JVC KS-FX8R Instruction Manual [nl]

CASSETTE RECEIVER
CASSETTEN-RECEIVER RADIOCASSETTE RADIO/CASSETTESPELER
ENGLISH
DEUTSCH
KS-FX8R
KS-FX8R
ATT
/
/I
40Wx4
DISP
RDS
TP
PTY
7 8 9 10 11 12
SCM
For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel.
KS-FX8R
DOLBY B NR
MO
RND
5
SSM
∞
RPT
DAB
TAPE
FM/AM
CD
-CH
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0006-001A
[E]
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ..............................................................3
BASISBEDIENING........................................................4
BASISBEDIENING VAN DE RADIO ............................... 5
Naar de radio luisteren ..................................................................5
Radiozenders in het geheugen vastleggen ....................................6
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM........................ 6
Handmatig vastleggen van zenders.............................................7
Afstemmen op een voorkeuzezender ............................................8
HET GEBRUIK VAN RDS ...............................................9
Wat u kunt doen met RDS EON ................................................... 9
Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De netwerkfunctie)............................................................... 9
Het gebruik van standby-ontvangst ........................................... 11
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van
een programmagenre ......................................................... 12
Uw favoriete programmagenre opzoeken..................................12
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen.........
NEDERLANDS
Automatische selectie van een station bij gebruik van de
cijfertoetsen......................................................................... 15
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een
FM-station luistert ............................................................... 16
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen ................. 16
Automatisch aanpassen van de klok .........................................16
15
GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER ........................... 17
Beluisteren van een cassette.........................................................17
Voorkomen dat de cassette uit de cassettehouder springt........ 18
Het begin van een muziekstuk vinden ........................................ 19
Andere handige functies voor de cassettespeler......................... 20
Overslaan van blanco gedeelten op de cassette....................... 20
Herhalen van het spelende fragment.........................................20
GELVID REGELEN ......................................................21
Geluid aanpassen .......................................................................... 21
Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)...........22
De geluidsmodi selecteren en opslaan ...................................... 22
De geluidsmodi oproepen ......................................................... 23
Uw eigen geluidsinstelling opslaan..............................................24
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
* Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
* Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
ANDERE HOOFDFUNCTIES.........................................25
Klok instellen ................................................................................25
De algemene instellingen wijzigen (PSM)...................................26
Basisprocedure ......................................................................... 26
Advanced SCM annuleren .........................................................28
Weergave van de klok selecteren ..............................................28
Selecteren welk niveau op de display wordt weergegeven ....... 28
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken...................... 29
Het externe apparaat selecteren................................................30
Bedieningspaneel verwijderen.....................................................31
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ............................. 32
CD’s afspelen.................................................................................32
Kiezen van de weergavefunctie ...................................................34
BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN ............ 35
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER .............................. 36
Afstemmen op een ensemble en op een van de services ............ 36
DAB-frequenties in het geheugen opslaan .................................38
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service ..............................40
Wat u nog meer met DAB kunt doen..........................................41
Hetzelfde programma automatisch volgen
(alternatieve ontvangst) .......................................................41
ONDERHOUD ...........................................................42
Levensduur van het apparaat verlengen ....................................42
PROBLEMEN OPLOSSEN ...........................................43
NEDERLANDS
SPECIFICATIES ...........................................................44

Het apparaat terugstellen

Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/A TT) toetsen beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen zullen eveneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
(standby/aan/ATT)
SEL (selecteren)
3
1

BASISBEDIENING

3
2
Opmerking:
W anneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 25).
1
2
CD
-CH
NEDERLANDS
3
A
TT
/
/I
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hier onder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
Start de weergave van de geluidsbron.
FM/AM
TAPE
™£
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 5 – 16. Gebruik van het cassettedeck, zie bladzijde 17 – 20. Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijde 32 – 34. Zie bladzijde 35 voor instructies over de bediening van
een extern apparaat.
Zie bladzijde 36 – 41 voor instructies over de bediening
van de DAB-tuner.
Regel het volume.
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt
Indicator voor het volumeniveau
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 21 – 24).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan 1 seconde op .
4

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren

2
1
1
2
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is afgestemd.
FM/AM
F1 (FM1)F2(FM2)F3(FM3)
Stations met een hogere frequentie zoeken
Stations met een lagere frequentie zoeken
Selecteer de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1, FM2 en FM3) selecteren om naar een FM-zender te luisteren.
AM
Indicator voor audioniveau (zie pagina 28) of volumeniveau
De geselecteerde band (of tijd: zie bladzijde 28) verschijnt.
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Om zonder zoeken af te stemmen op een bepaalde frequentie
1 Druk herhaaldelijk op FM/AM om de frequentieband te kiezen (FM of AM). 2 Druk op
de display begint te knipperen. Zolang de letter MANU op de display knippert, kunt u de frequentie handmatig veranderen.
3 Druk herhaaldelijk op
Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
¢ of 4 en houd deze toets ingedrukt tot de letter MANU (manuaal) op
¢ of 4 totdat de gewenste frequentie is bereikt.
NEDERLANDS
5

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
2
1
1
NEDERLANDS
F1 (FM1)
FM/AM
F2 (FM2)
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
F3 (FM3)
AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan
SSM
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd – nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
6
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen). VOORBEELD: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
2
1
2
3
FM/AM
3
1
Selecteer FM1.
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Zie bladzijde 5 voor het afstemmen op een zender.
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Omroepband/Nummer voorkeurzender en MEMO knipperen even afwisselend.
NEDERLANDS
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
7

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 6 en 7, als u dat nog niet hebt gedaan.
MO RND
1
NEDERLANDS
FM/AM
2
Selecteer de gewenste golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
1
F1 (FM1)F2(FM2)F3(FM3)
AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het volgende:
Druk tijdens ontvangst van een FM stereo-uitzending op MO RND (Mono/Willekeurig/ Dolby). De indicator MO (Mono) op de display licht op. De uitzending zal dan mono worden weergegeven maar met aanzienlijk minder ruis.
MO
RND
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde toets.
8

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON­gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het cassettedeck, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “T raffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TP – “Traffic Programme”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS­zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
NEDERLANDS
RDS
TP
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op de TP RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1
Mode 1 Mode 2 Mode 3
AF-indicator
Modus 2 Modus 3
REG-indicator
9
Modus 1
De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“OFF”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (ON). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
NEDERLANDS
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 41.)
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
10
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY) of verkeersinformatie (T A) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station, cassette, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP RDS-toets
RDS
TP
Als u op de toets TP RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
Als u naar een cassette of CD luistert en naar een TP-station wilt luisteren, drukt u op de toets TP RDS om over te schakelen naar de TA-standby-modus. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde
TA-volumeniveau en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie (zie
16).
Druk nogmaals op TP RDS om de TA-standbyfunctie uit te schakelen.
¢ of 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
bladzijde
NEDERLANDS
Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets
PTY
Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY -signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op pagina 13 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk
te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
Als u naar een cassette of CD luistert en naar een door u geselecteerde PTY­uitzending wilt luisteren, moet u op de toets PTY drukken om over te schakelen naar de PTY-standby-modus. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY -programma wordt uitgezonden terwijl de PTY -standby­modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY -naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
¢ of 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus
11
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY -code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zon programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een programmagenre op de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1
NEDERLANDS
2
3
4
3
1,4
2
CD
FM/AM
CD
-CH
Druk op de SEL-toets (selecteren) en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt om de modus met voorkeursinstellingen (PSM) op te roepen (zie bladzijde 26).
Selecteer de vermelding PTY STBY als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 15.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen. Zie bladzijde 13 voor het wijzigen van de fabrieksinstellingen. Zie bladzijde 14 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
5
AFFAIRS
6
VARIED
12
1
POP M
2
ROCK M
3
EASY M
4
CLASSICS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
2
3
3
2
CD
FM/AM
CD
-CH
1,5
4
Druk op de SEL-toets (selecteren) en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus met algemene instellingen (PSM) op te roepen (zie bladzijde 26).
Selecteer de vermelding PTY SRCH als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 15.)
De naam van de PTY -code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven.
NEDERLANDS
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY -code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
Het nummer van de cijfertoets verschijnt, en de naam van de PTY-code en de vermelding MEMORY wisselen elkaar op de display af.
5
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
13
Een programmagenre opzoeken
1
NEDERLANDS
2
1
CD
-CH
CD
FM/AM
2
PTY
Druk op de toets PTY en houd deze ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM­station luistert.
De PTY -code en het nummer van de cijfertoets die als laatste zijn geselecteerd, worden op de display weergegeven.
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
Een voorbeeld: Indien ROCK M wordt opgeslagen onder
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY -code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
14
voorkeurtoets 2.
Loading...
+ 31 hidden pages