JVC KS-FX460R, KS-FX463R User Manual [nl]

Page 1
CASSETTE RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH
KS-FX463R/KS-FX460R
KS-FX463R
/I ATT
40Wx4
SEL
MO/FIND
KS-FX460R
/I ATT
40Wx4
SEL
MO/FIND
For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
DISP
789101112
SSM
DISP
789101112
SSM
CD CHANGER CONTROL
CD CHANGER CONTROL
KS-FX463R
KS-FX460R
RDS
FM
PROG
AM
CD-
CH
TP
SOUND
PTY
RDS
FM
PROG
AM
CH
CD-
TP
SOUND
PTY
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0039-001A
[E]
Page 2
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

BASISBEDIENING........................................................3
BASISBEDIENING VAN DE RADIO ................................4
Naar de radio luisteren...................................................................4
Radiozenders in het geheugen vastleggen ....................................5
Afstemmen op een voorkeuzezender ............................................7
HET GEBRUIK VAN RDS............................................... 8
Wat u kunt doen met RDS EON ................................................... 8
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen ........
GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER ............................16
Beluisteren van een cassette.........................................................16
GELUID REGELEN ......................................................17
Vooraf ingestelde geluidsweergave selecteren ............................17
Geluid aanpassen ..........................................................................18
Uw eigen geluidsinstelling opslaan.............................................. 19
ANDERE HOOFDFUNCTIES ........................................20
Klok instellen ................................................................................20
NEDERLANDS
De algemene instellingen wijzigen...............................................22
Bedieningspaneel verwijderen.....................................................25
14
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR.............................. 26
CD’s afspelen.................................................................................26
Kiezen van de weergavefunctie ...................................................28
ONDERHOUD ...........................................................29
Levensduur van het apparaat verlengen ....................................29
PROBLEMEN OPLOSSEN ...........................................30
SPECIFICATIES ...........................................................31
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Denk aan de veiligheid...
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Stop de auto voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
Temperatuur binnen de auto...
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal is.
2
Page 3

BASISBEDIENING

1
3
2
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 20).
1
2
3
4
/ I /ATT
FM
AM
CD
CH
“One-T ouch” bediening:
• Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat
• De cassetteweergave start automatisch indien er r eeds een cassette in het
Schakel de spanning in.
automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
apparaat is geplaatst. Het is echter niet aan te raden de cassette in het casettevak te laten zitten bij het uitschakclen van het systeem via de aan/ uit-toets of de contactsleutel. Dit kan zowel de casettekop als de casette beschadigen.
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 4 – 15. Voor gebruik van het cassettedeck, zie bladzijde 16. Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijde 26 – 28.
Regel het volume.
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 17 – 19).
NEDERLANDS
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst ATT te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan 1 seconde op .
3
Page 4

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren
1
3
1
/ I /ATT
“One-Touch” bediening:
Bij het selecteren van een golfband in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
FM
NEDERLANDS
AM
Opmerking:
U kunt tuner niet kiezen indien er een cassette in het toestel is geplaatst. Verwijder de cassette uit de cassettehouder wanneer u een radiozender wilt beluisteren.
FM1 FM2
AM
3
SSM
Schakel de spanning in.
Selecteer de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1,
FM3
FM2 en FM3) selecteren om naar een FM­zender te luisteren.
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontv angen, stopt het z oeken.
Stations met een hogere frequentie zoeken.
Stations met een lagere frequentie zoeken.
2
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen v oordat op een zender is afgestemd.
Handmatig een frequentie opzoeken:
1 Kies de golfband (FM of AM).
Druk op FM of AM.
2 Druk op
afleesvenster begint te knipperen. U kunt de frequentie handmatig wijzigen, terwijl de letter “M” knippert.
3 Druk meerdere malen op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz
en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
4
¢ of 4 en houd deze toets ingedrukt totdat de letter “M” op het
¢ of 4 totdat de gewenste frequentie is bereikt.
Page 5
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
2
1
1
FM
2
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
SSM
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
FM1 FM2 FM3
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
NEDERLANDS
5
Page 6
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
213
1
2
NEDERLANDS
3
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
FM
Selecteer FM1.
SSM
Stem af op een zender op 88.3 MHz.
Zie bladzijde 4 voor het afstemmen op een zender.
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Voorkeuzenummer "P1" knipper t even.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbr oken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
6
Page 7
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 5 en 6, als u dat nog niet hebt gedaan.
DISP
1
AM
FM
MO/RND
FM1 FM2
FM3
AM
Selecteer de gewenste golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
2
1
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
De informatie op de display wijzigen terwijl u een FM-station ontvangt dat RDS-signalen uitzendt
Druk op de toets DISP. Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
PS NAME (Stationsnaam)
CLOCK (Tijd op de klok)
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het volgende:
Druk tijdens ontvangst van een FM stereo-uitzending op MO/RND (mono/willekeur ig). De indicator MO (mono) op de display licht op. De uitzending zal dan mono worden weergegeven maar met aanzienlijk minder ruis.
FREQ (Frequentie)
PTY (Programmagenre)
NEDERLANDS
MO/RND
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde toets.
7
Page 8

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toev oegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam v an het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie v an de v oorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON­gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station w orden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw f avoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het cassettedeck, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst v an verkeersinf ormatie (T A - “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY - “Program Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TP - “Traffic Programme”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
NEDERLANDS
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS­zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
TP
RDS
8
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op de TP/RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elk e keer wanneer u op dez e toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Modus 1
Modus 3Modus 2
Page 9
Modus 1
De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (OFF). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (ON). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
NEDERLANDS
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
9
Page 10
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk ov erschakelen naar uw fa voriete programmagenre (PTY) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert zoals een FM-station en cassette of CD wisselaar.
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP/RDS-toets
TP
RDS
NEDERLANDS
Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets
PTY
Als u op de toets TP/RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
Als u naar een cassette of CD wisselaar luistert en naar een TP-station wilt luisteren, drukt u op de toets TP/RDS om ov er te schakelen naar de TA-standby­modus. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het voor af ingestelde
TA-volumeniveau en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie (zie
14).
Druk nogmaals op TP/RDS om de TA-standbyfunctie uit te schakelen.
Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY-signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op pagina 12 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
Als u naar een cassette of CD wisselaar luistert en naar een door u geselecteerde PTY-uitzending wilt luisteren, moet u op de toets PTY drukken om over te schakelen naar de PTY-standby-modus. (De indicator PTY op de display licht op).
Als het geselecteerde PTY -progr amma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standby­modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY-naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
¢ of 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
bladzijde
¢ of 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus
10
Page 11
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY-code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren z odra er zich zon programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een programmagenre op de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1, 4
3
2
1
SEL
Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen. (Zie bladzijde 22.)
2
SSM
Selecteer de vermelding PTY STBY” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 15.)
De naam van de PTY-code die u selecteer t, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
4
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfer toetsen (1 t/m 6) opgeslagen. Zie bladzijde 12 voor het wijzigen van de fabrieksinstellingen. Zie bladzijde 13 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
SEL
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
NEDERLANDS
1
POP M
2
ROCK M
3
EASY M
4
CLASSICS
5
AFFAIRS
6
VARIED
11
Page 12
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1, 5
3
1
2
NEDERLANDS
3
4
SEL
SSM
2
4
Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen. (Zie bladzijde 22.)
Selecteer de vermelding PTY SRCH” als deze niet al meteen op de display wordt w eergegeven.
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 15.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven.
12
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
De PTY-code begint te knipperen.
5
SEL
Druk wanneer u klaar bent op de SEL.
Page 13
Een programmagenre opzoeken
1
2
PTY
2
1
Druk op de toets PTY en houd deze ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM­station luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
Een voorbeeld: Indien ROCK M wordt opgeslagen onder
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
voorkeurtoets 2.
NEDERLANDS
Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY -codes niet goed.
13
Page 14
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven wanneer u naar een FM-station luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de stationsnaam (PS NAME), de frequentie van het ontvangen station (FREQ) of de tijd van de ingebouwde klok (CLOCK).
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen op bladzijde 22.
1. Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor
algemene instellingen op te roepen.
2. Druk op de toets ¢ of 4 om de vermelding “DISPMODE” te selecteren.
3. Druk op + of – om de geselecteerde vermelding te selecteren — de naam van het station, de frequentie van de zender, de tijd van de ingebouwde klok.
Opmerking:
Door op de toets DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie in het bovenste gedeelte van de display:
NEDERLANDS
PS NAME (Stationsnaam)
CLOCK (Tijd op de klok)
* Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
FREQ (Frequentie)
PTY (Programmagenre)
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontv angen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen op bladzijde 22.
1. Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor
algemene instellingen op te roepen.
2. Druk op de toets ¢ of 4 om de vermelding TA VOL te selecteren.
3. Druk op + of – om het gewenste volume in te stellen.
14
Page 15
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
Zie ook de paragraaf De algemene instellingen wijzigen op bladzijde 22.
1. Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor
algemene instellingen op te roepen.
2. Druk op de toets ¢ of 4 om de vermelding AUTO ADJ te selecteren.
3. Druk op – om de vermelding ADJ OFF” te selecteren.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
Om het automatisch aanpassen van de klok weer in te schakelen, herhaalt u de bovenstaande procedure maar selecteert u in stap 3 de vermelding ADJ ON” door op de toets + te drukken.
Opmerking:
Het automatisch aanpassen van de tijd bij de ontvangst van nieuwe tijdgegevens duurt circa 2 minuten. De weergave van de klok wordt dus pas veranderd nadat u minimaal 2 minuten op het desbetreffende station hebt afgestemd.
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
informatie aangaande het nieuws
INFO: Informatieve programma's
over diverse verscillende
onderwerpen SPORT: Sportverslagen EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programmas aangaande
nationale of regionale cultuur SCIENCE: Wetenschappelijke en
technische programma’s VARIED: Overige programma’s,
bijvoorbeeld ceremonies en
comedies POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek OTHER M: Overige muziek WEATHER: Weerberichten FINANCE: Programmas aangaande
handel en de beurs en
beursberichten, etc. CHILDREN: Amusement voor kinderen
NEDERLANDS
SOCIAL: Progr amma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten
van geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
PHONE IN: Progr amma’s waarin
mensen via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
TRAVEL: Programmas over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
LEISURE: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc. JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programmas over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
15
Page 16

GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER

Beluisteren van een cassette
1
2
NEDERLANDS
3
1
1
/ I /ATT
¡
2
3
Schakel de spanning in.
Plaats een cassette.
Wanneer het eind van een cassettekant bij weergave wordt bereikt, zal automatisch naar het begin van de andere kant voor weergave worden overgeschakeld. (Auto-Reverse)
Kies de bandtransportrichting.
• Druk tegelijk op beide toetsen.
Door iedere druk op beide toetsen wordt afwisselend de voorwaartse ( bandtransportrichting ingesteld.
) en tegengestelde ( )
Stoppen en uitwerpen van de cassette
Druk op 0. De cassetteweergav e stopt en de cassette wordt uitgeworpen. U hoort vervolgens de uitzending van de laatst ontvangen zender of de w eergave v an de CD­wisselaar.
• De cassette kan tevens worden uitgeworpen wanneer het toestel is uitgeschakeld.
Snel doorspoelen van een cassette
Druk op ¡ of 1. De band wordt in de richting van de pijlen gespoeld (¡ of 1). Druk licht op ¡ of 1 om de weergave weer voort te
zetten.
16
Bandtransportrichting
Page 17

GELUID REGELEN

SOUND
Vooraf ingestelde geluidsweergave selecteren
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
SOUND
Elke keer dat u op SOUND drukt, verandert de geluidsweergave als volgt.
Indicatie Voor: Vooraf ingestelde waarden
Bas Treble Loudness SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 Aan BEAT Rock- of discoritme +2 00 Aan POP Lichte muziek +4 +1 Uit SOFT Rustige achtergrondmuziek +1 –3 Uit
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstelling vindt u in het gedeelte “Uw eigen geluidsinstelling opslaan” op bladzijde 19.
• Meer bijzonderheden over het aanpassen van het niveau van bas en treble vindt u in het gedeelte “Geluid aanpassen” op bladzijde 18.
• Wanneer een bepaalde geluidsweer gave is geselecteer d, wordt dit als volgt op de display weer gegeven:
Op de display is de tekst “POP” te zien, wanneer u deze geluidsweergave hebt geselecteerd.
17
Page 18
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
2
1
SEL
Indicatie Doel: Bereik
BAS Bastonen aanpassen –6 (min.) tot +6 (max.)
NEDERLANDS
(bas) TRE Treble aanpassen –6 (min.) tot +6 (max.)
(treble) FAD Evenwicht tussen voor- en R6 (alleen achterin) tot
(faden)* achterspeakers aanpassen F6 (alleen voorin) BAL Evenwicht tussen linker- en L6 (alleen links) tot
(balans) rechterspeaker aanpassen R6 (alleen rechts) LOUD
(Loudness)
VOL Het volume aanpassen 00 (min.) tot 50 (max.) (volume)
Opmerking:
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u FAD op “00” zetten.
De lage en hoge tonen worden versterkt voor een goed gebalanceerd geluid bij weergave met een laag volume.
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
ON (geactiveerd) OFF (uitgeschakeld)
18
2
Pas het niveau aan.
Druk op de + toets om de loudness-functie te activeren en druk op – om deze functie uit te schakelen.
Opmerking:
Normaal gesproken werken de toetsen + en – als volumeregelaars. U hoeft “VOL” dus niet te selecteren als u het geluidsniveau wilt aanpassen.
Page 19
Uw eigen geluidsinstelling opslaan
De geluidsweergave (BEAT, POP, SOFT zie bladzijde 17) kan worden aangepast en in het geheugen worden opgeslagen.
3
1
2
3
4
SOUND
Binnen
5 seconden
SEL
Binnen
5 seconden
Binnen
5 seconden
SOUND
2
1, 4
Roep de geluidsweergave op die u wilt aanpassen.
Meer bijzonderheden over de geluidsweergave vindt u op bladzijde 17.
Kies BAS, TRE of LOUD.
Stel het niveau voor de lage (bas) of hoge (treble) tonen in of activeer de loudness­functie of schakel deze functie uit.
Meer bijzonderheden over bas en treble vindt u op bladzijde
18.
Druk op SOUND en houd deze toets ingedrukt totdat de geluidsweergave die u bij stap 1 hebt geselecteerd op het afleesvenster begint te knipperen.
Uw instelling wordt in het geheugen opgeslagen.
NEDERLANDS
5
Herhaal deze procedure om de andere instellingen op te slaan.
Opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen
Herhaal bovenstaande procedure en stel de waarden in die zijn weergegeven in de tabel op bladzijde 17.
19
Page 20

ANDERE HOOFDFUNCTIES

Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1, 5
2, 3, 4
2, 3, 4
1
2
NEDERLANDS
3
SEL
1
SSM
1
SSM
Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen.
2
Stel het uur in. 1 Selecteer de vermelding “CLOCK
H” als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
2
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M”. 2 Pas de minuten aan.
20
Page 21
4
1
SSM
2
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding 24H/12H”. 2 Selecteer de vermelding 24H of
12H”.
5
SEL
Stel de klok in werking.
Huidige tijd van de klok controleren (andere modus op afleesvenster tonen)
Druk meerdere malen op DISP. Elke keer dat u op de toets drukt, verandert het afleesvenster als volgt.
Voor FM-stations met RDS
Voor AM- en andere
FM-stations
zie pagina 14
Frequentie
Klok
Bij gebruik van het
cassettedeck:
Afspeelmodus
Klok
Bij gebruik van de CD-wisselaar:Bij gebruik van de radio:
Klok
Verstreken speeltijd
Nummer van de CD
NEDERLANDS
21
Page 22
De algemene instellingen wijzigen
U kunt de items die op de volgende pagina worden genoemd aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen.
Basisprocedure
1, 4
3
2
1
NEDERLANDS
2
3
4
SEL
SEL
SSM
Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen.
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde 23.)
Selecteer of wijzig de instelling van het item dat u in stap 2 hebt geselecteerd.
Druk wanneer u klaar bent op de SEL.
22
Page 23
12 3
SEL
SSM
4
SEL
Leg de instelling vast
Kies...
CLOCK H Instellen van het uur CLOCK M 24H/12H 24/12-uur aanduiding voor
AUTO ADJ Automatische instellen van
DISPMODE Displayfunctie
CH DISP Wisselaardisplay PTY STBY PTY-standby PTY SRCH PTY-zoeken TA VOL Volume voor
TEL Audiodemping voor
Instellen van de minuten
de klok
de klok
verkeersinformatie
cellulaire telefoonsystemen
Terug
Terug
12H
(12-uur)
ADJ OFF
(Uitgeschakeld)
PS NAME (Zendernaam)
CLOCK
(Klok)
TIME (Tijd)
29 programmatypen (Zie blz. 15.)
VOL (00-50)
(Volume 00 – 50)
OFF
MUTING 2
Stel in...
Verder Verder
24H
(24-uur)
ADJ ON
(Geactiveerd)
FREQ (Frequentie)
DISC (CD)
MUTING 1
Fabrieksin­stellingen
0:00
24H
ADJ ON
PS NAME
DISC
NEWS
(Zie blz. 11.)
VOL (20)
OFF
Zie blz.
20
20
15
14
24 11 12
14
24
NEDERLANDS
23
Page 24
Bepalen welke gegevens over de CD als eerste worden weergegeven
U kunt kiezen welke gege vens over de CD u als eerste op de displa y weergegev en wilt hebben wanneer u het afspelen van een CD start. Standaard worden het CD-nummer en het track­nummer weergev en. Dit is de instelling zoals die bij het v erlaten van de fabriek v oor dit apparaat is bepaald.
DISC: CD-nummer en track-nummer worden op de display weergegeven.
TIME: Verstreken speeltijd wordt op de display weergegeven.
1. Dr uk op de toets SEL en houdt deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen.
2. Druk op de toets
3. Druk op de toets + of – om de gewenste modus te selecteren. De standaardinstelling voor het weergev en van gege vens bij het afspelen v an een CD , kan nu als volgt worden gewijzigd:
¢ of 4 om de vermelding CH DISP te selecteren.
TIME
Als u tijdens het afspelen van een CD de andere gegevens weergegeven wilt hebben,
moet u op de toets DISP drukken. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de andere gegevens weergegeven.
DISC
NEDERLANDS
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebr uikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus uitgeschakeld.
MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
1. Dr uk op de toets SEL en houdt deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus voor algemene instellingen op te roepen.
2. Druk op de toets
3. Druk op de toets + of – om de gewenste modus te selecteren. De mogelijkheden voor het dempen van de audio bij mobiele telefoongesprekken volgen elkaar in deze volgorde op de display op:
¢ of 4 om de vermelding TEL” te selecteren.
MUTING 1 MUTING 2
OFF
24
Page 25
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijder t, moet u er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
Ontgrendel het bedieningspaneel.
1
2
Druk het bedieningspaneel iets omhoog en trek tegelijkertijd naar u toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het bedieningspaneel in de uitsparing op de houder.
Druk op de rechterkant van
2
het bedieningspaneel totdat dit in de houder vastzit.
NEDERLANDS
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
Connectors
25
Page 26

GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR

Wanneer deze in combinatie met een automatische CD-wisselaar van JVC w or den ge­bruikt (indien apart aangeschaft).
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te maken van de CH-X-serie. Als u een andere automatische CD-wisselaar in uw bezit hebt, raden we u aan contact op te nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires voor meer informatie ov er de juiste aansluitingen.
• V oorbeeld: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om
deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder v an de CD-wisselaar aanwezig zijn of w anneer de CD’ s ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesv enster de tekst “NO CD” of “NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’ s op de juiste wijze in de houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1 - RESET 8” verschijnt, is er iets f out met de verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar . Als dit gebeurt, moet u de verbinding controleren, de verbindingskabel(s) indien nodig stevig vastmaken en dan op de resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
NEDERLANDS
26
4
¢
Nummertoetsen
CD-CH
Selecteer de automatische CD-wisselaar .
CD-CH
“One T oc h” bediening:
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op
te drukken om de spanning in te schakelen.
Het afspelen begint bij het eerste muziekstuk van de eerste CD. Alle muziekstukken van alle CD’s worden afgespeeld.
Nummer van de CD
Nummer van het muziekstuk
Page 27
Versneld vooruit afspelen en achteruit afspelen van het muziekstuk
SSM
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets ¢ om
SSM
naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de volgende track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets 4 terug te keren naar het begin van de huidige track. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de vorige track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Direct naar een bepaalde CD gaan
7 8 9 10 11 12
Druk op de nummertoets die correspondeert met het nummer van de CD om het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD­wisselaar).
Nummer 1 – 6 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde ingedrukt.
en houd deze toets
om
NEDERLANDS
Voorbeeld: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd
Nummer van de CD
Nummer van het muziekstuk
27
Page 28
Kiezen van de weergavefunctie
MO/RND
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
MO/RND
NEDERLANDS
Modus RND-indicator Afspelen in willekeurige volgorde
RND1 Constant aan Alle muziekstukken van de huidige CD, daarna
RND2 Knippert Alle muziekstukken van alle CD’s in de CD-houder.
Elke keer dat u tijdens het afspelen van een CD op MO/RND (Mono/ Random) drukt, verandert de modus Random Play als volgt:
RND1 RND2 Deaktiviert
(Willekeurig 1)
(Willekeurig 2)
de muziekstukken van de volgende CD enzovoorts.
28
Page 29

ONDERHOUD

Levensduur van het apparaat verlengen
Dit apparaat vergt weinig zorg, maar u zult de le vensduur v an het apparaat kunnen verlengen als u onderstaande instructies opvolgt.
Koppen reinigen
• Reinig de koppen na elke 10 bedrijfsuren met een reinigingsband. Gebruik een type band met vloeistof (verkrijgbaar bij uw detailhandelaar). Wanneer de kop vuil wordt, zijn de volgende symptomen merkbaar:
– De geluidskwaliteit wordt minder. – Het geluidsniveau neemt af . – Het geluid valt weg.
• Gebruik geen vuile of stoffige banden.
• Zorg dat het glanzende gedeelte van de kop niet in aanraking komt met metalen of magnetisch gereedschap.
De band schoonhouden
• Bewaar de banden na gebruik altijd in het opbergdoosje.
• Zorg dat u de banden niet neerlegt op:
– Plaatsen waar zij blootstaan aan direct
zonlicht.
– Zeer vochtige plaatsen. – Plaatsen met uitzonderlijk hoge temperaturen.
NEDERLANDS
LET OP!
• Gebruik geen cassettes met loszittende stickers. W anneer de band wordt afgespeeld, kan het apparaat hierdoor worden beschadigd.
• Zorg dat de band strak zit en geen lussen vertoont. Deze kunnen in het mechanisme verstrikt raken.
• Laat na gebruik geen cassettes in de cassettehouder achter. De band kan hierdoor rekken.
29
Page 30

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• Er kan geen cassette in het apparaat worden gestopt.
• De cassettes worden heet.
• Het geluidsniveau van de cassette is erg laag en de geluidskwaliteit is aangetast.
• Het geluid wordt soms onderbroken.
• Er komt geen geluid uit de speakers.
NEDERLANDS
• Automatisch instellen van zenders – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
Oorzaken
U probeert de cassette op de verkeerde manier in de cassettehouder te stoppen.
Dit is geen storing. De cassette kop is vuil.
Verkeerde verbindingen.
De geluidsknop is op de laagste stand gezet.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Oplossingen
Stop de cassette in het apparaat en zorg dat de onderkant, waar de band zichtbaar is, rechts zit.
Reinig de kop met een speciale reinigingsband.
Controleer de bedrading en de verbindingen.
Pas het geluid aan totdat het optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de verbindingen.
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “NO CD” of
“NO DISC”.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “RESET 8”.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “RESET1 — RESET 7”.
30
Er zit geen CD in de CD-houder. De CD’s zijn verk eerd geplaatst.
Het apparaat is niet op de juiste manier met de CD-wisselaar verbonden.
Stop de CD’s in de CD-houder . Plaats de CD's op de juiste
manier. V erbind het apparaat en de CD-
wisselaar op de juiste manier met elkaar en druk op de resetknop van de CD-wisselaar.
Druk op de resetknop van de CD-wisselaar.
Page 31

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voor: 40 W per kanaal Achter: 40 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voor : 16 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz
tot 20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achter: 16 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz
tot 20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: Regelbereik tonen:
Bas: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekar akteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsniveau/Impedantie: 2,0 V/20 k last
speling 4 (4 Ω tot 8 Ω)
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM: (MW) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LW) 144 kHz tot 279 kHz
CASSETTEDECK
Wow & Flutter: 0,15% (WRMS) Versneld doorspoelen: 190 sec. (C-60) Weergavekarakteristiek:
50 Hz tot 14 000 Hz Signaal-/ruisverhouding : 52 dB Stereoseparatie : 40 dB
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V) Aardingssysteem: negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0 °C tot +40 °C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte)
Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie): 182 mm × 52 mm × 150 mm Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 14 mm
Gewicht: 1,3 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekar akteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LW-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
31
Page 32
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0800HISFLEJES
JVC
Page 33
KS-FX463R/KS-FX460R
Handleiding voor installatie/aansluiting Manual de instalación/conexión Manuale d’installazione/collegamento
GET0039-004A
[E]
0800HISFLEJES
JVC
NL, SP, IT
NEDERLANDS
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 volt gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN HET DASHBOARD)
Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie, normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de installatie rekening houden met de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten levert.
1
V oordat u aan de montage van het apparaat begint: drukt u op om het bedieningspaneel te verwijderen.
2
V erwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt losgemaakt. 1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: W anneer u het apparaat rechtop zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard. * Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard is
geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld, stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig sierplaat afstelplaat zodanig dat het uitstekende deel van de plaat aan de linkerkant van de eenheid vast komt te zitten.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
ESPAÑOL
Esta unidad está diseñada para funcionar con 12 voltios de
CC, con sistemas eléctricos de masa NEGATIVA solamente.
INSTALACION (MONTAJE EN EL TABLERO DE INSTRUMENTOS)
La siguiente ilustración muestra una instalación típica. Sin embargo usted deberá efectuar los ajustes correspondientes a su automóvil. Si tiene alguna pregunta o necesita información acerca de las herramientas para instalación, consulte con su concesionario de JVC de equipos de audio para automóviles o a una compañía que suministra tales herramientas.
1
Antes de instalar: Presione (botón de liberación del panel de control) para desmontar el panel de control.
2
Retire la placa de guarnición.
3
Retire la cubierta después de desenganchar los retenes de la cubierta.
1 Ponga la unidad vertical.
Nota: Al poner la unidad vertical, tenga cuidado de no dañar el fusible provisto en la parte posterior.
2 Inserte las dos asas entre la unidad y la cubierta tal
como en la ilustración y desenganche los retenes de la cubierta.
3 Retire la cubierta.
Nota: Después de instalar la unidad, asegúrese de guardar las asas para uso futuro.
4
Instale la cubierta en el tablero de instrumentos. * Después de que la cubierta esté correctamente instalada
en el tablero de instrumentos, doble las lengüetas correspondientes para sostener la cubierta firmemente en su lugar, tal como se muestra.
5
Fije el perno de montaje en la parte trasera del cuerpo de la unidad y coloque el cojín de goma sobre el extremo del perno.
6
Realice las conexiones eléctricas requeridas.
7
Deslice la unidad dentro de la cubierta hasta que quede trabada.
8
Cologue la placa de guarnición de manera que el saliente de la misma quede colocado en el lateral izquierdo de la unidad.
9
Coloque el panel de control.
ITALIANO
L’apparecchio è destinato a funzionare esclusivamente su impianti elettrici da 12V CC, con massa NEGATIVA.
INSTALLAZIONE (MONTAGGIO SUL CRUSCOTTO)
La figura che segue rappresenta un’installazione tipica. Naturalmente, sono possibili adattamenti in funzione del tipo di vettura. Per eventuali chiarimenti in merito ai kit d’installazione, rivolgersi al venditore il locale rivenditore car audio JVC o a negozi analoghi.
1
Operazioni preliminari al montaggio:
(pulsante di sgancio del pannello dicomando) così facendo si rimuove il pannello di comando.
2
Togliere la piastra di finitura.
3
T ogliere la protezione dopo a ver sganciato i relativi b locchi.
1
Posizionare l’apparecchio.
Nota:
Nel posizionare lapparecchio, fare attenzione a
non danneggiare il fusibile sulretro.
2
Inserire le 2 maniglie tra lapparecchio e la protezione (cfr. disegno) per sganciare i blocchi.
3
Togliere la protezione.
Nota:
Una volta ultimate le operazioni d’installazione,
conservare le maniglie per uso futuro.
4
Installare la protezione nel cruscotto. * V erificare la correttezza dellinstallazione della protezione
nel cruscotto, quindi piegare le linguette che tengono in posto la protezione, come illustrato.
5
Fissare il bullone di montaggio sul retro dellapparecchio e collocare il gommino sull’estremità del bullone stesso.
6
Eseguire i necessari collegamenti elettrici.
7
Far scorrere lapparecchio nella protezione finché non risulta bloccato.
8
Applicare la piastra di finitura in modo che la relativa sporgenza venga fissata al lato sinistro dell’unità.
9
Inserire il pannello di comando.
Premere
1
3
Sleuf
Ranura
Feritoia
Hendels
Manijas
Maniglie
9
2
8
Huis
Cubierta
Protezione
7
Rubberdop
Cojín de goma
Gommino
4
4
Dashboard
Tablero de instrumentos
Cruscotto
184 m
m
53 m
m
5
Bevestigingsbout
Perno de montaje
Bullone di montaggio
6
*
Zie achterkant voor elektrische installatie.
Con respecto a las conexiones eléctricas, consulte la página de atrás.
Per i collegamenti elettrici vedere sul retro del presente manuale.
Zekering
Fusible
Fusibile
Huis
Cubierta
Protezione
Vergrendelingsplaat
Placa de bloqueo
Piastra di bloccaggio
Sierplaat
Placa de guarnición
Piastra di finitura
Page 34
•Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
•Cuando emplea un soporte opcional
•Utilizzo del supporto supplementare
Brandscherm
Tabique a prueba de incendios
Parete antincendio
Sluitring
Arandela
Dashboard
T ablero de instrumentos
Cruscotto
Lavatrice
Huis
Cubierta
Protezione
Contra-moer
Tuerca de seguridad
Dado di fermo
Schroef (facultatief)
Tornillo (opción)
Vite (opzionale)
Bevestigingsbout
Perno de montaje
Bullone di montaggio
Steun (facultatief)
Soporte (opción)
Supporto (opzionale)
•Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
•Instalación de la unidad sin utilizar la cubierta
•Installazione dell’apparecchio senza protezione
V oorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
En un Toyota por ejemplo, primero extraiga la radio del automóvil y luego instale la unidad en su lugar.
Ad esempio, in una Toyota, si deve innanzi tutto togliere la radio ed installare poi lapparecchio in suo luogo.
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
T ornillos tipo plano (M5 x 6 mm)*
Viti a testa piana (M5 x 6 mm)*
Console*
Ménsula*
Staffa*
Zak
Compartimiento
Tascabile
* Niet bij dit apparaat inbegrepen.
* No suministrado con esta unidad.
* Non fornite con l’apparecchio.
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Tornillos tipo plano (M5 x 6 mm)*
Viti a testa piana (M5 x 6mm)*
Console*
Ménsula*
Staffa*
Verwijderen van het apparaat
Voordat u het apparaat verwijder t, moet u het achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
V erwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat naar buiten schuiven. (Bewaar de hendels nadat u het
apparaat hebt geïnstalleerd!)
Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange
schroeven gebruiken. Als u langere schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
Nota: Cuando instala la unidad en la ménsula de montaje, asegúrese de utilizar los tornillos de 6 mm de longitud. Si se utilizan tornillos más largos, éstos pueden dañar la unidad.
Durante linstallazione dellapparecchio sulla staffa di montaggio, utilizzare esclusivamente
Nota:
le viti da 6 mm. Si ricorda che luso di viti più lunghe potrebbe danneggiare l’apparecchio.
Extracción de la unidad
• Antes de extraer la unidad, libere la sección trasera.
1
Extraiga el panel de control.
2
Retire la placa de guarnición.
3
Inserte las 2 manijas entre las ranuras, como se muestra. Luego, separe gentilmente las manijas y extraiga la unidad.
(Asegúrese de conservar las manijas después de instalarlo.)
Rimozione dell’apparecchio
Prima di rimuovere lapparecchio, sganciare la parte posteriore.
1
Togliere il pannello di comando.
2
Togliere la piastra di finitura.
3
Inserire le 2 maniglie nelle guide, come indicato. A questo punto, tirare delicatamente le maniglie allontanandole l’una dallaltra, quindi estrarre lapparecchio.
(Conservare le maniglie per uso futuro.)
312
Lijst van onderdelen die u bij installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd. Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Behuizing
Estuche duro
Contenitore
Sierplaat
Placa de guarnición
Piastra di finitura
Lista de piezas para instalación y conexión
Con esta unidad se suministran las siguientes piezas. Después de inspeccionarlas, colóquelas correctamente.
Stroomkabel
Cordón de alimentación
Cavo di alimentazione
Hendels
Manijas
Maniglie
Hendel
Manija
Maniglia
Componenti da usare per l’installazione ed il collegamento
Assieme allapparecchio vengono forniti i componenti sottoindicati. Prima di procedere, verificare che tutto sia in ordine.
Contra-moer (M5)
T uerca de seguridad (M5)
Dado di fermo (M5)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
Perno de montaje (M5 x 20 mm)
Bullone di montaggi (M5 x 20 mm)
Huis
Cubierta
Protezione
Rubberdop
Cojín de goma
Gommino
Sluitring (ø5)
Arandela (ø5)
Lavatrice (ø5)
Page 35
NEDERLANDS
ESPAÑOL
ITALIANO
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de minpool van de accu los te maken en alle elektrische verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 volt gelijkstroom met negatie ve aarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
Vervang de zekering door een exemplaar met het aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat, moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
Als u geluidsproblemen hebt De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt, moet u de massaklem aan de achterkant (zie onderstaand aansluitingsschema) aan het chassis van de auto vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel, zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer .
Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet achterin meer dan 40 watt zijn en voorin 40 watt, met een impedantie van 4 tot 8 ohm.
Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van een aardkabel is verbonden met het chassis van de auto.
De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden. Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat van zijn plaats haalt.
CONEXIONES ELECTRICAS
Para evitar cortocircuitos, recomendamos que desconecte el terminal negativo de la batería y que efectúe todas las conexiones eléctricas antes de instalar la unidad. Si usted no está seguro de cómo instalar correctamente la unidad, hágala instalar por un técnico cualificado.
Nota: Esta unidad está diseñada para funcionar con 12 voltios de CC, con sistemas eléctricos de masa NEGA TIV A. Si su vehículo no
posee este sistema, será necesario un inversor de tensión, que puede ser adquirido en los concesionarios de JVC de equipos de audio para automóviles.
• Reemplace el fusible por uno con la corriente especificada. Si el fusible se quemase frecuentemente consulte con su concesionario de JVC de equipos de audio para automóviles.
• Si el ruido fuese un problema... Esta unidad tiene un filtro de ruido en el circuito de alimentación. Sin embargo, en algunos vehículos, pueden producirse chasquidos u otros ruidos indeseados. En tal caso conecte el terminal de tierra posterior (Ver diagrama de conexión abajo.) del receptor al chasis del automóvil, utilizando cordones más gruesos y cortos tales como alambre de cobre trenzado o de grueso calibre. Si el ruido persiste, consulte a su concesionario de JVC de equipos de audio para automóvil.
• La entrada máxima de los altavoces traseros debe ser mayor de 40 vatios y la de los delanteros de 40 vatios, con una impedancia de 4 a 8 ohmios.
Asegúrese de conectar esta unidad a tierra en el chasis del
automóvil.
• El sumidero térmico estará muy caliente después del uso. Asegúrese de no tocarlo al desmontar esta unidad.
COLLEGAMENTI ELETTRICI
Per evitare cor tocircuiti, si consiglia di scollegare il terminale negativo della batteria e di realizzare tutti i collegamenti elettrici prima dinstallare lapparecchio. Se necessario, fare effettuare linstallazione da un tecnico qualificato.
Nota:
L’apparecchio è studiato per funzionare esclusivamente su impianti elettrici da 12 V c.c., con massa NEGATIVA. Se limpianto della vettura è di tipo diverso, è necessario un invertitore di tensione, reperibile presso i venditori il locale rivenditore car audio JVC.
Sostituire il fusibile con uno della potenza specificata. Se il fusibile si brucia spesso, rivolgersi al rivenditore il locale rivenditore car audio JVC.
In caso di rumorosità... Nel circuito di alimentazione dellapparecchio è presente un filtro antirumore. Però, in alcuni tipi di vetture, si possono avvertire rumori indesiderati. In tal caso, collegare il
sul retro
dellapparecchio (cfr. schema di collegamento qui sotto) al telaio dellauto utilizzando cavi più corti e più spessi (ad esempio, calza metallica di rame o filo di calibro maggiore). Se il rumore persiste, rivolgersi al rivenditore il locale rivenditore car audio JVC.
L’ingresso massimo delle casse dev’essere superiore a 40W sul retro e 40W sul davanti, con impedenza di
Mettere a terra lapparecchio sul telaio dellauto.
Dopo luso, il dissipatore di calore si surriscalda. Evitare di toccarlo quando si estrae l’apparecchio.
Warmte-opnemer
Sumidero térmico
Dissipatore di calore
terminale di terra
4–8 Ohm
.
A Normale verbindingen / Conexiones tipicas / Collegamenti tipici
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen: moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen.
1
Verbind de gekleurde snoerdraden in de hier na genoemde volgorde aan op de accu van de auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde 2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12V) 3 Rood: naar een accessoire aansluitklem 4 Blauw met witte streep: naar de antenne (200mA
maximaal)
5 Bruin: Naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees voor
meer informatie de instructies die bij de mobiele telefoon worden geleverd.)
6 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1 (beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7) met de pluspool (+) van de accu verbinden.
In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
B1 B3 B5 B7 B2 B4 B6 B8
A1 A5 A7 A2 A4 A6 A8
Massaklem aan achterkant
Terminal de tierra posterior
T erminale di terra posteriore
Uitgang (zie schema
Salida de línea (véase diagrama
Uscita (cfr. schema
Aansluitpunt antenne
Terminal de la antena
Terminale per antenna
■B
B )
Zekering, stand 2
Posición 2 del fusible
Posizione 2 del fusibile
Zekering, stand 1
Posición 1 del fusible
Posizione 1 del fusibile
B )
)
Stekker JVC CD-wisselaar
Jack del cambiador de CD de JVC
Presa per CD changer JVC
3
2
Naar antenne
A la antena
Sullantenna
*1:Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens
het te installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
*1:Antes de comprobar el funcionamiento de esta unidad
previa a de la instalación, es necesario conectar este cable, de lo contrario no se podrá conectar la alimentación.
*1:Per poter verificare il funzionamento dell’apparecchio
prima dellinstallazione, è necessario avere già collegato questo filo (altrimenti è impossibile accendere lapparecchio).
B6
B5
Wit met zwarte streep
Blanco con rayas negras
Bianco a strisce nere
Wit
Blanco
Bianco
1
6
Grijs met zwarte streep
Gris con rayas negras
Grigio a strisce nere
Antes de la conexión: Verifique atentamente el conexionado del vehículo. Una conexión incorrecta podría producir daños graves en la unidad.
1
Conecte los conductores de color del cable de alimentación a la batería del automóvil, altavoces y antena motriz (si la hubiere) en la secuencia siguiente.
1 Negro: a tierra 2 Amarillo: a la batería del automóvil (12V constantes) 3 Rojo: a un terminal de accesorio 4 Azul con rayas blancas: a la antena motriz (200mA
máximo)
5 Marrón: al sistema de teléfono celular (para mayor
información, refiérase a las instrucciones del teléfono celular.)
6 Otros: a los altavoces
2
Conecte el cable de antena.
3
Por último, conecte el cable de alimentación a la unidad.
Nota: Si su vehículo no dispone de ningún terminal para accesorios, mueva el fusible de la posición 1 (posición inicial) a la posición 2, y conecte el conductor rojo (A7) al terminal positivo (+) de la batería.
• En este caso, no se utiliza el conductor amarillo (A4).
B110B3 B5 B7 B2 B4 B6 B8
A1 A5 A7 A2 A4 A6 A8
Zekering 10A
Fusible de 10A
Fusibile 10A
Zwart
Negro
Nero
A8
1
1
Geel *
Amarillo*
Giallo*
1
1
A4
2
Rood
Rojo
Rosso
Blauw met witte streep
Azul con rayas blancas
Blu a strisce bianche
Bruin / Marrón /
B3B4
Grijs
Gris
Grigio
Prima del collegamento:
della vettura. Si ricorda che un collegamento improprio può danneggiare seriamente l’apparecchio.
1
Collegare i fili colorati del cavo di alimentazione alla batteria dellauto, alle casse ed allantenna (se presente) nella sequenza indicata.
1 2 3 4 5
6
2
Collegare il cavo dell’antenna.
3
Infine, collegare i cablaggi all’apparecchio.
Nota:
Se la vettura non dispone di terminale per accessori, spostare il fusibile dalla posizione 1 (posizione iniziale) alla posizione 2, collegare il filo rosso (A7) sul terminale della batteria con segno positivo (+).
In questo caso, non si usa il filo giallo (A4).
Wij adviseren u om een CD-wisselaar uit de CH-X serie aan te sluiten.
Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een extra kabel nodig (KS-U15K).
Recomendamos conectar uno de los cambiadores de CD de la serie CH-X.
• Si su cambiador de CD es de la serie KD-MK, necesitará un cable opcional (KS-U15K).
Consigliamo di utilizzare CD changer della serie CH-X.
Se si usa un CD changer della serie KD-MK, occorre un cavo opzionale (KS-U15K).
Niet bij het apparaat inbegrepen.
*
No suministrado con esta unidad.
Non fornito con lapparecchio.
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
A un cuerpo metálico o chasis del automóvil
Sulla carrozzeria metallica o sul telaio dellauto
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar).
A un terminal activo del bloque de fusibles conectado a la batería del automóvil (desviando el interruptor de encendido)
Su un terminale sotto tensione nel blocco fusibili che si collega alla batteria dellauto (bypassando linterruttore di accensione)
A7
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
3
A un terminal accesorio del bloque de fusibles
Su un terminale per accessori nel blocco fusibili
A5
4
Marrone
B7
B8
Groen met zwarte streep
Verde con rayas negras
Verde a strisce nere
Groen
Paars met zwarte streep
Verde
Púrpura con rayas negras
Verde
Porpora a strisce nere
Verificare attentamente il cablaggio
Nero: massa Giallo: alla batteria dellauto (12V costanti) Rosso: ad un terminale per accessori Blu con strisce bianche: allantenna (200mA massimo) Marrone: al cellulare (P er i particolari, vedere le instruzioni del telefono cellulare.) Altri: alle casse
Contactschakelaar
Interruptor de encendido
Interruttore di accensione
*
*
Zekeringblok
bloque de fusibles
Blocco fusibili
Naar de antenne (indien aanwezig)
A la antena motriz si la hubiere
Sullantenna, se presente
A2
5
Naar het mobiele-telefoonsysteem
Al sistema de teléfono celular
Al cellulare
B1B2
Paars
Púrpura
Porpora
Linkerspeaker (voorin)
Altavoz izquierdo (frontal)
Cassa sinistra (anteriore)
Rechterspeaker (voorin)
Altavoz derecho (frontal)
Cassa destra (anteriore)
Linkerspeaker (achterin)
Altavoz izquierdo (trasero)
Cassa sinistra (posteriore)
Rechterspeaker (achterin)
Altavoz derecho (trasero)
Cassa destra (posteriore)
Page 36
VOORZORGSMAATREGELEN bij het verbinden
L
R
+
-
+
-
+
-
+
-
van de stroomkabeldraad met de speakers:
Verbind de speakerdraden van de stroomkabel NIET met
de accu van de auto; als u dit wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
Sluit de zwarte draad (aarding), de gele draad (verbinding met accu van de auto, constant 12V) en de rode dr aad (v erbinding met een aansluitklem) op de juiste wijze aan.
VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met de speakers verbindt, moet u de bedrading v an de speakers in uw auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag het
apparaat NIET worden aangesloten met behulp van deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen. Pas de bedrading v an de speakers aan, zodat u het apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat afgebeeld in Fig.
3.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals staat
afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat aansluiten met
behulp van de oorspronkelijke speak erbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speak erbedrading in uw auto, moet
u contact opnemen met uw autodealer.
PRECAUCIONES sobre las conexiones de la fuente de alimentación y de los altavoces:
NO conecte los conductores de altavoz del cable de
alimentación a la batería de automóvil, pues podrían producirse graves daños en la unidad.
Conecte correctamente el conductor negro (a tierra), el conductor amarillo (a la batería del automóvil, 12V constantes), y el conductor rojo (a un terminal de accesorio).
ANTES de conectar a los altavoces los conductores de altavoz del cable de alimentación, verifique el conexionado de altavoz de su automóvil. – Si el conexionado de altavoz de su automóvil es como
se indica en las Fig. 1 y 2 de abajo, NO conecte la unidad utilizando ese conexionado de altavoz original. Si lo hace, se producirán daños graves en la unidad. Vuelva a efectuar el conexionado de altavoz de manera que pueda conectar la unidad a los altavoces de la manera indicada en la Fig. 3.
Si el conexionado de altavoz de su automóvil es como
se indica en la Fig. 3, podrá conectar la unidad utilizando el conexionado de altavoz original de su automóvil.
– Si tiene dudas sobre el conexionado de altavoz de su
automóvil, consulte con su concesionario.
PRECAUZIONI! Collegamento del cavo di alimentazione e delle casse:
NON collegare i fili del cavo di alimentazione per le casse
alla batteria dellauto perché l’apparecchio ne verrebbe seriamente danneggiato.
Realizzare il corretto collegamento dei seguenti fili: filo nero
(massa), filo giallo (alla batteria dellauto, 12V costanti) e filo rosso (ad un terminale per accessori).
PRIMA di collegare i fili del cavo si alimentazione per le casse alle casse stesse, verificare il relativo cablaggio sulla vettura.
Se il cablaggio per le casse sulla vettura risulta come
illustrato nelle Fig. 1 e 2 qui sotto,
lapparecchio usando il cablaggio originale, perché si danneggia seriamente l’apparecchio. Rifare il cablaggio delle casse in modo d poter collegare lapparecchio alle casse come illustrato nella Fig. 3.
Se il cablaggio delle casse sulla vettura risulta come
illustrato in Fig. 3,
si può collegare lapparecchio usando il
cablaggio per casse originale presente in vettura.
– In caso di dubbio, rivolgersi alla propria concessionaria auto.
NON collegare
+
-
+
-
L
R
+
-
+
-
Fig. 1
+
-
+
-
+
L
-
+
R
-
Fig. 2
Aansluiting van de gekleurde draden / Conexión de los conductores / Collegamento dei fili
LET OP! / PRECAUCION / ATTENZIONE:
Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE gekleurde draden met isolatieband bedekken.
Para evitar cortocircuitos, cubra los cables NO UTILIZADOS con cinta aislante.
Per evitare cortocircuiti, ricoprire i terminali dei fili INUTILIZZATI con nastro isolante.
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer u ze wilt aansluiten.
Retuerza los alambres de alma para conectarlos.
Nel collegamento torcere i fili del nucleo.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
Suelde los alambres de alma para conectarlos con firmeza.
Saldare i fili del nucleo in modo da collegarli perfettamente.
Fig. 3
B Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur / Conexiones para añadir otros equipos / Collegamento di altre apparecchiature
Dit apparaat beschikt over een uitgang om een versterker en andere apparatuur aan te sluiten. U hebt dus de mogelijkheid om uw auto-stereosysteem nog verder uit te breiden.
Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met de externe kabel van het andere apparaat zodat deze op afstand vanaf deze eenheid kan worden bediend.
Alleen voor een versterker: V erbind de uitgang van het apparaat met de ingang van de versterker.
Como esta unidad posee terminales de salida de línea, se puede utilizar un amplificador u otro equipamiento para mejorar el sistema estereofónico de su automóvil.
Conecte el conductor remoto (azul con rayas blancas) al conductor remoto del otro equipo para poderlo controlar a través de esta unidad.
Sólo para el amplificador: Con un amplificador, conecte los terminales de salida de línea de esta unidad con los terminales de entrada de línea del amplificador.
Dal momento che lapparecchio ha dei terminali di uscita, è possibile utilizzare un amplificatore ed altre apparecchiature per migliorare il sistema stereo della vettura.
Collegare il connettore a distanza (blu a strisce bianche) al conduttore a distanza dellaltro apparecchio in modo da poterlo gestire da questa unità.
Solo per lamplificatore: Collegare i terminali di uscita dellapparecchio ai terminali di entrata dellamplificatore.
Ver sterker / Amplificador / Amplificatore
Paars met zwarte streep /Paars (niet gebruikt)
Púrpuia con rayas negras / Púrpura (No utilizado)
Porpora a strisce nere /Porpora (inutilizzato)
Voorspeakers (zie schema A )
Altavoces delanteros (véase diagrama
Casse frontali (cfr. schema A )
Achterspeakers
Altavoces posteriores
Casse posteriori
Blauw met witte streep
Azul con rayas blancas
Blu a strisce bianche
A )
Naar antenne (indien aanwezig)
A la antena motriz, si la hubiere
Allantenna, se presente
Y-connector (niet meegeleverd)
Conector en Y (no suministrado con esta unidad)
Connettore ad Y (non fornito con l’apparecchio)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
Cable de señal (no suministrado con esta unidad)
Cavo dei segnali (non fornito con lapparecchio)
Groen met zwarte streep/Groen (niet gebruikt)
Verde con rayas negras / Verde (No utilizado)
Verde a strisce nere / verde (inutilizzato)
LINE OUT
Antennedraad
Cable remoto
Filo remoto
L
R
L
REAR
R
Amplificador de JVC
Amplificatore della JVC
L R
INPUT
L R
KS-FX463R/KS-FX460R
JVC versterker
PROBLEMEN OPLOSSEN
De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
LOCALIZACION DE AVERIAS
El fusible se quema.
* ¿Están los conductores rojo y negro corr ectamente conectados?
No es posible conectar la alimentación.
* ¿Está el cable amarillo conectado?
No sale sonido de los altavoces.
* ¿Está el cable de salida del altavoz cortocircuitado?
El sonido presenta distorsión.
* ¿Está el cable de salida del altavoz conectado a masa? * ¿Están los terminales “–” de los altavoces L y R conectados a
una masa común?
La unidad se calienta.
* ¿Está el cable de salida del altavoz conectado a masa? * ¿Están los terminales “–” de los altavoces L y R conectados a
una masa común?
RICERCA GUASTI
Il fusibile brucia.
I fili rossi e neri sono stati collegati correttamente?
*
Non si riesce ad accendere lapparecchio.
*
Il filo giallo è stato collegato?
Non esce alcun suono dalle casse.
Il filo di uscita delle casse è stato protetto contro i cortocircuiti?
*
Suono distorto.
*
Il filo di uscita delle casse è collegato a terra?
*
I terminali “–” delle casse di sinistra e destra sono stati collegati a terra in comune?
L’apparecchio si surriscalda.
*
Il filo di uscita delle casse è stato collegato a terra?
*
I terminali “–” delle casse di sinistra e destra sono stati collegati a terra in comune?
Loading...