Konica minolta MAGICOLOR 7450II User Manual [nl]

Page 1
Gebruikers­handleiding
4039-9571-00Q
Page 2

Dank u

Wij danken u voor de aanschaf van een magicolor 7450II. U heeft een zeer goede keus gemaakt.
Uw magicolor 7450 II is speciaal ontworpen voor optimale prestaties in Windows, Macintosh en Linux.

Handelsmerken

KONICA MINOLTA en het KONICA MINOLTA logo zijn handelsmerken of geregi­streerde handelsmerken van KONICA MINOLTA HOLDINGS, INC.
magicolor and PageScope zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handels­merken van KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC.
Alle andere handelsmerken en geregistreerde handelsmerken zijn eigendom van de betreffende eigenaars.

Mededeling over het auteursrecht

Copyright © 2008 KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC., Marunou­chi Center Building, 1-6-1 Marunouchi, Chiyoda-ku, To kyo, 100-0005, Japan. Alle rechten voorbehouden. U mag dit document zonder uitdrukkelijke schriftelijke toe­stemming van KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC., noch geheel, noch gedeeltelijk in één of andere vorm of op één of ander medium of in één of andere taal vermenigvuldigen.

Mededeling

KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding en ook het daarin beschreven apparaat zonder vooraankondiging te wijzigen. Onnauwkeurigheden en fouten werden zoveel moge­lijk vermeden. KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. aanvaardt echter voor deze handleiding geen aansprakelijkheid, met inbegrip van, echter niet beperkt tot, stilzwijgende garanties betreffende verkoopbaarheid of de geschiktheid voor een bepaald doel. KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. aan­vaardt verder geen verantwoording respectievelijk aansprakelijkheid voor in deze handleiding aanwezige fouten respectievelijk voor bijkomstig ontstane, concrete of gevolgschade, die voortvloeien uit de beschikbaarstelling van deze handleiding res­pectievelijk het gebruik van deze handleiding bij de werking van het systeem respec­tievelijk samen met de systeemuitvoering bij werking van het systeem volgens de handleiding.
Page 3

LICENTIECONTRACT VOOR DE SOFTWARE

Dit pakket bestaat uit de volgende inhoud en wordt door Konica Minolta Business Technolo­gies, Inc. (KMBT) beschikbaar gesteld: software als bestanddeel van het printersysteem, de digitaal gecodeerde machinaal-leesbare outline-gegevens, gecodeerd in een speciaal formaat en versleuteld ("lettertypeprogramma’s"), andere software die op een computersysteem is geïnstalleerd en in combinatie met de printersoftware ("Hostsoftware") wordt gebruikt, en ook verklarend schriftelijke materiaal ("Documentatie"). De term "Software" betekent de Afdruksoft­ware de Lettertypeprogramma’s en/of de Hostsoftware, met inbegrip van eventuele actualise­ringen, gemodificeerde versies, aanvullingen en kopieën van de software. De software wordt u overeenkomstig de voorwaarden van dit betreffende contract in licentie beschikbaar gesteld. KMBT stelt u een eenvoudige sublicentie ter beschikking voor het gebruik van de Software en Documentatie, voor zover u akkoord gaat met de volgende voorwaarden:
1. U mag de Afdruksoftware en de erbij behorende Lettertypeprogramma’s uitsluitend voor uw eigen, interne, zakelijke doeleinden voor de printeruitvoering op de u in licentie verschafte uitvoerapparaat / uitvoerapparaten gebruiken.
2. Als aanvulling op de licentie voor Lettertypeprogramma’s volgens alinea 1 ("Afdruksoft­ware") hierboven mag u met Roman Lettertypeprogramma’s alfanumerieke tekens en sym­bolen in verschillende dikten, stijlen en versies ("Lettertypes") voor uw eigen interne zakelijke doeleinden op het beeldscherm respectievelijk monitor aangeven.
3. U mag een veiligheidskopie van de Hostsoftware maken, mits deze veiligheidskopie niet op een computer geïnstalleerd respectievelijk gebruikt wordt. Ondanks de hierboven staande beperkingen mag u de Hostsoftware op een willekeurig aantal computers installeren, waar deze uitsluitend voor het gebruik met één of meer afdruksystemen wordt gebruikt, waarop de Afdruksoftware is geïnstalleerd.
4. U mag de u als Licentienemer volgens dit contract geoorloofde eigendoms- en andere rechten op de Software en Documentatie aan een rechtsopvolger ("Cessionaris") overdra­gen, voor zover u alle kopieën van dergelijke Software en Documentatie aan de Cessiona­ris overdraagt en deze zich verplicht zich te houden aan dit Contract.
5. U verplicht zich de Software en de Documentatie noch te modificeren noch aan te passen of te vertalen.
6. U verplicht zich geen poging te ondernemen, de Software te wijzigen, te disassembleren, te decoderen, terug te ontwikkelen of de decompileren.
7. Het eigendom van de Software en de Documentatie en ook bij daarvan gemaakte repro­ducties blijft bij KMBT.
8. Handelsmerken dienen te worden gebruikt overeenkomstig de geldende praktijk daarvoor die onder andere voorziet in de aanduiding met de naam van de bezitter van het handels­merk. Handelsmerken mogen alleen voor de identificatie van afdrukresultaten worden gebruikt, die met de Sofware werden vervaardigd. Een dergelijk gebruik van handelsmer­ken verschaft u uiteraard geen eigendomsrechten op deze handelsmerken.
9. U mag geen versies of kopieën van de Software die de Licentienemer niet nodig heeft res­pectievelijk software die zich op een niet gebruikte gegevensdrager bevindt verhuren, lea­sen respectievelijk subleasen, verhuren of versturen, tenzij in het kader van een definitieve overdracht van alle Software en Documentatie zoals hierboven is beschreven.
10. In geen enkele situatie is KMBT of zijn licentiegever aansprakelijk te stellen ten opzichte van u voor de gevolg-, terloops ontstane, indirecte of concrete schade respectievelijk scha­devergoeding met straf inclusief verloren winsten of besparingen zelfs wanneer KMBT over de mogelijkheid van dergelijke schade werd geïnformeerd. Deze uitsluiting van aansprake­lijkheid geldt ook voor aanspraken die door derden werden gemaakt. KMBT respectievelijk
Page 4
zijn licentiegever sluiten hierbij elke aansprakelijkheid die uitdrukkelijk of stilzwijgend van aard is met betrekking tot de software uit, inclusief maar niet beperkt tot, de aanspraak op goede verkoopbaarheid. Geschiktheid voor een bepaald doel, rechtsgebreken en niet­schending van de rechten van derden. In enige staten respectievelijk jurisdicties is de uit­sluiting respectievelijk de beperking van terloops ontstane, gevolg- of concrete schade niet toegestaan, zodat de bovenstaande beperkingen mogelijkerwijs op u niet van toepassing zijn.
11. Bericht voor eindgebruikers van een regeringsinstantie van de Verenigde Staten van Ame­rika: de Software is een "product" overeenkomstig de definitie van dit begrip in 48 C.F.R.2.101, bestaande uit "commerciële computersoftware" en "commerciële computer­software-documentatie" overeenkomstig het gebruik van deze begrippen in 48 C.F.R.
12.212. Overeenkomstig 48 C.F.R. 12.212 en 48 C.F.R. 227.7202-1 tot 227.7202-4 verkrij­gen alle eindgebruikers van de VS-regering de Software alleen met de rechten die in dit Contract zijn vastgelegd.
12. U verplicht zich de Software in welke vorm ook, geenszins door overtreding van de van toe­passing zijnde exportcontrolewetten en -bepalingen van een land te exporteren.

Over Adobe Color Profile

ADOBE SYSTEMS INCORPORATED LICENTIECONTRACT VOOR ADOBE COLOR PROFILE
BERICHT AAN GEBRUIKER: LEES DIT CONTRACT ZORGVULDIG. WANNEER U DEZE SOFTWARE GEHEEL OF GEDEELTELIJK GEBRUIKT, AANVAARDT U ALLE VOORWAAR­DEN VAN DE SOFTWARE EN ALLE VOORWAARDEN VAN DIT CONTRACT. WANNEER U NIET AKKOORD GAAT MET DE VOORWAARDEN VAN DIT CONTRACT, MAG U DE SOFT­WARE NIET GEBRUIKEN.
1. DEFINITIES In dit Contract staat "Adobe" voor Adobe Systems Incorporated, een onderne­ming uit de VS-staat Delaware, gevestigd op 345 Park Avenue, San Jose, California 95110, Verenigde Staten van Amerika. "Software" betekent de software en gerelateerde onderde­len waarbij dit Contract is verstrekt.
2. LICENTIE Onder de voorwaarden van dit Contract verleent Adobe u hierbij de wereldwijde, niet-exclusieve, niet-overdraagbare, commissievrije licentie om de Software te gebruiken, te reproduceren en openbaar te vertonen. Adobe verleent u tevens de rechten om de Soft­ware uitsluitend te verdelen, (a) opgenomen binnen digitale beeldbestanden en (b) op basis van autonomie. Geen andere verspreiding van de Software is toegestaan, bijvoor­beeld verspreiding van de Software als zijnde opgenomen in of gecombineerd met enige softwaretoepassing. Alle individuele profielen moeten een referentie hebben van hun ICC Profielbeschrijving. U mag de Software niet veranderen. Adobe heeft onder dit Contract geen enkele plicht tot het verlenen van assistentie, inclusief actualiseringen of toekomstige versies van de Software of andere onderdelen. Onder de voorwaarden van dit Contract wordt geen intellectueel eigendomsrecht van de Software op u overgedragen. U ontvangt geen enkel recht op de Software behalve zoals uitdrukkelijk uiteengezet in dit Contract.
3. VERSPREIDING Wanneer u de Software wilt verspreiden, dan begrijpt u dat u daarbij toe­stemt dat u Adobe verdedigt, vrijwaart en schadeloos stelt tegen eventuele verliezen, schade of kosten die voortvloeien uit eventuele claims, rechtszaken of andere juridische stappen die voortvloeien uit een dergelijke verspreiding, bijvoorbeeld het niet voldoen aan Paragraaf 3. Wanneer u de Software verspreidt op basis van autonomie, doet u dat onder
Page 5
de voorwaarden van dit Contract of uw eigen licentiecontract dat (a) voldoet aan de voor­waarden van dit Contract; (b) effectief afstand doet van alle garanties en voorwaarden, expliciet of impliciet, namens Adobe; (c) effectief alle verantwoordelijkheid voor schade namens Adobe uitsluit; (d) verklaart dat eventuele bepalingen die verschillen van dit Con­tract, gelden voor u en niet voor Adobe en (e) verklaart dat de Software beschikbaar is door u of Adobe en licentienemers informeert hoe ze het op een redelijke manier kunnen krijgen op of via een medium dat gewoonlijk wordt gebruikt voor het uitwisselen van software. Alle verspreide Software omvat de auteursrechtnotities van Adobe zoals opgenomen in de Soft­ware die Adobe u heeft geleverd.
4. AFZIEN VAN GARANTIE Adobe verstrekt u een licentie voor de Software op een "ZOALS IS"-basis. Adobe doet geen uitspraak over de geschiktheid van de Software voor enig spe­cifiek doel of om enig specifiek resultaat te behalen. Adobe zal niet aansprakelijk zijn voor verlies of schade die voortvloeit uit dit Contract of uit de verspreiding of gebruik van de Software of enige andere materialen. ADOBE EN DIENS LEVERANCIERS GEVEN GEEN GARANTIE EN KUNNEN GEEN GARANTIE GEVEN VOOR DE PRESTATIES OF DE RESULTATEN DIE U KUNT BEHALEN BIJ HET GEBRUIK VAN DE DE SOFTWARE, BEHALVE VOOR EVENTUELE GARANTIE, CONDITIE, REPRESENTATIE OF VOOR­WAARDE, IN EEN MATE WAARIN DEZE NIET MAG OF KAN WORDEN UITGESLOTEN OF VERDER WORDEN BEPERKT DOOR DE WET DIE GELDT IN UW RECHTSGEBIED, ADOBE EN DIENS LEVERANCIERS GEVEN GEEN GARANTIES, CONDITIES, REPRE­SENTATIES OF VOORWAARDEN, EXPLICIET OF IMPLICIET, HETZIJ BIJ STATUUT, ALGEMENE WET, GEWOONTE, GEBRUIK OF ANDERSZINS VOOR EVENTUELE GEVALLEN, BIJVOORBEELD HET NIET-SCHENDEN VAN RECHTEN VAN DERDEN, INTEGRATIE, TEVREDENSTELLENDE KWALITEIT OF GESCHIKTHEID VOOR ENIG SPECIFIEK DOEL. U KUNT AANVULLENDE RECHTEN HEBBEN DIE VERSCHILLEN VAN RECHTSGEBIED TO T RECHTSGEBIED. De voorwaarden van de Paragrafen 4, 5 en 6 blijven voortbestaan na het beëindigen van dit Contract, om welke reden dan ook, maar dat betekent of creeert geen recht op doorgaand gebruik van de Software na het beëindi­gen van dit Contract.
5. BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID IN GEEN ENKELE SITUATIE IS ADOBE OF DIENS LEVERANCIERS AANSPRAKELIJK TEN OPZICHTE VAN U VOOR ENIGE SCHADE, CLAIMS OF KOSTEN OF ENIGE GEVOLGSCHADE, TERLOOPS ONTSTANE OF INDIRECTE SCHADE OF INKOMSTENDERVING OF VERMOGENSVERLIES, OOK AL IS EEN VERTEGENWOORDIGER VAN ADOBE GEÏNFORMEERD OVER DE MOGE­LIJKHEID VAN DERGELIJK(E) VERLIES, SCHADE, CLAIMS OF KOSTEN OF VOOR ENIGE CLAIM DOOR DERDEN. DE VOORGAANDE BEPERKINGEN EN UITSLUITIN­GEN ZIJN VAN TOEPASSING IN EEN MATE DIE DE TOEPASLIJKE WETGEVING IN UW RECHTSGEBIED TOESTAAT. ADOBE’S GEZAMENLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID EN DIE VAN ZIJN LEVERANCIERS ONDER OF IN VERBAND MET DIT CONTRACT WORDEN BEPERKT TOT HET BEDRAG DA T IS BET AALD VOOR DE SOFTW ARE. Niets in dit Contract beperkt Adobe’s verantwoordelijkheid ten opzichte van u ingeval van dood of persoonlijk letsel voortvloeiende uit Adobe’s nalatigheid of onrechtmatige daad van bedrog (fraude). Adobe treedt op namens zijn leveranciers wat betreft het afwijzen van verantwoor­delijkheid, uitsluiten en / of beperken van verplichtingen, garanties en verantwoordelijkheid zoals voorzien in dit Contract, maar in geen andere opzichten en voor geen andere doel­einden.
6. HANDELSMERKEN Adobe en het Adobe logo zijn de gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe in de Verenigde Staten en andere landen. Met uitzondering van verwijzingen mag u dergelijke handelsmerken of enige andere Adobe handelsmerk of logo niet gebruiken zonder voorfgaande schriftelijke toestemming van Adobe.
Page 6
7. TERMIJN Dit Contract is geldig tot het wordt beëindigd. Adobe heeft het recht dit Contract onmiddellijk te beëindigen wanneer u aan enige voorwaarde eruit niet voldoet. Na zo’n beëindiging moet u alle volledige of gedeeltelijke kopieën van de Software die u bezit of die onder uw verantwoordelijkheid vallen retoursturen aan Adobe.
8. OVERHEIDSVOORSCHRIFTEN Wanneer enig onderdeel van de Software wordt beschouwd als een voorwerp met exportvoorschriften volgens de United States Export Administration Act of enige andere exportwet, beperking of voorschrift (de "Export Laws"), garandeert u dat u geen inwoner bent van of zich anderszins bevindt in een land dat onder een exportembargo valt (bijvoorbeeld Iran, Irak, Syrië, Sudan, Libië, Cuba, Noord Korea, en Servië) en dat u niet op een andere manier de Software niet mag ontvangen volgens de Export Laws. Alle rechten om de Software te gebruiken worden verleend onder de voor­waarde dat dergelijke rechten vervallen wanneer u niet voldoet aan de voorwaarden van dit Contract.
9. OVERHEIDSWET Dit Contract valt onder en is samengesteld volgens het materieel recht dat geldt in de Staat Californië zoals dergelijke wetten worden toegepast op contracten die worden afgesloten in en geheel worden toegepast binnen Californië tussen inwoners van Californië. Dit Contract valt niet onder de conflicterende wetsvoorschriften van enig rechts­gebied of de Conventie van de Verenigde Naties voor de Internationale Verkoop van Goe­deren. De toepassing hiervan wordt expliciet uitgesloten. Alle conflicten die voortvloeien uit, onder of in verband met dit Contract worden uitsluitend voorgelegd in Santa Clara County in de Staat Californië, Verenigde Staten van Amerika.
10. ALGEMEEN Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Adobe mag u geen rechten of plichten die zijn verleend onder dit Contract toewijzen. Geen van de voorwaar­den van dit Contract zal als opgegeven worden beschouwd door enige handeling of aan­vaarding aan de kant van Adobe, diens vertegenwoordigers, diens werknemers, maar uitsluitend door een geschreven document, ondertekend met een geldige handtekening van Adobe. Wanneer een conflicterende parafrasering ontstaat tussen dit Contract en enig ander Contract dat is opgenomen in de Software, zullen de voorwaarden van een dergelijk opgenomen contract gelden. Wanneer óf u óf Adobe advocaten inschakelt om enige rech­ten te doen gelden die voortvloeien uit of in verband staan met dit Contract, heeft de win­nende partij recht op vergoeding van redelijke advocaatkosten. U erkent dat u dit Contract hebt gelezen en begrepen, en dat het de volledige en exclusieve verklaring is van uw over­eenkomst met Adobe die prioriteit heeft boven iedere eerdere overeenkomst (mondeling of schriftelijk) tussen Adobe en u ten aanzien van uw gebruikslicentie voor de Software. Geen variatie van de voorwaarden van dit Contract zal kunnen gelden tegen Adobe tenzij Adobe zijn schriftelijke toestemming verleent, ondertekend met een geldige handtekening van Adobe.
Page 7
ICC Profile voor TOYO INK Standard Color op gecoat papier
(TOYO Offset Coated 2.0)
Dit ICC Profile (TOYO Offset Coated 2.0) is karakteristiek voor Japans offsetdrukwerk op gecoat papier en is geheel uitwisselbaar met het ICC-profileformaat.
Over "TOYO INK Standard Color on Coated paper"
Dit is de standaard voor kleurreproductie van een offsetpers op gecoat papier met veltoevoer, dat is gemaakt door TOYO INK MFG.CO., LTD. ("TOYO INK"). Deze standaard is opgesteld uit drukproeven met TOYO INK’s offsetdrukinkt bij veltoevoer en de eigen printcondities van TOYO INK. "TOYO INK Standard Color on Coated paper" is uitwisselbaar met "JAPAN COLOR".
Contract
1. De reproductie van afbeeldingen op een printer of een monitor met behulp van dit ICC Pro­file voldoet niet geheel aan de TOYO INK Standard Color on Coated paper.
2. Enige en alle auteursrechten van dit ICC Profile verblijven bij TOYO INK; daarom mag u geen enkel recht van dit ICC Profile aan derden overdragen, verstrekken, verhuren, verde­len, openbaren of verlenen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOYO INK.
3. In geen enkele situatie is TOYO INK of zijn directeuren, leidinggevenden, werknemers of vertegenwoordigers aansprakelijk te stellen ten opzichte van u voor enige gevolgschade, terloops ontstane (directe of indirecte) schade (inclusief schade door verloren winsten of verloren besparingen, werkonderbreking, verlies van bedrijfsinformatie en dergelijke) voort­vloeiende uit het gebruik of de onmogelijkheid tot het gebruik van dit ICC Profile.
4. TOYO INK behoeft geen antwoord te geven op eventuele vragen in verband met dit ICC Profile.
5. Alle bedrijfs- en productnamen in dit document zijn (gedeponeerde) handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Dit ICC Profile is gemaakt door GretagMacbeth ProfileMaker en TOYO INK heeft een bepaalde licentie ontvangen voor verspreiding door GretagMacbeth AG.
TOYO Offset Coated 2.0 © TOYO INK MFG. CO., LTD. 2004
Page 8

Uitsluitend voor lidstaten van de Europese Unie

Dit symbool betekent: voer het product nooit af met het gewone huisvuil!
Bij de lokaal verantwoordelijke autoriteit krijgt u informa­tie met betrekking tot een milieuvriendelijke verwijdering. Bij de aankoop van een nieuw apparaat neemt uw dea­ler het oude apparaat voor een vakkundige verwijdering in. De recycling van dit product reduceert het verbruik van natuurlijke grondstoffen en vermijdt potentieel nega­tieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezond­heid door ondeskundige afvalverwijdering.
Dit product voldoet aan de eisen betreffende de RoHS (2002/95/EG) richtlijn.
Page 9
Inhoud
1 Inleiding ............................................................................................................. 1
Functies en onderdelen van de printer 2
Ruimte die het apparaat nodig heeft 2 Printeronderdelen 3
Vooraanzicht 3 Achteraanzicht 4 Voorkant met opties 4
2 De software ....................................................................................................... 5
CD/DVD met printerstuurprogramma’s (Printer Driver) 6
PostScript-stuurprogramma’s 6 PCL-stuurprogramma’s 6 PPD-bestanden 7
CD/DVD Utilities and Documentation 8
Hulpprogramma’s 8
Systeemeisen 10 Opties van stuurprogramma’s / standaardwaarden selecteren
(voor Windows) 11
Windows Vista/Server 2003/XP/2000 (PCL6, PS) 11
Inhoud
i
Page 10
Het Windows printerstuurprogramma verwijd eren 13
Windows Vista/Server 2003/XP/2000 13
Instellingen voor het Windows printerstuurprogramma weergeven 14
Windows Vista 14 Windows Server 2003/XP 14 Windows 2000 14
Instellingen van het printerstuurprogramma 15
Algemene knoppen 15
OK 15 Cancel 15 Apply 15 Help 15 Favoriete instelling 15 Afdrukvoorbeeld 16 Printeraanzicht 16 Quality View 16 Printerinformatie 16
Default 16 Tabblad Advanced (uitsluitend PostScript printerstuurprogramma) 16 Tabblad Basic 17 Tabblad Layout 17 Tabblad Cover Page 18 Tabblad Watermark/Overlay 18 Tabblad Quality 19 Tab Overige 19 Beperkingen van printerstuurprogrammafuncties geïnstalleerd met Point and Print 20
3 De statusmonitor gebruiken (uitsluitend Windows) ....................................21
Met de statusmonitor werken 22
Inleiding 22 Werkomgeving 22 De statusmonitor openen 22 De statusmonitor gebruiken 22
Waarschuwingen van de statusmonitor herkennen 23 Herstellen van een waarschuwing van de statusmonitor 23 De statusmonitor sluiten 24
4 Bedienpaneel en configuratiemenu van de printer ..................................... 25
Het bedienpaneel 26
Bedienpaneellampjes en -toetsen 26 Berichtenvenster 28 Helpschermen 29
Inhoudii
Page 11
Overzicht van het configuratiemenu 30
Hoofdmenu 30 TEST/PRINT-MENU 31 Een opgeslagen taak afdrukken/verwijderen 31 Een toegangscode invoeren 32 PRINT MENU 34 PAPIERMENU 36 KWALITEITSMENU 45 CAMERA DIRECT MENU 64 INTERFACE MENU 67 SYS DEFAULT MENU 71 ONDERHOUDSMENU 83 SERVICE MENU 92
5 Camera Direct ................................................................................................. 93
Camera Direct 94
Direct afdrukken vanaf een digitale camera 94
6 Afdrukmedia gebruiken .................................................................................. 97
Media-specificaties 98 Mediatypes 99
Normaal papier (gerecycled papier) 99 Zwaar papier 101 Enveloppes 102 Etiketten 103 Briefpapier 104 Briefkaarten 105 Transparanten 106 Glanspapier 107 Wat is het gebied waarbinnen u kunt afdrukken (afdrukgebied)? 108
Bedrukbaar gebied: enveloppen 109 Paginamarges 109
Media plaatsen 110
Lade 1 (lade voor handmatige toevoer) 110
Normaal papier plaatsen 111
Andere media 112
Enveloppen plaatsen 113
Etiketvellen / briefkaarten / zwaar papier / hoogglansmedia en
transparanten laden 117
Folderpapier laden 120 Lade 2 122
Media laden 122
Afdrukken op enveloppen 125 Lade 3/4/5 (optionele onderste toevoereenheden) 128
Normaal papier plaatsen 128
Inhoud
iii
Page 12
Duplex afdrukken 131 Uitvoerlade 133 Printmateriaal opslaan 134
7 Verbruiksmaterialen vervangen .................................................................. 135
Verbruiksmaterialen vervangen 136
De tonercartridge 136
De tonercartridge vervangen 138
Een beeldeenheid vervangen 142 De fles voor afvaltoner vervangen 147 De reservebatterij vervangen 151
8 De printer onderhouden ............................................................................... 155
De printer onderhouden 156 De printer reinigen 160
Buitenkant 160 Mediarollen 161
De mediatoevoerrollen schoonmaken (handmatige toevoerlade) 161
De mediatoevoerrollen reinigen (lade 2/3/4/5) 162
Reinigen van de optionele Duplex invoerrollen 163
De mediatoevoerrollen voor lade 3/4/5 reinigen 164 De laserlens reinigen 165
9 Problemen oplossen ................................................ ....................................167
Inleiding 168 Een configuratiepagina afdrukken 168 Het vastlopen van papier vermijden 169 Het mediatraject begrijpen 170 Vastgelopen papier verwijderen 171
Meldingen van vastgelopen papier en het oplossen daarvan 172
Vastgelopen papier in lade 2 verwijderen 173
Vastgelopen papier in lade 3/4/5 verwijderen 177
Vastgelopen papier in de optionele duplexeenheid verwijderen 179
Vastgelopen papier in de fixeereenheid verwijderen 180
Vastgelopen papier uit lade 1 (handmatige toevoerlade) en
transportrol verwijderen 184
Problemen bij het vastlopen van papier oplossen 187 Andere problemen oplossen 190 Problemen met de drukkwaliteit oplossen 197 Status-, storings- en servicemeldingen 204
Standaard statusmeldingen 204 Storingsmeldingen (Waarschuwing:) 205 Storingsmeldingen (Onderhoudsmelding: ) 211 Onderhoudsmeldingen: 216
Inhoudiv
Page 13
10 Accessoires installeren ................................................................................ 217
Inleiding 218 Antistatische bescherming 219 Dual In-Line Memory Module (DIMM) 220
Een DIMM installeren 220
Vaste-schijfpakket 222
Een vaste-schijfpakket installeren 222
CompactFlash 224
De CompactFlash-kaart installeren. 224
Optionele duplexeenheid 227
Inhoud van het pakket 227 De optionele duplexeenheid installeren 227
Onderste toevoereenheid 232
Inhoud van het pakket 232 Een onderste toevoereenheid installeren 232
Wielinrichting 242
Inhoud van het pakket 242 De wielinrichting installeren 243
Folderlade 246
De folderlade installeren 246
A Appendix .......................................................................................................249
Technische specificati e s 250
Printer 250 Vermoedelijke levensduur van het verbruiksmateriaal 253
Inhoud
v
Page 14
Inhoudvi
Page 15

Inleiding

Page 16

Functies en onderdelen van de printer

650 mm (25,6")
577 mm (22,7")
463 mm (18,2")
848 mm (33,4")
124 mm
(4,9")
603 mm (23,7")
100 mm (3,9")
Vooraanzicht
Zijaanzicht
124 mm
(4,9")
124 mm
(4,9")
437 mm (17,2")
907 mm (35,7")
535 mm (21,1")372 mm (14,6")
966 mm (38,0")
100 mm (3,9")
100 mm (3,9")
100 mm
(3,9")
100 mm (3,9")

Ruimte die het apparaat nodig heeft

Houd u aan de hieronder weergegeven afstanden om de printer probleem­loos te kunnen bedienen en onderhouden.
" De opties zijn in bovenstaande illustraties in grijs weergegeven.
Functies en onderdelen van de printer2
Page 17

Printeronderdelen

13 567
11
9
10
13 1216
2 4
8
14
17
15
18
14
17
K
3
C
M
Y
2
16
De volgende afbeeldingen tonen de belangrijkste onderdelen van uw printer. Neem de tijd om ze te leren kennen.
Vooraanzicht
1—Bedienpaneel 2—T onercartridge (cyaan, magenta,
geel) 3—Tonercartridge (zwart) 4—Uitvoerlade 5—Deksel bovenkant 6—Fixeereenheid 7—Eenheid transportriem 8—Filter 1 (luchtfilter) 9—Transportrol 10—Rechterzijklep 11—Lade 1 (lade voor handmatige
toevoer) 12—Lade 2 13—Handgreep 14—Beeldeenheid 15—Deksel voorkant 16—Reinigingshulpmiddel voor de
laserlens 17— Fles voor afvaltoner 18—Hoofdschakelaar
Functies en onderdelen van de printer
3
Page 18
Achteraanzicht
1
2
3
7
5
8
4
6
9
2
1
1—Filter 2 (stoffilter) 2—Aansluiting voor de digitale
camera: directe afdruk 3—10Base-T/100Base-TX/
1000Base-T ethernet-interface-
poort 4—USB-poort 5—Parallelle poort 6—Filter 3 (ozonfilter) 7—Netaansluiting 8—Optionele cassetteconnector 9—Ventilatiegleuven
Voorkant met opties
1—Duplex-optie 2—Onderste toevoereenheden
(lade 3/4/5)
Functies en onderdelen van de printer4
Page 19

De software

Page 20

CD/DVD met printerstuurprogramma’s (Printer Driver)

PostScript-stuurprogramma’s

Besturingssysteem Inzet / gebruik
Windows Vista/Server 2003/XP/ 2000
Windows Vista/Server 2003/XP/2000 voor 64bit
Met deze stuurprogramma’s kunt u alle printerfuncties oproepen, onder andere voor de eindbewerking en om met geavanceerde opmaakfuncties te werken. Zie ook “Instellingen voor het Windows printerstuurprogramma weergeven” op pagina 14.
" Er is een speciaal PPD-bestand gemaakt voor applicaties (zoals
PageMaker en CorelDraw) die vereisen dat een PPD-bestand gespe­cificeerd wordt voor het printen. Gebruik wanneer u een PPD-bestand specificeert tijdens printen in Windows XP, Server 2003 en 2000, het speciale PPD-bestand, gele­verd op de CD/DVD Printer Driver in

PCL-stuurprogramma’s

Besturingssysteem Inzet / gebruik
Windows Vista/Server 2003/XP/ 2000
Windows Vista/Server 2003/XP/2000 voor 64bit
Drivers\applicationPPD\<language>.
Met deze stuurprogramma’s kunt u alle printerfuncties oproepen, onder andere voor de eindbewerking en om met geavanceerde opmaakfuncties te werken. Zie ook “Instellingen voor het Windows printerstuurprogramma weergeven” op pagina 14.
CD/DVD met printerstuurprogramma’s (Printer Driver)6
Page 21

PPD-bestanden

Besturingssysteem Inzet / gebruik
Windows Server 2003/XP/2000 Met behulp van deze PPD-bestanden
kunt u de printer voor een grote verscheidenheid van platforms, stuurprogramma’s en toepassingen installeren.
Macintosh OS X (10.2 of later)/9 (9.1 of later)
Red Hat Linux 9.0, SuSE Linux 8.2
Deze bestanden hebt u nodig om dit printerstuurprogramma te gebruiken voor elk besturingssysteem. Meer informatie over de Macintosh en Linux printerstuurprogramma’s leest u in de referentiehandleiding op de CD/ DVD Utilities and Documentation.
" Raadpleeg voor details betreffende de installatie van het Windows
printerstuurprogramma de installatiehandleiding.
CD/DVD met printerstuurprogramma’s (Printer Driver)
7
Page 22

CD/DVD Utilities and Documentation

Hulpprogramma’s

Hulpprogramma Inzet / gebruik
Download Manager (Windows Vista/ Server 2003/XP/2000, Macintosh OS X 10.2.8 of later)
Statusmonitor (uitsluitend Windows) U kunt de huidige status van de printer
PageScope Net Care Biedt printerbeheerfuncties zoals
PageScope Network Setup Via de protocollen TCP/IP en IPX kunt
Met dit hulpprogramma, dat alleen gebruikt kan worden als een optioneel vaste-schijfpakket of een Compact­Flash-kaart is geïnstalleerd, kunt u lettertypen en overlaygegevens down­loaden naar een vaste schijf van de printer. Raadpleeg voor details betreffende de installatie de online-help van de Download Manager.
bekijken, maar ook de status van verbruiksmaterialen en informatie over storingen. Raadpleeg voor details “De statusmonitor gebruiken (uitsluitend Windows)” op pagina 21.
statuscontrole en netwerkinstellingen. Verdere informatie vindt u in de beknopte handleiding PageScope Net Care op de CD/DVD Utilities and Documentation.
u algemene instellingen voor netwerkprinters instellen. Verdere informatie vindt u in de gebruikershandleiding PageScope Net Care op de CD/DVD Utilities and Documentation.
CD/DVD Utilities and Documentation8
Page 23
Hulpprogramma Inzet / gebruik
PageScope NDPS Gateway Met behulp van dit netwerk-hulp-
programma kunt u printers en multi­functionele producten van KONICA MINOLTA gebruiken in een NDPS­omgeving. Verdere informatie vindt u in de gebruikershandleiding PageScope Gateway op de CD/DVD Utilities and Documentation.
PageScope Direct Print Met deze applicatie kunt u PDF- en
TIFF-bestanden direct naar een printer sturen om af te laten drukken.
Verdere informatie vindt u in de beknopte handleiding PageScope Direct Print op de CD/DVD Utilities and Documentation.
PageScope Plug and Print Dit hulpprogramma detecteert
automatisch een printer die nieuw op het netwerk wordt aangesloten, en creëert een afdrukobject op de Windows afdrukserver.
Verdere informatie vindt u in de beknopte handleiding PageScope Plug and Print op de CD/DVD Utilities and Documentation.
CD/DVD Utilities and Documentation
9
Page 24

Systeemeisen

Personal computer
Pentium 2: 400 MHz (Pentium 3: 500 MHz of hoger wordt aanbevolen)
Power Mac G3 of later (G4 of later wordt aanbevolen)
Een Macintosh met een Intel-processor
Besturingssysteem
Microsoft Windows Vista Home Basic/Home Premium/Ultimate/
Business/Enterprise, Windows Vista Home Basic/Home Premium/ Ultimate/Business/Enterprise x64 Edition, Windows Server 2003, Windows Server 2003 x64 Edition, Windows XP Home Edition/ Professional (Service Pack 1 of later; Service Pack 2 of later wordt aanbevolen), Windows XP Professional x64 Edition, Windows 2000 (Service Pack 4 of later)
Mac OS X (10.2 of later; we bevelen aan om de nieuwste patch te
installeren), Mac OS X Server (10.2 of later)
Mac OS 9 (9.1 of later), Mac OS X (10.2 of later) Classic mode
Red Hat Linux 9.0, SuSE Linux 8.2
Vrije ruimte op de vaste schijf
Circa 20 MB ruimte op de vaste schijf voor het printerstuurprogramma
en de Status Monitor
Circa 128 MB ruimte op de vaste schijf voor beeldbewerking
RAM
128 MB of meer
CD/DVD-stationI/O-interface
10Base-T/100Base-TX/1000Base-T ethernet-interfacepoort
USB 2.0 (High Speed) compatibele poort
Parallelle (IEEE 1284) poort
" Meer informatie over de Macintosh en Linux printerstuurprogramma’s
leest u in de referentiehandleiding op de CD/DVD Utilities and Docu­mentation.
Systeemeisen10
Page 25
Opties van stuurprogramma’s / standaard­waarden selecteren (voor Windows)
Voordat u aan het werk gaat met de printer, moet u de standaardinstellingen van het stuurprogramma controleren / wijzigen. Wanneer u bovendien opties in de printer hebt geïnstalleerd, moet u deze opties in het stuurprogramma "invoeren".

Windows Vista/Server 2003/XP/2000 (PCL6, PS)

1 Kies de stuurprogramma-eigenschappen als volgt.
(Windows Vista)
In het menu Start kiest u Control Panel, dan Hardware and Sound, en dan Printers om de map Printers weer te geven. Klik met de rech- termuisknop op het printerpictogram KONICA MINOLTA mc7450 PCL6 of KONICA MINOLTA mc7450 PS en kies Properties.
(Windows Server 2003/XP)
In het menu Start selecteert u Printers and Faxes om de map Prin­ters and Faxes weer te geven. Klik met de rechtermuisknop op het
printerpictogram KONICA MINOLTA mc7450 PCL6 of KONICA MINOLTA mc7450 PS en kies Properties.
(Windows 2000)
In het menu Start selecteert u Settings en dan Printers om de map Printers weer te geven. Klik met de rechtermuisknop op het printer-
pictogram KONICA MINOLTA mc7450 PCL6 of KONICA MINOLTA mc7450 PS en kies Properties.
2 Wanneer u opties hebt geïnstalleerd, gaat u verder met de volgende stap.
Anders springt u naar stap 9.
3 Selecteer het tabblad Configure. 4 Controleer of de geïnstalleerde opties correct in de lijst staan. Indien dat
niet zo is, gaat u verder met de volgende stap. Anders gaat u naar stap 8.
5 Klik op de knop Refresh om geïnstalleerde opties automatisch te configu-
reren.
" De knop Refresh is uitsluitend beschikbaar als bidirectionele com-
municatie mogelijk is bij de printer; anders is hij grijs.
6 Selecteer in de lijst Device Options een optie (telkens maar één) en
selecteer Enable of Disable in het menu Settings.
" Als Printer Memory is geselecteerd, selecteert u 256 MB,
512 MB, 768 MB of 1024 MB, in overeenstemming met het geïn-
stalleerde geheugen. De fabrieksinstelling is 256 MB.
Opties van stuurprogramma’s / standaardwaarden
11
Page 26
7 Klik op Apply.
" Al naar gelang de versie van het besturingssysteem verschijnt
Apply wellicht niet. Ga in dit geval verder met de volgende stap.
8 Selecteer het tabblad General. 9 Klik op Printing Preferences.
Het dialoogvenster Printing Preferences verschijnt.
10 Leg op de betreffende tabbladen de standaardinstellingen voor uw printer
vast, bijvoorbeeld het standaardmatige papierformaat.
11 Klik op Apply. 12 Klik op OK om het dialoogvenster Printing Preference te sluiten. 13 Klik op OK om het dialoogvenster Properties te sluiten.
Opties van stuurprogramma’s / standaardwaarden12
Page 27
Het Windows printerstuurprogramma ver­wijderen
Dit gedeelte beschrijft hoe u het printerstuurprogramma verwijdert.

Windows Vista/Server 2003/XP/2000

1 Sluit alle toepassingen. 2 Selecteer het Uninstall Program als volgt.
(Windows Vista/Server 2003/XP)
In het menu Start kiest u All programs, KONICA MINOLTA, magicolor 7450, en dan Uninstall Printer Driver.
(Windows 2000)
In het menu Start kiest u Programs, KONICA MINOLTA, magicolor 7450, en dan Uninstall Printer Driver.
3 Wanneer het dialoogvenster Uninstall verschijnt, selecteert u de naam
van het te verwijderen stuurprogramma en klikt dan de toets Uninstall.
4 Klik op Uninstall. 5 Klik op OK en start dan uw computer opnieuw op. 6 Het printerstuurprogramma wordt nu van uw computer verwijderd.

Het Windows printerstuurprogramma verwijderen

13
Page 28
Instellingen voor het Windows printerstuur­programma weergeven

Windows Vista

1 In het menu Start kiest u Control Panel, dan Hardware and Sound, en
dan Printers om de map Printers weer te geven.
2 Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram KONICA MINOLTA
mc7450 PCL6 of KONICA MINOLTA mc7450 PS en kies Printing
Preferences.

Windows Server 2003/XP

1 In het menu Start selecteert u Printers and Faxes om de map Printers
and Faxes weer te geven.
2 Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram KONICA MINOLTA
mc7450 PCL6 of KONICA MINOLTA mc7450 PS en kies Printing
Preferences.

Windows 2000

1 In het menu Start gaat u naar Settings, en klikt u Printers om de map
Printers weer te geven.
2 Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram KONICA MINOLTA
mc7450 PCL6 of KONICA MINOLTA mc7450 PS en kies Printing Prefe- rences.
Instellingen voor het Windows printerstuurprogramma14
Page 29

Instellingen van het printerstuurprogramma

Algemene knoppen

De knoppen zijn bij alle tabbladen hetzelfde.
OK
U verlaat het dialoogvenster Properties, waarbij u de gemaakte veranderin­gen opslaat.
Cancel
U verlaat het dialoogvenster Properties, zonder daarbij de wijzigingen op te slaan.
Apply
U slaat de wijzigingen op, zonder het dialoogvenster Properties te verlaten.
Help
Klik op deze knop om de helppagina op te roepen.
Favoriete instelling
Hiermee kunnen de huidige instellingen worden opgeslagen. Om de huidige instellingen op te slaan, specificeert u de gewenste instellingen en klikt dan op Add. Specificeer de onderstaande instellingen en klik dan op OK.
Name: geef de naam van de instellingen die u wilt opslaan.Sharing: specificeer of andere gebruikers die zich aanmelden op de com-
puter de instellingen die u opslaat kunnen gebruiken.
Pictogram: Selecteer een pictogram van de pictogramlijst om de instellin-
gen eenvoudig te herkennen. Het geselecteerde pictogram verschijn t in het dropdownmenu.
Comment: u kunt een eenvoudig commentaar toevoegen aan de instel-
lingen die u opslaat.
Later kunt u de opgeslagen instellingen weer selecteren in de uitklaplijst. U kunt de geregistreerde instelling veranderen door op Edit te klikken.
Selecteer Defaults in de keuzelijst om de functies op alle tabbladen terug te stellen op hun standaardwaarden.
Instellingen van het printerstuurprogramma
15
Page 30
Afdrukvoorbeeld
Klik op deze knop om de pagina-indeling te tonen in het beeldgebied.
" Deze knop is niet aanwezig op de tabbladen Advanced en Quality.
Printeraanzicht
Klik op deze knop om een printerafbeelding (met alle geïnstalleerde opties) te tonen in het beeldgebied.
" Deze knop is niet aanwezig op het tabblad Advanced.
Quality View
Klik op deze knop om een voorbeeld te geven van de instellingen die u hebt geselecteerd op het tabblad Quality.
" Deze knop verschijnt uitsluitend wanneer u het tabblad Quality hebt
geselecteerd.
Printerinformatie
Klik op deze knop om PageScope Web Connection te starten.
" Deze knop is beschikbaar wanneer er verbinding met het netwerk is.
Default
Met deze knop stelt u de instellingen terug op hun standaardwaarden.
" Deze knop is niet aanwezig op het tabblad Advanced.
Tabblad Advanced (uitsluitend PostScript printerstuur­programma)
Met de functies op het tabblad Advan c e d kunt u
het in- of uitschakelen van instellingen selecteren voor geavanceerde
afdrukfuncties (zoals boekje afdrukken)
de PostScript-uitvoermethode specificerenspecificeren of u de foutmeldingen van een afdruktaak wilt afdrukkeneen gespiegelde afbeelding afdrukkenspecificeren of de toepassing wel of niet rechtstreeks PostScript-gege-
vens kan uitvoeren
Instellingen van het printerstuurprogramma16
Page 31

Tabblad Basic

Met behulp van de functies op het tabblad Basic kunt u
de afdrukrichting van het medium bepalenhet formaat van het originele document bepalende afmetingen van het uitgevoerde drukmateriaal bepalendocumenten zoomen (vergroten/verkleinen)een papierbron bepalenhet type media bepalenhet aantal gewenste afdrukken bepalenhet sorteren activeren / deactivereneen afdruktaak op d e printe r op slaan en deze la ter afd rukken (e en afdr uk-
taak "vasthouden")
een vertrouwelijke taak op de printer opslaan en beschermen met een
wachtwoord
een testafdruk makengebruikersinstellingen specificeren (taaknaam voor afdrukken opgeslagen
taken en toegangscode voor afdrukken beveiligde taken)
op de achterkant van bedrukt papier afdrukken
" Papier gebruiken waarop al is afgedrukt met deze machine De afdruk
met deze instelling wordt niet gegarandeerd.
" Gebruik niet de volgende papiersoorten.
papier waarop met een inkjetprinter is afgedruktpapier waarop met een monochroom/kleur laserprinter/copier is
afgedrukt
papier waarop met enig andere printer of faxmachine is afgedrukt

Tabblad Layout

Met de functies van het tabblad Layout kunt u:
meer pagina’s van een document op eenzelfde blad weergeven (N-voudig
bedrukken)
het drukken van brochures specificerenhet afdrukbeeld 180° draaienduplex (dubbelzijdig) afdrukken specificeren.specificeren of u eventuele lege pagina’s wilt afdrukken of niet (uitsluitend
PCL printerstuurprogramma’s)
Instellingen van het printerstuurprogramma
17
Page 32
de bindmarge instellen (uitsluitend PCL-printerstuurprogramma)de afdrukpositie instellen (uitsluitend PCL-printerstuurprogramma)

Tabblad Cover Page

Met de functies op het tabblad Cover Pag e kunt u
een voor- of achterblad en scheidingspagina’s afdrukkende lade specificeren die het medium bevat voor de voor- en achterpa-
gina’s en scheidingspagina’s

Tabblad Watermark/Overlay

" Let er bij het werken met overlays op dat papierformaat en de positie
van de betreffende afdrukopdracht en het overlayformulier identiek zijn. Bedenk ook dat wanneer in het printerstuurprogramma "N-up" of "Booklet" staat, u het overlayformulier niet kunt aanpassen aan de gekozen instellingen.
Met de instellingen in de functie "Overlay" van het tabblad Watermark/Over­lay kunt u:
het gewenste overlayformulier kiezenoverlaybestanden toevoegen of verwijderende Download Manager starten om een formulier op te halen (uitsluitend
PostScript-printerstuurprogramma)
" De Download Manager moet u dan eerder hebben geïnstalleerd.
een formulier maken (uitsluitend PCL-printerstuurprogramma)specificeren dat de printer het document en formulier overlappend afdrukt
(uitsluitend PCL-printerstuurprogramma’s)
de formulierinformatie weergeven (uitsluitend PCL-printerstuurpro-
gramma)
het formulier op alle pagina’s, uitsluitend op de eerste pagina, uitsluitend
op de even pagina’s of op de oneven pagina’s afdrukken
plaats het formulier in de achterzijde van het document of vóór het afge-
drukte document (uitsluitend PCL-printerstuurprogramma’s)
Met de instellingen in de functie "Watermark" van het tabblad Watermark/ Overlay kunt u:
het watermerk selecteren dat u wilt gebruikenwatermerken toevoegen, bewerken of verwijderende dichtheid van het watermerk verminderen
Instellingen van het printerstuurprogramma18
Page 33
een kader om watermerken heen afdrukkentransparante (schaduw) watermerken afdrukkenhet watermerk uitsluitend op de eerste pagina afdrukkenhet watermerk herhaaldelijk over alle pagina’s afdrukken

Tabblad Quality

Met de functies op het tabblad Qu a li ty kunt u
pendelen tussen afdrukken in kleur of in grijswaardende helderheid van een afbeelding bepalen (brightness)de kleurinstellingen van de printer specificeren (snelle kleurinstelling)de resolutie van het drukwerk bepalenkleurscheiding uitvoerende formaten specificeren van de lettertypen die u wilt ophalenafdrukken met behulp van de lettertypen van de printerde tonen in een beeld (contrast) bepalen (alleen PCL-printerstuurpro-
gramma)
instellingen voor beeldcompressie specificeren (alleen PCL-printerstuur-
programma)

Tab Overige

Met de tab Overige kunt u
selecteren dat Microsoft Excelsheets niet opgedeeld worden tijdens het
afdrukken
per e-mail een kennisgeving verzenden wanneer het afdrukken is voltooidde versie-informatie tonen van het printerstuurprogramma
Instellingen van het printerstuurprogramma
19
Page 34
Beperkingen van printerstuurprogrammafuncties geïn­stalleerd met Point and Print
Als Point and Print uitgevoerd wordt met de volgende client-server combina­ties, dan zijn er beperkingen voor sommige printerstuurprogrammafuncties.
Client-server combinaties
Server: Windows Vista/Server 2003/XP/2000 Client: Windows Vista/Server 2003/XP/2000
Functies met beperkingen
Booklet, Skip Blank Pages, Front Cover Page, Back Cover Page, Separa­tor Page, Create Overlay, Print Overlay, Watermark *JOBNAME, USERNAME, en HOSTNAME uitvoer van PJL
Instellingen van het printerstuurprogramma20
Page 35
De statusmonitor
gebruiken
(uitsluitend
Windows)
Page 36

Met de statusmonitor werken

Inleiding

De statusmonitor toont informatie over de huidige printerstatus. De statusmonitor kan geïnstalleerd worden vanaf de CD/DVD Utilities and
Documentation. Meer informatie over de installatie leest u in de referentiehandleiding op de
CD/DVD Utilities and Documentation.

Werkomgeving

De statusmonitor kan gebruikt worden op computers met Windows Vista/XP/ Server 2003/2000 die via een Ethernetverbinding zijn verbonden met de prin­ter.

De statusmonitor openen

Open de statusmonitor met één van de volgende stappen.
Windows Vista/Server 2003/XP—In het menu Start kiest u All
Programs, KONICA MINOLTA, en dan Status Monitor. Dubbelklik op het pictogram van de statusmonitor in de taakbalk.
Windows 2000—In het menu Start kiest u Programs, KONICA
MINOLTA, en dan Status Monitor. Dubbelklik op het pictogram van de statusmonitor in de taakbalk.

De statusmonitor gebruiken

Tabblad Status
Select Printer—Selecteert de printer waarvan de status is weergegeven.
De meldingen verschijnen ook in het berichtenvenster van de geselec­teerde printer.
Graphic—Toont een grafische weergave van de printer en geeft aan
waar het probleem is. Wanneer de printerafbeelding een rode of gele ach­tergrond heeft, is er een fout en is de taak onderbroken.
Advanced Options—Klik op Advanced Options om het dialoogvenster
Advanced Options te openen. In het dialoogvenster Advanced Options slecteert u of de statusmonitor automatisch start wanneer het besturings­systeem start en of foutmeldingen per e-mail worden verzonden.
Order Supplies—Klik op Order Supplies om automatisch de pagina
voor het bestellen van verbruiksmaterialen te openen. Het adres van de pagina kunt u specificeren in het dialoogvenster Advanced Options.
Met de statusmonitor werken22
Page 37
Printer Alerts—Toont tekstmeldingen die u waarschuwen voor condities
zoals toner die bijna op is.
Recovery Instruct ions —Vertelt u wat u moet doen om problemen te cor-
rigeren en storingscondities te herstellen.
Tabblad Consumables
Geeft de verbruiksstatus (ongeveer het resterende percentage) van alle ver­bruiksmaterialen.
Order Supplies—Klik op Order Supplies om automatisch de pagina
voor het bestellen van verbruiksmaterialen te openen. Het adres van de pagina kunt u specificeren in het dialoogvenster Advanced Options.
Refresh—Controleert de verbruiksmaterialen opnieuw en geeft hun sta-
tus weer.
" Klik op Help om vensters weer te geven met uitleg over de functies
van de statusmonitor. Raadpleeg deze Help voor gedetailleerde infor­matie.
" De restpercentages voor de verbruiksmaterialen die u leest wanneer u
de statusmonitor gebruikt, kunnen afwijken van de werkelijke waarden en dienen slechts ter indicatie.
Waarschuwingen van de statusmonitor her­kennen
Wanneer de statusmonitor een afdrukprobleem waarneemt, verandert de kleur op de Windows taakbalk van groen (normaal) naar geel (waarschu­wing), oranje of rood (storing), afhankelijk van de ernst van het printerpro­bleem.

Herstellen van een waarschuwing van de statusmonitor

Wanneer de statusmonitor u op de hoogte stelt van een afdrukprobleem, dub­belklikt u op het pictogram ervan op de Windows taakbalk om de statusmoni­tor te openen. De statusmonitor identificeert het type storing.

Waarschuwingen van de statusmonitor herkennen

23
Page 38

De statusmonitor sluiten

Klik op Close om het venster van de statusmonitor te sluiten. U verlaat de statusmonitor door met de rechtermuisknop op het statusmonitor-pictogram in de taakbalk te klikken, en dan op Exit te klikken.
De statusmonitor sluiten24
Page 39
Bedienpaneel en
configuratiemenu
van de printer
Page 40

Het bedienpaneel

1
45 6
3
87
2
MESSAGE
WINDOW
BERICHTEN-
VENSTER
Met behulp van het bedienpaneel bovenop de printer regelt u het functione­ren van de printer. Bovendien toont het de huidige printerstatus, inclusief alle condities die uw aandacht vragen.

Bedienpaneellampjes en -toetsen

Nr. Lampje Uit Aan
1 De printer is niet gereed
om gegevens te ontvan­gen.
De printer is gereed om gegevens te ontvangen.
2 Geen probleem. De bediener moet aan-
dacht besteden aan de printer (meestal in com­binatie met een status­bericht in het berichtenvenster).
Het bedienpaneel26
Page 41
Nr. Toets Functie
3 Annuleert de momenteel weergegeven menu-
optie.
Hiermee kunt u één of alle afdruktaken annule-
ren die momenteel worden afgedrukt of ver­werkt.
1. Druk op de toets Cancel.
2. Druk op de toetsen Omhoog of Omlaag om
HUIDIGE TAAK of ALLE TAKEN te selecte-
ren.
3. Druk op de knop Select. De afdruktaak (afdruktaken) is (zijn) geannu­leerd.
4 Opent het menusysteem.
Gaat omlaag in de menustructuur.Past de geselecteerde instelling toe.
verschijnt in het berichtenvenster.
5 Verplaatst de cursor omhoog.
Keert terug van het helpscherm naar het status-
scherm.
6  Verplaatst de cursor naar rechts.
Het bedienpaneel
Binnen een menuoptie dat u karakter voor
karakter kunt veranderen, schuift de cursor omhoog door de beschikbare karakters
, verschijnt in het berichtenvenster.
Toont het volgende helpscherm. verschijnt in het berichtenvenster.
27
Page 42
Nr. Toets Functie
YMC K
MENU
1
3
2
4
7  Verplaatst de cursor omlaag.
Toont het helpscherm wanneer een fout
optreedt.
Binnen een menuoptie dat u karakter voor
karakter kunt veranderen, schuift de cursor omlaag door de beschikbare karakters
, verschijnt in het berichtenvenster.
8  Verplaatst de cursor naar links.
Toont het vorige helpscherm. verschijnt in het berichtenvenster.

Berichtenvenster

In het berichtenvenster kunnen de status van de printer, de hoeveelheid res­terende toner, en eventuele foutmeldingen bekeken worden.
Nr. Details
1 De huidige status van de printer wordt weergegeven.
Als een operator of servicemonteur gebeld moet worden, ver-
schijnt het symbool en wordt de foutstatus weergegeven.
Als een waarschuwing gegeven wordt, verschijnt het sym-
bool rechts in het scherm.
Als er een afdruktaak wordt ontvangen, verschijnt het sym-
bool rechts in het scherm.
Als er een digitale camera wordt aangesloten, verschijnt het sym-
bool rechts in het scherm.
Het bedienpaneel28
Page 43
Nr. Details
2 Foutmeldingen worden weergegeven.
Terwijl een afdruktaak ontvangen wordt, wordt de gebruikersnaam
en de voortgang van afdrukken weergegeven.
Wanneer de firmware geüpdatet wordt, wordt het type firmware
en de voortgang van updaten weergegeven. 3 Belangrijke informatie wordt weergegeven. 4 Er wordt een schatting van de resterende hoeveelheid toner weer-
gegeven.

Helpschermen

Wanneer de Down-toets ingedrukt wordt nadat een fout is opgetreden, zoals een papiervastloper, verschijnt het helpscherm zodat de fout gecorrigeerd kan worden.
Het bedienpaneel
29
Page 44

Overzicht van het configuratiemenu

PRINT MENU
PAPIER MENU
CAMERA DIRECT
**
INTERFACE MENU
SYS DEFAULT MENU
TEST/ PRINTMENU
*
KWALITEIT MENU
GEREED
ONDERHOUD MENU
SERVICE MENU
Hieronder ziet u het configuratiemenu dat u opent vanaf het bedienpaneel.

Hoofdmenu

" * Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u een optioneel
vaste-schijfpakket heeft geïnstalleerd.
" ** Dit menu verschijnt wanneer INTERFACE MENU/CAMERA
DIRECT
is ingesteld op INSCHAKELEN.
Overzicht van het configuratiemenu30
Page 45

TEST/PRINT-MENU

TEST/ PRINT-MENU
"Gebruikersnaam"
"Taaknaam"
PRINT VERWIJDER
"Taaknaam" KOPIEËN
1
"Taaknaam" JA
NEE
" * Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u een optioneel
vaste-schijfpakket heeft geïnstalleerd.
Met dit menuonderdeel kunt u afdruktaken uitvoeren of wissen die op de vaste schijf waren geplaatst met behulp van Job Retention op het tabblad Basic van het printerstuurprogramma.
" Alle door de fabriek ingestelde standaardwaarden worden vet weer-
gegeven.

Een opgeslagen taak afdrukken/verwijderen

1 Volg de onderstaande procedure om een taak te selecteren.
Druk op tot het volgende in het venster verschijnt
TEST/PRINT-MENU
"Gebruikersnaam"
Overzicht van het configuratiemenu
Als geen opdrachten zijn opgeslagen op de vaste schijf, verschijnt GEEN OPGESL TK.
31
Page 46
Druk op tot het volgende in het venster verschijnt
,
Gewenste gebruikersnaam
Taaknaam"
"
,
Gewenste taaknaam
PRINT VERWIJDER
Als de geselecteerde afdruktaak vanuit het printerstuurprogramma was ingesteld als een beveiligde taak, verschijnt een scherm om de toegangscode in te vullen. Details voor het invoeren van de toegangscode leest u onder "Een toegangscode invoeren" op pagina 32.
2 Selecteer PRINT of VERWIJDER, en druk dan op Menu/Select.
" Als PRINT werd geselecteerd, gaat u verder met stap 3.
VERWIJDER werd geselecteerd, gaat u verder met stap 5.
Als
3 Druk op de toetsen Omhoog en Omlaag om het aantal afdrukken te speci-
ficeren. (Instellingen: 1 tot 999; standaard: 1)
4 Druk op de toets Menu/Select.
Het afdrukken begint.
5 Selecteer JA of NEE. 6 Druk op de toets Menu/Select.
Wanneer u Als
NEE werd geselecteerd, verschijnt het scherm PRINT/VERWIJDER
opnieuw.
JA heeft geselecteerd, wordt de vaste schijf geïnitialiseerd.

Een toegangscode invoeren

Als de afdruktaak geselecteerd in TEST/PRINT- MENU een beveiligde taak is, verschijnt een scherm om de toegangscode in te voeren. Volg de onder­staande procedure om het viercijferige toegangscode in te voeren dat u heeft gespecificeerd in het printerstuurprogramma.
Overzicht van het configuratiemenu32
Page 47
1 Druk op de toetsen Omhoog en Omlaag om het eerste cijfer van de toe-
gangscode te verhogen of te verlagen.
2 Druk op de toets Rechts om de cursor naar het volgende cijfer te verplaat-
sen.
3 Druk op de toetsen Omhoog en Omlaag om het tweede cijfer van het
wachtwoord te verhogen of te verlagen.
4 Herhaal deze stappen tot u alle vier cijfers van de toegangscode heeft
ingevoerd.
5 Druk op de toets Menu/Select.
Het selectiescherm
PRINT/VERWIJDER verschijnt.
" Wanneer u een onjuiste toegangscode heeft ingevoerd, verschijnt
ONGELDIGE OPGAVE en verschijnt het scherm voor het invoeren
van de toegangscode weer.
Overzicht van het configuratiemenu
33
Page 48

PRINT MENU

POSTSCRIPT
PCL
MENUKAART
DIRECTORY LIJST
*
CONFIGURATIE PAGINA
FONTLIJST
DEMO PAGINA
STATUSPAGINA
PRINT MENU
Met behulp van dit menu kunt u printerinformatie (bijvoorbeeld de configura­tie- en demopagina) afdrukken.
" * Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u een optioneel
vaste-schijfpakket heeft geïnstalleerd.
" Alle door de fabriek ingestelde standaardwaarden worden vet weerge-
geven.
CONFIG. PAGINA
DEMO PAGINA
STATUS­PAGINA
Instellingen Drukt een configuratiepagina af. Instellingen Drukt een demopagina af. Instellingen Drukt een statuspagina af, met daarin details zoals het
aantal afgedrukte pagina’s.
PRINT/ANNULEER
PRINT/ANNULEER
PRINT/ANNULEER
Overzicht van het configuratiemenu34
Page 49
FONTLIJST POST
SCRIPT
PCL
MENUKAART
DIRECTORY LIJST
Instellingen Drukt een menukaart af. Instellingen Drukt een directorylijst van de vaste schijf af.
Instellin­gen
Drukt een PostScript-lettertypenlijst af. Instellin-
gen Drukt een PCL-lettertypenlijst af.
PRINT/ANNULEER
PRINT/ANNULEER
PRINT/ANNULEER
PRINT/ANNULEER
" De status van de resterende hoeveelheden verbruiksmaterialen/
onderdelen en bedekkingsinformatie die wordt weergegeven met de statuspagina kan verschillen van de werkelijke hoeveelheden, en dient uitsluitend als richtlijn.
Overzicht van het configuratiemenu
35
Page 50
PAPIERTYPE
DEFAULT LADE
LADE 1
PAPIERFORMAAT
CUSTOMFORMAAT
****
LADE 2
PAPIERTYPE
PAPIERFORMAAT
PAPIERBRON
SORTEREN
**
DUPLEX
*
KOPIEËN

PAPIERMENU

CUSTOMFORMAAT
*****
FORMAAT INSTEL.
LADE AANEENSCHAK.
LADE 4
***
PAPIERTYPE
PAPIERFORMAAT
PAPIERTYPE
PAPIERFORMAAT
PAPIERFORMAAT
PAPIERTYPE
LOGISCHE LADE 0-9
LADE 3
***
LADE 5
***
LADE MAP. MODE
LADE MAPPING
PAPIERMENU
Met behulp van dit menu kunt u de afdrukmedia beheren.
Overzicht van het configuratiemenu36
Page 51
" * Dit menuonderdeel verschijnt alleen als de optionele duplexeenheid
is geïnstalleerd. ** Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend als een optioneel vaste-schijfpakket is geïnstalleerd. *** Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend als een optionele onder­ste toevoereenheid is geïnstalleerd. ****Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u CUSTOM selecteert in het menu LADE 1/PAPIERFORMAAT. *****Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u CUSTOM selecteert in het menu LADE 2/PAPIERFORMAAT.
Overzicht van het configuratiemenu
37
Page 52
" Alle door de fabriek ingestelde standaardwaarden worden vet weerge-
geven.
PAPIER BRON
DEFAULT LADE
Instellingen
U kunt de lade specificeren die gewoonlijk wordt gebruikt.
" LADE 3/4/5 verschijnen uitsluitend als een
optionele onderste toevoereenheid is geïnstal­leerd.
LADE 1 PAPIER-
FORMAAT
LADE 1/LADE 2/ LADE 3/LADE 4/LADE 5
Instellin­gen
Selecteer de instellingen voor het medi­umformaat dat is geladen in lade 1.
ELKE/LETTER/ LETTER-R/11x17/ LEGAL/EXECUTIVE/ A3BREED/A3/A4/A4-R/ A5/A6/B4(JIS)/ B5(JIS)/B5(JIS)-R/ B6(JIS)/GOVT LETTER/ STATEMENT/FOLIO/SP FOLIO/UK QUARTO/ FOOLSCAP/GOVT LEGAL/ 16K/12x18/11x14/4x6/ D8K/KAI 8/KAI 16/KAI 32/ENV C5/ENV C6/ENV DL/ENV MONARCH/ENV CHOU#3/ENV CHOU#4/ B5(ISO)/ENV #10/ENV YOU#4/JPOST/JPOST-D/ CUSTOM
" Een toegevoegde "-R" aan het
eind van het mediumformaat geeft aan dat het medium vertikaal gela­den wordt.
Overzicht van het configuratiemenu38
Page 53
CUSTOM­FORMAAT
" Het selecteren van "ELKE" bete-
kent dat media geladen worden met het formaat zoals gespecifi­ceerd in het printerstuurpro­gramma, en de pagina's afgedrukt worden zonder het daadwerkelijk selecteren van het mediumfor­maat. Zorg ervoor dat media gela­den worden van het gespecificeerde formaat. Raadpleeg "FORM.FOUT" op pagina 215.
" De standaardinstelling voor Noord
Amerika is daardinstelling voor alle andere landen is
Specificeer het mediumformaat wanneer custumformaat media is geladen in lade
1. De eenheidinstelling kan geschakeld
worden tussen millimeters en inches met de instelling
MAATEENHEID
LETTER. De stan-
A4.
SYSTEEMPAPIER
. Bereik instellen voor BREEDTE  Voor MILLIMETERS: 90 tot 311
mm (de standaard is
Voor INCHES: 3,55 tot 12,25 inch
(de standaard is Bereik instellen voor Voor MILLIMETERS: 140 tot
1200 mm (de standaard is 279.)
Voor INCHES: 5,50 tot 47,24 inch
(de standaard is
" Dit menuonderdeel verschijnt uit-
Overzicht van het configuratiemenu
8,50.)
LENGTE
11,00.)
sluitend wanneer
MAAT
is ingesteld op CUSTOM.
216.)
PAPIERFOR-
39
Page 54
PAPIER­TYPE
LADE 2 PAPIER-
FORMAAT
Instellin­gen
ELKE/NORMAAL PAP./ GERECYCLED/DIK PAPIER 1/DIK PAPIER 2/DIK PAPIER 3/ LABEL/TRANSPARANT/ TRANSPARANT2/ ENVELOP/BRIEFKAART/ LETTERHEAD/GLOSSY
Selecteer de instellingen voor het medi­umtype dat is geladen in lade 1.
"
Het selecteren van "ELKE" betekent dat media geladen worden van het type zoals gespecificeerd in het prin­terstuurprogramma, en de pagina's afgedrukt worden zonder het daad­werkelijk selecteren van het medi­umtype. Zorg ervoor dat media geladen worden van het gespecifi­ceerde type. Raadpleeg " TYPEFOUT" op
.
215
Instellin­gen
ELKE/LETTER/ LETTER-R/11x17/
pagina
LEGAL/EXECUTIVE/ A3BREED/A3/A4/A4-R/ A5/A6/B4(JIS)/ B5(JIS)/B5(JIS)-R/ B6(JIS)/GOVT LETTER/ STATEMENT/FOLIO/SP FOLIO/UK QUARTO/ FOOLSCAP/GOVT LEGAL/ 16K/12x18/11x14/4x6/ D8K/KAI 8/KAI 16/KAI 32/ENV C5/ENV C6/ENV DL/ENV MONARCH/ENV CHOU#3/ENV CHOU#4/ B5(ISO)/ENV #10/ENV YOU#4/JPOST/JPOST-D/ CUSTOM
Overzicht van het configuratiemenu40
Page 55
CUSTOM­FORMAAT
Selecteer de instellingen voor het medi­umformaat dat is geladen in lade 2.
" Dit menuonderdeel verschijnt uit-
sluitend wanneer
INSTEL. SELECTIE
Met elke andere instelling, wordt het mediumformaat ingesteld voor
LADE2 automatisch gedetecteerd.
FORMAAT
is ingesteld op GEBR.
.
" De standaardinstelling voor Noord
Amerika is daardinstelling voor alle andere landen is A4.
Specificeer het mediumformaat wanneer custumformaat media is geladen in lade 1.
De eenheidinstelling kan geschakeld worden tussen millimeters en inches met de instelling
MAATEENHEID
Bereik instellen voor BREEDTE  Voor MILLIMETERS: 90 tot 311
mm (de standaard is Voor INCHES: 3,55 tot 12,25 inch
(de standaard is
LETTER. De stan-
SYSTEEMPAPIER
.
216.)
8,50.)
Bereik instellen voor LENGTE Voor MILLIMETERS: 140 tot
457 mm (de standaard is 279.)
Voor INCHES: 5,50 tot 18,00 inch
(de standaard is
" Dit menuonderdeel verschijnt uit-
Overzicht van het configuratiemenu
11,00.)
sluitend wanneer
MAAT
is ingesteld op CUSTOM.
PAPIERFOR-
41
Page 56
LADE 3 LADE 4 LADE 5
PAPIER­TYPE
FORMAAT INSTEL.
PAPIER­FORMAAT
Instellin­gen
ELKE/NORMAAL PAP./ GERECYCLED/DIK PAPIER 1/DIK PAPIER 2/DIK PAPIER 3/ LABEL/TRANSPARANT/ TRANSPARANT2/ ENVELOP/BRIEFKAART/ LETTERHEAD/GLOSSY
Selecteer de instellingen voor het medi­umtype dat is geladen in lade 2.
Instellin­gen
Als AUTO is geselecteerd, wijst het appa­raat het mediumformaat automatisch toe. Voor mediumformaten die automatisch gedetecteerd kunnen worden wanneer AUTO geselecteerd is, raadpleeg "DET. PAP. FORM." op pagina 77.
Als teerd is, wordt het mediumformaat zoals gespecificeerd door de gebruiker inge­steld.
Het mediaformaat geladen in lade 3/4/5 wordt aangegeven. Voor mediaformaten die automatisch gedetecteerd kunnen worden, leest u "DET. PAP. FORM." op pagina 77.
AUTO/ GEBRUIKERSSELECTIE
GEBRUIKERSSELECTIE geselec-
PAPIER­TYPE
Overzicht van het configuratiemenu42
Dit menuonderdeel toont alleen de hui­dige instelling. Deze instelling kan niet gewijzigd worden.
Instellin­gen
Selecteer de instellingen voor het media­type dat is geladen in lade 3/4/5.
ELKE/NORMAAL PAP./ GERECYCLED
Page 57
LADE AANEEN­SCHAK.
LADE MAPPING
Instellingen Als AAN is geselecteerd en de gespecificeerde lade
leeg raakt tijdens het afdrukken, wordt automatisch een lade met papier van hetzelfde formaat geselecteerd, zodat het afdrukken door kan gaan.
UIT is geselecteerd en de gespecificeerde lade
Als raakt leeg, stopt het afdrukken.
LADE MAP. MODE
LOGISCHE LADE 0-9
AAN/UIT
Instellin­gen
Als AAN is geselecteerd, kan logische lade 0 tot 9 worden geselecteerd en kan de toegewezen lade van deze printer gebruikt worden.
Als logische lade gebruikt worden.
Deze instelling wordt gebruikt om een lade-instelling, gespecificeerd door een printerstuurprogramma van derden, te koppelen met laden in deze printer.
Instellin­gen
Er kan worden gespecificeerd welke fysieke lade toegewezen wordt aan welke logische lade.
AAN/UIT
UIT is geselecteerd, kan er geen
FYSIEKE LADE 1-5
" De standaardinstelling voor
" FYSIEKE LADE 3/4/5 verschijnen
Overzicht van het configuratiemenu
LOGISCHE LADE 0 is FYSIEKE LADE2. De stan-
daardinstelling voor alle andere laden is
uitsluitend als een optionele onder­ste toevoereenheid is geïnstal­leerd.
FYSIEKE LADE1.
43
Page 58
DUPLEX
KOPIEËN
SORTE­REN
Instellingen Als LANGE ZIJDE is geselecteerd, bedrukt de printer voor- en ach-
terzijde van het papier, voor binden aan de lange zijde. Als KORTE ZIJDE is geselecteerd, bedrukt de printer voor- en ach-
terzijde van het papier, voor binden aan de korte zijde. De instelling van het printerstuurprogramma heeft voorrang boven
deze menu-instelling. Instellingen Specificeer het aantal afdrukken.
De instelling van het printerstuurprogramma heeft voorrang boven deze menu-instelling.
Instellingen Als AAN is geselecteerd, worden alle pagina's van het document
afgedrukt voordat het volgende exemplaar wordt afgedrukt. Als UIT is geselecteerd, worden alle exemplaren van het document
niet apart afgedrukt. De instelling van het printerstuurprogramma heeft voorrang boven
deze menu-instelling.
UIT/LANGE ZIJDE/KORTE ZIJDE
1-9999
AAN/UIT
Overzicht van het configuratiemenu44
Page 59

KWALITEITSMENU

BEELD PRINTEN
KLEURMODUS
HELDERHEID
PCL INSTEL.
RGB BRON
RGB INTENT
RGB GRIJS
HALFTOON
KWALITEITSMENU
CONTRAST
TEKST PRINTEN RGB BRON
RGB INTENT
RGB GRIJS
HALFTOON
GRAFIEKEN PRINTEN
PS INSTEL.
BEELD PRINTEN RGB BRON
RGB INTENT
RGB GRIJS
BESTEMMINGSPROF .
HALFTOON
Met behulp van dit menu kunt u instellingen voor de afdrukkwaliteit specifice­ren.
Overzicht van het configuratiemenu
45
Page 60
TEKST PRINTEN RGB BRON
RGB INTENT
RGB GRIJS
BESTEMMINGSPROF .
HALFTOON
GRAFIEKEN PRINTEN
RGB BRON
RGB INTENT
RGB GRIJS
BESTEMMINGSPROF .
HALFTOON
SIMUL. PROFIEL
SIMUL. INTENTIE
CMYK GRIJS
SIMULATIE
KLEURCALIBRATIE
AIDC PROCES
CALIBRATIE
KLEUR SCHEIDING
CMYK DICHTHEID
IMAGE CMYK GRIJS
THIN LINE MODE
Overzicht van het configuratiemenu46
Page 61
" Alle door de fabriek ingestelde standaardwaarden worden vet weerge-
geven.
KLEUR MODUS
HELDER­HEID
Instellingen Als KLEUR is geselecteerd, worden de pagina's in kleur
afgedrukt. Als
GRIJSWAARDEN is geselecteerd, worden de pagina's
in zwart-wit afgedrukt. Instellingen
De helderheid van het afgedrukte beeld kan bijgesteld wor­den.
KLEUR/GRIJSWAARDEN
-15%/-10%/-5%/0%/+5%/+10%/ +15%
Overzicht van het configuratiemenu
47
Page 62
PCL INSTEL.
CONTRAST
BEELD PRINTEN
Instellin­gen
Het contrast van het beeld kan bijgesteld worden.
RGB BRON
RGB INTENT
-15%/-10%/-5%/0%/ +5%/+10%/+15%
Instellin­gen
Specificeer de kleurenruimte voor RGB-beelddata.
Als APPARAATKLEUR is geselecteerd, wordt geen kleu­renruimte gespecificeerd.
RGB-bronprofielen die gedownload zijn met de Down­load Manager of met Page­Scope Web Connection zijn beschikbaar als RGB BRON.
Instellin­gen
Specificeer de toegepaste karakteristiek voor conversie van RGB-beelddata naar CMYK-data.
Als teerd, wordt een levendige uit­voer geproduceerd.
APPARAAT­KLEUR/sRGB
LEVENDIG/
FOTOGRAFISCH
LEVENDIG is geselec-
FOTOGRAFISCH is gese-
Als lecteerd, wordt een helderdere uitvoer geproduceerd.
Overzicht van het configuratiemenu48
Page 63
RGB GRIJS
HALF TOON
Instellin­gen
SAMENGEST. ZWART/ZWART
EN GRIJS/ ALLEEN ZWART
Specificeer hoe zwart en grijs­waarden worden gereprodu­ceerd in RGB-beelddata.
SAMENGEST. ZWART is
Als geselecteerd, wordt zwart gereproduceerd met behulp van CMYK-kleuren.
ZWART EN GRIJS is
Als geselecteerd, worden zwart en grijs gereproduceerd met alleen zwart.
ALLEEN ZWART is gese-
Als lecteerd, wordt zwart gerepro­duceerd met alleen zwart.
Instellin­gen
Selecteer hoe halftonen wor­den gereproduceerd.
Als lecteerd, worden halftonen met hoge nauwkeurigheid gerepro­duceerd.
Als worden halftonen in detail gereproduceerd.
Als den halftonen met zachte over­gangen gereproduceerd.
LIJNTEKENING/ DETAIL/GLAD
LIJNTEKENING is gese-
DETAIL is geselecteerd,
GLAD is geselecteerd, wor-
Overzicht van het configuratiemenu
49
Page 64
TEKST PRINTEN
RGB BRON
RGB INTENT
Instellin­gen
Specificeer de kleurenruimte voor RGB-tekstdata.
Als geselecteerd, wordt geen kleu­renruimte gespecificeerd.
RGB-bronprofielen die gedownload zijn met de Down­load Manager of met Page­Scope Web Connection zijn beschikbaar als RGB BRON.
Instellin­gen
Specificeer de toegepaste karakteristiek voor conversie van RGB-tekstdata naar CMYK-data.
Als teerd, wordt een levendige uit­voer geproduceerd.
Als lecteerd, wordt een helderdere uitvoer geproduceerd.
APPARAAT­KLEUR/sRGB
APPARAATKLEUR is
LEVENDIG/ FOTOGRAFISCH
LEVENDIG is geselec-
FOTOGRAFISCH is gese-
Overzicht van het configuratiemenu50
Page 65
RGB GRIJS
HALF­TOON
Instellin­gen
SAMENGEST. ZWART/ZWART EN GRIJS/ ALLEEN ZWART
Specificeer hoe zwart en grijs­waarden worden gereprodu­ceerd in RGB-tekstdata.
SAMENGEST. ZWART is
Als geselecteerd, wordt zwart gereproduceerd met behulp van CMYK-kleuren.
ZWART EN GRIJS is
Als geselecteerd, worden zwart en grijs gereproduceerd met alleen zwart.
ALLEEN ZWART is gese-
Als lecteerd, wordt zwart gerepro­duceerd met alleen zwart.
Instellin­gen
Selecteer hoe halftonen wor­den gereproduceerd.
Als LIJNTEKENING is gese­lecteerd, worden halftonen met hoge nauwkeurigheid gerepro­duceerd.
LIJNTEKENING/ DETAIL/GLAD
Overzicht van het configuratiemenu
DETAIL is geselecteerd,
Als worden halftonen in detail gereproduceerd.
GLAD is geselecteerd, wor-
Als den halftonen met zachte over­gangen gereproduceerd.
51
Page 66
PS INSTEL.
GRAFIEK PRINTEN
BEELD PRINTEN
Instellin­gen
Specificeer de kleurinstelling voor grafie­ken.
Als de kleurinstelling die hetzelfde is als het beeld toegepast.
Als de kleurinstelling die hetzelfde is als de tekst toegepast.
RGB BRON
ALS BEELD/ALS TEKST
ALS BEELD is geselecteerd, wordt
ALS TEKST is geselecteerd, wordt
Instellin­gen
APPARAAT­KLEUR/sRGB/ AppleRGB/ AdobeRGB1998/ Color­MatchRGB/ BlueAdjustRGB
Specificeer de kleurenruimte voor RGB-beelddata.
Als APPARAATKLEUR is geselecteerd, wordt geen kleurenruimte gespecificeerd.
RGB-bronprofielen die gedownload zijn met de Down­load Manager of met Page­Scope Web Connection zijn beschikbaar als RGB BRON.
Overzicht van het configuratiemenu52
Page 67
RGB INTENT
Instellin­gen
LEVENDIG/ FOTOGRAFISCH/ RELATIEVE KLEUR/ ABSOLUTE KLEUR
Specificeer de toegepaste karakteristiek voor conversie van RGB-beelddata naar CMYK-data.
LEVENDIG is geselec-
Als teerd, wordt een levendige uit­voer geproduceerd.
FOTOGRAFISCH is gese-
Als lecteerd, wordt een helderdere uitvoer geproduceerd.
Als RELATIEVE KLEUR is geselecteerd, wordt relatieve kleur toegepast op het RGB-bronprofiel.
ABSOLUTE KLEUR is
Als geselecteerd, wordt absolute kleur toegepast op het RGB-bronprofiel.
Overzicht van het configuratiemenu
53
Page 68
RGB GRIJS
BESTEM MING­SPROF.
Instellin­gen
SAMENGEST. ZWART/ZWART
EN GRIJS/ ALLEEN ZWART
Specificeer hoe zwart en grijs­waarden worden gereprodu­ceerd in RGB-beelddata.
SAMENGEST. ZWART is
Als geselecteerd, wordt zwart gereproduceerd met behulp van CMYK-kleuren.
ZWART EN GRIJS is
Als geselecteerd, worden zwart en grijs gereproduceerd met alleen zwart.
ALLEEN ZWART is gese-
Als lecteerd, wordt zwart gerepro­duceerd met alleen zwart.
Instellin­gen
Specificeer het bestemmings­profiel.
Als wordt een door de printer auto­matisch aangepast bestem­mingsprofiel geselecteerd, gebaseerd op een combinatie van de gespecificeerde kleuraf­stemming, halftonen en andere profielen.
Bestemmingsprofielen die gedownload zijn met de Down­load Manager of met Page­Scope Web Connection zijn beschikbaar als DESTINATION PROF.
AUTO
AUTO is geselecteerd,
Overzicht van het configuratiemenu54
Page 69
TEKST PRINTEN
HALF­TOON
RGB BRON
Instellin­gen
Selecteer hoe halftonen wor­den gereproduceerd.
Als LIJNTEKENING is gese­lecteerd, worden halftonen met hoge nauwkeurigheid gerepro­duceerd.
Als worden halftonen in detail gereproduceerd.
Als den halftonen met zachte over­gangen gereproduceerd.
Instellin­gen
LIJNTEKENING/ DETAIL/GLAD
DETAIL is geselecteerd,
GLAD is geselecteerd, wor-
APPARAAT­KLEUR/sRGB/ AppleRGB/ AdobeRGB1998/ Color­MatchRGB/ BlueAdjustRGB
Specificeer de kleurenruimte voor RGB-tekstdata.
Overzicht van het configuratiemenu
APPARAATKLEUR is
Als geselecteerd, wordt geen kleu­renruimte gespecificeerd.
RGB-bronprofielen die gedownload zijn met de Down­load Manager of met Page­Scope Web Connection zijn beschikbaar als RGB BRON.
55
Page 70
RGB INTENT
Instellin­gen
LEVENDIG/ FOTOGRAFISCH/ RELATIEVE KLEUR/ABSO­LUTE KLEUR
Specificeer de toegepaste karakteristiek voor conversie van RGB-tekstdata naar CMYK-data.
LEVENDIG is geselec-
Als teerd, wordt een levendige uit­voer geproduceerd.
FOTOGRAFISCH is gese-
Als lecteerd, wordt een helderdere uitvoer geproduceerd.
Als RELATIEVE KLEUR is geselecteerd, wordt relatieve kleur toegepast op het RGB-bronprofiel.
ABSOLUTE KLEUR is
Als geselecteerd, wordt absolute kleur toegepast op het RGB-bronprofiel.
Overzicht van het configuratiemenu56
Page 71
RGB GRIJS
BESTEM MING­SPROF.
Instellin­gen
SAMENGEST. ZWART/ZWART EN GRIJS/ ALLEEN ZWART
Specificeer hoe zwart en grijs­waarden worden gereprodu­ceerd in RGB-tekstdata.
SAMENGEST. ZWART is
Als geselecteerd, wordt zwart gereproduceerd met behulp van CMYK-kleuren.
ZWART EN GRIJS is
Als geselecteerd, worden zwart en grijs gereproduceerd met alleen zwart.
ALLEEN ZWART is gese-
Als lecteerd, wordt zwart gerepro­duceerd met alleen zwart.
Instellin­gen
Specificeer het bestemmings­profiel.
Als wordt een door de printer auto­matisch aangepast bestem­mingsprofiel geselecteerd, gebaseerd op een combinatie van de gespecificeerde kleuraf­stemming, halftonen en andere profielen.
Bestemmingsprofielen die gedownload zijn met de Down­load Manager of met Page­Scope Web Connection zijn beschikbaar als DESTINATION PROF.
AUTO
AUTO is geselecteerd,
Overzicht van het configuratiemenu
57
Page 72
GRAFIEK PRINTEN
HALF­TOON
RGB BRON
Instellin­gen
Selecteer hoe halftonen wor­den gereproduceerd.
Als lecteerd, worden halftonen met hoge nauwkeurigheid gerepro­duceerd.
Als worden halftonen in detail gereproduceerd.
Als den halftonen met zachte over­gangen gereproduceerd.
Instellin­gen
LIJNTEKENING/ DETAIL/GLAD
LIJNTEKENING is gese-
DETAIL is geselecteerd,
GLAD is geselecteerd, wor-
APPARAAT­KLEUR/sRGB/ AppleRGB/ AdobeRGB1998/ Color­MatchRGB/ BlueAdjustRGB
Specificeer de kleurenruimte voor RGB-beelddata.
APPARAATKLEUR is
Als geselecteerd, wordt geen kleu­renruimte gespecificeerd.
RGB-bronprofielen die gedownload zijn met de Down­load Manager of met Page­Scope Web Connection zijn beschikbaar als RGB BRON.
Overzicht van het configuratiemenu58
Page 73
RGB INTENT
Instellin­gen
LEVENDIG/ FOTOGRAFISCH/ RELATIEVE KLEUR/ ABSOLUTE KLEUR
Specificeer de toegepaste karakteristiek voor conversie van RGB-beelddata naar CMYK-data.
LEVENDIG is geselec-
Als teerd, wordt een levendige uit­voer geproduceerd.
FOTOGRAFISCH is gese-
Als lecteerd, wordt een helderdere uitvoer geproduceerd.
Als RELATIEVE KLEUR is geselecteerd, wordt relatieve kleur toegepast op het RGB-bronprofiel.
ABSOLUTE KLEUR is
Als geselecteerd, wordt absolute kleur toegepast op het RGB-bronprofiel.
Overzicht van het configuratiemenu
59
Page 74
RGB GRIJS
BESTEM MING­SPROF.
Instellin­gen
SAMENGEST. ZWART/ZWART EN GRIJS/ ALLEEN ZWART
Specificeer hoe zwart en grijs­waarden worden gereprodu­ceerd in RGB-beelddata.
SAMENGEST. ZWART is
Als geselecteerd, wordt zwart gereproduceerd met behulp van CMYK-kleuren.
ZWART EN GRIJS is
Als geselecteerd, worden zwart en grijs gereproduceerd met alleen zwart.
ALLEEN ZWART is gese-
Als lecteerd, wordt zwart gerepro­duceerd met alleen zwart.
Instellin­gen
Specificeer het bestemmings­profiel.
Als wordt een door de printer auto­matisch aangepast bestem­mingsprofiel geselecteerd, gebaseerd op een combinatie van de gespecificeerde kleuraf­stemming, halftonen en andere profielen.
Bestemmingsprofielen die gedownload zijn met de Down­load Manager of met Page­Scope Web Connection zijn beschikbaar als DESTINATION PROF.
AUTO
AUTO is geselecteerd,
Overzicht van het configuratiemenu60
Page 75
SIMULATIE
HALF­TOON
SIMUL. PROFIEL
SIMUL. INTEN­TIE
Instellin­gen
Specificeer de kleurinstelling voor grafieken.
Als teerd, wordt de kleurinstelling die hetzelfde is als het beeld toegepast.
Als teerd, wordt de kleurinstelling die hetzelfde is als de tekst toe­gepast.
Instellin­gen
ALS BEELD/ALS TEKST
ALS BEELD is geselec-
ALS TEKST is geselec-
GEEN/SWOP/ Euroscale/ Commercial­Press/TOYO/ DIC
Specificeer het simulatieprofiel. Als GEEN is geselecteerd,
wordt geen simulatieprofiel gespecificeerd.
Simulatieprofielen die gedown­load zijn met de Download Manager of met PageScope Web Connection zijn beschik­baar als SIMULATION PROF.
Instellin­gen
RELATIEVE KLEUR/ABSO-
LUTE KLEUR
Specificeer de karakteristiek van het simulatieprofiel.
Overzicht van het configuratiemenu
RELATIEVE KLEUR is
Als geselecteerd, wordt relatieve kleur toegepast op het simula­tieprofiel.
ABSOLUTE KLEUR is
Als geselecteerd, wordt absolute kleur toegepast op het simula­tieprofiel.
61
Page 76
CALI­BRATIE
TOON CALIBRATIE
CMYK GRIJS
Instellin­gen
SAMENGEST. ZWART/ZWART
EN GRIJS/ ALLEEN ZWART
Specificeer hoe zwart en grijs­waarden gereproduceerd wor­den met behulp van de CMYK-kleuren.
SAMENGEST. ZWART is
Als geselecteerd, wordt zwart gereproduceerd met behulp van CMYK-kleuren.
ZWART EN GRIJS is
Als geselecteerd, worden zwart en grijs gereproduceerd met alleen zwart.
ALLEEN ZWART is gese-
Als lecteerd, wordt zwart gerepro­duceerd met alleen zwart.
IMAGE CMYK GRIJS
Instellin­gen
Als AAN is geselecteerd, worden beeldaf­stellingen toegepast.
Instellin­gen
Selecteer of zwart en grijs in beelddata gereproduceerd worden met behulp van de CMYK-kleuren.
AAN/UIT
AAN/UIT
AIDC PROCES
Overzicht van het configuratiemenu62
Wanneer u den geen beeldafstellingen plaats.
Instellin­gen
Als UITVOEREN is geselecteerd, worden direct beeldafstellingen uitgevoerd.
ANNULEER is geselecteerd, worden
Als geen beeldafstellingen uitgevoerd.
UIT heeft geselecteerd, vin-
UITVOEREN/ANNULEER
Page 77
KLEUR SCHEIDING
CMYK DICHT­HEID
CYAAN/ MAGENTA/ GEEL/ ZWART
HIGH­LIGHT
MID­DELSTE
Instellin­gen
-3/-2/
-1/0/ +1/+2/ +3
De dichtheid van de accentkleur in beel­den kan worden aangepast.
Instellin­gen
-3/-2/
-1/0/ +1/+2/ +3
De dichtheid van de middenkleur in beel­den kan worden aangepast.
SCHADUW
Instellin­gen
-3/-2/
-1/0/ +1/+2/ +3
De dichtheid van de schaduwkleur in beelden kan wor­den aangepast.
Instellingen Als AAN is geselecteerd, vinden kleurscheidingen plaats.
De inhoud van een kleurenpagina wordt gesplitst in de kleu­renpagina's voor geel, magenta, cyaan en zwart, en elk wordt afgedrukt met zwartgradaties als individuele pagina's. De afdrukvolgorde is geel, magenta, cyaan, dan zwart.
AAN/UIT
UIT is geselecteerd, vinden geen kleurscheidingen
Als plaats. Er wordt een normale kleurscheiding uitgevoerd.
THIN LINE MODE
Instellingen Als AAN is geselecteerd, wordt afgedrukt in THIN LINE
MODE. In THIN LINE MODE worden tekst en lijnen dunner gereproduceerd.
UIT is geselecteerd, wordt afgedrukt in normale modus.
Als
AAN/UIT
Overzicht van het configuratiemenu
63
Page 78

CAMERA DIRECT MENU

RGB BRON
RGB INTENT
RGB GRIJS
HELDERHEID
CONTRAST
HALFTOON
PAPIERBRON
LAYOUT
CAMERA DIRECT
PAPIERMARGE
BEELDKWALITEIT
Dit menuonderdeel verschijnt wanneer INTERFACE MENU/CAMERA
DIRECT
is ingesteld op INSCHAKELEN.
Met behulp van dit menu kunt u instellingen voor de functie "camera direct" specificeren.
" De instellingen van de digitale camera overschrijven deze instellingen.
Voor details over camera direct raadpleegt u "Camera Direct" op pagina 94.
Overzicht van het configuratiemenu64
Page 79
" Alle door de fabriek ingestelde standaardwaarden worden vet weerge-
geven.
PAPIER BRON
LAYOUT
PAPIER MARGE
BEELD­KWALIT EIT
Instellingen U kunt de lade specificeren die wordt gebruikt.
LADE1/LADE2/LADE3/LADE4/LADE5
" LADE 3, 4, 5 verschijnen uitsluitend als de optionele
onderste toevoereenheden zijn geïnstalleerd.
Instellingen Bepaal het aantal afbeeldingen, dat op een vel wordt geprint. Wanneer ingesteld op
een vel afgedrukt. Instellingen
Wanneer u STANDAARD heeft geselecteerd, is de standaard mediamarge gespecificeerd.
Wanneer u marge gespecificeerd.
HELDER­HEID
CONTRAST
RGB BRON
1-UP/2-UP/3-UP/4-UP/6-UP/8-UP
1-UP, wordt slechts één afbeelding op
STANDAARD/MINIMUM
MINIMUM heeft geselecteerd, is de minimale media-
Instellin­gen
De helderheid van het afgedrukte beeld kan bijge­steld worden.
Instellin­gen
Het contrast van het beeld kan bijgesteld worden. Instellin-
gen Specificeer de kleurenruimte voor RGB-beelddata.
-15%/-10%/-5%/0%/+5%/+10%/ +15%
-15%/-10%/-5%/0%/+5%/+10%/ +15%
APPARAATKLEUR/sRGB
APPARAATKLEUR is geselecteerd, wordt geen
Als kleurenruimte gespecificeerd.
RGB INTENT
Instellin­gen
Specificeer de toegepaste karakteristiek voor con­versie van RGB-beelddata naar CMYK-data.
Als dige uitvoer geproduceerd.
Als helderdere uitvoer geproduceerd.
LEVENDIG/FOTOGRAFISCH
LEVENDIG is geselecteerd, wordt een leven-
FOTOGRAFISCH is geselecteerd, wordt een
Overzicht van het configuratiemenu
65
Page 80
RGB GRIJS
HALFTOON
Instellin­gen
Specificeer hoe zwart en grijswaarden worden gere­produceerd in RGB-beelddata.
Als zwart gereproduceerd met behulp van CMYK-kleu­ren.
Als zwart en grijs gereproduceerd met alleen zwart.
Als ALLEEN ZWART is geselecteerd, wordt zwart gereproduceerd met alleen zwart.
Instellin­gen
Selecteer hoe halftonen worden gereproduceerd. Als
tonen met hoge nauwkeurigheid gereproduceerd. Als
detail gereproduceerd. Als
zachte overgangen gereproduceerd.
SAMENGEST. ZWART/ZWART EN GRIJS/ALLEEN ZWART
SAMENGEST. ZWART is geselecteerd, wordt
ZWART EN GRIJS is geselecteerd, worden
LIJNTEKENING/DETAIL/GLAD
LIJNTEKENING is geselecteerd, worden half-
DETAIL is geselecteerd, worden halftonen in
GLAD is geselecteerd, worden halftonen met
Overzicht van het configuratiemenu66
Page 81

INTERFACE MENU

SUBNET MASK
DEFAULT GATEWAY
DHCP/BOOTP
INSCHAKELEN
INSCHAKELEN
TCP/IP INSCHAKELEN
IP ADRES
NETWARE
APPLETALK
SNELH./DUPLEX
TAAK TIMEOUT
ETHERNET
INTERFACE MENU
CAMERA DIRECT
TELNET
Met dit menu kunt u interface-instellingen specificeren.
" Start de printer opnieuw nadat u instellingen heeft veranderd in het
menu ETHERNET.
Overzicht van het configuratiemenu
67
Page 82
" Alle door de fabriek ingestelde standaardwaarden worden vet weerge-
geven.
TAAK TIME­OUT
ETHER­NET
Instellingen
5 seconden-15 seconden-300 sec­onden
Specificeer het time-outinterval waarin een afdruktaak wordt ont­vangen.
TCP/IP IN-
SCHA­KELEN
IP ADRES
SUB­NET MASK
DEFAULT GATEWAY
Instellin­gen
Wanneer u JA heeft geselecteerd, is TCP/IP ingeschakeld.
Wanneer u TCP/IP uitgeschakeld.
Instelling Stel het IP-adres voor deze printer op het
netwerk in. Gebruik de toetsen Omhoog, Omlaag,
Links en Rechts om de waarde in te voe­ren.
Wanneer u het IP-adres handmatig heeft gespecificeerd, wordt automatisch ingesteld op
Instelling Specificeer het subnetmasker voor het
netwerk. Gebruik de toetsen Omhoog, Omlaag, Links en Rechts om de waarde in te voeren.
Instelling Stel het IP-adres van de router in wan-
neer het netwerk er een heeft. Gebruik de toetsen Omhoog, Omlaag, Links en Rechts om de waarde in te voeren.
JA/NEE
NEE heeft geselecteerd, is
000.000.000.000
DHCP/BOOTP
UIT.
255.255.000.000
000.000.000.000
Overzicht van het configuratiemenu68
Page 83
DHCP/ BOOTP
Instellin­gen
Selecteer of het IP-adres wel of niet auto­matisch wordt verkregen.
AAN/UIT
TELNET
NETWARE IN-
SCHA­KELEN
APPLE TALK
IN­SCHA­KELEN
Wanneer u wordt het IP-adres automatisch verkre­gen.
Wanneer u wordt het IP-adres niet automatisch ver­kregen.
Instellin­gen
Selecteer of Telnet transmissies in- of uit­geschakeld moeten worden.
Wanneer INSCHAKELEN is geselec­teerd, worden Telnet-transmissies inge­schakeld.
Wanneer teerd, worden Telnet-transmissies uitge­schakeld.
Instellin­gen
Wanneer u JA heeft geselecteerd, is Net­Ware ingeschakeld.
Wanneer u NEE heeft geselecteerd, is NetWare uitgeschakeld.
Instellin­gen
Wanneer u JA heeft geselecteerd, is AppleTalk ingeschakeld.
AAN heeft geselecteerd,
UIT heeft geselecteerd,
INSCHAKELEN/ UITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN is geselec-
JA/NEE
JA/NEE
Wanneer u AppleTalk uitgeschakeld.
SNELH./ DUPLEX
Instellin­gen
AUTO/10BASE FULL/10BASE HALF/100BASE FULL/100BASE HALF/1000BASE FULL
Specificeer de transmissiesnelheid voor het netwerk en de transmissiemethode voor bidirectionele trans­missie.
Overzicht van het configuratiemenu
NEE heeft geselecteerd, is
69
Page 84
CAM­ERA DIRECT
Instellingen Selecteer of u rechtstreeks afdrukken vanaf de camera wilt in- of
uitschakelen.
INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
Wanneer u afdrukken vanaf de camera ingeschakeld.
Wanneer u afdrukken vanaf de camera uitgeschakeld.
INSCHAKELEN heeft geselecteerd, is rechtstreeks
UITSCHAKELEN heeft geselecteerd, is rechtstreeks
Overzicht van het configuratiemenu70
Page 85

SYS DEFAULT MENU

TAAL
EMULATIE DEF.
EMULATIE
POSTSCRIPT WACHT
TIMEOUT
PS FOUTENPAGINA
PS PROTOCOL
PCL
CR/LF CONFIG
LIJNEN PER PAG.
FONTBRON FONTNUMMER
PITCHGROOTTE (PUNTGROOTTE)
SYMBOL SET
PAPIER DEFAULT
PAPIER
DET. PAP. FORM.
MAAT EENHEID
SYS DEFAULT MENU
PAPIERFORMAAT
CUSTOMFORMAAT
PAPIERTYPE
STARTUP OPTIES
DO STARTUP PAGE
AUTO DOORGAAN
HELD JOB TIMEOUT
*
Met behulp van dit menu kunt u instellingen specificeren om de werking van de printer in te stellen, zoals de weergavetaal van het berichtenvenster en de tijd voordat het apparaat naar de energiespaarstand gaat.
Overzicht van het configuratiemenu
71
Page 86
LCD HELDERHEID
VEILIGHEID VERANDER
TOEGANGSCODE
BEVEILIG PANEEL
KLOK DATUM
(xx.xx.xx)
TIJD
HDD FORMAAT
*
ALLEEN GEBR.AREA
ALLE
HERSTEL DEFAULTS
HERSTEL NETWERK
HERSTEL PRINTER
HERSTEL ALLES
ZET WAARSCH. AAN
GEEN PAPIER
LADE1
LEV.D. A-EENH.
LADE2
LADE3
****
LADE4
****
ENERG. SPAARTIJD
**
MENU TIMEOUT
ENERG. SPAREN
KAARTFORMAAT
***
LADE5
****
WEINIG TONER
A-EENH B. LEEG
Overzicht van het configuratiemenu72
Page 87
" * Deze menuonderdelen verschijnen uitsluitend wanneer u een optio-
neel vaste-schijfpakket heeft geïnstalleerd. ** Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u AAN selecteert in het menu ENERGIE SPAREN. ***Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u een optionele CompactFlash-kaart heeft geïnstalleerd. ****Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend als een optionele onder­ste toevoereenheid is geïnstalleerd.
" Alle door de fabriek ingestelde standaardwaarden worden vet weerge-
geven.
TAAL
Instellin­gen
U kunt de venstertaal van het berichtenvenster veranderen naar de geselecteerde taal.
De taalselecties verschijnen in het berichtenvenster in de cor­responderende taal. Bijvoorbeeld,
DEUTSCH.
ENGLISH/FRENCH/GERMAN/SPANISH/ ITALIAN/PORTUGUESE/CZECH/JAPANESE/ KOREAN/SIMPLIFIED CHINESE/TRADI­TIONAL CHINESE/DUTCH
DUITS verschijnt als
Overzicht van het configuratiemenu
73
Page 88
EMU­LATIE
DEF. EMULA­TION
Instellin­gen
Specificeer de taal voor emulatie.
AUTO/POSTSCRIPT/PCL
POST­SCRIPT
Wanneer u printer de taal voor emulatie automatisch uit de gegevensstroom.
WACHT­TIME OUT
PS FOUTEN PAGINA
PS PROTO­COL
AUTO heeft geselecteerd, selecteert de
Instellin­gen
Specificeer de tijd voordat vastgesteld wordt dat een fout een PostScript-fout is.
Als plaats.
Instellin­gen
Selecteer of de printer wel of niet een foutpagina afdrukt wanneer er zich een PostScript-storing voordoet.
Instellin­gen
Specificeer het protocol voor datatrans­missie in een PostScript-gegevens­stroom.
Als printer automatisch een toepasbaar pro­tocol uit de gegevensstroom.
0-300
0 is geselecteerd, vindt geen time-out
AAN/UIT
AUTO/NORMAAL/BINARY
AUTO is geselecteerd, selecteert de
Overzicht van het configuratiemenu74
Page 89
PCL CR/LF
CON­FIG.
LIJNEN PER PAG.
FONT­BRON
Instellin­gen
CR=CR LF=LF/CR=CRLF LF=LF/CR=CR LF=LFCR/CR=CRLF LF=LFCR
Selecteer de definities van de CR/ LF-codes in de PCL-taal.
Instellin­gen
Specificeer het aantal regels per pagina in de PCL-taal.
FONT­NUMMER
PITCH­GROOTTE (PUNT­GROOTTE)
5-60-128
Instellin­gen
Specificeer het standaard let­tertype in de PCL-taal.
De lettertypenummers die ver­schijnen, komen overeen met de PCL-lettertypenlijst. Details over het afdrukken van de let­tertypenlijst leest u onder "PRINT MENU" op pagina 34.
Instellin­gen
0-102
0.44-10.00-
99.99 (4.00-12.00-
999.75)
Specificeer de lettergrootte in de PCL-taal.
SYM­BOL SET
Overzicht van het configuratiemenu
Als het geselecteerde
FONT
NUMMER voor een bitmaplet-
tertype is, verschijnt
GROOTTE
geselecteerde voor een omlijnd lettertype is, verschijnt
Specificeer de symbolenset die wordt gebruikt bij de PCL-taal.
De fabrieksinstelling is
. Als het
PUNTGROOTTE.
PITCH-
FONTNUMMER
PC8.
75
Page 90
PAPIER DEFAULT
PAPIER
PA­PIER­FOR­MAAT
CUS­TOM­FOR­MAAT
Instellin­gen
LETTER/11x17/LEGAL/ EXECUTIVE/A3BREED/ A3/A4/A5/A6/B4(JIS)/ B5(JIS)/B6(JIS)/GOVT LETTER/STATEMENT/ FOLIO/SP FOLIO/UK QUARTO/FOOLSCAP/GOVT LEGAL/16K/12x18/ 11x14/4x6/D8K/KAI 8/ KAI 16/KAI 32/ENV C5/ENV C6/ENV DL/ENV MONARCH/ENV CHOU#3/ ENV CHOU#4/B5(ISO)/ ENV #10/ENV YOU#4/ JPOST/JPOST-D/CUSTOM
Selecteer het mediumformaat dat u nor­maliter gebruikt.
" De standaardinstelling voor Noord
Amerika is daardinstelling voor alle andere landen is A4.
Specificeer het mediaformaat wanneer
PAPIERFORMAAT is ingesteld op CUSTOM.
De eenheidinstelling kan geschakeld worden tussen millimeters en inches met de instelling MAATEENHEID.
LETTER. De stan-
Bereik instellen voor BREEDTE  Voor MILLIMETERS: 90 tot 311
mm (de standaard is Voor
Bereik instellen voor LENGTE Voor MILLIMETERS: 140 tot
INCHES: 3,55 tot 12,25 inch
(de standaard is
216.)
8,50.)
1200 mm (de standaard is 279.)
Voor INCHES: 5,50 tot 47,24 inch
(de standaard is
11,00.)
Overzicht van het configuratiemenu76
Page 91
DET. PAP. FORM.
PAPIER TYPE
Instellin­gen
NORMAAL PAPIER/GERE­CYCLED/DIK PAPIER 1/ DIK PAPIER 2/DIK PAPIER 3/LABEL/ TRANSPARANT/ TRANSPARANT 2/ ENVELOP/BRIEFKAART/ LETTERHEAD/GLOSSY
Selecteer het mediumtype dat u normali­ter gebruikt.
Instellin­gen
Specificeer de referentie voor detectie voor het automatisch detecteren van het mediumformaat.
Als umformaat gedetecteerd worden op basis van inch-formaten.
Lade 2:
LETTER/LETTER-R/11x17/LEGAL/EXECUTIVE/ STATEMENT/A3BREED
Laden 3/4/5:
LETTER/LETTER-R/11x17/LEGAL/A3/A4/A4-R/ B4(JIS)/B5(JIS)/B5(JIS)-R/STATEMENT/GOVT LEGAL/16K/11x14/D8K
INCH-FORMAAT/MM-FORMAAT
INCH-FORMAAT is geselecteerd, zal het medi-
Als MM-FORMAAT is geselecteerd, zal het medium­formaat gedetecteerd worden op basis van millime­ter-formaten.
Lade 2:
A3BREED/A3/A4/A4-R/A5/A6/B4(JIS)/B5(JIS)/ B5(JIS)-R/B6(JIS)
Laden 3/4/5:
LETTER/LETTER-R/11x17/LEGAL/A3/A4/A4-R/A5/ B4(JIS)/B5(JIS)/B5(JIS)-R/GOVT LEGAL/16K/11x14/ D8K
Overzicht van het configuratiemenu
77
Page 92
STAR­TUP OPTIES
AUT. VERD­ERGAAN
MAA­TEEN­HEID
Instellin­gen
Voor de te specificeren eenheden voor het custom mediumformaat kan geschakeld worden tussen inches en millimeters.
INCHES / MILLIMETERS
" De standaardinstelling voor Noord-Amerika is
INCHES. De standaardinstelling voor alle
andere landen is MILLIMETERS.
DO START­UP PAGE
Instellin­gen
Selecteer of het afdrukken wel of niet doorgaat wanneer het mediaformaat of –type in de geselecteerde lade verschilt van het mediaformaat of –type voor de afdruktaak.
Als tisch doorgegaan met het afdrukken na ongeveer 10 seconden onder de volgende condities. Op dat moment wordt afgedrukt, zelfs als het mediaformaat verschillend is.
Geen media: GEEN PAPIER (pagina 212)/LADE LEEG (pagina 215)
Instellin­gen
Selecteer of de printer wel of niet een opstartpagina afdrukt bij het opstarten.
AAN/UIT
AAN/UIT
AUT. VERDERGAAN is ingesteld op AAN, wordt automa-
HELD JOB TIME OUT
Verschillend mediaformaat/type: PAPIERFOUT (pagina 212)/ LADE x PAP.FOUT (pagina 215)
Instellin­gen
Specificeer de tijdsduur die verstrijkt voordat op de vaste schijf opgeslagen afdruktaken worden verwijderd. Als
UITSCHAKELEN/1 uur/4 uur/1 dag/ 1 week
UITSCHAKELEN is geselecteerd, worden afdrukt aken niet op
een bepaalde tijd verwijderd.
Overzicht van het configuratiemenu78
Page 93
ENER­GIE SPAREN
Instellin­gen
Als DEEP SLEEP werd geselecteerd en de printer is naar de energiespaarstand gegaan, is alleen nog de handeling om uit de energiespaarstand te gaan beschikbaar. Als de printer ech­ter afdrukdata ontvangt of er wordt op een toets van het bedienpaneel gedrukt, zal de printer automatisch uit de ener­giespaarstand komen en actief worden.
Als menu gebruikt worden, zelfs als de printer in de ener­giespaarstand is gegaan. Bovendien begint de printer onmiddellijk te werken als er printdata wordt ontvangen.
DEEP SLEEP/LIGHT SLEEP/UIT
LIGHT SLEEP werd geselecteerd, kan het configuratie-
ENERG. SPAART IJD
MENU TIME OUT
LCD HELDER HEID
Wanneer u naar de energiespaarstand.
Instellin­gen
Geef de periode aan waarna de printer (wanneer die niet wordt gebruikt) teruggaat naar de energiespaarstand.
Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer ENERGIE
SPAREN
Instellin­gen
Specificeer de tijdsduur voordat het statusscherm wordt weer­gegeven wanneer geen handeling wordt uitgevoerd, terwijl een menu- of helpscherm wordt getoond in het berichtenvenster. Als UIT is geselecteerd, vindt geen time-out plaats.
Instellin­gen
Stel de helderheid van het berichtenvenster in. De donkerste instelling is
UIT heeft geselecteerd, gaat het apparaat niet
15 minuten/30 minuten/1 uur/ 3 uur
is ingesteld op AAN.
UIT/1 minuut/2 minuten
-3/-2/-1/0/+1/+2/+3
-3 en de helderste instelling is +3.
Overzicht van het configuratiemenu
79
Page 94
VEILIG­HEID
WIJZ. TOEG. CODE
BEV­EILIG PANEEL
KLOK DATUM
(xx.xx. xx)
Specificeer de toegangscode om het bedienpaneel te blokkeren.
Als de toegangscode wordt ingesteld op (standaard), wordt het bedienpaneel niet geblok­keerd. Zorg ervoor dat u een andere toegangcode specificeert dan keren.
Instellin­gen
Specificeer hoe het bedienpaneel wordt geblok­keerd.
Als UIT is geselecteerd, wordt het bedienpaneel niet geblokkeerd.
MINIMUM is geselecteerd, worden het INTER-
Als
FACE MENU
beschermd met een toegangscode. Als AAN is geselecteerd, worden alle menus
beschermd met een toegangscode. Zorg ervoor dat u een andere toegangcode specifi-
ceert dan Specificeer de datum voor de interne klok van de
printer. De datum voor Azië en China wordt ingesteld in de
volgorde jaar, maand, dag (
0000 om het bedienpaneel te blok-
UIT/MINIMUM/AAN
en SYS DEFAULT MENU
0000 om het bedienpaneel te blokkeren.
JJ.MM.DD).
0000
HDD FOR­MAAT
TIJD
ALLEEN GEBR. AREA
ALLE
De datum voor Amerika wordt ingesteld in de volg­orde maand, dag, jaar (
De datum voor Europa wordt ingesteld in de volg­orde dag, maand, jaar (DD.MM.JJ).
Specificeer de tijd voor de interne klok van de prin­ter.
Initialiseer het gebruikersgedeelte van de harde schijf. Wanneer dit menuonderdeel is geselecteerd, wordt de printer automatisch opnieuw opgestart.
Initialiseer de vaste schijf. Wanneer dit menuonder­deel is geselecteerd, wordt de printer automatisch opnieuw opgestart.
MM.DD.JJ).
Overzicht van het configuratiemenu80
Page 95
KAART­FOR­MAAT
HERSTEL DEFAULTS
Initialiseer de kaart. Wanneer dit menu is geselecteerd, wordt de printer automatisch opnieuw opgestart.
HER­STEL NETWERK
HER­STEL PRINTER
HER­STEL ALLES
Herstel de netwerkinstellingen naar hun standaard­waarden. Wanneer dit menuonderdeel is geselec­teerd, wordt de printer automatisch opnieuw opgestart.
Herstel de printerinstellingen naar hun standaard­waarden. Wanneer dit menuonderdeel is geselec­teerd, wordt de printer automatisch opnieuw opgestart.
Zet alle instellingen terug op hun beginwaarden. Wanneer dit menuonderdeel is geselecteerd, wordt de printer automatisch opnieuw opgestart.
Overzicht van het configuratiemenu
81
Page 96
ZET. WAAR­SCH. AAN
LEV.D. A-EENH.
GEEN
LADE1
PAPIER
LADE2
LADE3
LADE4
LADE5
WEINIG TONER
A-EENH B. LEEG
Instellin­gen
AlsSTOP is geselecteerd, stopt het afdrukken wanneer het eind van de levensduur van de beeldeenheid wordt gedetec­teerd.
Instellin­gen
Selecteer of er een waarschuwing verschijnt of niet wanneer de toner bijna op is.
Instellin­gen
Selecteer of er een waarschuwing verschijnt of niet wanneer de beeldeenheid bijna aan het eind van zijn levensduur is.
STOP/DOORGAAN
Instellin­gen
Selecteer of er een waarschuwing ver­schijnt wanneer Lade 1 leeg raakt.
Instellin­gen
Selecteer of er een waarschuwing ver­schijnt wanneer Lade 2 leeg raakt.
Instellin­gen
Selecteer of er een waarschuwing ver­schijnt wanneer Lade 3 leeg raakt.
Instellin­gen
Selecteer of er een waarschuwing ver­schijnt wanneer Lade 4 leeg raakt.
Instellin­gen
Selecteer of er een waarschuwing ver­schijnt wanneer Lade 5 leeg raakt.
AAN/UIT
AAN/UIT
AAN/UIT
AAN/UIT
AAN/UIT
AAN/UIT
AAN/UIT
DOORGAAN is geselecteerd, gaat het afdrukken door, zelfs
Als als het eind van de levensduur van de beeldeenheid is gede­tecteerd.
Overzicht van het configuratiemenu82
Page 97

ONDERHOUDSMENU

UITRICHTEN TOP
UITRICHTING
NORMAAL PAPIER
DIK PAPIER 1/2/3
TRANSFER ENERGIE
SIMPLEX DOORGANG
ONDERHOUDSMENU
PRINT MENU EVENT LOG
HALFTOON 64 CYAAN/MAGENTA/
GEEL/ZWART 64
CYAAN/MAGENTA/ GEEL/ZWART 128
CYAAN/MAGENTA/ GEEL/ZWART 256
HALFTOON 128
HALFTOON 256
GRADATIE
ENVELOP
TRANSPARANT
LINKS UITRICHTEN
LINKS UITR. LADE 1-5
LINKS UITR.DUPLEX
LINKS UITR. LADE 1-5
NORMAAL PAPIER
TRANSPARANT 1/2
DIK PAPIER 1/2/3
ENVELOP
BRIEFKAART
Met behulp van dit menu kan onderhoud aan de printer uitgevoerd worden. Om dit menu te kunnen gebruiken, moet de toegangscode van de beheerder
worden ingevoerd.
Overzicht van het configuratiemenu
83
Page 98
BEELDINST. DIK
CYAAN
MAGENTA
DUPLEX DOORGANG
GEEL
ZWART
NORMAAL PAPIER
DIK PAPIER 1/2/3
ENVELOP
BRIEFKAART
FIX. LOOP UITR.
BEELDINST. ZWART
Overzicht van het configuratiemenu84
Page 99
" Alle door de fabriek ingestelde standaardwaarden worden vet weerge-
geven.
PRINT MENU
EVENT LOG
HALF­TOON 64
HALF­TOON 128
HALF­TOON 256
GRA­DATIE
Instellin­gen
Drukt de gebeurtenisregistratie af.
CYAAN/ MAGENTA/ GEEL/ ZWART
PRINT/ANNULEER
Instellin­gen
Drukt cyaan/magenta/geel/zwart half­tonen af in 64 gradaties.
PRINT/ANNULEER
64 CYAAN/
MAGENTA/ GEEL/ ZWART
Instellin­gen
Drukt cyaan/magenta/geel/zwart half­tonen af in 128 gradaties.
PRINT/ANNULEER
128
CYAAN/ MAGENTA/ GEEL/ ZWART
Instellin­gen
Drukt cyaan/magenta/geel/zwart half­tonen af in 256 gradaties.
PRINT/ANNULEER
256
Instellin­gen
Drukt de gradatie af.
PRINT/ANNULEER
Overzicht van het configuratiemenu
85
Page 100
UIT­RICH­TEN
TOP UIT­RICH­TING
NOR­MAAL PAPIER
DIK PAPIER 1
DIK PAPIER 2
DIK PAPIER 3
ENVELOP
TRANS­PARANT
Instellin­gen
Specificeer de grootte van de boven­marge wanneer afgedrukt wordt op nor­maal papier.
Instellin­gen
Specificeer de grootte van de boven­marge wanneer afgedrukt wordt op dik papier 1.
Instellin­gen
Specificeer de grootte van de boven­marge wanneer afgedrukt wordt op dik papier 2.
Instellin­gen
Specificeer de grootte van de boven­marge wanneer afgedrukt wordt op dik papier 3.
Instellin­gen
Specificeer de grootte van de boven­marge wanneer afgedrukt wordt op een envelop.
Instellin­gen
Specificeer de grootte van de boven­marge wanneer afgedrukt wordt op trans­parant.
-30-30
-30-30
-30-30
-30-30
-30-30
-30-30
Overzicht van het configuratiemenu86
Loading...