Lenovo IdeaCentre 3 User Guide [nl]

Gebruikershandleiding
IdeaCentre 3 (7L, 05)
Lees dit eerst
Lees het volgende aandachtig door voordat u deze documentatie en het bijbehorende product gebruikt:
• Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85
Veiligheid en garantie
Installatiegids
Eerste uitgave (Februari 2020)
KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een 'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Inhoud
Informatie over deze documentatie . . . iii
Hoofdstuk 1. Leer uw computer
kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Voorkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Voorzieningen en specificaties . . . . . . . . . . 9
Verklaring op USB overdrachtssnelheid. . . . . 9
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Aan de slag met Windows 10 . . . . . . . . . 11
Windows-account . . . . . . . . . . . . 11
Gebruikersinterface van Windows . . . . . . 12
Verbinding maken met netwerken. . . . . . . . 13
Verbinding maken met een bekabeld
Ethernet . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken . . . 13
Lenovo Vantage gebruiken . . . . . . . . . . 13
Multimedia gebruiken . . . . . . . . . . . . 14
Audio gebruiken . . . . . . . . . . . . . 14
Hoofdstuk 3. Uw computer
verkennen . . . . . . . . . . . . . . . 15
Energie beheren . . . . . . . . . . . . . . 15
Het gedrag van de aan/uit-knop instellen . . . 15
Het energiebeheerschema instellen . . . . . 15
Gegevens overbrengen . . . . . . . . . . . . 15
Verbinding maken met een Bluetooth-
apparaat . . . . . . . . . . . . . . . 15
Het optisch station gebruiken . . . . . . . 16
Een mediakaart gebruiken . . . . . . . . . 16
De computer vergrendelen . . . . . . . . . . 17
Accessoires aanschaffen . . . . . . . . . . . 18
Hoofdstuk 4. Diagnose,
probleemoplossing en herstel . . . . . 19
Basisprocedure voor verhelpen van
computerproblemen . . . . . . . . . . . . . 19
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . 19
Problemen met het opstarten. . . . . . . . 20
Audioproblemen. . . . . . . . . . . . . 21
Netwerkproblemen. . . . . . . . . . . . 21
Problemen met de prestaties . . . . . . . . 24
Problemen met opslagstations . . . . . . . 25
Problemen met de cd of dvd . . . . . . . . 25
Problemen met de seriële aansluiting . . . . 26
Softwareproblemen . . . . . . . . . . . 27
Herstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Systeembestanden en -instellingen herstellen
naar een eerder punt . . . . . . . . . . . 27
Uw bestanden herstellen vanuit een back-
up . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
De computer opnieuw instellen . . . . . . . 27
Geavanceerde opties gebruiken . . . . . . 28
Automatisch herstel van Windows . . . . . . 28
Een USB-herstelapparaat maken en
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 28
Werk het stuurprogramma bij
. . . . . . . . 29
Hoofdstuk 5. CRU vervangen . . . . . 31
Wat zijn CRU's . . . . . . . . . . . . . . . 31
Een CRU vervangen . . . . . . . . . . . . . 32
IdeaCentre 3 07ADA05 . . . . . . . . . . 32
IdeaCentre 3 07IMB05 . . . . . . . . . . 54
Hoofdstuk 6. Help en
ondersteuning . . . . . . . . . . . . . 81
Zelfhulpbronnen . . . . . . . . . . . . . . 81
Lenovo bellen . . . . . . . . . . . . . . . 82
Voordat u contact opneemt met Lenovo . . . 82
Klantsupportcentrum van Lenovo . . . . . . 82
Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . 83
Bijlage A. Belangrijke
veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . 85
Bijlage B. Informatie over
toegankelijkheid en ergonomie . . . . 101
Bijlage C. Aanvullende informatie over het Ubuntu-
besturingssysteem. . . . . . . . . . . 105
Bijlage D. Informatie over
naleving . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Bijlage E. Kennisgevingen en
handelsmerken . . . . . . . . . . . . 119
© Copyright Lenovo 2020 i
ii Gebruikershandleiding

Informatie over deze documentatie

• De afbeeldingen in dit document kunnen er anders uitzien dan uw product.
• Afhankelijk van het model, zijn sommige optionele accessoires, functies en softwareprogramma's
mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
• Afhankelijk van de versie van een besturingssysteem en programma's, zijn sommige instructies voor de
gebruikersinterface mogelijk niet van toepassing op uw computer.
• De inhoud van de documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Lenovo brengt continu
verbeteringen aan in de documentatie van uw computer, zo ook in deze Gebruikershandleiding. Voor de meest recente documentatie gaat u naar:
https://pcsupport.lenovo.com
• Microsoft® brengt periodiek functiewijzigingen in het Windows®-besturingssysteem aan via Windows
Update. Bepaalde informatie in dit document is hierdoor mogelijk verouderd. Raadpleeg de Microsoft­bronnen voor de meest recente informatie.
• Deze documentatie is van toepassing op de volgende productmodellen:
Modelnaam
IdeaCentre 3 07ADA05
IdeaCentre 3 07IMB05 90NB, 90NS 90NS
Machinetype (MT) Machinetype (MT) voor Energy Star
90MV, 90NT 90NT
© Copyright Lenovo 2020 iii
iv Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen

Voorkant

IdeaCentre 3 07ADA05
Indrukken om de computer aan te zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start pictogram
1. Aan/uit-knop
2. Optisch station* Hiermee leest u gegevens van of schrijft u die naar een optische schijf (cd/dvd).
© Copyright Lenovo 2020 1
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
Aan: de computer staat aan.
Uit: de computer staat uit of in de sluimerstand.
Knippert: de computer staat in de slaapstand.
Aan/uit en selecteert u Afsluiten.
, klikt u op het
3. Sleuf voor 7-in-1 kaartlezer*
Ondersteunde kaarten:
• SD-kaart (Secure Digital)
• Secure Digital eXtended-Capacity (SDXC) UHS-1 kaart
• SDHC (Secure Digital eXtended-Capacity) UHS-1-kaart
• Multimediakaart plus
• Multimediakaart
• Memory Stick-kaart
• Memory Stick_Pro-kaart
Opmerking: Uw computer ondersteunt de functie Content Protection for Recordable Media (CPRM) voor SD-kaarten niet.
4. Microfoonaansluiting
5. Headsetaansluiting Sluit een headset of hoofdtelefoon op uw computer aan.
6. USB 2.0-aansluitingen (2)
7. USB 3.2 Gen 1-aansluitingen (2)
8. Activiteitslampje voor optisch station*
9. Uitwerpknop van optisch station*
Een microfoon aansluiten.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Dit indicatielampje brandt wanneer het optische station in gebruik is.
Open of sluit de lade van het optische station.
* voor bepaalde modellen
2
Gebruikershandleiding
IdeaCentre 3 07IMB05
Indrukken om de computer aan te zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start pictogram
1. Aan/uit-knop
2. Optisch station* Hiermee leest u gegevens van of schrijft u die naar een optische schijf (cd/dvd).
3. Sleuf voor 7-in-1 kaartlezer*
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
Aan: de computer staat aan.
Uit: de computer staat uit of in de sluimerstand.
Knippert: de computer staat in de slaapstand.
Ondersteunde kaarten:
• SD-kaart (Secure Digital)
• Secure Digital eXtended-Capacity (SDXC) UHS-1 kaart
• SDHC (Secure Digital eXtended-Capacity) UHS-1-kaart
• Multimediakaart plus
• Multimediakaart
• Memory Stick-kaart
• Memory Stick_Pro-kaart
Opmerking: Uw computer ondersteunt de functie Content Protection for Recordable Media (CPRM) voor SD-kaarten niet.
Aan/uit en selecteert u Afsluiten.
, klikt u op het
4. Microfoonaansluiting
5. Headsetaansluiting
Een microfoon aansluiten.
Sluit een headset of hoofdtelefoon op uw computer aan.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 3
6. USB 3.2 Gen 1-aansluitingen (4)
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
7. Activiteitslampje voor optisch station*
8. Uitwerpknop van optisch station*
* voor bepaalde modellen
Dit indicatielampje brandt wanneer het optische station in gebruik is.
Open of sluit de lade van het optische station.
4
Gebruikershandleiding

Achterkant

IdeaCentre 3 07ADA05
1. Oog voor hangslot Vergrendel de computerkap met een hangslot.
2. Sleuf voor veiligheidsslot
3. Ethernet-aansluiting
4. Aansluiting voor voedingsadapter
5. USB 2.0-aansluitingen (4)
6. HDMI
1.4-uit-aansluiting
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.
Maak een verbinding met een LAN (local area network). Als het indicatielampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het indicatielampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
Sluit de voedingsadapter op uw computer aan, zodat de computer van stroom wordt voorzien.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Audio- en videosignalen van de computer naar een ander audio- of videoapparaat sturen, zoals een high-performance beeldscherm. Voor meer informatie, zie
https://www.hdmi.org/manufacturer/hdmi_1_4/index.aspx.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 5
7. VGA-uit-aansluiting
8. Audio lijnuitgang
Videosignalen van de computer naar een ander videoapparaat sturen, zoals een beeldscherm.
Audiosignalen versturen van de computer naar externe apparaten, zoals actieve stereoluidsprekers, hoofdtelefoons of multimediatoetsenborden. Als u een stereosysteem of een ander extern opnameapparaat wilt aansluiten, sluit u een kabel aan tussen de audio-lijningang van het apparaat en de audio-lijnuitgang van de computer.
Opmerking: Als uw computer een audiolijnuitgang en een headset- of hoofdtelefoonaansluiting heeft, gebruikt u altijd de headset- of hoofdtelefoonaansluiting voor een oortelefoon, een hoofdtelefoon of een headset. De hoofdtelefoonaansluiting ondersteunt geen headsetmicrofoons.
6 Gebruikershandleiding
IdeaCentre 3 07IMB05
1. Oog voor hangslot Vergrendel de computerkap met een hangslot.
2. Sleuf voor veiligheidsslot
3. Ethernet-aansluiting
4. Gedeelte voor PCI-Express­kaart*
5. Aansluiting voor netsnoer
6. USB 3.2 Gen 1-aansluitingen (2)
7. USB 2.0-aansluitingen (2)
8. VGA-uit-aansluiting
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.
Maak een verbinding met een LAN (local area network). Als het indicatielampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het indicatielampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
Om de snelheid van de computer te verbeteren, kunt u de PCI-Express-kaart in dit gedeelte installeren. De aansluitingen in dit gedeelte verschillen, afhankelijk van het computermodel.
Opmerking: Er kan een afzonderlijke grafische kaart in de juiste PCIe-kaartsleuf (Peripheral Component Interconnect) worden geïnstalleerd. Als u een dergelijke kaart installeert, zorg ervoor dat u de aansluitingen op de kaart gebruikt in plaats van de desbetreffende aansluitingen op de computer.
Sluit het netsnoer aan op uw computer, zodat de computer van stroom wordt voorzien.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Videosignalen van de computer naar een ander videoapparaat sturen, zoals een beeldscherm.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 7
9. HDMI1.4-uit-aansluiting
10. Audio lijnuitgang
* voor bepaalde modellen
Audio- en videosignalen van de computer naar een ander audio- of videoapparaat sturen, zoals een high-performance beeldscherm. Voor meer informatie, zie
https://www.hdmi.org/manufacturer/hdmi_1_4/index.aspx.
Audiosignalen versturen van de computer naar externe apparaten, zoals actieve stereoluidsprekers, hoofdtelefoons of multimediatoetsenborden. Als u een stereosysteem of een ander extern opnameapparaat wilt aansluiten, sluit u een kabel aan tussen de audio-lijningang van het apparaat en de audio-lijnuitgang van de computer.
Opmerking: Als uw computer een audiolijnuitgang en een headset- of hoofdtelefoonaansluiting heeft, gebruikt u altijd de headset- of hoofdtelefoonaansluiting voor een oortelefoon, een hoofdtelefoon of een headset. De hoofdtelefoonaansluiting ondersteunt geen headsetmicrofoons.
8
Gebruikershandleiding

Voorzieningen en specificaties

1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te
Hardwareconfiguratie
openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
Netvoedingsadapter
Voedingseenheid
Aanpassingsvermogen voor voedingseenheid
Microprocessor
Geheugen
Opslagapparaat
IdeaCentre 3 07ADA05-model
• 90 W
IdeaCentre 3 07IMB05-model
• 180 W
• 260 W
• Vasteland van China: 220 V±22 V, 50 Hz±1 Hz
• Positionering aanpasbaar voltage: 90 V-264 V, 50/60 Hz
Als u de informatie over de microprocessor van uw computer wilt bekijken, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Start en klikt u vervolgens op Systeem.
• IdeaCentre 3 07ADA05-model
– DDR4 SODIMM (double data rate 4 small outline dual inline memory module)
• IdeaCentre 3 07IMB05-model
– Dubbele transmissiesnelheid 4 (DDR4) niet-gebufferde dubbele in-line
geheugenmodule (UDIMM)
Als u de capaciteit van het opslagstation van uw computer wilt bekijken, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Start om het contextmenu van Start te openen en klikt u vervolgens op Schijfbeheer.
Opmerking: De door het systeem aangegeven opslagstationcapaciteit is minder dan de nominale capaciteit.
• Sleuf voor 7-in-1 kaartlezer*
Uitbreidingsmogelijkheden
Netwerkfuncties
• Geheugencompartimenten
• Optisch station*
• Bluetooth
• Ethernet LAN
• Draadloos LAN
* voor bepaalde modellen

Verklaring op USB overdrachtssnelheid

Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten, bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USB­aansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk onderstaand overeenkomstig apparaat.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 9
USB-apparaat Gegevenssnelheid (Gbit/s)
3.1 Gen 1 / 3.2 Gen 1
3.1 Gen 2 / 3.2 Gen 2
3.2 Gen 2 × 2
5
10
20
10 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer

Aan de slag met Windows 10

Maak kennis met de basisbeginselen van Windows 10 en ga meteen met het besturingssysteem aan de slag. Raadpleeg de Help-informatie van Windows voor meer informatie over Windows 10.

Windows-account

Er is een gebruikersaccount nodig om het Windows-besturingssysteem te gebruiken. Dit kan een Windows­gebruikersaccount of een Microsoft-account zijn.
Windows-gebruikersaccount
Als u Windows voor de eerste keer start, wordt u gevraagd om een Windows-gebruikersaccount aan te maken. De eerste account die u maakt, is van het type Beheerder. U kunt met een beheerdersaccount extra gebruikersaccounts maken of accounttypen als volgt wijzigen:
1. Open het menu Start en kies Instellingen Accounts Gezin en andere gebruikers.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Microsoft-account
U kunt zich ook aanmelden bij het Windows-besturingssysteem met een Microsoft-account.
Als u een Microsoft-account wilt maken, gaat u naar de Microsoft-aanmeldingspagina op
signup.live.com
Een Microsoft-account biedt de volgende voordelen:
• U kunt profiteren van eenmalige aanmelding als u andere services van Microsoft gebruikt, zoals OneDrive, Skype en Outlook.com.
• U kunt persoonlijke instellingen synchroniseren met andere Windows-apparaten.
en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
https://
© Copyright Lenovo 2020 11

Gebruikersinterface van Windows

1. Account
2. Documenten
3. Afbeeldingen
4. Instellingen
5. Aan/uit
6. Startknop
7. Windows Zoeken
8. Taakweergave
9. Windows-systeemvak Geef kennisgevingen en de status van enkele functies weer.
10. Pictogram van de
batterijstatus
11. Netwerkpictogram
Wijzig accountinstellingen, vergrendel de computer of meld u af bij het huidige account.
Open de map Documenten, een standaardmap om uw ontvangen bestanden in op te slaan.
Open de map Afbeeldingen, een standaardmap om uw ontvangen afbeeldingen in op te slaan.
Start Instellingen.
Uw computer uitschakelen, opnieuw opstarten of in de slaapstand zetten.
Open het menu Start.
Typ wat u zoekt in het zoekveld en haal zoekresultaten op van uw computer en het internet.
Geef alle geopende apps weer en schakel tussen de apps.
Geef de stroomstatus weer en wijzig de instellingen voor de batterij of de energie­instellingen. Als uw computer niet is aangesloten op netvoeding, verandert het pictogram in
Maak verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk en geef de netwerkstatus weer. Als de computer is aangesloten op een bekabeld netwerk,
verandert het pictogram in
.
.
12. Actiecentrum
Geef de meest recente kennisgevingen van apps weer en voer snel bepaalde acties uit.
Het menu Start openen
• Klik op de knop Start.
• Druk op de toets met het Windows-logo op het toetsenbord.
12
Gebruikershandleiding
Het Start-contextmenu openen Klik met de rechtermuisknop op de knop Start.
Het configuratiescherm openen
• Open het menu Start en klik op Systeem Configuratiescherm.
• Gebruik Windows Search.
Een app starten
• Open het menu Start en selecteer de app die u wilt starten.
• Gebruik Windows Search.

Verbinding maken met netwerken

Uw computer helpt u bij het maken van een verbinding met de wereld via een bekabeld of draadloos netwerk.

Verbinding maken met een bekabeld Ethernet

Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernet­aansluiting op uw computer.

Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken

1. Klik op het pictogram van het netwerk in het systeemvak van Windows. Er wordt een lijst met beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
2. Selecteer een netwerk waarmee u verbinding kunt maken. Verstrek indien nodig de vereiste informatie.

Lenovo Vantage gebruiken

De vooraf geïnstalleerde app Lenovo Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Lenovo Vantage openen
Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage
Ga naar de Microsoft Store en zoek op de naam van de app om de nieuwste versie van Lenovo Vantage te downloaden.
Belangrijke functies
Met Lenovo Vantage kunt u:
. U kunt ook Lenovo Vantage invoeren in het zoekvak.
• Eenvoudig de status van het apparaat te weten komen en pas apparaat-instellingen aan.
• UEFI BIOS-, firmware- en stuurprogramma-updates downloaden en installeren om uw computer up-to­date te houden.
• Controleer de status van uw computer en beveilig uw computer tegen externe bedreigingen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 13
• De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
• Toegang krijgen tot de Gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• Lenovo Vantage werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De beschrijving van voorzieningen kan verschillen van die op uw daadwerkelijke gebruikersinterface.

Multimedia gebruiken

Uw computer gebruiken voor business of ontspanning met apparaten zoals een camera, beeldscherm of luidsprekers.

Audio gebruiken

Om de geluidservaring te verbeteren, sluit u luidsprekers, een hoofdtelefoon of headset aan op de audioaansluiting.
Het volume aanpassen
1. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het volumepictogram.
2. Volg de instructies op het scherm om het volume aan te passen. Klik op het luidsprekerpictogram om het geluid te dempen.
De geluidsinstellingen wijzigen
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer Weergeven op categorie.
2. Klik op Hardware en geluid Geluid.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
14
Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen

Energie beheren

Gebruik de informatie in dit gedeelte om de beste balans te vinden tussen prestaties en efficiënt stroomverbruik.

Het gedrag van de aan/uit-knop instellen

U kunt het gedrag van aan/uit-knop aan uw eigen voorkeur aanpassen. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten.
De werking van de aan/uit-knop wijzigen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor een weergave met grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.

Het energiebeheerschema instellen

Voor computers die compatibel zijn met ENERGY STAR® wordt het volgende energiebeheerschema van kracht wanneer uw computers gedurende een bepaalde tijd niet actief zijn geweest:
Tabel 1. Standaard energiebeheerschema (bij aansluiting op de netvoeding)
• Beeldscherm uitzetten na: na 10 minuten
• Computer naar slaapstand: na 25 minuten
Om het systeem uit slaapstand te laten ontwaken, drukt u op een toets op het toetsenbord.
De instellingen van uw energiebeheerschema opnieuw instellen om de beste balans te vinden tussen snelheid en energiebesparing:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor een weergave met grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer en kies een energiebeheerschema van uw voorkeur of pas het aan.

Gegevens overbrengen

Deel snel uw bestanden via de ingebouwde Bluetooth-technologie met apparaten die over dezelfde functies beschikken. U kunt ook een schijf of mediakaart installeren om gegevens over te brengen.

Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat

U kunt op uw computer verbinding maken met alle typen Bluetooth-apparaten, zoals een toetsenbord, een muis, een smartphone of luidsprekers. Om verzekerd te zijn van een goede verbinding, moeten de apparaten zich op minder dan 10 meter van de computer bevinden.
1. Schakel Bluetooth op de computer in. a. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Apparaten Bluetooth en andere
apparaten.
b. Schakel de functie Bluetooth in.
© Copyright Lenovo 2020 15
2. Klik op Bluetooth of een ander apparaat toevoegen Bluetooth.
3. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
Uw Bluetooth-apparaat en de computer worden de volgende keer automatisch gekoppeld als de twee apparaten zich binnen elkaars bereik bevinden en op beide apparaten Bluetooth is ingeschakeld. U kunt Bluetooth gebruiken voor gegevensoverdracht of extern beheer en communicatie.

Het optisch station gebruiken

Als uw computer een optisch station heeft, lees dan de volgende informatie.
Weet welk type optisch station u heeft
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het contextmenu voor Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
Een schijf installeren of verwijderen
1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop van het optische station. De lade schuift uit het station.
2. Plaats een schijf in de lade of verwijder een schijf uit de lade en druk dan opnieuw op de uitwerpknop om de lade te sluiten.
Opmerking: Als de lade niet opengaat als u op de uitwerpknop drukt, schakelt u de computer uit. Vervolgens plaatst u een rechtgebogen paperclip in het kleine daarvoor bestemde gaatje naast de uitwerpknop. Gebruik deze noodoplossing alleen in geval van nood.
Een schijf opnemen
1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Open het menu Start en klik op Instellingen Apparaten Automatisch afspelen. Selecteer
Automatisch afspelen gebruiken voor alle media en apparaten of schakel deze functie in.
• Open Windows Media Player.
• Dubbelklik op het ISO-bestand.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.

Een mediakaart gebruiken

Als uw computer een sleuf voor een 7-in-1 kaartlezer heeft, leest u de volgende informatie.
Een mediakaart installeren
1. Zoek de sleuf voor de 7-in-1 kaartlezer.
2. Zorg ervoor dat de metalen contactpunten op de kaart en in de kaartsleuf naar elkaar wijzen. Steek de kaart stevig in de kaartsleuf tot de kaart goed vastzit.
Een mediakaart verwijderen Attentie: Voordat u een mediakaart verwijdert, moet u eerst de kaart van het Windows-besturingssysteem
verwijderen. Als u dat niet doet, kunnen de gegevens op de kaart beschadigd raken of verloren gaan.
16
Gebruikershandleiding
1. Klik op het driehoekige pictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te geven. Klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen.
2. Selecteer het corresponderende item om de kaart uit het Windows-besturingssysteem te verwijderen.
3. Druk op de kaart en verwijder deze uit de computer. Bewaar de kaart op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.

De computer vergrendelen

Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van het specifieke slot en andere
beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de functionaliteit, kwaliteit of prestaties van het slot en de beveiligingsvoorziening. U kunt computersloten aanschaffen bij Lenovo.
Hangslot
Door de computerkap met een hangslot af te sluiten, voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot uw computer.
Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen 17
Kensington-kabelslot
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.

Accessoires aanschaffen

Lenovo heeft allerlei hardwareaccessoires en upgrades om de mogelijkheden van uw computer uit te breiden. Onder de opties vallen geheugenmodules, opslagapparaten, netwerkkaarten, voedingsadapters, toetsenborden, muizen en meer.
Ga naar
https://www.lenovo.com/accessories om bij Lenovo te winkelen.
18
Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 4. Diagnose, probleemoplossing en herstel

In dit hoofdstuk vindt u informatie over het verhelpen van computerproblemen. Gebruik de standaardprocedure als uitgangspunt voor het oplossen van computerproblemen.

Basisprocedure voor verhelpen van computerproblemen

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
1. Controleer of: a. De kabels van alle aangesloten apparatuur zijn correct en stevig bevestigd. b. Alle componenten zijn weer op de juiste manier teruggeplaatst. c. Alle netsnoeren van apparatuur met een eigen netvoeding zijn geplaatst in geaarde, goed werkende
stopcontacten.
d. Alle aangesloten apparaten zijn ingeschakeld in UEFI BIOS.
2. Gebruik een antivirusprogramma om te controleren of de computer is besmet met een virus. Als het programma een virus ontdekt, verwijdert u dat virus.
3. Ga naar 'Problemen oplossen' op pagina 19 en volg de instructies voor het type probleem dat u ondervindt.
4. Herstel het besturingssysteem. Zie 'Herstel' op pagina 27.
5. Neem contact op met Lenovo als het probleem zich blijft voordoen. Zie Hoofdstuk 6 'Help en ondersteuning' op pagina 81.

Problemen oplossen

Gebruik deze informatie voor het oplossen van probleem om oplossingen voor problemen te vinden die duidelijke dymptomen hebben.
© Copyright Lenovo 2020 19

Problemen met het opstarten

Probleem
De computer start niet op na het indrukken van de aan/uit-knop.
Het besturingssysteem wordt niet vanaf het juiste opslagstation opgestart of start niet op
Oplossing
• Zorg ervoor dat het netsnoer juist is aangesloten aan de achterzijde van de computer en op een goed werkend stopcontact.
• De computer nog een tweede netschakelaar aan de achterzijde heeft en of die wel aan staat.
• Het netvoedingslampje aan de voorkant van de computer brandt.
• De spanning (het voltage) waarop het apparaat is ingesteld, overeenkomt met de spanning die in uw land of regio op het stopcontact staat.
• Controleer of alle signaal- en voedingskabels van het opslagstation juist zijn verbonden.
• Controleer of het opslagstation van waaruit de computer wordt opgestart, als eerste opstartapparaat wordt weergegeven in het UEFI BIOS.
• In zeldzame gevallen kan het opslagstation met het besturingssysteem beschadigd raken. In dat geval moet u mogelijk het opslagstation vervangen.
• Als in de computer een Optane-geheugen is geïnstalleerd:
– Controleer of het Optane-geheugen niet is verwijderd. – Controleer of het Optane-geheugen niet is beschadigd.
Controleer of het Optane-geheugen diagnoseprogramma's gebruikt.
De computer geeft een aantal geluidssignalen voordat het besturingssysteem wordt opgestart.
Controleer of er geen toetsen klemmen.
20 Gebruikershandleiding

Audioproblemen

Probleem
De audio kan niet met het besturingssysteem van Windows worden afgespeeld.
Oplossing
• Als u externe luidsprekers met eigen voeding en een aan/uit-knop
gebruikt, zorg dan voor het volgende:
– De aan/uit-knop is ingesteld op Aan. – De voedingskabel van de luidspreker is aangesloten op een
voldoende geaard, werkend stopcontact (wisselstroom).
• Als de externe luidsprekers een volumeregeling hebben, controleer
dan of het volume niet te laag is ingesteld.
• Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het
volumepictogram. Controleer de instellingen van de luidspreker en het volume. Demp de luidspreker niet en stel het volume niet te laag in.
• Als uw computer een audiopaneel aan de voorzijde heeft,
controleert u of het volume niet te laag is ingesteld.
• Controleer of de externe luidsprekers (of de hoofdtelefoon) zijn
aangesloten op de juiste audio-aansluiting van de computer. De meeste luidsprekerkabels zijn voorzien van een kleur die hetzelfde is als de kleur van de audioaansluiting.
Opmerking: Wanneer u kabels voor externe luidsprekers of koptelefoons aansluit op de audiopoort, wordt de eventueel aanwezige interne luidspreker daardoor uitgeschakeld. In de meeste gevallen wordt door het installeren van een geluidskaart, in een van de uitbreidingssleuven, de op de systeemplaat ingebouwde audiofunctie uitgeschakeld. U dient dan gebruik te maken van de audio-aansluitingen van de adapter.
• Controleer of het programma dat u gebruikt, is bedoeld voor
gebruik onder het besturingssysteem Microsoft Windows. Indien het programma zo is ontworpen dat het in DOS wordt uitgevoerd, wordt de geluidfunctie van Windows niet gebruikt. Het programma moet worden geconfigureerd voor gebruik van SoundBlaster Pro of SoundBlaster-emulatie.
• Controleer of de audiostuurprogramma's goed zijn geïnstalleerd.
Er komt geen geluid uit de headset of hoofdtelefoon.
Het geluid komt uit een van de externe luidsprekers.
Selecteer de headset of hoofdtelefoons als standaard audio­uitvoerapparaat in geavanceerde geluidsinstellingen.
• Zorg dat de luidsprekerkabel correct en stevig is aangesloten in de
poort van de computer.
• Controleer of de kabel die de luidsprekers met elkaar verbindt,
goed is bevestigd.
• Controleer of de balans goed is ingesteld.
1. Klik met de rechtermuisknop in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het volumepictogram. Klik vervolgens op Volumemixer openen en selecteer de gewenste luidspreker.
2. Klik op het luidsprekerpictogram op de volumeregeling en klik vervolgens op de tab Niveaus.

Netwerkproblemen

Opmerking: De Wi-Fi en Bluetooth-functies zijn optioneel.
Hoofdstuk 4. Diagnose, probleemoplossing en herstel 21
Probleem
De computer kan geen verbinding maken met een Ethernet LAN.
Als er een Gigabit Ethernet-computer wordt gebruikt met een snelheid van 1000 Mbps, werkt de verbinding niet of treden er fouten op in de verbinding.
Oplossing
• Sluit de kabel aan op de Ethernet-poort en de RJ45-aansluiting van de hub.
• Schakel de Ethernet-LAN-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel de Ethernet LAN-adapter in.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor een weergave met grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Netwerkcentrum Adapterinstellingen wijzigen.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Ethernet LAN-adapter en klik op Inschakelen.
• Werk de Ethernet LAN-adapter bij of installeer de Ethernet LAN­adapter opnieuw.
• Installeer alle netwerksoftware die voor uw netwerkomgeving nodig is. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor de benodigde netwerksoftware.
• Stel dezelfde duplex in voor de switch-poort en de adapter. Als u de adapter hebt geconfigureerd voor volledig duplex, zorg dan dat de switch-poort ook hiervoor is geconfigureerd. Als u een verkeerde duplexinstelling opgeeft, kunnen de prestaties van het apparaat achteruit gaan, kunnen er gegevens verloren gaan en kunnen er verbindingen verbroken worden.
Sluit de netwerkkabel aan op de Ethernet-poort met kabels van categorie 5 en een 100 BASE-T-hub/switch (niet 100 BASE-X).
De functie Wake on LAN (WOL) werkt niet.
De Wi-Fi-functie werkt niet.
Schakel de Wake on LAN-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel de Wi-Fi-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel alle Wi-Fi-apparaten in.
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het contextmenu voor Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
3. Vouw Netwerkadapters uit om alle netwerkapparaten weer te geven.
4. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk Wi-Fi-apparaat en klik op Apparaat inschakelen.
• Schakel de Wi-Fi-functie onder Instellingen van Windows in.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen Netwerk en internet Wi-Fi.
3. Schakel de Wi-Fi-functie in.
• Werk het Wi-Fi-stuurprogramma bij of installeer het Wi-Fi­stuurprogramma opnieuw.
22 Gebruikershandleiding
Probleem
De Bluetooth-voorziening werkt niet.
Oplossing
• Schakel de Bluetooth-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel alle Bluetooth-apparaten in.
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het contextmenu voor Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
3. Vouw Bluetooth uit om alle Bluetooth-apparaten weer te geven. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk Bluetooth-apparaat en klik dan op Apparaat inschakelen.
4. Vouw Netwerkadapters uit om alle netwerkapparaten weer te geven. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk Bluetooth-apparaat en klik dan op Apparaat inschakelen.
• Schakel de Bluetooth-radio in.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen Apparaten Bluetooth en andere apparaten.
3. Schakel de schakelaar Bluetooth in om de Bluetooth-functie in te schakelen.
• Werk het Bluetooth-stuurprogramma bij of installeer het Bluetooth­stuurprogramma opnieuw.
Er komt geen geluid uit de Bluetooth-headset of -hoofdtelefoon.
Selecteer de Bluetooth-headset of -hoofdtelefoons als standaard audio-uitvoerapparaat in geavanceerde geluidsinstellingen.
Hoofdstuk 4. Diagnose, probleemoplossing en herstel 23

Problemen met de prestaties

Probleem
Er staat een buitensporig aantal niet­aaneengesloten bestanden op de opslagstations.
Er is onvoldoende opslagruimte op het opslagstation.
Oplossing
Opmerking: Afhankelijk van het volume van de opslagstations en de
hoeveelheid gegevens die op de opslagstations zijn opgeslagen, kan het defragmentatieproces een aantal uren in beslag nemen.
1. Sluit alle geopende programma's en vensters.
2. Open het menu Start.
3. Klik op Windows-systeem Bestandenverkenner Deze pc.
4. Klik met de rechtermuisknop op station C en vervolgens op Eigenschappen.
5. Klik op de tab Extra.
6. Klik op Optimaliseren. Selecteer het gewenste station en klik vervolgens op Optimaliseren.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm.
• Wis in uw e-mailprogramma de mappen voor uw Postvak IN, Verzonden items en Gewiste items.
• Schoon station C op.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Windows-systeem Bestandenverkenner Deze pc.
3. Klik met de rechtermuisknop op station C en vervolgens op Eigenschappen.
4. Controleer hoeveel vrije ruimte beschikbaar is en klik vervolgens op Schijfopruiming.
5. Er verschijnt een lijst met een aantal categorieën van bestanden die doorgaans overbodig zijn. Selecteer de bestandscategorie die u wilt verwijderen en klik op OK.
• Schakel bepaalde Windows-functies uit of verwijder onnodige programma's.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor een weergave met grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Programma's en functies.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
– Om bepaalde Windows-functies uit te schakelen, klikt u op
Windows-onderdelen in- of uitschakelen. Volg de aanwijzingen op het scherm.
– Om onnodige programma's te verwijderen, selecteert u het
programma dat u wilt verwijderen, en klikt u vervolgens op Verwijderen/Wijzigen of Verwijderen.
Er is onvoldoende vrije geheugenruimte.
24 Gebruikershandleiding
• Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte op de taakbalk en open Taakbeheer. Beëindig vervolgens de taken die u niet uitvoert.
• Installeer extra geheugenmodules.

Problemen met opslagstations

Probleem
Sommige of alle opslagstations ontbreken in het BIOS-menu.

Problemen met de cd of dvd

Probleem
Een bepaalde cd of dvd doet het niet.
Oplossing
• Controleer of alle signaal- en voedingskabels van alle
opslagstations op de juiste wijze zijn aangesloten.
• Controleer of de computer juist is geconfigureerd om de
opslagstations te ondersteunen.
– Als de computer over SATA-opslagstations beschikt, controleer
dan of de inschakelingsmodule van het SATA-opslagstation (één tot vijf opslagstations) is geïnstalleerd.
– Als de computer over vijf SAS-opslagstations beschikt,
controleer dan of de inschakelingsmodule van het SAS­opslagstation (één tot vijf opslagstations) of de LSI MegaRAID SAS-adapter is geïnstalleerd.
Oplossing
• Controleer of het optische station de cd of dvd ondersteunt.
• Controleer of de schijf correct is geplaatst, met de labelkant naar
boven.
• Controleer of de cd die u gebruikt, schoon is. Voor het verwijderen
van stof en vingerafdrukken veegt u de schijf met een zachte doek vanuit het midden naar de rand schoon. Als u de schijf met draaiende bewegingen schoonveegt, kunnen er gegevens verloren gaan.
• Zorg er voor dat de voedings- en signaalkabels van het station
stevig zijn aangesloten.
• Controleer of de gebruikte schijf geen krassen of andere
beschadigingen vertoont. Plaats een andere schijf, waarvan u weet dat hij werkt, in het station.
• Als u meerdere cd- of dvd-stations hebt, of een combinatie
daarvan, plaatst u de schijf in een ander station. Soms is slechts één van de stations verbonden met het audiosubsysteem.
Er kan geen opstartbaar herstelmedium, zoals de Product Recovery-cd, worden gebruikt om uw computer op te starten.
Er wordt een zwart scherm weergegeven in plaats van de dvd.
Een dvd-film kan niet worden afgespeeld.
Zorg ervoor dat het cd- of dvd-station topprioriteit heeft in de opstartvolgorde in UEFI BIOS. Opmerking: Bij sommige modellen staat de opstartvolgorde vast en kan niet worden gewijzigd.
• Start het dvd-afspeelprogramma opnieuw.
• Probeer of het helpt als u de schermresolutie verlaagt of het aantal
kleuren vermindert.
• Sluit alle geopende bestanden en start de computer vervolgens
opnieuw op.
• Controleer of de schijf schoon en onbeschadigd is.
• Controleer of de regiocode van de dvd overeenkomt met die van
uw dvd-station. Mogelijk moet u een dvd kopen met de code voor de regio waar u de computer gebruikt.
Hoofdstuk 4. Diagnose, probleemoplossing en herstel 25
Probleem
Er is geen geluidsweergave of er is alleen een haperende geluidsweergave bij het afspelen van een dvd-film.
De weergave is traag of wordt vaak onderbroken.
Er wordt een bericht weergegeven waarin staat dat er een ongeldige schijf is gevonden of dat er geen schijf is gevonden.
Oplossing
• Controleer de instelling voor het volume op de computer en op uw luidsprekers.
• Controleer of de schijf schoon en onbeschadigd is.
• Controleer alle kabelaansluitingen van en naar de luidsprekers.
• Ga naar het dvd-menu voor de video en selecteer een ander geluidsspoor.
• Als er programma's op de achtergrond actief zijn (bijvoorbeeld AntiVirus), beëindigt u die.
• Zorg ervoor dat de beeldschermresolutie minder is dan 1152 x 864 pixels.
• Controleer of er een schijf in het station zit, met de glimmende kant naar beneden.
• Zorg ervoor dat de beeldschermresolutie minder is dan 1152 x 864 pixels.
• Controleer of de dvd of de cd in een daarvoor bestemd optisch station is geplaatst. Plaats bijvoorbeeld geen dvd in een station dat alleen voor cd´s is bedoeld.

Problemen met de seriële aansluiting

Probleem
De seriële aansluiting is niet toegankelijk.
Oplossing
• Sluit de seriële kabel van de seriële aansluiting op de computer stevig aan op het seriële apparaat. Als het seriële apparaat een eigen netsnoer heeft, steekt u het netsnoer in een geaard stopcontact.
• Schakel het seriële apparaat in en houd het apparaat online.
• Installeer alle programma's die bij het seriële apparaat zijn geleverd. Raadpleeg de documentatie bij het seriële apparaat voor meer informatie.
• Als u een adapter voor de seriële aansluiting hebt toegevoegd, zorg er dan voor dat de adapter op de juiste wijze is geïnstalleerd.
26 Gebruikershandleiding

Softwareproblemen

Probleem
Bepaalde programma's werken niet zoals verwacht.
Oplossing
1. Controleer of het probleem worden veroorzaakt door een programma.
a. Controleer of de software compatibel is met de computer.
Raadpleeg de documentatie bij de software voor meer
informatie. b. Controleer of de software correct werkt op de computer. c. Controleer of de software die u gebruikt wel op een andere
computer werkt.
2. Als het probleem wordt veroorzaakt door een programma:
• Raadpleeg de gedrukte documentatie die bij het programma
wordt geleverd of raadpleeg het Help-systeem van het programma.
• Werk het programma bij.
• Verwijder het programma en installeer het daarna opnieuw. Als
u een programma wilt downloaden dat vooraf op uw computer is geïnstalleerd, ga naar de instructies op het scherm.
https://pcsupport.lenovo.com en volg

Herstel

In dit gedeelte komt de Lenovo-herstelinformatie van het Windows 10-besturingssysteem aan de orde. Lees de informatie en volg de aanwijzingen voor het herstel op het scherm. De gegevens op uw computer worden tijdens het herstelproces mogelijk verwijderd. Om gegevensverlies te voorkomen, maakt u een reservekopie van alle gegevens die u wilt behouden.

Systeembestanden en -instellingen herstellen naar een eerder punt

1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor een weergave met grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Herstel Systeemherstel starten. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm.

Uw bestanden herstellen vanuit een back-up

Opmerking: Als u het tool Bestandsgeschiedenis gebruikt om uw bestanden terug te zetten vanuit een
back-up, zorg er dan voor dat u eerder een back-up van uw gegevens hebt gemaakt met de tool.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor een weergave met grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Bestandsgeschiedenis Persoonlijke bestanden terugzetten. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm.

De computer opnieuw instellen

Als u de computer opnieuw instelt, kunt u ervoor kiezen om uw bestanden te behouden of te verwijderen wanneer u het besturingssysteem opnieuw installeert.
Opmerking: De items in de grafische gebruikersinterface van het besturingssysteem kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
1. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Bijwerken en beveiliging Herstel.
2. Klik in het gedeelte Deze pc opnieuw instellen op Aan de slag.
3. Volg nu de aanwijzingen op het scherm om de computer opnieuw in te stellen.
Hoofdstuk 4. Diagnose, probleemoplossing en herstel 27

Geavanceerde opties gebruiken

1. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Bijwerken en beveiliging Herstel.
2. Klik in het gedeelte Geavanceerd opstarten op Nu opnieuw opstarten Problemen oplossen Geavanceerde opties.
3. Selecteer een voorkeur en volg de instructies op het scherm.

Automatisch herstel van Windows

Opmerking: Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding tijdens de herstelprocedure.
De herstelomgeving van Windows op uw computer werkt onafhankelijk van het Windows 10­besturingssysteem. Hierdoor kunt u het besturingssysteem herstellen of repareren, ook als het Windows 10­besturingssysteem niet kan worden gestart.
Na twee achtereenvolgende mislukte pogingen om op te starten, start de herstelomgeving van Windows automatisch. Daarna kunt u reparatie- en herstelopties kiezen door de instructies op het scherm te volgen.

Een USB-herstelapparaat maken en gebruiken

U wordt aangeraden om zo snel mogelijk een USB-herstelstation te maken als back-up voor de Windows­herstelprogramma's. Met het USB-herstelstation kunt u problemen oplossen, zelfs als de vooraf geïnstalleerde herstelprogramma's van Windows zijn beschadigd.
Een USB-herstelstation maken Attentie: Tijdens het maken van het USB-herstelstation worden alle gegevens die al op het USB-station
staan, verwijderd. Om gegevensverlies te voorkomen, maakt u een reservekopie van alle gegevens die u wilt behouden.
1. Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding.
2. Bereid een USB-station voor met minimaal 16 GB aan opslagruimte. Hoeveel USB-capaciteit daadwerkelijk is vereist, hangt af van de grootte van de herstelinstallatiekopie.
3. Sluit het voorbereide USB-station aan op de computer.
4. Typ recovery in het zoekvak. Klik vervolgens op Een herstelstation maken.
5. Klik op Ja in het venster Gebruikersaccountbeheer om het programma Recovery Media Creator op te starten.
6. In het venster Herstelstation volgt u de aanwijzingen op het scherm om een USB-herstelstation te maken.
Het USB-herstelstation gebruiken
Als u uw computer niet kunt opstarten, gaat u naar Hoofdstuk 6 'Help en ondersteuning' op pagina 81 om het probleem eerst zelf proberen op te lossen. Als u uw computer nog steeds niet kunt starten, gebruikt u het USB-herstelstation om uw computer te herstellen.
1. Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding.
2. Sluit het USB-herstelstation aan op de computer.
3. Zet de computer aan of start opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F12. Het venster Boot Menu wordt geopend.
4. Selecteer het USB-herstelstation als opstartapparaat.
5. Klik op Problemen oplossen om de optionele hersteloplossingen weer te geven.
28
Gebruikershandleiding
6. Selecteer de gewenste hersteloplossing. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm om het proces te voltooien.

Werk het stuurprogramma bij

Attentie: Als u stuurprogramma's opnieuw installeert, wijzigt u de huidige configuratie van de computer.
U moet het meest recente stuurprogramma voor een bepaalde component downloaden wanneer u merkt dat die component niet goed meer werkt of wanneer u een nieuwe component hebt toegevoegd. Met deze actie kan wellicht de mogelijkheid worden uitgesloten dat het probleem door het stuurprogramma wordt veroorzaakt. Download en installeer het nieuwste stuurprogramma via een van de volgende methoden:
• Vanuit Lenovo Vantage: Open Lenovo Vantage om de beschikbare updatepakketten te controleren. Als het meest recente UEFI
BIOS-updatepakket beschikbaar is, volgt u de aanwijzingen op het scherm om het pakket te downloaden en te installeren.
• Van de ondersteuningswebsite van Lenovo: Ga naar
aanwijzingen op het scherm om de benodigde stuurprogramma's en software te installeren.
• Van Windows Update:
Opmerking: De stuurprogramma's die door Windows Update worden opgehaald, zijn mogelijk niet door Lenovo getest. U wordt aangeraden stuurprogramma's van Lenovo op te halen.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen Bijwerken en beveiligen Windows Update.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
https://pcsupport.lenovo.com en selecteer de vermelding voor uw computer. Volg nu de
Hoofdstuk 4. Diagnose, probleemoplossing en herstel 29
30 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 5. CRU vervangen

Wat zijn CRU's

Customer Replaceable Units (CRU's) zijn onderdelen die door de gebruiker zelf kunnen worden vervangen. Lenovo-computers bevatten de volgende typen CRU's:
Self-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die eenvoudig kunnen worden geïnstalleerd of vervangen door gebruikers zelf of tegen extra kosten door speciaal opgeleide servicemedewerkers.
Optional-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die kunnen worden geïnstalleerd of vervangen door meer ervaren gebruikers. Speciaal opgeleide servicemedewerkers kunnen tevens een service bieden om de onderdelen te installeren of vervangen onder het type garantie dat is vastgesteld voor het apparaat van de gebruiker.
Als u de CRU zelf wilt installeren, verzendt Lenovo de CRU naar u. Informatie over CRU‘s en vervangingsinstructies worden bij uw product geleverd en zijn te allen tijde op verzoek bij Lenovo verkrijgbaar. Mogelijk moet u het defecte onderdeel retourneren dat door de CRU wordt vervangen. Indien terugzending wordt verlangd: (1) worden bij de vervangende CRU retourzending-instructies, een voorgefrankeerd retouretiket en een verpakkingsmateriaal geleverd; en (2) kunnen u voor de vervangende CRU kosten in rekening worden gebracht indien Lenovo de defecte CRU niet ontvangt binnen dertig (30) dagen nadat u de vervangende CRU hebt ontvangen. Zie voor de volledige informatie de Lenovo Beperkte Garantie-documentatie via:
https://www.lenovo.com/warranty/llw_02
Zie de volgende lijst met CRU's voor uw computer.
Self-service CRU's
IdeaCentre 3 07ADA05 IdeaCentre 3 07IMB05
• Netvoedingsadapter • Netsnoer
• Netsnoer • Toetsenbord*
• Toetsenbord* • Muis*
• Muis*
• Computerkap • Frontplaat
• Frontplaat
• Optisch station*
• Beugel voor optisch station* • Opslagstation
• Opslagstation
• M.2 SSD-station • PCI Express-kaart*
• Koelvinblok van het M.2 SSD-station • M.2 SSD-station
• Thermische mat van het M.2 SSD-station • Koelvinblok van het M.2 SSD-station
• Knoopcelbatterij
• Geheugenmodule
• Computerkap
• Optisch station*
• Beugel voor optisch station*
• Voedingseenheid
• Thermische mat van het M.2 SSD-station
• Knoopcelbatterij
• Geheugenmodule
© Copyright Lenovo 2020 31
* voor bepaalde modellen
Optional-service CRU's
IdeaCentre 3 07ADA05 IdeaCentre 3 07IMB05
• Wi-Fi-kaart • Wi-Fi-kaart
• Klepje van Wi-Fi-kaart • Klepje van Wi-Fi-kaart

Een CRU vervangen

Volg de vervangingsprocedure om een CRU te vervangen.

IdeaCentre 3 07ADA05

Netvoedingsadapter
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle verbonden apparaten en kabels en schakel de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
3. Verwijder het netsnoer.
4. Verwijder het netsnoer.
32
Gebruikershandleiding
5. Sluit het netsnoer weer aan.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 33
6. Sluit de nieuwe netvoedingsadapter aan op de computer.
7. Sluit alle losgekoppelde kabels weer aan op de computer en sluit de netvoedingsadapter weer aan op het stopcontact.
Computerkap
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat deze enkele minuten afkoelen voordat u de computerkap opent.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle verbonden apparaten en kabels en schakel de computer uit.
2. Ontgrendel eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet.
3. Neem de computer aan de zijkanten beet en leg deze voorzichtig neer, waarbij de computerkap naar boven wijst.
34
Gebruikershandleiding
4. Verwijder de schroef en schuif de computerkap uit het chassis.
5. Plaats de nieuwe computerkap en schroef deze vast.
6. Plaats de computer rechtop.
7. Sluit alle losgekoppelde kabels weer aan op de computer en sluit de netvoedingsadapter weer aan op het stopcontact.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Frontplaat
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 35
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 34.
2. Verwijder de frontplaat door de drie plastic lipjes los te maken (zie afbeelding).
3. Plaats de frontplaat door de drie plastic lipjes vast te maken (zie afbeelding).
36 Gebruikershandleiding
4. Plaats alle verwijderde onderdelen opnieuw.
5. Sluit de netvoedingsadapter en alle ontkoppelde kabels weer aan op de computer.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Optisch station
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 34.
2. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 35
3. Ontkoppel de signaal- en voedingskabels aan de achterzijde van het optische station.
4. Druk op de ontgrendelknop en duw het optische station recht naar de voorzijde van het chassis.
5. Maak de beugel van het optische station los.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 37
6. Installeer de beugel op het optische station.
7. Installeer het optische station.
8. Sluit de signaalkabel en de voedingskabel aan op het nieuwe optische station.
9. Plaats alle verwijderde onderdelen opnieuw.
10. Sluit het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Opslagstation
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 34.
2. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 35.
3. Verwijder het optische station. Zie 'Optisch station' op pagina 37.
38
Gebruikershandleiding
4. Ontkoppel de signaal- en voedingskabels van het opslagstation.
5. Verwijder de schroef uit de beugel en schuif het opslagstation en de beugel uit het chassis.
6. Verwijder de schroeven. Verwijder het opslagstation vervolgens uit de beugel.
7. Installeer het nieuwe opslagstation en bevestig de schroeven.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 39
8. Lijn het opslagapparaat en de beugel uit met het chassis en schuif deze erin (zie afbeelding).
9. Draai de schroef aan.
10. Sluit de signaalkabel en de voedingskabel aan op het nieuwe opslagstation.
11. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
12. Plaats de computer rechtop. Sluit de netvoedingsadapter en alle ontkoppelde kabels weer aan op de computer.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
40
Gebruikershandleiding
M.2 SSD-station
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 34.
2. Raadpleeg afhankelijk van uw computermodel een van de volgende onderwerpen om het M.2 SSD­station te vervangen.
3. M.2 SSD-station (2280):
• Verwijder de schroeven.
• Verwijder het koelvinblok en de thermische mat van het M.2 SSD-station.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 41
• Verwijder de schroef.
• Schuif het M.2 SSD-station (2280) uit het compartiment.
42 Gebruikershandleiding
• Installeer het M.2 SSD-station (2280).
• Bevestig het M.2 SSD-station (2280) met de schroef.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 43
• Installeer de thermische mat en het koelvinblok van het M.2 SSD-station op het M.2 SSD-station (2280).
• Bevestig het koelvinblok van het M.2 SSD-station met de schroeven.
44 Gebruikershandleiding
4. M.2 SSD-station (2242):
• Open de bevestigingshendel.
• Schuif het M.2 SSD-station (2242) uit het compartiment.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 45
• Installeer het M.2 SSD-station (2242).
• Sluit de bevestigingshendel.
5. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
6. Sluit alle losgekoppelde kabels weer aan op de computer en sluit de netvoedingsadapter weer aan op het stopcontact.
Knoopcelbatterij
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
46
Gebruikershandleiding
GEVAAR
Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De knoopcelbatterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden:
• Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type.
• Houd de batterij uit de buurt van open vuur.
• Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte.
• Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
• Sluit de batterij niet kort.
• Laat de batterij niet vallen en zorg dat hij niet beklemd raakt, doorboord wordt of wordt blootgesteld aan grote krachten. Verkeerd en ondeskundig gebruik van de batterij kan er de oorzaak van zijn dat deze oververhit raakt, hetgeen gasvorming of vlammen kan veroorzaken.
Opmerking: Als u de knoopcelbatterij wilt weggooien, raadpleeg dan de 'Kennisgeving lithium-
knoopcelbatterij' in Veiligheid en garantie
.
De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor ingebouwde voorzieningen, zoals de configuratie van de parallelle aansluiting. Dankzij een knoopcelbatterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet.
Meestal vereist de knoopcelbatterij geen onderhoud en hoeft u deze ook niet op te laden. Een knoopcelbatterij gaat echter niet voor altijd mee. Als de knoopcelbatterij het begeeft, gaan de datum- en tijdgegevens verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 55.
2. Maak de klem los.
3. Verwijder de knoopcelbatterij.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 47
4. Plaats de knoopcelbatterij.
5. De knoopcelbatterij vastzetten met de vergrendeling.
6. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
7. Sluit alle losgekoppelde kabels weer aan op de computer en sluit de netvoedingsadapter weer aan op het stopcontact.
48
Gebruikershandleiding
Geheugenmodule
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Zorg ervoor dat u de installatievolgorde voor geheugenmodules in de volgende afbeelding volgt.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 34.
2. Maak de klemmen los.
3. Verwijder de geheugenmodule.
4. Installeer een geheugenmodule.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 49
5. Zet de geheugenmodule vast met de klemmen.
6. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
7. Plaats de computer rechtop. Sluit de netvoedingsadapter en alle ontkoppelde kabels weer aan op de computer.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Wi-Fi-kaart
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
In de onderstaande afbeelding ziet u de exacte locatie van de Wi-Fi-kaart.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 34.
50
Gebruikershandleiding
2. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 35.
3. Verwijder het optische station. Zie 'Optisch station' op pagina 37.
4. Verwijder het opslagstation. Zie 'Opslagstation' op pagina 38.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 51
5. Verwijder de schroef en verwijder vervolgens het klepje van de Wi-Fi-kaart.
6. Koppel de Wi-Fi-antennes los van de Wi-Fi-kaart.
7. Verwijder de Wi-Fi-kaart.
52 Gebruikershandleiding
8. Plaats de nieuwe Wi-Fi-kaart.
9. Sluit de Wi-Fi-antennes op de Wi-Fi-kaart aan.
10. Plaats het klepje van de Wi-Fi-kaart.
11. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
12. Sluit de netvoedingsadapter en alle ontkoppelde kabels weer aan op de computer.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 53

IdeaCentre 3 07IMB05

Netsnoer
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle verbonden apparaten en kabels en schakel de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
3. Ontkoppel het netsnoer van de computer.
54 Gebruikershandleiding
4. Sluit het nieuwe netsnoer op de computer aan.
5. Stop alle stekkers weer in het stopcontact en sluit alle ontkoppelde kabels weer op de computer aan.
Computerkap
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat deze enkele minuten afkoelen voordat u de computerkap opent.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle verbonden apparaten en kabels en schakel de computer uit.
2. Ontgrendel eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet.
3. Neem de computer aan de zijkanten beet en leg deze voorzichtig neer, waarbij de computerkap naar boven wijst.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 55
4. Verwijder de schroef en schuif de computerkap uit het chassis.
5. Plaats de nieuwe computerkap en schroef deze vast.
6. Plaats de computer rechtop.
7. Stop alle stekkers weer in het stopcontact en sluit alle ontkoppelde kabels weer op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Frontplaat
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
56
Gebruikershandleiding
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 55.
2. Verwijder de frontplaat door de drie plastic lipjes los te maken (zie afbeelding).
3. Plaats de frontplaat door de drie plastic lipjes vast te maken (zie afbeelding).
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 57
4. Plaats alle verwijderde onderdelen opnieuw.
5. Sluit het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Optisch station
Vereiste
Lees voordat u begint de 'Computerkap' op pagina 55 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 55.
2. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 56
3. Ontkoppel de signaal- en voedingskabels aan de achterzijde van het optische station.
4. Druk op de ontgrendelknop en duw het optische station recht naar de voorzijde van het chassis.
5. Maak de beugel van het optische station los.
58 Gebruikershandleiding
6. Installeer de beugel op het optische station.
7. Installeer het optische station.
8. Sluit de signaalkabel en de voedingskabel aan op het nieuwe optische station.
9. Plaats alle verwijderde onderdelen opnieuw.
10. Sluit het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Opslagstation
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 55.
2. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 56.
3. Verwijder het optische station. Zie 'Optisch station' op pagina 58.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 59
4. Ontkoppel de signaal- en voedingskabels van het opslagstation.
5. Verwijder de schroef uit de beugel en schuif het opslagstation en de beugel uit het chassis.
6. Verwijder de schroeven. Verwijder het opslagstation vervolgens uit de beugel.
7. Installeer het nieuwe opslagstation en bevestig de schroeven.
60 Gebruikershandleiding
8. Lijn het opslagapparaat en de beugel uit met het chassis en schuif deze erin (zie afbeelding).
9. Draai de schroef aan.
10. Sluit de signaalkabel en de voedingskabel aan op het nieuwe opslagstation.
11. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
12. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 61
Voedingseenheid
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 55.
2. Verwijder de schroeven en schuif de voedingseenheid uit de computer.
62 Gebruikershandleiding
3. Plaats een voedingseenheid en bevestig de schroeven.
4. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
5. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
PCI-Express kaart
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 55.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 63
2. Verwijder een PCI Express-kaart op de weergegeven wijze.
Opmerking: Als de kaart vastzit met een kaartklem, drukt u op de vergrendeling om deze te openen (zie afbeelding). Verwijder de kaart vervolgens voorzichtig uit de sleuf.
3. Plaats de nieuwe PCI Express-kaart op de weergegeven wijze.
64 Gebruikershandleiding
4. Bevestig de PCI Express-kaart op de weergegeven wijze.
5. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
6. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
M.2 SSD-station
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 55.
2. Raadpleeg afhankelijk van uw computermodel een van de volgende onderwerpen om het M.2 SSD­station te vervangen.
3. M.2 SSD-station (2280):
• Verwijder de schroeven.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 65
• Verwijder het koelvinblok en de thermische mat van het M.2 SSD-station.
• Verwijder de schroef.
66
Gebruikershandleiding
• Schuif het M.2 SSD-station (2280) uit het compartiment.
• Installeer het M.2 SSD-station (2280).
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 67
68 Gebruikershandleiding
• Bevestig het M.2 SSD-station (2280) met de schroef.
• Installeer de thermische mat en het koelvinblok van het M.2 SSD-station op het M.2 SSD-station
(2280).
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 69
• Bevestig het koelvinblok van het M.2 SSD-station met de schroeven.
4. M.2 SSD-station (2242):
• Open de bevestigingshendel.
70 Gebruikershandleiding
• Schuif het M.2 SSD-station (2242) uit het compartiment.
• Installeer het M.2 SSD-station (2242).
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 71
• Sluit de bevestigingshendel.
5. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
6. Sluit alle losgekoppelde kabels weer aan op de computer en sluit de netvoedingsadapter weer aan op het stopcontact.
Knoopcelbatterij
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
GEVAAR
Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De knoopcelbatterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden:
• Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type.
• Houd de batterij uit de buurt van open vuur.
• Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte.
• Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
• Sluit de batterij niet kort.
• Laat de batterij niet vallen en zorg dat hij niet beklemd raakt, doorboord wordt of wordt blootgesteld aan grote krachten. Verkeerd en ondeskundig gebruik van de batterij kan er de oorzaak van zijn dat deze oververhit raakt, hetgeen gasvorming of vlammen kan veroorzaken.
Opmerking: Als u de knoopcelbatterij wilt weggooien, raadpleeg dan de 'Kennisgeving lithium-
knoopcelbatterij' in Veiligheid en garantie
72
Gebruikershandleiding
.
De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor ingebouwde voorzieningen, zoals de configuratie van de parallelle aansluiting. Dankzij een knoopcelbatterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet.
Meestal vereist de knoopcelbatterij geen onderhoud en hoeft u deze ook niet op te laden. Een knoopcelbatterij gaat echter niet voor altijd mee. Als de knoopcelbatterij het begeeft, gaan de datum- en tijdgegevens verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 55.
2. Maak de klem los.
3. Verwijder de knoopcelbatterij.
4. Plaats de knoopcelbatterij.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 73
5. De knoopcelbatterij vastzetten met de vergrendeling.
6. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
7. Sluit alle losgekoppelde kabels weer aan op de computer en sluit de netvoedingsadapter weer aan op het stopcontact.
Geheugenmodule
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Zorg ervoor dat u de installatievolgorde voor geheugenmodules in de volgende afbeelding volgt.
74
Gebruikershandleiding
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 55.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 75
2. Maak de klemmen los en verwijder de geheugenmodule.
3. Plaats een geheugenmodule en zet deze met de klemmen vast.
4. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
5. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
76
Gebruikershandleiding
Wi-Fi-kaart
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat deze enkele minuten afkoelen voordat u de computerkap opent.
In de onderstaande afbeelding ziet u de exacte locatie van de Wi-Fi-kaart.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 34.
2. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 35.
3. Verwijder het optische station. Zie 'Optisch station' op pagina 37.
4. Verwijder het opslagstation. Zie 'Opslagstation' op pagina 38.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 77
5. Verwijder de schroef en verwijder vervolgens het klepje van de Wi-Fi-kaart.
6. Koppel de Wi-Fi-antennes los van de Wi-Fi-kaart.
7. Verwijder de Wi-Fi-kaart.
78 Gebruikershandleiding
8. Plaats de nieuwe Wi-Fi-kaart.
9. Sluit de Wi-Fi-antennes op de Wi-Fi-kaart aan.
10. Plaats het klepje van de Wi-Fi-kaart.
11. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
12. Sluit de netvoedingsadapter en alle ontkoppelde kabels weer aan op de computer.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Hoofdstuk 5. CRU vervangen 79
80 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 6. Help en ondersteuning

Zelfhulpbronnen

Gebruik de zelfhulpbronnen voor meer informatie over de computer en het oplossen van problemen.
Bronnen
Gebruik Lenovo Vantage voor het volgende:
• Configureer apparaat-instellingen.
• Download en installeer UEFI BIOS, stuurprogramma's en firmware-updates.
• Beveilig uw computer tegen bedreigingen van buitenaf.
• De garantiestatus van de computer controleren.
• Toegang krijgen tot de Gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Productdocumentatie:
Veiligheid en garantie
Installatiegids
• Deze gebruikershandleiding
Regulatory Notice
Ondersteuningswebsite van Lenovo met de meest recente ondersteuningsinformatie voor de volgende items:
• Stuurprogramma's en software
• Diagnoseprogramma's
• Product- en servicegarantie
• Product- en onderdelendetails
• Help-informatie en veelgestelde vragen
Hoe krijg ik toegang?
• Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage.
• Gebruik Windows Search.
1. Ga naar
2. Detecteer uw computer of selecteer handmatig het computermodel.
3. Selecteer Documentation (Documentatie) en zoek de gewenste documentatie.
https://pcsupport.lenovo.com
https://pcsupport.lenovo.com.
• Open het menu Start en klik op Hulp vragen of Tips.
Windows Help-informatie
© Copyright Lenovo 2020 81
• Gebruik Windows Search of de persoonlijke assistent Cortana
• Ondersteuningswebsite van Microsoft:
https://support.microsoft.com
®
.

Lenovo bellen

Als u hebt geprobeerd het probleem zelf op te lossen en nog steeds hulp nodig hebt, kunt u het Klantsupportcentrum van Lenovo bellen.

Voordat u contact opneemt met Lenovo

Bereid het volgende voor voordat u contact opneemt met Lenovo:
1. Symptomen en bijzonderheden van problemen vastleggen:
• Wat voor soort probleem is het? Doorlopend of incidenteel?
• Een foutmelding of foutcode?
• Welk besturingssysteem gebruikt u? En welke versie?
• Welke programma's waren actief op het moment dat het probleem optrad?
• Kan de fout worden gereproduceerd? Zo ja: hoe?
2. Systeeminformatie vastleggen:
• Productnaam
• Machinetype en serienummer In de volgende afbeelding ziet u de locatie van de informatie over het machinetype en het
serienummer van uw computer.

Klantsupportcentrum van Lenovo

Tijdens de garantieperiode kunt u het Klantsupportcentrum van Lenovo bellen voor hulp.
Telefoonnummers
Ga voor telefoonnummers van Lenovo Support voor uw land of regio naar:
https://pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
Opmerking: Telefoonnummers kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Als het nummer voor uw land of regio ontbreekt, neemt u contact op met uw Lenovo-wederverkoper of met uw Lenovo-vertegenwoordiger.
82
Gebruikershandleiding
De services zijn tijdens de garantieperiode beschikbaar
• Probleembepaling: Speciaal opgeleid personeel staat tot uw beschikking om u te helpen vast te stellen of er sprake is van een hardwareprobleem en zo ja, wat er gedaan moet worden.
• Reparatie van Lenovo-hardware: Als er is vastgesteld dat het probleem een hardwareprobleem is van een Lenovo-product dat onder de garantie valt, staat ons personeel klaar om u te helpen met reparatie of onderhoud.
• Wijzigingen in het ontwerp: Een enkele keer komt het voor dat er, na de verkoop, wijzigingen in een product moeten worden aangebracht. Lenovo of uw Lenovo-dealer zal dergelijke technische wijzigingen meestal in uw hardware aanbrengen.
Services niet gedekt
• Vervanging of gebruik van onderdelen die niet zijn gefabriceerd door Lenovo of van onderdelen zonder garantie
• Opsporing van de oorzaak van softwareproblemen
• Configuratie van het UEFI BIOS als onderdeel van een installatie of upgrade
• Wijzigingen, aanpassingen of upgrades van stuurprogramma's
• Installatie en onderhoud van netwerkbesturingssystemen
• Installatie en onderhoud van softwareprogramma's
Voor de voorwaarden en bepalingen van de Lenovo Beperkte Garantie die op uw Lenovo hardwareproduct van toepassing zijn, raadpleegt u 'Informatie over de garantie' in de publicatie Veiligheid en garantie die bij uw computer is meegeleverd.

Aanvullende services aanschaffen

Zowel tijdens als na de garantieperiode kunt u aanvullende services van Lenovo aanschaffen via:
https://www.lenovo.com/services
De beschikbaarheid van deze services en de namen ervan verschillen per land of regio.
Hoofdstuk 6. Help en ondersteuning 83
84 Gebruikershandleiding

Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften

Veiligheidsinformatie
Deze informatie helpt u uw computer veilig te gebruiken. Gebruik en bewaar alle informatie die bij uw computer is geleverd. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de Beperkte Garantie. Raadpleeg 'Informatie over de garantie' in de publicatie Veiligheid en garantie die is meegeleverd met uw computer.
De veiligheid van de klant is belangrijk. Onze producten worden ontworpen met het oog op veiligheid en effectiviteit. Personal computers zijn echter elektronische apparaten. Netsnoeren, voedingsadapters en andere onderdelen kunnen een veiligheidsrisico opleveren dat, met name bij onjuist gebruik en misbruik, kan leiden tot schade en lichamelijk letsel. Om deze risico's te verkleinen, dient u de bij het product geleverde instructies te volgen, zich te houden aan alle waarschuwingen op het product zelf en in de bedieningsinstructies, en de informatie in dit document zorgvuldig te lezen. Door de in dit document opgenomen informatie en de bij het product geleverde instructies nauwkeurig op te volgen, beschermt u zichzelf tegen gevaren en maakt u de werkomgeving van de computer een stuk veiliger. Als de computer wordt gebruikt op een manier die niet door de fabrikant wordt beschreven, kan dit nadelig zijn voor de beveiliging van de computer.
Opmerking: Deze informatie bevat verwijzingen naar voedingsadapters en batterijen. Ook andere producten (zoals luidsprekers en beeldschermen) worden geleverd met een externe voedingsadapter. Als u een dergelijk product in bezit hebt, is deze informatie ook daarop van toepassing. Bovendien kunnen er in computerproducten interne batterijen ter grootte van een munt ('knoopcellen') zijn verwerkt, waarmee de systeemklok in stand wordt gehouden wanneer de stekker niet in het stopcontact zit. De veiligheidsvoorschriften voor batterijen gelden dus voor alle computerproducten.
Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is
Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken. Bepaalde schade aan producten is zo ernstig dat het product niet meer mag worden gebruikt voordat het is geïnspecteerd en, indien nodig, gerepareerd door een geautoriseerde onderhoudstechnicus.
Net als bij andere elektronische apparaten, moet u goed op het product te letten wanneer het is ingeschakeld.
In zeer uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat u een geur waarneemt of rook dan wel vonkjes uit het product ziet komen. Het kan ook zijn dat u een ploppend, krakend of sissend geluid hoort. Dit kan erop wijzen dat een van de interne elektronische componenten op een gecontroleerde manier defect is geraakt. Het kan echter ook een indicatie zijn van een mogelijk gevaarlijke situatie. Neem in dergelijke gevallen nooit risico's en probeer niet zelf een diagnose te stellen. Neem voor hulp contact op met het Klantsupportcentrum. Een lijst met telefoonnummer's voor service en ondersteuning vindt u op de volgende website:
https://pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
Controleer de computer en de onderdelen regelmatig op beschadigingen, sporen van slijtage en mogelijk gevaar. Mocht u twijfels hebben over de conditie van een bepaalde component, gebruik het product dan niet. Neem contact op met het Klantsupportcentrum of met de fabrikant van het product. U krijgt dan te horen hoe u het product kunt inspecteren en, indien nodig, kunt laten repareren.
© Copyright Lenovo 2020 85
In het onwaarschijnlijke geval dat een van de onderstaande omstandigheden zich voordoet of als u twijfelt aan de veiligheid van het product, stopt u het gebruik van het product, haalt u de stekker uit het stopcontact en ontkoppelt u de telefoonkabels. Neem voor verdere instructies contact op met het Klantsupportcentrum.
• Gebroken of beschadigde netsnoeren, stekkers, adapters, verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen of voedingseenheden.
• Tekenen van oververhitting, rook, vonken of vuur.
• Schade aan een batterij (zoals barsten of deuken), spontane ontlading of lekkage uit de batterij (herkenbaar aan vreemde stoffen).
• Een krakend, sissend of knallend geluid of een sterke geur afkomstig uit het product.
• Aanwijzingen dat er vloeistof is gemorst of dat er iets op de computer, het netsnoer of de voedingsadapter is gevallen.
• De computer, het netsnoer of de adapter zijn nat geworden.
• Het product is gevallen of op welke manier dan ook beschadigd.
• Het product werkt niet normaal als u de bedieningsinstructies volgt.
Opmerking: Als u deze situatie constateert bij een product (bijvoorbeeld een verlengsnoer) dat niet is gefabriceerd door Lenovo, gebruik dit product dan niet meer totdat u advies hebt ingewonnen bij de fabrikant of totdat u een geschikte vervanging hebt gevonden.
Service en upgrades
Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het Klantsupportcentrum of van de documentatie. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft voor het repareren van het desbetreffende product.
Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of vervangen. Upgrades worden meestal 'opties' genoemd. Vervangende onderdelen die zijn goedgekeurd om door de klant zelf te worden geïnstalleerd, worden Customer Replaceable Units of CRU's genoemd. CRU's zijn door Lenovo voorzien van documentatie met instructies voor vervanging van deze onderdelen door de klant. Volg bij het installeren of vervangen van dergelijke onderdelen steeds de instructies. Dat het aan/uit­lampje niet brandt, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het spanningsniveau binnenin een product nul is. Voordat u de kap opent van een product dat is uitgerust met een netsnoer, dient u altijd te controleren of het apparaat uit staat en of de stekker van het product uit het stopcontact is gehaald. Bij vragen neemt u contact op met het Klantsupportcentrum.
Hoewel er geen bewegende onderdelen in de computer zitten als het netsnoer uit het stopcontact is gehaald, is het goed om de volgende waarschuwingen, omwille van uw veiligheid, ter harte te nemen.
Bewegende onderdelen:
Houd vingers en andere delen van uw lichaam uit de buurt van gevaarlijke bewegende onderdelen. Als u zich ernstig verwondt, raadpleegt u een arts.
Heet oppervlak:
86
Gebruikershandleiding
Vermijd contact met hete onderdelen in de computer. Als de computer is ingeschakeld, worden sommige onderdelen zo heet dat u zich eraan kunt branden. Voordat u de kap van de computer opent, zet u de computer uit, koppelt u de voeding los en wacht u ongeveer 10 minuten totdat de onderdelen zijn afgekoeld.
Installeer na het vervangen van een CRU alle beschermende kappen opnieuw, inclusief de kap van de computer, voordat u de voeding aansluit en de computer gebruikt. Deze actie is belangrijk om een onverwachte elektrische schok te helpen voorkomen en om het risico van een onverwachte brand in extreem zeldzame gevallen te beperken.
Scherpe randen:
Wanneer u CRU's vervangt, moet u goed op de scherpe randen en hoeken letten waaraan u zich kunt verwonden. Als u zich ernstig verwondt, raadpleegt u een arts.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 87
Netsnoeren en voedingsadapters
GEVAAR
Gebruik alleen netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd.
Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland, is dit H03VV-F, 3G, 0,75 mm of beter. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan.
Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren. Dit kan gevaar opleveren.
Plaats netsnoeren altijd zo, dat niemand er op kan gaan staan of over kan vallen en dat er geen voorwerpen op kunnen worden gezet.
Voorkom dat netsnoeren en voedingsadapters nat worden. Laat een netsnoer of voedingsadapter bijvoorbeeld niet liggen bij een wasbak of toilet, of op een vloer die wordt schoongemaakt met een vloeibaar reinigingsmiddel. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting.
Zorg ervoor dat de netstroomstekkers helemaal in het stopcontact zijn gestoken.
Gebruik geen voedingsadapter die sporen vertoont van corrosie aan de invoerpennen of sporen van oververhitting (zoals vervormd plastic) bij de aansluiting of op een ander deel van de voedingsadapter.
Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of oververhitting vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is.
2
Om mogelijke oververhitting te voorkomen mag u de voedingsadapter niet bedekken met kleding of andere voorwerpen, wanneer de voedingsadapter in een stopcontact zit.
Kennisgeving voor het netsnoer
Opmerking: Het netsnoer en de adapter die bij dit product zijn geleverd, zijn uitsluitend bedoeld voor
gebruik met dit product. Gebruik ze niet met andere producten.
Voor uw veiligheid levert Lenovo bij dit product een netsnoer voorzien van een stekker met randaarde. Ter voorkoming van een elektrische schok dient u dit netsnoer altijd alleen te gebruiken in combinatie met een stopcontact met randaarde.
Netsnoeren die door Lenovo in de Verenigde Staten en Canada worden geleverd, zijn geregistreerd door Underwriters Laboratories (UL) en gecertificeerd door de Canadian Standards Association (CSA).
Gebruik bij een netspanning van 115 V een netsnoer dat is geregistreerd door UL en gewaarmerkt door de CSA, met drie koperen aders met een doorsnede van minimaal 0,82 mm (18 AWG), een lengte van maximaal 5 meter en een geaarde stekker voor 125 V die geschikt is voor 10 A.
88
Gebruikershandleiding
Gebruik bij apparaten bedoeld voor een netspanning van 230 V (in de Verenigde Staten) een netsnoer dat is geregistreerd door UL en gewaarmerkt door de CSA, met drie koperen aders met een doorsnede van minimaal 0,82 mm (18 AWG), een lengte van maximaal 5 meter en een geaarde stekker voor 250 V die geschikt is voor 10 A.
Gebruik bij een netspanning van 230 V (buiten de Verenigde Staten): een netsnoer met een aangepaste, geaarde stekker. De combinatie van netsnoer en stekker dient goedgekeurd te zijn voor gebruik in het land waarin de apparatuur wordt geïnstalleerd.
Netsnoeren die door Lenovo zijn geleverd voor een bepaald land of regio, zijn gewoonlijk alleen in dat land verkrijgbaar.
Bij gebruik in Duitsland dient u een goedgekeurd netsnoer te gebruiken. Voor Duitsland moet dit H05VV-F, 3G, 0,75 mm2 of beter zijn. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan.
Gebruik in Denemarken: een netsnoer met een aangepaste, geaarde stekker. De combinatie van netsnoer en stekker dient goedgekeurd te zijn voor gebruik in het land waarin de apparatuur wordt geïnstalleerd.
Gebruik in Noorwegen, Zweden en Finland: een netsnoer met een aangepaste stekker met twee pinnen. De combinatie van netsnoer en stekker dient goedgekeurd te zijn voor gebruik in het land waarin de apparatuur wordt geïnstalleerd.
Als u de pc wilt gebruiken in een ander land of een andere regio dan uw bestellocatie, moet u een extra netsnoer van Lenovo aanschaffen voor het land of de regio waar de pc zal worden gebruikt. Raadpleeg de handleiding voor het netsnoer op onze website en regio's ondersteunen meerdere spanningen. Let dus op dat u het juiste netsnoer voor de bedoelde spanning bestelt.
https://pcsupport.lenovo.com voor details. Bepaalde landen
Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires
Controleer of alle verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen, noodvoedingen en stekkerdozen die u gebruikt, bestand zijn tegen de elektrische eisen van het product. Overbelast deze apparaten nooit. Als u stekkerdozen gebruikt, mag de belasting niet hoger zijn dan de invoerspecificatie van die stekkerdoos. Mocht u vragen hebben over (over)belasting, elektrische eisen en invoerspecificaties, neem dan contact op met een elektricien.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 89
Stekkers en stopcontacten
GEVAAR
Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten, beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen.
Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant.
Gebruik voor de computer niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische apparaten die veel stroom gebruiken. Het voltage kan dan instabiel worden, en dit kan leiden tot schade aan de computer, de gegevens en/of de aangesloten apparatuur.
Bepaalde producten worden geleverd met een stekker met randaarde. Deze stekker past alleen in een stopcontact met randaarde. Dit is een veiligheidsvoorziening. Steek dergelijke stekkers alleen in een geaard stopcontact. Neem, als u de stekker niet in het stopcontact kunt steken, contact op met een elektricien voor een goedgekeurde stopcontactadapter of vervang het stopcontact door een exemplaar met deze beveiligingsfunctie. Voorkom overbelasting van het stopcontact. De totale systeembelasting mag niet hoger zijn dan 80 procent van de specificatie van de groep. Mocht u vragen hebben over (over)belasting of specificaties van groepen, neem dan contact op met een elektricien.
Zorg dat het stopcontact dat u gebruikt, correct bedraad is, goed bereikbaar is en zich in de buurt van de apparatuur bevindt. Zorg dat het netsnoer niet helemaal strak staat, hierdoor kan het slijten.
Controleer of het stopcontact dat u gebruikt, de juiste spanning en stroomsterkte levert voor het apparaat dat u installeert.
Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit haalt.
Kennisgeving voedingseenheid
Verwijder nooit de kap van een voeding of van andere componenten waarop het volgende label is bevestigd.
In componenten met dit label, bevinden zich gevaarlijke spannings-, stroom- of energieniveaus. Er bevinden zich in deze componenten geen onderdelen die onderhoud vereisen. Als u vermoedt dat er met een van deze onderdelen een probleem is, neem dan contact op met een onderhoudstechnicus.
Externe apparatuur
WAARSCHUWING: Sluit geen andere externe kabels of snoeren aan dan USB- en 1394-kabels als de computer is ingeschakeld. Anders kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten ontkoppelt.
90
Gebruikershandleiding
Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij
GEVAAR
Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Als de knoopcelbatterij geen CRU is, moet u de knoopcelbatterij niet proberen te vervangen. Het vervangen van de batterij moet worden uitgevoerd door een reparatiebedrijf dat door Lenovo is geautoriseerd.
Deze door Lenovo geautoriseerde bedrijven recyclen Lenovo-batterijen volgens de plaatselijke wet­en regelgeving.
Als u de lithium-knoopcelbatterij vervangt, moet u uitsluitend hetzelfde type of een vergelijkbaar type gebruiken dat wordt aanbevolen door de fabrikant. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen. Het inslikken van de lithium-knoopcelbatterij kan verstikking of binnen twee uur ernstige interne brandwonden veroorzaken en kan zelfs leiden tot de dood.
Houd batterijen uit de buurt van kinderen. Als u een lithium-knoopcelbatterij inslikt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Houd u aan het volgende:
• Gooi de batterij niet in het water en dompel de batterij niet onder
• Let op dat de batterij niet warmer wordt dan 100 °C
• Haal de batterij niet uit elkaar
• Bewaar de batterij niet in een omgeving met een zeer lage luchtdruk
• Bewaar de batterij niet in een omgeving met een zeer hoge temperatuur
• Plet, doorboor, verbrijzel of verbrand de batterij niet
Gooi de batterij niet bij het huisvuil weg, maar behandel deze als klein chemisch afval.
De volgende verklaring geldt voor gebruikers in de staat Californië (VS).
Informatie over perchloraat voor Californië: Producten die zijn uitgerust met lithium-knoopcelbatterijen met mangaandioxide, kunnen perchloraat
bevatten. Perchloraat materiaal - speciale behandeling kan een vereiste zijn. Zie
hazardouswaste/perchlorate/
.
https://www.dtsc.ca.gov/
Warmte en ventilatie
Computers, voedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen:
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 91
• Laat uw computer, voedingsadapter of accessoires niet te lang op uw schoot liggen als deze aan staan of als de batterij wordt opgeladen. Uw computer, voedingsadapter en veel accessoires produceren warmte tijdens normaal gebruik. Langdurig contact met uw lichaam of kleding kan ongemak en zelfs brandwonden veroorzaken.
• Laad de batterij niet op en werk niet met uw computer, voedingsadapter of toebehoren in de nabijheid van ontvlambare materialen of in een omgeving met explosiegevaar.
• Ventilatieopeningen, ventilatoren en koelvinblokken maken deel uit van het product omwille van de veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk geblokkeerd raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat deze voorzieningen nooit geblokkeerd, bedekt of uitgeschakeld raken.
Controleer minstens eens per drie maanden of er zich geen stof ophoopt in of op uw desktopcomputer. Schakel de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u met de controle van uw computer begint; verwijder alle stof dat zich in openingen in de frontplaat bevindt. Als u van buitenaf ziet dat er zich stof heeft opgehoopt in de computer, verwijder dat dan en vergeet niet om de inlaat van het koelelement, de sleuven in de voedingseenheid en de ventilatoren schoon te maken. Zet de computer altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de kap opent. Probeer te voorkomen dat uw computer wordt gebruikt binnen 60 cm van plaatsen waar veel wordt gelopen. Mocht een dergelijke opstelling onvermijdelijk zijn, controleer dan vaker of de computer niet vuil is en maak de computer indien nodig vaker schoon.
Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van optimale computerprestaties altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen voor uw desktopcomputer:
• Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit.
• Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is.
• Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in een stoffige of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken.
• Houd de ventilatieopeningen vrij en zorg dat er niets vóór staat.
• Plaats uw computer niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de kans dat de computer oververhit raakt.
• De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35 °C.
• Installeer geen apparaten voor het filteren van lucht. Deze kunnen een goede koeling in de weg staan.
92
Gebruikershandleiding
Veiligheidsvoorschriften voor elektriciteit
GEVAAR
Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk.
Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende:
• Gebruik de computer niet tijdens onweer.
• Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet. Voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer.
• Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
• Sluit het netsnoer van alle apparaten die op dit product worden aangesloten, aan op een correct geaard stopcontact.
• Gebruik indien mogelijk slechts één hand bij het aansluiten en loskoppelen van signaalkabels.
• Zet een apparaat nooit aan als dit brand-, water- of structuurschade vertoont.
• Ontkoppel alle netsnoeren, batterijen en snoeren voordat u de kap van een apparaat opent, tenzij de installatie- of configuratie-instructies expliciet anders voorschrijven.
• Gebruik de computer niet voordat de behuizingen van de interne onderdelen vastzitten. Gebruik de computer nooit wanneer interne onderdelen en circuits blootliggen.
GEVAAR
Als u dit product of een aangesloten apparaat installeert, verplaatst of opent, houd u dan bij het aansluiten en loskoppelen van de kabels aan de volgende procedures.
Aansluiten:
1. Zet alles UIT.
2. Sluit eerst alle kabels aan op de apparaten.
3. Sluit de signaalkabels aan.
4. Steek de stekkers van de netsnoeren in het stopcontact.
5. Zet de apparaten AAN.
Voordat u andere elektrische kabels en snoeren op de computer aansluit, moet u eerst de stekker uit het stopcontact halen.
De stekker mag pas in het stopcontact worden gestoken nadat u alle andere kabels en snoeren hebt aangesloten op de computer.
GEVAAR
Ontkoppelen:
1. Zet alles UIT.
2. Haal eerst de stekkers uit het stopcontact.
3. Ontkoppel de signaalkabels.
4. Ontkoppel alle kabels van de apparaten.
Tijdens onweer dient u geen vervangingen uit te voeren en dient u het telefoonsnoer niet aan te sluiten of te ontkoppelen.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 93
Laserveiligheidsinformatie
WAARSCHUWING: Als u laserproducten (bijvoorbeeld CD-ROM-stations, DVD-stations, glasvezelapparatuur of speciale zenders) installeert, let dan op het volgende:
• Open de behuizing niet. Als u de kap van het laserproduct opent, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke laserstraling. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die kunnen worden vervangen.
• Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures anders dan hier is beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
GEVAAR
Sommige laserproducten bevatten een ingebouwde laserdiode van Klasse 3B. Let op het volgende: Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal.
Kennisgeving LCD (liquid crystal display)
GEVAAR
Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende:
• Open de behuizing niet.
• Bedien dit product alleen wanneer de standaard is bevestigd.
• U moet dit product niet aansluiten of loskoppelen tijdens onweer.
• De stekker van het netsnoer moet zijn aangesloten op een correct bedraad, geaard stopcontact.
• Apparatuur waarop dit product wordt aangesloten, moet tevens worden aangesloten op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
• Als u het beeldscherm wilt isoleren van het elektriciteitsnet, moet u de stekker uit het stopcontact halen. Het stopcontact moet eenvoudig toegankelijk zijn.
Verplaatsen:
• Als uw beeldscherm meer dan 18 kg weegt, raden we aan deze door twee mensen te verplaatsen of te tillen.
Product verwijderen (TFT-schermen):
• De fluorescerende lamp in het LCD-scherm bevat kwik. Aan het eind van de levensduur dient deze lamp te worden verwerkt overeenkomstig de plaatselijke wet- en regelgeving inzake klein chemisch afval.
Waarschuwingen batterij:
• Risico op explosie als batterij door een incorrect type wordt vervangen.
• Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies.
94
Gebruikershandleiding
Loading...