JVC GR-DVP7, GR-DVP5 User Manual

DIGITALE VIDEOCAMERA
NEDERLANDS
Automatische demonstratie 8
GR-DVP7 GR-DVP5
Bezoek onze Homepage op het World Wide Web en vul ons klantenonderzoek in (uitsluitend in het Engels):
http://www.jvc-victor.co.jp/english/index-e.html
Voor accessoires:
http://www.jvc-victor.co.jp/english/accessory
VIDEOBEELDEN OPNEMEN & WEERGEVEN
DIGITALE STILBEELDCAMERA (D.S.C.) OPNEMEN EN WEERGEVEN
GEAVANCEERDE FUNCTIES
9
18
26
37
De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing laten de GR-DVP7 zien.
GEBRUIKSAANWIJZING
VERWIJZINGEN
TERMEN
LYT0984-004B
80
102
DU
2 NE
Beste klant,
Dank u voor de aanschaf van deze digitale videocamera. Lees voor gebruik de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de volgende bladzijden goed door om te zorgen dat u dit product veilig kunt gebruiken.
Meer over deze gebruiksaanwijzing
De inhoudsopgave op de omslag bevat alle belangrijke onderdelen van deze gebruiksaanwijzing.
Aan het eind van de meeste subonderdelen vindt u opmerkingen. Vergeet niet deze opmerkingen eveneens
door te lezen.
Er is een onderscheid gemaakt tussen basisfuncties/-bediening en geavanceerde functies/bediening, zodat u sneller de uitleg kunt vinden die u nodig heeft.
Wij raden u aan…
…de index (blz. 94 – 101) te bekijken en vóór gebruik van de camera vertrouwd te raken met de plaats
van knoppen, enzovoort.
…de onderstaande “Veiligheidsvoorschriften” goed door te lezen. Deze informatie is uitermate belangrijk
voor een veilig gebruik van de camcorder.
Lees vóór gebruik ook de waarschuwingen en aanwijzingen op bladzijde 88 tot en met 90 goed door.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT AAN
REGEN OF VOCHT TER VOORKOMING VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
VOORZORGSMAATREGELEN:
Om elektrische schokken te vermijden, mag u de ombouw niet openen. In het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud over aan de vakman.
Trek de stekker van het netsnoer bij voorkeur uit het stopcontact wanneer u de netadapter/ acculader voor langere tijd niet gaat gebruiken.
OPMERKINGEN:
Het spanningslabel (serienummer) en waarschuwingen voor de veiligheid zijn op het onder- en/of achterpaneel van het hoofdtoestel aangegeven.
Het spanningslabel (serienummer) van de netadapter/acculader vindt u op de onderkant van dat toestel.
Gebruikte batterijen
Niet weggooien, maar inleveren als KCA.
NE 3
VOORZORGSMAATREGELEN:
De camcorder is gemaakt voor gebruik met kleurentelevisiesignalen van het PAL type. Het toestel kan niet gebruikt worden met een televisie gebaseerd op een ander systeem. Opname en weergave met de LCD-monitor/zoeker is echter overal mogelijk.
Gebruik de JVC BN-V107U/V114U accu’s en laad deze op met de meegeleverde multi-voltage netadapter/acculader of gebruik de netstroomadapter om de camcorder van stroom te voorzien. (Een stekkeradapter kan eventueel noodzakelijk zijn voor aanpassing aan afwijkende stopcontactontwerpen in verschillenden landen.)
Wanneer het toestel in een kast of op een plank wordt gezet, moet u er op letten dat er voldoende ventilatieruimte aan alle kanten van het toestel overblijft (10 cm of meer aan beide zijkanten, aan de bovenkant en aan de achterkant).
Blokkeer de ventilatie-openingen niet. (Als de ventilatie-openingen geblokkeerd worden door een krant, een kleedje of iets dergelijks, is het mogelijk dat de warmte niet uit het toestel kan ontsnappen.)
Zet geen open vuur, zoals een brandende kaars, op het toestel.
Denk aan het milieu wanneer u batterijen weggooit en volg de lokale regelgeving aangaande het wegwerpen van deze batterijen strikt op.
Het toestel mag niet worden blootgesteld aan druppelend of spattend water.
Gebruik dit toestel niet in een badkamer of andere plek waar water voorhanden is. Zet ook geen voorwerpen met water of andere vloeistoffen erin op het toestel (zoals cosmetica, medicijnen, bloemenvazen, potplanten, kopjes enz.). (Als water of een andere vloeistof in het toestel terecht komt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.)
4 NE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Richt de lens of de zoeker niet direct naar de zon. Dit zou namelijk uw ogen kunnen beschadigen of problemen in de werking van het interne circuit kunnen veroorzaken met mogelijk brand of een elektrische schok tot gevolg.
LET OP!
De volgende opmerkingen zijn uitermate belangrijk en dienen beschadiging van het toestel en letsel te voorkomen.
Bevestig de meegeleverde draagriem stevig en gebruik deze altijd om de camera te dragen. Draag de camcorder niet door deze aan de zoeker en/of de LCD-monitor vast te houden. De camcorder zou anders kunnen vallen of op een andere manier worden beschadigd.
Let op dat uw vingers niet in de cassettehouder vast komen te zitten. Let vooral op kinderen. De camcorder is geen speelgoed.
Gebruik geen statief op een instabiel of scheef oppervlak. Het statief zou anders om kunnen vallen met ernstige beschadiging van de camcorder tot gevolg.
LET OP!
Bevestig uitsluitend de los verkrijgbare JVC VL-V3U Videolamp, VL-F3U Videoflitser of MZ-V3U Stereo zoom microfoon op het Info-accessoireschoentje van de camcorder.
Deze camcorder is uitsluitend ontworpen voor gebruik met een digitale videocassette, SD-geheugenkaart
of MultiMediaCard. Alleen cassettes met het merkteken “ ” en geheugenkaartjes met het merkteken “ ” of “ ” kunnen in dit toestel gebruikt worden.
Alvorens een belangrijke scène op te nemen…
… gebruik uitsluitend cassettes voorzien van de Mini DV-markering . … moet u er zeker van zijn dat u alleen geheugenkaartjes gebruikt met het merkteken of
… onthoud dat deze camcorder niet uitwisselbaar met andere digitale videoformaten is. … vergeet niet dat deze camcorder voor privé-gebruik is ontworpen. Commercieel gebruik zonder de vereiste
toestemming is verboden. (Het wordt tevens aanbevolen dat u vooraf toestemming heeft gekregen voor het opnemen van bijvoorbeeld een show, uitvoering, expositie of toneelstuk voor persoonlijk gebruik.)
.
Meegeleverde accessoires
NE 5
Netadapter/acculader AA-V100EG of AA-V100EK
Afstandsbediening RM-V717U
USB-kabel S-/AV-/montagekabel ● Montageverlengkabel
Geheugenkaart van 8 MB
(Zit al in de camcorder)
Kabeladapter Cd-rom R03 (AAA) Batterij
Accu
BN-V107U
Draagriem (blz. 7 voor het bevestigen)
Gelijkstroomkabel
Handgreepband
(blz. 6 voor het bevestigen)
x 2 (voor afstandsbediening)
OPMERKING:
Om de optimale prestaties van uw camcorder te waarborgen, kunt u de meegeleverde kabels voorzien van een of meer kernfilters. Als een kabel slechts voorzien is van één kernfilter, dient u het uiteinde van de kabel dat het dichtst bij het kernfilter zit op de camcorder aan te sluiten.
6 NE
De handgreepband bevestigen
1) Verwijder het kussentje en maak de twee riemen van elkaar los.
2) Haal het ene uiteinde van de riem g door het oog en haal het andere uiteinde door de lus.
g
h
3) Herhaal deze procedure om de riem h te bevestigen aan het andere oog.
4) Maak de riemen g en h aan elkaar vast en haal de riem h door de gesp. Stel vervolgens de handgreep in. (墌 blz. 12)
5) Maak het kussentje vast.
NE 7
De draagriem bevestigen
1) Haal het ene uiteinde van de riem door het oog en haal het andere uiteinde door de lus.
2) Zet de schroef vast op de statiefaansluiting. Gebruik een munt of iets dergelijks om de schroef goed vast te draaien.
3) Pas de lengte aan met de stelband.
OPMERKINGEN:
U kunt de draagriem ook als schouderriem gebruiken door de lengte met de stelband aan te passen.
Aangezien de schroef schade aan de camcorder kan veroorzaken, dient u ervoor te zorgen dat u de schroef vastzet in de statiefaansluiting wanneer u de camcorder verplaatst.
Gebruik de draagriem alleen voor deze camcorder.
Stel de handgreep niet te strak af wanneer de schroef is bevestigd. Hierdoor kunt u schade aan de statiefaansluiting veroorzaken.
8 NE
Automatische demonstratie
De Automatische demonstratie wordt uitgevoerd wanneer u “DEMO MODE” instelt op “ON” (fabrieksinstelling).
De Automatische demonstratie begint wanneer de
camcorder ongeveer 3 minuten lang niet wordt bediend nadat de aan/uit-knop is ingesteld op “A” of “M”, en de camcorder geen cassette bevat.
De demonstratie wordt onderbroken als u tijdens de
demonstratie een handeling met het toestel uitvoert. Als u vervolgens tenminste 3 minuten geen handelingen meer uitvoert, wordt de demonstratie hervat.
De “DEMO MODE” blijft ook op “ON” (aan) staan
wanneer u de stroomtoevoer naar de camcorder onderbreekt.
De Automatische demonstratie annuleren:
1) Druk de vergrendeltoets op de aan/uit-knop in en zet
de aan/uit-knop op “M”.
2) Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker volledig uit.
3) Druk op MENU. Het menuscherm verschijnt.
4) Druk op + of om “s SYSTEM” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het menu SYSTEM verschijnt.
5) Druk op + of om “DEMO MODE” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het submenu verschijnt.
6) Druk op + of om “OFF” te selecteren. Druk op SET/ SELECT.
7) Druk op + of om “BRETURN” te selecteren. Druk
tweemaal op SET/SELECT. Het normale scherm verschijnt weer.
OPMERKING:
Schuif de lensdop omlaag als u de daadwerkelijke wijzigingen van de automatische demonstratie op het LCD-scherm of in de zoeker wilt bekijken.
Knop SET/SELECT
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Knop MENU
Knop +, –
Submenu
MOD EDEMO –ONOFF
NE 9
AAN DE SLAG
INHOUD
Stroomtoevoer .......................................................................................10
De handgreep verstellen .........................................................................12
De zoeker verstellen ...............................................................................12
Bevestigen op een statief ........................................................................13
LCD-scherm en zoeker .............................................................................13
De helderheid van het LCD-scherm aanpassen ............................................13
Gebruiksstand .......................................................................................14
Datum/tijd instellen ...............................................................................15
Een cassette plaatsen/Een cassette verwijderen ........................................16
Een geheugenkaart plaatsen/Een geheugenkaart verwijderen ......................17
10 NE
AAN DE SLAG
Stroomtoevoer
Met het dubbele stroomtoevoersysteem van deze camcorder kunt u zelf de meest geschikte stroombron kiezen. Gebruik de meegeleverde stroomtoevoerapparaten niet voor andere apparatuur.
De accu opladen
Koppel het gelijkspanningssnoer van de
1
netadapter/acculader los.
2 Sluit de voedingskabel van de netadapter/
acculader via een stopcontact op het lichtnet aan. Het lampje POWER gaat branden.
3 Bevestig de accu met de markering YZ voor de
bijbehorende markeringen op de netadapter/ acculader. Het lampje CHARGE begint te knipperen om aan te geven dat het laden is begonnen.
4 De accu is opgeladen wanneer het lampje
CHARGE niet meer knippert maar continu brandt. Verwijder de accu door het uitstekende deel omhoog te drukken.
5 Haal de stekker van de voedingskabel van de
netadapter/acculader uit het stopcontact.
Lampje
Lampje POWER (rood)
Accu Oplaadtijd
BN-V107U Ong. 1 uur. 30 min.
BN-V114U (los verkrijgbaar)
OPMERKINGEN:
Verwijder indien nodig eerst de beschermdop van de accu.
Als u het gelijkspanningssnoer van de camcorder tijdens het opladen van de accu aansluit op de adapter, wordt de stroom aan de camcorder geleverd en stopt het opladen.
CHARGE (groen)
Gelijkstroom uitgangsaansluiting (DC OUT)
Accu
Uitstekend deel
Naar stopcontact
Netadapter/ acculader
Ong. 2 uur.
Als u de accu na een lange periode van opslag voor het eerst weer gebruikt, is het mogelijk dat het lampje CHARGE niet gaat branden. U moet de accu in dat geval even van de netadapter/ acculader verwijderen en dan opnieuw proberen te laden.
Wanneer de gebruiksduur heel kort blijkt te zijn hoewel de accu volledig opgeladen was, is de accu versleten en zult u deze dienen te vervangen. Koop in dat geval een nieuwe.
Voor andere opmerkingen, 墌 blz. 81.
Informatie over accu’s
Lithium-ion is gevoelig voor kou.
GEVAAR! Probeer de accu’s niet uit elkaar te halen
en stel ze niet bloot aan vlammen of extreme hitte, want dit kan leiden tot brand of een ontploffing. WAARSCHUWING! Laat de accu of de aansluitingen van de accu niet in contact komen met metalen, want dit kan resulteren in kortsluiting en kan mogelijk brand veroorzaken.
De voordelen van lithium-ionaccu’s
Lithium-ion accu’s zijn klein maar hebben een groot vermogen. Wanneer dit type accu echter wordt blootgesteld aan lage temperaturen (onder 10°C), neemt de gebruiksduur af en is het zelfs mogelijk dat de accu helemaal niet meer werkt. Als dat gebeurt, dient u de accu korte tijd in uw zak, of op een andere veilige, warme plek, te doen om deze op te warmen. Vervolgens plaatst u hem weer op de camcorder. Zolang de accu zelf niet te koud wordt, zouden er geen nadelige gevolgen mogen zijn voor de prestaties. (Als u een verwarmingselement gebruikt, moet u er op letten dat de accu zelf niet in direct contact komt met het element.)
Voor andere opmerkingen, 墌 blz. 81.
NE 11
De accu gebruiken
A
Inkepingen
B
Schakelaar BATT.
RELEASE
Plaats de twee groeven van de accu over de
1
lipjes op de accuaansluiting van de camcorder.
2 Plaats het contactpuntuiteinde 1 van de accu in
de accuaansluiting.
3
Druk op het uiteinde 2 van de accu tot deze vastklikt.
De accu losmaken... Schuif BATT. RELEASE omlaag en verwijder de accu.
OPMERKING:
Wanneer u de accu gebruikt terwijl de S-/AV-/ montagekabel is aangesloten, moet u eerst de S-/AV-/montagekabel losmaken (blz. 25) en daarna pas de accu.
Opnametijd bij benadering
Accu
BN-V107U 1 uur. 1 uur. 10 min.
BN-V114U (los verkrijgbaar)
BN-V840U (los verkrijgbaar)
BN-V856U (los verkrijgbaar)
OPMERKINGEN:
De opnametijd zal onder de volgende omstandigheden aanzienlijk korter uitvallen:
• Als u de zoomstand of de stand Opnamestand-
by regelmatig inschakelt.
• Als het LCD-scherm vaak wordt gebruikt.
• Als u regelmatig de weergavestand inschakelt.
Voordat u een langere periode met de camcorder gaat opnemen, is het raadzaam genoeg accu’s bij de hand te hebben voor ongeveer 3 maal de geplande opnameduur.
LET OP:
Zorg voordat u de stroombron loskoppelt dat de spanning van de camcorder is uitgeschakeld. Dit nalaten kan een onjuist functioneren veroorzaken.
LCD-scherm ingeschakeld
2 uur. 2 uur. 20 min.
5 uur. 10 min. 6 uur.
7 uur. 40 min. 9 uur. 10 min.
Zoeker ingeschakeld
INFORMATIE:
De los verkrijgbare accuset voor extra lang gebruik bestaat uit een accu en een netadapter/oplader: VU-V840 KIT: BN-V840U-accu en AA-V15EG- of
VU-V856 KIT: BN-V856U-accu en AA-V80EG- of
Lees de handleiding van de accuset voor u deze gaat gebruiken. U kunt BN-V840U of BN-V856U accu’s aan de camcorder bevestigen en de stroomvoorziening direct naar de camcorder laten plaatsvinden door het los verkrijgbare JVC VC-VBN856U gelijkspanningssnoer te gebruiken.
AA-V15EK-netstroomadapter/oplader
AA-V80EK-netstroomadapter/oplader
Netstroom gebruiken
Naar stopcontact
Netadapter/
acculader
Lampje POWER
Koppel het gelijkspanningssnoer van de
1
netadapter/acculader los.
(rood)
Naar accuaansluiting
Netsnoer
Naar gelijkstroom uitgangs­aansluiting
Gelijkspan­ningssnoer
2 Sluit de voedingskabel van de netadapter/
acculader via een stopcontact op het lichtnet aan. Het lampje POWER gaat branden.
3 Sluit het koppelstuk van het gelijkspanningssnoer
op de accuaansluiting van de camcorder aan.
4 Sluit het gelijkspanningssnoer aan op de
gelijkstroom uitgangsaansluiting van de netadapter/acculader.
OPMERKINGEN:
De meegeleverde netadapter/acculader kiest automatisch de juiste spanning binnen het wisselstroombereik van 110 V tot 240 V.
Voor andere opmerkingen, 墌 blz. 81.
12 NE
PAUSE
AAN DE SLAG (vervolg)
De handgreep verstellen De zoeker verstellen
1 Maak de riem losser. 2 Plaats uw rechterhand door de lus en houd de
greep vast.
3 Plaats uw duim en uw vingers zo door de
handgreep dat u de start-/stopknop voor opnemen, de aan/uit-knop en de zoomring (SHUTTLE SEARCH) makkelijk kunt bedienen. Stel de klittenbandstrip naar wens af.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “A” of “M”.
2 Trek de zoeker helemaal uit. 3 Draai aan de dioptrie-regelknop totdat de
aanduidingen in de zoeker scherp zijn.
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Dioptrie-regelknop
NE 13
BR I GHT
Bevestigen op een statief
Plaats de schroef van het statief in de statiefaansluiting van de camera. Draai vervolgens de schroef vast.
Sommige statieven zijn niet voorzien van geleidepennen.
LET OP:
Wanneer u de camcorder op een statief zet, moet u de poten uitschuiven zodat de camcorder stabiel kan staan. U kunt beter geen kleine statieven gebruiken. Deze zouden kunnen omvallen waardoor de camcorder beschadigd zou kunnen raken.
LCD-scherm en zoeker
Opnemen met het LCD-scherm:
Controleer of de zoeker helemaal ingedrukt is. Open het LCD-scherm volledig. Het LCD-scherm kan 270° draaien (90° naar beneden, 180° naar boven).
Opnemen met de zoeker:
Controleer of het LCD-scherm gesloten en vergrendeld is. Trek de zoeker helemaal uit.
Let er op dat u de zoeker helemaal uittrekt tot u een klik hoort, anders kan hij tijdens het gebruik worden teruggeduwd.
180˚
90˚
De helderheid van het LCD-scherm aanpassen
Druk op MONITOR BRIGHT + of op – tot de helderheidsniveau-aanduiding op het scherm het juiste niveau heeft bereikt.
Het is ook mogelijk om de helderheid van de zoeker aan te passen.
Knop MONITOR BRIGHT +/–
14 NE
AAN DE SLAG (vervolg)
Gebruiksstand
U zet de camcorder aan door de aan/uit-knop op een van de gebruiksstanden te zetten (niet op “OFF”) terwijl u de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt houdt.
Lampje POWER
Kies de gewenste gebruiksstand met de aan/uit-knop en de schakelaar VIDEO/MEMORY.
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Stand aan/uit-knop
A (volautomatisch opnemen):
Voor opnames ZONDER speciale effecten en zonder handmatige instellingen. Geschikt voor standaardopnames. Op het LCD-scherm staat “A”.
M (handmatig opnemen):
U kunt via de menu’s verschillende opnamefuncties instellen. (blz. 38) Zet de camera in deze stand als u meer creatieve mogelijkheden wilt dan bij het volautomatisch opnemen. Er wordt niets weergegeven op het LCD-scherm.
OFF:
Hiermee zet u de camcorder uit.
P:
In deze stand kunt u de op band opgenomen beelden afspelen.
Hiermee kunt u een videofragment afspelen dat zich op de geheugenkaart bevindt.
Hiermee kunt u een digitaal geluidseffect afspelen dat zich op de geheugenkaart bevindt.
In deze stand kunt u een op een geheugenkaart opgeslagen stilbeeld weergeven of overbrengen naar een computer.
In deze stand kunt u via de menu’s verschillende opnamefuncties instellen. (墌 blz. 38)
Stand van de schakelaar VIDEO/MEMORY
VIDEO:
In deze stand kunt u beelden op een band opnemen of een band afspelen. Als “REC SELECT” is ingesteld op “ / ” (blz. 49), worden stilbeelden zowel op de band als op de geheugenkaart opgenomen.
MEMORY:
In deze stand kunt u opnemen op een geheugenkaart of toegang krijgen tot gegevens die op een geheugenkaart zijn opgeslagen.
Wanneer de aan/uit-knop op “A” of “M” staat, verschijnt de op dat moment geselecteerde beeldgrootte.
1024
NE 15
Datum/tijd instellen
De datum en tijd worden automatisch altijd op de band opgenomen. U kunt tijdens de weergave kiezen of u de datum al dan niet wilt weergeven. (blz. 38, 48)
Knop SET/SELECT
Lampje POWER
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
1 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Druk op MENU. Het menuscherm verschijnt.
4 Druk op + of om “n DISPLAY” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het menu DISPLAY verschijnt.
Knop MENU
W. BAL
DSC
END
T I ME COD E
CLOCK
Knop +, –
FADER
/ W I P E
AM A EPROGR AN E
C ACAMER LMANUA
MSYSTE
AYDISPL
RE NEON S C
IMETDAT E /
ADJ .
NRETUR
– – –FFO
OF
LCD/ TV
02
F
UAOT
12 .:.02 17
30
5 Druk op + of – om “CLOCK ADJ.” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. De parameter voor “dag” is geselecteerd.
6 Druk op + of – om de gewenste dag te
selecteren. Druk op SET/SELECT. Herhaal deze procedure om maand, jaar, uren en minuten in te voeren.
CLOCK
ADJ .
12 .:.02
02
17
30
7 Druk op + of – om “BRETURN” te selecteren.
Druk tweemaal op SET/SELECT. Het menuscherm wordt gesloten.
Oplaadbare lithiumbatterij van de ingebouwde klok
Om de datum en de tijd in het geheugen te kunnen opslaan, is er een oplaadbare lithiumbatterij van de klok in de camcorder ingebouwd. Terwijl de camcorder met het gelijkstroomsnoer is aangesloten op de netadapter/acculader, of terwijl er een accu op de camcorder zit en de camcorder van stroom wordt voorzien, wordt de oplaadbare lithiumbatterij van de klok altijd opgeladen. Wanneer de camcorder echter ongeveer 3 maanden niet gebruikt wordt, zal de lithiumbatterij van de klok leeg raken en zullen de in het geheugen opgeslagen datum en tijd verloren gaan. In dat geval dient u eerst de camcorder via de netadapter/acculader minstens 24 uur lang aangesloten te laten op het lichtnet om de oplaadbare lithiumbatterij van de klok weer op te laden. Vervolgens moet u de juiste tijd en datum weer instellen voordat u de camcorder weer gaat gebruiken. Het is natuurlijk ook mogelijk de camcorder te gebruiken zonder de tijd en de datum in te stellen.
OPMERKING:
Zelfs als u “CLOCK ADJ.” kiest terwijl de parameter niet is geselecteerd, blijft de interne klok van de camcorder werken. De klok stopt wanneer u de selectiebalk naar de eerste parameter voor de datum/tijd (dag) verplaatst. De klok start vanaf de ingestelde datum en tijd wanneer u na het instellen van de minuten op SET/SELECT drukt.
16 NE
AAN DE SLAG (vervolg)
Een cassette plaatsen /Een cassette verwijderen
Om een cassette te kunnen plaatsen of verwijderen, moet u de camcorder eerst aanzetten.
1 Schuif de schakelaar OPEN/EJECT omlaag en
houd deze in de richting van de pijl. Trek vervolgens de cassettehouder open tot deze vastklikt. De houder wordt automatisch geopend.
Raak de interne onderdelen niet aan.
2 Plaats of verwijder een cassette en druk op
“PUSH HERE” om de cassettehouder te sluiten.
U mag alleen op het met “PUSH HERE” (druk hier) aangeduide deel drukken om de cassettehouder te sluiten; als u andere onderdelen aanraakt, kan uw vinger klem komen te zitten in de cassettehouder, hetgeen kan leiden tot letsel of tot schade aan het toestel.
Wanneer de cassettehouder eenmaal is gesloten, wordt deze automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
Als de accu bijna leeg is, kan het zijn dat u het deksel van de cassettehouder niet kunt sluiten. Forceer de houder niet. Vervang de accu door een volledig opgeladen accu of sluit de camcorder aan op het lichtnet voordat u verdergaat.
3 Doe het deksel van de cassettehouder goed dicht
totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Deksel van cassettehouder
Cassettehouder
Zorg dat de vensterkant naar buiten is gericht.
PUSH HERE
Schakelaar
OPEN/EJECT
U beschermt uw opnamen als volgt…
Schuif het wisbeveiligingsknopje aan de achterkant van de cassette in de richting van “SAVE”. Hierdoor kan er niet meer over een reeds bestaande opname op de cassette worden opgenomen. Als u op deze cassette wilt opnemen, moet u het knopje terugschuiven in de richting van “REC” voordat u de cassette in het toestel plaatst.
Opnametijd bij benadering
Band
30 min. 30 min. 45 min.
60 min. 60 min. 90 min.
80 min. 80 min. 120 min.
Op bladzijde 38 en 43 vindt u meer informatie over het wijzigen van de opnamesnelheid.
OPMERKINGEN:
Het duurt een paar seconden voordat de cassettehouder opengaat. Forceer de houder niet.
Wanneer u een paar seconden wacht en de cassettehouder niet opengaat, moet u het deksel van de cassettehouder eerst even sluiten en het dan nogmaals proberen. Als de cassettehouder dan nog niet opengaat, zet u de camcorder uit, wacht u even en zet u de camcorder weer aan.
Als de cassette niet correct wordt geladen, opent u het deksel van de cassettehouder volledig en verwijdert u de cassette. Probeer de cassette na een paar minuten opnieuw te plaatsen.
Wanneer u de camcorder plotseling van een koude plaats naar een warme ruimte verplaatst, moet u even wachten met het openen van het deksel van de cassettehouder.
Als u de cassettehouder sluit voordat deze helemaal naar binnen is getrokken, kan dit schade aan de camcorder veroorzaken.
Ook als de camcorder uit staat, kunt u een cassette plaatsen of verwijderen. Het is echter mogelijk dat de cassettehouder niet meer volledig in het mechanisme wordt getrokken als u deze sluit terwijl de camcorder uit staat. Zet de camcorder daarom bij voorkeur aan voordat u een cassette plaatst of verwijdert.
Als u een opname hervat nadat het deksel van de cassettehouder geopend is geweest, wordt er een blanco gedeelte op de band opgenomen of kan er een reeds opgenomen scène worden gewist (overschreven), ongeacht of de cassettehouder nu geopend is of niet. Bij “Opname midden op een band” (blz. 21) vindt u informatie over het voortzetten van een opname midden op een band.
Opnamesnelheid
SP LP
Wisbeveiligingsknopje
NE 17
Een geheugenkaart plaatsen /Een geheugenkaart verwijderen
De meegeleverde geheugenkaart zit al in de camcorder wanneer deze aan u wordt geleverd.
Kaartsleufklepje
Schuine rand
Geheugenkaart
Etiket
Waardevolle bestanden beveiligen (alleen beschikbaar voor SD-geheugenkaart)…
Wis-/ schrijfbeveiligingsknopje
Schuif het wis-/schrijfbeveiligingsknopje aan de zijkant van de geheugenkaart naar de tekst “LOCK” toe. Hierdoor voorkomt u dat over de op de geheugenkaart aanwezige bestanden kan worden opgenomen. Als u op deze geheugenkaart wilt opnemen, schuift u de knop weg van de tekst “LOCK” voordat u de kaart in het toestel plaatst.
OPMERKINGEN:
U mag alleen SD-geheugenkaarten met de markering “ “ of MultiMediaCards met de markering “ “ gebruiken.
Sommige merken geheugenkaart kunnen niet in deze camcorder worden gebruikt. Raadpleeg de fabrikant of de dealer voor u een geheugenkaart aanschaft.
Voor u een nieuwe geheugenkaart kunt gebruiken, moet u deze eerst formatteren. (墌 blz. 36)
LET OP:
Plaats of verwijder de geheugenkaart niet terwijl de camcorder aan staat. Hierdoor kunnen de op de geheugenkaart opgeslagen gegevens onleesbaar worden of kan de camcorder mogelijk niet meer herkennen of er al dan niet een kaart in het toestel aanwezig is.
1 Zorg dat de camcorder uit staat. 2 Open het kaartsleufklepje. 3 U plaatst een geheugenkaart door deze stevig in
de sleuf te drukken met de schuine rand eerst. U verwijdert een geheugenkaart door er eenmaal op te drukken. Wanneer de geheugenkaart dan uit de sleuf komt, trekt u de kaart er helemaal uit.
Raak het contactpunt aan de achterzijde van de etiketkant niet aan.
4 Sluit het kaartsleufklepje.
18 NE
VIDEOBEELDEN OPNEMEN &
WEERGEVEN
INHOUD
VIDEOBEELDEN OPNEMEN ........................................................................... 19
Standaardopnames maken ........................................................................ 19
Resterende bandduur ............................................................................... 19
In-/uitzoomen ........................................................................................ 20
Journalistenopnames ............................................................................... 20
Interfaceopnames .................................................................................... 20
Tijdcode ................................................................................................. 21
Opname midden op een band .................................................................... 21
VIDEOBEELDEN WEERGEVEN ........................................................................ 22
Normale weergave .................................................................................. 22
Stilbeelden weergeven ............................................................................. 22
Snelzoeken ............................................................................................. 22
Blanco gedeelten zoeken .......................................................................... 23
Verbindingen met een tv of videorecorder .................................................. 24
VIDEOBEELDEN OPNEMEN
25
min
NE 19
Standaardopnames maken
OPMERKING:
Voer voordat u verdergaat de onderstaande procedures uit:
Stroomtoevoer (blz. 10)
Een cassette plaatsen (blz. 16)
Lampje POWER
Opnamelampje
(Brandt tijdens het
Lensdop (schuif de lensdop
omhoog om de lens te
beschermen wanneer de
camcorder niet wordt
1 Schuif de lensdop omlaag. 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “A” of M”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het lampje POWER gaat branden en de camcorder wordt in de stand Opnamestand-by geplaatst. De tekst “PAUSE” verschijnt.
5 U begint met opnemen door de start/stop-knop
voor opnemen in te drukken. Het opnamelampje gaat branden en op het LCD-scherm wordt “T REC” weergegeven zolang u opneemt.
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Start-/stopknop
voor opnames
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
opnemen.)
gebruikt.)
6 Het opnemen wordt stopgezet als u nogmaals op
de start/stop-knop voor opnemen drukt. De camcorder wordt nu weer in de stand Opnamestand-by geplaatst.
Resterende bandduur
Op het LCD-scherm staat aangegeven hoeveel tijd er nog ongeveer op de band over is. “– – min” betekent dat de resterende duur op dat moment wordt berekend. Als de resterende bandduur 2 minuten bereikt, beginnen de cijfers op het scherm te knipperen.
min
(Bezig met berekenen)
OPMERKINGEN:
Het beeld wordt nooit tegelijkertijd op het LCD­scherm en in de zoeker weergegeven, behalve tijdens interfaceopnames. (墌 blz. 20)
Wanneer de stand Opnamestand-by 5 minuten ononderbroken ingeschakeld blijft, wordt de camcorder automatisch uitgezet. U kunt de camcorder dan weer aanzetten door de zoeker in te drukken en weer uit te trekken of door het LCD­scherm te sluiten en weer te openen.
Aanduidingen op het LCD-scherm of in de zoeker:
• Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien
door een accu: de Accu-aanduiding “ ” wordt weergegeven. (墌 blz. 100)
• Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien
via een stopcontact: de Accu-aanduiding “ ” wordt niet weergegeven.
De tijdcode wordt onderbroken en er worden mogelijk fouten bij het monteren gemaakt als er een leeg gedeelte tussen opgenomen scènes op de band voorkomt. Zie “Opname midden op een band” (blz. 21) als u dit wilt vermijden.
Als u het opnamelampje of de piepsignalen wilt uitschakelen, blz. 38, 47.
Als u wilt opnemen met de opnamesnelheid LP (Long Play), 墌 blz. 38, 43.
Voor andere opmerkingen, 墌 blz. 81.
90 min
(Knippert) (Knippert) (Knippert)
89 min
1 min0 min
3 min
2 min
20 NE
VIDEOBEELDEN OPNEMEN (vervolg)
In-/uitzoomen
In- en uitzoomen of het direct vergroten of verkleinen van een beeld.
Inzoomen
Draai de zoomring (SHUTTLE SEARCH) naar “T”.
Uitzoomen
Draai de zoomring (SHUTTLE SEARCH) naar “W”.
Hoe verder u de zoomring draait, hoe sneller het in-/uitzoomen plaatsvindt.
Inzoomen (T: Telephoto (teleopname))
1xW
T
10xW
T
20xW
T
40xW
T
Uitzoomen (W: Wide angle
(breedhoekopname))
10xW
OPMERKINGEN:
Scherpstellen is soms niet eenvoudig tijdens het in-/uitzoomen. U kunt dan de zoomwaarde instellen terwijl de camcorder in de stand Opnamestand-by staat, de scherpstelling (blz. 54) handmatig vastzetten en vervolgens in- of uitzoomen in de opnamestand.
U kunt tot 200X inzoomen of overschakelen naar een optische vergroting van maximaal 10X. (blz. 43)
Inzoomen met een sterkere vergroting dan 10X gebeurt op digitale wijze en wordt om die reden digitaal inzoomen genoemd.
De beeldkwaliteit is bij het digitaal inzoomen iets minder.
T
Digitaal zoombereik
10X (optisch) zoombereik
Zoomwaarde bij benadering
Zoomring
U kunt niet digitaal inzoomen als de schakelaar
VIDEO/MEMORY op “MEMORY” staat.
Macro-opnamen (tot 5 cm vanaf het onderwerp) zijn mogelijk wanneer de zoomring helemaal op “W” is ingesteld. Zie ook “TELE MACRO” in het menu MANUAL op bladzijde 46.
Voor andere opmerkingen, 墌 blz. 81.
Journalistenopnames
In sommige situaties kunnen andere opnamehoeken meer spectaculaire resultaten opleveren dan bij normale opnames. Houd de camcorder in de gewenste stand en draai het LCD­scherm in de juiste richting. Het LCD-scherm kan 270° draaien (90° naar beneden, 180° naar boven).
Interfaceopnames
De persoon die u filmt, kan zichzelf op het LCD-scherm bekijken. Het is ook mogelijk opnames van uzelf te maken terwijl u zichzelf op het LCD-scherm bekijkt.
1) Open het LCD-
scherm en draai het 180º in bovenwaartse richting, zodat het naar voren wijst.
Wanneer u het LCD-scherm omhoog draait naar een hoek van meer dan ongeveer 105º, wordt het beeld op het scherm verticaal omgedraaid. Als u op dat moment de zoeker uittrekt, wordt die ook ingeschakeld.
2) Richt de lens op het onderwerp (uzelf wanneer u zelfopnames maakt) en begin met opnemen.
Tijdens interfaceopnames worden het beeld en de aanduidingen niet in spiegelbeeld op het scherm weergegeven.
Zelfopnames
NE 21
Tijdcode
Tijdens het opnemen wordt een tijdcode op de band aangebracht. Met deze code kunt u de plaats van een opgenomen scène op de band tijdens de weergave controleren. Indien u de opname vanaf een blanco gedeelte start, begint de tijdcode te lopen vanaf “00:00:00” (minuten:seconden:frame). Indien u vanaf een reeds opgenomen gedeelte start, zal de tijdcode vanaf het laatste tijdcodenummer verder lopen. U heeft een tijdcode nodig voor het monteren van meerdere scènes in een willekeurige volgorde (墌 blz. 73 –
77). De tijdcode wordt onderbroken wanneer er tijdens het opnemen halverwege de cassette een blanco gedeelte op de band wordt gelaten. Bij het hervatten van de opname begint de tijdcode weer te lopen bij “00:00:00”. Er zullen in dat geval mogelijk dezelfde tijdcodes worden aangebracht als bij eerder opgenomen scènes zijn gebruikt. U kunt dit voorkomen door “Opname midden op een band” hieronder in de volgende gevallen uit te voeren:
Indien u na weergave van een opgenomen cassette de opname op deze cassette wilt vervolgen.
Als tijdens het opnemen de stroomtoevoer wordt onderbroken.
Als u tijdens het opnemen de cassette verwijdert en weer terugplaatst.
Als u op een gedeeltelijk opgenomen cassette wilt opnemen.
Als u op een leeg gedeelte tussen opnamen op de cassette wilt opnemen.
Als u na opname van een scène het opnemen
12:34:24
Display
Beeldnummers worden tijdens de opname niet getoond.
Minuten
Seconden
Beelden (25 beelden = 1 seconde)
hervat en vervolgens de cassettehouder opent en weer sluit.
Opname midden op een band
1) Speel de band af of gebruik de functie voor het zoeken naar blanco gedeelten (墌 blz. 23) om het punt op
te zoeken waarvandaan u de opname wilt laten beginnen en schakel vervolgens de stilbeeldweergavestand in. (墌 blz. 22)
2) Zet de aan/uit-knop op “A” of “M” terwijl u de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt houdt en begin
vervolgens op te nemen.
OPMERKINGEN:
De tijdcode kan niet op nul worden gezet.
Tijdens het snel door- en terugspoelen zal de weergave van de tijdcode mogelijk niet soepel lopen.
De tijdcode wordt alleen weergegeven als “TIME CODE” is ingesteld op “ON”. (blz. 48)
Wanneer op een band een blanco gedeelte is opgenomen
Tijdcode 00:00:00
Band
Opnamebeginpunt
Reeds opgenomen scène
Tijdcode 05:43:21
Opname-eindpunt
Juiste manier van opnemen
Tijdcode 00:00:00
Band
Opnamebeginpunt Opnamebeginpunt Opnamebeginpunt
Reeds opgenomen scène
Tijdcode
05:43:21
Nieuwe scène
Blanco
Tijdcode 00:00:00
Nieuw opgenomen scène
Opnamebeginpunt
Tijdcode 05:44:00
Laatste scène
22 NE
VIDEOBEELDEN WEERGEVEN
Normale weergave
Knop VOL. +/–
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Weergave-/ pauzeknop (4/9)
Aan/uit-knop
Luidspreker
Stopknop (8)
1 Plaats een cassette. (blz. 16) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.
3 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
4 Druk op 4/9 om de weergave te starten. 5 Druk op 8 om de weergave te stoppen.
Draai terwijl de camera in de stopstand staat de ring SHUTTLE SEARCH naar links (3) om terug te spoelen of naar rechts (5) om door te spoelen.
OPMERKINGEN:
Als de stopstand 5 minuten lang ingeschakeld blijft wanneer een accu de stroombron is, wordt de camcorder automatisch uitgezet. Om de camcorder weer aan te zetten, dient u de aan/uit­knop eerst naar “OFF” en vervolgens naar “P” te draaien.
U kunt het weergegeven beeld op het LCD­scherm, in de zoeker of op een aangesloten tv bekijken. (墌 blz. 24)
U kunt het weergegeven beeld ook op het LCD­scherm bekijken als het scherm is omgedraaid en tegen de camcorder is gedrukt.
Aanduidingen op het LCD-scherm of in de zoeker:
• Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien
door een accu: de Accu-aanduiding “ ” wordt weergegeven. (墌 blz. 100)
• Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien
via een stopcontact: de Accu-aanduiding “ ” wordt niet weergegeven.
• Er worden in de stopstand geen aanduidingen
weergegeven.
Blokkeerknop
Ring SHUTTLE SEARCH
(3/5)
Wanneer de S-/AV-/montagekabel is aangesloten op de S/AV-aansluiting, wordt via de luidspreker geen geluid weergegeven.
Het volume van de luidspreker regelen…
Druk op VOL. + om het volume hoger te zetten of op VOL. – om het volume lager te zetten.
Stilbeelden weergeven
Deze functie onderbreekt de weergave van videobeelden.
1) Druk tijdens de weergave op 4/9.
2) Druk nogmaals op 4/9 om de weergave te
hervatten.
Als een stilbeeld langer dan 3 minuten wordt weergegeven, wordt de stopstand van de camcorder automatisch ingeschakeld.
Als u op 4/9 drukt, is het mogelijk dat de weergave niet onmiddellijk wordt onderbroken omdat de camcorder het beeld nog moet stabiliseren.
Snelzoeken
Deze functie laat u tijdens de weergave van videobeelden met hoge snelheid in voor- of achterwaartse richting zoeken.
1) Draai tijdens de beeldweergave de ring SHUTTLE SEARCH naar rechts (5) om snel voorwaarts te
zoeken of naar links (3) om snel achterwaarts te zoeken.
2) Druk op 4/9 om de normale weergave te hervatten.
Draai tijdens de beeldweergave de ring SHUTTLE SEARCH naar rechts (5) of naar links (3) en houd de ring in die positie vast. Het zoeken zal doorgaan zolang u de ring in deze positie vasthoudt. De normale weergave start weer zodra u de ring loslaat.
Tijdens het snelzoeken met hoge snelheid krijgt het beeld mogelijk een mozaïekachtig effect. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
LET OP:
Tijdens het snelzoeken zijn delen van het beeld mogelijk niet duidelijk zichtbaar, met name aan de linkerzijde van het scherm.
NE 23
Blanco gedeelten zoeken
Deze functie helpt u een plek in het midden van de band te vinden waar u een nieuwe opname kunt beginnen zonder tijdcodes te verstoren. (墌 blz. 21)
Knop FOCUS/BLANK
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Stopknop (8)
1 Plaats een cassette. (blz. 16) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.
3 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
4 Druk in de stopstand
op FOCUS/BLANK.
De aanduiding “BLANK SEARCH” gaat knipperen en de camcorder gaat automatisch voor of achterwaarts zoeken en tot een punt op de band dat zich ongeveer 3 seconden vóór het gevonden blanco gedeelte bevindt.
BLANK SE ARCH
5
5 Als u het zoeken naar een blanco gedeelte
halverwege wilt annuleren, drukt u op 8.
OPMERKINGEN:
Voordat wordt gezocht naar blanco gedeelten, als de huidige positie een blanco gedeelte is zoekt de camcorder in achterwaartse richting. Als de huidige positie een opgenomen gedeelte is, zoekt de camcorder in voorwaartse richting.
Als de melding “HEAD CLEANING REQUIRED. USE CLEANING CASSETTE” (Koppen moeten worden schoongemaakt. Gebruik reinigingscassette.) is verschenen toen u de cassette in het toestel deed, zal de functie voor het zoeken van blanco gedeelten niet werken.
Als tijdens het zoeken naar een blanco gedeelte het begin of het einde van de band wordt bereikt, stopt de camcorder automatisch.
Het is mogelijk dat blanco gedeelten van minder dan 5 seconden niet worden teruggevonden.
Het gevonden blanco gedeelte kan tussen twee reeds opgenomen scènes liggen. Voor u begint met opnemen moet u daarom controleren of er zich na het gevonden blanco gedeelte geen ander materiaal bevindt.
Weergave in slowmotion Beeld-voor-beeld-weergave Inzoomen tijdens weergave Speciale weergave-effecten
Uitsluitend instelbaar met de meegeleverde afstandsbediening. (墌 blz. 68, 69)
24 NE
VIDEOBEELDEN WEERGEVEN (vervolg)
Verbindingen met een tv of videorecorder
A. Gebruik de meegeleverde S-/AV-/montagekabel.
Naar tv of videorecorder
Rood naar AUDIO R IN*
S-/AV-/montagekabel (meegeleverd)
Aansluitingenklepje***
* Niet vereist als u alleen stilbeelden wilt weergeven. ** Sluit deze kabel aan als uw tv/videorecorder een S-VIDEO IN-aansluiting heeft. *** Open het klepje wanneer u de kabel aansluit.
B. Als de tv of videorecorder een 21-pins aansluiting heeft
Gebruik de meegeleverde kabeladapter.
Naar S/AV-aansluiting
Wit naar AUDIO L IN*
Geel naar VIDEO IN
Zwart naar S-VIDEO IN**
Niet aangesloten
Tv
Videorecorder
Naar tv of videorecorder
Rood naar AUDIO R IN*
Wit naar AUDIO L IN*
S-/AV-/montagekabel (meegeleverd)
Aansluitingenklepje***
* Niet vereist als u alleen stilbeelden wilt weergeven. ** Sluit deze kabel aan als uw tv/videorecorder een S-VIDEO IN-aansluiting heeft. *** Open het klepje wanneer u de kabel aansluit.
OPMERKING:
Zet de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C: bij een verbinding met een tv of videorecorder die geschikt is voor Y/C-signalen en via een
S-videokabel is aangesloten.
CVBS: bij een verbinding met een tv of videorecorder die niet geschikt is voor Y/C-signalen en via een
audio-/videokabel is aangesloten.
Naar S/AV­aansluiting
Geel naar VIDEO IN
Zwart naar S-IN**
Niet aangesloten
Kabeladapter
“Y/C”/
“CVBS”-
selectieknop
video-uitgang
Tv
Videorecorder
NE 25
1 Zorg dat alle apparaten zijn uitgeschakeld. 2 Sluit de camcorder op een tv of videorecorder
aan zoals in de afbeelding wordt getoond. (blz. 24) Ga naar stap 3 als u een videorecorder gebruikt. Ga anders naar stap 4.
3 Verbind de videorecorderuitgang met de tv-
ingang (zie de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder).
4 Zet de camcorder, videorecorder en tv aan. 5 Zet de videorecorder in de AUX-invoerstand en
de tv in de videostand.
Instellen of de volgende aanduidingen al dan niet op de aangesloten tv moeten worden weergegeven…
Datum/tijd Stel “DATE/TIME” in op “AUTO”, “ON” of op “OFF”. (墌 blz. 48) Of druk op DISPLAY op de afstandsbediening om de datumaanduiding in of uit te schakelen.
Tijdcode Stel “TIME CODE” in op “ON” of op “OFF”. (blz. 48)
Weergavegeluidstand, bandtransportsnelheid en bandtransportaanduidingen voor videoweergave. Stel “ON SCREEN” in op “LCD” of op “LCD/TV”. (blz. 48)
OPMERKING:
De S-/AV-/montagekabel aansluiten...
Druk de kabel recht in de S/AV-aansluiting.
Als u de S-/AV-/montagekabel wilt loshalen, trekt u de kabel er recht uit.
OPMERKINGEN:
Het is raadzaam de netadapter/acculader als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (blz. 11)
Om de beelden en het geluid van de camcorder te kunnen volgen zonder een cassette of geheugenkaart in het toestel te doen, zet u de aan/ uit-knop op “A” of “M” en zet u vervolgens uw tv in de juiste stand.
Zorg dat het volume van de tv zo laag mogelijk staat om te voorkomen dat er plotseling veel lawaai klinkt wanneer u de camcorder aanzet.
Als u een tv of luidsprekers heeft die niet speciaal zijn afgeschermd, moet u de luidsprekers niet in de buurt van de tv plaatsen daar dit ruis in het weergavebeeld van de camcorder veroorzaakt.
Wanneer de S-/AV-/montagekabel is aangesloten op de S/AV-aansluiting, wordt via de luidspreker geen geluid weergegeven.
Naar S/AV-aansluiting
S-/AV-/montagekabel (meegeleverd)
26 NE
DIGITALE STILBEELDCAMERA (D.S.C.)
OPNEMEN EN WEERGEVEN
INHOUD
D.S.C.-OPNAMES MAKEN ............................................................................ 27
Basisopnames (D.S.C.-momentopname) ...................................................... 27
D.S.C.-WEERGAVE ...................................................................................... 28
Normale weergave van stilbeelden ............................................................ 28
Automatische weergave van beelden ......................................................... 28
Weergave van videofragmenten ............................................................... 29
Digitale geluidseffecten weergeven ........................................................... 29
Indexweergave van bestanden ................................................................. 30
Bestandsinformatie weergeven ................................................................. 30
Weergave van aanduidingen op het scherm verwijderen .............................. 31
Bestanden beveiligen ............................................................................... 31
Bestanden verwijderen ............................................................................ 33
Een nieuwe map maken ............................................................................ 34
Afdrukinformatie instellen (instelling DPOF) ............................................... 34
Een geheugenkaart initialiseren ................................................................. 36
D.S.C.-OPNAMES MAKEN
NE 27
Basisopnames (D.S.C.­momentopname)
U kunt uw camcorder als digitale stilbeeldcamera gebruiken voor het maken van momentopnames. Stilbeelden worden op de geheugenkaart van de camcorder opgeslagen.
OPMERKING:
Voer voordat u verdergaat de onderstaande procedures uit:
Stroomtoevoer (blz. 10)
Een geheugenkaart plaatsen (blz. 17)
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Knop SNAPSHOT
1 Schuif de lensdop omlaag. 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “A” of M”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
5 Druk op SNAPSHOT. De aanduiding “O”
wordt weergegeven terwijl u de momentopname maakt.
Stilbeelden worden in de momentopnamestand zonder lijst vastgelegd.
Zie “Bestanden verwijderen” (blz. 33) als u ongewenste momentopnamen wilt verwijderen.
Als u het geluid van de sluiter niet wilt horen, stelt u “BEEP” in op “OFF”. (墌 blz. 47)
Als u de beeldgrootte en/of beeldkwaliteit wilt wijzigen, blz. 38, 49.
Momentopnamestand zonder lijst
A
1024
C
B
A Beeldgrootte (blz. 49, 97) B Opnamepictogram (blz. 97) C Kaartpictogram (blz. 97) D Beeldkwaliteit (blz. 49, 97) E Resterend aantal opnames (blz. 97)
OPMERKINGEN:
Zelfs als “DIS” is ingesteld op “ON” (blz. 45), wordt de stabilisatiefunctie uitgeschakeld.
Als geen momentopnames mogelijk zijn, knippert “O” wanneer u op SNAPSHOT drukt.
Als Programma AE met speciale effecten (blz. 41) is ingeschakeld, zijn bepaalde standen van Programma AE met speciale effecten niet actief tijdens het maken van momentopnames. In dat geval, knippert het pictogram.
Als gedurende ongeveer 5 minuten geen opnames worden gemaakt terwijl de aan/uit-knop op “A” of “M” staat en de stroom wordt geleverd door de accu, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld om energie te sparen. U kunt in dat geval weer momentopnames maken als u de zoeker indrukt en weer uittrekt of het LCD-scherm sluit en weer opent.
De motordrivestand (blz. 52) wordt uitgeschakeld manneer u de schakelaar VIDEO/ MEMORY ingestelt op “MEMORY” zet.
Als de S-/AV-/montagekabel is aangesloten op de S/AV-aansluiting, is het geluid van de sluiter niet hoorbaar via de luidspreker, maar wordt het wel op de band opgenomen.
De stilbeelden worden gemaakt conform de DCF­norm (Design rule for Camera File system). Ze zijn niet compatibel met apparaten die niet conform de DCF-norm zijn.
51
E
D
U hoort het geluid van een sluiter.
28 NE
D.S.C.-WEERGAVE
Normale weergave van stilbeelden
De met de camcorder gemaakte stilbeelden worden automatisch genummerd en in numerieke volgorde op de geheugenkaart opgeslagen. U kunt de opgeslagen beelden één voor één bekijken, alsof u door een fotoalbum bladert.
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Weergave-/ pauzeknop (4/9)
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Stopknop (8)
Ring SHUTTLE SEARCH (3/5)
Knop SET/SELECT
1 Plaats een geheugenkaart. (blz. 17) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of SOUND) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
5 Als het weergavescherm voor videofragmenten
(E-MAIL CLIP, (blz. 29)) of voor digitaal geluid (SOUND, (blz. 29)) verschijnt, drukt u op SET/ SELECT. Het scherm MEMORY SELECT verschijnt.
6 Druk op + of – om “IMAGE” te selecteren. Druk
op SET/SELECT. Het scherm voor weergave van stilbeelden (IMAGE) verschijnt.
7 Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar links
(3) om het vorige bestand weer te geven. Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar rechts (5) om het volgende bestand weer te geven.
Als u op INFO drukt, verschijnt informatie over het weergegeven bestand. (墌 blz. 30)
U kunt ook het gewenste bestand opzoeken in het indexscherm. (墌 blz. 30)
Het is mogelijk om de weergave op het scherm uit te schakelen. (墌 blz. 31)
OPMERKINGEN:
Zelfs als u een nieuw stilbeeld maakt terwijl u een stilbeeld met een lager nummer weergeeft, wordt dat bestaande beeld niet overschreven, aangezien nieuwe stilbeelden automatisch altijd na het laatst opgenomen stilbeeld worden opgeslagen.
Beelden die zijn opgenomen met een andere bestandsgrootte dan “640 x 480”, “1024 x 768” en “1280 x 960” en met een ander apparaat, worden als miniatuurbeelden weergegeven. Deze miniatuurbeelden kunnen niet naar een pc worden overgebracht.
Beelden die zijn gemaakt met apparaten die niet DCF-compatibel zijn (bijvoorbeeld JVC GR­DVX7), kunnen niet op deze camcorder worden weergegeven. In dat geval wordt het bericht “UNSUPPORTED FILES” weergegeven.
Automatische weergave van beelden
Het is mogelijk om automatisch alle op een geheugenkaart opgeslagen beelden één voor één weer te geven.
1 Voer de stappen 1 – 6 van “Normale weergave
van stilbeelden” uit.
2 Druk op 4/9 om de automatische weergave te
starten.
Als u de ring SHUTTLE SEARCH naar links (3) draait tijdens de automatische weergave, worden de bestanden in aflopende volgorde weergegeven.
Als u de ring SHUTTLE SEARCH naar rechts (5) draait tijdens de automatische weergave, worden de bestanden in oplopende volgorde weergegeven.
3 Als u de automatische weergave wilt beëindigen,
drukt u op 8.
[Bij normale weergave]
Zo geeft u het volgende beeld weer
Beeldweergavescherm
(IMAGE)
Zo geeft u het vorige beeld weer
[Bij automatische weergave]
NE 29
Weergave van videofragmenten
U kunt videofragmenten (blz. 60) weergeven die op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
1 Plaats een geheugenkaart. (blz. 17) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of SOUND) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
5 Als het scherm voor beeldweergave (IMAGE) of
weergave van digitaal geluid (SOUND) verschijnt, drukt u op SET/SELECT. Het scherm MEMORY SELECT verschijnt.
6 Druk op + of – om
“E-MAIL CLIP” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het scherm voor weergave van videofragmenten (E-MAIL CLIP) verschijnt.
7 Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar links
(3) om het vorige bestand te selecteren. Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar rechts (5) om het volgende bestand te selecteren.
Als u op INFO drukt, verschijnt informatie over het weergegeven bestand. (墌 blz. 30)
U kunt ook het gewenste bestand opzoeken in het indexscherm. (墌 blz. 30)
8 Druk op 4/9 om de weergave te starten. 9 Druk op 8 om de weergave te stoppen.
E-MAIL CLIP
Digitale geluidseffecten weergeven
Op de meegeleverde geheugenkaart zijn twaalf geluidseffecten meegeleverd. U kunt de geluidseffecten die op de geheugenkaart zijn opgeslagen, beluisteren. U kunt ook geluideffecten kopiëren op de band. (墌 blz. 57)
EXPLOSION Explosie SIREN Sirene LAUGHTER Gelach RACE CAR Racewagen DOOR BELL Deurbel BUZZER Zoemer FANFARE Fanfare APPLAUSE Applaus CHEERS Gejuich BOING Boing SCREAM Gil JEERS Boe-geroep
1 Plaats de meegeleverde geheugenkaart.
(blz. 17)
2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of SOUND) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
5 Als het scherm voor beeldweergave (IMAGE) of
voor weergave van videofragmenten (E-MAIL CLIP) verschijnt, drukt u op SET/SELECT. Het scherm MEMORY SELECT verschijnt.
6 Druk op + of – om
“SOUND” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het scherm voor weergave van digitaal geluid (SOUND) verschijnt.
7 Als u het geluidseffect
wilt weergeven, drukt u op 4/9.
Alle geluiden worden in aflopende volgorde weergegeven.
OPMERKINGEN:
Op het scherm voor weergave van digitaal geluid:
• Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar links (3) om het vorige bestand te selecteren. Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar rechts (5) om het volgende bestand te selecteren.
• Als u op INFO drukt, verschijnt informatie over het weergegeven bestand. (墌 blz. 30)
U kunt ook het gewenste bestand opzoeken in het indexscherm. (墌 blz. 30)
SOUND
30 NE
D.S.C.-WEERGAVE (vervolg)
Indexweergave van bestanden
Het is mogelijk om meerdere op de geheugenkaart opgeslagen bestanden tegelijk weer te geven. Dankzij deze mogelijkheid is het eenvoudiger om specifieke bestanden terug te vinden.
1 Voor de indexweergave van beeldbestanden,
voert u stap 1 – 6 van “Normale weergave van stilbeelden” (blz. 28) uit.
Voor indexweergave van videofragmentbestanden, voert u stap 1 – 6 van
“Weergave van videofragmenten” (墌 blz. 29) uit.
Voor indexweergave van geluidsbestanden, voert u stap 1 – 6 van “Digitale geluidseffecten weergeven” (blz. 29) uit.
2 Druk op INDEX. Het indexscherm van het
geselecteerde bestandstype verschijnt.
Geselecteerde bestand
Indexnummer
3
2
1
4
5
6
8 9
7
3 Druk op + of – om het selectiekader naar het
gewenste bestand te verplaatsen.
Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar links (3) om de vorige pagina weer te geven. Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar rechts (5) om de volgende pagina weer te geven.
4 Druk op SET/SELECT. Het geselecteerde bestand
wordt weergegeven.
Als u op INFO drukt, verschijnt informatie over het weergegeven bestand. (rechter kolom)
Indexscherm
Bestandsinformatie weergeven
U kunt de relevante bestandsinformatie weergeven door tijdens de normale weergave of de indexweergave op de knop INFO te drukken.
DCF : Map en bestandsnummer (alleen
FOLDER : Mapnaam (墌 blz. 34) FILE : Bestandsnaam (墌 blz. 34) DATE : Datum waarop het bestand is
SIZE : Beeldgrootte (allen IMAGE/E-MAIL
QUALITY : Beeldkwaliteit (alleen IMAGE) TIME : Weergavetijd (alleen E-MAIL CLIP/
PROTECT : Als u dit instelt op “ON”, wordt het
DCF :100 - 0010 F
O
F
I
D
A
S
I
Q
U
P
R
Druk nogmaals op de knop INFO om het informatiescherm te sluiten.
OPMERKING:
Bij beelden die zijn opgenomen met andere apparaten of zijn bewerkt op een pc, wordt “QUALITY: – – –” weergegeven.
IMAGE)
gemaakt
CLIP)
SOUND)
bestand beveiligd tegen ongewenst wissen. (墌 blz. 31)
Informatiescherm
V
C
G
L
D
E
R
L
E
T
E
Z
E
A
L
I
T
Y
O
T
E
C
T
R
:
1
0
0
J
0
0
1
0
:
D
V
C
0
.
0 2
:
2
7
. 1 0
4
X
7
6
8
:
1
0
2
E
:
F
I
N
:
O
F
F
NE 31
Weergave van aanduidingen op het scherm verwijderen
1 Voer de stappen 1 – 6 van “Normale weergave
van stilbeelden” (blz. 28) uit.
2 Druk op MENU. Het menuscherm verschijnt. 3 Druk op + of om “n DISPLAY” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het submenu verschijnt.
4 Druk op + of – om “OFF” te selecteren. Druk op
SET/SELECT. De aanduidingen voor de gebruiksstand en de accu ( ) verdwijnen.
Als u de aanduidingen weer wilt laten weergeven, selecteert u “ON”.
Gebruiksstandaanduiding
Accu-aanduiding
DISPLAYM E NU
OFF
ON
RETURN
Bestanden beveiligen
De beveiligingsstand helpt te voorkomen dat bestanden ongewenst worden gewist.
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Knop MENU
Knop SET/SELECT
1 Plaats een geheugenkaart. (blz. 17) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of SOUND) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
Als u een ander bestandstype wilt selecteren, gaat u naar stap 5. Anders, gaat u naar stap 7.
5 Druk op SET/SELECT. Het scherm MEMORY
SELECT verschijnt.
6 Druk op + or – om het gewenste bestandstype te
selecteren. Druk op SET/SELECT.
7 Druk op MENU. Het menuscherm verschijnt.
Knop +, –
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
32 NE
D.S.C.-WEERGAVE (vervolg)
8 Druk op + of – om
“PROTECT” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het submenu verschijnt.
MENU
PROTECT
DELE TE DPOF NO . RES E T FORMAT DISPLAY END
Het weergegeven bestand beveiligen
9 Druk op + of – om
“CURRENT” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het scherm PROTECT verschijnt.
PROTECTM E NURENT
CUR
PROT . A LL CANC . AL L
RETURN
10 Draai de ring
SHUTTLE SEARCH naar links (3) of naar rechts (5) om het gewenste bestand te selecteren.
11 Druk op + of – om
“EXECUTE” te selecteren. Druk op SET/SELECT.
Als u de beveiliging wilt opheffen, selecteert u “RETURN”.
Herhaal stap 10 en 11 voor alle bestanden die u wilt beveiligen.
ROT ECTP
PROTECTED
RETURN
Alle op de geheugenkaart opgeslagen bestanden beveiligen
9 Druk op + of – om “PROT.ALL” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het scherm PROTECT verschijnt.
10 Druk op + of – om “EXECUTE” te selecteren.
Druk op SET/SELECT.
Als u de beveiliging wilt opheffen, selecteert u “RETURN”.
OPMERKINGEN:
Als de markering “ ” verschijnt, is het weergegeven bestand beveiligd.
Als de geheugenkaart wordt geïnitialiseerd of beschadigd raakt, worden ook beveiligde bestanden gewist. Als u belangrijke bestanden zeker niet wilt kwijtraken, moet u ze naar een pc overbrengen en daar opslaan.
De beveiliging opheffen
Voer voordat u de onderstaande procedure volgt, stap 1 – 8 bij “Bestanden beveiligen” (blz. 31) uit.
De beveiliging van het weergegeven bestand opheffen
9 Druk op + of – om “CURRENT” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het scherm PROTECT verschijnt.
10 Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar links
(3) of naar rechts (5) om het gewenste bestand te selecteren.
11 Druk op + of – om “EXECUTE” te selecteren.
Druk op SET/SELECT.
Als u de selectie wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
Herhaal stap 10 en 11 voor alle bestanden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
De beveiliging opheffen van alle op de geheugenkaart opgeslagen bestanden
9 Druk op + of – om “CANC.ALL” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het scherm PROTECT verschijnt.
10 Druk op + of – om “EXECUTE” te selecteren.
Druk op SET/SELECT.
Als u de selectie wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
NE 33
Bestanden verwijderen
Reeds opgeslagen bestanden kunt u stuk voor stuk of allemaal tegelijk verwijderen.
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Knop MENU
Knop SET/SELECT
1 Plaats een geheugenkaart. (blz. 17) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of SOUND) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
Als u een ander bestandstype wilt selecteren, gaat u naar stap 5. Anders, gaat u naar stap 7.
5 Druk op SET/SELECT. Het scherm MEMORY
SELECT verschijnt.
6 Druk op + or – om het gewenste bestandstype te
selecteren. Druk op SET/SELECT.
7 Druk op MENU. Het menuscherm verschijnt. 8 Druk op + of – om “DELETE” te selecteren. Druk
op SET/SELECT. Het submenu verschijnt.
Knop +, –
Het weergegeven bestand verwijderen
9 Druk op + of – om
“CURRENT” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het scherm DELETE verschijnt.
DELE TE M E NURENT
CUR
ALL
RETURN
10 Draai de ring
SHUTTLE SEARCH naar links (3) of naar rechts (5) om het gewenste bestand te selecteren.
11 Druk op + of – om
“EXECUTE” te selecteren. Druk op SET/SELECT.
Als u het verwijderen wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
Herhaal stap 10 en 11 voor alle bestanden die u wilt verwijderen.
OPMERKING:
Als u de markering “ ” ziet, is het geselecteerde bestand beveiligd en kan het niet worden verwijderd.
ELETED
DELE TE ?
EXECUTE
RETURN
Alle op de geheugenkaart opgeslagen bestanden verwijderen
9 Druk op + of om “ALL” te selecteren. Druk op
SET/SELECT. Het scherm DELETE verschijnt.
10 Druk op + of om “EXECUTE” te selecteren.
Druk op SET/SELECT.
Als u het verwijderen wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
OPMERKINGEN:
Beveiligde bestanden (blz. 31) kunt u niet verwijderen. U kunt deze alleen verwijderen als u eerst de beveiliging opheft.
Wanneer bestanden eenmaal zijn verwijderd, kunt u deze niet meer terughalen. Controleer voordat u bestanden verwijdert of u ze wel echt wilt verwijderen.
LET OP:
Verwijder de geheugenkaart niet en voer ook geen andere handelingen uit (zet bijvoorbeeld de camcorder niet uit) terwijl u bestanden verwijdert. Zorg ook dat u de meegeleverde netadapter/ acculader gebruikt, aangezien de gegevens op de geheugenkaart beschadigd kunnen raken als de accu tijdens het verwijderen leegraakt. Als de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken, initialiseert u de kaart. (墌 blz. 36)
34 NE
D.S.C.-WEERGAVE (vervolg)
Een nieuwe map maken Afdrukinformatie instellen
U kunt nieuwe stilbeelden die u gaat maken, onderscheiden van reeds gemaakte stilbeelden door de bestandsnaam te veranderen in DVC00001. Deze nieuwe beelden worden in een nieuwe map opgeslagen.
1 Plaats een geheugenkaart. (blz. 17) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of SOUND) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
5 Als het weergavescherm voor videofragmenten
(E-MAIL CLIP, (blz. 29)) of voor digitaal geluid (SOUND, (blz. 29)) verschijnt, drukt u op SET/ SELECT. Het scherm MEMORY SELECT verschijnt.
6 Druk op + of – om “IMAGE” te selecteren. Druk
op SET/SELECT. Het scherm voor weergave van stilbeelden (IMAGE) verschijnt.
7 Druk op MENU. Het menuscherm verschijnt. 8 Druk op + of om “NO. RESET” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het scherm NO. RESET verschijnt.
9 Druk op + of – om “EXECUTE” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. De nieuwe map (bijvoorbeeld “101JVCGR”) wordt gemaakt en het bestand dat bij de opname hoort, begint bij DVC00001.
Bestands- en mapnamen
Elke keer dat u een opname maakt, wordt een bestandsnaam gemaakt met een nummer dat hoger is dan het grootste nummer van de in gebruik zijnde bestandsnaam. Zelfs als u een beeldbestand verwijdert dat een nummer heeft dat midden in het bereik valt, wordt dat nummer niet voor een nieuwe opname gebruikt. Er blijft een gat in de numerieke volgorde. Wanneer de bestandsnaam DVC09999 bereikt, wordt een nieuwe map (bijvoorbeeld “101JVCGR”) gemaakt en de bestandsnaamnummering begint in die map opnieuw bij DVC00001.
(instelling DPOF)
Deze camcorder is compatibel met de standaard DPOF (Digital Print Order Format) om ondersteuning te kunnen bieden voor toekomstige systemen, zoals automatisch afdrukken. U kunt een van de twee afdrukinformatie-instellingen selecteren voor beelden die op de geheugenkaart zijn opgeslagen: “Alle stilbeelden afdrukken (één afdruk per stilbeeld)” of “Afdrukken door stilbeelden en het aantal afdrukken te selecteren”.
OPMERKINGEN:
Als u een geheugenkaart plaatst die al op de hieronder getoonde wijze is ingesteld met een printer die compatibel is met DPOF, worden automatisch afdrukken gemaakt van de geselecteerde stilbeelden.
Als u beelden wilt afdrukken die op band zijn opgenomen, moet u ze eerst overbrengen naar een geheugenkaart. (墌 blz. 65)
Alle stilbeelden afdrukken (één afdruk per stilbeeld)
Plaats een geheugenkaart. (墌 blz. 17)
1 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of SOUND) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
5 Als het weergavescherm voor videofragmenten
(E-MAIL CLIP, (blz. 29)) of voor digitaal geluid (SOUND, (墌 blz. 29)) verschijnt, drukt u op SET/ SELECT. Het scherm MEMORY SELECT verschijnt.
6 Druk op + of – om “IMAGE” te selecteren. Druk
op SET/SELECT. Het scherm voor weergave van stilbeelden (IMAGE) verschijnt.
7 Druk op MENU. Het menuscherm verschijnt. 8 Druk op + of om
“DPOF” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het submenu verschijnt.
9 Druk op + of – om
“ALL 1” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het scherm DPOF verschijnt.
DPOF M E NURENT
ALL 1 RESET RETURN
CUR
NE 35
10 Druk op + of – om
“EXECUTE” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het normale weergavescherm verschijnt.
Als u de selectie wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
DPOF
ALL 1?
EXECUTE
RETURN
Afdrukken door stilbeelden en het aantal afdrukken te selecteren
1
Voer de stappen 1 – 8 van “Alle stilbeelden afdrukken (één afdruk per stilbeeld)” (墌 blz. 34) uit.
2 Druk op + of – om
“CURRENT” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het scherm DPOF verschijnt.
3 Draai de ring
SHUTTLE SEARCH naar links (3) of naar rechts (5) om het gewenste bestand te selecteren.
DPOF
SHEET S
00
RETURN
4 Druk op + of – om de nummeraanduiding (00) te
selecteren en druk op SET/SELECT.
5 Selecteer het aantal
afdrukken door op + te drukken om het aantal te verhogen of op – om het aantal te verlagen. Druk vervolgens op SET/SELECT.
Herhaal stap 3 tot en met 5 voor het gewenste aantal afdrukken.
Het maximumaantal afdrukken dat u kunt instellen, is 15.
Als u het aantal afdrukken wilt wijzigen, selecteert u het beeld nogmaals en past u het aantal aan.
6 Druk op + of – om
“RETURN” te selecteren. Druk op SET/SELECT. De tekst “SAVE?” verschijnt.
Als u in stap 3 tot en met 5 geen instellingen had gewijzigd, verschijnt het menuscherm weer.
DPOF
SHEET S
05
DPOF
SAVE?
EXECUTE
CANCEL
7 Druk op + of – om “EXECUTE” te selecteren als u
de net opgegeven instelling wilt opslaan en druk op SET/SELECT.
Als u de selectie wilt annuleren, selecteert u “CANCEL”.
Het aantal afdrukken weer op nul instellen
1
Voer de stappen 1 – 8 van “Alle stilbeelden afdrukken (één afdruk per stilbeeld)” (墌 blz. 34) uit.
2 Druk op + of – om “RESET” te selecteren. Druk
op SET/SELECT. Het scherm DPOF verschijnt.
3 Druk op + of – om “EXECUTE” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het normale weergavescherm verschijnt.
Als u de selectie wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
Het aantal afdrukken wordt voor alle stilbeelden op nul ingesteld.
LET OP:
Terwijl u de bovenstaande procedure uitvoert, mag u de stroomtoevoer nooit onderbreken, aangezien de geheugenkaart hierdoor beschadigd kan raken.
36 NE
D.S.C.-WEERGAVE (vervolg)
Een geheugenkaart initialiseren
U kunt geheugenkaarten op elk gewenst moment initialiseren. Wanneer u een geheugenkaart initialiseert, worden alle daarop opgeslagen bestanden en gegevens gewist, ook als ze beveiligd zijn.
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Knop MENU
Knop SET/SELECT
Knop +, –
6 Druk op + of – om “EXECUTE” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. De geheugenkaart wordt geïnitialiseerd.
Wanneer de initalisatie klaar is, verschijnt “NO IMAGES STORED”, “NO E-MAIL CLIP STORED” of “NO SOUND FILES”.
Als u de initialisatie wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
LET OP:
Voer tijdens de initialisatie geen andere handelingen uit (zet de camcorder bijvoorbeeld niet uit). Zorg ook dat u de meegeleverde netadapter/acculader gebruikt, aangezien de gegevens op de geheugenkaart beschadigd kunnen raken als de accu tijdens het initialiseren leegraakt. Als de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken, initialiseert u de kaart.
1 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
2 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
3 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
4 Druk op MENU. Het
menuscherm verschijnt.
5 Druk op + of – om
“FORMAT” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het scherm FORMAT verschijnt.
MENU PROTECT DELE TE DPOF
NO . RES E T
FORMAT
DISPLAY END
ORMA TF
ERASE AL L
EXECUTE
RETURN
DATA ?EX I ST I NG
NE 37
GEAVANCEERDE FUNCTIES
INHOUD
MENU’S VOOR GEDETAILLEERDE AANPASSINGEN .........................................38
De menu-instellingen wijzigen ..................................................................38
OPNAMEMENU’S .......................................................................................39
Wipe- of fade-effecten ............................................................................39
Programma AE met speciale effecten ........................................................41
De witbalans aanpassen .........................................................................42
WEERGAVEMENU’S ...................................................................................50
OPNAMEFUNCTIES .....................................................................................52
Momentopnames (tijdens video-opnames) .................................................52
Zelfontspanner ......................................................................................53
Automatisch scherpstellen (“Autofocus”– AF) ............................................54
Handmatig scherpstellen .........................................................................54
De belichting instellen .............................................................................55
Diafragmablokkering ..............................................................................55
Achtergrondlicht compenseren ..................................................................56
De witbalans aanpassen .........................................................................56
De witbalans handmatig instellen .............................................................56
Digitale geluidseffecten opnemen .............................................................57
Overzichtsfunctie ...................................................................................58
Videofragmenten voor e-maildoeleinden opnemen ......................................60
KOPIËREN .................................................................................................62
Kopiëren naar een videorecorder ..............................................................62
Kopiëren naar een videorecorder die is voorzien van een DV IN-aansluiting
(digitaal kopiëren) ..................................................................................63
Kopiëren vanaf een videorecorder die is voorzien van een DV OUT-aansluiting
(digitaal dubben) (alleen GR-DVP7) ..........................................................64
Op een band opgenomen stilbeelden naar een geheugenkaart kopiëren .........65
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN ..........................................................66
Audiodubben ..........................................................................................70
Audiodubben met digitale geluidseffecten ..................................................71
Invoegmontage ......................................................................................72
Willekeurige montage van meerdere scènes [RA-montage] ..........................73
SYSTEEMAANSLUITINGEN ...........................................................................78
Aansluiting op een pc ..............................................................................78
De camcorder als webcam gebruiken .........................................................79
38 NE
MENU’S VOOR GEDETAILLEERDE AANPASSINGEN
De menu-instellingen wijzigen
Deze camcorder is voorzien van een gebruiksvriendelijk menusysteem dat op het scherm wordt weergegeven. Via dit menusysteem kunt u een groot aantal gedetailleerde camcorderinstellingen eenvoudiger opgeven. (墌 blz. 39 – 51)
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
C
Knop MENU
OFFFADER/ IPE
Knop +, –
Menuscherm voor videoweergave
VIDEO SOUND MODE
END
12
BIT
MSYSTE
SYNC ROH
AYDISPL
REC
MOD E
B
MOD E
COPY DE . LNAV . I
Knop SET/SELECT
1 Menu’s voor video- en D.S.C.-opnames:
Zet de knop VIDEO/MEMORY op “VIDEO” of “MEMORY”.
Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en zet de aan/uit-knop op “M”.
Menu’s voor videoweergave:
Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO”.
Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en zet de aan/uit-knop op “P”.
Meer informatie over D.S.C.-weergavemenu’s vindt u bij “D.S.C.-WEERGAVE” (墌 blz. 28).
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Druk op MENU. Het menuscherm verschijnt.
Menuscherm voor video- en D.S.C.­opnames
AM AEPROGR AN E
W W.BAL
ACAMER LMANUA MSYSTE AYDISPL
DSC
END
5 De hieronder beschreven instellingsprocedure
hangt af van de geselecteerde functie.
Menu’s zonder submenu’s
v WIPE/FADER, r PROGRAM AE,
u W. BA LA NC E
1) Druk op + of om de gewenste optie te
selecteren.
Voorbeeld: Menu r PROGRAM AE
Het pictogram van de
geselecteerde instelling
wordt diapositief
weergegeven.
Geselecteerde instelling
2) Druk op SET/SELECT. De selectie is klaar. Het
menuscherm verschijnt weer.
Herhaal de procedure voor eventuele andere functiemenu’s die u wilt instellen.
W W.BAL
DSC
END
3) Druk nogmaals op MENU. Het menuscherm wordt gesloten.
Menu’s met submenu’s
m CAMERA, q MANUAL, s SYSTEM,
n DISPLAY, o DSC, t VIDEO
1) Druk op + of om het gewenste functie te
selecteren en druk op SET/SELECT. Het submenu verschijnt.
Voorbeeld: Menu m CAMERA
Geselecteerde functie
Het pictogram van de
geselecteerde instelling
wordt diapositief
weergegeven.
2) Druk op + of om de gewenste optie te
selecteren.
ZOOM
ERSHUT T SSPORT
SNO
W
GHTT
W
ILI
SEP I A
ONEMONO T
IC FI LMCLASS
EST ROB
AM A EPROGR AN E
C
ACAMER
LMAN UA MSYS TE AYDISPL
ODEREC M SP
MOD ESNAP UPGA I N
NRET UR
ODEREC M
GIHTSPOTL
1/120
OFFFADER/ IPE
– – – – –
12
BTMOD ESOUND
I
40
x
LFUL
AGC
Submenu
SP
LP
4 Druk op + of – om het gewenste functie te
selecteren en druk op SET/SELECT. Het geselecteerde functiemenu verschijnt.
OPNAMEMENU’S
NE 39
3) Druk op SET/SELECT. De selectie is klaar.
Herhaal de procedure voor eventuele andere functiemenu’s die u wilt instellen.
ODEREC M SP
12
BTMOD ESOUND
I
40
ZOOM
MOD ESNAP UPGA I N
x
LFUL
AGC
NRETUR
4) Druk op SET/SELECT. Het menuscherm verschijnt weer.
Herhaal de procedure voor eventuele andere functiemenu’s die u wilt instellen.
OFFFADER/ IPE
AM A EPROGR AN E
C
W W.BAL
ACAMER LMAN UA MSYS TE AYDISPL
DSC
END
5) Druk nogmaals op SET/SELECT. Het menuscherm wordt gesloten.
OPMERKINGEN:
De “m CAMERA”-instellingen worden van kracht
op het moment dat u de aan/uit-knop instelt op A” of op M”. U kunt de menu-instellingen echter alleen wijzigen als de aan/uit-knop in de stand M” staat.
De “q MANUAL”-instellingen worden pas van
kracht wanneer u de aan/uit-knop instelt op M”.
De “s SYSTEM”- en “n DISPLAY”-functies die
u instelt wanneer de aan/uit-knop op “M” staat, worden ook doorgevoerd als u de aan/uit-knop op “P” zet. Het menu “CLOCK ADJ.” verschijnt alleen als de aan/uit-knop op “M” staat.
De “n DISPLAY”-instellingen zijn alleen van
kracht als de aan/uit-knop op “A” staat. U kunt de menu-instellingen echter alleen wijzigen als de aan/uit-knop in de stand “M” staat.
U kunt de datumaanduiding ook in-/uitschakelen
door op de knop DISPLAY van de (meegeleverde) afstandsbediening te drukken. (墌 blz. 25, 62, 74)
Wipe- of fade-effecten
Met behulp van deze effecten kunt u professioneel ogende beeldovergangen maken. Gebruik deze effecten om de overgang van scène naar scène wat meer pit te geven.
BELANGRIJK:
Sommige wipe-/fade-effecten kunnen in bepaalde standen van Programma AE met speciale effecten niet worden gebruikt. (blz. 41) Als u een niet­bruikbaar wipe-/fade-effect selecteert, knippert de aanduiding ervan in het blauw of dooft de aanduiding.
Schakelaar
Aan/uit-knop
Knop SET/SELECT
VIDEO/MEMORY
Start/stop-knop
voor opnemen
Blokkeerknop
Knop MENU
Knop +, –
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
40 NE
OPNAMEMENU’S (vervolg)
U kunt een wipe- of fade-effect toepassen wanneer u een video-opname start of beëindigt.
1 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.
2 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
3 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
4 Stel “v WIPE/FADER” in op de gewenste stand.
(blz. 38)
De aanduiding van het geselecteerde effect verschijnt.
5 Druk op de start/stop-knop voor opnemen om
het opnemen te starten of te beëindigen. Het geselecteerde fade in-/fade out- of wipe in-/wipe out-effect wordt uitgevoerd.
Het geselecteerde effect uitschakelen… Selecteer “OFF” in stap 4.
OPMERKINGEN:
Het is mogelijk om tijdens het opnemen andere
effecten voor “v WIPE/FADER” te selecteren.
U kunt de lengte van een wipe of fade vergroten door de start/stop-knop voor opnemen in te drukken en ingedrukt te houden.
WIPE/FADER ( : fabrieksinstelling)
Aanduiding Instelling Beschrijving
OFF Hiermee schakelt u alle effecten uit.
FADER–WHITE Fade-in of fade-out met een wit scherm.
FADER–BLACK Fade-in of fade-out met een zwart scherm.
FADER–B.W
WIPE – CORNER
WIPE – WINDOW
WIPE – SLIDE Wipe-in van rechts naar links of wipe-out van links naar rechts.
WIPE – DOOR
WIPE – SCROLL
WIPE–SHUTTER
Fade-in vanuit een zwartwitscherm naar een kleurenscherm, of fade-out van kleur naar zwartwit.
Een wipe-in op een zwart scherm vanuit de rechterboven- naar de linkerbenedenhoek, of een wipe-out van de linkerbeneden- naar de rechterbovenhoek met als resultaat een zwart scherm.
De scène begint in het midden van een zwart scherm, waarna er een wipe-in naar de hoeken plaatsvindt; of een wipe-out geleidelijk vanuit de hoeken naar het midden.
Wipe-in waarbij de twee helften van een zwart scherm respectievelijk naar links en rechts wegtrekken, waardoor de scène zichtbaar wordt; of een wipe-out waarbij een zwart scherm vanaf links en rechts de scène geleidelijk helemaal afdekt.
Wipe-in van de scène vanaf de onderkant naar de bovenkant van een zwart scherm of een wipe-out van boven naar onder, waardoor een zwart scherm ontstaat.
Wipe-in vanaf het midden van een zwart scherm in de richting van de boven en onderkant; of wipe-out vanaf de boven- en onderkant naar het midden toe, waardoor een zwart scherm ontstaat.
NE 41
Programma AE met speciale effecten
BELANGRIJK:
Sommige standen van Programma AE met speciale effecten kunnen niet in combinatie met bepaalde wipe-/fade-effecten worden gebruikt. (blz. 39) Als u een onbruikbare stand selecteert, gaat de aanduiding van wipe-/fade-effecten knipperen of dooft deze.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Stel “r PROGRAM AE” in op de gewenste
stand. (墌 blz. 38)
De aanduiding van de geselecteerde stand verschijnt.
De geselecteerde stand uitschakelen… Selecteer “OFF” in stap 3.
OPMERKINGEN:
Programma AE met speciale effecten kunt u tijdens het opnemen of in de stand Opnamestand­by wijzigen.
Sommige standen van Programma AE met speciale effecten kunnen in de stand Night-Scope niet worden gebruikt.
PROGRAM AE ( : fabrieksinstelling)
Aanduiding Instelling Beschrijving
OFF Hiermee schakelt u Programma AE met speciale effecten uit.
Night-Scope (NIGHTSCOPE)
In deze stand worden donkere voorwerpen of gebieden nog lichter gemaakt dan ze al bij goede, natuurlijk belichting zouden zijn. Het beeld krijgt het mogelijk een stroboscoopeffect vanwege de lange sluitertijd.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast, waardoor een 30 maal hogere gevoeligheid wordt bereikt.
“ ” verschijnt naast “ ” terwijl de sluitertijd automatisch wordt aangepast.
NIGHTSCOPE
SHUTTER 1/50
SHUTTER 1/120
SPORTS
OPMERKINGEN:
Als de stand Night-Scope actief is, kunnen de volgende functies of instellingen niet worden ingeschakeld en knippert of dooft de aanduiding van die functies of instellingen:
• Bepaalde standen van “Programma AE met speciale effecten”
(blz. 41).
• “GAIN UP” in het menu CAMERA. (墌 blz. 44)
• “DIS” in het menu MANUAL. (墌 blz. 45)
In de stand Night-Scope kan het lastig zijn om de camcorder scherp te stellen. U kunt dit vermijden door een statief te gebruiken.
De sluitertijd is vastgesteld op 1/50 seconde. De zwarte stroken die meestal verschijnen wanneer u een foto maakt van een tv-scherm worden smaller.
De sluitertijd is vastgesteld op 1/120 seconde. De flikkering die zich voordoet wanneer u opnames maakt onder een tl-buis of kwiklamp wordt verminderd.
(Variabele sluitertijd: 1/250 – 1/4000)
Als u deze instelling selecteert, kunt u snel bewegende beelden beeld voor beeld vastleggen en zo een levendige, stabiele slowmotionweergave bewerkstelligen. Hoe korter de sluitertijd, hoe donkerder het beeld wordt. Gebruik de sluiterfunctie dus alleen als u voldoende licht hebt.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
42 NE
OPNAMEMENU’S (vervolg)
SNOW
SPOTLIGHT
TWILIGHT
SEPIA
MONOTONE
CLASSIC FILM* Hierdoor krijgen opgenomen beelden een stroboscoopeffect.
STROBE* De opname ziet er uit als een reeks opeenvolgende foto’s.
MIRROR*
* Alleen beschikbaar als de schakelaar VIDEO/MEMORY is ingesteld op “VIDEO”.
Deze instelling compenseert onderwerpen die anders mogelijk te donker worden als u opnames maakt in een zeer lichte omgeving, bijvoorbeeld een sneeuwlandschap.
Met deze instelling compenseert u onderwerpen die anders te licht zouden zijn als ze bij zeer sterke directe belichting worden opgenomen, bijvoorbeeld onder spots.
OPMERKING:
“SPOTLIGHT” heeft hetzelfde effect als een waarde van –3 voor de belichtingsinstellingsfunctie. (blz. 55)
Hierdoor zien avondscènes er natuurlijker uit. De witbalans (blz. 42, 56) wordt automatisch ingesteld op “ ”, maar kan worden aangepast aan uw wensen. Als u Twilight (schemerlicht) selecteert, wordt de camcorder bij een afstand van 10 m tot oneindig automatisch scherpgesteld. Als de afstand minder dan 10 m bedraagt, dient u de scherpstelling handmatig uit te voeren. De flits werkt in deze stand niet.
Opgenomen beelden krijgen een bruine schijn, net als oude foto’s. Als u deze stand combineert met de cinemastand krijgen uw opnames een klassiek uiterlijk.
Net als bij de zwartwitfilms uit vroeger tijden worden uw beelden in zwartwit opgenomen. In combinatie met de cinemastand vergroot u hiermee het effect van een “oude film”.
Hiermee maakt u in de rechterhelft van het scherm een spiegelbeeld van het normale beeld dat in de andere helft wordt weergegeven.
De witbalans aanpassen
W. BA L AN C E ( : fabrieksinstelling)
Zie “De witbalans aanpassen” (blz. 56) voor meer informatie.
AUTO De witbalans wordt automatisch aangepast.
MWB
FINE Buiten op een zonnige dag.
CLOUD Buiten op een bewolkte dag.
HALOGEN Een videolamp of een soortgelijke belichting wordt gebruikt.
U kunt de witbalans handmatig aanpassen wanneer u bij verschillende soorten belichting filmt.
NE 43
Menu Camera
CAMERA ( : fabrieksinstelling)
Opnamesnelheid
Hiermee kunt u de gewenste opnamesnelheid (SP of LP) instellen.
OPMERKINGEN:
Audiodubben (blz. 70) en invoegmontage (blz. 72) zijn mogelijk op banden die zijn opgenomen met de opnamesnelheid SP.
Wanneer u tijdens het opnemen van snelheid verandert, zal het beeld op het overgangspunt wazig zijn.
Speel cassettes die met de snelheid LP zijn opgenomen bij voorkeur met deze camcorder af.
Tijdens de weergave van een band die met een andere camcorder is opgenomen, verschijnen er mogelijk
ruisblokken in beeld of valt het geluid soms weg.
REC MODE SP Standard Play (standaardweergave)
Geluidsstand
SOUND MODE
LP Long Play (lange weergave) is economischer, omdat u beschikt over 1,5
12 BIT In deze stand is video-opname van stereogeluid mogelijk op vier aparte
16 BIT In deze stand is video-opname van stereogeluid op twee aparte kanalen
keer de normale opnametijd van een band.
kanalen. Deze stand wordt aanbevolen wanneer u wilt audiodubben. (gelijkwaardig aan de stand 32 kHz van vorige modellen)
mogelijk. (gelijkwaardig aan de stand 48 kHz van vorige modellen)
Zoomfunctie
ZOOM 10X Wanneer u “10X” instelt terwijl u gebruik maakt van de digitale
40X* Hierbij kunt u wel gebruik maken van de digitale zoomfunctie. Doordat
200X* Hierbij kunt u wel gebruik maken van de digitale zoomfunctie. Doordat
* Alleen beschikbaar als de schakelaar VIDEO/MEMORY is ingesteld op “VIDEO”.
zoomfunctie, wordt de zoomvergroting teruggebracht naar 10X, aangezien het digitale inzoomen in dat geval wordt uitgeschakeld.
beelden digitaal worden verwerkt en uitvergroot, zijn zoomwaarden mogelijk van 10X (de limiet voor optisch zoomen) tot een maximum van 40X digitale uitvergroting.
beelden digitaal worden verwerkt en uitvergroot, zijn zoomwaarden mogelijk van 10X (de limiet voor optisch zoomen) tot een maximum van 200X digitale uitvergroting.
44 NE
OPNAMEMENU’S (vervolg)
Momentopnamestand voor video-opnames
Zie “Momentopnames (tijdens video-opnames)” (blz. 52) voor meer informatie over de procedure.
SNAP MODE FULL Momentopnamestand zonder lijst
NEGA Negatiefstand
PIN-UP Pin-upstand
FRAME Momentopnamestand met lijst
U hoort het geluid van een sluiter.
Grovere korrel
GAIN UP OFF Met deze functie kunt u in het donker opnamen maken zonder dat de
AGC Het beeld is mogelijk korrelig, maar het beeld is wel helder.
AUTO De sluitertijd wordt automatisch aangepast (1/25 – 1/200 sec.). Het
helderheid van het beeld achteruit gaat.
filmen van een voorwerp in een donkere omgeving met een sluitertijd van 1/25 sec. zorgt voor een helderder beeld dan in de stand AGC, maar de bewegingen van het gefilmde object zijn niet vloeiend en natuurlijk. Het beeld kan nogal korrelig zijn. Terwijl de sluitertijd automatisch wordt aangepast, wordt “ ” weergegeven.
NE 45
Menu Manual (handmatig)
MANUAL ( : fabrieksinstelling)
Digitale beeldstabilisatie
DIS OFF Deze functie kunt u gebruiken om onstabiele beelden te compenseren
ON
Zelfontspanner
SELF TIMER
OFF Zie “Zelfontspanner” (blz. 53).
ON
die het gevolg zijn van bewegingen van de camera, met name bij sterk inzoomen.
OPMERKINGEN:
Als er te veel beweging is en in de volgende omstandigheden is accurate stabilisatie vaak niet meer mogelijk:
• Wanneer u voorwerpen met verticale of horizontale strepen filmt.
• Wanneer u donkere of vage voorwerpen filmt.
• Wanneer u voorwerpen met veel achtergrondlicht filmt.
• Wanneer u scènes filmt met beweging in verschillende richtingen.
• Wanneer u scènes filmt met een contrast-arme achtergrond.
Schakel deze stand uit als u opneemt terwijl de camcorder op een statief staat.
Het lampje “ ” knippert of dooft als de stabilisatiefunctie niet kan worden gebruikt.
Fragmenten van vijf seconden
Neem een vakantie of belangrijke gebeurtenis op in fragmenten die vijf seconden duren, om de vaart erin te houden. Deze functie is alleen beschikbaar voor het maken van video-opnames.
1 Stel “5S” in op “5S”. (墌 blz. 38)
“5S” verschijnt.
2 Druk op de start-/stopknop voor opnemen en na
vijf seconden wordt de camcorder automatisch in de stand Opnamestand-by geplaatst.
Zelfs als u binnen vijf seconden nadat de opname is begonnen nogmaals op de start-/ stopknop voor opnemen drukt, wordt de stand Opnamestand-by niet ingeschakeld.
5S OFF Hiermee schakelt u de stand Fragmenten van vijf seconden uit.
5S Hiermee schakelt u de stand Fragmenten van vijf seconden in.
Anim. Deze functie biedt u de mogelijkheid alleen een paar losse beelden op te
nemen. Als u een bewegingsloos onderwerp gebruikt en de positie ervan tussen opnames verandert, kunt u het onderwerp filmen alsof het beweegt.
OPMERKING:
Als “5S” staat ingesteld op “Anim.”, is de stand Fragmenten van vijf seconden niet beschikbaar. In plaats daarvan wordt het opnemen van enkele beelden als animatie gebruikt.
3 Als u de stand 5S wilt verlaten, selecteert u
“OFF” in stap 1.
Een momentopname maken in de stand Fragmenten van vijf seconden...
Druk niet op de start-/stopknop voor opnemen in stap 2, maar selecteer de gewenste momentopnamestand in het menu CAMERA (blz. 44) en druk op SNAPSHOT. De camcorder maakt een momentopname van vijf seconden. Als “5S” staat ingesteld op “Anim.”, is deze functie niet beschikbaar.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
46 NE
OPNAMEMENU’S (vervolg)
Maximale macro-instelling
Meestal hangt de afstand tot een voorwerp waarbij de lens is scherpgesteld af van de zoominstelling. Tenzij de afstand tot het voorwerp meer dan 1 m bedraagt, is de lens niet scherpgesteld bij de maximale macro-instelling.
TELE MACRO
OFF Hiermee schakelt u de functie uit.
ON Wanneer “ON” is ingeschakeld, kunt u een zo groot mogelijk voorwerp
filmen op een afstand van ongeveer 60 cm.
Afhankelijk van de zoominstelling is het mogelijk dat de lens niet kan scherpstellen.
Schermbreedtestand
WIDE MODE
* Alleen beschikbaar als de schakelaar VIDEO/MEMORY is ingesteld op “VIDEO”.
OFF Als u deze instelling kiest, blijven de schermverhoudingen ongewijzigd.
Voor weergave op een tv met normale schermverhoudingen.
CINEMA* Boven en onder aan het scherm wordt een zwarte strook toegevoegd. De
aanduiding verschijnt. Tijdens weergave op breedbeeld-tv’s, worden de zwarte stroken aan de boven- en onderkant van het scherm weggelaten en wordt de schermverhouding 16:9. Raadpleeg de handleiding van uw breedbeeld-tv als u deze stand gebruikt. Tijdens weergave/opname op een tv/LCD-scherm/zoeker met schermverhouding 4:3, worden boven en onder aan het scherm zwarte stroken toegevoegd zodat het beeld eruit ziet als een bioscoopbeeld met de schermverhouding 16:9.
SQUEEZE* Voor weergave op tv’s met een schermverhouding van 16:9. Het beeld
wordt natuurlijk opgerekt om te zorgen dat het zonder vervorming precies binnen het scherm past. De aanduiding verschijnt. Raadpleeg de handleiding van uw breedbeeld-tv als u deze stand gebruikt. Bij weergave/opname op een tv/LCD-scherm/zoeker met de schermverhouding 4:3 wordt het beeld verticaal opgerekt.
S.WIDE* De aanduiding verschijnt. Het zoombereik wordt vergroot voorbij het
maximale breedhoekbereik van de optische zoom. De breedhoekinstelling van deze stand komt overeen met gebruik van een 0,9X breedhoeklens. Het zoombereik gaat van 0,9X tot een uitvergrotingswaarde die is ingesteld in het menu CAMERA. Deze stand is geschikt voor het filmen in kleine ruimtes.
Vermindering windruis
WIND CUT
OFF Hiermee schakelt u de functie uit.
ON Helpt om de ruis te verminderen die door wind wordt veroorzaakt. De
aanduiding “ ” verschijnt. Bij gebruik van deze functie verandert de geluidskwaliteit. Dit is normaal.
NE 47
Menu System
SYSTEM ( : fabrieksinstelling)
Pieptoon, melodie en sluitergeluid
BEEP OFF Hoewel u het tijdens het filmen niet hoort, wordt het sluitergeluid op de
BEEP Het piepsignaal wordt weergegeven wanneer de stroomtoevoer wordt in-
MELODY In plaats van een piepsignaal wordt een melodie weergegeven wanneer u
Instelling van het opnamelampje
TALLY OFF Het opnamelampje blijft de hele tijd branden.
ON Het opnamelampje gaat branden om aan te geven dat de opname begint.
Automatische demonstratie
In deze stand worden bepaalde functies gedemonstreerd zoals Programma AE met speciale effecten, enzovoort. U kunt de automatische demonstratie gebruiken om na te gaan hoe deze functies werken. (墌 blz. 8)
DEMO MODE OFF Er vindt geen automatische demonstratie plaats.
ON In deze stand worden bepaalde functies gedemonstreerd zoals
band opgenomen.
of uitschakeld, en aan het begin en einde van elke opname. Ook bij het inschakelen van het sluitergeluidseffect. (墌 blz. 27, 52)
een handeling uitvoert. Ook bij het inschakelen van het sluitergeluidseffect. (墌 blz. 27, 52)
Programma AE met speciale effecten, enzovoort. U kunt de automatische demonstratie gebruiken om na te gaan hoe deze functies werken. De demonstratie begint in de volgende gevallen:
•Wanneer het menuscherm is gesloten nadat u “DEMO MODE” hebt
ingesteld op “ON”.
•Als “DEMO MODE” is ingesteld op “ON” en de camcorder ongeveer
3 minuten lang niet bediend wordt nadat de aan/uit-knop is ingesteld op “A” of “M”.
De demonstratie wordt onderbroken als u tijdens de demonstratie een handeling met het toestel uitvoert. Als u vervolgens tenminste 3 minuten geen handelingen meer uitvoert, wordt de demonstratie hervat.
OPMERKINGEN:
Als zich een cassette in de camcorder bevindt, kan de demonstratie niet worden ingeschakeld.
De “DEMO MODE” blijft ook op “ON” (aan) staan wanneer u de stroomtoevoer naar de camcorder onderbreekt.
Als “DEMO MODE” ingesteld blijft op “ON”, zijn sommige functies niet beschikbaar. Stel deze optie na het bekijken van de demonstratie in op “OFF”.
Overzichtstijd
NAVIGATION
OFF Het vastgelegde beeld wordt als miniatuurbeeld opgeslagen als de
5SEC
15SEC
30SEC
60SEC
opnametijd langer is dan de overzichtstijd. “5SEC” is bijvoorbeeld geschikt als u de miniatuurbeelden wilt gebruiken bij het opnemen van korte scènes. (blz. 58) De opgeslagen miniatuurbeelden kunnen echter veel geheugen in beslag nemen. In dit geval is het raadzaam de geheugenkaart met grote capaciteit te gebruiken.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
48 NE
OPNAMEMENU’S (vervolg)
Geluidsinvoer
SOUND IN MIC Als u deze optie selecteert, kunt u geluid invoeren via de stereomicrofoon
D.SOUND Als u deze optie selecteert, kunt u geluidseffecten invoeren die zijn
van de camcorder wanneer u bezig bent met audiodubben (墌 blz. 70). “MIC” verschijnt in het audiodubscherm.
opgenomen op de meegeleverde geheugenkaart wanneer u bezig bent met audiodubben (blz. 71). “D.SOUND” verschijnt in het audiodubscherm.
Videofragmenten voor e-maildoeleinden opnemen
E-CLIP REC 160 x 120 Zie “Videofragmenten voor e-maildoeleinden opnemen” (blz. 60).
240 x 176
De fabriekswaarde voor menu-instellingen herstellen
CAM RESET CANCEL Alle instellingen worden niet teruggezet naar de in de fabriek opgegeven
EXECUTE Alle instellingen worden teruggezet naar de in de fabriek opgegeven
waarde.
waarde.
Menu Display
DISPLAY ( : fabrieksinstelling)
Weergave van schermaanduidingen
ON SCREEN LCD Hiermee voorkomt u dat de aanduidingen van de camcorder (met
LCD/TV Hiermee zorgt u dat de aanduidingen van de camcorder op het tv-scherm
uitzondering van datum, tijd en tijdcode) op het eventueel aangesloten tv-scherm worden weergegeven.
worden gegeven wanneer de camcorder op een tv is aangesloten.
Weergave van datum- en tijdaanduiding
DATE/TIME OFF De datum/tijd wordt niet weergegeven.
AUTO De datum/tijd wordt in de volgende gevallen ongeveer vijf seconden lang
ON De datum/tijd wordt altijd weergegeven.
weergegeven:
Wanneer u de aan/uit-knop van “OFF” instelt op “A” of “M”.
Wanneer de weergave begint. De camcorder geeft de datum/tijd weer
wanneer de beelden zijn opgenomen.
Wanneer de datum tijdens de weergave wordt gewijzigd.
De tijdcode instellen
TIME CODE
OFF De tijdcode wordt niet weergegeven.
ON De tijdcode wordt weergegeven op de camcorder en de aangesloten tv.
Beeldnummers worden tijdens het opnemen niet weergegeven.
De datum/tijd wijzigen
CLOCK ADJ. Hiermee kunt u de huidige datum en tijd instellen. (blz. 15)
NE 49
Menu DSC
DSC ( : fabrieksinstelling)
Beeldkwaliteit
QUALITY FINE U kunt de beeldkwaliteit naar uw eigen voorkeuren instellen. Dit toestel
STANDARD
Beeldgrootte
IMAGE SIZE 640 x 480 U kunt de beeldgrootte naar uw eigen voorkeuren instellen.
1024 x 768
1280 x 960
Aantal beelden dat bij benadering kan worden opgeslagen
Beeldgrootte/ beeldkwaliteit
640 x 480/FINE 46 39 98 205 405 50 105 210
640 x 480/STANDARD 150 134 295 625 1215 160 320 640
1024 x 768/FINE 20 17 46 98 190 25 50 100
1024 x 768/STANDARD 66 55 145 310 605 80 160 320
1280 x 960/FINE 12 11 28 62 120 16 32 64
1280 x 960/STANDARD 44 37 98 205 405 50 100 200
* Los verkrijgbaar ** Meegeleverd (12 geluidseffecten reeds aanwezig)
beschikt over twee instellingen voor de beeldkwaliteit: FINE en STANDARD (in volgorde van kwaliteit).
OPMERKING:
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, hangt af van de gekozen beeldkwaliteit, maar ook van de beeldcompositie en het soort geheugenkaart dat u gebruikt.
OPMERKING:
U kunt de instellingen alleen wijzigen als de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “MEMORY” staat.
SD-geheugenkaart MultiMediaCard
8 MB* 8 MB** 16 MB* 32 MB* 64 MB* 8 MB* 16 MB* 32 MB
*
Het opnamemedium selecteren
REC SELECT
/ Als u momentopnames maakt terwijl de schakelaar VIDEO/MEMORY op
Als u momentopnames maakt terwijl de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO” staat, worden de stilbeelden alleen op band opgenomen.
“VIDEO” staat, worden de stilbeelden niet alleen op band opgenomen maar ook op de geheugenkaart (640 x 480 pixels). In deze stand is de optie “SNAP MODE” in het menu CAMERA ook van toepassing op geheugenkaartopnames.
50 NE
WEERGAVEMENU’S
Menu Video
VIDEO ( : fabrieksinstelling)
Weergavegeluid
Terwijl de videoband wordt afgespeeld, wordt automatisch nagegaan in welke geluidsstand de opname is gemaakt en wordt het geluid weergegeven. Selecteer het type geluid dat u bij de beeldweergave wilt gebruiken. Volg de menutoegangsprocedure op bladzijde 38, selecteer “SOUND MODE” of “12BIT MODE” in het menuscherm en selecteer de gewenste instelling.
OPMERKINGEN:
De instelling “SOUND MODE” is zowel voor 12-bits als voor 16-bits geluid beschikbaar. (Bij vorige modellen werd “12-bits” “32 kHz” genoemd en “16-bits” “48 kHz”.)
Tijdens het door- of terugspoelen kan niet worden nagegaan in welke geluidsstand de opname is gemaakt. Tijdens de weergave wordt de geluidsstand in de linkerbovenhoek weergegeven.
SOUND MODE
12BIT MODE MIX Originele en gedubde geluiden worden gecombineerd en in stereo via
STEREO Het geluid wordt via beide “L”- en “R”-kanalen in stereo weergegeven.
SOUND L Geluid van het “L”-kanaal wordt weergegeven.
SOUND R Geluid van het “R”-kanaal wordt weergegeven.
beide “L”- en “R”-kanalen weergegeven.
SOUND 1 Het oorspronkelijke geluid wordt via beide “L”- en “R”-kanalen in
stereo weergegeven.
SOUND 2 Het gedubde geluid wordt via beide “L”- en “R”-kanalen in stereo
weergegeven.
Synchronisatieaanpassing
SYNCHRO
±0.0 Zie “Zorgen voor een meer nauwkeurige montage” (blz. 77).
Opnamesnelheid
REC MODE
SP Hiermee kunt u de gewenste opnamesnelheid (SP of LP) instellen. Het
LP
is raadzaam “REC MODE” in het menu VIDEO te gebruiken als u deze camcorder tijdens het digitale dubben (alleen GR-DVP7) als opnameapparaat gebruikt. (墌 blz. 64)
OPMERKING:
U kunt “REC MODE” instellen wanneer de aan/uit-knop is ingesteld op “P” of op “M”.
Kopiëren vanaf band naar geheugenkaart
OFF Maakt het mogelijk om momentopnamen te maken tijdens de
COPY
IMAGE Maakt het mogelijk om beelden te dubben die op band of een
NAVIGATION Maakt het mogelijk om tijdens de weergave van een band handmatig
bandweergave.
geheugenkaart zijn opgenomen. (墌 blz. 65)
miniatuurbeelden te maken. (墌 blz. 59)
Miniatuurbeelden verwijderen
NAVI.DEL. IMAGE SEL. Zie “Miniatuurbeelden verwijderen” (blz. 59).
TAPE SEL.
ALL
RETURN
Menu System
SYSTEM ( : fabrieksinstelling)
NE 51
BEEP OFF blz. 47 Elke instelling valt onder het menu “s SYSTEM”, dat
BEEP
MELODY
TALLY OFF blz. 47
verschijnt wanneer u de aan/uit-knop instelt op “M”. (blz. 38) De instellingen zijn hetzelfde als in de beschrijving op bladzijde 47.
ON
DEMO MODE OFF blz. 47
ON
Menu Display
DISPLAY ( : fabrieksinstelling)
ON SCREEN LCD blz. 48 Elke instelling valt onder het menu “n DISPLAY”, dat
LCD/TV
DATE/TIME OFF blz. 48
AUTO
ON
TIME CODE
OFF blz. 48
ON
Menu Display
Instelling ON SCREEN: Voor weergave van geluid, bandsnelheid en het lopen van de band tijdens de weergave van videobeelden.
ND
12
BIT/ SOU
L
1
Instelling DATE/TIME: Voor datum/tijd.
4
PS
verschijnt wanneer u de aan/uit-knop instelt op “M”. (blz. 38) De instellingen zijn hetzelfde als in de beschrijving op bladzijde 48.
OPMERKING:
U kunt de datumaanduiding ook in-/uitschakelen door op de knop DISPLAY van de (meegeleverde) afstandsbediening te drukken. (墌 blz. 25, 62, 74)
Instelling TIME CODE: Voor tijdcode.
Minuten Seconden
Beelden*
52
7
1:
20..21 12: 34 : 24
03
* 25 beelden = 1 seconde
52 NE
OPNAMEFUNCTIES
Momentopnames (tijdens video-opnames)
Knop MENU
Knop SET/
SELECT
Knop SNAPSHOT
Deze functie biedt u de mogelijkheid op band stilbeelden vast te leggen die lijken op foto’s.
1 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.
2 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
3 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
4 Stel “SNAP MODE” in op de gewenste stand.
(blz. 38, 44)
5 Druk op SNAPSHOT.
De aanduiding “O” verschijnt en er wordt
gedurende zes seconden een stilbeeld opgenomen. Vervolgens wordt de camera weer in de stand Opnamestand-by geplaatst.
Het is ook mogelijk om tijdens het opnemen momentopnames te maken. Gedurende ongeveer zes seconden wordt de momentopname gemaakt, waarna de normale opname wordt hervat.
Momentopnames worden, ongeacht de positie van de aan/uit-knop (“A” of “M”), altijd gemaakt in de geselecteerde momentopnamestand.
OPMERKINGEN:
Zie “BEEP” op bladzijde 47 als u het geluid van de sluiter wilt opheffen.
Knop +, –
Schakelaar
VIDEO/MEMORY
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Als geen momentopnames mogelijk zijn, knippert
O” wanneer u op SNAPSHOT drukt.
Als Programma AE met speciale effecten (blz. 41) is ingeschakeld, zijn bepaalde standen van Programma AE met speciale effecten niet actief tijdens het maken van momentopnames. In dat geval, knippert het pictogram.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl “DIS” op “ON” (blz. 45) staat, wordt de stabilisatiefunctie uitgeschakeld.
Ook tijdens het weergeven van beelden zijn behalve de negatiefstand alle momentopnamestanden beschikbaar wanneer “ COPY” in het menu VIDEO is ingesteld op “OFF”. (墌 blz. 50) Het geluid van de sluiter is echter niet hoorbaar.
Tijdens het maken van momentopnames is het mogelijk dat een deel van het beeld in de zoeker ontbreekt. Er zijn echter geen gevolgen voor het opgenomen beeld.
Als de S-/AV-/montagekabel is aangesloten op de S/AV-aansluiting, is het geluid van de sluiter niet hoorbaar via de luidspreker, maar wordt het wel op de band opgenomen.
Motordrivestand
Als u in stap 5 SNAPSHOT ingedrukt houdt, krijgt u hetzelfde effect als wanneer u foto’s zou nemen met een motordrive. (Interval tussen stilbeelden: ongeveer 1 seconde)
De motordrivestand wordt uitgeschakeld wanneer u “REC SELECT” instelt op “ / ”. (blz. 38, 49)
NE 53
Zelfontspanner
Schakelaar
Knop SET/SELECT
VIDEO/MEMORY
Start/stop-knop
voor opnemen
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Knop MENU
Knop +, –
Wanneer de camcorder eenmaal is ingesteld, kan degene die de camcorder bedient op meer natuurlijke wijze deel uitmaken van de scène, waardoor een gedenkwaardig beeld compleet wordt gemaakt.
1 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
U kunt het LCD-scherm 180° in opwaartse richting draaien, zodat het scherm naar voren wijst en u zichzelf kunt zien terwijl u zichzelf filmt met de zoeker naar achteren gedrukt.
3 Stel “SELF TIMER” in op
“ON ”. (墌 blz. 38)
SELF –T IMER –ONOFF
4 Als u de zelfontspanner
wilt gebruiken om op te nemen, drukt u eerst op de start-/stopknop voor opnemen.
Na ongeveer 15 seconden klinkt een piepsignaal en begint de video­opname.
5 Het opnemen met de
zelfontspanner wordt stopgezet als u nogmaals op de start-/ stopknop voor opnemen drukt.
De camcorder wordt nu weer in de stand Opnamestand-by geplaatst.
OF
Zelfonstpanneraanduiding
5 Druk op SNAPSHOT.
Na ongeveer 15 seconden klinkt een piepsignaal en wordt de momentopname gemaakt. Vervolgens wordt de camcorder weer in de stand Opnamestand-by geplaatst.
6 Om het opnemen met de zelfontspanner te
beëindigen, selecteert u “OFF” in stap 3.
OPMERKING:
Als “BEEP” en “TALLY” zijn ingesteld op “OFF” (blz. 47), wordt geen piepsignaal weergegeven en gaat het opnamelampje niet branden.
Wanneer u op de start-/stopknop voor opnemen of op SNAPSHOT drukt, verandert het opnamelampje als volgt:
Begint met knipperen (Zelfontspanner wordt ingeschakeld)
Knippert snel (Zelfontspannerop­name wordt zo direct gestart)
Gaat uit (De momentopname met zelfontspanner wordt gestart)
Stopt met knipperen en gaat continu branden (Video-opname met zelfontspanner wordt gestart)
Na ongeveer 15 seconden
54 NE
OPNAMEFUNCTIES (vervolg)
Automatisch scherpstellen (“Autofocus”– AF)
Dankzij het Full Range AF-systeem kunt u continu opnames maken gaande van close-up (minimale afstand slechts 5 cm tot het onderwerp) tot oneindig.
Scherpstellingsdetectiezone
In de onderstaande situaties kan het echter voorkomen dat het scherpstellen niet automatisch lukt. (Gebruik in die gevallen “Handmatig scherpstellen”):
Als twee onderwerpen elkaar binnen hetzelfde beeld overlappen.
Als er te weinig licht is.*
Als het onderwerp te weinig contrast heeft
(verschil tussen licht en donker), bijvoorbeeld een vlakke, effen muur of een helderblauwe lucht.*
Als een donker voorwerp nauwelijks zichtbaar is in de zoeker.*
Als een beeld hele kleine patronen of identieke, zich herhalende patronen bevat.
Als het beeld blootstaat aan zonnestralen of licht dat weerkaatst via een grote hoeveelheid water.
Als u een beeld met een contrastrijke achtergrond filmt. * De volgende waarschuwingen voor te laag
contrast knipperen: , , en
OPMERKINGEN:
Als de lens vegen of vuil bevat, is nauwkeurig scherpstellen ook niet mogelijk. Houd de lens dan ook schoon. (blz. 91) Als zich condensvorming voordoet, veegt u het condens met een zachte doek weg of wacht u tot het op natuurlijke wijze is opgedroogd.
Als u een onderwerp filmt dat zich dicht bij de lens bevindt, moet u eerst uitzoomen. (墌 blz. 20) Als in de autofocusstand is ingezoomd, is het mogelijk dat automatisch wordt uitgezoomd als de afstand tussen camcorder en onderwerp dit vereist. Dit gebeurt niet als “TELE MACRO” is ingesteld op “ON”. (墌 blz. 38, 46)
Handmatig scherpstellen
OPMERKING:
Als u de zoeker gebruikt, zou u “De zoeker verstellen” (blz. 12) al uitgevoerd moeten hebben.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Druk op FOCUS/BLANK. De aanduiding voor
handmatig scherpstellen verschijnt.
3 Als u wilt scherpstellen op een verder weg
gelegen onderwerp, drukt u op +. De aanduiding “ ” verschijnt en knippert.
Terwijl u scherpstelt op een verafgelegen onderwerp
Aanduiding
handmatig
scherpstellen
Als u wilt scherpstellen op een dichterbij gelegen onderwerp, drukt u op –. De aanduiding “ ” verschijnt en knippert.
Terwijl u scherpstelt op een dichtbijgelegen onderwerp
Aanduiding
handmatig
scherpstellen
4 Druk op SET/SELECT. Het scherpstellen is
voltooid.
Als u terug wilt gaan naar automatisch scherpstellen, drukt u tweemaal op FOCUS/ BLANK of zet u de aan/uit-knop op “A”.
Als u FOCUS/BLANK eenmaal indrukt, wordt de camcorder weer in de scherpstellingsaanpassingsstand gezet.
OPMERKINGEN:
Zorg dat u de lens in de maximale macrostand scherpstelt wanneer u handmatig scherpstelt. Als u in de breedhoekstand op een onderwerp scherpstelt, is het niet mogelijk om scherpe beelden te krijgen wanneer u inzoomt, omdat de scherptediepte kleiner wordt bij langere brandpuntsafstanden.
Als u niet verder of dichterbij kunt scherpstellen, gaat “ ” of “ ” knipperen.
NE 55
3
Knop SET/SELECT
Aan/uit-
knop
Knop +, –
Knop BACKLIGHT
Knop EXPOSURE
De belichting instellen
In de volgende situaties is het raadzaam handmatig de belichting in te stellen:
Als u filmt met omgekeerde belichting of als de achtergrond te licht is.
Als u filmt met een reflecterende natuurlijke achtergrond, bijvoorbeeld het strand of een besneeuwde berg.
Als de achtergrond erg donker is of als het onderwerp licht is.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Druk op EXPOSURE.
De aanduiding voor de belichtingsinstelling verschijnt.
4 Als u het beeld lichter wilt maken, drukt u op +.
Als u het beeld donkerder wilt maken, drukt u op –. (maximaal ±6)
De instelling +3 heeft hetzelfde effect als achtergrondlichtcompensatie. (墌 blz. 56)
De instelling –3 heeft hetzelfde effect als het instellen van “r PROGRAM AE” op “SPOTLIGHT”. (墌 blz. 42)
5 Druk op SET/SELECT. Het instellen van de
belichting is voltooid.
De automatische belichting herstellen...
Druk tweemaal op EXPOSURE. Of zet de aan/uit­knop op “A”.
Als u eenmaal op EXPOSURE drukt, wordt de belichtingsinstellingsstand weer ingeschakeld.
OPMERKING:
Het is niet mogelijk om handmatig de belichting in te stellen als tegelijk ook “r PROGRAM AE” is ingesteld op “SPOTLIGHT” of “SNOW” (blz. 38, 41), of als de achtergrondlichtcompensatie is ingeschakeld. (blz. 56)
Diafragmablokkering
Net als de pupil van het menselijk oog, trekt het diafragma in een goedverlichte omgeving samen om te voorkomen dat er te veel licht binnenvalt. In een donkere omgeving verwijdt het diafragma zich om meer licht binnen te laten. Gebruik deze functie in de volgende situaties:
Als u een bewegend onderwerp filmt.
Als de afstand tot het onderwerp verandert
(waardoor de grootte ervan op het LCD-scherm of in de zoeker verandert), bijvoorbeeld als het onderwerp zich van u verwijdert.
Als u filmt met een reflecterende natuurlijke achtergrond, bijvoorbeeld het strand of een besneeuwde berg.
Als u onderwerpen onder een spot filmt.
Bij het inzoomen.
Wanneer het onderwerp zich dichtbij bevindt, blokkeert u het diafragma. Zelfs als het onderwerp zich nu van u verwijdert, wordt het beeld niet donkerder of lichter.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Druk op EXPOSURE.
De aanduiding voor de belichtingsinstelling verschijnt.
4 Zoom in of uit totdat het onderwerp het LCD-
scherm of de zoeker vult. Druk vervolgens SET/ SELECT meer dan twee seconden in. De
belichtingsinstellingsaanduiding en de aanduiding “ ” verschijnen.
5 Druk op SET/SELECT.
De aanduiding “ ” verandert in “ ” en het diafragma wordt geblokkeerd.
De automatische diafragmaregeling herstellen...
Druk tweemaal op EXPOSURE. Of zet de aan/ uit-knop op “A”.
De belichtingsinstellingsaanduiding en “ ” verdwijnen.
De belichtingsinstelling en het diafragma blokkeren…
Na stap 3 van “De belichting instellen”, past u de belichting aan door op + of – te drukken. Vervolgens blokkeert u het diafragma in stap 5 bij “Diafragmablokkering”. Druk tweemaal op EXPOSURE bij stap 3 om het automatisch blokkeren in te schakelen. Het diafragma wordt na ongeveer twee seconden automatisch ingesteld.
Aanduiding voor diafragmablokkering
56 NE
OPNAMEFUNCTIES (vervolg)
Achtergrondlicht compenseren
Bij achtergrondlichtcompensatie wordt het onderwerp snel lichter gemaakt. Druk op BACKLIGHT. wordt weergegeven en het onderwerp wordt lichter gemaakt. Als u nogmaals op deze knop drukt, verdwijnt en het vorige lichtheidsniveau wordt weer ingesteld.
Als u de knop BACKLIGHT gebruikt, is het mogelijk dat het licht rondom het onderwerp te fel wordt en het onderwerp zelf te wit.
Achtergrondlichtcompensatie is ook beschikbaar als de aan/uit-knop op “A” staat.
De witbalans aanpassen
De witbalans die betrekking heeft op de juistheid van kleurreproductie bij verschillende belichtingsomstandigheden. Als de witbalans correct is, worden alle overige kleuren nauwkeurig gereproduceerd. De witbalans wordt doorgaans automatisch aangepast. Als u echter een ervaren camcordergebruiker bent, kunt u deze functie handmatig bedienen om een meer professionele kleur-/tintreproductie te bewerkstelligen.
— AUTO De witbalans wordt
automatisch aangepast.
MWB U kunt de witbalans
handmatig aanpassen wanneer u bij verschillende soorten belichting filmt. (“De witbalans handmatig instellen”)
FINE Buiten op een zonnige dag.
CLOUD Buiten op een bewolkte dag.
HALOGEN Een videolamp of een
soortgelijke belichting wordt gebruikt.
( : fabrieksinstelling)
Zie “De menu-instellingen wijzigen” (blz. 38) voor het instellen van deze functie.
De aanduiding van de geselecteerde stand verschijnt, behalve van de stand “AUTO”.
Teruggaan naar automatische witbalansregeling…
Stel “u W.BALANCE” in op “AUTO”. (墌 blz. 38) Of zet de aan/uit-knop op “A”.
OPMERKING:
U kunt de witbalansregeling niet gebruiken als “r PROGRAM AE” is ingesteld op “SEPIA” of op “MONOTONE”. (blz. 41)
De witbalans handmatig instellen
U kunt de witbalans handmatig aanpassen wanneer u bij verschillende soorten belichting filmt.
Wit papier
Knop MENU
Knop +, –
Aan/uit-
Knop SET/
SELECT
1 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Stel “u W.BALANCE” in op “MWB”.
(blz. 38, 42)
De aanduiding knippert langzaam.
4 Schuif de lensdop omlaag. 5 Houd een vel wit papier voor het onderwerp. Pas
de zoominstelling aan of stel u zo op dat het witte papier het hele scherm vult.
6 Druk op SET/SELECT tot snel begint te
knipperen. Wanneer het instellen klaar is, gaat weer normaal knipperen.
7 Druk tweemaal op SET/SELECT. Het
menuscherm wordt gesloten en de aanduiding voor de handmatige witbalansinstelling wordt weergegeven.
OPMERKINGEN:
In stap 5 is het mogelijk moeilijk om scherp te stellen op wit papier. Stel in dat geval handmatig scherp. (墌 blz. 54)
U kunt een onderwerp binnen onder allerlei belichtingsomstandigheden filmen (natuurlijk licht, tl-lamp, kaarslicht, enzovoort). Aangezien de kleurtemperatuur verschilt naar gelang de lichtbron, verschilt ook de tint van het onderwerp naar gelang de witbalansinstelling. Gebruik de functie om een meer natuurlijk resultaat te bewerkstelligen.
Wanneer u de witbalans handmatig hebt aangepast, blijft de instelling behouden, ook als de stroomtoevoer onderbroken of de accu verwijderd wordt.
knop
NE 57
Digitale geluidseffecten opnemen
Knop MENU
Knop INDEX
Knop SET/
SELECT
Knop D.SOUND
De geluidseffecten die zich reeds op de meegeleverde geheugenkaart bevinden, kunnen naar band worden gekopieerd.
1 Plaats een cassette. (blz. 16) 2
Plaats de meegeleverde geheugenkaart. (墌blz. 17)
3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO”. 4 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “A” of M”.
5 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
6 Druk op INDEX. Het indexscherm voor
geluidseffecten (blz. 30) verschijnt.
INDEX
E
XN
P
L
O
S
I
O
S
I
R
E
N
L
A
U
G
H
T
E
R
R
A
C
E
C
A
R
D
O
O
R
B
E
LL
B
U
Z
Z
E
R
F
A
N
F
A
R
E
7 Druk op + of – om het gewenste geluidseffect te
selecteren.
8 Druk op SET/SELECT.
Door op
D.SOUND
drukken start u de weergave van het huidige geselecteerde geluidseffect. U kunt het effect controleren zonder dat u het op band hoeft op te nemen.
Knop +, –
Geselecteerd geluid
te
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
PS
010
EX P LOS I ON
min
Druk nogmaals op
D.SOUND
als u de weergave
van het geluidseffect halverwege wilt afbreken.
9 Druk tijdens de opname op D.SOUND. De
aanduiding van het geselecteerde geluidseffect met de markering “ ” wordt bewegend weergegeven en het geluidseffect wordt op de band opgenomen.
Het geluidseffect kan tijdens het opnemen niet via de luidspreker worden weergegeven. Sluit een hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefoonaansluiting als u het geluidseffect wilt horen.
De opname van het geluidseffect halverwege annuleren...
Druk nogmaals op D.SOUND. De camcorder stopt met opnemen van het geluidseffect en de geluidseffectaanduiding verdwijnt.
Geluidsgegevens van onze website downloaden
U kunt geluidsgegevens van onze website downloaden (zie onze URL hieronder) en ze van uw pc via een USB-kabel overbrengen naar de geheugenkaart. Zo krijgt u de beschikking over nog meer geluidseffecten.
http://www.jvc-victor.co.jp/english/download/ d-sound/index.html
U kunt ook de PC-kaartadapter CU-VPSD60,
disketteadapter CU-VFSD50 of USB-lezer/-schrijver CU-VUSD70 gebruiken om geluidsgegevens van een pc naar de geheugenkaart over te brengen.
U moet geluidsgegevens naar de map DCSD\100JVCGR op de geheugenkaart kopiëren.
De bestandnamen moet een numerieke volgorde hebben en beginnen bij DVC00001.mp3. Als u de meegeleverde geheugenkaart gebruikt, moeten de bestandsnamen beginnen bij DVC00013.mp3 aangezien twaalf geluidseffecten als DVC00001.mp3 tot en met DVC00012.mp3 reeds op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
OPMERKINGEN:
U kunt geluidseffecten ook gebruiken voor audiodubben. (
Het is ook mogelijk om geluidsfragmenten in de D.S.C.-weergavestand te selecteren. (
U kunt op de pc gemaakte geluidsfragmenten naar een geheugenkaart kopiëren door ze met de opgegeven bestandsnaam naar de map met geluiden op de geheugenkaart over te brengen. Raadpleeg voor meer informatie de gebruikshandleiding van de meegeleverde software. Sommige op een pc gemaakte geluidsfragmenten kunt u niet op deze camcorder weergeven.
CER
blz. 71)
blz. 29, 30)
58 NE
OPNAMEFUNCTIES (vervolg)
Overzichtsfunctie
De overzichtsfunctie helpt u de inhoud van een band te controleren doordat op een geheugenkaart miniatuurbeelden worden gemaakt.
Knop NAVI
Miniatuurbeelden maken tijdens het opnemen op band
1
Plaats een cassette. (墌 blz. 16)
2 Plaats een geheugenkaart. (blz. 17) 3 Stel de knop VIDEO/MEMORY in op “VIDEO”. 4
Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “
5 Stel “NAVIGATION” in op de gewenste
overzichtsopslagtijd. (blz. 38, 47)
De aanduiding “ “ verschijnt knipperend op
het scherm. Wacht tot deze aanduiding stopt met knipperen. Als de aanduiding na een tijdje nog steeds knippert, dient u na te gaan of er wel een geheugenkaart is geplaatst.
6 Druk op de start-/
stopknop voor opnemen om het opnemen op band te starten. Het beeld dat u opneemt op het moment dat u met opnemen begint, wordt op de geheugenkaart vastgelegd.
Als u op de start-/
stopknop voor opnemen drukt voordat “ ” stopt met knipperen, wordt het beeld vastgelegd dat zich voor de camera bevindt
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Knop SNAPSHOT
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Knop MENU
A
” of “M”.
PL01
PL01
Wordt weergegeven
terwijl het vastgelegde
geheugenkaart wordt
beeld op de
opgeslagen.
min
0
min
0
PAUSE
PAUSE
op het moment dat de geplaatste geheugenkaart wordt herkend.
Als de opnametijd langer duurt dan de overzichtstijd die u in stap 5 hebt ingesteld, verschijnt de aanduiding “ “ kort en wordt het vastgelegde beeld als miniatuurbeeld op de geheugenkaart vastgelegd.
7 Druk op de start-/stopknop voor opnemen om het
opnemen te beëindigen.
OPMERKINGEN:
Het aantal miniatuurbeelden dat u nog kunt opslaan, wordt ook op het scherm weergegeven wanneer dit aantal tien of minder bedraagt. Als “REC SELECT” in het menu DSC is ingesteld op “ / ”, geeft dit getal aan hoeveel beelden van 640 x 480 pixels kunnen worden opgeslagen.
Als “5S” is ingesteld op “5S” of “Anim.” in het menu MANUAL, werkt de functie NAVIGATION niet naar behoren.
Met behulp van miniatuurbeelden scènes op een band terugvinden (zoeken via NAVIGATION)
1
Plaats een cassette. (墌 blz. 16)
2 Plaats een geheugenkaart. (blz. 17) 3 Stel de knop VIDEO/MEMORY in op “VIDEO”. 4 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en zet
de aan/uit-knop op “P”.
5 Druk op NAVI tijdens de videoweergave of terwijl
de camcorder in de stopstand staat.
Het scherm met
miniatuurbeelden NAVIGATION van de cassette verschijnt.
Draai de ring
SEARCH
3
( pagina weer te geven. Draai de ring
5
(
SHUTTLE
naar links
) om de vorige
SHUTTLE SEARCH
) om de volgende pagina weer te geven.
TC : 13 : 2 3 :1 5
1 2 3
4 5 006
ONITNAV IGA
35 2.4DA TE : 2 :’30:229
naar rechts
6 Druk op + of – om het gewenste beeld te selecteren
en druk op SET/SELECT.
De aanduiding “NAVIGATION SEARCH” verschijnt knipperend en de camcorder begint op de band te zoeken naar het punt waar de beelden die bij het geselecteerde miniatuurbeeld horen, beginnen.
Het zoeken via NAVIGATION onderbreken... Druk op 4/9 of 8, of draai de ring SHUTTLE SEARCH naar links (3) dan wel naar rechts
(5).
NE 59
Miniatuurbeelden tijdens de bandweergave toevoegen
Voer stap 1 tot en met 4 van “Met behulp van
1
miniatuurbeelden scènes op een band terugvinden (zoeken via NAVIGATION)” uit.
2 Stel “ COPY” in op “NAVIGATION”.
(blz. 38)
3 Druk op 4/9 om de bandweergave te starten. 4 Druk op het gewenste punt op SNAPSHOT.
De aanduiding “ “ verschijnt en het beeld dat wordt weergegeven op het moment waarop u op
SNAPSHOT
drukt, wordt als miniatuurbeeld
op de geheugenkaart opgeslagen.
Miniatuurbeelden verwijderen
1
Plaats een geheugenkaart. (墌 blz. 17)
2 Stel de knop VIDEO/MEMORY in op “VIDEO”. 3 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
4 Druk op MENU. Het menuscherm verschijnt. 5 Druk op + of om “t VIDEO” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het menu VIDEO verschijnt.
6 Druk op + of – om
“NAVI.DEL.” te selecteren. Druk op SET/SELECT. Het submenu verschijnt.
12
BIT
7 Door op + of – te
drukken...
Selecteer “IMAGE SEL.” als u het weergegeven miniatuurbeeld wilt verwijderen.
Selecteer “TAPE SEL.” als u alle miniatuurbeelden wilt verwijderen voor de band die het weergegeven beeld bevat.
Selecteer “ALL” om alle miniatuurbeelden die op de geheugenkaart zijn in één keer te verwijderen.
8 Druk op SET/SELECT.
Het scherm NAVIGATION verschijnt.
9 Druk op + of – om
“EXECUTE” te selecteren. Druk op SET/SELECT.
Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar links (3) om de vorige pagina weer te geven. Draai de ring SHUTTLE SEARCH naar rechts (5) om de volgende pagina weer te geven.
Als u het verwijderen wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
Het is niet mogelijk om miniatuurbeelden tijdens de bandweergave te verwijderen.
STEREO
MDOESOUND
MDOE
SOUND
ROSYNCH
O.O
ODEREC M
SP
OFF
COPY
DE..NAV I L
NRE TUR
IG NANAV T I O
ETEDE L CURREN T ?
1 .625 :50.0 02
EXECUTE
RETURN
1
LET OP:
Verwijder de geheugenkaart niet en voer ook geen andere handelingen uit (zet bijvoorbeeld de camcorder niet uit) terwijl u bestanden verwijdert. Zorg ook dat u de meegeleverde netadapter/ acculader gebruikt, aangezien de gegevens op de geheugenkaart beschadigd kunnen raken als de accu tijdens het verwijderen leegraakt. Als de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken, initialiseert u de kaart.
OPMERKING:
Wanneer beelden eenmaal zijn verwijderd, kunt u deze niet meer terughalen. Controleer voordat u beelden verwijdert of u ze wel echt wilt verwijderen.
BELANGRIJK
Zorg dat u altijd dezelfde combinatie van band en geheugenkaart gebruikt als tijdens het opnemen van de beelden, anders kan de camcorder de band- en geheugenkaart-ID die nodig zijn om de NAVIGATION functie correct uit te voeren niet herkennen.
Wanneer het volgende bericht verschijnt, controleert u of een geschikte band en geheugenkaart zijn geplaatst: “NO ID ON TAPE OR CARD”, “UNABLE TO USE NAVIGATION”, “THIS MEMORY CARD IS NOT COMPATIBLE”.
Als u van geheugenkaart wisselt terwijl u op één band opneemt, zullen twee geheugenkaarten de miniatuurbeelden van dezelfde band bevatten. Het is raadzaam één geheugenkaart voor één band te gebruiken.
Het zoeken via NAVIGATION werkt niet als de huidige positie een blanco gedeelte van de band is. Vermijd bij het opnemen blanco gedeelten halverwege de band, anders werkt de NAVIGATION functie niet correct.
Voordat u nieuwe opnamen over reeds opgenomen beelden heen opneemt, moet u eerst alle miniatuurbeelden voor de bestaande opname van de desbetreffende geheugenkaart verwijderen.
Als u miniatuurbeelden via een pc van de ene naar de andere geheugenkaart kopieert, werkt het zoeken via NAVIGATION niet op de gekopieerde geheugenkaart.
60 NE
OPNAMEFUNCTIES (vervolg)
Videofragmenten voor e-maildoeleinden opnemen
Het is mogelijk om videofragmenten te maken op basis van real-time gemaakte beelden of van eerder opgenomen videobeelden. Deze fragmenten kunt u op een geheugenkaart opslaan als bestanden die eenvoudig via e-mail kunnen worden verzonden.
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Start/stop-knop
voor opnemen
Aan/uit-knop
Knop
SNAPSHOT
Knop E-MAIL
Knop SET/
SELECT
ILCLIAM
ILCLIAM
-
E P
16 0
-
EP
160
1 06
160 5
ILCLIAM-E P
ILCLIAM-EP
Blokkeerknop
Knop MENU
Knop +, –
5
m i n
mi n
5
Resterende tijd
00 : 00
00: 00
STANDBY
STANDBY
Het opnemen begint wanneer u op de start/stop-
m i nmi n
5
knop voor opnemen drukt.
e
00 : 15
00: 15
CER
CER
Videofragmenten maken met real-time beelden van de camera
Plaats een geheugenkaart. (墌 blz. 17)
1 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “A” of “M”.
4 Stel “E-CLIP REC” in op de gewenste
beeldgrootte. (墌 blz. 38, 48)
5 Druk op E-MAIL om de stand Opnamestand-by
voor e-mail in te schakelen.
“PUSH “START/STOP” TO RECORD CLIP TO CARD” verschijnt.
6 Druk op de start/stop-knop voor opnemen om
het opnemen te starten.
7 Druk op de start/stop-knop voor opnemen om
het opnemen te beëindigen.
“COMPLETED” wordt weergegeven, waarna de camcorder weer in de stand Opnamestand­by voor e-mail wordt geplaatst.
8 Druk op E-MAIL om het opnemen van het
e-mailfragment te beëindigen. Het normale scherm verschijnt weer.
De op een geheugenkaart opgenomen videofragmenten bekijken…
Zie “Weergave van videofragmenten” (墌 blz. 29).
Ongewenste videofragmenten van een geheugenkaart verwijderen…
Zie “Bestanden verwijderen” (墌 blz. 33).
Opnametijd bij benadering
SD-
geheugen
kaart
240 x 176 160 x 120
8 MB* 2min. 5min.40sec.
16 MB 5min.40sec. 15min.40sec.
32 MB 12 min. 20 sec. 33 min. 20 sec.
* Meegeleverd
OPMERKING:
Het is niet mogelijk om het volume van de luidspreker en de hoofdtelefoon aan te passen wanneer u videofragmenten maakt op basis van real-time camerabeelden.
Beeldgrootte
OC DPLE TM EOCDPLETME
Het opnemen wordt stopgezet wanneer u nogmaals op de start/stop­knop voor opnemen drukt.
De opname is klaar.
NE 61
Videofragmenten maken van opgenomen videobeelden
Stopknop (8)
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Weergave-/
pauzeknop (4/9)
Aan/uit-knop
Knop SNAPSHOT
Blokkeerknop
Knop E-MAIL
Plaats een cassette. (墌 blz. 16)
1 2 Plaats een geheugenkaart. (blz. 17) 3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.
4 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
5 Stel “E-CLIP REC” in op de gewenste
beeldgrootte. (墌 blz. 38, 48)
6 Druk op 4/9 om de videoweergave te starten. 7 Druk op E-MAIL om de stand Opnamestand-by
voor e-mail in te schakelen.
“E-MAIL CLIP STANDBY” en “PUSH “SNAPSHOT” TO RECORD CLIP TO CARD” verschijnen.
Als u het opnemen van het e-mailfragment wilt beëindigen, drukt u nogmaals op E-MAIL of op 8 om de videoweergave te beëindigen.
8 Op het punt waar u met kopiëren wilt beginnen,
drukt u op SNAPSHOT om het e-mailfragment op te nemen.
9 Druk op SNAPSHOT om het opnemen van het
e-mailfragment te beëindigen.
“COMPLETED” wordt weergegeven, waarna de camcorder weer in de stand Opnamestand­by voor e-mail wordt geplaatst.
10 Druk op E-MAIL om het opnemen van het
e-mailfragment te beëindigen. Het normale scherm verschijnt weer.
De op een geheugenkaart opgenomen videofragmenten bekijken…
Zie “Weergave van videofragmenten” (墌 blz. 29).
Ongewenste videofragmenten van een geheugenkaart verwijderen…
Zie “Bestanden verwijderen” (墌 blz. 33).
OPMERKINGEN:
Het is niet mogelijk om de weergavebediening uit te voeren zolang het e-mailfragment wordt opgenomen.
Als tijdens de opname van het e-mailfragment het einde van de band wordt bereikt, wordt het gedeelte dat niet meer op de band past automatisch op de geheugenkaart opgeslagen.
Als het einde van de band in stap 7 wordt bereikt, wordt de stand Opnamestand-by voor e-mail automatisch geannuleerd.
De met deze camcorder opgeslagen videofragmenten zijn compatibel met MPEG4. Sommige op andere apparaten opgeslagen MPEG4-bestanden kunnen op deze camcorder niet worden weergegeven.
Er kan zich beeldruis voordoen wanneer u de videofragmenten op het LCD-scherm of in de zoeker bekijkt, maar deze ruis is niet aanwezig in de videofragmenten die daadwerkelijk op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
U kunt videofragmenten ook in Windows Player versie 6.4 of hoger op uw pc bekijken. Raadpleeg hiervoor de instructies voor uw pc en de software.
®
Media
62 NE
KOPIËREN
Kopiëren naar een videorecorder
.
Naar S/AV-aansluiting
Aansluitingen klepje**
Niet aangesloten
“Y/C”/
“CVBS”-
selectieknop
video-uitgang
Videorecorder
* Sluit deze kabel aan als uw tv/videorecorder een
S-VIDEO IN-aansluiting heeft. ** Open het klepje wanneer u de kabel aansluit. *** Als uw videorecorder is uitgerust met een
SCART-aansluiting, gebruikt u de meegeleverde
kabeladapter.
S/AV-montagekabel (meegeleverd)
Naar AUDIO-, VIDEO­en S-IN*-aansluitingen
Kabeladapter*** (meegeleverd)
Tv
4 Zet de videorecorder aan. 5 Plaats de broncassette in de camcorder. 6 Plaats de doelcassette in de videorecorder. 7 Schakel de standen AUX en Opname-Pauze van
de videorecorder in.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de videorecorder.
8 Druk op 4/9 op de camcorder om de weergave
van de broncassette te starten.
9 Start de opname met de videorecorder op het
punt waar u met kopiëren wilt beginnen.
10 U kunt het kopiëren onderbreken door de
opnamepauzestand van de videorecorder in te schakelen en op de camcorder op 4/9 te drukken.
11 Herhaal stap 8 – 10 als u nog meer stukken
wilt kopiëren. Zet de videorecorder en de camcorder stop.
OPMERKINGEN:
Het is raadzaam de netadapter/acculader als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (blz. 11)
Wanneer de weergave van de camcorder begint, worden de beelden weergegeven op uw tv. Hierdoor weet u dat de verbindingen en het AUX­kanaal goed zijn ingesteld voor de kopieerprocedure.
Zorg voordat u met kopiëren begint dat de aanduidingen van de camcorder niet op de aangesloten tv worden weergegeven. Als dat wel het geval is, worden ze op de nieuwe band opgenomen.
Instellen of de volgende aanduidingen al dan niet op de aangesloten tv moeten worden weergegeven...
• Datum/tijd
Stel “DATE/TIME” in op “AUTO”, “ON” of op “OFF”. (blz. 38, 48) Of druk op DISPLAY op de afstandsbediening om de datumaanduiding in of uit te schakelen.
• Tijdcode
Stel “TIME CODE” in op “OFF” of op “ON”. (blz. 38, 48)
• Aanduiding van geluidsweergavestand,
bandsnelheid en het lopen van de band Stel “ON SCREEN” in op “LCD” of op “LCD/ TV”. (墌 blz. 38, 48)
1 Volg de illustraties bij het aansluiten van de
camcorder en de videorecorder. Zie ook bladzijde 24 en 25.
2 Stel de knop VIDEO/MEMORY in op “VIDEO”. 3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “P”.
NE 63
Kopiëren naar een videorecorder die is voorzien van een DV IN­aansluiting (digitaal kopiëren)
Het is ook mogelijk om opgenomen beelden van de camcorder over te brengen naar een andere videorecorder. Aangezien hierbij een digitaal signaal wordt overgebracht, is er vrijwel geen verlies aan beeld-en geluidskwaliteit.
Aansluitingenklepje**
Kernfilter
Naar DV IN
Videorecorder die is
uitgerust met DV-aansluiting
* DV IN/OUT: GR-DVP7
DV OUT: GR-DVP5
** Open het klepje wanneer u de kabel aansluit.
Naar DV IN/OUT*
DV-kabel (los verkrijgbaar)
1 Zorg dat alle apparaten zijn uitgeschakeld. 2 Sluit deze camcorder op de in de illustratie
getoonde wijze met een DV-kabel aan op een videorecorder die is voorzien van een DV­ingangsaansluiting.
3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY van deze
camcorder op “VIDEO”.
4 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop van
de camcorder ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “P”.
5 Zet de videorecorder aan. 6 Plaats de broncassette in de camcorder. 7 Plaats de doelcassette in de videorecorder. 8 Druk op 4/9 op de camcorder om de weergave
van de broncassette te starten.
9 Schakel de opnamestand van de videorecorder in
op het punt waar u het kopiëren wilt starten.
10 U kunt het kopiëren onderbreken door de
opnamepauzestand van de videorecorder in te schakelen en op de camcorder op 4/9 te drukken.
11 Herhaal stap 8 – 10 als u nog meer stukken
wilt kopiëren. Zet de videorecorder en de camcorder stop.
OPMERKINGEN:
Het is raadzaam de netadapter/acculader als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (blz. 11)
Als u de afstandbediening gebruikt terwijl zowel de camcorder als de videorecorder van JVC zijn, voeren beide apparaten dezelfde bewerking uit. U kunt dit voorkomen door op de knoppen op de apparaten zelf te drukken.
Als tijdens het kopiëren op het afspelende apparaat een blanco gedeelte of een beeld met storing wordt weergegeven, is het mogelijk dat het kopiëren wordt stopgezet om te voorkomen dat ongewenste beelden worden gekopieerd.
Hoewel de DV-kabel correct is aangesloten, is het mogelijk dat het beeld in stap 9 soms niet verschijnt. Als dit probleem zich voordoet, zet u het apparaat uit en brengt u de verbindingen opnieuw tot stand.
Als u probeert “Tijdens de weergave in-/ uitzoomen” (墌 blz. 68) of “Speciale effecten weergeven” (blz. 69) uit te voeren of als u tijdens de weergave op SNAPSHOT drukt, wordt alleen het oorspronkelijke weergegeven beeld dat op de band is opgenomen via de DV IN/OUT­(GR-DVP7) of DV OUT-aansluiting (GR-DVP5) verzonden.
Als u een DV-kabel gebruikt, dient u de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV-kabel te nemen.
64 NE
KOPIËREN (vervolg)
Kopiëren vanaf een videorecorder die is voorzien van een DV OUT­aansluiting (digitaal dubben) (alleen GR-DVP7)
Het is ook mogelijk om opgenomen beelden vanaf een andere videorecorder die van een DV­aansluiting is voorzien naar de camcorder te kopiëren. Aangezien hierbij een digitaal signaal wordt overgebracht, is er vrijwel geen verlies aan beeld-en geluidskwaliteit.
Aansluitingenklepje*
Kernfilter
Naar DV OUT
Videorecorder die is uitgerust
met DV-aansluiting
* Open het klepje wanneer u de kabel aansluit.
Naar DV IN/OUT
DV-kabel (los verkrijgbaar)
1 Zorg dat alle apparaten zijn uitgeschakeld. 2 Sluit deze camcorder op de wijze die in de
illustratie wordt getoond aan op een videorecorder die is voorzien van een DV­uitgangsaansluiting.
3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY van deze
camcorder op “VIDEO”.
4 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop van
de camcorder ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “P”.
5 Stel “REC MODE” in op “SP” of op “LP”.
(blz. 38, 50)
6 Zet de videorecorder aan. 7 Plaats de broncassette in de videorecorder. 8 Plaats de doelcassette in de camcorder. 9 Drukt u op START/STOP op de afstandsbediening
voor opnemen van de camcorder om de opnamepauzestand in te schakelen.
De aanduiding “ ” verschijnt op het scherm.
DV. IN
10 Drukt u op START/STOP op de
afstandsbediening om met opnemen te beginnen.
De aanduiding gaat draaien.
11 Druk op START/STOP op de
afstandsbediening om de opnamepauzestand in te schakelen.
De aanduiding stopt met draaien.
12 Herhaal stap 10 – 11 als u nog meer stukken
wilt kopiëren. Zet de videorecorder en de camcorder stop.
OPMERKINGEN:
Het is raadzaam de netadapter/acculader als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (blz. 11)
Als u de afstandbediening gebruikt terwijl zowel de camcorder als de videorecorder van JVC zijn, voeren beide apparaten dezelfde bewerking uit. U kunt dit voorkomen door op de knoppen op de apparaten zelf te drukken.
Als tijdens het kopiëren op het afspelende apparaat een blanco gedeelte of een beeld met storing wordt weergegeven, is het mogelijk dat het kopiëren wordt stopgezet om te voorkomen dat ongewenste beelden worden gekopieerd.
Hoewel de DV-kabel correct is aangesloten, is het mogelijk dat het beeld in stap 9 soms niet verschijnt. Als dit probleem zich voordoet, zet u het apparaat uit en brengt u de verbindingen opnieuw tot stand.
Digitaal dubben wordt uitgevoerd in de geluidsstand waarmee de oorspronkele band is opgenomen, ongeacht de huidige instelling voor “SOUND MODE”. (墌 blz. 43)
Tijdens het digitaal dubben, worden geen signalen verzonden via de S/AV-aansluiting.
Als u een DV-kabel gebruikt, dient u de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV-kabel te nemen.
NE 65
Op een band opgenomen stilbeelden naar een geheugenkaart kopiëren
Het is mogelijk om stilbeelden van een band naar een geheugenkaart te kopiëren.
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Weergave-/
pauzeknop (4/9)
Aan/uit-knop
Knop
SNAPSHOT
Knop SET/
SELECT
Blokkeerknop
Knop MENU
Knop +, –
8 Als u het beeld wilt
kopiëren, drukt u op SNAPSHOT.
De aanduiding “ ” knippert tijdens het dubben.
Het geselecteerde beeld wordt op de geheugenkaart opgeslagen.
OPMERKINGEN:
Als u in stap 8 op SNAPSHOT drukt terwijl er geen geheugenkaart in het apparaat aanwezig is, verschijnt het bericht “COPYING FAILED”.
Als een met “WIDE MODE” (blz. 46) op band opgenomen beeld naar een geheugenkaart wordt gekopieerd, wordt het signaal dat de stand WIDE identificeert niet meegekopieerd.
Als u de weergave van speciale effecten voor een videobeeld wilt kopiëren, voert u de procedure tot stap 8 uit met de (meegeleverde) afstandbediening. (墌 blz. 69)
Beelden worden gekopieerd met 640 x 480 pixels.
SPSP
1 Plaats een cassette. (blz. 16) 2 Plaats een geheugenkaart. (blz. 17) 3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.
4 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
5 Stel “ COPY”
in op “IMAGE”. (blz. 38, 50)
6 Druk op 4/9 om de
weergave te starten.
7 Druk nogmaals op
4/9 om de weergave van stilbeelden starten op het punt waarop u wilt kopiëren.
COPY OF F
IMA
NAVIGATI ON
GE
66 NE
U kunt de afstandsbediening met volledige functionaliteit gebruiken om de camcorder op afstand te bedienen en om basishandelingen van de videorecorder (weergave, stoppen, pauze, doorspoelen, terugspoelen) uit te voeren. Bovendien zijn er aanvullende weergavefuncties mee mogelijk. (blz. 68)
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
De batterijen plaatsen
Voor de afstandsbediening gebruikt u twee batterijen van het type “AAA (R03)”. Zie “Algemene voorzorgsmaatregelen in verband met de batterijen” (blz. 88).
1 Verwijder het deksel van het batterijvak door het
lipje op de hier getoonde wijze in te drukken.
2 Plaats twee “AAA (R03)”-batterijen in de juiste
stand in het batterijvak.
3 Plaats het deksel van het batterijvak terug.
1
3
Lipje
Plaats eerst de minkant (–).
+
2
+
Knoppen en functies
AJ
Effectief bereik van de signalen (gebruik binnenshuis)
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u deze op de afstandsbedieningssensor te richten. Het geschatte effectieve bereik van de signalen voor gebruik binnenshuis is 5 m.
OPMERKING:
Het verzonden signaal is mogelijk minder effectief of kan leiden tot onjuiste handelingen als de sensor direct wordt blootgesteld aan zonlicht of een krachtige lichtbron.
Sensor voor
afstandsbediening
B
D
F H
C E
G I
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
NE 67
Functies
Knoppen
A Infraroodzendvenster Hiervandaan wordt het infraroodsignaal verzonden.
B Zoomknoppen (T/W) In-/uitzoomen (blz. 20) In-/uitzoomen (blz. 68)
C Knop DISPLAY blz. 25, 62, 74
D Knop SHIFT blz. 68, 73
E Knoppen voor SLOW terugspoelen
en doorspoelen Knop Links en knop Rechts
F Knop REW Snel achterwaarts zoeken/snel
G Knop FADE/WIPE blz. 75
H Knop EFFECT ON/OFF blz. 69
I Knop EFFECT blz. 69
J PAUSE IN-aansluiting blz. 74
K Knop START/STOP Werkt hetzelfde als de start/stop-knop voor opnemen op de
L Knop MBR SET blz. 73
M Knop SNAPSHOT Werkt hetzelfde als SNAPSHOT op de camcorder.
N Knop Omhoog
Knop INSERT
O Knop Omlaag
Knop A. DUB
P Knop PLAY Hiermee start u de weergave
Q Doorspoelknop Doorspoelen van/snelzoeken
R Knop STOP Hiermee stopt u de band
S Knop PAUSE Hiermee onderbreekt u de
T Knoppen R.A.EDIT blz. 73 – 77
Als de aan/uit-knop van de camcorder op “A” of “M” staat.
camcorder.
Als de aan/uit-knop van de camcorder op “P” staat.
blz. 68blz. 68
voorwaarts zoeken op een band (blz. 22)
Hiermee geeft u het vorige bestand op de geheugenkaart weer (墌 blz. 28)
blz. 68blz. 72
blz. 68blz. 70
van een band (blz. 22)
Hiermee start u de
automatische weergave van beelden die zich op een geheugenkaart bevinden (blz. 28)
op een band (墌 blz. 22)
Hiermee geeft u het volgende bestand op een geheugenkaart weer (墌 blz. 28)
(blz. 22)
Hiermee stopt u de automatische weergave (blz. 28)
weergave (墌 blz. 68)
68 NE
.
Sensor voor
afstandsbediening
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN (vervolg)
gekozen en het daadwerkelijke beginpunt voor de slowmotionweergave.
Tijdens de slowmotionweergave zijn er storingen in het beeld, dat soms onstabiel lijkt, vooral bij stilstaande beelden. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Beeld-voor-beeld-weergave
Deze functie stelt u in staat om tijdens de weergave van videobeelden beeld-voor-beeld te zoeken.
Druk tijdens normale weergave of stilbeeldweergave herhaald op SLOW (IU) om voorwaarts te gaan of op SLOW (YI) om achterwaarts te gaan. Elke keer dat u op SLOW (YI of IU) drukt, wordt het beeld weergegeven.
Zoomknoppen
SHIFT
Knop Links of
SLOW
terugspoelen
Knop Rechts of
SLOW
doorspoelen
Knop Omhoog Knop Omlaag
PLAY PAUS E STOP
Slowmotionweergave
Deze functie stelt u in staat om tijdens de weergave van videobeelden langzaam in voor- of achterwaartse richting te zoeken.
Druk tijdens normale weergave van videobeelden langer dan twee seconden op SLOW (YI of IU).
Na ongeveer één minuut langzaam terugspoelen of ongeveer twee minuten langzaam doorspoelen wordt de normale weergave hervat.
Als u de slowmotionweergave wilt onderbreken, drukt u op PAUSE (9).
Als u de slowmotionweergave wilt stopzetten, drukt u op PLAY (U).
OPMERKINGEN:
Het is ook mogelijk om slowmotionweergave in te schakelen vanuit de stilbeeldweergave door meer dan twee seconden op SLOW (YI of IU) te drukken.
Tijdens de slowmotionweergave kan het beeld een mozaïekachtig uiterlijk krijgen. Dit komt door de digitale beeldverwerking.
Als u SLOW (YI of IU) indrukt en vasthoudt, is het mogelijk dat het stilbeeld een paar seconden lang wordt weergegeven, gevolgd door een paar seconden lang een blauw scherm. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Mogelijk is er een kleine marge tussen het beginpunt van de slowmotionweergave dat u hebt
Tijdens de weergave in-/uitzoomen
Deze functie stelt u in staat om tijdens de weergave van videobeelden tot maximaal 20X in te zoomen op het opgenomen beeld.
1) Druk op PLAY (U) om de weergave te starten.
2) Druk op het punt waarop u wilt inzoomen op de zoomknop (T).
Als u wilt uitzoomen, drukt u
op de zoomknop (W).
3) Het is mogelijk om het beeld op het scherm te verplaatsen om zo een bepaald gedeelte van het beeld te vinden. Houd SHIFT ingedrukt en druk op L (links), F (rechts), U (omhoog) en E (omlaag).
Als u wilt stoppen met in-/uitzoomen, houdt u
W ingedrukt tot de uitvergroting weer normaal is. Of druk op STOP (8) en vervolgens op PLAY (U).
OPMERKINGEN:
U kunt de zoomfunctie ook gebruiken tijdens
slowmotion- en stilbeeldweergave.
Vanwege de digitale beeldverwerking kan de
beeldkwaliteit nadelig worden beïnvloed.
NE 69
Speciale effecten weergeven
Sensor voor
afstandsbediening
PLAY
EFFECT
EFFECT ON/OFF
Met deze functie kunt u creatieve beeldeffecten aan het weergegeven videobeeld toevoegen. De effecten die u tijdens de weergave kunt gebruiken, zijn CLASSIC FILM, MONOTONE, SEPIA en STROBE. Deze effecten zijn tijdens weergave hetzelfde als bij opname. (墌 blz. 41)
CLASSIC FILM
Hierdoor krijgen opgenomen beelden een stroboscoopeffect.
MONOTONE Net als bij de
zwartwitfilms uit vroeger tijden worden uw beelden in zwartwit opgenomen. In combinatie met de cinemastand vergroot u hiermee het effect van een “oude film”.
SEPIA Opgenomen beelden
krijgen een bruine schijn, net als oude foto’s. Als u deze stand combineert met de cinemastand krijgen uw opnames een klassiek uiterlijk.
STROBE De opname ziet er uit
als een reeks opeenvolgende foto’s.
1) Druk op PLAY (U) om de weergave te starten.
2) Druk op EFFECT. Het
selectiemenu PLAYBACK EFFECT verschijnt.
3) Druk herhaald op EFFECT om de
selectiebalk naar het
PLA
YFBFACK
O
1 2 3 4
E
F
F
E
C
L
C
A
S
S
I
C
FILM
M
O
N
O
T
O
NTE
S
E
P
I
A
S
T
R
O
B
E
gewenste effect te verplaatsen.
De geselecteerde functie wordt ingeschakeld
en het menu verdwijnt na twee seconden.
Druk op EFFECT ON/OFF om het
geselecteerde effect uit te schakelen. Druk nogmaals op EFFECT ON/OFF om het geselecteerde effect weer in te schakelen.
Als u het geselecteerde effect wilt wijzigen,
herhaalt u de procedure vanaf stap 2 hierboven.
70 NE
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN (vervolg)
Audiodubben
U kunt het geluidsspoor alleen in de stand 12-bits en bij opnamesnelheid SP bewerken. (墌 blz. 43)
Stereomicrofoon
Hoofdtelefoon-
aansluiting
Sensor voor
afstandsbediening
Luidspreker
A.DUB PLAY PAUSE
STOP
1 Speel de band af om het punt te zoeken waarop
u de montage wilt beginnen en druk op PAUSE (9).
2 Houd A. DUB (D) op
de afstandsbediening ingedrukt en druk op PAUSE (9). De aanduiding “9D” verschijnt.
9
MIC
D
3 Druk op PLAY (U) en
begin te praten. Spreek in de microfoon.
Als u het dubben wilt onderbreken, drukt u op PAUS E (9).
4 Als u het audiodubben wilt beëindigen, drukt u
op PAUS E (9) en vervolgens op STOP (8).
Het geluid weergeven tijdens het audiodubben...
Sluit optionele hoofdtelefoons op de hoofdtelefoonaansluiting aan of gebruik de S/AV­aansluiting en stel “12BIT MODE” op de gewenste stand in.
•“SOUND 1” voor het weergavegeluid.
•“SOUND 2” voor het gekopieerde geluid.
•“MIX” voor het weergavegeluid en het gekopieerde geluid.
Het gedubde geluid tijdens de videoweergave beluisteren…
Stel “12BIT MODE” in op “SOUND 2” of op “MIX”. (blz. 38, 50)
OPMERKINGEN:
Als u het audiodubben uitvoert op een band die
als 12-bits is opgenomen, worden het oude en het nieuwe geluidsspoor apart opgenomen.
Als u opneemt op een blanco gedeelte op de
band, is het mogelijk dat het geluid wordt verstoord. Zorg dat u alleen op gedeelten opneemt waarop al videobeelden zijn opgenomen.
Als de microfoon tijdens de weergave op tv gaat
rondzingen, haalt u de microfoon van de tv weg of zet u het geluid van de tv zachter.
Als u tijdens de opname overschakelt van 12-bits
naar 16-bits en vervolgens de band gebruikt voor audiodubben, is deze niet meer voor dat doeleinde te gebruiken vanaf het punt waarop de 16-bits opname begint.
Als de band tijdens het audiodubben terecht komt
bij scènes die zijn opgenomen met de snelheid LP, scènes die zijn opgenomen met 16-bits audio of bij een blanco gedeelte van de band, wordt het audiodubben beëindigd.
Als u het audiodubben wilt uitvoeren terwijl u het
beeld op tv bekijkt, moet u de hiervoor benodigde aansluitingen tot stand brengen. (墌 blz. 24, 25)
NE 71
Audiodubben met digitale geluidseffecten
Knop INDEX
Knop SET/
SELECT
Knop MENU
Knop +, –
Knop D.SOUND/ Knop STOP (8)
A.DUB PLAY PAUSE
STOP
8 Druk op + of – om het gewenste geluidseffect te
selecteren en druk op SET/SELECT.
9 Druk op PLAY (U) om te beginnen met
audiodubben. Het geselecteerde geluidseffect wordt op de band opgenomen.
“ ” beweegt terwijl het audiodubben bezig is.
Als u het dubben van het geluidseffect halverwege wilt onderbreken, drukt u op D.SOUND.
10 Druk op STOP (8) om het audiodubben te
beëindigen.
OPMERKINGEN:
Stel “SOUND IN” na het dubben in op “MIC”.
Het gedubde geluidseffect wordt op SOUND 2 opgenomen. (blz. 50)
Als u in stap 9 op PAU SE (9) drukt om het dubben
te onderbreken, blijft de aanduiding van het geselecteerde geluidseffect zichtbaar. Druk op PLAY (U) om het dubben te hervatten.
1 Plaats de meegeleverde geheugenkaart.
(blz. 17) Voer vervolgens stap 1 en stap 2 op bladzijde 70 uit.
2 Druk op MENU. Het menuscherm verschijnt. 3 Druk op + of om “s SYSTEM” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het menu SYSTEM verschijnt.
4 Druk op + of – om “SOUND IN” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het submenu verschijnt.
5 Druk op + of – om
“D.SOUND” te selecteren. Druk op SET/SELECT.
6 Druk op + of – om
BRETURN” te selecteren. Druk tweemaal op SET/ SELECT. Het menuscherm wordt gesloten en de geluidseffectaanduiding verschijnt.
D.SOUND
APPLAUSE
7 Druk op INDEX om het indexscherm met
geluidseffecten te openen.
D
9
72 NE
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN (vervolg)
Invoegmontage
Het is mogelijk om een nieuwe scène op een reeds opgenomen band op te nemen. U kunt een gedeelte van de oorspronkelijke opname met minimale beeldvervorming aan het begin- en eindpunt van de nieuwe scène vervangen. Het oorspronkelijke geluid blijft behouden.
Sensor voor
afstandsbediening
START/STOP
REW
STOP
INSERT PLAY
PAUSE
3 Houd INSERT (I) op
de afstandsbediening ingedrukt en druk op PAUSE (9). De aanduiding “9I” en de tijdcode (min.:sec.) verschijnen en de camcorder wordt in de invoegpauzestand geplaatst.
12:34
I
9
4 Druk op START/STOP om met monteren te
beginnen.
Zorg dat het invoegen begint bij de tijdcode die u in stap 1 hebt gecontroleerd.
Als u het monteren wilt onderbreken, drukt u op START/STOP. Druk nogmaals op deze knop als u het monteren wilt hervatten.
5 Als u het invoegmonteren wilt beëindigen, drukt
u op START/STOP en vervolgens op STOP (8).
OPMERKINGEN:
U kunt Programma AE met speciale effecten (blz. 38, 41) gebruiken om de scènes die bij het invoegmonteren worden bewerkt wat meer pit te geven.
Tijdens de invoegmontage verandert de datum- en tijdinformatie.
Als u invoegmontage toepast op een blanco gedeelte van de band, is het mogelijk dat er storing van beeld en geluid optreedt. Zorg dat u alleen op gedeelten opneemt waarop al videobeelden zijn opgenomen.
Tijdens de invoegmontage, wanneer de band terecht komt bij scènes die zijn opgenomen met de snelheid LP of bij een blanco gedeelte, wordt de invoegmontage beëindigd. (blz. 100, 101)
OPMERKINGEN:
Zorg ervoor dat u de volgende stappen uitvoert voordat “TIME CODE” is ingesteld op “ON”. (blz. 38, 48)
Invoegmontage is niet mogelijk op een band die is opgenomen met de opnamesnelheid LP of op een blanco gedeelte van een band.
Als u de invoegmontage wilt uitvoeren terwijl u het beeld op de tv ziet, moet u de hiervoor benodigde verbindingen tot stand brengen. (blz. 24, 25)
1 Speel de band af, zoek het eindpunt voor de
montage en druk op PAUS E (9). Ga na wat de tijdcode op dit punt is. (墌 blz. 38, 48)
2 Druk op REW (
montage is bereikt en druk op PAUSE (9).
3
) tot het beginpunt voor de
NE 73
Willekeurige montage van meerdere scènes [RA-montage]
U kunt eenvoudig gemonteerde videobanden maken door de camcorder als bronapparaat te gebruiken. U kunt maximaal 8 “scènes” voor automatische montage in de door u gewenste volgorde selecteren. RA-montage kan eenvoudiger worden uitgevoerd als de MBR (afstandsbediening voor meerdere merken) is ingesteld voor gebruik van uw merk videorecorder (zie “LIJST MET VIDEORECORDERCODES”). U kunt RA-montage echter ook uitvoeren als u de videorecorder handmatig bedient. Zorg er vóór gebruik voor dat de afstandsbediening batterijen bevat. (墌 blz. 66)
Videorecorder
SHIFT
De afstandsbedienings-/ videorecordercode instellen
1 Zet de videorecorder aan en richt de
afstandsbediening op de infraroodsensor van de videorecorder. Zoek de juiste code in de lijst met videorecordercodes, houd MBR SET ingedrukt en voer de merkcode in. De code wordt automatisch ingesteld wanneer u MBR SET loslaat en de videorecorder wordt aangezet.
2 Zorg dat de videorecorder aan staat. Houd SHIFT
ingedrukt en druk op de afstandsbediening op de knop van de gewenste functie. De functies die u met de afstandsbediening kunt bedienen, zijn PLAY, STOP, PAUSE, FF, REW en VCR REC STBY (u hoeft voor deze laatste niet op SHIFT te drukken).
U kunt nu beginnen met de RA-montage.
MBR SET
BELANGRIJK
Hoewel de MBR-afstandsbediening compatibel is met videorecorders van JVC en met videorecorders van een groot aantal andere fabrikanten, is het mogelijk dat de afstandsbediening niet in combinatie met uw videorecorder werkt of slechts een beperkte functionaliteit biedt.
OPMERKINGEN:
Als de videorecorder in stap 1 niet aan gaat, probeert u een andere code in de lijst met videorecordercodes.
Sommige merken videorecorders gaan niet automatisch aan. Zet de videorecorder in dat geval handmatig aan en probeer stap 2.
Als u de videorecorder niet met de afstandsbediening kunt bedienen, dient u de knoppen op de videorecorder zelf te gebruiken.
Wanneer de batterijen van de afstandsbediening leegraken, wordt het merk videorecorder dat u hebt ingesteld, gewist. In dat geval moet u de oude batterijen vervangen door nieuwe en het merk videorecorder opnieuw instellen.
LIJST MET VIDEORECORDERCODES
MERK VIDEORECORDER
AKAI F
BLAUPUNKT AC
DAEWOO AH
FERGUSON I
GRUNDIG ACD
HITACHI FFF
JVC A
B C
LG/ GOLDSTAR
MITSUBISHI FFG
NEC CCG
PANASONIC A
CODES
F G
I C
I I I
AA
A A I A
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
MERK VIDEORECORDER
B
PHILIPS A D G
G H B
SAMSUNG ID
SANYO CCF
D
SELECO, REX IIA
C
A
SHARP AAE
F C
SONY F
H
THOMSON,
TELEFUNKEN,
H
SABA,
NORDMENDE
C G
TOSHIBA FFI A
D H
CODES
I A I I I A C G
F C C
I I I C
I E A D A F B C B
E
F
E
I A
A F G B
A
74 NE
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN (vervolg)
Verbindingen tot stand brengen
Zie ook bladzijde 24 en 25.
Aansluitingenklepje****
S/AV-
montagekabel
(meegeleverd)
Montageverlengkabel (meegeleverd)***
“Y/C”/“CVBS”
uitgangsselectieknop
ABNaar
Remote of R.A.EDIT
CNaar
PAUSE IN
* Sluit deze kabel aan als uw tv/videorecorder een
S-VIDEO IN-aansluiting heeft.
** Als uw videorecorder is uitgerust met een
SCART-aansluiting, gebruikt u de meegeleverde kabeladapter.
*** Gebruik zo nodig deze kabel om verbindingen
tot stand te brengen.
****Open het klepje wanneer u de kabel aansluit.
video-
PAUSE
DISPLAY
Naar S/AV­aansluiting
Naar AUDIO-, VIDEO- en S-IN*­aansluitingen
Kabeladapter**
Videorecorder
Tv
1 A Een JVC-videorecorder voorzien van een
Remote PAUSE-aansluiting…
…Sluit de montagekabel aan op de Remote PAUSE-aansluiting.
B Een JVC-videorecorder die niet is uitgerust
met een Remote PAUSE-aansluiting maar wel met een R.A.EDIT-aansluiting…
…Sluit de montagekabel aan op de R.A.EDIT­aansluiting.
C Een andere videorecorder dan hierboven
genoemd…
…Sluit de montagekabel aan op de PAUSE IN­aansluiting van de afstandsbediening.
2 Plaats een opgenomen band in de camcorder. 3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.
4 Druk de blokkeerknop op de aan/uit-knop in en
zet de aan/uit-knop op “P”.
5 Zet de videorecorder aan, plaats een band
waarop u kunt opnemen en schakel de AUX­stand in.
Raadpleeg hiervoor de handleiding van de videorecorder.
OPMERKINGEN:
Zorg er voordat u RA-montage gaat uitvoeren voor dat de aanduidingen niet op het tv-scherm worden weergegeven. Als dat wel het geval is, worden ze op de nieuwe band opgenomen.
Instellen of de volgende aanduidingen al dan niet op de aangesloten tv moeten worden weergegeven…
• Datum/tijd
Stel “DISPLAY” in op “AUTO”, “ON” of op “OFF”. (blz. 38, 48) Of druk op DISPLAY op de afstandsbediening om de datumaanduiding in of uit te schakelen.
• Tijdcode
Stel “TIME CODE” in op “ON” of op “OFF”. (blz. 38, 48)
• Aanduidingen van weergavegeluidsstand,
bandsnelheid en het lopen van de band Stel “ON SCREEN” in op “LCD” of op “LCD/TV”. (blz. 38, 48)
Zet de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C: bij een verbinding met een tv of
videorecorder die geschikt is voor Y/C­signalen en via een S-videokabel is aangesloten.
CVBS: bij een verbinding met een tv of
videorecorder die niet geschikt is voor Y/C­signalen en via een audio-/videokabel is aangesloten.
Als u monteert op een videorecorder die is voorzien van een DV-ingangsaansluiting, kunt u een los verkrijgbare DV-kabel aansluiten in plaats van de S-/AV-/montagekabel. Het is echter niet nodig om de montagekabel van de S-/AV-/montagekabel aan te sluiten op de videorecorder. (Voor meer informatie, zie stap 1.)
NE 75
Scènes selecteren
Sensor voor
afstandsbediening
FADE/WIPE
EFFECT
EDIT IN/OUT
CANCEL
PLAY
R.A.EDIT ON/OFF
6 Wijs met de afstandsbediening in de richting van
de afstandsbedieningssensor van de camcorder. Druk op PLAY (U) en vervolgens op R.A.EDIT ON/ OFF op de afstandsbediening. Het menu voor RA­montage verschijnt.
7 Als u aan het begin van de
scène een wipe- of fade­effect gebruikt, drukt u op FADE/W IPE op de afstandsbediening.
Loop door de effecten door er herhaald op te
Geselecteerde instelling
NIOUT
1
––: –– ~
––
2 3 4 5 6 7 8
CODETIME
TOTAL
MOD E
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
:
––
0:000
drukken en stop wanneer het gewenste effect wordt weergegeven.
Het is niet mogelijk om de optie Picture Wipe/ Dissolve aan het begin van Program 1 te gebruiken.
8 Druk aan het begin van de scène op EDIT IN/OUT
op de afstandsbediening. De montagebeginpositie verschijnt in het menu voor RA-montage.
9 Druk aan het einde van de scène op EDIT IN/OUT.
De eindpositie van de montage verschijnt in het menu voor RA-montage.
10 Druk op FADE/WIPE als u aan het einde van de
scène een wipe-/fade-effect gebruikt.
Loop door de effecten door er herhaald op te
drukken en stop wanneer het gewenste effect wordt weergegeven.
Als u een wipe-/fade-effect selecteert voor een montage-eindpunt, wordt het effect automatisch ook toegepast op het daarop volgende montage­begingpunt.
Het is niet mogelijk om de optie Picture Wipe/ Dissolve aan het einde van de laatste scène te gebruiken.
Als u fade-/wipe-effecten gebruikt, wordt de hiervoor benodigde tijd opgenomen in de totale tijd (dit geldt niet voor Picture Wipe/Dissolve.)
11 Als u speciale weergave-effecten gebruikt, drukt
u op EFFECT. (blz. 69)
12 Herhaal stap 8 tot en met 11 als u nog meer
scènes wilt monteren.
Als u reeds vastgelegde punten wilt wijzigen,
drukt u op
CANCEL
op de afstandsbediening. De
vastgelegde punten verdwijnen één voor één, te beginnen met het laatst vastgelegde punt.
Als u geen wipe-/fade-effect of Programma AE met speciale effecten gebruikt, herhaalt u alleen stap
9
.
en
OPMERKINGEN:
Wanneer u een scène kiest, dient u de
montagebeginpunten en de montage-eindpunten zo in te stellen dat er een relatief groot verschil tussen zit.
Als de zoektijd voor een beginpunt langer duurt dan vijf minuten, wordt de stand Opnamestand-by voor het opnemend apparaat geannuleerd en vindt er geen montage plaats.
Als er na de montagebegin- en montage-eindpunten lege gedeelten voorkomen, is het mogelijk dat er in de gemonteerde versie een blauw venster verschijnt.
Aangezien bij tijdcodes er niet nauwkeuriger dan in seconden wordt gewerkt, is het mogelijk dat de totale tijdsduur van de tijdcodes niet exact overeenkomt met de totale programmatijd.
Als u de camcorder uitzet, worden alle montagebegin- en montage-eindpunten gewist.
Als u Sepia of Monotone selecteert bij Programma AE met speciale effecten, kunt u geen oplos- (“dissolve”) of zwartwitfade-effect gebruiken. In dat geval knippert de oplos- of zwartwitaanduiding. Wanneer het volgende montagebeginpunt is vastgelegd, wordt het effect uitgeschakeld. Als u deze effecten wilt combineren, gebruikt u Sepia of Monotone tijdens de opname en past u vervolgens tijdens de RA-montage het oplos- of zwartwitfade-effect toe.
Het is niet mogelijk om wipe-/fade-effecten en Programma AE met speciale effecten te gebruiken als u RA-montage uitvoert via een DV-kabel.
Menu met fade- en wipe-effecten
(alleen beschikbaar voor RA-montage)
Het is ook mogelijk om de fade-/wipe-effecten op bladzijde 40 te gebruiken.
DISSOLVE: de nieuwe scène verschijnt geleidelijk terwijl de oude geleidelijk verdwijnt (“oplost”).
WIPE–CORNER: de nieuwe scène bedekt geleidelijk de vorige scène vanuit de rechterbovenhoek naar de linkerbenedenhoek.
WIPE–WINDOW: de volgende scène vult vanuit het midden van het scherm in de richting van de hoeken geleidelijk het scherm en vervangt en bedekt de vorige scène.
WIPE–SLIDE: de volgende scène bedekt de vorige scène geleidelijk van rechts naar links.
WIPE–DOOR: de vorige scène wordt vanuit het midden in twee delen als een schuifdeur naar rechts en links geschoven waardoor uiteindelijk de volgende scène het scherm vult.
WIPE–SCROLL: de nieuwe scène bedekt de vorige scène geleidelijk vanaf de onderkant van het scherm naar de bovenkant.
WIPE–SHUTTER: de nieuwe scène bedekt de vorige scène geleidelijk vanaf het midden van het scherm naar zowel de onder- als de bovenkant.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
8
76 NE
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN (vervolg)
Automatisch monteren op een videorecorder
Start/stop-knop
voor opnemen
Sensor voor
afstandsbediening
START/STOP
PAUSE R.A.EDIT
ON/OFF
VCR REC STBY
13 Spoel de band in de camcorder terug naar het
begin van de scène die u wilt bewerken en druk op PAUS E (9).
14 Richt de afstandbediening op de
afstandsbedieningssensor van de videorecorder en druk op VCR REC STBY (79) of schakel de opnamepauzestand van de videorecorder handmatig in.
15 Druk op START/
STOP op de
afstandsbediening. De montage gebeurt zoals geprogrammeerd tot en met het einde van de laatste vastgelegde scène.
NIOUTMODE
00:25
1 2 3
–– 4 5
–– –– ––
6
7 8
07:18~08 :3 1 03:33~ 09:30 15 ::55
CODETIME
TOTAL
~
~ ~
~
~ ~
02 :0 5
05 :5 3 13 :1 5 16 :2 9
6
:
1
9:39
30
––
–– ––
––––
Wanneer het dubben klaar is, worden de pauzestand van de camcorder en de opnamepauzestand van de videorecorder ingeschakeld.
Als u geen montage-eindpunt vastlegt, wordt de band automatisch helemaal tot het einde gekopieerd.
Als u aan de knoppen van de camcorder zit tijdens het automatisch monteren, wordt de videorecorder in de opnamepauzestand geplaatst en wordt het automatisch monteren beëindigd.
16 Schakel de stopstand van de camcorder en de
videorecorder in. Als u de weergave van de RA-montageteller wilt laten verdwijnen, drukt u op R.A.EDIT ON/OFF op de afstandsbediening.
OPMERKINGEN:
Door op R.A.EDIT ON/OFF op de afstandsbediening te drukken, wist u alle instellingen die waren vastgelegd tijdens de RA­montage.
Wanneer de montagekabel tijdens het kopiëren is aangesloten op de PAUSE IN-aansluiting van de afstandsbediening, dient u ervoor te zorgen dat u de afstandsbediening op de sensor van de videorecorder richt en dat het pad tussen beide onbelemmerd is.
RA-montage werkt mogelijk niet correct als u een band gebruikt met meerdere gedupliceerde tijdcodes. (墌 blz. 21)
NE 77
Zorgen voor een meer nauwkeurige montage
Op sommige videorecorders vindt de overgang van de opnamepauzestand naar de opnamestand sneller plaats dan bij andere. Zelfs als u voor de camcorder en de videorecorder op het exact hetzelfde moment begint met de montage, is het mogelijk dat u scènes ongewenst kwijtraakt of tot de ontdekking komt dat er scènes die u niet wou kopiëren op de doelband staan. Controleer, om een netjes gemonteerde band te krijgen, hoe de timing van de camcorder ten opzichte van de videorecorder is.
Sensor voor
afstandsbediening
R.A.EDIT ON/OFF
De timing tussen videorecorder en camcorder vaststellen
1 Speel de band af die zich in de camcorder bevindt,
richt de afstandsbediening op de sensor van de camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF. Het menu voor RA-montage verschijnt.
Programma 1
NIOUT
––
1
–– :–– ~
2 3 4 5 6 7 8
CODETIME
TOTAL
MOD E
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
:
––
0:000
Menu voor RA­montage
2 Voer alleen voor programma 1 RA-montage uit.
Om te controleren of de timing tussen videorecorder en camcorder correct is, selecteert
u het begin van een scèneovergang als montagebeginpunt.
3 Speel de gekopieerde scène af.
Als beelden uit de scène die voorafging aan de overgang die u als montagebeginpunt had gekozen, zijn opgenomen, betekent dit dat de videorecorder te snel overschakelt van de opnamepauzestand naar de opnamestand.
Als de scène die u probeerde te kopiëren te laat begint, begint de videorecorder te laat met opnemen.
De timing tussen videorecorder en camcorder aanpassen
4 Richt de afstandbediening op de
afstandsbedieningssensor van de videorecorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF om het menu Random Assemble Editing te openen. Druk vervolgens op MENU. Het menuscherm verschijnt.
5 Druk op + of – om “t VIDEO” te selecteren.
Druk op SET/SELECT. Het menu VIDEO verschijnt.
6 Druk op + of – om
“SYNCHRO” te selecteren. Druk op SET/SELECT. De waarde voor “SYNCHRO” wordt geselecteerd.
O.1
ROSYNCH
7 Op basis van de
uitgevoerde diagnose kunt u de opnametiming van de videorecorder versnellen door op + te drukken. Het is ook mogelijk om de opnametijd van de videorecorder uit te stellen door op – te drukken. Het aanpassingsbereik loopt van –1,3 tot +1,3 en kan worden aangepast in stappen van 0,1 seconde. Druk op SET/SELECT om het instellen te voltooien.
8 Druk op + of – om “BRETURN” te selecteren.
Druk tweemaal op SET/SELECT. Voer nu de RA-montage uit vanaf stap 6 op bladzijde 75.
OPMERKINGEN:
Voordat u een daadwerkelijke RA-montage uitvoert, is het raadzaam de RA-montage een aantal malen te testen om te controleren of de waarde die u net hebt ingesteld nu wel geschikt is. Voer desgewenst de benodigde wijzigingen door.
Afhankelijk van de videorecorder kan het voorkomen dat het timingverschil niet volledig kan worden gecorrigeerd.
78 NE
Aansluiting op een pc
[A] Via de USB-kabel
SYSTEEMAANSLUITINGEN
Naar USB-aansluiting
Aansluitingen­klepje**
Naar USB
[B] Met DV-kabel
Aansluitingen­klepje**
* DV IN/OUT: GR-DVP7
DV OUT: GR- DVP5
** Open het klepje wanneer u de kabel aansluit.
Naar DV IN/OUT* of DV OUT*
USB-kabel (meegeleverd)
Kernfilter
[A] Via de USB-kabel
Deze camcorder kan met behulp van de meegeleverde software stilbeelden overbrengen naar een pc.
[B] Met DV-kabel
Het is bovendien mogelijk om stilbeelden via een DV-aansluiting naar een pc over te brengen met behulp van op de pc aanwezige of in de handel verkrijgbare software.
1 Sluit de camcorder met de geschikte kabel op de
pc aan (zie de illustratie hierboven).
2 Als u gebruik maakt van de USB-verbinding, stelt
u de schakelaar VIDEO/MEMORY in op “MEMORY”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “P” en zet de pc aan.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de software voor een uitleg over het overbrengen van een stilbeeld naar de pc.
OPMERKINGEN:
In de “HANDLEIDING VOOR SOFTWARE­INSTALLATIE EN USB-AANSLUITING” vindt u informatie over het installeren van de meegeleverde software en stuurprogramma’s.
Het is raadzaam de netadapter/acculader als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (blz. 11)
Pc
OF
DV-kabel (los verkrijgbaar)
Kernfilter
Sluit nooit de USB- en de DV-kabel tegelijk op de camcorder aan. Sluit alleen de kabel die u wilt gebruiken op de camcorder aan.
Zorg dat u de los verkrijgbare JVC VC-VDV206U of VC-VDV204U DV-kabel gebruikt wanneer u met een DV-kabel werkt. Welk type DV-kabel u moet gebruiken, hangt af van het type DV-aansluiting (4­of 6-pins) op de pc. U kunt ook de DV-kabel gebruiken die is meegeleverd met de videocapturekaart.
Als de pc die via de USB-kabel is aangesloten op de camcorder niet aan staat, wordt de camcorder niet in de USB-stand geplaatst.
De datum-/tijdinformatie kan niet op de pc worden vastgelegd.
Raadpleeg de gebruikshandleidingen van de pc en de software.
De stilbeelden kunnen ook naar een pc worden overgebracht via een videocapturekaart die is voorzien van een DV-aansluiting.
Het kan zijn dat het systeem niet goed werkt als u niet de juiste pc of videocapturekaart gebruikt.
“USB MODE” en/of “ACCESSING FILES” verschijnt op het LCD-scherm terwijl de pc toegang zoekt tot gegevens op de camcorder of als de camcorder een bestand naar de pc overbrengt.
Koppel de USB-kabel NOOIT los terwijl “ACCESSING FILES” op het LCD-scherm wordt weergegeven, aangezien dit kan leiden tot schade aan het product.
Naar DV-
aansluiting
Pc met DV­aansluiting
NE 79
De camcorder als webcam gebruiken
Via de USB-aansluiting is de camcorder ook als webcam te gebruiken.
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Aansluitingenklepje*
Naar USB
USB-kabel (meegeleverd)
1 Zorg dat alle benodigde software (meegeleverd)
op de pc is geïnstalleerd en dat alle apparaten uit staan.
2 Sluit de camcorder door middel van de USB-
kabel op de pc an.
3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
4 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “A” of “M”.
5 Zet de pc aan.
Op het scherm verschijnt “Web CAMERA”.
Zo lang u de pc niet
aan zet, wordt de camcorder niet in de webcamstand geplaatst.
P
C
b CAMERAeW bCAMERAeW
6 Wanneer u klaar bent,
zet u eerst de pc uit en dan de camcorder. Koppel de USB-kabel los van de camcorder en de pc.
OPMERKINGEN:
Het is raadzaam de netadapter/acculader als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (blz. 11)
Gebruik de meegeleverde software PIXELA ImageMixer om real-time videobeelden vast te leggen.
U kunt de camcorder ook voor webconferenties gebruiken door te werken met Microsoft Windows MSN Hotmail.
In de webcamstand kunnen de volgende knoppen niet worden gebruikt: E-MAIL, SNAPSHOT, de start-/stopknop voor opnemen.
®
NetMeeting® en u aan te melden bij
Naar USB­aansluiting
Pc met USB-aansluiting
* Open het klepje wanneer u de kabel aansluit.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de pc en de meegeleverde software.
80 NE
VERWIJZINGEN
INHOUD
DETAILS ..................................................................................................... 81
PROBLEMEN OPLOSSEN .............................................................................. 82
VOORZORGSMAATREGELEN ........................................................................ 88
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER .............................................................. 91
SPECIFICATIES ............................................................................................ 92
INDEX ....................................................................................................... 94
Knoppen ................................................................................................ 94
Aansluitingen .......................................................................................... 94
Lampjes ................................................................................................. 94
Overige onderdelen ................................................................................. 94
Aanduidingen .......................................................................................... 96
TERMEN .................................................................................................. 102
DETAILS
ONDERWERP OPMERKINGEN
V Stroomtoevoer (blz. 10)
V VIDEOBEELDEN OPNEMEN (blz. 19, 20)
Laad de accu op bij een temperatuur tussen 10°C en 35°C op. 20°C tot 25°C is de ideale oplaadtemperatuur. Als het te koud is, wordt de accu mogelijk niet volledig opgeladen.
De eerder vermelde oplaadtijden gelden voor een volledig lege accu.
De oplaadtijd varieert naar gelang de omgevingstemperatuur en de toestand van
de accu.
Gebruik de netadapter/acculader niet in de buurt van een radio, aangezien daardoor storing in de ontvangst kan optreden.
Aangezien binnen in de netadapter/acculader elektriciteit wordt verwerkt, wordt de adapter warm tijdens het gebruik. Zorg dan ook dat u de adapter altijd in een goed verluchte ruimte gebruikt.
Als u het LCD-scherm buiten in direct zonlicht gebruikt, is het LCD-scherm mogelijk slecht te zien. Als dit gebeurt, kunt u beter de zoeker gebruiken.
De cassettehouder kan niet worden geopend tenzij de camcorder van stroom wordt voorzien.
Nadat u het deksel van de cassettehouder hebt geopend duurt het even voordat de cassettehouder opengaat. Forceer de houder niet.
Wanneer de cassettehouder eenmaal is gesloten, wordt deze automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
Wanneer u de start-/stopknop voor opnemen indrukt, kan het mogelijk enkele seconden duren voordat het opnemen daadwerkelijk begint. De aanduiding “T” gaat draaien wanneer de camcorder daadwerkelijk begint met op nemen.
De tijd die nodig is om de resterende bandduur te berekenen en weer te geven evenals de nauwkeurigheid van de berekening kunnen variëren naar gelang het gebruikte bandtype.
“TAPE END” verschijnt als de band het einde bereikt. De stroomtoevoer wordt automatisch uitgeschakeld wanneer deze toestand vijf minuten gehandhaafd blijft. “TAPE END” verschijnt ook wanneer u een cassette inbrengt die aan het einde is.
Tijdens het opnemen wordt geen geluid via de luidspreker weergegeven. Als u het geluid wilt beluisteren, moet u de los verkrijgbare hoofdtelefoon op de hoofdtelefoonaansluiting aansluiten. Het geluidsvolume is op het niveau waarop het tijdens de videoweergave was ingesteld. (墌 blz. 22)
Tijdens interfaceopnames, worden alleen de bandloopaanduiding en de waarschuwingsaanduidingen (墌 blz. 100, 101) weergegeven. Ze worden in spiegelbeeld op het scherm weergegeven, maar in de opname zijn ze niet in spiegelbeeld.
De aanduiding van de resterende bandduur verschijnt niet tijdens interface­opnames. Wanneer de resterende bandduur echter twee minuten bereikt, verschijnt de aanduiding die de resterende tijd aangeeft: (knipperend)
(knipperend) (knipperend)
NE 81
82 NE
Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de stappen in de onderstaande tabel hebt uitgevoerd, dient u contact op te nemen met uw JVC-dealer.
De camcorder is een apparaat dat wordt gestuurd door een microcomputer. Extern geluid en interferentie (van een tv, radio, enzovoort) kunnen de normale werking van deze camcorder verstoren. Als dat probleem zich voordoet, verbreekt u eerst de verbinding met de stroombron (accu, netadapter/acculader, enzovoort) en wacht u een paar minuten. Vervolgens sluit u de stroombron weer aan en begint u het normaal te gaan bedienen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Stroomvoorziening
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
1. Er is geen stroomtoevoer. 1. •De voeding is niet correct aangesloten.
•De accu is leeg.
•Het LCD-scherm is niet volledig geopend of de zoeker is tijdens het opnemen niet uitgetrokken.
1. • Sluit de netadapter/acculader goed aan. (墌 blz. 11)
•Vervang de lege accu door een volle accu. (blz. 10, 11)
•Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker uit.
Video- en D.S.C.-opnames maken
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
2. Het opnemen lukt niet. 2. •De aan/uit-knop staat op
3. Als u een onderwerp filmt dat
door helder licht wordt belicht, verschijnen verticale lijnen.
4. Als het scherm tijdens het filmen aan direct zonlicht wordt blootgesteld, kan het eventjes rood of zwart kleuren.
5. De datum/tijd wordt tijdens het opnemen niet weergegeven.
P” of “OFF”.
— Voor video-opnames —
•Het wisbeveiligingsknopje van de cassette staat op “SAVE”.
•De schakelaar VIDEO/ MEMORY staat op “MEMORY”.
•“TAPE END” verschijnt.
•Het deksel van de cassettehouder is open.
— Voor D.S.C.-opnames —
•De schakelaar VIDEO/ MEMORY staat op “VIDEO”.
3. •Dit is het resultaat van een uitzonderlijk groot contrast en wordt niet veroorzaakt door een storing.
4. •Dit is normaal en duidt niet op een defect.
5. •“DATE/TIME” staat op “OFF”. 5. • Stel “DATE/TIME” in op
2. • Zet de aan/uit-knop op “A” of
M”. (blz. 14)
— Voor video-opnames —
• Zet het wisbeveiligingsknopje van de cassette op “REC”. (blz. 16)
•Zet de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “VIDEO”.
•Plaats een nieuwe cassette. (blz. 16)
•Sluit het deksel van de cassettehouder.
— Voor D.S.C.-opnames —
•Zet de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “MEMORY”.
3.
4.
“ON”. (墌 blz. 38, 48)
NE 83
6. Tijdens het opnemen is geen geluid hoorbaar.
7. De aanduidingen op het LCD­scherm of in de zoeker knipperen.
8. De digitale zoomfunctie werkt niet.
Video- en D.S.C.-weergave
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
9. De afspeel-, terugspoel- en doorspoelfunctie werken niet.
10. Het beeld op het LCD-scherm is vervormd.
11. De band draait maar er is geen beeld.
12. Tijdens de videoweergave verschijnen blokken beeldruis, of er is geen beeld en het scherm is blauw.
13. U kunt de inhoud van een geheugenkaart niet weergeven.
6.
•De los verkrijgbare hoofdtelefoon is niet op de hoofdtelefoonaansluiting aangesloten.
•Het geluidsvolume van de hoofdtelefoonaansluiting is niet correct ingesteld. Het geluidsvolume is op dit punt hetzelfde als het niveau waarop het tijdens de videoweergave was ingesteld.
7.
• Bepaalde wipe-/fade-effecten, bepaalde standen van Programma AE met speciale effecten, “DIS” en andere functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt, worden gelijktijdig geselecteerd.
8.
•10X optische zoom is geselecteerd.
• De schakelaar
MEMORY
9. •De aan/uit-knop staat op “A” of “M”.
•De
schakelaar VIDEO/
MEMORY
10. •Tijdens het afspelen van een niet-opgenomen gedeelte van de band, tijdens het snelzoeken en tijdens de weergave van stilbeelden, zijn de aanduidingen op het LCD-scherm mogelijk vervormd. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
11. •Uw tv heeft wel AV­ingangsaansluitingen, maar de tv is niet ingesteld op de stand VIDEO.
•Het deksel van de cassettehouder is open.
12.
13. •De aan/uit-knop staat op “A
of “M”.
•De
schakelaar
MEMORY staat op “VIDEO”.
VIDEO/
staat op “MEMORY”.
staat op “MEMORY”.
VIDEO/
6. •Sluit de los verkrijgbare hoofdtelefoon op de hoofdtelefoonaansluiting aan. (墌 blz. 95)
•Pas het geluidsvolume tijdens de weergave aan. (墌 blz. 22)
7. •Lees de gedeelten over wipe­/fade-effecten, Programma AE met speciale effecten en “DIS” nogmaals. (blz. 38, 39 – 41, 45)
8. •Stel “ZOOM” in op “40X” of op “200X”. (墌 blz. 43)
•Zet de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “VIDEO”.
9. •Zet de aan/uit-knop op
P”. (blz. 22)
•Zet de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “VIDEO”.
10.
11.
• Stel de tv in op de stand die of het kanaal dat bedoeld is voor de weergave van videobeelden. (
•Sluit het deksel van de cassettehouder. (blz. 16)
12.
•Reinig de koppen van de videorecorder met een los verkrijgbare reinigingscassette. (
13. • Zet de aan/uit-knop op
P”. (blz. 28)
•Zet de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “MEMORY”.
blz. 24, 25)
blz. 91)
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
84 NE
PROBLEMEN OPLOSSEN (vervolg)
Geavanceerde functies
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
14. De scherpstelling vindt niet automatisch plaats.
15. In de stand Fragmenten van vijf seconden, eindigt de opname voordat vijf seconden zijn verstreken.
16. De momentopnamestand kan niet worden gebruikt.
17. De kleur van momentopnamen ziet er eigenaardig uit.
18. De gemaakte momentopname is te donker.
19. De gemaakte momentopname is te licht.
20. De witbalans kan niet worden ingesteld.
21. De wipe-/fade-effecten werken niet.
22. De zwartwitfade werkt niet. 22. • De stand Sepia (SEPIA) of
23. Programma AE met speciale
effecten werkt niet.
24. Zelfs als u de functie Slow Shutter (lange sluitertijd) niet hebt geselecteerd, ziet het beeld eruit alsof de functie wel is ingeschakeld.
14. •De scherpstelling staat op de stand Handmatig.
•De opname is gemaakt in een donkere of contrastarme omgeving.
•De lens is vuil of bedekt met condens.
15. •De stand Fragmenten van vijf seconden is in het menu MANUAL ingesteld op “Anim .”.
16. •U hebt de stand Squeeze (breedbeeld) (SQUEEZE) geselecteerd.
17. •De lichtbron of het onderwerp bevat geen wit. Of achter het onderwerp bevinden zich verschillende lichtbronnen.
•De stand Sepia (SEPIA) of Zwartwit (MONOTONE) is ingeschakeld.
18. •De opname is gemaakt met te veel achtergrondverlichting.
19. •Het onderwerp is te licht. 19. •Stel “r PROGRAM AE” in
20. • De stand Sepia (SEPIA) of
Zwartwit (MONOTONE) is ingeschakeld.
21. • De aan/uit-knop staat op “A”.
Zwartwit (MONOTONE) is ingeschakeld.
23. • De aan/uit-knop staat op “A”.
24. • Als u in het donker filmt, wordt de camcorder zeer gevoelig voor licht en krijgt het beeld hetzelfde uiterlijk als wanneer de functie Slow Shutter is ingeschakeld.
14. •Stel de scherpstelling in op de stand Automatisch. (blz. 54)
•Reinig de lens en controleer de scherpstelling nogmaals. (blz. 91)
15. •Stel “5S” in op “5S” in het menu MANUAL. (墌 blz. 45)
16. •Schakel de stand Squeeze (breedbeeld) (SQUEEZE) uit. (blz. 46)
17. •Zoek een wit onderwerp en stel uw opname zo samen dat deze binnen de lijst past. (blz. 27, 52)
•Schakel de standen Sepia (SEPIA) en Zwartwit (MONOTONE) uit. (blz. 42)
18. •Druk op BACKLIGHT. (blz. 56)
op “SPOTLIGHT”. (blz. 42)
20. • Schakel de stand Sepia (SEPIA) of de stand Zwartwit (MONOTONE) uit voordat u de witbalans instelt. (blz. 42)
21. • Zet de aan/uit-knop op “M”. (blz. 14)
22. • Schakel de standen Sepia (SEPIA) en Zwartwit (MONOTONE) uit. (blz. 42)
23. • Zet de aan/uit-knop op “M”. (blz. 14)
24. • Als u wilt dat de belichting er iets natuurlijker uitziet, stelt u “GAIN UP” in op “ACG” of “OFF”. (墌 blz. 38, 44)
Andere problemen
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
25. De aanduiding CHARGE op de netadapter/acculader gaat niet branden.
26. “SET DATE/TIME!” verschijnt. 26. • De ingebouwde
27. Er is geen beeld. 27. •Er is geen stroomtoevoer naar
28. Sommige functies zijn niet
beschikbaar via de knop MENU.
29. Op de geheugenkaart opgeslagen bestanden kunnen niet worden verwijderd.
30. Wanneer het beeld op de printer wordt afgedrukt, staat onder aan het scherm een zwarte balk.
31. Wanneer de camcorder is aangesloten via de DV­aansluiting, werkt de camcorder niet.
32. De achterzijde van het LCD­scherm is warm.
25. •De temperatuur van de accu is extreem hoog/laag.
•Het opladen is moeilijk op plaatsen met een zeer hoge of lage temperatuur.
lithiumbatterij van de klok is leeg.
•De ingestelde datum/tijd is gewist.
de camcorder of er is een andere storing.
28. •De aan/uit-knop staat op
A”.
29. •Op de geheugenkaart opgeslagen bestanden zijn beveiligd.
30. •Dit is normaal en duidt niet op een defect.
31. •De DV-kabel is aangebracht/ losgemaakt terwijl de camcorder aan stond.
32. •Het lampje dat wordt gebruikt om het LCD-scherm te verlichten wordt warm.
NE 85
25. • U kunt de accu beschermen door deze op te laden bij een temperatuur van 10°C tot 35°C. (墌 blz. 88)
26. • Sluit de camcorder met behulp van de netadapter/ acculader minstens 24 uur op een stopcontact aan om de oplaadbare lithiumbatterij van de klok weer op te laden. (blz. 15)
27. • Schakel de stroomtoevoer naar de camcorder uit en weer in. (墌 blz. 14)
28. • Zet de aan/uit-knop op “M”. (blz. 14)
29. • Hef de beveiliging van de op de geheugenkaart opgeslagen bestanden op en verwijder ze. (墌 blz. 31 –
33)
30. • U kunt dit voorkomen door op te nemen terwijl “DIS” is ingeschakeld (墌 blz. 45).
31. • Zet de camcorder uit en weer aan en probeer het nogmaals.
32. • Sluit het LCD-scherm om het uit te zetten of zet de aan/uit­knop op “OFF”. Laat het apparaat afkoelen.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
86 NE
PROBLEMEN OPLOSSEN (vervolg)
33. Het beeld op het LCD-scherm is donker of bleek.
34. Overal op het LCD-scherm of in de zoeker verschijnen felle gekleurde punten.
35. De aanduidingen en de beeldkleur op het LCD-scherm zijn niet duidelijk.
36. Het lukt niet om de cassette in de camcorder te plaatsen.
37. Het lukt niet om de geheugenkaart in de camcorder te plaatsen.
38. U kunt de geheugenkaart niet uit de camcorder verwijderen.
39. Het beeld verschijnt niet op het LCD-scherm.
33. •Op plaatsen met een hoge temperatuur kunnen de beelden donker worden vanwege de eigenschappen van het LCD-scherm. Als dit probleem zich voordoet, verschillen de weergegeven kleuren van de eigenlijk opgenomen kleuren. Dit is geen storing van de camcorder.
•Als de fluorescentielamp van het LCD-scherm het einde van de levensduur bereikt, wordt het beeld op het LCD­scherm donker. Raadpleeg uw JVC-dealer.
34. •Het LCD-scherm en de zoeker zijn met precisietechnologie vervaardigd. Het is echter constant mogelijk dat zwarte punten of heldere lichtpunten (rood, groen of blauw) op het LCD-scherm of in de zoeker verschijnen. Deze punten worden niet op de band opgenomen. De oorzaak hiervan ligt niet in een apparaatdefect. (Effectieve punten: meer dan 99,99 %)
35. •Dit kan zich voordoen wanneer het oppervlak of de rand van het LCD-scherm wordt ingedrukt.
36. •U probeert de cassette in de verkeerde stand in te brengen.
•De accu is bijna leeg.
37. •U probeert de geheugenkaart in de verkeerde stand in te brengen.
38.
39. •De zoeker is uitgetrokken.
•Het LCD-scherm staat te donker ingesteld.
33. • Pas de helderheid en de hoek van het LCD-scherm aan. (blz. 13)
34.
35.
36. • Plaats de cassette in de juiste stand. (墌 blz. 16)
•Plaats een volle accu. (blz. 10, 11)
37. • Plaats de geheugenkaart in de juiste stand. (墌 blz. 17)
38. • Druk de geheugenkaart nog een aantal malen in. (blz. 17)
39. • Druk de zoeker terug.
•Pas de helderheid van het LCD-scherm aan. (墌 blz. 13)
•Als het LCD-scherm 180 graden omhoog is gedraaid, moet u het LCD-scherm helemaal open klappen. (blz. 13)
NE 87
40. Het beeld op het LCD-scherm is schokkerig.
41. Het LCD-scherm, de zoeker en de lens zijn vuil geworden (bijvoorbeeld door vingerafdrukken).
42. De tijdcode verschijnt niet. 42. •“TIME CODE” staat op
43. Er verschijnt een
ongebruikelijke aanduiding.
44. Er verschijnt een foutaanduiding (E01, E02 of E06).
45. Er verschijnt een foutaanduiding (E03 of E04).
40. •Het luidsprekervolume staat te hoog ingesteld.
41.
“OFF”.
43.
44. •Er is een storing opgetreden. In dit geval zijn de functies van de camcorder onbruikbaar geworden.
45. •Er is een storing opgetreden. In dit geval zijn de functies van de camcorder onbruikbaar geworden.
40. • Zet de luidspreker minder luid. (墌 blz. 22)
41. • Veeg de onderdelen met een zachte doek schoon. Te hard vegen kan schade veroorzaken. (墌 blz. 91)
42. • Stel “TIME CODE” in op “ON”. (墌 blz. 38, 48, 51)
43. • Raadpleeg het gedeelte van de handleiding waarin aanduidingen op het LCD­scherm/in de zoeker worden behandeld. (墌 blz. 96 – 99)
44. • Verwijder de voeding (accu, enzovoort) en wacht een paar minuten tot de aanduiding verdwijnt. Als de aanduiding verdwijnt, kunt u de camcorder weer gebruiken. Als de aanduiding niet verdwijnt ondanks dat u de bovenstaande procedure twee- of driemaal hebt uitgevoerd, raadpleegt u uw JVC-dealer. Laat de cassette in het toestel zitten. Anders beschadigt u de band.
45. • Verwijder de cassette eenmaal en plaats hem terug. Controleer of de aanduiding verdwijnt. Als de aanduiding verdwijnt, kunt u de camcorder weer gebruiken. Als de aanduiding niet verdwijnt ondanks dat u de bovenstaande procedure twee- of driemaal hebt uitgevoerd, raadpleegt u uw JVC-dealer.
88 NE
VOORZORGSMAATREGELEN
Algemene voorzorgsmaatregelen in verband met de batterijen
Als de afstandsbediening niet werkt ondanks dat u deze op correcte wijze gebruikt, zijn de batterijen ervan leeg. Plaats in dat geval nieuwe batterijen.
Gebruik alleen de volgende batterijen: 2x AAA (R03)
Houd rekening met de volgende regels in verband met het batterijgebruik. Als u batterijen verkeerd gebruikt, kunnen deze ontploffen of gaan lekken.
1. Zie bladzijde 66 als u batterijen wilt vervangen.
2. Gebruik geen andere batterijen dan degene die
hier zijn aangegeven.
3. Zorg dat u de batterijen in de juiste richting plaatst.
4. Gebruik geen oplaadbare batterijen.
5. Stel batterijen niet bloot aan te grote warmte,
aangezien ze hierdoor kunnen gaan lekken of kunnen ontploffen.
6. Gooi de batterijen niet in het vuur.
7. Verwijder de batterijen uit het apparaat als u het
gedurende langere periode gaat opslaan, om lekkage van de batterijen te voorkomen. Lekkage kan tot storingen van het apparaat leiden.
8. Laad de batterijen niet opnieuw op.
Accu’s
De meegeleverde accu is een lithium-ionaccu. Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voordat u de meegeleverde accu of een los verkrijgbare accu gaat gebruiken:
1. Voorkom gevaar als volgt…
...niet in brand steken. ...voorkom kortsluiting van de contactpunten.
Zorg dat de accuafdekkap op de accu is aangebracht wanneer u de accu vervoert. Als u de afdekkap kwijt bent, vervoert u de accu in een plastic tas.
...niet aanpassen of demonteren. ...niet blootstellen aan temperaturen hoger dan
60°C, aangezien de accu hierdoor oververhit kan raken, kan ontploffen of vlam kan vatten.
...gebruik alleen de aangegeven laadtoestellen.
2. Voorkom schade en verleng de levensduur als volgt…
...vermijd onnodige schokken. ...laad de accu op in een omgeving waar de
temperatuur binnen het toegestane bereik ligt, dat in de onderstaande tabel staat. Dit is een accu die werkt door middel van een chemische reactie — koudere temperaturen belemmeren de chemische reactie, terwijl
Contactpunten
warmere temperaturen ertoe kunnen leiden dat de accu niet helemaal wordt geladen.
... bewaar de accu op een koele, droge plaats.
Langdurige blootstelling aan hoge temperaturen vergroot de natuurlijke mate van ontlading en leidt tot een kortere levensduur.
... laad de accu elke zes maanden helemaal op
en laat de accu vervolgens volledig leeglopen als u de accu gedurende lange tijd niet gebruikt.
... verwijder de accu uit de lader of de
ingeschakelde camcorder wanneer u die niet gebruikt, aangezien sommige apparaten zelfs stroom gebruiken als ze uitstaan.
OPMERKINGEN:
Het is normaal dat de accu warm is na het laden of na gebruik.
Specificaties voor het toegestane temperatuurbereik
Opladen ........10°C tot 35°C
Gebruik .........0°C tot 40°C
Opslag...........–10°C tot 30°C
De oplaadtijd is gebaseerd op een kamertemperatuur van 20°C.
Hoe lager de temperatuur, hoe lager het opladen duurt.
Cassettes
Lees de onderstaande voorzorgsmaatregelen om uw cassettes op juiste wijze te gebruiken en op te slaan:
1. Ga bij het gebruik als volgt te werk…
... zorg dat de cassette de markering Mini DV
heeft.
... houd er rekening mee dat als u opneemt op
cassettes waarop al opnames staan, deze reeds opgenomen beeld- en geluidssignalen door de nieuwe worden overschreven.
... zorg dat u de cassette in de juiste stand in de
camcorder inbrengt.
... vermijd herhaaldelijk plaatsen en verwijderen
van de cassette zonder dat u de band laat draaien. Hierdoor verslapt de bandspanning, wat tot schade kan leiden.
... open het afdekklepje aan de voorzijde van de
cassette niet. Hierdoor kunnen er vingerafdrukken en stof op de band terechtkomen.
2. Sla cassettes als volgt op…
... uit de buurt van verwarmingstoestellen of
andere warmtebronnen. ... niet in direct zonlicht. ... op een plaats waar ze niet worden
blootgesteld aan onnodige schokken of
trillingen. ... op een plaats waar ze niet worden
blootgesteld aan sterke magnetische velden
(bijvoorbeeld velden die worden opgewekt
door motoren, transformators of magneten). ... verticaal, in de originele doosjes.
NE 89
Geheugenkaarten
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen om uw geheugenkaarten op juiste wijze te gebruiken en op te slaan:
1. Ga bij het gebruik als volgt te werk…
...zorg dat de geheugenkaart de markering SD of
MultiMediaCard heeft.
...zorg dat u de geheugenkaart in de juiste stand
inbrengt.
2. Houd rekening met het volgende wanneer de camcorder toegang zoekt tot de geheugenkaart (tijdens opnemen, weergeven, wissen, initialiseren, enzovoort)…
...verwijder de geheugenkaart nooit en zet de
camcorder nooit uit.
3. Sla de geheugenkaarten als volgt op…
...uit de buurt van verwarmingstoestellen of
andere warmtebronnen. ...niet in direct zonlicht. ...op een plaats waar ze niet worden
blootgesteld aan onnodige schokken of
trillingen. ...op een plaats waar ze niet worden
blootgesteld aan sterke magnetische velden
(bijvoorbeeld velden die worden opgewekt
door motoren, transformators of magneten).
LCD-scherm
1. Om schade aan het LCD-scherm te voorkomen mag u het volgende NIET DOEN…
...hard tegen het scherm duwen of er op slaan. ...de camcorder met het LCD-scherm naar onder
op de grond leggen.
2. U kunt de levensduur als volgt verlengen. . .
...wrijf het LCD-scherm niet af met een ruwe
doek.
3. Houd rekening met de volgende verschijnselen die zich voordoen bij het gebruik van LCD­schermen. Deze verschijnselen zijn geen storingen:
•Tijdens het gebruik van de camcorder kan het
oppervlak rond het LCD-scherm evenals de achterzijde van het LCD-scherm warm worden.
•Als u de stroomtoevoer lange tijd ingeschakeld
laat, wordt het oppervlak rond het LCD-scherm warm.
... brandbare stoffen, water of metalen objecten
in het toestel laten binnendringen.
... de accu verwijderen of de stroomtoevoer
onderbreken terwijl de camcorder aan staat.
... de accu op de camcorder laten terwijl u de
camcorder niet gebruikt.
2. Gebruik de camcorder niet…
... op plaatsen die erg vochtig of stoffig zijn. ... op plaatsen met roet of stoom, bijvoorbeeld in
de buurt van een gasfornuis.
... op plaatsen waar veel schokken of trillingen
voorkomen. ... in de buurt van een tv-toestel. ... in de buurt van apparaten die een sterk
magnetisch veld opwekken (luidsprekers, tv-/
radioantennes, enzovoort). ... op plaatsen met een extreem hoge (meer dan
40°C) of extreem lage (minder dan 0°C)
temperatuur.
3. Laat de camcorder NIET achter…
... op plaatsen waar het meer dan 50°C is. ... op plaatsen waar de vochtigheid bijzonder
laag (minder dan 35%) of bijzonder hoog
(meer dan 80%) is. ... in direct zonlicht. ... in een afgesloten auto (in de zomer). ... in de buurt van een verwarmingstoestel.
4. Bescherm de camcorder als volgt…
... laat het toestel niet nat worden. ... laat het toestel niet vallen en sla er niet mee
tegen harde voorwerpen. ... stel het toestel wanneer u het vervoert niet
bloot aan schokken of overmatige trillingen. ... richt de lens niet gedurende lange tijd op
bijzonder lichte voorwerpen. ... stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. ... draag het toestel niet door het vast te houden
bij het LCD-scherm of de zoeker. ... zwaai niet te veel met het toestel terwijl u het
bij de handband of handgreep vasthoudt. ... zwaai niet te veel met de zachte cameratas
terwijl de camcorder erin zit.
5. Vuile camcorderkoppen kunnen de volgende problemen veroorzaken:
Hoofdtoestel
1. Om veiligheidsredenen mag u het volgende NIET DOEN…
...de behuizing van de camcorder openen. ...het toestel demonteren of aanpassen. ...de contactpunten van de accu kortsluiten.
Houd het toestel uit de buurt van metalen objecten wanneer u het niet gebruikt.
•Geen beeld tijdens de weergave.
•Ruisblokken verschijnen tijdens de weergave.
•Tijdens opname of weergave wordt de waarschuwing voor een vuile kop “ ” getoond.
•Het opnemen kan niet naar behoren worden uitgevoerd.
90 NE
VOORZORGSMAATREGELEN (vervolg)
Gebruik in deze gevallen een los verkrijgbare reinigingscassette. Plaats deze cassette en speel hem af. Als u de cassette meerdere malen na elkaar gebruikt, kan schade aan de videokoppen ontstaan. Nadat de camcorder ongeveer 20 seconden heeft gedraaid, stopt deze automatisch. Raapleeg ook de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette. Als het probleem zich na het gebruik van de reinigingscassette blijft voordoen, raadpleegt u uw JVC-dealer. Mechanische, bewegende onderdelen die zorgen voor het voortbewegen van de videokoppen en videoband worden meestal met verloop van tijd vuil en verslijten. Om te zorgen dat u een scherp beeld houdt, is het raadzaam periodiek onderhoud te laten uitvoeren nadat u de camcorder ongeveer 1000 uur hebt gebruikt. Raadpleeg uw JVC-dealer voor periodiek onderhoud.
Juist omgaan met een cd-rom
•Zorg dat u het spiegelende oppervlak (de achterzijde van de bedrukte kant) niet vuil maakt of krast. Schrijf niet en plak geen etiketten op de voor- of achterkant. Als de cd-rom vuil wordt, veegt u deze voorzichtig met een zachte doek af. Maak cirkelvormige bewegingen vanuit het midden naar de buitenkant toe.
•Gebruik geen conventionele disc-reinigers of reinigingsspray.
•Buig de cd-rom niet en raak het spiegelend oppervlak ervan niet aan.
•Sla de cd-rom niet op in een stoffige, hete of vochtige omgeving. Houd de cd-rom van direct zonlicht verwijderd.
Informatie over condensvorming...
Het is u vast al wel opgevallen dat wanneer u een koude vloeistof in een glas doet, zich waterdruppels vormen aan de buitenkant van het glas. Ditzelfde verschijnsel doet zich voor op de koppen van een camcorder wanneer het toestel wordt overgebracht van een koude naar een warme omgeving, wanneer een koude kamer wordt verwarmd, in extreem vochtige omstandigheden of op een plek waar koude lucht uit een airco-installatie binnenstroomt.
Vocht op de koppen kan tot ernstige schade aan de videoband leiden en kan inwendige schade aan de camcorder zelf veroorzaken.
Ernstige storingen
Als zich een ernstige storing voordoen, dient u onmiddellijk te stoppen met het gebruik van de camcorder en uw JVC-dealer te raadplegen.
De camcorder is een apparaat dat wordt gestuurd door een microcomputer. Extern geluid en interferentie (van een tv, radio, enzovoort) kunnen de normale werking van deze camcorder verstoren. Als dat probleem zich voordoet, verbreekt u eerst de verbinding met de stroombron (accu, netadapter/acculader, enzovoort) en wacht u een paar minuten. Vervolgens sluit u de stroombron weer aan en begint u het normaal te gaan bedienen.
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
NE 91
Na het gebruik
1 Zet de camcorder uit. 2 Schuif de schakelaar OPEN/EJECT omlaag en
houd deze in de richting van de pijl. Trek vervolgens de cassettehouder open tot deze vastklikt. De houder wordt automatisch geopend. Verwijder de cassette.
3 Druk op “PUSH HERE” om de cassettehouder te
sluiten.
Wanneer de cassettehouder eenmaal is gesloten, wordt deze automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
4 Schuif BATT.RELEASE 1 omlaag en verwijder de
accu 2 3.
Deksel van cassettehouder
Cassettehouder
Verwijderen.
PUSH HERE
Schakelaar OPEN/EJECT
De camcorder reinigen
1 Reinig de behuizing door deze voorzichtig met
een schone doek schoon te vegen. Doe de doek in een oplossing met milde zeep en wring hem goed uit als u zwaar vuil wilt verwijderen. Veeg het apparaat daarna met een droge doek af.
2 Klap het LCD-scherm open. Veeg het voorzichtig
met een zachte doek schoon. Zorg ervoor dat u het LCD-scherm niet beschadigt. Sluit het LCD­scherm.
3 U reinigt de lens door deze met een blaaskwastje
schoon te blazen en vervolgens met lensreinigingspapier af te vegen.
4 Trek de zoeker helemaal uit. 5 Open het reinigingsklepje van de zoeker in de
richting van de pijl A. Breng een blaaskwastje of een zachte doek in het gat aan de zijkant van de zoeker in en reinig er de binnenkant van de zoeker mee B.
Als het gat te klein is, draait u aan de dioptrie­regelknop om het gat groter te maken.
6 Sluit het klepje en zorg dat het dichtklikt. Druk
de zoeker weer in het toestel.
OPMERKINGEN:
Vermijd het gebruik van te sterke schoonmaakmiddelen, zoals benzine of alcohol.
U mag de camcorder pas reinigen nadat u de accu hebt verwijderd en andere eventuele stroombronnen zijn losgekoppeld.
Er kan zich schimmel op de lens vormen als deze vuil is.
Als u een reinigingsmiddel of een chemisch behandelde doek wilt gebruiken, dient u eerst de voorzorgsmaatregelen van dat product door te nemen.
Klepje
Blaaskwastje
Schakelaar BATT.RELEASE
Dioptrie-regelknop
92 NE
SPECIFICATIES
Camcorder
Algmeen Voe ding : 6,3 V gelijkstroom (bij gebruik van netadapter/acculader)
Stroomverbruik
LCD-scherm uitgeschakeld/ zoeker ingeschakeld
LCD-scherm ingeschakeld/ zoeker uitgeschakeld
Afmetingen (B x H x D) : 43 mm x 115 mm x 80 mm
Gewicht : Ongeveer 350 g
Bedrijfstemperatuur : 0°C tot 40°C Bedrijfsvochtigheid : 35% tot 80% Opslagtemperatuur : –20°C tot 50°C Pickup : 1/3,8” CCD Lens : F 1.8, f = 3,8 mm tot 38 mm, 10:1 motorzoomlens
LCD-scherm : 2” diagonaal gemeten, LCD-scherm/TFT active matrix-systeem Zoeker : Elektronische zoeker met 0,44” kleuren-LCD-scherm Luidspreker : Mono
Digitale videocamera Indeling : DV-indeling (SD-stand) Signaalindeling :PAL-standaard Indeling voor opname/weergave : Video : digitale componentenopname
Cassette : Mini-DV-cassette Bandsnelheid : SP: 18,8 mm/s
Maximale opnametijd (met cassette van 80 min.)
Digitale stilbeeldcamera Opslagmedia : SD-geheugenkaart/MultiMediaCard Compressiesysteem : Stilbeelden : JPEG (-compatibel)
Bestandsgrootte
Stilbeelden : 3 standen (1280 x 960 pixels/1024 x 768 pixels/640 x 480 pixels)
Bewegende beelden : 2 standen (240 x 176 pixels/160 x 120 pixels) Beeldkwaliteit : 2 standen (FINE/STANDARD) Aantal beelden dat bij benadering kan worden opgeslagen
7,2 V gelijkstroom (via accu)
: Ongeveer 4,2 W
: Ongeveer 5,0 W
(met LCD-scherm gesloten en zoeker ingeduwd)
(zonder handgreepriem, accu en cassette) Ongeveer 420 g (met handgreepriem, accu en cassette)
(Het is niet mogelijk een lensfilter of conversielens te gebruiken.)
Audio : PCM digitale opname, 32 kHz 4-kanalen (12-bits), 48 kHz
2-kanalen (16-bits)
LP: 12,5 mm/s
: SP: 80 min.
LP: 120 min.
Bewegende beelden: MPEG4 (-compatibel)
: blz. 49
NE 93
Aansluitingen S/AV
S-Video-uitvoer : Y: 1,0 V (p-p), 75 , analoge uitvoer
Video-uitvoer : 1,0 V (p-p), 75 , analoog
Audio-uitvoer : 300 mV (rms), 1 k, analoog, stereo
Montage : ø3,5 mm, 2-polig Hoofdtelefoonuitvoer :Stereo DV
Invoer/uitvoer
(alleen GR-DVP7)
Uitvoer
(alleen GR-DVP5) USB :5-pins
C: 0,30 V (p-p), 75 Ω, analoge uitvoer
: 4-pins, conform IEEE 1394
: 4-pins, conform IEEE 1394
Netadapter/acculader
Algmeen Stroomvereisten : 110 V tot 240 Vd wisselstroom, 50 Hz/60 Hz Stroomverbruik :23W Uitvoer
Opladen : 7,2 V
VTR : 6,3 V Gewicht : Ongeveer 250 g (AA-V100EG)
De vermelde specificaties gelden voor de snelheid SP, tenzij anders staat vermeld. Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
G gelijkstroom, 1,2 A G gelijkstroom, 1,8 A
Ongeveer 325 g (AA-V100EK)
94 NE
1
2
INDEX knoppen, aansluitingen en lampjes
3
0
qw
e
r
t y u
9
8
4
6
Y
A
PL
7
5
OFF
A
M
i
NE 95
Knoppen
a •Knop voor opnemen van e-mailfragmenten
[E-MAIL] ..................................... blz. 60, 61
•Informatieknop [INFO]..................... 墌 blz. 30
b Knop Menu [MENU, +, –] ................... blz. 38
c •+, – Knop.......................................... blz. 38
•Helderheidsknop LCD-scherm
[MONITOR BRIGHT +, –] ................ 墌 blz. 13
d •Zoomring [T/W] ............................... 墌 blz. 20
•Snelzoekring [SHUTTLE SEARCH,
3/5] ....................................... blz. 22
e •Start-/stopknop voor opnemen ........ 墌 blz. 19
•Weergave-/pauzeknop [4/9] .......... 墌 blz. 22
f Aan/uit-knop [A, M, P, OFF] ......... 墌 blz. 14
g Blokkeerknop...................................... blz. 14
h Momentopnameknop
[SNAPSHOT] ................................ blz. 27, 52
i •Stopknop [8].................................... 墌 blz. 22
•Digitaal-geluidknop [D.SOUND]...... blz. 57
j •Indexknop [INDEX] .............. 墌 blz. 30, 57, 71
•Overzichtsknop [NAVI] .................... 墌 blz. 58
k Instel-/selectieknop [SET/SELECT] ...... blz. 38
l Accuvergrendelingsschakelaar
[BATT.RELEASE] .................................. blz. 10
m Schakelaar voor openen/uitwerpen cassette
[OPEN/EJECT]..................................... blz. 16
n •Scherpstelknop [FOCUS].................. 墌 blz. 54
•Knop Blanco gedeelte zoeken
[BLANK] ........................................... blz. 23
o Schakelaar VIDEO/MEMORY
[VIDEO/MEMORY] blz. 14
p •Belichtingsknop [EXPOSURE] ........... 墌 blz. 55
•Luidsprekervolumecontrole
[VOL. +]............................................ blz. 22
q •Knop voor achtergrondlichtcompensatie
[BACKLIGHT] ................................... blz. 56
•Luidsprekervolumecontrole
[VOL. –]............................................ blz. 22
r Dioptrie-regelknop ............................. 墌 blz. 12
Lampjes
A Voedingslampje [POWER] .............blz. 14, 19
B Opnamelampje..............................blz. 19, 47
Overige onderdelen
Y LCD-scherm ..................................blz. 13, 20
a Accuhouder.........................................blz. 10
b Luidspreker .........................................blz. 22
c Handgreepriem/bandoog ......................blz. 6
d Zoeker .................................................blz. 12
e Klepje voor reinigen van de zoeker .....blz. 91
f Deksel van cassettehouder ..................blz. 16
g Camerasensor
Zorg dat u dit gebied niet afdekt, aangezien het een sensor bevat die nodig is om te filmen.
h Stereomicrofoon..................................blz. 70
i Informatievoetje
Sluit hier de losverkrijgbare videolamp/flitser/ zoommicrofoon op aan. Zorg dat u de stroomtoevoer naar de camcorder en de videolamp/flitser/zoommicrofoon uitschakelt voordat u deze aansluit of loskoppelt.
j Lens
k Lensdop ...............................................blz. 19
l Oogje van handgreepriem .....................blz. 6
m Sensor voor afstandsbediening ............blz. 66
n Statiefaansluiting .................................blz. 13
o Kaartsleufklepje
[MEMORY CARD] ..............................墌 blz. 17
Aansluitingen
De aansluitingen bevinden zich achter de klepjes.
S Digital Video-aansluiting [DV IN/OUT
(GR-DVP7) of DV OUT (GR-DVP5)]
(i.Link*)................................... blz. 63, 64, 78
* i.Link heeft betrekking op de IEEE1394-1995-
branchespecificatie en uitbreidingen daarvan. Het logo wordt gebruikt voor producten die conform de i.Link-standaard zijn.
T USB-aansluiting (Universal Serial Bus) blz. 78
U S/AV-aansluiting...................... blz. 24, 62, 74
V Hoofdtelefoonaansluiting [ ] ........... blz. 70
Er wordt geen geluid weergegeven als de hoofdtelefoon hierop is aangesloten.
96 NE
Aanduidingen
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker, alleen tijdens opname
INDEX aanduidingen
1346
2
SOUND12BIT
15:55
e
a Overzichtsaanduiding (blz. 58)
(Verschijnt wanneer “NAVIGATION” is ingesteld op “ON”.)
b Aanduiding voor geselecteerd wipe-/fade-effect
c Aanduiding voor geselecteerde
schermbreedtestand (blz. 46)
d Aanduiding voor het lopen van de band
(Draait wanneer de band draait.)
e Aanduiding voor opslaan van miniatuurbeelden
(Verschijnt terwijl het vastgelegde beeld als miniatuurbeeld op de geheugenkaart wordt opgeslagen.)
f Opnamesnelheid (SP/LP) (blz. 43) g Resterende bandduur (blz. 19) h •REC: (Verschijnt tijdens het opnemen.)
•PAUSE: (Verschijnt in de stand Opnamestand-
by.)
(blz. 39, 40)
(blz. 19)
(blz. 58)
(blz. 19)
(blz. 19)
P1
7
00
min
REC
8
5
9
Anim.
0
q
L
w
i Stand Invoegmontage/invoegmontagepauze
j 5S/Anim.: Geeft aan dat de stand Fragmenten
van vijf seconden of de stand Animatieopname actief is. (blz. 45)
k Aanduiding voor windruisvermindering
l Aanduiding van de geluidsstand (blz. 43)
(Verschijnt ongeveer vijf seconden lang nadat u de camcorder hebt aangezet.)
m Tijdcode (墌 blz. 48, 51)
(blz. 72)
(blz. 46)
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker, alleen tijdens D.S.C.-opnames
NE 97
1
1024
a Beeldgrootte: 1280 (1280 x 960), 1024
(1024 x 768) of 640 (640 x 480) (墌 blz. 49)
b Opnamepictogram (墌 blz. 27)
(Verschijnt en knippert tijdens het opnemen.)
c Kaartpictogram (blz. 27)
(Wordt weergegeven tijdens het opnemen en knippert wanneer geen geheugenkaart in het toestel aanwezig is: (SD-geheugenkaart) of (MultiMediaCard).)
d Beeldkwaliteit: F (FINE) en S (STANDARD) (in
volgorde van kwaliteit) (墌 blz. 49)
e •Resterend aantal opnames (墌 blz. 27)
(Hier wordt het geschatte aantal resterende opnames dat nog kan worden opgeslagen, weergegeven. Het aantal neemt toe of af al naar gelang de instellingen voor beeldkwaliteit/­grootte, enzovoort.)
•Resterende opnametijd op geheugenkaart voor
e-mailfragmenten (blz. 60)
f Opnametijd voor e-mailfragmenten (墌 blz. 60)
2
4
00
5
:
51 51
6
3
98 NE
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker, zowel tijdens video- als D.S.C.-opnames
INDEX aanduidingen (vervolg)
9
0
1
x
40
2
3
3
4
5
3
6
7
8
a Gebruiksstand (blz. 14) b : Night-Scope-aanduiding (blz. 41)
(Verschijnt wanneer de stand Night-Scope actief is.)
: Stand Gain Up (墌 blz. 44)
(Verschijnt als “GAIN UP” is ingesteld op “AUTO” en de sluitertijd automatisch wordt aangepast.)
c Flitseraanduiding
(Verschijnt wanneer de los verkrijgbare flits op het informatievoetjes is aangesloten en klaar is.)
d Witbalansaanduiding (blz. 56) e • : Aanduiding voor
achtergrondlichtcompensatie
(blz. 56)
•±: Aanduiding voor belichtingsinstelling
(blz. 55)
f Aanduiding voor geselecteerd Programma AE
met speciale effecten (墌 blz. 41)
g Aanduiding voor diafragmablokkering
(blz. 55)
h Digitale beeldstabilisatiefunctie (“DIS”)
(blz. 45)
i Zoomwaarde (bij benadering) (墌 blz. 20)
(Verschijnt bij het in-/uitzoomen.)
j Zoomaanduiding (blz. 20)
(Verschijnt bij het in-/uitzoomen.) (De niveau-aanduiding g beweegt.)
EXPLOSION
W
g
q
.
T
O
w
e
1
y
k Aanduiding van zelfontspanner (blz. 53) l O: (Verschijnt wanneer u een
momentopname maakt.) (blz. 52)
m • EXPLOSION: Geselecteerd digitaal
geluidseffect (blz. 57)
•BRIGHT: Aanduiding van de helderheidsinstelling (LCD-scherm/zoeker)
(De niveau-aanduiding g beweegt.)
n Accu-aanduiding (blz. 100) o Datum/tijd (blz. 15) p Aanduiding voor handmatig scherpstellen
.
0
1
1
:
0
1
t
r
0
2
0
0
(blz. 13)
(blz. 54)
NE 99
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker tijdens videoweergave
1L2
1
B2I0T:/2S
2
O
U
N
D
1
3
S
4
5
6
P
MIC
B
V
1
SEARC H
L
A
N
K
E
O
L
U
M
1 0
:
2
5
0110.:0
.
2 0
0
g
89
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker tijdens D.S.C.-weergave
7
1
a Aanduiding van de geluidsstand (blz. 50) b Aanduiding voor zoeken naar lege gedeelten
c Aanduiding voor opslaan van miniatuurbeelden
(Verschijnt terwijl het vastgelegde beeld als miniatuurbeeld op de geheugenkaart wordt opgeslagen.)
d Bandsnelheid (blz. 43) e U : Afspelen
5
: Doorspoelen/snelzoeken
3
: Terugspoelen/snelzoeken
9 : Pauze
9 U : Langzaam doorspoelen
Y 9 : Langzaam terugspoelen
D : Audiodubben
9D : Audiodubpauze
f Geluidsinvoer voor audiodubben(blz. 70, 71) g Datum/tijd (blz. 48, 51) h •VOLUME : Aanduiding voor volumeniveau
(luidspreker of hoofdtelefoon) (墌 blz. 22)
(De niveau-aanduiding g beweegt.)
•BRIGHT : Aanduiding helderheidsinstelling (LCD-scherm/zoeker) (blz. 13)
(De niveau-aanduiding g beweegt.)
i Tijdcode (blz. 48, 51)
a Aanduiding van gebruiksstand (blz. 31) b Aanduiding helderheidsinstelling
(LCD-scherm/zoeker) (blz. 13)
(De niveau-aanduiding g beweegt.)
(blz. 23)
(blz. 59)
BR I GHT
2
g
100 NE
Waarschuwingsaanduidingen
Aanduidingen Functie
Geeft aan hoeveel accustroom nog beschikbaar is. Resterende stroom: hoog Resterende stroom: leeg Wanneer de accu bijna leeg is, gaat de accu-aanduiding knipperen. Wanneer de accu helemaal leeg is, wordt de stroomtoevoer automatisch uitgeschakeld.
Verschijnt als er geen cassette in het toestel zit. (墌 blz. 16)
CHECK TAPE’S ERASE
PROTECTION TAB
HEAD CLEANING
REQUIRED USE
CLEANING CASSETTE
CONDENSATION
OPERATION PAUSED
PLEASE WAIT
TAPE!
TAPE END
DIFFERENT
FORMATTED TAPE
SET DATE/TIME!
LENS COVER
A. DUB ERROR!
A. DUB ERROR!
<CANNOT DUB ON A
LP RECORDED TAPE>
<CANNOT DUB ON A
16BIT RECORDING>
<CHECK TAPE’S
ERASE PROTECTION
TAB>
<MEMORY CARD>
INSERT ERROR!
Verschijnt als het wisbeveiligingsknopje is ingesteld op “SAVE” terwijl de aan/ uit-knop op “A” of “M” staat en de schakelaar VIDEO/MEMORY is ingesteld op “VIDEO”. (blz. 14)
Verschijnt als tijdens het opnemen vuil op de koppen is vastgesteld. Gebruik een los verkrijgbare reinigingscassette. (墌 blz. 91)
Verschijnt als zich condensvorming voordoet. Wanneer deze aanduiding wordt weergegeven, moet u meer dan een uur wachten om de condens te laten wegtrekken.
Verschijnt als zich geen cassette in de camcorder bevindt wanneer u op de start­/stopknop voor opnemen drukt of op de knop SNAPSHOT drukt, terwijl de aan/ uit-knop op “A” of “M” staat en de schakelaar VIDEO/MEMORY is ingesteld op “VIDEO”.
Verschijnt wanneer tijdens opname of weergave het einde van de band wordt bereikt. (blz. 81)
Verschijnt als een ander type band in de camcorder wordt geplaatst.
Verschijnt als de datum/tijd niet is ingesteld. (blz. 15)
Verschijnt als de ingebouwde (lithium) batterij voor de klok leeg is en de
ingestelde datum/tijd is gewist. (墌 blz. 15)
Verschijnt vijf seconden nadat de camcorder is aangezet terwijl de lensdop er nog op zit.
Verschijnt als u probeert te audiodubben op een leeg gedeelte van een band.
Verschijnt als u probeert te audiodubben op een band die is opgenomen met de snelheid LP. (墌 blz. 70)
Verschijnt als u probeert te audiodubben op een band die is opgenomen met 16-bits audio. (墌 blz. 70)
Verschijnt als u op de afstandsbediening op A. DUB (D) drukt terwijl het wisbeveiligingsknopje op “SAVE” staat. (墌 blz. 70)
Verschijnt als u probeert te audiodubben met digitale geluidseffecten terwijl zich geen geheugenkaart in de camcorder bevindt. (墌 blz. 71)
Verschijnt als u probeert een invoegmontage uit te voeren op een leeg gedeelte van een band. (墌 blz. 72)
INDEX aanduidingen (vervolg)
(blz. 70)
Loading...