Lees de voorzorgsmaatregelen en belangrijke tips in de
bijgeleverde handleidingen vooraleer u de computer gebruikt.
Opmerkingen
•
Lees eerst Lenovo's Gids met algemene en veiligheidsinformatie voordat
u het product in gebruik neemt.
•
Bij bepaalde instructies in deze gebruikershandleiding wordt ervan
®
uit gegaan dat u Windows
7 of Windows® 10 gebruikt. Indien u
een ander Windows-besturingssysteem gebruikt, kunnen er kleine
verschillen in de bediening zijn. Indien u een ander besturingssysteem
gebruikt, zijn bepaalde handelingen voor u mogelijk niet van
toepassing.
•
De meeste modellen beschikken over de functies die in deze gebruikershandleiding beschreven worden. Het is echter mogelijk dat
sommige functies niet beschikbaar zijn op uw computer en/of dat uw
computer over functies beschikt die niet beschreven worden in deze
gebruikershandleiding.
•
De illustraties die worden gebruikt in deze handleiding zijn van de
Lenovo B51-80, tenzij anders vermeld.
•
De illustraties in deze handleiding wijken mogelijk af van het werkelijke product. Raadpleeg het product zelf.
Weelijke kennisgevingen
•
Raadpleeg voor meer informatie Guides & Manuals op
http://support.lenovo.com.
KENNISGEVING VAN BEPERKTE RECHTEN: Indien gegevens of software worden geleverd
ingevolge een GSA-contract (General Services Administration), is het gebruik, de onthulling of de
reproductie ervan onderhevig aan beperkingen vermeld in contractnummer GS-35F-05925.
Lenovo
Gebruikershandleiding
Instructies en technische informatie in deze handleiding zijn van toepassing
voor de volgende Lenovo-notebookcomputers, tenzij anders vermeld.
Modelnaam MT
Lenovo B41-80 80LG
Lenovo B51-80 80LM
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer..................................... 1
• De zones die aangegeven zijn met stippellijnen zijn niet zichtbaar vanaf de buitenkant.
• De illustraties wijken mogelijk af van het werkelijke product. Raadpleeg het product zelf.
Let op:
• Vouw het beeldscherm nooit verder dan 130 graden open. Zorg dat er bij het sluiten
van het beeldscherm geen pennen of andere objecten tussen het beeldscherm en het
toetsenbord achterblijven. Is dit wel het geval, dan kan het scherm beschadigd raken.
2
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
a
Geïntegreerde
webcam
(bij bepaalde
modellen)
ib
Ingebouwde
microfoon
(bij bepaalde
modellen)
c
Draadloze antennes
(bij bepaalde
modellen)
d
Beeldscherm
e
Luidsprekers
f
Aan/uit-knop
g
Vingerafdruklezer
(bij bepaalde
modellen)
h
Touchpad
i
Touchpadknoppen
Gebruikt voor video communicatie of het nemen
van foto's.
Gebruikt voor videoconferenties, gesproken
commentaar of geluidsopnames.
Maakt verbinding met een draadloze adapter om
draadloze radiosignalen te ontvangen en
verzenden.
Zorgt voor visuele uitvoer.
Zorgt voor audio-uitvoer.
Druk op deze knop om de computer in te schakelen.
Registreert vingerafdrukken, die kunnen worden
gebruikt als wachtwoorden om uw computer te
beveiligen.
Voert dezelfde functies uit als een conventionele
muis.
Schuif met uw vinger op het touchpad in de
gewenste richting om de cursor te verplaatsen.
Voert de functies van de linker- en rechterknop uit
zoals die van de linker- en rechtermuisknop op een
normale muis.
3
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Gebruik van het toetsenbord
Uw computer heeft een numeriek toetsenblok, sneltoetsen en functietoetsen
die zijn opgenomen in het standaard toetsenbord.
Numeriek toetsenblok (Van toepassing op B51-80)
Het toetsenbord heeft een afzonderlijk numeriek toetsenblok. Als u het
toetsenbord wilt in- of uitschakelen, drukt u op de numerieke Lock-toets
(Num Lock).
PgUp
Insert PrtScDelete
Fn
Opmerking: Het Num lock-lampje zal oplichten als het numerieke toetsenblok geactiveerd is.
Home End
Pause Break ScrLk SysRq
Sneltoetsen
U kunt bepaalde systeeminstellingen snel oproepen door op de daarvoor
bestemde sneltoets te drukken.
PgDn
Hiermee kunt u het geluid
dempen / het dempen
:
De vliegmodus in-/uitschakelen.
:
ongedaan maken.
Het volumeniveau verlagen.
:
Het volumeniveau verhogen.
:
Het actieve programma wijzigen.
:
De achtergrondverlichting van
het LCD-scherm inschakelen/
:
uitschakelen.
Het actieve venster sluiten.
:
Het bureaublad of het actieve
:
venster vernieuwen.
Het touchpad in-/uitschakelen.
:
Projecteren naar een aangesloten
:
scherm.
De helderheid van het
:
beeldscherm verminderen.
Hiermee kunt u de helderheid
:
van het beeldscherm verhogen.
4
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Opmerking: Als u de Sneltoetsmodus wilt wijzigen van Ingeschakeld naar Uitgeschakeld in
het hulpprogramma voor BIOS-instelling, drukt u op de toets Fn in combinatie
met de juiste sneltoets.
Functietoetscombinaties
Voor het gebruik van de functietoetscombinaties druk op de Fn-toets en
op een van de functietoetsen .
B41-80
1
B51-80
b
Insert PrtSc Delete
2
2
PgUp
Home End
Pause Break ScrLk SysRq
PgDn
a
1
Fn
Het volgende is een korte inleiding op de functietoetscombinaties.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de connectorafdekking bewaart. Breng de
connectorafdekking weer aan op de Lenovo OneLink-connector wanneer u de
Lenovo OneLink-connector niet gebruikt.
Wanneer de netspanningsadapter is verbonden,
biedt deze stroomtoevoer naar de computer en
laadt de batterij op. Als er een ondersteund
ThinkPad OneLink Dock wordt aangesloten op de
Lenovo OneLink-aansluiting, worden niet alleen de
mogelijkheden van uw computer uitgebreid, maar
wordt de computer ook van stroom voorzien en de
batterij opgeladen.
Als u de Lenovo OneLink-connector wilt
gebruiken, moet u eerst de connectorafdekking van
de Lenovo OneLink-connector verwijderen.
45
67
672
6
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
c
Ventilatiesleuven
Let op:
• Zorg ervoor dat alle ventilatiesleuven vrij zijn. Is dit niet het geval, dan kan de
computer oververhit raken.
d
VGA-poort
e
RJ-45-poort
Hierlangs kan de inwendige warmte ontsnappen.
Maakt verbinding met een extern beeldscherm.
Voor het verbinden van de computer met een
Ethernetnetwerk.
Gevaar:
• Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet
aan te sluiten op de Ethernet-poort. U kunt alleen een Ethernet-kabel op deze poort
aansluiten.
f
HDMI-poort
Voor het aansluiten van apparaten met een HDMIingang zoals een tv of scherm.
g
USB 3.0-poorten
Voor het aansluiten van USB-apparaten. Zie “USBapparaten aansluiten” op pagina 8 voor meer
informatie.
Opmerking: De USB 3.0-aansluiting is compatibel met USB 1.1, 2.0 en 3.0.
7
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
USB-apparaten aansluiten
U kunt een USB-apparaat aansluiten op uw computer door de USBaansluiting ervan (type A) in de USB-poort van uw computer te plaatsen.
De eerste keer dat u een USB-apparaat op een USB-poort op uw computer
aansluit, installeert Windows automatisch een stuurprogramma voor dat
apparaat. Nadat het stuurprogramma geïnstalleerd is, kunt u het apparaat
loskoppelen en opnieuw aansluiten zonder bijkomende stappen uit te
voeren.
Opmerking: Normaal gesproken detecteert Windows een nieuw aangesloten apparaat
nadat u het hebt aangesloten en wordt het bijbehorende stuurprogramma
automatisch geïnstalleerd. Voor bepaalde apparaten kan het echter nodig zijn
het stuurprogramma te installeren voordat u deze aansluit. Controleer de
documentatie die is geleverd door de fabrikant van het apparaat, voordat u
verbinding maakt.
Voordat u een USB-opslagapparaat loskoppelt, moet u ervoor zorgen dat de
computer klaar is met het gebruik van het apparaat voor het overzetten van
de gegevens. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen in het systeemvak op het Windows-bureaublad om het apparaat
te verwijderen voordat u het loskoppelt.
Opmerking:
• Als uw USB-apparaat een netsnoer gebruikt, dient u dat apparaat aan te sluiten op een
stroombron voordat u het aansluit. Doet u dit niet, dan wordt het apparaat mogelijk niet
herkend.
• Als de slaapstand van de computer geactiveerd is, kunt u alleen het toetsenbord
gebruiken om de computer te wekken.
8
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Aansluiten op een bekabeld netwerk
Bekabelde verbindingen zijn een betrouwbare en veilige manier om de
computer te verbinden met internet.
Kabel Kabelinternetdiensten gebruiken een kabelmodem dat
is aangesloten op de kabel-tv-lijn voor huishoudelijk
gebruik.
DSL DSL is een familie van verwante technologieën, die
highspeed netwerktoegang aan thuisgebruikers en
kleine bedrijven via gewone telefoonlijnen brengt.
Hardwareverbindingen:
KabelsDSL
TV-kabel
Telefoonlijn
Splitter *
Kabelmodem *
*
* Niet meegeleverd.
Opmerking: De bovenstaande diagrammen zijn alleen ter referentie. Werkelijke
verbindingsmethode kan variëren.
*
DSL-modem *
Splitter *
*
Softwareconfiguratie
Raadpleeg uw internetprovider (ISP) voor meer informatie over het
configureren van uw computer.
• De combo-audioaansluiting ondersteunt geen conventionele microfoons.
• De opnamefunctie wordt bij het aansluiten van een hoofdtelefoon of headset van een
andere fabrikant mogelijk niet ondersteund wegens verschillende industriestandaarden.
b
USB-poort
c
Novo-knop
Sluit hier een USB-apparaat op aan. Zie “USBapparaten aansluiten” op pagina 8 voor meer
informatie.
Druk terwijl de computer uitgeschakeld is op deze
knop om het Lenovo OneKey Recovery-systeem of
het hulpprogramma voor BIOS-instelling te starten,
om het opstartmenu te openen, of om de computer
normaal op te starten.
10
4
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
d
Kensington
lock-sleuf
Bevestig hier een veiligheidsslot (niet bijgeleverd) om
uw computer te beveiligen tegen diefstal en
ongeoorloofd gebruik.
U kunt een veiligheidsslot aan uw computer
bevestigen om de kans te verkleinen dat de computer
zonder uw toestemming wordt meegenomen.
Raadpleeg voor meer informatie over het plaatsen
van het veiligheidsslot de instructies bij het
veiligheidsslot dat u gekocht hebt.
Opmerking:
• Controleer vóór de aankoop van een veiligheidsproduct of het compatibel is met dit
type beveiligingssleutelgat.
• U bent zelf verantwoordelijk voor het beoordelen, selecteren en implementeren van
sloten en andere veiligheidsvoorzieningen. Lenovo geeft geen commentaar, oordeel of
garantie met betrekking tot de werking, de kwaliteit of de prestaties van sloten en
andere veiligheidsvoorzieningen.
Zie “Systeemstatusindicatoren” op pagina 12
voor meer informatie.
Accepteert geheugenkaarten (niet
meegeleverd). Zie “Geheugenkaarten
gebruiken (niet bijgeleverd)” op pagina 13
voor meer informatie.
Systeemstatusindicatoren
De systeemstatusindicatoren tonen de huidige status van uw computer.
Energie- en batterijstatusindicator
• Groen: De batterij heeft een lading tussen 20% en 100% en de
netspanningsadapter is niet aangesloten op de computer, of de batterij
heeft een lading tussen 80% en 100% en de netspanningsadapter is
aangesloten op de computer.
• Knipperend groen: De batterij heeft een lading tussen 20% en 80% en de
netspanningsadapter is aangesloten op de computer of de computer staat
in de slaapstand.
• Amber: De batterij heeft een lading tussen 5% en 20% en de
netspanningsadapter is niet aangesloten op de computer.
• Knipperend amber: De batterij heeft een lading van 20% of minder en de
AC-voedingsadapter is aangesloten op de computer.
• Uit: De batterij is losgekoppeld, of de batterij heeft een lading van 5% of
minder en de netspanningsadapter is niet aangesloten op de computer,
of de computer is uitgeschakeld of staat in de slaapstand.
12
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Harde schijf-indicator
Wanneer dit lampje brandt, is het hardeschijfstation gegevens aan het lezen
of schrijven.
Let op:
• Wanneer het lampje brandt, mag u de computer niet in slaapstand plaatsen of
uitschakelen.
• Als het lampje brandt, mag u de computer niet verplaatsen. Plotselinge fysieke
schokken kunnen schijffouten veroorzaken.
Geheugenkaarten gebruiken (niet bijgeleverd)
Uw computer ondersteunt de volgende soorten geheugenkaarten:
• Secure Digital-kaart (SD)
• Secure Digital High Capacity-kaart (SDHC)
• SD eXtended Capacity-kaart (SDXC)
• MultiMediaCard (MMC)
Let op:
• Plaats slechts één kaart tegelijkertijd in de sleuf.
• Deze kaartlezer biedt geen ondersteuning voor SDIO-apparaten (zoals SDIO
Bluetooth enz.).
Een geheugenkaart plaatsen
Schuif een geheugenkaart naar binnen tot deze op zijn plaats klikt.
Opmerking: Als er een dummykaart bij de computer geleverd is, drukt u op de
dummykaart en verwijdert u deze vooraleer u een geheugenkaart invoert.
Een geheugenkaart verwijderen
1
Druk op de geheugenkaarttotu een klik hoort.
2
Trek d e geheugenkaart voorzichtig uit de geheugenkaartsleuf.
Let op:
• Voordat u een geheugenkaart verwijdert, moet u deze uitschakelen met behulp van
Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen om beschadiging van gegevens te
voorkomen.
Hieronder worden de harde schijf,
geheugenmodule en mini-PCI Expresskaart geplaatst.
14
Hoofdstuk 2. Windows 10 gebruiken
Het besturingssysteem voor het eerst configureren - - - - - - - - - - - - - - - -
U moet het besturingssysteem mogelijk configureren als u het voor het eerst gebruikt. De
onderstaande procedures kunnen deel uitmaken van het configuratieproces:
• Akkoord gaan met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers
Als u in de linkeronderhoek op de Start-knop drukt, wordt het menuStart weergegeven.
In het menuStart vindtu onder meer de aan/uit-knop. Als u erop klikt, kuntu kiezen om de
computer uitte schakelen of opnieuw op te starten, of om de slaapstand te activeren.
Het menuStart omvat alle geïnstalleerde apps entoont daarnaast ook de apps die u vaak
gebruikt.
Het ACTION CENTER (Actiecentrum)
Selecteer het pictogram van het ACTION CENTER (Actiecentrum) op de taakbalk. Het
ACTION CENTER (Actiecentrum) wordt weergegeven.
In het ACTION CENTER (Actiecentrum) kuntu belangrijke meldingen van Windows en uw
apps bekijken. U kunt er ook snel algemene instellingen aanpassen.
15
Hoofdstuk 2. Windows 10 gebruiken
Task view (Taakweergave) op de taakbalk
In Windows 10 kuntu eennieuw bureaublad toevoegen en overschakelen van het ene
bureaublad naar het andere.
Om een nieuw bureaublad toe te voegen, gaat u als volgt te werk:
•Klik op het pictogram van de task view (taakweergave) op de taakbalk.
•Klik op New desktop (Nieuw bureaublad).
Om over te schakelen van het ene bureaublad naar het andere klikt u op het pictogram voor de
taakweergave en selecteertu vervolgens uw gewenste bureaublad.
16
Hoofdstuk 2. Windows 10 gebruiken
De slaapstand activeren of de computer uitschakelen - - - - - - - - - -
Als u klaar bent met werken op de computer, kunt u de slaapstand activeren of de computer
uitschakelen.
■De slaapstand activeren
Activeer de slaapstand op de computer als u er slechts voor een korte tijd van weg bent.
Als de computer zich in de slaapstand bevindt, kunt u deze snel activeren en verder gebruiken.
Zo kunt u het opstartproces overslaan.
Voe r een van de volgende handelingen uit om de slaapstand te activeren:
• Sluit het scherm.
•Druk op de aan/uit-knop.
•Voer de volgende stappen uit, afhankelijk van het besturingssysteem.
Voor het besturingssysteem Windows 7:
Klik op Start Slaapstand.
Voor het besturingssysteem Windows 10:
•Verplaats de cursor naar de linkeronderhoek en klik op de Start-knop. Selecteer
Vo ed i n g → Slaapstand.
Opmerking:Zet uw computer in de slaapstand voordat u deze verplaatst. Als u uw computer verplaatst
terwijl de harde schijf draait, kan dit de harde schijf beschadigen waardoor gegevens verloren
gaan.
Voe r een van de volgende handelingen uit om de computer te wekken:
•Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
•Druk op de aan/uit-knop.
•Druk op de Windows-knop.
■De computer uitschakelen
Schakel uw computer uit als u deze gedurende een lange periode niet zultgebruiken.
U kunt de computer uitschakelen door een van de volgende handelingen uit te voeren:
• Voor het besturingssysteem Windows 7:
Klik op Start Afsluiten.
• Voor het besturingssysteem Windows 10
Ve rp l a ats de cursor naar de linkeronderhoek en klik op de Start-knop. Selecteer
Vo ed i n g → Afsluiten.
17
Hoofdstuk 2. Windows 10 gebruiken
•Klik met de rechtermuisknop op de Start-knop in de linkeronderhoek en selecteer Afsluiten
of afmelden → Afsluiten.
Voe r een van de volgende handelingen uit om de draadloze functies te activeren:
•Klik op het pictogram van het ACTION CENTER (Actiecentrum) in het meldingsvak en
deselecteer Vliegtuigmodus.
•Druk op om de vliegmodus uit te schakelen.
• Voor het besturingssysteem Windows 7:
Klik op het statuspictogram voor draadloze netwerkverbindingen in het systeemvak van
Windows. Er wordt een lijst met beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
• Voor het besturingssysteem Windows 10:
Klik op Instellingen→Network & Internet (Netwerk & Internet)→Vliegtuigmodus
om de netwerkconfiguratiepagina te openen Zet vervolgens de schakelaar van de
vliegtuigmodus op Uit.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Na het inschakelen van de draadloze functies scant de computer automatisch naar beschikbare
draadloze netwerken. Deze worden vervolgens weergegeven in de lijst met draadloze
netwerken. Om verbinding te maken met een draadloos netwerk, klikt u op de naam van het
netwerk in de lijst en klikt
Opmerking:Voor sommige netwerken hebt u een netwerkbeveiligingssleutel of een wachtwoordzin
nodig om verbinding te kunnen maken. Om verbinding te maken met dit type netwerk,
vraagt u de beveiligingssleutel of de wachtwoordzin op bij de netwerkbeheerder of de
internetprovider.
Als u problemen ervaart bij het gebruik van het besturingssysteem, raadpleegtu de app Aan de
slag van Windows. Doe het volgende om hem te openen:
•Verplaats de cursor naar de linkeronderhoek en klik op de Start-knop. Selecteer Aan de slag
bijAlle apps.
20
Hoofdstuk 3. Lenovo OneKey Recovery-systeem
Het Lenovo OneKey Recovery-systeem is een programma dat bedoeld is om
een back-up te maken van uw computer en deze indien nodig te herstellen.
U kunt het gebruiken om de systeempartitie te herstellen naar de
oorspronkelijke status in geval van een systeemfout. U kunt ook naar wens
gebruikersback-ups aanmaken voor eenvoudig herstel.
Opmerking:
• Het OneKey Recovery-systeem is op sommige modellen niet geïnstalleerd. Zie het
product zelf.
• Als er vooraf een GNU/Linux-besturingssysteem op uw computer geïnstalleerd werd, is
het OneKey Recovery-systeem niet beschikbaar.
• Om de functies van het OneKey Recovery-systeem te kunnengebruiken, bevatuw harde
schijf standaard reeds een verborgen partitie om een systeemspiegelbeeldbestand en
programmabestanden van het OneKey Recovery-systeem op te slaan. Deze
standaardpartitie is verborgen wegens veilighei
de vrije schijfruimte kleiner is dan opgegeven.
Een back-up maken van de systeempartitie
U kunt een back-up maken van de systeempartitie in een systeemkopiebestand.
Als u een back-up van de systeempartitie wilt maken, doet u het volgende:
1
Klik op OneKey Recovery op het beginscherm om het Lenovo OneKey
Recovery-systeem te starten.
2
Klik op Systeemback-up.
3
Selecteer een locatie voor de back-up en klik op Vo lg e n de om de back-up
te starten.
Opmerking:
• U kunt een locatie voor de back-up kiezen op de lokale harde schijf of op een extern
opslagapparaat.
• Het back-upproces kan even duren.
• Het back-upproces kan alleen gebruikt worden wanneer Windows normaal gestart kan
worden.
dsredenen en dat is ook de reden waarom
Herstellen
U kunt kiezen of u de systeempartitie herstelt naar de oorspronkelijke status
of naar een eerder gemaakt back-uppunt. Als u de systeempartitie wilt
herstellen, doet u het volgende:
1
Druk op de Novo-knop of klik op OneKey Recovery in het beginscherm
om het Lenovo OneKey Recovery-systeem te starten.
2
Klik op
herstelomgeving.
Systeemherstel
. De computer wordt opnieuw opgestart in de
21
Hoofdstuk 3. Lenovo OneKey Recovery-systeem
3
Volg de instructies op het scherm om de systeempartitie te herstellen
naar de oorspronkelijke status of naar een eerder gemaakt back-uppunt.
Opmerking:
• Het herstelproces is onomkeerbaar. Zorg ervoor dat u een back-up gemaakt hebt van alle te
bewaren gegevens op de systeempartitie vooraleer u het herstelproces start.
• Het herstelproces kan even duren. Zorg ervoor dat de netspanningsadapter aangesloten is
op de computer tijdens het herstelproces.
• De bovenstaande instructies kunnen gevolgd worden wanneer Windows normaal gestart
kan worden.
• Wanneer de computer in de slaapstand staat, kunt u het Lenovo OneKey Recovery-systeem
niet starten door op de Novo-knop te drukken in een Windows 7-systeem.
Als Windows niet gestart kan worden, volgt u de onderstaande stappen om
het Lenovo OneKey Recovery-systeem te starten:
1
Schakel de computer uit.
2
Druk op de Novo-knop. Selecteer Systeemherstel in het Novoknopmenu en druk op Enter.
In dit onderdeel vindt u veelgestelde vragen per categorie.
Informatie opzoeken
Welke voorzorgsmaatregelen moet ik nemen bij het gebruik van mijn computer?
De Gids met algemene en veiligheidsinformatie van Lenovo bevat
voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van uw computer. Lees alle
voorzorgsmaatregelen en volg deze bij het gebruik van de computer.
Waar vind ik de hardwarespecificaties voor mijn computer?
U vindt de hardwarespecificaties voor uw computer terug op de gedrukte
brochures die geleverd zijn bij de computer.
Waar vind ik informatie over de garantievoorwaarden?
Voor de garantie die van toepassing is op uw computer, inclusief de
garantieperiode en het soort garantie, kunt u de brochure met de Lenovogarantieverklaring raadplegen.
Stuurprogramma's en vooraf geïnstalleerde software
Waar zijn de installatieschijven voor vooraf geïnstalleerde programma's
(bureaubladsoftware) van Lenovo?
Er worden geen installatieschijven voor vooraf geïnstalleerde software van
Lenovo geleverd bij de computer. Als u de vooraf geïnstalleerde software
opnieuw moet installeren, kunt u de installatieprogramma's terugvinden
op de D-partitie van uw harde schijf. Als u het installatieprogramma daar
niet terugvindt, kunt u het downloaden via de website voor
klantenondersteuning van Lenovo.
Waar vind ik de stuurprogramma's voor de verschillende hardwareonderdelen
van mijn computer?
Als er op uw computer vooraf een Windows-besturingssysteem is
geïnstalleerd, zet Lenovo de benodigde stuurprogramma's voor de
hardwareonderdelen op de D-partitie van de harde schijf. U kunt de
recentste stuurprogramma's ook downloaden via de website voor
klantenondersteuning van Lenovo.
23
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Lenovo OneKey Recovery-systeem
Waar zijn de herstelschijven?
Er zijn geen herstelschijven geleverd bij uw computer. Gebruik het
recovery-systeem als u de fabrieksinstellingen wilt herstellen voor het
systeem.
Wat kan ik doen indien het back-upproces mislukt?
Als u de back-upfunctie kunt opstarten maar het misgaat tijdens het backupproces, probeert u de volgende stappen:
1
Sluit alle geopende programma's en start het back-upproces opnieuw.
2
Controleer of de doelmedia beschadigd zijn. Selecteer een ander pad
en probeer vervolgens opnieuw.
Wanneer moet ik het systeem naar de fabrieksstatus herstellen?
Gebruik deze functie als het besturingssysteem niet opstart. Als er
belangrijke gegevens aanwezig zijn op de systeempartitie, moet u hier een
back-up van maken voor u de herstelprocedure start.
Het hulpprogramma voor BIOS-instelling
Wat is het hulpprogramma voor BIOS-instelling?
Het hulpprogramma voor BIOS-instelling is een op ROM gebaseerde
software. Deze software geeft basiscomputerinformatie door en voorziet in
opties voor het instellen van opstartapparaten, beveiliging, hardwaremodi
en andere voorkeuren.
Hoe kan ik het hulpprogramma voor BIOS-instelling starten?
Het hulpprogramma voor BIOS-instelling starten:
1
Schakel de computer uit.
2
Druk op de Novo-knop en selecteer vervolgens BIOS Setup.
Hoe kan ik de prioriteitsvolgorde voor opstarten wijzigen?
Er zijn twee prioriteitsopties voor opstarten: UEFI First en Legacy First.
Om de prioriteitsvolgorde voor opstarten te wijzigen, start u het
hulpprogramma voor BIOS-instelling en stelt u Boot
First of Legacy First in het Boot-menu.
Priority in op UEFI
24
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Wanneer moet ik de prioriteitsvolgorde voor opstarten wijzigen?
De standaard prioriteitsinstelling voor opstarten is UEFI First. Als u een
ouder besturingssysteem (dat wil zeggen, een
huidige besturingssysteem) op uw
opstartprioriteit wijzigen naar Legacy First. Het
kan niet geïnstalleerd worden als u de prioriteitsvolgorde
niet wijzigt.
computer wilt installeren, moet u de
eerdere versie dan die van uw
oudere besturingssysteem
voor opstarten
Assistentie
Hoe kan ik contact opnemen met het customer support center?
Zie “Hoofdstuk 3. Assistentie en service” in Lenovo's Gids met algemene en
veiligheidsinformatie.
Wanneer ik de
computer inschakel,
verschijnt er niets op
het scherm.
Wanneer ik de
computer inschakel,
verschijnt er een leeg
scherm met een witte
cursor.
Het scherm wordt
plotseling zwart terwijl
de computer
ingeschakeld is.
Het scherm is
onleesbaar of
vervormd.
Er verschijnen
verkeerde tekens op het
scherm.
• Als het scherm leeg is, controleert u of:
- De netspanningsadapter op de computer is aangesloten
en de stekker van het netsnoer in een werkend
stopcontact is geplaatst.
- De computer is ingeschakeld. Druk ter controle
nogmaals op de aan/uit-knop.
- Als u de netspanningsadapter of de batterij gebruikt en
het statuslampje voor de batterij brandt, drukt u op F12
) om het scherm helderder te maken.
(
• Als het voorgaande in orde is en het beeldscherm leeg
blijft, moet u de computer laten nazien.
• Zet back-upbestanden terug naar uw Windowsomgeving of herstel de oorspronkelijke inhoud van de
harde schijf met behulp van het recovery-systeem. Als
nog steeds alleen de cursor op het scherm verschijnt,
moet de computer worden nagezien.
• Mogelijk is een schermbeveiliging of
energiebeheerfunctie geactiveerd. U kunt op de volgende
manieren de schermbeveiliging afsluiten of de computer
wekken uit de slaapstand:
- Raak het touchpad aan.
- Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
- Druk op de aan/uit-knop.
-Druk op F9 () om te controleren of de achtergrond-
verlichting van het LCD-scherm uitgeschakeld is.
- Als het probleem zich blijft voordoen, probeert u de
oplossing voor het onderstaande probleem "Het scherm is
onleesbaar of vervormd".
• Controleer of:
- Het juiste beeldschermstuurprogramma is geïnstalleerd.
- De beeldschermresolutie en de kleurkwaliteit correct
zijn ingesteld.
- Het juiste monitortype is ingesteld.
• Hebt u het besturingssysteem of de programma's correct
geïnstalleerd? Als het besturingssysteem en de
softwareprogramma's correct zijn geïnstalleerd en
geconfigureerd, moet u de computer laten nazien.
26
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Problemen met BIOS-wachtwoorden
Ik ben mijn wachtwoord
vergeten.
• Als u uw gebruikerswachtwoord vergeten bent, dient u uw
systeembeheerder te vragen het wachtwoord te resetten.
• Als u uw hardeschijfwachtwoord vergeet, kan het
wachtwoord niet worden gereset en kunnen de
gegevens op de harde schijf niet worden hersteld, ook
niet door een Lenovo-reparateur. U dient de computer
naar een geautoriseerde Lenovo-reparateur of vertegenwoordiger te brengen om de harde schijf te
laten vervangen. Daarvoor is een aankoopbewijs
vereist. Er wordt een vergoeding in rekening gebracht
voor onderdelen en arbeidsloon.
• Als u uw supervisorwachtwoord vergeet, kan een Lenovo
geautoriseerde beheerder uw wachtwoord niet opnieuw
instellen. U dient de computer naar een geautoriseerde
Lenovo-reparateur of -vertegenwoordiger te brengen om
het moederbord te laten vervangen. Daarvoor is een
aankoopbewijs vereist. Er wordt een vergoeding in
rekening gebracht voor onderdelen en arbeidsloon.
Problemen met de slaapstand
Er wordt een bericht
over een kritieke lage
batterijspanning
weergegeven en de
computer wordt
onmiddellijk
uitgeschakeld.
De computer schakelt
meteen na de PowerOn Self-Test (POST)
over naar de
slaapstand.
Opmerking: Als de batterij is opgeladen en de temperatuur binnen het acceptabele bereik ligt,
laat u de computer repareren.
• Het vermogen van de batterij is te laag. Sluit de
netspanningsadapter op de computer aan of vervang de
batterij door een volledig opgeladen exemplaar.
• Controleer of:
- De batterij is opgeladen.
- De omgevingstemperatuur binnen het acceptabele
bereik ligt. Zie “Hoofdstuk 2. Gebruik en onderhoud
van de computer” in Lenovo's Gids met algemene en veiligheidsinformatie.
27
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
De computer keert niet
terug uit de slaapstand
en werkt niet.
• Als uw computer in de slaapstand staat, sluit u de
netspanningsadapter aan op de computer en drukt u
vervolgens op de Fn-toets of de aan/uit-knop.
• Als de computer nog steeds niet uit de slaapstand
terugkeert, het systeem niet reageert of u de computer
niet kunt uitschakelen, moet u de computer resetten.
Hierbij kunnen niet-opgeslagen gegevens verloren gaan.
Om de computer te resetten, houdt u de aan/uit-knop
gedurende minstens 4 seconden ingedrukt.
Problemen met het geluid
Er klinkt geen geluid uit
de luidsprekers, zelfs
als het volume omhoog
wordt gedraaid.
• Controleer of:
- De dempfunctie is uitgeschakeld.
- De combo-audioaansluiting niet wordt gebruikt.
- De luidsprekers zijn geselecteerd als het
afspeelapparaat.
Problemen met de batterij
De computer werkt niet
terwijl de batterij
volledig is opgeladen.
• Mogelijk is de piekspanningsbeveiliging in de batterij
actief. Schakel de computer uit en wacht een minuut om
de beveiliging te annuleren. Schakel de computer
vervolgens weer in.
Probleem met het hardeschijfstation
Het hardeschijfstation
werkt niet.
• Controleer in het menu Boot (Opstarten) van het
hulpprogramma voor BIOS-instelling of het
hardeschijfstation wordt vermeld in de EFI-lijst.
28
Overige problemen
De computer
reageert niet.
De computer wordt niet
vanaf het gewenste
apparaat opgestart.
Het aangesloten
externe apparaat
werkt niet.
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
• Om de computer uit te schakelen, houdt u de aan/uitknop gedurende minstens 4 seconden ingedrukt. Als de
computer nog steeds niet reageert, verwijdert u de
batterij en ontkoppelt u de netspanningsadapter.
• De computer kan vastlopen als de slaapstand wordt
geactiveerd tijdens een communicatiebewerking. Schakel
de timer voor de slaapstand uit wanneer u gebruikmaakt
van het netwerk.
• Raadpleeg de EFI-lijst van het hulpprogramma voor
BIOS-instelling. Controleer of het hulpprogramma voor
BIOS-instelling zo is ingesteld dat de computer opstart
vanaf het gewenste apparaat.
• Controleer bovendien of het apparaat van waaraf de
computer opstart, is ingeschakeld. Controleer of het
apparaat correct is opgenomen in de EFI-lijst van het
hulpprogramma voor BIOS-instelling.
•Druk op F12 als het Lenovo-logo op het scherm
verschijnt terwijl de computer opstart om het apparaat te
selecteren waarvan u wilt opstarten.
• Met uitzondering van USB-kabels mag u nooit kabels
van externe apparatuur aansluiten of ontkoppelen terwijl
de computer is ingeschakeld, omdat de computer anders
beschadigd kan raken.
• Wanneer u een extern apparaat met een hoog
energieverbruik aansluit, zoals een extern optisch
schijfstation via USB, moet u de netvoedingsadapter bij
het betreffende externe apparaat gebruiken. Doet u dit
niet, dan wordt het apparaat mogelijk niet herkend of
wordt het systeem uitgeschakeld.
29
Bijlage A. CRU-instructies
Customer Replaceable Units (CRU's) zijn onderdelen die kunnen worden
gewijzigd of vervangen door de klant. Als een CRU defect raakt tijdens de
garantieperiode, zal er aan de klant een vervangende CRU worden verstrekt.
Klanten zijn zelf verantwoordelijk voor het installeren van de self-service
CRU's voor dit product. Gebruikers kunnen ook optional-service CRU's
installeren; hiervoor zijn echter wel enige technische vaardigheden of
hulpmiddelen vereist. Als alternatief kunt u optional-service CRU's laten
installeren door een technicus onder de voorwaarden van het type
garantieservice die van toepassing is in uw land of regio.
Opmerkingen:
• De illustraties, gebruikt in dit hoofdstuk, zijn van de Lenovo B51-30, tenzij anders
vermeld.
• De illustraties in deze handleiding wijken mogelijk af van het werkelijke product.
Raadpleeg het product zelf.
• De CRU-service is alleen van toepassing voor bepaalde landen.
U kunt de opslagcapaciteit van uw computer vergroten door het
hardeschijfstation te vervangen door een hardeschijfstation met meer
capaciteit. U kunt een nieuw hardeschijfstation kopen bij uw leverancier
of vertegenwoordiger van Lenovo.
Opmerkingen:
• Vervang het hardeschijfstation alleen voor upgrades of reparatie. De verbindingen en de
ruimte voor het hardeschijfstation zijn niet bedoeld voor veelvuldig omwisselen van de
schijf.
• De vooraf geïnstalleerde software is niet opgenomen op een optionele harde schijf.
• Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld en dat alle kabels van de computer zijn
ontkoppeld voordat u het hardeschijfstation vervangt.
• Zorg ervoor dat het beeldscherm van de computer is gesloten om beschadiging te
voorkomen.
Omgaan met een harde schijf
• Laat de harde schijf niet vallen en stel deze niet bloot aan mechanische schokken.
Plaats de harde schijf op een materiaal, zoals zachte doek, die een fysieke schok
absorbeert.
• Oefen nooit druk uit op de behuizing van de harde schijf.
• Raak de aansluiting van de harde schijf niet aan.
Het hardeschijfstation is zeer gevoelig. Verkeerde behandeling kan ertoe
leiden dat het station beschadigd raakt en dat de gegevens op het
hardeschijfstation verloren gaan. Maak een back-up van alle gegevens van de
harde schijf, voordat u de harde schijf verwijdert en schakel vervolgens de
computer uit. Verwijder de harde schijf nooit, terwijl het systeem in werking
is of in de slaapstand staat.
32
Bijlage A. CRU-instructies
Ga als volgt te werk om het hardeschijfstation te vervangen:
1
Verwijder de batterij. Zie “De batterij vervangen” op pagina 31 voor meer
informatie.
2
Verwijder de schroeven en verwijder vervolgens de bodemafdekplaat .
1
3
Verwijder de schroeven waarmee het frame bevestigd is .
a
1
2
c
3
b
3
33
Bijlage A. CRU-instructies
4
Verwijder het hardeschijfstation door het zachtjes in de richting van de
pijl
te trekken.
d
5
Verwijder de schroeven en maak het metalen frame van het
hardeschijfstation los.
6
Bevestig het metalen frame aan een nieuw hardeschijfstation en draai de
schroeven vast.
7
Schuif het nieuwe hardeschijfstation stevig op zijn plaats en schroef het
frame vast om het station vast te zetten.
8
Breng de afdekplaat weer aan en draai de schroeven vast.
9
Plaats de batterij terug. Zie “De batterij vervangen” op pagina 31 voor meer
informatie.
U kunt de hoeveelheid geheugen in uw computer verhogen door DDR3L
SDRAM (double data rate three synchronous dynamic random access
memory) - beschikbaar als optie - te installeren in de geheugensleuf van uw
computer. DDR3L SDRAM-geheugenmodules zijn beschikbaar in diverse
capaciteiten.
Opmerking:
• Gebruik alleen geheugentypen die worden ondersteund door uw computer. Als u
onjuist een optioneel geheugen of een niet-ondersteund geheugentype installeert, klinkt
een waarschuwingssignaal wanneer u probeert de computer te starten.
• Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld en dat alle kabels van de computer zijn
losgekoppeld voordat u het geheugen vervangt.
• Zorg ervoor dat het beeldscherm van de computer is gesloten om beschadiging te
voorkomen.
Als u een DDR3L SDRAM-module wilt installeren, doet u het volgende:
1
Raak een metalen tafel of een geaard metalen object aan om eventuele
statische elektriciteit in uw lichaam te beperken, die de DDR3L SDRAM
kan beschadigen. Raak de contactrand van de DDR3L SDRAM-module
niet aan.
2
Verwijder de batterij. Zie “De batterij vervangen” op pagina 31 voor meer
informatie.
3
Verwijder de schroeven en verwijder vervolgens de bodemafdekplaat .
a
b
1
1
2
35
Bijlage A. CRU-instructies
4
Als er al twee DDR3L SDRAM's in de geheugensleuf geplaatst zijn,
vervangt u er een van om plaats te maken voor de nieuwe door tegelijk
de vergrendelingen aan beide kanten van de sleuf naar buiten te trekken.
Zorg ervoor dat u de oude DDR3L SDRAM bewaart voor toekomstig
gebruik.
11
5
Breng de inkeping van de DDR3L SDRAM-module op één lijn met het
uitstekende deel van de sleuf en plaats de nieuwe module voorzichtig in
de sleuf onder een hoek van 30-45°.
6
Duw de DDR3L SDRAM-module naar beneden tot de vergrendelingen
aan beide zijden van de socket de module op zijn plaats vergrendelen.
2
36
1
2
7
Plaats de afdekplaat terug nadat u de bevestigingsclips op één lijn hebt
gebracht met de corresponderende openingen.
Bijlage A. CRU-instructies
8
Plaats de batterij terug. Zie “De batterij vervangen” op pagina 31 voor meer
informatie.
Om er zeker van te zijn, dat de DDR3L SDRAM- module correct is
geïnstalleerd, doet u het volgende:
1
Druk op de Novo-knop om het Novo-knopmenu te openen.
2
Selecteer BIOS Setup. Bij System Memory kunt u zien wat de totale
hoeveelheid geïnstalleerd geheugen in uw computer is.