Lenco MINI-001 Instructions Manual [nl]

OPGELET!
Onzichtbare laserstraling indien open. Vermijd blootstelling aan de straal. Laserproduct van klasse 1. Dit systeem mag enkel door bevoegde technici geopend worden om ongelukken door de laserstraal te vermijden.
klasseninformatie: Aan de onderzijde van de versterker Dit apparaat komt overeen met de bestaande vereisten
In overeenstemming met de klasseplaat van het apparaat, schikt dit apparaat zich naar de huidige normen voor elektrische veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit.
Veel geluk ermee - maar wees voorzichtig met je trommelvliezen Zorg ervoor dat u het volume van het apparaat lager zet voordat je een hoofdtelefoon opzet. Verhoog het volume tot het gewenste niveau eens je de hoofdtelefoon op hebt gezet.
Never touch the lens
Ne jamais toucher la lentille
Die Lines nicht berühren.
Front View
10 cm
Side View
10 cm
10 cm
10 cm
5 cm
Dit product is ontworpen en geproduceerd met materiaal van hoge kwaliteit en onderdelen die gerecycleerd en opnieuw gebruikt kunnen worden. Dit symbool
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
DO NOT EXPOSE TO RAIN
OR MOISTURE
ATTENTION
RISQUE DE CHOC ÉLECTRIQUE
NE PAS ENLEVER
NE PAS EXPOSER À LA PLUIE
NI À L'HUMIDITÉ
betekent dat elektrisch en elektronisch materiaal, op het einde van hun leven, afzonderlijk van het huisvuil verwijderd moet worden.Gelieve dit toestel te storten bij het afvalverzamelingcentrum/recyclagecentrum van uw plaatselijke gemeente. In de Europese Unie zijn er afzonderlijke selectiesystemen voor versleten elektrische en elektronische producten. Help ons om het milieu te behouden!
Veiligheidsvoorzorgen
• Doe de kast onder geen enkele omstandigheid open. Alle reparaties of interne aanpassingen mogen enkel door getrainde technici gebeuren.
• Zet het product nooit in werking als de kast verwijderd is.
• Gebruik het systeem niet onmiddellijk na transport van een koude plaats naar een warme plaats omdat dit ertoe kan leiden dat het systeem slecht gaat werken.
• Houd het toestel weg van vochtige plaatsen en abnormaal hete plaatsen.
• Raak de speller niet aan met vochtige handen. Als er vloeistof in de kast van de speler komt moet u de speler naar een gespecialiseerde technicus brengen voor inspectie.
• Deze compactdisc speler gebruikt een laser om de muziek op de schijf te lezen. Het lasermechanisme komt overeen met het pick-up element en de naald van een platenspeler. Hoewel dit product een laser pick-up lens gebruikt, is het volledig veilig als het volgens de richtlijnen gebruikt wordt.
• De cd’s draaien aan hoge snelheid binnen in de speler. Gebruik geen beschadigde, kromme of gebarsten cd’s.
• Raak de pick-up lens binnen in het cd-compartiment niet aan. Laat het deurtje van het compartiment niet open om te vermijden dat stof op de pick-up lens komt. Als de lens vuil wordt moet u ze schoonmaken met een zachte borstel, of met een luchtblazend borsteltje voor cameralenzen.
• Het apparaat mag niet blootgesteld worden aan druppend en spattend water en er mogen geen objecten die gevuld zijn met vloeistoffen, zoals vazen, op het apparaat geplaatst worden.
• Naakte vlammen, zoals kaarsen, mogen niet op het apparaat geplaatst worden.
• Rond het apparaat moeten minimale afstanden bewaard worden om voor voldoende ventilatie te zorgen.
• De ventilatie mag niet gehinderd worden door de ventilatieopeningen te bedekken met voorwerpen als een krant, een tafelkleed, gordijnen, enz.
• Het type plaatje bevindt zich aan de onderzijde van de versterker.
• De hoofdstekker wordt gebruikt om het toestel uit te schakelen en dan zal het operationeel blijven. Om de stroom volledig uit te schakelen moet de hoofdstekker van het apparaat volledig uit de hoofdleiding gehaald worden.
• Er moet aandacht besteed worden aan de milieuvriendelijke aspecten van het verwijderen van batterijen.
• Het gebruik van het apparaat in gematigde klimaten.
• Het netsnoer mag niet geblokkeerd worden en mag niet hinderlijk in de weg liggen tijdens gebruik.
Veiligheid van de hoofdtelefoon
• Speel je hoofdtelefoon niet op het hoogste volume. Gehoorspecialisten waarschuwen tegen het
langdurig spelen met hoge volumes.
• Als uw oren tuiten, verlaag dan het volume of stop het gebruik.
• U moet extreem voorzichtig zijn of zelfs tijdelijk stoppen met het gebruik in mogelijk gevaarlijke
situaties.
• Zelfs al is uw hoofdtelefoon ontworpen voor in de open lucht te gebruiken en om omgevingsgeluiden
te horen, toch moet u het volume niet zo hoog zetten dat u niet meer kan horen wat er rond u gebeurt.
DUT-1
DUT-2
Beschrijving voorkant van de CD-eenheid
1. ON/STANDBY-knop om de eenheid aan- en uit te zetten.
2. Sensor op afstand voor het ontvangen van het signaal van de afstandsbediening.
3. LCD-scherm.
4. FUNCTION-knop voor het selecteren van een CD/USB/SD-MMC/TUNER/AUX bron
5. PROG/MEM-knop voor het selecteren van geprogrammeerd afspelen of geheugen van radiozenders.
6. REPEAT/P+ knop voor het selecteren van herhaald afspelen of het programmeren van het geheugen.
7. RANDOM/P- knop voor het selecteren van willekeurig afspelen of het programmeren van het geheugen.
8. SD-MMC kaartgleuf voor SD-MMC kaartgeheugen.
9. USB-ingang voor USB-geheugen
10. Lampje dat stand-by positie aangeeft als de eenheid uit staat.
1 2 3 4 5
9
10
8
7
Beschrijving Bovenkant van de CD-eenheid
1. ST/MONO-knop voor het selecteren van stereo of mono geluid voor FM band.
2. BAND/FOLDER-knop voor het selecteren van AM of FM band bij radio- of mappenselectie bij het afspelen van MP3.
3. BACK/TUNE DOWN-knop om terug te springen of snel terug te spoelen bij het afspelen van CD/USB/SD-MMC of voor het afstemmen van radiozenders.
4. NEXT/TUNE UP-knop om vooruit te springen of snel vooruit te spoelen bij het afspelen van CD/USB/SD-MMC of voor het afstemmen van radiozenders.
5. STOP-knop voor het stoppen van het afspelen van CD/USB/SD-MMC.
6. PLAY/PAUSE/ENTER-knop voor het afspelen of pauzeren van het huidige nummer of te gebruiken als bevestigingsknop voor menuselectie.
7. OPEN/CLOSE-knop voor het openen en sluiten van het CD-vak.
Beschrijving Achterkant van de CD-eenheid
1. FM antenne-ingang voor het aansluiten van een FM antenne.
2. AM antenne-ingang voor het aansluiten van een AM antenne.
3. AUX-ingang (Links/Rechts) voor het aansluiten op een externe geluidsbron.
FM ANT
AM ANT
AUX INPUT
RED
WHITE
OUTPUT
RED
WHITE
R
L
TO AMPLIFIER
4. Audio-uitgang (Links/Rechts) voor het aansluiten op de Audio-ingang van de Versterkereenheid met gebruik van de RCA-kabel.
5. Stuurpoort voor het aansluiten op de stuurpoort van de Versterkereenheid met gebruik van de lintkabel.
Beschrijving Voorkant van de Versterkereenheid
1. Hoofdtelefoon
2. BASS-knop om het effect van de superbas aan- of uit te zetten.
3. PRESET EQ-knop voor het selecteren van zes vooringestelde equalizers (FLAT (vlak)/CLASSIC (klassiek)/ROCK/POP/JAZZ/CUSTOM (op maat).
4. MUTE-knop voor het aan- en uitzetten van het geluid van de speakers.
5. Volumeknop voor het wijzigen van het volumeniveau.
6. Lampje voor stand-by om aan te geven dat de eenheid uit staat.
7. Lichtgevende ring om aan te geven dat de eenheid aan staat.
6
Beschrijving Achterkant van de Versterkereenheid
1. Subwoofer-uitgang voor aansluiting op een actieve subwoofer-versterker.
2. Stuurpoort voor het aansluiten op de stuurpoort van de CD-eenheid met gebruik van de lintkabel.
3. Audio-ingang (Links/Rechts) voor het aansluiten
TO SUBWOOFER
TO CD
R SPEAKER L
INPUT
RED
R
L
WHITE
op de Audio-uitgang van de CD-eenheid met gebruik van de RCA-kabel.
4. Speaker-uitgang (Links/Rechts) voor het aansluiten op de speakers met gebruik van de speakerkabels.
Accessoires
AM-Antenne
FM-Antenne
RCA-kabel
Speakerkabel x 2
Lintkabel
Afstandsbediening
1. ON/STANDBY-knop om de eenheid aan- en uit te zetten.
2. 0-9, -/-- knoppen voor het direct selecteren van een nummer.
3. INTRO/RDS-knop om de eerste 10 seconden van elk liedje af te spelen of om de RDS-functie te selecteren.
4. PROG/MEM-knop voor het selecteren van geprogrammeerd afspelen of van het geheugen van radiozenders.
5. RANDOM/P- knop voor het selecteren van willekeurig afspelen of het programmeren van het geheugen.
6. BACK/TUNE DOWN-knop om terug te springen of snel terug te spoelen bij het afspelen van CD/USB/SD-MMC of voor het afstemmen van radiozenders.
7. STOP-knop voor het stoppen van het afspelen van CD/USB/SD-MMC.
8. SLEEP-knop voor het activeren en selecteren van de tijd om te gaan slapen.
9. SNOOZE-knop voor het activeren van de snooze-functie.
10. TIMER-knop voor het activeren van de timerfunctie.
11. MUTE-knop voor het uitzetten van het geluid.
12. PLAY/PAUSE-knop voor het afspelen of pauzeren van het geselecteerde liedje.
13. NEXT/TUNE UP-knop om vooruit te springen of snel vooruit te spoelen bij het afspelen van CD/USB/SD-MMC of voor het afstemmen van radiozenders.
14. REPEAT/P+-knop voor het selecteren van herhaald afspelen of het programmeren van het geheugen.
15. MENU-knop voor toegang tot de menumodus.
DUT-3
DUT-4
16. BAND/FOLDER-knop voor het selecteren van AM of FM band bij radio- of mappenselectie bij het afspelen van MP3.
17. ST/MONO-knop voor het selecteren van stereo of mono geluid voor FM band.
18. – knop voor het verlagen van het volume.
19. + knop voor het verhogen van het volume.
20. FUNCTION-knop voor het selecteren van een CD/tuner/USB/SD-MMC/ bron.
21. RECORD-knop voor het beginnen met opnemen.
Bediening door de Gebruiker
Het aanzetten van de eenheid
1. De klok wordt weergegeven wanneer de wisselstroom is aangesloten. De eenheid staat op
STAND-BY.
2. Druk op de ON/STANDBY-knop op de eenheid of op de afstandsbediening om de eenheid aan
te zetten. Enkele seconden lang wordt “HELLO” weergegeven. Het LCD achtergrondscherm en de lichtgevende ring zullen aan gaan.
3. De eenheid zal standaard op de laatst gebruikte functie of Tuner worden gezet.
4. Druk opnieuw op de ON/STANDBY-knop. De eenheid gaat op de stand-by modus. Enkele
seconden lang wordt “BYE BYE” weergegeven en vervolgens verschijnt de klok. Het LCD achtergrondscherm en de lichtgevende ring zullen uit gaan. Het lampje voor stand-by gaat aan.
Menu-instelling
1. Door op de MENU-knop te drukken gaat u naar de menu-instellingen.
2. Via de menu-instellingenmodus kan de gebruiker de volgende instellingen maken:
CLOCK – de klok die het actuele tijdstip weergeeft aanpassen TIMER – de tijd waarop de timer aan en uit gaat, instellen BASS – BASS (bas) aan- en uitzetten. EQ – de EQ-modus instellen FLAT /ROCK /JAZZ /CLASSIC /POP /CUSTOM) ID3 – ID3 weergave aan- of uitzetten RECORD – manier van opslaan instellen, USB of SD-MMC.
3. Druk herhaaldelijk op de MENU-knop totdat de gewenste instelling verschijnt.
4. Druk op ENTER om de instelling te selecteren.
5. Druk op elk willekeurig moment op STOP om de menu-instellingenmodus te verlaten, of u
verlaat deze automatisch als er 10 seconden lang geen knop wordt ingedrukt.
Instellen van de Klok
1. Druk herhaaldelijk op MENU totdat “CLOCK” wordt weergegeven.
2. Druk op ENTER om de modus voor het instellen van de klok in te gaan.
3. De huidige klok wordt weergegeven met knipperende cijfers voor de uren.
4. Druk op NEXT (volgende) of BACK (achteruit) om de tijd met een uur aan te passen. Houd de
knop ingedrukt om doorlopend aan te passen.
5. Druk op ENTER om de minuten te selecteren.
6. Druk op NEXT of BACK om de tijd met een minuut aan te passen. Houd de knop ingedrukt om
doorlopend aan te passen.
7. Druk op ENTER om het instellen van de klok te beëindigen en de modus voor het instellen van
de klok te verlaten.
8. Druk op elk willekeurig moment op STOP om het menu te verlaten. Als u dit niet doet, dan zal er
automatisch naar de menu-instellingenmodus teruggesprongen worden als er 10 seconden lang geen knop is ingedrukt.
9. De nieuwe instelling wordt geactualiseerd bij bevestiging van de minuteninstelling.
Instellen van de Timer
1. Druk herhaaldelijk op MENU totdat “TIMER” wordt weergegeven.
2. Druk op ENTER om de modus voor het instellen van de timer in te gaan.
3. Voor instelling van de begintijd van de timer drukt u herhaaldelijk op de MENU-knop
totdat “On Time” wordt weergegeven.
4. Druk op ENTER om de modus voor het instellen van de begintijd van de timer in te gaan.
5. De huidige instelling van de begintijd wordt weergegeven met knipperende cijfers voor de uren.
6. Druk op NEXT of BACK om de tijd met een uur aan te passen. Houd de knop ingedrukt om
doorlopend aan te passen.
7. Druk op ENTER om de minuten te selecteren.
8. Druk op NEXT of BACK om de tijd met één minuut aan te passen. Houd de knop ingedrukt om
doorlopend aan te passen.
DUT-5
9. Druk op ENTER om de instelling van de begintijd van de timer te beëindigen en de modus voor het instellen van de timer te verlaten.
10. Druk op elk willekeurig moment op STOP om het menu te verlaten, anders wordt er automatisch teruggesprongen naar de modus voor het instellen van de timer zodra er 10 seconden lang geen knop wordt ingedrukt.
11. De nieuwe instelling wordt geactualiseerd bij bevestiging van de minuteninstelling.
12. Voor instelling van de eindtijd van de timer drukt u herhaaldelijk op de NEXT-knop totdat “OFF TIME” wordt weergegeven.
13. Druk op ENTER om de modus voor het instellen van de eindtijd van de timer in te gaan.
14. Herhaal de stappen 5 tot 11 voor het instellen van de eindtijd.
15. Druk op elk willekeurig moment op STOP om de instellingenmodus voor de timer te verlaten.
Instellen van de Timer (via afstandsbediening)
1. Volg de sectie "Instellen van de Timer" om de gewenste begintijd en eindtijd in te stellen.
2. Druk op TIMER op de afstandsbediening om de timer te activeren.
3. Het TIMER ikoontje zal oplichten.
4. Als de tijd op de klok de eindtijd bereikt zal de eenheid worden uitgezet en in standby modus overgaan.
5. Als de klok de begintijd bereikt zal de eenheid aangezet worden en op de laatste function-instelling overgaan.
6. Als de laatste functie-instelling CD/USB/SD-MMC is, dan zal het eerste nummer worden afgespeeld. Verzeker u ervan dat de CD, USB geheugen of SD-MMC kaart nog steeds ingestoken zit.
7. Indien de laatste function-instelling Tuner is, dan zal er op het laatst ontvangen station worden afgestemd.
8. Verzeker u er van dat het geluid hard genoeg is om u wakker te kunnen maken.
Instellen van de Snooze Functie (via afstandsbediening)
1. De snooze functie wordt gebruikt om de eenheid 7 minuten lang uit te zetten wanneer deze is aangezet door de timer.
2. Druk op de SNOOZE knop nadat de eenheid door de timer is geactiveerd. Het SNOOZE ikoontje zal oplichten.
3. De eenheid zal gedurende 7 minuten in standby modus blijven en daarna teruggaan naar de laatste function-instelling.
4. Elke keer dat de eenheid wordt gewekt door de timer kan de snooze functie slecht éénmaal worden geactiveered.
Instellen van de Sleep Timer (via afstandsbediening)
1. Deze instelling stelt de eenheid in staat om zichzelf automatisch uit te schakelen na een ingestelde tijdsperiode. De sleep time (tijd vóór het slapen gaan) kan worden ingesteld op 120min, 90min, 60min, 45min, 30min, 15min, 5min of off (uit).
2. Druk herhaaldelijk op de SLEEP knop totdat de gewenste tijd tot het slapen gaan op de display wordt weergegeven.
3. Het SLEEP ikoontje zal aan gaan.
4. Om de sleep timer uit te schakelen dient u herhaaldelijk op SLEEP te drukken totdat SLEEP OFF wordt weergegeven.
5. Het SLEEP ikoontje zal nu uit gaan.
Instellen van de equalizer (EQ) (via afstandsbediening)
1. Druk herhaaldelijk op MENU totdat EQ wordt weergegeven.
2. Druk op ENTER om de modus voor het instellen van de EQ in te gaan.
3. De laatste instelling wordt weergegeven. Druk herhaaldelijk op NEXT totdat de gewenste instelling verschijnt. De instellingen worden in deze volgorde weergegeven: FLAT (vlak) -> ROCK -> JAZZ -> CLASSIC (klassiek) -> POP -> CUSTOM (op maat).
4. Druk op ENTER om te bevestigen en om de instellingenmodus voor de EQ te verlaten.
5. Druk op elk willekeurig moment op STOP om de instellingenmodus voor de EQ te verlaten.
6. Het icoon voor de EQ brandt tenzij deze is ingesteld op FLAT.
7. Druk bij de instellingenmodus voor CUSTOM op ENTER om de custom-instellingenmodus in te gaan. U kunt hier eigen Bass en Treble voorkeuren instellen.
8. Om het Bassniveau in te stellen drukt u herhaaldelijk op NEXT totdat User Bass wordt weergegeven.
DUT-6
9. Druk op Enter om het laatste bassniveau weer te geven, bv. "Bass +6dB". Het instellingsbereik is +/- 10 dB.
10. Druk op NEXT en BACK om het bassniveau aan te passen en op ENTER om te bevestigen.
11. Om het Trebleniveau in te stellen drukt u herhaaldelijk op NEXT totdat User Treble wordt w eergegeven.
12. Druk op enter om het laatste trebleniveau weer te geven, bv. "TREBLE -8dB". Het instellingsbereik is +/- 10 dB.
13. Druk op NEXT en BACK om het trebleniveau aan te passen en op ENTER om te bevestigen.
14. Druk op elk willekeurig moment op STOP om de CUSTOM modus te verlaten.
Instellen van de EQ (via de knop op de eenheid)
1. Druk herhaaldelijk op de PRESET EQ-knop op de voorkant van de versterker om de gewenste EQ-instelling te selecteren. De laatste EQ instelling wordt weergegeven wanneer de knop wordt ingedrukt, en dan kunt u in deze volgorde de opties doorlopen: Flat -> Rock -> Jazz -> Classic -> Pop -> Custom.
2. Bij CUSTOM moeten het BASS- en TREBLE-niveau worden aangepast door de MENU-knop op de afstandsbediening te gebruiken.
Instellen van BASS (via de afstandsbediening)
1. Druk herhaaldelijk op MENU totdat BASS wordt weergegeven.
2. Druk op ENTER om de modus voor het instellen van de BASS in te gaan.
3. Druk herhaaldelijk op NEXT totdat de gewenste instelling verschijnt. De instellingen worden weergegeven in de volgorde Bass On -> Bass Off.
4. Druk op ENTER om te bevestigen.
5. Druk op elk willekeurig moment op STOP om de instellingenmodus voor BASS te verlaten.
6. Het ikoontje voor BASS gaat aan als de BASS modus op Bass On wordt gezet.
Instellen van BASS (via de knop op de eenheid)
1. Druk herhaaldelijk op de BASS-knop op de voorkant van de versterker om de BASS-functie aan en uit te zetten. Als de BASS aan staat, zal “Bass On” worden weergegeven. Als de BASS uit staat, zal “Bass Off” worden weergegeven.
Instellen van ID3 informatie
1. Druk herhaaldelijk op MENU totdat ID3 wordt weergegeven.
2. Druk op ENTER om de modus voor het instellen van ID3 in te gaan.
3. Druk herhaaldelijk op NEXT totdat de gewenste instelling verschijnt. De instellingen worden weergegeven in de volgorde ID3 On -> ID3 Off.
4. Druk op ENTER om te bevestigen en om de instellingenmodus voor ID3 te verlaten.
5. Druk op elk willekeurig moment op STOP om de instellingenmodus voor ID3 te verlaten.
6. ID3 informatie wordt weergegeven als de instelling op ID3 On staat en er wordt ID3 informatie gegeven in het muziekbestand.
Het aanpassen van het volume (via de afstandsbediening)
1. Druk op VOL + om het volume te verhogen en op VOL – om het volume te verlagen. Houd de knop ingedrukt om doorlopend aan te passen. De knop voor het volume draait overeenkomstig rechtsom of linksom.
2. Als de VOL + knop is ingedrukt zal “Volume Up” worden weergeven. Als de VOL – knop is ingedrukt wordt “Volume Down” weergegeven.
Het geluid dempen (MUTE)
1. Druk één keer op de MUTE-knop om het geluid te dempen.
2. “MUTE” knippert op het scherm.
3. Door nog een keer op de knop drukken wordt mute opgeheven en gaat u terug naar het normale afspeelscherm.
Directe toegang via de nummertoetsen
1. De gebruiker kan direct het gewenste af te spelen nummer selecteren door op de nummerknoppen 0-9 en -/-- te drukken.
2. Door op -/-- te drukken wordt er afgewisseld tussen enkelcijferige en meercijferige invoer. De display geeft “—“ weer als er alleen tweecijferige invoer beschikbaar is of “---“ als er meer dan 2 cijfers kunnen worden ingevoerd.
DUT-7
3. Het geselecteerde nummer wordt afgespeeld zodra de invoer is voltooid.
CD-bediening – Normaal Afspelen (alleen CD)
1. Druk op ON/STANDBY om de eenheid aan te zetten.
2. Druk herhaaldelijk op FUNCTION totdat het “CD” ikoontje oplicht.
3. De eenheid begint de CD te lezen. “Reading” wordt weergegeven.
4. Als er geen CD in het vak zit, wordt “No Disc” weergegeven.
5. Druk op OPEN om het CD-vak te openen. “Open” wordt weergegeven.
6. Doe de CD in de CD-lade.
7. Sluit het CD-vak.
8. De eenheid begint de CD te lezen. “Reading” wordt weergegeven.
9. Het totale aantal nummers en de totale afspeeltijd worden na het lezen weergegeven, bijv. "18 65:24".
10. Druk op PLAY/PAUSE om de CD af te spelen.
11. Tijdens het afspelen worden het huidige afgespeelde nummer (track, TK) en de huidige afspeeltijd weergegeven, bijv. “TK13 03:29”.
12. Druk op PLAY/PAUSE om de CD op pauze te zetten.
13. Druk nogmaals op PLAY/PAUSE om het afspelen vanaf hetzelfde punt te hervatten.
14. Om te stoppen met afspelen drukt u op STOP.
15. Druk één keer op NEXT en de CD springt naar het volgende nummer.
16. Druk één keer op BACK en de CD springt terug naar het begin van het huidige nummer, of twee keer om naar het vorige nummer terug te gaan.
CD-bediening – Geprogrammeerd Afspelen (alleen CD)
1. Stop het afspelen door op STOP te drukken.
2. Druk op PROG om de programmamodus in te gaan. Het “PROG” ikoontje gaat branden. “TK00 P:01” wordt weergegeven en “00” knippert. “00” staat voor het tracknummer en “P:01” staat voor het programmanummer.
3. Druk op NEXT of BACK om het gewenste nummer te selecteren.
4. Druk op PROG om het tracknummer te bevestigen. Het scherm geeft het volgende programmanummer weer “TK00 P:02”. Het tracknummer knippert opnieuw en wacht op de invoer van een tracknummer.
5. Herhaal stappen 3 en 4 totdat alle gewenste nummers zijn geprogrammeerd of het gehele programmeergeheugen is gebruikt. Hetzelfde nummer kan meer dan één keer worden voorgeprogrammeerd.
6. Door tijdens het programmeren op STOP te drukken verlaat u de modus voor geprogrammeerd afspelen.
7. Druk op PLAY/PAUSE om geprogrammeerd afspelen te beginnen.
8. Druk op STOP en het geprogrammeerd afspelen stopt, maar de eenheid blijft in de programmeermodus, d.w.z. dat het ikoontje “PROG” blijft oplichten.
9. Om de programmeermodus te verlaten drukt u opnieuw op STOP. Alle voorgeprogrammeerde nummers worden verwijderd uit de bestaande programmeermodus.
10. Geprogrammeerd afspelen kan ook met de REPEAT functie werken. REPEAT ALL zal in dit geval alleen alle voorgeprogrammeerde nummers afspelen. REPEAT FOLDER is niet mogelijk in geprogrammeerd afspelen.
11. De overige handelingen en functies zijn dezelfde als bij Normaal Afspelen.
CD-bediening – Voorgeprogrammeerde nummers verwijderen
1. Het gehele programmeergeheugen wordt verwijderd zodra de modus voor geprogrammeerd afspelen wordt verlaten.
2. Om de modus voor geprogrammeerd afspelen te verlaten, drukt u twee keer op STOP tijdens geprogrammeerd afspelen. Het “PROG” ikoontje gaat uit.
CD-bediening – Herhaald Afspelen
1. Selecteer het gewenste liedje en speel dit af zoals beschreven in CD-bediening – Normaal Afspelen.
2. Druk herhaaldelijk op REPEAT om REPEAT-1, REPEAT A-B, REPEAT ALL en NO REPEAT te selecteren.
3. REPEAT 1: Herhaal hetzelfde nummer. Het " " ikoontje gaat branden.
DUT-8
4. REPEAT A-B: Herhaal vanaf punt A tot punt B. Wanneer het " A" ikoontje aan is, geeft dit het beginpunt A aan. Druk nogmaals op REPEAT, dit geeft het eindpunt B aan en het " A B" ikoontje zal oplichten. De CD wordt vanaf punt A tot punt B herhaald en afgespeeld. Let wel, de REPEAT AB functie moet op dezelfde track worden uitgevoerd, d.w.z. wanneer de track is afgelopen, wordt beginpunt A geannuleerd.
5. REPEAT ALL: Herhaal alle nummers. Het " ALL" ikoontje gaat branden.
6. NO REPEAT. Ga terug naar normaal afspelen. Alle repeat-ikoontjes gaan uit.
7. Andere handelingen en functies zijn dezelfde als bij normaal afspelen.
CD-bediening – Herhaald Afspelen
1. Selecteer het gewenste liedje en speel dit af zoals beschreven in CD-bediening – Normaal Afspelen.
2. Druk herhaaldelijk op REPEAT om REPEAT-1, REPEAT A-B, REPEAT ALL en NO REPEAT te selecteren.
3. REPEAT 1: Herhaal hetzelfde nummer. Het ikoontje gaat branden.
4. REPEAT A-B: Herhaal vanaf punt A tot punt B. Wanneer het ikoontje aan is, geeft dit het beginpunt A aan. Druk nogmaals op REPEAT, dit geeft het eindpunt B aan en het ikoontje zal oplichten. De CD wordt vanaf punt A tot punt B herhaald en afgespeeld. Let wel, de REPEAT AB functie moet op dezelfde track worden uitgevoerd, d.w.z. wanneer de track is afgelopen, wordt beginpunt A geannuleerd.
5. REPEAT ALL: Herhaal alle nummers. Het ikoontje gaat branden.
6. NO REPEAT. Ga terug naar normaal afspelen. Alle repeat-ikoontjes gaan uit.
7. Andere handelingen en functies zijn dezelfde als bij normaal afspelen.
CD-bediening – Willekeurig Afspelen
1. Druk in de stopmodus op RANDOM om de modus voor willekeurig afspelen in te gaan. Het ikoontje “RAND” zal oplichten.
2. De liedjes worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
3. Als u opnieuw op RANDOM drukt wordt willekeurig afspelen gestopt, maar de nummers zullen het afspelen op volgorde voortzetten.
4. Andere functies en handelingen zijn dezelfde als bij normaal afspelen.
CD-bediening – INTRO afspelen (via de afstandsbediening)
5. Druk in de stopmodus op INTRO om de INTRO-afspeelmodus in te gaan. Het ikoontje “INTRO” gaat branden.
6. De eerste 10 seconden van alle nummers worden afgespeeld.
7. Als u opnieuw op INTRO drukt stopt het afspelen in de INTRO-modus, maar het afspelen van het nummer gaat gewoon door.
8. Andere functies zijn dezelfde als bij normaal afspelen.
Tunerbediening – Radiozenders afstemmen
1. Druk op ON/STANDBY om de eenheid aan te zetten.
2. Druk herhaaldelijk op FUNCTION totdat de laatste zenderfrequentie wordt weergegeven. Als u de eenheid voor de eerste keer aanzet, staat de frequentie standaard op FM 87.5.
3. Druk op BAND/FOLDER om de gewenste frequentieband (FM of AM) te selecteren, bijv. “AM 936”.
4. Druk zo vaak als gewenst op TUNE UP of TUNE DOWN om op het gewenste radiostation af te stemmen.
5. Houd TUNE UP of TUNE DOWN langer dan één seconde ingedrukt, het zoeken begint dan automatisch en de tuner stopt bij het eerste station dat kan worden ontvangen.
6. Om het automatisch afstemmen te stoppen drukt u opnieuw op TUNE UP of TUNER DOWN.
Tunerbediening – Een Radiozender Opslaan
1. Stem af op een gewenst radiostation door de stappen onder Tunerbehandeling – Radiozenders Afstemmen te volgen.
2. Druk op PROG/MEM om de modus voor het opslaan van zenders in te gaan. Het scherm geeft bijv. “FM104.75P:01” weer, terwijl 01 knippert en waarbij P:01 het programmanummer is.
3. Druk binnen 10 seconden op P+ of P- om het gewenste programmanummer te selecteren.
4. Druk binnen 10 seconden op PROG/MEM om die zender in het geselecteerde geheugen op te slaan. Het ikoontje “MEMORY” gaat branden en het programmanummer stopt met knipperen; bijv. “FM104.75P:01” wordt dan weergegeven.
5. Als er binnen 10 seconden geen knop wordt ingedrukt wordt de modus voor het opslaan van radiozenders verlaten en teruggegaan naar de vorige status.
6. Herhaal stappen 1-5 om andere zenders in te stellen, of om opgeslagen zenders te wijzigen.
7. Er zijn in totaal 20 programmageheugens voor FM en 10 voor AM.
Tunerbediening – Een opgeslagen radiozender oproepen
1. Druk op P+ of P- om het gewenste station te selecteren.
2. Het icoon “MEMORY” gaat branden en het scherm geeft de opgeslagen zender weer, bijv. "FM104.75P:01”.
3. De volgende standaardfrequenties zijn opgeslagen in het geheugen wanneer de eenheid uit de fabriek komt.
(NO = Nr.)
PROG NO. AM FM
1 603KHz 90.00MHz 2 999KHz 98.00MHz 3 1404KHz 106.00MHz 4 1620KHz 108.00MHz 5 522KHz 87.50MHz
| | | | | |
10 522KHz |
| - | | - |
20 - 87.50MHz
RDS-functie
1. Stem af op een gewenst radiostation door de stappen onder Tunerbediening – Radiozenders afstemmen te volgen.
2. Als de ontvangen zender RDS-informatie bevat, gaat het ikoontje “RDS” branden.
3. Druk herhaaldelijk op “INTRO/RDS” om Frequentie, Naam van zender, Type Programma (PTY), RT (RadioTekst) en CT (Kloktijd) weer te geven.
Frequentie: frequentie van de ontvangen zender, zoals "FM 93.9". Naam van zender: Naam van de ontvangen zender, zoals “CR2”. Type Programma (PTY): Type programma, zoals NIEUWS, ACTUALITEITEN, INFO, SPORT, EDUCATIE, CULTUUR, WETENSCHAP enzovoorts. RadioTekst: RDS zendinformatie Kloktijd: Huidige kloktijd
4. Als kloktijd wordt ontvangen zal de tijd van de eenheid worden gelijkgesteld aan de ontvangen tijd.
Tunerbediening – FM stereo/mono selecteren
1. Druk voor het selecteren van de stereo-modus op ST/MONO totdat “Stereo” wordt weergegeven.
2. Het “STEREO” ikoontje licht op indien het ontvangen station in stereo wordt uitgezonden.
3. Druk voor het selecteren van de mono-modus nogmaals op ST/MONO totdat “MONO” wordt weergegeven.
4. Het “STEREO” ikoontje zal nooit oplichten in de MONO-modus.
DUT-9
USB (SD/MMC)-functie – Normaal afspelen (inclusief CD-MP3/WMA)
1. Druk op ON/STANDBY om de eenheid aan te zetten.
2. Druk herhaaldelijk op FUNCTION totdat de “USB” (“CARD”) ikoon gaat branden.
3. Als de USB DISK (SD/MMC CARD) al is ingevoerd in de USB poort, wordt het totaal aantal mappen en nummers weergegeven, bijv. "FD23 TK124”, TK124 geeft het totaal aantal tracks aan en FD23 het totaal aantal Mappen.
4. Als er geen USB DISK (SD/MMC CARD) is ingevoerd, wordt “No Udisc” (“No Card”) weergegeven.
DUT-10
5. Als u de USB DISK (SD/MMC CARD) aansluit, wordt deze gelezen en dit wordt weergegeven door "Reading”.
6. Het totaal aantal mappen en het totaal aantal nummers wordt weergegeven na het lezen, bijv. “FD 11 TK124”.
7. Druk op PLAY/PAUSE om de USB DISK (SD/MMC CARD) af te spelen.
8. Tijdens het afspelen worden het huidige tracknummer en de huidige afspeeltijd weergegeven. Het mapnummer en het nummer van de track worden om de beurt weergegeven samen met de afspeeltijd, bijv: “TK021 03:28” betekent dat track 21 wordt afgespeeld op 03:28, “FD01 03:30” betekent mapnummer 01.
9. Als het muziekbestand in MP3 formaat is, gaat het MP3 ikoontje branden. Als het muziekbestand in WMA-bestand is gaat het WMA ikoontje aan.
10. ID3 informatie wordt weergegeven als de instelling op ON staat en als het muziekbestand ID3-informatie bevat.
11. Druk op PLAY/PAUSE om het afspelen te pauzeren.
12. Om het afspelen vanaf hetzelfde punt te hervatten dient u opnieuw op PLAY/PAUSE te drukken.
13. Als het afspelen van de huidige map is beëindigd, wordt er overgegaan naar de volgende map.
14. Voor het stoppen met afspelen drukt u op STOP.
15. Druk één keer op NEXT om naar het volgende nummer te gaan. Er wordt naar de volgende map gesprongen indien alle nummers van de huidige map zijn overgeslagen.
16. Druk één keer op BACK en de CD springt naar het begin van het nummer, of klik twee keer om naar het vorige nummer terug te gaan. Er wordt naar de vorige map gesprongen indien alle nummers van de huidige map zijn overgeslagen.
USB (SD/MMC)-functie – Mappenselectie (inclusief CD-MP3/WMA)
1. Druk herhaaldelijk op BAND/FOLDER om het gewenste mapnummer te selecteren. Als u deze knop ingedrukt houdt, wordt er vooruit gespoeld.
2. Het scherm zal bijvoorbeeld “FD01 TK001” weergeven, waarbij TK001 het eerste nummer in FD01 is. FD01 is altijd de hoofddirectory.
3. Als u op PLAY/PAUSE drukt, begint het afspelen vanaf het eerst liedje in de geselecteerde map.
4. De volgende map wordt afgespeeld als het afspelen van de huidige map is afgelopen.
USB (SD/MMC)-functie – Geprogrammeerd afspelen (inclusief CD-MP3/WMA)
1. Stop het afspelen door op STOP te drukken.
2. Druk op PROG om de programmamodus in te gaan. Het icoon “PROG” gaat branden. “F00T000 P:01” wordt weergegeven. “T000” geeft het tracknummer weer en “F00” het mapnummer. De cijfers van het mapnummer knipperen. U kunt programmeren tot aan Map 99.
3. Druk op NEXT of BACK om de gewenste map te selecteren.
4. Druk op PROG om te bevestigen. De cijfers van het mapnummer stoppen met knipperen en de cijfers van het tracknummer gaan knipperen. U kunt programmeren tot aan Track 999.
5. Druk op NEXT of BACK om het gewenste liedje te selecteren.
6. Druk op PROG om te bevestigen. De cijfers van het tracknummer stoppen met knipperen.
7. Druk opnieuw op PROG om de instelling te bevestigen. Het scherm geeft het volgende programmanummer weer “F00T000 P:02”. De cijfers van het mapnummer knipperen opnieuw en de eenheid wacht op uw invoer.
8. Herhaal stappen 2 tot 5 totdat alle gewenste nummers zijn geprogrammeerd of het gehele programmeergeheugen is gebruikt. Het gaat terug naar P:01 nadat het hele geheugen is gebruikt. Hetzelfde tracknummer kan meerdere malen worden voorgeprogrammeerd.
9. Als u op STOP drukt tijdens het programmeren, dan stopt u met het programmeren van tracks, maar de eenheid blijft in de programmeermodus.
10. Druk op PLAY/PAUSE om af te spelen.
11. Druk op STOP en het geprogrammeerd afspelen stopt, maar de eenheid blijft in de programmeermodus, d.w.z. dat het ikoont “PROG” blijft branden.
12. Om de programmeermodus te verlaten dient nogmaals op STOP gedrukt te worden. Alle voorgeprogrammeerde liedjes worden verwijderd uit de bestaande programmeermodus.
13. Geprogrammeerd afspelen werkt ook met de REPEAT functie. REPEAT ALL zal in dit geval alleen alle voorgeprogrammeerde nummers afspelen. REPEAT FOLDER is in dit geval niet mogelijk.
14. Andere functies zijn dezelfde als bij Normaal Afspelen
USB (SD/MMC)-functie – Geprogrammeerde nummers opnieuw bekijken en wijzigen (inclusief CD-MP3/WMA)
1. De functie is dezelfde als bij de CD-functie.
USB (SD/MMC)-functie – Herhaald afspelen (inclusief CD-MP3/WMA)
1. Selecteer het gewenste nummer en speel dit af zoals beschreven in USB (SD/MMC)-functie – Normaal Afspelen.
2. Druk herhaaldelijk op REPEAT om REPEAT1, REPEAT A-B, REPEAT ALL, REPEAT FOLDER en NO REPEAT te selecteren.
3. REPEAT 1: Herhaal hetzelfde nummer. " " ikoontje gaat branden.
4. REPEAT A-B: Herhaal vanaf punt A tot aan B. Herhaal vanaf punt A tot punt B. Wanneer het " A" ikoontje aan is, geeft dit het beginpunt A aan. Druk nogmaals op REPEAT, dit geeft het eindpunt B aan en het " A B" ikoontje zal oplichten. De nummers beginnen vanaf punt A tot punt B en worden herhaald en afgespeeld. Opmerking: de REPEAT AB-functie moet op dezelfde track zijn, d.w.z. zodra de track afgelopen is zal beginpunt A worden geannuleerd.
5. REPEAT ALL: Herhaal alle nummers. Het " ALL"ikoontje gaat branden.
6. REPEAT FOLDER: Alle nummers in de huidige map worden herhaald. Het FOLDER ikoontje gaat branden. Druk op FOLDER om verschillende mappen te selecteren.
7. NO REPEAT: Zelfde als bij de CD-functie.
USB (SD/MMC)-functie – Willekeurig Afspelen (inclusief CD-MP3/WMA)
1. De functie is dezelfde als bij de CD-functie.
USB (SD/MMC)-functie – INTRO Afspelen (inclusief CD-MP3/WMA)
1. De functie is dezelfde als bij de CD-functie.
Opnamefunctie – Kiezen van Opnamebestemming (Recording Destination)
1. Druk herhaaldelijk op MENU totdat "RECORD" wordt weergegeven.
2. Druk op ENTER om de instelling voor opnamebestemming in te gaan. Hier kunt u kiezen uit USB of SD/MMC Card
3. Druk herhaaldelijk op de >>| knop totdat de gewenste instelling wordt weergegeven. De instellingen worden in de volgorde van Rec naar USB -> Rec naar Card.
4. Druk op ENTER om te kiezen.
5. Druk op elk willekeurig moment op STOP om het instellen van de opnamebestemming te verlaten.
Opnamefunctie – Bestandsformaat en Bestandslokatie
1. Alle opgenomen bestanden zijn in MP3 formaat en worden in een RECORD map gezet.
2. Als er wordt opgenomen vanaf CD en CD-MP3, dan zal het opgenomen bestand in de CDRECNNN submap worden gezet, waarbij NNN het volgordenummer aangeeft, bijv. CDREC003. Het getal wordt steeds met 1 verhoogd als er een nieuwe opname wordt gestart. De bestandsnaam zal in CDTNN.MP3 formaat zijn, waarbij NN het tracknummer is, bijv. CDT02. Bij CD-MP3 is de bestandsnaam dezelfde als de originele bestandsnaam op de disc.
3. Als er wordt opgenomen vanaf FM (AM) Radio, dan wordt het opgenomen bestand in de FMRECNNN (AMRECNNN) submap gezet, waarbij NNN het volgordenummer is, bijv. FMREC002 (AMREC002). Het getal wordt steeds met 1 verhoogd als er een nieuwe opname wordt gestart. De bestandsnaam zal in het formaat FMNNNT01.MP3 (AMNNNT01.MP3) zijn, waarbij NNN het volgordenummer is dat gelijk is aan het volgordenummer in de naam van de submap.
4. Als er wordt opgenomen vanaf de AUX ingang, dan wordt het opgenomen bestand in de AUXRECNNN submap gezet, waarbij NNN het volgordenummer is, bijv. AUXREC004. Het getal wordt steeds met 1 verhoogd als er een nieuwe opname wordt gestart. De bestandsnaam zal in formaat AUXNNNT01.MP3 zijn, waarbij NNN het volgordenummer is dat gelijk is aan het volgordenummer in de naam van de submap.
Opnamefunctie – Opnemen vanaf CD en CD-MP3 (Synchroon Opnemen)
1. Volg de instructies zoals beschreven onder CD-bediening – Normaal Afspelen, maar begin niet met afspelen van de CD.
2. Steek de USB of SD/MMC Card in, afhankelijk van het medium dat u voor opslag heeft geselecteerd.
3. Druk op de REC knop om te beginnen met synchroon opnemen. De CD zal automatisch gaan afspelen. Het REC ikoontje gaat knipperen en de opnametijd wordt weergegeven. Als er geen USB of Card aanwezig is, zal "Err USB" or "Err Card" worden weergegeven.
4. Druk STOP om met opnemen te stoppen. Druk nog een keer om het afspelen te stoppen.
5. Als het opslagmedium vol is wordt er automatisch met opnemen gestopt.
DUT-11
DUT-12
6. Het opgenomen bestand wordt in het gekozen medium opgeslagen. Zie Opnamefunctie – Bestandsformaat en Bestandslokatie voor uitgebreidere informatie.
Opnamefunctie – Opnemen vanaf CD en CD-MP3 (Asynchroon Opnemen)
1. Volg de instructies zoals beschreven onder CD-bediening – Normaal Afspelen om te beginnen met afspelen van de CD.
2. Steek de USB of SD/MMC Card in, afhankelijk van het medium dat u voor opslag heeft geselecteerd.
3. Druk op elk willekeurig moment op de REC knop om te beginnen met opnemen. Let op: bij een CD-MP3 opname zal het afgespeelde nummer weer van voor af aan beginnen. Het REC ikoontje gaat knipperen en de opnametijd wordt weergegeven. Als er geen USB of Card aanwezig is, zal "Err USB" or "Err Card" worden weergegeven.
4. Druk STOP om met opnemen te stoppen. Druk nog een keer om het afspelen te stoppen.
5. Als het opslagmedium vol is wordt er automatisch met opnemen gestopt.
6. Het opgenomen bestand wordt in het gekozen medium opgeslagen. Zie Opnamefunctie – Bestandsformaat en Bestandslokatie voor uitgebreidere informatie.
Opnamefunctie – Opnemen vanaf de Tuner
1. Volg de instructies zoals beschreven onder Tunerbediening – Radiozenders Afstemmen, om zo de gewenste radiozender te kiezen.
2. Steek de USB of SD/MMC Card in, afhankelijk van het medium dat u voor opslag heeft geselecteerd.
3. Druk op elk willekeurig moment op de REC knop om te beginnen met opnemen. Het REC ikoontje gaat knipperen en de opnametijd wordt weergegeven. Als er geen USB of Card aanwezig is, zal "Err USB" or "Err Card" worden weergegeven.
4. Druk STOP om met opnemen te stoppen.
5. Als het opslagmedium vol is wordt er automatisch met opnemen gestopt.
6. Het opgenomen bestand wordt in het gekozen medium opgeslagen. Zie Opnamefunctie – Bestandsformaat en Bestandslokatie voor uitgebreidere informatie.
Opnamefunctie – Opnemen vanaf de AUX Ingang
1. Volg de instructies zoals beschreven onder AUX-Ingang gebruiken om uw externe geluidsbron aan te sluiten.
2. Steek de USB of SD/MMC Card in, afhankelijk van het medium dat u voor opslag heeft geselecteerd.
3. Druk op elk willekeurig moment op de REC knop om te beginnen met opnemen. Het REC ikoontje gaat knipperen en de opnametijd wordt weergegeven. Als er geen USB of Card aanwezig is, zal "Err USB" or "Err Card" worden weergegeven.
4. Druk STOP om met opnemen te stoppen.
5. Als het opslagmedium vol is wordt er automatisch met opnemen gestopt.
6. Het opgenomen bestand wordt in het gekozen medium opgeslagen. Zie Opnamefunctie – Bestandsformaat en Bestandslokatie voor uitgebreidere informatie.
Elektrische specificaties
Stroomvoorziening : 230VAC ~50Hz Geluidsvermogen : 25W x 2 Afmetingen van CD-eenheid : 220mm x 220mm x 78mm Afmetingen van versterkereenheid : 220mm x 220mm x 78mm Afmetingen van speakereenheid : 115mm x 150mm x 215mm Tunerfrequentie : FM 87.5MHz ~108.0MHz, 50KHz/Step
AM 522KHz ~1620KHz, 9KHz/Step
Indien u zich in de toekomst van dit toestel wenst te ontdoen, let er dan op dat elektrisch afvalmateriaal niet met het huishoudelijk afval mag worden weggegooit. Breng het toestel naar een kringloopwinkel of anderevoorziening voor recycling. Neem contact op met plaatselijke autoriteiten of een winkelier indien u advies wenst over recycling. (Richtlijn voor Afval van Elektrische en Elektronische Apparaten).
AUX-Ingang gebruiken
5. Druk herhaaldelijk op FUNCTION totdat “AUX” wordt weergegeven
6. Sluit de externe geluidsbron aan (Links/Rechts) op de AUX INPUT aan de achterkant van de CD-eenheid.
7. Het volume kan worden geregeld door aan de VOLUMEKNOP te draaien.
8. EQ-effecten kunnen worden gewijzigd door op de PRESET EQ knop te drukken.
9. De uitvoer van geluid kan worden uitgeschakeld door op MUTE te drukken.
Lijnuitgang voor Subwoofer
1. Op de achterkant van de versterkereenheid zit een lijnuitgang voor een subwoofer.
2. De lijnuitgang voor subwoofer levert een basissignaal onder 150Hz.
3. De lijnuitgang voor subwoofer moet worden aangesloten op een actieve subwoofer-eenheid. De actieve subwoofer-eenheid is niet bij deze set inbegrepen.
DUT-13
DUT-14
Loading...