JVC GV-SP2 User Manual

DIGITAAL SYSTEEM PRINTER
GV-SP2
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
LYT0546-004A
DU
2 NE
Geachte klant,
Opzet van deze gebruiksaanwijzing
•Alle hoofdstukken en de voornaamste paragrafen staan vermeld in de inhoudsopgave (Z zie blz. 4).
•De meeste paragrafen worden gevolgd door een aantal voetnoten. Leest u deze a.u.b. ook door.
•De basisbediening en de uitgebreide mogelijkheden worden afzonderlijk behandeld, voor een gelijkmatig leerproces en overzichtelijke naslag.
Het is aanbevolen ...
.... het overzicht van de "Toetsen, indicators en
aansluitingen" (Z zie blz. 5) goed te bestuderen, zodat u weet waar de bedieningsorganen zich bevinden, alvorens u de apparatuur gaat aansluiten.
.... de veiligheidsvoorschriften en
voorzorgsmaatregelen aandachtig door te lezen. Deze bevatten informatie die bijzonder belangrijk is voor een veilig gebruik van uw nieuwe Digitaal Systeem Printer.
Lees vooral ook de aanwijzingen op blz. 3 zorgvuldig door, voor u het apparaat in gebruik neemt.
Wanneer u het apparaat in een kast of op een boekenplank installeert, moet u zorgen dat er rondom het apparaat voldoende vrije ruimte is om een goede ventilatie te verzekeren (tenminste 10 cm aan beide zijkanten, de bovenkant en de achterkant.)
Blokkeer de ventilatieopeningen niet. (Indien de ventilatieopeningen door een krant, een doek e.d. worden geblokkeerd, zal de warmte niet uit het apparaat kunnen ontsnappen.)
Plaats geen verlichtingsbronnen met blote vlammen, zoals brandende kaarsen, bovenop het apparaat.
Wanneer u lege batterijen wegdoet, moet u rekening houden met het milieuprobleem en de plaatselijke voorschriften of wetten betreffende het wegdoen van batterijen strict in acht nemen. Stel het apparaat niet bloot aan gedruppel of gespetter.
Gebruik het apparaat niet in een badkamer of andere plaatsen met water.
Plaats ook nooit voorwerpen die met water of een andere vloeistof zijn gevuld (zoals schoonheidsmiddelen, geneesmiddelen, bloemenvazen, potplanten, kopjes e.d.) bovenop dit apparaat. (Indien water of een andere vloeistof in dit apparaat terechtkomt, kan brand of een elektrische schok worden veroorzaakt.)
VEILIGHEIDS­VOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: STEL DIT APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT, OM GEVAAR VOOR BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN.
VOORZICHTIG
n Wanneer u het apparaat geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken.
n In het inwendige is gevaarlijke hoogspanning
aanwezig. Laat inwendig onderhoud over aan bevoegd vakpersoneel. Om brand of elektrische schokken te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact alvorens enige signaal- of antenne-aansluiting te maken of te verbreken.
Met de aan/uit-schakelaar (STANDBY/ON
) wordt de stroomtoevoer naar het apparaat niet verbroken, maar alleen het apparaat zelf in werking gesteld. In de " " stand staat het uitgeschakeld, maar wel gebruiksklaar; in de " " stand staat het apparaat aan. Steek de stekker in een dichtbij geplaatst, goed toegankelijk stopcontact.
OPMERKING:
Het identificatieplaatje (met het serienummer) en een aantal veiligheidsvoorschriften bevindt zich aan de onderzijde en/of de achterzijde van het apparaat.
VOORZORGSMAATREGELEN
NE 3
Als u waarneemt dat er rook of een merkwaardige geur uit de printer komt, dient u deze ONMIDDELLIJK uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Gebruik van de printer onder deze omstandigheden kan leiden tot brand of een elektrische schok. Neem contact op met uw JVC dealer. Probeer NIET de storing zelf te verhelpen.
STEEK NOOIT enig voorwerp in de printer, want dit zou gevaar voor brand of een elektrische schok kunnen opleveren. Als er per ongeluk vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomt, schakel dan de printer uit, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw JVC handelaar.
Wees vooral voorzichtig bij het verplaatsen of vervoeren van de printer. Als de printer is gevallen, gebruik hem dan niet meer. Merkt u tijdens gebruik dat de printer beschadigd is, schakel hem dan uit, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw JVC handelaar. Verder gebruik van de printer onder dergelijke omstandigheden kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
ZET GEEN meubilair of zwaar voorwerp op het netsnoer van de printer en zorg dat het niet te dicht bij een warmtebron ligt, want dat zou het netsnoer kunnen beschadigen. Trek niet aan het snoer en zorg dat het niet verwrongen wordt. Bij schade aan het snoer dient u contact op te nemen met uw JVC handelaar. TREK NIET aan het snoer om de aansluiting op het stopcontact te verbreken. Pak de stekker vast en trek alleen daaraan. Gebruik van de printer met een beschadigd netsnoer kan leiden tot defecten, brand of een elektrische schok.
IN GEEN GEVAL de ombouw van de printer demonteren in een poging de printer zelf te repareren of aan te passen. Bepaalde onderdelen in het inwendige staan onder hoge spanning en u zou gevaar lopen voor een elektrische schok en ernstige schade aan het apparaat. Bij problemen met de printer dient u contact op te nemen met uw JVC handelaar.
Let er op dat u het stopcontact waar de stekker van de printer in gestoken is gemakkelijk kunt bereiken zodat u de stekker er onmiddellijk uit kunt halen in geval van nood. Stop de stekker van de printer in een ander stopcontact dan uw TV of videorecorder.
BETREFFENDE DE THERMISCHE KOPPEN
• Binnenin het apparaat bevinden zich de thermische koppen die het afdrukken mogelijk maken. Deze koppen kunnen bijzonder warm worden. Raak de koppen niet aan, want u zou zich kunnen branden of verwonden.
• Bij langdurig gebruik van de printer zullen de koppen slijten, net als de koppen van een videorecorder. Naarmate de koppen verslijten, zal de afdrukkwaliteit geleidelijk teruglopen. Merkt u dat de kwaliteit is afgenomen, dan kan het nodig zijn de koppen te vervangen. Neem dan contact op met uw JVC handelaar.
CONDENSVOCHT IN HET APPARAAT
Als er vocht uit de lucht in het inwendige van de printer condenseert, kan het papier tijdens het afdrukken gaan plakken en vastlopen of kan de afdrukkwaliteit hieronder lijden. Als u denkt dat er condensvocht in het apparaat kan zijn, laat de printer dan ten minste 2 uur lang ongebruikt (maar wel ingeschakeld) staan, zodat het vocht kan verdampen. Als er vastgelopen papier in het apparaat zit, verwijder dit dan voor u de printer inschakelt. Blanco afdrukvellen die nat of vochtig zijn geworden, mogen niet meer voor afdrukken worden gebruikt.
• Condensatie in de printer kan optreden onder de volgende omstandigheden:
1) in een koude ruimte waar de verwarming plotseling is
ingeschakeld;
2) bij opstelling in de koele luchtstroom van een
airconditioning;
3) na verplaatsing of vervoer van de printer van een
koude naar een warme omgeving.
STOF
Stofdeeltjes of pluisjes die aan het afdrukpapier blijven kleven, evenals extreme temperatuurswisselingen, kunnen kleurfouten of strepen in de afdrukken veroorzaken.
Veronachtzamen van de volgende aanwijzingen kan resulteren in schade aan de printer.
NOOIT de printer opstellen...
1.
... op een erg warme, koude of vochtige plaats. ... in de volle zon. ... in een stoffige omgeving. ... in de buurt van krachtige magnetische velden. ... op een hellende, trillingsgevoelige of onstabiele
ondergrond.
2.
NOOIT de ventilatie-openingen van de printer afdekken
of blokkeren.
3.
NOOIT zware voorwerpen bovenop de printer plaatsen.
4.
NOOIT vloeistoffen of etenswaren bovenop de printer
plaatsen.
5.
VERMIJD blootstelling van de printer aan schokken of
stoten, tijdens vervoer van het apparaat.
WAARSCHUWING:
Bij aanpassingen of wijzigingen die niet zijn goedgekeurd door JVC kan uw garantie vervallen.
4 NE
TOETSEN, INDICATORS EN AANSLUITINGEN VOORBEREIDING INSTALLEREN VAN DE INKTCASSETTE INSTALLEREN VAN DE PAPIERLADE
KABELVERBINDING
DE STANDAARD GEBRUIKEN WANNEER HET PAPIER VASTLOOPT
PC PRINTER EDITIE voor Windows
DE SOFTWARE INSTALLEREN AFDRUKKEN MET Windows INSTELLINGEN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA INDIEN AFDRUKKEN NIET MOGELIJK IS
PC PRINTER EDITIE voor Macintosh
PC PRINTER EDITIE VOOR Macintosh DE SOFTWARE INSTALLEREN AFDRUKKEN MET Macintosh
INSTELLINGEN IN HET DIALOOGVENSTER “PAPER SETTING” (Papier-instellingen)
INSTELLINGEN IN HET DIALOOGVENSTER “PRINT” (Afdrukken) FOUTMELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
INHOUDSOPGAVE
5 6 8
9 10 11
®
®
®
®
®
12
13 14 16 18 20
21
22 23 24 26 27 28 30
Kleurenpapier & afdruk set
•Standaard afdrukpapier (10 vellen)
•Inktcassette (voor 10 afdrukken)
CD-ROM
•Printerstuurprogramma (Windows® en Macintosh®)
Het maken van afdrukken van voorbespeelde videocassettes of discs, zonder voorafgaande
Printerkabel Lengte: ca. 1,0 m Om videoapparatuur met de printer te verbinden
Ferrietkern (1 st.) Voor de USB-kabel
Standaard
USB-kabel (in de handel verkrijgbaar) Om de personalcomputer met de printer te verbinden (A-B connectortype)
toestemming van de auteursrechthebbende, kan in strijd zijn met de wettelijke bepalingen betreffende het auteursrecht geldend voor video-opnamen, uitzendingen en kabelprogramma's en daarin vervatte literaire of muzikale werken, toneelkunst of beeldende kunst.
TOETSEN, INDICATORS EN AANSLUITINGEN
4
1
NE 5
Vooraanzicht
2
5
6
7
8
1 STANDBY/ON toets
• Hiermee zet u de printer aan of uit (standby).
2 Inktcassette toegangsklep
• Open deze om de inktcassette in het toestel te installeren of uit te nemen.
3 Papieruitlaat
• De afdrukken worden langs hier naar buiten gevoerd.
4 PRINT DATA ingangsaansluiting
• Gebruik de bijgeleverde printerkabel om deze aansluiting te verbinden met de printer-uitgangsaansluiting op de videocamera.
5 STANDBY/ON lampje
• Dit lampje licht op wanneer de printer wordt ingeschakeld.
6 Afdruklamp (PRINT)
• Knippert terwijl beeldgegevens worden ontvangen. Brandt tijdens het afdrukken.
7 Foutlampje (ERROR)
• Geeft aan dat er een fout in de printer is opgetreden. Indien dit lampje brandt of begint te knipperen, moet u de foutmelding op het display van de videocamera controleren.
8 Papierlade
• Plaats het printpapier in deze lade.
3
Achteraanzicht
0
9
9 Netstroomkabel
• Sluit deze aan op een stopcontact. Druk altijd op de STANDBY/ON toets om de printer uit te schakelen alvorens de stekker van de netstroomkabel uit het stopcontact te verwijderen.
0 USB-aansluiting
• Gebruik een in de handel verkrijgbare USB-kabel om deze aansluiting te verbinden met de USB-aansluiting op de personalcomputer.
Ondersteuning van USB-interface
Deze printer ondersteunt USB (Universele Seriële Bus), de nieuwe standaard seriële interface.
Stroombesparingsfunctie
1. Om de printer in de stand voor stroombesparing te zetten, houdt u de STANDBY/ON lang ingedrukt terwijl de printer is uitgeschakeld.
2. In de stand voor stroombesparing wordt de printer automatisch uitgeschakeld wanneer u deze een tijd lang niet gebruikt.
3. Om weer te kunnen printen nadat de printer automatisch werd uitgeschakeld, drukt u de STANDBY/ON éénmaal in. De printer wordt dan weer ingeschakeld.
4. Herhaal stap 1 indien u de printer weer in de stand voor stroombesparing wilt zetten.
toets enkele seconden
toets
6 NE
•Let er op dat alle voorbereidingen zijn getroffen en dat alles klaar staat voor u gaat afdrukken.
1
Zorg voor een kleurenpapier & afdruk set (bladzijde 7).
2
Installeer de inktcassette in de printer (bladzijde 8).
3
Doe de vellen kleurenpapier in de papierlade en installeer de papierlade (bladzijde 9).
• Gebruik de vellen papier en de inktcassette uit dezelfde set.
4
Sluit een bronapparaat aan op de printer (bladzijde 10).
5
Stop de stekker van de printer in het stopcontact en druk op de STANDBY/ON toets.
• De stroom wordt ingeschakeld en het STANDBY/ON lampje zal oplichten.
VOORBEREIDING
De voorbereidingen zijn nu voltooid. Alvorens te gaan afdrukken, moet u de gebruiksaanwijzing van de aangesloten videoapparatuur zorgvuldig doorlezen en ook bladzijden 13 tot 27 in deze gebruiksaanwijzing lezen voor bijzonderheden omtrent USB-afdrukken.
Kleurenpapier & afdruk sets (los verkrijgbaar)
U moet een van de sets uit de volgende tabel gebruiken:
NE 7
SET
PX-K50SFAU (Standaard-type)
PX-K25UFAU (Glanzend)
Voor het afdrukken
• Raak de afdrukzijde van het papier niet aan.
• Plaats het afdrukpapier met de glanzende zijde (de zijde waarop er niets is gedrukt) naar boven in de papierlade. Indien u het papier ondersteboven erin plaatst, kan het papier vastlopen.
• Gebruik in deze printer geen gevouwen, gekreukeld, gekruld of geperforeerd papier. Dit kan vastlopen van het papier of een ander defect veroorzaken.
• Papier dat nat of vochtig is mag u niet gebruiken. Het kan onmogelijk blijken op dergelijk papier af te drukken en de printer kan hierdoor vastlopen.
• Raak het inktvel van de inktcassette niet aan en trek het er niet uit.
• Houd het inktvel van de inktcassette buiten bereik van kleine kinderen
• Wanneer de inktcassette leeg is, dient u deze te vervangen door een nieuwe. Een opgebruikte inktcassette kan niet opnieuw worden gebruikt. Probeer niet het inktvel terug te spoelen om de inktcassette opnieuw te gebruiken.
• Stel het papier niet bloot aan hoge temperaturen, hoge vochtigheid en/of direct zonlicht.
• Op de achterkant van een vel papier kunt u schrijven.
• Als u iets op een vel wilt schrijven, of er een postzegel of zo op wilt plakken, wacht dan tot het afdrukken klaar is. Als u er voor het afdrukken iets op schrijft of plakt, is het mogelijk dat de printer niet naar behoren kan functioneren.
• Lees voor gebruik zorgvuldig de voorzorgsmaatregelen die staan vermeld op de achterkant van de Kleurenpapier & Inkt sets en zijn bijgesloten in de doos.
Standaard afdrukpapier (50 vellen)
• Inktcassette (50 afdrukken)
• Superfijn High Grade papier (25 vellen)
• Inktcassette (25 afdrukken)
INHOUD
GEBRUIK
Afdrukken van uw favoriete afbeeldingen, net alsof u kiekjes maakt.
Maak zelf unieke ansichtkaarten enz. met minder verbleking van de kleuren dan bij het standaard papier.
Na het afdrukken
• Als u een pas gedrukt vel met natte handen aanpakt, kan de afgedrukte afbeelding verkleuren.
• Als een afdruk organische oplosmiddelen (alcohol, ester, keton e.d.) opneemt, zullen de kleuren verbleken.
• Als u plakband of zacht plastic op een afdruk doet, zal de resulterende chemische reactie het verbleken van de kleuren versnellen.
• Als u iets op een vel wilt schrijven, kunt u het best een zacht potlood of een daarvoor bedoelde viltstift gebruiken. Als u teveel druk op het papier uitoefent bij het schrijven, zult u dat aan de afdrukzijde kunnen zien.
Bewaren
• Bewaar uw afdrukken niet op een plaats met hoge temperaturen of vochtigheid en niet te dicht bij een kachel of andere warmtebron.
• Berg uw afdrukken niet op in een map van zacht plastic. Door een chemische reactie met het plastic kunnen de kleuren verbleken of kunnen de afdrukken aan de map vast gaan plakken.
• Leg twee afdrukken niet met de afdrukzijde tegen elkaar, want dan kunnen ze aan elkaar gaan plakken.
• Bewaar uw afdrukpapier in de bijbehorende doos en zet die op een vlakke ondergrond. Als de vellen niet goed vlak liggen, kunnen ze kromtrekken of omkrullen en uiteindelijk in de printer vastlopen.
8 NE
Inktvel
INSTALLEREN VAN DE INKTCASSETTE
Installeer de inktcassette die hoort bij de los verkrijgbare kleurenpapier & afdruk set.
OPEN DE INKTCASSETTE
1
TOEGANGSKLEP
Trek de klep in de richting van de pijl om deze te openen.
TREK HET INKTVEL STRAK
2
Verwijder het verpakkingsmateriaal waarmee de rollers zijn vastgezet. Draai de roller aan de kant met het in de richting van de pijl. Draai niet aan de roller met het merkteken A.
teken
A
merkteken
merkteken
INSTALLEER DE INKTCASSETTE
3
Schuif de inktcassette erin zodat het teken op het uiteinde dat in de printer wordt gestoken, naar links is gericht. Het teken moet in de richting van het spanningslampje wijzen. Druk door tot u een klik hoort.
SLUIT DE INKTCASSETTE-KLEP
4
De klep zal vastklikken wanneer deze goed dicht wordt gedaan.
Verwijderen van de inktcassette
Druk de ontgrendelknop omhoog. De inktcassette komt dan los en kan uitgenomen worden.
WAARSCHUWING
Steek nooit uw vingers in de opening voor de inktcassette. U zou zich kunnen branden of verwonden.
INSTALLEREN VAN DE PAPIERLADE
Uitnemen en installeren van de papierlade
• Duw de lade even naar binnen om deze te ontgrendelen en trek dan de lade eruit.
• Om de papierlade te installeren, schuift u deze naar binnen totdat zij op haar plaats vastklikt.
Papier in de papierlade leggen
1. Stel het aandrukpaneel A af in
overeenstemming met het papierformaat.
2. Druk de hendel naar omlaag en leg het
papier erin.
• Leg het papier met de glanzende zijde
3. Stel het aandrukpaneel
overeenstemming met het papierformaat. Nadat het papier erin is geplaatst, duwt u
C
vastklikt.
OPMERKINGEN:
Waaier het papier uit om de vellen van elkaar te scheiden.
Lees ook aandachtig de voorzorgsmaatregelen die op de papierlade zijn genoteerd.
Plaats het afdrukpapier met de glanzende zijde (de zijde waarop er niets is gedrukt) naar boven in de papierlade. Indien u het papier ondersteboven erin plaatst, kan het papier vastlopen.
Wanneer het papier vastloopt, zie “Vastgelopen papier verwijderen” op blz.␣ 12.
Verwijder de afdrukken uit de papieruitlaat. Indien u meer dan 25 vellen laat opstapelen in de papieruitlaat, kan het papier vastlopen.
Afdrukzijde
Aandrukpaneel
Perforaties
Hendel
Aandrukpaneel
Perforaties
Aandrukpaneel
A
C
A
B
NE 9
naar boven erin, zodanig dat de zijde met het breedste gedeelte achter de perforaties het dichtst bij aandrukpaneel
B
ligt.
Leg nooit meer dan 25 vellen erin.
naar binnen totdat het op zijn plaats
B
af in
10 NE
KABELVERBINDING
Sluit de printer aan op een stopcontact. Gebruik een ander stopcontact dan dat waarop het tv­toestel en de videorecorder zijn aangesloten.
Netspanningsadapter
•Controleer goed de richting van het 5 teken op de printerkabel en sluit deze aan op de videoappara­tuur.
Naar printer­uitgangsaansluiting
Met het 5 teken naar boven
Ferrietkern
Printerkabel
Ferrietkern
Naar PRINT DATA ingangsaansluiting
Met het 3 teken naar onder
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Printer
Lees de gebruiksaanwijzing van het apparaat dat u aansluit.
Het apparaat dat u gebruikt, heeft een speciale printer-uitgangsaansluiting. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het betreffende apparaat wanneer u het op deze printer aansluit.
DE STANDAARD GEBRUIKEN
NE 11
Gebruik de standaard wanneer er niet veel ruimte beschikbaar is
Als er geen voldoende ruimte is om de printer plat te installeren, kunt u deze rechtop installeren op de bijgeleverde standaard.
Bevestig zodanig dat de gaten overeenkomen met de delen B zoals afgebeeld.
Bedek het schroefgat
AABB
Voorkant
Oppervlak van standaard
A
12 NE
WANNEER HET PAPIER VASTLOOPT
Vastgelopen papier verwijderen
Wanneer het papier vastgelopen is, moet u de printer uitschakelen en dan weer inschakelen. Wanneer u de spanning weer inschakelt, zal de printer de positie van het papier controleren, het mechanisme automatisch terugstellen en alle vastgelopen papier naar buiten voeren. Indien de printer, na te zijn ingeschakeld, het vastgelopen papier niet naar buiten voert, moet u hem weer uitschakelen.
Indien het vastgelopen papier niet wordt verwijderd nadat u deze bediening verschillende malen hebt herhaald, moet u zelf het papier verwijderen of contact opnemen met uw JVC handelaar.
Indien u het vastgelopen papier kunt zien:
• Indien u het vastgelopen papier kunt zien in de papieruitlaat aan de bovenkant van de printer, moet u de printer uitschakelen, het netsnoer uit het stopcontact halen, en dan een smal grijpgereedschap, zoals een pincet, gebruiken om het papier te grijpen en eruit te trekken. Pas op dat u het papier niet scheurt. Het is mogelijk dat het inktvel aan het papier zal kleven; trek beide voorzichtig eruit.
• Indien het inktvel aan het papier is vastgekleefd, moet u het inktvel voorzichtig van het papier losmaken en daarna de inktcassette voorzichtig uit de printer verwijderen.
• Indien het inktvel niet beschadigd is, kunt u de inktcassette verder gebruiken nadat u het inktvel hebt strakgetrokken. Het is echter mogelijk dat de eerstvolgende afdruk met deze inktcassette niet goed zal zijn.
• Indien het inktvel beschadigd is, kunt u de inktcassette niet meer gebruiken.
• Indien u het vastgelopen papier in de inlaat van de papierlade e.d. kunt zien, maar het niet kunt verwijderen, moet u niet verder proberen om het papier te verwijderen. Neem in plaats daarvan contact op met uw JVC handelaar.
Indien u het vastgelopen papier niet kunt zien:
• Indien u niet weet waar het papier is vastgelopen of indien de papierlade klem geraakt is, moet u niet proberen om het papier te verwijderen. Neem in plaats daarvan contact op met uw JVC handelaar.
NE 13
PC PRINTER EDITIE
®
voor Windows
• In het leesmij-bestand (readme.txt.) vindt u aanvullende informatie over het installeren, alsmede informatie die niet in deze gebruiksaanwijzing is opgenomen. Gelieve dit bestand te lezen alvorens de bijbehorende software te installeren.
• Voor de recentste informatie over deze software, bezoek onze website http://www.jvc-victor.co.jp/.
Gebruiksomgeving
De computer die de Windows® systeemprogrammatuur uitvoert, moet voldoen aan de volgende vier voorwaarden.
1. Het moet een PC zijn waarin Windows
2. Het moet een USB-compatibele computer zijn.
3. De geschiktheid voor USB-bedieningen moet door de computerfabrikant gegarandeerd zijn.
4. De computer moet een RAM-capaciteit van 32 MB of meer hebben, 256-kleuren of betere video, en een MMX 150-MHz of snellere CPU.
®
98 is geïnstalleerd.
OPMERKING:
De configuratie van de USB-interface varieert al naar gelang de merken van personalcomputers. JVC kan derhalve niet garanderen dat uw personalcomputer compatibel zal zijn met deze printer.
* Windows® 98 is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de V.S. en andere landen.
De USB-kabel verbinden
Bevestig de bijgeleverde ferrietkern aan de USB-kabel. (Zie blz. 22.)
OPMERKING:
Alvorens de USB-kabel te verbinden, moet u eerst controleren of de aansluitplug van de kabel overeenkomt met de aansluiting op de verbonden videoapparatuur.
14 NE
DE SOFTWARE INSTALLEREN
Installeren van het USB-stuurprogramma
SCHAKEL DE SPANNING VAN DE
1
GV-SP2 IN
VERBIND DE GV-SP2 MET DE PC
2
DOOR MIDDEL VAN DE USB-KABEL
• Geef het "Add New Hardware Wizard" venster weer.
LAAD DE CD-ROM
3
KLIK OP DE Next TOETS
4
KLIK OP DE Next TOETS
5
CONTROLEER OF ER EEN TEKENTJE
6
IS GEZET BIJ "CD-ROM drive" EN KLIK OP DE Next TOETS
KLIK OP DE Next TOETS
7
KLIK OP DE Finish TOETS
8
NE 15
Installeren van het Printer­stuurprogramma
KLIK OP DE Next TOETS IN HET
9
"Welcome" VENSTER
KLIK OP DE Finish TOETS IN HET
10
"Setup Complete" VENSTER
16 NE
AFDRUKKEN MET Windows
Stappen die nodig zijn voor het afdrukken
Schakel de printer in en sluit de USB-kabel aan.
• Controleer of de inktcassette in de printer geïnstalleerd is. (Zie blz. 8.)
• U kunt de afdrukstatus herkennen aan de hand van de lampjes op de printer.
Plaats het afdrukpapier erin.
• Doe het afdrukpapier in de papierlade en installeer de papierlade. (Zie blz. 9.)
Maak de af te drukken gegevens gereed.
• Gebruik de applicatiesoftware om de af te drukken gegevens gereed te maken.
®
Maak de printerinstellingen door gebruik te maken van het printerstuurprogramma.
• U kunt verschillende printerinstellingen maken.
Druk af.
• Het PRINT lampje zal knipperen en het afdrukken zal beginnen.
Afdrukken van een figuur
Voeg tekst eraan toe en bewerk de figuur met in de handel verkrijgbare software, en druk daarna af.
SCHAKEL DE PRINTER IN EN SLUIT DE USB-
1
KABEL AAN
• Controleer of de inktcassette en het afdrukpapier geïnstalleerd zijn.
OPEN HET FIGUURBESTAND DAT U WILT
2
AFDRUKKEN
• Selecteer File (bestand) – Open (openen) en klik op de naam van het figuurbestand dat u wilt afdrukken.
MAAK DE PRINTERINSTELLINGEN
3
• Wanneer u File (bestand) – Print (afdrukken) selecteert, zal het venster Print (afdrukken) verschijnen. Selecteer JVC GV-SP2 als de printernaam.
• Verschillende printerinstellingen kunnen worden veranderd in het venster voor de printerinstellingen. (Zie blz. 18.)
DRUK DE FIGUUR AF
4
• Klik op de OK toets in het Print (afdrukken) venster.
NE 17
18 NE
De instellingen van het printerstuurprogramma zijn in verschillende menu’s (dialoogvensters) onderverdeeld. Dit hoofdstuk geeft een beknopte beschrijving van deze menu’s en hun onderdelen.
INSTELLINGEN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA
6 7
1
3
4
5
1 Aantal afdrukken (Copies)
Stel in wanneer u hetzelfde scherm verschillende malen achtereenvolgens wilt afdrukken. U kunt instellen op een willekeurig aantal tussen 1 en 25.
2 Papier-/Afdrukformaat (Paper/Print Size)
Het formaat van het afdrukpapier wordt hier weergegeven.
3 Gerichtheid (Orientation)
Selecteer de gerichtheid van de pagina. Landschap (Landscape)/Portret (Portrait)
4 Multi-beeld (Multi-image)
Kies hoe vaak u dezelfde scène op een enkel vel wilt afdrukken.
•1 beeld, 4 beelden of 16 beelden
5 Spiegelbeeld (Mirror Image)
Selecteer deze instelling wanneer u wilt afdrukken met de linker en rechter gedeelten van het beeld omgekeerd.
2
8
6 Details (Details)
Dit tabblad wordt gebruikt om de printerpoort voor het afdrukken van de gegevens en het te gebruiken printerstuurprogramma te kiezen. Het wordt ook gebruikt om de spoel­instellingen te maken.
7 Kleurbeheer (Color Management)
Met deze instellingen kunt u kleurprofiel(en) associëren met uw kleurenprinter.
•Automatisch (Automatic)
•Handmatig (Manual)
8 Versie-informatie (Version Info)
Geeft de versie van het GV-SP2 printerstuurprogramma weer.
•Controleer of de aanduiding juist is en klik op OK.
NE 19
Normaal zult u afdrukken van goede kwaliteit krijgen door gewoon het afdruktype en het papierformaat in te stellen. Door de hieronder beschreven menu’s te gebruiken kunt u echter afdrukken van nog hogere kwaliteit krijgen.
2.
Instellen van de helderheid (Brightness)
Stel dit onderdeel in wanneer de kleuren op de afdruk donkerder of helderder zijn
1
2 3
1.
Instellen van de beeldkwaliteit (Hue)
Stel in wanneer u de tint wilt veranderen door de schakering van cyaan, magenta en/of geel af te stellen.
1 Instellen van cyaan (Cyan)
De tint wordt blauw-groen naarmate u instelt in de richting van cyaan (Cyan). Rood, de complementaire kleur van cyaan, wordt intenser naarmate u instelt in de richting van rood (Red).
2 Instellen van magenta (Magenta)
De tint wordt rood-purper naarmate u instelt in de richting van magenta (Magenta). Groen, de complementaire kleur van magenta, wordt intenser naarmate u instelt in de richting van groen (Green).
3 Instellen van geel (Yellow)
De tint wordt geler naarmate u instelt in de richting van geel (Yellow). Blauw, de complementaire kleur van geel, wordt intenser naarmate u instelt in de richting van blauw (Blue).
• U kunt de intensiteit van elk van deze kleuren instellen aan de hand van de instelbalk.
U kunt instellen op een willekeurige waarde tussen –100 en +100, met “0” als de standaardwaarde.
dan op het scherm.
• Stel de helderheid van het hele beeld in aan de hand van de instelbalk. U kunt instellen op een willekeurige waarde tussen –100 en +100, met “0” als de standaardwaarde. Negatieve waarden geven een donkerder beeld, en positieve waarden een helderder beeld. Deze instelling is effectief voor beelden die in hun geheel te donker of te helder zijn.
3.
Instellen van het contrast (Contrast)
Stel dit onderdeel in wanneer de verschillen in helderheid voor het hele beeld niet scherp gedefinieerd zijn, of wanneer het afgedrukte beeld waziger is dan het beeld op het scherm.
• Stel het contrast van het hele beeld in aan de hand van de instelbalk. U kunt instellen op een willekeurige waarde tussen –100 en +100, met “0” als de standaardwaarde. Wanneer u het contrast versterkt, worden de heldere gedeelten helderder en de donkere gedeelten donkerder weergegeven. Wanneer u het contrast verzwakt, zal het schijnbare verschil in helderheid tussen de heldere en de donkere gedeelten verminderen.
OPMERKING:
De computer heeft extra verwerkingstijd nodig wanneer u de printkwaliteit afstelt door middel van de Manual Correction instellingen. Het kan daarom maximaal 90 seconden duren alvorens uw computer reageert wanneer u wilt afdrukken na het instellen van de printkwaliteit. Dit is normaal. Nadat deze wachttijd is verstreken, zal het statusvenster verschijnen en zal de computer weer normaal functioneren.
20 NE
Controleer het volgende indien u niet kunt afdrukken.
INDIEN AFDRUKKEN NIET MOGELIJK IS
Voorbereidingen: Selecteer
STEL
1
2
3
Eigenschappen (Proper­ties) – Details (Details) Afdrukken naar de volgende poort: (Print to the following port:) GV-SP2 PDD Port)
STEL
volgende stuurprogramma: (Print using the following driver:)
KLIK OP
(Spool Settings…)
DE SPOELINSTELLINGEN VAN DE PRINTER VERSCHIJNEN SELECTEER
ondersteuning voor deze printer inschakelen (Enable bi­directional support for this printer)
IN OP
Afdrukken met het
IN OP
Spoel instellingen…
JVC GV-SP2
SP2PORT: (JVC
JVC GV-SP2
Bi-directionele
Mijn Computer
, en selecteer
Printers
Eigenschappen (Properties)
, klik met de rechter muistoets op
1
2
.
3
PC PRINTER EDITIE
®
voor Macintosh
• Aanvullende informatie over het installeren, alsmede informatie die niet in deze gebruiksaanwijzing is opgenomen, kunt u vinden in het bestand
SP2
op de harde schijf. Gelieve dit bestand te lezen
alvorens de bijbehorende software te installeren.
• Voor de recentste informatie over deze software, bezoek onze website http://www.jvc-victor.co.jp/.
about GV-
NE 21
22 NE
PC PRINTER EDITIE VOOR Macintosh
Gebruiksomgeving
De computer die de Macintosh® systeemprogrammatuur uitvoert, moet voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het moet een computer zijn waarin Mac OS 8.6/ Mac OS 9.0 is geïnstalleerd. (Een RAM van minimaal 64 MB is aan te bevelen.)
2. Het moet een USB-compatibele computer zijn met een ingebouwde USB-poort.
TM
(iMac
, iBookTM en Power MacTM G3/G4, PowerBookTM G3)
OPMERKING:
De configuratie van de USB-interface varieert al naar gelang de merken van personalcomputers. JVC kan derhalve niet garanderen dat uw personalcomputer compatibel zal zijn met deze printer.
* Macintosh® is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer.
De USB-kabel verbinden
Bevestig de bijgeleverde ferrietkern aan de USB-kabel. (Zie hieronder.)
®
OPMERKING:
Alvorens de USB-kabel te verbinden, moet u eerst controleren of de aansluitplug van de kabel overeenkomt met de aansluiting op de verbonden videoapparatuur.
De ferrietkern
Wanneer u een optionele USB-kabel gebruikt, moet u de ferrietkern aan de kabel bevestigen. De ferrietkern vermindert de storing die optreedt wanneer de printer met de personalcomputer is verbonden.
2
Nokjes
2
1
Breng de nokjes aan beide zijden omhoog en open de ferrietkern.
• Wanneer u de kabel verbindt, moet u het kabeleinde waar de ferrietkern is bevestigd
aansluiten op de systeemprinter.
Plaats de ferrietkern rond de kabel.
•Bevestig de ferrietkern op ongeveer 2 cm afstand van de aansluitklem.
2cm
31
3
Klem de ferrietkern rond de kabel en druk deze dicht tot de nokjes vergrendelen.
Klik
DE SOFTWARE INSTALLEREN
NE 23
De software installeren
Voor bijzonderheden over de basisbediening van de Macintosh, zie de gebruikershandleiding van de computer.
Voorbereidingen: Start de Macintosh.
• Sluit alle andere software die u momenteel gebruikt af. Druk op de STANDBY/ON printer in te schakelen.
VERBIND DE GV-SP2 MET DE PC
1
DOOR MIDDEL VAN DE USB­KABEL
SCHAKEL DE SPANNING VAN DE
2
GV-SP2 IN
PLAATS DE BIJGELEVERDE CD-ROM
3
IN DE CD-ROM DRIVE
DUBBELKLIK OP HET PICTOGRAM
4
VAN DE GELADEN CD-ROM
toets om de
DUBBELKLIK OP DE
5
EN DUBBELKLIK OP HET
(Installeren)
KLIK OP
6
HET DIALOOGVENSTER
(Installatieprogramma)
KLIK OP
7
starten)
OPNIEUW TE STARTEN
• De installatie is voltooid wanneer de GV-SP2 Printer wordt weergegeven in het venster Chooser (Kiezer) op het Apple menu (Apple menu).
PICTOGRAM
Install (Installeren)
Restart (Opnieuw
OM DE Macintosh
GV-SP2
MAP
Installer
IN
Installer
24 NE
AFDRUKKEN MET Macintosh
Stappen die nodig zijn voor het afdrukken
Schakel de printer in en sluit de USB-kabel aan.
• Controleer of de inktcassette in de printer geïnstalleerd is. (Zie blz. 8.)
• U kunt de afdrukstatus herkennen aan de hand van de lampjes op de printer.
Selecteer de GV-SP2 met de keuzeschakelaar.
Voer de papierinstellingen uit en maak de af te drukken gegevens gereed.
• Maak de nodige instellingen voor het afdrukpapier en gebruik de applicatiesoftware om de af te drukken gegevens gereed te maken.
®
Maak de printerinstellingen door gebruik te maken van het printerstuurprogramma.
• U kunt verschillende printerinstellingen maken.
Druk af.
• Het PRINT lampje zal knipperen en het afdrukken zal beginnen.
Afdrukken van een figuur
Voeg tekst eraan toe en bewerk de figuur met in de handel verkrijgbare software, en druk daarna af.
SCHAKEL DE PRINTER IN EN SLUIT DE USB-
1
KABEL AAN
• Controleer of de inktcassette en het afdrukpapier geïnstalleerd zijn.
OPEN HET FIGUURBESTAND DAT U WILT
2
AFDRUKKEN
• Selecteer File (bestand) – Open (openen) en klik op de naam van het figuurbestand dat u wilt afdrukken.
MAAK DE PRINTERINSTELLINGEN
3
• Wanneer u File (bestand) – Page Setup (pagina-opmaak) selecteert, zal het venster voor de pagina-opmaak verschijnen. Maak de nodige instellingen voor onderdelen zoals het papierformaat, enz. (Zie blz. 26.)
• Wanneer u File (bestand) – Print (bestand afdrukken) selecteert, zal het venster voor het afdrukken verschijnen. In dit venster kunt u allerlei informatie zoals het gewenste aantal afdrukken en andere opties instellen, en kunt u tevens de beeldkwaliteit instellen. (Zie blz. 27.)
DRUK DE FIGUUR AF
4
• Klik op de Print toets in het venster voor het afdrukken.
NE 25
26 NE
De instellingen in het dialoogvenster “Paper Setting” zijn in verschillende categorieën verdeeld. Dit hoofdstuk geeft een beknopte beschrijving van de onderdelen die u kunt instellen.
INSTELLINGEN IN HET DIALOOGVENSTER “PAPER SETTING” (Papier-instellingen)
1
3
5
1 Papier-/Afdrukformaat (Paper/Print Size)
Het formaat van het afdrukpapier wordt hier weergegeven.
2 Verkleiningsverhouding (Resize)
U kunt een verkleiningsverhouding voor het afdrukken instellen. Het instelbare bereik van de verkleiningsverhouding kan echter variëren afhankelijk van het papierformaat en de gebruikte applicatiesoftware.
3 Gerichtheid (Orientation)
Selecteer de gerichtheid van de pagina. Landschap (Landscape)/Portret (Portrait)
2
4
4 Multi-beeld (Multi-image)
Kies hoe vaak u dezelfde scène op een enkel vel wilt afdrukken.
•1 beeld, 4 beelden of 16 beelden
5 Spiegelbeeld (Mirror Image)
Selecteer deze instelling wanneer u wilt afdrukken met de linker en rechter gedeelten van het beeld omgekeerd.
INSTELLINGEN IN HET DIALOOGVENSTER “PRINT” (Afdrukken)
Normaal zult u afdrukken van goede kwaliteit krijgen door gewoon het afdruktype en het papierformaat in te stellen. Door de hieronder beschreven menu’s te gebruiken kunt u echter afdrukken van nog hogere kwaliteit krijgen.
NE 27
1
2
Optiescherm
1.
Aantal afdrukken (Copies)
Stel in wanneer u hetzelfde scherm verschillende malen achtereenvolgens wilt afdrukken. U kunt instellen op een willekeurig aantal tussen 1 en 25.
2.
Af te drukken pagina(’s)
Specificeer de pagina die u wilt afdrukken. Wanneer u All (Alle) selecteert, zullen alle pagina’s van het beeld worden afgedrukt. U kunt de af te drukken pagina’s kiezen door deze te specificeren.
3.
Instellen van de helderheid (Brightness)
Stel dit onderdeel in wanneer de kleuren op de afdruk donkerder of helderder zijn dan op het scherm.
• Stel de helderheid van het hele beeld in aan de hand van de instelbalk. U kunt instellen op een willekeurige waarde tussen –100 en +100, met “0” als de standaardwaarde. Negatieve waarden geven een donkerder beeld, en positieve waarden een helderder beeld. Deze instelling is effectief voor beelden die in hun geheel te donker of te helder zijn.
4.
Instellen van het contrast (Contrast)
Stel dit onderdeel in wanneer de verschillen in helderheid voor het hele beeld niet scherp gedefinieerd zijn, of wanneer het afgedrukte beeld waziger is dan het beeld op het scherm.
3
4
5
• Stel het contrast van het hele beeld in aan de hand van de instelbalk. U kunt instellen op een willekeurige waarde tussen –100 en +100, met “0” als de standaardwaarde. Wanneer u het contrast versterkt, worden de heldere gedeelten helderder en de donkere gedeelten donkerder weergegeven. Wanneer u het contrast verzwakt, zal het schijnbare verschil in helderheid tussen de heldere en de donkere gedeelten verminderen.
5.
Instellen van de beeldkwaliteit
Stel in wanneer u de tint wilt veranderen door de schakering van rood (Red), groen (Green) en/of blauw (Blue) af te stellen.
• U kunt de intensiteit van elk van deze kleuren instellen aan de hand van de instelbalk. U kunt instellen op een willekeurige waarde tussen –100 en +100, met “0” als de standaardwaarde.
OPMERKING:
De computer heeft extra verwerkingstijd nodig wanneer u de printkwaliteit afstelt door middel van de Manual Correction instellingen. Het kan daarom maximaal 90 seconden duren alvorens uw computer reageert wanneer u wilt afdrukken na het instellen van de printkwaliteit. Dit is normaal. Nadat deze wachttijd is verstreken, zal het statusvenster verschijnen en zal de computer weer normaal functioneren.
28 NE
FOUTMELDINGEN
WAT U MOET DOEN WANNEER EEN VAN DE ONDERSTAANDE MELDINGEN OP HET PC-SCHERM VERSCHIJNT
Melding
The specified number is more than the maximum number of print pages.
The specified number is less than the minimum number of print pages.
Set ink cassette.
Pull out paper tray and check paper.
Insert paper tray.
Replace Ink Cassette.
Check ink cassette.
Paper type is not compatible. Pull out paper tray and check paper. (voor Windows)
Paper type is not compatible. Printing aborted. (voor Macintosh)
Print error has occurred. Printing aborted.
Printer is overheated. Please wait.
Printer is not in usable condition. Printing aborted.
v Verschijnt wanneer: m Maatregel:
m Geef een getal op dat niet hoger is dan het maximale aantal
vellen dat kan worden afgedrukt.
m Geef een andere waarde dan "0" op.
v Deze melding verschijnt wanneer de inktcassette niet
geïnstalleerd is of niet juist geïnstalleerd is.
m Plaats een inktcassette erin en sluit de klep.
v
Deze melding verschijnt wanneer het papier in de printer op is.
m Laad meer papier. v Deze melding verschijnt wanneer de papierlade niet erin is
geplaatst.
m Plaats de papierlade erin.
v
Deze melding verschijnt wanneer de inktcassette is opgebruikt.
m Vervang door een nieuwe inktcassette. v Deze melding verschijnt wanneer het papierformaat dat op
de PC is ingesteld niet overeenkomt met het soort inktcassette dat wordt gebruikt.
m Controleer of het papierformaat dat op de PC is ingesteld
overeenkomt met de inktcassette.
v Deze melding verschijnt wanneer een beschadigde
inktcassette erin is geplaatst.
m Vervang door een nieuwe inktcassette. v Deze melding verschijnt wanneer het papierformaat dat op
de PC is ingesteld niet overeenkomt met het afdrukpapier.
m Controleer of het papierformaat dat op de PC is ingesteld
overeenkomt met het afdrukpapier.
v Deze melding verschijnt wanneer het papierformaat dat op
de PC is ingesteld niet overeenkomt met het afdrukpapier.
m Controleer of het papierformaat dat op de PC is ingesteld
overeenkomt met het afdrukpapier.
v Deze melding verschijnt wanneer het afdrukken niet normaal
kon worden uitgevoerd. Deze melding verschijnt wanneer het papier is vastgelopen, of wanneer het papier niet juist gericht is, of wanneer het papier ondersteboven erin is geplaatst.
m Verwijder het papier dat werd uitgeworpen. m
Schakel de spanning uit, trek de stekker uit het stopcontact, steek de stekker opnieuw erin en schakel de spanning weer in. Indien deze melding dan nog wordt weergegeven, moet u contact opnemen met uw handelaar of een JVC Servicecentrum.
v Deze melding verschijnt wanneer de printer bezig is met
afkoelen omdat de temperatuur in de printer te hoog is opgelopen.
v Deze melding verschijnt wanneer de printer door een ander
apparaat wordt gebruikt.
m Druk af op de GV-SP2 nadat het afdrukken op het andere
apparaat is voltooid.
Blz.
18, 27
18, 27
8
9
9
8, 18, 26
8
9, 18
9, 26
17, 25
NE 29
Melding
Printer is not con­nected or Power OFF. Printing aborted.
Printing data was not transmitted. Printing aborted.
Data transmission error has occurred. Printing aborted.
Do you want to abort printing?
Memory is not enough. Printing aborted.
Data deleted from spooler. Printing stops.
Bi-directional commu­nications are not supported. Please enable bi-directional communications on the Printer Properties window.
The spool settings are incorrect. The settings are automatically changed. Press the OK button and try printing again.
Invalid data. Select an appropriate printer driver.
Software requirements are damaged. Install the printer driver again.
v Verschijnt wanneer: m Maatregel:
v Deze melding verschijnt wanneer de printer niet is
ingeschakeld of niet goed op het net is aangesloten.
m
Sluit de printer goed aan op het net en schakel hem daarna in.
v Deze melding verschijnt wanneer u probeert om af te
drukken zonder dat de afdrukgegevens naar de printer zijn gezonden.
m Laad eerst het beeld in uw personalcomputer en voer
daarna de bediening voor afdrukken uit.
v
Deze melding verschijnt wanneer communicatie onmogelijk is geworden ten gevolge van een onjuiste USB­kabelverbinding of een ander probleem dat is opgetreden tijdens het overbrengen van een beeld naar de printer.
m Controleer de USB-kabelverbinding en probeer nogmaals
om af te drukken.
m Om te stoppen met afdrukken terwijl het afdrukken nog
bezig is, klikt u op Stop (Stoppen).
v Deze melding verschijnt wanneer er niet genoeg
geheugenruimte vrij is op de PC.
m Voeg geheugen toe of sluit alle applicatiesoftware af die
momenteel wordt gebruikt.
v Deze melding verschijnt omdat afdrukgegevens uit de
spooler werden verwijderd.
m Herhaal de afdrukprocedure om opnieuw af te drukken. m Klik op Properties (Eigenschappen) – Details (Details), en
daarna op Spool Settings... (Spoel-instellingen...) om het Spool Settings (Spoel-instellingen) venster te laten verschijnen. Kies Enable bidirectional support for this printer (Tweerichtingsondersteuning voor deze printer
inschakelen).
v De Spool Settings... (Spoel-instellingen...) onder
Properties (Eigenschappen) – Details (Details) zijn niet
juist ingesteld.
m Volg de instructies op het scherm.
v Deze melding verschijnt omdat er geprobeerd werd het
USB-stuurprogramma voor dit apparaat te gebruiken samen met een printerstuurprogramma dat niet geschikt is voor dit apparaat.
m Controleer het model van de printer die u gebruikt en
controleer de printer die gespecificeerd is in het veld Print to the following port: (Print naar de volgende poort:) in het venster Properties (Eigenschappen).
v Het printerstuurprogramma is niet juist geïnstalleerd. m Installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
Blz.
13, 22
17, 25
13, 22
13, 22
20
20
20
14, 23
30 NE
TECHNISCHE GEGEVENS
Stroomvoorziening
Stroomverbruik
Afdruktechniek
Afdrukkwaliteit (Resolutie)
Resolutie
Afdrukmedia
Afdruksnelheid
* De tijd voor het
overbrengen en bewerken van de video-gegevens is niet meegerekend.
Aansluitingen
Bedrijfstemperatuur
Toegestane vochtigheid
Opslagtemperatuur
Bedrijfsstand
Afmetingen
Gewicht
220 – 240 V wisselstroom, 50 Hz Tijdens afdrukken : Ongeveer 74 W Kleurstofsublimatie d.m.v. thermische overbrenging lijn printer BEELDRAND (UIT): 1220 (horiz.) x 1828 (vert.) beeldpunten
BEELDRAND (AAN): 1152 (horiz.) x 1536 (vert.) beeldpunten 310 dpi Inktvel : Cassette
(model-specifiek) 3-kleuren opeenvolgende kleurendruk
(geel, magenta, cyaan) Afdrukvel : Papierformaat 100 mm x 171 mm (model-specifiek) Maximaal afdrukoppervlak
100 mm x 150 mm (BEELDRAND: UIT) 94,4 mm x 125,9 mm (BEELDRAND: AAN)
Standaardpapier: 80 sec. Superfijn High Grade papier: 105 sec.
PRINT DATA ingangsaansluiting USB-aansluiting
+5°C tot +35°C 35% tot 80% –20°C tot +60°C Horizontaal (waterpas) ±5° 262 B x 79 H x 253,5 D mm Ca. 2,2 kg (papierlade inbegrepen)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden.
NOTITIES
NE 31
COPYRIGHT© 2000 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LTD.
Gedrukt in Japan 0300TYV*ID*VP
DU
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
GV-SP2
E/EK
Loading...