JVC KS-FX463R, KS-FX460R Instruction Manual [nl]

CASSETTE RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH
KS-FX463R/KS-FX460R
KS-FX463R
/I ATT
40Wx4
SEL
MO/FIND
KS-FX460R
/I ATT
40Wx4
SEL
MO/FIND
For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
DISP
789101112
SSM
DISP
789101112
SSM
CD CHANGER CONTROL
CD CHANGER CONTROL
KS-FX463R
KS-FX460R
RDS
FM
PROG
AM
CD-
CH
TP
SOUND
PTY
RDS
FM
PROG
AM
CH
CD-
TP
SOUND
PTY
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0039-001A
[E]
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

BASISBEDIENING........................................................3
BASISBEDIENING VAN DE RADIO ................................4
Naar de radio luisteren...................................................................4
Radiozenders in het geheugen vastleggen ....................................5
Afstemmen op een voorkeuzezender ............................................7
HET GEBRUIK VAN RDS............................................... 8
Wat u kunt doen met RDS EON ................................................... 8
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen ........
GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER ............................16
Beluisteren van een cassette.........................................................16
GELUID REGELEN ......................................................17
Vooraf ingestelde geluidsweergave selecteren ............................17
Geluid aanpassen ..........................................................................18
Uw eigen geluidsinstelling opslaan.............................................. 19
ANDERE HOOFDFUNCTIES ........................................20
Klok instellen ................................................................................20
NEDERLANDS
De algemene instellingen wijzigen...............................................22
Bedieningspaneel verwijderen.....................................................25
14
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR.............................. 26
CD’s afspelen.................................................................................26
Kiezen van de weergavefunctie ...................................................28
ONDERHOUD ...........................................................29
Levensduur van het apparaat verlengen ....................................29
PROBLEMEN OPLOSSEN ...........................................30
SPECIFICATIES ...........................................................31
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Denk aan de veiligheid...
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Stop de auto voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
Temperatuur binnen de auto...
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal is.
2

BASISBEDIENING

1
3
2
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 20).
1
2
3
4
/ I /ATT
FM
AM
CD
CH
“One-T ouch” bediening:
• Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat
• De cassetteweergave start automatisch indien er r eeds een cassette in het
Schakel de spanning in.
automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
apparaat is geplaatst. Het is echter niet aan te raden de cassette in het casettevak te laten zitten bij het uitschakclen van het systeem via de aan/ uit-toets of de contactsleutel. Dit kan zowel de casettekop als de casette beschadigen.
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 4 – 15. Voor gebruik van het cassettedeck, zie bladzijde 16. Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijde 26 – 28.
Regel het volume.
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 17 – 19).
NEDERLANDS
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst ATT te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan 1 seconde op .
3

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren

1
3
1
/ I /ATT
“One-Touch” bediening:
Bij het selecteren van een golfband in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
FM
NEDERLANDS
AM
Opmerking:
U kunt tuner niet kiezen indien er een cassette in het toestel is geplaatst. Verwijder de cassette uit de cassettehouder wanneer u een radiozender wilt beluisteren.
FM1 FM2
AM
3
SSM
Schakel de spanning in.
Selecteer de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1,
FM3
FM2 en FM3) selecteren om naar een FM­zender te luisteren.
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontv angen, stopt het z oeken.
Stations met een hogere frequentie zoeken.
Stations met een lagere frequentie zoeken.
2
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen v oordat op een zender is afgestemd.
Handmatig een frequentie opzoeken:
1 Kies de golfband (FM of AM).
Druk op FM of AM.
2 Druk op
afleesvenster begint te knipperen. U kunt de frequentie handmatig wijzigen, terwijl de letter “M” knippert.
3 Druk meerdere malen op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz
en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
4
¢ of 4 en houd deze toets ingedrukt totdat de letter “M” op het
¢ of 4 totdat de gewenste frequentie is bereikt.

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
2
1
1
FM
2
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
SSM
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
FM1 FM2 FM3
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
NEDERLANDS
5
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
213
1
2
NEDERLANDS
3
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
FM
Selecteer FM1.
SSM
Stem af op een zender op 88.3 MHz.
Zie bladzijde 4 voor het afstemmen op een zender.
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Voorkeuzenummer "P1" knipper t even.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbr oken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
6

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 5 en 6, als u dat nog niet hebt gedaan.
DISP
1
AM
FM
MO/RND
FM1 FM2
FM3
AM
Selecteer de gewenste golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
2
1
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
De informatie op de display wijzigen terwijl u een FM-station ontvangt dat RDS-signalen uitzendt
Druk op de toets DISP. Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
PS NAME (Stationsnaam)
CLOCK (Tijd op de klok)
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het volgende:
Druk tijdens ontvangst van een FM stereo-uitzending op MO/RND (mono/willekeur ig). De indicator MO (mono) op de display licht op. De uitzending zal dan mono worden weergegeven maar met aanzienlijk minder ruis.
FREQ (Frequentie)
PTY (Programmagenre)
NEDERLANDS
MO/RND
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde toets.
7

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toev oegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam v an het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie v an de v oorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON­gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station w orden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw f avoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het cassettedeck, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst v an verkeersinf ormatie (T A - “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY - “Program Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TP - “Traffic Programme”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
NEDERLANDS
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS­zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
TP
RDS
8
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op de TP/RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elk e keer wanneer u op dez e toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1
Modus 3Modus 2
Modus 1
De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (OFF). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (ON). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
NEDERLANDS
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
9
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk ov erschakelen naar uw fa voriete programmagenre (PTY) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert zoals een FM-station en cassette of CD wisselaar.
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP/RDS-toets
TP
RDS
NEDERLANDS
Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets
PTY
Als u op de toets TP/RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
Als u naar een cassette of CD wisselaar luistert en naar een TP-station wilt luisteren, drukt u op de toets TP/RDS om ov er te schakelen naar de TA-standby­modus. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het voor af ingestelde
TA-volumeniveau en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie (zie
14).
Druk nogmaals op TP/RDS om de TA-standbyfunctie uit te schakelen.
Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY-signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op pagina 12 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
Als u naar een cassette of CD wisselaar luistert en naar een door u geselecteerde PTY-uitzending wilt luisteren, moet u op de toets PTY drukken om over te schakelen naar de PTY-standby-modus. (De indicator PTY op de display licht op).
Als het geselecteerde PTY -progr amma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standby­modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY-naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
¢ of 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
bladzijde
¢ of 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus
10
Loading...
+ 22 hidden pages