Kern PBS-A03, PBS-A04 User guide [nl]

KERN & Sohn GmbH
Ziegelei 1
E-mail: info@kern-sohn.com
Gebruiksaanwijzing Set voor dichtheidsbepalingen
KERN PBS-A03/A04
Versie 1.3
01/2012
NL
D-72336 Balingen
Faks: +49-[0]7433-9933-149
PBS-A03/A04-BA-nl-1213
KERN PBJ/PBS
KERN PBS-A03/A04
NL
Inhoudsopgave:
1 INLEIDING ...................................................................................................................................... 3
1.1 LEVERINGSOMVANG .................................................................................................................. 3
1.2 AFMETINGEN ............................................................................................................................ 5
2 INSTALLATIE VAN DE SET VOOR DICHTHEIDSBEPALINGEN ............................................... 6
3 DE REGEL VAN DICHTHEIDSBEPALING ................................................................................... 8
3.1 INVLOEDGROOTHEDEN EN FOUTBRONNEN .................................................................................. 9
4 DICHTHEIDSBE PALI NG VAN VAST E STOFFEN ...................................................................... 10
4.1 DE FUNCTIE ACTIVEREN .......................................................................................................... 10
4.2 INVOEREN VAN DE DICHTHEID VAN DE MEETVLOEISTOF” ........................................................... 11
4.3 DE METING VAN DE DICHTHEID VAN DE VASTE STOF” ................................................................ 12
Versie 1.3 01/2012
Gebruiksaanwijzing Set voor dichtheidsbepalingen voor precisieweegschalen
5 DICHTHEIDSBEPALING VAN VLOEIST O FF EN ........................................................................ 13
5.1 HET VOLUMEN VAN HET ZINKLOOD BEPALEN ............................................................................. 13
5.2 DICHTHEIDSBEPALING BIJ EEN BEKEND VOLUMEN VAN HET ZINKLOOD ........................................ 14
6 VOORWAARDEN VOOR PRECIEZE METINGEN ...................................................................... 16
6.1 RESULTATEN OMREKENEN ...................................................................................................... 16
6.2 DE FACTOREN DIE OP DE METINGFOUT INVLOED HEBBEN .......................................................... 17
6.2.1 Luchtbellen ....................................................................................................................... 17
6.2.2 Het monster van de vaste stof ......................................................................................... 17
6.2.3 Vloeistoffen ...................................................................................................................... 17
6.2.4 De oppervlakte ................................................................................................................. 17
6.2.5 Glazen zinklood voor vloeistofmetingen .......................................................................... 17
6.3 ALGEMENE INFORMATIE .......................................................................................................... 18
6.3.1 Dichtheid/ relatieve dichtheid ........................................................................................... 18
6.3.2 Drijf van de weegschaalaanduiding ................................................................................. 18
7 TABEL VAN VLOEISTOFDICHTHEID ........................................................................................ 19
8 ONZEKERHEID VAN DE METING BIJ DE DICHTHEIDSBEPALING VAN VASTE STOFFEN 20
9 GEBRUIKSOPMERKINGEN ........................................................................................................ 21
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 2

1 Inleiding

KERN PBS-A03 KERN PBS-A04
De set voor dichtheidsbepalingen serie KERN PBJ/PBS met een groot weegschaalplateau (180 x 170 mm).
Ingeval van toepassing van de set voor dichtheidsbepalingen worden de mogelijkheden van de weegschaal kleiner met ca. 100 g.
Om een betrouwbaar en storingvrij bedrijf te verzekeren dient de gebruiksaanwijzing nauwkeurig te worden gelezen.
In onderhavige gebruiksaanwijzing worden enkel werkzaamheden beschreven die met de set voor dicht hei dsbepalingen worden uitgevoerd. Verdere informatie betreffende de weegschaalbediening bevindt zich in de gebruiksaanwijzing van elke weegschaal.
De set voor dichtheidsbepalingen serie KERN PBJ/PBS met een klein weegschaalplateau (105 x 105 mm).
Ingeval van toepassing van de set
voor dichtheidsbepalingen worden de mogelijkheden van de weegschaal kleiner met ca. 290 g.

1.1 Leveringsomvang

Afb. 1: Geïnstalleerde set voor dichtheidsbepalingen KERN PBS-A04
3 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
1. De greep van de schaal
2. Universele schaal
3. Onderbouw van de container
4. Container
5. Schaalsteun, 4 stuks
6. Glazen zinklood
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 4

1.2 Afmetingen

5 PBS-A03/A04-BA-nl-1213

2 Installatie van de set voor dichtheidsbepalingen

manier te worden geïnstalleerd.
Indien nodig dient het vereist justeren vóór de installatie van de set voor
1. De weegschaal uitzetten en van de voeding scheiden.
2. Het standaard weegschaalplateau verwijderen.
dichtheidsbepalingen worden doorgevoerd.
Bij de geïnstalleerde set voor dichtheidsbepalingen is correct justeren niet mogelijk.
Om te justeren dient de set voor dichtheidsbepalingen te w or den a fg enom en en het standaard weegschaalplateau te worden opgezet.
Op onderstaande afbeeldingen is de set voor dichtheidsbepalingen KERN PBS-A03 op een weegschaal met een groot weegschaalplateau getoond. De set voor dichtheidsbepalingen KERN PBS-A04 dient op dezelfde
3. De steunen van het standaard weegschaalplateau verwijderen en door de schaalsteunen van de set voor dichtheidsbepalingen vervangen.
4. De greep van de schaal in de vier steunen plaatsen, conform de afbeelding. Men dient daarbij op de juiste positie te letten, de openingen in het bovenste deel dienen naar voren te zijn gericht.
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 6
B
5. Onderbouw voor de container zo plaatsen dat hij de greep van de schaal niet aanraakt
6. De container centraal op de onderbouw stellen.
7. De universele schaal conform de afbeelding ophangen. Men dient daarbij op te letten dat zij de container niet aanraakt.
7 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
ρ =
A
A-B
o
ρ
ρ =
m V

3 De regel van dich theidsbepaling

1
g
cm
3
1
kg
m
3
1
g
l
Drie belangrijke natuurkundige grootheden zijn: het volume en het gewicht van de lichamen als ook de dichtheid van stoffen. Het gewicht en het volume worden met elkaar door de dichtheid gekoppeld.
De dichtheid [ ρ ] is de verhouding van het gewicht [ m ] ten opzichte van het
volumen [ V ]
De dichtheid wordt in het SI uitgedrukt in kilogram per kubieke meter (kg/m3). 1 kg/m3 is gelijk aan de dichtheid van een homogeen lichaam dat bij het gewicht van 1 kg het volumen van 1 m3 inneemt. Andere vaak gebruikte eenheden zijn:
,
,
Door het gebruik van onze set voor dichtheidsbepalingen in combinatie met onze weegschalen KERN PBS/PBJ kan men snel en zeker de dichtheid van vaste en vloeistoffen bepalen. De werkwijze van de set voor dichtheidsbepaling gebruikt de “wet van Archimedes”:
DE OPWAARTSE KRACHT IS EEN KRACHT. ZE TAST EEN LICHAAM AAN DAT IN VLOEISTOF IS ONDERGEDOMPELD. DE OPWAARTSE KRACHT IS EVEN GROOT ALS HET GEWICHT VAN DE
VERPLAATSTE
vloeistof. DE OPWAARTSE KRACHT WERKT LOODRECHT NAAR BOVEN.
Daardoor wordt de dichtheid volgens de volgende formules berekend:
Bij de dichtheidsbepaling van vaste stoffen
Met behulp van onze weeg sc hal en kan men vaste stoffen zowel in de lucht [ A ] als ook in het water [ B ] wegen. Indien de dichtheid van het verplaatste medium [ ρo ] bekend is, wordt de dichtheid van vaste stof [ ρ ] als volgt berekend:
ρ = Monsterdichtheid a = Het monstergewicht in de lucht b = Het monstergewicht in de meetvloeistof
ρ
= De dichtheid van meetvloeistof
o
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 8
ρ =
V
A-B
L
ρ
+
De dichtheid van een vloeistof wordt bepaald met behulp van zinklood waarvan het volumen [ V ] bekend is. Het zinklood wordt zowel in de lucht [ A ] als ook in de meetvloeistof [ B ] gewogen. Conform de wet van Archimedes werkt op een ondergedompeld lichaam een opwaartse kracht [ G ]. Deze kracht is even groot als de gewichtkracht (het gewicht) van de verplaatste vloeistof. Het volumen [ V ] van het ondergedompelde lichaam is gelijk aan het volumen van de verplaatste vloeistof.
G = Opwaartse kracht van zinklood Opwaartse kracht van zinklood =
Het gewicht van zinklood in de lucht [ A ] - Het gewicht van zinklood in de
meetvloeistof [ B ]
Dus:
ρ = Dichtheid van de meetvloeistof A = Het gewicht van het zinklood in de lucht B = Het gewicht van het zinklood in de meetvloeistof V = Volumen van het zinklood*
ρ
= Dichtheid van de lucht (0,0012 g/cm3)
L
* Indien het volumen van het zinklood niet bekend is, kan het worden bepaald, bv.
in water, en als volgt worden berekend, zie hoofdstuk 5.1.
V = Volumen van zinklood A = Het gewicht van het zinklood in de lucht B = Het gewicht van het zinklood in water
ρ
= Waterdichtheid
W

3.1 I nvloedgrootheden en foutbronnen

Luchtdruk Temperatuur
Afwijking van het volumen van het zinklood (± 0,005 cm3)  Oppervlaktespanning van de vloeistof Luchtbellen Indompeldiepte van de monsterschaal of zinklood Porositeit van de vaste stof
9 PBS-A03/A04-BA-nl-1213

4 Dichtheidsbepaling van vaste stoffen

MENU
CAL
TARE /
MENU
CAL
Bij de dichtheidsbepaling van de vaste stoffen dient de vaste stof eerst in de lucht te worden gewogen en vervolgens in de meetvloeistof. Uit het verschil van de gewichten vloeit de opwaartse kracht voort die door het programma naar de dichtheid wordt omgerekend.
De weegschaal voorbereiden zoals beschreven in hoofdstuk 2 “Installatie van de
set voor dichtheidsbepalingen”.
De meetvloeistof in de container doen. De invulhoogte dient ca. ¾ van het
volumen te bedragen. De temperatuur van de meetvloeistof zo lang afstellen totdat deze vast is.

4.1 De functie activeren

De weegschaal aanzetten
.In de weegmodus de toets drukken totdat de letter “U” blinkt.
De toets
De toets drukken.
meermals drukken totdat het symbool “U-d” verschijnt. Vanaf dat moment staat de weegschaal in de modus dichtheidsbepaling van vaste stoffen.
meermals
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 10

4.2 I nvoer en van de “dichtheid van de meetvloeistof”

TARE /
UNIT
PRINT
PRINT
PRINT
UNIT
TARE /
ESC
ON/OFF
De toets
drukken, de laatst opgeslagen waarde van de dichtheid van de meetvloeistof verschijnt. Bij een wijziging ingevoerd met behulp van de pijltjestoetsen eerst de numerieke waarde van de dichtheid invoeren, met inachtneming van de actuele temperatuur (zie hoofdstuk 7), en vervolgens de decimale punt instellen.
Door de toets
te drukken wordt de numerieke waarde van het blinkende cijfer vergroot.
Het cijfer rechts met de toets
kiezen (elke
keer blinkt de actieve posit ie) .
De decimale punt instellen.
Met de toets
naar de laatste positie
overgaan, tijdens blinken van de positie de toets
opnieuw drukken. De decimale punt verschijnt in de vorm van het symbool “”. De positie van de decimale punt met de toe ts
bepalen.
M et de toets
bevestigen. Men dient daarbij op te letten dat de stabilisatieaanduiding afgelezen wordt, anders wordt de invoer niet ov er g enom en.
De toetsmeermals drukken of 3 seconden lang gedrukt houden, de aanduiding in gram verschijnt.
11 PBS-A03/A04-BA-nl-1213

4.3 De meting van de “dichtheid van de vaste stof”

UNIT
TARE /
MENU
CAL
MENU
CAL
UNIT
1. De toets
meermals drukken totdat de weegschaal naar de modus dichtheidsbepaling van vaste stoffen wordt omgeschakeld. De melding “dSP pL” kan verschijnen maar in deze stap betek ent het gee n foutmelding en kan worden overgeslagen.
2. De toets
drukken (geen
aanduidingswijziging).
3. Het monster op de bovenschaal voor monsters leggen.
4. Wachten totdat de stabilisatieaanduiding
verschijnt en vervolgens de toets drukken.
De melding “dSP pL” kan verschijnen maar in deze stap betek ent het gee n foutmelding en kan worden overgeslagen.
5. Het monster op de onderste schaal voor monsters leggen.
6. De monsterdichtheid verschijnt.
Om een nieuwe meting te beginnen voordat men het actuele monster van de
onderste schaal verwijderd, de toets
drukken. Een nieuwe meting wordt vanaf
stap 2 gestart. Indien een ander meetvloeistof wordt gebruikt, bij de invoer de optie “Dichtheid van
de meetvloeistof” activeren, zie hoofdstuk 4.2.
Nadat de toets
wordt gedrukt, keert de weegschaal terug naar de weegmodus.
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 12

5 Dichtheidsbepaling van vloeistof fen

UNIT

5.1 He t volumen van het zinklood bepalen

De weegschaal voorbereiden zoals beschreven in hoofdstuk 2 “Installatie van de
set voor dichtheidsbepalingen”.
Het water in de container doen. De invulhoogte dient ca. ¾ van het volumen te
bedragen. De temperatuur zo lang afstellen totdat deze vast is.
Het zinklood voorbereiden.
De weegschaal aanzetten, zo nodig de toets
meermals drukken tot dat de w eeg s chaal
in de weegmodus staat.
Het zinklood op de bovenschaal voor monsters
leggen. Afwachten totdat de stabilisatieaan duidi ng verschijnt, de gewichtswaarde noteren.
Het zinklood op de onderste schaal voor
monsters leggen. Afwachten totdat de stabilisatieaan duidi ng verschijnt, de gewichtswaarde noteren.
13 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
Het volumen van het zinklood wordt volgens deze formule berekend:
V = Volumen van zinklood A = Het gewicht van het zinklood in de lucht = 99,998 g B = Het gewicht van het zinklood in water = 87,607 g
ρ
= Waterdichtheid (zie hoofdstuk 7) in de temperatuur 20°C = 0,9982 g/cm3
W

5.2 Dichtheidsbepaling bij een bekend volumen van het zinklood

De weegschaal voorbereiden zoals beschreven in hoofdstuk 2 “Installatie van de
set voor dichtheidsbepalingen”.
De gemeten vloeistof in de container do en. De invulhoogte dient ca. ¾ van het
volumen te bedragen. De temperatuur zo lang afstellen totdat deze vast is.
Het zinklood voorbereiden.
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 14
ρ =
V
A-B
UNIT
De weegschaal aanzetten, zo nodig de toets
meermals drukken tot dat de w eeg s chaal
in de weegmodus staat.
Het zinklood op de bovenschaal voor monsters
leggen. Afwachten totdat de stabilisatieaan duidi ng verschijnt, de gewichtswaarde noteren.
Het zinklood op de onderste schaal voor
monsters leggen. Afwachten totdat de stabilisatieaan duidi ng verschijnt, de gewichtswaarde noteren.
De dichtheid van de gemeten vloeistof wordt volgens deze formule berekend:
G = Opwaartse kracht van zinklood Opwaartse kracht van zinklood =
Het gewicht van zinklood in de lucht [ A ] - Het gewicht van zinklood in de
gemeten vloeistof [ B ]
Dus:
ρ = Dichtheid van de meetvloeistof A = Het gewicht van het zinklood in de lucht B = Het gewicht van het zinklood in de gemeten vloeistof V = Volumen van het zinklood*
15 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
ρ =
A
A-B
o
ρ

6 Voorwaarden voor precieze metingen

Er bestaat een aantal mogelijk e foute n tij de n s de dichth ei ds b epal ing. Om precieze resultaten bij toepassing van deze set voor dichtheidsbepal i ng en m et de weegschaal te bereiken, zijn goede kennis en voorzichtigheid noodzakelijk.

6.1 Resultaten omrekenen

Tijdens de dichtheidsbepaling door de weegschaal verschijnen de resultaten al ti j d met 4 decimalen. Dat betekent echter niet dat de resultaten tot de laatste decimalen, zoals bij waardeberekening, precies zijn. Daarom dient men kritisch naar de omrekeningen van de gebrui kte weegresultaten te kijken.
Een voorbeeld van dichtheidsbepaling van een vaste stof: Om de hoogste kwaliteit van de resultaten te garanderen, dienen zowel de teller als ook de noemer van de volgende formule de gewenste precisie vertonen. In di en één daarvan niet stabiel of foutief is, wordt het resultaat tevens onstabiel of foutief.
ρ = Monsterdichtheid A = Het monstergewicht in de lucht B = Het monstergewicht in de meetvloeistof
ρ
= De dichtheid van meetvloeistof
o
Indien het monster zwaard is, wordt dat op de precisie van het resultaat overgedragen. Daardoor wordt de tellerwaarde vergroot. Indien het monster licht is, wordt dat tevens op de precisie van het resultaat overgedragen omdat de opwaartse kracht (A-B) groter is. Het resultaat in de noemer wordt vergroot. Men dient tevens op te letten dat de precisie van de dichtheid van de meetvloeistof ρo naar de teller wordt overgedragen en tevens van grote invloed is op de precisie van het resultaat. Het resultaat van de monsterdichtheid kan preciezer worden dan de meest onprecieze van de voormelde afzonderlijke waarden.
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 16

6.2 De factoren die op de metingfout invloed hebben

6.2.1 Luchtbellen

Een kleine luchtbel, bijvoorbeeld 1 mm3, heeft een aanzienlijke invloed op de meting, indien het monster klein is. De opwaartse kracht wordt daardoor met bijna 1 mg vergroot, waardoor een fout van 2 cijfers ontstaat. Daarom is het van groot belang dat er geen luchtbellen aan de vaste stof in de vloeistof aankleven. Hetzelfde geldt tevens voor het zinklood ingedompeld in de gemeten vloeistof. Indien de luchtbellen verwijderd kunnen worden door draaien, dient dat voorzichtig te worden gedaan zonder de vloeistof te laten morsen en de schaal met de zeef door water te laten bevochtigen. Door het bevochtigen van het ophangelement van de schaal met zeef wordt het gewicht vergroot. De monsters van vaste stoffen of van het zinklood dienen niet met vingers te worden aangeraakt. Met vet bedekte oppervlaktes veroorzaken het ontstaan van luchtbellen indien het gemeten voorwerp in een vloeistof wordt ingedompeld. De monsters van vaste stoffen (en in het bijzonder vlakke voorwerpen) dienen niet op de schaal met zeef buiten de vloeistof te worden geplaatst omdat er tijdens het indompelen luchtbellen kunnen ontstaan. De bodem van de schaal met zeef dient aanvullend op luchtbellen gecontroleerd te worden na indompelen van het gemeten voorwerp in de vloeistof.

6.2.2 Het monster van de vaste stof

Indien het monster een te groot volumen heeft en in de vloeistof in ingedompeld, stijgt het vloeistofpeil in de glazen maatcilinder. Het leidt daartoe dat een deel van het ophangelement van de schaal met zeef wordt ingedompeld en de opwaartse kracht stijgt. Daardoor wordt het monstergewicht in de vloeistof kleiner. De monsters met veranderend volumen of die de vloeistof opnemen, kunnen niet worden gemeten.

6.2.3 Vloeistoffen

Men dient met de watertemperatuur rekening te houden. De waterdichtheid wijzigt met ca. 0,01% per graad Celsius. Indi en de t emp eratuurmeting een fout bevat van 1 graag Celsius, wordt de 4de positie van de meting onprecies.

6.2.4 De oppervlakte

Het ophangen van de schaal met zeef dringt de vloeistofoppervlakte door. De toestand verandert continu. Indien het monster of het zinklood redelijk klein zijn, wordt de reproduceerbaarheid van de resultaten door oppervlaktespanning verslechterd. Door toevoegen van een kleine hoeveelheid afwasmiddel kan de oppervlaktespanning worden overgeslagen en de reproduceerbaarheid worden vergroot.

6.2.5 Glazen zinklood voor vloeistofmetingen

Om de onderzochte vloeistoffen bij dichtheidsbepaling van vloeistoffen te besparen, dient men kleine klazen meetcilinders en juiste glazen zinkloden te gebruiken. In feite dient men op te letten dat een grotere glazen zinklood grotere precisie betekent. Het is gewenst dat de opwaartse kracht en volumen van de glazen zinklood zo precies mogelijk worden bepaald. Deze resultaten worden toegepast bij omrekenen van de vloeistofdichtheid zowel in de noemer als ook in de teller van de formule.
17 PBS-A03/A04-BA-nl-1213

6.3 Algeme ne informatie

6.3.1 Dichtheid/ relatieve dichtheid

De relatieve dichtheid is het gewicht van de gemeten stof gedeeld door het watergewicht (bij 4°C) met hetzelfde volumen. Daarom heeft de relatieve dichtheid geen eenheid. De dichtheid is het gewicht gedeeld door het volumen. Indien er in plaats van de vloeistofdichtheid in de formule de relatieve dichtheid wordt gebruikt, bereikt men een foutief resultaat. Voor de vloeistof is enkel haar dichtheid maatgevend.

6.3.2 Drijf van de weegschaalaanduiding

Het drijven (systematisch veranderen van de resultaten in een bepaalde richting) heeft geen invloed op het eindresultaat van de dichtheidsbepaling hoewel het afgelezen gewicht op het wegen in de lucht betrekking heeft. Precieze waarden worden enkel dan vereist indien de vloeistofdichtheid met behulp van een zinklood wordt bepaald. Ingeval van temperatuurwijziging van de omgeving of de wijziging van lokalisatie, is het justeren van de weegschaal vereist. Daarvoor dient men de set voor dichtheidsbepalingen af te nemen en het justeren van de weegschaal met standaard weegschaalplatea u uit te voeren (zie gebruiksaanwijzing van de weegschaal).
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 18

7 Tabel van vloeistof di c htheid

Temperatu Dichtheid ρ [g/cm3]
water
ethylalcohol
methylalcohol
10
0,9997
0,7978
0,8009
11
0,9996
0,7969
0,8000
12
0,9995
0,7961
0,7991
13
0,9994
0,7953
0,7982
14
0,9993
0,7944
0,7972
15
0,9991
0,7935
0,7963
16
0,9990
0,7927
0,7954
17
0,9988
0,7918
0,7945
18
0,9986
0,7909
0,7935
19
0,9984
0,7901
0,7926
20
0,9982
0,7893
0,7917
21
0,9980
0,7884
0,7907
22
0,9978
0,7876
0,7898
23
0,9976
0,7867
0,7880
24
0,9973
0,7859
0,7870
25
0,9971
0,7851
0,7870
26
0,9968
0,7842
0,7861
27
0,9965
0,7833
0,7852
28
0,9963
0,7824
0,7842
29
0,9960
0,7816
0,7833
30
0,9957
0,7808
0,7824
31
0,9954
0,7800
0,7814
32
0,9951
0,7791
0,7805
33
0,9947
0,7783
0,7896
34
0,9944
0,7774
0,7886
35
0,9941
0,7766
0,7877
ur [℃]
19 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
8 Onzekerheid van de meting bij de
Aanduiding bij dichtheidsmetingen bij benadering
(bij toepassing van een weegschaal met de afleesbaarheid van 0,01 g)
Monstergewicht
(g/cm3)
1
0,1
0,01
0,003
0,002
0,0005
0,0003
0,0003
0,0002
0,0002
3
0,4
0,04
0,01
0,005
0,001
0,001
0,0005
0,0004
0,0004
5
0,7
0,07
0,01
0,008
0,002
0,001
0,001
0,001
0,0006
8
1,2
0,1
0,02
0,01
0,003
0,002
0,001
0,001
0,001
10
1,5
0,1
0,03
0,02
0,004
0,002
0,001
0,001
0,001
12
1,7
0,2
0,04
0,02
0,004
0,002
0,002
0,001
0,001
20
2,9
0,3
0,06
0,03
0,01
0,004
0,003
0,002
0,002
dichtheidsbepaling van vaste stoffen
In de tabel wordt een precisie van de weegschaal in combinatie met de set voor dichtheidsbepalingen bij benadering voorgesteld. Men dient daarbij op te letten dat deze waarden uitsluiten wiskundig werden bepaald en houden geen rekening met de waarden beschreven in hoofdstuk 6 die daarop invloed hebben.
(g)
Monsterdichtheid
1 10 50 100 500 1000 2000 3000 4000
*Bij toepassing van een weegschaal met afleesbaarheid van 0,1 g dienen de getallen in deze tabel met 10 worden vermenigvuldigd. Bij een weegschaal met afleesbaarheid van 0,0001 g dienen de getallen door 10 te worden gedeeld.
Voorbeeld van het aflezen van de tabel: Bij een weegschaal met de resolutie van 0,001 g en het monster met het gewicht van 10 g en de dichtheid van 5 g/cm3 , bedragen de aanduidingsprongen 0,007 g/cm3.
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 20

9 Gebruiksopmerkingen

Om een reproduceerbare gemiddelde waarde te bereiken zijn enkele
dichtheidsmeting en no di g .
Het oplosmiddelenbestendige monster/zinklood/glazen maatcilinder ontvetten.
Schalen voor monsters/ zinklood/ glazen maatcilinder dienen regelmatig te
worden gereinigd, aan het ond er do mp el de de el niet aanr ak en .
Het monster/zinklood/pincet na elke meting drogen.
De monstergrootte dient aan de monsterschaal te worden aangepast (ideale
monstergrootte > 0;5 g).
Enkel gedestilleerd water gebruiken.
Bij eerste onderdompeling de monsterschaal en zinklood licht schudden om
eventuele luchtbellen vrij te laten.
Absoluut opletten dat bij volgende onderdompeling geen nieuwe luchtbellen
ontstaan; het monster het liefst met een pincet inzetten.
De vast aanliggende luchtbellen met een pincet of een ander hulpmiddel
afnemen.
Om te voorkomen dat de luchtbellen plakken, het monster met ruwe oppervlakte
eerst glad maken.
Opletten dat er tijdens weging geen water van pincet op de bovenschaal voor
monsters druppelt.
Om de oppervlaktespanning van het water en de wrijving van water met draad te
reduceren, drie druppels van toegankelijke oppervlakte-actieve stof (afwasmiddel) in het meetvloeistof toevoegen (de wijziging van de dichtheid van gedestilleerd water na toevoegen van een oppervlakte-actieve stof kan worden genegeerd).
Ovale monsters kunnen makkelijk met een pincet door kerven worden gevat.
De dichtheid van poreuze vaste stoffen kan enkel bij benadering worden bepaald.
Bij onderdompelen in een meetvloeistof wordt niet de gehele lucht van de poriën verdreven, waardoor fouten in de opwaartse kracht ontstaan.
Om sterke stoten van de weegschaal te mijden dient het monster voorzichtig te
worden ingedaan.
Statische ladingen mijden, b.v. het zinklood enkel met een katoenen doek
reinigen.
Indien de dichtheid van de vaste stof niet veel van de dichtheid van gedestilleerd
water verschilt, kan ethanol als meetvloeistof worden gebruikt. Men dient echter eerder te controleren of het monster oplosmiddelbestendig is. Tijdens de werkzaamheden met ethanol dient men bovendien absoluut de geldende veiligheidsvoorschriften op te volgen.
21 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
Loading...