeldschermresolutie: 1920 x 1080 pixels
• Functietoetsen
• Numeriek toetsenbord (alleen E15)
• Toetsenbord met zes rijen of verlicht toetsenbord met zes rijen
• Trackpad
• TrackPoint-aanwijsapparaat
Optane™-geheugen*
technologie (Twisted Nematic)
– E14/R14/S3 Gen 2: 355,6 mm
– E15: 396,24 mm
Aansluitingen en sleuven
• Audioaansluiting
• Ethernet-aansluiting
• Twee USB 3.2 Gen 1-aansluitingen (inclusief één Always On USB 3.2 Gen 1-
aansluiting)
• USB 2.0-aansluiting
• HDMI-aansluiting
• USB-C-aansluiting (USB 3.2 Gen 1)
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen9
Beveiligingsvoorzieningen
• Vingerafdruklezer*
• ThinkShutter*
• Wachtwoord
• Sleuf voor veiligheidsslot
• Trusted Platform Module (TPM)*
Draadloze voorzieningen
Overige
• Bluetooth
• Draadloos LAN
• Camera
• Microfoons
* voor bepaalde modellen
Verklaring op USB overdrachtssnelheid
Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten,
bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en
gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USBaansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk
onderstaand overeenkomstig apparaat.
USB-apparaatGegevenssnelheid (Gbit/s)
3.2 Gen 1 / 3.1 Gen 1
3.2 Gen 2 / 3.1 Gen 2
3.2 Gen 2 × 2
5
10
20
10E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2.Aan de slag met uw computer
Aan de slag met Windows 10
Maak kennis met de basisbeginselen van Windows 10 en ga meteen met het besturingssysteem aan de slag.
Raadpleeg de Help-informatie van Windows voor meer informatie over Windows 10.
Windows-account
Een gebruikersaccount is vereist om het Windows-besturingssysteem te kunnen gebruiken. Dit kan een
Windows-gebruikersaccount of een Microsoft-account zijn.
Windows-gebruikersaccount
Als u Windows voor de eerste keer start, wordt u gevraagd om een Windows-gebruikersaccount aan te
maken. Het eerste account dat u maakt, is van het type 'Beheerder'. U kunt met een beheerdersaccount
extra gebruikersaccounts maken of accounttypen als volgt wijzigen:
1. Open het menu Start en selecteer Instellingen ➙ Accounts ➙ Family (Familie) en ander gebruikers.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Microsoft-account
U kunt zich ook aanmelden bij het Windows-besturingssysteem met een Microsoft-account.
Als u een Microsoft-account wilt maken, gaat u naar de Microsoft-aanmeldingspagina op
signup.live.com
Een Microsoft-account biedt de volgende voordelen:
• U kunt profiteren van eenmalige aanmelding als u andere services van Microsoft gebruikt, zoals OneDrive,
Skype en Outlook.com.
• U kunt persoonlijke instellingen synchroniseren met andere Windows-apparaten.
9. Windows-systeemvakGeef kennisgevingen en de status van enkele functies weer.
10. Pictogram van de
batterijstatus
11. Netwerkpictogram
Wijzig accountinstellingen, vergrendel de computer of meld u af bij het huidige
account.
Open de map Documenten, een standaardmap om uw ontvangen bestanden in
op te slaan.
Open de map Afbeeldingen, een standaardmap om uw ontvangen afbeeldingen
in op te slaan.
Start Instellingen.
Uw computer uitschakelen, opnieuw opstarten of in de slaapstand zetten.
Open het menu Start.
Typ wat u zoekt in het zoekveld en haal zoekresultaten op van uw computer en
het internet.
Geef alle geopende apps weer en schakel tussen de apps.
Geef de stroomstatus weer en wijzig de instellingen voor de batterij of de energieinstellingen. Als uw computer niet is aangesloten op netvoeding, verandert het
pictogram in
Maak verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk en geef de
netwerkstatus weer. Als de computer is aangesloten op een bekabeld netwerk,
verandert het pictogram in
.
.
12. Actiecentrum
Geef de meest recente kennisgevingen van apps weer en voer snel bepaalde
acties uit.
Het menu Start openen
• Klik op de knop Start.
• Druk op de toets met het Windows-logo op het toetsenbord.
12
E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
Het configuratiescherm openen
• Open het menu Start en klik op Systeem ➙ Configuratiescherm.
• Gebruik Windows Search.
Een app starten
• Open het menu Start en selecteer de app die u wilt starten.
• Gebruik Windows Search.
Windows-label
Op uw computer is mogelijk een Windows 10 Genuine Microsoft-label op de klep aangebracht, afhankelijk
van de volgende factoren:
• Uw geografische locatie
• De versie van Windows 10 die vooraf is geïnstalleerd
Zie
https://www.microsoft.com/en-us/howtotell/Hardware.aspx voor afbeeldingen van de verschillende typen
Legitiem Microsoft-labels.
• In de Volksrepubliek China is het Legitiem Microsoft-label verplicht op alle computermodellen waarop
vooraf een versie van Windows 10 is geïnstalleerd (ongeacht welke).
• In andere landen en regio's is het Legitiem Microsoft-label alleen verplicht op computermodellen met een
licentie voor Windows 10 Pro.
De afwezigheid van een Legitiem Microsoft-label geeft niet aan dat een vooraf geïnstalleerde Windows-versie
niet legitiem is. Raadpleeg de informatie van Microsoft op
default.aspx
Er zijn geen externe, visuele indicaties van de product-id of de Windows-versie waarvoor de computer een
licentie heeft. In plaats daarvan is de product-id vastgelegd in de computerfirmware. Het
installatieprogramma controleert of er een geldige, bijbehorende product-id in de computerfirmware
aanwezig is om de activering te voltooien, ongeacht of er een Windows 10-product is geïnstalleerd.
In sommige gevallen kan er onder de voorwaarden van downgraderechten van een Windows 10 Pro-licentie
een oudere Windows-versie zijn geïnstalleerd.
voor meer informatie om te bepalen of uw vooraf geïnstalleerde Windows-product legitiem is.
https://www.microsoft.com/en-us/howtotell/
Verbinding maken met netwerken
Uw computer helpt u bij het maken van een verbinding met de wereld via een bekabeld of draadloos
netwerk.
Verbinding maken met een bekabeld Ethernet
Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernetaansluiting op uw computer.
Opmerking: Als u de computer op een ondersteund dockingstation of dock is aangesloten, gebruikt u de
Ethernet-aansluiting op het dockingstation of het dock in plaats van de Ethernet-aansluiting op de computer.
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken
1. Klik op het pictogram van het netwerk in het systeemvak van Windows. Er wordt een lijst met
beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer13
2. Selecteer een netwerk dat beschikbaar is voor het maken van een verbinding. Verstrek indien nodig de
vereiste informatie.
Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
U kunt op uw computer verbinding maken met alle typen Bluetooth-apparaten, zoals een toetsenbord, een
muis, een smartphone of luidsprekers. Voor een geslaagde verbinding plaatst u de apparaten maximaal 10
meter (33 voet) van de computer.
1. Klik op het pictogram van het actiecentrum
functie in.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Bluetooth.
3. Selecteer Ga naar Instellingen ➙ Bluetooth-apparaat of ander apparaat toevoegen ➙ Bluetooth.
4. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
in het systeemvak van Windows en schakel de Bluetooth-
Lenovo Vantage gebruiken
De vooraf geïnstalleerde app Lenovo Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt
onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en
gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Lenovo Vantage openen
Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage. U kunt ook Lenovo Vantage in het zoekvak typen.
Ga naar de Microsoft Store en zoek op de naam van de app om de nieuwste versie van Lenovo Vantage te
downloaden.
Belangrijke functies
Met Lenovo Vantage kunt u:
• Eenvoudig de status van het apparaat te weten komen en pas apparaat-instellingen aan.
• Download en installeer updates voor UEFI BIOS, firmware en stuurprogramma's om uw computer up-todate te houden.
• Controleer de status van uw computer en beveilig uw computer tegen externe bedreigingen.
• De computerhardware scannen en de oorzaak van hardwareproblemen opsporen.
• De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
• Toegang krijgen tot de Gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• Lenovo Vantage werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De
beschrijving van voorzieningen kan verschillen van die op uw daadwerkelijke gebruikersinterface.
Communiceren met uw computer
Uw computer biedt verschillende manieren om op het beeldscherm te navigeren.
14
E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer15
De sneltoetsen gebruiken
Met de speciale toetsen op het toetsenbord kunt u gemakkelijker en effectiever werken.
E14/R14/S3 Gen 2
E15
Open het menu Start.
1. Toets met het Windows-logo
2. Caps Lock-toets
3. Functietoetsen F1-F12
Zie de Help-informatie van Windows voor informatie over het gebruik van deze
toets in combinatie met andere toetsen.
Wissel tussen hoofdletters en kleine letters.
Als het lampje voor Caps Lock brandt, kunt u hoofdletters typen.
Activeer de speciale functie die als pictogram op elke toets is afgebeeld, of
activeer de standaardfunctie.
Kiezen of u de speciale functie of de standaardfunctie wilt aanroepen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer de weergave Grote
pictogrammen of Kleine pictogrammen.
2. Klik op Toetsenbord of op Lenovo - Toetsenbordbeheer en selecteer de
optie van uw voorkeur.
16E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
4. Numeriek toetsenblok
Voer snel nummers als het Num Lock-lampje brandt.
Schakel tussen de standaardfunctie van de F1-F12-toetsen en de speciale functie
die als pictogram op elke toets is afgebeeld.
Als het Fn Lock-lampje brandt:
• Druk op F1-F12 om de standaardfunctie te gebruiken.
• Druk op Fn+F1-F12 om de speciale functie te gebruiken.
Als het Fn Lock-lampje niet brandt:
• Druk op Fn+F1-F12 om de standaardfunctie te gebruiken.
• Druk op F1-F12 om de speciale functie te gebruiken.
Luidsprekers dempen of dempen ongedaan maken.
Als het toetslampje brandt, zijn de luidsprekers gedempt.
Als u de luidsprekers dempt en uw computer uitschakelt, zijn de luidsprekers nog
steeds gedempt als u de computer weer inschakelt.
Verlaag het volume van de luidspreker.
Verhoog het volume van de luidspreker.
Schakel de microfoons in of uit.
(alleen voor E15)
Als het toetslampje brandt, zijn de microfoons uitgeschakeld.
Hiermee maakt u het computerbeeldscherm donkerder.
Hiermee maakt u het computerbeeldscherm lichter.
Externe beeldschermen beheren.
Hiermee kunt u de ingebouwde functies voor draadloos netwerk in- of
uitschakelen.
Hiermee opent u het instellingenvenster.
Hiermee kunt u de ingebouwde Bluetooth-functies in- of uitschakelen.
Open een pagina met toetsenbordinstellingen.
Roep de door u zelf gedefinieerde functie aan.
In Lenovo Vantage kunt u andere functies opgeven voor de F12-toets.
Open de rekenmachine.
Hiermee zet uw de computer in de slaapstand.
Het Knipprogramma openen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer17
Fn+Spatiebalk
Hiermee schakelt u tussen verschillende statussen voor de achtergrondverlichting
van het toetsenbord als uw computer achtergrondverlichting ondersteunt.
Fn+B
Fn+K
Fn+P
Fn+S
Fn+4
Fn+Pijl naar linksIs gelijk aan de Home-toets.
Fn+Pijl naar rechtsIs gelijk aan de End-toets.
Is gelijk aan de toets Break op een conventioneel extern toetsenbord.
Is gelijk aan de toets ScrLK of Scroll Lock op een conventioneel extern
toetsenbord.
Is gelijk aan de toets Pause op een conventioneel extern toetsenbord.
Is gelijk aan de toets SysRq op een conventioneel extern toetsenbord.
Hiermee zet u de computer in de slaapstand. Druk op de Fn of de aan/uit-knop
om de computer uit de slaapstand te halen.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het
aanwijzen, klikken en bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
1. Aanwijsknopje
Gebruik uw wijsvinger of middelvinger om druk op het antislipdopje van het aanwijsknopje uit te oefenen in
elke richting parallel aan het toetsenbord. De aanwijzer op het scherm beweegt dienovereenkomstig, maar
het aanwijsknopje zelf beweegt niet. Hoe meer druk u uitoefent, hoe sneller de aanwijzer beweegt.
2. Linkermuisknop
Druk op deze zone om een item te selecteren of te openen.
3. Rechtermuisknop
Druk op deze zone om een snelmenu weer te geven.
18
E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
4. Middelste knop
Houd de gestippelde middelste knop ingedrukt terwijl u druk uitoefent op het aanwijsknopje in de verticale of
horizontale richting. Vervolgens kunt u door het document, de website of apps bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat uitschakelen
Het TrackPoint-aanwijsapparaat is standaard ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik dan op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Muis.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om TrackPoint uit te schakelen.
Het dopje van het aanwijsknopje vervangen
Opmerking: Zorg ervoor dat het nieuwe dopje groeven heeft
a .
De trackpad gebruiken
Het hele oppervlak van de trackpad is gevoelig voor aanraken en bewegingen. U kunt de trackpad gebruiken
om alle aanwijs-, klik- en bladerfuncties van een traditionele muis uit te voeren.
De trackpad gebruiken
1. Zone voor linksklikken
Druk op deze zone om een item te selecteren of te openen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer19
U kunt ook met één vinger op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de
linkermuisknopactie uit te voeren.
2. Zone voor rechtsklikken
Druk op deze zone om een snelmenu weer te geven.
U kunt ook met twee vingers op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de
rechtermuisknopactie uit te voeren.
De aanraakbewegingen gebruiken
Tikken
Tik met één vinger op een willekeurige plek op de trackpad om een
item te selecteren of te openen.
Tikken met twee vingers
Tik met twee vingers op een willekeurige plek op de trackpad om een
snelmenu weer te geven.
Bladeren met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze in verticale of
horizontale richting. Met deze actie kunt u door documenten,
websites en apps bladeren.
Uitzoomen met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze vervolgens dichter
naar elkaar toe om uit te zoomen.
Inzoomen met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze verder van elkaar af
om in te zoomen.
20E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
Omhoog vegen met drie vingers
Plaats drie vingers op de trackpad en beweeg ze omhoog om de
taakweergave te openen, zodat u alle geopende vensters kunt zien.
Omlaag vegen met drie vingers
Plaats drie vingers op de trackpad en beweeg ze omlaag om het
bureaublad weer te geven.
Opmerkingen:
• Als u twee of meer vingers gebruikt, moet u ervoor zorgen dat uw vingers enigszins uit elkaar staan.
• Sommige gebaren zijn niet beschikbaar als de laatste actie met het TrackPoint-aanwijsapparaat is
uitgevoerd.
• Sommige gebaren zijn alleen beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt.
• Als er olie op het oppervlak van de trackpad zit, zet dan eerst de computer uit. Veeg daarna het oppervlak
van de trackpad schoon met een zachte, pluisvrije doek die vochtig is gemaakt met lauw water of
reinigingsmiddel voor computers.
Raadpleeg voor meer bewegingen de Help-informatie van het aanwijsapparaat.
De trackpad uitschakelen
Standaard is de trackpad ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik Instellingen ➙ Apparaten ➙ Touchpad.
2. In de sectie Touchpad de Touchpad uitschakelen.
Multimedia gebruiken
Gebruik uw computer voor zakelijke doeleinden of voor ontspanning met de ingebouwde onderdelen
(camera, luidsprekers en audiomogelijkheden) of de aangesloten externe apparaten (een externe projector,
een beeldscherm en HDTV).
Audio gebruiken
Om uw audio-ervaring te verbeteren, sluit u luidsprekers, hoofdtelefoons of een headset met een 3,5-mm, 4polige stekker aan op de audioaansluiting.
De geluidsinstellingen wijzigen
1. Ga naar Configuratiescherm en bekijk per categorie.
2. Klik op Hardware en geluid ➙ Geluid.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
De camera gebruiken
U kunt de geïntegreerde camera gebruiken om foto's te maken en video's op te nemen. Het lampje naast de
camera gaat branden als de camera in gebruik is.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer21
Foto's of video's maken:
1. Schuif de ThinkShutter naar rechts om de cameralens vrij te maken.
2. Open het menu Start en klik vervolgens Camera.
3. Als u foto's wilt maken, klikt u op het camerapictogram. Als u video's wilt opnemen, klikt u op het
videopictogram om over te schakelen naar de videomodus.
Als u andere programma's gebruikt die functies bieden zoals fotograferen, opnemen van video's en
videovergaderingen, wordt de camera automatisch gestart wanneer u een functie inschakelt waarvoor de
camera is vereist.
Een extern beeldscherm aansluiten
Sluit uw computer aan op een projector of een beeldscherm om presentaties te geven of om uw werkruimte
uit te breiden.
Aansluiten op een bekabeld beeldscherm
1. Sluit het externe beeldscherm aan op een passende video-aansluiting op uw computer, zoals een HDMIaansluiting of USB-C-aansluiting.
2. Sluit het externe beeldscherm aan op een stopcontact.
3. Zet het externe beeldscherm aan.
Als uw computer het externe beeldscherm niet kan detecteren, klikt u met de rechtermuisknop op een leeg
gedeelte op het bureaublad en klikt u vervolgens op Beeldscherminstellingen ➙ Detecteren.
Ondersteunde resolutie
In de volgende tabel staat de ondersteunde maximale resolutie van het externe beeldscherm.
Het externe beeldscherm aansluiten op
de USB-C-aansluiting (USB 3.1 Gen 1)Maximaal 4096 x 2304 pixels/60 Hz
de HDMI-aansluitingMaximaal 4096 x 2160 pixels/24 Hz
Ondersteunde resolutie
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm
Als u een draadloos beeldscherm wilt gebruiken, zorg dan dat uw computer en het externe beeldscherm de
functie Miracast
®
ondersteunen.
• Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Bluetooth en andere apparaten ➙ Bluetooth of een ander apparaat toevoegen. Klik in het venster Een apparaat toevoegen
op Draadloos apparaat of dock. Volg daarna de instructies op het scherm.
• Klik op het pictogram van het actiecentrum
in het systeemvak van Windows en klik op Verbinden.
Selecteer het draadloze beeldscherm en volg de instructies op het scherm.
De weergavemodus van het beeldscherm instellen
Druk op
of op en selecteer vervolgens de gewenste weergavemodus.
• Deze beeldschermen dupliceren: dezelfde video-uitvoer op het beeldscherm van de computer en een
extern beeldscherm weergeven.
• Deze beeldschermen uitbreiden: de video-uitvoer van het beeldscherm van de computer uitbreiden
naar een extern beeldscherm. U kunt items slepen en verplaatsen tussen de twee beeldschermen.
22
E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
• Alleen op 1 weergeven: de video-uitvoer alleen weergeven op het beeldscherm van de computer.
• Alleen op 2 weergeven: de video-uitvoer alleen weergeven op een extern beeldscherm.
Als u programma's weergeeft die gebruikmaken van DirectDraw of Direct3D
®
in Volledig scherm, verschijnt
de video-uitvoer alleen op het hoofdbeeldscherm.
Beeldscherminstellingen wijzigen
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer
Beeldscherminstellingen.
2. Selecteer het beeldscherm dat u wilt configureren.
3. Wijzig de gewenste weergave-instellingen.
U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen. U kunt
bijvoorbeeld bepalen welk scherm het hoofdscherm is en welke het secundaire beeldscherm is. U kunt ook
de resolutie en oriëntatie wijzigen.
Opmerking: Als u een hogere resolutie instelt voor het computerbeeldscherm dan voor het externe
beeldscherm, kan slechts een deel van het scherm op het externe beeldscherm worden weergegeven.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer23
24E14/R14/E15/S3 Gen 2 Gebruikershandleiding
Loading...
+ 74 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.