Kuppersbusch EEB 670.0 Instruction Manual [nl]

Page 1
BEDIENUNGSANWEISUNG
mit Montageanweisungen
Instructions for use and installation instructions
Instructions d’ utilisation et avis de montage Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding
EEB 670.0
07 22 21 G51
Page 2
Ter informatie
Inhoud
Het apparaat dient uitsluitend voor de bereiding van levensmiddelen in het huishouden. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Volg de instructies en gegevens in deze handleiding. Alleen zo vermijdt u fouten bij de bediening en beschadiging van het apparaat. Voor schade die het gevolg is van ondeskundige bediening kan de fabri­kant niet aansprakelijk worden gemaakt.
Typeplaatje
Het typeplaatje vindt u rechts aan de zijkant en is zichtbaar als u de oven­deur opent. Gelieve voor eventuele vragen aan onze klantenservice de vol­gende gegevens te noteren:
F-nummer
Typenaam oven
Overzicht van het apparaat . . . . . . . . . . . . 58
Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . 59
Bedieningselementen en display’s Opmerkingen i.v.m. de bediening
Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . 60
voor inbouw, aansluiting en werking voor de oven voor de vleesthermometer
De ökotherm®-katalysator . . . . . . . . . . . . . 60
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . 60
Verpakking en het oud apparaat verwijderen Eerste schoonmaak Tijd instellen Timer
De kinderveiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Kinderveiligheid gebruiken Kinderveiligheid buiten werking zetten
De ovenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
De backmobil®. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Gebruik van de backmobil Inschuifmogelijkheden Bakplaten en roosters
®
Gebruik van de oven . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Oven inschakelen Oven uitschakelen Programma kiezen Bereidingstemperatuur wijzigen Werkelijke temperatuur oproepen Bereidingsduur instellen of wijzigen Kerntemperatuur instellen of wijzigen
Programma’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Verwarmingsprogramma’s Braad- en bakprogramma’s
De vleesthermometer . . . . . . . . . . . . . . . 65
Gebruik van de vleesthermometer Tips voor het juiste gebruik Richtwaarden kerntemperaturen
Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Braden Richtwaarden braden Bakken Richtwaarden bakken Pizza bakken Ontdooien en laten rijzen Inmaken Grillen
Schoonmaak en onderhoud. . . . . . . . . . . . 72
backmobil
Oven
ökotherm
®
®
-katalysator regenereren
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Montage-instructies. . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Elektriciteit Inbouwmaten Inbouw in het keukenmeubel
EEB 670.0 57
Page 3
Overzicht van het apparaat
1klokje
2 symboolvelden verwarmingsprogramma’s,
bak- en braadprogramma’s
3 draaiknop programmakeuze
4 draaiknop oventemperatuur
5 bedieningspaneel
6 neerklapbare grill (bovenverwarming/grill)
7 stopcontact voor vleesthermometer
8 aanzuigopening hete lucht
9 richel backmobil
10 frame backmobil
11 backmobil
12 ovendeur
®
®
®
Verkrijgbare accessoires: pizzasteen Acc.-nr. 145 grillrooster met lichter Acc.-nr. 125 braadrooster Acc.-nr. 124 braadslede Acc.-nr. 441 bakplaat (email) Acc.-nr. 541 bakplaat (aluminium) Acc.-nr. 542 druippan Acc.-nr. 543
58 EEB 670.0
Page 4
Het bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel worden alle functies van de oven en de kookplaat geregeld. Met draaiknoppen, regelknoppen en sensortoetsen worden functies gekozen en waarden ingesteld. In de display’s zijn de ingestelde waarden voor tempera-
tuur en tijd te zien. De symboolvelden tonen de programma’s aan. De bedieningselementen hebben de volgende betekenis:
Bedieningselementen en display’s
1 Symboolvelden braad- en bakprogramma’s, 2 Symboolvelden verwarmingsprogramma’s
3 Draaiknop programmakeuze om de bak-, braad- en verwarmingsprogramma’s te selecteren, om de klok in te stellen, naar
4 Draaiknop oventemperatuur om de oventemperatuur in te stellen en te wijzigen.
5 Aanduiding oventemperatuur met
oproeptoets werkelijke temperatuur
6 Oproeptoets werkelijke temperatuur Wanneer u op deze toets drukt, wordt de werkelijke temperatuur aangetoond.
7 Aanduiding timer, kooktijd en
kerntemperatuur met insteltoetsen
8 Toets automatische uitschakeling om de automatische uitschakeling te activeren.
9 Toets kinderveiligheid AAN vergrendelt de ovenfuncties en de voorste kookzones.
10 Toets oven AAN om de oven in te schakelen.
11 Toets oven UIT om de oven uit te schakelen, zet alle functies buiten werking.
12 Klokje toont permanent de actuele tijd, het klokje heeft geen schakelfunctie.
hebben een groene achtergrondverlichting als de oven ingeschakeld is, het symboolveld van een geselecteerd programma licht rood op.
rechts en links draaibaar.
toont permanent de ingestelde oventemperatuur aan; wanneer u op de oproeptoets werkelijke temperatuur drukt, verschijnt gedurende een paar ogenblikken de werkelijke temperatuur.
Het controlelampje toont aan dat de vleesthermometer ingestoken is.
Tijdaanduiding indien de timer ingesteld is, kooktijdaanduiding indien de timer geactiveerd is, kerntemperatuur indien de vleesthermometer ingestoken is, insteltoetsen om de waarden te wi­jzigen.
Opmerkingen i.v.m. de bediening
Alle toetsen zijn sensortoetsen, die reeds op licht contact reageren. Raak de sensortoetsen aan in de gevoelige zone (sensoren) boven het symbool. In de afbeelding onderaan op deze pagina zijn de gevoelige zones
van de sensortoetsen duidelijk weergegeven. Op de sensortoetsen zelf is er geen markering.
Alle draaiknoppen en regelknoppen zijn indrukbaar. Door er eventjes op te drukken worden ze weer uitgehaald. Met ingedrukte draaiknoppen en regel-
knoppen kan niet geschakeld worden. Alle draaiknoppen en regelknoppen kunnen naar rechts en links worden gedraaid.
EEB 670.0 59
Page 5
Veiligheidsinstructies
Voor het eerste gebruik
Aansluiting en gebruik
Alleen KÜPPERSBUSCH-inbouwkookvlakken zijn geconstrueerd en getest voor gebruik boven een Küppersbusch-inbouwoven. Andere kookvlakken mogen niet worden gebruikt.
Aansluiting op het net, onderhoud en reparatie van het apparaat mogen alleen door een erkend vakman volgens de geldende veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden vormen een risico voor uw veiligheid.
Het apparaat uitsluitend gebruiken als het is ingebouwd! Het oppervlak van de bakoven wordt tijdens bedrijf heet. Kleine
kinderen steeds uit de buurt houden. Het netsnoer van elektrische apparaten niet tussen de ovendeur
klemmen. Damp- en/of drukreinigingsapparaten mogen niet worden gebruikt om
de bakoven schoon te maken! Het apparaat kan dusdanig worden beschadigd dat het levensgevaarlijk voor u is.
Het apparaat dient uitsluitend voor de bereiding van levensmiddelen in het huishouden.
Oven
Bij reparaties en het vervangen van de ovengloeilampen moet het apparaat stroomloos worden gemaakt (zekering uitschakelen).
Nooit voorwerpen in de oven bewaren die een risico kunnen vormen als de oven per ongeluk wordt aangezet.
Opgelet bij het werken in de hete oven. Pannenlappen, handschoenen of dergelijke gebruiken.
De ovendeur moet goed sluiten. Bij beschadigingen aan de deurpakking, de scharnieren, de deurafdichtvlakken of bij een gebroken deurglas het apparaat onmiddellijk buiten bedrijf stellen tot het door een vakman gerepareerd en gecontroleerd is.
Opgelet! Bij het openen en sluiten van de ovendeur niet in de deurscharnieren grijpen. Gevaar voor verwondingen!
Ovendeur bij het bereiden van gerechten in de oven altijd volledig sluiten.
Minstens 5 cm afstand van de grill en de bovenverwarming bewaren.
Vleesthermometer
Verpakking en het oud apparaat verwijderen
Verwijder de transportverpakking altijd op een zo milieubewust mogelijke manier.
In Duitsland neemt de handelaar, bij wie u het apparaat hebt gekocht, de transportverpakking terug. De recyclage van het verpakkingsmateriaal spaart grondstoffen en vermin­dert de afvalberg. Oude apparaten bevatten nog waardevolle stoffen. Breng uw oud apparaat naar een recyclagecentrum.
Oude apparaten moeten eerst onbruikbaar worden gemaakt, vooraleer ze worden weggebracht. Zo wordt misbruik voorkomen.
Eerste schoonmaak
Losse onderdelen en verpakking verwijderen. Vooraleer u de eerste keer levensmiddelen bereidt, moeten de binnenkant
van de oven en alle accessoires grondig worden schoongemaakt. Vitrokeramische kookplaat, bakplaten, druippan, rooster, vleesthermometer
enz. met een vochtige doek en wat afwasmiddel schoonmaken.
Oven opwarmen:
Ovendeur sluiten, oven met boven- en onderverwarming op 250 °C 60 minuten opwarmen; tegelijk de keuken goed verluchten.
Tijd instellen
Het klokje toont altijd de actuele tijd aan. Het werkt onafhankelijk van de functies van het fornuis. De tijd stelt u als volgt in:
Raak het glas rechts naast de
-
cijfers aan tot u een signaal hoort. De cijfers knipperen.
Stel nu met de draaiknop pro-
-
grammakeuze (1e schakelaar van links) de juiste tijd in.
Ca. 5 seconden na de instelling knippert het klokje niet meer. Het klokje heeft de nieuwe tijd aangenomen. Om het klokje opnieuw in te
stellen, moet u dezelfde stappen herhalen.
Alleen de originele vleesthermometer gebruiken. Kabel van de vleesthermometer niet tussen de ovendeur klemmen. De vleesthermometer uit de oven nemen als hij niet wordt gebruikt. Minstens 5 cm afstand van de grill en de bovenverwarming bewaren.
De ökotherm®-katalysator
De ökotherm-katalysator reinigt de ovenlucht van vet- en geurstoffen en zwevende partikels reeds tijdens het braden en bakken. Geuren en vetdam­pen worden reeds in de oven zelf in reukloze en vochtige lucht omgezet. Daarbij wordt geen energie gebruikt; er komt integendeel energie vrij. Uit de oven komt schone lucht. Vetslierten op de keukenmeubels worden vermeden.
Wanneer het reinigingseffect vermindert, kunt u de ökotherm
gewoon regenereren (zie pag. 72).
®
-katalysator
Timer
De timer kan met of zonder uitschakelfunctie worden gebruikt.
Voor de tijdinstelling van de bak- en braadprogramma’s en de verwarmings­programma’s van de oven heeft de timer een uitschakelfunctie.
Is de oven niet ingeschakeld, heeft hij geen uitschakelfunctie.
- Stel met de insteltoetsen
Uw gewenste tijd verschijnt in het display.
- Na afloop van de tijd hoort u een akoestisch signaal.
Om het signaal af te zetten de toets
60 EEB 670.0
of de tijd in.
aanraken.
Page 6
De kinderveiligheid
Uw fornuis beschikt over een kinderveiligheid, die u kunt activeren om te verhin­deren dat het fornuis per ongeluk of door onbevoegden wordt ingeschakeld.
Kinderveiligheid gebruiken
Met de met de sleutel gemarkeerde toets activeert u de kinderveiligheid. De kinderveiligheid kan alleen worden ingeschakeld als de oven is ingeschakeld.
Druk op de toets kinderveiligheid.
-
Op het bedieningspaneel knipperen de volgende drie controlelampjes:
toets Oven Aan
-
toets Timer
-
toets Vleesthermometer
-
Na ca. 10 minuten wordt het apparaat uitgeschakeld. De kinderveiligheid blokkeert de instelling van de oven. De beide voorste kookzones worden uitgeschakeld. De achterste kookzones kunnen normaal voortgebruikt worden. De bestaande instellingen van de oven blijven behou­den of kunnen verlaagd worden. Nieuwe temperatuurinstellingen zijn niet mogelijk. Wanneer het fornuis weer wordt ingeschakeld, blijft alles uitge­schakeld, met uitzondering van de achterste kookzones.
De geactiveerde kinderveiligheid - ook voor de kookzones - is alleen te herkennen als de oven ingeschakeld is. Om het fornuis weer volledig
te kunnen gebruiken, moet de kinderveiligheid buiten werking worden gezet.
Kinderveiligheid buiten werking zetten
,
.
Gebruik van de backmobil
Opgelet!
De backmobil
Gebruik pannenlappen, handschoenen o.d.
®
en de blokkeringstoets kunnen zeer heet zijn.
®
®
backmobil
Hefboom naar beneden drukken
backmobil
Langzaam naar binnen schui­ven tot de backmobil
uitschuiven:
®
inschuiven:
®
vastklikt.
Inschuifmogelijkheden
De backmobil® heeft een frame en zeven richels. De inschuifhoogten worden van onder geteld.
Voorbeeld:
Inschuifhoogte 5: bakplaat op richel 5 van onder inschuiven. In het frame kan b.v. de braadslede worden ingeschoven. In de richels worden al naargelang van de bereiding het rooster en de bak-
platen ingeschoven. Gegevens i.v.m. de inschuifhoogten vindt u bij de verschillende toepassin-
gen en in de richtwaardetabellen. Op de volgende tekening van de backmobil
voorbeelden voor de braadslede in het frame en een bakplaat op inschuif­hoogte 5 afgebeeld.
®
zijn de richels aangeduid en
Dat gebeurt m.b.v. de toetsen van de drie knipperende controlelampjes.
Druk op de toetsen van de drie knipperende controlelampjes (in de
-
tekening met een pijl aangeduid), eerst op de beide linker toetsen en dan op de rechter toets.
U hoort een akoestisch signaal als de kinderveiligheid weer buiten ge­bruik genomen is. De controlelampjes knipperen niet meer. U beschikt weer over alle functies van uw fornuis.
De ovenverlichting
De ovenverlichting is ingeschakeld als de indrukbare knop programmakeu­ze (1e schakelaar van links) niet ingedrukt is. De verlichting functioneert onaf-
hankelijk van de keuze van een werkwijze. Ook bij het gebruik van de oven kan de verlichting uitgeschakeld worden. Op die manier spaart u energie.
De ovenverlichting is uitgeschakeld als de indrukbare knop programma- keuze ingedrukt is. Zodra u opnieuw op de knop drukt, wordt de verlichting weer ingeschakeld.
Na het gebruik van de oven de knop programmakeuze weer indrukken!
1 - 7 Richels A Frame B Braadslede in het frame C Bakplaat op
inschuifhoogte 5
Bakplaten en roosters
De bodem van de oven niet met aluminiumfolie afdekken!
Bakplaten:
Bij het uitnemen lichtjes optillen. Als ze weer zijn ingeschoven, moet de schuine kant van de platen naar de
ovendeur gericht zijn. Druippan en bakplaat met de beide gaten naar achter in de oven schuiven. Rooster:
Let erop dat de inkeping in de roosters altijd naar achter is gericht.
EEB 670.0 61
Page 7
Gebruik van de oven
Gelieve rekening te houden met de veiligheidsrichtlijnen op pag. 60!
Opmerkingen:
Raak de sensortoetsen voor het in- of uitschakelen aan de bovenkant aan (boven de symbolen). Daar zitten de sensoren (zie pag. 59). Elke activering van een toets wordt door een akoestisch signaal bege­leid. De oven werkt alleen als de ovendeur gesloten is. Bij het werken
met de oven wordt de oven warm. Bij temperaturen boven 95 °C draait de koelventilator - ook als de oven uitgeschakeld is.
Oven inschakelen
Druk op de Aan-toets.
-
Een controlelampje in de toets toont aan dat de oven gebruiksklaar is. De symboolvelden van de bak-, braad- en verwarmingsprogramma’s hebben een groen verlichte achter­grond. Alle functies van de oven kunnen nu gebruikt worden.
Indien na het inschakelen geen andere functie gekozen wordt, hoort u na 10 seconden een akoestisch signaal. Na nog eens 10 seconden wordt de oven weer uitgeschakeld.
Oven uitschakelen
Bereidingstemperatuur wijzigen
Draai de knop oventemperatuur (2e schakelaar van links) naar
-
rechts of links tot de gewenste temperatuur in het display bereidingstemperatuur verschijnt.
voor de
Werkelijke temperatuur oproepen
Tijdens het volledige bereidings- of bakproces wordt de ingestelde tempera­tuur aangetoond. Als u tussendoor de werkelijke temperatuur wilt weten, kunt u die als volgt oproepen:
Druk op de toets
-
temperatuur. Gedurende 3 seconden verschijnt de actuele temperatuur in het display.
bereidings-
Druk op de Uit-toets.
-
Het controlelampje dooft uit. De symboolvelden van de ovenpro­gramma’s zijn niet meer verlicht. Alle functies van de oven zijn bui­ten werking gezet.
De oven heeft een gebruiksduurbegrenzing (veiligheidsbegrenzing). Na ca. 6 uur wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
Programma kiezen
- Draai de knop programmakeuze (linker schakelaar) naar rechts of
links tot het gewenste verwarmingsprogramma of bak- en braad-
programma bereikt is en het symbool rood verlicht is. De oven begint na 3 seconden te werken. U hoort een akoestisch signaal. Is de ovendeur gesloten, warmt de oven op. Zolang de ovendeur open is, wordt niet opgewarmd.
Bereidingsduur instellen of wijzigen
U kunt met de timer :
1. de duur van een bereidingsprogramma instellen
2. de vast ingestelde duur van een bak- of braadprogramma wijzigen.
Druk op de toets
-
Stel met de toetsen
-
De waarde verschijnt in het display. Tijdens de bereiding wordt continu de nog resterende tijd aangetoond.
timer.
of de gewenste waarde in.
Kerntemperatuur instellen of wijzigen
Elk verwarmingsprogramma start met een vast ingestelde bereidings- temperatuur. De temperatuur verschijnt in het display
Elk bak- en braadprogramma start met een vast ingestelde bereidings­temperatuur en -duur (of baktemperatuur en -duur).
De ingestelde waarden voor temperatuur en duur kunt u wijzigen.
.
- Als de vleesthermometer ingestoken is, brandt de toets vleesthermo-
meter.
- Stel met de toetsen
de gewenste waarde in. De gewijzigde temperatuur verschijnt in het display.
62 EEB 670.0
of de vast ingestelde kerntemperatuur op
Page 8
Programma’s
Uw fornuis beschikt over twaalf verwarmingsprogramma’s en twaalf braad- en bakprogramma’s. Met een draai aan de knop hoeft u alleen nog het passende symbool op het bedieningspaneel te kiezen.
Het multitherm plus
Bij verschillende programma’s wisselt de verwarmingswijze tijdens de bereiding. De heteluchtventilater wordt daarbij, afhankelijk van het pro­gramma, afwisselend aan- en uitgeschakeld. Dat hoort tot het normale programmaverloop!
Verwarmingsprogramma’s
U kunt onder twaalf verwarmingsprogramma’s het programma kiezen dat voor uw bereiding het beste is. Elk verwarmingsprogramma wordt met een vast inge­stelde temperatuur ingeschakeld. Deze bereidingstemperatuur kan gewijzigd worden.
Verwarmingsprogramma Toepassingen Voorgestelde
®
verwarmingssysteem combineert acht verwarmingswijzen tot 24 verwarmings-, braad- en bakprogramma’s.
temperatuur
in °C
>
4
9 : ? 5 8 ;
Grill voor grote oppervlakken Grillen van grote hoeveelheden, b.v. steaks, vis en
worstjes, maar ook voor het overbakken van toast en gratins.
Grill Grillen van kleine hoeveelheden.
Stukken vlees in het midden van het braadrooster leggen.
Onderverwarming Voorbakken van zeer vochtig gebak, inkoken 180
Bovenverwarming Gratineren 220
Boven- en onderverwarming Voorverwarmen,
bakken van biscuit en vochtig gebak
Boven- en onderverwarming met snelle opwarming
ökotherm®-braadgrillen Braden van vlees, vis en gevogelte 160
ökotherm®-pizzastand Bakken van brood, pizza en vochtig gebak, inkoken 160
Snel opwarmen 200
220 *
220 *
175
ökotherm®-intensieve hetelucht Bakken van plaatkoek met droog beleg, b.v.
=
ökotherm®-hetelucht Braden, bakken, bereidingen op verschillende niveau’s 160
kruimelkoek; intensief braden van grote stukken gebraad of gevogelte zoals gans en kalkoen.
9
7
ökotherm®-hetelucht
met snelle opwarming
Ontdooi- en rijsstand Ontdooien en laten rijzen van gistdeeg bis 35
Snel opwarmen 175
<
Opmerking: de standen met snelle opwarming schakelen na het snelle opwarmen over op het normale verwarmingsprogramma.
* Bij het grillen van dikke stukken vlees of van volledige vis moet de aanbevolen temperatuur in 220 tot 240 °C worden veranderd.
EEB 670.0 63
180
Page 9
Braad- en bakprogramma’s
Uw fornuis biedt u twaalf comfortabele braad- en bakprogramma’s, waarvan zes braad- en zes bakprogramma’s, waarmee het bakken en braden u gemakkelijk wordt gemaakt. Als u een braadprogramma kiest, moet u er wel aan denken het gebraad één keer te draaien.
U kiest gewoon het gewenste programma en de rest voert uw oven automatisch uit. Bereidingstemperatuur en -duur zijn reeds ingesteld. De vast ingestelde waarden kunnen gewijzigd worden. We adviseren de richtwaarden die in deze gebruiksaanwijzing worden gegeven zo nauwkeurig mogelijk te volgen.
Belangrijk:
De voorgegeven temperatuur en duur van de braad- en bakprogramma’s gelden voor de bereiding van 1 kg vlees, gebak van 500 g meel of 1 kg rauwe aardappelen en rauwe groenten. Als u grotere of kleinere hoeveelheden gebruikt, moet u de bereidings- of bakduur en de temperatuur aan de hoeveelheid aanpassen (zie pag. 62 - bereidingstemperatuur wijzigen). Richtwaarden voor de bereiding van grotere hoeveelheden vlees vindt u in de tabel braadprogramma’s.
Maak gebruik van de vleesthermometer. Daarmee bent u niet afhankelijk van het gewicht en de dikte van het vlees of gevogelte (zie pag. 65).
Braadprogramma Toepassingen Temperatuur Bereidingsduur
in min.
in °C 1 kg 2 kg 3 kg in °C
Varkensgebraad Varken, everzwijn, wild 160 90 110 120 80
160 70 90 100 70
45 90 120 85
Kalfsgebraad Kalf, varkensrug, Casseler rib,
gevuld gebraad, wildrug, gehaktbrood
Volledig gevogelte
Filet Rund, kalf, varken, wild, rosbief 180 50 50 60 50
Kip 180
Eend, gans, kalkoen 160
Volledige vis Vis in zijn geheel 160 45 50 60 75
q
Rundergebraad Rund, lam, kalfsschenkel 160 100 110 120 85
r
Kerntemperatuur
Bakprogramma Toepassing Temperatuur
in °C
 
 
Tulband Gebak in bakblik van roerdeeg,
gistdeeg, kaastaart, kerstbrood
Plaatkoek met fruit Plaatkoek van gistdeeg,
kruimeldeeg of roerdeeg met appels, pruimen enz.
Pizza
voorverwarmen tot signaaltoon
Brood
voorverwarmen tot signaaltoon
Aardappelgratin Gratins van rauwe aardappelen en
Maccaronischotel Ovenschotels van gekookte
Gistdeeg, kwark-oliedeeg (pizza pas na de signaaltoon in de oven schuiven)
Zuurdesem- en gistbrood, (brood pas na de signaaltoon in de oven schuiven)
rauwe groenten
deegwaren en gekookte groenten
160 60 rooster op richel 3
170 50 richel 3
250 12 bakplaat in frame
160 60 richel 3
180 50 richel 3
180 40 richel 3
Bereidingsduur
in min
Niveau
64
EEB 670.0
Page 10
De vleesthermometer
De vleesthermometer meet de temperatuur binnen in de bereiding. Bij het gebruik van de vleesthermometer wordt het bereidingsproces gestuurd door de te bereiken kerntemperatuur die voor het gebraad nodig is.
Zodra die kerntemperatuur bereikt is, wordt de oven automatisch uitgescha­keld. De bereiding is klaar.
Richtwaarden kerntemperaturen
Gerecht Kerntemperatuur
voor alle
verwarmingsprogramma’s
in °C
Rundvlees
Rosbief/runderfilet
De vleesthermometer gebruikt hetzelfde display als de timer. Beide hebben een uitschakelfunctie.
Het gebruik van de vleesthermometer is zeer sterk aan te bevelen voor de bereiding van gebraad waarvan de kerntemperatuur een bepaalde waarde niet mag overschrijden, zoals rosbief.
Gebruik van de vleesthermometer
De vleesthermometer kunt u als volgt gebruiken:
1. Bij het braden met bak- en braadprogramma’s. Daarbij is de kerntemperatuur voor het gebraad reeds ingesteld. U kunt deze kerntemperatuur ook wijzigen (zie pag. 62 - kerntempera­tuur instellen of wijzigen).
2. Bij het braden met verwarmingsprogramma’s. In het display verschijnt een voorkeur-kerntemperatuur, die u afhan­kelijk van de vleessoort op de vereiste waarde moet instellen.
Tips voor het juiste gebruik
De vleesthermometer altijd tot aan het handvat insteken, zodat de punt zich ongeveer in het midden van het gebraad en niet in de buurt van vet of beenderen bevindt. De vleesthermometer opzij insteken. Ga daarbij als volgt tewerk en let op de tekeningen:
Steek de punt van de vleesthermometer in het midden van de
-
bereiding. Let er bij gevogelte op dat u de vleesthermometer zo insteekt dat hij
-
geen beenderen raakt.
saignant 40-45
roze 50-55
doorbakken 60-65
Rundergebraad 80-85
Varkensvlees
Varkenslende 65-70
Varkensgebraad/ham 80-85
Nek, poot 80-85
Kotelet, rug 75-80
Kotelet zonder been 70
Casseler rib 65-70
Gehaktbrood 70-75
Kalfsvlees
Kalfsgebraad 70-75
Kalfsnierengebraad 75-80
Kalfsschenkel 80-85
Wild
Wildvlees 75-80
Wildrug 60-70
Wildfilet saignant 40-45
juist fout
- Steek de stekker van de vlees-
thermometer in het contact.
De ingestelde temperatuur ver­schijnt in het display.
- Sluit de ovendeur.
Het gekozen braad- of verwarmings­programma start nu.
- Zodra de kerntemperatur bereikt
is, hoort u een akoestisch signaal en de oven wordt uitgeschakeld.
EEB 670.0 65
Wildfilet roze 50-55
Wildfilet doorbakken 60-65
Lam 80-85
Gevuld gebraad 70-75
Gevogelte 85-90
Vis 70-80
De kerntemperaturen die in de braadprogramma’s vooraf ingesteld zijn, vindt u in de tabel met de braadprogramma’s.
Page 11
Toepassingen
Braden
1. Braadprogramma instellen. Het braadproces verloopt automatisch met een vast ingestelde bereidings-
temperatuur en -duur. U hoeft alleen het gebraad één keer te draaien. Braadprogramma’s met toepassingsvoorbeelden vindt u op pag. 64.
of
2. Verwarmingsprogramma kiezen.
Elk verwarmingsprogramma wordt met een vast ingestelde bereidings­temperatuur ingeschakeld. Deze temperatuur kan gewijzigd worden (zie pag. 62). De braadduur bepaalt u zelf en stelt u met de timer in (zie pag. 62).
Gebruik voor het braden de vleesthermometer. Daarmee lukt het ge­braad altijd goed. Tips voor het juiste gebruik vindt u op pagina 65.
De braadduur is afhankelijk van de vleessoort en -dikte. Om de vleesdikte te meten, moet u het vlees lichtjes optillen omdat het door zijn eigen ge­wicht inzakt. Bij vlees met een vetlaag kan de nodige braadduur duidelijk langer worden, ev. zelfs dubbel zolang.
Tips i.v.m. de inschuifhoogten altijd respecteren!
Druippan en rooster (braadslede als accessoire)
8 ökotherm
1 tot 2 kg vlees: druippan in 1e en rooster in 2e richel van onder 3 kg vlees: druippan in frame, rooster in 1e richel.
®
-braadgrillen
=ökotherm
Druippan in frame en rooster in 1e richel van onder
®
-intensieve hetelucht
Programma filet
Druippan in 2e en rooster in 3e richel van onder
6 Hetelucht
Druippan in 1e en rooster in 2e richel van onder
? Boven- en onderverwarming
Druippan in 1e en rooster in 2e richel van onder
Braden in de pan (oven)
Kies het verwarmingsprogramma = ökotherm®-intensieve hetelucht op 180 tot 200 °C.
U kunt elke pan (staal, email, gietijzer of glas) gebruiken die geen kunst­stofhandvatten heeft. Als u een Römertopf gebruikt, moet u de richtlijnen van de fabrikant volgen.
Wij bevelen de volgende werkwijze aan:
Pan met water uitspoelen of wat vet in de pan doen.
-
Voorbereid (gekruid) gebraad in de pan leggen, het deksel erop leggen
-
en in de koude oven op het rooster plaatsen.
= ökotherm
-
200 °C instellen. Na afloop van de braadtijd maakt u de saus op de normale manier klaar.
®
-intensieve hetelucht met een temperatuur van 180 tot
Richtwaarden braden
De richtwaarden gelden als de gerechten in de koude oven worden gezet.
Gerecht Programma 8ökotherm
braadgrillen
Het gebraad altijd keren voor 1 kg vlees Temperatuur in °C in min. per cm
Rundergebraad
Rosbief
Filet
Kalfsvlees
Varkensgebraad
Casseler rib
Varkensschouder, varkensgebraad met zwoerd
Wild
Everzwijn
Filet - wild
Schapevlees
Eend
Gans
Kip
Kalkoen
Vis
r
     
  
r
   
q
®
-
? boven- en
onderverwarming
160 180-220 18
180 220-240 180-200 8-10
180 220-240 180-200 8
160 180-220 160-180 12
160 180-220 160-180 12-15
160 180-220 160-180 8
160
160 180-220 15
160 180-220 15
180 220-240 8-10
160 180-220 15
160 180-200 160-180 12
160 180-200 160-180 12
180 180-200 160-180 8 45-60
160 180-200 160-180 12
160 200-220 8
180-200 160-180 10-15
=ökotherm
intensieve hetelucht
®
-
Bereidingsduur
vleesdikte
in min.
66
EEB 670.0
Page 12
Bakken
1. Bakprogramma instellen.
Het bakproces verloopt automatisch met een vast ingestelde baktempe­ratuur en -duur.
of
2. Verwarmingsprogramma kiezen.
Elk verwarmingsprogramma start met een vast ingestelde temperatuur. Deze temperatuur kan gewijzigd worden. De bakduur moet ingesteld worden.
Gebruik bij voorkeur de gegevens in de tabel met richtwaarden voor het bakken.
Opmerkingen i.v.m. het bakken
Gebruik de verwarmingsprogramma’s
opwarming en de door u gewenste temperatuur sneller te bereiken.
Bij het bakken met het verwarmen.
5 boven- en onderverwarming met snelle opwarming om
brood- en pizza-programma de oven voor-
7 ökotherm
®
-hetelucht met snelle
9 Hetelucht
Niet voorverwarmen – bakken op verschillende niveau’s tegelijk mogelijk.
? Boven- en onderverwarming
Voorverwarmen – bakken op één niveau. Bij het voorverwarmen met boven- en onderverwarming met snelle opwar-
5 is de gewenste temperatuur snel bereikt. Bakvormen van zwarte
ming plaat en aluminium zijn bijzonder geschikt.
= ökotherm
Niet voorverwarmen - bakken op één niveau. Alleen voor plaatkoek met droog beleg, b.v. kruimelkoek.
; ökotherm
Bakken op één niveau
voor vochtig gebak,
-
voor pizza: voorverwarmen met bakplaat of pizzasteen (accessoire),
-
voor brood.
-
®
-intensieve hetelucht
®
-pizzastand
Brood- en pizzaprogramma
Brood en pizza pas na het akoestisch signaal (voorverwarmen beëindigd!) in de oven schuiven.
Inschuifhoogten
één plaat 3e richel van onder, twee platen 3e en 6e richel, drie platen 1e, 4e en 7e richel, vier platen 1e, 3e, 5e en 7. richel.
Bij het bakken van meerdere bakplaten met gebak duurt de baktijd per bak­plaat ca. 5 tot 10 minuten langer.
Haal de bakplaten uit de oven naargelang van de bruintegraad.
Bak met
het bakken met hetelucht staat.
Belangrijk: Bij gebak met vochtig fruitbeleg is de vochtontwikkeling bijzonder hoog. In dat geval niet meer dan twee taarten tegelijk bakken.
9 hetelucht op 160 °C als in uw recept geen informatie over
EEB 670.0 67
Page 13
Richtwaarden bakken
De waarden van de bij voorkeur te gebruiken verwarmings- of bakprogramma’s zijn vet gedrukt.
Gebak Programma 9 Hete lucht ? Boven- en
onderverwarming
Richel Temperatuur
in °C
Roerdeeg
Tulband
Rechthoekige cake
Zandgebak
Taarten
Taartbodems 3
Fijne fruittaarten
Klein gebak 3 150
Plaatkoek:
   
3
3
3
3
3 160 1 175-190 3 ; 160 45-60
160
160
150-160
160
180
Richel Temperatuur
in °C
1 175-180 50-60
1
1
1
2 200 20-30
2
175-180 50-70
160-170 60-70
175-190 40-60
180-200 15-30
=ökotherm
;ökotherm
Richel Temperatuur
®
- intensieve
hetelucht
®
-pizzastand
Bakduur
in min.
in °C
Droog beleg 3 180 2 180-200 3
Vochtig beleg
Kneeddeeg
Taartbodem 3 180 2 180-200 25-35
Kaastaart 3 150 1 160-180 3
Klein gebak 3 150 2 180-200 15-35
Plaatkoek:
Droog beleg 3 180 2 180-200 3
Vochtig beleg:
Gistdeeg
Tulband
Kransgebak
Kerstbrood
  
3 170 2 175-190 3 ; 170 35-50
3 170 2 175-190 3 ; 170 30-50
3
3
3
160
160
voorverw.
160 2 175-190 50-70
1 175-190 40-60
2 175-190 40-50
=180 25-35
;150-160 70-90
=180 25-35
Klein gebak 3 150 2 180-200 12-25
Plaatkoek:
voor kwark-oliedeeg gelden dezelfde gegevens
Droog beleg 3 180 2 180-200 3 =180 25-35
Vochtig beleg
3 170 2 180-200 3
68
;170
35-50
EEB 670.0
Page 14
Vervolg richtwaarden bakken
Gebak Programma 9 Hete lucht ? Boven- en
= ökotherm
onderverwarming
;ökotherm
Richel Temperatuur
in °C
Biscuitdeeg
Taarten 3 160 2 175-180 30-40
Rolgebak 3 180 2 190-210 12-25
Eiwitgebak
Schuimpjes 3 90 2140 80-90
Kaneelsterren 3 140 2 150-160 15-20
Macarons 3 140 2 150-160 20-40
Bladerdeeg
Klein gebak 3 180 2 200-220 15-30
Gistbladerdeeg 3 180 2 200-220 30-40
Kwarkbladerdeeg 3 180 2 200-220 30-40
Richel Temperatuur
in °C
Richel Temperatuur
®
intensieve
hetelucht
®
-pizzastand
Bakduur
in min.
in °C
Sudderdeeg 3 180 2 200-220 30-40
Honingkoek 3 160 2 170-180 20-35
Brood en pizza
Brood met zuur­desem of gist, voorverwarmen: 230 °C 10 min. op 230 °C
Gistbrood/wit brood
Zoute broodjes / zoute krakelingen, voorverwarmen: 10 min. op 230 °C
Pizza, voorverwar­men op 250 °C
2180 3 ; 160 50-60
2200 3
3 200 2220 15-20
1 ; 250 8-12
; 180
50-60
EEB 670.0 69
Page 15
Pizza bakken
Inmaken
1. Bakprogramma Pizza kiezen. Het bakproces verloopt automatisch met de vast ingestelde tempera-
tuur van 250 °C en de voorgegeven bakduur (zie bakprogramma’s). U kunt de vooraf ingestelde temperatuur- en tijdwaarden wijzigen.
of
2. Verwarmingsprogramma
De vast ingestelde temperatuur van 160 °C verschijnt in het display. Deze temperatuur moet u op 250 °C instellen. De voorziene bakduur bepaalt u zelf.
Voorbeeld
Basisrecept pizza
375 g meel 20 g gist 1/8 l lauwwarm water 3 eetlepels olie, zout
Van de opgegeven ingrediënten een gistdeeg maken. Het deeg laten rijzen tot het volume verdubbeld is (ca. 30 minuten). Daarna het deeg opnieuw enkele minuten kneden en nog eens 15 minuten laten rijzen. De hoeveelheid deeg in 2 tot 3 stukken verdelen, rond uitrollen, een rand vormen en vervolgens naar smaak beleggen; hierbij snel te werk gaan, zo­dat het deeg niet vochtig wordt.
Pizza-bakprogramma instellen,
-
bakplaat in het frame van de backmobil schuiven,
-
u hoort een akoestisch signaal als de oven voorverwarmd is,
-
belegde pizza op de bakplaat leggen,
-
de oven schakelt na 12 minuten uit.
-
of
voorverwarmen met
-
bakken met
-
; op 250 °C gedurende ca. 12 minuten.
; ökotherm
; ökotherm
®
-pizzastand kiezen.
®
-pizzastand op 250 °C en
Kies
-
; ökotherm
De vast ingestelde temperatuur van 160 °C verschijnt in het display. De temperatuur moet veranderd worden op 180 °C.
Stel de inmaakduur in.
-
Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen. Bereid de levensmiddelen volgens de gebruikelijke recepten voor.
Maximum 6 inmaakglazen van 1-1,5 liter inmaken. Alleen voor het inmaken geschikte glazen van gelijke hoogte gebruiken en met gelijke inhoud vullen. De glazen mogen elkaar niet raken.
Fruit
Druippan in 1e of 2e richtel van onder schuiven,
-
ca. Een kopje water in de druippan gieten.
; ökotherm
-
Het inmaakproces in het oog houden. Na 20-40 minuten begint de
-
vloeistof in de eerste glazen te parelen, meestal eerst rechts voor. Dan de oven uitschakelen en de glazen nog 30 minuten
-
(ca. 15 minuten bij gevoelig fruit, b.v. aardbeien) in de gesloten oven laten staan.
Groenten en vlees
Inmaakglazen voorbereiden, in de druippan in de oven schuiven en de
-
temperatuur instellen zoals boven. Als de vloeistof parelt, de temperatuur op 150 °C verlagen en nog
-
60 tot 90 minuten laten doorkoken. Dan de oven uitschakelen en de glazen nog 30 minuten in de ge-
-
sloten oven laten staan.
Levens­middelen
Bloemkool 60-80 30
®
-pizzastand.
®
-pizzastand op 180 °C instellen.
Inkookduur (doorkoken)
in min.
Nawarmte
Ontdooien en laten rijzen
Om te ontdooien kiest u < koude lucht of een temperatuur tot 35 °C.
Leg de diepgevroren produkten zonder verpakking als volgt in de oven:
-
Vlees of gevogelte Druippan 1e richel Rooster 2e richel
Roomtaarten, gebak
Rooster 3e richel Stel de ontdooitijd in
-
b.v. roomtaart op ca. 35 °C 60 minuten
kip op ca. 30 °C 90 minuten
Om te laten rijzen kiest u
- Laten rijzen van gist- en zuurdesemdeeg
< met een temperatuur van 35 °C.
Bonen 60-80 30
Erwten 80-90 30
Komkommer uitschakelen 30
Wortelen 60-80 30
Paddestoelen 60-80 30
Spruien 60-70 30
Asperges 80-90 30
Tomaten uitschakelen 30
Opgelet!
Tijdens het inmaken wordt door het verdampen van het water in de oven­ruimte zeer veel vochtigheid ontwikkeld; deze vochtigheid komt door de dampopeningen naar buiten. Daardoor kan het bedieningspaneel heet wor­den.
70
EEB 670.0
Page 16
Grillen
1. Stel Grill 4 voor kleine hoeveelheden of
2. Oppervlaktegrill
De vast ingestelde temperatuur van 220 °C verschijnt in het display. Afhankelijk van de te grillen gerechten kan de temperatuur aangepast worden.
Bij het grillen van dikke stukken vlees of van volledige vis moet de aan-
-
bevolen temperatuur in 220 tot 240 °C worden veranderd. De oven 5 tot 10 minuten voorverwarmen.
-
Leg de te grillen levensmiddelen in de oven en stel de grillduur in.
-
Richtwaarden voor de grillduur vindt u in de onderstaande tabel. Uitsluitend met gesloten ovendeur grillen!
-
> voor grotere hoeveelheden in.
Op de inschuifhoogte:
Druippan met braadslede (accessoire) in de 1e richel van onder, braadrooster in richel volgens tabel.
Let erop dat het verwarmingselement van de grill tijdens het grillen auto­matisch uit- en weer ingeschakeld wordt. Dat is normaal.
Gerecht Ovenrichel 4 Grill > Oppervlaktegrill
van onder 1e kant
in min.
Varkenskotelet/-schnitzel 6 8-10 6-8 10-15 8-10
Varkensfilet 6 10-12 8-10 14-16 10-12
2e kant
in min.
1e kant
in min.
2e kant in min.
Braadworst 6 8-10 6-8 15-20 10-15
Brochettes 6 7-8 5-6 18-20 8-10
Gehaktballen 6 8-10 6-8 10-15 10-12
Runderfiletsteak 7 6-7 5-6 10-11 9-10
Lever 7 3-4 2-3 7-8 6-7
Kalfsschnitzel 6 5-7 4-5 9-11 8-9
Kalfssteak 6 6-8 4-6 10-12 8-10
Schapenkotelet 6 8-10 6-8 12-14 10-12
Lamskotelet 6 8-10 6-8 12-14 10-12
Halve kip 3 10-12 5-7 14-16 9-11
Visfilet 7 6-7 4-5 10-11 8-9
Forellen 4 4-7 3-6 8-11 7-10
Toastbrood 5 2-3 2-3 6-7 6-7
Belegd toastbrood 4 6-8 10-12
EEB 670.0 71
Page 17
Schoonmaak en onderhoud
Laat het apparaat en het bedieningspaneel voor het schoonmaken altijd eerst volledig afkoelen! Meestal is het voldoende het apparaat na gebruik met een vochtige doek en een scheutje afwasmiddel schoon te maken. Vervolgens droogwrijven.
Gebruik voor het schoonmaken geen krassende of agressieve reinigings- of schuurmiddelen, zoals staalwol, ver­zeepte staalwol, metalen of plastieken sponsjes o.d. met een krassend opper­vlak.
Geen blekende en chloorhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
Verwijder kalk, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken zo snel mogelijk. Anders kan bij apparaten in roestvrij stalen design door het gebrek aan lucht­toevoer onder deze lagen corrosie optreden.
Gebruik voor het onderhoud van apparaten in roestvrij stalen design normaal in de handel verkrijgbare onderhoudsprodukten voor roestvrij staal. Lees aandachtig de voorschriften van de fabrikant en probeer het produkt eerst op een klein plekje, voor u het voor het volledige opper­vlak gebruikt.
Na het schoonmaken resten van reinigingsmiddelen volledig verwijderen. De afdichtingsvlakken van de ovendeur moeten steeds schoon blijven.
Oven
Af en toe is een grondige reiniging van de oven noodzakelijk. Daarvoor is het aan te bevelen een aantal onderdelen te demonteren.
Ovendeur uitnemen
Ovendeur volledig openen. De beugels aan de deurscharnieren
opklappen.
De ovendeur met beide handen opzij vastnemen en langzaam sluiten. Onge­veer halverwege komen de scharnie­ren uit de arretering los. De ovendeur kan nu worden afgenomen.
Geleiderails demonteren
Schroeven uitdraaien. Geleiderails uittrekken.
backmobil
®
Het apparaat is standaard met de backmobil
®
Om de backmobil
schoon te maken zijn volgende stappen nodig:
backmobil
De hefboom links onder aan het fra­me van de backmobil drukken. backmobil schuin naar boven uitnemen.
backmobil
Houderstaven van het inschuifrooster eerst uit de voorste en dan uit de ach­terste boringen in het frame van de backmobil De inschuifroosters kunnen dan afge­nomen worden.
backmobil
Houderstaven van de inschuifroosters in de omgekeerde volgorde als bij de demontage weer in de boringen in het frame van de backmobil De backmobil en de hefboom laten inklikken.
®
uitgerust.
®
uitnemen
®
demonteren
®
nemen.
®
ineenzetten
®
in de oven schuiven
®
naar beneden
®
uitschuiven en
®
steken.
Geleiderails weer inzetten
Geleiderails met de schroeven in de oven vastmaken. M.b.v. de stelschroeven kan de stand van de geleiderails in de oven worden ingesteld.
Verwarmingselement (boven­verwarming/grill) neerklappen
Schroef uitdraaien en verwarmings­element neerklappen.
Verwarmingselement opklappen en met de schroef bevestigen.
Ovendeur inzetten
Ovendeur met beide handen opzij vast­nemen en de scharnieren in de over­eenkomstige openingen in de oven schuiven. De ovendeur langzaam openen. De beugels aan de deurschar­nieren weer neerklappen. Ovendeur sluiten.
ökotherm®-katalysator regenereren
De lege oven met intensieve hetelucht op maximale temperatuur geduren­de 60 min. opwarmen.
72 EEB 670.0
Page 18
Hulp bij storingen
Montage-instructies
Reparaties uitsluitend door een erkend vakman!
Controleer eerst of het probleem niet aan een bedieningsfout te wijten is. Een aantal storingen kunt u zelf oplossen.
Storing Oorzaak Oplossing
Bedieningspaneel niet verlicht.
Uitschakelen van oven is niet mogelijk.
Oven warmt niet op. Huishoudzekering
Heteluchtventilator gaat afwisselend aan en uit.
Ovenverlichting is uitgevallen.
Ovendeur sluit niet. Deur of deurpakking
Deurglas is gebroken. Apparaat
Ventilator blijft langer dan 30 min. na het uit­schakelen van de oven draaien (normaal 20-30 min.).
Bewegende tekens in de kerntemperatuur- weer­gave zichtbaar, tegelijk is een geluidssignaal hoorbaar.
Bewegende tekens in de oventemperatuurweerga­ve zichtbaar, tegelijk is een geluidssignaal hoor­baar.
Versterkte geurvorming
ondanks ökotherm-kata­lysator.
Sterke azijngeur bij de bereiding.
Fruitsap of eiwitvlekken
op geëmailleerde onder­delen.
Lichtgevende diode defect.
Elektronisch onderdeel defect.
defect. Oventemperatuur-
regelaar of werkwijzeschakelaar is niet ingeschakeld.
Geprogrammeerde wissel van verwarmingswijzen.
Lamp defect. Service vragen de
vuil.
Automatische uitschakeling defect.
Vleesthermometer defect.
Oventemperatuurweerg ave defect.
®
ökotherm
kathalysator moet geregenereerd worden.
Bereiding met alcohol, gebak met zuurdesem, gebak met gist.
Sap van vochtig gebak of vleesnat.
-
Service contacteren.
Zekering uitschakelen, service contacteren.
Zekering controleren of vervangen.
Oventemperatuur­regelaar of werkwijze­schakelaar instellen.
Geen storing.
lamp te vervangen. Vuil alleen met
zeepsop en een vochtige doek van de deur en de pakking verwijderen.
uitschakelen, service contacteren.
Zekering uitschakelen, service contacteren.
Vleesthermometer naar de klantenservice opsturen.
Service contacteren.
Lege oven met intensieve hetelucht op max. temperatuur 60 min. doorverwarmen.
Onvermijdbare geur­hinder.
Onschadelijke verandering van het email, niet te verhelpen.
Küppersbusch-inbouwfornuizen mogen alleen met de bijhorende Küppers­busch-inbouwkookplaten door een erkend vakman worden aaneengesloten.
De wettelijke voorschriften en aansluitvoorwaarden van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij moeten nauwgezet worden nageleefd.
Bij de aansluiting van het apparaat moet een installatie voorzien worden die het mogelijk maakt het apparaat met een contactopeningswijdte van tenminste 3 mm met alle polen van het net te scheiden. Geschikte scheidingsinstallaties zijn LS-schakelaars, zekeringen en contactoren.
Bij aansluiting, reparatie en vervangen van de ovengloeilamp moet het apparaat met één van deze voorzieningen stroomloos worden gemaakt.
Bij de inbouw moet ervoor gezorgd worden dat geen contact met stroomvoerende onderdelen mogelijk is.
De aardingskabel moet zo lang zijn dat bij een defect van de trekont­lasting de aarding pas na de stroomvoerende aders van de aansluit­kabel met trek wordt belast.
Elektriciteit
Totale vermogen bij 230 V: 3,5 kW, bij 235 V 3,6 kW Aansluiting waarden: 230 - 240 V, 50 Hz Aansluiting met geaarde stekker in stopcontact zekering 16 A
Inbouwmaten
Inbouw in het keukenmeubel
Het apparaat is m.b.t. de bescherming tegen oververhitting van de omlig­gende vlakken (meubeldelen) een apparaat van het type Y. De kunststofbe­kleding of het fineer moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) afge­werkt zijn. Deze lijn verhindert het vervormen of loskomen van de bekleding, vooral aan de smalle kanten van de inbouwmeubels. Het appa­raat moet in elk geval horizontaal worden ingebouwd.
Apparaat inbouwen
De stekker in het stopcontact steken. Het apparaat volledig in de
kastopening schuiven. Daarbij de aansluiting van het
apparaat niet inklemmen!
Apparaat bevestigen
Ovendeur openen. Apparaat met de bijgevoegde schroe­ven aan de inbouwkast vastschroeven. De schroeven schuin van binnen naar buiten indraaien.
EEB 670.0 73
Loading...