Hartelijk dank voor de aanschaf van deze KENWOOD
transceiver. KENWOOD brengt voortdurend producten voor
radioamateurs op de markt die door serieuze hobbyisten
verrassend en opwindend gevonden worden. Deze transceiver is
daarop geen uitzondering! Terwijl u leert deze transceiver te
bedienen, zal het u duidelijk worden dat bij KENWOOD
“gebruikersvriendelijkheid” prioriteit heeft. Bijvoorbeeld, iedere
keer als u het Menunummer verandert in de Menufunctie, ziet u
een tekstbericht op het display dat aangeeft wat u gaat instellen.
Ondanks zijn gebruikersvriendelijkheid, is deze transceiver
technisch zeer geavanceerd en kunnen bepaalde functies nieuw
voor u zijn. Beschouw deze gebruiksaanwijzing als persoonlijk
onderricht van de ontwikkelaars. Laat deze gebruiksaanwijzing u
eerst leiden door het leerproces, en in de komende jaren dienen
als naslagwerk.
KENWOOD is ervan overtuigd dat dit product zal voorzien in uw
behoeften op het gebied van zowel spraak- als
datacommunicatie.
MODELLEN BESCHREVEN IN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING
De onderstaande modellen worden in deze gebruiksaanwijzing
beschreven:
TM-271A: 144 MHz FM Zendontvanger
TM-271A: VHF FM Zendontvanger
TM-271E: 144 MHz FM Zendontvanger
MARKTCODES
K:Noord-, Midden- en Zuid-Amerika
E:Europa
Mn:Algemeen
(Hierin staat “n” voor een variabel nummer.)
De marktcode staat op het streepjescode-etiket op de kartonnen
doos.
Lees de technische gegevens {pagina’s 71 en 72} voor informatie
over de beschikbare zend-/ontvangstfrequenties voor ieder
model. Kijk op pagina 1 voor de accessoires die bij het model
worden geleverd.
EIGENSCHAPPEN
•De Weeralarmfunctie controleert op de weeralarmtoon van
1050 Hz van NOAA (alleen VS en Canada).
•Eenvoudig instellen en kiezen van de diverse functies op het
menu.
•Maximaal 200 geheugenplaatsen voor het programmeren van
frequenties en diverse andere gegevens. (Maximaal 100
geheugenplaatsen als Geheugenplaatsnamen worden
toegewezen aan de geheugenplaatsen.)
•Continu Toon-Code Squelch-Systeem (CTCSS) of Digitale
Code Squelch (DCS) weigert ongewenste oproepen vanaf
andere stations.
•Uitgerust met een gemakkelijk af te lezen, groot display
waarop alfanumerieke tekens kunnen worden afgebeeld.
•Speciale DATA aansluiting voor 1200 bps of 9600 bps Packetcommunicatie (alleen modellen voor de E-markt).
•Gratis computersoftware (geheugenbeheerprogramma) is
verkrijgbaar om de frequentie, signalering en andere
instellingen van de transceiver te programmeren. Het
geheugenbeheerprogramma kan worden gedownload vanaf:
http://www.kenwood.com/i/products/info/amateur.html
VOORZORGSMAATREGELEN
Gelieve de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht te
nemen om brand, persoonlijk letsel en/of beschadiging van de
transceiver te voorkomen.
•Probeer nooit de transceiver tijdens het rijden te
configureren. Dit is gewoonweg te gevaarlijk!
•Stel u op de hoogte van de plaatselijke regelgeving met
betrekking tot het gebruik van hoofdtelefoons (met of
zonder microfoon) tijdens het rijden op de openbare weg.
Indien u twijfelt, gebruikt u de hoofdtelefoon niet.
•Zend niet op hoog vermogen gedurende een lange tijd.
Hierdoor kan de transceiver te warm worden.
•Breng geen veranderingen aan in de transceiver, behalve
indien deze gebruiksaanwijzing of andere KENWOOD-
documentatie u hiertoe opdracht geeft.
•Stel de transceiver niet langdurig bloot aan direct zonlicht,
en plaats deze niet in de buurt van verwarmingsapparatuur.
•Zet de transceiver niet op bijzonder stoffige, numid or wet
plaatsen, or op een onstabiele ondergrond.
•Als uit de transceiver een abnormale geur of rook wordt
waargenomen, zet u deze onmiddellijk UIT. Neem contact
op met een servicecentrum van KENWOOD of met uw
dealer.
•Deze transceiver is ontworpen voor een voeding van
13,8 V. Gebruik nooit een 24 V accu om de accu van
stroom te voorzien.
Nadat u de transceiver voorzichtig hebt uitgepakt, controleert u
aan de hand van onderstaande tabel of alle items aanwezig zijn.
Wij adviseren u de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren
voor toekomstig transport.
De marktcode (K, E, M2 of M3) staat op het etiket op de doos.
eriosseccA
tkram-2M
nooforciM
-moortskjileG
lebak
gnirekeZ
nuetssgnigitseveBXX-2660-92J1
kaahnooforciMXX-4851-91J1
tesneveorhcS
gnizjiwnaaskiurbeGXX-4871-26B1
)03-CMK(
tkram-3Mne-E,-K
)ciMFMTD(
tkram-3Mne-2M,-KXX-1112-03E
tkram-EXX-2543-03E
tkram-3Mne-2M,-KXX-7100-15F
tkram-EXX-4200-25F
)tkram-Ene-Kneella(traakeitnaraG—1
-leedrednO
remmun
XX-4260-19T
1
XX-1460-19T
1
1
XX-5930-99N1
NOTATIECONVENTIES GEBRUIKT IN DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING
De onderstaande notatieconventies worden gebruikt om de
instructies te vereenvoudigen en onnodige herhalingen te
voorkomen.
eitcurtsnIgnilednaH
latnaA
pokurD]STEOT[.pokurDSTEOT.solezedtaalne
pokurD
)s1(]STEOT[.
pokurD]1STEOT[,
]2STEOT[.
pokurD+]1STEOT[
]2STEOT[.
pokurD
][+]STEOT[.
pokurDSTEOTezedduohne
potrokkurD1STEOTtaal,1STEOT,sol
poanraadkurd2STEOT.solezedtaalne
duoH1STEOTanraadkurd,tkurdegni
po2STEOTreemeitcurtsniednislA.
.tkurdeg
STEOTsneglovrevteznetkurdegni
.tkurdegniregnalfoednoces1
uduoh,dmeonegnedrownesteot2nad
tkurdegnisteoteredeisneglovneerethca
tbehsteotetstaaledpoutadtot
,taatsTIUreviecsnartedljiwret,duoH
poroodNAAreviecsnarted][
.nekkurdet)tiu/naa(
N-1
VOORBEREIDINGEN
MOBIELE OPSTELLING
1
Monteer de transceiver op een veilige en handige plaats in het
voertuig, met minimaal gevaar voor bestuurder en passagiers
terwijl het voertuig rijdt. Kies de opstellingsplaats voor de
transceiver zodanig dat bij plotseling remmen de knieën en benen
van de inzittenden er niet tegen kunnen komen. Probeer ook een
goed geventileerde plaats uit te kiezen die niet blootstaat aan
direct zonlicht.
1 Monteer de bevestigingssteun in het voertuig met behulp van
de bijgeleverde zelftappende schroeven (4 stuks), platte
ringen (4 stuks), en veerringen (4 stuks).
• De bevestigingssteun moet zodanig worden gemonteerd dat
de 3 schroefgaten op de zijkant van de bevestigingssteun,
aan de achterkant zitten.
Zelftappende schroeven
(5 mm x 16 mm)
Veerring
Platte ring
2 Plaats de transceiver in de bevestigingssteun, breng de
bijgeleverde zeskantige SEMS-schroeven (4 stuks) en platte
ringen (4 stuks) aan, en draai de schroeven vast.
• Controleer nogmaals dat alle bevestigingsmiddelen goed
vastgezet zijn om te voorkomen dat de bevestigingssteun of
de transceiver door de trillingen van het voertuig losraken.
SEMSschroef
• Bepaal de gewenste opstellingshoek van de transceiver met
behulp van de 3 schroefgaten op de zijkant van de
bevestigingssteun.
N-2
GELIJKSTROOMKABEL AANSLUITEN
Plaats de voedingskabel zo dicht mogelijk bij de transceiver.
BIJ GEBRUIKALS MOBIEL STATION
De accu van het voertuig moet een nominale spanning van 12 V
hebben. U mag de transceiver nooit aansluiten op een accu van
24 V. Zorg ervoor dat de accu van 12 V voldoende stroomcapaciteit heeft. Als onvoldoende stroom beschikbaar is voor de
transceiver, kan het display tijdens het zenden donker worden of
kan het zendvermogen sterk dalen.
1 Geleid de bijgeleverde gelijkstroomkabel van de transceiver
rechtstreeks via de kortste route naar de accupolen van het
voertuig.
• Als u een ruisfilter gebruikt, moet dit in isolatiemiddel worden
gemonteerd om te voorkomen dat deze het metaal van het
voertuig raakt.
• Wij adviseren u niet de sigarettenaanstekeraansluiting te
gebruiken omdat sommige sigarettenaanstekeraansluitingen
een onacceptabele spanningsval veroorzaken.
• De gelijkstroomkabel moet over de volledige lengte worden
omwikkeld ter bescherming tegen hitte, vocht en het
secundaire (hoogspannings-) ontstekingscircuit/-kabels van
de voertuigmotor.
2 Nadat de gelijkstroomkabel op zijn plaats ligt, omwikkelt u de
zekeringhouder met hittebestendige tape om deze tegen
vocht te beschermen, en zet u de gelijkstroomkabel over de
volledige lengte vast met behulp van kabelriempjes.
3 Om het risico van kortsluiting te voorkomen, koppelt u de
andere kabels los van de negatieve (–) accupool, alvorens de
transceiver aan te sluiten.
4 Controleer de juiste polariteit van de aansluitingen en sluit de
gelijkstroomkabel aan op de accupolen, waarbij de rode draad
moet worden aangesloten op de positieve (+) accupool en de
zwarte draad op de negatieve (–) accupool.
• Gebruik de hele lengte van de gelijkstroomkabel en snij niet
eventuele overtollige lengte eraf. Met name mag u nooit de
zekeringhouders van de kabel afhalen.
Rood
Zwart
Zekeringhouder
Zekeringhouder
5 Sluit eventueel losgekoppelde andere kabels weer aan op de
negatieve (–) accupool.
6 Sluit de stekker aan het andere uiteinde van de gelijkstroom-
kabel aan op de stekker van de voedingskabel van de
transceiver.
• Druk beide stekkers stevig in elkaar totdat het vergrendelnokje
vastklikt.
Zekeringhouder
1
N-3
BIJ GEBRUIKALS VAST STATION
Om de transceiver te gebruiken als een vast station, heeft u een
afzonderlijke gelijkstroomvoeding van 13,8 V nodig (niet
bijgeleverd). De aanbevolen stroomcapaciteit voor de voeding is
1
12 A.
1 Sluit de gelijkstroomkabel aan op de gestabiliseerde
gelijkstroomvoedingseenheid en let daarbij op de juiste
polariteit (Rood is positief, Zwart is negatief).
• Sluit de transceiver niet rechtstreeks aan op een stopcontact.
• Gebruik de bijgeleverde gelijkstroomkabel om de transceiver
aan te sluiten op een gestabiliseerde gelijkstroomvoedingseenheid.
•Vervang de kabel niet door draden met een geringere
diameter.
Zekeringhouder
2 Sluit de stekker aan het andere uiteinde van de gelijkstroom-
kabel aan op de stekker van de voedingskabel van de
transceiver.
• Druk beide stekkers stevig in elkaar totdat het vergrendelnokje
vastklikt.
Zekeringhouder
N-4
Rood (+)
Zwart (–)
Zekeringhouder
Gestabiliseerde
gelijkstroomvoedingseenheid
Naar stopcontact
Opmerkingen:
◆ Om het volledige prestatievermogen van uw transceiver te
benutten, adviseren wij u de optionele voedingseenheid PS-33
(20,5 A, 25% werkcyclus) te gebruiken.
◆ Alvorens de gelijkstroomvoedingseenheid op de transceiver aan te
sluiten, controleert u dat zowel de transceiver als de gelijkstroomvoedingseenheid UIT geschakeld zijn.
◆ Steek de stekker van de gelijkstroomvoedingseenheid niet in het
stopcontact voordat alle aansluitingen gemaakt zijn.
ZEKERINGEN VERVANGEN
Als de zekering doorbrandt, dient u eerst de oorzaak te
achterhalen en te verhelpen. Nadat het probleem is verholpen,
vervangt u de zekering. Als net geplaatste zekeringen steeds
weer doorbranden, koppelt u de gelijkstroomkabel los en neemt u
contact op met uw erkende KENWOOD-dealer of een erkend
KENWOOD-servicecentrum voor hulp.
ANTENNE AANSLUITEN
Voordat u de transceiver gebruikt, sluit u eerst een efficiënte,
goed afgestemde antenne aan. De prestaties van uw transceiver
zijn sterk afhankelijk van het type antenne en de juiste aansluiting
ervan. De transceiver kan uitstekende prestaties leveren als
zorgvuldig aandacht wordt besteed aan het antennesysteem en
de installatie ervan.
Gebruik een antenne met een impedantie van 50 Ω en een
coaxiale voedingskabel met gering verlies en een karakteristieke
impedantie van 50 Ω, overeenkomstig de ingangsimpedantie van
de transceiver. Als u de antenne aansluit op de transceiver via
voedingskabels met een impedantie groter dan 50 Ω, wordt de
efficiëntie van het antennesysteem verlaagd en kan interferentie
worden veroorzaakt bij televisieontvangers, radio-ontvangers en
andere elektronische apparatuur in de buurt.
Opmerking: De modellen voor de E-markt maken gebruik van een
N-type antenneaansluiting, terwijl andere modellen een M-type
(SO-239) aansluiting hebben.
1
gnirekeZednaveitacoLgnirekeZednavetkretsmoortS
reviecsnarTA51
:eriosseccadrevelegjiB
lebakmoortskjileG
Gebruik uitsluitend zekeringen van het aangegeven type en de
aangegeven sterkte, omdat anders de transceiver kan worden
beschadigd.
Opmerking: Als u de transceiver gedurende een lange tijd gebruikt
terwijl de accu van het voertuig niet volledig is opgeladen of de motor
uit staat, kan de accu ontladen raken en onvoldoende lading hebben
om de motor te starten. Vermijd gebruik van de transceiver onder
dergelijke omstandigheden.
A02
◆ Als u begint met zenden zonder eerst een antenne of andere
passende belasting aan te sluiten, kan de transceiver worden
beschadigd. Sluit altijd de antenne aan op de transceiver,
alvorens te zenden.
◆ Alle vaste stations dienen te zijn uitgerust met een bliksemafleider
om het gevaar van brandt, elektrische schokken en beschadiging
van de transceiver te verlagen.
Antenneaansluiting
Naar antenne
Stekker van steekleiding
N-5
ACCESSOIRES AANSLUITEN
EXTERNE LUIDSPREKERS
Als u van plan bent een externe luidspreker te gebruiken, dient u
1
een luidspreker te kiezen met een impedantie van 8 Ω. In de
aansluiting voor een externe luidspreker past een (tweeadergeleider-) monostekker van 3,5 mm. Wij adviseren u de SP-50B
te gebruiken.
MICROFOON
Voor spraakcommunicatie, dient u een microfoon van 600 Ω met
een modulaire stekker met 8 pennen aan te sluiten op de
modulaire aansluiting op de voorkant van het hoofdapparaat.
Druk de stekker stevig in de aansluiting totdat het
vergrendelnokje vastklikt.
Bevestig de bijgeleverde microfoonhaak op een handige plaats
met behulp van de bijgeleverde schroeven.
Microfoonhaak
Scroef van
microfoonhaak
(3 mm x 10 mm)
COMPUTER AANSLUITEN
Om de optionele software MCP-1A te kunnen gebruiken, moet u
eerst de transceiver aansluiten op uw computer met behulp van
een optionele programmeerkabel (via de microfoonaansluiting).
De gratis software MCP-1A wordt beschikbaar gesteld door
KENWOOD en kan worden gedownload vanaf het volgende
adres:
Opmerking: Vraag uw dealer naar de aanschaf van een
Programmeerkabel.
N-6
OP EEN TNC AANSLUITEN (ALLEEN MODELLENVOORDE E-MARKT)
Sluit een externe TNC aan op de transceiver met behulp van een
optische kabel PG-5A. In de DATA-aansluiting op de achterpaneel
van de transceiver past de 6-pens mini-DIN-stekker van deze kabel.
◆ Als de externe TNC een gemeenschappelijke pen heeft voor
1200 bps en 9600 bps gegevensuitvoer, sluit u deze pen aan op
de PR9-pen van de DATA-aansluiting. Als u de PR9-pen kortsluit
met de PR1-pen, zal een storing optreden in de TNC.
◆ Stel de gegevensoverdrachtsnelheid van de transceiver
(1200 bps of 9600 bps) in al naar gelang noodzakelijk {pagina 58}.
◆ Als gelijkspanning wordt ingevoerd via de PR1-pen, is het
mogelijk dat de externe TNC niet werkt. Als dit probleem zich
voordoet, plaatst u een condensator van 10 µF tussen de PR1pen en de TNC. Let goed op de polariteit van de condensator.
1
N-7
Bent u er klaar voor om uw transceiver uit te proberen?
Door dit hoofdstuk door te werken, zit u gelijk al in de
2
lucht. De onderstaande instructies zijn slechts bedoeld als
een beknopt overzicht. Als u problemen ondervindt of iets
tegenkomt waarover u meer wilt weten, leest u de
gedetailleerde beschrijvingen verderop in deze
instructiehandleiding.
qwe
TM-271MENU
t
y
UW EERSTE QSO
YOUR FIRST QSO
q Druk kort op [ ] (aan/uit) om de transceiver AAN te zetten.
• Een hoogtonige dubbele pieptoon klinkt en het Welkomstbericht
wordt kort afgebeeld. De diverse indicators en de huidige zend-/
ontvangstfrequentie worden op het display afgebeeld.
• De transceiver slaat de huidige instellingen op wanneer hij
wordt UIT gezet en roept de opgeslagen instellingen
automatisch op wanneer u de transceiver weer AAN zet.
w Draai de Volumeknop rechtsom naar de stand van “9 uur”.
e Draai de Afstemknop om een ontvangstfrequentie te kiezen.
•U kunt de Volumeknop daarna draaien om het volumeniveau
van het signaal naar wens in te stellen.
r Bij het zenden houd u de microfoon ongeveer 5 cm van uw
mond.
t Houd [PTT] op de microfoon ingedrukt en spreek vervolgens
in uw normale stem.
y Laat [PTT] op de microfoon los om te ontvangen.
u Herhaal de stappen r, t en y om de communicatie voort te
zetten.
N-8
EERSTE KENNISMAKING
VOORPANEEL
Opmerking: Dit gedeelte beschrijft alleen de belangrijkste functies
van de bedieningsorganen op het voorpaneel. U vindt de
beschrijvingen van de functies die hier niet vermeld worden, in de
toepasselijke hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing.
qw
TM-271
e rt yu
qq
q (aan/uit) toets/Volumeknop
qq
Druk op deze toets om de transceiver AAN of UIT te
schakelen {pagina 14}.
Draai deze knop om het volumeniveau van het geluid uit de
luidspreker in te stellen {pagina 14}.
ww
w MENU-toets/Afstemknop
ww
Druk op deze toets om de MHz-functie op te roepen
{pagina 16}. In deze functie kunt u de zend-/ontvangstfrequentie veranderen in stappen van 1 MHz met behulp
van de Afstemknop of [UP]/[DWN] op de microfoon. Houd
deze toets in de VFO-functie gedurende 1 seconde
ingedrukt om met het MHz-Scannen {pagina 41} te
beginnen, of in de Geheugenoproepfunctie om met het
Groep-Scannen {pagina 42} te beginnen.
MENU
Druk op [F] en vervolgens op [MENU] om de Menufunctie
{pagina 18} op te roepen.
Draai deze knop om het volgende te kiezen:
• Zend-/ontvangstfrequenties in de VFO-functie {pagina 15}.
• Geheugenplaatsen in de Geheugenoproepfunctie {pagina 30}.
• Menunummers in de Menufunctie {pagina 18}.
• Scanrichting tijdens het scannen {pagina’s 27, 39, 47 en 49}.
ee
e CALL-toets
ee
Druk op deze toets om het Oproepkanaal {pagina 35} op te
roepen. Houd deze toets in de VFO-functie gedurende
1 seconde ingedrukt om met het Oproepkanaal-/VFO-scannen
{pagina 43} te beginnen. Houd deze toets in de Geheugenoproepfunctie gedurende 1 seconde ingedrukt om met het
Oproepkanaal-/Geheugenplaats-scannen {pagina 43} te
beginnen.
Druk op [F] en daarna op [CALL] om de Toonfunctie
{pagina 24}, de CTCSS-functie {pagina 46} of de DCS-functie
{pagina 48} in te schakelen.
rr
r VFO-toets
rr
Druk op deze toets om de VFO-functie {pagina 15} op te
roepen. In deze functie kunt u de zend-/ontvangstfrequentie
veranderen met behulp van de Afstemknop of de [UP]/[DWN]
op de microfoon. Houd deze toets in de VFO-functie gedurende
1 seconde ingedrukt om met het Band-scannen {pagina 40} te
beginnen. Houd deze toets in de VFO-functie gedurende
1 seconde ingedrukt terwijl een frequentiebereik voor scannen
is geprogrammeerd, om met het Programma-scannen
{pagina 40} te beginnen.
3
N-9
Druk in de Geheugenoproepfunctie op [F] en daarna op
[VFO] om de gegevens in de gekozen geheugenplaats naar
de VFO {pagina 33} te kopiëren.
tt
t MR-toets
tt
Druk op deze toets om de Geheugenoproepfunctie {pagina 30}
op te roepen. In deze functie kunt u de geheugenplaatsen
veranderen met behulp van de Afstemknop of de [UP]/[DWN]
op de microfoon. Houd deze toets in de Geheugenoproepfunctie
3
gedurende 1 seconde ingedrukt om met het GeheugenplaatsScannen {pagina 42} te beginnen.
Druk op [F], draai daarna de Afstemknop om het gewenste
kanaal te kiezen, en druk vervolgens op [MR] om het Oproepkanaal of een Geheugenplaats opnieuw te programmeren
{pagina 29}.
DISPLAY
q
!6!7
w
e
r
!5
t
y
u
i
o
!4
!0
!3
!1
!2
yy
y REV-toets
yy
Druk op deze toets om de zendfrequentie en de ontvangstfrequentie om te draaien als u met een offset {pagina 23} of
met een niet-standaard geheugenplaats {pagina 28} werkt.
Druk op [F] en daarna op [REV] en draai de Afstemknop om
het squelchniveau te verhogen of te verlagen {pagina 14}.
uu
u/F-toets
uu
Houd deze toets gedurende 1 seconde ingedrukt om de
toetsen op de transceiver te vergrendelen {pagina 58}.
Druk kort op deze toets om toegang te krijgen tot de tweede
functie van de toetsen op de transceiver.
N-10
q
Dit wordt afgebeeld wanneer de CTCSS-functie is ingeschakeld
{pagina 46}.
w
Dit wordt afgebeeld wanneer de Toonfunctie is ingeschakeld
{pagina 24}.
e
Dit wordt afgebeeld wanneer de DCS-functie is ingeschakeld
{pagina 48}.
r
Dit wordt afgebeeld wanneer de repeater-verschuivingsfunctie is
ingeschakeld {pagina’s 23 en 30}. (“
deze transceiver.)
t
Dit wordt afgebeeld wanneer de Omkeerfunctie is ingeschakeld
{pagina 26}.
” wordt niet gebruikt op
y
Dit wordt afgebeeld wanneer de Automatische Simplex
Controlefunctie (ASC-functie) is ingeschakeld {pagina 26}.
!4
Dit wordt afgebeeld wanneer de Geheugenplaatsvergrendeling A
staat {pagina 44}.
u
Dit wordt afgebeeld wanneer Prioriteitskanaal-Scannen is
ingeschakeld {pagina 43}.
i
Dit wordt afgebeeld wanneer de Weeralarmfunctie is
ingeschakeld {pagina 36}. (Alleen modellen voor de K-markt.)
o
Dit wordt afgebeeld wanneer de smalband-FM-functie is
ingeschakeld {pagina 60}.
!0
Hier worden de frequenties, de Menu-instellingen, de
Geheugenplaatsnaam en andere informatie afgebeeld.
!1
Hier worden het Menunummer, het geheugenplaatsnummer of de
status afgebeeld {pagina’s 18 en 29}.
!2
Dit wordt afgebeeld wanneer in de afgebeelde geheugenplaats
gegevens zijn opgeslagen {pagina 29}.
!3
Dit wordt afgebeeld wanneer de Toetsvergrendeling AAN staat
{pagina 58}.
!5
Geeft de sterkte aan van de gezonden {pagina 15} en ontvangen
{pagina 54} signalen.
Geeft aan dat de squelch geopend is en de frequentie
“bezet” is. Dit wordt ook afgebeeld wanneer de squelch op het
minimum wordt ingesteld {pagina 14}. Als u CTCSS of DCS
gebruikt, geeft dit aan dat de squelch geopend is als gevolg van
een ontvangen signaal dat dezelfde CTCSS-toon of DCS-code
bevat als is ingesteld in uw transceiver.
werkt als een S-meter tijdens
ontvangen, en als een RF-vermogenmeter tijdens zenden.
geeft aan dat de transceiver zendt.
!6
Dit wordt afgebeeld wanneer op de functietoets is gedrukt.
!7
“H” wordt afgebeeld als een hoog zendvermogen is gekozen, en
“L” wordt afgebeeld als een laag zendvermogen is gekozen
{pagina 15}. (“M” wordt niet gebruikt op deze transceiver.)
3
N-11
ACHTERPANEEL
MICROFOON
qwe r
3
qq
q Antenneaansluiting
qq
Sluit hierop een externe antenne {pagina 5} aan. Sluit een
dummybelasting aan in plaats van een antenne wanneer u
wilt testzenden. Het antennesysteem of de belasting moet
een impedantie hebben van 50 Ω.
Opmerking: De modellen voor de E-markt maken gebruik van een
N-type antenneaansluiting, terwijl andere modellen een M-type
(SO-239) aansluiting hebben.
ww
w Gegevenskabel (alleen modellen voor de E-markt)
ww
Sluit deze kabel aan op een TNC {pagina 7}.
ee
e Voeding via gelijkstroomkabel van 13,8 V
ee
Sluit hierop een voeding van 13,8 V gelijkspanning aan.
Gebruik de bijgeleverde gelijkstroomkabel {pagina’s 3 en 4}.
rr
r SP-aansluiting (luidspreker)
rr
Sluit hierop, indien gewenst, een optionele externe luidspreker
aan voor een helderder geluid. In deze aansluiting past een
(tweeadergeleider-) monostekker van 3,5 mm. Zie pagina 6.
r
qq
t
w
e
DTMF-microfoonMicrofoon (KMC-30)
qq
q PTT-knop (Push-to-Talk)
qq
Houd deze knop ingedrukt om te zenden. Laat deze knop los
om te ontvangen.
ww
w DWN/ toets
ww
Druk op deze toets om de zend-/ontvangstfrequentie, het
Geheugenplaatsnummer, het Menunummer, enz., te
verlagen. Houd deze toets ingedrukt om de handeling te
herhalen. Druk ook op deze toets om tussen de mogelijke
instellingen van functies te schakelen. Houd [PTT] op de
microfoon ingedrukt en druk vervolgens op [DWN/
te zenden.
ee
e UP/ toets
ee
Druk op deze toets om de zend-/ontvangstfrequentie, het
Geheugenplaatsnummer, het Menunummer, enz., te
verhogen. Houd deze toets ingedrukt om de handeling te
herhalen. Druk ook op deze toets om tussen de mogelijke
instellingen van functies te schakelen. Houd [PTT] op de
microfoon ingedrukt en druk vervolgens op [UP/
zenden.
y
u
i
] om te
] om
N-12
rr
r CALL/A-toets
rr
Deze toets is identiek aan de CALL-toets op het voorpaneel.
Deze toets kan indien gewenst opnieuw worden
geprogrammeerd {pagina 59}. Houd [PTT] op de microfoon
ingedrukt en druk vervolgens op [CALL/A] om A te zenden.
tt
t VFO/B-toets
tt
Deze toets is identiek aan de VFO-toets op het voorpaneel. Deze
toets kan indien gewenst opnieuw worden geprogrammeerd
{pagina 59}. Houd [PTT] op de microfoon ingedrukt en druk
vervolgens op [VFO/B] om B te zenden.
yy
y MR/C-toets
yy
Deze toets is identiek aan de MR-toets op het voorpaneel.
Deze toets kan indien gewenst opnieuw worden
geprogrammeerd {pagina 59}. Houd [PTT] op de microfoon
ingedrukt en druk vervolgens op [MR/C] om C te zenden.
De bedieningstoetsen op de microfoon (alleen modellen met
bedieningstoetsen) maken het mogelijk diverse gegevens in te
voeren, afhankelijk van in welke functie de transceiver staat.
In de VFO- of Geheugenoproep-functie kunt u de bedieningstoetsen op de microfoon gebruiken om een frequentie {pagina 16}
of een Geheugenplaats {pagina 30} te kiezen. Druk eerst op de
programmeerbare functietoets op de microfoon die is toegewezen
aan de ENTER (Invoeren)-functie {pagina 59}.
3
uu
u PF/D-toets
uu
De standaardfunctie van deze toets is de 1 MHz-stap. Deze
toets kan indien gewenst opnieuw worden geprogrammeerd
{pagina 59}. Houd [PTT] op de microfoon ingedrukt en druk
vervolgens op [PF/D] om D te zenden.
ii
i DTMF-toetsen
ii
Deze 16 DTMF-toetsen worden gebruikt voor de DTMFfuncties {pagina 50}, of om rechtstreeks een zend-/
ontvangstfrequentie {pagina 16} of een geheugenplaatsnummer {pagina 30} in te voeren. Deze toetsen kunnen
ook worden gebruikt om een Geheugenplaatsnaam,
Welkomstbericht of andere tekenreeks {pagina 63} in te
voeren.
Om handmatig een DTMF-nummer te zenden, houdt u [PTT] op
de microfoon ingedrukt en drukt u vervolgens op de bedieningstoetsen op de microfoon {pagina 50} in volgorde.
U kunt de bedieningstoetsen op de microfoon ook gebruiken
om een Geheugenplaatsnaam, Welkomstbericht of andere
tekenreeks {pagina 63} in te voeren.
N-13
BASISBEDIENING
TRANSCEIVER AAN/UIT ZETTEN
1 Druk op [ ] (aan/uit) om de transceiver AAN te zetten.
• Een hoogtonige dubbele pieptoon klinkt en het Welkomstbericht {pagina 60} wordt kort afgebeeld, gevolgd door de
frequentie en andere indicators.
4
2 Om de transceiver UIT te zetten drukt u op [ ] (aan/uit) (1s).
•Wanneer u de transceiver UIT zet, klinkt een laagtonige
dubbele pieptoon.
• De transceiver slaat de huidige frequentie en instellingen op
wanneer hij wordt UIT gezet en roept de opgeslagen
frequentie en instellingen automatisch op wanneer u de
transceiver weer AAN zet.
VOLUME INSTELLEN
Draai de Volumeknop rechtsom om het geluidsniveau te
verhogen en linksom om het geluidsniveau te verlagen.
• Als u geen signaal ontvangt, drukt u op de programmeerbare
functietoets op de microfoon die is toegewezen aan de MONI
(Monitoren)-functie {pagina 59}, en vervolgens stelt u de
Volumeknop in op een comfortabel geluidsniveau. Druk
nogmaals op de MONI-toets om de Monitorfunctie te annuleren.
SQUELCH INSTELLEN
Het doel van de squelch is de het geluid uit de luidspreker te
onderbreken wanneer geen signalen worden ontvangen. Als de
squelch goed is ingesteld, hoort u alleen geluid wanneer u
daadwerkelijk signalen ontvangt. Hoe hoger het ingestelde
squelchniveau, hoe sterker het signaal moet te zijn om het nog te
kunnen ontvangen.
Het meest toepasselijke squelchniveau hangt af van de RF-ruis in
de omgeving.
1 Druk op [F], [REV].
• Het huidig ingestelde squelchniveau wordt afgebeeld.
2 Draai de Afstemknop om het squelchniveau in te stellen.
• Stel een squelchniveau in waarbij de achtergrondruis net niet
meer hoorbaar is terwijl geen signaal wordt ontvangen.
• Hoe hoger het ingestelde squelchniveau, hoe sterker het
signaal moet te zijn om het nog te kunnen ontvangen.
•U kunt het squelchniveau kiezen uit 10 verschillende niveaus.
(0: Minimum t/m 9: Maximum; 1 is het standaardniveau)
3 Druk op een willekeurige toets, behalve op [ ] (aan/uit) om
het nieuwe squelchniveau op te slaan en de squelchinstelling
te verlaten.
N-14
ZENDEN
1 Bij het zenden houdt u de microfoon ongeveer 5 cm van uw
mond, vervolgens houdt u [PTT] op de microfoon ingedrukt
en spreekt u in uw normale stem in de microfoon.
•“” en de RF-vermogenmeter worden afgebeeld. De
RF-vermogenmeter geeft het relatieve zendvermogen aan
(
• Als u op [PTT] op de microfoon drukt terwijl u zich buiten het
zendbereik bevindt, klinkt een hoogtonig fouttoon.
2 Nadat u klaar bent met spreken, laat u [PTT] op de microfoon
los.
Opmerking: Als u ononderbroken zendt gedurende langer dan de
tijdsduur ingesteld bij Menunummer 21 (de standaardinstelling is
10 minuten) {pagina 62}, laat de ingebouwde Time-out-timer een
waarschuwingstoon klinken en stopt de transceiver met zenden. Laat
in dat geval [PTT] op de microfoon los en laat de transceiver enige tijd
afkoelen. Vervolgens drukt u weer op [PTT] op de microfoon om
verder te gaan met zenden.
UITGANGSVERMOGEN KIEZEN
U kunt het uitgangsvermogen voor zenden kiezen uit meerdere
niveaus.
1 Druk op [F], [MENU] en draai de Afstemknop om
Menunummer 6 (TXP) te kiezen.
).
3 Druk op [MENU] om de instelling op te slaan of op een
willekeurige andere toets om de instelling te annuleren.
4 Druk op een willekeurige toets, behalve op [MENU], om de
Menufunctie te verlaten.
◆ Zend niet op hoog vermogen gedurende een lange tijd. De
transceiver kan dan te heet worden waardoor een storing optreedt.
◆ Ononderbroken zenden leidt tot oververhitting van het warmtege-
leider. Raak de warmtegeleider nooit aan wanneer deze heet kan
zijn.
Opmerking: Als de transceiver oververhit raakt als gevolg van de
omgevingstemperatuur of ononderbroken zenden, kan de beveiligingsschakeling in werking treden om het zendvermogen te verlagen.
FREQUENTIE INSTELLEN
VFO-FUNCTIE
Dit is de standaardfunctie voor het instellen van de zend-/ontvangstfrequentie. Als u de VFO-functie wilt oproepen, drukt u op [VFO].
Draai de Afstemknop rechtsom om de frequentie te verhogen en
linksom om de frequentie te verlagen, of druk op [UP]/[DWN] op
de microfoon.
4
2 Druk op [MENU] en draai de Afstemknop om “H” (hoog
vermogen, de standaardinstelling) of “L” (laag vermogen) te
kiezen.
• Houd [UP]/[DWN] op de microfoon ingedrukt om de frequentie
continu te verhogen/verlagen.
N-15
MHZ-FUNCTIE
Als de gewenste zend-/ontvangstfrequentie ver verwijderd ligt van
de huidige frequentie, is het sneller de MHz-functie te gebruiken.
Het MHz-cijfer instellen:
1 Druk op [MENU] in de VFO- of Oproepfunctie.
• Het MHz-cijfer knippert.
4
2 Draai de Afstemknop en stel de gewenste waarde van het
MHz-cijfer in.
3 Druk op een willekeurige toets om de gekozen frequentie in te
stellen en terug te keren naar de normale VFO-functie.
4 Ga zo nodig verder met het instellen van de frequentie met
behulp van de Afstemknop of [UP]/[DWN] op de microfoon.
FREQUENTIE RECHTSTREEKS INVOEREN
Behalve het draaien aan de Afstemknop of het drukken op
[UP]/[DWN] op de microfoon, is er nog een andere manier om de
frequentie te kiezen. Als de gewenste zend-/ontvangstfrequentie
ver verwijderd is van de huidige frequentie, kunt u de frequentie
rechtstreeks invoeren met behulp van de bedieningstoetsen op
de microfoon (alleen modellen met bedieningstoetsen).
1 Druk op [VFO].
•U kunt alleen in de VFO-functie rechtstreeks een frequentie
invoeren.
2 Druk op de programmeerbare functietoets op de microfoon die is
toegewezen aan de ENTER (Invoeren)-functie {pagina 59}.
3 Druk op de cijfertoetsen ([0] t/m [9]) en voer de gewenste
frequentie in.
• Als u op Ingevoerd op de microfoon drukt, wordt voor ieder
resterend cijfer (dat u nog niet hebt ingevoerd) een 0 ingevuld
en wordt het invoeren voltooid. Als u bijvoorbeeld 145,000 MHz
wilt invoeren, drukt u op [1], [4] en [5], en vervolgens op
Ingevoerd op de microfoon om het invoeren te voltooien.
• Als u alleen de MHz-cijfers wilt veranderen en de kHz-cijfers
wilt laten zoals deze zijn, drukt u op [VFO] op de microfoon in
plaats van op Ingevoerd op de microfoon.
Opmerking: Als de ingevoerde frequentie niet overeenkomt met de
huidige frequentiestapgrootte, wordt de frequentie automatisch naar
beneden afgerond naar de eerstvolgende beschikbare frequentie. Als
de gewenste frequentie niet exact kan worden ingevoerd, controleert
u wat de frequentiestapgrootte is {pagina 56}.
Veel functies van deze transceiver kunnen worden gekozen of
ingesteld via een softwaregestuurd Menu, in plaats van met
fysieke bedieningsorganen op de transceiver. Nadat u
eenmaal bekend bent geraakt met het Menusysteem, zult u de
veelzijdigheid ervan kunnen waarderen. U kunt de diverse
timers, instellingen en programmeerfuncties van deze
transceiver naar wens instellen overeenkomstig uw eigen
situatie en behoeften, zonder veel verschillende bedieningsorganen te moeten bedienen.
5
TOEGANG TOT HET MENU
1 Druk op [F], [MENU].
• Een korte beschrijving van het menu, de instelling en het
Menunummer worden op het display afgebeeld.
MenunaamInstelling Menunummer
2 Draai de Afstemknop om het gewenste Menu te kiezen.
• Iedere keer als u het menunummer verandert, wordt een korte
beschrijving afgebeeld tezamen met de huidige instelling.
3 Druk op [MENU] om de instelling van het huidig gekozen
Menunummer te veranderen.
4 Draai de Afstemknop en kies de gewenste instelling.
5 Druk op [MENU] om de nieuwe instelling op te slaan of op
een willekeurige andere toets om de instelling te annuleren.
6 Druk op een willekeurige toets, behalve op [MENU], om de
Menufunctie te verlaten.
N-18
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.