Kodak I800 User Manual 2

i800 Series-scanners
A-61169_nl
Onderdeelnr. 3E9708
Gebruikers­handleiding
Informatie over veiligheid en installatie voor de Kodak i800 Series­scanners
BELANGRIJK: de apparatuur mag alleen door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd.
WAARSCHUWING: Gevaarlijk voltage. Sluit de hoofdvoeding af voordat u het apparaat installeert.
WAARSCHUWING: Zet de scanner altijd uit voordat u een lamp vervangt en laat het apparaat
minimaal tien minuten afkoelen voordat u verdergaat (zie de waarschuwingsetiketten hieronder).
LET OP: Heet oppervlak, contact vermijden!
POZOR: Horký povrch -- nedotýkat se DIKKAT: Hareketli parçalar, dokunmayin
LET OP: Bewegende onderdelen, contact vermijden!
POZOR: Pohybující sečástie -- nedotýkat se
DIKKAT: Sicak yüzey, dokunmayin
Voorzorgsmaatregelen voor de gebruiker
Gebruikers en hun werkgever dienen de volgende gezond-verstandmaatregelen in acht te nemen die van toepassing zijn op het bedienen van elke machine. Deze maatregelen zijn onder andere:
Draag geen loszittende kleding, knoop uw mouwen dicht, enzovoort.
Draag geen loshangende sieraden, armbanden, grote ringen, lange kettingen, enzovoort.
Zorg dat uw haar niet te lang is, gebruik indien nodig een haarnetje, of bind het haar samen
in een knot.
Verwijder alle overige losse voorwerpen uit het gebied die in de machine getrokken zouden kunnen worden.
Neem voldoende pauze om te zorgen dat u alert blijft.
Supervisors dienen hun werkwijze te evalueren en te zorgen dat deze voorzorgsmaatregelen deel uitmaken van de taakbeschrijving voor de bediening van de Kodak i800 Series-scanners of enig ander mechanisch apparaat.
Elektromagnetische normverklaringen
Europese Unie
Dit is een product van Klasse A. In een huisomgeving kan dit product radio-interferentie veroorzaken, wat betekent dat de gebruiker mogelijk passende maatregelen moet nemen om dit te verhelpen.
Verenigde Staten
Deze apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de limieten voor een digitaal apparaat Klasse B conform Part 15 van de FCC-voorschriften. Deze limieten zijn opgesteld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing als de apparatuur in werking is in een zakelijke omgeving. Deze apparatuur genereert, gebruikt en kan radioweergave-energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt overeenkomstig het instructieboek, schadelijke storing bij radiocommunicatie veroorzaken. Bij gebruik in een huisomgeving veroorzaakt deze apparatuur waarschijnlijk radio-interferentie, wat betekent dat de gebruiker voor eigen rekening passende maatregelen moet nemen om de interferentie te verhelpen.
December 2001 1
Taiwan
Japan Klasse A
Dit is een product van Klasse A (informatietechnologie-apparatuur voor gebruik in zakelijke en/of industriële omgevingen) en voldoet aan de normen van de Voluntary Control Council for Interference by Information Technology Equipment, die tot doel hebben om radio-interferentie in een zakelijke en/of industriële omgeving te voorkomen.
Dit houdt in dat wanneer u deze apparatuur gebruikt in een woonomgeving of een omgeving die hieraan grenst, radio-interferentie kan optreden bij radio- en tv-ontvangers, enzovoort.
Lees de instructies voor een juiste werkwijze.
Volksrepubliek China Klasse A
December 2001 2

Inhoudsopgave

1 Inleiding ............................................................................1-1
Productbeschrijving............................................................1-2
Standaardfuncties .............................................................. 1-2
Standaardconfiguraties ...................................................... 1-3
Transportsnelheid ..............................................................1-3
Snelheden en resoluties ....................................................1-3
Scannerspecificaties .......................................................... 1-4
Afmetingen...................................................................1-4
Minimale afstanden......................................................1-4
Akoestische emissie ....................................................1-4
Elektra..........................................................................1-4
Aansluiting voedingssysteem....................................... 1-4
Omgeving..................................................................... 1-4
Externe onderdelen...................................................... 1-5
Achterkant van scanner ...............................................1-5
Milieu-informatie en het wegwerpen
van onderdelen ......................................................1-6
2 De scanner gebruiken .....................................................2-1
De scanner inschakelen.....................................................2-1
Documenten voorbereiden................................................. 2-2
Aanvaardbaar documentmateriaal...............................2-3
Aanbevolen papiergewichten.......................................2-3
Aanbevolen documentformaten ...................................2-4
Maximale stapelhoogte documenten voor
automatische invoer..................................................2-4
Omhoog of omlaag krullende documenten ..................2-4
De zijgeleiders van de invoerlade aanpassen ...................2-4
De uitvoerlade aanpassen .................................................2-5
Documenten scannen ........................................................ 2-6
Lange documenten in de feeder voeren ............................2-7
Doorlopende en handmatige invoer...................................2-7
Dikke documenten invoeren ..............................................2-8
A-61169_nl juli 2003 i
3 Bedieningspaneelfuncties ..............................................3-1
De scanner in- en uitschakelen..........................................3-2
De scanner inschakelen............................................... 3-2
De scanner uitschakelen.............................................. 3-3
Door de functies op het bedieningspaneelmenu
lopen ............................................................................3-4
Informatie weergeven ........................................................3-5
De liftlade verlagen ............................................................3-5
Het menu Diagnostics Settings (Diagnose-instellingen)
gebruiken .....................................................................3-6
Een zelftest of uitgebreide zelftest uitvoeren ...............3-6
Uitvoeren in de modus alleen pagina’s tellen ..............3-7
Een afdruktest uitvoeren ..............................................3-8
Een patchtest uitvoeren ...............................................3-9
Het menu Settings (Instellingen) gebruiken ..................... 3-10
Het alarmvolume wijzigen ..........................................3-10
Het displaycontrast wijzigen....................................... 3-11
De SCSI-ID wijzigen...................................................3-11
De SCSI-terminator wijzigen......................................3-12
De positie van de liftlade instellen.............................. 3-13
De scanner kalibreren................................................3-14
De transportvooruitgang instellen ..............................3-15
Programmeerbare toetsen instellen...........................3-15
4 Documentprinter en patchlezer ......................................4-1
De documentprinter ...........................................................4-1
Afgedrukte informatie...................................................4-1
Horizontale afdrukpositie .............................................4-3
De inktcassette doorprikken......................................... 4-4
De inktcassette vervangen........................................... 4-5
De inktblotterstrips vervangen .....................................4-7
De printerpositie instellen............................................. 4-9
De patchlezer...................................................................4-10
Patchtypen .................................................................4-10
Plaatsing van de patchcode.......................................4-11
De positie van de patchlezer instellen .......................4-12
ii A-61169_nl juli 2003
5 Onderhoud........................................................................5-1
Het papierpad reinigen.......................................................5-1
Het bovenste transportgebied reinigen .............................. 5-2
Het verticale transportgebied reinigen ...............................5-5
Het transportgebied reinigen..............................................5-6
De printerkop en de patchkop reinigen .............................. 5-9
De imaginggeleiders reinigen ..........................................5-10
Onderhouds- en vervangingsprocedures......................... 5-11
De invoermodule en de invoermodulebanden
vervangen ..................................................................5-12
De invoermodule vervangen ......................................5-12
De invoermodulebanden vervangen ..........................5-13
Scheidingsrol en -banden ................................................5-15
De scheidingsrol vervangen....................................... 5-15
De scheidingsrolbanden vervangen........................... 5-16
Het scheidingskussen vervangen ..............................5-16
De invoermodulebanden en scheidingsrolbanden
reinigen ................................................................5-17
Lampen vervangen ..........................................................5-17
De imaginggeleiders vervangen.................................5-20
De zijgeleiders aanpassen voor zelfcentrerende
invoer .........................................................................5-21
De zijgeleiders van de uitvoerlade vervangen .................5-23
Verbruiksartikelen bestellen.............................................5-25
6 Problemen oplossen/berichten ......................................6-1
Het documentpad vrijmaken ..............................................6-1
Lijst van berichten .............................................................. 6-5
Locatie van de documentsensoren .................................. 6-10
Probleemoplossingstabel.................................................6-11
A-61169_nl juli 2003 iii

1 Inleiding

Deze Gebruikershandleiding bevat informatie over de bedieningsprocedures voor de Kodak i800 Series-scanners. Deze informatie geldt voor alle i800 Series-scanners, tenzij anders wordt vermeld.
Hoofdstuk 1, Inleiding bevat algemene informatie over de i800 Series-scanners, inclusief een beschrijving van het product, de functies, de voordelen en de specificaties en een overzicht van de externe onderdelen en voorzorgsmaatregelen die de gebruiker dient te treffen.
Hoofdstuk 2, De scanner gebruiken bevat informatie over het voorbereiden van documenten voor het scannen, het verstellen van de liftlade en uitvoerlade, het in- en uitschakelen van de scanner en het scannen van documenten.
Hoofdstuk 3, Bedieningspaneelfuncties geeft een overzicht van de pictogrammen op het bedieningspaneel en welke functies met het bedieningspaneel kunnen worden uitgevoerd.
Hoofdstuk 4, Documentprinter en patchlezer geeft instructies voor het gebruik en het wijzigen van de locatie van de documentprinter 1 en de patchlezer. Dit hoofdstuk bevat ook informatie over het vervangen en doorprikken van de inktcassette.
Hoofdstuk 5, Onderhoud bevat een volledig overzicht van de onderhoudsprocedures voor de i800 Scanner, inclusief procedures voor het vervangen van de invoermodule en -banden, scheidingsrollen en -banden, belichtingslampen en imaginggeleiders.
Hoofdstuk 6, Problemen oplossen/Berichten bevat een overzicht van berichten, een probleemoplossingstabel en informatie over het verwijderen van vastgelopen papier.
A-61169_nl juli 2003 1-1

Productbeschrijving

Standaardfuncties

De Kodak i800 Series-scanners zijn ideaal voor het scannen van zwartwit- en/of kleurendocumenten, documenten met een donkere achtergrond of voorgrond, en sets gemende documenten. Deze scanners zijn uitgerust met een nieuwe gebruikersinterface en door Kodak gepatenteerde technologie die zorgt voor productieafbeeldingen van hoge kwaliteit.
De Kodak i800 Series-scanners zijn standaard uitgerust met de volgende kenmerken.
Gelijktijdige uitvoer van zwartwit- en kleurenafbeeldingen (alleen modellen i820 en i840).
SurePath-papierverwerking met de volgende functies:
QuickSet-liftmechanisme voor 1.000 vellen, dat automatisch
teruggaat naar het batchniveau dat u instelt.
Automatische feeder met invoer van losse vellen en door de operator in te stellen documentstapels. U kunt het liftniveau instellen op een stapeldikte van 25, 250, 500, 750 of 1.000 documenten.
3D-detectie van dubbele invoer met behulp van ultrasone technologie. Zorgt voor een ongekende betrouwbaarheid.
Flexibele documentinvoer; in het midden of aan de rand uitgelijnd.
Een verstelbare uitvoerlade die documenten van allerlei formaten kan verwerken.
De Tri-Color Plus Array zorgt in één scangang voor zwartwit­of leurenafbeeldingen.
Zoneverwerking biedt de operator de mogelijkheid een vaste subsectie of zone te selecteren (alleen op de modellen i820 en 840).
PerfectPage, nu met iThresholding (kleur en zwartwit).
Ingebouwde iThresholding, Adaptive Threshold Processing (ATP),
afbeeldingscompressie, ontspikkeling, foutverspreiding en dithering voor zwartwit scannen.
Elektronische kleurverwijdering.
Kleuren waar nodig.
Ondersteunt aangepaste kleurtabellen.
Er is een grote variëteit aan afbeeldingsuitvoerresoluties in
zwartwit en kleur beschikbaar.
Eenvoudig (on site) upgradebare modellen (minimale downtime).
Meegeleverde ISIS- en TWAIN-stuurprogramma's.
Gebruiksvriendelijke interface voor de operator met slechts zeven
operatorbedieningsknoppen.
Gebruiksgemak; eenvoudige vervanging van verbruiksonderdelen.
Verlichtingstracking met kalibreringsalarm.
De diagnosefuncties en het modulaire ontwerp maken onderhoud
eenvoudiger en brengen de downtime tot een minimum terug.
Afbeeldingadressen met patchlezerondersteuning.
Afdrukken op gescande documenten met de documentprinter 1.
1-2 A-61169_nl juli 2003

Standaardconfiguraties

Transportsnelheid

Afmeting Minimaal Maximaal Gebruiksmodus
Lengte 6,4 cm (2,5 inch) 27,9 cm (11 inch) Automatische invoer
Lengte 27,9 cm (11 inch) 43,2 cm (17 inch) Automatische invoer met verlenging
Lengte 43,2 cm (17 inch) 76,1 cm (30 inch) Invoer door operator
Breedte 6,4 cm (2,5 inch) 8,9 cm (3,5 inch) Invoer door operator
De reeks Kodak i800 Series-scanners bestaat uit vier modellen:
Kodak i810-scanner (zwartwit) hiermee kunt u zwartwit scannen met een doorvoersnelheid van maximaal 120 ppm.
Kodak i820-scanner hiermee kunt u gelijktijdig in zwartwit en in kleur scannen met een doorvoersnelheid van maximaal 120 pm.
Kodak i830-scanner (zwartwit) hiermee kunt u zwartwit scannen met een doorvoersnelheid van maximaal 160 ppm.
Kodak i840-scanner hiermee kunt u gelijktijdig in zwartwit en in kleur scannen met een doorvoersnelheid van maximaal 120 pm.
Onderstaand overzicht bevat de maximale papiertransportsnelheid en apaciteit van de scanner:

Snelheden en resoluties

Scanner Doorvoer
i810 120
i820 120
i830 160
Breedte 8,9 cm (3,6 inch) 30,5 cm (12 inch)* Automatische invoer
* In het transportmechanisme van de scanner kan een document van
30,5 cm (12 inch) breed worden ingevoerd, maar het scangebied is maximaal 29,7 cm (11,7 inch) breed.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de snelheden en resoluties van de i800 Series-scanners:
(ppm)
80 45
80
45*
106
60
Snelheid (ips) Zwartwit-
resolutie (dpi)
21 14 14
21 14 14
28 18,67 18,67
200
300, 240
400
200
300, 240
400
200
300, 240
400
Kleurenresolutie
(dpi)
NVT
200, 150, 100
200, 150
200
NVT NVT NVT
i840 160
106
60*
* De doorvoer bij deze instellingen kan vanwege systeembeperkingen variëren.
A-61169_nl juli 2003 1-3
28 18,67 18,67
200
300, 240
400
200, 150, 100
300*, 200, 150, 100
300, 200

Scannerspecificaties

Afmetingen

Minimale afstanden

Voorkant Achterkant Rechterkant Linkerkant Bovenkant
Normaal gebruik
Onderhoud
NVT 10 cm
102 cm
(40 inch)
Hieronder volgen de afmetingen en in acht te nemen afstanden voor de Kodak i800 Series-scanners:
Hoogte: 124 cm (49 inch)
Breedte: 66 cm (26 inch)
Diepte: 127 cm (50 inch)
Gewicht: 204 kg (450 lbs) inclusief verpakking
188 kg (414 lbs) zonder verpakking
Onderstaande tabel bevat de minimaal in acht te nemen afstand tussen scanner en wanden, enzovoort, bij normaal gebruik en onderhoud van de i800 Series-scanners:
(4 inch)
10 cm
(4 inch)
10 cm
(4 inch)
61 cm
(24 inch)
10 cm
(4 inch)
10 cm
(4 inch)
25 cm
(10 inch)
61 cm
(24 inch)

Akoestische emissie

Elektra

Aansluiting voedingssysteem

Omgeving

Op de plaats van de gebruiker in standby stand:
Geluidsdrukniveau (L
): 39,8 dB(A)
A
Op de plaats van de gebruiker als volledig systeem in bedrijf is:
Geluidsdrukniveau (LPlotselinge piekwaarden >
Geluidsvermogenniveau (L
): 65,4 dB(A)
A
130 dB(C) Geen
):
WA
Standby 56,4 dB(A) Volledig systeem 72,0 dB(A)
OPMERKING: alle resultaten zijn gemeten conform DIN 45635, ANSI
S12.10-1985 en ISO 7779 in een semi-galmvrije ruimte.
100 -127 V, 6,5 A, 50/60 Hz 200 -240 V, 3,5 A, 50/60 Hz
Dit product is ook ontworpen voor het Noorse IT-voedingssysteem met een spanning tussen de fasen van 230V.
Temperatuur: 15 tot 35°C (59 tot 95°F) Vochtigheid: 15 tot 76% (droge bol) Hoogte: maximaal 2.438 meter (8.000 voet)
1-4 A-61169_nl juli 2003

Externe onderdelen

Zijgeleiders
In onderstaande afbeelding wordt de locatie van de externe onderdelen van de scanner aangeduid.
Uitvoerlade
Bedieningspaneel
Liftlade
Invoermodule
Bovenste deksel
Naar buiten draaiende deur
Vouwdeur
Aan/uit-schakelaar
Vrijmaakhendel
Verlengbladen

Achterkant van scanner

SCSI-aansluiting
Voedingskabel­aansluiting
A-61169_nl juli 2003 1-5

Milieu-informatie en het wegwerpen van onderdelen

De Kodak i800 Series-scanners zijn ontworpen om te voldoen aan -eisen die op verschillende plaatsen ter wereld gelden.
Milieu Er zijn richtlijnen beschikbaar voor het wegwerpen van verbruiksonderdelen die bij onderhoud of service worden vervangen. Volg de lokale voorschriften of neem voor meer informatie contact op met uw lokale Kodak-vestiging.
De productverpakking kan worden gerecycled.
De onderdelen zijn ontworpen voor hergebruik of recycling.
De printplaten van de Kodak i800 Series-scanners bevatten lood
en de fluorescentielampen bevatten kwik. Het is mogelijk dat u zich om milieuredenen conform bepaalde voorschriften van deze materialen moet ontdoen. Neem voor informatie over wegwerpen of recycling contact op met uw lokale overheid of ga naar de website van de Electronics Industry Alliance: www.eiae.org.
1-6 A-61169_nl juli 2003

2 De scanner gebruiken

In dit hoofdstuk worden de volgende bedieningsprocedures besproken:
Het inschakelen van de scanner
Het voorbereiden van documenten
Het aanpassen van de invoerlade, zijgeleiders en uitvoerlade
Het scannen van documenten
Het invoeren van lange documenten
Doorlopende en handmatige invoer
Andere functies, zoals kalibrering, het gebruik van de programmeerbare toetsen, het gebruik van de detectie voor dubbele invoer, het afstellen van het liftniveau, enzovoort, kunnen worden uitgevoerd via het bedieningspaneel. Zie Hoofdstuk 3, Bedieningspaneelfuncties voor procedures.

De scanner inschakelen

U zet als volgt de scanner aan:
Zet de aan/uit-schakelaar op de positie Aan.
Aan/uit­schakelaar
Wanneer de menubalk op het bedieningspaneel verschijnt, is de scanner gereed.
BELANGRIJK: zorg altijd eerst dat de scanner gereed is, voordat u
de hostcomputer aan zet.
A-61169_nl juli 2003 2-1

Documenten voorbereiden

Kodak-scanners zijn getest met een groot aantal documenten die de grote variëteit aan documenttypen vertegenwoordigen die in de meeste gangbare zakelijke toepassingen worden gebruikt. De meest optimale prestaties worden bereikt wanneer u zich bij het scannen houdt aan de aanbevolen documentspecificaties, die hieronder worden vermeld. Wanneer u documenten scant die niet aan deze specificaties voldoen, kunnen de resultaten wat betreft betrouwbaarheid van de scanner, afbeeldingskwaliteit en/of levensduur tegenvallen.
Zorg voordat u met scannen begint dat de documenten eenvoudig door de scanner kunnen worden gevoerd. De beste resultaten worden behaald als de rand die het eerst wordt ingevoerd, netjes en schoon is. Dit houdt in dat de rand van het papier die het eerst wordt ingevoerd, in een zo goed mogelijke conditie moet zijn.
Houd u aan de richtlijnen hieronder wanneer u documenten voor het scannen voorbereidt.
Verwijder eventuele nietjes, elastiekjes, loszittende tape en paperclips.
Maak gekreukte randen recht en herstel gescheurde documenten met plakband.
Snij gekartelde randen af (blocnotepapier, geperforeerde randen, kettingpapierranden). Als u gekartelde randen niet kunt afknippen, is het raadzaam te proberen eerst andere randen van het document in te voeren om te zien welke rand het meest geschikt is.
Als u een stapel documenten wilt invoeren, moet u deze zo rangschikken dat van alle documenten dezelfde rand het eerste wordt ingevoerd. De documenten kunnen links of rechts uitgelijnd, of gecentreerd in de liftlade worden geplaatst, maar altijd zo dat de documenten één voor één in de scanner worden ingevoerd.
BELANGRIJK: de juiste uitlijning van documenten is zeer belangrijk.
Documenten moeten onder de invoermodulebanden worden ingevoerd.
Vrijmaakhendel
Invoermodule­banden
Gescheurde, beschadigde of gekreukelde documenten kunnen met succes in de scanner worden ingevoerd. Geen enkele scanner kan echter elk soort beschadigd papier verwerken. Als beschadigde documenten niet automatisch in het transportmechanisme kunnen worden ingevoerd, moet u de documenten handmatig invoeren. Mogelijk moet u de vrijmaakhendel gebruiken.
2-2 A-61169_nl juli 2003
Voor sterk beschadigde documenten kunt u een doorzichtige beschermhoes gebruiken, waarbij u de volgende beperkingen in acht dient te nemen:
Het is raadzaam documenten handmatig in te voeren wanneer
u een beschermhoes gebruikt.
Het document in de beschermhoes moet onder beide
invoermodulebanden worden ingevoerd.
De dubbele-invoerdetectie moet uitgeschakeld zijn bij
handmatige invoer van een document in een beschermhoes.
OPMERKING: wanneer u een beschermhoes invoert, moet
u eerst de dichte rand van de hoes invoeren en niet de open rand.
Hieronder wordt getoond hoe u documenten op juiste wijze voorbereidt wanneer u een beschermhoes gebruikt:
Klein of beschadigd document
Beschermhoes

Aanvaardbaar documentmateriaal

Aanbevolen papiergewichten

Origineel en gerecycled papier
Fotografisch papier
Bondpapier (dat wil zeggen, laserpapier, inktjetpapier, enzovoort)
Doordrukpapier (bepaalde soorten doordrukpapier bevatten
chemische stoffen die mogelijk een reactie veroorzaken met de invoermodule- en de scheidingsrolbanden, waardoor het mogelijk is dat u de banden vaker moet verwisselen)
Offsetdrukpapier (dat wil zeggen krantenpapier, tijdschriftpagina's)
De liftlade kan een breed scala papiergewichten aan, vanaf 50 gram (13 lb) bondpapier tot en met 200 gram (110 lb) indexpapier. Zwaardere documenten kunnen worden ingevoerd tot een maximale dikte van 0,76 mm (0,030 inch). Handmatige invoer, waarbij u de vrijmaakhendel dient te gebruiken, is mogelijk vereist voor zwaardere papiersoorten.
A-61169_nl juli 2003 2-3

Aanbevolen documentformaten

Maximale stapelhoogte documenten voor automatische invoer

Omhoog of omlaag krullende documenten

Lengte:
Maximaal 76,2 cm (30 inch), wanneer het invoeren en
stapelen van documenten door een operator wordt gedaan. De maximale lengte voor onbeheerde documentinvoer is 43,2 cm (17 inch).
Minimaal 6,4 cm (2,5 inch).
Breedte:
Maximaal 29,7 cm (11,7 inch voor beeldvastlegging – 12 inch
voor transport) (A3-breedte)
Minimum voor automatische invoer is 8,9 cm (3,5 inch)
Minimum voor handmatige invoer is 6,4 cm (2,5 inch)
Wanneer u documentstapels invoert, is de maximale hoogte van de stapels 10,2 cm (4 inch), wat ongeveer overeenkomt met 1000 vellen 75g (20 lb.) papier. U kunt het liftniveau instellen op een stapeldikte van 25, 250, 500, 750 of 1.000 documenten.
De liftlade kan een zekere krulling van de eerst in te voeren documentrand aan, maar om te zorgen voor een betrouwbare invoer moet de krulling minimaal worden gehouden. Het is raadzaam de krulling zo veel mogelijk op te heffen door de documenten een tijd lang in een platte stapel documenten te laten liggen, zodat ze platter worden.

De zijgeleiders van de invoerlade aanpassen

U kunt de invoerlade afstellen voor meerdere toepassingen met verschillende invoervereisten door de zijgeleiders zo aan te passen dat het papier gecentreerd of langs de kant wordt ingevoerd. Gecentreerde papierinvoer wordt aanbevolen. Hiermee verloopt de invoer meestal probleemloos. U kunt de zijgeleiders tegelijk verschuiven of afzonderlijk van elkaar.
1. Trek de geleiders helemaal naar buiten en duw deze vervolgens naar elkaar toe (naar het midden).
2. Stel de zijgeleiders zo in dat de opening iets breder is dan de documenten die u gaat invoeren.
3. Plaats de documenten in de liftlade.
4. Verschuif de zijgeleiders zo dat deze tegen de documenten aan komen te liggen.
2-4 A-61169_nl juli 2003

De uitvoerlade aanpassen

Hoe papier een stapel vormt, is afhankelijk van het type papier. U kunt de uitvoerlade zo afstellen dat hetzij de voorkant hetzij de achterkant hoger ligt.
De uitvoerlade zo instellen dat de achterkant hoger ligt:
1. Til de uitvoerlade omhoog en trek deze uit de sleuf.
2. Plaats de uitvoerlade zo terug in de sleuf dat deze de juiste hoogte heeft.
De uitvoerlade zo instellen dat de voorkant hoger ligt:
Til de voorkant van de uitvoerlade omhoog, draai de arm voor hoogteaanpassing naar buiten en plaats dit in de sleuf onder de uitvoerlade.
OPMERKING: de uitvoerlade bevat standaard korte zijgeleiders.
De scanner wordt echter geleverd met lange zijgeleiders en een zelfcentrerende module, die u naar wens kunt installeren. Zie Hoofdstuk 5, Onderhoud, voor procedures.
A-61169_nl juli 2003 2-5

Documenten scannen

U kunt alleen documenten scannen als de menubalk op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Bedienings­paneel
Documenten moeten onder beide invoermodulebanden worden ingevoerd. Voor een snellere doorvoer legt u de documenten in liggende afdrukstand in de liftlade (de lange zijde wordt het eerst ingevoerd).
U start het scannen als volgt:
1. Schakel de scanner via de host in.
2. Plaats de documenten in de liftlade.
3. Druk op Starten/Hervatten.
Starten/Hervatten
Stoppen/ Onderbreken
OPMERKINGEN:
Documenten moeten onder beide invoermodulebanden worden ingevoerd.
Leun tijdens het scannen niet op het liftmechanisme en/of de verlengbladen. Als u dit doet, is het mogelijk dat het liftmechanisme geluid maakt en op een bepaalde positie blijft stilstaan. Zie de probleemoplossingstabel in Hoofdstuk 6, Problemen oplossen/Berichten, voor informatie over het verhelpen van dit probleem.
Wees voorzichtig bij het invoeren van kleine documenten; deze kunnen door de sleuven van de liftlade vallen, waar ze niet gemakkelijk uit te halen zijn.
U zet het scannen als volgt stop:
Druk op Stoppen/Onderbreken.
2-6 A-61169_nl juli 2003

Lange documenten in de feeder voeren

De feeder is geschikt voor documenten met een maximale lengte van 76,2 cm (30 inch). U voert als volgt documenten in die langer zijn dan 30,5 cm (12 inch):
1. Trek de verlengbladen naar buiten.
Verlengbladen
2. Plaats de documenten in de liftlade.
OPMERKING: invoer door de operator is noodzakelijk bij het
invoeren van documenten die langer zijn dan 43,2 cm (17 inch).

Doorlopende en handmatige invoer

Met Doorlopende invoer kunt u extra documentbatches in de liftlade plaatsen (met hulp van de operator). U kunt op elk gewenst moment tijdens het doorlopend scannen extra documenten onder aan de stapel toevoegen. De liftpositie moet voor doorlopende en handmatige invoer op 25 zijn ingesteld.
U voegt als volgt een batch documenten toe:
Voeg een kleine stapel documenten toe aan de onderkant van de stapel in de liftlade door voorzichtig de hoek van de stapel op de tillen en de documenten onder het laatste document te leggen.
Handmatige invoer wordt aanbevolen voor zwaar beschadigde documenten, enveloppen of andere dikke documenten, waarvoor extra ruimte nodig is. Volg de richtlijnen op voor documentgrootte,
-gewicht, -hoeveelheid, enzovoort, die u kunt vinden in het gedeelte
"Documenten voorbereiden" eerder in dit hoofdstuk.
A-61169_nl juli 2003 2-7

Dikke documenten invoeren

U voert als volgt dikke documenten in:
1. Druk op de vrijmaakhendel en houd deze ingedrukt; dit zorgt voor meer ruimte waardoor de documentinvoer beter verloopt.
Vrijmaakhendel
2. Duw de envelop of het dikke document in het transport. Als u meer dan een document wilt scannen, voert u de documenten een voor een in.
3. Wanneer de documenten in het transport zijn gevoerd, laat u de vrijmaakhendel los.
OPMERKING: voordat u enveloppen invoert:
Schakel via de host of een programmeerbare knop de detectie voor dubbele invoer uit (als de scanner hiervoor is ingesteld).
Zorg dat de envelop leeg is en niet is dichtgeplakt.
Wanneer u de vrijmaakhendel gebruikt, is de
maximale dikte voor een document 0,76 mm (0,030 inch).
2-8 A-61169_nl juli 2003

3 Bedieningspaneelfuncties

Het bedieningspaneel biedt een grote variëteit aan functies. Dit hoofdstuk bevat procedures voor en informatie over:
De scanner in- en uitschakelen
De bedieningspaneelfuncties
Door de functies op het bedieningspaneelmenu navigeren
Informatie weergeven
De liftlade verlagen
Het menu Diagnostics Settings (Diagnose-instellingen) gebruiken
Diagnose-functies uitvoeren:
Een zelftest of uitgebreide zelftest uitvoeren
Uitvoeren in de modus alleen pagina’s tellen
Een afdruktest uitvoeren
Een patchtest uitvoeren
Het menu Settings (Instellingen) gebruiken:
Het alarmvolume wijzigen
Het displaycontrast wijzigen
De SCSI-ID wijzigen
De SCSI-terminator wijzigen
De positie van de liftlade instellen
De scanner kalibreren
De transportvooruitgang instellen
Programmeerbare toetsen instellen
A-61169_nl juli 2003 3-1

De scanner in- en uitschakelen

De scanner inschakelen

De vijf knoppen op het bedieningspaneel corresponderen met de pictogrammen boven de knoppen. U activeert een pictogram door op de bijbehorende knop te drukken.
Pictogrammen
Knoppen op bedieningspaneel
De scanner kan alleen vanaf de hostcomputer worden ingeschakeld. Wanneer de scanner is ingeschakeld, kunt u het afbeeldingsadresniveau wijzigen, de liftinstelling negeren en de programmeerbare toetsen gebruiken. Wanneer de scanner is ingeschakeld, ziet het bedieningspaneel er als volgt uit:
U kunt deze functies uitvoeren wanneer de scanner is ingeschakeld:
Verhoogt het afbeeldingsadresniveau. Afhankelijk van het afbeeldingsadresniveau ziet het pictogram er als volgt uit:
geeft aan dat het volgende afbeeldingsadresniveau niveau 3 is
Verlaagt de liftlade als deze zich nog niet op de laagste
geeft aan dat het volgende afbeeldingsadresniveau niveau 2 is
geeft aan dat het volgende afbeeldingsadresniveau niveau 1 is
positie bevindt.
Voert de eerste programmeerbare functie uit.
Voert de tweede programmeerbare functie uit.
Voert de derde programmeerbare functie uit.
3-2 A-61169_nl juli 2003
OPMERKING: de programmeerbare toetsen worden tijdens het
configureren van de toepassing ingesteld. Raadpleeg uw systeembeheerder voor de functie van elke programmeerbare toets. U kunt aan de programmeerbare toetsen de volgende functies toewijzen:
No scanner functionality (Geen scannerfunctionaliteit) (standaard)
Scanner End-of-Job (Scanner einde van taak)
Terminate Batch (Batch beëindigen)
Omit Multi-feed Detection on Next Document (Geen detectie
dubbele invoer)
Omit Printing on Next Document (Niet afdrukken op volgende document)
Omit Patch Reading on Next Document (Patch op volgende document niet lezen)

De scanner uitschakelen

U kunt de scanner vanaf de hostcomputer uitschakelen als de functie einde van taak aan een van de programmeerbare toetsen is toegewezen. Wanneer de scanner is uitgeschakeld, kunt u informatie over de scanner weergeven, de liftlade verlagen, het menu Diagnostics Settings (Diagnose-instellingen) gebruiken, de scanner kalibreren en de transportvooruitgang instellen.
Uitgeschakelde scannerfuncties
Wanneer u de scanner de eerste keer aan zet en uitschakelt, worden de volgende pictogrammen weergegeven. U kunt deze functies alleen uitvoeren wanneer de scanner is ingeschakeld:
Geeft informatie weer: het laatste afbeeldingsadres, de meterwaarden, het serienummer van de scanner.
Verlaagt de liftlade als deze zich nog niet op de laagste positie bevindt.
Geeft het menu Diagnostics Settings (Diagnose­instellingen) weer waarmee u extra functies kunt uitvoeren.
Kalibreert de scanner.
Zet het transportmechanisme tijdelijk aan om een vastgelopen document vrij te geven.
A-61169_nl juli 2003 3-3
Wanneer u de menuknop Diagnostics Settings (Diagnose-instellingen)
selecteert, zijn de volgende functies beschikbaar:
Exit Diagnostics Settings
Voert de geselecteerde functie uit. Deze knop wordt Return genoemd.
Gaat naar het volgende item links (pijl-links).
Gaat naar het volgende item rechts (pijl-rechts).
Gaat omhoog naar het volgende item (pijl-omhoog).
Gaat omlaag naar het volgende item (pijl-omlaag).

Door de functies op het bedieningspaneelmenu lopen

Met de pijl-links en pijl-rechts loopt u door de bovenkant van de menubalk.
In dit voorbeeld loopt u met de pijl-links en/of pijl-rechts door de opties Exit (Afsluiten), Diagnostics (Diagnostisch) en Settings (Instellingen).
Exit Diagnostics Settings
Run self-test Run extended self-test Run count only Run print test
Met de pijl-omhoog en de pijl-omlaag loopt u door de opties in een menu.
In dit voorbeeld loopt u met pijl-omhoog en/of pijl-omlaag door de opties Run self test (Zelftest uitvoeren), Run extended self test (Uitgebreide zelftest), Run count only (Alleen pagina’s tellen), Run print test (Afdruktest uitvoeren), Run patch test (Patchtest uitvoeren).
3-4 A-61169_nl juli 2003
OPMERKING: u kunt slechts vier opties tegelijk weergeven.
Wanneer u de pijl-omlaag selecteert, krijgt u extra opties te zien.
Exit Diagnostics Settings
Run self-test Run extended self-test Run count only Run print test

Informatie weergeven

De liftlade verlagen

Het informatiepictogram geeft informatie weer over onder meer het laatste afbeeldingsadres, de meterwaarden en het serienummer van de scanner.
Selecteer dit pictogram
De Return-pijl voert de geselecteerde functie uit. In het bovenstaande voorbeeld selecteert u de Return-pijl na het selecteren van Run print test (Afdruktest uitvoeren) om de afdruktest te starten.
om informatie weer te geven.
0.0.0.1 Pages: 22453 Hours on: 447 Hours feeding: 32 S/N: 76858463
U kunt de liftlade op verschillende posities zetten voor verschillende formaten documentbatches.
Selecteer dit pictogram te zetten.
OPMERKING: hiermee wordt de instelling voor de liftpositie die is
opgegeven in het menu Instellingen, tijdelijk genegeerd. De volgende keer dat de scanner vanaf de host wordt ingeschakeld, wordt deze instelling weer geactiveerd.
A-61169_nl juli 2003 3-5
om de liftlade op de laagste positie
Het menu Diagnostics Settings (Diagnose­instellingen) gebruiken

Een zelftest of uitgebreide zelftest uitvoeren

Het Menupictogram geeft het menu Diagnostics Settings (Diagnose-instellingen) weer.
Exit Diagnostics Settings
De volgende diagnostische functies zijn beschikbaar:
Een zelftest uitvoeren
Een uitgebreide zelftest uitvoeren
Uitvoeren in de modus alleen pagina’s tellen
Een afdruktest uitvoeren
Een patchtest uitvoeren
U kunt de scanner een zelftest of uitgebreide zelftest laten uitvoeren. De zelftest is dezelfde als de test die wordt uitgevoerd bij het inschakelen van de scanner; de uitgebreide test is een grondigere test.
U voert als volgt een zelftest of uitgebreide zelftest uit:
1.
Selecteer het pictogram voor Diagnostics Settings (Diagnose­instellingen)
2. Ga naar de functie Diagnostics (Diagnostisch) met de pijl-links of de pijl-rechts.
3. Selecteer Run self-test (Zelftest uitvoeren) of Run extended self- test (Uitgebreide zelftest) met de pijl-omlaag.
.
Exit Diagnostics Settings
Run self-test Run extended self-test Run count only Run print test
4. Selecteer Return. De scanner voert de zelftest uit en geeft de resultaten op het display weer.
3-6 A-61169_nl juli 2003

Uitvoeren in de modus alleen pagina’s tellen

U kunt het aantal te scannen documenten tellen zonder een scan uit te voeren.
U activeert als volgt de modus alleen pagina’s tellen:
1. Selecteer het pictogram voor Diagnostics Settings (Diagnose­instellingen)
2. Ga naar de functie Diagnostics (Diagnostisch) met de pijl-links of de pijl-rechts.
3. Selecteer Run count only (Alleen pagina’s tellen) met de pijl-omlaag.
.
Exit Diagnostics Settings
Run self-test Run extended self-test Run count only Run Print test
4. Plaats de documenten in de liftlade.
5.
Selecteer Return. Het bericht Counting pages (Bezig met tellen van pagina’s) verschijnt.
6. Druk op Starten/Hervatten. Het aantal pagina’s wordt weergegeven.
A-61169_nl juli 2003 3-7
Loading...
+ 60 hidden pages