Lees de kennisgevingen m.b.t. veiligheid en belangrijke tips in
de bijgeleverde handleidingen voordat u de computer gebruikt.
Opmerkingen
•
Lees eerst Lenovo's Gids met algemene informatie en veiligheidsinformatie voordat u het
product in gebruik neemt.
•
Bij bepaalde instructies in deze gebruikershandleiding wordt ervan uit gegaan dat u
Windows® 7 gebruikt. Indien u een ander Windows-besturingssysteem gebruikt,
kunnen er kleine verschillen in de bediening zijn. Indien u andere besturingssystemen
gebruikt, is het mogelijk dat bepaalde functies niet beschikbaar zijn voor u. Indien u
andere besturingssystemen gebruikt, zijn sommige aspecten van de bediening misschien
niet van toepassing voor u.
De meeste modellen beschikken over de functies die in deze gebruikershandleiding
•
beschreven worden. Het is mogelijk dat sommige functies niet beschikbaar zijn op uw
computer en/of dat uw computer over functies beschikt die niet beschreven worden in
deze gebruikershandleiding.
De afbeeldingen in deze handleiding zijn voor de Lenovo IdeaPad Y570, tenzij anders
•
vermeld.
De illustraties in deze handleiding wijken mogelijk af van het eigenlijke product. Zie het
•
product zelf.
Kennisgeving over veiligheidsvoorschriften
•
Om dit te raadplegen, gaat u naar http://consumersupport.lenovo.com/ en klikt u op
Lees de bijgeleverde handleidingen voordat u uw computer gebruikt.
De computer op het stopcontact aansluiten
De bijgeleverde batterij is niet volledig opgeladen bij aankoop.
Om de batterij te laden en uw computer in gebruik te nemen, plaatst u de batterij in de computer
en sluit u de computer op een stopcontact aan. De batterij wordt automatisch opgeladen terwijl
de computer netstroom gebruikt.
De batterij installeren
Raadpleeg de bijgeleverde Configuratieposter om de batterij te installeren.
De computer op een stopcontact aansluiten
1
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
2
Sluit de netvoedingsadapter stevig aan op de daarvoor bestemde connector van de
computer.
3
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
De computer inschakelen
Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.
Het besturingssysteem configureren
U moet het besturingssysteem mogelijk configureren als u het voor het eerst gebruikt. De
onderstaande procedures kunnen deel uitmaken van het configuratieproces.
• Akkoord gaan met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers
• De internetverbinding configureren
• Het besturingssysteem registreren
• Een gebruikersaccount aanmaken
10
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
De computer in slaapstand zetten of uitschakelen
Als u klaar bent met het werken op de computer, kunt u hem in slaapstand zetten of
uitschakelen.
Uw computer in slaapstand zetten
Zet de computer in slaapstand als u er slechts voor een korte tijd van weg bent.
Als de computer zich in de slaapstand bevindt, kunt u deze snel activeren om verder te
gebruiken. Zo kunt u het opstartproces overslaan.
Zet de computer in slaapstand op een van de volgende manieren.
• Klik op en selecteer Slaapstand in het start-menu.
•Druk op Fn + F1.
Opmerking: Wacht tot het aan/uit-lampje begint te knipperen (wat betekent dat de computer in
slaapstand is) voordat u uw computer verplaatst. Als u de computer verplaatst terwijl de
harde schijf draait, kan de harde schijf schade oplopen, waardoor u gegevens kunt
verliezen.
Activeer de computer op een van de volgende manieren.
• Druk op de aan/uit-knop.
• Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
Uw computer uitschakelen
Schakel uw computer uit indien u hem enkele dagen niet gaat gebruiken.
Klik op en selecteer Afsluiten in het start-menu om uw computer uit te schakelen.
11
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
Werken met de netvoedingsadapter en de batterij - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Batterijstatus controleren
U kunt het resterende percentage batterijvermogen controleren door het batterijpictogram te
bekijken in het systeemvak.
Opmerking: Omdat elke computergebruiker andere gewoontes en behoeften heeft, is het moeilijk te
Batterij opladen
Als u merkt dat de batterij bijna leeg is, dient u de batterij op te laden of te vervangen door een
volledig opgeladen exemplaar.
U moet de batterij in de volgende situaties opladen:
• Wanneer u een nieuwe batterij hebt aangeschaft
• Als het lampje voor de batterijstatus begint te knipperen
• Als de batterij lange tijd niet is gebruikt
Opmerkingen:
• Het verdient aanbeveling de batterij in de computer te plaatsen als u hem gebruikt. Zo voorkomt u
dat kleine deeltjes in de computer terecht komen.
• Om de levensduur van de batterij te verlengen, begint de computer de batterij niet onmiddellijk op
te laden als ze iets minder dan volledig opgeladen is.
• Laad de batterij op bij een temperatuur tussen 10 °C en 30 °C (50 °F en 86 °F).
• Het is niet nodig de batterij volledig te laden en op te gebruiken.
voorspellen hoe lang u met een batterijlading kunt werken. Dat wordt bepaald door twee
factoren:
• De hoeveelheid energie in de batterij op het moment dat u begint te werken.
• De manier waarop u de computer gebruikt: bijvoorbeeld hoe vaak u de harde schijf
raadpleegt en hoe helder het beeldscherm is ingesteld.
Batterij verwijderen
Verwijder de batterij uit de computer als u hem gedurende een langere periode niet zult
gebruiken of als u uw computer naar Lenovo moet opsturen voor onderhoud enz. Zorg dat de
computer uitgeschakeld is voordat u de batterij verwijdert.
De batterij hanteren
Als een oplaadbare batterij wordt vervangen door een verkeerd type, kan er ontploffingsgevaar
ontstaan. De batterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Let op de volgende punten
om mogelijke verwondingen en nadelige gevolgen voor het milieu te vermijden:
• Vervang de batterij uitsluitend door een batterij die door Lenovo is goedgekeurd.
• Stel de batterij nooit bloot aan vuur.
• Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
• Probeer nooit de batterij te demonteren.
• Zorg dat u de batterij niet kortsluit.
• Houd de batterij buiten bereik van kinderen.
• Gooi de batterij niet weg met het restafval. Volg de plaatselijke afvalvoorschriften en de
richtlijnen van uw onderneming als u de batterij aanbiedt voor afvalverwerking.
Het standaardtoetsenbord van de computer is voorzien van functietoetsen en een numeriek
toetsenblok.
Numeriek toetsenblok
Y470
Wanneer u deze functie hebt geactiveerd, functioneren bepaalde toetsen als een numeriek
toetsenblok met 10 toetsen. Druk op Fn + F8 om het numerieke toetsenblok in of uit te
schakelen.
Y570
Het toetsenbord heeft een afzonderlijk numeriek toetsenblok. Druk op de Num Lock-toets om
het numerieke toetsenblok in of uit te schakelen.
Opmerking: Het Num lock-lampje zal oplichten als het numerieke toetsenblok geactiveerd is.
14
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
Combinaties van functietoetsen
Met behulp van de functietoetsen kunt u op eenvoudige wijze de bedieningsfuncties wijzigen. U
doet dit door Fn ingedrukt te houden terwijl u een van de functietoetsen indrukt.
ab
b
a
15
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
Hieronder worden de functies van de beschikbare functietoetsen beschreven.
Fn + Esc: De geïntegreerde camera in- of uitschakelen.
Fn + F1:Slaapstand inschakelen.
Fn + F2:De verlichting van het lcd-scherm in-/uitschakelen.
Fn + F3:
Fn + F4:De interface openen voor de instellingen van de beeldresolutie.
Uw computer beschikt over een breed scala aan ingebouwde functies en aansluitmogelijkheden.
Werken met geheugenkaarten (niet bijgeleverd)
Uw computer ondersteunt de volgende soorten geheugenkaarten:
• Secure Digital (SD)-kaart
• Secure Digital PRO (SD PRO)-kaart
• MultiMediaCard (MMC)
• Memory Stick (MS)
• Memory Stick PRO (MS PRO)
• xD-Picture (xD)-kaart
Opmerkingen:
• Plaats SLECHTS één kaart tegelijkertijd in de sleuf.
• Deze geheugenkaartlezer biedt geen ondersteuning voor SDIO-apparaten (bijv. SDIO Bluetooth, enz.).
Een geheugenkaart plaatsen
1
Duw tegen de dummykaart totdat u een klikgeluid hoort. Trek de dummykaart voorzichtig
uit de geheugenkaartsleuf.
Opmerking: De dummykaart dient om te verhinderen dat stof en kleine deeltjes in de computer
2
terechtkomen terwijl de geheugenkaartsleuf niet gebruikt wordt. Bewaar de dummykaart
voor toekomstig gebruik.
Schuif de geheugenkaart naar binnen totdat deze op haar plaats klikt.
Een geheugenkaart verwijderen
1
Duw tegen de geheugenkaart totdat u een klikgeluid hoort.
2
Trek de geheugenkaart voorzichtig uit de geheugenkaartsleuf.
Opmerking: Stop de werking van de geheugenkaart voordat u ze verwijdert via het hulpprogramma
Hardware veilig verwijderen in Windows. Anders kunnen uw gegevens beschadigd raken.
17
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
USB-apparaten aansluiten
U kunt een USB-apparaat aansluiten op uw computer door de USB-aansluiting (type A) in de
USB-poort (of eSATA/USB-combopoort) van uw computer te plaatsen.
De eerste keer u een USB-apparaat op een bepaalde USB-poort op uw computer aansluit,
installeert Windows automatisch een stuurprogramma voor dat apparaat. Nadat het
stuurprogramma geïnstalleerd is, kunt u het apparaat loskoppelen en opnieuw aansluiten
zonder bijkomende stappen uit te voeren.
Opmerking: Normaal detecteert Windows een nieuw apparaat nadat u het hebt aangesloten en installeert
het automatisch het stuurprogramma. Voor bepaalde apparaten kan het echter nodig zijn
voordat u deze aansluit het stuurprogramma te installeren. Raadpleeg de documentatie van
de fabrikant van het apparaat voordat u het apparaat aansluit.
Voordat u een USB-opslagapparaat loskoppelt, moet u ervoor zorgen dat de computer klaar is
met het overzetten van gegevens van of naar dat apparaat. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen in het systeemvak van Windows om het apparaat los te verwijderen voordat
u het loskoppelt.
Opmerking: Als uw USB-apparaat een netsnoer gebruikt, dient u dat apparaat aan te sluiten op een
stroombron voordat u het aansluit. Anders wordt het apparaat mogelijk niet herkend.
18
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
Een Bluetooth-apparaat aansluiten
Als uw computer een geïntegreerde Bluetooth-adapterkaart heeft, kunt u draadloos verbinding
maken met andere Bluetooth-compatibele apparaten, zoals notebookcomputers, pda's en mobiele
telefoons. U kunt gegevens overdragen tussen deze apparaten zonder kabels en tot afstanden
van 10 meter in open ruimte.
Opmerking: Het werkelijke maximumbereik kan variëren door interferentie en zendbeperkingen. Plaats
het apparaat zo dicht mogelijk bij uw computer om de best mogelijke verbindingssnelheid te
bekomen.
Bluetooth-communicatie op uw computer inschakelen
1
Schuif de schakelaar voor geïntegreerde draadloze apparaten van naar .
2
Druk op Fn + F5 om te configureren.
Opmerkingen:
• Als u de Bluetooth-functie niet gebruikt, kunt u deze beter uitschakelen om batterijvermogen te sparen.
• U moet het apparaat met Bluetooth-mogelijkheden koppelen met uw computer voordat u gegevens
tussen de beide kunt overdragen. Lees de bijgeleverde documentatie van het apparaat met Bluetooth-
mogelijkheden voor meer informatie over hoe u het apparaat met de computer koppelt.
• Druk op deze knop terwijl de computer uitgeschakeld is om Lenovo OneKey Rescue-
systeem te starten.
• Druk in het besturingssysteem Windows op deze knop om Lenovo OneKey Recovery-
systeem te starten.
Opmerking: Zie "OneKey Rescue-systeem" op pagina 33 voor meer informatie.
Volumeknoppen -
Dempen/dempen ongedaan maken
b
Volume omlaag
Volume omhoog
d
b d
20
a
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
e
OneKey Theater-knop
Lenovo OneKey Theater biedt vijf scenariostanden om uw computer op verschillende manieren
te gebruiken: normale stand, filmstand, muziekstand, afbeeldingstand en intelligente stand.
Deze standen zijn verbeteringen die Lenovo vooraf instelde om de video- en audio-ervaring via
uw computer te verbeteren in diverse gebruiksscenario's. U kunt handmatig kiezen tussen de
normale stand, filmstand en intelligente stand. De afbeelding- of muziekstand wordt
automatisch geselecteerd als uw computer in de intelligente stand staat.
Handmatig een gewenste stand selecteren:
1
Druk de OneKey Theater-knop even in om het schermmenu weer te geven.
2
Herhaal deze handeling tot het pictogram van de door u gewenste stand gemarkeerd is.
De computer schakelt na 2 seconden over op de geselecteerde stand.
Normale stand
De standaardstand.
Filmstand
Zorgt voor betere video- en audio-uitvoer.
Intelligente stand
Lenovo OneKey Theater schakelt intelligent over tussen de filmstand, muziekstand en
afbeeldingstand, naargelang de toepassing die u gebruikt.
Opmerkingen:
• U kunt de OneKey Theater-functie in- of uitschakelen via het start-menu.
• Het is mogelijk dat sommige toepassingen de intelligente stand niet ondersteunen.
21
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
f
Thermal management-knop
De thermal management-knop kunt u gebruiken om te schakelen tussen verschillende
werkstanden van de computer. Op die manier kunt u de draaisnelheid bedienen van de
ventilator. U hebt keuze uit de standen Standaard, Superzacht of Efficiënte thermische dissipatie. U kunt ook de stofreinigingsfunctie activeren door de thermische regelknop in te
drukken en los te laten.
De stand Standaard
De stand Standaard is de stand die in de fabriek werd ingesteld. Voor de meeste programma's is
dit de aanbevolen werkstand.
De stand Superzacht
Als er geen zware programma's draaien op uw computer en u wenst een stille werkomgeving,
dan kunt u de computer naar de stand Superzacht overschakelen. Om over te schakelen naar de
stand Superzacht, drukt u herhaaldelijk op de Thermal management-knop tot gemarkeerd
is. De computer schakelt na drie seconden over op de stand Superzacht.
Opmerking: De ventilator draait aan relatief lage snelheden in de stand Superzacht en verspreidt zo
minder warmte dan in andere standen. Als er grotere programma's draaien, kan de
computer het voltage van de processor (CPU) automatisch verlagen opdat de processor
minder warmte zou genereren. Daardoor bestaat de kans dat u ervaart dat het systeem
minder krachtig is als de computer in de stand Superzacht draait.
De stand Efficiënte thermische dissipatie
Als u grote programma's draait, schakelt u uw computer over naar de stand Efficiënte
thermische dissipatie om meer efficiënte thermische dissipatie mogelijk te maken. Om over te
schakelen naar de stand Efficiënte thermische dissipatie, drukt u herhaaldelijk op de Thermal
management-knop tot gemarkeerd is.
Stof verwijderen
Gewoonlijk verzamelt zich na verloop van tijd stof rond het koelelement van de CPU van de
computer, waardoor het koelvermogen van het koelelement afneemt. U kunt de hoeveelheid
opeengehoopt stof beperken door het stof te verwijderen. Om het stof te verwijderen, druk u
herhaaldelijk op de Thermal management-knop tot gemarkeerd is. Het verwijderen van het
stof zal na drie seconden starten.
Als de stofreinigingsfunctie geactiveerd is, draait de ventilator afwisselend aan hoge en lage
snelheden om het stof af te stoten. Een compleet stofreinigingsproces duurt verscheidene
minuten. U kunt het proces op eender welk moment annuleren door de computer in de standen
Standaard, Superzacht of Efficiënte thermische dissipatie te schakelen.
Na voltooiing keert de computer terug naar de stand waarin deze zich bevond voordat de
stofreinigingsfunctie werd geactiveerd.
Opmerking: We bevelen aan minstens één keer per maand een stofreiniging uit te voeren om
opeenhoping van stof rond het koelelement te voorkomen. Plaats uw computer in een
propere omgeving met goede ventilatie als u een stofreiniging uitvoert.
U kunt een veiligheidsslot aan uw computer bevestigen om de kans te verkleinen dat de
computer zonder uw toestemming wordt meegenomen. Zie voor meer informatie over het
plaatsen van het veiligheidsslot de instructies bij het veiligheidsslot dat u gekocht hebt.
Zie "Zijaanzicht rechts" op pagina 6 voor informatie over de locatie van de Kensington-sleuf.
Opmerkingen:
• Controleer voordat u een beveiligingsproduct aanschaft of het geschikt is voor deze voorziening.
• U bent zelf verantwoordelijk voor het beoordelen, selecteren en implementeren van sloten en andere
veiligheidsvoorzieningen. Lenovo geeft geen commentaar, oordeel of garantie ten aanzien van de
werking, de kwaliteit of de prestaties van sloten en andere veiligheidsvoorzieningen.
Werken met VeriFace™
VeriFace is software voor gezichtsherkenning die een digitale foto van uw gezicht maakt, de
belangrijkste kenmerken van uw gezicht berekent en een digitale kaart genereert die vervolgens
als "wachtwoord" voor uw systeem wordt gebruikt.
Klik op het VeriFace-pictogram op het bureaublad om de afbeelding van uw gezicht te
registreren als u VeriFace voor de eerste keer wilt activeren.
Opmerkingen:
• Registratie en verificatie van gezichtskenmerken functioneren het best in een omgeving met constante
en gelijkmatige verlichting.
• U kunt bepalen of u deze functie gebruikt als u zich aanmeldt op het systeem.
Raadpleeg het Help-bestand van uw software voor meer informatie over VeriFace.
Werken met wachtwoorden
Met behulp van wachtwoorden kunt u voorkomen dat uw computer door onbevoegden wordt
gebruikt. Wanneer u een wachtwoord hebt ingesteld en geactiveerd, verschijnt elke keer na het
inschakelen van de computer een wachtwoordscherm. Typ uw wachtwoord in dit scherm. De
computer kan pas worden gebruikt nadat het juiste wachtwoord is ingevoerd.
Opmerking: Dit wachtwoord kan bestaan uit een tot zeven alfanumerieke tekens in elke combinatie.
Zie de Help rechts in het scherm in de BIOS-instellingen voor informatie over het instellen van
het wachtwoord.
Opmerking: Druk tijdens het opstarten van de computer op F2 als het logo van Lenovo op het scherm
Optimus is GPU-schakelmechanisme dat automatisch de actieve GPU omschakelt voor het
uitvoeren van beeldweergavetaken. Indien er geen grafisch intensieve programma's gedraaid
worden, wordt de ingebouwde GPU als actieve GPU gekozen om de levensduur van de batterij
te bewaren; als u echter een HD-film of 3D-game start, wordt de beeldweergave door Optimus
automatisch toegewezen aan de afzonderlijke GPU voor hoogwaardige grafische prestaties.
Controleer het GPU-lampje: als het lampje uit is, verschuift u de GPU schakelaar om Optimus te
activeren.
Als Optimus geactiveerd is, wordt er automatisch tussen de geïntegreerde en de afzonderlijke
GPU geschakeld zonder tussenkomst van de gebruiker. U kunt echter instellingen aanpassen via
het NVIDIA-configuratiescherm om de GPU van uw keuze te activeren voor
beeldweergavetaken van bepaalde programma's. Voor meer informatie kunt u zoeken naar
Optimus in het hulpsysteem van het NVIDIA-configuratiescherm.
Opmerkingen:
• Optimus wordt niet door alle besturingssystemen ondersteund. Momenteel wordt Optimus
ondersteund door Windows
bestaat de kans dat u Optimus niet kunt activeren.
• Optimus wordt niet ondersteund door alle mediaspelers en door alle videocompressiestandaarden.
• Indien u een grafisch veeleisende game op uw computer draait, verdient het aanbeveling de
netstroomadapter op uw computer aan te sluiten.
®
7. Als u een ander besturingssysteem gebruikt, zoals Windows® XP,
26
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
NVIDIA® 3D Vision™-technologie (bij bepaalde modellen)
gebruiken
3D Vision is een technologie ontwikkeld door NVIDIA die een overweldigende 3D-ervaring
biedt op uw pc of werkstation.
Elke computer met een ingebouwde infraroodzender kan rechtstreeks communiceren met de 3D
Vision-brillen.
3D Vision op uw computer gebruiken
3D Vision activeren
Doe het volgende om 3D Vision te activeren:
1
Open 3D Vision inschakelen via → Alle programma's → NVIDIA Corporation → 3D
Visio n → 3D Vision inschakelen. Een eerste configuratie is noodzakelijk als u 3D Vision
voor het eerst gebruikt.
2
Druk op de ON-knop om de bril in te schakelen. Druk op Ctrl + T om de ingebouwde
infraroodzender van de computer in te schakelen.
Opmerkingen:
• De snelkoppeling naar 3D Vision Photo Viewer zal op het bureaublad verschijnen als 3D Vision
ingeschakeld is.
• PowerDVD wordt aanbevolen voor het afspelen van 3D-videobeelden.
• Voor meer informatie over instellingen, de 3D Vision-bril en de ingebouwde infraroodzender kunt u
de bijgeleverde 3D VISION™ QUICK START GUIDE en 3D VISION™ USER GUIDE raadplegen.
• Voor aandachtspunten met betrekking tot veiligheid en epilepsie kunt u de bijgeleverde 3D VISION™
AMD® Muxless ATI Switchable Graphics-technologie
(PowerXpress) (bij bepaalde modellen)
De AMD PowerXpress Switchable Graphics-technologie is een mobiele platformfunctie die van
toepassing is voor systemen die uitgerust zijn met een dGPU (afzonderlijke grafische
verwerkingseenheid) en een iGPU (geïntegreerde grafische verwerkingseenheid). Met deze
technologie kan het systeem schakelen tussen de GPU's (grafische verwerkingseenheden) om de
gewenste prestaties te bereiken of energie te besparen.
Opmerkingen:
• PowerXpress wordt niet door alle besturingssystemen ondersteund. Momenteel wordt PowerXpress
ondersteund door Windows
bestaat de kans dat u PowerXpress niet kunt activeren.
• PowerXpress wordt niet ondersteund door alle mediaspelers en videocompressiestandaarden.
®
7. Als u een ander besturingssysteem gebruikt, zoals Windows® XP,
Schakelbare graphics in twee modi (bij bepaalde modellen)
Het Lenovo G-series model ondersteunt schakelbare graphics in twee modi:
Modus 1 De grafische processor selecteren op basis van wat de toepassing noding
heeft
In deze modus wijst het systeem aan sommige applicaties automatisch een graphics processor
toe. Als tweede optie kunt u ook handmatig een graphics processor voor uw applicaties
selecteren.
De standaardinstelling op uw computer is modus 1. Om op modus 2 over te gaan, gelieve
"Schakelen tussen modus 1 en modus 2" te raadplegen.
Modus 2 De grafische processor handmating selecteren of op basis van de
stroombron
In deze modus kunt u een graphics processor handmatig of op basis van de onderhavige
stroombron (AC/DC) selecteren:
• GPU voor hoge prestaties: Die wordt vaak ook de onafhankelijke GPU genoemd en zorgt
voor hogere prestaties bij graphicsverwerking en weergave.
• Energiebesparende GPU: Die wordt vaak ook de geïntegreerde GPU genoemd en zorgt
ervoor dat de batterij langer meegaat.
Schakel tussen de twee graphics processors als volgt:
1
Start op computer op onder het besturingssysteem Windows 7.
2
Klik op Start → Alle Programma's → Catalyst Control Center, en voer het CCC uit.
3
Klik op Energie → Schakelbare graphics op de instellingenpagina van Catalyst Control
Center.
4
Op de pagina Schakelbare graphics wordt de momenteel actieve GPU weergegeven onder
de Huidige actieve grafische verwerkingseenheid. U kunt klikken op GPU voor hoge prestaties of Energiebesparende GPU onder Kies een graphics processing unit om van de
graphics processor te veranderen.
- - - - - - - - - - - - - - -
Schakelen tussen modus 1 en modus 2
Schakel tussen de twee modi als volgt:
1
Start op computer op onder het besturingssysteem Windows 7.
2
Klik op Start → Alle Programma's → Catalyst Control Center, en voer het CCC uit.
3
Op de instellingenpagina van Catalyst Control Center, klik op Energie → Methode voor
schakelbare graphics, kies De grafische processor handmating selecteren of op basis van
de stroombron en klik op Toepassen.
4
In het verschenen dialoogvenster Schakelbare graphics klik op Wijzigen om tussen de
twee modi te schakelen.
5
U kunt ook het tegenovergestelde doen: van modus 2 terug te schakelen naar modus 1.
29
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
Opmerking: Het kan enkele seconden duren totdat er tussen modus 1 en modus 2 wordt geschakeld.
Het is aanbevolen alle lopende applicaties af te sluiten alvorens tussen de twee modi of
handmatig tussen de twee GPU's te schakelen.
Onder het besturingssysteem Windows XP of Windows Vista wordt het schakelen tussen
graphics processors door geen van de configuraties ondersteund en ze kunnen enkel in de
modus van geïntegreerde GPU werken.
30
Hoofdstuk 3. Verbinding maken met internet
Als wereldwijd netwerk verbindt het internet computers over de hele wereld en biedt het
diensten aan als e-mail, opzoeken van informatie, elektronische handel, browsen op internet en
ontspanning.
U kunt de computer op de volgende manier met internet verbinden:
Ethernetverbinding: maak gebruik van fysieke bekabeling om verbinding te maken.
Draadloze netwerktechnologie: er zijn geen kabels nodig om te verbinden.
Met draadloze verbindingen hebt u mobiele toegang tot internet. Zo kunt u online blijven op
alle plaatsen die gedekt zijn door het draadloze signaal.
Afhankelijk van de omvang van het signaal, kan er volgens de volgende standaarden draadloze
verbinding met internet worden gemaakt.
Wi-FiWi-Fi-netwerken dekken een klein fysiek gebied, zoals een
WiMAX WiMAX-netwerken verbinden verscheidende lokale draadloze
Opmerking: Het is mogelijk dat uw computer niet alle manieren voor draadloze verbinding ondersteunt.
huis, kantoor of kleine groep gebouwen. Er is een
toegangspunt nodig voor de verbinding.
netwerken om stedelijke gebieden te dekken, waar ze snelle
breedbandtoegang bieden zonder dat er kabels nodig zijn.
Wi-Fi/WiMAX gebruiken
Draadloze verbinding activeren
Doe het volgende om draadloze communicatie te activeren:
1
Schuif de schakelaar voor geïntegreerde draadloze apparaten van naar .
2
Druk op Fn + F5 om te configureren.
Hardwareverbinding
Toe g an gs pu nt *
Wi- Fi/Wi MAX- net werk
* Niet bijgeleverd
Softwareconfiguratie
Raadpleeg uw internetprovider (ISP) en doorzoek de Hulp en ondersteuning voor Windows
voor meer informatie over het configureren van uw computer.
Het OneKey Rescue-systeem van Lenovo is een gebruiksvriendelijke toepassing die kan worden
gebruikt om back-ups te maken van de gegevens op uw systeempartitie (C-station) zodat u die
gemakkelijk opnieuw kunt oproepen wanneer dat nodig blijkt. Lenovo OneKey Recovery kunt
u onder Windows draaien en het OneKey Rescue-systeem kunt u draaien zonder het Windowsbesturingssysteem te starten.
Let op:
Om de functies van het OneKey Rescue-systeem te kunnen gebruiken, bevat uw harde schijf
standaard reeds een verborgen partitie om een systeemspiegelbeeldbestand en
programmabestanden van het OneKey Rescue-systeem op te slaan. Deze standaardpartitie is
verborgen omwille van veiligheidsredenen en dat is ook de reden waarom de vrije schijfruimte
kleiner is dan verwacht. De exacte vrije ruimte op de harde schijf hangt af van de
bestandsgrootte van het spiegelbeeldbestand (gebaseerd op de grootte van het
besturingssysteem en de voorgeïnstalleerde software).
Lenovo OneKey Recovery gebruiken (in het besturingssysteem Windows)
Klik in het besturingssysteem Windows tweemaal op het pictogram van het OneKey Recoverysysteem op het bureaublad om Lenovo OneKey Recovery te starten.
In het programma kunt u een back-up maken van de systeempartitie op de harde schijf en op
andere opslagapparaten of via het aanmaken van herstelschijven.
Opmerkingen:
• Het back-upproces en het aanmaken van herstelschijven kan even duren, dus sluit de
netvoedingsadapter en batterij op uw computer aan.
• Nadat de herstelschijven gebrand zijn, nummert u ze zodat u ze in de correcte volgorde kunt
gebruiken.
• Computers zonder ingebouwd optisch station ondersteunen het aanmaken van herstelschijven, maar
er is een geschikt extern optisch station nodig om de herstelschijven fysiek aan te maken.
Raadpleeg het Help-bestand van Lenovo OneKey Recovery voor meer
informatie.
Het OneKey Rescue-systeem van Lenovo gebruiken (zonder het Windows-
besturingssysteem)
Indien het besturingssysteem niet kan worden geladen, dient u de onderstaande stappen te
volgen om toegang te krijgen tot het OneKey Rescue-systeem.
• Schakel uw computer uit.
• Druk op de toets om het OneKey Rescue-systeem te starten.
Binnen het programma kunt u kiezen of u uw systeempartitie herstelt naar de oorspronkelijke
fabrieksstatus of naar een eerder gemaakte back-up.
Opmerking: Het herstelproces is onomkeerbaar. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van al uw
essentiële gegevens voordat u deze functie gebruikt.
33
Hoofdstuk 4. OneKey Rescue-systeem
Herstelschijven aanmaken
Uw computer wordt niet verzonden met een herstelschijf. U kunt met Lenovo OneKey
Recovery-systeem een of meerdere herstelschijven maken, die u dan kunt gebruiken om uw
computer op te starten en te herstellen indien zich een systeemfout voordoet.
Herstelschijven aanmaken:
• Plaats een beschrijfbare schijf in het optische schijfstation van uw computer.
Opmerking: Als uw computer niet uitgerust is met een ingebouwd optisch schijfstation of als het
• Druk in Windows op de knop voor OneKey Rescue-systeem om Lenovo OneKey Recoverysysteem te starten.
• Klik op het hoofdscherm op Herstelschijf aanmaken.
• Kies het soort herstelschijf. U kunt drie soorten herstelschijven aanmaken: herstelschijven met
een bestaand back-upbestand, herstelschijven op basis van de huidige systeempartitie en
standaardherstelschijven met fabrieksinstellingen. Kies het type herstelschijf dat uw wilt
aanmaken en volg de instructies op het scherm.
• Plaats bijkomende beschrijfbare schijven als dat wordt gevraagd.
Opmerkingen:
• Voordat het aanmaken van herstelschijven van start gaat, krijgt u te zien hoeveel schijven u naar
schatting nodig hebt. Het verdient aanbeveling beschrijfbare dvd's te gebruiken als opslagmedium om
het aantal benodigde schijven te beperken. Zorg er ook voor dat uw optisch station de schijven
ondersteunt die u wilt gebruiken.
• Nadat de herstelschijven aangemaakt zijn, nummert u ze zodat u ze in de correcte volgorde kunt
gebruiken. De eerste schijf die u aangemaakt hebt, zal worden gebruikt om de computer op te starten
in het geval van een systeemfout.
ingebouwd optisch schijfstation het branden van schijven niet ondersteunt, sluit dan een
geschikt extern optisch schijfstation op uw computer aan.
In dit gedeelte beschrijven we hoe u antwoorden kunt vinden op veelgestelde vragen. Raadpleeg de
Configuratieposter van de Lenovo IdeaPad Y470/Y570 voor informatie over de documentatie die bij uw
computer is geleverd.
Welke voorzorgsmaatregelen moet ik nemen bij het gebruik van mijn computer?
Zie "Hoofdstuk 1. Belangrijke veiligheidsinformatie" in Lenovo's Gids met algemene informatie
en veiligheidsinformatie.
Hoe kan ik problemen met mijn computer voorkomen?
Zie "Hoofdstuk 2. Gebruik en onderhoud van de computer" in Lenovo's Gids met algemene
informatie en veiligheidsinformatie.
Wat zijn de belangrijkste hardwarefuncties van deze computer?
Zie de hoofdstukken 1 en 2 voor meer informatie.
Waar vind ik de gedetailleerde specificaties voor mijn computer?
http://consumersupport.lenovo.com.
Zie
Ik wil een apparaat upgraden of ik wil de harde schijf of het geheugen vervangen.
Zie "Bijlage. CRU-instructies" op pagina 41 in deze handleiding.
Waar zijn de herstelschijven?
Er zijn geen herstelschijven bij uw computer geleverd. Zie "Hoofdstuk 4. OneKey Rescuesysteem" op pagina 33 voor informatie over de alternatieve herstelmethoden van Lenovo.
Hoe kan ik contact opnemen met het customer support center?
Zie "Hoofdstuk 3. Assistentie en service" in Lenovo's Gids met algemene informatie en
veiligheidsinformatie.
Waar vind ik informatie over de garantievoorwaarden?
Voor de garantie die van toepassing is op uw computer, inclusief de garantieperiode en het
soort garantie, kunt u de brochure met de Lenovo-garantieverklaring raadplegen die bij uw
computer werd geleverd.
Hoe kan ik de stuurprogramma's installeren?
Voor een correcte werking van de componenten in uw computer zijn compatibele
stuurprogramma's vereist. Als er op uw computer vooraf een besturingssysteem is
geïnstalleerd, zet Lenovo alle vereiste stuurprogramma's op uw harde schijf.
Wat kan ik doen indien het back-upproces mislukt?
Als u de back-upfunctie kunt opstarten zonder problemen, maar het gaat mis gedurende het
back-upproces, probeer dan de volgende stappen:
1
Sluit andere toepassingen, start dan het back-upproces opnieuw.
2
Controleer of de doelmedia beschadigd zijn, probeer een ander pad te selecteren en
probeer dan opnieuw.
35
Hoofdstuk 5. Problemen oplossen
Wanneer moet ik het systeem naar de fabrieksstatus herstellen?
U kunt deze functie gebruiken wanneer uw systeem niet werkt of wanneer u uw
besturingssysteem opnieuw moet installeren. Dit herstelt uw computer naar de
oorspronkelijke status van de eerste opstart van uw computer na aankoop in de winkel. Als er
essentiële gegevens op uw huidige partitie staan, gelieve daar dan een back-up van te maken
voordat u deze herstelfunctie uitvoert.
Raadpleeg hoofdstuk 2 als u uw probleem hier niet vindt. In het onderstaande gedeelte worden
alleen problemen beschreven waardoor u misschien niet verder hoeft te kijken naar de uitgebreide
informatie in hoofdstuk 2.
Problemen met het beeldscherm
Wanneer ik de computer inschakel,
verschijnt er niets op het scherm.
Wanneer ik de computer inschakel,
verschijnt er een leeg scherm met
een witte cursor.
Het scherm wordt ineens zwart terwijl de computer ingeschakeld is.
Problemen met wachtwoorden
Ik ben mijn wachtwoord vergeten.• Als u uw gebruikerswachtwoord vergeet, brengt u uw computer
Problemen met het toetsenbord
Er wordt een cijfer weergegeven
wanneer ik een lettertoets indruk
(Y470).
• Als het scherm leeg is, controleert u of:
- de batterij correct is geïnstalleerd.
- de netvoedingsadapter op de computer is aangesloten en de
stekker van het netsnoer in een werkend stopcontact is geplaatst.
- de computer is ingeschakeld. (Druk ter controle nogmaals op de
aan/uit-knop.)
- het geheugen correct is geïnstalleerd.
• Als u deze punten hebt gecontroleerd en het scherm nog steeds leeg
is, laat u de computer repareren.
• Zet back-upbestanden terug naar uw Windows-omgeving of herstel
de oorspronkelijke inhoud van de harde schijf met behulp van
OneKey Recovery. Als er nog steeds alleen een cursor op het scherm
wordt weergegeven, laat u de computer repareren.
• Mogelijk is een schermbeveiliging of een energiebeheerfunctie
geactiveerd. U kunt op de volgende manieren de schermbeveiliging
afsluiten of de computer terugbrengen uit de slaap- of standbystand:
- Raak het touchpad aan.
- Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
- Druk op de aan/uit-knop.
• Druk op Fn + F2 om te controleren of het lcd-scherm uitgeschakeld
is.
naar een geautoriseerde Lenovo-reparateur of vertegenwoordiger
om het wachtwoord te laten wijzigen.
• Als u uw hardeschijfwachtwoord vergeet, kan het wachtwoord niet
worden geannuleerd en kunnen de gegevens op de harde schijf niet
worden hersteld, ook niet door een Lenovo-reparateur. U dient de
computer naar een geautoriseerde Lenovo-reparateur of vertegenwoordiger te brengen om de harde schijf te laten vervangen.
Daarvoor is een aankoopbewijs vereist. Er wordt een vergoeding in
rekening gebracht voor onderdelen en arbeidsloon.
• Als u uw beheerderswachtwoord bent vergeten, kan dit niet meer
worden hersteld, ook niet door een Lenovo-reparateur. U dient de
computer naar een geautoriseerde Lenovo-reparateur of vertegenwoordiger te brengen om het moederbord te laten
vervangen. Daarvoor is een aankoopbewijs vereist. Er wordt een
vergoeding in rekening gebracht voor onderdelen en arbeidsloon.
• De Num lock-functie is geactiveerd. Druk op Fn + F8 om deze
functie uit te schakelen.
37
Hoofdstuk 5. Problemen oplossen
Problemen met slaapstand of sluimerstand
Er wordt een bericht over een
kritieke lage batterijspanning
weergegeven en de computer
schakelt zichzelf onmiddellijk uit.
De computer gaat meteen na de
Power-On Self-Test (POST) in de
slaapstand.
Opmerking: Als de batterij is opgeladen en de temperatuur binnen het bereik is, laat u de computer repareren.
De computer keert niet terug uit de
slaapstand en werkt niet.
Opmerking: Als de computer nog steeds niet uit de slaapstand terugkeert, het systeem niet reageert en u de
computer niet kunt uitschakelen, moet u de computer resetten. Hierbij kunnen niet-opgeslagen
gegevens verloren gaan. Om de computer te resetten, houdt u de aan/uit-knop gedurende
minimaal 4 seconden ingedrukt. Als het niet lukt om de computer op deze manier te resetten,
ontkoppelt u de netvoedingsadapter en verwijdert u de batterij.
• Het vermogen van de batterij is te laag. Sluit de netvoedingsadapter
op de computer aan of vervang de batterij door een volledig
opgeladen exemplaar.
• Controleer of:
- de batterij is opgeladen.
- de omgevingstemperatuur binnen het acceptabele bereik is. Zie
"Hoofdstuk 2. Gebruik en onderhoud van de computer" in Lenovo's Gids met algemene informatie en veiligheidsinformatie.
• Als de computer niet uit de slaapstand terugkeert, is mogelijk
automatisch de slaapstand geactiveerd omdat de batterij leeg is.
Controleer het aan/uit-lampje.
• Als de computer in de slaapstand staat, sluit u de
netvoedingsadapter aan op de computer en drukt u vervolgens op
een willekeurige toets of op de aan/uit-knop.
• Als de computer in de sluimerstand staat of uitgeschakeld is, sluit u
de netvoedingsadapter aan op de computer en drukt u vervolgens
op de aan/uit-knop om de werking te hervatten.
Problemen met het beeldscherm
Het beeldscherm is leeg. • Probeer het volgende:
Het scherm is onleesbaar of
vervor md.
Er verschijnen verkeerde tekens op
het scherm.
- Als u de netvoedingsadapter gebruikt of als u de batterij gebruikt
en het statuslampje voor de batterij brandt, drukt u op Fn +↑ om
het scherm helderder te maken.
- Als het aan/uit-lampje knippert, drukt u op de aan/uit-knop om
vanuit de slaapmodus verder te gaan.
- Als het probleem zich blijft voordoen, probeert u de oplossing voor
het onderstaande probleem "Het scherm is onleesbaar of
vervormd".
-Druk op Fn + F2 om te controleren of het lcd-scherm uitgeschakeld
is.
• Controleer of:
- het juiste beeldschermstuurprogramma is geïnstalleerd.
- de beeldschermresolutie en de kleurkwaliteit correct zijn ingesteld.
- het juiste monitortype is ingesteld.
• Hebt u het besturingssysteem of de applicatie correct geïnstalleerd?
Als deze software correct is geïnstalleerd en geconfigureerd, laat u
de computer repareren.
38
Hoofdstuk 5. Problemen oplossen
Problemen met het geluid
Er komt geen geluid uit de
luidspreker, ook niet als ik het
volume hoger zet.
• Controleer of:
- de functie Dempen is uitgeschakeld;
- de hoofdtelefoonconnector niet wordt gebruikt;
- de luidsprekers zijn geselecteerd als afspeelapparaat.
Problemen met de batterij
De computer wordt uitgeschakeld
voordat het statuslampje voor de
batterij aangeeft dat de batterij leeg
is.
-of-
De computer blijft werken terwijl het
statuslampje voor de batterij
aangeeft dat de batterij leeg is.
De computer werkt slechts korte tijd
op een volledig opgeladen batterij.
De computer werkt niet, terwijl de
batterij volledig is opgeladen.
De batterij wordt niet opgeladen.• Zie "De batterij hanteren" in hoofdstuk 2 voor meer informatie.
• Zorg dat de batterij geheel ontladen wordt en laad de batterij
vervolgens weer op.
• Zie "De batterij hanteren" in hoofdstuk 2 voor meer informatie.
• Mogelijk is de piekspanningsbeveiliging in de batterij actief. Schakel
de computer uit en wacht een minuut om de beveiliging te
annuleren. Schakel de computer vervolgens weer in.
Problemen met de harde schijf
De harde schijf werkt niet.• Controleer in het menu Boot (Opstarten) van de BIOS-instellingen of
de harde schijf op de juiste plaats wordt vermeld in de Boot Device Priority (opstartvolgorde).
Problemen met opstarten
Het Microsoft® Windows-besturingssysteem start niet.
• Gebruik het OneKey Rescue-systeem om het probleem te
diagnosticeren of op te lossen. Voor meer informatie over het
OneKey Rescue-systeem kunt u "Hoofdstuk 4. OneKey Rescuesysteem" raadplegen op pagina 33.
Problemen met het OneKey Rescue-systeem
Er kan geen back-up worden
gemaakt.
Het lukt niet om de systeempartitie
naar de fabrieksinstellingen te
herstellen.
• U gebruikt momenteel geen Windows-besturingssysteem.
• Er is onvoldoende schijfruimte om de back-ups op te slaan. U hebt
meer vrije schijfruimte nodig op uw systeempartitie (C-station).
• De systeempartitie, zoals de grootte van de partitie of de
schijfcapaciteit van C, werd gewijzigd.
39
Hoofdstuk 5. Problemen oplossen
Overige problemen
De computer reageert niet.
De computer wordt niet vanaf het
gewenste apparaat opgestart.
Het aangesloten externe apparaat
werkt niet.
•
Om de computer uit te schakelen, houdt u de aan/uit-knop gedurende
minimaal 4 seconden ingedrukt. Als de computer nog steeds niet
reageert, ontkoppelt u de netvoedingsadapter en verwijdert u de
batterij.
• De computer kan vastlopen als de slaapstand wordt geactiveerd
tijdens een communicatiebewerking. Schakel de timer voor de
slaapstand uit wanneer u gebruikmaakt van het netwerk.
• Raadpleeg het menu Boot (Opstarten) van de BIOS-instellingen.
Controleer of de Boot Device Priority (opstartvolgorde) in de
BIOS-instellingen zo is ingesteld dat de computer opstart vanaf het
gewenste apparaat.
• Controleer bovendien of het apparaat i s ingeschakeld van waarop
de computer opstart. Controleer in het menu Boot (Opstarten) van
de BIOS-instellingen of het apparaat wordt vermeld in de Boot Device Priority (opstartvolgorde)-lijst.
• Druk op F12 als het logo van Lenovo op het scherm verschijnt terwijl
de computer opstart om te kiezen vanaf welk apparaat u de
computer wilt laten opstarten.
• Met uitzondering van USB-kabels mag u nooit kabels van externe
apparatuur aansluiten of ontkoppelen terwijl de computer is
ingeschakeld, omdat de computer anders beschadigd kan raken.
• Wanneer u externe apparaten met een hoog energieverbruik
aansluit, zoals een extern optisch schijfstation via USB, moet u de
netvoedingsadapter bij het betreffende externe apparaat gebruiken.
Anders wordt het apparaat mogelijk niet herkend of wordt het
systeem afgesloten.
Voor verdere technische ondersteuning kunt u de productwebsite voor consumenten bezoeken op
http://consumersupport.lenovo.com
.
40
Bijlage. CRU-instructies
c
Opmerkingen:
• De afbeeldingen in dit hoofdstuk zijn van de Lenovo IdeaPad Y570, tenzij anders vermeld.
• De volgende stappen voor het upgraden en vervangen van apparaten zijn identiek voor de Y470 en
U kunt de opslagcapaciteit van uw computer vergroten door de harde schijf te vervangen door
een harde schijf met meer capaciteit. U kunt een nieuwe harde schijf kopen bij uw leverancier of
vertegenwoordiger van Lenovo.
Opmerkingen:
• Vervang de harde schijf enkel in het kader van een upgrade of herstelling. De connectoren en de sleuf
van de harde schijf zijn niet bedoeld voor frequente wijzigingen of het wisselen van stations.
• De voorgeïnstalleerde software is niet inbegrepen op een optionele harde schijf.
De harde schijf gebruiken
• Laat de schijf niet vallen of stel ze niet bloot aan fysieke schokken. Leg de schijf op een
materiaal dat de fysieke schok opvangt, zoals een zachte doek.
• Oefen geen druk uit op de behuizing van de schijf.
• Raak de connector niet aan.
De schijf is erg gevoelig. Verkeerd gebruik kan leiden tot schade en permanent verlies van
gegevens op de harde schijf. Maak een back-upkopie van alle informatie op de harde schijf en
schakel de computer uit voordat u de harde schijf verwijdert. Verwijder de schijf nooit terwijl
het systeem in werking, in slaapstand of in stand-bystand is.
43
Bijlage. CRU-instructies
Ga als volgt te werk om de harde schijf te vervangen:
1
Schakel de computer uit. Koppel vervolgens de netvoedingsadapter en alle kabels los van
de computer.
2
Sluit het computerscherm en draai vervolgens de computer om.
3
Verwijder de batterij.
4
Verwijder het deksel van het compartiment voor harde schijf (HDD)/geheugen/Mini PCI
Express Card-sleuf.
a. Draai de schroeven los die het deksel van het compartiment op zijn plaats houden .
b. Verwijder het deksel van het compartiment .
Y470
b
a
b
a
44
Y570
c
a
b
5
Verwijder de schroeven waarmee het frame bevestigd is.
Bijlage. CRU-instructies
c
c
45
Bijlage. CRU-instructies
6
Trek het lipje in de richting aangegeven door pijl .
7
Neem de harde schijf uit die in een metalen frame vastzit .
d
d
e
e
46
8
Verwijder de schroeven en maak het metalen frame los van de harde schijf.
9
Bevestig het metalen frame aan een nieuwe harde schijf en span de schroeven aan.
0
Plaats de harde schijf voorzichtig in de juiste sleuf met het lipje naar boven en de
connectoren naar elkaar gericht. Druk ze vervolgens stevig op haar plaats.
A
Bevestig de schroeven opnieuw waarmee het frame bevestigd wordt.
B
Plaats het deksel van het compartiment terug en span de schroeven aan.
C
Plaats de batterij terug.
D
Draai de computer opnieuw om. Sluit de netvoedingsadapter en de kabels opnieuw op de
computer aan.
U kunt de hoeveelheid geheugen in uw computer vergroten door een optioneel verkrijgbare
DDR3 SDRAM (double-data-rate three synchronous dynamic random access memory) te plaatsen
in de geheugensleuf van uw computer. Er zijn DDR3 SDRAM's verkrijgbaar van verschillende
capaciteiten.
Opmerking: Gebruik alleen de types geheugen die door uw computer ondersteund worden. Indien u
Doe het volgende om een DDR3 SDRAM te installeren:
1
2
3
4
5
optioneel geheugen niet correct installeert of een type geheugen installeert dat niet wordt
ondersteund, zult u een pieptoon horen om u waarschuwen als u de computer probeert op
te starten.
Raak een metalen tafel of een geaard metalen voorwerp aan om statische elektriciteit in uw
lichaam te verminderen die de DDR3 SDRAM zou kunnen beschadigen. Raak de contactkant
van de DDR3 SDRAM niet aan.
Schakel de computer uit. Koppel de netvoedingsadapter en alle kabels los van de computer.
Sluit het computerscherm en draai de computer om.
Verwijder de batterij.
Verwijder het deksel van het compartiment voor harde schijf (HDD)/geheugen/Mini PCI
Express Card-sleuf.
a. Draai de schroeven los die het deksel van het compartiment op zijn plaats houden .
b. Verwijder het deksel van het compartiment .
b
a
Y470
a
b
47
Bijlage. CRU-instructies
Y570
6
Als er al twee DDR3 SDRAM's in de geheugensleuf geplaatst zijn, vervangt u er één van om
plaats te maken voor de nieuwe door tegelijk de vergrendeling aan beide kanten van de
sleuf naar buiten te drukken. Bewaar de oude DDR3 SDRAM zodat u deze later nog kunt
gebruiken.
a
b
48
a
b
7
Breng de inkeping van de DDR3 SDRAM op een lijn met het uitstekende deel van de sleuf
en breng de DDR3 SDRAM voorzichtig in de sleuf in tegen een hoek van 30-45°.
a
Bijlage. CRU-instructies
8
Druk de DDR3 SDRAM naar binnen in de sleuf tot de vergrendelingen aan beide kanten
van de sleuf in de gesloten positie geduwd zijn.
b
a
9
Plaats het deksel van het compartiment terug en span de schroeven aan.
0
Plaats de batterij terug.
A
Draai de computer opnieuw om. Sluit de netvoedingsadapter en de kabels opnieuw op de
computer aan.
Opmerking: Indien er slechts één DDR3 SDRAM wordt gebruikt in de computer in kwestie, moet de kaart
in SLOT-0 worden geplaatst ( : onderste sleuf) en niet in SLOT-1 ( : bovenste sleuf).
Doe het volgende om ervoor te zorgen dat de DDR3 SDRAM correct geïnstalleerd is:
1
Schakel de computer in.
2
Houd F2 ingedrukt tijdens het opstarten. Het scherm van de BIOS-instellingen verschijnt.
Het item System Memory (Systeemgeheugen) toont de totale hoeveelheid geheugen die op
uw computer is geïnstalleerd.
Doe het volgende om het optische station te verwijderen:
1
Verwijder het deksel van het compartiment voor harde schijf (HDD)/geheugen/Mini PCI
Express Card-sleuf.
2
Verwijder de schroef die te zien is op de afbeelding .
3
Trek het optische station voorzichtig naar buiten .
b
De volgende tabel geeft een lijst weer van de CRU's (Customer Replaceable Units) voor uw
computer en geeft aan waar u de instructies voor vervanging vindt.
NetvoedingsadapterO
Netsnoer voor netvoedingsadapterO
BatterijOO
Toegangspanelen onderaanO
Harde schijfO
GeheugenO
Optisch stationO
a
b
a
ConfiguratieposterGebruikershandleiding
50
Handelsmerken
De volgende termen zijn handelsmerken van Lenovo in België, Nederland en/of andere landen.
Lenovo
IdeaPad
OneKey
Ve ri F a c e
Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
NVIDIA en Optimus zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van NVIDIA
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
AMD en PowerXpress zijn handelsmerken van Advanced Micro Devices, Inc.
is een handelsmerk van SRS Labs, Inc.
Premium Surround Sound technologie is geinkorporeerd met verlof van de licentiehouder SRS Labs,
Inc.
SRS Premium Surround Sound™ biedt de ultieme audio-ervaring voor muziek, films en games op
de pc.
Andere bedrijfs-, product- en servicenamen zijn mogelijk handelsmerken of servicemerken van
derden.