JVC RV-NB1 User Manual [nl]

POWERED WOOFER CD SYSTEM
CD-SYSTEEM MET POWER WOOFER
RV-NB1
GROUP DOWN
INSTRUCTIONS

GEBRUIKSAANWIJZING

LVT1265-005B
[E]

Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen

VOORZICHTIG ON/STANDBY toets
Ontkoppel het netsnoer om de stroom geheel uit te schakelen. Met de ON/STANDBY toets kunt u de stroom niet geheel uitschakelen. U kunt de stroom standby en inschakelen met de
afstandsbediening.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel het toestel niet bloot aan regen of vocht.
VOORZICHTIG:
• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit. (Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. VOORZICHTIG: Open de bovenste afdekking niet. Er zijn geen
door de gebruiker te repareren onderdelen in het toestel; laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
3. VOORZICHTIG: Zichtbare en onzichtbare laserstraling indien
open en interlock defect of buiten werking gesteld. Voorkom directe blootstelling aan de straal.
4. REPRODUCTIE VAN LABEL: WAARSCHUWINGSLABEL IN TOESTEL AANGEBRACHT.
Voorzichtig: Goede ventilatie vereist
Om brand, elektrische schokken en beschadiging te voorkomen, moet u het toestel als volgt opstellen: 1 Voorkant:
Geen belemmeringen en voldoende ruimte.
2 Zijkanten/boven-/onderkant:
Geen belemmeringen plaatsen in de hieronder aangegeven zones.
3 Onderkant:
Op vlakke ondergrond plaatsen. Voldoende ventilatieruimte voorzien door het toestel op een onderstel met een hoogte van 10 cm of meer te plaatsen.
Vooraanzicht
15 cm
15 cm
RV-NB1
15 cm
10 cm
Zijaanzicht
15 cm
15 cm
RV-NB1
G-1
10 cm
Hartelijk gefeliciteerd met uw aankoop van dit CD-Systeem met Power Woofer van JVC. Lees alvorens dit toestel in gebruik te nemen eerst deze gebruiksaanwijzing goed door voor een optimale werking van het toestel. Bewaar deze gebruiksaanwijzing ter referentie.
Voorzieningen
Hier volgt een beknopt overzicht van de voorzieningen die uw systeem krachtig maken en toch eenvoudig te gebruiken.
Algemeen
•Met COMPU PLAY van JVC kunt u het systeem met een druk op de knop aanzetten en automatisch de radio,
de CD-speler of het cassettedeck starten. (Alleen indien aangesloten op netvoeding.)
• Schouderriem en draaggreep
• ACS (Active Clear Sound) circuit voor een beter, helderder geluid
• Superwoofer-volumeregelaar voor krachtige lage tonen
• Geluidsfunctieregelaar—voor het reproduceren van diverse geluidsvelden
• Afstandsbediening voor functies van disc, cassette en tuner
• Vergrendelmechanisme voor disc- en cassetteklep
• Ingang voor microfoon/gitaar
Verschillende discweergavefuncties; verspringen, zoeken, herhaalde weergave, willekeurige weergave en geprogrammeerde weergave.
Cassettespeler met full-logic cassettemechanisme, automatische bandomkeer en automatisch bandmechanisme.
Het systeem is uitgerust met een voorkeuzemogelijkheid voor 45 zenders (30 FM en 15 AM (MG/LG)) en daarnaast is het mogelijk
automatisch en handmatig op zenders af te stemmen.
Klok- en timerfuncties, timergestuurd in- en uitschakelen met vooringesteld volume en inslaaptimer.
BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN
1. Waar plaatst u het systeem
• Kies een plaats waar het toestel recht, droog en niet te warm of te koud staat. (Tussen 5°C en 35°C.)
• Zorg voor voldoende afstand tussen het systeem en de tv.
• Zet uw systeem niet op een plaats die blootstaat aan trillingen.
2. Netsnoer
• Raak het netsnoer niet met natte handen aan!
• Zolang het netsnoer in het stopcontact zit, is er altijd enig stroomverbruik.
• Trek nooit aan het netsnoer wanneer u het netsnoer uit het stopcontact wilt halen; trek alleen aan de stekker.
3. Indien u het systeem wilt vervoeren
• Verwijder de CD uit het systeem.
• Verwijder alle aansluitingen van het systeem.
4. Storingen enz.
• Het systeem bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Wanneer zich een storing voordoet, dient u de stekker uit het stopcontact te trekken en contact op te nemen met uw leverancier.
• Steek nooit metalen voorwerpen in het systeem.
• Het systeem is niet water- of stofdicht Om storingen te vermijden.

Inhoudsopgave

Voorzieningen .................................................................. 1
BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN....................... 1
Index van onderdelen en regelaars ..................... 2
Allereerst................................................................ 4
Basishandelingen ................................................. 7
Luisteren naar de radio ........................................ 9
Discs afspelen ....................................................... 10
Afspelen van cassettes ........................................ 13
1
Opnemen................................................................ 14
Muziek afspelen op externe apparatuur.............. 16
Gebruik van microfoon/gitaar .............................. 16
De timers gebruiken.............................................. 17
Verzorging en onderhoud..................................... 19
Problemen oplossen ............................................. 20
Technische specificaties ...................................... 20

Index van onderdelen en regelaars

Displayvenster
2
3
o
4
k
;
5
a
l
PRESET TUNING
BEAT CUT
s
df
/
zxc
g
h
j
1
8
6
ON/ STANDBY
SOUNDAUX
ACTIVE
ONE TOUCH
REC
CLEAR SOUND
ACS
ON LEVEL
STANDBY
7
CD
MULTI CONTROL
REW STOP FF
BAND
TUNERTAPE
9w
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 Haakjes voor schouderriem (4) 2 ON/STANDBY toets (7)
3 AUX toets (3, 16)
• Door een druk op deze toets wordt het toestel tevens ingeschakeld.
4 SOUND toets (8) 5 SUPER WOOFER VOLUME +/– regelaar (8) 6 LOCK/RELEASE knop (voor disc) (10) 7 Klep discvak (10) 8 VOLUME +/– regelaar (7) 9 PRESET TUNING/BEAT CUT toets (9, 15) p ONE TOUCH REC toets (15) q ACTIVE CLEAR SOUND toets (8) w ACS (Active Clear Sound) indicators (8)
• ON, LEVEL
e LOCK/RELEASE knop (voor deck) (13) r Cassettehouder (13) t STANDBY indicator (7) y Afstandsbedieningssensor (4) u MULTI CONTROL toetsen (9 – 15)
4 REW (snel terug), 7 STOP, ¢ FF (snel door)
i Bron- en weergavefunctietoetsen (3, 9 – 15)
6, TAPE 2 3, TUNER BAND
•CD Door een druk op een van deze toetsen wordt het toestel tevens ingeschakeld.
p
q
e
r
ty
u
i
Displayvenster
o REC indicator (18) ; Timerindicators (18)
(timer), ON, OFF
a SLEEP indicator (17) s CLOCK indicator (8, 17) d (bandomkeerfunctie) indicator (13 – 15) f 2 (tegengesteld) bandrichtingindicator (13 – 15) g indicator (15) h 3 (voorwaarts) bandrichtingindicator (13 – 15) j FM functie-indicators (9)
• STEREO, MONO
k MP3 indicator (11) l Herhaalindicators (12)
, ALL, GROUP
/ Hoofddisplay z PRGM (programma) indicator (12) x RANDOM indicator (12) c Frequentie-unitindicators (8 – 9)
•kHz, MHz
2
Afstandsbediening
2
5
8
10
GROUP UP
GROUP DOWN
REPEAT
3
6
9
100
REVERSE
MODE
SUPER
WOOFER
VOLUME
1
4
7
10
SLEEP
PLAY
MODE
SOUND
ON/STANDBY
DISPLAY
CANCEL
SET
CLOCK/TIMER
FM
MODE
VOLUME
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 Cijfertoetsen (9, 11) 2 SLEEP toets (17) 3 Multi-bedieningstoetsen (9 – 15, 17 – 18)
GROUP UP, GROUP DOWN
4, 7, ¢
4 Brontoetsen (3, 9 – 16)
• AUX, CD 6, TAPE 2 3, TUNER BAND Door een druk op een van deze toetsen wordt het toestel tevens ingeschakeld.
5 PLAY MODE toets (12) 6 REPEAT toets (12) 7 SOUND toets (8) 8 ACS (Active Clear Sound) toets (8)
9 ON/STANDBY toets (7, 17 – 18) p DISPLAY toets (8) q CANCEL toets (12, 18) w SET toets (10, 17 – 18) e CLOCK/TIMER toets (17 – 18) r FM MODE toets (9) t REVERSE MODE toets (13) y VOLUME +/– toetsen (7) u SUPER WOOFER VOLUME +/– toetsen (8)
RM-SRVNB1A REMOTE CONTROL
COMPU PLAY — Bediening met één toets
Door een enkele toets in te drukken kunt u nu bijvoorbeeld een CD of een bandje afspelen of de radio aanzetten. Het systeem wordt ingeschakeld en de weergave van de bron start indien de bron gereed is.
De COMPU PLAY-toetsen zijn: Op het systeem en de afstandsbediening
CD 6-toets TA PE 2 3-toets TUNER BAND-toets AUX-toets
Opmerking: De functie COMPU PLAY werkt niet als het systeem op het netsnoer of op de auto-adapter (DC12V) is
aangesloten.
3

Allereerst

Accessoires
Controleer of u de volgende onderdelen bij het systeem hebt ontvangen.
Netsnoer (1) Afstandsbediening (1) Batterijen—R6(SUM-3)/AA(15F) (2) Draagriem (1)
Indien u een of meer accessoires niet hebt ontvangen, dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw leverancier.
Verplaatsen van het systeem
Gebruik van de draaggrepen
Houd beslist beide hendels vast als u het toestel draagt. Als u het toestel slechts aan één hendel vasthoudt kan een gedeelte van het toestel over de grond slepen en beschadigen, gezien de lengte van het toestel. Til het toestel niet op aan de buizen van de woofers, en stop er geen metalen objecten in.
Draaghendel
Buis van woofer
Gebruik van de schouderriem
Bevestig de bijgeleverde schouderriem (lengte instelbaar) aan ieder uiteinde van het systeem op de in de afbeelding getoonde manier.
Draagriem
1
Om de draagriem te verwijderen dient u de metalen haak weer open te drukken en los te maken van het systeem.
2
Ta sj e afstandsbediening
Met behulp van de afstandsbediening RM-SRVNB1A
Plaatsen van batterijen
1
Plaats de batterijen met de polen (+ en –) in de richting
2
van de + en – markeringen in het batterijvakje.
OPGELET:
Voorkom lekkage of explosiegevaar:
• Verwijder de batterijen als de afstandsbediening gedurende lange tijd niet wordt gebruikt.
• Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd.
• Gebruik nooit batterijen van verschillende typen.
Richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor op het bedieningspaneel van het systeem (bereik van maximaal 7 meter). Indien u de afstandsbediening vanuit een hoek richt op het voorpaneel, wordt de bovenstaande afstand verkort.
• Stel de afstandsbedieningssensor niet aan schel direct zonlicht of het licht van een lamp onderhevig.
• Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbedieningssensor en de afstandsbediening zijn.
Sensor voor afstandsbediening
Afstandsbediening
Draagriem
R6(SUM-3)/AA(15F) (meegeleverd)
Gebrulkte batterljen:
3
4
Aansluiten
OPGELET: Zorg dat alle aansluitingen zijn gemaakt voordat u de stekker van het systeem in het stopcontact
steekt.
Hulptoestel aansluiten
Extra apparatuur
Aansluiten van een microfoon/gitaar
(niet meegeleverd)
Verbinden met de auto-accu
Pencontact x 2
Stereo ministeker
Signaalkabel (niet meegeleverd)
(niet meegeleverd)
Naar de auto­aansteker (DC12V)
OPGELET:
• Voorkom problemen en beschadiging en gebruik derhalve een auto­adapter (niet meegeleverd) met dezelfde polariteit als de polariteit van dit systeem.
• Breng veiligheidshalve de auto tot stilstand voordat u een van deze handelingen uitvoert.
• Zorg altijd dat de motor loopt als u de auto-adapter gebruikt. Anders kan de accu leeg raken.
• Zet tijdens het vervoer het systeem in een stevige doos of iets dergelijks.
• Om storingen te vermijden, dient u het systeem niet gedurende lange tijd in de auto te laten staan.
• Er worden geen aanduidingen op het display getoond wanneer het systeem via de auto-accu van stroom wordt voorzien en is uitgeschakeld (standby).
Ontkoppel de stekker van het netsnoer van het systeem om stroom via de auto-accu toe te voeren; het systeem werkt anders namelijk niet.
Het netsnoer aansluiten
2
Auto-adapter (niet meegeleverd)
1
Geheugenbatterijen
1
Batterijklepje
Plaats de batterijen met de polen (+ en –) in
2
de richting van de + en – markeringen in het batterijvakje.
“R6(SUM-3)/AA (15F)” batterijen (niet meegeleverd)
OPGELET:
• OM STORINGEN EN BESCHADIGING VAN HET SYSTEEM TE VOORKOMEN MAG UITSLUITEND HET MEEGELEVERDE JVC-NETSNOER WORDEN GEBRUIKT.
•TREK ALTIJD DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT ALS U WEGGAAT OF WANNEER HET SYSTEEM GEDURENDE LANGERE TIJD NIET WORDT GEBRUIKT.
Netsnoer
5
3
12V
DC IN
AC IN
PHONES aansluiting
Indien u batterijen wilt verwijderen, begint u met batterij “3”.
Opmerkingen:
• De geheugenbatterijen worden niet gebruikt zolang stroom wordt geleverd via het netsnoer, tien batterijen of een auto-adapter (DC12V). Indien geen stroom wordt geleverd aan het systeem, dient u ongeveer elke 12 maanden de geheugenbatterijen te vervangen zodat de inhoud van het geheugen behouden blijft.
• Bij het vervangen van de geheugenbatterijen dient u altijd de stekker in het stopcontact te steken zodat de inhoud van het geheugen niet wordt gewist.
• Als een stroomstoring optreedt, verdwijnt de tijdsaanduiding op de display om de geheugenbatterijen te sparen.
OPGELET:
Voorkom lekkage of explosiegevaar:
• Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Steek de stekker in het stopcontact voordat u de batterijen vervangt.
• Combineer nooit oude batterijen met nieuwe.
• Gebruik nooit batterijen van verschillende typen.
Gebruik van het systeem met
batterijen
1
Batterijklepje
Plaats de batterijen met de polen (+ en –) in de richting van de + en – markeringen in het
2
batterijvakje.
“R20/D (13F)” batterijen (niet meegeleverd)
3
Indien u de batterijen wilt verwijderen, begint u met batterij “10”.
Opmerkingen:
• Indien het systeem voeding krijgt via het netsnoer of van de auto-accu (DC12V), schakelt de voeding automatisch om van batterijen naar netvoeding of DC12V. Verwijder de tien batterijen als het systeem op netvoeding of accu (DC12V) werkt.
• Het volgende gebeurt wanneer de batterijen bijna leeg zijn;
- Ontsporing tijdens discweergave.
- Vervormd geluid en onderbrekingen
tijdens cassetteweergave.
- “DC OFF” knippert op het display en de
stroom wordt vervolgens uitgeschakeld.
U moet de batterijen nu vervangen.
• Maak indien mogelijk gebruik van het netsnoer bij het opnemen van belangrijk materiaal of bij het luisteren naar een CD.
OPGELET:
Voorkom lekkage of explosiegevaar:
• Verwijder de tien batterijen als het systeem gedurende lange tijd niet wordt gebruikt.
• Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd.
• Gebruik nooit batterijen van verschillende typen.
• Er worden geen aanduidingen op het display getoond wanneer het systeem via batterijen van stroom wordt voorzien en is uitgeschakeld (standby).
Ontkoppel de stekker van het netsnoer van het systeem om stroom via batterijen toe te voeren; het systeem werkt anders namelijk niet.
6

Basishandelingen

SOUND
ACS
ON/STANDBY
DISPLAY
SUPER WOOFER VOLUME +/–
VOLUME +/–
SUPER WOOFER VOLUME +/–
ACTIVE CLEAR SOUND
Het systeem aan- en uitzetten
Opmerking: De verlichting van de STANDBY-indicator en de
weergave op de display is afhankelijk van de gebruikte stroombron, n.l.:
Stroombron STANDBY-indicator/display
• De STANDBY-indicator licht op als het
Netvoeding
Batterijen of auto­accu (DC12V)*
* “DC OFF” begint ongeveer een minuut voordat het systeem
automatisch wordt uitgeschakeld op het display te knipperen indien er geen bron wordt afgespeeld en er gedurende ongeveer 4 minuten geen bediening wordt uitgevoerd (uitgezonderd indien FM/AM of AUX als bron is gekozen, of tijdens gebruik van de microfoon (of gitaar)).
systeem is uitgeschakeld.
• De display wordt helderder als het systeem is uitgeschakeld.
• De STANDBY-indicator licht niet op.
• De display heeft geen heldere weergave.
• Er worden geen aanduidingen op het display getoond wanneer het systeem is uitgeschakeld (standby).
SOUND
ON/STANDBY
Het systeem uitzetten
Druk u nogmaals op de ON/STANDBY toets.
De STANDBY-indicator licht op als het systeem op netvoeding werkt.
• Bij gebruik met netstroom worden de CLOCK indicator en de tijd
Zelfs als het systeem is uitgeschakeld, is er altijd enig
Als u het systeem helemaal wilt uitschakelen, dient u de stekker
U kunt het volume instellen op een stand tussen 0 en 50.
VOLUM E +/–
STANDBY
-indicatie
ACS ON/LEVEL
-indicatie
zonder extra verlichting getoond.
STANDBY
of
Op het systeem
stroomverbruik (standby-modus).
uit het stopcontact te verwijderen. Als het netsnoer wordt losgekoppeld, wordt de klok teruggezet op “0:00” als geen geheugenbatterijen aanwezig zijn.
Op de afstandsbediening
Het volume instellen
Het systeem aanzetten
Druk op ON/STANDBY.
• Indien het systeem op batterijen of op de auto-accu (DC12V) werkt, druk dan op toets ON/STANDBY op het systeem.
De STANDBY-indicator gaat uit als het systeem op netvoeding werkt. De display wordt verlicht en het systeem kiest automatisch de instellingen die het laatst zijn gebruikt.
STANDBY
of
Op het systeem
Op de afstandsbediening
Met behulp van het systeem
Draai de knop VOLUME +/– rechtsom om het volume hoger te zetten en linksom om het volume lager te zetten.
Met behulp van de afstandsbediening
Druk op de toets VOLUME + om het volume hoger te zetten of op VOLUME – om het volume lager te zetten. Indien u de toetsen VOLUME + of – ingedrukt houdt, verandert het volume snel.
OPGELET: Start NOOIT een geluidsbron zonder eerst het volume terug te draaien naar de laagste stand; onverwacht hard geluid kan uw gehoor, de luidsprekers en/of de hoofdtelefoon beschadigen.
Privé luisteren
Verbind een hoofdtelefoon met de PHONES aansluiting aan de achterkant van het systeem (zie bladzijde 6). Er komt nu geen geluid uit de luidsprekers. Zorg dat u altijd het volume laag zet voordat u de hoofdtelefoon opzet.
7
De super woofer instellen volume
De lage tonen kunnen worden ingesteld op een niveau tussen BASS 1 (minimum) en BASS 6 (maximum).
Met behulp van het systeem
Draai de knop SUPER WOOFER VOLUME +/– rechtsom om het niveau van de lage tonen te verhogen, en linksom om het niveau van de lage tonen te verlagen.
Kiezen van de geluidsfuncties
Kies de gewenste geluidsfunctie voor het benadrukken van het muziekgenre. Druk op de SOUND toets om de geluidsfunctie te kiezen. Door iedere druk op de toets verandert de geluidsfunctie als volgt:
SOUND
of
SOUND
Met behulp van de afstandsbediening
Druk op de toets SUPER WOOFER VOLUME + om het niveau van de lage tonen te verhogen of druk op SUPER WOOFER VOLUME – om het niveau van de lage tonen te verlagen.
Opmerking: Deze functie werkt niet als de hoofdtelefoon is
aangesloten.
Activeren van helder geluid
Het Active Clear Sound (ACS) circuit benadrukt het hoge frequentie geluid zonder de signaal/geluidsratio te verlagen, terwijl het zijn uitgangsvermogen afstelt op het ingangsvermogen signaalniveau. Dit resulteert in een betere balans tussen het hoge frequentie geluid en de lage frequenties van de zware lage tonen.
ACTIVE
CLEAR SOUND
Op het systeem
of
Op de afstandsbediening
ACS
ON LEVEL
Op het systeem
Kiezen van de geluidsfunctie: BEAT: Druk in deze stand voor weergave van muziek met een
zware dreun, bijvoorbeeld rockmuziek of disco.
POP: Druk in deze stand voor lichte populaire muziek en zang. CLEAR: Druk in deze stand voor een heldere weergave met
duidelijke hoge tonen. FLAT (geen geluidseffecten): Druk in deze stand voor
weergave van klassieke muziek.
Op de afstandsbediening
De tijd weergeven
Als het systeem is ingeschakeld, kunt u de huidige tijd (klok) op elk moment zien door als volgt te werk te gaan:
Met behulp van de afstandsbediening
Druk op DISPLAY. Telkens als u op deze toets drukt, verandert de display als volgt:
Huidige geluidsbron (bijvoorbeeld FM103.50 MHz) = (klok) = (terug naar begin)
Opmerking: Om de klok te kunnen gebruiken, moet deze eerst
worden ingesteld. (Zie “De klok instellen” op bladzijde 17.)
Druk op ACS (Active Clear Sound) op het systeem of de afstandsbediening om deze functie te activeren of uit te schakelen. De ACS ON indicator licht rood op wanneer de functie is geactiveerd. De ACS LEVEL indicator knippert groen, in overeenstemming met het niveau van het ingangssignaal.
8

Luisteren naar de radio

Cijfertoetsen
4
U kunt afstemmen op FM en AM (MG/LG). Zenders kunnen handmatig of automatisch worden opgezocht of uit het geheugen worden gekozen.
Voordat u de radio inschakelt, schuif de uitschuifbare FM-antenne volledig uit.
SET
¢
TUNER BAND
FM MODE
PRESET TUNING
4
TUNER BAND
¢
Op een zender afstemmen
1. Druk op TUNER BAND.
De band en frequentie waar u de laatste keer op hebt afgestemd, worden op de display weergegeven. Telkens als u op deze toets drukt, veranderen de band als volgt: FM = AM = (terug naar het begin)
2. Gebruik een van de volgende methoden om
een zender te kiezen:
• De STEREO indicator licht op wanneer u op een stereo FM­uitzending heeft afgesteld en u hoort nu het stereo-effect.
Indien een stereo FM-uitzending slecht ontvangbaar is of veel ruis heeft, drukt u op FM MODE op de
afstandsbediening. De MONO indicator licht nu op en het geluid wordt mono gereproduceerd maar de ontvangst wordt verbeterd. Indien u vervolgens op een andere zender afstemt, zal de MONO indicator doven en het stereo-effect weer automatisch worden hersteld.
Opmerking: AM-uitzendingen zijn altijd mono.
Handmatig afstemmen
Druk enkele malen op de toets 4 of ¢ om van frequentie naar frequentie te gaan en af te stemmen op de gewenste zender.
Automatisch afstemmen
Houd 4 of ¢ één seconde of langer ingedrukt. De frequentie verandert automatisch totdat een zender is gevonden.
Voorkeuzezenders (Alleen mogelijk indien zenders zijn
geprogrammeerd) Kies de gewenste voorkeuzezender (weergegeven als “P-XX” op de display) met de toets PRESET TUNING op het systeem of met de cijfertoetsen op de afstandsbediening. Na één seconde verschijnt de golfbandfrequentie op het display.
OF
OF
Opmerking: Voor een optimale ontvangst
FM: Stel de lengte, hoek en richting van de uittrekbare FM-
Voor
Voor AM
antenne in zodat de ontvangst optimaal is.
: Draai het systeem wat totdat de ontvangst optimaal is.
Door de AM-raamantenne bij het raam te plaatsen krijgt u een nog betere ontvangst.
(Na 1 seconde)
PRESET TUNING: Telkens als u op deze toets drukt, wordt de toets voorkeuzezender verhoogd.
Cijfertoetsen: Voor het selecteren van P-5, druk op 5.
Voor het kiezen van P-15, druk op +10 en vervolgens op 5. Voor het kiezen van P-20, druk eenmaal op +10 en vervolgens op 10.
9
Zenders programmeren
U kunt maximaal 30 FM-zenders en 15 AM (MG/LG)-zenders voorprogrammeren.
Opmerking: Vooraf kunnen op de fabriek zenders zijn
Alleen met de afstandsbediening
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1. Druk op de toets TUNER BAND en
selecteer de gewenste band (AM of FM).
2. Druk op 4 of ¢ om op een zender af te
stemmen.
geprogrammeerd voor de testdoeleinden. Dit duidt niet op een storing. U kunt de gewenste zenders in het geheugen programmeren met een van de onderstaande methodes.
3.
3. Druk op SET.
Het voorkeurzendernummer begint te knipperen.
4. Druk op de cijfertoetsen om het gewenste
voorkeurnummer te kiezen.
5. Druk op SET.
“STORED” verschijnt op het display en de zender is vastgelegd.
6. Herhaal stap t/m voor elke zender die
u in het geheugen onder een programmanummer wilt opslaan.
Als u de voorkeuzezenders wilt wijzigen, dient u bovenstaande stappen te herhalen om een zender met een nieuwe zender te overschrijven.
OPGELET: Om te voorkomen dat voorkeuzezenders worden gewist door bijvoorbeeld een stroomstoring, dient u geheugenbatterijen in het systeem te plaatsen. (Zie bladzijden 5 en 6.)
1. 5.

Discs afspelen

Cijfertoetsen
7
4
CD 6
PLAY MODE
REPEAT
Dit systeem is ontworpen voor weergave van de volgende discs— CD, afgeronde CD-R/CD-RW (opgenomen met audio-CD) en CD-R/CD-RW (MP3-formaat).
• Dit systeem is niet geschikt voor andere soorten discs, zoals een DVD, DVD-R en DVD-RW.
Opmerkingen aangaande MP3:
• Dit toestel herkent uitsluitend bestanden (fragmenten) met “MP3” of “mp3” of een andere combinatie van hoofdletters en kleine letters als extensie.
• Neem bij voorkeur de bestanden met een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz en 128 kbps data-overdrachtswaarde op.
• U kunt discs afspelen waarop fragmenten met het CD-formaat of MP3-bestanden met het ISO 9660 formaat zijn opgenomen.
• Bepaalde MP3-fragmenten of discs kunnen vanwege hun karakteristieken of opname-omstandigheden mogelijk niet worden afgespeeld.
• De afleestijd voor MP3-discs is in vergelijking met normale discs.
CANCEL
GROUP UP
¢
GROUP DOWN
4
CD 6
LOCK/RELEASE knop
¢
7
Een CD in de CD-speler plaatsen
1. Draai de LOCK/RELEASE knop naar links
om de klep van het discvak te openen.
2. Plaats een disc met het label boven, zoals
hierboven wordt getoond.
G 2
G 1
(ROOT)
G 3
1
2
G 1
• Dit systeem herkent maximaal 999 framenten van een disc (of minder, afhankelijk van de opnamecondities van de disc).
Groep met weergavevolgorde
MP3-fragment met weergavevolgorde
1
G 4 G 5
3
4
5
6
G 6
7
8
9
10
11
12
3. Sluit de klep van het discvak en draai de
knop naar de “LOCK” stand.
Voor het verwijderen van een disc, moet u de klep van het discvak tijdens de stopfunctie openen.
U kunt CD’s van 8 cm plaatsen, zonder dat u een adapter nodig
hebt.
Als de CD niet goed gelezen kan worden (bijvoorbeeld omdat
er krassen zitten op de CD), wordt “NO PLAY” of “NO DISC” op de display weergegeven.
U kunt een CD plaatsen terwijl u naar een andere geluidsbron
luistert.
10
Wat u moet weten voor het gebruiken van de CD-spelernormaal afspelen
Een CD afspelen
1. Plaats een CD.
2. Druk op CD 6.
Het eerste nummer van de CD wordt afgespeeld.
CDs:
Voor
Muzieknummer
Voor
MP3 discs:
MP3-indicator
• Bij weergave van een MP3-disc wordt de bestandsnaam (en vervolgens ID3 tag indien opgenomen) bij het begin van ieder fragment op het display getoond.
• “NO DISC” verschijnt op het display en de stopfunctie blijft geactiveerd indien er geen disc is geplaatst.
• Het systeem stopt automatisch nadat het laatste fragment van de spelende disc is weergegeven.
Als u de CD-speler wilt uitschakelen, drukt u op 7. De volgende informatie over de CD wordt weergegeven.
CDs:
Voor
Totaal aantal nummers
Voor
MP3 discs:
Totaal aantal groepen*
MP3-indicator
* “G – –” wordt op het display getoond indien een disc meer
dan 99 groepen heeft.
Als u het afspelen wilt onderbreken drukt u op CD 6. De speelduur verschijnt knipperend in de display.
Om weer verder te gaan, dient u nogmaals op dezelfde toets te drukken. De weergave wordt voortgezet vanaf het punt waar de pauze was ingelast.
Opmerking: Verdraai de LOCK/RELEASE knop niet tijdens
weergave.
Speelduur
To ta l e speelduur
Totaal aantal nummers
Verspringen
Druk tijdens het afspelen op 4 of ¢ om het gewenste nummer te selecteren.
• Druk eenmaal op ¢ om verder te gaan naar het begin van het volgende nummer.
• Druk eenmaal op 4 om terug te gaan naar het begin van het nummer dat wordt afgespeeld. Druk tweemaal snel achter elkaar op 4 om terug te gaan naar het begin van het voorgaande nummer.
U kunt met dezelfde toetsen ook nummers selecteren als het systeem op Stop staat. Voor CD: Het gekozen fragment en de weergavetijd daarvan
worden op het display getoond.
Voor MP3: De groep- en fragmentnummers (gevolgd door ID3
Tag indien opgenomen) worden op het display getoond.
Voor het starten van de weergave, drukt u op CD 6.
Search Play (een deel van een alleen nummer opzoeken)
Indien u 4 of ¢ tijdens weergave ingedrukt houdt, wordt de CD snel vooruit of achteruit gespoeld zodat u een bepaalde muziekpassage snel kunt opzoeken in het nummer dat wordt afgespeeld. Tijdens het opzoeken hoort u het geluid op ongeveer een kwart van het ingestelde geluidsniveau.
Direct opzoeken van een fragment alleen met de afstandsbediening
Druk op de cijfertoetsen om direct een fragment af te spelen.
• Voor het afspelen van nummer 5, drukt u op 5.
• Voor het afspelen van nummer 15, drukt u eerst op +10 en vervolgens op 5.
• Voor het afspelen van nummer 20, drukt u eenmaal op +10 en vervolgens op 10.
(Alleen voor de MP3-disc)
• Voor het afspelen van nummer 109, drukt u eenmaal op +100 en vervolgens op 9.
• Voor het afspelen van nummer 125, drukt u eerst op +100, +10, +10 en vervolgens op 5.
Kiezen van een groep (voor MP3­disc) alleen met de afstandsbediening
Druk tijdens weergave van een MP3-disc op GROUP UP of
GROUP DOWN om de gewenste groep voor weergave te
kiezen.
• Druk op GROUP UP om naar de volgende groep te verspringen.
• Druk op GROUP DOWN om naar de voorgaande groep te verspringen.
U kunt tevens tijdens de stopfunctie met deze toetsen een groep kiezen. Druk in dat geval na het kiezen, drukt u op CD 6.
11
Programmeren van de afspeelvolgorde van de nummers
Met behulp van de afstandsbediening
U kunt maximaal 50 nummers in elke gewenste volgorde
programmeren. Tevens kunt u een nummer meerdere malen in het programma opnemen.
U kunt uitsluitend een programma samenstellen wanneer het
systeem is gestopt.
Tijdens het maken van een programma kunt u geen
groepnummer invoeren voor het kiezen van een fragment.
1. Plaats een CD.
2. Druk op CD 6.
3. Druk op 7 om de CD te stoppen.
4. Druk herhaaldelijk op PLAY MODE om
PROGRAM te kiezen.
Het systeem wordt in de programmeerstand gezet en de indicator PRGM licht op.
5. Kies het gewenste nummer met behulp van
de cijfertoetsen.
• Zie “Direct opzoeken van een fragment alleen met de afstandsbediening” op bladzijde 11 voor details aangaande de bedieningen.
Voorbeeld: Voor het kiezen van nummer 7, druk op 7.
Programmeervolgorde
(Na 2 seconden)
De totale speelduur van de geprogrammeerde nummers*
* De totale weergavetijd verschijnen niet wanneer u een
programma van een MP3-disc samenstelt.
Laatst geprogrammeerde fragment
Door iedere druk op de toets, verandert de weergavefunctie als volgt:
Normaal afspelen het begin)
Opmerking:
(Voor CD) “– – : – –” verschijnt op het display indien de totale weergavetijd van de geprogrammeerde fragmenten 99 minuten en 59 seconden overschrijdt.
= PROGRAM = RANDOM = (terug naar
Random Play (willekeurig)
In deze stand worden de nummers in een willekeurige volgorde afgespeeld.
Met behulp van de afstandsbediening
1. Plaats een CD.
2. Druk op CD 6.
3. Druk op 7 om de CD te stoppen.
4. Druk herhaaldelijk op PLAY MODE om
RANDOM te kiezen.
De indicator RANDOM verschijnt op de display.
5. Druk op CD 6.
De nummers worden eenmaal in een willekeurige volgorde afgespeeld.
Als u tijdens het afspelen een nummer wilt overslaan, drukt u op ¢ om naar het volgende nummer in de willekeurige volgorde te gaan. Druk op 4 om naar het begin van het nummer te gaan dat op dit moment wordt afgespeeld.
Na stopzetting:
Voor h.et verlaten van de Willekeurige weergave, drukt
u herhaaldelijk op PLAY MODE totdat het fragmentnummer en de totale weergavetijd op het display verschijnen.
Door iedere druk op de toets, verandert de weergavefunctie als volgt:
Normaal afspelen het begin)
= PROGRAM = RANDOM = (terug naar
6. Herhaal stap en selecteer alle andere
nummers die in het programma moeten worden opgenomen.
• Druk voor het annuleren van het laatst ingevoerde nummer eenmaal op CANCEL.
7. Druk op CD 6.
De nummers worden nu afgespeeld in de geprogrammeerde volgorde.
Druk op 4 of ¢ als u een nummer uit het programma wilt
overslaan.
Na stopzetting:
Om te controleren welke nummers in het programma,
drukt herhaaldelijk op 4 of ¢; de nummers van het programma verschijnen in de volgorde waarin ze zijn ingevoerd.
• Voor het toevoegen van een fragment aan het eind van het programma, drukt u eenvoudigweg op de overeenkomende cijfertoetsen.
Voor het wissen van fragmenten van het programma,
drukt u herhaaldelijk op CANCEL. Door iedere druk op de toets wordt het laatste fragment gewist.
Voor het wissen van het hele programma, houdt u
CANCEL ingedrukt totdat “CLEAR!” op het display verschijnt.
• Het programma wordt tevens gewist wanneer u de stroom uitschakelt.
Voor het verlaten van de programmeerfunctie, drukt u
herhaaldelijk op PLAY MODE totdat het fragmentnummer en de totale weergavetijd op het display verschijnen.
5.
Nummers herhalen
U kunt de nummers of een afzonderlijk nummer net zo vaak herhalen als u wilt.
Met behulp van de afstandsbediening
Druk op REPEAT.
Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt, verandert de herhaalindicator als volgt:
De herhaalfunctie blijft effectief, zelfs wanneer u van
weergavefunctie verandert.
Voo r CD
Voor MP3-disc
naar het begin)
U kunt Repeat uitschakelen, door op REPEAT te drukken totdat de herhaalindicator is uitgeschakeld.
:
ALL
= = geannuleerd = (terug naar het begin)
ALL : Herhalen van alle fragmenten van de disc. : Herhalen van het huidige spelende fragment.
:
ALL
= GROUP = = geannuleerd = (terug
ALL : Herhalen van alle fragmenten van de disc. GROUP : Tijdens normale weergave worden alle
fragmenten van een groep herhaald. Tijdens geprogrammeerde en willekeurige weergave kunt u herhalen van een groep niet kiezen.
: Herhalen van het huidige spelende fragment.
12

Afspelen van cassettes

TA PE 2 3
4
REVERSE MODE
De automatische banddetectie zorgt ervoor dat u naar cassettes van type I of II kunt luisteren zonder zelf iets in te hoeven stellen.
Het gebruik van bandjes van 120 minuten en langer wordt afgeraden, omdat bij deze bandjes vaak geluidsvervorming optreedt en deze snel vastlopen in de aandrukrollen en aandrijfrollen.
7 ¢
TA PE 2 3
LOCK/RELEASE knop
Normaal afspelen
1. Draai de LOCK/RELEASE knop naar links
om de cassettehouder te openen.
2. Plaats de cassette met de zijde die u wilt
beluisteren naar voren.
¢
4
7
5. Als u de afspeelrichting wilt veranderen,
drukt op TAPE 2 3.
De tegenovergestelde cassetterichting-indicator gaat branden en de afspeelrichting van de cassette verandert.
Om het afspelen te stoppen, drukt u op 7.
Voor het verwijderen van de cassette, moet u de band
stoppen en de cassettehouder openen door de LOCK/ RELEASE knop naar de “RELEASE” stand te draaien.
Opmerkingen:
• Verdraai de LOCK/RELEASE knop niet tijdens weergave.
• “NO TAPE” verschijnt op het display indien er geen cassette in het deck is geplaatst.
Snel door- en terugspoelen van een band
Druk op ¢ of 4 om de cassette snel te spoelen.
• Het cassettedeck stopt automatisch als het bandje het einde heeft bereikt.
3. Sluit de houder voorzichtig en draai de
knop naar de “LOCK” stand.
4. Druk op TAPE 2 3.
De cassette wordt afgespeeld in de richting die wordt aangegeven door de indicator cassetterichting.
3 (Voorwaarts afspelen): De zijde van de cassette die naar u gericht is wordt afgespeeld.
2 (Keerzijde afspelen): De andere zijde van de cassette wordt afgespeeld.
Reverse Mode (keerzijde­functie)
U kunt het cassettedeck zo instellen dat een of beide zijden (eenmalig of continu) van de cassette worden afgespeeld.
Met behulp van de afstandsbediening
Druk op REVERSE MODE.
Telkens als u op de toets drukt, verandert de indicator voor de Keerzijde-functie als volgt:
== = (terug naar het begin)
: Het cassettedeck stopt automatisch na het afspelen
van een zijde van de cassette.
:
Het cassettedeck stopt automatisch nadat de weergave met de tegengestelde
: Het cassettedeck blijft beide zijden van de cassette
afspelen tot op e wordt gedrukt.
(2) richting is bëëindigd.
13

Opnemen

7
CD 6
AUX
REVERSE MODE
TA PE 2 3 TUNER
PRESET TUNING/ BEAT CUT
Wat u dient te weten voordat u begint opnemen
Het opnemen en afspelen van materiaal dat
auteursrechtelijk beschermd is kan strafbaar zijn als u daarvoor geen toestemming hebt van de eigenaar.
Stel de bandtransportrichting op indien u op beide kanten
van de cassette wilt opnemen. De opname stopt automatisch na het bereiken van het einde van de keerzijde (2). Controleer daarom eerst of de opnamerichting van de cassette vooruit is (3) wanneer u gebruik maakt van de keerzijde-functie.
Het opnameniveau, d.w.z. het volume waarmee de nieuwe
cassette wordt opgenomen, wordt automatisch gecorrigeerd en wordt niet beïnvloed door de instelling VOLUME op het systeem. Ook kunnen de geluidseffecten worden gewijzigd, zonder dat dit de opname beïnvloedt. Tijdens een opname kunt u dus het geluid bijstellen zonder dat dit effect heeft op het opnameniveau.
Door het verwijderen van de twee kleine lipjes aan de
bovenkant van de cassette, een lipje voor kant A en de andere voor kant B, kan worden voorkomen dat de opname per ongeluk wordt gewist.
Als u een opname wilt maken op een cassette waarvan de lipjes
zijn verwijderd, dient u de gaatjes eerst te bedekken met plakband. Als u echter een type II cassette gebruikt, mag slechts een gedeelte van het gaatje worden bedekt (Type II detectieopening), omdat het andere deel van het gaatje wordt gebruikt voor detectie van het cassettetype.
Type II detectieopening
Plakband
Zowel type I als type II zijn geschikt voor het maken van
opnamen.
Opmerking:
Aan het begin en einde van elke cassette bevindt zich een aanloopstrook, waarop niet kan worden opgenomen. U dient dus de cassette naar het einde van deze aanloopstrook te spoelen om te zorgen dat de hele opname op de band komt.
OPGELET: Als het systeem te dicht bij een televisie is geplaatst en de televisie tijdens de opname aan staat, kan er te veel (statische) ruis optreden. Zet de tv uit of vergroot de afstand tussen het systeem en de televisie.
CD 6
AUX
ONE TOUCH REC
TA PE 2 3
TUNER
7
Standaardopname
U kunt vanaf iedere geluidsbron opnemen op een cassette. Deze geluidsbronnen zijn CD, tuner, hulpapparatuur, microfoon en gitaar. De microfoon en de gitaar kunnen worden gemixed met elke andere geluidsbron.
1. Plaats een lege of overschrijfbare cassette
in het cassettedeck.
Zorg dat de indicator voor de cassetterichting is zoals aangegeven en dat u de cassette correct in het deck plaatst:
[Opname in voorwaartse en tegengestelde richting]
Cassetterichting-indicator Richting van de cassette
3
(Vooruitspoelen)
* Op de cassettezijde die naar
u is gericht wordt de opname gemaakt.
2
(Terugspoelen)
*
Op de andere kant van de
cassette wordt de opname gemaakt
• Indien de indicator 2 (Terugspoelen) brandt, druk dan op TAPE 2 3 om de richting te veranderen. (Aangezien de cassette in dit
geval afspeelt, dient u op de toets 7 te drukken. Druk vervolgens op 4 om de cassette terug te spoelen. (U dient de cassette altijd door te spoelen tot het einde van de aanloopstrook om te zorgen dat de hele opname op de cassette komt).
• Als de cassette nog niet helemaal is teruggespoeld, druk dan op 4 om terug te spoelen. (U dient de cassette altijd door te spoelen tot het einde van de aanloopstrook om te zorgen dat de hele opname op de cassette komt).
2. Als u beide kanten van de cassette wilt
.
opnemen, drukt u op de toets REVERSE MODE op de afstandsbediening om de keerzijde-functie in te stellen.
Druk op totdat de indicator “ ” gaat branden.
3. Maak de geluidsbron gereed voor de
opname door bijvoorbeeld af te stemmen op een radiozender of het hulptoestel aan te zetten.
Opmerking: Zie “Rechtstreekse opname van CD” op bladzijde
15 voor details aangaande disc-opname.
(Voorzijde)
(Voorzijde)
14
4. Druk op de toets ONE TOUCH REC
(eentoets-opname) op het systeem.
De indicator gaat branden en het systeem begint met de opname.
• Als het lipje van een cassette is verwijderd (om te voorkomen dat een opname per ongeluk wordt gewist), kan de opname niet worden gestart.
Tip: Indien u op beide kanten van de cassette wilt opnemen,
moet u de opname in de voorwaartse richting starten.
Om het afspelen te stoppen tijdens het opnemen, drukt u op 7.
Een AM-uitzending op een cassette opnemen
In opnames van AM-uitzendingen kunnen geluidstrillingen worden geproduceerd die niet hoorbaar zijn tijdens de uitzending. Druk op de toets BEAT CUT op het systeem om deze trillingen te elimineren.
1. Kies de AM-zender en begin de opname.
2. Druk op de toets BEAT CUT om de geluidstrillingen te elimineren. Telkens als de toets wordt ingedrukt, verspringt de display naar de volgende instelling:
B.CUT-1
het begin)
= B.CUT-2 = B.CUT-3 = B.CUT-4 = (terug naar
6. Bepaal of er pauzes tussen de nummers
moeten worden ingelast.
• Als u niets kiest, wordt automatisch een pauze van ongeveer vier seconden tussen de nummers ingelast.
• Indien u geen pauze tussen fragmenten wilt, drukt u tweemaal op CD 6 om de pauzefunctie te activeren— uitsluitend mogelijk met CD’s.
7. Druk op ONE TOUCH REC (eentoets-
opname) op het systeem.
De indicator gaat branden en het systeem begint met de opname.
• Indien het eind van de band wordt bereikt tijdens opname van een liedje of fragment met de voorwaartse richting (3), zal de opname met de tegengestelde richting (2) tarten vanaf het begin van dit fragment (of voorgaande fragment). Zie de afbeelding hieronder.
Bijv.: Geval 1
[Opnamerichting 3 (voorwaarts)]
Eind van band
Fragment 1 Fragment 2
Rechtstreekse opname van CD
De nummers van de CD worden op de cassette opgenomen in dezelfde volgorde als ze op de CD staan of in de volgorde van het geselecteerde programma.
1. Plaats een lege of overschrijfbare cassette
in het cassettedeck.
Zorg dat de indicator voor de cassetterichting is zoals aangegeven en dat u de cassette correct in het deck plaatst:
[Voorwaarts opnemen]
Cassetterichting-indicator Richting van de cassett
3
(Vooruitspoelen)
*
Op de andere kant van de cassette wordt de opname gemaakt
2. Als u beide kanten van de cassette wilt
.
opnemen, drukt u op de toets REVERSE MODE op de afstandsbediening om de keerzijde-functie in te stellen.
Druk op totdat de indicator “ ” gaat branden.
(Voorzijde)
meer dan 10 seconden
* De opname op de achterkant (2) start vanaf het begin van
fragment 2.
Bijv.: Geval 2
[Opnamerichting 3 (voorwaarts)]
Eind van band
Fragment 1 Fragment 2
minder dan 10 seconden
* De opname op de achterkant (2) start vanaf het begin van
fragment 1.
• De cassette stopt automatisch zodra de CD-speler de hele CD of alle geprogrammeerde nummers heeft afgespeeld.
• De opname stopt tevens wanneer het eind van de achterkant (2) is bereikt (ookal is de discweergave nog niet beëindigd).
Om het afspelen te stoppen tijdens het opnemen, drukt u op 7. De cassette stopt na vier seconden.
Opmerking:
Als u tijdens een rechtstreekse CD-opname de timer SLEEP instelt, dient u erop te letten dat u genoeg tijd overlaat voor de opname van de hele CD, omdat het systeem anders wordt uitgeschakeld voordat de opname is voltooid.
3. Plaats een CD.
4. Druk op CD 6.
5. Druk op 7.
• Indien u alleen bepaalde nummers wilt opnemen, dient u eerst deze nummers te programmeren. Tijdens het programmeren van de nummers wordt de totale speelduur op de display weergegeven. (Zie bladzijde 12.)
15
Eén nummer opnemen
U kunt het huidige spelende fragment opnemen.
1. Plaats een lege of overschrijfbare cassette
in het cassettedeck.
2. Start het nummer op de CD dat u wilt
opnemen.
3. Druk op ONE TOUCH REC (eentoets-
opname) op het systeem.
De CD-speler gaat terug naar het begin van dat nummer en vervolgens wordt dit nummer opgenomen op de cassette. De CD-speler en het cassettedeck stoppen automatisch zodra de opname is voltooid.

Muziek afspelen op externe apparatuur

AUX
Luisteren naar externe apparatuur
U kunt luisteren naar muziek op een hulptoestel.
• Controleer eerst of het hulptoestel goed op het systeem is aangesloten. (Zie bladzijde 5.)
1. Stel het volume in op het minimum.
2. Druk op AUX.
“AUX” wordt weergegeven op de display.
AUX
3. Stel het volume in op het gewenste niveau.
4. Schakel eventueel geluidseffecten in.
Pas het volume van de super woofer aan indien u de lage tonen
wilt versterken.
Opmerking: Raadpleeg voor de bediening van het hulptoestel de
bijbehorende gebruiksaanwijzing.
• Start het afspelen van het hulptoestel om naar muziek op dit apparaat te luisteren.

Gebruik van microfoon/gitaar

Mengen van geluid van microfoon/gitaar
U kunt het geluid van een microfoon of gitaar (niet bijgeleverd) met het geluid van een bron mengen.
1. Zorg dat de MIC/GUITAR LEVEL regelaar op
het achterpaneel van het systeem in de juiste stand is gedrukt.
• Bij gebruik van een microfoon, moet de knop zijn ingedrukt (
_).
• Bij gebruik van een gitaar, moet de knop in de ontgrendelde stand () zijn gedrukt.
2. Stel de MIC/GUITAR LEVEL regelaar in de
MIN stand door deze geheel naar links te draaien.
3. Sluit een microfoon of gitaar aan op de
MIC/GUITAR INPUT aansluiting op het achterpaneel van het systeem.
5. Stel de VOLUME +/– regelaar en de MIC/
GUITAR LEVEL regelaar in de gewenste stand terwijl u gitaar speelt of in de microfoon zingt.
OPGELET: SLUIT NOOIT een basgitaar aan op de MIC/GUITAR INPUT-aansluiting aangezien dit het toestel kan beschadigen.
Opnemen van het gemengde geluid van een microfoon of gitaar op een cassette
1. Volg de bovenstaande stappen
2. Volg de stappen in “Standaardopname” om
op te nemen. (Zie bladzijde 14.)
Opmerking: Houd de microfoon verder van het systeem als
fluittonen ontstaan.
1. 5.
4. Start de weergave van een bron: disc,
cassette, tuner of andere apparatuur.
16

De timers gebruiken

ON/STANDBY
CANCEL
SLEEP
4
SET CLOCK/TIMER
¢
De slaap-timer instellen
Met behulp van de slaap-timer kunt u het systeem automatisch uitschakelen na het verstrijken van een tevoren ingesteld aantal minuten. U kunt rustig met muziek in slaap vallen: het systeem wordt automatisch uitgeschakeld en blijft niet de hele nacht doorspelen.
U kunt de inslaaptimer uitsluitend instellen wanneer het
systeem is ingeschakeld.
Alleen met de afstandsbediening
Met gebruik van de timers kunt u de functies voor het beluisteren en opnemen van muziek automatisch laten bedienen.
De klok instellen
De CLOCK indicator en “0:00” knipperen op het display wanneer u de stroom voor het eerst inschakelt. Stel de klok in.
Opmerking:
De timers functioneren alleen goed als de klok correct is ingesteld.
Alleen met de afstandsbediening
1. Druk op ON/STANDBY.
2. Druk herhaaldelijk op CLOCK/TIMER totdat
de CLOCK indicator oplicht.
De uuraanduiding knippert op het display.
3. Druk op ¢ of 4 om de uuraanduiding te
kiezen.
De uuraanduiding verandert snel indien u de toets ingedrukt houdt.
4. Druk op SET om het uur in te stellen.
De minuutaanduiding knippert op het display.
5. Druk op ¢ of 4 om de minuten in te
kiezen.
De minuutaanduiding verandert snel indien u de toets ingedrukt houdt.
1. Druk op SLEEP.
De SLEEP-indicator licht op de display.
2. Stel het gewenste aantal minuten in dat
het toestel moet spelen voordat het wordt uitgeschakeld.
• Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt, verspringt het aantal minuten op de display als volgt: 10 = 20 = 30 = 60 = 90 = 120 = OFF = (terug naar het begin)
Na het instellen van de minuten voor de inslaaptimer, zal de aanduiding stoppen te knipperen en vervolgens doven. Het systeem wordt uitgeschakeld na het verstrijken van het ingevoerde aantal minuten.
De slaap-timerinstelling controleren:
Als u drukt op SLEEP, kunt u zien hoe lang de slaap-timer nog zal spelen. Wacht totdat de oorspronkelijke weergave weer op de display verschijnt.
De slaap-timerinstellingen annuleren:
Druk herhaaldelijk op SLEEP om “OFF” te kiezen. De timerinstellingen kunnen ook worden geannuleerd door het systeem uit te schakelen.
6. Druk op SET om het instellen van de klok
te voltooien.
OPGELET: Indien geheugenbatterijen leeg of niet geplaatst zijn en de stekker wordt na een stroomonderbreking weer in het stopcontact gestoken of de stroomvoorziening wordt op een andere manier hersteld, dan gaat de CLOCK indicator op de display knipperen. Stel de huidige tijd (klok) opnieuw in.
17
De dagelijkse timer (wekker) instellen
Nadat de timer eenmaal is ingesteld, zal deze iedere dag op dezelfde tijd worden geactiveerd totdat u de timer zelf uitschakelt. De opnametimer werkt daarentegen slechts één keer.
• De timerindicator ( ) licht op wanneer de timer wordt ingesteld.
• De timerindicator ( ) licht tevens op wanneer de timer is ingesteld en er stroom via een stopcontact wordt geleverd.
• De timerindicator ( ) knippert wanneer de timer is geactiveerd.
6. Druk op ¢ of 4 om de gewenste, te
beluisteren bron te kiezen en druk vervolgens op SET.
Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op het display als volgt: TUNER = TU begin)
Als u “TU
• Verschijnt de indicator REC in de display.
• Wordt de timer uitgeschakeld nadat de opname van tuner is beëindigd.
\TAPE = CD = TAPE = (terug naar het
\TAPE” selecteert;
Alleen met de afstandsbediening
1. Druk op ON/STANDBY.
2. Druk op CLOCK/TIMER.
“TIMER ON?” verschijnt.
• Druk op SET om de hiervoor gemaakte timerinstelling te activeren.
• Druk op CANCEL om de timer te annuleren.
• Ga naar de volgende stap om de timer opnieuw in te stellen (of om de starttijd voor een timer in te stellen).
3. Druk nogmaals op CLOCK/TIMER zodat de
timerindicator ( ) en de ON indicator oplichten.
De uuraanduiding van de huidige ON starttijd knippert op het display.
4. Stel de tijd in waarop u systeem wilt
inschakelen.
(1) Druk op ¢ of 4 om het uur in te kiezen en druk
vervolgens op SET.
(2) Druk op ¢ of 4 om de minuten in te kiezen en druk
vervolgens op SET. De OFF indicator licht op.
• De tijd verandert snel indien u de toets ingedrukt houdt.
• Druk op CANCEL indien u de tijdinstelling wilt veranderen.
5.
Stel de eindtijd OFF in (bijvoorbeeld: 1:30).
7. Druk op ¢ of 4 om het volume te kiezen
en druk vervolgens op SET.
– – : Het huidige volumeniveau wordt gebruikt. 0 tot 50: Als de apparatuur wordt ingeschakeld met de timer,
wordt het volume automatisch ingesteld op het geselecteerde niveau.
• De huidige timerinstelling verschijnt ter bevestiging.
8. Voordat u het systeem uitschakelt, dient u
de in stap geselecteerde geluidsbron gereed te maken.
TUNER : Stem af op de gewenste zender.
\TAPE : De zender waarop het laatst was afgestemd
TU
CD : Plaats een CD. TAPE : Plaats een cassette.
9. Druk op ON/STANDBY om het systeem
uit te schakelen.
• Als de timer wordt ingeschakeld, wordt het volumeniveau geleidelijk van 0 (nul) naar het in stap gebracht. Indien het volume echter op “– –” is gesteld, zal het laatst gebruikte volumeniveau worden ingesteld.
Om de handeling te annuleren, drukt u op CLOCK/TIMER totdat de display naar het oorspronkelijke scherm terugkeert.
Voor het annuleren van de timer, drukt u éénmaal op CLOCK/TIMER en vervolgens op CANCEL. (“TIMEROFF” verschijnt, uitsluitend wanneer de stroom is ingeschakeld.)
Voor het weer activeren (of bevestigen) van de geannuleerde timer, drukt u éénmaal op CLOCK/TIMER en
vervolgens op SET. (De huidige timerinstelling verschijnt ter bevestiging.)
6.
wordt opgenomen. Plaats een cassette voor opname van de uitzending.
ingestelde niveau
7.
(1) Druk op ¢ of 4 om het uur in te kiezen en druk
vervolgens op SET.
(2) Druk op ¢ of 4 om de minuten in te kiezen en druk
vervolgens op SET.
• De tijd verandert snel indien u de toets ingedrukt houdt.
• Druk op CANCEL indien u de tijdinstelling wilt veranderen.
Opmerkingen:
• De timer zal niet werken indien de starttijd en stoptijd hetzelfde zijn.
• De timer werkt niet indien het systeem niet standby is geschakeld (het systeem moet tenminste één minuut voor het bereiken van de starttijd in de standbyfunctie zijn geschakeld).
OPGELET: Indien geheugenbatterijen leeg of niet geplaatst zijn en de stekker wordt uit het stopcontact gehaald of er is sprake van een stroomstoring, worden de instellingen uit het geheugen gewist. Indien dit gebeurt, stel dan de huidige tijd (klok) in en voer de timerinstelling opnieuw uit.
18

Verzorging en onderhoud

Als u voorzichtig omgaat met uw CD’s, gaan ze langer mee.
CDs (Compact Discs)
• In dit systeem kunnen alleen CD’s met deze markering (muziek-CD’s) worden gebruikt. Door veelvuldig gebruik van CD’s met een onregelmatige vorm (hartvormig, achthoekig enz.) kan het systeem beschadigen.
• Verwijder een CD uit het doosje door de disc aan de randen vast te houden en lichte druk uit te oefenen op het gat in het midden.
• Raak nooit het glanzende oppervlak van de CD aan en buig de CD niet.
• Berg de CD na gebruik weer op in het doosje om vervorming te vermijden.
• Voorkom krassen op het oppervlak van de CD, bijvoorbeeld wanneer de CD weer in het doosje wordt geplaatst.
• Zorg dat de CD niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, extreme temperaturen en vocht.
• Als het oppervlak van de CD vuil is, kan dit problemen veroorzaken bij het afspelen. Een vuile CD kan met een zachte doek worden schoongemaakt, waarbij u de doek vanuit het midden in een rechte lijn naar de buitenrand beweegt.
OPGELET: Gebruik geen oplosmiddelen (zoals gangbaar reinigingsmiddel voor grammofoonplaten, thinner en benzine) voor het reinigen van een CD.
Algemene opmerkingen
In het algemeen geldt dat u de hoogste weergavekwaliteit behoudt als uw CD’s en CD-speler schoon zijn.
• Doe CD’s terug op in het doosje en leg ze in een kast of zet ze op een plank.
• Zorg ervoor dat de CD-klep is gesloten als het toestel niet wordt gebruikt.
De lens reinigen
Een vuile lens in de CD-speler kan de geluidskwaliteit negatief beïnvloeden. Open de CD-klep en reinig de lens als volgt.
• Blaas het stof van de lens met behulp van een filmdroger (verkrijgbaar bij de fotohandel).
• Eventuele vingerafdrukken op de lens kunnen voorzichtig worden verwijderd met een wattenstaafje.
Condensvorming
In de volgende gevallen kan condensvorming optreden op de lens binnen in het systeem:
• Als de verwarming in de ruimte wordt ingeschakeld.
• In een vochtige ruimte.
• Als het toestel vanuit de kou meteen in een warme omgeving wordt geplaatst.
Dit kan een storing in het systeem veroorzaken. Laat in dat geval het systeem een paar uur ingeschakeld staan zodat het vocht kan verdampen. Verwijder vervolgens de stekker uit het stopcontact en steek hem er weer in.
Cassettes
Als het cassettebandje los zit, kan het uitrekken, breken of vastlopen in het cassettemechanisme. Trek het bandje strak door een potlood in één van de spoelopeningen van de cassette te steken en het potlood rond te draaien.
• Zorg dat u het oppervlak van het cassettebandje niet aanraakt.
• Berg cassettes nooit op:
- op stoffige plaatsen
- in direct zonlicht of warmte
- op vochtige plaatsen
- op een TV of luidspreker
- in de buurt van een magneet
Cassettedeck
• Als de koppen, aandrijfrollen of aandrukrollen van het cassettedeck vuil zijn, kunnen de volgende problemen optreden:
- Verlies van geluidskwaliteit
- Onderbroken geluidsweergave
- Wegzakken van het geluid
- Onvolledig gewiste opname
- Problemen met opnemen
• Reinig de koppen, aandrijfrollen en aandrukrollen met een wattenstaafje dat is bevochtigd met alcohol.
19
Filmdroger
Lens
Aandrijfrollen
Wiskop
• Als de koppen magnetisch worden, zal het systeem meer ruis produceren of zal er verlies van de hoge tonen optreden.
• Voor het demagnetiseren van de koppen, dient u het systeem uit te schakelen en een demagnetiseerapparaat voor de kop te gebruiken (verkrijgbaar in elektronicazaken en platenzaken).
Aandrukrollen
Kop voor opnemen/ afspelen

Problemen oplossen

• Als u problemen heeft met het systeem, kunt u eerst aan de hand van de onderstaande lijst proberen om het probleem zelf te verhelpen voordat u de onderhoudsdienst inschakelt.
• Als u het probleem niet kunt oplossen aan de hand van onze tips of als het systeem is beschadigd, dient u de hulp van een erkend bedrijf, zoals uw leverancier, in te roepen.
Symptoom Mogelijke oorzaak Actie
Stroom kan niet worden ingeschakeld. De stekker van het netsnoer is niet in een
stopcontact gestoken.
Geen geluid. • Aansluitingen zijn fout of los.
• Hoofdtelefoon is aangesloten.
• De MP3-disc is met “packet writing” opgenomen.
Slechte FM-ontvangst. De uitschuifbare FM-antenne is niet goed
uitgeschoven en geplaatst. De CD slaat over. De CD is vuil of gekrast. Reinig of vervang de CD. Disc wordt niet afgespeeld (“NO PLAY”
of “NO DISC” verschijnt).
Bepaalde bestanden van een MP3-disc worden niet afgespeeld.
Opname niet mogelijk. De opnamebeveiligingslipjes van de
De afstandsbediening werkt niet. • De baan tussen de afstandsbediening en
De bediening functioneert niet. Er is een storing opgetreden in de
De cassettehouder kan niet worden geopend.
Indicators en het display lichten niet op tijdens standbyfunctie.
• De CD is ondersteboven in het toestel geplaatst.
• De CD is vuil of gekrast.
Er zijn tevens andere bestanden dan MP3 op de disc opgenomen.
cassette zijn verwijderd.
de sensor op het toestel is geblokkeerd.
• De batterijen zijn leeg.
ingebouwde microprocessor die werd veroorzaakt door elektrische interferentie van buitenaf.
Het netsnoer werd tijdens het afspelen uit het stopcontact getrokken.
Stroom wordt via batterijen of auto-accu (gelijkstroom) geleverd.
Steek de stekker in een stopcontact.
• Controleer en corrigeer alle aansluitingen. (Zie pagina 5.)
• Verwijder de hoofdtelefoon.
• Dit soort discs kan niet worden afgespeeld. Plaats een andere disc.
Schuif de FM-antenne uit en draai deze voor een optimale ontvangst.
• Plaats de CD met het label naar boven in het toestel.
• Plaats een andere disc.
Deze bestanden kunnen niet worden afgespeeld.
Bedek de inkepingen aan de achterkant van de cassette met plakband.
• Verwijder de blokkering.
• Vervang de batterijen.
Verwijder de stekker uit het stopcontact en steek hem na een paar minuten er weer in.
Steek de stekker in het stopcontact en druk op ON/STANDBY.

Technische specificaties

Versterker
Uitgangsvermogen
(Max.) 20 W (10 W + 10 W) bij 4 (volledig
bereik), 40 W (20 W + 20 W) bij 4 Ω , 60 Hz (woofer)
(10% THD) 10 W (5 W + 5 W) bij 4 (volledig bereik),
30 W (15 W + 15 W) bij 4 Ω , 60 Hz (woofer)
Ingangsgevoeligheid/Impedantie (1 kHz)
AUX IN 300 mV/47 k
MIC/GUITAR INPUT: Schakelbaar
MIC 200 – 2 k (6,3 mm plug) GUITAR 100 k – 1 M (6,3 mm plug)
Uitgangsgevoeligheid/Impedantie (1 kHz)
Hoofdtelefoon 16 Ω – 1 kΩ
0 – 12 mW/ch uitgang naar 32
Cassettedeck
Frequentiebereik
Typ e II (High-position) 60 Hz – 14 kHz
Wow en flutter (jengel) 0,15% (WRMS)
CD-speler
Dynamisch bereik 90 dB Signaal-tot-ruis verhouding 95 dB Wow en flutter (jengel) niet meetbaar
Tuner
FM-tuner
Afstembereik 87,50 MHz – 108,00 MHz
AM-tuner
Afstembereik (MG) 522 – 1 629 kHz
(LG) 144 – 288 kHz
Antenne Uitschuifbare FM-antenne
Ferrietantenne voor AM (MG/LG)
Luidsprekers
Volledig bereik 8 cm × 2, 4 Super woofer 16 cm × 2, 4
Algemeen
Afmetingen 690 mm × 239 mm × 296 mm (B/H/D) Gewicht 9,5 kg (excl. batterijen)
10,6 kg (incl. batterijen)
Voeding
Netvoeding AC 230 V , 50 Hz
DC15V (“R20/D (13F)” batterijen (10)) Externe DC12V (auto-accu via los verkrijgbare auto-adapter)
Stroomverbruik 43 W (ingeschakeld)
1,6 W (in stand-by)
Wijzigingen in vormgeving en specificaties onder voorbehoud.
20
RV-NB1 POWERED WOOFER CD SYSTEM
NL
© 2004 Victor Company of Japan, Limited
0704NSMMDWJEIN
Loading...