KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
• Aan: de computer staat aan.
• Uit: de computer staat uit of in de sluimerstand.
• Knippert: de computer staat in de slaapstand.
Aan/uit en selecteert u Afsluiten.
, klikt u op het
3. Sleuf voor 7-in-1 kaartlezer*
Ondersteunde kaarten:
• SD-kaart (Secure Digital)
• Secure Digital eXtended-Capacity (SDXC) UHS-1 kaart
• SDHC (Secure Digital eXtended-Capacity) UHS-1-kaart
• Multimediakaart plus
• Multimediakaart
• Memory Stick-kaart
• Memory Stick_Pro-kaart
Opmerking: Uw computer ondersteunt de functie Content Protection for
Recordable Media (CPRM) voor SD-kaarten niet.
4. Microfoonaansluiting
5. HeadsetaansluitingSluit een headset of hoofdtelefoon op uw computer aan.
6. USB 2.0-aansluitingen (2)
7. USB 3.2 Gen 1-aansluitingen
(2)
8. Activiteitslampje voor optisch
station*
9. Uitwerpknop van optisch
station*
Een microfoon aansluiten.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Dit indicatielampje brandt wanneer het optische station in gebruik is.
Open of sluit de lade van het optische station.
* voor bepaalde modellen
2
Gebruikershandleiding
IdeaCentre 3 07IMB05
Indrukken om de computer aan te zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start
pictogram
1. Aan/uit-knop
2. Optisch station*Hiermee leest u gegevens van of schrijft u die naar een optische schijf (cd/dvd).
3. Sleuf voor 7-in-1 kaartlezer*
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
• Aan: de computer staat aan.
• Uit: de computer staat uit of in de sluimerstand.
• Knippert: de computer staat in de slaapstand.
Ondersteunde kaarten:
• SD-kaart (Secure Digital)
• Secure Digital eXtended-Capacity (SDXC) UHS-1 kaart
• SDHC (Secure Digital eXtended-Capacity) UHS-1-kaart
• Multimediakaart plus
• Multimediakaart
• Memory Stick-kaart
• Memory Stick_Pro-kaart
Opmerking: Uw computer ondersteunt de functie Content Protection for
Recordable Media (CPRM) voor SD-kaarten niet.
Aan/uit en selecteert u Afsluiten.
, klikt u op het
4. Microfoonaansluiting
5. Headsetaansluiting
Een microfoon aansluiten.
Sluit een headset of hoofdtelefoon op uw computer aan.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen3
6. USB 3.2 Gen 1-aansluitingen
(4)
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
7. Activiteitslampje voor optisch
station*
8. Uitwerpknop van optisch
station*
* voor bepaalde modellen
Dit indicatielampje brandt wanneer het optische station in gebruik is.
Open of sluit de lade van het optische station.
4
Gebruikershandleiding
Achterkant
IdeaCentre 3 07ADA05
1. Oog voor hangslotVergrendel de computerkap met een hangslot.
2. Sleuf voor veiligheidsslot
3. Ethernet-aansluiting
4. Aansluiting voor
voedingsadapter
5. USB 2.0-aansluitingen (4)
6. HDMI
™ 1.4-uit-aansluiting
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een
Kensington-kabelslot.
Maak een verbinding met een LAN (local area network). Als het indicatielampje
brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het indicatielampje
knippert, worden er gegevens overgedragen.
Sluit de voedingsadapter op uw computer aan, zodat de computer van stroom
wordt voorzien.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Audio- en videosignalen van de computer naar een ander audio- of videoapparaat
sturen, zoals een high-performance beeldscherm. Voor meer informatie, zie
Videosignalen van de computer naar een ander videoapparaat sturen, zoals een
beeldscherm.
Audiosignalen versturen van de computer naar externe apparaten, zoals actieve
stereoluidsprekers, hoofdtelefoons of multimediatoetsenborden. Als u een
stereosysteem of een ander extern opnameapparaat wilt aansluiten, sluit u een
kabel aan tussen de audio-lijningang van het apparaat en de audio-lijnuitgang van
de computer.
Opmerking: Als uw computer een audiolijnuitgang en een headset- of
hoofdtelefoonaansluiting heeft, gebruikt u altijd de headset- of
hoofdtelefoonaansluiting voor een oortelefoon, een hoofdtelefoon of een headset.
De hoofdtelefoonaansluiting ondersteunt geen headsetmicrofoons.
6Gebruikershandleiding
IdeaCentre 3 07IMB05
1. Oog voor hangslotVergrendel de computerkap met een hangslot.
2. Sleuf voor veiligheidsslot
3. Ethernet-aansluiting
4. Gedeelte voor PCI-Expresskaart*
5. Aansluiting voor netsnoer
6. USB 3.2 Gen 1-aansluitingen
(2)
7. USB 2.0-aansluitingen (2)
8. VGA-uit-aansluiting
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een
Kensington-kabelslot.
Maak een verbinding met een LAN (local area network). Als het indicatielampje
brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het indicatielampje
knippert, worden er gegevens overgedragen.
Om de snelheid van de computer te verbeteren, kunt u de PCI-Express-kaart in dit
gedeelte installeren. De aansluitingen in dit gedeelte verschillen, afhankelijk van
het computermodel.
Opmerking: Er kan een afzonderlijke grafische kaart in de juiste PCIe-kaartsleuf
(Peripheral Component Interconnect) worden geïnstalleerd. Als u een dergelijke
kaart installeert, zorg ervoor dat u de aansluitingen op de kaart gebruikt in plaats
van de desbetreffende aansluitingen op de computer.
Sluit het netsnoer aan op uw computer, zodat de computer van stroom wordt
voorzien.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Videosignalen van de computer naar een ander videoapparaat sturen, zoals een
beeldscherm.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen7
9. HDMI™ 1.4-uit-aansluiting
10. Audio lijnuitgang
* voor bepaalde modellen
Audio- en videosignalen van de computer naar een ander audio- of videoapparaat
sturen, zoals een high-performance beeldscherm. Voor meer informatie, zie
Audiosignalen versturen van de computer naar externe apparaten, zoals actieve
stereoluidsprekers, hoofdtelefoons of multimediatoetsenborden. Als u een
stereosysteem of een ander extern opnameapparaat wilt aansluiten, sluit u een
kabel aan tussen de audio-lijningang van het apparaat en de audio-lijnuitgang van
de computer.
Opmerking: Als uw computer een audiolijnuitgang en een headset- of
hoofdtelefoonaansluiting heeft, gebruikt u altijd de headset- of
hoofdtelefoonaansluiting voor een oortelefoon, een hoofdtelefoon of een headset.
De hoofdtelefoonaansluiting ondersteunt geen headsetmicrofoons.
8
Gebruikershandleiding
Voorzieningen en specificaties
1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te
Hardwareconfiguratie
openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een
bevestiging als daarom wordt gevraagd.
Als u de informatie over de microprocessor van uw computer wilt bekijken, klikt u
met de rechtermuisknop op de knop Start en klikt u vervolgens op Systeem.
• IdeaCentre 3 07ADA05-model
– DDR4 SODIMM (double data rate 4 small outline dual inline memory module)
Als u de capaciteit van het opslagstation van uw computer wilt bekijken, klikt u
met de rechtermuisknop op de knop Start om het contextmenu van Start te
openen en klikt u vervolgens op Schijfbeheer.
Opmerking: De door het systeem aangegeven opslagstationcapaciteit is minder
dan de nominale capaciteit.
• Sleuf voor 7-in-1 kaartlezer*
Uitbreidingsmogelijkheden
Netwerkfuncties
• Geheugencompartimenten
• Optisch station*
• Bluetooth
• Ethernet LAN
• Draadloos LAN
* voor bepaalde modellen
Verklaring op USB overdrachtssnelheid
Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten,
bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en
gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USBaansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk
onderstaand overeenkomstig apparaat.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen9
USB-apparaatGegevenssnelheid (Gbit/s)
3.1 Gen 1 / 3.2 Gen 1
3.1 Gen 2 / 3.2 Gen 2
3.2 Gen 2 × 2
5
10
20
10Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2.Aan de slag met uw computer
Aan de slag met Windows 10
Maak kennis met de basisbeginselen van Windows 10 en ga meteen met het besturingssysteem aan de slag.
Raadpleeg de Help-informatie van Windows voor meer informatie over Windows 10.
Windows-account
Er is een gebruikersaccount nodig om het Windows-besturingssysteem te gebruiken. Dit kan een Windowsgebruikersaccount of een Microsoft-account zijn.
Windows-gebruikersaccount
Als u Windows voor de eerste keer start, wordt u gevraagd om een Windows-gebruikersaccount aan te
maken. De eerste account die u maakt, is van het type Beheerder. U kunt met een beheerdersaccount extra
gebruikersaccounts maken of accounttypen als volgt wijzigen:
1. Open het menu Start en kies Instellingen ➙ Accounts ➙ Gezin en andere gebruikers.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Microsoft-account
U kunt zich ook aanmelden bij het Windows-besturingssysteem met een Microsoft-account.
Als u een Microsoft-account wilt maken, gaat u naar de Microsoft-aanmeldingspagina op
signup.live.com
Een Microsoft-account biedt de volgende voordelen:
• U kunt profiteren van eenmalige aanmelding als u andere services van Microsoft gebruikt, zoals OneDrive,
Skype en Outlook.com.
• U kunt persoonlijke instellingen synchroniseren met andere Windows-apparaten.
9. Windows-systeemvakGeef kennisgevingen en de status van enkele functies weer.
10. Pictogram van de
batterijstatus
11. Netwerkpictogram
Wijzig accountinstellingen, vergrendel de computer of meld u af bij het huidige
account.
Open de map Documenten, een standaardmap om uw ontvangen bestanden in
op te slaan.
Open de map Afbeeldingen, een standaardmap om uw ontvangen afbeeldingen
in op te slaan.
Start Instellingen.
Uw computer uitschakelen, opnieuw opstarten of in de slaapstand zetten.
Open het menu Start.
Typ wat u zoekt in het zoekveld en haal zoekresultaten op van uw computer en
het internet.
Geef alle geopende apps weer en schakel tussen de apps.
Geef de stroomstatus weer en wijzig de instellingen voor de batterij of de energieinstellingen. Als uw computer niet is aangesloten op netvoeding, verandert het
pictogram in
Maak verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk en geef de
netwerkstatus weer. Als de computer is aangesloten op een bekabeld netwerk,
verandert het pictogram in
.
.
12. Actiecentrum
Geef de meest recente kennisgevingen van apps weer en voer snel bepaalde
acties uit.
Het menu Start openen
• Klik op de knop Start.
• Druk op de toets met het Windows-logo op het toetsenbord.
12
Gebruikershandleiding
Het Start-contextmenu openen
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start.
Het configuratiescherm openen
• Open het menu Start en klik op Systeem ➙ Configuratiescherm.
• Gebruik Windows Search.
Een app starten
• Open het menu Start en selecteer de app die u wilt starten.
• Gebruik Windows Search.
Verbinding maken met netwerken
Uw computer helpt u bij het maken van een verbinding met de wereld via een bekabeld of draadloos
netwerk.
Verbinding maken met een bekabeld Ethernet
Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernetaansluiting op uw computer.
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken
1. Klik op het pictogram van het netwerk in het systeemvak van Windows. Er wordt een lijst met
beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
2. Selecteer een netwerk waarmee u verbinding kunt maken. Verstrek indien nodig de vereiste informatie.
Lenovo Vantage gebruiken
De vooraf geïnstalleerde app Lenovo Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt
onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en
gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Lenovo Vantage openen
Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage
Ga naar de Microsoft Store en zoek op de naam van de app om de nieuwste versie van Lenovo Vantage te
downloaden.
Belangrijke functies
Met Lenovo Vantage kunt u:
. U kunt ook Lenovo Vantage invoeren in het zoekvak.
• Eenvoudig de status van het apparaat te weten komen en pas apparaat-instellingen aan.
• UEFI BIOS-, firmware- en stuurprogramma-updates downloaden en installeren om uw computer up-todate te houden.
• Controleer de status van uw computer en beveilig uw computer tegen externe bedreigingen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer13
• De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
• Toegang krijgen tot de Gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• Lenovo Vantage werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De
beschrijving van voorzieningen kan verschillen van die op uw daadwerkelijke gebruikersinterface.
Multimedia gebruiken
Uw computer gebruiken voor business of ontspanning met apparaten zoals een camera, beeldscherm of
luidsprekers.
Audio gebruiken
Om de geluidservaring te verbeteren, sluit u luidsprekers, een hoofdtelefoon of headset aan op de
audioaansluiting.
Het volume aanpassen
1. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het volumepictogram.
2. Volg de instructies op het scherm om het volume aan te passen. Klik op het luidsprekerpictogram om
het geluid te dempen.
De geluidsinstellingen wijzigen
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer Weergeven op categorie.
2. Klik op Hardware en geluid ➙ Geluid.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
14
Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3.Uw computer verkennen
Energie beheren
Gebruik de informatie in dit gedeelte om de beste balans te vinden tussen prestaties en efficiënt
stroomverbruik.
Het gedrag van de aan/uit-knop instellen
U kunt het gedrag van aan/uit-knop aan uw eigen voorkeur aanpassen. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop
drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten.
De werking van de aan/uit-knop wijzigen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor een weergave met grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer ➙ Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
Het energiebeheerschema instellen
Voor computers die compatibel zijn met ENERGY STAR® wordt het volgende energiebeheerschema van
kracht wanneer uw computers gedurende een bepaalde tijd niet actief zijn geweest:
Tabel 1. Standaard energiebeheerschema (bij aansluiting op de netvoeding)
• Beeldscherm uitzetten na: na 10 minuten
• Computer naar slaapstand: na 25 minuten
Om het systeem uit slaapstand te laten ontwaken, drukt u op een toets op het toetsenbord.
De instellingen van uw energiebeheerschema opnieuw instellen om de beste balans te vinden tussen
snelheid en energiebesparing:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor een weergave met grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer en kies een energiebeheerschema van uw voorkeur of pas het aan.
Gegevens overbrengen
Deel snel uw bestanden via de ingebouwde Bluetooth-technologie met apparaten die over dezelfde functies
beschikken. U kunt ook een schijf of mediakaart installeren om gegevens over te brengen.
Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
U kunt op uw computer verbinding maken met alle typen Bluetooth-apparaten, zoals een toetsenbord, een
muis, een smartphone of luidsprekers. Om verzekerd te zijn van een goede verbinding, moeten de apparaten
zich op minder dan 10 meter van de computer bevinden.
1. Schakel Bluetooth op de computer in.
a. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Bluetooth en andere
2. Klik op Bluetooth of een ander apparaat toevoegen ➙ Bluetooth.
3. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
Uw Bluetooth-apparaat en de computer worden de volgende keer automatisch gekoppeld als de twee
apparaten zich binnen elkaars bereik bevinden en op beide apparaten Bluetooth is ingeschakeld. U kunt
Bluetooth gebruiken voor gegevensoverdracht of extern beheer en communicatie.
Het optisch station gebruiken
Als uw computer een optisch station heeft, lees dan de volgende informatie.
Weet welk type optisch station u heeft
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het contextmenu voor Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt
gevraagd.
Een schijf installeren of verwijderen
1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop van het optische station. De lade schuift uit het
station.
2. Plaats een schijf in de lade of verwijder een schijf uit de lade en druk dan opnieuw op de uitwerpknop
om de lade te sluiten.
Opmerking: Als de lade niet opengaat als u op de uitwerpknop drukt, schakelt u de computer uit.
Vervolgens plaatst u een rechtgebogen paperclip in het kleine daarvoor bestemde gaatje naast de
uitwerpknop. Gebruik deze noodoplossing alleen in geval van nood.
Een schijf opnemen
1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Open het menu Start en klik op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Automatisch afspelen. Selecteer
Automatisch afspelen gebruiken voor alle media en apparaten of schakel deze functie in.
• Open Windows Media Player.
• Dubbelklik op het ISO-bestand.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Een mediakaart gebruiken
Als uw computer een sleuf voor een 7-in-1 kaartlezer heeft, leest u de volgende informatie.
Een mediakaart installeren
1. Zoek de sleuf voor de 7-in-1 kaartlezer.
2. Zorg ervoor dat de metalen contactpunten op de kaart en in de kaartsleuf naar elkaar wijzen. Steek de
kaart stevig in de kaartsleuf tot de kaart goed vastzit.
Een mediakaart verwijderen
Attentie: Voordat u een mediakaart verwijdert, moet u eerst de kaart van het Windows-besturingssysteem
verwijderen. Als u dat niet doet, kunnen de gegevens op de kaart beschadigd raken of verloren gaan.
16
Gebruikershandleiding
1. Klik op het driehoekige pictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te
geven. Klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen.
2. Selecteer het corresponderende item om de kaart uit het Windows-besturingssysteem te verwijderen.
3. Druk op de kaart en verwijder deze uit de computer. Bewaar de kaart op een veilige plaats voor
toekomstig gebruik.
De computer vergrendelen
Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van het specifieke slot en andere
beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de
functionaliteit, kwaliteit of prestaties van het slot en de beveiligingsvoorziening. U kunt computersloten
aanschaffen bij Lenovo.
Hangslot
Door de computerkap met een hangslot af te sluiten, voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot uw
computer.
Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen17
Kensington-kabelslot
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.
Accessoires aanschaffen
Lenovo heeft allerlei hardwareaccessoires en upgrades om de mogelijkheden van uw computer uit te
breiden. Onder de opties vallen geheugenmodules, opslagapparaten, netwerkkaarten, voedingsadapters,
toetsenborden, muizen en meer.
Ga naar
https://www.lenovo.com/accessories om bij Lenovo te winkelen.
18
Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 4.Diagnose, probleemoplossing en herstel
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het verhelpen van computerproblemen. Gebruik de
standaardprocedure als uitgangspunt voor het oplossen van computerproblemen.
Basisprocedure voor verhelpen van computerproblemen
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 85 en druk de volgende
instructies af.
1. Controleer of:
a. De kabels van alle aangesloten apparatuur zijn correct en stevig bevestigd.
b. Alle componenten zijn weer op de juiste manier teruggeplaatst.
c. Alle netsnoeren van apparatuur met een eigen netvoeding zijn geplaatst in geaarde, goed werkende
stopcontacten.
d. Alle aangesloten apparaten zijn ingeschakeld in UEFI BIOS.
2. Gebruik een antivirusprogramma om te controleren of de computer is besmet met een virus. Als het
programma een virus ontdekt, verwijdert u dat virus.
3. Ga naar 'Problemen oplossen' op pagina 19 en volg de instructies voor het type probleem dat u
ondervindt.
4. Herstel het besturingssysteem. Zie 'Herstel' op pagina 27.
5. Neem contact op met Lenovo als het probleem zich blijft voordoen. Zie Hoofdstuk 6 'Help en
ondersteuning' op pagina 81.
Problemen oplossen
Gebruik deze informatie voor het oplossen van probleem om oplossingen voor problemen te vinden die
duidelijke dymptomen hebben.
• Als de externe luidsprekers een volumeregeling hebben, controleer
dan of het volume niet te laag is ingesteld.
• Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het
volumepictogram. Controleer de instellingen van de luidspreker en
het volume. Demp de luidspreker niet en stel het volume niet te
laag in.
• Als uw computer een audiopaneel aan de voorzijde heeft,
controleert u of het volume niet te laag is ingesteld.
• Controleer of de externe luidsprekers (of de hoofdtelefoon) zijn
aangesloten op de juiste audio-aansluiting van de computer. De
meeste luidsprekerkabels zijn voorzien van een kleur die hetzelfde
is als de kleur van de audioaansluiting.
Opmerking: Wanneer u kabels voor externe luidsprekers of
koptelefoons aansluit op de audiopoort, wordt de eventueel
aanwezige interne luidspreker daardoor uitgeschakeld. In de
meeste gevallen wordt door het installeren van een geluidskaart, in
een van de uitbreidingssleuven, de op de systeemplaat
ingebouwde audiofunctie uitgeschakeld. U dient dan gebruik te
maken van de audio-aansluitingen van de adapter.
• Controleer of het programma dat u gebruikt, is bedoeld voor
gebruik onder het besturingssysteem Microsoft Windows. Indien
het programma zo is ontworpen dat het in DOS wordt uitgevoerd,
wordt de geluidfunctie van Windows niet gebruikt. Het programma
moet worden geconfigureerd voor gebruik van SoundBlaster Pro of
SoundBlaster-emulatie.
• Controleer of de audiostuurprogramma's goed zijn geïnstalleerd.
Er komt geen geluid uit de headset of
hoofdtelefoon.
Het geluid komt uit een van de externe
luidsprekers.
Selecteer de headset of hoofdtelefoons als standaard audiouitvoerapparaat in geavanceerde geluidsinstellingen.
• Zorg dat de luidsprekerkabel correct en stevig is aangesloten in de
poort van de computer.
• Controleer of de kabel die de luidsprekers met elkaar verbindt,
goed is bevestigd.
• Controleer of de balans goed is ingesteld.
1. Klik met de rechtermuisknop in het berichtengebied van de
taakbalk van Windows op het volumepictogram. Klik
vervolgens op Volumemixer openen en selecteer de
gewenste luidspreker.
2. Klik op het luidsprekerpictogram op de volumeregeling en klik
vervolgens op de tab Niveaus.
Netwerkproblemen
Opmerking: De Wi-Fi en Bluetooth-functies zijn optioneel.
Hoofdstuk 4. Diagnose, probleemoplossing en herstel21
Probleem
De computer kan geen verbinding maken met
een Ethernet LAN.
Als er een Gigabit Ethernet-computer wordt
gebruikt met een snelheid van 1000 Mbps,
werkt de verbinding niet of treden er fouten
op in de verbinding.
Oplossing
• Sluit de kabel aan op de Ethernet-poort en de RJ45-aansluiting van
de hub.
• Schakel de Ethernet-LAN-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel de Ethernet LAN-adapter in.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor een weergave
met grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Netwerkcentrum ➙ Adapterinstellingen wijzigen.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Ethernet
LAN-adapter en klik op Inschakelen.
• Werk de Ethernet LAN-adapter bij of installeer de Ethernet LANadapter opnieuw.
• Installeer alle netwerksoftware die voor uw netwerkomgeving nodig
is. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor de benodigde
netwerksoftware.
• Stel dezelfde duplex in voor de switch-poort en de adapter. Als u
de adapter hebt geconfigureerd voor volledig duplex, zorg dan dat
de switch-poort ook hiervoor is geconfigureerd. Als u een
verkeerde duplexinstelling opgeeft, kunnen de prestaties van het
apparaat achteruit gaan, kunnen er gegevens verloren gaan en
kunnen er verbindingen verbroken worden.
Sluit de netwerkkabel aan op de Ethernet-poort met kabels van
categorie 5 en een 100 BASE-T-hub/switch (niet 100 BASE-X).
De functie Wake on LAN (WOL) werkt niet.
De Wi-Fi-functie werkt niet.
Schakel de Wake on LAN-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel de Wi-Fi-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel alle Wi-Fi-apparaten in.
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het
contextmenu voor Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of
geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
3. Vouw Netwerkadapters uit om alle netwerkapparaten weer te
geven.
4. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk Wi-Fi-apparaat
en klik op Apparaat inschakelen.
• Schakel de Wi-Fi-functie onder Instellingen van Windows in.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen ➙ Netwerk en internet ➙ Wi-Fi.
3. Schakel de Wi-Fi-functie in.
• Werk het Wi-Fi-stuurprogramma bij of installeer het Wi-Fistuurprogramma opnieuw.
22Gebruikershandleiding
Probleem
De Bluetooth-voorziening werkt niet.
Oplossing
• Schakel de Bluetooth-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel alle Bluetooth-apparaten in.
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het
contextmenu voor Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of
geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
3. Vouw Bluetooth uit om alle Bluetooth-apparaten weer te
geven. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk
Bluetooth-apparaat en klik dan op Apparaat inschakelen.
4. Vouw Netwerkadapters uit om alle netwerkapparaten weer te
geven. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk
Bluetooth-apparaat en klik dan op Apparaat inschakelen.
• Schakel de Bluetooth-radio in.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Bluetooth en andere apparaten.
3. Schakel de schakelaar Bluetooth in om de Bluetooth-functie
in te schakelen.
• Werk het Bluetooth-stuurprogramma bij of installeer het Bluetoothstuurprogramma opnieuw.
Er komt geen geluid uit de Bluetooth-headset
of -hoofdtelefoon.
Selecteer de Bluetooth-headset of -hoofdtelefoons als standaard
audio-uitvoerapparaat in geavanceerde geluidsinstellingen.
Hoofdstuk 4. Diagnose, probleemoplossing en herstel23
Problemen met de prestaties
Probleem
Er staat een buitensporig aantal nietaaneengesloten bestanden op de
opslagstations.
Er is onvoldoende opslagruimte op het
opslagstation.
Oplossing
Opmerking: Afhankelijk van het volume van de opslagstations en de
hoeveelheid gegevens die op de opslagstations zijn opgeslagen, kan
het defragmentatieproces een aantal uren in beslag nemen.
1. Sluit alle geopende programma's en vensters.
2. Open het menu Start.
3. Klik op Windows-systeem ➙ Bestandenverkenner ➙ Deze pc.
4. Klik met de rechtermuisknop op station C en vervolgens op
Eigenschappen.
5. Klik op de tab Extra.
6. Klik op Optimaliseren. Selecteer het gewenste station en klik
vervolgens op Optimaliseren.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm.
• Wis in uw e-mailprogramma de mappen voor uw Postvak IN,
Verzonden items en Gewiste items.
• Schoon station C op.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Windows-systeem ➙ Bestandenverkenner ➙ Deze pc.
3. Klik met de rechtermuisknop op station C en vervolgens op
Eigenschappen.
4. Controleer hoeveel vrije ruimte beschikbaar is en klik
vervolgens op Schijfopruiming.
5. Er verschijnt een lijst met een aantal categorieën van
bestanden die doorgaans overbodig zijn. Selecteer de
bestandscategorie die u wilt verwijderen en klik op OK.
• Schakel bepaalde Windows-functies uit of verwijder onnodige
programma's.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor een weergave
met grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Programma's en functies.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
– Om bepaalde Windows-functies uit te schakelen, klikt u op
Windows-onderdelen in- of uitschakelen. Volg de
aanwijzingen op het scherm.
– Om onnodige programma's te verwijderen, selecteert u het
programma dat u wilt verwijderen, en klikt u vervolgens op
Verwijderen/Wijzigen of Verwijderen.
Er is onvoldoende vrije geheugenruimte.
24Gebruikershandleiding
• Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte op de taakbalk
en open Taakbeheer. Beëindig vervolgens de taken die u niet
uitvoert.
• Installeer extra geheugenmodules.
Loading...
+ 98 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.