For installation and connections, refer to the separate manual.
Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het
toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
DISP
789101112
SSM
DISP
789101112
SSM
CD CHANGER CONTROL
CD CHANGER CONTROL
KS-FX463R
KS-FX460R
RDS
FM
PROG
AM
CD-
CH
TP
SOUND
PTY
RDS
FM
PROG
AM
CH
CD-
TP
SOUND
PTY
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0039-001A
[E]
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het
identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een
veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
★
Denk aan de veiligheid...
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is ,
omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Stop de auto voordat u ingewikkelde handelingen met
het apparaat gaat verrichten.
★
Temperatuur binnen de auto...
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte
heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat
de temperatuur in de auto weer normaal is.
2
BASISBEDIENING
1
3
2
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze
instellen (zie bladzijde 20).
1
2
3
4
/ I /ATT
FM
AM
CD
– CH
“One-T ouch” bediening:
• Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat
• De cassetteweergave start automatisch indien er r eeds een cassette in het
Schakel de spanning in.
automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
apparaat is geplaatst. Het is echter niet aan te raden de cassette in het
casettevak te laten zitten bij het uitschakclen van het systeem via de aan/
uit-toets of de contactsleutel. Dit kan zowel de casettekop als de casette
beschadigen.
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 4 – 15.
Voor gebruik van het cassettedeck, zie bladzijde 16.
Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijde 26 – 28.
Regel het volume.
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 17 – 19).
NEDERLANDS
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan 1 seconde op .
3
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
1
3
1
/ I /ATT
“One-Touch” bediening:
Bij het selecteren van een golfband in stap 2 hieronder wordt het apparaat
automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat
in te schakelen.
2
FM
NEDERLANDS
AM
Opmerking:
U kunt tuner niet kiezen indien er een cassette in het toestel is geplaatst. Verwijder de cassette uit
de cassettehouder wanneer u een radiozender wilt beluisteren.
FM1FM2
AM
3
SSM
Schakel de spanning in.
Selecteer de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1,
FM3
FM2 en FM3) selecteren om naar een FMzender te luisteren.
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontv angen, stopt het z oeken.
Stations met een hogere frequentie zoeken.
Stations met een lagere frequentie zoeken.
2
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen v oordat op een zender
is afgestemd.
Handmatig een frequentie opzoeken:
1 Kies de golfband (FM of AM).
Druk op FM of AM.
2 Druk op
afleesvenster begint te knipperen.
U kunt de frequentie handmatig wijzigen, terwijl de letter “M” knippert.
3 Druk meerdere malen op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz
en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
4
¢ of 4 en houd deze toets ingedrukt totdat de letter “M” op het
¢ of 4 totdat de gewenste frequentie is bereikt.
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
2
1
1
FM
2
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
SSM
Selecteer het nummer van de FM-golfband
(FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt
vasteleggen.
FM1FM2FM3
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan
2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
NEDERLANDS
5
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM
vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
213
1
2
NEDERLANDS
3
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder
andere nummers op te slaan.
FM
Selecteer FM1.
SSM
Stem af op een zender op 88.3 MHz.
Zie bladzijde 4 voor het afstemmen op een zender.
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan
2 seconden ingedrukt.
Voorkeuzenummer "P1" knipper t even.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbr oken
(bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden
ingesteld.
6
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 5 en 6, als u dat nog niet
hebt gedaan.
DISP
1
AM
FM
MO/RND
FM1FM2
FM3
AM
Selecteer de gewenste golfband
(FM1, FM2, FM3 of AM).
2
1
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
De informatie op de display wijzigen terwijl u een FM-station
ontvangt dat RDS-signalen uitzendt
Druk op de toets DISP. Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de weergave op de
display en wel als volgt:
PS NAME (Stationsnaam)
CLOCK (Tijd op de klok)
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het volgende:
Druk tijdens ontvangst van een FM stereo-uitzending op MO/RND (mono/willekeur ig). De
indicator MO (mono) op de display licht op. De uitzending zal dan mono worden
weergegeven maar met aanzienlijk minder ruis.
FREQ (Frequentie)
PTY (Programmagenre)
NEDERLANDS
MO/RND
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo
wordt ontvangen.
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde toets.
7
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan
hun regulier programmasignaal toev oegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam v an
het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een
muziekprogramma is. Een andere functie v an de v oorziening RDS is “EON (Enhanced Other
Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EONgegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station w orden verstuurd,
kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw f avoriete programma
of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere
afspeelbron, zoals het cassettedeck, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst v an verkeersinf ormatie (T A - “Traffic Announcement”)
of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY - “Program Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TP - “Traffic Programme”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen
kunt beschikken.
NEDERLANDS
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De
netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de
tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDSzender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en
bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u
rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens
uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
TP
RDS
8
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1
seconde op de TP/RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data
System). Elk e keer wanneer u op dez e toets drukt, verandert de
modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1
Modus 3Modus 2
Modus 1
De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“OFF”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van
hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is
dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld
(“ON”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de
geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op.
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
NEDERLANDS
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
9
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk ov erschakelen naar uw fa voriete programmagenre (PTY)
of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert
— zoals een FM-station en cassette of CD wisselaar.
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP/RDS-toets
TP
RDS
NEDERLANDS
Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets
PTY
• Als u op de toets TP/RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de
indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt
(Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt, gaat de indicator TP op de display
knipperen. Druk
De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek
naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden,
gaat de indicator TP op de display continu branden.
• Als u naar een cassette of CD wisselaar luistert en naar een TP-station wilt
luisteren, drukt u op de toets TP/RDS om ov er te schakelen naar de TA-standbymodus. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is
ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de
afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het voor af ingestelde
TA-volumeniveau en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie (zie
14).
Druk nogmaals op TP/RDS om de TA-standbyfunctie uit te schakelen.
• Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator
PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY-signaal uitzendt en wanneer
de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die
op pagina 12 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de
display knipperen. Druk
te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op
zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt
gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
• Als u naar een cassette of CD wisselaar luistert en naar een door u geselecteerde
PTY-uitzending wilt luisteren, moet u op de toets PTY drukken om over te
schakelen naar de PTY-standby-modus. (De indicator PTY op de display licht
op).
Als het geselecteerde PTY -progr amma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standbymodus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY-naam op de display en
schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTYprogramma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
¢ of 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
bladzijde
¢ of 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus
10
Loading...
+ 22 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.