• De set voor dichtheidsbepalingen
serie KERN PBJ/PBS met een
groot weegschaalplateau
(180 x 170 mm).
• Ingeval van toepassing van de set
voor dichtheidsbepalingen worden
de mogelijkheden van de
weegschaal kleiner met ca. 100 g.
• Om een betrouwbaar en storingvrij bedrijf te verzekeren dient de
gebruiksaanwijzing nauwkeurig te worden gelezen.
• In onderhavige gebruiksaanwijzing worden enkel werkzaamheden
beschreven die met de set voor dicht hei dsbepalingen worden
uitgevoerd. Verdere informatie betreffende de
weegschaalbediening bevindt zich in de gebruiksaanwijzing van
elke weegschaal.
• De set voor dichtheidsbepalingen
serie KERN PBJ/PBS met een
klein weegschaalplateau
(105 x 105 mm).
• Ingeval van toepassing van de set
voor dichtheidsbepalingen worden
de mogelijkheden van de
weegschaal kleiner met ca. 290 g.
1.1 Leveringsomvang
Afb. 1: Geïnstalleerde set voor dichtheidsbepalingen KERN PBS-A04
3 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
1. De greep van de schaal
2. Universele schaal
3. Onderbouw van de
container
4. Container
5. Schaalsteun, 4 stuks
6. Glazen zinklood
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 4
1.2 Afmetingen
5 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
2 Installatie van de set voor dichtheidsbepalingen
manier te worden geïnstalleerd.
• Indien nodig dient het vereist justeren vóór de installatie van de set voor
1. De weegschaal uitzetten en van de voeding scheiden.
2. Het standaard weegschaalplateau verwijderen.
dichtheidsbepalingen worden doorgevoerd.
• Bij de geïnstalleerde set voor dichtheidsbepalingen is correct justeren niet
mogelijk.
• Om te justeren dient de set voor dichtheidsbepalingen te w or den a fg enom en
en het standaard weegschaalplateau te worden opgezet.
• Op onderstaande afbeeldingen is de set voor dichtheidsbepalingen
KERN PBS-A03 op een weegschaal met een groot weegschaalplateau
getoond. De set voor dichtheidsbepalingen KERN PBS-A04 dient op dezelfde
3. De steunen van het standaard
weegschaalplateau verwijderen en
door de schaalsteunen van de set
voor dichtheidsbepalingen
vervangen.
4. De greep van de schaal in de vier
steunen plaatsen, conform de
afbeelding. Men dient daarbij op de
juiste positie te letten, de openingen
in het bovenste deel dienen naar
voren te zijn gericht.
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 6
B
5. Onderbouw voor de container zo
plaatsen dat hij de greep van de
schaal niet aanraakt
6. De container centraal op de
onderbouw stellen.
7. De universele schaal conform de
afbeelding ophangen. Men dient
daarbij op te letten dat zij de
container niet aanraakt.
7 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
ρ =
A
A-B
o
ρ
ρ =
m
V
3 De regel van dich theidsbepaling
1
g
cm
3
1
kg
m
3
1
g
l
Drie belangrijke natuurkundige grootheden zijn: het volume en het gewicht van de
lichamen als ook de dichtheid van stoffen. Het gewicht en het volume worden met
elkaar door de dichtheid gekoppeld.
De dichtheid [ ρ ] is de verhouding van het gewicht [ m ] ten opzichte van het
volumen [ V ]
De dichtheid wordt in het SI uitgedrukt in kilogram per kubieke meter (kg/m3). 1
kg/m3 is gelijk aan de dichtheid van een homogeen lichaam dat bij het gewicht van 1
kg het volumen van 1 m3 inneemt.
Andere vaak gebruikte eenheden zijn:
,
,
Door het gebruik van onze set voor dichtheidsbepalingen in combinatie met onze
weegschalen KERN PBS/PBJ kan men snel en zeker de dichtheid van vaste en
vloeistoffen bepalen. De werkwijze van de set voor dichtheidsbepaling gebruikt de
“wet van Archimedes”:
DE OPWAARTSE KRACHT IS EEN KRACHT. ZE TAST EEN LICHAAM AAN DAT IN VLOEISTOF IS
ONDERGEDOMPELD. DE OPWAARTSE KRACHT IS EVEN GROOT ALS HET GEWICHT VAN DE
VERPLAATSTE
vloeistof. DE OPWAARTSE KRACHT WERKT LOODRECHT NAAR BOVEN.
Daardoor wordt de dichtheid volgens de volgende formules berekend:
Bij de dichtheidsbepaling van vaste stoffen
Met behulp van onze weeg sc hal en kan men vaste stoffen zowel in de lucht [ A ] als
ook in het water [ B ] wegen. Indien de dichtheid van het verplaatste medium [ ρo ]
bekend is, wordt de dichtheid van vaste stof [ ρ ] als volgt berekend:
ρ = Monsterdichtheid
a = Het monstergewicht in de lucht
b = Het monstergewicht in de meetvloeistof
ρ
= De dichtheid van meetvloeistof
o
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 8
ρ =
V
A-B
L
ρ
+
De dichtheid van een vloeistof wordt bepaald met behulp van zinklood waarvan het
volumen [ V ] bekend is. Het zinklood wordt zowel in de lucht [ A ] als ook in de
meetvloeistof [ B ] gewogen.
Conform de wet van Archimedes werkt op een ondergedompeld lichaam een
opwaartse kracht [ G ]. Deze kracht is even groot als de gewichtkracht (het gewicht)
van de verplaatste vloeistof.
Het volumen [ V ] van het ondergedompelde lichaam is gelijk aan het volumen van
de verplaatste vloeistof.
G = Opwaartse kracht van zinklood
Opwaartse kracht van zinklood =
Het gewicht van zinklood in de lucht [ A ] - Het gewicht van zinklood in de
meetvloeistof [ B ]
Dus:
ρ = Dichtheid van de meetvloeistof
A = Het gewicht van het zinklood in de lucht
B = Het gewicht van het zinklood in de meetvloeistof
V = Volumen van het zinklood*
ρ
= Dichtheid van de lucht (0,0012 g/cm3)
L
* Indien het volumen van het zinklood niet bekend is, kan het worden bepaald, bv.
in water, en als volgt worden berekend, zie hoofdstuk 5.1.
V = Volumen van zinklood
A = Het gewicht van het zinklood in de lucht
B = Het gewicht van het zinklood in water
ρ
= Waterdichtheid
W
3.1 I nvloedgrootheden en foutbronnen
Luchtdruk
Temperatuur
Afwijking van het volumen van het zinklood (± 0,005 cm3)
Oppervlaktespanning van de vloeistof
Luchtbellen
Indompeldiepte van de monsterschaal of zinklood
Porositeit van de vaste stof
9 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
4 Dichtheidsbepaling van vaste stoffen
MENU
CAL
TARE /
MENU
CAL
Bij de dichtheidsbepaling van de vaste stoffen dient de vaste stof eerst in de lucht te
worden gewogen en vervolgens in de meetvloeistof. Uit het verschil van de
gewichten vloeit de opwaartse kracht voort die door het programma naar de
dichtheid wordt omgerekend.
De weegschaal voorbereiden zoals beschreven in hoofdstuk 2 “Installatie van de
set voor dichtheidsbepalingen”.
De meetvloeistof in de container doen. De invulhoogte dient ca. ¾ van het
volumen te bedragen. De temperatuur van de meetvloeistof zo lang afstellen
totdat deze vast is.
4.1 De functie activeren
De weegschaal aanzetten
.In de weegmodus de toets
drukken totdat de letter “U” blinkt.
De toets
De toets drukken.
meermals drukken totdat het
symbool “U-d” verschijnt.
Vanaf dat moment staat de weegschaal in de
modus dichtheidsbepaling van vaste stoffen.
meermals
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 10
4.2 I nvoer en van de “dichtheid van de meetvloeistof”
TARE /
UNIT
PRINT
PRINT
PRINT
UNIT
TARE /
ESC
ON/OFF
De toets
drukken, de laatst opgeslagen
waarde van de dichtheid van de meetvloeistof
verschijnt. Bij een wijziging ingevoerd met behulp
van de pijltjestoetsen eerst de numerieke waarde
van de dichtheid invoeren, met inachtneming van
de actuele temperatuur (zie hoofdstuk 7), en
vervolgens de decimale punt instellen.
Door de toets
te drukken wordt de
numerieke waarde van het blinkende cijfer
vergroot.
Het cijfer rechts met de toets
kiezen (elke
keer blinkt de actieve posit ie) .
De decimale punt instellen.
Met de toets
naar de laatste positie
overgaan, tijdens blinken van de positie de toets
opnieuw drukken. De decimale punt
verschijnt in de vorm van het symbool “”.
De positie van de decimale punt met de toe ts
bepalen.
M et de toets
bevestigen.
Men dient daarbij op te letten dat de
stabilisatieaanduiding afgelezen wordt, anders
wordt de invoer niet ov er g enom en.
De toetsmeermals drukken of 3 seconden
lang gedrukt houden, de aanduiding in gram
verschijnt.
11 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
4.3 De meting van de “dichtheid van de vaste stof”
UNIT
TARE /
MENU
CAL
MENU
CAL
UNIT
1. De toets
meermals drukken totdat
de weegschaal naar de modus
dichtheidsbepaling van vaste stoffen wordt
omgeschakeld.
De melding “dSP pL” kan verschijnen maar
in deze stap betek ent het gee n foutmelding
en kan worden overgeslagen.
2. De toets
drukken (geen
aanduidingswijziging).
3. Het monster op de bovenschaal voor
monsters leggen.
4. Wachten totdat de stabilisatieaanduiding
verschijnt en vervolgens de toets
drukken.
De melding “dSP pL” kan verschijnen maar
in deze stap betek ent het gee n foutmelding
en kan worden overgeslagen.
5. Het monster op de onderste schaal voor
monsters leggen.
6. De monsterdichtheid verschijnt.
Om een nieuwe meting te beginnen voordat men het actuele monster van de
onderste schaal verwijderd, de toets
drukken. Een nieuwe meting wordt vanaf
stap 2 gestart.
Indien een ander meetvloeistof wordt gebruikt, bij de invoer de optie “Dichtheid van
de meetvloeistof” activeren, zie hoofdstuk 4.2.
Nadat de toets
wordt gedrukt, keert de weegschaal terug naar de weegmodus.
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 12
5 Dichtheidsbepaling van vloeistof fen
UNIT
5.1 He t volumen van het zinklood bepalen
De weegschaal voorbereiden zoals beschreven in hoofdstuk 2 “Installatie van de
set voor dichtheidsbepalingen”.
Het water in de container doen. De invulhoogte dient ca. ¾ van het volumen te
bedragen. De temperatuur zo lang afstellen totdat deze vast is.
Het zinklood voorbereiden.
De weegschaal aanzetten, zo nodig de toets
meermals drukken tot dat de w eeg s chaal
in de weegmodus staat.
Het zinklood op de bovenschaal voor monsters
leggen. Afwachten totdat de
stabilisatieaan duidi ng verschijnt, de
gewichtswaarde noteren.
Het zinklood op de onderste schaal voor
monsters leggen. Afwachten totdat de
stabilisatieaan duidi ng verschijnt, de
gewichtswaarde noteren.
13 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
Het volumen van het zinklood wordt volgens deze formule berekend:
V = Volumen van zinklood
A = Het gewicht van het zinklood in de lucht = 99,998 g
B = Het gewicht van het zinklood in water = 87,607 g
ρ
= Waterdichtheid (zie hoofdstuk 7) in de temperatuur 20°C = 0,9982 g/cm3
W
5.2 Dichtheidsbepaling bij een bekend volumen van het zinklood
De weegschaal voorbereiden zoals beschreven in hoofdstuk 2 “Installatie van de
set voor dichtheidsbepalingen”.
De gemeten vloeistof in de container do en. De invulhoogte dient ca. ¾ van het
volumen te bedragen. De temperatuur zo lang afstellen totdat deze vast is.
Het zinklood voorbereiden.
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 14
ρ =
V
A-B
UNIT
De weegschaal aanzetten, zo nodig de toets
meermals drukken tot dat de w eeg s chaal
in de weegmodus staat.
Het zinklood op de bovenschaal voor monsters
leggen. Afwachten totdat de
stabilisatieaan duidi ng verschijnt, de
gewichtswaarde noteren.
Het zinklood op de onderste schaal voor
monsters leggen. Afwachten totdat de
stabilisatieaan duidi ng verschijnt, de
gewichtswaarde noteren.
De dichtheid van de gemeten vloeistof wordt volgens deze formule berekend:
G = Opwaartse kracht van zinklood
Opwaartse kracht van zinklood =
Het gewicht van zinklood in de lucht [ A ] - Het gewicht van zinklood in de
gemeten vloeistof [ B ]
Dus:
ρ = Dichtheid van de meetvloeistof
A = Het gewicht van het zinklood in de lucht
B = Het gewicht van het zinklood in de gemeten vloeistof
V = Volumen van het zinklood*
15 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
ρ =
A
A-B
o
ρ
6 Voorwaarden voor precieze metingen
Er bestaat een aantal mogelijk e foute n tij de n s de dichth ei ds b epal ing.
Om precieze resultaten bij toepassing van deze set voor dichtheidsbepal i ng en m et
de weegschaal te bereiken, zijn goede kennis en voorzichtigheid noodzakelijk.
6.1 Resultaten omrekenen
Tijdens de dichtheidsbepaling door de weegschaal verschijnen de resultaten al ti j d
met 4 decimalen. Dat betekent echter niet dat de resultaten tot de laatste decimalen,
zoals bij waardeberekening, precies zijn. Daarom dient men kritisch naar de
omrekeningen van de gebrui kte weegresultaten te kijken.
Een voorbeeld van dichtheidsbepaling van een vaste stof:
Om de hoogste kwaliteit van de resultaten te garanderen, dienen zowel de teller als
ook de noemer van de volgende formule de gewenste precisie vertonen. In di en één
daarvan niet stabiel of foutief is, wordt het resultaat tevens onstabiel of foutief.
ρ = Monsterdichtheid
A = Het monstergewicht in de lucht
B = Het monstergewicht in de meetvloeistof
ρ
= De dichtheid van meetvloeistof
o
Indien het monster zwaard is, wordt dat op de precisie van het resultaat
overgedragen. Daardoor wordt de tellerwaarde vergroot. Indien het monster licht is,
wordt dat tevens op de precisie van het resultaat overgedragen omdat de opwaartse
kracht (A-B) groter is. Het resultaat in de noemer wordt vergroot. Men dient tevens
op te letten dat de precisie van de dichtheid van de meetvloeistof ρo naar de teller
wordt overgedragen en tevens van grote invloed is op de precisie van het resultaat.
Het resultaat van de monsterdichtheid kan preciezer worden dan de meest
onprecieze van de voormelde afzonderlijke waarden.
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 16
6.2 De factoren die op de metingfout invloed hebben
6.2.1 Luchtbellen
Een kleine luchtbel, bijvoorbeeld 1 mm3, heeft een aanzienlijke invloed op de meting,
indien het monster klein is. De opwaartse kracht wordt daardoor met bijna 1 mg
vergroot, waardoor een fout van 2 cijfers ontstaat. Daarom is het van groot belang
dat er geen luchtbellen aan de vaste stof in de vloeistof aankleven. Hetzelfde geldt
tevens voor het zinklood ingedompeld in de gemeten vloeistof.
Indien de luchtbellen verwijderd kunnen worden door draaien, dient dat voorzichtig te
worden gedaan zonder de vloeistof te laten morsen en de schaal met de zeef door
water te laten bevochtigen. Door het bevochtigen van het ophangelement van de
schaal met zeef wordt het gewicht vergroot.
De monsters van vaste stoffen of van het zinklood dienen niet met vingers te worden
aangeraakt. Met vet bedekte oppervlaktes veroorzaken het ontstaan van luchtbellen
indien het gemeten voorwerp in een vloeistof wordt ingedompeld.
De monsters van vaste stoffen (en in het bijzonder vlakke voorwerpen) dienen niet
op de schaal met zeef buiten de vloeistof te worden geplaatst omdat er tijdens het
indompelen luchtbellen kunnen ontstaan. De bodem van de schaal met zeef dient
aanvullend op luchtbellen gecontroleerd te worden na indompelen van het gemeten
voorwerp in de vloeistof.
6.2.2 Het monster van de vaste stof
Indien het monster een te groot volumen heeft en in de vloeistof in ingedompeld,
stijgt het vloeistofpeil in de glazen maatcilinder. Het leidt daartoe dat een deel van
het ophangelement van de schaal met zeef wordt ingedompeld en de opwaartse
kracht stijgt. Daardoor wordt het monstergewicht in de vloeistof kleiner.
De monsters met veranderend volumen of die de vloeistof opnemen, kunnen niet
worden gemeten.
6.2.3 Vloeistoffen
Men dient met de watertemperatuur rekening te houden. De waterdichtheid wijzigt
met ca. 0,01% per graad Celsius. Indi en de t emp eratuurmeting een fout bevat van 1
graag Celsius, wordt de 4de positie van de meting onprecies.
6.2.4 De oppervlakte
Het ophangen van de schaal met zeef dringt de vloeistofoppervlakte door. De
toestand verandert continu. Indien het monster of het zinklood redelijk klein zijn,
wordt de reproduceerbaarheid van de resultaten door oppervlaktespanning
verslechterd. Door toevoegen van een kleine hoeveelheid afwasmiddel kan de
oppervlaktespanning worden overgeslagen en de reproduceerbaarheid worden
vergroot.
6.2.5 Glazen zinklood voor vloeistofmetingen
Om de onderzochte vloeistoffen bij dichtheidsbepaling van vloeistoffen te besparen,
dient men kleine klazen meetcilinders en juiste glazen zinkloden te gebruiken. In feite
dient men op te letten dat een grotere glazen zinklood grotere precisie betekent.
Het is gewenst dat de opwaartse kracht en volumen van de glazen zinklood zo
precies mogelijk worden bepaald. Deze resultaten worden toegepast bij omrekenen
van de vloeistofdichtheid zowel in de noemer als ook in de teller van de formule.
17 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
6.3 Algeme ne informatie
6.3.1 Dichtheid/ relatieve dichtheid
De relatieve dichtheid is het gewicht van de gemeten stof gedeeld door het
watergewicht (bij 4°C) met hetzelfde volumen. Daarom heeft de relatieve dichtheid
geen eenheid. De dichtheid is het gewicht gedeeld door het volumen.
Indien er in plaats van de vloeistofdichtheid in de formule de relatieve dichtheid wordt
gebruikt, bereikt men een foutief resultaat. Voor de vloeistof is enkel haar dichtheid
maatgevend.
6.3.2 Drijf van de weegschaalaanduiding
Het drijven (systematisch veranderen van de resultaten in een bepaalde richting)
heeft geen invloed op het eindresultaat van de dichtheidsbepaling hoewel het
afgelezen gewicht op het wegen in de lucht betrekking heeft. Precieze waarden
worden enkel dan vereist indien de vloeistofdichtheid met behulp van een zinklood
wordt bepaald.
Ingeval van temperatuurwijziging van de omgeving of de wijziging van lokalisatie, is
het justeren van de weegschaal vereist. Daarvoor dient men de set voor
dichtheidsbepalingen af te nemen en het justeren van de weegschaal met standaard
weegschaalplatea u uit te voeren (zie gebruiksaanwijzing van de weegschaal).
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 18
7 Tabel van vloeistof di c htheid
Temperatu
Dichtheid ρ [g/cm3]
water
ethylalcohol
methylalcohol
10
0,9997
0,7978
0,8009
11
0,9996
0,7969
0,8000
12
0,9995
0,7961
0,7991
13
0,9994
0,7953
0,7982
14
0,9993
0,7944
0,7972
15
0,9991
0,7935
0,7963
16
0,9990
0,7927
0,7954
17
0,9988
0,7918
0,7945
18
0,9986
0,7909
0,7935
19
0,9984
0,7901
0,7926
20
0,9982
0,7893
0,7917
21
0,9980
0,7884
0,7907
22
0,9978
0,7876
0,7898
23
0,9976
0,7867
0,7880
24
0,9973
0,7859
0,7870
25
0,9971
0,7851
0,7870
26
0,9968
0,7842
0,7861
27
0,9965
0,7833
0,7852
28
0,9963
0,7824
0,7842
29
0,9960
0,7816
0,7833
30
0,9957
0,7808
0,7824
31
0,9954
0,7800
0,7814
32
0,9951
0,7791
0,7805
33
0,9947
0,7783
0,7896
34
0,9944
0,7774
0,7886
35
0,9941
0,7766
0,7877
ur [℃]
19 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
8 Onzekerheid van de meting bij de
Aanduiding bij dichtheidsmetingen bij benadering
(bij toepassing van een weegschaal met de afleesbaarheid van 0,01 g)
Monstergewicht
(g/cm3)
1
0,1
0,01
0,003
0,002
0,0005
0,0003
0,0003
0,0002
0,0002
3
0,4
0,04
0,01
0,005
0,001
0,001
0,0005
0,0004
0,0004
5
0,7
0,07
0,01
0,008
0,002
0,001
0,001
0,001
0,0006
8
1,2
0,1
0,02
0,01
0,003
0,002
0,001
0,001
0,001
10
1,5
0,1
0,03
0,02
0,004
0,002
0,001
0,001
0,001
12
1,7
0,2
0,04
0,02
0,004
0,002
0,002
0,001
0,001
20
2,9
0,3
0,06
0,03
0,01
0,004
0,003
0,002
0,002
dichtheidsbepaling van vaste stoffen
In de tabel wordt een precisie van de weegschaal in combinatie met de set voor
dichtheidsbepalingen bij benadering voorgesteld. Men dient daarbij op te letten dat
deze waarden uitsluiten wiskundig werden bepaald en houden geen rekening met de
waarden beschreven in hoofdstuk 6 die daarop invloed hebben.
(g)
Monsterdichtheid
1 10 50 100 500 1000 2000 3000 4000
*Bij toepassing van een weegschaal met afleesbaarheid van 0,1 g dienen de getallen in deze
tabel met 10 worden vermenigvuldigd. Bij een weegschaal met afleesbaarheid van 0,0001 g
dienen de getallen door 10 te worden gedeeld.
Voorbeeld van het aflezen van de tabel:
Bij een weegschaal met de resolutie van 0,001 g en het monster met het gewicht van
10 g en de dichtheid van 5 g/cm3 , bedragen de aanduidingsprongen 0,007 g/cm3.
PBS-A03/A04-BA-nl-1213 20
9 Gebruiksopmerkingen
•Om een reproduceerbare gemiddelde waarde te bereiken zijn enkele
dichtheidsmeting en no di g .
• Het oplosmiddelenbestendige monster/zinklood/glazen maatcilinder ontvetten.
• Schalen voor monsters/ zinklood/ glazen maatcilinder dienen regelmatig te
worden gereinigd, aan het ond er do mp el de de el niet aanr ak en .
• Het monster/zinklood/pincet na elke meting drogen.
• De monstergrootte dient aan de monsterschaal te worden aangepast (ideale
monstergrootte > 0;5 g).
• Enkel gedestilleerd water gebruiken.
• Bij eerste onderdompeling de monsterschaal en zinklood licht schudden om
eventuele luchtbellen vrij te laten.
• Absoluut opletten dat bij volgende onderdompeling geen nieuwe luchtbellen
ontstaan; het monster het liefst met een pincet inzetten.
• De vast aanliggende luchtbellen met een pincet of een ander hulpmiddel
afnemen.
• Om te voorkomen dat de luchtbellen plakken, het monster met ruwe oppervlakte
eerst glad maken.
• Opletten dat er tijdens weging geen water van pincet op de bovenschaal voor
monsters druppelt.
• Om de oppervlaktespanning van het water en de wrijving van water met draad te
reduceren, drie druppels van toegankelijke oppervlakte-actieve stof (afwasmiddel)
in het meetvloeistof toevoegen (de wijziging van de dichtheid van gedestilleerd
water na toevoegen van een oppervlakte-actieve stof kan worden genegeerd).
• Ovale monsters kunnen makkelijk met een pincet door kerven worden gevat.
• De dichtheid van poreuze vaste stoffen kan enkel bij benadering worden bepaald.
Bij onderdompelen in een meetvloeistof wordt niet de gehele lucht van de poriën
verdreven, waardoor fouten in de opwaartse kracht ontstaan.
• Om sterke stoten van de weegschaal te mijden dient het monster voorzichtig te
worden ingedaan.
• Statische ladingen mijden, b.v. het zinklood enkel met een katoenen doek
reinigen.
• Indien de dichtheid van de vaste stof niet veel van de dichtheid van gedestilleerd
water verschilt, kan ethanol als meetvloeistof worden gebruikt. Men dient echter
eerder te controleren of het monster oplosmiddelbestendig is. Tijdens de
werkzaamheden met ethanol dient men bovendien absoluut de geldende
veiligheidsvoorschriften op te volgen.
21 PBS-A03/A04-BA-nl-1213
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.