Kenwood HM-636 User Guide [nl]

MICRO HI-FI COMPONENTENSYSTEEM
DIGITAL AUDIO
COMPACT
HM-636
GEBRUIKSAANWIJZING
KENWOOD CORPORA TION
DIGITAL AUDIO
B60-5377-00 (NL)
Alvorens het apparaat op het stopcontact aan te sluiten
Let op : Om veilige bediening te waarborgen, dient deze bladzijde zorgvuldig te worden doorgelezen.
Alvorens het apparaat op het stopcontact aan te sluiten
De spanningsvereisten van het toestel zijn zoals hieronder aangegeven.
Europa en Groot-Brittannië ................................ alleen 230 V wisseletroom
Batterij niet Weggooien, maar Inleveren als KCA
Veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWING : STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT OM BRAND OF EEN GEVAARLIJKE ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN.
LET OP: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET OM
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
EEN BLIKSEMPIJL IN EEN GELIJKZIJDIGE DRIEHOEK BETEKENT DE AANWEZIGHEID VAN NIET GEISOLEERDE”GEVAARLIJKE SPANNINGEN” IN HET INWENDIGE VAN HET APPARAAT. DEZE SPANNINGEN KUNNEN ZO GROOT ZIJN DAT ZE HET GEVAAR VAN EEN ELEKTRISCHE SCHOK OPLEVEREN.
EEN UITROEPTEKEN IN EEN GELIJKZIJDIGE DRIEHOEK MAAKT DE GEBRUIKER EROP ATTENT DAT ER BELANGRIJKE BEDIENING/ONDERHOUDSINFORMATIE IN DE BIJGEVOEGDE LITERATUUR IS.
EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN. IN HET INWENDIGE ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN AANWEZIG. LAAT ALLE REPARATIES OVER AAN HIERTOE BEV­OEGDE PERSONEN.
Laserproductmarkering
CLASS 1
LASER PRODUCT
Deze markering geeft aan dat dit product is ingedeeld in Laserproduct­klasse 1. Dit betekent dat er geen gevaar bestaat voor gevaarlijke stralen buiten het product.
Locatie: Achterpaneel
NE
2
CAUTION
INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN. DO NOT STARE INTO BEAM OR VIEW DIRECTLY WITH OPTICAL INSTRUMENTS.
Binnenin dit laserproduct bevindt zich een laserdiode die is ingedeeld in Klasse 3A zoals aangegeven op het interne waarschuwingslabel dat u hierboven ziet afgebeeld. Kijk niet rechtstreeks in de straal en bekijk deze niet via optische instrumenten.
Locatie: CD laser pick-up behuizing, in het binnenwerk van dit product
Alvorens het apparaat op het stopcontact aan te sluiten
Speciale kenmerken
Mogelijkheid voor CD-R- en CD-RW-weergave.
Dit apparaat kan muziekbestanden afspelen die opgenomen zijn op een CD-R (Compact Disc Recordable) of een CD-RW (Compact Disc Rewritable). Sommige CD-R en CD-RW disks kunnen echter niet afgespeeld worden op uw cd-speler, vanwege: de opname-eigenschappen van het opname-apperaat (het uitleessysteem); de kenmerken van de CD-R of de CD-RW die u gebruikt; de opnamekwaliteit enz. Houd er ook rekening mee dat een CD-R of CD-RW disk die niet gefinaliseerd is, ook niet afgespeeld kan worden.
Handige opnamemethoden
Het toestel beschikt over diverse opnamefuncties zodat u voor elke situatie de gewenste manier kunt kiezen.
÷ One-touch opname :
Opname van een hele CD of een enkel fragment met slechts één druk op de toets.
÷ Geprogrammeerde opname :
Opname van uw favoriete fragmenten in de door u bepaalde volgorde.
Veelzijdige timerfuncties
÷ Timer-gestuurde weergave, timer-gestuurde opname :
Dit toestel beschikt over twee timerprogramma's (PROG 1, PROG 2) voor timer-gestuurde weergave (AI timer-gestuurde weergave) of timer-gestuurde opname. (Bij AI timer-gestuurde weergave zal het volume geleidelijk toenemen na het begin van de timer-gestuurde weergave.)
÷ Slaaptimer :
Deze timer schakelt het toestel automatisch uit wanneer de ingestelde tijd verstreken is. Dit is lekker makkelijk wanneer u bijvoorbeeld 's avonds in slaap wilt vallen terwijl u naar muziek luistert enz.
Meer over de demonstratie
Dit toestel heeft een demonstratiefunctie (display-aanduidingen). Met de demonstratie worden de diverse aanduidingen en indicators op het display getoond waardoor de werking van het toestel wordt verduidelijkt. Tijdens de demonstratie hoort u echter geen geluid. De demonstratiefunctie kan als volgt worden uitgeschakeld.
"DEMO OFF" (Annuleren van de demonstratie):
Druk tijdens de demonstratie op de set/demo toets.
"DEMO ON" (Activeren van de demonstratie):
Houd na het inschakelen van de spanning de set/ demo toets ingedrukt (tenminste 2 seconden).
÷ Werkt automatisch nadat met de spanning inge-
schakeld de spanningtoevoer werd onderbroken of de stekker van het netsnoer uit het stopcontact werd getrokken.
3
NE
Alvorens het apparaat op het stopcontact aan te sluiten
Verbindingen
Uitpakken
Pak het apparaat zorgvuldig uit en controleer of geen van de accessoires ontbreekt.
FM-binnenantenne (1)AM ringantenne (1) Afstandsbediening (1) Batterijen (R6/AA) (2)
Indien een of meer accessoires ontbreken, of indien het apparaat beschadigd is of niet werkt, stel dan meteen uw handelaar hiervan op de hoogte. Indien uw apparaat rechtstreeks aan u werd toegezonden, stel dan onmiddellijk het transportbedrijb op de hoogte. Het is aan te raden dat u de originele verpakking bewaart voor het geval het apparaat in de toekomst nogmaals vervoerd moet worden.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor eventuele naslag in de toekomst.
NE
4
Alvorens het apparaat op het stopcontact aan te sluiten
Inhoud
Let op : Om veiligheidsredenen dienen de bladzijden voorzien van het teken zorgvuldig te worden doorgelezen.
Voorbereiding
Alvorens het apparaat op het stopcontact aan
te sluiten ...............................................................2
Veiligheidsmaatregelen ...............................................2
Speciale kenmerken .............................................................3
Verbindingen ..........................................................................4
Systeemverbindingen................................................6
Verbinden van de Toebehoren ............................................6
Verbinden van Andere Accessoires
(Los Verkrijgbaar) .............................................................8
Bedieningsorganen en indicators ..........................9
Display .....................................................................................9
Hoofdtoestel .........................................................................10
Gebruik van de afstandsbediening ..................................12
Basisbediening
Basisbediening.........................................................14
CD-weergave ............................................................16
Weergeven van een TAPE ......................................18
Ontvangst van radiozenders...................................20
Tegelijk automatisch vastleggen van zenders .............. 21
Afstemmen op een niet voorgeprogrammeerde radiozender
(Automatisch afstemmen, Handmatig afstemmen) ..22
Stuk-voor-stuk zenders in het geheugen vastleggen
(Handmatig vastleggen) ................................................22
RDS (Radio Data Systeem) .....................................23
Opzoeken van een gewenste programmatype
(PTY zoeken) ....................................................................24
Opname op een TAPE ..............................................26
Gebruik
Diverse CD weergavefuncties ...............................29
Weergave van fragmenten in de gewenste volgorde
(geprogrammeerde weergave)....................................... 29
Herhaalde weergave ..........................................................31
Weergeven van fragmenten in willekeurige volgorde
(willekeurige weergave) ................................................32
Handige opnamemethoden ....................................33
One-touch montage opname (CD =TAPE) .....................34
Opname van een programma (CD
=
TAPE) .................... 35
Luisteren naar een AUX signaalbron ...................36
Instellen van de klok ...............................................37
Timer-gestuurde bediening....................................38
Slaaptimer (SLEEP).............................................................. 38
Het timerprogramma instellen
(PROG. TIMER) .................................................................39
Meer informatie
Belangrijke Opmerkingen ......................................43
Onderhoud............................................................................. 43
Ter referentie........................................................................ 43
Oplossen van problemen ........................................45
Specificaties .............................................................48
NE
5
Systeemverbindingen
Systeemverbindingen
Verbinden van de Toebehoren
Deze afbeelding toont het verbinden van het hoofdtoestel met de bijgeleverde toebehoren.
LET OP
Sluit de componenten aan zoals aangegeven op de afbeelding. Steek de stekker niet in het stopcontact voordat u alle aansluitingen heeft gemaakt.
Opmerking voor het verbinden
LET OP
De magneet in de luidspreker kan storingen vero­orzaken op uw TV of op de monitor van uw comput­er. Zet de luidsprekers dan iets verder weg van de televisie of de monitor van uw computer.
LET OP
Let er op dat u de volgende instructies opvolgt, zo niet, dan kan de ventilatie geblokkeerd raken hetgeen schade of brandgevaar kan veroorzaken.
÷ Zet geen voorwerpen die de warmteuitstraling kun-
nen belemmeren op het apparaat.
÷ Laat ruimte rond het apparaat (gemeten van de
grootste buitenafmetingen inclusief de uitsteek­sels), gelijk aan of groter dan, zoals hieronder aange­geven.
Bovenkant : 50 cm Achterkant : 10 cm
AM ringantenne
De bijgeleverde antenne is voor gebruik binnen­shuis. Plaats de antenne zo ver als mogelijk van het hoofdtoestel, een TV, luidsprekersnoeren en het netsnoer. Richt de antenne voor een optimale ont­vangst.
\
\
Monteren
Luidspreker (Rechts)
AM ringantenne
÷ Sluit de "+" en "" luidsprekersnoeren niet kort. ÷ Als de "+" en "" polen worden omgewisseld, zal het geluid onnatuurlijk klinken en zullen de
muziekinstrumenten enz. niet duidelijk geplaatst kunnen worden.
÷ Sluit alle snoeren stevig aan. Bij een los contact zal er mogelijk geen, of een gestoorde, weergave zijn. ÷ Alvorens aansluiting of ontkoppeling van een verbindingssnoer dient altijd eerst de stekker uit het
stopcontact te worden getrokken. Gebeurt dit niet, dan kan dit storing of schade veroorzaken.
NE
6
Systeemverbindingen
Onjuist functioneren van de microcomputer
Stel de microcomputer terug aan de hand van de beschrijvingen in "Oplossen van problemen" indien alle verbindingen in orde zijn maar het toestel niet juist functioneert of de aanduidingen op het display verkeerd zijn. t
AM
GND
FM
75
ANTENNA
FM binnenantenne
De meegeleverde binnenantenne is voor tijdelijk gebruik. Voor een goede en stabiele ontvangst raden wij een buitenantenne aan. Verwijder de binnenantenne als u een buitenantenne aansluit.
1 Sluit de antenne aan op de antenne-
aansluiting.
2 Zoek een plaats waar de ontvangst goed is. 3 Bevestig de antenne.
FM-binnenantenne
AM
GND
FM
75
ANTENNA
Luidspreker (Links)
-
+
L
R
FRONT
SPEAKERS
(6-16
)
L
R
AUX INPUT
DIGITAL
OUT
OPTICAL
-
+
L
R
FRONT
SPEAKERS
(6-16
)
Luidsprekersnoer
Netsnoer
NAAR STOPCONTACT
Aansluiten van de luidsprekersnoeren op het hoofdtoestel
12 3
Aansluiten van het antennesnoer op het hoofdtoestel
12 3
NE
7
Verbinden van Andere Accessoires (Los Verkrijgbaar)
Systeemverbindingen
LET OP
Opmerking voor het verbinden
Verbind de componenten zoals in de afbeelding wordt aangegeven. Steek de stekker van het netsnoer pas in een stopcontact nadat alle andere verbindingen zijn gemaakt.
* DIGITAL OUT (OPTICAL) optisch digitale uitgang-
saansluiting
De DIGITAL OUT (OPTICAL) optisch digitale uitgangsaansluiting reproduceert het CD-signaal. Het CD-signaal kan in digitale vorm worden opgenomen door een opname-apparaat aan te sluiten op de DIGITAL IN (OPTICAL) optisch digitale uitgangsaansluiting.
Videorecorder, analoge platenspeler met ingebouwde RIAA equalizer (los verkrijgbare P-110), etc.
FM buitenantenne
Leid de 75Ω coaxkabel van de FM uitenantenne in de kamer en verbind met de FM 75Ω aansluiting. Verwijder de binnenantenne indien u een buitenan­tenne heeft aangesloten.
FM buitenantenne
AM
GND
FM 75
ANTENNA
Antenne-adapter (Los Verkrijgbaar)
AM
GND
FM
75
ANTENNA
Audio-uitgang
Audiosnoer
Optische glasvezelkabel
Digitale ingangsaansluiting
MD-recorder of DAT enz.
÷ Mocht er een extra systeemkomponent worden aangesloten, raadpleeg dan tevens de gebruiksaanwijzing
van die component.
÷ Sluit alle snoeren stevig aan. Bij een los contact zal er mogelijk geen, of een gestoorde, weergave zijn. ÷ Alvorens aansluiting of ontkoppeling van een verbindingssnoer dient altijd eerst de stekker uit het
stopcontact te worden getrokken. Gebeurt dit niet, dan kan dit storing of schade veroorzaken.
NE
8
*
DIGITAL OPTICAL
Dopje
OUT
DIGITAL
OUT
OPTICAL
-
+
L
R
FRONT
SPEAKERS
)
(6-16
L
R
AUX INPUT
Netsnoer
NAAR STOPCONTACT
Bedieningsorganen en indicators
Systeemverbindingen
Display
De in deze gebruiksaanwijzing opgenomen displays zijn alleen als voorbeelden bedoeld. De werkelijke displays kunnen daarom enigszins verschillen.
12
!
0
1 Indicator voor de TAPE EQ.
(Equalizer voor het cassettedeck)
2 Indicators voor de CD 3 Indicators voor de MUTE en APS 4 Indicators voor de tuner/Numeriek
display
5 Indicators voor de timer
3
3
4
789
6
7 Tijdsdisplay 8 Indicators voor RDS 9 Indicators voor de EX.BASS en LOUD
(Extra tonen)
0 Indicator voor O.T.E.
(One-Touch Edit)
! Indicators voor het cassettedeck
5
6 Tekendisplay
AUTO POWER SAVE functie
Het toestel wordt automatisch met deze functie uitgeschakeld indien er met de spanning ingeschakeld gedurende 30 minuten geen bediening voor CD of TAPE wordt uitgevoerd. Er wordt zo voorkomen dat er onnodig spanning wordt verbruikt wanneer u bijvoorbeeld vergeet zelf het toestel uit te schakelen. U kunt deze functie op de volgende wijze activeren of annuleren.
1 Kies "APS ?".
\
\
(Druk op de set/demo toets wanneer de "?" markering knippert.)
\
\
2 Kies "APS ON" of "APS OFF".
3 Stel in.
÷ Met TUNER of AUX gekozen zal APS uitsluitend
werken wanneer het volume op nul is gesteld of het geluid is gedempt met de MUTE functie.
NE
9
Hoofdtoestel
#
Bedieningsorganen en indicators
Systeemverbindingen
1
2 3 4
5
$
% ^
1 Cassettehouder *
Druk op ) push open op de cassettehouder om een cassette in het toestel te doen of eruit te halen.
2 repeat toets (Herhalingstoets)
Druk op deze toets om de herhaalde weergavefunctie in te schakelen.
3 sound toets (Toets voor geluidseffecten) %
Druk hierop om de geluidseffecten EX.BASS of LOUD te selecteren.
4 Sensor voor de afstandsbediening #
Dit venster vangt de signalen van de afstandsbediening op.
5 volume knop $
Draai aan deze knop om het volume te regelen.
6 7
8 9 0
!
@
6 mode toets 9
Druk hierop om de 4 en de ¢ -toetsen over te schakelen naar de menukeuzefunctie. Druk ze nog­maals in om de normale functie van de 4 en de ¢ - toetsen te herstellen.
7 set/demo toets (Instel/demonstratie)39
Druk op deze toets om een met de 4 en ¢ toetsen gemaakte keuze definitief te maken. Met deze toets kunt u tevens de demonstratie- en de beat cancel-functie in- en uitschakelen tijdens het opnemen van een radioprogramma.
8 Hoofdtelefoon-aansluiting %
Hierop kunt u een hoofdtelefoon met een stereo ministekker (Los Verkrijgbaar) aansluiten.
Meer over de "one-touch" bedieningsfunctie
Dit toestel heeft een functie voor bediening met slechts een druk op een toets ("one-touch"). Door op een toets die met (of ontvangst van een radio-uitzending) direct starten.
NE
10
is omlijnd te drukken als het toestel standby is geschakeld, zal de weergave
Bedieningsorganen en indicators
Systeemverbindingen
9 rec toets (Opnametoets)
Druk op deze toets om op te nemen op een cassette. Als u tijdens de opname op deze toets drukt zal de op­name gepauzeerd worden nadat er eerst nog een blan­co stuk van 4 seconden lang op de band is gezet.
0 O.T.E. toets (One-Touch Edit)
Met een enkele druk op deze toets kunt u een hele CD op een cassette op laten nemen. ls u op deze toets drukt terwijl er een CD wordt we­ergegeven, zal alleen het spelende fragment op de band worden gezet. Als de CD in de stopstand staat en u drukt hierop, worden alle tracks op de CD opgenom­en op de tape.
! 4 en ¢ multi control toetsen
In de stand normaal worden deze gebruikt om: – tracks op de cd over te slaan – de cassette snel vooruit of terug te spoelen ( – een voorkeuzezender te selecteren )
In de stand menu (die geselecteerd wordt door op de toets 'mode' te drukken), drukt u op deze knoppen om het gewenste menu-onderdeel te selecteren. Druk op de toets set/demo om een menu-onderdeel in te stellen of een instelling te bevestigen.
\
\
•Als u op deze toetsen drukt, verandert de inhoud van het display.
"TAPE RVS" "AUTO MEMORY ?" ¡
(Uitsluitend wanneer de TUNER ingang is gekozen)
"INPUT ?"
(Uitsluitend wanneer de AUX ingang is gekozen)
"TIMER ?" "TIME ADJUST ?" "APS ?" 9
•Als u 20 seconden geen gebruik heeft gemaakt van deze functietoetsen keert u terug naar de stand normaal.
\
\
(
·
&
7 Tuning Mode toets (Afstemfunctie)
CD, TAPE : &(
Met deze toetsen kunt u snel vooruit of terug spoelen.
TUNER :
Druk op deze toets om te schakelen tussen de AUTO (automatisch afstemmen, stereo) en MONO (handmatig afstemmen, mono ontvangst) functies.
Standbyfunctie:
Druk op deze toets om de klok te laten zien.
@ ) CD open/dicht toets ^
Druk hierop om de CD-lade open of dicht te doen.
# Display paneel $ Toetsen voor de basisbediening
AUX toets
Druk op deze toets om een eventueel op de AUX (externe analoge ingang) aansluitingen aangesloten externe signaalbron te kiezen.
TUNER /band toets )
Druk op deze toets om de TUNER als signaalbron te kiezen. Met deze toets kunt u ook de te ontvangen radioband kiezen.
CD 6 toets ^
Druk op deze toets om de cd als signaalbron te selecteren en het weergeven te starten. Als u deze toets indrukt tijdens het weergeven, wordt de cd gepauzeerd.
TAPE 2 3 toets *
Druk op deze toets om TAPE (het cassettedeck) als sig­naalbron te kiezen en de cassette te laten weergeven. Als u op deze toets drukt terwijl er een cassette wordt weergegeven, zal de bandtransportrichting worden omgekeerd.
% standby/timer indicator (Aan/uit en timer)
Deze indicator licht op wanneer het toestel uit (standby) staat.
Rood : Gewoon uit (standby). Groen : Uit (standby) met ingeschakelde timer. Uit : Het toestel staat aan.
^ toets $
Druk op deze toets om het toestel aan of uit (standby) te zetten.
Standbyfunctie
Met de standby-indicator opgelicht wordt er nog een kleine hoeveelheid spanning door het toestel verbruikt om bijvoorbeeld het geheugen te ondersteunen. We noemen dit de standbyfunctie. Het toestel kan met de afstandsbediening worden ingeschakeld wanneer de standbyfunctie is geaktiveerd.
11
NE
Bedieningsorganen en indicators
Systeemverbindingen
Gebruik van de afstandsbediening
Toetsen op de afstandsbediening die dezelfde naam als de overeenkomende toetsen op het hoofdtoestel hebben, functionerern als de toetsen op het hoofdtoestel.
3 Toetsen voor de basisbediening
7
8
9
0
2
1
5
4
8
7
0
10
TUNER / BAND
4
P.CALL
AUX
PTY
TIME DISPLAY
SOUND TONE REPEAT
MUTE
CD
STOP 7
¢
ENTER
RC-F0300
SET
6
1
O.T.E.
VOLUME
3
6
9
POWER
CLEAR
TAPE
AUTO/MONO
TUNING
TAPE EQ.
RANDOM
SLEEP
PGM
¡
REC
23
1
2
3
4
5
6
SET toets (Insteltoets)
Hiermee kunt u een met de
44
4 en
44
geselecteerd onderdeel instellen of invoeren.
¢¢
¢ toetsen
¢¢
TUNER/ BAND toets ) CD 6 toets ^ STOP 7/AUTO/MONO toets &™ TAPE 2 3 toets * 4 P.CALL ¢ toetsen
CD : &
Hiermee kunt u CD fragmenten overslaan.
TAPE :
(
Met deze toetsen kunt u de band snel vooruit of terug spoelen.
TUNER :
)
Gebruik deze toetsen om af te stemmen op een voorkeuzezender.
1 TUNING ¡ toetsen
CD, TAPE : &(
Hiermee kunt u de geluidsweergave snel vooruit of terug spoelen.
TUNER :
Met deze toetsen kunt u afstemmen op een radiozender.
1 POWER toets (Aan/uit toets) $
Druk op deze toets om het toestel aan of uit (standby) te zetten.
2 SLEEP toets °
Druk op deze toets om de slaaptimer in te schakelen.
PGM toets (CD) (Programmatoets) ª
Hiermee kunt u fragmenten in de gewenste volgorde programmeren.
CLEAR toets (CD) (Wistoets) º
Druk op deze toets om een geprogrammeerd frag­ment te wissen.
NE
12
AUX toets
Druk op deze toets om een eventueel op de AUX (externe analoge ingang) aansluitingen aangesloten externe signaalbron te kiezen.
ENTER toets
Druk op deze toets om een radiozender in te voeren in het voorkeuzegeheugen van de tuner.
4 O.T.E. toets
REC toets TAPE EQ. toets (
Bedieningsorganen en indicators
Systeemverbindingen
5 REPEAT toets (CD) (Toets voor herhaalde
weergave)
Druk op deze toets om de herhaalde weergave in te schakelen.
8 ÷ PTY ÷ TIME DISPLAY toets
Deze toets wordt gebruikt wanneer het soort radioprogramma herkend moet worden. Druk op deze toets om de op het display weergegeven tijd-gegevens van de CD om te schakelen.
RANDOM toets (CD) (Toets voor willekeurige weergave) ¤
Druk op deze toets om fragmenten in willekeurige volgorde te laten weergeven.
6 VOLUME toetsen $
Gebruik deze toetsen om het volume te regelen.
7 Cijfertoetsen &™
Hiermee kunt u een CD fragment selecteren of een voorkeuzezender van de tuner oproepen.
9 SOUND toets (Toets voor geluidseffecten)%
Druk op deze toets om het EX.BASS of LOUD (loud­ness) effect in te schakelen.
TONE toets %
Druk op deze toets om de toon van de weergave te regelen.
0 MUTE toets (Toets voor tijdelijk uitschakelen
van de geluidsweergave) %
Druk op deze toets om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen.
Plaatsen van batterijen
1 Verwijder de afdekking. 2 Plaats de batterijen. 3 Sluit de afdekking.
÷ Steek twee R6 ("AA" formaat) batterijen met de polen in de juiste richting in het vak.
Gebruik
Druk nadat u de stekker in het stopcontact heeft gestoken op de POWER ( bediening om het toestel in te schakelen. Druk met het toestel ingeschakeld op de toets van de gewen­ste functie.
÷ Wanneer er meerdere afstandsbedieningstoetsen
voor een functie worden gebruikt moet u stevig op de toetsen drukken met een interval van één seconde of langer tussen het drukken op de toetsen.
) toets van de afstands-
Bedieningsbereik (bij benadering.)
Afstandbedieningssensor
30˚
30˚
6 m
÷ De bijgeleverde batterijen dienen voor het controleren van de werking. De levensduur van deze batterijen is
mogelijk korter dan normaal.
÷ Vervang beide batterijen door nieuwe indien het bereik van de afstandsbediening kleiner wordt. ÷ Het toestel functioneert mogelijk niet juist indien er direct zonlicht of licht van een neonlamp (invertertype,
etc.) op de afstandsbedieningssensor valt. U moet in dat geval de plaats of verlichting veranderen.
NE
13
Basisbediening
Met deze toets wordt de spanning in (ON) of STANDBY geschakeld
Basversterking
Tijdelijk dempen van het geluid
Instellen van de toon
Basisbediening
Basversterking
Beluisteren via een hoofdtelefoon
Voorbeeld: Kiezen van de CD ingang.
1. Zet de toets aan.
Door op de toets te drukken terwijl het toestel aan staat, kunt u het toestel uit (Standby) zetten.
÷ Door op de TUNER/band, CD 6, TAPE 2 3 of AUX toets te drukken,
wordt de spanning tevens ingeschakeld en de weergave (ontvangst) van de gekozen ingang gestart. (“One-touch” bediening)
÷ Wanneer u de CD of TAPE ingang kiest en een CD of cassette is
geplaatst, zal de weergave van de gekozen ingang direct starten.
2. Kies de gewenste bron.
CD ^ TAPE * TUNER (Radio-uitzending) ) AUX (External input) [Instellen van het AUX ingangsniveau ]
÷ Door op de TUNER/
band, CD 6, TAPE
2 3 of AUX toets te drukken, wordt de overeenkomende ingang gekozen.
Indien CD is gekozen.
Verlagen van het volume
14
NE
Verhogen van het volume
3. Stel het volume in.
÷ Het display toont een referentiewaarde.
Volumedisplay
Basisbediening
4
4
P.CALL
Beluisteren via een hoofdtelefoon
Steek de stekker van hoofdtelefoon in de hoofdtele­foon-aansluiting.
÷ U kunt een hoofdtelefoon met een stereo ministek-
ker aansluiten.
÷ Er wordt geen geluid via de luidsprekers weergegeven.
Tijdelijk dempen van het geluid
Alleen met de afstandsbediening
MUTE
÷ Druk nogmaals om weer het normale volume in te
stellen.
÷ De demping wordt tevens geannuleerd wanneer u
het volume verandert.
Instellen van de toon
Alleen met de afstandsbediening
U kunt de lage en hoge tonen (frequenties) afzonderlijk instellen.
1 Kies de gewenste frequentie.
TONE
Door iedere druk op de toets schakelt de functie als volgt.
1 "BASS" (lage tonen) instelling
Basversterking
SOUND
Door iedere druk schakelt de functie als volgt.
1 De "EX.BASS" indicator licht op.
De lage tonen worden versterkt ongeacht het huidige volume.
2 De "LOUD" (Extra tonen) indicator
licht op.
De lage tonen worden versterkt overeenko­mstig het huidige volume. (Nuttig bij weer­gave op laag volume.)
3 Beide indicators uit.
Geannuleerd.
÷ Door de toon in te stellen wanneer de "LOUD" of
"EX.BASS" indicator is opgelicht, zal de ingestelde functie voor het versterken van de toon worden uitgeschakeld.
2 "TREBLE" (hoge tone) instelling
3 Normale functie
(Ga binnen 8 seconden naar stap 2.)
2 Stel in.
(Herhaal stappen 1 en 2 voor het instellen van de andere tonen.)
÷ De niveaus voor zowel "BASS" en "TREBLE" kunnen
in 2 stappen vanaf – 8 t/m + 8 worden ingesteld.
÷ Door de toon in te stellen wanneer de "LOUD" of
"EX.BASS" indicator is opgelicht, zal de ingestelde functie voor het versterken van de toon worden uitgeschakeld.
15
NE
Loading...
+ 33 hidden pages