Hartelijk dank voor de aanschaf van een Kawai Concert Artist CA95/CA65 digitale piano.
Deze handleiding bevat belangrijke informatie over het gebruik en de bediening van de CA95/CA65 digitale piano.
Lees a.u.b. alle hoofdstukken zorgvuldig door en houd deze handleiding bij de hand om er iets in te kunnen opzoeken.
Over deze gebruikershandleiding
Alvorens met het spelen te beginnen, leest u het hoofdstuk Einleitung vanaf pag. 8 van deze handleiding door. Daar worden
de namen van bedieningselementen en hun functies uitgelegd. Ook het aansluiten op het stopcontact en het inschakelen van
het instrument worden daarin beschreven.
Het hoofdstuk Spielen auf dem Instrument (vanaf pag. 14) geeft u een overzicht van het instrument en de het meest gebruikte
functies om voor u snel het plezier aan het spelen op uw nieuwe instrument mogelijk te maken. Het hoofdstuk Music Menü (vanaf
pag. 30) bevat informatie over de geintegreerde demosongs, de Piano Music titels, de Lesson Songs en vingeroefeningen en de
Concert Magic functie.
In het hoofdstuk Recorder (vanaf pag. 42) vindt u uitleg over de opname en weergave van uw spel en het opslaan in het interne
geheugen. Ook het opslaan in het formaat MP3 resp. WAV op een extern USB geheugenmedium wordt beschreven. Het hoofdstuk
Einstellungen (vanag pag. 57) geeft u informatie over talrijke opties en instellignen voor eht veranderen van de klank en de
bediening van het instrument.
Het hoofdstuk Anhang (vanaf pag. 116) bevat overzichten over alle interne klanken, demosongs en ritmen. Ook vindt u in dit
hoofdstuk een montagehandleiding voor het model CA65, een MIBI implementatie tabel en een overzicht over de specicaties.
Afbeeldingen in deze gebruikershandleiding
Alle afbeeldingen in deze handleiding stammen van het model CA95, voor zover niet anders beschreven.
Page 3
Uitrustingskenmerken van de instrumenten
Uitrustingskenmerken
Grand Feel mechaniek met drukpunt simulatie en houten klavier met Ivory Touch oppervlak
De modellen CA95 en CA65 zijn uitgerust met het nieuwe Grand Feel mechaniek met houten toetsen dat - dankzij de
85-jarige ervaring van Kawai in de pianobouw - een buitengewoon realistisch speelgevoel geeft.
Alle achtentwinting zwarte en witte toetsen zijn compleet van lange houtdelen vervaardigd en van een op ivoor lijkend
oppervlak voorzien dat vocht absorbeert en de speler door een ietwat ruw oppervlak meer zekerheid en een excellente
spelcontrole geeft. Iedere toets beweegt zich zacht op een waagbalk - dezelfde techniek als bij een vleugel. De toetsenlengte
van het nieuwe Grand Feel klavier (van de voorkant van de toets tot aan de stift van de waagbalk) is langer dan bij ieder
ander klavier van digitale piano´s. Bij de aanslag van een toets wordt net als bij het origineel een hamer met gewicht omhoog
bewogen, terwijl extra gewichten bij de basnoten in het voorste deel van de toetsen het pianissimo spel vereenvoudigen.
Bovendien is het Grand Feel klavier met een drukpunt simulatie uitgerust die voor een perfecte controle bij het pianissimo
spel zorgt.
Harmonic Imaging XL (HI-XL) met 88 toetsen Piano Sampling
De nieuwe Concert Artist modellen reproduceren de bijzondere klank van de met de hand vervaardigde en wereldberoemde
Kawai concertvleugel. Alle 88 toetsen van dit buitengewone instrument werden opgenomen en geanalyseerd. Bij het spelen
op de nieuwe CA95/CA65 worden de opnamen - door de nieuwe Harmonic Imaging™ XL technologie - natuurgetrouw
gereproduceerd. Dit unieke proces maakt de omzetting van het akoestische origineel mogelijk met een nog natuurlijkere
klank dan met de tot dusver gebruikte Harmonic Imaging Standard en dient gelijktijdig als bron voor een keuze uit nog meer
hoogwaardige klanken.
Naast een keuze aan vleugelklanken bevatten de beide nieuwe CA-modellen nu ook de klank van een traditionele Upright
piano.
Grote keus aan extra klanken
Behalve over de realistische klanken van een akoestische piano beschikt de CA95/CA65 over een omvangrijke keuze aan
klanken zoals bijv. E-Piano´s, hammond- of kerkorgels of ook houten blaas- en koperblaasinstrumenten die de musicus de
gelegenheid geven tot een zeer afwisselend spel in de meest uiteenlopende genres.
De Dual Modus maakt het gelijktijdig spelen mogelijk van twee verschillende klanken (bijv. vleugel en strijkers) op het
klavier, terwijl de Split- resp. Vierhandig modus een onderverdeling van het klavier in een linker en een rechter zone mogelijk
maakt. De betreende volumebalans laat zich snel en eenvoudig per knopdruk instellen.
Virtual Technician instellingen
Met de geintegreerde Virtual Technician functie laat zich het klankkarakter van de akoestische pianoklank zeer eenvoudig
veranderen. Zo kan men bijv. de intensiteit van de snaren- en demperresonantie of ook het geluid van de terugvallende
hamer instellen. Men kan zelfs de toonhoogte en het volume van enkele afzonderlijke tonen veranderen en vervolgens op
een registratieplaats opslaan.
USB to Device functionaliteit met MP3/WAV opname en weergave
De modellen CA95 & CA65 zijn uitgerust met USB aansluitingen die u niet alleen maar de mogelijkheid bieden om MIDI
gegevens met een andere computer uit te wisselen. U kunt bijvoorbeeld ook gegevens direct op een USB geheugenmedium
opslaan of van een geheugenmedium direct in het instrument laden. Deze USB to Device functionaliteit maakt het opslaan
mogelijk van registratieplaatsen en songs (die in het interne geheugen van de CA95/CA65 werden opgeslagen) op een
extern geheugenmedium of van het direct afspelen met het instrument van daarop opgeslagen MIDI-les zonder extra
hardware nog te hebben.
Ook het directe afspelen van songs van uw lievelingskunstenaars in het MP3- of WAV-formaat is mogelijk. U kunt ook uw
eigen spel in het MP3- of WAV-formaat opnemen en bijvoorbeeld per e-mail aan uw vrienden sturen, de songs op een
smartphone of een pc beluisteren of op uw pc op een cd branden.
Omvangrijke aansluitmogelijkheden
De modellen CA95 & CA65 beschikken over een reeks aansluitmogelijkheden zoals bijvoorbeeld audio-uitgangen (LINE OUT)
voor het aansluiten aan een versterker voor het gebruik in grotere ruimtes (bijv. in kerken of scholen). Met de aansluitingen
MIDI IN/OUT en USB to Host is een exibele verbinding met computes of andere MIDI-apparaten mogelijk. Dankzij de audioingangen (LINE IN) laat zich bijv. de audio-uitgang van een laptop of een tablet-pc direct aan de CA95/CA65 aansluiten en
via de ingebouwde luidsprekers weergeven.
3
Page 4
Veiligheidsvoorschriften
Deze instructies goed bewaren
AANWIJZINGEN INZAKE BRANDGEVAAR, ELEkTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDINGEN VAN PERSONEN
WARNING
TO REDUCE THE RISK OF
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
AVIS : RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE - NE PAS OUVRIR.
FIRE OR ELECTRIC
SHOCK, DO NOT EXPOSE
THIS PRODUCT TO RAIN
OR MOISTURE.
Om de kans op bran d of elektrische schok ken te verkleinen, mag u het apparaat nooit openen. Laat onderhoudsw erken
uitsluitend uitvoeren door gekwalific eerde personen.
Dit symbool geeft aan dat er een mogelijkheid bestaat dat u zware verwondin-
gen oploopt of als u het apparaat niet
correct behandelt.
Dit symbool geeft aan dat er een
mogelijkheid bestaat dat het apparaat
beschadigt als het
handeld.
niet correct wordt be-
Voorbeeld van beeldsymbolen
Geeft aan dat er voorzichtig gehandeld moet worden.
Dit voorbeeld geeft aan dat delen niet met de vingers mogen worden aangeraakt.
Verbiedt
Dit voorbeeld geeft aan dat het verboden is om het apparaat te demonteren.
Geeft aan dat er een handeling gedaan moet worden.
Dit voorbeeld vraagt u om de stekker uit de wandcontactdoos te halen.
een verboden handeling.
Leest u deze handleiding volledig door voordat u het instrument
gebruikt.
WAARSCHUWING: wanneer u het apparaat gebruikt moet u onderstaande veiligheidsvoorschriften volgen:
Dit geeft een mogelijk gevaar aan dat tot de dood of ernstige
LET OP!
verwondingen kan leiden als het apparaat incorrect wordt behandeld.
4
Dit apparaat moet op een
wandcontactdoos worden
aangesloten die het juiste voltage
levert.
Haal nooit met natte handen de stekker uit
de wandcontactdoos en steek hem er ook
niet in met natte handen.
Als u een koptelefoon gebruikt, moet u
deze niet langdurig op hoog volume
gebruiken.
4
4
120V240V230V
● Gebruik de netadapter die bij het apparaat
geleverd wordt.
● Als u de stekker in de wandcontactdoos
steekt moet u controleren of de vorm
van de aansluiting overeenkomt en ook de
spanning overeenkomt.
● Foute handelingen kunnen brand
veroorzaken.
Foute handelingen kunnen elektrische
schokken veroorzaken.
Foute handelingen kunnen gehoorschade
veroorzaken.
Page 5
Open, repareer of modificeer het
instrument niet.
Foute handelingen kunnen een defect, elektrische schokken of kortsluiting veroorzaken.
Als u de stekker uit de wandcontactdoos
wilt trekken, trek dan altijd
aan de stekker,
nooit aan de draad.
Dit product is nooit volledig uitgeschakeld. Ook niet
wanneer de netschakelaar uit staat. Als het instrument
● Trekken aan de kabel kan een defect aan
de kabel veroorzaken. Daardoor kunnen
elektrische schokken, vuur en kortsluiting
ontstaan.
● Foute handelingen kunnen vuur en
oververhitting veroorzaken.
voor langere tijd niet gebruikt wordt, trek dan de stekker
uit de wandcontactdoos.
Leun of duw niet tegen het
instrument.
Foute handelingen kunnen het
instrument laten omvallen.
Stel het instrument in de buurt van een wandcontactdoos op en controleer of de stekker makkelijk te
bereiken is zodat deze er snel kan worden uitgetrokken. Zolang de stekker er niet is uitgetrokken
staat er nog steeds spanning op het instrument, ook al is het uitgeschakeld.
Dit geeft een mogelijk gevaar aan dat tot de dood of ernstige
LET OP!
verwondingen kan leiden als het apparaat incorrect wordt behandeld.
Plaats uw instrument NIET op de volgende plekken:
● Onder het raam, waardoor hij in direct zonlicht staat.
● Extreem hete plaatsen, zoals b.v. een heteluchtkanon.
● Extreem koude plaatsen, zoals b.v. buiten in de winter.
● Plaatsen met extreme luchtvochtigheid of regen.
● Plaatsen met zeer veel zand- en stuifvervuiling.
● Plaasen die extreem schokken en bewegen.
Zorg voordat u kabels
aansluit, dat alle apparaten
zijn uitgeschakeld
Let er op dat er geen vreemde
voorwerpen en stoffen in het
instrument komen.
OFF
Het opstellen van uw instrument op zulke
plaatsen kan beschadigingen veroorzaken.
Foute handelingen kunnen defecten aan deze
en andere apparaten veroorzaken.
Water, spijkers of haarspelden kunnen
kortsluiting en defecten veroorzaken. Het
product mag niet worden blootgesteld aan
druppels of vloeistoffen. Plaats geen objecten
als vazen en schalen gevuld met vloeistof op
dit instrument.
Let er op dat het instrument zorgvuldig
wordt opgesteld.
Wees er van bewust dat dit instrument zwaar
kan zijn en dat het met minstens twee personen
getild moet worden.
5
Page 6
Plaats het instrument niet in de
buurt van andere elektrische
apparaten zoals televisie
of radio.
● Foute handelingen kunnen ruis en gekraak
veroorzaken.
● Mocht deze storing voorkomen, verplaats het
instrument dan of sluit het op een andere
wandcontactdoos aan.
Bij het aansluiten van de snoeren
moet u opletten dat deze niet in
de knoop raken.
Reinig het instrument NIET met een
bijtende stof zoals wasbenzine of
verdunner.
Ga niet op het apparaat staan en oefen
ook geen zware druk en geweld uit.
Foute handelingen kunnen de kabels beschadigen, vuur en elektrische schokken of kortsluiting
veroorzaken.
● Foute behandeling kan kleurveranderingen of
vervorming van het apparaat veroorzaken.
● Reinigen kunt u het beste met een licht
vochtige doek doen.
● Anders kan het instrument vervormen of
omvallen.
Dit product moet zo opgesteld worden dat er een goede luchtcirculatie gewaarborgd is. Er
moet minstens 5 cm ruimte om het product heen wezen om een goede luchtcirculatie te
hebben. Controleer of eventuele luchtopeningen niet afgedekt zijn.
Plaats geen open vuur, zoals bijvoorbeeld kaarsen, op het instrument.
Dit product mag alleen met de door de fabrikant bijgeleverde standaard worden gebruikt.
Het apparaat moet door gekwalificeerd personeel worden behandeld als:
● de netkabel of de netaansluiting beschadigd is.
● voorwerpen in het apparaat gevallen zijn.
● het apparaat in de regen is gezet.
● het apparaat niet meer normaal functioneert.
● het apparaat gevallen is of is beschadigd.
Dit apparaat moet zo opgesteld worden dat deze goed kan ventileren.
fff
fff
6
Page 7
Reparatie
Mocht er iets ongewoons optreden, schakel het apparaat dan uit, trek de netstekker er uit en neem contact op met de
service afdeling van uw dealer.
Informatie voor de gebruiker
Omdat dit product met dit recyclingsymbool is uitgerust, betekent dit dat dit aan het eind van
zijn levenstijd naar een daarvoor bestemde verzamelplaats gebracht moet worden.
U mag het product niet bij het normale huisvuil plaatsen. Juiste verwerking zorgt voor een
schoner milieu en daardoor ook een betere gezondheid. Voor meer details, zie uw plaatselijke
verordeningen.
(Alleen binnen de EU)
7
7
Page 8
Inhoudsopgave
Uitrustingskenmerken van de instrumenten ....... 3
Met deze knop kan men het instrument in- resp. uitschakelen. Denk
eraan het instrument na het spelen uit te schakelen.
* De CA95/CA65 is uitgerust met een automatische uitschakeling. Dit
gebeurt wanneer er een bepaalde tijd niet op werd gespeeld. Nadere
informatie over d eze functie vindt u op pa g. 115 van deze handleid ing.
b Volumeregelaar (MASTER VOLUME)
Deze schuifregelaar regelt het volume van de ingebouwde
luidsprekers en het volume over eventueel aangesloten
koptelefoons. De regelaar heeft geen invloed op het
volumeniveau via de LINE OUT aansluitingen.
c LC-display
Het LC-display geeft u informatie over de actueel ingestelde
klank of over zojuist gekozen functies en instellingen.
* Op het display-oppervlak bevindt zich een beschermfolie. Verwijder
deze, wanneer u het instrument gebruikt. Het display is dan beter
leesbaar.
d FUNCTION knoppen
Met deze knoppen kunt u een van drie functies/opties kiezen
die in het display onderaan getoond worden.
i PL AY/STO P knop
Met de knop PLAY/STOP kunt u de weergave van demosongs,
Piano Music titels, Lesson Songs en vingeroefeningen starten
en stoppen. Ook kunt u met deze knop de opname en weergave
van songs (ook in de audio formaten MP3 en WAV) starten en
stoppen.
i REC knop
Met de REC knop kunt u de opname van uw vertolkingen in het
interne geheugen opnemen en in de audio formaten MP3 en
WAV op een extern USB geheugenmedium opslaan.
j SOUND knoppen
Gebruik deze knoppen om Preset klanken te kiezen. Achter
iedere SOUND knop zijn meerdere klanken kiesbaar. Door
meermaals drukken van een SOUND knop wordt een andere
klank gekozen.
De geheugenplaatsen voor registraties kunnen ook met deze
knoppen worden gekozen.
k REGISTRATION knop
Met deze knop kunt u 16 verschillende registraties opslaan
en weer oproepen. Iedere registratie kan volgende gegevens
opslaan: klankkeuze, galm- en eectinstellingen en andere
opties van het bedieningspaneel.
Inleiding
e PIJL knoppen
Met deze knoppen kunt zich door de talrijke menu´s bewegen.
Ook het bevestigen van input of het veranderen van waarden
wordt met deze knoppen verricht.
f EFFECTS knop
Druk de knop EFFECTS om een eect - voor de ingestelde klank in- resp. uit te schakelen. De knop EFFECTS wordt ook gebruikt
om verschillende eecttypes te kiezen en de instellingen
daarvan te veranderen.
g REVERB knop
Druk de knop REVERB om de galm - voor de ingestelde klank inresp. uit te schakelen. De knop REVERB wordt ook gebruikt om
verschillende galmtypes te kiezen en de instellingen daarvan te
veranderen.
h METRONOME Taste
Gebruik deze knop om de metronoom in- resp. uit te schakelen,
het tempo en het volume in te stellen en de maatsoort resp. een
ritme te kiezen.
l USB to DEVICE aansluiting
Met deze aansluiting kunt u een USB geheugenmedium (in
het formaat FAT of FAT32) aansluiten aan de CA95/CA65 om
opgenomen songs (ook in het formaat MP3, WAV of SMF) of
registraties daarop op te slaan of daarvan te laden.
m PHONES aansluitingen
Aan deze aansluitingen kunt u steeds een stereo-koptelefoon
aan de CA95/CA65 aansluiten. Er kunnen gelijktijdig max. 2
koptelefoons worden aangesloten.
n LINE IN aansluitingen
Deze bussen dienen voor het aansluiten van de stereouitgangen van
ander audio equipment (bijv. MP3 Player) voor de weergave via de
ingebouwde versterker en de geïntegreerde luidsprekers van de CApiano.
Bij gebruik van de 6,3 mm jackets kunt u het volume van het
aangesloten product via de LEVEL regelaar instellen.
o LINE OUT aansluitingen
Deze jackets (Left/Right 6,3mm klinken) dienen voor het
aansluiten aan stereo-ingangen van ander audio equipment
zoals bijv. een mengpaneel of een externe versterker.
p USB to HOST aansluiting
Aan deze bus kunt u uw computer met een gebruikelijke
USB „A naar B“ kabel aan de CA-piano aansluiten. Zoals met
een normale MIDI interface kunnen daarover MIDI gegevens
ontvangen en gezonden worden.
q MIDI IN / OUT aansluiting
Via deze aansluitingen kunt u de CA-piano met een ander
MIDIcompatibel apparaat verbinden om MIDI gegevens te
zenden en/of te ontvangen.
* Nadere informatie over aansluitmogelijkheden vindt u op pag. 120
van deze handleiding.
11
Page 12
Aansluiten van de piano
1. Aansluiting van de netkabel aan het instrument
Inleiding
CA95
Ste ek de netkabel in de ‘AC IN’ bus aan de achterkant (helemaal
onderaan links) van de CA95.
2. Aansluiting van de netkabel aan een stopcontact
CA65
Steek de netkabel in de ‘AC IN’ bus onder de spe eltafel van de CA65.
3. Inschakelen van de piano
Steek de netkabel van de CA-piano in een stopcontact.
Instellen van de pedaal instelschroef
Voor de betere stabiliteit is een instelschroef onder de
pedaaleenheid aangebracht. Draai de schroef tegen de klok tot
ze een vast contact met de vloer heeft.
Schakel de piano in door de knop POWER SWITCH (rechts naast
het klavier) te drukken.
Power LED
In het display verschijnt de indicatie ‘Concert Grand’. De CApiano kan nu worden bespeeld.
12
* De CA95/CA65 is met een automatische uitschakeling uitgerust. Het
instrument schakelt zich uit, wanneer er voor een bepaalde tijd niet
op wordt gespeeld. Nadere informatie over deze functie vindt u op
pag. 115 van deze handleiding.
Page 13
Volume instellen / gebruik van koptelefoons
Volume instellen
De MASTER VOLUME regelaar regelt het volume van
de ingebouwde luidsprekers en ook het volume van de
koptelefoon, mits die aangesloten is.
Schuif de regelaar naar boven om het volume te verhogen.
Schuif de regelaar omlaag om het volume te verlagen.
De middelste positie is aan te bevelen voor het eerste spelen.
* De MAS TER VOLUME regelaar hee ft geen invlo ed op het volumeni veau
via de LINE OUT aansluitingen.
* Het LINE OUT niveau kan via de instelling ‘Line Out Volume’ worden
veranderd. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 66 van deze
handleiding.
* Het maximale volume van de ingebouwde luidsprekers kan via
de functie ‘Speaker Volume’ verlaagd worden. Nadere informatie
hierover vindt u op pag. 63 van deze handleiding.
Gebruik van koptelefoons
harder
zachter
Inleiding
De koptelefoonbussen vindt u links onder de speeltafel. Daar
kunt u stereo koptelefoons aan de CA95/CA65 aansluiten.
Er kunnen gelijktijdig max. 2 koptelefoons worden aangesloten.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten, worden automatisch
de luidsprekers van de CA piano uitgeschakeld. In de display
verschijnt de indicatie PHONES.
Koptelefoons aangesloten
* Het maximale volume via koptelefoon kan via de functie ‘Phones
Volume’ worden verhoogd. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 64 van deze handleiding.
Gebruik van de koptelefoonhouder (optioneel)
Hier kunt u uw koptelefoon gemakkelijk ophangen, wanneer u
hem op dat moment niet gebruikt.
Wanneer u de koptelefoonhouder wilt gebruiken, breng hem
dan aan op de plek die in de afbeelding te zien is.
* Nadere informatie over het aanbrengen vindt u op pag. 116 van deze
handleiding.
13
Page 14
Gebruik van de pedalen
De CA95/CA65 is – net als een echte vleugel – met drie pedalen uitgerust: sustainpedaal, sostenutopedaal en
softpedaal.
Sustainpedaal (rechter pedaal)
Dit is het sustainpedaal dat het omhoog gaan van de dempers
van de snaren simuleert en zo de klank ook na het loslaten van
de toetsen langer laat uitklinken.
Met dit pedaal is ook half pedaal mogelijk.
Softpedaal (linker pedaal)
Softpedaal
Sostenutopedaal
Sustainpedaal
Sostenutopedaal (middelste pedaal)
Het gebruik van dit pedaal maakt de klank zachter en reduceert
het volume van de gespeelde klank.
Wanneer het Rotor eect voor dit pedaal is geactiveerd, kan
men door drukken van het pedaal de rotorsnelheid tussen snel
en langzaam omschakelen.
Pedaal instelschroef
Spelen op het instrument
Voor een betere stabiliteit is een instelschroef onder de
pedaaleenheid aangebracht.
Draai de schroef tegen de klok in tot ze een vast contact met de
bodem heeft. Wanneer de schroef bij het spelen niet de bodem
aanraakt, kunnen het pedaal en/of de pedaaleenheid worden
beschadigd.
Wanneer het instrument wordt bewogen, draai dan de schroef altijd helemaal naar
binnen of schroef ze helemaal af. Wanneer het instrument op een nieuwe plek wordt
opgesteld, stel dan de schroef weer zodanig in dat ze de bodem vast aanraakt.
Wanneer u dit pedaal gebruikt - terwijl noten gedrukt worden
- worden deze noten vastgehouden en alle daarna gespeelde
noten niet.
Instelschroef
Reiniging van de pedalen
Wanneer het oppervlak van de pedalen vuil is, reinigt u het eenvoudig met een droge spons.
Het reinigen van gouden pedalen kan men beter niet met een doek doen, daar de pedalen dan snel mat worden. Gebruik geen
antiroestmiddelen of iets soortgelijks.
Grand Feel Pedal System
De CA95/CA65 digitale piano is uitgerust met het nieuwe Grand Feel Pedal System. De weerstand bij het gebruik van de drie pedalen
(Sustain, Soft en Sostenuto) komt overeen met het speelgevoel van de pedalen van een EX concertvleugel van Kawai. Nog een
bijzonderheid is de instelbaarheid van het punt waarop de functie van het sustainpedaal inzet. Bovendien kan de intensiteit van het
softpedaal worden ingesteld.
* Nadere informatie hierover vindt u op pag. 93 van deze handleiding.
14
Page 15
Klanken uitkiezen
Het model CA95/CA65 beschikt over een omvangrijke klankkeuze die bij uiteenlopende muziekstijlen past. De
klanken zijn in acht categorieën onderverdeeld en kunnen met de SOUND knoppen worden opgeroepen. Een
overzicht van alle klanken vindt u op pag. 125 van deze handleiding.
Wanneer men de digitale piano inschakelt, wordt automatisch de klank ‘Concert Grand’ ingesteld.
Klank kiezen
Druk de gewenste SOUND knop.
De LED indicatie gaat aan en geeft aan dat de gekozen categorie
gekozen werd. De naam van de ingeschakelde klank wordt in de
display aangegeven.
Andere klank kiezen
Onder iedere SOUND knop liggen meerdere klanken.
Door meermaals drukken van de betreende SOUND knop kunt
u de daarachter zittende klanken kiezen.
LED indicatie gaat aan:
De Sound categorie E.PIANO is gekozen.
Voorbeeld: om de categorie E.PIANO te kiezen drukt u de
knop E.PIANO.
× 3
Spelen op het instrument
Met de of knoppen kan men ook klankvariaties kiezen.
Voorbeeld: om de klank ‘Studio Grand’ te kiezen drukt de
knop PIANO1 drie keer.
15
Page 16
Dual modus
Met de Dual modus kan men twee klankkleuren gelijktijdig op het klavier spelen om een complexere totaalklank
te bereiken.
U kunt bijv. aan een pianoklank strijkers toevoegen of aan de klank van een kerkorgel koorstemmen.
1. Dual modus oproepen
Houd een SOUND knop voor de keuze van de eerste klank
ingedrukt en druk ondertussen een andere SOUND knop voor
het kiezen van de tweede klank.
De LED indicaties van de beide knoppen gaan aan en geven aan
dat twee klanken werden uitgekozen. De namen van de beide
klanken worden in de display aangegeven.
houden
Eerste
klank
Tweede
klank
2a. Veranderen van de eerste/tweede klank in de Dual modus: methode 1
Een andere klankvariatie als tweede klank instellen:
Houd de SOUND knop van de eerste klank ingedrukt en druk
ondertussen de SOUND knop van de tweede klank meermaals
achter elkaar tot de gewenste klank is gekozen.
houden
× 2
Spelen op het instrument
Voorbeeld: om voor de tweede klank ‘Slow Strings’ naar ‘Warm
Strings’ te wisselen houdt u de knop PIANO1 ingedrukt en drukt
ondertussen de knop STRINGS twee keer.
Een andere klankvariatie voor de eerste klank instellen:
Houd de SOUND knop van de tweede klank ingedrukt en druk
ondertussen de SOUND knop van de eerste klank meermaals achter
elkaar tot de gewenste klank is gekozen.
houden
× 3
Voorbeeld:
‘Studio Grand 2’ te wisselen houdt u de knop STRINGS ingedrukt
en drukt ondertussen de knop PIANO 1 drie keer.
om voor de eerste klank van ‘Concert Grand’ naar
2b. Veranderen van de eerste/tweede klank in de Dual modus: methode 2
Men kan de eerste en tweede klank ook veranderen zonder daarbij
knoppen ingedrukt te moeten houden.
Met de of knoppen kunt u de eerste of tweede klank
kiezen.
Vervolgens kunt u met de of knoppen de gewenste
klankvariatie kiezen.
klank variatie kiezen.
de eerste of tweede klank kiezen.
16
Toetsen:
Toetsen:
Page 17
Dual modus instellingen
Het Dual modus instellingsmenu maakt het veranderen mogelijk van enkele instellingen van de gecombineerde klanken.
Dual modus instellingen
Dual modus instelling
BalanceStelt de volumebalans tussen de eerste en tweede klank in.5 : 5
Layer Octave ShiftStelt het octaaf van de tweede klank in.0
Dynamics
Keuze van het Dual modus instellingsmenu
Terwijl de Dual modus pagina in de display wordt getoond:
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en het DUAL
modus instellingsmenu wordt in de display getoond.
Beschrijving
Met deze functie kunt u de dynamiek van de tweede klank in verhouding tot de eerste
klank aanpassen.
* Uw favoriete Dual modus instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een later willekeurig tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
Grondinstelling
10
Spelen op het instrument
Dual modus instellingen verandern
Wanneer u zich in het Dual modus instellingsmenu bevindt:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Vervolgens kunt u met de of knoppen de ge kozen instelling
veranderen.
* Door het drukken van de FUNCTION knop (RESET) kunt u de
grondinstelling van de actuele functie weer oproepen.
3. Dual modus verlaten
Druk de FUNCTION knop (EXIT) voor het verlaten van de Dual
modus.
Toetsen:
gewenste instelling veranderen
Toetsen:
gewenste instelling kiezen
17
Page 18
Split modus
De Split functie verdeelt het klavier in twee zones - links en rechts - en maakt het spelen mogelijk van verschillende
klanken met de linker- en rechterhand. Zo kunt u bv. met de linkerhand een basklank spelen en met de rechterhand
een pianoklank.
1. Split modus oproepen
Druk de FUNCTION knop (SPLIT).
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en de Split
modus pagina wordt in de display getoond.
* De grondinstelling van het splitpunt ligt tussen de toetsen B2 en C3.
De klanken van de linker en rechter klaviergedeelte worden in
de display getoond. De LED indicatie van de Sound knop voor
het rechter gedeelte gaat aan en de Sound knop voor het linker
gedeelte knippert.
Rechter
gedeelte
Linker
gedeelte
LED indicatie gaat aan:
Klank voor het rechter bereik.
* De grondinstelling van de klank voor het linker gedeelte is de ‘Wood
Bass’.
Spelen op het instrument
2a. Veranderen van de klanken voor het rechter en linker klaviergedeelte: methode 1
Een andere klank voor het rechter gedeelte instellen:
Druk de gewenste SOUND knop.
× 2
Voorbeeld: om voor het rechter gedeelte de klank ‘Jazz
Organ’ in te stellen drukt u de knop ORGAN twee keer.
* Uw favoriete Split modus instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
Een andere klank voor het linker gedeelte instellen:
Houd de FUNCTION knop ingedrukt en druk ondertussen
de gewenste SOUND knop.
LED indicatie knippert:
Klank voor het linker bereik
Voorbeeld: om de klank ‘W. Bass & Ride’ voor het linker
gedeelte in te stellen houdt u de FUNCTION knop
ingedrukt en drukt ondertussen de knop BASS & GUITAR
vier keer.
2b. Veranderen van de klanken voor het rechter en linker klaviergedeelte: methode 2
Toetsen:
Men kan de linker en rechter klank ook veranderen zonder daarbij
toetsen ingedrukt te moeten houden.
Met de of knoppen kunt u de linker of rechter klank kiezen.
Vervolgens kunt u met de of knoppen de gewenste
klankvariatie kiezen.
klankvariatie kiezen.
Toetsen:
rechter of linker bereik kiezen.
18
Page 19
3. Splitpunt veranderen
Houd de FUNCTION knop ingedrukt en druk ondertussen de
gewenste klaviertoets.
De gedrukte toets wordt als nieuw splitpunt kort in de display
getoond.
rechter gedeeltelinker gedeelte
houden
Nieuw splitpunt
Split modus instellingen
Met het Split modus instellingsmenu kan men enkele instellingen voor de beide gekozen klanken veranderen.
Split modus instellingen
Split modus instelling
BalanceStelt de volumebalans tussen de linker en rechter klank in.5 - 5
Lower Octave ShiftStelt het octaaf van de linker klank in.0
Lower PedalIn-/uitschakelen van de sustain pedaal functie voor de linker klank.O (uit)
Keuze van het Split modus instellingsmenu
Terwijl de Split modus pagina in de display wordt getoond:
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en het Split
modus instellingsmenu wordt in de display getoond.
Beschrijving
Grondinstelling
Spelen op het instrument
Split modus instellingen veranderen
Wanneer u zich in het Split modus instellingsmenu bevindt:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Met de of knoppen kunt u de gekozen instelling
veranderen.
* Door drukken van de FUNCTION knop (RESET) kunt u de
grondinstelling van de actuele instelling weer oproepen.
* Uw favoriete Split modus instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
Toetsen:
gekozen instelling veranderen
Toetsen:
gewenste instelling veranderen
19
Page 20
Vierhandig modus
Deze modus verdeelt het klavier in twee helften waarin bijv. leraar en leerling steeds gelijktijdig in hetzelfde octaaf
kunnen spelen. De klank van de rechter helft wordt automatisch 2 octaven omlaag getransponeerd, de klank van
de linker helft 2 octaven omhoog. Bovendien neemt het Sustain pedaal (rechter pedaal) de Sustain functie voor het
rechter klaviergedeelte over en het Soft pedaal de Sustain functie voor het linker bereik.
1. Vierhand modus oproepen
Druk de FUNCTION knop (SPLIT) en vervolgens nogmaals de
FUNCTION knop (4HAND).
* De grondinstelling van het splitpunt ligt tussen de toetsen E3 en F3.
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en de
vierhandig modus pagina met de klankinstellingen voor het
linker en rechter gedeelte wordt in de display getoond.
Klank
rechter
gedeelte
Klank
linker
gedeelte
* In de grondinstelling is voor beide klaviergedeelten de klank ‘Concert
Grand’ vooringesteld.
2a. Veranderen van de klanken voor het rechter en linker klaviergedeelte: methode 1
Spelen op het instrument
Voor de keuze van een klank voor het rechter klaviergedeelte:
Druk de gewenste SOUND knop.
× 2
Voorbeeld: om de klank ‘Classic E.P.’ voor het rechter
klaviergedeelte in te stellen drukt u de knop E.PIANO.
* Uw favoriete vierhandig modus instellingen kunt u voor altijd
opslaanop registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later
tijdstip eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt
u op pag. 28 van deze handleiding.
Voor de keuze van een klank voor het linker klaviergedeelte:
Houd de FUNCTION knop (SPLIT) ingedrukt en druk
ondertussen de gewenste SOUND knop.
houden
Voorbeeld:
klaviergedeelte in te stellen houdt u de knop FUNCTION
ingedrukt en drukt ondertussen de knop PIANO2.
om de klank ‘Pop Piano’ voor het linker
2b. Veranderen van de klanken voor het rechter en linker klaviergedeelte: methode 2
Toetsen:
Men kan de linker en rechter klank ook veranderen zonder daarbij
knoppen ingedrukt te moeten houden.
klank variatie kiezen
Met de of knoppen kunt u de linker of rechter klank kiezen.
Vervolgens kunt u met de of knoppen de gewenste
klankvariatie kiezen.
20
Toetsen:
rechter of linker klank kiezen
Page 21
3. Vierhandig modus splitpunt veranderen
Houd de FUNCTION knop ingedrukt en druk ondertussen de
gewenste klaviertoets.
De gedrukte toets wordt als nieuw splitpunt kort in de display
getoond.
Rechter gedeelteLinker gedeelte
houden
Nieuw splitpunt
Vierhandig modus instellingen
Het vierhandig modus instellingsmenu maakt het veranderen mogelijk van enkele instellingen voor de beide
gekozen klanken.
Vierhandig modus instellingen
Vierhandig modus instelling
BalanceStelt de volumebalans tussen de linker en rechter klank in.5 - 5
Right Octave ShiftStelt het octaaf van de rechter klank in.0
Left Octave ShiftStelt het octaaf van de linker klank in.+ 2
Keuze van het vierhandig modus instellingsmenu
Terwijl de vierhandig modus pagina in de display wordt getoond:
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
Beschrijving
Grondinstelling
Spelen op het instrument
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en het
vierhandig modus instellingsmenu wordt in de display getoond.
Vierhandig modus instellingen veranderen
Wanneer u zich in het vierhandig modus instellingsmenu bevindt:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Met de of knoppen kunt u de gekozen instelling
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Veranderingen van de vierhandig modus instellingen hebben geen
invloed op Split modus instellingen (en omgekeerd).
* Uw favoriete vierhandig modus instellingen kunt u voor altijd
opslaanop registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig
tijdstip eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt
u op pag. 28 van deze handleiding.
Toetsen:
gekozen instelling veranderen
Toetsen:
gewenste instelling kiezen
21
Page 22
Galm
Dit eect voorziet de klank met galm om de akoestische indruk van verschillende luisteromgevingen te
simuleren, bijv. een middelgrote ruimte, een podium of een grote concertzaal. Enige klank types (bijv. akoestische
pianoklanken) worden bij het kiezen automatisch van een passend galmeect voorzien. De CA95/ CA65 is met zes
verschillende galm types uitgerust.
Galm types
Galm typeUitleg
RoomSimuleert de omgeving van een kleine oefenruimte.
LoungeSimuleert de omgeving van een piano lounge.
Small HallSimuleert de omgeving van een kleine zaal.
Concert HallSimuleert de omgeving van een concertzaal of een schouwburg.
Live HallSimuleert de omgeving van een grote concertzaal.
CathedralSimuleert de omgeving van een grote kerk.
1. Galm in- / uitschakelen
Door het drukken van de knop kunt u de Reverb (galm) in- resp.
uitschakelen.
De LED-indicatie van de knop REVERB gaat aan, wanneer de
Reverb (galm) is ingeschakeld. Het actueel ingestelde galm type
Spelen op het instrument
en de status ervan worden in de display getoond.
Galm
type
Galm
status
Galm instellingen
In het Reverb instellingsmenu kunt u het galmtype, de galm intensiteit en de lengte van de galm instellen.
Galm instellingen
Galm instellingBeschrijvingBereik
Typ eVerandert het omgevingstype.–
DepthVerandert de intensiteit/grootte van het galmtype.1 - 10
TimeVerandert de galmtijd.1 - 10
22
Page 23
Galm instellingsmenu oproepen
Druk de knop REVERB en houd hem ingedrukt.
Het galm instellingsmenu verschijnt in de display.
Galm instellingen veranderen
Wanneer u zich in het galm instellingsmenu bevindt:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Vervolgens kunt u met de of knoppen de ge kozen instelling
veranderen.
* Om de instelling weer in de gro ndinstelling terug te zetten, drukt u de
FUNCTION knop (RESET).
houden
Toetsen:
gekozen instelling veranderen
Toetsen:
gewenste instelling kiezen
Galm instellingsmenu verlaten
Druk de FUNC TION knop (EXIT ) om het Reverb instellingsmenu
te verlaten.
* Galm instellingen zijn niet bij iedere klank identiek.
* Alle veranderingen van de galm instellingen worden bij het
eerstvolgende uit- en inschakelen van het instrument in de
fabrieksinstelling teruggezet.
* Uw favoriete galm inste llingen kunt u voor altijd opsl aan op registratie
geheugenplaatsen en op een willekeurig tijdstip eenvoudig weer
oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 28 van deze
handleiding.
Spelen op het instrument
23
Page 24
Eecten
Naast het galm eect kunnen bij de klanken nog andere eecten worden ingedeeld. De eect instellingen zijn
vanaf de fabriek niet bij alle klanken gelijk (zoals ook de galm instellingen), maar in vele gevallen reeds passend
voorbereid. De modellen CA95/CA65 beschikken over elf verschillende types, vier combinatie-eecten en drie
extra buisversterker eecten.
Eect types
Eect typeBeschrijving
Stereo DelayVoegt aan de klank een stereo-echo eect toe.
Ping DelayPing Pong Delay.
Triple DelayLijkt zeer op de Ping Delay met extra Echo Level.
ChorusChorus is een lichte ontstemming van de klank en produceert een “breedte” en zweving.
Classic ChorusLijkt zeer op het Chorus eect, maar vooral voor Vintage E.-Piano sounds gedacht.
Tremolo
Classic TremoloLijkt zeer op het tremolo-eect, maar vooral voor Vintage E.-Orgel sounds gedacht.
Auto PanBeweegt de sound in sinusvorm tussen links en rechts heen en weer.
Classic Auto PanLijkt op het Auto Pan eect, maar vooral voor Vintage E.-Piano sounds gedacht.
PhaserDe Phaser produceert een cyclische fasenverschuiving en daardoor veel beweging bij de sound.
Rotary
Spelen op het instrument
Combinatie-eecten
Versterker eectenEen keus uit de boven genoemde eecten met een extra buizenversterker eect.
Dit eect lijkt op het vibrato-e ect, alleen dat bij de tremolo het volume i.p.v. de toonhoogte snel
varieert.
Produceert het eect van roterende luidsprekers – voor Vintage E.-Orgel sounds gedacht.
Er staan drie verschillende vervormingssterktes ter beschikking (met en zonder Chorus eect).
*
Wanneer het eect actief is, kan de draaisnelheid van de rotor simulatie met het linker pedaal tussen de beide
instellingen ‘Slow’ (langzaam) en ‘Fast’ (snel) omgeschakeld worden.
Verschillende combinaties van de boven genoemde eecten.
Door het drukken van de knop EFFECTS kunt u het eect inresp.
uitschakelen.
De LED-indicatie van de knop EFFECTS gaat aan, wanneer het
eect is ingeschakeld. Het actueel ingestelde eect type en de
status ervan worden in de display aangegeven.
Eect
Eect
type
Eect instellingen
Eect typeEect instellingBeschrijving
Stereo Delay / Ping Delay / Triple DelayDry / WetVoor het instellen van de Delay intensiteit.
ChorusDry / WetVoor het instellen van de Chorus intensiteit.
status
TimeVoor het instellen van de intervaltijd van het Delay eect.
SpeedVoor het instellen van de Chorus snelheid.
24
Page 25
Eect instellingen (voortzetting)
Eect typeEect instellingBeschrijving
Classic ChorusMono / StereoKeuze tussen mono- en stereo-effect.
SpeedInstellen van de Chorus snelheid.
Tremolo / Classic TremoloDry / WetInstellen van de tremolo intensiteit.
SpeedInstellen van de tremolo snelheid.
Auto Pan / Classic Auto PanDry / WetInstellen van de panorama intensiteit.
SpeedInstellen van de panorama snelheid.
PhaserDry / WetInstellen van de Phaser intensiteit.
SpeedInstellen van de Phaser snelheid.
RotaryAccel. Speed
Rotary SpeedInstellen van de snelheid van de roterende luidspreker.
Combinatie-eecten / versterker eectenDry / WetInstellen van de eect intensiteit.
SpeedInstellen van de eectsnelheid.
Keuze van het eect instellingsmenu
Druk de knop EFFECTS en houd hem ingedrukt.
Instellen acceleratietijd van langzaam (slow) naar snel (fast).
Het eect instellingsmenu wordt in de display getoond.
Veranderen van de eect instellingen
Wanneer u zich in het eect instellingsmenu bevindt:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Vervolgens kunt u met de of knoppen de ge kozen instelling
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten, drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
Eect instellingsmenu verlaten
Druk de FUNCTION knop (EXIT) voor het verlaten van het
eect instellingsmenu.
* Eect instellingen zijn niet bij iedere klank identiek.
* Alle gemaakte eect veranderingen blijven behouden, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriet eect instellingen kunt u voor altijd op registratie
geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig tijdstip eenvoudig
weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 28 van
deze handleiding.
houden
Toetsen:
gekozen instelling veranderen
Toetsen:
gewenste instelling kiezen
Spelen op het instrument
25
Page 26
Metronoom / ritmen
De metronoom functie van de CA95/CA65 kan u uitstekend helpen, daar ze een constant ritme aangeeft waaraan u
zich bij het oefenen gemakkelijk kunt oriënteren. Bovendien staat er in de CA95/CA65 ook een keuze uit ritmes van
de meest uiteenlopende genres tot uw beschikking.
Een compleet overzicht over alle ritmes vindt u op pag. 128 van deze handleiding.
Metronoom in- / uitschakelen
Druk de METRONOME knop.
De LED indicatie van de knop METRONOME gaat aan en geeft
aan dat de metronoom is ingeschakeld. De metronoom start in
de 1/4 maat.
Het actuele tempo in de eenheid BPM (slagen per minuut) en de
actuele maatslag worden ook in de display getoond.
Tem po
Voor het stoppen van de metronoom drukt u nogmaals de
knop METRONOME.
De LED indicatie van de knop gaat uit.
Beat
(maatsoort)
Spelen op het instrument
Metronoom instellingen
Het metronoom instellingsmenu maakt veranderingen van het tempo, de maatsoort en het volume van de
metronoom mogelijk.
Metronoom instellingen
Metronoom instellingBeschrijvingBereik
Tempo
Beat
VolumeInstellen van het volume van de metronoom/het ritme.1 - 10
Instellen van de snelheid van de metronoom/het ritme in de eenheid BPM (Beats per
Minute = maatslagen per minuut).
Keuze van de maatsoort resp. het ritme.
* Er staan tien verschillende maatsoorten (en 100 ritmes) ter beschikking:
Het metronoom instellingsmenu verschijnt in de display.
26
houden
Page 27
Veranderen van de metronoom instellingen
Wanneer u zich in het metronoom instellingsmenu bevindt:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Met de of knoppen kunt u de gekozen instelling
veranderen.
* Om de instelling weer in de grondinstelling teru g te zetten, drukt u de
FUNCTION knop (RESET).
Ritmes
Als alternatief voor de eenvoudige metronoom staan bovendien
nog 100 ritmes tot uw beschikking.
Roep het metronoom instellingsmenu op en kies de instelling
Beat. Met de of knoppen kunt u naast de metronoom
maatsoorten ook de ritmes kiezen.
Ritme
Toetsen:
gekozen instelling veranderen
Toetsen:
gewenste instelling kiezen
Toetsen:
ritme kiezen
* Een compleet overzicht over alle ritmes vindt u op pag. 128 van deze
handleiding.
Metronoom instellingsmenu verlaten
Druk de FUNCTION knop (EXIT) voor het verlaten van het
metronoom instellingsmenu.
* Metronoom instellingen blijven behouden tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete metronoom instellingen kunt u opslaan op registratie
geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip eenvoudig
weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 28 van
deze handleiding.
Opname met metronoom
Een opname met ingeschakelde metronoom is ook mogelijk. Dat kan handig zijn bij separate spoor opnamen of ook bij het opnemen
van complexe passages. De metronoom wordt bij het afspelen van een opgenomen song niet weergegeven. Wanneer u bij de
opname een ritme i.p.v. de metronoom heeft gebruikt, dan is het slagwerk ook bij de weergave te horen.
* Nadere informatie over de recorder functie vindt u vanaf pag. 42 van deze handleiding.
Spelen op het instrument
27
Page 28
Geheugenplaatsen voor registraties
De Registration functie maakt het opslaan mogelijk van actuele instellingen (klank-/soundkeuze en talrijke andere
instellingen) op in totaal 16 geheugenplaatsen die u op een later tijdstip met een druk op de knop eenvoudig weer
kunt oproepen.
Registraties kunnen later extra op een USB geheugen en op wens weer in het instrument geladen worden. Nadere
informatie hierover vindt u op de pagina´s 106 en 110 van deze handleiding.
Instellingen die opgeslagen kunnen worden
Instellingen
Gekozen klank
Dual modus / Split modus / Vierhandig modus (incl. de betreende instellingen)
Galm, eect (type, instellingen)
Transpositie (Key Transpose, Song Transpose)
Metronoom (maatsoort, tempo, volume)
Keuze van de Registration modus
Druk de knop REGISTRATION.
De LED indicatie van de REGISTRATION knop gaat aan en geeft
aan dat de Registration functie is ingeschakeld.
Verdere instellingen
Basis instellingen
Virtual Technician instellingen
MIDI instellingen
* Veranderingen van de Auto Power O instelling worden
automatisch in het User Memory opgeslagen.
Spelen op het instrument
Kiezen van een registratie
Wanneer u zich in de Registration modus bevindt:
Druk de of FUNCTION knop voor het kiezen van de
registratiebank ‘A’ of ‘B’.
Druk een van de SOUND knoppen volgens de gewenste
registratie geheugenplaats.
De LED indicatie van de gedrukte knop gaat aan en geeft aan dat
deze registratie geheugenplaats gekozen is.
Registration modus verlaten
Druk de knop REGISTRATION.
De LED indicatie van de REGISTRATION knop gaat uit en het
bedieningspaneel wisselt terug in de normale speelmodus.
28
Voorbeeld: om de geheugenplaats B-3 te kiezen drukt u de
FUNCTION knop en vervolgens de knop E.PIANO.
Page 29
Opslaan van een registratie
Houd de knop REGISTRATION ingedrukt.
De acht knoppen van het registratieplaatsgeheugen knipperen.
houden
Druk de of FUNCTION knop voor het kiezen van de
registratiebank ‘A’ of ‘B’ en druk vervolgens de SOUND knop
waarop u de registratie wilt opslaan.
Er klinkt een pieptoon en de instrumenteninstelling wordt op
de gekozen geheugenplaats opgeslagen.
Voorbeeld: voor het opslaan van de actuele instellingen
op de geheugenplaats A-4 houdt u de knop REGISTRATION
ingedrukt en drukt ondertussen eerst de FUNCTION
knop en vervolgens de knop ORGAN.
Alle registraties terugzetten
Terwijl u de beide knoppen REGISTRATION en REC ingedrukt houdt, schakelt u instrument zich in.
Alle Registration geheugenplaatsen worden weer in de fabrieksinstelling teruggezet.
Panel Lock
Met de Panel Lock functie kunt u de k noppen van het bedieningspaneel tegen ono pzettelijk omschakelen blokkeren.
Deze functie is bijvoorbeeld in de muziekles zeer handig, opdat leerlingen niet per vergissing iets verzetten en
daardoor de les niet meer geconcentreerd kunnen volgen.
1. Panel Lock inschakelen
Druk gelijktijdig de beide knoppen en .
De Panel Lock insicatie wordt in de display getoond en de
bedieningspaneel knoppen zijn geblokkeerd.
* Wanneer men het instrument uit- en weer inschakelt, is de functie
Panel Lock automatisch uitgeschakeld.
* Terwijl de functie Panel Lock is geactiveerd, gaan alle LED indicaties
van de knoppen uit.
2. Panel Lock uitschakelen
Spelen op het instrument
Terwijl Panel Lock is geactiveerd:
Houd de FUNCTION knop (UNLOCK) ingedrukt.
Een vermelding verschijnnt in de display en de functie Panel
Lock is uitgeschakeld. De blokkade van de bedieningspaneel
knoppen is opgeheven.
29
Page 30
Demo songs
De modellen CA95/CA65 bevatten meer dan 30 verschillende demo songs en geven u de mogelijkheid om u van
de kwalitatief hoogwaardige klanken en het versterker- en luidsprekersysteem een eerste indruk te verschaen.
Een compleet overzicht over alle demo songs vindt u op pagina 124 van deze handleiding.
Demo song modus oproepen
Druk de FUNCTION knop (MUSIC).
De LED indicatie van knop FUNCTION knippert en het
Music menu verschijnt in de display. De Demo modus wordt
automatisch gekozen.
Druk een van de knoppen FUNCTION (ENTER) of PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PIANO 1 knippert en de ‘Concert
Grand’ Demo song start.
of
Een demo song kiezen
Wanneer u zich in de Demo modus bevindt:
Druk een van de SOUND knoppen om een klank categorie te
kiezen.
De eerste Demo song van de gekozen klank categorie start.
Music menu
Toetsen:
Met de of knoppen kunt u zich door de Demo songs
binnen de actueel gekozen sound categorie bewegen en met
de of knoppen kunt u andere sound categorieën kiezen.
* Wanneer de weergave van een Demo dong eindigt, wordt vervolgens
automatisch de volgende Demo song van de actueel gekozen
categorie weergegeven.
Weergave van de Demo songs beëindigen en de Demo modus verlaten
Druk de FUNCTION (BACK) of PLAY/STOP knop tijdens de
weergave van een Demo song.
sound categorie kiezen
Toetsen:
demo song kiezen
De LED indicatie van de gekozen Sound knop stopt met
knipperen en de weergave van de Demo song stopt.
Druk de FUNCTION (EXIT) knop voor het verlaten van het
Music menu.
30
Page 31
Piano Music
Naast de Demo songs bevat de CA95/CA65 digitale piano meer dan 2 uur voorgefabriceerde klassieke pianostukken
om weer te geven en te beluisteren. Het betreende album ‘Classical Piano Collection’ is bij de levering inbegrepen.
Een overzicht over alle Piano Music titels vindt u in het meegeleverde boekje „Internal Song Lists“.
Keuze van de Piano Music modus
Druk de FUNCTION knop (MUSIC) en kies vervolgens met de
knoppen of de Piano Music modus.
Druk de FUNCTION (ENTER) of PLAY/STOP knop.
De LED indicatie van de knop PIANO 1 knippert en de titel
‘Tambourin’ van Rameau start.
Keuze van een Piano Music titel
Wanneer u zich in de Piano Music modus bevindt:
Met de of knoppen kunt u zich door de keuze van de Piano
Music titels bewegen.
De betreende titel en de componist worden in de display
getoond.
Titel
Componist
Weergave van de gekozen Piano Music titel herhalen
Wanneer de weergave van de gekozen Piano Music titel eindigt:
Druk de PLAY/STOP knop voor een opnieuw afspelen van de
Piano Music titel.
Weergave van een Piano Music titel stoppen en de Piano Music modus verlaten
* De volumebalans tussen de sporen van de rechter en linker hand kan
worden veranderd. Druk de daarvoor de FUNCTION (EDIT) knop en
verander de volumebalans.
Music menu
Druk de FUNCTION (BACK) of PLAY/STOP knop tijdens de
weergave van een Piano Music titel.
De LED indicatie van de PLAY/STOP knop gaat uit en de
weergave stopt.
Druk de FUNCTION (EXIT) knop voor het verlaten van het
Music menu.
31
Page 32
Gebruik van de Lesson functie
Met de Lesson functie kunnen pianisten in spe het pianospel met een keuze aan etudes en vingeroefeningen
oefenen. De partijen van de linker- en rechterhand kunnen daarbij separaat worden geoefend. Ook het tempo kan
worden veranderd om bijv. moeilijke passages van een song in een langzaam tempo te oefenen, voordat men zijn
eigen spel opneemt.
Overzicht van de geïntegreerde songboeken*
Burgmüller 25 (25 Etudes Faciles, Opus 100)
Czerny 30 (Etudes de Mécanisme, Opus 849)
Czerny 100 (Hundert Übungsstücke, Opus 139)
Beyer (Vorschule im Klavierspiel, Opus 101)
J.S. Bach: Inventionen, Sonatinen Album 1
* De boeken van de geïntegreerde songboeken zijn bij de levering inbegrepen. Nadere details over de songboeken vindt u in het bijgesloten
boekje ‚Internal Song Lists‘.
1
Boek/song kiezen
1. Lesson modus oproepen
Druk de FUNCTION knop (MUSIC) en kies vervolgens de
Lesson modus met de of knoppen.
Music menu
Druk de FUNCTION knop (ENTER) ter bevestiging van uw
keuze.
De naam van het gekozen oefenboek, de song en de actuele
maat worden in de display aangegeven.
2. Keuze van een boek of song
Met de of knoppen kunt u de cursor op de boektitel (om
vervolgens een b oek te kiezen) of op de songtitel (om vervolg ens
een song uit het getoonde boek te kiezen) bewegen.
Met de of knoppen kunt u na keuze vooraf een ander boek
of een andere song kiezen.
Toetsen:
boek of song kiezen
Boektitel
Songtitel
Wanneer u FUNCTION knop (EDIT) ingedrukt houdt, kunt u
een etude of een songnummer ook direct door het drukken van
een toets op het klavier kiezen.
32
Toetsen:
voorkeuze (boek of song) maken
* In het meegeleverde boekje ‚Internal Song Lists‘ vindt u een overzicht
over alle oefenboeken en songs met de betreende toetsennummers.
Page 33
2
Gekozen song beluisteren
Hieronder wordt beschreven hoe u de weergave van een song kunt starten en stoppen en de weergavepositie kunt
veranderen.
1. Afspelen van een Lesson song
Wanneer u reeds een boek en een song heeft gekozen:
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat aan. Er begint een
lege maat, voordat de weergave van de song begint.
* De eerste maat van de song wordt met „0“ aangegeven, wanneer
noten als opmaat voor de eigenlijke eerste maat worden gespeeld.
* De metronoom loopt na de voorgetelde maat niet verder. U kunt hem
echter inschakelen door de knop METRONOME te drukken.
2. Weergave van een song vanaf een bepaalde maat (Bar)
Toetsen:
Kies met de of knoppen de derde regel in de display „Bar“.
Met de of knoppen kunt u nu een maat (Bar) als startpositie
voor de actueel ingestelde titel kiezen.
startpositie kiezen
Actuele maat
Door gelijktijdig indrukken van de beide knoppen REVERB en
EFFECTS komt u automatisch weer bij het begin van de titel.
Lesson song stoppen en vanaf dezelfde
plaats weer starten
Terwijl de Lesson song wordt afgespeeld:
Druk de knop PLAY/STOP. De weergave van de song stopt.
Wanneer u nu weer de PLAY/STOP knopindrukt, wordt de song
vanaf de gestopte plek weergegeven.
3. Lesson modus verlaten
Druk de FUNCTION (EXIT) knop voor het verlaten van het
Music menu.
Toetsen:
«Bar» kiezen
Music menu
33
Page 34
Gebruik van de Lesson functie
3
Lesson functie instellingen
Hieronder vindt u een handleiding voor het oefenen van de partij van de rechter- resp. linkerhand, terwijl steeds
de andere partij van de song wordt weergegeven. De instelling van de volumebalans van beide partijen en het
instellen van het tempo (voor het oefenen van moeilijkere passages) worden eveneens beschreven.
Lesson functie instellingen
Lesson functie instelling
BalanceStelt de volumebalans tussen de klank van de linker- en rechterhand in.5 - 5
Tempo
Lesson functie instellingsmenu oproepen
Wanneer reeds een Lesson boek en een Lesson song gekozen werden:
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
Het Lesson functie instellingsmenu wordt in de display getoond.
Volumebalans tussen rechter- en linkerhand instellen
Kies met de of knoppen de instelling balans. Nu kunt u met
de of knoppen de volumebalans tussen de partij van de
linker- en rechterhand instellen.
Beschrijving
Instellen van de weergave snelheid van de Lesson song in de eenheid BPM (Beats per
Minute = maatslagen per minuut).
Toetsen:
volumebalans tussen de rechter- en
linkerhand instellen
Grondinstelling
Song specifiek
Music menu
Het verhogen van het volume voor de linkerhand heeft
automatisch tot gevolg dat het volume van de rechterhand
zachter wordt (en omgekeerd).
* Wanneer u het oefenboek van Beyer hebt gekozen, heeft het verhogen
van het volume van de linkerhand tot gevolg dat het volume van
de partij van de leerling zachter wordt, terwijl het verhogen van het
volume van de rechterhand tot gevolg heeft dat de partij van de leraar
zachter wordt.
Weergave snelheid van de Lesson song instellen
Kies met de of knoppen de instelling tempo. Nu kunt u de
weergave snelheid van de Lesson song met de of knoppen
instellen.
* Om het tempo van een Lesson song weer op de oorspronkelijke
waarde terug te zetten, drukt u de FUNCTION knop (RESET).
34
Voorbeeld: voor het oefenen van de partij van de
rechterhand (terwijl u de partij van de linkerhand laat
afspelen) stelt u het volume van de linkerhand op 9.
Toetsen:
tempo instellen
Page 35
4
Herhalen en oefenen van bepaalde delen van een song
U kunt een bepaald gedeelte van een song weergeven en dit deel automatisch laten herhalen (loop) om bijv.
moeilijke passages van een song doelgericht te oefenen. Daarvoor moet u een startpunt A en een eindpunt B
vastleggen.
1. Lesson song weergave starten
Wanneer reeds een Lesson boek en een Lesson song werden gekozen:
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat aan en de song
start na een voorgetelde maat.
2. Startpunt (A) van de herhaling vastleggen
Druk de FUNCTION knop (A-B), wanneer het punt in de song
komt dat u als startpunt voor de herhaling wilt vastleggen.
De LED indicatie van FUNCTION knop knippert en geeft
daarmee aan dat het startpunt (A) voor de herhaling werd
vastgelegd.
Punt ‘A’ gezet
3. Eindpunt (B) van de herhaling vastleggen
Druk nogmaals de FUNCTION knop (A-B), wanneer het punt
in de song komt dat u als eindpunt voor de herhaling wilt
vastleggen.
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en geeft aan
dat het eindpunt (B) voor de herhaling werd vastgelegd.
Punt ‘B’ gezet:
herhaling geactiveerd
Het bereik dat herhaald moet worden werd zo vastgelegd. Het
bereik van de song met het startpunt (A) en het eindpunt (B)
wordt nu eindeloos herhaald.
4. Herhalingsmodus beëindigen
Music menu
* De instellingen voor balans en tempo kunnen ook tijdens de
herhalingsfunctie worden veranderd.
Druk nogmaals de FUNCTION knop (A-B) voor het beëindigen
van de herhalingsfunctie.
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat uit en de
herhalingsmodus wisselt naar de normale weergave van de
Lesson song.
35
Page 36
Gebruik van de Lesson functie
5
Spelen bij de lopende weergave van een Lesson song en opname van de vertolking
U kunt de partij van de rechter- of linkerhand van een song spelen, uw spel opnemen en vervolgens beluisteren.
1. Starten van een Lesson song opname
Wanneer reeds een Lesson boek en een Lesson song werden
gekozen:
Druk de knop REC.
De LED indicaties van de knoppen REC en PLAY/STOP gaan aan
en geven aan dat de opname modus is ingeschakeld.
Er start een voorgetelde maat, voordat de weergave van de
song en de opname van uw spel beginnen.
* Voor begin van de opname is het raadzaam om het tempo en de
volumebalans in te stellen.
2. Stoppen van de Lesson song opname
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicaties van de knoppen REC en PLAY/STOP gaan uit
en de opname van uw spel en weergave van de Lesson song
Music menu
worden beëindigd.
3. Weergave van het opgenomen spel
Druk nogmaal de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat aan en de
weergave van uw opname start na een voorgetelde maat.
* De functies Balance en Tempo kunnen ook tijdens de weergave van
een opgenomen vertolking worden ingesteld.
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat uit en de
weergave van uw opname stopt.
* De functie ‘A-B’ Loop kan tijdens de opname van een Lesson song
niet worden gebruikt.
* Door gelijktijdig indrukken van de knop REC en PLAY/STOP wordt
de opname van een Lesson song gewist. Een opname wordt
automatisch gewist, wanneer een andere song wordt gekozen.
36
Page 37
6
Vingeroefeningen
De Lesson functie beschikt ook over een keuze aan verschillende vingeroefeningen. In het bijgesloten boekje
‚Finger Exercises‘ vindt u een compleet overzicht over de oefeningen en de daarbij behorende muziek.
De CA95/CA65 kan uw spel beoordelen. Hierbij worden foute noten, ongelijkmatig timen en ongelijkmatig volume
van de noten beoordeeld. Het resultaat van de beoordeling krijgt u aan het einde van de oefening. Deze functie
geeft u de mogelijkheid tot een objectieve beschouwing van uw spel en daaruit resulterend een ideale mogelijkheid
voor verbetering van uw techniek.
1. Keuze en opname van een Hanon oefening
Terwijl de Lesson modus is gekozen:
Kies het Hanon oefenboek en vervolgens het gewenste
songnummer.
* Voor begin van de opname is het raadzaam om het tempo en de
volumebalans in te stellen.
Druk de knop REC.
De LED indicaties van de knoppen REC en PLAY/STOP gaan aan en geven aan dat de opname modus is ingeschakeld.
Er wordt een maat voorgeteld, voordat de weergave van de vingeroefening en de opname van uw vertolking begint.
2. Beoordeling van uw spel in de display bekijken
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicaties van de knoppen REC en PLAY/STOP gaan uit
en de opname van de vingeroefening wordt beëindigd.
Uw opname wordt volgens drie verschillende criteria
gecontroleerd: foute noten, temposchommelingen en
overeenstemming van het volume van de noten. De
beoordelingen worden achtereenvolgens in de display
getoond.
* Door gelijktijdig indrukken van de knoppen REC en PLAY/STOP wordt
de opname van een vingeroefening gewist. Een opname wordt
automatisch gewist, wanneer een andere Lesson song resp. andere
vingeroefening wordt gekozen.
3. Weergave van uw opname
Music menu
Druk nogmaals de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat aan en de
weergave van uw opname start na een voorgetelde maat.
Druk nogmaals de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat uit en de
weergave van uw opname stopt.
* Met de of knoppen kunt u de beoordelingen nog eens bekijken.
De opgenomen vingeroefening kan ook nog worden afgespeeld,
wanneer de beoordelingsindicatie niet meer in de display wordt
getoond.
37
Page 38
Spelen met Concert Magic
De Concert Magic functie geeft u de mogelijkheid tot professionele vertolkingen, ook wanneer u nog nooit een
pianoles heeft gehad. Daartoe kiest u eenvoudig een van de 176 door Kawai voorbereide songs en slaat tijdens de
weergave een willekeurige toets op het klavier in een vast ritme aan om het gewenste tempo aan te geven.
Een overzicht over alle Concert Magic songs vindt u in het bijgesloten boekje ‚Internal Song Lists‘.
1
Speel een Concert Magic Song
De 176 Concert Magic songs zijn opgeslagen onder de 88 klaviertoetsen (2 songs per toets). Er zijn twee song
banken (bank A en bank B). Iedere bank bevat 88 songs.
1. Concert Magic modus kiezen
Druk de FUNCTION knop (MUSIC) en kies dan met de of
knoppen de functie Concert Magic.
Druk de FUNCTION knop (ENTER) ter bevestiging van uw
keuze.
De bank, het nummer en de naam van de gekozen song worden
in de display getoond.
Music menu
2. Concert Magic song kiezen
Wanneer u zich reeds in de Concert Magic modus bevindt:
Terwijl u de FUNCTION knop (EDIT) ingedrukt houdt, kunt u
door het drukken van de betreende toets op het klavier een
song (van bank ‚A‘) kiezen.
De gekozen song van bank ‚A‘ wordt met zijn songnummer en
zijn naam in de display getoond.
* Om een song van bank ‚B‘ te kiezen drukt u dezelfde klaviertoets
nogmaals. Door ieder opnieuw drukken van dezelfde klaviertoets wisselt
u steeds weer tussen bank ‚A‘ en bank ‚B‘.
houden
3. Speel met Concert Magic de gekozen song
Druk een willekeurige toets op het klavier.
Bij ieder drukken van een toets gaat de weergave een stap
verder. De te horen klank is afhankelijk van de sterkte van de
aanslag.
Bij iedere volgende weergave wordt uit het symbool een
symbool. Dit systeem heet noten navigator.
38
Page 39
4. Klank van de Concert Magic functie veranderen
Druk een SOUND knop voor de klankverandering van de
Concert Magic Song (melodie en begeleiding).
Het is ook mogelijk om verschillende klanken voor melodie en
begeleiding in te stellen:
Druk de FUNCTION knop (SPLIT) voor de keuze van de Split
functie.
Door het drukken van een SOUND knop kunt u een klank voor
de melodie instellen.
Als u de FUNCTION knop (SPLIT) ingedrukt houdt, kunt u door
het drukken van een SOUND knop de klank voor de begeleiding
instellen.
houden
5. Concert Magic modus verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de Concert Magic modus.
2
Concert Magic Demo modus
De Demo modus is zeer geschikt om zich een eerste indruk van de Concert Magic songs te maken. Er zijn twee
mogelijkheden om de Concert Magic songs te beluisteren.
Weergave in toevallige volgorde
Roep de Concert Magic modus op en kies een song.
Druk de knop PLAY/STOP.
Alle 176 Concert Magic songs worden nu in een toevallige
volgorde afgespeeld tot u nog eens de knop PLAY/STOP drukt
en daarmee de weergave stopt.
Weergave volgens categorieën
Roep de Concert Magic modus op en kies een song.
Houd de FUNCTION knop (EDIT) ingedrukt en druk
ondertussen de knop PLAY/STOP.
houden
Music menu
Het instrument speelt nu de song en vervolgens alle andere
songs van dezelfde categorie na elkaar tot u de knop PLAY/
STOP drukt.
Voorbeeld:
kiest, worden de songs 1 tot 13 - daar deze alle tot de categorie
«Children’s S ongs» horen - na elkaar afgespeeld.
wanneer u de song 10 «Row, row, row Your Boat»
39
Page 40
Spelen met Concert Magic
3
Concert Magic instellingen
De Concert Magic instellingen geven u de mogelijkheid om het weergave tempo, de weergave modus en de
volumebalans in te stellen.
Concert Magic instellingen
Concert Magic instelling
Tempo
ModeInstellen van de weergave modus (zie hieronder).Normaal
BalanceInstellen van de volumebalans tussen melodie en begeleiding van de Lesson song.10
Concert Magic instellingsmenu kiezen
Wanneer u zich reeds in de Concert Magic Modus bevindt:
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
De LED indicatie van de FUNCTION knop gaat aan en het
Concert Magic instellingsmenu wordt in de display getoond.
Beschrijving
Instellen van de weergave snelheid van de Concert Magic Song in de eenheid BPM
(Beats per Minute = maatslagen per minuut).
Grondinstelling
Song specifiek
Music menu
Concert Magic instellingen veranderen
Toetsen:
Wanneer u zich reeds in het Concert Magic instellingsmenu bevindt:
gekozen instelling veranderen
Met de of knoppen kunt u een instelling kiezen.
Vervolgens kunt u met de of knoppen de ge kozen instelling
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
Toetsen:
gewenste instelling kiezen
Steady Beat modus
Onafhankelijk van het feit welk type de Concert Magic Songs heeft, kunt u de song met Steady Beat door eenvoudig
gelijkmatig ritmisch aanslaan van een toets spelen.
40
Page 41
4
Arrangement types Concert Magic songs
De Concert Magic songs zijn in drie verschillende arrangement types onderverdeeld die steeds overeenkomen met
een andere moeilijkheidsgraad.
* Het bijgesloten boekje ‚Internal Song Lists‘toont het arrangement type steeds naast de songnaam. ‚EB‘ staat voor Easy Beat, ‚ MP‘ voor Melody Play
en ‚SK‘ voor Skillful.
Easy Beat EB
Dit zijn de het eenvoudigst te spelen songs. Om de songs af te spelen slaat u eenvoudig een willekeurige toets op het klavier in een
constant ritme aan.
Bekijk nu eens het volgende voorbeeld, het stuk „Für Elise“. De noten navigator toont u dat het hele stuk in een constant tempo te spelen is.
Dit is het karakteristieke kenmerk van alle songs van het arrangement type „Easy Beat“.
Toets drukken:X XX X X X X XXXXX X XX X X X X X
Melody Play MP
Ook deze songs zijn eenvoudig te spelen, vooral wanneer u het betreende stuk reeds kent. Voor de vertolking slaat u het gewenste
tempo van de melodie op een willekeurige toets op het klavier in een constant ritme aan. Door mee te zingen kan het aangeven van
het tempo aanzienlijk worden vereenvoudigd.
Speel bijv. de hieronder getoonde song „Twinkle, Twinkle, Little Star“, waarbij u de melodie zoals door de kruizen boven de noten
volgt.
* Bij vertolkingen van Concert Magic songs in een snel tempo is het handig om twee toetsen op het klavier afwisselend met twee vingers aan te
slaan. Niet alleen dat u daarmee sneller bent, u vermijdt ook dat uw vingers te snel moe worden.
Toets drukken:XXXXXXXXXXXXXX
Skillful SK
De moeilijkheidsgraad van deze songs gaat van middelmatig moeilijk tot zeer moeilijk. Om een dergelijke song te vertolken speelt
u het ritme van zowel de melodiestem als van de begeleiding op twee willekeurige toetsen op het klavier, bijv. bij de hieronder
getoonde song „Waltz of Flowers“.
Bij songs van het arrangement type „Skillful“ zult u de noten navigator bijzonder praktisch vinden.
Music menu
Toets drukken:XXXXXXX XXXXXX
41
Page 42
Song Recorder (interne geheugen)
Met de CA95/CA65 kunt u tot max. 10 verschillende songs in het interne geheugen opslaan die men dan via een
druk op de knop op een later tijdstip weer kunt afspelen. Iedere song bestaat uit twee separate sporen (auch
partijen genoemd) die onafhankelijk van elkaar opgenomen en weergegeven kunnen worden. Dat maakt bijv. het
opnemen van de linkerhand op een spoor mogelijk. Op een later tijdstip kan dan de partij van de rechterhand op
het andere spoor worden opgenomen.
1
Opname van een song
1. Opname modus oproepen
Druk de knop REC.
De LED indicatie van de knop REC begint te knipperen en
de Record Internal pagina wordt met het actuele song- en
spoornummer in de display getoond.
* Wanneer een USB geheugenmedium is aangesloten, drukt u de
FUNCTION knop (INT) om de interne recorder te kiezen.
2. Song of spoor voor opname kiezen
Toetsen:
Met de of knoppen kunt u de instelling song resp. spoor
kiezen.
Met de of kunt u de instellingen voor song resp. spoor waarop u wilt opnemen - veranderen.
Wanneer er op een spoor reeds iets is opgenomen, wordt een *
symbool naast het spoornummer getoond.
Recorder
Op dit spoor werd reeds
iets opgenomen.
Wanneer u partij 1 en partij 2 separaat wilt opnemen, kies dan het song- en spoornummer zorgvuldig uit,
zodat u niet per ongeluk partijen overschrijft die reeds tevoren zijn opgenomen.
song/spoor kiezen
Toetsen:
song resp. spoor kiezen
3. Song Recorder starten
Speel op het klavier of druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicaties van de knoppen REC en PLAY/STOP gaan aan
en de opname begint automatisch.
De actuele indicaties voor maat en maatslag worden in de
display getoond.
Opname
loopt
Metronoom
tempo/ maatslag
(mits gebruikt)
42
of
* De opname kan ook door het indrukken van de knop PLAY/STOP
worden gestart. Daarmee kunt u een pauze of een lege maat aan het
begin van de opname invoegen.
* Druk de knop METRONOME voor of tijdens de opname om het in
te schakelen. De metronoom wordt niet opgenomen. Een ritme
daarentegen wordt opgenomen.
Page 43
4. Song Recorder stoppen
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicaties van de knoppen PLAY/STOP en REC gaan uit,
de
recorder stopt en de partij/song wordt in het interne geheugen
opgeslagen.
Na enkele seconden verschijnt in de display de weergavepagina
voor interne songs en geeft daarmee aan dat de opgenomen
song klaar is om weergegeven te worden.
Opname
gestopt
Positielijst
Nadere informatie over de weergave van opgenomen songs vindt
u in het hoofdstuk ‘Weergave van een song’ op pagina 44 van deze
handleiding.
Een tweede partij opnemen
Om een tweede partij op te nemen dient u de hierboven genoemde stappen te volgen onder “Opname van een song”. Kies voor de
opname het nog niet gebruikte spoor.
Opname met metronoom
Een opname met ingeschakelde metronoom is ook mogelijk. Dat kan handig zijn bij separate opnamens van partijen of ook bij het
opnemen van complexe passages. De metronoom wordt bij het afspelen van een opgenomen song niet weergegeven. Wanneer u
bij de opname een ritme i.p.v. de metronoom heeft gebruikt, is het slagwerk ook bij de weergave te horen.
* Nadere informatie over de metronoom vindt u op pagina 26 van deze handleiding.
* De maximale opnamecapaciteit bedraagt ca. 90.000 noten (het
gebruik van bedieningselementen en pedalen wordt ook als noten
geteld).
* Wanneer de opnamecapaciteit tijdens de opname uitgeput is, wordt
de opname automatisch beëindigd.
* Opgeslagen gegevens van een vertolking blijven ook na het
uitschakelen van de CA95/CA65 in het geheugen bewaard.
Bedieningspaneel instellingen tijdens de opname veranderen
Soms kan het gebeuren dat men instellingen tijdens de opname van een song wil veranderen. Het volgende overzicht toont u welke
veranderingen mogelijk zijn en welke niet.
Op te slaan bedieningspaneel instellingen tijdens opname
Klankwisseling (SOUND knoppen etc.)
Omschakelen tussen Dual en Split modus
Niet op te slaan bedieningspaneel instellingen tijdens de opname *
Veranderingen van de galm instellingen
Veranderingen van de eect instellingen
Tempo veranderingen
Veranderingen volumebalans in Dual modus en Split modus
Veranderingen transpositie, stemming, aanslagdynamiek, etc.
* Maak de gewenste instellingen voor eect, galm, tempo enz ., voordat
u met de nieuwe opname begint.
5. Song Recorder Modus verlassen
Druk de FUNCTION knop (EXIT) voor het verlaten van de
interne song recorder en voor het wisselen in de normale
speelmodus.
Recorder
43
Page 44
Song Recorder (interne geheugen)
2
Weergave van een song
Met deze functie kunt u songs – die zich in het interne geheugen van het instrument bevinden – afspelen. Wanneer u
een song/spoor wilt afspelen, die/dat u zojuist hebt opgenomen, kunt u direct naar stap 2 gaan.
1. Weergave modus oproepen
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat aan en de Internal
Player indicatie verschijnt in de display.
Opname
gestopt
Positielijst
2. Een song/spoor voor de weergave kiezen
* Wanneer een USB geheugenmedium is aangesloten, drukt u de
FUNCTION knop (INT) om de interne recorder te kiezen.
Toetsen:
Met de of knoppen kunt u de instelling song resp. spoor
kiezen.
Met de of knoppen kunt u de instellingen voor song (1-10)
resp. spoor (1, 2, of 1&2) – die u wilt afspelen – maken.
Wanneer op een spoor reeds iets werd opgenomen, wordt een
* symbool naast het spoornummer getoond.
keuze vooraf (song resp. spoor)
Op dit spoor werd reeds
iets opgenomen.
song/spoor kiezen
Toetsen:
3. Song weergave starten/stoppen
Recorder
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat aan en de
weergave van de gekozen song (overeenstemmend met het
gekozen spoor) start.
* De keuze van het spoor kan tijdens de weergave worden veranderd.
* Om het we ergave tempo te verandere n houdt u de knop ME TRONOME
ingedrukt en drukt dan een van de of knoppen.
Druk nogmaals de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat uit en de song
weergave stopt.
4. Weergave modus verlaten
Druk de FUNCTION knop (EXIT) voor het verlaten van
de interne song player en voor het wisselen in de normale
speelmodus.
44
Page 45
3
Editeringsmenu van interne player
Het editeermenu van de interne player bevat transpositiemogelijkheden voor het klavier of voor de weer te geven
song, die in halve toonsafstanden kunnen worden gemaakt. Bovendien bevat het menu functies over het wissen
van een song of het converteren van een song in een audio formaat.
Internal Player menu
Internal Player functie
Key TransposeVeranderen van de toonhoogte van het klavier in halve toonsafstanden0 (C)
Song TransposeVeranderen van de toonhoogte van de song recorder in halve toonsafstanden0
ErasePartij van een recorder song wissen uit het interne geheugen (zie pag. 46)–
Audio ConvertConverteert een recorder song in een audio formaat (MP3/WAV) (zie pag. 47)–
Internal Player menu kiezen
Wanneer de Internal Player pagina reeds in de display wordt
getoond:
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en het Internal
Player menu verschijnt in de display.
Beschrijving
Grondinstelling
Internal Player instellingen/functies veranderen
Wanneer u zich reeds in het Internal Player menu bevindt:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Met de of knoppen kunt u de gekozen instelling
veranderen.
* Door drukken van de FUNCTION knop (RESET) kunt u de
grondinstelling van de actuele instelling weer oproepen.
Internal Player menu verlaten
Druk de FUNCTION knop (EXIT) voor het verlaten van het
interne Player menu en voor het wisselen in de normale
speelmodus.
Toetsen:
gekozen instelling/functie veranderen
Toetsen:
instelling/functie kiezen
Recorder
45
Page 46
Song Recorder (interne geheugen)
4
Wissen van een song of spoor
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe men een song/partij uit het interne geheugen wist. Gebruik deze functie bij
foutief opgenomen songs/partijen of bij titels die u niet langer nodig heeft. Wanneer iets gewist werd, kan dit niet
ongedaan worden gemaakt.
1. Functie «wissen» oproepen
Wanneer u zich reeds in het Internal Player menu bevindt (zie pag. 45):
Met de of knoppen kunt u de wisfunctie (Erase) kiezen.
Toetsen:
„Erase“ kiezen
Drücken Sie die FUNCTION knop (ENTER) voor het kiezen van
de wisfunctie.
2. Song/spoor kiezen om te wissen
Toetsen:
Met de of knoppen kunt u de gewenste functie/instelling
kiezen.
Met de of knoppen kunt u de song (1-10) resp. spoor (1, 2,
of 1&2) – die u wilt wissen – kiezen.
Wanneer op een spoor reeds iets werd opgenomen, wordt een
* symbool naast het spoornummer getoond.
song/spoor kiezen
Toetsen:
functie/instelling kiezen
3. Gekozen song/spoor wissen
Druk de FUNCTION knop (OK) om de gekozen song/spoor te
wissen.
Recorder
Een verzoek om bevestiging verschijnt in de display.
Druk de FUNCTION knop (YES) ter bevestiging van het wissen
of de FUNCTION knop (NO) om de handeling af te breken.
YES: wissenNO: afbreken
Alle songs in het interne geheugen wissen
Om alle songs in het interne geheugen gelijktijdig te wissen
houdt u de knoppen PLAY/STOP en REC bij het inschakelen
enkele seconden ingedrukt.
Alle opgeslagen recorder songs in het interne geheugen
worden gewist.
46
houden
houden
Page 47
5
Converteren van song in een audio le
Met deze functie kan men songs - die in het interne geheugen zijn opgeslagen - in een audioformaat (naar keus MP3
of WAV) op een aangesloten USB geheugenmedium converteren.
1. Convert to Audio functie kiezen
Wanneer u zich reeds in het Internal Player menu bevindt (zie pag. 45):
Met de of knoppen kunt u de Convert to Audio functie
kiezen.
Toetsen:
Convert to Audio functie kiezen
Druk de FUNCTION knop (ENTER) voor de keuze van de
Convert to Audio functie.
2. De te converteren song/het spoor kiezen
Toetsen:
Met de of knoppen kunt u de gewenste functie/instelling
kiezen.
song/spoor kiezen
Met de of knoppen kunt u de song (1-10) resp. het spoor (1,
2, of 1&2) – die u wilt converterenen – kiezen.
Wanneer op een spoor reeds iets is opgenomen, wordt een *
symbool naast het spoornummer getoond.
Druk de FUNCTION knop (OK) om de handeling voort te
zetten.
3. Audio formaat kiezen
Met de of knoppen kunt u het gewenste formaat voor de
convertering kiezen.
Op deze plek kunt u het opname-niveau veranderen.
* Nadere informatie over de verandering van het opnameniveau (Audio
Recorder Gain) vindt u op pag. 48 van deze handleiding.
4. Converteren starten
Druk de knop PLAY/STOP of speel op de toetsen.
De LED indicaties van de knoppen PLAY/STOP en REC gaan
aan, de gekozen song wordt weergegeven en het converteren
begint.
* Wanneer u tijdens het conver teren op het klavier speel t, wordt dit ook
opgenomen en geconverteerd.
Toetsen:
gewenste functie/instelling kiezen
Toetsen:
audio formaat kiezen
Recorder
Geconverteerde audio le naam geven en opslaan
Volg de aanwijzingen onder ‘Opname van een audio le’ op pag. 49 (vanaf stap 4) van deze handleiding.
47
Page 48
Audio opname/weergave (USB geheugenmedium)
1
Audio opname (MP3/WAV)
Met de CA95/CA65 kunt u eigen opnamen als digitale audio le - naar keus in het formaat MP3 of WAV - op een extern
USB geheugenmedium opslaan. Met deze functie kunt u een hoogwaardige audio opname direct met het instrument
maken zonder omvangrijk audio equipment nodig te hebben. De opname kunt u dan bijv. aan vrienden per e-mail
sturen. Natuurlijk kunt u uw audio opnamen ook op een computer met de passende software editeren en nieuw mixen
om tenslotte hiervan een audio cd te maken.
Bij het model CA95 wordt bovendien ook het signaal – dat bij de aansluiting LINE IN ligt – opgenomen.
MPEG Layer-3 Audiocomprimeringstechnologie gelicenseerd door Fraunhofer IIS en Thomson.
MP3 codec is Copyright (c) 1995-2007, SPIRIT.
1. Audio opname modus oproepen
Sluit een USB geheugenmedium aan de CA95/CA65 aan.
Druk de knop REC.
De LED indicatie van de knop REC knippert en de USB Recorde
Format indicatie verschijnt in de display.
2. Audio formaat kiezen
Toetsen:
Met de of knoppen kunt u het gewenste audio formaat
(WAV of MP3) kiezen.
audio recorder formaat kiezen
Recorder
* MP3 audio les hebben minder geheugenplaats nodig dan WAV audio les.
* Op een 1GB USB stick kunt u meer dan 12 uur audio opnamen in het MP3 formaat opslaan.
Audio opname niveau (Gain) veranderen
Druk de FUNCTION knop (GAIN).
De Gain instellingspagina en een niveau-indicatie verschijnen
in de display.
Met de of knoppen kunt u het opnameniveau veranderen.
* Door het drukken van FUNCTION knop (RESET) kunt u de
grondinstelling van de actuele instelling weer oproepen.
48
* De Gain instelling kan in het bereik van 0 dB tot 15 dB worden
veranderd.
* Bij een te hoge Gain instelling kunnen er klankvervormingen
optreden.
* De niveau-indicatie bevat ook het volumeniveau aan de LINE IN
aansluiting (alleen CA95).
Page 49
3. Audio opname starten
Speel op het klavier of druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicaties van de knoppen REC en PLAY/STOP gaan aan
en de opname begint automatisch.
De actuele opnametijd wordt ook in de display getoond.
Opname
loopt
Opnametijd
4. Audio opname stoppen en opslaan
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicaties van de knoppen PLAY/STOP en REC gaan uit
en de opname stopt.
Een verzoek om bevestiging verschijnt in de display.
of
* De opname kan ook door het drukken van de knop PLAY/STOP
worden gestart. Daardoor kunt u een pauze of een lege maat aan
hetbegin van de opname invoegen.
* Druk de knop METRONOME voor of tijdens de opname om hem in te
schakelen. De metronoom wordt niet opgenomen. Een ritme echter
wordt wel opgenomen.
Druk de FUNCTION knop (YES) ter bevestiging van het
opslaan of de FUNCTION knop (NO) om de handeling af te
breken.
5. Opgenomen audio opnamen naam geven en opslaan
Nadat het opslaan bevestigd is:
Met de of knoppen kunt u het gewenste teken kiezen en met
de of knoppen de gewenste positie.
Druk de FUNC TION knop (OK) ter bevestiging van het opslaan
of de FUNCTION knop (Back) om de handeling af te breken.
De opgenomen audio le met de zojuist gegeven naam wordt
opgeslagen.
Na enkele seconden vers chijnt in de display de Play Audio pagina
en geeft aan dat het instrument klaar is voor de weergave van
audio les.
Nadere informatie over de weergave van opgenomen audio les vindt u
onder het hoofdstuk ‘Weergave van een audio le (MP3/WAV)’ op pag.
50 van deze handleiding.
* Als naam van de eerste audio opname zal de CA95/CA65 u MP3 Song
01‘ of ‚WAV Song 01‘ vo orstellen. Bij het opslaan van andere les wordt
de waarde van het getal steeds automatisch met 1 verhoogd.
* Opgenomen audio les worden op het USB geheugenmedium in
de hoofdlijst opgeslagen. Een opslaan in een lagere ordner is niet
mogelijk.
YES: opslaanNO: afbreken
Toetsen:
positie kiezen
Toetsen:
tekens kiezen
OK: opslaanBACK: afbreken
Recorder
49
Page 50
Audio opname/weergave (USB geheugenmedium)
2
Weergave van audio le (MP3/WAV)
Des CA95/CA65 kan audio les (in de formaten MP3 en WAV) van een aangesloten USB geheugenmedium afspelen
en via de ingebouwde luidsprekers weergeven. Deze functie kunt u bijv. inzetten om u door uw lievelingssongs te
laten begeleiden of partijen (akkoorden of melodie) van nieuwe muziektitels separaat te oefenen.
MPEG Layer-3 audiocomprimeringstechnologie door Fraunhofer IIS en Thomson.
MP3 codec is Copyright (c) 1995-2007, SPIRIT.
Voorbereiding van een USB geheugenmedium
Kopieer/sla eerst enkele MP3 of WAV Aaudio les op een USB
geheugenmedium op.
* Het USB geheugenmedium moet in het formaat ‘FAT’ of ‘FAT32’
geformatteerd zijn. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 121
van deze handleiding.
1. USB weergave modus oproepen
Sluit een USB geheugenmedium aan de USB aansluiting van de
CA95/CA65 aan.
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat aan en de Song
Browser wordt in de display getoond.
Song browser pagina
Recorder
De song browser pagina toont alle relevante les en ordners,
die op het aangesloten USB geheugenmedium zijn opgeslagen.
Het symbool markeert een audio-/song-le.
Het symbool markeert een ordner.
Het symbool markeert de actuele ordner.
Een voorbeeld van een typische le/ordner structuur vindt u in
onderstaande afbeelding. Voor de duidelijkheid hebben we de
zichtbare hoogte van de display gestrekt.
Actuele ordner
Ordner
File
Toetsen:
le resp. ordner kiezen
* Files en ordners worden alfabetisch getoond, waarbij ordners steeds
boven worden getoond.
* De USB weergave pagina toont alleen de le types MP3, WAV en MID
aan.
* De display kan maximaal 12 tekens (+ 3 tekens voor het leformaat
zoals bijv. MP3) voor een lenaam aangeven. Langere lenamen
worden automatisch afgekort aangegeven.
FUNCTION knop:
le kiezen/ordner
openen.
50
Page 51
2. Audio le kiezen
Met de of knoppen kunt u de gewenste le kiezen en
vervolgens uw keuze door het drukken van de FUNCTION
knop (SELECT) bevestigen.
De audio weergave pagina verschijnt in de display.
3. Weergave van de gekozen audio le
Druk de knop PLAY/STOP.
De gekozen audio le start en in de display verschijnt informatie
over de le.
Audio le,
vertolker/song
Weergave
volume
Extra besturingsfuncties tijdens de weergave van een audio le
Weergave
positie
* Wanneer de gekozen audio le meta gegevens bevat (bijv. ID3 Tags
zoals bijv. naam van de kunstenaar en songtitel), dan wordt deze
informatie ook in de display getoond.
Terwijl een audio le wordt afgespeeld:
Door het drukken van de knop PLAY/STOP wordt de weergave
onderbroken resp. weer voortgezet.
Door het drukken van de knoppen of kunt u de audio le
vooruit- resp. achteruit spoelen.
Met de of knoppen kunt u het weergave volume van de
audio le veranderen.
*
Het weergave volume kan in het bereik van 1 – 128 worden ingesteld.
Druk de FUNCTION knop (A-B) twee keer (een keer om een
startpunt en nogmaals om een eindpunt voor de herhaling vast
te leggen).
* Bij het derde drukken van de A-B knop wordt de herhaling beëindigd.
USB Player Edit menu
Het USB Player Edit menu maakt het instellen mogelijjk van verschillende weergave modi (Single, 1-Repeat, All-Repeat, Random) en het
transponeren van het klavier in halve toonsafstanden. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 54 van deze handleiding.
Overdub functie
* Het kan zijn dat het volume van de audio le weergave niet ideaal
bij het volume van de interne klanken van de CA95/CA65 past. In
dit geval kunt u tijdens de weergave het volume van de audio le
veranderen.
terugspoelen/vooruitspoelen
weergave volume veranderen
Toetsen:
Toetsen:
Recorder
De Overdub functie maakt het opnemen mogelijk van uw spel op de CA95/CA65 met een reeds bestaande audio opname (MP3/WAV).
Nadere informatie hierover vindt u op pag. 56 van deze handleiding.
4. USB weergave modus verlaten
Druk de FUNCTION knop (Back) voor het verlaten van de
USB Playback modus en voor het wisselen in de normale
speelmodus.
51
Page 52
Audio opname/weergave (USB geheugenmedium)
3
Weergave van MIDI le
De CA95/CA65 ondersteunt ook de weergave van Standard MIDI File (SMF) les die op een USB geheugenmedium
werden opgeslagen.
Ondersteunde formaten
Song formaatSpecicaties
MIDFormaat 0, formaat 1
KS0Kawai song le
Voorbereiding van een USB geheugenmedium
Kopieer/sla eerst enkele MID (SMF) song les op een USB
geheugenmedium op.
* Het USB geheugenmedium moet in het formaat ‘FAT’ of ‘FAT32’
geformatteerd zijn. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 121
van deze handleiding.
1. USB weergave modus oproepen
Sluit een USB geheugenmedium aan de USB aansluiting van de
CA95/CA65 aan.
Druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicatie van de knop PLAY/STOP gaat aan en de song
browser wordt in de display getoond.
Song browser pagina
Recorder
De song browser pagina toont alle relevante les en ordners die
op het aangesloten USB geheugenmedium zijn opgeslagen.
Het symbool markeert een audio-/song-le.
Het symbool markeert een ordner.
Het symbool markeert de actuele ordner.
Een voorbeeld van een typische le/ordner structuur vindt u in
onderstaande afbeelding. Voor de duidelijkheid hebben we de
zichtbare hoogte van het display gestrekt.
le resp. ordner kiezen
Toetsen:
FUNCTION knop:
le kiezen/ordner
openen
52
Actuele ordner
Ordner
File
* Files en ordners worden alfabetisch getoond waarbij ordners altijd
bovenaan worden aangegeven.
* De USB weergave pagina toont alleen de le types MP3, WAV en MID.
* De display kan maximaal 12 tekens (+ 3 tekens voor het le formaat
zoals bijv. MP3) voor een lenaam aangeven. Langere lenamen
worden automatisch afgekort.
Page 53
2. MIDI le kiezen
Met de of knoppen kunt u de gewenste le kiezen en
vervolgens uw keus door het drukken van de FUNCTION
knop (SELECT) bevestigen.
De MIDI weergave pagina verschijnt in de display.
3. Weergave van de gekozen le
Druk de knop PLAY/STOP.
De gekozen MIDI le start en in de display verschijnen
informaties over de le.
Audio le,
vertolker/song
Weergave
volume
Extra besturingsfuncties tijdens de weergave van een MIDI le
Terwijl een MIDI le wordt afgespeeld:
Door het drukken van de knop PLAY/STOP wordt de weergave
onderbroken resp. weer voortgezet.
Weergave
positie
*
Daar de CA95/CA65 niet de complete General MIDI/GM2 soundkeuze
bevat, is het mogelijk dat SMF les niet of niet optimaal worden
weergegeven.
terugspoelen/vooruitspoelen
van de song
Toetsen:
Door het drukken van de knoppen of kunt u de MIDI le
vooruit- resp. terugspoelen.
Met de of knoppen kunt u het weergave volume van de
MIDI le veranderen.
*
Het weergave volume kan in het bereik van 1 – 128 worden ingesteld.
Druk de FUNCTION knop (A-B) twee keer (een keer om een
startpunt en nogmaals om een eindpunt voor de herhaling vast
te leggen).
* Bij het derde gebruik van de A-B knop wordt de herhaling beëindigd.
USB Player Edit menu
Het USB Player Edit menu maakt het instellen mogelijk van verschillende weergave modi (Single, 1-Repeat, All-Repeat, Random), het
veranderen van het weergave tempo van een MIDI le en het transponeren van de MIDI le of van het klavier in halve toonsafstanden.
Nadere informatie hierover vindt u op pag. 54 van deze handleiding.
Convert MIDI to Audio functie
De Convert MIDI to Audio functie maakt het converteren mogelijk van MIDI les of recorder songs (die met de CA95/CA65 opgenomen
en op een USB geheugenmedium opgeslagen werden) in audio les (MP3/WAV). Nadere informatie hierover vindt u op pag. 55 van deze
handleiding.
weergave volume veranderen
Toetsen:
Recorder
USB weergave modus verlaten
Druk de FUNCTION knop (Back) voor het verlaten van de
USB Playback modus en voor het wisselen in de normale
speelmodus.
53
Page 54
Audio opname/weergave (USB geheugenmedium)
4
USB Player Edit menu
Het USB Player Edit menu maakt het instellen mogelijk van vier verschillende weergave modi voor de weergave van
audio/MIDI les. Bovendien bevat het menu functies m.b.t. het instellen van de weergavesnelheid van MIDI les en
het transponeren van de MIDI les of het klavier in halve toonsafstanden.
USB Player menu
USB Player functieBeschrijving
Play ModeInstellen van de weergave modus voor audio en MIDI les (zie hieronder).Single
Tempo
Key TransposeTransponeren van het klavier in halve toonsafstanden.0 (C)
Song TransposeTransponeren van Recorder/MIDI songs in halve toonsafstanden.0
Play Mode instellingen
Play Mode instellingBeschrijving
SingleDe gekozen audio/MIDI le wordt een keer afgespeeld.
1-RepeatDe gekozen audio/MIDI le wordt steeds herhaald afgespeeld.
All-RepeatAlle audio/MIDI les in de actuele ordner worden herhaald afgespeeld.
RandomAlle audio/MIDI les in de actuele ordner worden in een toevallige volgorde afgespeeld.
USB Player menu oproepen
Wanneer de USB Player pagina in de display wordt getoond:
Instellen van het weergave tempo van MIDI les in de eenheid BPM (Beats per
Minute = maatslagen per minuut).
* De instellingen voor Tempo en Song Transpose zijn bij de keuze van een audio le niet beschikbaar.
Grondinstelling
–
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
Recorder
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en het USB
Player menu wordt in de display getoond.
USB Player instellingen veranderen
Wanneer u zich reeds in het USB Player menu bevindt:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Met de of knoppen kunt u de gekozen instelling
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
Toetsen:
gekozen instelling veranderen
Toetsen:
gewenste instelling kiezen
54
Page 55
5
Converteren van een MIDI le in een Audio le (MP3/WAV)
Deze functie maakt het afspelen en opslaan mogelijk (converteren in audio les) van MIDI les of recorder songs
(die met de CA95/CA65 opgenomen en op een USB geheugenmedium opgeslagen werden).
1. MIDI le voor convertering kiezen
Wanneer de song browser player pagina in de display wordt
getoond:
Met de of knoppen kunt u een MIDI le kiezen. Druk dan
de knop REC.
De LED indicatie van de knop REC knippert en de Convert MIDI
to Audio pagina verschijnt in de display.
2. Audio le formaat kiezen
Wanneer de Format instelling is gekozen, kunt u met de
of knoppen het gewenste audio le formaat (WAV of MP3)
instellen.
* U kunt een nieuwe song ook direct op een USB geheugenmedium
opnemen door Mode Setting op ‘New Song’ te zetten.
3. Convertering starten
Speel op het klavier of druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicaties van de knoppen PLAY/STOP en REC gaan aan, de
gekozen song wordt weergegeven en het converteren begint.
* Wanneer u dit tijdens de convertering op het klavier speelt, wordt dit
ook opgenomen en geconverteerd.
Aan het eind van de song stopt de convertering en een
bevestiging voor opslaan verschijnt automatisch in de display.
Toetsen:
audio formaat kiezen
Recorder
Geconverteerde audio le naam geven en opslaan
Volg de instructies onder ‘Opname van een audio le’ op pag. 49 (vanaf stap 4) van deze handleiding.
55
Page 56
Audio opname/weergave (USB geheugenmedium)
6
Overdub functie voor MP3/WAV Audio le
U kunt gelijktijdig een voorhanden audio le afspelen, met de CA95/CA65 daarbij spelen en het resultaat dan
als audio le opslaan. Bij het model CA95 wordt bovendien ook het signaal - dat aan de aansluiting LINE IN ligt -
opgenomen.
* Iedere Overdub handeling produceert een nieuwe audio le, zodat de originele le niet wordt veranderd.
1. Audio le voor overdub handeling kiezen
Wanneer de song browser pagina in de display wordt getoond:
Met de of knoppen kunt u een MP3/WAV le kiezen. Druk
dan de knop REC.
De LED indicatie van de knop REC knippert en de overdubbing
pagina verschijnt in de display.
2. Audio le formaat kiezen
Toetsen:
Wanneer de formaat instelling is gekozen, kunt u met de
of knoppen het gewenste audio le formaat (WAV of MP3)
instellen.
* U kunt een nieuwe song ook direct op een USB geheugenmedium
opnemen door Mode Setting op ‘New Song’ te zetten.
audio formaat kiezen
3. Opname/overdubbing starten
Recorder
Speel op het klavier of druk de knop PLAY/STOP.
De LED indicaties van de knoppen PLAY/STOP en REC gaan
aan,de gekozen le wordt weergegeven en de opname/
overdubbing handeling begint.
Gespeelde noten op het klavier worden ook opgenomen.
* Het weergave volume van de gekozen audio le wordt automatisch
op 100 ingesteld om een vervorming van de opname te verhinderen.
Wanneer het eind van de song is bereikt, verschijnt een bevestiging van het
opslaan in de display.
Audio le naam geven en opslaan
Volg de instructies onder ‘Opname van een audio le’ op pag. 49 (vanaf stap 4) van deze handleiding.
56
Page 57
Over de functiemenu´s
De functiemenu´s bieden talrijke functies en opties voor de jne afstemming van de CA95/CA65 digitale piano.
Voor een eenvoudiger gebruik zijn de instellingen in overzichtelijke groepen gesorteerd. Na het verrichten van
de instellingen kan men deze op een van de 16 registratie geheugenplaatsen of als POWER ON instelling opslaan
(vanaf pag. 72).
Keuze van de functiemenu´s
Terwijl u zich in de normale speelmodus bevindt:
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en de
functiemenu´s worden in de display getoond.
Met de of knoppen kunt u een functiemenu kiezen. Door
drukken van FUNCTION knop (ENTER) kunt u uw keuze
bevestigen.
Functiemenu´s verlaten
Druk de FUNCTION knop (EXIT) voor het verlaten van de
functiemenu´s en voor het wisselen in de normale speelmodus.
Overzicht van de functiemenu´s
1. Basic Settings
Key Transpose, Song Transpose, Tone Control, Speaker Volume,
Phones Volume, Line In Level*, Line Out Volume, Wall EQ*, Tuning,
Damper Hold, Four Hands, LCD Contrast, User Memory, Factory Reset
3. MIDI Settings
MIDI Channel, Send Program Change No., Local Control,
Transmit Program Change No., Multi-timbral Mode, Channel Mute
Lid Position, Decay Time, Minimum Touch, Stretch Tuning,
Temperament, Key of Temperament, User Temperament,
User Key Volume, Half-Pedal Adjust, Soft Pedal Depth
4. USB Functions
Load Internal Song, Load Registration, Load User Memory,
Save Internal Song, Save SMF Song, Save Registration,
Save User Memory, Rename File, Delete File, Format USB
FUNCTION knop:
keuze bevestigen
Instellingen
57
Page 58
Basic Settings (Basis instellingen)
Het Basic Settings menu bevat mogelijkheden voor de verandering van de toonhoogte, de stemming en de
algemene klankinstelling van het instrument.
In dit menu kunt u ook uw lievelingsinstelling van het bedieningspaneel als POWER ON instelling opslaan of de
fabrieksinstelling (Reset) weer instellen.
Basic Settings (basis instellingen)
Nr.FunctienaamUitleg
1Key TransposeInstellen van de toonhoogte van het klavier in halve toonsafstanden.0 (C)
2Song TransposeInstellen van de toonhoogte van de song recorder in halve toonsafstanden.0
3Tone ControlVerandering van de equalizer instellingen.O (uit)
4Speaker VolumeInstellen van het maximale volume van de luidsprekers.Normal
5Phones VolumeInstellen van het maximale volume van het koptelefoonniveau.Normal
6Line In Level*Instellen van het volumeniveau aan de aansluiting Line In.0
7Line Out VolumeInstellen van het volumeniveau aan de aansluiting Line Out.10
8Wall EQ*Optimalisatie van de EQ bij opstelling van het instrument direct aan een wand.O (uit)
9Tunin gInstellen van de toonhoogte van het instrument in 0,5 Hz stappen.440.0 Hz
10Damper Hold
11Four HandsActiveert de ‚Vierhandig modus‘.O (uit)
12LCD ContrastInstellen van het display contrast.5
13User MemoryDuurzaam opslaan van de actuele paneelinstellingen (POWER ON).-
14Factory ResetHerstellen van de fabrieksinstellingen (Reset).-
* De instellingen Line In Level en Wall EQ zijn alleen bij het model CA95 beschikbaar. De paginanummers onderscheiden zich daarom bij het model CA65.
* De grondinstellingen worden in de eerste LCD display afbeelding (bijv. stap 1) van elke volgende uitleg getoond.
Activering van een eindeloze naklank bij gebruik van het rechter pedaal bij klanken
zoals orgel, strijekrs, enz.
Grondinstelling
O (uit)
Basis instellingsmenu oproepen
Terwijl u zich in de normale speelmodus bevindt:
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en de
functiemenu´s worden in de display getoond.
Door nogmaals drukken van de FUNCTION knop (ENTER)
komt u in het basis instellingsmenu.
Instellingen
Gewenste instelling kiezen en veranderen
Toetsen:
Wanneer u zich reeds in het basis instellingsmenu:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
gekozen instelling veranderen
Toetsen:
instelling kiezen
58
Page 59
1
Key Transpose (klavier transponeren)
Met de functie Key Transpose kunt u het klavier van de CA95/CA65 digitale piano in halve toonsafstanden
transponeren. Dit is zinvol, wanneer u een song in een andere toonsoort wilt spelen dan waarin u deze song gewend
bent te spelen. U kunt dus normaal de gewone grepen benutten, waarbij de toonhoogte getransponeerd klinkt.
1. Key Transpose instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de Key Transpose instelling kiezen.
2. Key Transpose instelling veranderen
Met de of knoppen kunt u de waarde van de transpositie
veranderen.
* De toonhoogte van het klavier kan in het bereik van +/- 12 halve
toonsafstanden worden ingesteld.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Favoriete Key Transpose instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
Actuele transpositiestatus
Wanneer de transpositie geactiveerd werd – zich dus niet in de
grondinstelling 0 (C) bevindt – gaat de TRANSPOSE indicatie in
de display aan.
3. Key Transpose instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de Key
Transpose instelling en voor het wisselen naar de pagina van de
functiemenu´s.
Transpose
geactiveerd
Instellingen
59
Page 60
Basic Settings (Basis instellingen)
2
Song Transpose (song transponeren)
De instelling Song Transpose verandert in halve toonsafstanden de transpositie bij de weergave van een MIDI le
of een CA95/CA65 recorder song die op een USB geheugenmedium is opgeslagen.
1. Song Transpose instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanag pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de Song Transpose instelling
kiezen.
2. Song Transpose instelling veranderen
Met de of knoppen kunt u de waarde van de transpositie
veranderen.
* De toonhoogte kan in het bereik van +/- 12 halve toonsafstanden
worden ingesteld.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zolang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Song Transpose instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Song Transpose instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Song Transpose instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
Instellingen
60
Page 61
3
Tone Control
Met de Tone Control functie kunt u de klank van uw CA95/CA65 digitale piano aan uw smaak aanpassen. Vijf
verschillende Preset EQ instellingen zijn beschikbaar. Bovendien bestaat de mogelijkheid een ‚User‘ EQ met
verschillende frequenties te deniëren.
Tone Control types
Tone Control typeUitleg
O (uit) (grondinstelling)De functie is uitgeschakeld.
LoudnessAanpassing van lage en hoge frequenties bij gering volume aan het menselijk oor.
Bass BoostBetoont de lage frequenties.
Treble BoostBetoont de hoge frequenties.
Mid CutVermindert de middelste frequenties.
UserMaakt de individuele instelling mogelijk van lage, middelste en hoge tonen.
1. Tone Control instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de Tone Control instelling
kiezen.
2. Tone Control type veranderen
Met de of knoppen kunt u het gewenste Tone Control type
kiezen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zolang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Tone Control Typ instellingen kunt u voor altijd op
registratie geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later
tijdstip eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt
u op pag. 28 van deze handleiding.
3. Tone Control instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Tone Control instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
Instellingen
61
Page 62
Basic Settings (Basis instellingen)
User Tone Control
De User Tone Control functie maakt een jne afstemming mogelijk van het klankkarakter van het instrument.
Vier verschillende frequentiebanden kunnen individueel worden ingesteld.
User Tone Control instelling
Nr.
User Tone ControlBeschrijving
1LowNiveau voor de frequentieband van 20 tot 100 Hz instellen.
2Mid-low dBNiveau voor het frequentiebereik van 355 – 1000 Hz instellen.
Mid-low FrequencyFrequentie in het bereik van 355 tot 1000 Hz instellen.
3Mid-high dbNiveau voor het frequentiebereik van 1120 tot 3150 Hz instellen.
Mid-high FrequencyFrequentie in het bereik van 1120 tot 3150 Hz instellen.
4HighNiveau voor de frequentieband van 5000 tot 20000 Hz instellen.
1. User Tone Control instelling kiezen
Wanneer u reeds de Tone Control instelling hebt gekozen (pag. 61):
Met de of knoppen kunt u het User Control type kiezen.
Druk vervolgens de FUNCTION knop (EDIT).
De User Tone Control indicatie verschijnt in de display.
2. User Tone Control instelling kiezen en veranderen
Met de of knoppen kunt u de User Tone Control instelling
kiezen.
Met de of knoppen kunt u de waarde van de gekozen User
Tone Control instelling veranderen.
* Ieder frequentiebandniveau kunt u in het bereik van –6 dB tot +6 dB
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zolang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favori ete User Tone Control instellingen kunt u vo or altijd op registrati e
geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later tijdstip eenvoudig
Instellingen
weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 28 van deze
handleiding.
3. User Tone Control instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
User Tone Control instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
62
Page 63
4
Speaker Volume (luidsprekervolume)
De functie Speaker Volume kan het maximale volume van het luidsprekersysteem begrenzen om te hoge niveaus
te vermijden en een jnere volume-afstelling mogelijk te maken.
* Deze instelling heeft geen invloed op de klank via koptelefoon en Line Out (audio uitgang).
Speaker Volume instelling (luidspreker volume)
Speaker VolumeBeschrijving
Normal (grondinstelling)
LowHet volume via de ingebouwde luidsprekers is zachter dan bij de instelling ‘Normal‘.
Het volume via de ingebouwde luidsprekers is op een normaal niveau ingesteld.
1. Speaker Volume instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de Speaker Volume instelling
kiezen.
2. Speaker Volume type kiezen
Met de of knoppen kunt u tussen de instellingen ‘Normal’
en ‘Low’ kiezen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft bewaard, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Uw favoriete Speaker Volume instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Speaker Volume instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Speaker Volume instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
Instellingen
63
Page 64
Basic Settings (Basis instellingen)
5
Phones Volume (volume koptelefoon)
De functie Phones Volume begrenst het koptelefoon volume.
De grondinstelling is ‚Normal‘ en moet hoge geluidsniveaus vermijden. Het kan echter gebeuren dat het volume bij
het gebruik van koptelefoons met veel ohm te gering is. In dit geval moet u de instelling ‚High‘ gebruiken.
* Deze instelling heeft geen invloed op het volume via de ingebouwde luidsprekers en Line Out (audio uitgang).
Phones Volume instelling (koptelefoon volume)
Phones VolumeUitleg
Normal (grondinstelling)
HighHet volume via koptelefoon is luider dan bij de instelling ‘Normal‘.
Het volume via koptelefoon is op een normaal niveau ingesteld.
1. Phones Volume instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of MENU knoppen kunt u de koptelefoon volume
instelling kiezen.
2. Phones Volume type kiezen
Met de of VALUE knoppen kunt u tussen de instellingen
‘Normal’ en ‘High’ kiezen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
*
De gekozen inste lling blijft bewaar d tot het instrument wordt ui tgeschakeld.
* Uw favoriete Phones Volume instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Phones Volume instelling verlaten
Instellingen
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Phones Volume instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
64
Page 65
6
Line In Level (Line In niveau) (alleen CA95)
De Line In Level instelling maakt de instelling van het niveau van de Line In aansluitignen van de CA95 mogelijk.
Wanneer u de USB recorder functie gebruikt en een extern apparaat aan de Line In bussen hebt aangesloten, kunt
u het volumeniveau aan de instrumentenklank van de CA95 aanpassen.
* Het Line In niveau kan ook met de LEVEL regelaar (bevindt zich op het aansluitingspaneel naast de LINE IN bussen) worden veranderd. Nadere
informatie hierover vindt u op pag. 121 van deze handleiding.
1. Line In Level instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de Line In Level instelling kiezen.
2. Line In Level veranderen
Met de of knoppen kunt u de waarde van de gekozen Line
In Level instelling veranderen.
* De Line In Level instelling kunt u in het bereik van –10 dB tot +10 dB
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zolang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Line In Level instellingen kunt u voor altijd op registratie
geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Line In Level instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de Line
In Level instelling en voor het wisselen naar de pagina van de
functiemenu´s.
Instellingen
65
Page 66
Basic Settings (Basis instellingen)
7
Line Out Volume (Line Out volume)
De Line Out volume instelling maakt een verhogen resp. verlagen van het signaalniveau aan de uitgang Line Out
mogelijk. Deze instelling kan bijv. bij het aansluiten van de CA95/CA65 aan actieve boxen of aan een mengpaneel
nuttig zijn.
* Deze instelling heeft geen uitwerking op een aangesloten koptelefoon of de ingebouwde luidsprekers.
1. Line Out Volume instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de Line Out Volume instelling kiezen.
2. Line Out Volume veranderen
Met de of knoppen kunt u de waarde van de gekozen Line
Out Volume instelling veranderen.
* De Line Out Volume instelling kunt u in het bereik van –10 dB tot +10
dB veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zolang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Line Out Volume instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Line Out Volume instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de Line
Out Volume instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
Instellingen
66
Page 67
8
Wall EQ (alleen CA95)
De Wall EQ functie optimaliseert de klank van uw CA95 digitale piano, wanneer hij met de achterkant direct tegen
een muur staat.
* Deze instelling heeft geen invloed op de klank via koptelefoon en Line Out (audio uitgang).
Wall EQ instelling
Wall EQUitleg
O (uit) (grondinstelling)
On (aan)Optimale instelling voor een opstelling direct tegen een muur.
Optimale instelling voor een opstelling met grote afstand tot een muur.
1. Wall EQ instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of MENU knoppen kunt u de Wall EQ instelling
kiezen.
2. Wall EQ instellung veranderen
Met de of knoppen kunt u de Wall EQ in- (On) of
uitschakelen (O).
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen Wall EQ instelling blijft bewaard, tot het instrument
wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Wall EQ instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Wall EQ instellung verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Wall EQ instelling en voor het wisselen naar de pagina van de
functiemenu´s.
Instellingen
67
Page 68
Basic Settings (Basis instellingen)
9
Tuning (stemming)
De Tuning instelling maakt het mogelijk om de grondstemming van de CA95/CA65 digitale piano in 0,5 Hz stappen
te veranderen om ze bijv. aan andere instrumenten aan te passen.
1. Tuning instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de Tuning instelling kiezen.
2. Tuning instelling veranderen
Met de of knoppen kunt u de waarde van de Tuning
instelling veranderen.
* Het beschikbare instelbereik ligt tussen 427,0 en 453,0 Hz.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft bewaard, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
*
Favoriete Tuning instellingen kunt u voor altijd opslaan op registratie
geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip eenvoudig weer
oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 28 van deze
handleiding.
3. Tuning instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Tuning instelling en voor het wisselen naar de pagina van de
functiemenu´s.
Instellingen
68
Page 69
10
Damper Hold (demperpedaal)
De Damper Hold functie kan worden gebruikt om het uitklinken van een klank bij ingetrapt demperpedaal te
beïnvloeden. Zo is het bij sommige klanken zoals strijkers- of orgelklanken mogelijk om de klank zolang te houden
tot het pedaal wordt losgelaten. Bij uitgeschakelde functie klinken deze klanken op natuurlijke wijze uit.
Damper Hold instelling
Damper HoldUitleg
O (uit) (grondinstelling)
On (aan)Orgel, strijkers en andere klanken worden eindeloos gehouden bij ingetrapt demperpedaal.
Orgel, strijkers en andere klanken klinken langzaam uit, ook wanneer het demperpedaal wordt bediend.
1. Damper Hold instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de Damper Hold instelling kiezen.
2. Damper Hold instelling veranderen
Met de of knoppen kunt u de Damp er Hold instelling uitresp.
inschakelen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft bewaard, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete Damper Hold instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Damper Hold instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Damper Hold instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
Instellingen
69
Page 70
Basic Settings (Basis instellingen)
11
Four Hands (vierhandig modus)
De Four Hands (vierhandig) instelling maakt het mogelijk dat bij het inschakelen van de CA95/CA65 automatisch
de vierhandig modus geactiveerd wordt. Deze instelling kan van voordeel zijn voor het gebruik in muziekscholen.
Wanneer deze functie wordt geactiveerd, worden alle gemaakte vierhandig modus instellingen bij het inschakelen
van het instrument overgenomen (zie daartoe pag. 20).
Four Hands (vierhandig) instelling
Four HandsUitleg
O (uit) (grondinstelling)
On (aan)Vierhandig modus is ingeschakeld.
Vierhandig modus is uitgeschakeld.
1. Vierhandig modus kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de vierhandig modus instelling
kiezen.
2. Vierhandig modus instelling veranderen
Met de of knoppen kunt u de vierhandig modus instelling
uit- resp. inschakelen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft bewaard, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete vierhandig modus instellingen kunt u voor altijd op
registratie geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later
tijdstip eenvoudig weer oproepen. nadere informatie hierover vindt
u op pag. 28 van deze handleiding.
Instellingen
3. Vierhandig modus instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
vierhandig instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
70
Page 71
12
LCD Contrast (LCD contrast)
Met de LCD Contrast instelling kunt u het contrast van de LC-display instellen. Een hogere instelwaarde verleent de
afbeelding van de display meer scherpte.
1. LCD Contrast instelling kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de LCD Contrast instelling kiezen.
2. LCD Contrast veranderen
Met de of knoppen kunt u de waarde van de LCD Contrast
instelling veranderen.
* De LCD Contrast instellin g kunt u in het bereik van 0 tot 10 veranderen .
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zolang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete LCD Contrast instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. LCD Contrast instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de LCD
Contrast instelling en voor het wisselen naar de pagina van de
functiemenu´s.
Instellingen
71
Page 72
Basic Settings (Basis instellingen)
13
User Memory (eigen instellingen opslaan)
De User Memory functie maakt het beveiligen mogelijk van eigen instellingen, zodat deze bij het volgende
inschakelen direct tot uw beschikking staan.
* User Memory instellingen kunnen ook op een USB geheugenmedium opgeslagen of daarvan geladen worden. Nadere informatie hierover vindt
u op de pagina´s 107/111 van deze handleiding.
Op te slaan functies/instellingen in het User Memory
Functies
Gekozen klank
Dual modus / Split modus / Four Hands modus (incl. instellingen)
Reverb, Eects (type, instellingen)
Transpose (Key Transpose, Song Transpose)
Metronome (Beat, Tempo, Volume)
Instellingen
Basic Settings (basis instellingen)
Virtual Technician instellingen
MIDI instellingen
* Veranderingen van de Auto Power O instelling worden automatisch
in het User Memory opgeslagen.
1. User Memory functie kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de User Memory instelling
kiezen.
2. Actuele instellingen in het User Memory opslaan
Druk de knop REC.
Een bevestigingsinformatie verschijnt in de display en de
actuele instellingen (zie lijst hierboven) worden in het User
Memory opgeslagen.
* De User Memory instelling kan met de functie 10 Factory Reset
(fabrieksinstelling) weer ongedaan worden gemaakt. Nadere
informatie hierover vindt u op pag. 73 van deze handleiding.
3. User Memory functie verlaten
Instellingen
Druk de FUNCTION Tknop (BACK) voor het verlaten van de
User Memory instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
72
Page 73
14
Factory Reset (fabrieksinstelling)
De Factory Reset functie herstelt alle fabrieksinstellingen en kan daardoor ook worden gebruikt om de User
Memory functie ongedaan te maken.
* De functie wist niet het registratiegeheugen en ook geen interne recorder songs.
1. Factory Reset functie kiezen
Nadat u het Basic Settings menu hebt opgeroepen (vanaf pag. 58):
Met de of knoppen kunt u de Factory Reset instelling kiezen
2. Actuele instellingen in de fabriekstoestand terugzetten
Druk de knop REC.
Een bevestigingsinformatie verschijnt in de display en alle
instellingen (behalve registratiegeheugen en songs in het
interne geheugen) worden in de fabrieksinstelling teruggezet.
3. Factory Reset functie verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Factory Reset instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
Instellingen
73
Page 74
Virtual Technician Settings (Virtual Technician
Een pianotechnicus hoort bij iedere akoestische piano. Hij stemt niet alleen de piano, maar stelt ook de afstelling
en de intonatie in.
Virtual Technician simuleert deze werkzaamheden van de pianotechnicus langs elektronische weg en geeft u
daarmee de mogelijkheid om uw CA95/CA65 zelf in te stellen en aan uw persoonlijke smaak aan te passen.
* In het volgende overzicht kunt u zien welke instellingen voor alle sounds (All), voor akoestische pianosounds (AP) of voor E-Piano sounds (EP)
instelbaar zijn.
Virtual Technician instellingen
Nr.FunctienaamUitlegAll APEP
1Touch CurveStelt de gevoeligheid van het herkennen van het klavier in.
2VoicingVerandert de intonatie van het instrument.
3
Damper Resonance
4Damper Noise
Stelt de sterkte van de resonerende snaren bij het demperpedaal in.
Stelt het volume van het dempergeluid in bij gebruik van het rechter pedaal.
5String Resonance Stelt de sterkte van de snarenresonantie in.
6Key-o EectStelt het karakter en de lengte van de klank bij het loslaten van toetsen in.
7Fall-back NoiseStelt het volume van het geluid van de terugvallende hamer in.
8Hammer Delay
Verandert de vertraging van de hameraanslag bij pianissimo spel.
9TopboardVirtuele instelling van de positie van de vleugelklep.
10Decay Time
11Minimum Touch
Stel hiermee de uitklinktijd in voor de klank bij het houden van een noot.
Stel hiermee de minimale aanslagsterkte in voor het klinken van een klank.
12Stretch TuningStelt een aan het gehoor aangepaste stemming voor bas en discant in.
User TuningMaakt de individuele toonhoogte instelling mogelijk van alle 88 toetsen.
13Temperament
User Temperament
Stelt de stemming van het instrument in. Hier zijn ook stemmingen voor
barok- of romantische muziek mogelijk.
Hiermee kunt u uw eigen stemmingsysteem instellen.
14Temperament Key Stelt de toonsoort voor reine stemmingen in.
15User Key VolumeMaakt de individuele volume instelling voor 88 toetsen mogelijk.
16Half-Pedal Adjust
Maakt de instelling mogelijk van het beginpunt van het sustainpedaal.
17Soft Pedal DepthMaakt de instelling mogelijk van de intensiteit van het softpedaal.
* De grondinstellingen worden steeds in de eerste LC-display afbeelding (bijv. stap 1) van elk van de volgende verklaringen getoond.
Grondinstelling
Normal
Normal
5
5
5
5
5
O (uit)
Open 3
5
1
Normal
–
Equal Temp.
–
C
O (uit)
5
5
Virtual Technician menu oproepen
Terwijl u zich in de normale speelmodus bevindt:
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en de
Instellingen
functiemenu´s worden in de display getoond.
Met de of knoppen kunt u het Virtual Technician menu
kiezen.
Keuze van de gewenste instelling
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Met de of knoppen kunt u de gekozen instelling
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
Door nogmaals drukken van de FUNCTION knop (ENTER)
komt u in het Virtual Technician menu.
74
Page 75
instellingen)
1
Touch Curve (aanslagdynamiekcurven)
Met deze functie kunt u de aanslaggevoeligheid, d.w.z. de samenhang tussen de aanslagsterkte en het volume van
de geproduceerde toon aan uw vingerkracht aanpassen.
Zes vooraf ingestelde instellingen staan ter beschikking. Bovendien kunt u 2 eigen instellingen ‘User’ deniëren.
* Deze Virtual Technician instelling heeft invloed op alle klanken.
Touch Curve types
Touch CurveBeschrijving
Light +
Light
Normal (grondinstelling)
Heavy
Heavy +Heeft de meeste vingerkracht nodig.
O (constant)
User 1 / User 2Eigen instelling met analyse functie van de vingerkracht.
Aanslagdynamiekcurven graek
Onderstaande graek toont u de verschillende curven.
luid
f
Klank volume
Heeft de minste vingerkracht nodig om het fortissimo te bereiken.
Hiermee kan men gemakkelijker fortissimo bereiken.
* Deze instelling is goed voor kinderen of organisten.
Normaal gedrag van een akoestische piano.
Er wordt iets meer vingerkracht vereist om fortissimo te bereiken. Ideaal voor spelers met grote vingerkracht.
Hierbij is het volume constant en onafhankelijk van de aanslagsterkte.
* Ideaal voor orgelklanken en clavecimbel, daar ook de originele instrumenten over geen aanslagdynamiek beschikken.
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Touch Curve instelling kiezen.
2. Touch Curve type veranderen
Met de of knoppen kunt u zich door de lijst van de Touch
Curve types bewegen en een Touch Curve kiezen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zolang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Favoriete Touch Curve instellingen kunt u voor altijd op registratie
geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Touch Curve instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Touch Curve instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
User Touch Curve (maken van eigen aanslagdynamiekcurven)
Eigen aanslagcurve maken
Wanneer u zich reeds in de Touch Curve instelling bevindt:
Kies met de of knoppen User 1 of User 2 en druk dan de
knop REC.
Een bericht verschijnt in de display.
Speel nu op het klavier met verschillende aanslagsterktes
van licht tot stevig, maar steeds zo als het aan uw persoonlijk
Instellingen
speelgevoel tegemoet komt.
* Mogelijkerwijs he eft u meerdere pog ingen nodig voor het maken van
een ideale aanslagdynamiekcurve.
* Soms krijgt u betere resultaten, wanneer u van tevoren het volume op
0 zet.
Druk de knop PLAY/STOP.
De aanslagcurve wordt - volgens uw keuze - op ‘User1’ of ‘User2’
opgeslagen en is vervolgens automatisch actief.
76
Page 77
2
Voicing (intonatie)
Bij de intonatie gaat het over een techniek die door pianostemmers wordt toegepast om het klankkarakter van een
piano door bewerking van de hamerkoppen te beïnvloeden. Deze in het Engels „Voicing“ genoemde functie biedt
u de keuze tussen zes verschillende intonaties.
* Deze Virtual Technician instelling heeft invloed op alle klanken.
Voicing types
Voicing typeUitleg
Normal
(Grondinstelling)
Mellow 1Zachte hamerkop. De klank wordt zachter en warmer.
Mellow 2Mellow 2 - Zeer zachte hamerkop. De klank wordt nog zachter en warmer dan bij Mellow 1.
Dynamic
Bright 1Harde hamerkop. Een zeer briljante klank.
Bright 2Zeer harde hamerkop. De klank wordt nog briljanter dan bij Bright 1.
Normale hamerkop. Dit is de instelling van Kawai die overeenkomt met het normale klankkarakter van een
piano over het gehele dynamische bereik.
Het klankkarakter kan door de aanslagsterkte geregeld worden en gaat van donker en rond tot helder en
scherp.
1. Voicing instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Voicing instelling kiezen.
2. Voicing type veranderen
Met de of knoppen kunt u een Voicing type kiezen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Favoriete Voicing instellingen kunt u voor altijd opslaan op registratie
geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip eenvoudig
weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 28 van
deze handleiding.
3. Voicing instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Voicing instelling en voor het wisselen naar de pagina van de
functiemenu ´s.
Bij het omlaag drukken van het demperpedaal van een gewone piano gaan alle dempers van de snaren af, zodat
deze ongehinderd kunnen vibreren. Wanneer bij ingedrukt demperpedaal een toon of akkoord op het klavier
wordt aangeslagen, vibreren niet alleen de snaren van de aangeslagen toetsen, maar ook andere snaren.
Dit akoestische fenomeen wordt „Damper Resonance“ genoemd. U kunt het volume van deze resonantie instellen.
* Deze Virtual Technician instelling heeft alleen invloed op akoestische pianoklanken.
1. Damper Resonance instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Damper Resonance instelling
kiezen.
2. Damper Resonance volume veranderen
Met de of knoppen kan het volume van de Damper
Resonance instelling worden veranderd.
*
Het Damper Resonance volume kan in het bereik van 1 tot 10 ingesteld of
uitgeschakeld worden (O).
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft bewaard, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete Damper Resonance instellingen kunt u voor altijd op
registratie geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later
tijdstip eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt
u op pag. 28 van deze handleiding.
3. Damper Resonance instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Damper Resonance instelling en voor het wisselen naar de
pagina van de functiemenu´s.
Instellingen
78
Page 79
4
Damper Noise (dempergeluid)
Deze parameter stelt het volume van het dempergeluid in. Wanneer de dempers bij het gebruik van het rechter
pedaal van de snaren afgaan resp. weer de snaren aanraken, wordt een specieke klank geproduceerd. Dit wordt
met deze instelling gesimuleerd.
De CA95/CA65 reproduceert dit dempergeluid dat in de intensiteit kan worden ingesteld.
* Deze Virtual Technician instelling heeft alleen invloed op akoestische pianoklanken.
1. Damper Noise instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Damper Noise instelling
kiezen.
2. Damper Noise volume veranderen
Met de of knoppen kan het volume van de Damper Noise
instelling worden veranderd.
*
Het Damper Noise volume kan in het bereik van 1 tot 10 ingesteld of
uitgeschakeld worden (O).
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft bewaard, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete Damper Noise instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Damper Noise instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Damper Noise instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
Snarenresonantie treedt dan op, wanneer een noot wordt vastgehouden en een andere wordt aangeslagen die in
een harmonische verhouding tot de vastgehouden noot staat.
De CA95/CA65 simuleert dit fenomeen en de mogelijkheid om het volume van de snarenresonantie in te stellen.
* Deze Virtual Technician instelling heeft alleen invloed op akoestische pianoklanken.
Demonstratie van de snarenresonantie
Om eenvoudig deze snarenresonantie te beleven drukt u een keer de toets ‘C’, zoals in de graek getoond, langzaam omlaag en
houdt deze ingedrukt. Nu slaat u de met een symbool aangeduide toetsen kort aan. U hoort nu behalve de originele toon van de
aangeslagen toets de resonantie ervan met de gehouden toets ‘C’. Dit noemt men snarenresonantie.
D
B
B
F GCBF GCGCEGC D EGC
houden
1. String Resonance instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de String Resonance instelling
kiezen.
2. String Resonance volume veranderen
Met de of knoppen kan het volume van de String Resonance
instelling worden veranderd.
* Het String Resonance volume kan in het bereik van 1 tot 10 ingesteld of
uitgeschakeld worden (O).
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft bewaard tot het instrument wordt
Instellingen
uitgeschakeld.
* Favoriete String Resonance instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. String Resonance instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
String Resonance instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
80
Page 81
6
Key-o Eect
Wanneer men bij een akoestische piano een toets stevig aanslaat en dan snel loslaat, verstomt de klank - vooral
in het bereik van de dikkere bassnaren - niet onmiddellijk. Er is een klank hoorbaar die daardoor ontstaat dat de
dempers de snaren weer aanraken. Het Key-O eect simuleert dit fenomeen.
De snelheid waarmee men de toetsen loslaat beïnvloedt het karakter en de lengte van deze klank. Wanneer men
een toets snel loslaat (bijv. bij staccato spelen) is het uitklinken korter dan wanneer men een toets langzamer loslaat
(bijv. bij legato spelen).
De CA95/CA65 reproduceert dit klankgedrag. Met de Key-O eect instelling kunt u deze naklank in de intensiteit
veranderen of helemaal uitschakelen.
* Deze Virtual Technician instelling heeft alleen invloed op klanken van akoestische piano´s en E-piano´s.
1. Key-o eect instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Key- o eect instelling kiezen.
2. Key-o eect volume veranderen
Met de of knoppen kan het volume van de Key-O eect
instelling worden veranderd.
* Het Key-O eect volume kan in het bereik van 1 tot 10 ingesteld of
uitgeschakeld worden (O).
* Wanneer de Key-O eect instelling is uitgeschakeld (O), is er geen
naklank meer te horen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft bewaard, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete Key-O eect instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Key-o eect instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Key-O-eect instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
Stel met deze functie het volume van het geluid van de terugvallende hamer in dat bij het loslaten van een toets bij
de vleugel ontstaat.
Het Fall Back Noise eect simuleert dit fenomeen. Het eect laat zich in de CA95/CA65 in het volume instellen.
* Deze Virtual Technician instelling heeft alleen invloed op klanken bij akoestische piano´s en E-piano´s.
1. Fall-Back Noise instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Fall Back Noise instelling kiezen.
2. Fall-Back Noise volume veranderen
Met de of knoppen kan het volume van de Fall-Back Noise
instelling worden veranderd.
* Het Fall-Back Noise volume kan in het bereik van 1 tot 10 ingesteld of
uitgeschakeld worden (O).
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft bewaard tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete Fall Back Noise instellingen kunt u voor altijd op registratie
geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Fall Back Noise instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de FallBack Noise instelling en voor het wisselen naar de pagina van de
functiemenu´s.
Instellingen
82
Page 83
8
Hammer Delay (hamervertraging)
Hoe groter een vleugel is, des te meer ontstaat een vertraging tussen aanslag en klinken van de snaar.
Dit treedt echter alleen op bij het pianissimo spelen.
Met de CA95/CA65 kunt u dit eect inschakelen en de lengte van de vertraging instellen.
* Deze Virtual Technician instelling heeft alleen invloed op akoestische pianoklanken.
1. Hammer Delay instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Hammer Delay instelling
kiezen.
2. Hammer Delay vertragingstijd veranderen
Met de of knoppen kan de waarde van de Hammer Delay
instelling worden veranderd.
* De waarde van de Hammer Delay instelling kan in het bereik van 1 tot
10 ingesteld of uitgeschakeld worden (O).
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft bewaard, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete Hammer Delay instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Hammer Delay instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Hammer Delay instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
De klank van een vleugel is onder meer afhankelijk van de positie (bijv. gesloten, half open of open) van de
vleugelklep. Een compleet geopende vleugelklep maakt een reecteren van de klankgolven in de ruimte mogelijk.
Bij gesloten klep klinkt de vleugel gedempter en ook de ruimtelijke klank is duidelijk minder aanwezig.
De CA95/CA65 probeert deze karakteristiek met vier Topboard posities te simuleren.
* Deze Virtual Technician instelling heeft alleen invloed op akoestische pianoklanken.
Topboard posities
Topboard positieBeschrijving
Open 3 (Grondinstelling) Simuleert het karakter van een compleet geopende vleugelklep.
Open 2Simuleert het karakter van een half geopende vleugelklep.
Open 1Simuleert het karakter van een minimaal geopende vleugelklep.
ClosedSimuleert het karakter van een gesloten vleugelklep.
1. Topboard instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Topboard instelling kiezen.
2. Topboard positie veranderen
Met de of knoppen kunt u kiezen tussen de verschillende
Topboard posities.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Topboard instellingen kunt u voor altijd op registratie
geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding
Instellingen
3. Topboard instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Topboard instelling en voor het wisselen naar de pagina van de
functiemenu´s.
84
Page 85
10
Decay Time (uitklinktijd)
De uitklinktijd bij een vleugel (d.w.z. de tijd bij aangeslagen en ingedrukt gehouden toets tot de toon niet meer
hoorbaar is) is bijv. afhankelijk van de lengte van een vleugel (bijv. vanwege de lengte van de snaren).
De CA95/CA65 probeert deze karakteristiek te simuleren en geeft u met deze instelling de mogelijkheid om de
lengte van het uitklinken te veranderen.
* Deze Virtual Technician instelling heeft invloed op alle klanken.
1. Decay Time instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Decay Time instelling kiezen.
2. Decay Time instelling veranderen
Met de of knoppen kan de waarde van de Decay Time
instelling worden veranderd.
* De Decay Time instelling kunt u in het bereik van 0 tot 10 veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Decay Time instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Decay Time instelling verlaten
Drücken Sie die FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van
de Decay Time instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
Met de functie Minimum Touch kan men instellen vanaf welke aanslagsterkte een toon klinkt. De grondinstelling
van deze functie is zo geconcipieerd dat de aanslagdynamiek overeenkomt met die van een concertvleugel en dat
reeds met een zeer geringe aanslagsterkte een toon klinkt. Met deze functie kunt u de minimale aanslagsterkte aan
uw persoonlijke behoefte aanpassen.
* Deze Virtual Technician instelling heeft invloed op klanken van akoestische piano´s en E-piano´s.
1. Minimum Touch instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf
pag.74):
Met de of knoppen kunt u de Minimum Touch instelling kiezen.
2. Minimum Touch instelling veranderen
Met de of knoppen kan de waarde van de Minimum Touch
instelling worden veranderd.
* De Minimum Touch instelling kunt u in het bereik van 1 tot 20
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Minimum Touch instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Minimum Touch instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Minimum Touch instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
Instellingen
86
Page 87
12
Stretch Tuning
Het hoorvermogen van een mens is bij lage en hoge frequenties ongelijk in vergelijking met de middelste
frequenties. De stemming van een akoestische piano wordt daarom in de bas iets omlaag en in de discant iets
omhoog gecorrigeerd om dit eect te compenseren.
De graad van de Stretch Tuning instelling kan worden ingesteld, wanneer een van de beide stemmingen Equal (piano)
of Equal Temperament is gekozen. U kunt ook eigen Tuning instellingen maken en opslaan.
* Deze Virtual Technician instelling heeft invloed op alle klanken.
Stretch Tuning instelling
Stretch TuningBeschrijving
Normal (grondinstelling)Normale Stretch Tuning instelling
WideWijde Stretch Tuning instelling
User 1-4Geheugen voor eigen instellingen
1. Stretch Tuning instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Stretch Tuning instelling kiezen.
2. Stretch Tuning instelling veranderen
Met de of knoppen kan men tussen de instellingen
‘Normal’ en ‘Wide’ kiezen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Stretch Tuning instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. Stretch Tuning instelling verlaten
Instellingen
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Stretch Tuning instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
De User Tuning functie maakt de individuele stemming van alle 88 toetsen mogelijk.
1. User Tuning geheugenplaats kiezen
Wanneer u zich reeds in de Stretch Tuning instelling bevindt (pag.
87):
Met de of knoppen kunt u een van de User Tuning
geheugenplaatsen kiezen.
* Er staan vier User Tuning geheugenplaatsen ter beschikking.
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
De User Tuning pagina wordt in de display getoond.
2. Kies een noot en stel de gewenste waarde in
Met de of knoppen kunt u de gewenste noot kiezen.
* U kunt een noot ook direct kiezen door de FUNCTION Taste (+ KEY)
ingedrukt houden en daarbij de gewenste klaviertoets te drukken.
Met de of knoppen kunt u de gewenste waarde voor de
gekozen noot instellen.
* De User Tuning waarde instelling kunt u in het bereik van -50 tot +50
veranderen.
* +O5m0 dveer iännsdteelrlinn.g weer op de grondinstelling terug te
zetten drukt u de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete User Tuning instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hiertoe vindt u op pag.
28 van deze handleiding.
3. User Tuning functie verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
User Tuning instelling en voor het wisselen naar de Stretch
Tuning pagina.
Instellingen
88
Page 89
13
Temperament (temperatuur)
De CA95/CA65 beschikt niet alleen over de zog. gelijkzwevende temperatuur die tegenwoordig algemeen
gebruikelijk is, maar ook over meerdere oudere temperaturen die tijdens de renaissance en de barok werden
gebruikt. Probeer de verschillende temperaturen uit om interessante eecten te bereiken of composities uit die
tijd origineel te spelen. U kunt ook een eigen temperatuur creëren.
* Deze Virtual Technician instelling heeft invloed op alle klanken.
Beschikbare types
TemperatuurtypesUitleg
Equal Temperament (piano)
(Equal P.only)
Pure Temperament
(Pure Major/Pure Minor)
Pythagorean Temperament
(Pythagorean)
Meantone Temperament
(Meantone)
Werckmeister III Temperament
(Werkmeister)
Kirnberger III Temperament
(Kirnberger)
Equal Temperament (at)
(Equal Flat)
Equal Temperament
(Equal Stretch)
User Temperament
(User)
Dit is de standaardinstelling. Wanneer een pianoklank is gekozen, wordt automatisch deze gelijkzwevende
getempereerde stemming gekozen. (Equal temperament).
* Wanneer een andere klank is ingesteld, wordt automatisch de reine getempereerde stemming gekozen.
Deze temperatuur, waarbij storende dissonanten bij tertsen en kwinten worden verwijderd, is ook
tegenwoordig nog gebruikelijk in de koormuziek. Wanneer u deze temperatuur kiest, moet u de toonsoort
waarin u wilt spelen zeer zorgvuldig kiezen, aangezien modulaties tot dissonanten leiden.
* De toonsoort van deze temperatuur moet correct worden ingesteld.
Bij deze temperatuur worden mathematische verhoudingen ingezet om de dissonanten bij kwinten te
verwijderen. Dit leidt tot problemen bij akkoorden, maar er worden zeer attractieve melodielijnen bereikt.
Bij deze temperatuur wordt een middentoon tussen een hele en een halve toon gebruikt om
dissonanten bij tertsen te verwijderen. Ze werd ontwikkeld om het ontbreken van consonanten bij
bepaalde kwinten van de reine Mersenne-temperatuur te compenseren.
Daarbij worden akkoorden geproduceerd die beter klinken dan bij de gelijkzwevende temperatuur.
Deze beide temperaturen liggen tussen de middentoons en de stemming van Pythagoras. Bij toonsoorten
met weinig voortekens leveren ze de welklinkende akkoorden van de middentoons stemming, maar
nemen de dissonanten bij een stijgend aantal voortekens toe, zodat dan de attractieve melodielijnen van de
stemming van Pythagoras mogelijk worden.
Beide temperaturen zijn door hun bijzondere eigenschappen het beste voor barokmuziek geschik t.
Dit is de „niet gecorrigeerde“ versie van de getempereerde stemming, die de scala in 12 halve toonsafstanden
met exact dezelfde afstand indeelt. Dir leidt tot steeds dezelfde chordale intervallen bij alle 12 halve tonen. De
expressiviteit van deze stemming is echter beperkt en geen enkel akkoord klingt zuiver. Deze stemming is zuiver
mathematisch opgebouwd, heeft echter met het subjectieve horen van de mens weinig te maken.
Dit is de tegenwoordig populairste pianostemming en de normale stemming van het instrument. Deze
stemming is gebaseerd op de reine, getempereerde stemming - is echter aangepast aan de hoorgewoonten
van de mens.
U kunt uw eigen stemming door het veranderen van de toonhoogte van elke halve toonsafstand
binnen een octaaf zelf instellen.
1. Temperatuur instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de temperatuur instelling kiezen.
2. Temperatuur type kiezen
Met de of knoppen kunt u een gewenst temperatuur type
kiezen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Favoriete Temperament type instellingen kunt u voor altijd op
registratie geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later
tijdstip eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt
u op pag. 28 van deze handleiding.
Met de User Temperament instelling kunt u een eigen temperatuur creëren.
1. User Temperament kiezen
Wanneer u zich reeds in de Temperament instelling bevindt (pag.
89):
Kies met de of knoppen de instelling User Temperament
en druk daarna de FUNCTION knop (EDIT).
De User Temperament pagina wordt in de display getoond.
2. Kies een noot en stel de gewenste waarde in
Met de of knoppen kunt u de gewenste noot kiezen.
Met de of knoppen kunt u de gewenste waarde voor de
gekozen noot instellen.
* De User Temperament waarde-instelling kunt u in het bereik van -50
tot +50 veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete User Tuning instelling kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pag. 28 van deze handleiding.
3. User Temperament functie verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
User Temperament instelling en voor het wisselen naar de
Temperament pagina.
Instellingen
90
Page 91
14
Temperament Key (grondtoon van het temperament)
Zoals u wellicht weet, werd een onbegrensd moduleren tussen alle toonsoorten pas na invoering van de
gelijkzwevende temperatuur mogelijk. Wanneer u daarom een andere temperatuur dan deze wilt gebruiken,
moet u de toonsoort waarin u het betreende stuk wilt spelen zorgvuldig kiezen. Mocht het te spelen stuk bijv. in
D-majeur staan, kiest u „D“ als toonsoortinstelling.
* Deze Virtual Technician instelling heeft invloed op alle klanken.
1. Temperament Key instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Temperament Key instelling
kiezen.
2. Temperament Key instelling veranderen
Nadat een ander type dan Equal (piano) of Equal Temperament
werd gekozen (pag. 89):
Met de of knoppen kunt u de Temperament Key instelling
veranderen.
* De Temperament Key instelling kan in het bereik van C tot B worden
ingesteld.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Temperament Key instellingen kunt u voor altijd op
registratie geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later
tijdstip eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u
op pagina28 van deze handleiding.
3. Temperament Key instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Temperament Key instelling en voor het wisselen naar de
pagina van de functiemenu´s.
User Key Volume (volume enkele toetsen veranderen)
De User Key Volume functie maakt de individuele volume instelling van alle 88 toetsen mogelijk.
* Deze Virtual Technician instelling heeft invloed op alle klanken.
1. User Key Volume instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de User Key Volume instelling
kiezen.
2. User Key Volume geheugenplaats kiezen
Met de of knoppen kunt u een van de User Key Volume
geheugenplaatsen kiezen.
* Er staan vier User Key Volume geheugenplaatsen tot uw beschikking.
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
De User Key Volume instellingspagina wordt in de display getoond.
3. Kies een noot en stel de gewenste waarde in
Met de of knoppen kunt u de gewenste noot kiezen.
* U kunt een noot ook direct kiezen, wanneer u de FUNCTION knop
(+ KEY) ingedrukt houdt en daarbij de gewenste pianotoets drukt.
Met de of knoppen kunt u de gewenste waarde voor de
gekozen noot instellen.
* De User Key Volume waarde-instelling kunt u in het bereik van -50 tot
+50 veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete User Key Volume instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
Instellingen
pag. 28 van deze handleiding.
4. User Key Volume functie verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
User Key Volume instellingspagina en voor het wisselen naar de
User Key Volume pagina.
92
Page 93
16
Half-Pedal Adjust (half pedaal instelling)
De Half-Pedal Adjust functie maakt de instelling van het punt mogelijk waarop de functie van het sustainpedaal inzet. Stel het
punt op uw persoonlijke behoefte in vanaf wanneer de klank bij pedaalgebruik begint na te klinken.
* Deze Virtual Technician instelling heeft invloed op alle klanken.
1. Half-Pedal Adjust instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Half-Pedal Adjust instelling
kiezen.
2. Half-Pedal Adjust instelling veranderen
Met de of knoppen kunt u de Half-Pedal Adjust instelling
veranderen.
* De Half-Pedal Adjust instelling kunt u in het bereik van 1 tot 10
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Half-Pedal Adjust instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie daarover vindt u op
pagina 28 van deze handleiding.
3. Half-Pedal Adjust instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Half-Pedal Point instelling en voor het wisselen naar de pagina
van de functiemenu´s.
De Soft Pedal Depth functie maakt de instelling van de intensiteit (demping van de klank) bij gebruik van het soft
pedaal mogelijk.
* Deze Virtual Technician instelling heeft invloed op alle klanken.
1. Soft Pedal Depth instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
74):
Met de of knoppen kunt u de Soft Pedal Depth instelling
kiezen.
2. Soft Pedal Depth instelling veranderen
Met de of knoppen kunt u de Soft Pedal Depth instelling
veranderen.
* De Soft Pedal Depth instelling kunt u in het bereik van 1 tot 10
veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* Een verandering van deze instelling blijft zolang behouden, tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
* Uw favoriete Soft Pedal Depth instellingen kunt u voor altijd opslaan
op registratiegeheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hiertoe vindt u op
pagina 28 van deze handleiding.
3. Soft Pedal Depth instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de Soft
Pedal Depth instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
Instellingen
94
Page 95
MIDI Settings (MIDI instellingen)
MIDI overzicht
De afkorting MIDI betekent Musical Instrument Digital Interface, een internationale standaard voor de verbinding
van muziekinstrumenten, computers en andere apparaten, waardoor men de mogelijkheid heeft om deze
apparaten onderling te laten communiceren.
MIDI aansluitingen
MIDI busFunctie
MIDI INOntvangt notengegevens, programmawisselbevelen en andere gegevens.
MIDI OUTZendt notengegevens, programmawisselbevelen en andere gegevens.
MIDI kanalen
MIDI gebruikt zogenaamde kanalen voor het uitwisselen van gegevens tussen MIDI apparaten. Men onderscheidt hier tussen
ontvangst-(MIDI IN) en zendkanalen (MIDI OUT). Opdat een communicatie functioneert, moet het zendkanaal van het eerste
apparaat met het ontvangstkanaal van het tweede apparaat overeenstemmen en omgekeerd. Op de ontvangstkanalen kunnen
MIDI gegevens van andere MIDI apparaten worden ontvangen. Op zendkanalen kunnen MIDI gegevens aan andere MIDI apparaten
worden gezonden.
Onderstaande afbeelding toont drie instrumenten die via MIDI verbonden zijn.
Zendend instrument aOntvangend instrument bOntvangend instrument c
Het instrument a zendt zijn kanaal- en klavierinformaties op het ingestelde zendkanaal aan de ontvangende instrumenten b/c.
De informaties komen bij de ontvangende instrumenten aan b/c.
FWanneer het ontvangstkanaal van de instrumenten b/c met het zendkanaal van instrument a overeenstemt, zal de aansturing
functioneren. Wanneer de kanalen niet overeenstemmen, reageren de ontvangstinstrumenten b/c niet op de gezonden gegevens.
Voor het zend- en ontvangstkanaal staan de kanalen 1-16 ter beschikking.
Opname en weergave met een sequencer
Wanneer de CA95/CA65 met een sequencer (of een computer
met lopende MIDI sequencer software) is verbonden, kan men
met verschillende klanken gelijktijdig werken en ieder MIDI
kanaal een andere klank toewijzen.
Instellingen
Sequencer
95
Page 96
MIDI Settings (MIDI instellingen)
MIDI functies
De CA95/CA65 digitale piano ondersteunt de volgende MIDI functies:
Ontvangen/zenden van noteninformatie
Ontvangen en zenden van noteninformatie van/naar
aangesloten instrumenten of apparaten.
Ontvangst-/zendkanaal instellingen
Legt het zend- resp. ontvangstkanaal van 1 tot 16 vast.
Ontvangen/zenden van exclusieve gegevens
Er kunnen bedieningspaneel- of menu-instellingen als
exclusieve gegevens worden gezonden of ontvangen.
Multi Timbral modus instellingen
Maakt het uitwisselen van MIDI gegevens op meerdere MIDI
kanalen gelijktijdig mogelijk.
MIDI Settings (MIDI instellingen)
Nr.FunctienaamUitleg
Zenden/ontvangen van programmawissel informatie
Ontvangen en zenden van programmawisselnummers van/
naar aangesloten instrumenten of apparaten.
Ontvangen/zenden van pedaalinformatie
Ontvangen en zenden van de 3 pedaalinformaties (sustain,
sostenuto en soft) van/naar aangesloten instrumenten of
apparaten.
Ontvangen van volume-instellingen
Ontvangt MIDI volumegegevens van aangesloten MIDI
apparaten.
* Lees hiertoe ook de ‚MIDI implementatie tabel‘ (pag. 131) voor nadere
informatie.
Grondinstelling
1MIDI ChannelLegt het kanaal vast waarover MIDI gegevens gezonden resp. ontvangen worden.1
2
Send PGM Change #
3Local ControlLegt vast of de interne klankopwekking bij het spelen op het klavier wordt aangestuurd.On (aan)
4
Trans. PGM Change
5
Multi-timbral Mode
6Channel Mute
* De grondinstellingen worden in de steeds eerste LC-display afbeelding (bijv. stap 1) van elk van de volgende verklaringen getoond.
MIDI instellingsmenu kiezen
Terwijl u zich in de normale speelmodus bevindt:
Druk de FUNCTION knop (EDIT).
De LED indicatie van FUNCTION knop gaat aan en de
functiemenu´s worden in de display getoond.
Zendt een MIDI programmawisselnummer van 1 tot 128.1
Legt vast of programmawisselgegevens bij een klankomschakeling worden gezonden.On (aan)
Legt vast of de CA95/CA65 op meerdere kanalen gelijktijdig gegevens kan ontvangen.
Legt vast op welke MIDI kanalen (1-16) MIDI gegevens kunnen worden ontvangen.
Keuze van de gewenste instelling
Nadat het MIDI Settings menu gekozen is:
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling kiezen.
Met de of knoppen kunt u de gewenste instelling
veranderen.
O (uit)
Play All
Instellingen
Met de of knoppen kunt u het MIDI Settings menu kiezen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
Druk de FUNCTION knop (ENTER) ter bevestiging van uw
keuze.
96
Page 97
1
MIDI Channel (MIDI kanaal)
Stel hier het gewenste MIDI zend-/ontvangstkanaal in. Ook wanneer er technisch twee kanalen - een ontvangsten
een zendkanaal - ter beschikking staan, is het niet mogelijk om het zendkanaal en het ontvangstkanaal op
verschillende kanalen in te stellen.
1. MIDI Channel instelling kiezen
Roep het MIDI instellingsmenu op (vanaf pag. 96):
Met de of knoppen kunt u de MIDI Channel instelling
kiezen.
2. MIDI Channel instelling veranderen
Met de of knoppen kunt u het gewenste MIDI kanaal
instellen.
* De MIDI Chan nel instelling kunt u in het b ereik van 1 tot 16 veranderen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft behouden, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete MIDI CHannel instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie g eheugenplaatsen en op e en willekeurig later tijdstip weer
oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op pagina 28 van deze
handleiding.
3. MIDI Channel instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
MIDI Channel instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
Omni modus
Wanneer de CA95/CA65 wordt ingeschakeld, is de Omni modus automatisch ingeschakeld. Daardoor wordt op alle 16 MIDI kanalen
gelijktijdig ontvangen. Op het moment waarop u een kanaal instelt, wordt de Omni modus uitgeschakeld en u kunt alleen nog op
het ingestelde MIDI ontvangstkanaal ontvangen.
Multi Timbral modus en Split/Dual modus
Gebruik van de Split modus bij geactiveerde Multi Timbral modus
Is de Split modus ac tief, worden noten van het rechter k laviergedeelte
naar het ingestelde MIDI kanaal gezonden. Noten van het linker
klaviergedeelte worden op het systeemkanaal + 1 gezonden.
Voorbeeld: wanneer het MIDI kanaal op 3 is ingesteld, zendt het
rechter klaviergedeelte op kanaal3 en het linker op kanaal 4.
* Wanneer het ingestelde kanaal 16 is, is het volgende hogere kanaal 1.
Gebruik van de Dual modus bij geactiveerde Multi Timbral modus
Bij de Dual modus worden de noten op 2 MIDI kanalen gezonden:
het ingestelde kanaal en het daaropvolgende hogere kanaal.
Beispiel: Wenn der MIDI Kanal auf 3 eingestellt ist, sendet der
erste Klang auf Kanal 3 und der zweite auf Kanal 4.
Instellingen
97
Page 98
MIDI Settings (MIDI instellingen)
2
Send PGM (programmawisselnummer zenden)
Zend hiermee programmawisselnummers aan aangesloten MIDI instrumenten. Dit dient voor het omschakelen van
een klank aan het aangesloten apparaat. Geldige programmanummers zijn 1-128.
1. Send PGM functie kiezen
Roep het MIDI instellingsmenu op (vanaf pag. 96):
Met de of knoppen kunt u de Send PGM functie kiezen.
2. Programmawisselnummer instellen en zenden
Met de of knoppen kunt u nu e en programmawisselnummer instellen.
* Het programmawisselnummer kan in het bereik van 1 tot 128 worden
ingesteld.
Door drukken van FUNCTION knop (SEND) wordt het ingestelde
programmawisselnummer gezonden.
3. Send PGM instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Send PGM instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
Instellingen
98
Page 99
3
Local Control (Local Control modus)
De Local functie verbindt het klavier met de interne klankopwekking. Deze instelling kan zeer handig zijn, wanneer
u bijv. een extern MIDI apparaat aanstuurt en dit via de versterker/luidsprekers van de CA95/CA65 gebruikt.
Local Control instelling
Local ControlUitleg
O (uit)Het instrument zendt klavierinformatie alleen aan de MIDI OUT.
On (grondinstelling)Het instrument zendt klavierinformatie aan de interne klankopwekking en aan de MIDI OUT.
1. Local Control instelling kiezen
Roep het MIDI instellingsmenu op (vanaf pag. 96):
Met de of knoppen kunt u de Local Control instelling kiezen.
2. Local Control instelling veranderen
Met de of VALUE knoppen kunt u nu de Local Control
instelling in- resp. uitschakelen.
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft behouden, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete Local Control instellingen kunt u voor altijd opslaan op
registratie geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip
eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op
pagina 28 van deze handleiding
3. Local Control instellung verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Local Control instelling en voor het wisselen naar de pagina van
de functiemenu´s.
Instellingen
99
Page 100
MIDI Settings (MIDI instellingen)
4
Transmit PGM (programmawisselnummer zenden)
Met deze functie kan men instellen, of bij het kiezen van een sound een programmawisselnummer via MIDI moet
worden gezonden of niet.
Transmit PGM instelling
Transmit PGM#
On (grondinstelling)O, On1
On (aan)On2
O (uit)O (uit)Er worden geen programmawisselnummers via MIDI gezonden.
Multi Timbral instelling
Wa t er gebeurt
De SOUND knoppen zenden programmawisselnummers zoals in de linker kolom getoond *.
De SOUND knoppen zenden programmawisselnummers zoals in de rechter kolom getoond *.
* Lees hiertoe de lijst ‘Lijst van de programmawisselnummers’ op pag. 126.
1. Transmit PGM instelling kiezen
Roep het MIDI instellingsmenu op (vanaf pag. 96):
Met de of knoppen kunt u de Transmit PGM instelling in de
display kiezen.
2. Transmit PGM instelling veranderen
Met de of knoppen kunt u Transmit PGM in (On)- resp.
uitschakelen (O).
* Om de instelling weer op de grondinstelling terug te zetten drukt u
de FUNCTION knop (RESET).
* De gekozen instelling blijft behouden, tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete instellingen kunt u voor altijd opslaan op registratie
geheugenplaatsen en op een willekeurig later tijdstip eenvoudig weer
oproepen. Nadere informatie hierover vindt u op pag. 28 van deze
handleiding.
3. Transmit PGM instelling verlaten
Druk de FUNCTION knop (BACK) voor het verlaten van de
Transmit PGM instelling en voor het wisselen naar de pagina
Instellingen
van de functiemenu´s.
Omni modus
Bij gebruik van de Dual- of Split-modus worden AAN/UIT
informaties en Sound type instellingen alleen in een exclusief
gegevensformaat gezonden..
Programmawisselnummers worden gezonden, wanneer de
Multi Timbral modus op On1 of On2 is ingesteld.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.