Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, routine-onderhoud uit te
voeren en storingen te voorkomen zodat het apparaat steeds in de optimale condities kan worden benut.
Gelieve deze gebruikershandleiding aandachtig door te nemen alvorens het apparaat in gebruik te nemen.
Om kwaliteitsredenen raden wij originele Kyocera tonercontainers aan die zijn onderworpen
aan strenge kwaliteitscontroles.
Het gebruik van niet-originele toners kan tot storingen leiden.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van niet-originele artikelen voor dit apparaat.
Op onze originele onderdelen is een label aangebracht, zoals hieronder weergegeven.
Serienummer van het apparaat controleren
Het serienummer van het apparaat staat gedrukt op de plek aangegeven in de afbeelding.
U heeft het serienummer van het apparaat nodig als u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger. Controleer
het nummer voor u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger.
i
Inhoud
Inleiding ..................................... .......................... .......................... ...................... .................... i
Inhoud .................................................................................................................................... ii
Apparaatspecificaties ........................................................................................................... v
Handleidingen meegeleverd met het apparaat ................................................................. vii
Over de gebruikershandleiding (deze handleiding) ........................................................ viii
Overzicht van de handleiding ..................................................................................... viii
Vormgevingselementen in deze handleiding ............................................................... ix
1Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie .......................... 1-1
Index ............................................................................................................................ Index-1
iv
> Apparaatspecificaties
Off
Apparaatspecificaties
Dit apparaat is uitgerust met vele handige functies.
Hier volgen enkele voorbeelden.
Bespaar energie en kosten
Bespaar de nodige energie
(Energiebesparingsfunctie)
Dit apparaat is uitgerust met een
energiebesparingsfunctie die automatisch
de slaapstand inschakelt.
Energiebesparingsfunctie (pagina 2-
23)
Toner besparen bij het afdrukken
(EcoPrint)
U kunt besparen op het tonerverbruik met
deze functie.
Als u alleen de gedrukte inhoud hoeft te
controleren, zoals een proefafdruk of een
kladversie, dan kunt u deze functie
gebruiken om te besparen op het
tonerverbruik.
Gebruik deze functie wanneer geen
hoogwaardige afdrukkwaliteit is vereist.
Veiligheid verbeteren
(Instellingen voor de beheerder)
Het apparaat stiller doen werken
(Stille modus)
Papierverbruik verminderen
(Kopiëren op beide zijden van het
papier)
U kunt originelen afdrukken op beide
zijden van het papier. U kunt ook
meerdere originelen op een vel
afdrukken.
Het apparaat installeren zonder
netwerkkabels (Draadloos netwerk)
Voor meer veiligheid zijn voor beheerders
diverse functies beschikbaar.
Beveiligingsinstellingen wijzigen
(pagina 2-37)
U kunt het apparaat stiller doen werken
door het loopgeluid ervan te reduceren.
IN/UIT schakelen met één toetsbediening
mogelijk.
Stille modus (pagina 2-24)
v
Bij een draadloze LAN-omgeving is het
mogelijk om het toestel te installeren
zonder te moeten zorgen voor
netwerkbekabeling. Daarnaast worden
ook Wi-Fi Direct enz. ondersteund.
Het draadloos netwerk configureren
(pagina 2-15)
Wi-Fi Direct instellen (pagina 2-20)
> Apparaatspecificaties
Functies efficiënter gebruiken
Werking op afstand
(Command Center RX)
U kunt toegang op afstand krijgen tot het
apparaat voor het afdrukken, verzenden
of downloaden van gegevens.
Beheerders kunnen het gedrag van het
apparaat of de instellingen configureren.
Command Center RX (pagina 2-35)
vi
> Handleidingen meegeleverd met het apparaat
Handleidingen meegeleverd met het
apparaat
Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg elke handleiding wanneer nodig.
De inhoud van deze handleidingen kan zonder nadere kennisgeving worden aangepast wanneer de prestaties van het
apparaat worden verbeterd.
Gedrukte handleidingen
Voor een snel gebruik
van dit apparaat
Quick Guide
Bevat de basisfuncties van de machine, instructies voor optimaal gebruik van de functies,
instructies voor routineonderhoud en instructies voor het oplossen van storingen.
Safety Guide
Bevat informatie over veiligheid en waarschuwingen over installatieomgeving en gebruik van
V oor een veilig gebruik
van dit apparaat
dit apparaat. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik neemt.
Safety Guide (ECOSYS P2235dn/ECOSYS P2235dw)
Omvat de benodigde installatieruimte, de waarschuwingsetiketten en andere
veiligheidsinformatie. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik neemt.
Handleidingen (PDF) op de DVD (Product Library)
Voor een attent
gebruik van het
apparaat
Machine-informatie
eenvoudig registreren
en instellingen
configureren
Gegevens vanaf een
computer afdrukken
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Bevat instructies voor het laden van papier en de basishandelingen alsook de
standaardinstellingen en overige informatie.
Command Center RX User Guide
Bevat instructies over toegang tot de machine vanaf een webbrowser op uw computer om
de instellingen te controleren en te wijzigen.
Printer Driver User Guide
Bevat instructies over de installatie van de printerdriver en het gebruik van de
printerfunctie.
Direct afdrukken van
een PDF-bestand
Toezicht houden op
het apparaat en
printers van het
netwerk
KYOCERA Net Direct Print Operation Guide
Bevat instructies over het afdrukken van PDF-bestanden zonder Adobe Acrobat of Reader
te moeten lanceren.
KYOCERA Net Viewer User Guide
Bevat instructies over het toezicht op uw netwerkprinter systeem (het apparaat) met
KYOCERA Net Viewer.
PRESCRIBE Commands Command Reference
Afdrukken zonder de
printerdriver te
gebruiken
De afdrukpositie
aanpassen
Installeer de volgende versies van Adobe Reader om de handleidingen op de DVD te bekijken.
Versie 8.0 of hoger
Geeft uitleg over de beschrijvingstaal van het apparaat (PRESCRIBE-commando's).
PRESCRIBE Commands Technical Reference
Geeft uitleg over de PRESCRIBE-command functies en de bediening voor elk
emulatietype.
Maintenance Menu User Guide
Het onderhoudsmenu (Maintenance Menu) geeft uitleg over hoe de afdrukinstellingen te
configureren.
vii
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Over de gebruikershandleiding (deze
handleiding)
Overzicht van de handleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken.
HoofdstukInhoud
1Wettelijke kennisgevingen en
veiligheidsinformatie
2Het apparaat installeren en
configureren
3Voorbereiding voor het gebruikBeschrijft de nodige voorbereidingen en instellingen voor gebruik van de machine, zoals
4Afdrukken vanaf PCBeschrijft de basisprocedure voor het afdrukken.
5Bediening van het apparaatBeschrijft de basishandelingen voor bediening van het apparaat
6Problemen oplossenGeeft instructies over wat te doen wanneer de toner op is, er een fout wordt
7AppendixBeschrijft handige opties die beschikbaar zijn voor het apparaat. Biedt informatie over
Bevat voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het gebruik van het apparaat en
informatie over handelsmerken.
Beschrijft de onderdeelnamen, kabelaansluitingen, installatie van de software,
aanmelden, afmelden, en andere zaken met betrekking tot het beheer van het apparaat.
papier laden.
weergegeven, of als het papier vastloopt of een ander probleem optreedt.
mediatypen en papierformaten, en bevat een verklarende woordenlijst. Verschaft een
overzicht van de specificaties van de machine.
viii
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
OPMERKING
Klik om van de huidige pagina naar de vorige pagina te
gaan. Dit is handig als u wilt terugkeren naar de pagina van
waaruit je naar de huidige pagina bent gegaan.
Klik op een item in de
inhoudsopgave om naar de
bijbehorende pagina te gaan.
VOORZICHTIG
Geeft aan dat wanneer u
onvoldoende aandacht besteedt
aan of u zich niet op de juiste wijze
houdt aan de betreffende punten,
dit kan leiden tot lichamelijk letsel of
materiële schade.
OPMERKING
Geeft bijkomende verklaringen en
referentie-informatie voor
bewerkingen.
BELANGRIJK
Geeft de operationele eisen en
beperkingen aan om de machine
correct te doen werken en om
schade aan het apparaat of andere
apparatuur te voorkomen.
Raadpleeg
Klik op de onderstreepte tekst om
naar de bijbehorende pagina te
gaan.
Vormgevingselementen in deze handleiding
Adobe Reader XI wordt als voorbeeld genomen in de onderstaande uitleg.
De items die worden weergegeven in Adobe Reader variëren, afhankelijk van de gebruikswijze. Als de
inhoudsopgave of de gereedschappen niet worden weergegeven, raadpleeg Adobe Reader Help.
Bepaalde items zijn in deze handleiding aangegeven met de onderstaande vormgevingselementen.
Vormgevings-
element
[Vet]Geeft toetsen en knoppen aan.
"Standaard"Geeft een instelling aan.
Beschrijving
ix
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Formaat en richting van papier
Papierformaten zoals A5 kunnen zowel in horizontale als in verticale richting worden gebruikt. Om deze afdrukrichtingen
te kunnen onderscheiden, wordt "R" toegevoegd aan de formaten in de verticale afdrukrichting.
AfdrukrichtingInstelpositie
(X=Lengte, Y=Breedte)
Verticale richting (-R)CassetteA5-R
Multifunctionele ladeA5-R
Horizontale richtingCassetteA5
Multifunctionele ladeA5
Aangegeven formaat in deze
handleiding
*1
*1 De bruikbare papierformaten zijn afhankelijk van de functie en de invoerlade. Voor meer informatie, raadpleeg:
Specificaties (pagina 7-3)
x
1Wettelijke
kennisgevingen en
veiligheidsinformatie
Lees deze informatie voor u het apparaat in gebruik neemt. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende
onderwerpen.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik ........................................................................................................ 1-4
Veiligheid van de laserstraal (Europa) ..................................................................................................... 1-5
EN ISO 7779 ............................................................................................................................................ 1-6
Milieuvoordelen van "Energiebeheer" .................................................................................................... 1-12
Energy Star-programma (ENERGY STAR®) ......................................................................................... 1-12
1-1
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Mededeling
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten
veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook
bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder
beschreven.
WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan
of u zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot
ernstig letsel of zelfs levensgevaar.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u
zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot
lichamelijk letsel of mechanische beschadiging.
Symbolen
Het symbool geeft aan dat het betreffende deel veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten
worden binnenin het symbool aangegeven.
... [Algemene waarschuwing]
... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
Het symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke
informatie over de niet-toegestane handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
... [Demontage verboden]
Het symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd.
Specifieke informatie over de vereiste handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
... [Haal de stekker uit het stopcontact]
... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om één of meerdere vervangingsexemplaren te bestellen als de
veiligheidswaarschuwingen in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt (tegen
betaling).
1-2
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Bedrijfsomgeving
De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is:
Temperatuur10 tot 32,5 °C
Vochtigheid10 tot 80%
Vermijd de volgende plaatsen als installatieplaats voor het apparaat.
•Vermijd plaatsen in de buurt van een raam of direct in het zonlicht.
•Vermijd plaatsen met trillingen.
•Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
•Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
•Vermijd slecht geventileerde plaatsen.
Als de vloer niet bestand is tegen zwenkwieltjes, is het mogelijk dat de vloer beschadigd raakt wanneer het apparaat na
de installatie wordt verplaatst.
Tijdens het afdrukken komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit heeft geen nadelige gevolgen voor de
gezondheid. Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een
zeer groot aantal afdrukken wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk
moet goed geventileerd zijn.
1-3
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Waarschuwingen bij het gebruik van verbruiksartikelen
VOORZICHTIG
Probeer geen delen die toner bevatten te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Houd onderdelen die toner bevatten buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt lekkage plaatsvindt uit delen die toner bevatten, voorkom dan inademing en inslikken en voorkom
contact met uw ogen en huid.
•Als u toch toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende
hoest contact op met een arts.
•Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 glazen water om de inhoud van uw maag te
verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts.
•Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als uw ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een
arts.
•Als u toner op de huid krijgt, wast u uw huid met water en zeep.
Probeer geen onderdelen die toner bevatten open te breken of te vernietigen.
Overige voorzorgsmaatregelen
Lever de lege tonercontainer in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonercontainers worden
gerecycled of verwijderd conform de betreffende voorschriften.
Bewaar het apparaat op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht.
Bewaar het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet hoger wordt dan 40 ºC en waar zich geen sterke
schommelingen in temperatuur of vochtigheid voordoen.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan het papier uit de cassette en de multifunctionele (MF)
lade, leg het terug in de oorspronkelijke verpakking en maak deze weer dicht.
1-4
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Veiligheid van de laserstraal (Europa)
Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat
hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van
het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen.
Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van Class 1 volgens IEC/EN 60825-1:2014.
Voor wat betreft CLASS 1 laserproducten, wordt informatie op het typeplaatje verstrekt.
1-5
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
EN ISO 7779
Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder
weniger gemäß EN ISO 7779.
EK1-ITB 2000
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um
störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld
platziert werden.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van draadloze
LAN (indien aanwezig)
Bij draadloze LAN kan informatie worden uitgewisseld tussen draadloze toegangspunten in plaats van via een
netwerkkabel, wat het voordeel biedt dat een volledig vrije LAN-verbinding mogelijk is in een ruimte waarin radiogolven
kunnen worden overgedragen.
Anderzijds kunnen de volgende problemen optreden als de beveiligingsinstellingen niet zijn geconfigureerd, omdat
radiogolven door obstakels heen gaan (met inbegrip van de muren) en overal binnen een bepaald gebied komen.
Communicatie-inhoud in het geheim bekijken
Een persoon met kwalijke bedoelingen kan opzettelijk radiogolven controleren en onbevoegd toegang krijgen tot de
volgende communicatie-inhoud.
•Persoonlijke informatie met inbegrip van ID, wachtwoorden en creditcard nummers
•Inhoud van e-mailberichten
Illegale gegevensinbraak
Een persoon met kwalijke bedoelingen kan onbevoegde toegang krijgen tot persoonlijke of bedrijfsnetwerken en de
volgende illegale handelingen verrichten.
•Persoonlijke en vertrouwelijke informatie inzamelen (informatielek)
•Communicatie aangaan en zich daarbij voordoen als een bepaalde persoon en het distribueren van ongeoorloofde
informatie (spoofing)
•Onderschepte communicatie aanpassen en doorsturen (vervalsing)
•Computervirussen doorgeven en gegevens en systemen vernietigen (vernietiging)
Draadloze LAN-kaarten en draadloze toegangspunten bevatten ingebouwde beveiligingsmechanismen die deze
problemen aanpakken en die de kans op het optreden van deze problemen reduceren door het configureren van de
beveiligingsinstellingen van de draadloze LAN-producten wanneer het product wordt gebruikt.
Het is raadzaam dat klanten hun verantwoordelijkheid nemen en hun verstand gebruiken bij het configureren van de
beveiligingsinstellingen en dat ze zich ten volle bewust zijn van de problemen die kunnen optreden wanneer het product
wordt gebruikt zonder het configureren van de beveiligingsinstellingen.
1-6
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Beperkt gebruik van dit product (indien aanwezig)
•De radiogolven die dit product uitstraalt kunnen de werking van elektrische medische apparatuur beïnvloeden.
Wanneer u dit product in een medische instelling of in de nabijheid van medische apparatuur gebruikt, gebruik dit
product dan volgens de instructies en voorzorgsmaatregelen die zijn geleverd door de beheerder van deze instelling
of die op de medische apparatuur.
•De radiogolven die dit product uitstraalt kunnen de werking van automatische regelapparatuur beïnvloeden, met
inbegrip van automatische deuren en brandalarmen. Wanneer u dit product gebruikt in de nabijheid van de
automatische regelapparatuur, gebruik dit product dan volgens de instructies en voorzorgsmaatregelen die zijn
aangegeven op de automatische regelapparatuur.
•Als dit product wordt gebruikt in apparaten die direct verband houden met diensten, met inbegrip van vliegtuigen,
treinen, schepen, auto's of als dit product wordt gebruikt in toepassingen waarbij hoge betrouwbaarheid en
functionele veiligheid zijn vereist en in apparaten die nauwkeurigheid vereisen, met inbegrip van die welke worden
gebruikt voor rampenpreventie en criminaliteitspreventie en die worden gebruikt voor verschillende
veiligheidsdoeleinden. Gebruik dit product dan na bestudering van het veiligheidsontwerp van het gehele systeem,
met inbegrip van vaststelling van een storingsbestendig ontwerp en redundante werking voor betrouwbaarheid en
veiligheidsbehoud van het gehele systeem. Dit product is niet bedoeld voor gebruik in toepassingen die een hoge
betrouwbaarheid en veiligheid vereisen, met inbegrip van lucht-en ruimtevaartinstrumenten, kofferbak
communicatieapparatuur, controleapparatuur voor nucleaire energie en medische apparatuur. Het besluit om dit
product te gebruiken in deze toepassingen dient derhalve goed te worden overwogen en bepaald.
1-7
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Wettelijke kennisgevingen
Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele handleiding of een deel daarvan zonder de
voorafgaande schriftelijke toestemming van KYOCERA Document Solutions Inc. is verboden.
Wat betreft handelsnamen
•PRESCRIBE en ECOSYS zijn geregistreerde handelsmerken van Kyocera Corporation.
•KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
•Microsoft, Windows, Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows 7,
Windows Server 2012, Windows 8, Windows 8.1, Windows 10 en Internet Explorer zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van MicrosoftCorporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
•PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
•Adobe Acrobat, Adobe Reader en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
•Ethernet is een geregistreerd handelsmerk van Xerox Corporation.
•Novell en NetWare zijn geregistreerde handelsmerken van Novell, Inc.
•IBM en IBM PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
•AppleTalk, Bonjour, Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere
landen.
•Alle Europese lettertypen die in dit apparaat zijn geïnstalleerd, worden gebruikt onder licentieovereenkomst met
Monotype Imaging Inc.
•Helvetica, Palatino en Times zijn geregistreerde handelsmerken van Linotype GmbH.
•ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC ZapfDingbats zijn geregistreerde handelsmerken
van International Typeface Corporation.
•ThinPrint is een handelsmerk van Cortado AG in Duitsland en andere landen.
•UFST™ MicroType® lettertypen van Monotype Imaging Inc. zijn geïnstalleerd in dit apparaat.
•Dit apparaat bevat software met modules die zijn ontwikkeld door de Independent JPEG Group.
•iPad, iPhone en iPod zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
•iOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco in de V.S. en andere landen en wordt onder licentie
door Apple Inc. gebruikt
•Google en Google Cloud Print™ zijn handelsmerken en/of geregistreerde handelsmerken van Google Inc.
•Mopria™ is een geregistreerd handelsmerk van Mopria™ Alliance.
•Wi-Fi en Wi-Fi Direct zijn handelsmerken en/of geregistreerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance.
Alle overige merk- en productnamen zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve
bedrijven. De symbolen ™ en ® worden niet gebruikt in deze gebruikershandleiding.
1-8
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
GPL/LGPL
Dit product is voorzien van GPL- (http://www.gnu.org/licenses/gpl.html) en/of LGPL(http://www.gnu.org/licenses/lgpl.html) software als onderdeel van de firmware. U kunt de broncode verkrijgen en het is
toegestaan het te kopiëren, te verspreiden en te wijzigen conform de voorwaarden van GPL/LGPL. Voor meer
informatie, waaronder het verkrijgen van de broncode, ga naar http://www.kyoceradocumentsolutions.com/gpl/.
OpenSSL License
Copyright (c) 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit.
(http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote products derived
from this software without prior written permission.
For written permission, please contact openssl-core@openssl.org.
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear in their names without
prior written permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment: "This product includes software
developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR
ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON
ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Original SSLeay License
Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young (eay@cryptsoft.com). The implementation was written so
as to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are adhered to. The
following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the
SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the
holder is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the
package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
1-9
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the routines from the library being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you must
include an acknowledgement: "This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG "AS IS" AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE,
DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN
ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e.
this code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
Monotype Imaging License Agreement
1 Software shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as
well as the UFST Software.
2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and
versions of letters, numerals, characters and symbols (Typefaces) solely for your own customary business or
personal purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging. Under the terms of
this License Agreement, you have the right to use the Fonts on up to three printers. If you need to have access to the
fonts on more than three printers, you need to acquire a multiuser license agreement which can be obtained from
Monotype Imaging. Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software and Typefaces and no rights
are granted to you other than a License to use the Software on the terms expressly set forth in this Agreement.
3 To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to maintain the Software and other proprietary
information concerning the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable procedures regulating access
to and use of the Software and Typefaces.
4 You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except that you may make one backup copy. You
agree that any such copy shall contain the same proprietary notices as those appearing on the original.
5 This License shall continue until the last use of the Software and Typefaces, unless sooner terminated. This License
may be terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms of this License and such failure is not
remedied within thirty (30) days after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is terminated, you
shall either return to Monotype Imaging or destroy all copies of the Software and Typefaces and documentation as
requested.
6 You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt, reverse engineer or decompile the Software.
7 Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery, the Software will perform in accordance with
Monotype Imaging-published specifications, and the diskette will be free from defects in material and workmanship.
Monotype Imaging does not warrant that the Software is free from all bugs, errors and omissions.
The parties agree that all other warranties, expressed or implied, including warranties of fitness for a particular
purpose and merchantability, are excluded.
8 Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in connection with the Software and Typefaces is
repair or replacement of defective parts, upon their return to Monotype Imaging.
In no event will Monotype Imaging be liable for lost profits, lost data, or any other incidental or consequential
damages, or any damages caused by abuse or misapplication of the Software and Typefaces.
9 Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement.
1-10
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
10 You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the Software and/or Typefaces without the prior written
consent of Monotype Imaging.
11 Use, duplication or disclosure by the Government is subject to restrictions as set forth in the Rights in Technical Data
and Computer Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate.
Further use, duplication or disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights software as set forth in
FAR 52.227-19 (c)(2).
12 You acknowledge that you have read this Agreement, understand it, and agree to be bound by its terms and
conditions. Neither party shall be bound by any statement or representation not contained in this Agreement. No
change in this Agreement is effective unless written and signed by properly authorized representatives of each party.
By opening this diskette package, you agree to accept the terms and conditions of this Agreement.
1-11
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Energiebesparingsfunctie
Het apparaat is uitgerust met een slaapmodus, waarbij de printerfuncties in een wachtstand komen te staan, maar het
energieverbruik tot een minimum wordt beperkt na verloop van een bepaalde interval sinds het apparaat voor het laatst
werd gebruikt. Als het apparaat niet wordt gebruikt in de slaapstand, dan wordt de stroom automatisch uitgeschakeld.
Automatische slaapstand (pagina 2-23)
Uitschakeltimer (modellen voor Europa) (pagina 4-17)
Functie automatisch dubbelzijdig afdrukken
Dit apparaat heeft dubbelzijdig afdrukken als standaardfunctie. Bijvoorbeeld bij het afdrukken van twee originelen op
een vel papier als dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen.
Afdrukken in de duplexmodus vermindert papierverbruik en draagt bij aan het behoud van bossen. Duplexmodus
vermindert tevens de hoeveelheid papier die ingekocht moet worden en vermindert daardoor de kosten. Het is daarom
aan te bevelen dat machines die dubbelzijdig kunnen afdrukken, standaard worden ingesteld in de duplexmodus.
Energiezuinigheid - Papier
Voor het behoud en duurzaam gebruik van de bossen wordt aanbevolen om gerecycled en nieuw papier te gebruiken
dat op de meest milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd of voorzien is van erkende milieukeurmerken, en dat
*
voldoe aan EN 12281:2002
Deze apparatuur ondersteunt ook printen op papier van 64 g/m
grondstoffen bevat, gebruikt wordt, leidt dit tot meer besparingen van natuurlijke bronnen.
of een vergelijkbare kwaliteitsstandaard.
2
. Wanneer dergelijk papier, dat minder ruwe
* : EN12281:2002 "Papier voor drukwerk en kantoor - Eisen aan kopieerpapier voor kopieerprocessen met droge toner"
Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan informatie geven over aanbevolen papiersoorten.
Milieuvoordelen van "Energiebeheer"
Om het stroomverbruik te beperken, is dit apparaat voorzien van een functie voor energiebeheer die automatisch de
energiebesparende stand inschakelt wanneer het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet actief is.
Hoewel het de apparatuur enige tijd vergt weer terug te keren naar modus KLAAR vanuit de spaarstand, is een
belangrijke vermindering in energieverbruik mogelijk. Het wordt aanbevolen de machine te gebruiken met
deactiveringstijd voor de spaarstand in de standaardinstelling.
Energy Star-programma (ENERGY STAR®)
Als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Star-programma hebben wij vastgesteld dat dit
apparaat voldoet aan de standaarden zoals bepaald in het internationale Energy Star-programma.
®
ENERGY STAR
promoten van producten met een hoge energie-efficiëntie om zo het broeikaseffect te helpen
voorkomen. Door ENERGY STAR
de emissies van broeikasgassen te verminderen tijdens gebruik van het product en te besparen op de
energiegerelateerde kosten.
is een vrijwillig programma voor energie-efficiëntie met als doel het ontwikkelen en
®
-gekwalificeerde producten aan te schaffen kunnen klanten helpen
1-12
2Het apparaat
installeren en
configureren
Dit hoofdstuk bevat informatie voor de beheerder van dit apparaat, zoals de onderdeelnamen, het aansluiten van kabels
en het installeren van software.
Aan- en uitzetten ................................................................................................................................................ 2-9
Gebruik van het bedieningspaneel ................................................................................................................... 2-10
Het bekabelde netwerk configureren ..................................................................................................... 2-13
Het draadloos netwerk configureren ...................................................................................................... 2-15
Wi-Fi Direct instellen .............................................................................................................................. 2-20
Uitschakelvoorwaarde (modellen voor Europa) ........................................................................................... 2-23
Stille modus ...................................................................................................................................................... 2-24
Software installeren op Mac-computers ................................................................................................. 2-33
Command Center RX ....................................................................................................................................... 2-35
Command Center RX openen ............................................................................................................... 2-36
Het apparaat installeren en configureren > Het apparaat en andere toestellen aansluiten
OPMERKING
BELANGRIJK
USB
Ta bl et
Netwerk
Verbinding via
netwerkkabel
Wi-Fi-verbinding
*1
Wi-Fi Direct
verbinding
*1
Wi-Fi-toegangspunt
*1 Alleen voor modellen met Wi-Fi.
Wi-Fi-verbinding of
Wi-Fi Direct-verbinding
Het apparaat en andere toestellen aansluiten
Bereid de benodigde kabels voor naargelang de omgeving en het gebruik van het apparaat.
Bij aansluiting van de machine op de pc via USB
Bij aansluiting van de machine op de pc of tablet via netwerkkabel, Wi-Fi of Wi-Fi Direct
Bij gebruik van draadloze LAN-verbinding, raadpleeg het volgende.
Het draadloos netwerk configureren (pagina 2-15)
Compatibele kabels
VerbindingswijzeFunctieBenodigde kabel
Sluit een LAN-kabel op het apparaat
aan.
Sluit een USB-kabel op het apparaat
aan.
PrinterLAN-kabel (10BASE-T, 100BASE-TX,
1000BASE-T)
PrinterCompatibel met USB 2.0-kabel (Hi-Speed
USB-compatibel, max. 5,0 m, afgeschermd)
Het gebruik van een andere dan een USB 2.0-compat ibele kabel kan storingen veroorzaken.
2-6
Het apparaat installeren en configureren > Kabels aansluiten
BELANGRIJK
Kabels aansluiten
LAN-kabel aansluiten
Zorg ervoor dat de stroomtoevoer naar de machine is afgesloten.
Uitzetten (pagina 2-9)
Sluit de kabel op het apparaat aan.
1
1 Sluit de LAN-kabel aan op de netwerkpoort.
2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de hub of de PC.
Schakel het apparaat in en configureer het netwerk.
2
LAN-kabel aansluiten (pagina 2-7)
2-7
Het apparaat installeren en configureren > Kabels aansluiten
BELANGRIJK
BELANGRIJK
USB-kabel aansluiten
Zorg ervoor dat de stroomtoevoer naar de machine is afgesloten.
Uitzetten (pagina 2-9)
Sluit de kabel op het apparaat aan.
1
1 Sluit de USB-kabel aan op de USB-aansluiting.
2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PC.
Zet het apparaat aan.
2
Netvoedingskabel aansluiten
Sluit de kabel op het apparaat aan.
1
Sluit een uiteinde van de meegeleverde stroomkabel aan op het apparaat en het andere
uiteinde op een stopcontact.
Gebruik uitsluitend de netvoedingskabel die bij het apparaat wordt geleverd.
2-8
Het apparaat installeren en configureren > Aan- en uitzetten
VOORZICHTIG
BELANGRIJK
Aan- en uitzetten
Aanzetten
Zet de hoofdschakelaar aan.
1
Uitzetten
Zet de hoofdschakelaar uit.
1
Het uitschakelen duurt ongeveer 3 minuten.
Als u dit apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld 's nachts), zet het dan uit met de
hoofdschakelaar. Als u het apparaat nog langer niet gebruikt (bijvoorbeeld tijdens de vakantie), haal dan om
veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact.
Verwijder het papier uit de cassettes en berg het op in de afgesloten bewaarzak voor papier om het tegen
vocht te beschermen.
2-9
Het apparaat installeren en configureren > Gebruik van het bedieningspaneel
Voor de betekenissen van de lampjes en functies van de toetsen, raadpleeg:
Statuslampjes (pagina 2-11)
Basisfuncties voor elke toets (pagina 2-12)
*1
2-10
Het apparaat installeren en configureren > Gebruik van het bedieningspaneel
OPMERKING
Statuslampjes
De lampjes worden gebruikt om de status van de printer op een bepaald moment te identificeren. Om de printerstatus te
identificeren, raadpleeg de lampjes op de printer en raadpleeg de onderstaande tabel.
Nr.NaamLampjeStatusBetekenisPagina
1OpgeletAan/
Knipperend
2PAPIERSTORINGAanEr heeft zich een papierstoring voorgedaan.pagina 6-16
3TonerAanDe toner is op.pagina 6-6
KnipperendDe toner is bijna op.pagina 6-6
4PapierAanHet papier is op tijdens afdrukken.pagina 3-4
KnipperendEr zit geen papier in de aangegeven cassette of
5Wi-Fi
6SpaarstandAanDe printer staat in de slaapstand.pagina 2-23
7Bezig m verwerknAanGeeft de status On-Line aan (afdrukken is
*1
AanHet apparaat is verbonden met Wi-Fi.―
Er is een fout opgetreden.pagina 6-16
pagina 6-28
pagina 6-17
pagina 6-18
pagina 6-24
pagina 3-4
in de papierinvoer in de Gereed status.
mogelijk).
pagina 6-19
―
KnipperendDe printer is bezig met het ontvangen van data.―
*1 Alleen voor modellen met Wi-Fi.
Als een lampje onregelmatig brandt of herhaaldelijk knippert, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
2-11
Het apparaat installeren en configureren > Gebruik van het bedieningspaneel
Basisfuncties voor elke toets
Raadpleeg de volgende tabel voor de beschrijving van de basisfuncties voor elke toets.
Nr.NaamToetsBetekenisPagina
8Stille modusLagere afdruksnelheid voor stille verwerking.pagina 2-24
9GOVerwijdert een specifieke fout en doet het apparaat uit de
slaapstand ontwaken.
10AnnulerenHiermee onderbreekt u een taak.pagina 5-5
Druk 1 seconde op deze toets om een taak te annuleren.pagina 5-5
11Wi-Fi Direct
*1 Alleen voor modellen met Wi-Fi.
*1
Schakelt Wi-Fi Direct IN of UIT.pagina 2-20
pagina 2-23
pagina 6-20
pagina 6-21
pagina 6-23
pagina 6-25
2-12
Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
Netwerkconfiguratie
Het bekabelde netwerk configureren
Het apparaat is uitgerust met een netwerkinterface, die compatibel is met netwerkprotocollen zoals TCP/IP (IPv4),
TCP/IP (IPv6), NetBEUI, en IPSec. Het maakt afdrukken via het netwerk op Windows, Macintosh, UNIX en andere
platformen mogelijk.
Stel TCP/IP (IPv4) in om verbinding te maken met het Windows-netwerk.
Zorg ervoor dat de netwerkkabel is aangesloten voordat u de instellingen configureert.
LAN-kabel aansluiten (pagina 2-7)
Voor informatie over de overige netwerkinstellingen, raadpleeg:
Command Center RX User Guide
IPv4 instellingen
Roep het sc herm op.
1
1 Start uw internetbrowser.
2 Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk.
U kunt het IP-adres of de hostnaam van het apparaat op de statuspagina controleren. Om de
statuspagina af te drukken, houd de toets [GO] op het bedieningspaneel 3 tot 9 seconden ingedrukt.
3 Meld u aan met beheerdersbevoegdheden.
De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor
systeembeheerder wordt hieronder getoond. (Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters (hoofdlettergevoelig).)
4 Kies vanaf de menu [Netwerkinstellingen] de optie [TCP/IP].
2-13
Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
BELANGRIJK
OPMERKING
Configureer de instellingen.
2
1 In "TCP/IP" - "IPv4 instellingen (bedraad netwerk)", stel [DHCP/BOOTP] en [Auto-IP] in op
[Uit].
2 Configureer het [IP-adres] en het [Subnetmasker].
3 Configureer zo nodig de [Standaard gateway], [DNS-Server], [WINS-Server], en
[Hostnaam] in "IPv4 instellingen (Gemeenschappelijk)".
4 Klik op [Verzenden].
Na het wijzigen van instellingen moet u de netwerk-interfacekaar t opnieuw op starten.
Zet de machine uit en weer aan.
U kunt ook het netwerk opnieuw ops tarten door te klikken op [Resetten] in het menu
[Beheerinstellingen] van de Command Center RX en vervolgens op [Ne twerk opnieuw
opstarten] in "Herstarten".
Vraag vooraf het IP-adres aan uw netwerkbeheerder en houd deze bij de hand wanneer u
deze instelling wenst te configureren.
In de volgende gevallen moet het IP-adres van de DNS-server worden ingesteld op de
Command Center RX.
• Bij gebruik van de hostnaam met de instelling "DHCP" ingesteld op "Uit"
• Bij gebruik van de DNS-server met IP-adres dat niet automatisch wordt toegewezen door
DHCP.
Het IP-adres van de DNS-server instellen, raadpleeg het volgende:
Command Center RX User Guide
Om terug te keren naar de standaard netwerkinstellingen, houd gelijktijdig de toetsen
[Annuleren] en [Stille modus] gedurende ten minste 15 seconden ingedrukt en schakel de
stroomtoevoer uit en weer in.
2-14
Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Het draadloos netwerk configureren
Als de functie draadloos netwerk beschikbaar is op het apparaat en de verbindingsinstellingen zijn geconfigureerd, dan
is het mogelijk om af te drukken in een draadloos netwerk (draadloze LAN)-omgeving. De volgende
configuratiemethoden zijn mogelijk:
ConfiguratiemethodeBeschrijvingReferentiepagina
De verbinding configureren via
de WPS-knop op het
bedieningspaneel
De verbinding configureren via
het Wi-Fi-Setup
hulpprogramma
Verbindingen configureren op
de webpagina
*1 Configureer de instellingen op het bedieningspaneel als uw toegangspunt WPS ondersteunt.
Command Center RX User Guide
*2 Voordat u het draadloze netwerk configureert via de computer, sluit het apparaat rechtstreeks aan via een LAN-kabel of met de
draadloze verbinding via Wi-Fi Direct.
Voorbereiding voor het configureren van het draadloos netwerk via de computer (pagina 2-16)
Op een model met Wi-Fi-functie, wijzig de instellingen in "Primair netwerk (Client)" op de juiste manier als u naar een
ander dan bekabeld netwerk-interface overschakelt.
Command Center RX User Guide
*1
*2
*2
Als uw toegangspunt de WPS-knop ondersteunt, dan kunt
u de verbinding direct configureren door aan beide zijden
te drukken op de WPS-knop.
Dit hulpprogramma is opgenomen in de Product Library. U
kunt de verbinding configureren volgens de instructies van
de wizard.
De verbinding kan worden geconfigureerd in de Command
Center RX.
De verbinding configureren via
de WPS-knop op het
bedieningspaneel (pagina 2-15)
De verbinding configureren via
het Wi-Fi-Setup hulpprogramma
(pagina 2-17)
Aansluitingen op de webpagina
configureren (pagina 2-18)
De verbinding configureren via de WPS-knop op het bedieningspaneel
Als uw toegangspunt de WPS-knop ondersteunt, dan kunt u de verbinding direct configureren door aan beide zijden te
drukken op de WPS-knop.
Schakel de Wi-Fi-modus in.
1
Houd gelijktijdig de toetsen [GO] en [Wi-Fi Direct] op het bedieningspaneel 10 seconden of
langer ingedrukt.
U kunt Wi-Fi ook inschakelen vanaf Command Center RX.
Aansluitingen op de webpagina configureren (pagina 2-18)
Zet de machine uit en weer aan.
2
Aan- en uitzetten (pagina 2-9)
Druk op de WPS-knop op het toegangspunt.
3
Houd de toets [Wi-Fi Direct ] op het bedieningspaneel
4
5 seconden ingedrukt.
Deze handeling impliceert het indrukken van een WPS-knop.
Het netwerk tussen dit apparaat en het toegangspunt wordt geconfigureerd.
2-15
Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
OPMERKING
OPMERKING
Voorbereiding voor het configureren van het draadloos netwerk via de computer
Voordat u het draadloze netwerk configureert via de computer, dient u het apparaat als volgt aan te sluiten.
Bekabelde verbinding rechtstreeks via LAN-kabel
Sluit het apparaat aan op een computer via LAN-kabel wanneer
1
het apparaat is ingeschakeld.
Zet de computer aan.
2
Het Auto-IP (Link-local) adres wordt toegewezen aan het apparaat en de computer. Dit
apparaat gebruikt Auto-IP als standaardinstelling.
Drukt de statuspagina af.
3
Houd de [GO]-toets 3 à 9 seconden ingedrukt.
Noteer het IP-adres.
4
Draadloze LAN-verbinding via Wi-Fi Direct
Schakel de Wi-Fi-Direct modus in.
1
Houd gelijktijdig de toetsen [GO] en [Wi-Fi Direct] op het bedieningspaneel 3 seconden
ingedrukt.
U kunt Wi-Fi Direct ook inschakelen vanaf Command Center RX.
Command Center RX User Guide
Zet de machine uit en weer aan.
2
Aan- en uitzetten (pagina 2-9)
Sluit een computer of een mobiel toestel aan op het apparaat.
3
Wi-Fi Direct instellen (pagina 2-20)
Druk de servicestatuspagina af.
4
Houd de [GO]-toets 10 seconden of langer ingedrukt.
Noteer netwerknaam (SSID), IP-adres en wachtwoord.
5
Dit is afgedrukt in Wi-Fi Direct op het Netwerkstatuspagina.
U kunt ook de netwerknaam (SSID), het IP-adres en het wachtwoord controleren vanaf
Command Center RX.
Command Center RX User Guide
2-16
Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
OPMERKING
1 Klik op [Licentieovereenkomst
weergeven] en lees de
licentieovereenkomst.
2 Klik op [Accepteren].
1
2
1
2
De verbinding configureren via het Wi-Fi-Setup hulpprogramma
Voor het verzenden van de Wi-Fi instellingen die zijn geconfigureerd in het Wi-Fi Setup hulpprogramma naar het
apparaat, sluit de computer of het mobiel toestel lokaal aan op het apparaat. De verbindingsmethoden zijn bekabelde
verbinding via LAN-kabel of draadloze LAN-verbinding (Wi-Fi Direct).
Sluit het apparaat aan via een LAN-kabel of Wi-Fi Direct.
1
Bekabelde verbinding rechtstreeks via LAN-kabel (pagina 2-16)
Draadloze LAN-verbinding via Wi-Fi Direct (pagina 2-16)
Plaats de DVD.
2
• De installatie op Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met
beheerdersbevoegdheden.
• Als het dialoogvenster "De wizard Nieuwe hardware gevonden” verschijnt, selecteer dan
[Annuleren].
• Als het autorun-scherm wordt weergegeven, klik dan op [Voer setup.exe uit].
• Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik op [Ja] ([Toestaan]).
Roep het sc herm op.
3
Druk op [Onderhoud].
4
[Wi-Fi Setup Tool] > [Uitvoeren]
5
2-17
Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
• Er kan slechts één apparaat worden gedetecteerd met het Wi-Fi Setup
hulpprogramma. Het detecteren van het apparaat kan enige tijd duren.
• Als het apparaat niet wordt gedetecteerd, druk op [Geavanceerde instellingen] >
[Volgende]. Kies [Snel installeren] of [Aangepast installeren ] voor de apparaat
detectiemethode en geef het IP-adres of de hostnaam op om het apparaat te zoeken.
4 Kies het apparaat > [Volgende]
5 Kies [Gebruik de apparaatinstellingen] op [Authenticatiemodus] en voer uw
gebruikersnaam en wachtwoord in. Uw gebruikersnaam en wachtwoord zijn beide Admin.
6 Configureer de communicatie-instellingen > [Volgende]
7 Wijzig de instellingen van het toegangspunt zoals nodig> [Volgende]
Het netwerk is geconfigureerd.
Aansluitingen op de webpagina configureren
De verbinding kan worden geconfigureerd in de Command Center RX.
Sluit het apparaat aan via een LAN-kabel of Wi-Fi Direct.
1
Bekabelde verbinding rechtstreeks via LAN-kabel (pagina 2-16)
Draadloze LAN-verbinding via Wi-Fi Direct (pagina 2-16)
Roep het sc herm op.
2
1 Start uw internetbrowser.
2 Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk.
U kunt het IP-adres of de hostnaam van het apparaat op de statuspagina controleren. Om de
statuspagina af te drukken, houd de [GO]-toets 3 à 9 seconden ingedrukt.
3 Meld u aan met beheerdersbevoegdheden.
De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor
systeembeheerder wordt hieronder getoond. (Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters (hoofdlettergevoelig).)
Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
Configureer de instellingen.
3
Stel het item in onder "Draadloos LAN instellingen".
Command Center RX User Guide
Klik op [Verzenden].
4
Herstart het netwerk
5
Klik op [Resetten] in het menu [Beheerinstellingen] en klik vervolgens op [Netwerk opnieuw
opstarten] in "Herstarten".
2-19
Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
OPMERKING
OPMERKING
Wi-Fi Direct instellen
Als de functie draadloos netwerk beschikbaar is op het apparaat, dan is het mogelijk om af te drukken in een Wi-Fi
Direct-omgeving na het instellen van Wi-Fi Direct. De volgende configuratiemethoden zijn mogelijk:
ConfiguratiemethodeBeschrijvingReferentiepagina
Via Wi-Fi Direct vanaf een
mobiel toestel
Via Wi-Fi en door het apparaat
te detecteren vanaf een mobiel
toestel
Via Wi-Fi en de WPS-knop op
een mobiel toestel
*1 Bij gebruik van Wi-Fi Direct, als de computer of een mobiel toestel al is aangesloten op een ander netwerk via Wi-Fi, dan kunt u
de taak niet uitvoeren, omdat het apparaat niet wordt gedetecteerd van de toepassing.
*1
U kunt de verbinding configureren via Wi-Fi Direct vanaf de
computer of het mobiele toestel.
U kunt de verbinding configureren via Wi-Fi vanaf de
computer of een mobiel toestel.
U kunt de verbinding met Wi-Fi vanaf de computer of het
mobiele toestel met de WPS-knop configureren en
vervolgens verbinding maken met het netwerk door te
drukken op de WPS-knop op zowel het apparaat als de
computer of een mobiel toestel.
Via Wi-Fi Direct vanaf een
mobiel toestel (pagina 2-20)
Via Wi-Fi en door het apparaat te
detecteren vanaf een mobiel
toestel (pagina 2-21)
Via Wi-Fi en de WPS-knop op
een computer of een mobiel
toestel (pagina 2-22)
Via Wi-Fi Direct vanaf een mobiel toestel
Hier volgt de procedure voor het verbinden met Android 4.4 (of hoger) mobiele toestellen.
Schakel de Wi-Fi-Direct modus in.
1
Houd gelijktijdig de toetsen [GO] en [Wi-Fi Direct] op het bedieningspaneel 3 seconden
ingedrukt.
U kunt Wi-Fi Direct ook inschakelen vanaf Command Center RX.
Command Center RX User Guide
Zet de machine uit en weer aan.
2
Aan- en uitzetten (pagina 2-9)
Selecteer de hostnaam (KMxxxxxx) op het Wi-Fi Direct menu
3
van een mobiel toestel.
Druk gedurende 1 seconde op de toets [Wi-Fi Direct] op het
4
bedieningspaneel wanneer de toets [Wi-Fi Direct] knippert.
Deze bewerking houdt in dat de eerste bevestiging voor de Wi-Fi Direct verbinding vanaf
een mobiel toestel is vereist.
Het netwerk tussen dit apparaat en het mobiele toestel is geconfigureerd.
2-20
Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
OPMERKING
OPMERKING
Via Wi-Fi en door het apparaat te detecteren vanaf een mobiel toestel
Hier volgt de procedure voor het verbinden met iOS mobiele toestellen. Via een soortgelijke procedure kunt u verbinding
maken met Android mobiele toestellen of computers.
Schakel de Wi-Fi-Direct modus in.
1
Houd gelijktijdig de toetsen [GO] en [Wi-Fi Direct] op het bedieningspaneel 3 seconden
ingedrukt.
U kunt Wi-Fi Direct ook inschakelen vanaf Command Center RX.
Command Center RX User Guide
Zet de machine uit en weer aan.
2
Aan- en uitzetten (pagina 2-9)
Drukt de servicestatuspagina af.
3
Houd de [GO]-toets 10 seconden of langer ingedrukt.
Noteer netwerknaam (SSID), IP-adres en wachtwoord.
4
Dit is afgedrukt in Wi-Fi Direct op het Netwerkstatuspagina.
U kunt ook de netwerknaam (SSID), het IP-adres en het wachtwoord controleren vanaf
Command Center RX.
Command Center RX User Guide
Een mobiel toestel of computer configureren.
5
Voor het configureren van een mobiel toestel
1 [Instellingen] > [Wi-Fi]
2 Selecteer de netwerknaam (SSID) die in stap 4 van de lijst werd verstrekt.
3 Voer het wachtwoord in dat werd verstrekt in stap 4 > [Verbinden]
Het netwerk tussen dit apparaat en het mobiele toestel is geconfigureerd.
Voor het configureren van een computer
1 Klik op het pictogram "Netwerk” op de taakbalk om een lijst van de netwerken weer te
geven.
2 Selecteer de netwerknaam (SSID) die in stap 4 van de lijst werd verstrekt > [Verbinden]
3 Voer het wachtwoord in dat werd verstrekt in stap 4 > [Volgende] > [Ja]
Het netwerk tussen dit apparaat en de computer is geconfigureerd.
2-21
Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
OPMERKING
OPMERKING
BELANGRIJK
Via Wi-Fi en de WPS-knop op een computer of een mobiel toestel
Als uw computer of mobiel toestel de WPS-knop in Wi-Fi modus ondersteunt, dan kunt u de verbinding configureren
door te drukken op de WPS-knop op zowel het apparaat als de computer of een mobiel toestel.
Schakel de Wi-Fi-Direct modus in.
1
Houd gelijktijdig de toetsen [GO] en [Wi-Fi Direct] op het bedieningspaneel 3 seconden
ingedrukt.
U kunt Wi-Fi Direct ook inschakelen vanaf Command Center RX.
Command Center RX User Guide
Zet de machine uit en weer aan.
2
Aan- en uitzetten (pagina 2-9)
Houd de toets [Wi-Fi Direct ] op het bedieningspaneel
3
5 seconden ingedrukt.
Deze handeling impliceert het indrukken van een WPS-knop.
Tik op de [WPS-drukknop] op de computer of het mobiele
4
toestel.
Het netwerk tussen dit apparaat en de computer of het mobiele toestel is geconfigureerd.
U kunt maximaal drie mobiel toestellen tegelijkertijd via de Wi-Fi Direct-instelling verbinden. Om een ander
apparaat aan te sluiten wanneer reeds apparaten via Wi-Fi Direct zijn verbonden, koppel de reeds
aangesloten apparaten los van het net werk. Ga als volgt te werk om de verbinding te verbreken:
• Koppel de computer of het mobiele toestel los van het netwerk
• Koppel alle apparaten los van het netwerk op het bedieningspaneel
Houd gelijktijdig de toetsen [Annuleren] en [Wi-Fi Direct] op het bedieningspaneel 3 seconden ingedrukt.
• De automatische ontkoppelingstijd configureren vanaf de Command Center RX
Command Center RX User Guide
2-22
Het apparaat installeren en configureren > Energiebesparingsfunctie
Energiebesparingsfunctie
Als een bepaalde tijd is verstreken nadat het apparaat het laatst is gebruikt, gaat het apparaat automatisch naar de
slaapstand om het energieverbruik te verminderen. Als het apparaat niet wordt gebruikt in de slaapstand, dan wordt de
stroom automatisch uitgeschakeld.
Automatische slaapstand
De automatische slaapstand schakelt het apparaat automatisch naar slaapstand als het een vooraf ingestelde tijd niet
actief is geweest.
Resterende tijd voor activering van de slaapstand:
•1 minuut (standaardinstelling).
Als tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan ontwaakt het apparaat automatisch en begint het met
afdrukken.
Ga als volgt te werk om veder te gaan.
•Druk op de [GO]-toets.
Hier volgt de ontwakingstijd uit de slaapstand.
•Maximaal 10 seconden
Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals ventilatie, het apparaat langzamer kan reageren.
Voor meer informatie over de automatische slaapstand, raadpleeg:
Auto slaap (pagina 4-17)
Uitschakelvoorwaarde (modellen voor Europa)
De uitschakelvoorwaarde wordt gebruikt om de netvoeding te stoppen vanaf automatisch uitschakelen.
De standaard ingestelde tijdsduur is 3 dagen.
Raadpleeg voor meer informatie over de regeling van de uitschakelvoorwaarde:
Uitschakeltimer (modellen voor Europa) (pagina 4-17)
2-23
Het apparaat installeren en configureren > Stille modus
OPMERKING
[Stille modus]-toets
Stille modus
Lagere afdruksnelheid voor stille verwerking. Selecteer deze modus als het voorgebrachte geluid storend is.
Door te drukken op de toets [Stille modus] gaat de toets [Stille modus] knipperen en wordt de Stille modus
ingeschakeld.
In de Stille modus zal verwerking langzamer zijn dan normaal.
2-24
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
OPMERKING
Software installeren
Installeer de benodigde software op uw pc van de bijgeleverde DVD (Product Library) als u de printerfunctie van dit
apparaat wilt gebruiken op uw pc.
Software op DVD (Windows)
U kunt een van de installatiemethoden [Snel installeren] of [Aa ngepast installeren] selecteren. [Snel installeren] is
de standaard installatiemethode. Gebruik, om componenten te installeren die niet geïnstalleerd kunnen worden met
[Snel installeren], [Aangepast installeren].
Voor meer informatie over Aangepast installeren, raadpleeg:
Aangepast installeren (pagina 2-28)
SoftwareBeschrijving
KX DRIVERDit printerstuurprogramma maakt het afdrukken van documenten vanaf een
computer mogelijk. Door één enkel printerstuurprogramma worden
meerdere talen voor pagina-omschrijvingen (PCL, XL, KPDL, etc.)
ondersteund. Dit printerstuurprogramma biedt u de mogelijkheid om van alle
functies van het apparaat gebruik te maken.
Gebruik dit stuurprogramma om PDF-bestanden aan te maken.
KX XPS DRIVERDit printerstuurprogramma ondersteunt het XPS-formaat (XML
papierspecificatie) zoals ontwikkeld door Microsoft Corporation.
KPDL mini-driver/PCL
mini-driver
KYOCERA Net ViewerDit is een hulpmiddel waarmee het mogelijk is het systeem in het netwerk te
Status MonitorDit is een hulpprogramma dat de status van de printer controleert en
KYOCERA Net Direct PrintDit maakt het mogelijk een PDF-bestand af te drukken zonder Adobe
FONTSDit zijn de lettertypen die het mogelijk maken de in het systeem ingebouwde
Dit is een Microsoft MiniDriver die PCL en KPDL ondersteunt. Er zijn enkele
beperkingen in de functies en optionele functies van het systeem die met dit
stuurprogramma gebruikt kunnen worden.
monitoren.
voorziet in een doorlopende rapportfunctie.
Acrobat/Reader te starten.
lettertypen te gebruiken in een softwaretoepassing.
Snel
installeren
-
-
-
-
• De installatie op Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met
beheerdersbevoegdheden.
• KX XPS DRIVER kan niet geïnstalleerd worden op Windows XP.
2-25
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
OPMERKING
1 Klik op [Licentieovereenkomst
weergeven] en lees de
licentieovereenkomst.
2 Klik op [Accepteren].
1
2
Software in Windows installeren
Snel installeren
De volgende procedure is een voorbeeld voor het installeren van de software in Windows 8.1 d.m.v. [Snel installeren].
Voor meer informatie over Aangepast installeren, raadpleeg:
Aangepast installeren (pagina 2-28)
Plaats de DVD.
1
• De installatie op Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met
beheerdersbevoegdheden.
• Als het dialoogvenster “De wizard Nieuwe hardware gevonden” verschijnt, selecteer
dan [Annuleren].
• Als het venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt op [Voer Setup.exe uit].
• Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik op [Ja] ([Toestaan]).
Roep het sc herm op.
2
Kies [Snel installeren].
3
2-26
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
BELANGRIJK
OPMERKING
3
1
2
Installeer de software
4
U kunt ook [Hostnaam als poortnaam gebruiken] kiezen en de hostnaam van de standaard
TCP/IP-poort instellen. (Een USB-verbinding kan niet worden gebruikt.)
Als Wi-Fi of Wi-Fi Direct is ingeschakeld, dan moet u het IP- adres v oor de p oort naam
opgeven. De installatie kan mislukken als de hostnaam is opgegeven.
• Het apparaat kan niet worden gedetecteerd, tenzij het is ingeschakeld. Als de computer er
niet in slaagt om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is aangesloten op de
computer via een netwerk of USB-kabel en dat deze is ingeschakeld en klik op
(Opnieuw laden).
• Als het venster Windows-beveiliging verschijnt, klik dan op [Dit stuurprogramma toch installeren].
• Om Status Monitor te installeren op Windows-versies ouder dan Windows 8, is het
noodzakelijk om Microsoft .NET Framework 4.0 vooraf te hebben geïnstalleerd.
2-27
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
OPMERKING
OPMERKING
Voltooi de installatie.
5
Als "Uw software is gebruiksklaar" verschijnt, dan kunt u de software gebruiken. Om een
testpagina af te drukken, vink het selectievakje "Een testpagina afdrukken" aan en selecteer
het apparaat.
Klik op [Voltooien] om de wizard af te sluiten.
Als u [Apparaatinstellingen] in Windows XP hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster
voor het instellen van het apparaat weergegeven na op [Voltooien] te hebben geklikt.
Configureer de instellingen voor opties die op de machine zijn geïnstalleerd.
Apparaatinstellingen kunnen worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid.
Printer Driver User Guide
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart dan de computer door de aanwijzingen
op het scherm op te volgen. Zo wordt de installatie van het printerstuurprogramma voltooid.
Aangepast installeren
De volgende procedure is een voorbeeld voor het installeren van de software in Windows 8.1 d.m.v. [Aangepast
installeren].
Plaats de DVD.
1
• De installatie op Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met
beheerdersbevoegdheden.
• Als het dialoogvenster “De wizard Nieuwe hardware gevonden” verschijnt, selecteer
dan [Annuleren].
• Als het venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt op [Voer Setup.exe uit].
• Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik op [Ja] ([Toestaan]).
2-28
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
BELANGRIJK
OPMERKING
1 Klik op [Licentieovereenkomst
weergeven] en lees de
licentieovereenkomst.
2 Klik op [Accepteren].
1
2
1
2
Roep het sc herm op.
2
Kies [Aangepast installeren].
3
Installeer de software
4
1 Selecteer het te installeren apparaat.
Als Wi-Fi of Wi-Fi Direct is ingeschakeld, dan moet u het IP-adres voor de
poortnaam opgeven. De installatie kan mislukken als de hostnaam is opgegeven.
• Het apparaat kan niet worden gedetecteerd, tenzij het is ingeschakeld. Als de
computer er niet in slaagt om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is
aangesloten op de computer via een netwerk of USB-kabel en dat deze is
ingeschakeld en klik op (Opnieuw laden).
• Als het gewenste apparaat niet wordt weergegeven, kies dan [Aangepast ap paraat toevoegen] om het apparaat rechtstreeks te selecteren.
2-29
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
2
3
1
2
3
1
2 Selecteer het te installeren stuurprogramma.
3 Klik op tabblad [Hulpprogramma's] en kies het te installeren hulpprogramma.
4 Klik op [Installeren].
2-30
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
OPMERKING
OPMERKING
Om Status Monitor te installeren op Windows-versies ouder dan Windows 8, is het
noodzakelijk om Microsoft .NET Framework 4.0 vooraf te hebben geïnstalleerd.
Voltooi de installatie.
5
Als "Uw software is gebruiksklaar" verschijnt, dan kunt u de software gebruiken. Om een
testpagina af te drukken, vink het selectievakje "Een testpagina afdrukken" aan en selecteer
het apparaat.
Klik op [Voltooien] om de wizard af te sluiten.
Als u [Apparaatinstellingen] in Windows XP hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster
voor het instellen van het apparaat weergegeven na op [Voltooien] te hebben geklikt.
Configureer de instellingen voor opties die op de machine zijn geïnstalleerd.
Apparaatinstellingen kunnen worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid.
Printer Driver User Guide
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart dan de computer door de aanwijzingen
op het scherm op te volgen. Zo wordt de installatie van het printerstuurprogramma voltooid.
2-31
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
2
1
Software verwijderen
Voer de volgende procedure uit om de software van uw computer te verwijderen.
De installatie onder Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met
beheerdersbevoegdheden.
Roep het sc herm op.
1
Klik op [Zoeken] in charms, en voer "Verwijder Kyocera Product Library" in het zoekvak in.
Kies [Verwijder Kyocera Product Library] in de zoeklijst.
In Windows 7, klik op de [Start]-toets van Windows en kies vervolgens [All Programma’s],
[Kyocera], en [Verwijder Kyocer a Product Library] om de wizard voor het verwijderen
weer te geven.
Verwijder de software.
2
Plaats een vinkje in het vakje van de software die moet worden verwijderd.
Verwijderen voltooien.
3
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart dan de computer door de aanwijzingen
op het scherm op te volgen. Hiermee is de procedure voor het verwijderen van de software
voltooid.
• De software kan ook worden verwijderd met behulp van de Product Library.
• In het installatiescherm Product Library, klik op [Installatie verwijderen] en volg de
instructies op het scherm op om de software te verwijderen.
2-32
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
OPMERKING
1
2
Software installeren op Mac-computers
De afdrukfunctie van het apparaat kan worden benut door een Mac-computer.
• Het installeren onder Mac OS moet worden gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met
beheerdersbevoegdheden.
• Wanneer u afdrukt vanaf een Macintosh-computer, moet de emulatiemodus het apparaat worden ingesteld op
[KPDL] of [KPDL(Auto)].
Standaard emulatie (pagina 4-17)
• Geef in het scherm Identiteitscontrole de naam en het wachtwoord op die werden gebruikt om in te loggen op het
besturingssysteem.
Plaats de DVD.
1
Dubbelklik op het [Kyocera] pictogram.
Roep het sc herm op.
2
Dubbelklik op [Kyocera OS X x.x] afhankelijk van uw Mac OS-versie.
Installeer het printerstuurprogramma.
3
Installeer het printerstuurprogramma zoals aangegeven door de instructies in de
installatiesoftware.
Hiermee is de installatie van het printerstuurprogramma voltooid.
Bij gebruik van een USB-aansluiting, wordt het apparaat automatisch herkend en verbonden.
Indien een IP-verbinding wordt gebruikt, zijn de onderstaande instellingen vereist.
2-33
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
OPMERKING
1
2
1
2
4
3
1
2
Configureer de printer.
4
1 Open Systeemvoorkeuren en voeg de printer toe.
2
Druk op [
Standaard
], klik op het item "Naam” en kies vervolgens de driver.
Bij gebruik van een IP-verbinding, klik op het IP-icoon voor een IP-verbinding en voer
vervolgens de hostnaam of het IP-adres in. De ingevoerde "Locatie" verschijnt
automatisch in het veld "Naam". Wijzig deze waarde indien nodig.
3
Selecteer de beschikbare opties voor het apparaat.
4
Het geselecteerde apparaat is toegevoegd.
2-34
Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX
OPMERKING
Command Center RX
Als het apparaat is aangesloten op het netwerk, kunt u verschillende instellingen configureren met Command Center RX.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u toegang krijgt tot Command Center RX en hoe u de beveiligingsinstellingen en de
hostnaam kunt wijzigen.
Command Center RX User Guide
Voer de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in om toegang te hebben tot alle functies van de Command Center RX
pagina's, en klik op [
Aanmelden
de gebruiker alle pagina's openen. De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden
voor systeembeheerder wordt hieronder getoond. (Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters
(hoofdlettergevoelig).)
Instellingen die de beheerder en de algemene gebruikers kunnen configureren in Command Center RX.
]. Door het vooraf ingestelde wachtwoord van de systeembeheerder in te voeren, kan
InstellingBeschrijvingBeheerder
MachinegegevensDe basisinformatie van het apparaat kan worden opgevraagd.
TaakstatusToont alle informatie over het apparaat, met inbegrip van afdruktaken en
takenlogboek.
DocumentboxConfigureert de instellingen met betrekking tot taakbox.-
Apparaat-
instellingen
Functie-
instellingen
Netwerk-
instellingen
Beveiligings-
instellingen
Beheer-
instellingen
Configureer de geavanceerde instellingen van het apparaat -
Configureer de geavanceerde functie-instellingen. -
Configureer de geavanceerde instellingen van het netwerk. -
Configureer de geavanceerde instellingen van de beveiliging. -
Configureer de geavanceerde beheerinstellingen. -
Algemeen
gebruiker
2-35
Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX
OPMERKING
OPMERKING
Command Center RX openen
Roep het sc herm op.
1
1
Start uw internetbrowser.
2
Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk.
U kunt het IP-adres of de hostnaam van het apparaat op de statuspagina controleren. Om de
statuspagina af te drukken, houd de toets [GO] op het bedieningspaneel 3 tot 9 seconden ingedrukt.
De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het Command Center RX weer,
evenals hun huidige status.
Als het bericht "Er is een probleem met het beveiligingscertificaat van deze website."
verschijnt, dan moet het certificaat geconfigureerd worden.
Command Center RX User Guide
U kunt ook de handeling voortzetten zonder het certificaat te configureren.
Configureer de functie.
2
Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm.
Voer de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in om toegang te hebben tot alle functies van
de Command Center RX pagina's, en klik op [
wachtwoord van de systeembeheerder in te voeren, kan de gebruiker alle pagina's openen,
inclusief Documentbox. De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de
bevoegdheden voor systeembeheerder wordt hieronder getoond. (Er wordt onderscheid
gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters (hoofdlettergevoelig).)
Aanmelding gebruikersna am :Admin
Aanmelding wachtwoord:Admin
Aanmelden
]. Door het vooraf ingestelde
2-36
Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX
Beveiligingsinstellingen wijzigen
Roep het sc herm op.
1
1
Start uw internetbrowser.
2
Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk.
U kunt het IP-adres of de hostnaam van het apparaat op de statuspagina controleren. Om de
statuspagina af te drukken, houd de toets [GO] op het bedieningspaneel 3 tot 9 seconden ingedrukt.
3
Meld u aan met beheerdersbevoegdheden.
De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor
systeembeheerder wordt hieronder getoond. (Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters (hoofdlettergevoelig).)
Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX
OPMERKING
Configureer de beveiligingsinstellingen.
2
Vanaf de menu [
Beveiligingsinstellingen
], selecteer de instelling die u wilt configureren.
Voor meer informatie over het instellen van certificaten, raadpleeg:
Command Center RX User Guide
2-38
Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX
2
3
1
Apparaatgegevens wijzigen
Roep het sc herm op.
1
1
Start uw internetbrowser.
2
Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk.
U kunt het IP-adres of de hostnaam van het apparaat op de statuspagina controleren. Om de
statuspagina af te drukken, houd de toets [GO] op het bedieningspaneel 3 tot 9 seconden ingedrukt.
3
Meld u aan met beheerdersbevoegdheden.
De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor
systeembeheerder wordt hieronder getoond. (Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters (hoofdlettergevoelig).)
Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX
BELANGRIJK
Geef de hostnaam op.
2
Voer de machinegegevens in en klik op [
Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw op of zet het apparaat
UIT en vervolgens weer AAN.
Om het netwerk opnieuw op te starten, klik op [Resetten] in het menu
[Beheerinstellingen] en klik vervolgens op [Netwerk opnieuw opstarten] in
"Herstarten".
Verzenden
].
2-40
3Voorbereiding voor
het gebruik
In dit hoofdstuk worden de volgende bedieningshandelingen uitgelegd.
Papier plaatsen .................................................................................................................................................. 3-2
Voorzorgen voor papier plaatsen ............................................................................................................. 3-2
Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los om de vellen uit elkaar te halen. Volg daarbij de
onderstaande stappen.
Waaier het papier los en klop het vervolgens op een vlakke tafel.
Daarnaast zijn de volgende voorzorgen aanbevolen.
•Als het papier gekruld of gevouwen is, maakt u dit recht voordat u het papier plaatst.
Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
•Stel geopend papier niet bloot aan hoge luchtvochtigheid. Vocht kan immers
kopieerproblemen veroorzaken. Sluit na het plaatsen van het papier in de multifunctionele
lade of in een cassette eventueel resterend papier goed in de bewaarzak voor papier af.
•Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen
vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te
bergen.
Als u op gebruikt papier (papier dat al voor kopiëren is gebruikt) kopieert, gebruik
dan geen papier dat met nietjes of een paperclip aan elkaar is bevestigd. Dit kan het
apparaat beschadigen of een slechte beeldkwaliteit veroorzaken.
Raadpleeg voor gebruik van speciaal papier zoals briefpapier, geperforeerd papier of
voorbedrukt papier met bijvoorbeeld een logo of bedrijfsnaam:
Engelse gebruikershandleiding
3-2
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
OPMERKING
1
2
3
Papierinvoereenheden selecteren
Selecteer de papierinvoereenheid naargelang het formaat en het type papier.
Nr.NaamPapierformaatPapiersoortCapaciteitPagina
1Cassette 1
2
Cassette 2
3
Cassette 3
• Het aantal vellen dat geplaatst kan worden verschilt afhankelijk van uw gebruiksomgeving en papiersoort.
• Gebruik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale bovenlaag. (Dergelijk papier kan papierstoringen
of andere defecten veroorzaken.)
A4, B5, A5-R, A5, A6, Legal,
Oficio II, Letter, Executive,
Statement, Folio, 16K,
216×340mm, ISO B5, Custom
Normaal, Afgedrukt, Dik papier,
Recycle, Velijn, Ruw, Briefpapier,
Kleur, Geperforeerd, Dik,
Hoge kwaliteit., Custom 1 tot 8
250 vellen
(80 g/m
2
)
pagina 3-4
3-3
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
OPMERKING
Cassettes vullen
Plaats het papier in de cassettes. Hieronder wordt de procedure voor cassette 1 beschreven.
Trek de cassette helemaal uit het apparaat.
1
Druk de bodemplaat (indien omhoog) omlaag tot hij vastklikt.
3-4
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Stel de lengte in van de papierlengtegeleider in functie van het
2
gewenste papierformaat.
Bij gebruik van Folio, Oficio II of Le gal
Stel de positie in van de papiergeleiders aan de linker- en
3
rechterkant van de cassette.
3-5
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
BELANGRIJK
Plaats papier.
4
• Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar beneden.
• Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u
het in de multifunctionele lade plaatst.
Voorzorgen voor papier plaatsen (pagina 3-2)
• Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is.
Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
• Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie bovenstaande
afbeelding).
• Als papier is geplaatst zonder de lengte-en breedtegeleiders te hebben versteld,
dan kan het papier scheef of vast komen te zitten.
3-6
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
BELANGRIJK
OPMERKING
Duw de cassette voorzichtig terug.
5
Schuif alle cassettes helemaal in. Er kunnen papierstoringen optreden als een
cassette niet helemaal naar binnen is geschoven.
Er is een papiermeter links aan de voorzijde van de cassette die de resterende
papiervoorraad aangeeft.
Configureer de functie.
6
Gebruik het Configuration Tool om het formaat en het type papier in de papiercassette in te
stellen.
Het helpmenu van het printerstuurprogramma oproepen ........................................................................ 4-3
De standaardinstellingen van het printerstuurprogramma wijzigen (Windows 8.1) ................................. 4-3
Afdrukken vanaf PC ........................................................................................................................................... 4-4
Afdrukken op standaard papierformaten .................................................................................................. 4-4
Afdrukken op niet-standaard papierformaten ........................................................................................... 4-6
Een afdruktaak vanaf de computer annuleren ......................................................................................... 4-9
Printen met Google Cloud Print ............................................................................................................. 4-10
Afdrukken via Mopria ............................................................................................................................. 4-10
Afdrukken met Wi-Fi Direct .................................................................................................................... 4-10
De status van printer bewaken (Status Monitor) ............................................................................................... 4-11
Toegang tot de Status Monitor ................................................................................................................ 4-11
Verlaten van de Status Monitor ............................................................................................................... 4-11
Afdrukken vanaf PC > Scherm eigenschappen printerstuurprogramma
1
2
3
Scherm eigenschappen printerstuurprogramma
Op het scherm eigenschappen van het printerstuurprogramma kunt u tal van instellingen voor het afdrukken
configureren.
Printer Driver User Guide
Nr.Beschrijving
1Tabblad [Snel afdrukken]
Bevat pictogrammen die kunnen worden gebruikt om veelgebruikte functies eenvoudig te configureren. Elke
keer dat u op een pictogram klikt, verandert deze in een beeld dat op de afdrukresultaten lijkt en worden de
instellingen toegepast.
Tabblad [Basis]
Dit tabblad bevat basisfuncties die veel gebruikt worden. Het kan gebruikt worden om afdrukformaat en
dubbelzijdig afdrukken te configureren.
Tabblad [Indeling]
In dit tabblad kunt u de instellingen configureren voor het afdrukken van verschillende lay-outs, waaronder
brochures afdrukken, modus combineren, poster afdrukken, en schaalverdeling.
Tabblad [Imaging]
In dit tabblad kunt u de instellingen met betrekking tot de afdrukkwaliteit configureren.
Tabblad [Publiceren]
In dit tabblad kunt u covers en inserts voor afdruktaken maken en inzetstukken tussen de vellen van OHPfolies plaatsen.
Tabblad [Geavanceerd]
In dit tabblad kunt u de instellingen configureren voor het toevoegen van tekstpagina's of watermerken aan
afdrukgegevens.
2[Profielen]
De instellingen van het printerstuurprogramma kunnen worden opgeslagen als een profiel. Opgeslagen
profielen kunnen op naar believen op elk moment worden opgeroepen, dus het is handig om vaak gebruikte
instellingen op te slaan.
3[Herstellen]
Klik hier om de instellingen naar hun oorspronkelijke standaardwaarden terug te zetten.
4-2
Afdrukken vanaf PC > Scherm eigenschappen printerstuurprogramma
OPMERKING
1
2
1 Klik op de knop [?] rechtsboven in het scherm.
2 Klik op het item waarover u meer wenst te
weten.
Het helpmenu van het printerstuurprogramma
oproepen
Het printerstuurprogramma heeft een helpmenu. Voor meer informatie over de afdrukinstellingen, open het scherm
afdrukinstellingen printerstuurprogramma en roep de helpmenu op zoals hieronder is uitgelegd.
Het helpmenu wordt weergegeven, ook wanneer u op het item klikt waarover u meer wilt weten en druk op de [F1]toets op het toetsenbord.
De standaardinstellingen van het
printerstuurprogramma wijzigen (Windows 8.1)
De standaardinstellingen van het printerstuurprogramma kunnen worden gewijzigd. Door veelgebruikte instellingen te
selecteren, kunt u stappen overslaan bij het afdrukken. Voor meer informatie over de instellingen, raadpleeg:
Printer Driver User Guide
In charms op het bureaublad, klik op [Instellingen],
1
[Configuratiescherm] en vervolgens op [Apparaten en printers].
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
2
printerstuurprogramma van het apparaat, en klik op het menu
[Eigenschappen van printer] van het printerstuurprogramma.
Klik op de knop [Basis] op het tabblad [Algemeen].
3
Selecteer de standaardinstellingen en klik op de knop [OK].
4
4-3
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
OPMERKING
1
2
Afdrukken vanaf PC
In dit hoofdstuk wordt de afdrukmethode met de KX DRIVER beschreven.
• Om documenten af te drukken vanuit een toepassing, moet u het printerstuurprogramma op uw computer
installeren vanaf de bijgeleverde DVD (Product Library).
• In sommige omgevingen worden de huidige instellingen weergegeven aan de onderzijde van het
printerstuurprogramma.
• Bij het afdrukken van karton of enveloppen, plaats het karton of enveloppen in de multifunctionele lade alvorens de
volgende procedure te verrichten.
Papier in de multifunctionele lade plaatsen (pagina 5-2)
Afdrukken op standaard papierformaten
Als u een papierformaat plaatst dat niet is opgenomen in de afdrukformaten van het apparaat, kies dan het
Basis
papierformaat in het tabblad [
Roep het sc herm op.
1
Klik op [
Configureer de instellingen.
2
1
] van het scherm afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
Bestand
Selecteer het apparaat in het menu "Printer" en klik op de knop [
] en selecteer [
Afdrukken
] in de toepassing.
Eigenschappen
].
4-4
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
2
Selecteer tabblad [
3
Klik op het menu "Afdrukformaat" en selecteer het papierformaat voor het afdrukken.
Om papier van formaat dat niet is opgenomen in de afdrukformaten van het apparaat te laden, zoals
karton of enveloppen, moet het papierformaat worden geregistreerd.
Afdrukken op niet-standaard papierformaten (pagina 4-6)
Om op speciale papiersoorten af te drukken zoals dik papier of transparanten, klikt u op het menu
"Afdrukmateriaaltype" en selecteer het mediatype.
Basis
].
4
Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken.
Start het afdrukken.
3
Klik op de [OK] toets.
4-5
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
OPMERKING
1
2
5
3
4
6
7
Afdrukken op niet-standaard papierformaten
Als u een papierformaat plaatst dat niet is opgenomen in de afdrukformaten van het apparaat, registreer dan het
Basis
papierformaat in het tabblad [
De geregistreerde grootte kan worden geselecteerd uit het menu "Afdrukformaat".
Roep het sc herm op.
1
1
] van het scherm afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
In charms op het bureaublad, klik op [
Apparaten en printers
op [
].
Instellingen
], [
Configuratiescherm
] en vervolgens
In Windows 7, klik op de knop [
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram printerstuurprogramma van het apparaat, en
klik op het menu [
3
Klik op de knop [
Registreer het papierformaat.
2
1
Selecteer het tabblad [
Eigenschappen van printer
Basis
] op het tabblad [
Basis
].
Start
] in Windows en vervolgens op [
] van het printerstuurprogramma.
Algemeen
].
Apparaten en printers
].
2
Klik op de toets [
3
Klik op de [
Paginagrootten...
Nieuw
] toets.
].
4-6
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
8
1
2
4
Voer het papierformaat in.
5
Voer de benaming van het papier in.
6
Klik op de [
7
Klik op de [OK] toets.
8
Klik op de [OK] toets.
Opslaan
] toets.
Roep het scherm afdrukinstellingen op.
3
Klik op [
Selecteer het formaat en het type niet-standaard papier.
4
1
2
Bestand
Selecteer het apparaat in het menu "Printer" en klik op de knop [
Selecteer tabblad [
] en selecteer [
Basis
].
Afdrukken
] in de toepassing.
Eigenschappen
].
4-7
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
OPMERKING
3
Klik op het menu “Afdrukformaat” en kies het papierformaat dat is geregistreerd in stap 2.
Om op speciale papiersoorten af te drukken zoals dik papier of transparanten, klikt u op het menu
"Afdrukmateriaaltype" en selecteer het mediatype.
Als u een ansichtkaart of envelop hebt geplaatst, selecteer dan [
het menu "Afdrukmateriaaltype".
4
Kies de papierbron in het menu “Bron”.
5
Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken.
Start het afdrukken.
5
Klik op de [OK] toets.
Karton
] of [
Envelop
] in
4-8
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
OPMERKING
Een afdruktaak vanaf de computer annuleren
Om een lopende afdruktaak te annuleren met behulp van het printerstuurprogramma voor de printer start met
afdrukken, handelt u als volgt:
Als afdrukken vanaf dit apparaat worden geannuleerd, raadpleeg:
Een taak onderbreken en hervatten (pagina 5-5)
Dubbelklik op het printerpictogram () in de taakbalk rechts
1
onderin het Windows-bureaublad om een dialoogvenster voor
de printer te openen.
Klik op het bestand waarvan u het afdrukken wilt annuleren en
2
selecteer [Annuleren] in het menu "Document".
4-9
Afdrukken vanaf PC > Mobiele printoplossingen
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Mobiele printoplossingen
Dit apparaat ondersteunt Google Cloud Print, Mopria en Wi-Fi Direct.
Afhankelijk van de ondersteunde besturingssystemen en toepassingen, kunt u de taak afdrukken vanaf elk elektronisch
handapparaat of computer zonder een printerstuurprogramma te hoeven installeren.
Printen met Google Cloud Print
Google Cloud Print is een afdrukservice van Google. Hiermee kan elke gebruiker met een Google-account afdrukken
vanaf een apparaat dat is aangesloten op het internet.
Het apparaat kan worden geconfigureerd in de Command Center RX.
Command Center RX User Guide
Om Google Cloud Print te kunnen gebruiken is een Google-account vereist. Open een Google-account als u er nog
geen hebt.
Het apparaat dient ook vooraf te worden geregistreerd met de Google Cloud Print service. Het apparaat kan worden
geregistreerd vanaf een PC die is aangesloten op hetzelfde netwerk.
Afdrukken via Mopria
Deze functie kan alleen worden gebruikt op modellen met de functie voor draadloze netwerken.
Mopria is een applicatie die het mogelijk maakt om rechtstreeks te printen vanaf apparaten met Android 4.4. De
afdrukservice Mopria Print Service dient vooraf te worden geïnstalleerd en ingeschakeld.
Voor meer informatie over het gebruik, raadpleeg de website van Mopria Alliance.
Afdrukken met Wi-Fi Direct
Deze functie kan alleen worden gebruikt op modellen met de functie voor draadloze netwerken.
Wi-Fi Direct is een door de Wi-Fi Alliance opgestelde standaard voor het instellen van draadloze LAN-verbindingen. Dit
is één van de functies van draadloze LAN zonder een draadloos toegangspunt of draadloze LAN-router, waarbij
verbinding tussen apparaten direct gebeurt met peer-to-peer technologie.
De afdrukprocedure door Wi-Fi Direct is dezelfde als die van de normale elektronische handapparaten.
Wanneer u een printernaam of Bonjour-naam op de poortinstellingen van de printereigenschap gebruikt, kunt u de taak
afdrukken door de naam van de Wi-Fi Direct verbinding op te geven.
Wanneer u een IP-adres voor de poort gebruikt, geef het IP-adres van deze machine op.
4-10
Afdrukken vanaf PC > De status van printer bewaken (Status Monitor)
OPMERKING
123456
De status van printer bewaken (Status
Monitor)
De Status Monitor bewaakt de status van het apparaat en voorziet in een doorlopende rapportfunctie.
Als u Status Monitor activeert, moet u het volgende controleren.
• KX DRIVER is geïnstalleerd.
Toegang tot de Status Monitor
De Status Monitor start ook op wanneer het afdrukken wordt gestart.
Verlaten van de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de Status Monitor.
•Handmatig verlaten:
Klik op het pictogram instellingen en kies Afsluiten in het menu, om de Status Monitor te verlaten.
•Automatisch verlaten:
De Status Monitor sluit automatisch na 7 minuten als deze niet wordt gebruikt.
Sneloverzicht printerstatus
De status van het apparaat wordt met pictogrammen weergegeven. Gedetailleerde informatie wordt weergegeven door
te klikken op de knopUitbreiden.
1 Tabblad voortgang afdruktaken
2 Tabblad status papierlade
3 Tabblad tonerstatus
4 Tabblad waarschuwing
5 Knop uitbreiden
6 Pictogram instellingen
Gedetailleerde informatie wordt weergegeven door te klikken op elk tabblad pictogram.
4-11
Afdrukken vanaf PC > De status van printer bewaken (Status Monitor)
1
2
Tabblad voortgang afdruktaken
De status van de afdruktaken wordt weergegeven.
1 Pictogram status
2 Takenlijst
Selecteer een taak uit de lijst via het weergegeven menu en klik met de rechtermuisknop om te annuleren.
Tabblad status papierlade
Informatie over het papier in de printer en de hoeveelheid resterend papier wordt getoond.
v
Tabblad tonerstatus
De resterende hoeveelheid toner wordt weergegeven.
v
4-12
Afdrukken vanaf PC > De status van printer bewaken (Status Monitor)
Tabblad waarschuwing
Als een fout optreedt, wordt een bericht weergegeven met een 3D-beeldweergave en een bericht.
v
Status Monitor snelmenu
Het volgende menu wordt weergegeven als op de pictogram instellingen wordt geklikt.
•Command Center RX
Als de printer is verbonden met een TCP/IP-netwerk en zijn eigen IP-adres heeft, gebruikt u een webbrowser om
naar het Command Center RX te gaan om de netwerkinstellingen te wijzigen of bevestigen. Dit menu wordt niet
weergegeven bij gebruik van een USB-verbinding.
Command Center RX User Guide
•Melding…
Hiermee kan de weergave van de Status Monitor worden ingesteld.
Status Monitor instellingen kennisgeving (pagina 4-14)
•www.kyoceradocumentsolutions.com
Open onze website.
•Afsluiten
Hiermee verlaat u de Status Monitor.
4-13
Afdrukken vanaf PC > De status van printer bewaken (Status Monitor)
OPMERKING
Status Monitor instellingen kennisgeving
Klik op het pictogram instelling om de geldige gebeurtenissen in het meldingsscherm Status Monitor weer te geven.
Selecteer of kennisgeving al dan niet moet worden uitgevoerd als er een fout in de lijst gebeurtenissen optreedt.
Kies Gebeurtenismelding inschakelen.
1
Als deze instelling is ingesteld op Uit, dan wordt de Status Monitor niet gestart, ook niet als het
afdrukken wordt uitgevoerd.
Selecteer een gebeurtenis die gebruikt moet worden met de
2
optie tekst naar spraak in Beschikbare gebeurtenissen.
Klik op de kolom Geluidsbestand / Tekst naar spraak.
3
Klik op de knop Bladeren (...) om de gebeurtenis te melden met een geluidsbestand.
Het beschikbare bestandsformaat is WAV.
Bij het aanpassen van het luidop voor te lezen bericht op het scherm, moet u de tekst in het
tekstvak typen.
4-14
Afdrukken vanaf PC > Configuration Tool
OPMERKING
1 Klik op [
Licentieovereenkomst
weergeven
] en lees de
licentieovereenkomst.
2 Klik op [
Accepteren
].
1
2
1
2
Configuration Tool
U kunt het Configuration Tool gebruiken om instellingen op de machine te controleren en te wijzigen.
Het Configuration Tool openen
Plaats de DVD.
1
• De installatie op Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met
beheerdersbevoegdheden.
•Druk op [
verschijnt.
• Als het autorun-scherm wordt weergegeven, klik dan op [
• Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik op [
Annuleren
] als het dialoogvenster "De wizard Nieuwe hardware gevonden”
Voer setup.exe uit
Ja
] ([
Toestaan
].
]).
Geef het scherm weer.
2
Druk op [Onderhoud].
3
[Configuration Tool] > [Uitvoeren]
4
Kies de driver van de machine. > [OK]
5
Het venster Configuration Tool verschijnt.
4-15
Afdrukken vanaf PC > Configuration Tool
Het Configuration Tool afsluiten
Gebruik een van onderstaande methodes voor het afsluiten van het Configuration Tool.
•Afsluiten met de knop Sluiten:
Klik in de rechterbovenhoek van het venster van het Configuration Tool.
•Afsluiten met de knop OK of Annuleren:
Klik op OK om het Configuration Tool af te sluiten na het toepassen van de gewijzigde printerinstellingen. Klik op
Annuleren om het Configuration Tool af te sluiten na het toepassen van de gewijzigde printerinstellingen.
4-16
Afdrukken vanaf PC > Configuration Tool
Scherm Instellingen Configuration Tool
Standaard apparaatinstellingen
Configureer de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma en de energiebesparingsfunctie van de machine.
Als er papier in de multifunctionele lade zit, dan kan prioriteit worden gegeven aan die
multifunctionele lade voor de papiertoevoer.
Instellingen
Uit: De instellingen van het printerstuurprogramma worden gevolgd.
Autom. doorvoer: Als Auto is geselecteerd in het printerstuurprogramma en er is papier
in de multifunctionele lade, dan wordt het papier uit de multifunctionele lade
toegevoerd.
Altijd: Als er papier in de multifunctionele lade zit, dan wordt het papier uit de
multifunctionele lade toegevoerd, ongeacht de configuratie van het
printerstuurprogramma.
Selecteer de emulatie voor de bediening van deze machine d.m.v. bedieningen gericht op
andere soorten printers.
Instellingen: Line Printer, IBM Proprinter, EPSON LQ-850, PCL 6, KPDL, KPDL(Auto)
Kies of u de stroom automatisch wilt uitschakelen na een periode van inactiviteit.
Als een fout tijdens de verwerking optreedt, dan stopt deze verwerking in afwachting op de
volgende stap vanwege de gebruiker. In de modus Fouten automatisch wissen worden fouten
automatisch gewist na het verstrijken van een vooraf ingestelde termijn.
Instelling: Uit, Aan (5 tot 495 seconden (in stappen van 5 seconden))
Auto slaap
Stel resterende tijd voor activering van de slaapstand in.
Instelling
Voor Europa
1 tot 120 minuten (in stappen van 1 minuut)
Uitgezonderd Europa
1 tot 240 minuten (in stappen van 1 minuut)
4-17
Afdrukken vanaf PC > Configuration Tool
OPMERKING
OPMERKING
ItemBeschrijving
Time-out doorvoer
Papierbron
Papierformaat
Invoercapaciteit
Mediatype
Bij de ontvangst van afdrukgegevens van de computer kan de machine soms wachten op
informatie die aangeeft dat de laatste pagina geen gegevens meer heeft die moeten worden
afgedrukt. Wanneer de vooraf ingestelde time-out is verstreken, gaat de machine automatisch
verder met papier afdrukken. De opties zijn tussen 5 en 495 seconden.
Instelling: 5 tot 495 seconden (in stappen van 5 seconden)
Toont de versie van de systeemfirmware van het apparaat.
Toont de versie van de enginefirmware van het apparaat.
Toont het serienummer van het apparaat.
Toont de geheugencapaciteit van het apparaat in bytes.
Toont het totaal aantal afgedrukte pagina's van het apparaat.
4-19
5Bediening van het
apparaat
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Papier in de multifunctionele lade plaatsen ........................................................................................................ 5-2
Een taak onderbreken en hervatten ................................................................................................................... 5-5
Taken annuleren ................................................................................................................................................ 5-5
Rapport afdrukken ............................................................................................................................................. 5-6
5-1
Bediening van het apparaat > Papier in de multifunctionele lade plaatsen
BELANGRIJK
OPMERKING
Papier in de multifunctionele lade plaatsen
Voor meer informatie over de ondersteunde papierformaten, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
Voor meer informatie over de instelling van het papiersoort, raadpleeg:
Mediatype (pagina 4-18)
Gebruik voor speciaal papier steeds de multifunctionele lade.
• Als u papier gebruikt met een gewicht van 106 g/m2 of meer, stel dan het mediatype in om de dikte en het
gewicht van het papier in te stellen dat u gebruikt.
• Verwijder transparanten uit de bovenste lade bij het afdrukken. Het laten zitten van transparanten in de
bovenste lade kan papierstoringen veroorzaken.
De capaciteit van de multifunctionele lade is als volgt.
•Normaal papier (80 g/m
•Dik papier (209 g/m
•Dik papier (157 g/m
•Dik papier (104,7 g/m
2
), gerecycled papier of gekleurd papier: 100 vellen
• Wanneer u speciaal papier gebruikt zoals transparanten of dik papier, selecteert u het mediatype zoals beschreven in:
Mediatype (pagina 4-18)
Open de multifunctionele lade.
1
5-2
Bediening van het apparaat > Papier in de multifunctionele lade plaatsen
BELANGRIJK
Stel het formaat van de multifunctionele lade in.
2
De papierformaten staan op de multifunctionele lade vermeld.
Plaats papier.
3
Plaats het papier langs de papierbreedtegeleiders in de lade, totdat het niet verder kan.
Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u het in de
multifunctionele lade plaatst.
Voorzorgen voor papier plaatsen (pagina 3-2)
• Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
• Gekruld papier altijd worden gladgestreken voor gebruik.
• Wanneer u papier in de multifunctionele lade plaat st, control eer dan eerst of er g een
papier achtergebleven is van een vorig gebruik voor u het papier plaatst. Als er
slechts een kleine hoeveelheid papier overblijft in de multifunctionele lade en u wil
het aanvullen, verwijder dan eerst het overgebleven papier uit de lade en voeg het
bij het nieuwe papier voor u het papier terug in de lade plaatst.
• Als er nog ruimte is tussen het papier en de papierbreedtegeleiders, pas de
papierbreedtegeleiders dan opnieuw aan het papier om te voorkomen dat het
scheef ingevoerd wordt of vastloopt.
• Plaats niet meer papier dan onder de beladingslimiet past.
Geef het papiertype op dat in de multifunctionele lade is
4
geplaatst via het Configuration Tool.
Mediatype (pagina 4-18)
5-3
Bediening van het apparaat > Papier in de multifunctionele lade plaatsen
BELANGRIJK
OPMERKING
1234
Als u enveloppen of karton in de multifunctionele lade plaatst
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven. Voor de procedure voor het afdrukken, raadpleeg:
Printer Driver User Guide
Voorbeeld: Bij het afdrukken van een adres.
1 Oufuku hagaki
(antwoordbriefkaart)
2 Hagaki (Karton)
3 Enveloppen staand
4 Enveloppen liggend
• Gebruik ongevouwen Oufuku hagaki (antwoordbriefkaart)
• Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richt in g en ka nt) hangt af van het soort envelop. Zorg da t u ze
op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden
bedrukt.
Wanneer u enveloppen in de multifunctionele lade plaatst, kies dan de envelopsoort zoals beschreven in:
Mediatype (pagina 4-18)
5-4
Bediening van het apparaat > Een taak onderbreken en hervatten
Een taak onderbreken en hervatten
Om een lopende taak te onderbreken, druk op de toets [
lampje als volgt.
Om de taak te hervatten, druk opnieuw op de toets [
Annuleren
Taken annuleren
Annuleren
].
]. Wanneer de taak is onderbroken, knippert het
Om een lopende taak te annuleren, druk gedurende één seconde op de toets [
geannuleerd, knippert het lampje als volgt.
Annuleren
]. Wanneer de taak is
5-5
Bediening van het apparaat > Rapport afdrukken
Statuspagina
Rapport afdrukken
Druk rapporten af voor een overzicht van de apparaatinstellingen en -status.
Statuspagina afdrukken
Drukt de statuspagina af, zodat u informatie zoals de huidige instellingen, geheugencapaciteit en geïnstalleerde
optionele apparatuur kunt controleren.
Om een statuspagina af te drukken, houd de [
Wanneer het apparaat klaar is om het rapport af te drukken, knippert het lampje als volgt.
GO
]-toets 3 à 9 seconden ingedrukt.
5-6
Bediening van het apparaat > Rapport afdrukken
OPMERKING
Netwerkstatuspagina
Servicestatuspagina afdrukken
Dit rapport biedt meer gedetailleerde informatie dan de statuspagina. Normaalgezien drukt uw onderhoudstechnicus
deze pagina af bij het uitvoeren van onderhoud.
Om een servicestatuspagina af te drukken, houd de [
Wanneer het apparaat klaar is om het rapport af te drukken, knippert het lampje op dezelfde wijze als voor de
statuspagina.
De netwerkstatuspagina toont de firmwareversie van de netwerkinterface, het netwerkadres, netwerkprotocol en
andere informatie.
GO
]-toets 10 seconden of langer ingedrukt.
5-7
6Problemen oplossen
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Papier plaatsen ........................................................................................................................................ 6-9
Gebruik van het Maintenance Menu ................................................................................................................ 6-10
Vastgelopen papier in de multifunctionele lade verwijderen .................................................................. 6-29
Vastgelopen papier in cassette 1 verwijderen ........................................................................................ 6-30
Vastgelopen papier in cassette 2 verwijderen ........................................................................................ 6-32
Vastgelopen papier in cassette 3 verwijderen ........................................................................................ 6-34
Vastgelopen papier in de achterklep verwijderen .................................................................................. 6-36
Verwijder alle vastgelopen vellen en stukjes papier uit de machine ...................................................... 6-40
6-1
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
VOORZICHTIG
BELANGRIJK
A
Regulier onderhoud
Reinigen
Reinig het apparaat regelmatig om een optimale afdrukkwaliteit te garanderen.
Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
De binnenkant van de machine reinigen
Om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen, moet telkens wanneer de tonercontainer wordt vervangen, de
binnenkant van het apparaat worden gereinigd.
Open de voorklep.
1
Til de ontwikkelaar samen met de tonercontainer uit de
2
machine.
Raak de roller van de ontwikkelaar niet aan en schud hem niet. Dit kan de
afdrukkwaliteit aantasten.
6-2
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
BELANGRIJK
BELANGRIJK
BELANGRIJK
BB
Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer op een
3
schoon, horizontaal vlak.
Plaats de ontwikkelaar met de tonercontainer niet op een uiteinde.
Verwijder de drum uit de machine.
4
Raak de drum niet aan en schud hem niet. De afdrukkwaliteit kan worden aangetast
als de drum wordt blootgesteld aan direct zonlicht of fel licht.
Plaats de drum op een schoon, horizontaal vlak.
5
Plaats de trommel niet op een uiteinde.
6-3
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.