Werken met apparaten die gevoelig zijn voor stati-
sche elektriciteit .............13
Opties installeren en hardware vervangen ....13
Externe apparaten installeren.......14
De kap van de computer verwijderen.....14
De frontplaat verwijderen en aanbrengen .. . 15
Interne opties installeren .........16
De batterij vervangen ..........25
De voedingseenheid vervangen .......26
De module met het koelelement en de ventilator
vervangen ..............27
Het primaire vaste-schijfstation vervangen . . . 29
Het secundaire vaste-schijfstation vervangen . . 31
Het optische-schijfstation vervangen .....34
Het diskettestation of de kaartlezer vervangen. . 35
De ventilatoreenheid vooraan vervangen. . . 36
De ventilatoreenheid achteraan vervangen . .. 38
Audio- en USB-aansluitingen aan de voorzijde
vervangen ..............40
De interne luidspreker vervangen ......41
Het toetsenbord vervangen ........43
De muis vervangen ...........43
Het vervangen van de onderdelen voltooien .. 44
Beveiligingsvoorzieningen installeren ......45
Geïntegreerd kabelslot ..........46
Hangslot ..............46
Wachtwoordbeveiliging .........47
Vergeten wachtwoorden wissen (CMOS wissen)47
Hoofdstuk 3. Herstelinformatie....49
Herstelschijven maken en gebruiken ......49
Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren ....51
Het werkgebied van Rescue and Recovery gebrui-
ken.................52
Noodherstelmedia maken en gebruiken .....53
Een Reparatiediskette maken en gebruiken ....54
Stuurprogramma’s installeren of herstellen ....54
Een herstelapparaat in de opstartvolgorde opgeven55
Herstelproblemen oplossen .........56
Hoofdstuk 4. Werken met het pro-
gramma Setup Utility........57
Het programma Setup Utility starten ......57
Instellingen bekijken en wijzigen .......57
Wachtwoorden gebruiken..........57
Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden58
Gebruikerswachtwoord .........58
Beheerderswachtwoord .........58
Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen .. 58
Apparaten in- en uitschakelen ........59
Een opstartapparaat kiezen .........59
Een tijdelijk opstartapparaat kiezen .....59
De opstartvolgorde selecteren of wijzigen .. . 60
Het programma Setup Utility afsluiten .....60
Hoofdstuk 5. Systeemprogramma’s bij-
werken...............61
Werken met systeemprogramma’s .......61
Het BIOS bijwerken (flashen) vanaf een diskette of
CD-ROM ...............61
Het BIOS bijwerken (flashen) vanuit het besturings-
Let op!
Zorg ervoor dat u, voordat u deze handleiding gaat gebruiken, kennis neemt van
de veiligheidsvoorschriften voor dit product. Raadpleeg de bij dit product geleverde publicatie ThinkCentre Veiligheid en garantie voor de meest recente informa-
tie op het gebied van veiligheid. Door de veiligheidsvoorschriften goed in u op
te nemen, verkleint u de kans op persoonlijk letsel en op schade aan het product.
Als u geen exemplaar meer hebt van de publicatie ThinkCentre Veiligheid en garantie,
kunt u een PDF-versie downloaden vanaf de Support-website van Lenovo
http://www.lenovo.com/support
Dit hoofdstuk bevat een inleiding over de functies en opties die beschikbaar zijn
voor uw computer. De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te
breiden. U kunt geheugenmodules, stations en adapterkaarten toevoegen. Raadpleeg bij het installeren of vervangen van een optie zowel deze instructies als de
instructies die bij de optie zijn geleverd.
Belangrijk: Lees voordat u een optie installeert of vervangt de “Belangrijke veilig-
heidsvoorschriften”. Deze voorzorgsmaatregelen en richtlijnen zorgen
dat u veilig kunt werken.
Opmerking: >Gebruik uitsluitend onderdelen die door Lenovo zijn verstrekt.
Voorzieningen
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf geïnstalleerde software.
Systeeminformatie
De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. In het programma Setup Utility vindt u informatie over uw specifieke model. Zie
Hoofdstuk 4, “Werken met het programma Setup Utility”, op pagina 57.
Microprocessor
v AMD Athlon
v AMD Phenom
v AMD Sempron
™
™
™
v Interne cache (grootte verschilt per modeltype)
Geheugen
v Ondersteuning voor vier DDR2 DIMM’s
(double data rate 2 dual inline memory modules)
v Flashgeheugen voor systeemprogramma’s (grootte verschilt per model)
Interne stations
v Diskettestation of kaartlezer (bepaalde modellen)
v SATA (Serial Advanced Technology Attachment) intern vaste-schijfstation
v Optische-schijfstation (niet alle modellen)
Videosubsysteem
v Geïntegreerde grafische controller voor een VGA-aansluiting (Video Graphics
Array) en een DVI-aansluiting (Digital Visual Interface) (twee beeldschermen
worden ondersteund)
v Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart op de systeemplaat
v Microfoon- en hoofdtelefoonaansluitingen op het voorpaneel
v Aansluitingen voor audio lijn-in, audio lijn-uit en microfoon op het achterpaneel
v Interne mono luidspreker
Communicatiemogelijkheden
v 10/100/1000 Mbps geïntegreerde Ethernet-controller
v PCI V.90 Data/Faxmodem (bepaalde modellen)
Voorzieningen voor systeembeheer
v Preboot Execution Environment (PXE) en Dynamic Host Configuration Protocol
(DHCP)
v Wake on LAN
®
v Wake on Ring (in Setup Utility heet dit Serial Port Ring Detect)
v Beheer op afstand
v Opstartvolgorde bij automatisch opstarten
v System Management (SM) BIOS en software
v Mogelijkheid tot het opslaan van de resultaten van de zelftest bij opstarten
(power-on self-test, POST)
v ASF 2.0 (Alert Standard Format Specification)
Input/output-voorzieningen
v 25-pens ECP/EPP-aansluitingen (Extended Capabilities Port/Extended Parallel
Port)
v 9-pens seriële poort (bepaalde modellen)
v Acht USB-aansluitingen (twee op het voorpaneel en zes op het achterpaneel)
v Muisaansluiting (standaard)
v Toetsenbordaansluiting (standaard)
v Ethernet-poort
v VGA-beeldschermaansluiting
v Aansluiting voor DVI-beeldscherm
v Drie audio-aansluitingen (audio lijn-in, audio lijn-uit en microfoon) op het
achterpaneel
v Twee audio-aansluitingen (microfoon en hoofdtelefoon) op het voorpaneel
v Eén externe eSATA-aansluiting (Serial Advanced Technology Attachment) via
PCI-beugel (bepaalde modellen)
Uitbreidingsmogelijkheden
v Vijf stationscompartimenten
v Twee sleuven voor 32-bits PCI-adapterkarten
v Eén PCI Express x1 adaptersleuf
v Eén sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart
Voeding
v 280 watt voedingseenheid met zelfregelende voltageschakelaar (bepaalde model-
len)
v Automatische instelling invoerfrequentie (50/60 Hz)
v ACPI (Advanced Configuration and Power Interface)
2Handboek voor de gebruiker
Beveiligingsvoorzieningen
v Systeemwachtwoord en configuratiewachtwoord voor toegang tot BIOS
v Mogelijkheid tot het aanbrengen van een geïntegreerd kabelslot (Kensington-slot)
v Toetsenbord met vingerafdruklezer (bepaalde modellen; zie het programma
ThinkVantage
®
Productivity Center voor meer informatie)
v Aanwezigheidsschakelaar voor kap (inbraakverklikker, bepaalde modellen)
v Instelbare opstartvolgorde
v Opstarten zonder diskettestation, toetsenbord of muis
v Onbewaakte opstartprocedure
v I/O-besturing van diskette- en vasteschijfstation
v I/O-besturing van seriële en parallelle poort
Vooraf geïnstalleerde software
De computer kan met vooraf geïnstalleerde software worden geleverd. Als dit het
geval is, bestaat deze uit het besturingssysteem, stuurprogramma’s voor de ingebouwde voorzieningen en overige ondersteunende software.
Besturingssysteem, vooraf geïnstalleerd
Microsoft
®
Windows Vista
®
Opmerking: Windows Vista is mogelijk niet beschikbaar of wordt mogelijk niet
ondersteund in alle landen of regio’s.
1
Gecertificeerde of geteste besturingssystemen
®
v Microsoft Windows
v Linux
®
XP
(verschilt per model)
1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een
compatibiliteitstest of -certificering. Ook kan Lenovo na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer
besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om vast te stellen of een
bepaald besturingssysteem gecertificeerd of getest is op compatibiliteit, kijkt u op de website of neemt u contact op met de
leverancier van het besturingssysteem.
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product
3
Specificaties
In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer.
Afmetingen
Breedte: 175 mm
Hoogte: 402 mm
Diepte: 440 mm
Gewicht
Maximumconfiguratie bij levering: 11 kg
Omgevingsvoorwaarden
Luchttemperatuur:
In bedrijf: 10° tot 35°C (50° tot 95°F)
Niet in bedrijf: -40° tot 60°C (-40° tot 140°F)
Luchtvochtigheid:
In bedrijf: 10% tot 80% (10% per uur, geen condensatie)
Niet in bedrijf: 10% tot 90% (10% per uur, geen condensatie)
Maximumhoogte:
In bedrijf: -15,2 tot 3048 m
Niet in bedrijf: -15,2 tot 10.668 m
Elektrische invoer
Invoerspanning:
Laag:
Minimum: 100 V AC
Maximum: 127 V AC
Invoerfrequentie: 50/60 Hz
Instelling voltageschakelaar: 115 V AC
Hoog:
Minimum: 200 V AC
Maximum: 240 V AC
Invoerfrequentie: 50/60 Hz
Instelling voltageschakelaar: 230 V AC
4Handboek voor de gebruiker
Overzicht van de software
Bij levering zijn er op de computer al een besturingssysteem, Windows Vista, en
diverse softwareprogramma’s geïnstalleerd.
Bij het Windows-besturingssysteem meegeleverde software
In dit gedeelte vindt u een beschrijving van de Windows-programma’s die bij de
computer worden geleverd.
Door Lenovo verstrekte software
De volgende softwareprogramma’s worden door Lenovo verstrekt om u te helpen
productiever te werken en de kosten voor onderhoud van uw computer tot een
minimum te beperken. Welke software er precies wordt meegeleverd, is afhankelijk
van het type model.
ThinkVantage Productivity Center: Het programma ThinkVantage Productivity
Center wijst u de weg naar een keur aan informatie en tools die u helpen uw computer te leren kennen, te installeren, te onderhouden en uit te breiden.
ThinkVantage Rescue and Recovery: ThinkVantage Rescue and Recovery
is een programma waarmee u met één druk op de knop backups kunt maken en
herstelbewerkingen kunt uitvoeren. Het programma bevat een set tools waarmee u
zelf de oorzaak van problemen kunt opsporen, hulp kunt inroepen en na een
systeemcrash snel weer aan de slag kunt, zelfs als het primaire besturingssysteem
niet meer opstart.
®
(RnR)
ThinkVantage Client Security Solution: ThinkVantage Client Security Solution
(CSS) is beschikbaar op bepaalde Lenovo-computers. Client Security helpt uw
gegevens te beschermen, waaronder cruciale beveiligingsgegevens zoals wachtwoorden, codeersleutels en elektronische legitimatiegegevens. Tegelijkertijd wordt
ertegen gewaakt dat onbevoegden toegang krijgen tot de gegevens.
ThinkVantage System Update: ThinkVantage System Update (TVSU) is een programma dat u helpt de software op uw systeem actueel te houden door
softwarepakketten (TVT-programma’s, stuurprogramma’s, BIOS-flashes en
programma’s van andere bedrijven) te downloaden en te installeren. Voorbeelden
van software waarvan het raadzaam is steeds de nieuwste versie te installeren, zijn
enkele programma’s die door Lenovo worden geleverd, zoals Rescue and Recovery
en het programma Productivity Center.
Vingerafdruksoftware: Met een vingerafdruklezer die op bepaalde modellen aanwezig is, kunt u een vingerafdruk registreren en koppelen aan een systeemwachtwoord, een vaste-schijfwachtwoord en een Windows-wachtwoord. Hierdoor
kan wachtwoordverificatie worden vervangen door verificatie op basis van vingerafdrukken, voor vereenvoudigde en veilige toegang voor de gebruiker. Een toetsenbord met vingerafdruklezer is beschikbaar voor bepaalde computers en kan als
optie worden aangeschaft voor computers die deze functie ondersteunen.
Lenovo System Toolbox
Het diagnoseprogramma Lenovo System Toolbox is al vooraf op het vasteschijfstation geïnstalleerd. Dit diagnoseprogramma werkt bij het onderzoeken van de
hardware via het besturingssysteem en maakt melding van instellingen die door
het besturingssysteem worden beheerd en die hardwareproblemen kunnen veroorzaken. Zie “Lenovo System Toolbox” op pagina 67.
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product5
PC-Doctor for Windows PE
Het diagnoseprogramma PC-Doctor for Windows PE is al vooraf op het vasteschijfstation geïnstalleerd. Het maakt deel uit van het werkgebied van Rescue and
Recovery op elke Lenovo-computer en helpt bij het onderzoeken van de hardware
via het besturingssysteem; het maakt melding van instellingen die door het
besturingssysteem worden beheerd en die hardwareproblemen kunnen veroorzaken. U gebruikt PC-Doctor voor Windows PE als u het besturingssysteem niet kunt
starten en als u het probleem niet hebt kunnen vinden met Lenovo System
Toolbox. Zie “PC-Doctor voor Windows PE” op pagina 67.
Adobe Reader
Adobe Reader is een tool voor het lezen, afdrukken en doorzoeken van PDFdocumenten (Portable Document Format).
Zie “Map Online Boeken” op pagina 71 voor meer informatie over het gebruik van
elektronische boeken en de Lenovo-website.
Antivirussoftware
Op uw computer is antivirussoftware geïnstalleerd, voor het detecteren en elimineren van virussen. Lenovo heeft een volledige versie van de antivirussoftware op
uw vaste schijfstation geplaatst en biedt u een gratis abonnement voor 30 dagen
aan. Na 30 dagen moet u de licentie vernieuwen om updates voor het antivirusprogramma te blijven ontvangen.
Meer informatie over het bijwerken van de antivirussoftware vindt u in Access
Help, het online Help-systeem. Instructies voor het openen van dit online Helpsysteem vindt u in “Access Help” op pagina 72.
6Handboek voor de gebruiker
De plaats van de onderdelen
Knoppen en aansluitingen aan de voorkant van de computer
In Figuur 1 ziet u waar de knoppen en aansluitingen zich aan de voorkant van de
computer bevinden.
Opmerking: Niet alle computermodellen beschikken over de volgende knoppen
en aansluitingen.
Figuur 1. Locaties van knoppen en aansluitingen op de voorkant
1USB-poort3Microfoonaansluiting
2Aansluiting voor hoofdtelefoon4USB-poort
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product7
Aansluitingen aan de achterkant van de computer
In Figuur 2 ziet u waar de aansluitingen aan de achterkant van de computer zich
bevinden. Sommige aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voorzien
van een kleurcode. Dit vergemakkelijkt de aansluiting van de kabels.
Hierop kunt u een muis, trackball of andere aanwijsapparaaten
aansluiten die geschikt zijn voor een standaardmuisaansluiting.
Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat een standaardtoetsenbordaansluiting heeft.
parallelle poortHierop kunt u een parallelle printer, parallelle scanner of
andere apparaten aansluiten die een 25-pens parallelle poort
hebben.
USB-poortHierop kunt u apparaten aansluiten waarvoor een USB-poort
(Universal Serial Bus) vereist is, bijvoorbeeld een USB-scanner,
een USB-toetsenbord, een USB-muis of een USB-printer. Als u
meer dan acht USB-apparaten hebt, kunt u een USB-hub aanschaffen om extra USB-apparaten aan te sluiten.
Ethernet-poortHierop kunt u een Ethernet-kabel voor een LAN (local area
network) aansluiten.
Opmerking: Om de computer te laten voldoen aan de FCCrichtlijnen (Klasse B), dient u een Ethernet-kabel van categorie
5 te gebruiken.
AudiolijnuitgangVia deze uitgang worden audiosignalen van de computer ver-
zonden naar externe apparaten, zoals actieve stereo luidsprekers (luidsprekers met ingebouwde versterker), hoofdtelefoons,
multimediatoetsenborden of de audiolijningang van een stereosysteem of andere externe opnameapparatuur.
AudiolijningangHier komen de audiosignalen binnen van een extern audioap-
paraat, zoals een stereo-installatie. Als u een extern audioapparaat aansluit, verbindt u de audiolijnuitgang van het
apparaat met een kabel met de audiolijningang van de computer.
Seriële poortHierop kunt u een extern modem, een seriële printer of andere
apparaten aansluiten die een 9-pens seriële aansluiting hebben.
VGA-beeldschermaansluiting
Aansluiting voor DVIbeeldscherm
Voor het aansluiten van een VGA-beeldscherm of andere apparaten die gebruik maken van een VGA-aansluiting.
Voor het aansluiten van een DVI-beeldscherm of andere apparaten die gebruik maken van een VGA-aansluiting.
MicrofoonaansluitingMet deze aansluiting kunt u een microfoon met de computer
verbinden voor het opnemen van geluid of het gebruik van
spraakherkenningssoftware. Deze aansluiting kan ook aan de
voorkant van de computer zitten.
Hoofdstuk 1. Overzicht van het product9
Componenten
Hoe u de kap van de computer verwijdert, leest u in “De kap van de computer
verwijderen” op pagina 14.
In Figuur 3 kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden.
Figuur 3. De plaats van de verschillende componenten
1 Module met koelelement en ventilator6 Sleuf voor adapterkaart
2Geheugenmodules7 Sleuf voor PCI Express x1 grafische
Hoofdstuk 2. Opties installeren en hardware vervangen
In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren van opties en het vervangen van hardware in uw computer. De mogelijkheden van uw computer zijn uit te
breiden. U kunt geheugenmodules, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij
het installeren of vervangen van een optie zowel deze instructies als de instructies
die bij de optie zijn geleverd.
Werken met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit
Open de antistatische verpakking met het nieuwe onderdeel pas als het beschadigde onderdeel uit de computer is verwijderd en u klaar bent om het nieuwe
onderdeel te installeren. Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan
leiden tot ernstige schade aan de onderdelen van de computer.
Neem bij het omgaan met onderdelen en computercomponenten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen:
v Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
v Ga altijd voorzichtig om met onderdelen en andere computercomponenten. Pak
adapterkaarten, geheugenmodules, systeemplaten en microprocessors bij de rand
beet. Raak nooit onbeschermde elektronische componenten aan.
v Zorg ook dat anderen de onderdelen en andere computercomponenten niet aan-
raken.
v Voordat u een nieuw onderdeel installeert, houdt u de antistatische verpakking
met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een
uitbreidingssleuf aan, of tegen een ander ongeverfd metalen oppervlak op de
computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van
uw lichaam.
v Installeer het nieuwe onderdeel zo mogelijk direct in de computer, zonder het
eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de
verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een
vlakke ondergrond.
v Leg het onderdeel niet op de kap van de computer of op een metalen onder-
grond.
Opties installeren en hardware vervangen
In dit gedeelte vindt u een inleiding op het installeren van opties en het vervangen
van hardware in uw computer. Raadpleeg bij het installeren of vervangen van een
optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
Attentie
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke
veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie ThinkCentre Veiligheid en garantie die
bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkCentre Veiligheid enGarantie gaat u naar:
http://www.lenovo.com/support
Opmerking: >Gebruik uitsluitend onderdelen die door Lenovo zijn verstrekt.
U kunt externe luidsprekers, een printer of een scanner op uw computer aansluiten. Voor bepaalde externe apparaten moet u aanvullende software installeren. Als
u een externe optie toevoegt, kunt u in “Knoppen en aansluitingen aan de voorkant van de computer” op pagina 7 en “Aansluitingen aan de achterkant van de
computer” op pagina 8 zien welke aansluiting u moet gebruiken. Aan de hand van
de instructies die bij de externe optie zijn geleverd, kunt u die optie vervolgens
aansluiten en de vereiste software of stuurprogramma’s installeren.
De kap van de computer verwijderen
Let op!
Zet de computer uit en laat hem drie tot vijf minuten afkoelen voordat u de kap
van de computer verwijdert.
Belangrijk
Lees eerst “Werken met apparaten die gevoelig zijn voor statische
elektriciteit” op pagina 13 voordat u de kap van de computer verwijdert.
In dit gedeelte vindt u instructies voor het verwijderen van de kap van de computer.
1. Verwijder alle media uit de stations, sluit het besturingssysteem af en en scha-
kel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit.
2. Haal alle stekkers uit het stopcontact.
3. Ontkoppel de kabels die op de computer zijn aangesloten. Dit geldt voor net-
snoeren, I/O-kabels en alle andere op de computer aangesloten kabels. Zie
“Knoppen en aansluitingen aan de voorkant van de computer” op pagina 7 en
“Aansluitingen aan de achterkant van de computer” op pagina 8.
4. Verwijder eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet,
zoals een kabelslot.
5. Als de kap vastzit met handschroeven, draai deze dan los.
6. Druk op de ontgrendelknop voor de kap die zich aan de zijkant van de kap
bevindt, schuif de kap naar achteren en neem hem weg.
14Handboek voor de gebruiker
Figuur 5. De kap van de computer verwijderen
De frontplaat verwijderen en aanbrengen
In dit gedeelte vindt u instructies voor het verwijderen en weer aanbrengen van de
frontplaat.
1. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 14.
2. Verwijder de frontplaat door de drie plastic lipjes aan de linkerkant los te
maken en de frontplaat naar buiten te draaien. Zet de frontplaat voorzichtig
terzijde, zonder de kabel voor de aan/uit-schakelaar en de LED’s te ontkoppelen.
Hoofdstuk 2. Opties installeren en hardware vervangen15
Figuur 6. De frontplaat verwijderen
3. Als u de frontplaat weer wilt aanbrengen, plaatst u de plastic nokjes aan de
rechterkant van de frontplaat in de overeenkomstige gaatjes in het chassis. Vervolgens draait u de frontplaat naar binnen totdat hij links vastklikt.
4. Ga naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 44.
Interne opties installeren
Belangrijk
Lees eerst “Werken met apparaten die gevoelig zijn voor statische
elektriciteit” op pagina 13 voordat u de kap van de computer verwijdert.
Adapterkaarten installeren of vervangen
Attentie
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke
veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie ThinkCentre Veiligheid en garantie die
bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkCentre Veiligheid enGarantie gaat u naar:
http://www.lenovo.com/support
In dit gedeelte leest u hoe u een adapterkaart kunt installeren of vervangen. Uw
computer beschikt over vier sleuven voor adapterkaarten. Er zijn twee sleuven
voor standaard adapterkaarten, één voor een PCI Express x16 Graphics-kaart en
één voor een PCI Express x1-kaart.
U installeert of vervangt een adapterkaart als volgt:
1. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 14.
16Handboek voor de gebruiker
2. Druk aan de achterkant van de computer op de ontgrendelknop 1 om de
adapterklem 2 te openen en verwijder het afdekplaatje van de adapterkaartsleuf.
Figuur 7. De adapterkaartklem openen
3. Haal de adapterkaart uit de antistatische verpakking.
4. Installeer de kaart in de juiste sleuf op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de
systeemplaat” op pagina 11. Als u een adapterkaart vervangt, verwijdert u de
aanwezige kaart.
Opmerkingen:
a. De adapterkaart zit vrij stevig vast in de kaartsleuf. Indien nodig kunt u de
kaart iets heen en weer bewegen om hem eruit te halen.
b. Als de adapterkaart vast zit onder een klem, drukt u de klem 1 naar
beneden om de vergrendeling te openen. Trek de adapterkaart voorzichtig uit de sleuf.
Hoofdstuk 2. Opties installeren en hardware vervangen17
5. Draai de kaartgrendel dicht om de adapterkaarten vast te zetten.
Figuur 8. De adapterklem sluiten
Volgende stappen:
v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende
v Ga naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 44.
18Handboek voor de gebruiker
gedeelte.
Geheugenmodules installeren of vervangen
Attentie
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke
veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in de publicatie ThinkCentre Veiligheid en garantie die
bij de computer is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie ThinkCentre Veiligheid enGarantie gaat u naar:
http://www.lenovo.com/support
De computer beschikt over vier aansluitingen waarin u DDR2 DIMM’s (double
data rate 2 dual inline memory modules) kunt plaatsen, waardoor u het systeemgeheugen kunt uitbreiden tot maximaal 8 GB.
Houd u bij het installeren of vervangen van geheugenmodules aan de volgende
richtlijnen:
v Gebruik 1,8 V, 240-pens DDR2 SDRAM (double data rate 2 synchronous
dynamic random access memory).
v Gebruik geheugenmodules van 512 MB, 1 GB of 2 GB in elke willekeurige com-
binatie, tot een maximum van 8 GB.
Opmerking: Er kunnen alléén DDR2 SDRAM DIMM’s worden gebruikt.
U installeert of vervangt een geheugenmodule als volgt:
1. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen”
op pagina 14.
2. Verwijder alle onderdelen die het moeilijk maken om bij geheugenaansluitingen
te komen.
3. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen op de
systeemplaat” op pagina 11.
4. Open de klemmetjes.
Figuur 9. Klemmetjes openen
Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en verwijdert u de
module zoals hieronder te zien is.
Hoofdstuk 2. Opties installeren en hardware vervangen19
Loading...
+ 63 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.