JVC GR-DVL200 Instruction Manual [nl]

DIGITALE VIDEOCAMERA
GR-DVL200
Bezoek onze Homepage op het World Wide Web en vul ons klantenonderzoek in (uitsluitend in het Engels):
http://www.jvc-victor.co.jp/english/index-e.html
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
INHOUD
AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE
STARTEN
OPNAME
Basisbediening opname voor video ......... 1 4
Basisbediening opname digitale stilbeeld
camera (D.S.C.) ............................... 17
Basisbediening opname voor video en D.S.C. Geavanceerde functies voor
video en D.S.C. ............................... 21
WEERGAVE
Basisbediening weergave voor video....... 31
Geavanceerde mogelijkheden voor video ... 32
Basisbediening weergave D.S.C. ............ 3 4
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C.
VERBINDINGEN
Basisverbindingen ............................. 4 0
Geavanceerde verbindingen .................. 42
KOPIËREN
Kopiëren naar een videorecorder ............ 44
Kopiëren naar video-apparatuur
met een DV aansluiting ..................... 45
Beelden uit het ingebouwde geheugen
kopiëren naar een band ..................... 46
Beelden van een band kopiëren naar
het ingebouwde geheugen .................. 47
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Slow-motion weergave, Beeld-voor-beeld
weergave, Weergave Zoom ................ 50
Weergave speciale effecten .................. 51
Monteren van scènes in een andere
volgorde (R.A.Edit) .......................... 52
Voor een uitermate nauwkeurige montage Opname van ander geluidsspoor
(“audio-dubben”) ............................ 58
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
INDEX
Regelaars, aansluitingen en indicators ..... 66
Aanduidingen ................................... 68
VOORZORGEN TERMEN TECHNISCHE GEGEVENS
6 – 13
14 – 30
... 18
31 – 39
.... 36
40 – 43
44 – 47
48 – 58
... 56
59 – 64
66 – 72
73 – 75
76 – 77
78 – 79
65
LYT0583-004A
DU
2 NE
Beste klant,
Dank u voor de aanschaf van deze digitale videocamera. Lees voor gebruik de waarschuwingen en voorzorgen op de volgende bladzijden goed door voor een veilige werking van uw nieuwe videocamera.
Meer over deze gebruiksaanwijzing
•De inhoudsopgave op de omslag toont u alle belangrijke hoofdstukken en gedeelten.
•Aan het eind van de diverse gedeelten vindt u vaak opmerkingen. Lees deze opmerkingen tevens door.
•De basisbedieningen en meer geavanceerde functies/bedieningen zijn apart beschreven zodat u snel de uitleg kunt vinden die u nodig heeft.
Wij bevelen aan dat u . . .
.... eerst even de index ( blz. 66 – 72) bekijkt en voor gebruik vertrouwd raakt met de plaatsen van toetsen,
enz.
.... de “Veiligheidsvoorschriften” goed doorleest. Deze informatie is uitermate belangrijk voor een veilig
gebruik van de camcorder.
Lees tevens voor gebruik de waarschuwingen en aanwijzingen op blz. 73 – 75 goed door.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT
AAN REGEN OF VOCHT TER VOORKOMING VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Gebruikte batterijen
Niet weggooien, maar inleveren als KCA.
VOORZORGSMAATREGELEN:
Om elektrische schokken te vermijden, mag u
de ombouw niet openen. In het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud over aan de vakman.
Trek de stekker van het netsnoer bij voorkeur
uit het stopcontact wanneer u de netadapter/ acculader voor langere tijd niet gaat gebruiken.
OPMERKINGEN:
Het spanningslabel (serienummer) en waarschuwingen voor de veiligheid zijn op het onder- en/of achterpaneel van het hoofdtoestel aangegeven.
Het spanningslabel (serienummer) van de netadapter/lader vindt u op de onderkant van dat toestel.
NE3
De camcorder is gemaakt voor gebruik met kleurentelevisiesignalen van het PAL type. Het toestel kan niet gebruikt worden met een televisie gebaseerd op een ander systeem. Opname en weergave met de LCD-monitor/zoeker is echter overal mogelijk. Gebruik de BN-V408U/V416U/ V428U accus en voor het opladen de bijgeleverde multi-voltage netadapter/lader. (Een stekkeradapter kan eventueel noodzakelijk zijn voor aanpassing aan afwijkende stopcontactontwerpen in verschillenden landen.)
Wanneer het toestel in een kast of op een plank wordt gezet, moet u er op letten dat er voldoende ventilatieruimte aan alle kanten van het toestel overblijft (10 cm of meer aan beide zijkanten, aan de bovenkant en aan de achterkant). Blokkeer de ventilatie-openingen niet. (Als de ventilatie-openingen geblokkeerd worden door een krant, een kleedje of iets dergelijks, is het mogelijk dat de warmte niet uit het toestel kan ontsnappen.) Zet geen open vuur, zoals een brandende kaars, op het toestel. Denk aan het milieu wanneer u batterijen weggooit en volg de lokale regelgeving aangaande het wegwerpen van deze batterijen strikt op. Het toestel mag niet worden blootgesteld aan druppelend of spattend water. Gebruik dit toestel niet in een badkamer of andere plek waar water voorhanden is. Zet ook geen voorwerpen met water of andere vloeistoffen erin op het toestel (zoals cosmetica, medicijnen, bloemenvazen, potplanten, kopjes enz.). (Als water of een andere vloeistof in het toestel terecht komt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.)
Richt de lens of de zoeker niet direct naar de zon. Dit zou namelijk uw ogen kunnen beschadigen of problemen in de werking van het interne circuit kunnen veroorzaken met mogelijk brand of een elektrische schok tot gevolg.
LET OP
De volgende opmerkingen zijn uitermate belangrijk en dienen beschadiging van het toestel en letsel te voorkomen.
Bevestig de bijgeleverde schouderriem goed en gebruik deze riem om de camcorder te dragen. Draag de camcorder niet door deze aan de zoeker en/of de LCD-monitor vast te houden. De camcorder zou anders kunnen vallen of op een andere manier worden beschadigd.
Let op dat uw vingers niet in de cassettehouder verstrikt raken. Let vooral op kinderen. De camcorder is geen speelgoed.
Gebruik geen statief op een instabiel of scheef oppervlak. Het statief zou anders om kunnen vallen met ernstige beschadiging van de camcorder tot gevolg.
LET OP
Verbind geen kabels (audio/video, S-video, montage, gelijkstroom, enz.) met de camcorder wanneer deze op de TV is geplaatst en laat de camcorder niet op de TV liggen. Iemand zou namelijk over de kabels kunnen struikelen of er op staan waardoor de camcorder van de TV valt met beschadiging tot gevolg.
Deze camcorder is exclusief ontworpen voor digitale videocassettes. Gebruik uitsluitend cassettes
voorzien van de markering met deze camcorder.
Alvorens een belangrijke scène op te nemen . . .
.... gebruik uitsluitend cassettes voorzien van de Mini DV markering .
.... onthoud dat deze camcorder niet uitwisselbaar met andere digitale videoformaten is.
.... vergeet niet dat deze camcorder voor privé-gebruik is ontworpen. Commercieel gebruik zonder de vereiste
toestemming is verboden. (Het wordt tevens aanbevolen dat u vooraf toestemming heeft gekregen voor het opnemen van bijvoorbeeld een show, uitvoering, expositie of toneelstuk voor persoonlijk gebruik.)
4 NE
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
•Lichtnetadapter/ acculader AA-V40EG
•Kabeladapter •AAA (R03) Batterij x 2
•Lensdop (reeds bevestigd op de camcorder)
•Kernfilter x 1
(voor de los verkrijgbare S-videokabel)
•Afstandsbediening RM-V716U
•Schouderriem
•Accu BN-V408U
(voor de afstandsbediening)
•CD-ROM De CD-ROM bevat de volgende 3 software programma’s:
JLIP Video Capture
JLIP Video Producer
Picture Navigator
•Montagekabel De ene stekker heeft drie ringen rond de pen, terwijl de andere slechts 1 ring heeft.
•PC verbindingskabel
•Audio/videokabel (ø3,5 ministekker naar tulpstekker)
•Gelijkspanningssnoer
Bevestigen van het kernfilter
Bevestig het meegeleverde kernfilter aan een los aangeschafte S-videokabel. Kernfilters verminderen interferentie.
NE5
12 3
Klem
Maak de klemmetjes aan beide uiteinden van het kernfilter los.
Leid de kabel door het kernfilter en laat ongeveer 3 cm kabel over tussen de stekker en het kernfilter. Wikkel de kabel een keer buiten het kernfilter om zoals aangegeven in de afbeelding.
Wikkel de kabel redelijk strak op.
3 cm
Een wikkeling
Sluit het kernfilter tot het dichtklikt.
OPMERKING:
Wees voorzichtig dat u de kabel niet beschadigt.
Wanneer u kabels aansluit, dient u het uiteinde met het kernfilter aan te sluiten op de camcorder.
AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE
De Automatische Demonstratie zal in werking treden wanneer DEMO. MODE op ON” staat (fabrieksinstelling).
Beschikbaar wanneer de spanningsschakelaar op
staat en er geen cassette in de camcorder zit.
of
De demonstratie zal worden onderbroken wanneer u een
andere handeling op het toestel uitvoert. Als u vervolgens tenminste 1 minuut geen handelingen meer uitvoert, zal de demonstratie worden hervat.
De “DEMO. MODE (demonstratiefunctie) zal ON (aan)
blijven staan ook al schakelt u de stroom voor de camcorder uit.
Zet de spanningsschakelaar op
en druk op MENU/
BRIGHT terwijl de demonstratie loopt om deze te annuleren. Hierdoor zult u rechtstreeks naar het Instelmenu van de demonstratiefunctie gaan (zodat u niet eerst het Menuscherm hoeft te openen). Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies OFF en druk de keuzeschijf in. Het normale scherm zal verschijnen.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
C
A
M
E
R
A
ME
E
T
U
1
R
C
M
R
E
U
N
D
S
O
O
M
O
Z
I
N
A
G
L
A
L
Y
T
D
N
U
I
M
E
O
.
D
D
I
E
S
N
R
N
O
D
E
M
O
D
E
U
P
M
B
E
R
M
O
D
E
O
N
L
E
D
O
FUF
6 NE
Accu BN-V408U, BN-V416U of BN-V428U
Naar het stopcontact.
STARTEN
Stroomvoorziening
Met het dubbele stroomvoorziening-systeem van deze camcorder kunt u zelf de meest geschikte stroombron kiezen. Gebruik geen apparaten voor de stroomvoorziening die meegeleverd worden met andere toestellen.
OPLADEN VAN DE ACCU
Netadapter/lader
POWER indicator
CHARGE indicator
Accu
BN-V408U
BN-V416U (los verkrijgbaar)
BN-V428U (los verkrijgbaar)
OPMERKINGEN:
Als het beschermdeksel op de accu zit, dient u dit eerst te verwijderen.
Laad de accu op wanneer de omgevingstemperatuur tussen 10°C en 35°C is. De ideale temperatuur is tussen 20°C en 25°C. Wanneer de omgevingstemperatuur te laag is, is het mogelijk dat de accu niet volledig geladen kan worden.
De oplaadtijden zoals hierboven vermeld gelden voor geheel lege accus.
De oplaadtijden en de gebruiksduur kunnen verschillen afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de toestand van de accu.
Gebruik de netadapter/lader niet in de buurt van een radio om storing van de ontvangst te voorkomen.
Wanneer u tijdens het opladen het gelijkspanningsnoer van de camcorder aansluit op de netadapter/lader, zal de camcorder van stroom worden voorzien en zal het opladen stoppen.
Omdat de netadapter/lader de netspanning intern omzet, wordt hij warm tijdens het gebruik. Gebruik de netadapter/lader daarom alleen in goed geventileerde ruimtes.
Wanneer u een accu voor het eerst of voor het eerst na een lange tijd gaat opladen, is het mogelijk dat de CHARGE indicator in eerste instantie niet oplicht. Verwijder in een dergelijk geval de accu van de netadapter/lader en probeer het vervolgens opnieuw.
Wanneer de gebruiksduur heel kort blijkt te zijn alhoewel de accu volledig opgeladen was, is de accu versleten en zult u deze dienen te vervangen. Koopt u alstublieft een nieuwe.
Gelijkstroom uitgangsaansluiting
Oplaadtijd
Ongeveer 1uur 30 minuten
Ongeveer 2uur
Ongeveer 3uur 20 minuten
Let er op dat u het gelijkspanningssnoer van de
1
camcorder uit de netadapter/lader haalt. Steek de stekker van de netadapter/lader in een stopcontact. De POWER indicator zal oplichten.
Bevestig de accu met de tekens op dezelfde
2
plek als de corresponderende tekens op de netstroomadapter/oplader. De CHARGE indicator zal beginnen te knipperen om aan te geven dat het laden is begonnen.
Wanneer de CHARGE indicator stopt met knipperen
3
en blijft branden, is het laden klaar. Verschuif de accu en til hem eraf. Vergeet niet de stekker uit het stopcontact te halen als u klaar bent met het opladen van de accus.
Meer over accu’s
GEVAAR! Probeer de accus niet uit elkaar te halen en stel ze
niet bloot aan vlammen of extreme hitte, want dit kan leiden tot brand of een ontploffing.
WAARSCHUWING! Laat de accu of de aansluitingen van de accu niet in contact komen met metalen, want dit kan resulteren in kortsluiting en kan mogelijk brand veroorzaken.
De voordelen van Lithium-ion accu’s
De Lithium-ion accu is gevoelig voor kou.
Lithium-ion accus zijn klein maar hebben een groot vermogen. Wanneer een dergelijke accu echter wordt blootgesteld aan lage temperaturen (onder 10°C), dan zal de gebruiksduur korter worden en kan de accu zelfs helemaal weigeren te functioneren. Als dat gebeurt, dient u de accu korte tijd in uw zak, of op een andere veilige, warme plek, te doen om hem op te warmen en bevestig hem vervolgens weer aan de camcorder. Zolang de accu zelf niet te koud wordt zou dit geen invloed moeten hebben op de prestaties.
(Als u een verwarmingselement gebruikt, moet u er op letten dat de accu zelf niet in direct contact komt met het element.)
BATTERY
GEBRUIKEN VAN DE ACCU
RELEASE Accu­ontgrendeltoets
1
3
2
LET OP:
Controleer alvorens de spanningsbron te ontkoppelen dat de spanning van de camcorder is uitgeschakeld. Dit nalaten kan een onjuist functioneren veroorzaken.
INFORMATIE:
De VU-V856KIT bestaat uit de BN-V856U accu en AA-V80EG netadapter/lader. Zie voor gebruik de gebruiksaanwijzing van de VU-V856KIT. U kunt de BN-V856U accu niet met de bijgeleverde netadapter/lader opladen. Voor het opladen van de BN-V856U moet u de AA-V80EG netadapter/lader gebruiken.
OPMERKINGEN:
De opnametijd zal aanzienlijk korter uitvallen onder de volgende omstandigheden:
De Zoom of Opname-paraatstand wordt herhaaldelijk gebruikt.
De LCD-monitor wordt herhaaldelijk gebruikt.
De weergavefunctie wordt herhaaldelijk gebruikt.
Voor u een langere periode met de camcorder zult gaan opnemen, verdient het aanbeveling om genoeg accus klaar te hebben voor ongeveer 3 maal de lengte van de opname die u in gedachten heeft.
Kantel de zoeker omhoog 1.
1
Met de pijl op de accu naar beneden wijzend drukt u
2
de accu lichtjes tegen de accu-vatting 2 en vervolgens schuift u de accu naar beneden totdat deze vastzit 3.
Als de accu met de en tekens verkeerd-om is bevestigd, kan dit leiden tot een storing.
Om de accu weer los te maken . . .
.... klapt u de zoeker omhoog 1 en schuift u de accu een
stukje naar boven terwijl u BATTERY RELEASE indrukt.
Opnametijd bij benadering
LCD monitor
Accu
BN-V408U
BN-V416U
(los verkrijgbaar)
BN-V428U
(los verkrijgbaar)
BN-V856U
(los verkrijgbaar)
( ) : Met de videolamp aan.
ingeschakeld/ zoeker uitgeschakeld
1 uur (35 min.)
2 uur (1 uur 10 min.)
3 uur 30 min. (2 uur)
7 uur (4 uur)
LCD monitor uitgeschakeld/ zoeker ingeschakeld
1 uur 15 min. (40 min.)
2 uur 30 min. (1 uur 20 min.)
4 uur 20 min. (2 uur 20 min.)
8 uur 40 min (4 uur 40 min.)
NE7
GEBRUIK OP NETSPANNING
Gebruik de netadapter/lader (verbind zoals u hier in de illustratie ziet).
OPMERKINGEN:
De bijgeleverde netadapter/lader kiest automatisch het voltage binnen 110 V t/m 240 V wisselstroom.
Voor andere opmerkingen,  blz. 6.
Naar de DC gelijkstroom­aansluiting
Lichtnetadapter/ acculader
Gelijkspanningssnoer
Netsnoer
Naar het stopcontact.
Gelijkstroom uitgangsaansluiting
8 NE
PAUSE
STARTEN
Instellen van de handgreep
(vervolg)
Motorzoomhendel
Opname start-/stoptoets
2
Spanningsschakelaar
Dioptrieregelaar
1
Trek de velcro klitstrip los.
1
Plaats uw rechterhand door de lus en houd de
2
greep vast.
Stel zodanig in dat uw duim en vingers nog
3
gemakkelijk de opname start-/stoptoets en de motorzoomhendel kunnen bedienen. Bevestig vervolgens de Velcro riem.
Instellen van de zoeker
Druk de Vergrendeltoets op de
1
spanningsschakelaar in en draai de spanningsschakelaar naar ” of ”.
Verschuif de dioptrieregelaar totdat de
2
aanduidingen in de zoeker scherp zijn.
Bevestigen van de schouderriem
Controleer of de accu of het gelijkstroomsnoer
1
verwijderd is. Zie de afbeelding en haal de riem door het oogje 1, vouw terug en haal door de gesp 2. Herhaal deze procedure om het andere uiteinde van de riem aan het andere oogje 3, onder de handriem, te bevestigen. Let op dat de riem niet gedraaid zit.
3
Bevestigen op een statief
Breng de schroef en camerarichtsteun van het
1
statief in lijn met de schroef- en steunopening. Draai de schroef vervolgens vast.
Sommige statieven zijn niet voorzien van geleidepennen.
LET OP:
Bij gebruik van een statief moet u deze goed openen en de poten geheel uittrekken zodat de camcorder stabiel op het statief staat. Voorkom beschadiging van het toestel door het omvallen en gebruik daarom geen klein of niet-stevig statief.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
NE9
Instellen van de datum/tijd
De datum en tijd worden automatisch altijd op de band opgenomen. U kunt later bij weergave kiezen of u de datum wel of niet wilt tonen ( blz. 32).
Druk de vergrendeltoets op de spanningsschakelaar
1
in, draai de spanningsschakelaar naar . De spanningsindicator licht op en de camcorder wordt ingeschakeld.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Spanningsschakelaar
Spanningsindicator
Display
FAD
/
W
E
R
W
E
I
P
W
E
I
P
R
O
D
A
N
4
O
F
F
R
F
E
A
D
R
E
F
A
D
R
E
F
A
D
P
I
S
L
A
Y
D
R
T
U
N
1
R
E
R
C
O
S
E
E
N
N
/
T
D
T
E
I
M
E
A
C
T
M
E
O
D
E
I
J.
K
C
O
C
A
D
L
I
P
S
C
S
H
M –
W
B
M
MEN
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
3
. Druk de keuzeschijf in en het DISPLAY MENU zal verschijnen.
Vergrendeltoets
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
4
CLOCK ADJ.. Druk de keuzeschijf in en u zultday (dag) zien oplichten.
F
F
O
Y
A
L
P
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf om de dag in te stellen. Druk de keuzeschijf in. Herhaal deze procedure om de juiste maand, jaar, uren en minuten in te voeren. Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer
“1RETURN” en druk de keuzeschijf twee keer in.
Met Menuscherm zal sluiten.
E
L
R
O
L
E
U
T
T
E
H
I
T
K
L
A
C A
IRC
O
S
U
1
.
112
.
000
:
0
DISPLAY MENU
OPMERKING:
Wanneer u CLOCK ADJ. kiest maar de waarde niet is opgelicht, zal de interne klok van de camcorder blijven lopen. De klok stopt wanneer u de opgelichte balk naar de eerste waarde voor de datum/tijd (dag) verplaatst. De klok start vanaf de ingestelde datum en tijd wanneer u na het instellen van de minuten op MENU/BRIGHT drukt.
10 NE
Wispreventieschakelaar*
Controleer dat de vensterkant naar buiten is gericht.
OPEN/EJECT schakeaarCassettehouder
Afdekking cassettehouder
PUSH HERE (Drukken)
*
Ter bescherming van uw opname . . .
.... verschuif de wispreventieschakelaar op de
rug van de cassette naar SAVE” zodat er niet meer over een reeds bestaande opname op de cassette kan worden opgenomen. Om op te nemen op deze cassette moet u de schakelaar terug naar REC schuiven voor u de cassette in het toestel doet.
STARTEN
(vervolg)
Plaatsen/verwijderen van een cassette
Er moet voor het laden of uitwerpen van een cassette spanning naar de camcorder worden gevoerd.
Schuif en houd OPEN/EJECT in de richting van de pijl
1
en trek de afdekking van de cassettehouder open totdat deze inklikt. De houder zal automatisch openen.
Raak de interne onderdelen niet aan.
Plaats of verwijder een cassette en druk op PUSH
2
HERE om de cassettehouder te sluiten.
Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt
de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
U kunt het deksel van de cassettehouder mogelijk niet sluiten wanneer de accu bijna is uitgeput. Forceer niet, maar plaats een geladen accu alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
Doe het deksel van de cassettehouder goed dicht
3
totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Opnametijd bij benadering
Cassette
30 min. 30 min. 45 min.
60 min. 60 min. 90 min.
80 min. 80 min. 120 min.
Opnamesnelheid
SP LP
OPMERKINGEN:
Het duurt een paar seconden eer de cassettehouder opent. Forceer de houder niet.
Wanneer u een paar seconden wacht en de cassettehouder niet opent, moet u het deksel van de cassettehouder eerst even sluiten en dan de houder opnieuw proberen te openen. Schakel de camcorder uit, wacht even en schakel weer in indien de cassettehouder nog steeds niet kan worden geopend.
Wanneer de cassette niet goed laadt, dient u het deksel van de cassettehouder volledig te openen en de cassette te verwijderen. Probeer na een paar minuten de cassette opnieuw te laden.
Wacht even alvorens het deksel van de cassettehouder te openen nadat u de camcorder direct van een koude plaats naar een warme ruimte verplaatst.
Het sluiten van het deksel van de cassettehouder voordat de cassettehouder geheel naar buiten is gekomen beschadigt mogelijk de camcorder.
Ook met de camcorder uitgeschakeld kan een cassette worden geplaatst of verwijderd. Nadat de cassettehouder wordt gesloten met de camcorder uitgeschakeld, zal de houder echter mogelijk niet in positie worden gebracht. Schakel daarom bij voorkeur de spanning in alvorens een cassette te plaatsen of te verwijderen.
Bij het voortzetten van een opname nadat het deksel van de cassettehouder geopend is geweest, zal er een blanco stukje op de band worden opgenomen of kan er een reeds opgenomen scène worden gewist (overschreven) ongeacht of de cassettehouder werd geopend of niet. Zie blz. 19 voor informatie aangaande het voortzetten van een opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band.
Zet de handriem wat losser als deze in de weg zit van de afdekking van de cassettehouder ( blz. 8).
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Spanningsschakelaar
Spanningsindicator
Display
C
A
M
E
R
A
MEN
1
R
E
T
U
R
R
E
C
M
O
S
O
U
N
D
Z
O
O
M
G
A
I
N
U
T
A
L
L
Y
I
D
N
U
M
D
E
M
O
.
M
S
I
D
E
L
U N
D
E
S
P
M
O
D
E
L
P
P B
E
R
O
D
E
E
D
Vergrendeltoets
F
F
O
Y
A
L
P
Menuscherm
Sub-menu
NE11
Instellen van de opnamefunctie
Stel de opnamefunctie naar uw eigen voorkeur in.
Druk de vergrendeltoets op de spanningsschakelaar
1
in, draai de spanningsschakelaar naar . De spanningsindicator licht op en de camcorder wordt ingeschakeld.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
3
. Druk de keuzeschijf in en het CAMERA MENU zal verschijnen.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies “REC
4
MODE (opnamefunctie) en druk de keuzeschijf in. Het sub-menu zal verschijnen. Kies “SP” of “LP” door de MENU/BRIGHT keuzeschijf te verdraaien en druk de keuzeschijf in. Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer
“1RETURN” en druk de keuzeschijf twee keer in.
Met Menuscherm zal sluiten.
Audio-dubben ( blz. 58) is niet mogelijk op een met de LP functie opgenomen band.
•“LP (Long Play) is economischer want u beschikt over 1,5 keer de normale opnametijd van een band.
OPMERKINGEN:
Wanneer u tijdens opname de snelheid verandert zal bij weergave op dat punt het beeld wazig zijn.
Speel cassettes die met de LP snelheid zijn opgenomen bij voorkeur met deze camcorder af.
Tijdens weergave van een cassette die met een andere camcorder is opgenomen verschijnen er mogelijk ruisblokken in beeld of valt het geluid soms weg.
12 NE
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Spanningsschakelaar
Spanningsindicator
Vergrendeltoets
F
F
O
Y
A
L
P
STARTEN
(vervolg)
Instelling beeldkwaliteit
U kunt de beeldkwaliteit naar uw eigen voorkeuren instellen. Dit toestel beschikt over twee instellingen voor de beeldkwaliteit: FINE (fijn) en STANDARD (standaard) (in aflopende volgorde van kwaliteit).
Zet de spanningsschakelaar op ” terwijl u de
1
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt. De spanningsindicator zal oplichten en de camcorder staat nu aan.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer en druk de
3
keuzeschijf in. Het DSC MENU zal verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, kies QUALITY en druk
4
de kiesschijf in. Het submenu zal verschijnen. Verdraai MENU/BRIGHT, kies de gewenste instelling en druk de keuzeschijf in. Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer 1RETURN en druk de keuzeschijf vervolgens twee keer in. Het menuscherm zal zich sluiten.
Display
D
S
C
1
R
E
Q
U
A
R
E
C
NU
T
U
R
N
L
I
T
Y
SFTIANNEDARD
S
E
LEMCET
Menuscherm
Sub-menu
Beeldkwaliteit
FINE STANDARD
OPMERKINGEN:
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen hangt af
Aantal beelden dat bij benadering
kan worden opgeslagen
30
60
van de gekozen beeldkwaliteit, maar ook van de compositie en het opgenomen onderwerp.
De hierboven genoemde aantallen zijn van toepassing wanneer het geheugen van de camcorder leeg is (wanneer er geen voorbeelden in zijn opgeslagen).
F. AUTO
Om de camcorder aan te zetten, dient u de
DSC
spanningsschakelaar op een van de bedieningsfuncties (met uitzondering van OFF) te zetten terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
F
F
Spanningsindicator
O
Y
A
L
P
Wanneer de spanningsschakelaar op “ ” staat, zal de aanduiding F. AUTO verschijnen. Wanneer deze op “ ” of staat, zal er geen aanduiding verschijnen.
Wanneer de spanningsschakelaar op “ ” of
“ ” staat en de VIDEO/DSC schakelaar op , zal de aanduiding DSC verschijnen.
Wanneer deze op VIDEO staat, zal er geen aanduiding verschijnen.
NE13
Bedieningsfunctie
Kies de bedieningsfunctie die u het meest geschikt vindt voor de situatie die u wilt opnemen met de spanningsschakelaar en de VIDEO/DSC schakelaar.
Stand Spanningsschakelaar
(Handmatig):
U kunt diverse opnamefuncties van de menu’s gebruiken. Stel de handmatige functie in indien u speciale effecten wilt voor een creatievere opname dan in vergelijking met de volautomatische functie.
(Volautomatisch):
Voor opname ZONDER speciale effecten en geen handmatige instellingen. Geschikt voor standaardopname.
OFF (uitgeschakeld):
Voor het uitschakelen van de camcorder.
:
Stelt u in staat een opname op de band weer te laten geven, om een stilbeeld uit het ingebouwde geheugen van de camcorder weer te laten geven, of om een stilbeeld op de band of in het ingebouwde geheugen van de camcorder over te brengen naar andere apparatuur.
VIDEO/DSC schakelaar stand
VIDEO:
Stelt u in staat op een band op te nemen of een band af te spelen. Als REC SELECT op gezet via het DSC menuscherm, worden stilbeelden eveneens opgenomen in het ingebouwde geheugen van de camcorder.
:
Stelt u in staat een stilbeeld op te nemen of een stilbeeld uit het ingebouwde geheugen van de camcorder weer te laten geven.
/
is
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
14 NE
25
BR I GHT
+
Spanningsindicator
Opname start-/stoptoets
Display
min
(Telt nu)
Opname-indicatielampje (Licht op tijdens opname.)
90 min
(knippert) (knippert) (knippert)
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
89 min
1 min0 min
OPNAME
F
F
O
Y
A
L
P
Tijdens opname.
Indicator resterende bandtijd (bij benadering)
3 min
2 min
Basisbediening opname voor video
OPMERKING:
De hieronder vermelde instellingen dienen reeds te zijn gemaakt. Maak deze instellingen indien nog niet uitgevoerd.
Stroomvoorziening ( blz. 6)
Instellen van de handgreep ( blz. 8)
Instellen van de zoeker ( blz. 8)
Plaats een cassette ( blz. 10)
Instellen van de opnamefunctie ( blz. 11)
Druk de lipjes van de lensdop in om deze te
1
verwijderen. Druk op PUSH OPEN, klap de LCD monitor open en zet de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO.
Druk de vergrendeltoets op de spanningsschakelaar
2
in en draai de spanningsschakelaar naar “ ” of “ ”.
Opnemen met de LCD monitor:
LCD monitor inderdaad helemaal opengeklapt is. Kantel de monitor naar boven of beneden voor het beste beeld.
Opnemen met de zoeker:
De spanningsindicator licht op en de camcorder gaat in de opname-standbyfunctie. De aanduiding PAUSE zal op het display verschijnen.
Druk op de opname start-/stoptoets. De aanduiding
3
zal getoond worden terwijl u aan het opnemen bent.
Om te stoppen met opnemen . . .
.... dient u de opname start-/stoptoets nog een keer in te
drukken. De camcorder zal nu weer in de opname­standbyfunctie gaan.
Om de helderheid van het display te regelen
.... verdraait u MENU/BRIGHT toto de
helderheidsindicator op het display beweegt en de gewenste helderheid is bereikt.
Controleer of de
Sluit de LCD monitor.
180°
PUSH OPEN toets
90°
VIDEO/DSC schakelaar
MENU/BRIGHT
keuzeschijf
NE15
OPMERKINGEN:
Bij gebruik van de LCD-monitor buitenshuis in het directe zonlicht, zal het beeld soms moeilijk te zien zijn. Gebruik in dat geval de zoeker.
Het beeld zal niet tegelijkertijd via de LCD monitor en de zoeker worden weergegeven.
De cassettehouder kan uitsluitend worden geopend wanneer een spanningsbron is aangesloten.
Na het openen van het deksel van de cassettehouder duurt het mogelijk even eer de houder opent. Forceer de houder niet.
Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
De benodigde tijd voor het bepalen van de resterende bandtijd en de nauwkeurigheid varieert mogelijk afhankelijk van de geplaatste cassette.
TAPE END zal worden getoond indien het eind van de cassette is bereikt. De spanning zal vervolgens automatisch worden uitgeschakeld indien u de camcorder 5 minuten in deze toestand laat. TAPE END wordt ook getoond wanneer u een cassette die reeds aan het eind is in het toestel doet.
Wanneer de Opnamestandbyfunctie 5 minuten onveranderd ingeschakeld blijft, zal de camcorder zichzelf automatisch uitzetten. Om de camcorder weer aan te zetten, zet u de Spanningsschakelaar op OFF en dan weer op “ ” of “ ”.
De tijdcode wordt onderbroken en er worden mogelijk fouten bij het monteren gemaakt indien er een leeg gedeelte tussen opgenomen scènes op de band is. Vervolg daarom een opname vanaf het laatst opgenomen punt op de band. Zie Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band” ( blz. 19), om dit te voorkomen.
Bij het opnemen zal er geen geluid worden weergegeven via de luidspreker.
Uitschakelen van het opname-indicatorlampje tijdens opname, blz. 22, 23.
Om de aanduidingen van het display te verwijderen tijdens opname, blz. 22, 25.
JOURNALISTENOPNAME
In sommige situaties kunnen andere opnamehoeken dramatischer resultaten opleveren. Houd de camcorder in de gewenste stand en draai de LCD­monitor in de juiste richting. De LCD-monitor kan 270° draaien (90° naar beneden, 180° naar boven).
Zelfopname
ZELFOPNAME
U kunt ook uzelf opnemen terwijl u uw eigen beeld in de monitor kunt blijven bekijken. Open de LCD­monitor en draai deze 180° naar boven zodat hij uiteindelijk naar voren wijst, richt vervolgens de lens op uzelf en begin de opname.
16 NE
SNAPSHOT (moment-opname) toets
MODE (opname­functie) toets
OPNAME
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
Basisbediening opname voor video (vervolg)
Momentopname (Voor video-opnamen)
Deze functie stelt u in staat stilbeelden, vergelijkbaar met foto's, op een band op te nemen.
MOMENTOPNAME FUNCTIE SELECTIE
F
F
O
Y
A
L
P
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
FULL
FRAME Snapshotfunctie met lijst*
MULTI-4 Multi-Analyzer 4
* Het gesimuleerde geluid van een sluiter die afgaat
zal klinken.
Momentopnamefunctie
MULTI-9 Multi-Analyzer 9
FULL Snapshotfunctie zonder lijst*
PIN-UP Pin-Up functie*
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO en zet vervolgens de spanningsschakelaar op
1
u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Kies de geschikte opnamefunctie uit de 5 moment­opnamefuncties door op MODE te drukken tot de gewenste
2
opnamefunctie indicator getoond wordt.
of “ ” terwijl
MOMENTOPNAME OPNEMEN
Druk op SNAPSHOT.
1
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder in de opnamestandbyfunctie staat . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld verschijnen en zal
er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de opnamestandbyfunctie zal terugkeren.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder aan het opnemen is . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld verschijnen en zal
er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de
opname-stand zal terugkeren.
Motordrive-functie
Als u SNAPSHOT ingedrukt houdt, krijgt u ongeveer hetzelfde effect als bij een serie fotos die met een motor-drive werd gemaakt. (Er zit ongeveer 1 seconde tussen de stilbeelden.)
OPMERKINGEN:
Zelfs als MULTI-4 of MULTI-9 ingeschakeld is, zal een momentopname worden uitgevoerd met gebruikmaking van het volle beeld (FULL) als er digitaal gezoomd wordt.
Als een momentopname niet mogelijk is, zal de aanduiding PHOTO gaan knipperen wanneer er op SNAPSHOT wordt gedrukt.
Zelfs als de programmabelichting met speciale effecten
blz. 28) ingeschakeld is, zullen bepaalde functies van de
( programmabelichting met speciale effecten niet werken wanneer u een momentopname wilt gaan maken. De icoon zal gaan knipperen in zon geval.
Als u op SNAPSHOT drukt wanneer DIS aan (ON) staat ( blz. 24), zal de beeldstabilisator worden uitgeschakeld.
Als REC SELECT op / is gezet via het menuscherm ( blz. 25), worden stilbeelden niet alleen op de band, maar ook in het ingebouwde geheugen van de camcorder opgenomen. Als u op SNAPSHOT drukt terwijl er geen cassette in het toestel zit, zal er geen stilbeeld worden opgenomen in het geheugen.
Kopiëren van beelden van band naar het ingebouwde geheugen van de camcorder is mogelijk,  blz. 47.
Ook bij het afspelen van de band zijn alle momentopname­functies beschikbaar wanneer / COPY uit (OFF) gezet is via het menuscherm ( geluid van de sluiter zal echter niet geproduceerd worden.
Bij het maken van een momentopname is het mogelijk dat het beeld in de zoeker gedeeltelijk verloren gaat. Dit heeft echter geen enkel effect op het opgenomen beeld.
Wanneer er een kabel is aangesloten op de AV aansluiting, zal het sluitergeluid niet worden geproduceerd via de luidspreker, maar wel op de band worden opgenomen.
zal verschijnen terwijl de momentopname wordt gemaakt.
blz. 32). Het gesimuleerde
STD
10 / 30
OPNAME
SNAPSHOT (moment-opname) toets
MODE (opname­functie) toets
Totaal aantal beelden
Toont het geschatte totale aantal beelden dat opgeslagen kan worden, inclusief de beelden die u al opgenomen heeft. Het aangegeven aantal neemt toe of af, afhankelijk van de opgeslagen beelden, de ingestelde beeldkwaliteit, de opnamefunctie enz.
Geheugen-icoon
Verschijnt tijdens het opnamen.
Opname-icoon
Verschijnt en knippert terwijl u een momentopname maakt.
Beeldkwaliteit
Toont de ingestelde beeldkwaliteit voor het opgeslagen beeld. U kunt kiezen uit 2 kwaliteiten: FINE en STD (Standaard) (
Basisbediening opname digitale stilbeeld camera (D.S.C.)
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
F
F
O
Y
A
L
P
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
Display
Aantal opgenomen beelden
Toont het aantal beelden dat u al opgenomen heeft.
blz. 12).
NE17
Basisbediening foto’s maken (momentopname)
U kunt uw camcorder gebruiken als digitale stilbeeldcamera voor het maken van momentopnamen.
OPMERKING:
De hieronder vermelde instellingen dienen reeds te zijn gemaakt. Maak deze instellingen indien nog niet uitgevoerd.
Spanning ( blz. 6)
Instellen van de handgreep ( blz. 8)
Instellen van de zoeker ( blz. 8)
Instelling beeldkwaliteit ( blz. 12)
FUNCTIEKEUZE MOMENTOPNAME
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op en zet vervolgens de spanningsschakelaar op “ ” of terwijl u de
1
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Kies de gewenste momentopnamefunctie uit de 5 mogelijkheden door net zo vaak op MODE te drukken tot de
2
indicator voor de gewenste momentopnamefunctie verschijnt.
De beschikbare momentopnamefuncties zijn hetzelfde als vermeld op blz. 16.
OPNEMEN VAN MOMENTOPNAMEN
Druk op SNAPSHOT. Het beeld zal worden opgeslagen in het ingebouwde
1
geheugen van de camcorder.
Wissen van ongewenste stilbeelden . . .
..... wanneer er beelden die u niet meer nodig heeft zijn
opgeslagen in het ingebouwde geheugen van de camcorder of wanneer het geheugen vol geraakt is, dient u Beelden
blz. 38) te raadplegen om deze ongewenste
Wissen ( beelden te wissen.
OPMERKINGEN:
Zelfs als MULTI-4 of MULTI-9 ingeschakeld is, zal een momentopname worden uitgevoerd met gebruikmaking van het volle beeld (FULL) als er digitaal gezoomd wordt.
De beeldstabilisator wordt uitgeschakeld ook al staat DIS aan
blz. 24).
(ON) (
Als een momentopname niet mogelijk is, zal de aanduiding PHOTO gaan knipperen wanneer er op SNAPSHOT wordt gedrukt.
De Motordrive-functie ( blz. 16) is uitgeschakeld wanneer de VIDEO/DSC schakelaar op
Zelfs als de programmabelichting met speciale effecten (
blz. 28) ingeschakeld is, zullen bepaalde functies van de programmabelichting met speciale effecten niet werken wanneer u een momentopname wilt gaan maken. De icoon zal gaan knipperen in zon geval.
Als u ongeveer 5 minuten geen opname maakt terwijl de spanningsschakelaar op stroom wordt voorzien met een accu, zal de camcorder automatisch uitschakelen om stroom te sparen. Om door te gaan met plaatjes schieten, dient u de spanningsschakelaar eventjes op OFF te zetten en dan weer op “ ” of “ ”.
Bij de fabricage hebben we een paar voorbeelden voor u opgeslagen in het ingebouwde geheugen. Als u deze wilt wissen, dient u eerst de beveiliging (Protect,  blz. 37) op te heffen, waarna u de beelden kunt wissen (
staat.
of “ ” staat en het toestel van
blz. 38).
18 NE
OPNAME
Basisbediening opname voor video en D.S.C.
Inzoomen (T: tele)
1xW
T
10xW
T
Zoomdisplay
10xW
Zoombereik bij benadering
T
Motorzoomhendel
20xW
T
40xW
T
Uitzoomen (W: groothoek)
Digitaal zoombereik
10X (optisch) zoombereik
FUNCTIE:
Zoomen
DOEL:
In- en uitzoomen of het direct vergroten of verkleinen van een beeld.
HANDELING:
Inzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “T”.
Uitzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “W”.
Het zoomen wordt sneller uitgevoerd naarmate u de
motorzoomhendel harder naar een andere stand drukt.
OPMERKINGEN:
Scherpstellen is misschien niet mogelijk tijdens het zoomen. U moet in dat geval de zoom tijdens de opnamestandbyfunctie instellen, de scherpstelling handmatig instellen en vergrendelen ( blz. 21) en dan tijdens opname in- of uitzoomen.
Er kan tot 100X ingezoomd worden, of er kan overgeschakeld worden naar een optische vergroting van maximaal 10X ( blz. 23).
Zoomen met een sterkere vergroting dan 10X gebeurt op digitale wijze, en we noemen het daarom digitaal zoomen.
De beeldkwaliteit is bij het digitaal zoomen iets minder.
Er kan niet digitaal gezoomd worden wanneer het beeld digitaal bewerkt wordt, bijv. bij beeld Wipe/ oplossen ( blz. 26, 27) of Video echo ( blz. 28).
Macro-opnamen (tot 5 cm vanaf het onderwerp) zyn mogelijk wanneer de motorzoomhendel geheel naar W is gedrukt. Zie ook TELE MACRO in het Menuscherm op bladzijde 24.
Spanningsschakelaar
NE19
OPMERKING: Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
Tijdcode
Tijdens opname wordt een tijdcode op de band aangebracht. Met deze code kunt u de plaats van een opgenomen scène op de band tijdens weergave controleren. Indien u de opname vanaf een blanco gedeelte start, begint de tijdcode met 00:00:00 (minuten/ seconden/beeld). Indien u vanaf een reeds opgenomen gedeelte start, zal de tijdcode vanaf het laatste tijdcodenummer verder lopen.
U heeft een tijdcode nodig voor het monteren van meerdere scènes in een willekeurige volgorde ( blz. 52 – 57). De tijdcode wordt onderbroken wanneer er tijdens opname halverwege de cassette een blanco gedeelte op de band wordt gelaten. Bij het daarna voortzetten van de opname start de tijdcode weer vanaf 00:00:00. Er zullen in dat geval mogelijk tijdcodes worden aangebracht die reeds bij de hiervoor opgenomen scènes zijn gebruikt. Voer, om dit te voorkomen, in de volgende gevallen de handelingen uit onder Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band hieronder;
Indien u na weergave van een opgenomen cassette de opname op deze cassette wilt vervolgen.
Indien u de spanning tijdens opname uitschakelt.
Indien u een cassette tijdens opname verwijdert
en weer terugplaatst.
Indien u verder op een gedeeltelijk opgenomen cassette wilt opnemen.
Indien u op een leeg gedeelte tussen opnamen op de cassette wilt opnemen.
Indien u na opname van een scène de opname vervolgt en de cassette-afdekking werd geopend/ gesloten.
Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
1. Start de weergave van de band om het punt vanaf waar u wilt opnemen op te zoeken. Schakel daar de
stilbeeldweergavefunctie in ( blz. 31).
2. Zet de spanningsschakelaar op “ ” of “ ” terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt
houdt en begin vervolgens op te nemen.
OPMERKINGEN:
De tijdcode kan niet worden teruggesteld.
Tijdens het snel door- en terugspoelen zal de aanduiding van de tijdcode mogelijk niet soepel lopen.
De tijdcode wordt alleen getoond wanneer de instelling TIME CODE” “ON” (aan) is gezet ( blz. 25, 32).
TC
12:34:24
Display
Beeldnummers worden tijdens de opname niet getoond.
Minuten
Seconden
Beelden (25 beelden = 1 seconde)
Wanneer er blanco gedeelten op een cassette zijn
Tijdcode 05:43:21
Opname stoppunt
Cassetteband
Tijdcode 00:00:00
Opname startpunt
Juiste manier van opnemen
Tijdcode 05:43:21
Cassetteband
Tijdcode 00:00:00
Opname startpunt
Tijdcode 00:00:00
Nieuw opgenomen scèneBlancoReeds opgenomen scène
Opname startpunt
Tijdcode 05:44:00
Opname startpuntOpname startpunt
Laatste scèneNieuwe scèneReeds opgenomen scène
20 NE
OPNAME
Basisbediening opname voor video en D.S.C. (vervolg)
LIGHT OFF/AUTO/ON schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
GEVAAR
De videolamp kan zeer heet
worden. Voorkom brandwonden en raak de videolamp tijdens gebruik of kort nadat deze is ingeschakeld niet aan.
Plaats de camcorder niet direct na
gebruik met de videolamp in de draagtas. De videolamp is namelijk heet en dient eerst af te koelen.
Houd tijdens gebruik van de lamp een
afstand van minimaal 30 cm tussen de lamp en een persoon of onderwerp.
Gebruik de lamp niet in de buurt van
ontvlambare of ontplofbare materialen.
Raadpleeg bij voorkeur uw JVC
handelaar voor het vervangen van de videolamp.
FUNCTIE:
Videolamp
DOEL:
Voor een helderder beeld wanneer de natuurlijke verlichting te zwak is.
HANDELING:
1) Druk LIGHT OFF/AUTO/ON in de vereiste stand: OFF : De lamp is uitgeschakeld.
AUTO : De lamp wordt automatisch ingeschakeld
ON : De lamp blijft ingeschakeld zolang de
De lamp kan worden gebruikt wanneer de spanning
Het wordt aanbevolen om bij gebruik van de
Bespaar energie en schakel de lamp uit wanneer u
OPMERKINGEN:
wanneer er onvoldoende licht is.
camcorder is ingeschakeld.
van de camcorder is ingeschakeld.
videolamp de witbalans op ( blz. 30) te stellen.
deze niet gebruikt.
Zelfs wanneer de accu-indicator ( ) niet knippert om te waarschuwen voor een bijna lege accu, is het mogelijk dat de camcorder automatisch uitschakelt wanneer u de videolamp aanzet, of wanneer u de opname begint met de videolamp ingeschakeld. Indien LIGHT OFF/AUTO/ON op AUTO is gesteld:
De lamp wordt afhankelijk van de verlichtingsomstandigheden mogelijk niet juist in­of uitgeschakeld. U dient in zon geval de lamp handmatig in of uit te schakelen met de LIGHT OFF/AUTO/ON schakelaar.
De lamp blijft waarschijnlijk opgelicht wanneer de
SHUTTER functie ( blz. 28) is geactiveerd.
De lamp licht niet op wanneer de “TWILIGHT” functie ( blz. 28) is geactiveerd.
OPNAME
Gedeelte voor scherpstelling
Geavanceerde functies voor video en D.S.C.
Wanneer u scherpstelt op een verder weg gelegen onderwerp.
NE21
Wanneer u scherpstelt op een dichterbij gelegen onderwerp.
FUNCTIE:
Automatische Scherpstelling
DOEL:
Het autofocus-systeem van de camcorder kan normaliter doorlopend scherpstellen op onderwerpen die dichtbij liggen (tot 5 cm afstand) tot oneindig. Onder de volgende omstandigheden wordt echter niet juist scherpgesteld (en moet u handmatig scherpstellen):
Wanneer twee onderwerpen elkaar overlappen in dezelfde scène.
Wanneer de scène onderbelicht is.*
Wanneer het onderwerp geen contrast heeft (geen verschil tussen donker en licht), bijvoorbeeld een vlakke, één-kleurige muur of heldere, blauwe lucht.*
Wanneer een donker onderwerp nauwelijks in de zoeker zichtbaar is.*
Wanneer de scène kleine patronen of identieke patronen bevat die regelmatig worden herhaald.
Indien de scène door de zon of via reflecterend licht van water of een ander onderwerp wordt belicht.
Bij opname van een onderwerp met een achtergrond die een sterk contrast heeft.
* Wanneer de volgende waarschuwingen voor laag contrast knipperen: , , en .
OPMERKINGEN:
Indien de lens vuil of wazig is, zal niet juist kunnen worden scherpgesteld. Houd de lens daarom schoon of reinig met een zachte doek indien nodig. Wanneer er condens op de lens is gevormd, moet u de condens met een zachte doek wegvegen of even wachten totdat het is verdampt.
Bij het opnemen van een onderwerp dat dicht bij de lens is, moet u eerst uitzoomen ( blz. 18). Indien u met de automatisch scherpstellingsfunctie inzoomt, kan de camcorder namelijk automatisch, afhankelijk van de afstand tussen het onderwerp en de camcorder, gaan uitzoomen. Indien “TELE MACRO ( blz. 24) is geactiveerd, zal de camcorder niet automatisch uitzoomen.
FUNCTIE:
Handmatige Scherpstelling
DOEL:
Correct scherpstellen.
BEDIENING:
1) Als u de zoeker gebruikt, moet u deze al op de juiste manier hebben ingesteld ( blz. 8).
2) Zet de Spanningsschakelaar op “ ” en druk vervolgens op FOCUS (3). De indicator voor het
handmatig scherpstellen verschijnt.
3) Om op een verder weg liggend onderwerp scherp te stellen, draait u MENU/BRIGHT naar +. “ ”
verschijnt en knippert. Om op een dichterbij liggend onderwerp scherp te stellen, draait u MENU/BRIGHT naar “–”. “ ” verschijnt en knippert.
4) Druk op MENU/BRIGHT Er is nu op het onderwerp scherpgesteld.
Om terug te schakelen naar de automatische scherpstelling, dient u FOCUS (3) twee keer in te drukken of de Spanningsschakelaar op “ ” te zetten. Als u slechts een keer op FOCUS (3) drukt, zal de camcorder weer de handmatige scherpstelling inschakelen.
OPMERKINGEN:
Stel bij gebruik van de handmatige functie scherp met de lens geheel naar T (telelens) gesteld. Indien u scherpstelt met de schakelaar op W (groothoek) zal het beeld niet scherp zijn wanneer u daarna inzoomt omdat de scherptediepte bij langere brandpuntafstanden namelijk vermindert.
“ ” of knippert wanneer de scherpstelling niet verder of dichterbij kan worden gesteld.
22 NE
MENU/BRIGHT keuzeschijf
D
S
C
R
E
1
T
U
R
N
Q
U
A
L
I
T
Y
R
E
C
S
E
LEMCET
OPNAME
Display
R
E
FAD
/
W
P
I
W
E
P
I
E
W
N
A
D
R
O
F
F
4
O
D
A
E
F
R
D
A
F
E
R
D
A
F
E
R
NU
SFTIANNEDARD
1
R
D
I
T
E
W
I
D
W
I
N
C
A
M
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
Spanningsschakelaar
Menu's gebruiken voor gedetailleerde instellingen
Deze camcorder is uitgerust met een makkelijk menusysteem op het scherm, wat de meer gedetailleerde instellingen van de camcorder eenvoudig toegankelijk maakt ( blz. 23 – 25).
Zet de spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de
1
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. Het
2
Menuscherm zal verschijnen.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies het
3
pictogram van de gewenste functie en druk de keuzeschijf in. Het bijbehorende functiemenu zal nu verschijnen.
Het hangt van de gekozen functie af welke
4
instellingen u kunt wijzigen.
Als u , , of gekozen heeft . . .
.... zie blz. 23.
Als u , , of gekozen heeft . . .
.... Ga door met stap 5.
Dient u de MENU/BRIGHT keuzeschijf te verdraaien
5
om de gewenste functie te kiezen en vervolgens de keuzeschijf in te drukken. Het betreffende sub-menu zal verschijnen. Verdraai vervdgens de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies de te wijzigen instelling en druk de keuzeschijf in. Het kiezen van de instelling is hiermee afgerond.
P
E
I
C
R
O
S
L
L
H
U
T
S
T
E
M
H
W
I
T
E
B
L
A
C
K
M
O
S
A
IRC
1
R
R
E
S
O
Z
O
G
A
T
A
I
D
D
E
S
A
N
U
A
L
M
U
R
N
E
T
S
M
A
C
R
L
E
M
O
D
E
E
C
U
T
D
R
E
S
E
T
Vergrendeltoets
F
F
O
Y
A
L
P
Menuscherm
C
A
M
E
R
A
MEN E
C
U O
I
L M
I
D
O
U
T
U
R
N
M
O
D
E
S
P
N
D
M
O
D
E
L
P
M N
U
P
L
Y
N
U
M
B
E
R
O
.
M
O
D
E
E
L
E
D
ME
N
O
N
O
FUF
Sub-menu
END
Normale scherm
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer 1RETURN en
6
druk de schijf vervolgens twee keer in. Het
U
L
P
A
D
I
Y
S
MEN
N
1
R
R
E
T
U
R
O
E
N
E
S
C
N
/
T
D
I
A
T
M
E
E
C
T
O
I
M
D
E
E
J.
.
K
1
.
C
A
L
O
D
C
030
:
0
112
menuscherm zal zich sluiten.
Het pictogram betekent END (einde).
Uitleg Menuscherm
FADER/WIPE P.AE/EFFECT EXPOSURE W.BALANCE
REC MODE SOUND
MODE
ZOOM
GAIN UP
CAMERA MENU
TALLY
ID NUMBER
12 BIT
16 BIT
10X
40X
100X
OFF
AGC AUTO
ON OFF
U heeft dit cijfer nodig wanneer u de camcorder middels de J aansluiting (JLIP) met een computer verbindt. De cijfers lopen van 01 t/m 99. Bij het verlaten van de fabriek is 06 ingesteld.
NE23
Zie Fade/Wipe-effecten ( blz. 26, 27).
Zie Programma AE met speciale effecten ( blz. 28).
Zie Belichtingsregeling en Diafragmavergrendeling ( blz. 29).
Zie Instellen van de witbalans en Gebruik van de handmatige witbalans ( blz. 30).
Voor het instellen van de opnamefunctie (SP of LP) naar wens ( blz. 11).
Stelt u in staat video met stereogeluid op vier verschillende kanalen op te nemen en wordt aanbevolen wanneer u gaat audio-dubben ( blz. 58). (Vergelijkbaar met de 32 kHz functie van voorgaande modellen)
Voor opname van het stereo-geluid op twee gescheiden geluidssporen. (Vergelijkbaar met de 48 kHz functie van voorgaande modellen)
Door 10X in te stellen bij gebruik van de digitale zoom, zal de zoomvergroting naar 10x worden gesteld en de digitale zoom worden uitgeschakeld.
Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 40 keer digitaal zoomen.
Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 100 keer digitaal zoomen.
Voor het opnemen van donkere scènes zonder de helderheid van het beeld te veranderen.
Het beeld is helder maar ietwat ruwer.
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld (1/25 1/200 sec.). Opname van een onderwerp bij weinig licht met een sluitertijd van 1/25 levert een helderder beeld dan met de AGC functie ingesteld. De bewegingen van het onderwerp lopen echter niet soepel of natuurlijk. Het beeld kan wat korrelig overkomen. Wanneer de sluitertijd automatisch geregeld wordt, zal de aanduiding getoond worden.
Het opname-indicatielampje licht op bij het starten van een opname.
Het opname-indicatielampje blijft altijd opgelicht.
: Fabrieksinstelling
OPMERKINGEN:
De CAMERA MENU instellingen gelden ook wanneer de spanningsschakelaar op “ ” en “ ” staat.
De REC MODE kan worden ingesteld wanneer de spanningsschakelaar op “ ” of staat ( blz. 11, 32).
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
24 NE
OPNAME
Uitleg Menuscherm (vervolg)
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
DEMO. MODE
CAMERA MENU
SIDE LED
DIS
TELE MACRO
WIDE MODE
MANUAL MENU
ON
OFF ON OFF
ON
OFF
ON
OFF
OFF
CINEMA
SQUEEZE
Voor het demonstreren van diverse functies, bijvoorbeeld Programma AE met speciale effecten, enz. en het controleren van de werking van deze functies. De demonstratie start wanneer DEMO. MODE op ON is gesteld en het menuscherm wordt gesloten. Door een willekeurige bediening uit te voeren kan de demonstartie tijdelijk onderbroken worden. Als u vervolgens langer dan een minuut niets doet, zal de demonstratie hervat worden.
OPMERKINGEN:
De demonstratie kan niet worden gestart indien er een cassette in de camcorder
is geplaatst.
“DEMO. MODE zal aan (ON) blijven staan, ook al wordt de camcorder uit
gezet.
Als “DEMO. MODE aan (ON) blijft staan, zullen sommige functies niet werken.
Zet deze functie uit (OFF) nadat u de demonstratie gezien heeft.
De automatische demonstratie wordt niet uitgevoerd.
De LED indicator aan de zijkant van de camcorder ( blz. 66, 67) zal oplichten wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” of staat.
Voor het stabiliseren van trillende beelden veroorzaakt door het bewegen van de camera, vooral bij een sterke vergroting.
OPMERKINGEN:
Een juiste stabilisatie is waarschijnlijk onmogelijk indien de camcorder te veel
wordt bewogen of onder de volgende omstandigheden:
Bij het opnemen van onderwerpen die verticale of horizontale strepen hebben.
Bij het opnemen van donkere of vage onderwerpen.
Bij het opnemen van onderwerpen die sterk van achteren zijn belicht.
Bij het opnemen van scènes die in verschillende richtingen bewegen.
Bij het opnemen van scènes waarvan de achtergrond een laag contrast heeft.
Schakel deze functie uit wanneer u de camcorder op een statief heeft geplaatst.
De indicator knippert of gaat uit als de beeldstabilisator niet kan worden
gebruikt.
Normaliter is de afstand tot een onderwerp waarbij de lens in focus is afhankelijk van de zoomvergroting. Tenzij het onderwerp op meer dan 1 meter afstand is, zal de scherpstelling niet juist zijn wanneer geheel is ingezoomd. Met ON gekozen kunt u een onderwerp zo groot als u wilt opnemen tot een afstand van ongeveer 60 centimeter.
Afhankelijk van de zoompositie zal de lens mogelijk niet scherpstellen.
De opnamen worden gemaakt zonder de beeldverhouding te wijzigen. Voor weergave op een TV met normale beeldverhoudingen.
Er worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd. Tijdens weergave op een breedbeeld-tv, worden de zwarte balken onder en boven op het scherm verwijderd en krijgt het scherm de 16:9 verhouding. verschijnt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Bij weergave/opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd en wordt het beeld met een 16:9 brievenbus bioscoopverhouding getoond.
De CINEMA functie functioneert alleen wanneer de VIDEO/DSC schakelaar
op VIDEO staat.
Voor weergave op TV's met een aspectverhouding van 16:9. Het beeld wordt vergroot om het scherm zonder vervorming te vullen. verschijnt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Het beeld wordt in verticale richting vergroot bij weergave/opname op een 4:3 TV/ LCD-monitor/zoeker.
De SQUEEZE functie functioneert alleen wanneer de VIDEO/DSC schakelaar
op VIDEO staat.
: Fabrieksinstelling
NE25
WIND CUT
MANUAL MENU
CAM RESET
ON SCREEN
DATE/
DISPLAY MENU
TIME TIME
CODE
CLOCK ADJ.
QUALITY
REC SELECT
DSC MENU
ON
OFF
CANCEL EXECUTE
LCD
LCD/TV
SIMPLE
ON OFF ON
OFF
Stelt u in staat de huidige datum en tijd in te stellen ( blz. 9).
Stelt u in staat de beeldkwaliteit (FINE of STANDARD) naar uw eigen voorkeur in te stellen ( blz. 12).
Voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis. wordt getoond. De kwaliteit van het geluid verandert. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
De functie voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis wordt uitgeschakeld.
Niet alle instellingen worden teruggezet op de fabrieksinstelling.
Alle instellingen worden teruggezet op de fabrieksinstelling.
De aanduidingen van het display (behalve de datum, tijd en tijdcode tijdens weergave) van de camcorder verschijnen niet op het scherm van de aangesloten TV.
De aanduidingen van het display van de camcorder verschijnen op het scherm van de aangesloten TV.
Voorkomt dat de aanduidingen (met uitzondering van de transportindicator, waarschuwingen, datum, tijd, tijdcode, enz.) in de camcorder verschijnen. De aanduidingen van het display (behalve de datum, tijd en tijdcode tijdens weergave) van de camcorder verschijnen niet op het scherm van de aangesloten TV.
De datum/tijd wordt altijd getoond.
De datum/tijd wordt niet getoond.
De tijdcode wordt getoond op de camcorder en ook op de aangesloten TV. Beeldnummers worden niet getoond bij de opname.
De tijdcode wordt niet getoond.
Wanneer u een momentopname maakt terwijl de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO staat, zullen de stilbeelden alleen op de band worden opgeslagen.
Wanneer u een momentopname maakt terwijl de VIDEO/DSC schakelaar op
/
VIDEO staat, zullen stilbeelden niet alleen op de band, maar ook in het ingebouwde geheugen van de camcorder worden opgeslagen.
: Fabrieksinstelling
OPMERKINGEN:
De MANUAL MENU instellingen zijn alleen van kracht wanneer de spanningsschakelaar op “ ” staat.
De DISPLAY MENU functies die zijn ingesteld met de spanningsschakelaar op “ ” zijn tevens van kracht wanneer de spanningsschakelaar op staat ( blz. 32). CLOCK ADJ. verschijnt alleen wanneer de spanningsschakelaar op “ ” staat.
De DISPLAY MENU instellingen zijn tevens van kracht wanneer de spanningsschakelaar op “ ” staat.
De ON SCREEN instelling kan ook worden veranderd door op de DISPLAY toets op de afstandsbediening (meegeleverd) te drukken ( blz. 41, 44, 53).
26 NE
OPNAME
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
Fade/wipe-effecten
Met deze effecten krijgt u een professionele overgang tussen scènes. Gebruik de effecten bijvoorbeeld voor een dramatischere overgang naar de volgende scène of het versoepelen van de overgangen tussen scènes.
BELANGRIJK:
Sommige overgangseffecten kunnen niet worden gebruikt met bepaalde functies van de Programmabelichting met speciale effecten ( blz. 28). Als u een onbruikbaar Fade/Wipe­effect selecteert, zal de indicator knipperen of uit gaan.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
FADE/WIPE-KEUZE ( , , , , ,
, , , , en )
Fade of Wipe werkt wanneer u begint met opnemen of wanneer u stopt met opnemen.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO en zet
1
vervolgens de spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
3
. Druk de keuzeschijf in.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies de
4
gewenste functie en druk vervolgens de keuzeschijf in. Hiermee is deze instelling afgesloten.
Het FADER/WIPE Menu verdwijnt en het effect is gekozen. De indicator van het gekozen effect verschijnt.
Druk op de opname start-/stoptoets om de fade-in/out
5
of wipe-in/out uit te voeren.
Opname start-/stoptoets
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
Om de gekozen functie uit te schakelen . . .
.... kies OFF (uit) bij stap 4.
OPMERKINGEN:
U kunt de tijdsduur voor een fade of wipe verlengen door de opname start-/stoptoets ingedrukt te houden.
Indien de spanning wordt uitgeschakeld na opname van een scène, zal het eindpunt uit het geheugen worden gewist, waardoor de combinatie voor beeld wipe en oplossen niet meer gebruikt kan worden. Wanneer dit gebeurt, zal de indicator voor beeld wipe/ oplossen knipperen. Let er ook op dat de spanning tevens automatisch wordt uitgeschakeld als het toestel langer dan 5 minuten in de opnamestandbyfunctie heeft gestaan.
Het geluid van het eind van de laatst opgenomen scène wordt niet vastgelegd.
Spanningsschakelaar
KIEZEN VAN BEELD WIPE OF OPLOSSEN ( , , , , , en )
Beeld wipe en oplossen begint bij het starten van de opname.
Voer de hierboven beschreven stappen 1 t/m 4 uit.
1
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamefunktie
2
gekozen . . .
.... druk op de opname start-/stoptoets wanneer de
eerste scène eindigt. Het eindpunt van de scène wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamestandbyfunktie gekozen . . .
.... druk op de opname start-/stoptoets om de
opname te starten en druk nogmaals op deze toets wanneer de eerste scène eindigt. Het eindpunt van de scène wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamestandbyfunktie gekozen maar na het uitvoeren van een beeld wipe/oplossen . . .
.... het punt waar de scène eindigt is reeds in het
geheugen vastgelegd.
Wanneer u binnen 5 minuten na het eind van de
3
voorgaande opname een opname van een nieuwe scène start (zonder de spanning van de camcorder eerst te hebben uitgeschakeld) zal de voorgaande scène met een wipe-out worden uitgeregeld en de nieuwe scène worden getoond.
Menu de fondu et volet
NE27
Menu
FADER WHITE
(WHITE FADER)
FADER BLACK
(ZWARTE FADER)
FADER MOSAIC
(MOZAÏEK FADER)
FADER B.W
(ZWARTE & WHITEFADER)
WIPE CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE SHUTTER
(SLUITER WIPE)
DISSOLVE
(OPLOSSEN)
WIPE CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE SHUTTER
(SLUITER WIPE)
RANDOM
(WILLEKEURIGE FADER)
Effect
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een wit scherm.
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een zwart scherm.
Fade in of uit met een mozaïek-effect over het gehele scherm.
Een fade-in vanuit een zwart/wit scherm naar een gekleurd scherm of een fade-out vanuit een gekleurd scherm naar een zwart/wit scherm.
Een wipe-in op een zwart scherm vanaf de rechterbovenhoek naar de linkeronderhoek, of een wipe-out vanaf de linkeronderhoek naar de rechterbovenhoek tot een zwart scherm.
De scène start in het midden van een zwart scherm en verloopt geleidelijk naar de hoeken of komt vanuit de hoeken op en verloopt geleidelijk naar het midden.
Een wipe-in vanaf rechts naar links of een wipe-out vanaf links naar rechts.
Een wipe-in als twee helften van een zwart scherm die naar links en rechts als een deur openen, of een wipe-out vanaf de linker- en rechterkant waardoor de scène wordt bedekt en een zwart scherm wordt getoond.
De scène komt vanaf de onderkant op en verloopt naar de bovenkant van een zwart scherm, of verloopt vanaf de bovenkant naar de onderkant naar een zwart scherm.
Een wipe-in vanuit het midden van een zwart scherm naar de boven­en onderkant, of een wipe-out van de onder- en bovenkant naar het midden, met een zwart scherm als resultaat.
De tweede scène komt geleidelijk op terwijl de eerste scène geleidelijk verdwijnt.
De tweede scène komt vanaf de rechterbovenhoek naar de linkeronderhoek over de eerste scène op.
De tweede scène komt geleidelijk vanuit het midden van het scherm naar de hoeken op en bedekt de eerste scène.
De tweede scène komt geleidelijk vanaf rechts naar links over de eerste scène op.
De eerste scène verloopt vanaf het midden naar de rechter- en linkerkant van het scherm als een deur die wordt open gedrukt waarachter de volgende scène ligt.
De tweede scène komt vanaf de onderkant van het scherm naar de bovenkant op en bedekt de eerste scène.
De nieuwe scène komt vanaf het midden van het scherm naar de boven- en onderkant op en bedekt de eerste scène.
Met deze functie geactiveerd wordt willekeurig een effect voor de overgang gekozen (uit , , , , , , , ,
, en ). De functie voor beeld wipe/oplossen kan niet worden
gebruikt.
28 NE
OPNAME
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
BELANGRIJK:
Sommige functies van de Programma AE met speciale effecten kunnen niet worden gebruikt met bepaalde fade/wipe-effecten ( blz. 27). Als u een onbruikbare functie selecteert, zal de indicator knipperen of uit gaan.
MENU/ BRIGHT keuzeschijf
Spannings­schakelaar
Display
F
F
P.A
E
/
C
E
4
1/50 1/100 1/250
E
S
L
O
W
4
x
S
L
W
0
x
1
O
O
V
I
E
E
CTHO
D
O
F
F
1/50
T
S
T
H
R
E
U
1/100
T
T
S
H
R
E
U
1/250
T
T
S
H
R
E
U
Menuscherm
Programma AE met speciale effecten
Vervolgens de spanningsschakelaar op “ ” terwijl u
1
de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
3
. Druk de keuzeschijf in.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies de
4
gewenste functie en druk vervolgens de keuzeschijf in. Hiermee is deze instelling afgesloten.
Het P.AE/EFFECT menu verdwijnt en het effect van de gekozen functie is ingesteld. Het symbool van de gekozen functie verschijnt.
Om de gekozen functie uit te schakelen . . .
.... kies OFF (uit) bij stap 4.
OPMERKING:
U kunt het programma AE met speciale effecten zowel tijdens opname als opnamestandby veranderen.
TWILIGHT (Schemerlicht)
Voor een natuurgetrouwe opname van avondscènes. De witbalans ( blz. 30) wordt normaliter op gesteld. Met schemerlicht gekozen zal de scherpstelling automatisch op ongeveer 10 meter tot oneindig worden gesteld. U moet handmatig scherpstellen op onderwerpen die binnen 10 meter van de lens liggen.
SEPIA (Sepia)
Uw opname krijgen een bruinachtige gloed, netzoals bij oude fotos. Gebruik dit effect in combinatie met de bioscoopfunctie voor een nostalgische opname.
MONOTONE (Zwart/wit)
Uw opname is zwart/wit net zoals bij oude bioscoopfilms. Gebruik tezamen met de bioscoopfunctie voor een sterker effect van een nostalgische klassieke film”.
CLASSIC FILM (Klassieke film)
De opgenomen scènes krijgen een licht stroboscoopeffect.
STROBE (Stroboscoop)
Uw opnamen zien er uit als een aantal opeenvolgende stilbeelden
VIDEO ECHO (Videoecho)
Het beeld krijgt een “schaduw” voor fantasievolle opnamen. Er kan niet meer dan 10X worden ingezoomd.
SLOW (Langzame sluiter)
Voor een heldere opname van donkere onderwerpen of zelfs helderder dan bij natuurlijke verlichting. Gebruik SLOW alleen wanneer het donker is.
SLOW 4X
De sluitertijd wordt op 1/12,5 ste seconde gesteld voor het viermaal versterken van de gevoeligheid.
SLOW 10X
De sluitertijd wordt op 1/5 de seconde gesteld voor het 10 maal versterken van de gevoeligheid.
OPMERKINGEN:
Met SLOW krijgen de beelden een stroboscoopachtig effect.
Als de indicator voor de handmatige scherpstelling gaat knipperen wanneer u SLOW gebruikt, dient u met de hand scherp te stellen en een statief te gebruiken.
SHUTTER (Variabele sluitersnelheid) 1/50–De sluitertijd is op 1/50ste seconde gesteld.
De zwarte balk die normaliter verschijnt bij opname van een TV-scherm wordt nu smaller. 1/100–De sluitertijd is op 1/100ste seconde gesteld. Het flikkeren bij opname met neonverlichting of een kwiklamp wordt verminderd. 1/250, 1/500–Deze instellingen kunt u gebruiken om snel bewegende onderwerpen beeld-voor beeld op te nemen zodat de vertraagde weergave later levendig en stabiel zal zijn. Des te sneller de sluitertijd, des te donkerder het beeld. Gebruik daarom uitsluitend bij een goede verlichting.
Belichtingsregeling
Stel de belichting handmatig in onder de volgende omstandigheden:
Wanneer het onderwerp tegenbelicht wordt of wanneer de achtergrond te helder is.
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de sneeuw.
Wanneer de achtergrond te donker is of het onderwerp te licht.
Vervolgens de spanningsschakelaar op “ ”
1
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
3
. Druk de keuzeschijf in.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies
4
MANUAL (handbediening) en druk de keuzeschijf in. Het menuscherm verdwijnt. EXP. en de opgelichte balk op de belichtingsindicator worden op het scherm getoond.
Draai de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar “+”
5
om het beeld lichter te maken, of naar “–” om het beeld donkerder te maken. (maximum ±6)
Druk op MENU/BRIGHT. De belichting is nu
6
ingesteld. De aanduiding EXP. en de oplichtende balk op de belichtingsindicator gaan uit.
Weer instellen van de automatische belichting . . .
.... kies AUTO bij stap 4. Of zet de
spanningsschakelaar op “ ”.
OPMERKING:
Om het onderwerp snel lichter te maken . . .
.... kunt u op BACKLIGHT drukken. De aanduiding
wordt getoond en het onderwerp zal lichter worden gemaakt. Als u nog een keer op dezelfde toets drukt, zal de aanduiding verdwijnen en zal het onderwerp weer net zo belicht worden als voorheen.
Een belichtingscorrectie van +3 heeft hetzelfde
effect als de BACKLIGHT toets.
Bij gebruik van BACKLIGHT
(tegenlichtcompensatie) is het mogelijk dat het licht rond het onderwerp te helder wordt en dat het onderwerp verbleekt.
Tegenlichtcompensatie kan ook worden gebruikt wanneer de spanningsschakelaar op “ ” staat.
Drukken op de BACKLIGHT toets heeft geen effect wanneer de belichting op MANUAL staat en de spanningsschakelaar op “ ”.
NE29
Diafragmavergrendeling
Gebruik deze functie in de volgende situaties:
Wanneer u een bewegend onderwerp opneemt.
Wanneer de afstand tot het onderwerp verandert
(zodat de grootte van het onderwerp in de zoeker of op de LCD-monitor verandert), bijvoorbeeld wanneer het onderwerp zich van u vandaan beweegt.
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de sneeuw.
Wanneer u onderwerpen opneemt die door een spot worden belicht.
Bij het zoomen.
Vergrendel het diafragma wanneer het onderwerp zeer dichtbij is. Het beeld zal niet donkerder worden wanneer het onderwerp verder van de lens verplaatst.
Voer de stappe 1 t/m 4 van Belichting uit voor u aan de volgende stappen begint.
Stel de zoom in zodat het beeld de gehele LCD­monitor of zoeker vult. Houd MENU/BRIGHT
5
langer dan 2 seconden ingedrukt. De belichtings­indicator en “ ” zullen verschijnen. Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. De aanduiding “ ” zal veranderen in en het diafragma zal worden geblokkeerd. EXP. gaat uit.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Spanningsschakelaar
EX0P.
BACKLIGHT toets
Diafragmavergrendel­indicator
Weer instellen van het automatische diafragma . . .
..... Verdraai in stap 4 MENU/BRIGHT zodat “AUTO
wordt getoond en druk op de keuzeschijf. De belichtings-indicator en “ ” doven. U kunt ook de Spanningsschakelaar naar “ ” drukken om weer de volautomatische functie te activeren.
Vergrendelen van de belichting en het diafragma . . .
..... Stel na stap 4 de belichting in door MENU/BRIGHT
te verdraaien. Vergrendel vervolgens het diafragma in stap 5. Voor een automatische vergrendeling moet u MENU/BRIGHT verdraaien zodat AUTO wordt gekozen en vervolgens in stap 4 op de keuzeschijf drukken. Het diafragma wordt na ongeveer 2 seconden automatisch ingesteld.
Diafragma
Net als de pupillen van uw ogen, zal de diafragma­opening kleiner worden als er veel licht is, zodat er niet teveel licht binnen kan vallen, en zal de diafragma­opening groter worden als het donkerder is om meer licht binnen te laten.
30 NE
OPNAME
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
Instellen van de witbalans
Een juiste witbalans zorgt voor een juiste reproductie van de kleuren onder verschillende lichtomstandigheden. Een juiste witbalans maakt een correctie zodat alle kleuren natuurgetrouw worden getoond. De witbalans wordt normaliter automatisch ingesteld. Meer ervaren camcordergebruikers willen de witbalans echter mogelijk handmatig instellen voor professionelere kleuren en tinten.
Vervolgens de spanningsschakelaar op “ ”
1
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai MENU/BRIGHT, kies en druk de
3
keuzeschijf in. Het menuscherm verdwijnt en de aanduiding W.BAL en de huidige instelling zullen worden getoond.
Verdraai MENU/BRIGHT en stel de gewenste
4
functie in. AUTO – De witbalans wordt automatisch
MAN.” – Voor het opnemen van een
”–Buitenshuis op een zonnige dag. ”– Buitenshuis op een bewolkte dag. ”–Bij gebruik van een videolamp of een
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in.
5
Hiermee is de instelling afgesloten.
Weer instellen van de automatische witbalans . . .
.... Kies in stap 4 AUTO. U kunt ook de
Spanningsschakelaar naar “ ” drukken.
OPMERKING:
De witbalans kan niet worden ingesteld bij gebruik van het sepia of zwart/wit effect ( blz. 28).
ingesteld (fabrieksinstelling).
onderwerp waarvoor de witbalans reeds is ingesteld.
dergelijke verlichting.
Gebruik van de handmatige witbalans
Stel de witbalans handmatig in bij opnamen onder verschillende lichtbronnen.
Voer stappen 1 t/m 4 van het instellen van de
1
witbalans uit, en kies MAN.”.
Houd een vel wit papier voor het onderwerp.
2
Zoom of verplaats zodat het witte papier het scherm geheel vult.
Druk op MENU/BRIGHT totdat begint te
3
knipperen. stopt te knipperen wanneer de instelling is gemaakt.
Druk op MENU/BRIGHT. Alleen de indicator
4
voor handmatige regeling van de witbalans
zal worden getoond.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Wit papier
Spanningsschakelaar
Veranderen van de tint voor opname . . .
.... Gebruik in stap 2 een vel gekleurd papier. De
witbalans wordt nu op basis van de kleur ingesteld waardoor de tint wordt veranderd. Gebruik rood papier voor dieper groen; blauw papier voor een oranje-achtige tint; geel papier voor dieper paars.
OPMERKINGEN:
In stap 2 is het scherpstellen op een stuk wit papier mogelijk moeilijk. U moet in dat geval handmatig scherpstellen ( blz. 21).
Een onderwerp kan onder diverse lichtomstandigheden binnen worden opgenomen (natuurlijk licht, neonlampen, kaarslicht, enz.). Daar de kleurtemperatuur verschillend is afhankelijk van de lichtbron, zal de tint verschillen afhankelijk van de witbalansinstelling. Gebruik deze functie voor een natuurgetrouw resultaat.
De instelling voor de handmatige witbalans blijft in het geheugen bewaard wanneer u de spanning uitschakelt of de accu ontkoppelt.
WEERGAVE
2
Terugspoeltoets (
Stoptoets (5)
Spanningsschakelaar
)
Luidspreker
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
Basisbediening weergave voor video
Weergavetoets/ pauzetoets (
Snel doorspoeltoets
3
(
Vergrendeltoets
4
/6)
)
Motorzoomhendel (VOL.)
F
F
O
Y
A
L
P
Plaats een cassette ( blz. 10).
1
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO en zet vervolgens de spanningsschakelaar op terwijl u
2
de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt. Druk op 4/6 om de weergave te starten.
Druk op 5 om de weergave te stoppen.
Druk tijdens de stopfunctie op 2 om de band terug te
spoelen of op 3 om de band snel door te spoelen.
Om het volume van de luidspreker te regelen . . .
..... dient u de motorzoomregelaar (VOL.) naar + te duwen om
het volume te verhogen, of naar “–” om het volume te verlagen.
OPMERKINGEN:
Als de Stop-functie 5 minuten voortduurt met een accu als stroomvoorziening, zal de camcorder zichzelf automatisch uitschakelen. Om de camcorder weer aan te zetten, dient u eerst de spanningsschakelaar naar OFF te draaien en vervolgens naar
U kunt het afgespeelde beeld op de LCD-monitor bekijken, in de zoeker, of op een aangesloten TV (
U kunt het weergegeven beeld ook via de LCD monitor bekijken, deze helemaal omkeren en dan tegen de body van de camcorder drukken.
Aanduidingen op de LCD-monitor of in de zoeker:
Wanneer er een kabel is aangesloten op de AV aansluiting, zal er geen geluid geproduceerd worden via de luidspreker.
.
Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien door een accu: de wordt getoond. Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien via het gelijkstroomsnoer: Er worden geen aanduidingen getoond wanneer het toestel gestopt is.
indicator voor resterende accuspanning
blz. 40).
zal niet getoond worden.
NE31
Stilbeeldweergave:
1) Druk tijdens weergave op 4/6.
2) Druk nogmaals op
De stopfunctie wordt automatisch ingesteld indien er langer dan 3 minuten een stilbeeld met de camcorder wordt getoond. De spanning van de camcorder wordt automatisch uitgeschakeld indien de stopfunctie langer dan 5 minuten is geactiveerd.
Wanneer
4
/6
moet stabiliseren.
ingedrukt is, is het mogelijk dat het beeld niet onmiddellijk pauzeert omdat de camcorder het beeld nog
Pauzeren tijdens weergave.
4
/6 om de weergave voort te zetten.
Snelzoeken: Met hoge snelheid in voor- of achterwaartse richting zoeken.
1) Druk op 3 voor versnelde weergave in voorwaartse richting of op 2 voor versnelde weergave in achterwaartse
richting.
4
2) Druk op
Houd tijdens weergave de 2 of 3 toets ingedrukt. Het zoeken zal doorgaan zo lang u de toets ingedrukt houdt. De
normale weergave start weer als u de toets loslaat.
Tijdens het zoeken met hoge snelheid krijgt het beeld mogelijk een mozaïekachtig effect. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Beeld-voor-beeld weergave:
1) Schakel de stilbeeldweergave in.
2) Draai MENU/BRIGHT naar
terug tijdens de stilbeeldweergave.
Druk op
U kunt ook de meegeleverde afstandsbediening gebruiken voor beeld-voor-beeld weergave ( blz. 50).
/6 om de normale weergave weer voort te zetten.
Stelt u in staat beeld-voor-beeld te laten weergeven.
+ voor beeld-voor-beeld weergave vooruit, of naar “–” voor beeld-voor- beeld weergave
4
/6 om de normale weergave te hervatten.
Weergave zoom en Weergave speciale effecten
Uitsluitend instelbaar met de meegeleverde afstandsbediening ( blz. 50, 51).
32 NE
1
S
1 S R
R
O
2 Y E
E
U
B N C
V T
N
I
C
I U
D
T H
M
D R
R
O
E N
M
M O D C
O
O
O
E
O
D
D
P
M
E
E
Y
ENU
S
S S
T
O O
E
U U
R
N N
E
D D
O
L
R
1
O D
T
R N A
I
D
E T
M
I T S E
E
S U C
/
P R R T
C
L N E
I
O
A
E M
D
Y
N
E
E
M
EN
O
O
U
N
FF
MENU/BRIGHT keuzeschijf
WEERGAVE
Spanningsschakelaar
F
F
O
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
Geavanceerde mogelijkheden voor video
Weergavemenu
De volgende handelingen zijn van toepassing op het maken van alle instellingen uitgezonderd voor Synchro Comp ( blz. 56, 57).
Zet de spanningsschakelaar op terwijl u de
1
vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. Het menuscherm zal verschijnen.
2
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies het pictogram van de gewenste functie en druk de
3
keuzeschijf in. Het bijbehorende functiemenu zal nu verschijnen.
Dient u de MENU/BRIGHT keuzeschijf te verdraaien
4
om de gewenste functie te kiezen en vervolgens de keuzeschijf in te drukken. Het betreffende sub-menu zal verschijnen.
Opname start-/stoptoets
Display
Menuscherm
* Elke instelling is verbonden met het DISPLAY
MENU dat verschijnt wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” wordt gezet ( blz. 25). De instelmogelijkheden zijn dezelfde zoals staan vermeld op blz. 25.
OPMERKINGEN:
Het is ook mogelijk de in-beeld display instellingen te wijzigen door op DISPLAY op de afstandsbediening (meegeleverd) te drukken.
De REC MODE opnamefunctie kan worden ingesteld wanneer de spanningsschakelaar op of “ ” staat ( blz. 11, 23).
Als ON SCREEN op SIMPLE staat, zullen de aanduidingen van de camcorder (met uitzondering van de datum, de tijd en de tijdcode) niet op de aangesloten TV verschijnen. Hierdoor verdwijnen ook de aanduiding van de geluidsweergavefunctie en bandtransportsnelheid van het scherm van de camcorder.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies de te wijzigen instelling en druk de keuzeschijf in. Het
5
kiezen van de instelling is hiermee afgerond.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer 1RETURN en
6
druk de schijf twee keer in om het menuscherm te sluiten.
SOUND MODE
12BIT MODE
SYNCHRO
REC MODE
blz. 33.
blz. 33.
blz. 57.
Stelt u in staat de gewenste video-opnamefunctie in te stellen (SP of LP) ( blz. 11).
VIDEO MENU
COPY
ON: Maakt het mogelijk beelden van band te kopiëren naar het ingebouwde geheugen van de camcorder ( blz. 47). OFF: Maakt het mogelijk momentopnamen te maken tijdens het afspelen van videobeelden ( blz. 16).
ON SCREEN*
Laat de aanduidingen van de camcorder verschijnen/ verdwijnen op het scherm van een aangesloten TV.
DATE/TIME*
Laat de datum/tijd verdwijnen/verschijnen op
DISPLAY MENU
TIME CODE*
de camcorder.
Laat de tijdcode verdwijnen/verschijnen op de camcorder.
NE33
Weergavegeluid
Tijdens weergave bepaalt de camcorder automatisch met welke geluidsfunctie de opname was gemaakt. Kies indien gewenst echter het geluid dat u voor de weergave wilt gebruiken. Kies SOUND MODE of 12BIT MODE van het Menuscherm volgens de uitleg op blz. 32 en wijzig de gewenste instellingen.
SOUND MODE
12BIT MODE
STEREO
SOUND L
SOUND R
SOUND 1
SOUND 2
Zowel het “L” als het “R” kanaal wordt in stereo weergegeven.
Het geluidssignaal van het “L” kanaal wordt in stereo weergegeven.
Het geluidssignaal van het “R” kanaal wordt in stereo weergegeven.
Het originele geluid wordt zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo weergegeven.
Het gedubde geluid wordt zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo weergegeven.
MIX
Het originele en het gedubde geluid worden gecombineerd en zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo weergegeven.
: Fabrieksinstelling
OPMERKINGEN:
De SOUND MODE (geluidsfunctie) instelling is beschikbaar voor zowel 12-bits als 16-bits geluidssignalen. (In de beschrijving van voorgaande modellen wordt 12-bits” “32 kHz en 16- bits” “48 kHz genoemd.)
De camcorder kan niet bepalen met welke geluidsfunctie de opname is gemaakt wanneer er snel vooruit of terug gespoeld wordt. Tijdens weergave wordt de geluidsfunctie in de linkerbovenhoek getoond.
Display
ON SCREEN (In-beeld) instelling: Voor geluidsweergave, bandsnel en bandtransport.
12
BIT/SOUND
1
SP
4
DATE/TIME instelling: Voor de datum/tijd aanduiding.
TIME CODE (tijdcode) instelling: Voor de tijdcode aanduiding.
25. 1127.:030 0
TC
12:34:24
Beelden*
Seconden
Minuten
* 25 beelden = 1 seconde
34 NE
Terugspoeltoets (2)
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
Spanningsschakelaar
Om het volgende beeld te tonen
10 / 30
Snel doorspoeltoets
3
(
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
Display
WEERGAVE
)
F
F
O
Basisbediening weergave D.S.C.
Normale weergave
Met de camcorder opgenomen beelden worden automatisch genummerd en vervolgens op numerieke volgorde opgeslagen in het ingebouwde geheugen van de camcorder. U kunt de opgeslagen beelden een voor een bekijken, alsof u door een fotoalbum bladert.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op en zet
1
vervolgens de spanningsschakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Een van de opgeslagen beelden wordt op het display getoond.
Druk op 3 om het volgende beeld op het scherm te
2
krijgen. Druk op 2 om het vorige beeld op het scherm te krijgen.
OPMERKING:
Zelfs als u een nieuw beeld opneemt nadat u een beeld met een laag nummer heeft weergegeven, zal er geen bestaand beeld worden overschreven, omdat nieuwe beelden altijd worden opgeslagen na het laatst opgenomen beeld.
Om het vorige beeld te tonen
11 / 30
12 / 30
1
13 / 30
Totaal aantal beelden
Toont het totaal aantal opgeslagen beelden.
Beeldnummer
Toont het indexnummer van het beeldbestand (
blz. 35).
Beeldkwaliteit
Indexnummer
EXIT
01 02 03
04
MENU/BRIGHT keuzeschijf
<
05
Beveiligingsicoon
Geselecteerd beeld
INDEX
>
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
NE35
INDEX-scherm
U kunt de opgenomen beelden met de bijbehorende index-informatie op het scherm bekijken. Het INDEX scherm is handig om voor u ze gaat weergeven de opgenomen beelden te controleren en laat naast de beeldkwaliteit waarin de beelden zijn opgenomen ook zien welke beelden tegen per ongeluk wissen beveiligd zijn.
01: Indexnummer
Indexnummers worden aangegeven vanaf nummer 01.
06
F
F
O
Y
A
L
P
Wanneer er bijvoorbeeld 10 beelden zijn opgeslagen (indexnummers van 01 t/m 10) en u de 3 beelden met de nummers 02, 04 en 06 wist, dan zullen de beelden met hogere nummers dan de gewiste vanzelf opschuiven en opnieuw genummerd worden. Uiteindelijk heeft u dan in dit voorbeeld in totaal 7 opgeslagen beelden over die genummerd zijn van 01 t/m 07.
: Beeldkwaliteit
Laat zien met welke instelling voor de beeldkwaliteit het betreffende beeld is opgeslagen. Er zijn 2 instellingen beschikbaar: FINE en STANDARD ( blz. 12). Er staat een sterretje naast de beelden die met de hogere FINE beeldkwaliteit zijn opgenomen. Naast beelden in de normale STANDARD beeldkwaliteit staat geen aanduiding.
: Beveiligingsicoon
Wanneer een beeld beveiligd is tegen wissen, zal er een kleine afbeelding van een hangslot verschijnen naast de aanduiding van de beeldkwaliteit en zult u dat beeld niet zonder meer kunnen wissen.
Geselecteerd beeld
Een beeld wordt, omlijst in groen wanneer het geselecteerd is. Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf om de groene omlijsting naar het gewenste beeld te verplaatsen.
Index-weergave
U kunt de in het geheugen opgeslagen beelden in groepen
Display
MOEWNU
D
S
C
R
1
E
T
U
R
N
I
N
D
E
X
S
L
I
D
E
STH
P
R
O
T
E
C
D
E
L
E
T
E
F
O
R
M
A
T
Menuscherm
Weergave-scherm
van zes tegelijk bekijken. U kunt deze mogelijkheid gebruiken als u een bepaald beeld op moet zoeken.
Voer stap 1 onder “Normale weergave op blz. 34 uit.
1
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. Het
2
menuscherm zal verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer en druk de
3
schijf in. DSC MENU zal nu verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer INDEX en druk
4
de schijf in. Het INDEX-scherm zal nu verschijnen.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf om de groene omlijsting naar het gewenste beeld te
5
verplaatsen en druk vervolgens de keuzeschijf in. Het geselecteerde beeld wordt op het hele scherm getoond, waarna de normale weergave begint.
36 NE
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Spanningsschakelaar
Stoptoets (5)
WEERGAVE
F
F
O
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
Weergavetoets/ pauzetoets (
4
/6)
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C.
Diavoorstelling
U kunt alle beelden die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch op numerieke volgorde laten zien.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op en zet
1
vervolgens de spanningsschakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. Het
2
menuscherm zal verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer en druk de
3
schijf in. DSC MENU zal nu verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer SLIDE SHOW
4
en druk de keuzeschijf in. De diavoorstelling zal nu beginnen.
Druk op 5 om de diavoorstelling te stoppen.
5
Om de diavoorstelling te laten beginnen zonder het menuscherm te openen . . .
.... dient u na stap 1 op 4/6 te drukken. Druk op 5 om
de diavoorstelling te stoppen.
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
Display
MOEWNU
D
S
C
R
1
E
T
U
R
N
I
N
D
E
X
S
L
I
D
E
STH
P
R
O
T
E
C
D
E
L
E
T
E
F
O
R
M
A
T
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
Display
S
C
D
MOEWNU
R
N
R
E
T
U
1
N
D
E
X
I
L
I
D
E
STH
S
E
C
P
R
O
T
T
E
D
E
L
E
A
T
F
O
R
M
EXIT
<
PROTECT
01 02 03
04
Normale weergave
EXIT
<
PROTECT
01 02 03
04
>
05
>
05
MENU/BRIGHT keuzeschijf
F
F
O
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
Spanningsschakelaar
Menuscherm
PROTECT indexscherm
06
Hangslot-teken
Als de beveiliging is opgeheven.
06
NE37
Beelden beveiligen
De beveiliging helpt te voorkomen dat er per ongeluk beelden gewist worden. Wanneer er naast de aanduiding voor de beeldkwaliteit een klein hangslotje staat afgebeeld, kan dat beeld niet zonder meer gewist worden.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op en zet
1
vervolgens de spanningsschakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Een van de opgeslagen beelden wordt op het display getoond.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt. Verdraai de keuzeschijf, selecteer en druk de schijf in. DSC MENU zal nu verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer PROTECT en
3
druk de schijf in. Het PROTECT indexscherm zal nu verschijnen.
OM EEN BEELD TE BEVEILIGEN
Voor u aan de volgende procedure gaat beginnen, moet u de stappen 1 t/m 3 zoals hierboven vermeld hebben uitgevoerd.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, verplaats de
4
groene omlijsting naar het gewenste beeld en druk de keuzeschijf in. Er zal een afbeelding van een hangslot “ ” verschijnen op het geselecteerde beeld. Herhaal deze procedure voor alle beelden die u niet per ongeluk wilt kunnen wissen.
Draai de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar boven,
5
selecteer EXIT en druk de keuzeschijf in. Het normale weergave-scherm verschijnt.
OPMERKING:
Wanneer het geheugen geïnitialiseerd is of onleesbaar is geraakt, zijn ook beveiligde beelden gewist. Als u belangrijke beelden niet kwijt wilt raken, bevelen wij aan deze over te brengen naar een PC en ze daarop op te slaan.
VERWIJDEREN BEVEILIGING
Voor u aan de volgende procedure gaat beginnen, moet u de stappen 1 t/m 3 zoals hierboven vermeld hebben uitgevoerd.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, verplaats de
4
groene omlijsting naar het gewenste beeld en druk de keuzeschijf in. De afbeelding van een hangslot “ ” verdwijnt boven het geselecteerde beeld en het beeld is niet langer beveiligd. Herhaal deze procedure voor alle beelden die u niet meer beveiligd wilt hebben.
Normale weergave
Draai de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar boven,
5
selecteer EXIT en druk de keuzeschijf in. Het normale weergave-scherm verschijnt.
38 NE
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
WEERGAVE
MENU/BRIGHT keuzeschijf
F
F
O
Y
A
L
P
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C. (vervolg)
Beelden Wissen
U kunt eerder opgenomen beelden een voor een of allemaal tegelijk wissen.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op en zet vervolgens de spanningsschakelaar op
1
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Een van de opgeslagen beelden wordt op het display getoond.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm verschijnt. Verdraai de keuzeschijf, selecteer
2
DSC MENU zal nu verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer DELETE en druk de schijf in. Het sub-menu zal nu verschijnen.
3
terwijl u de
en druk de schijf in.
Vergrendeltoets
Spanningsschakelaar
Display
NEXT
<
DELETE
01 02 03
>
CEAXNEC
05
D
S
MENU
E
L
C
U
TCE
04
06
DELETE indexscherm
Wissen bevestigingsscherm
LET OP:
Voer geen andere handelingen uit (bijvoorbeeld de stroom uitschakelen) terwijl het wissen aan de gang is. U kunt ook het beste de meegeleverde netstroomadapter/oplader gebruiken, want als de accu leeg raakt tijdens het wissen, is het mogelijk dat het geheugen onbruikbaar wordt. Als het geheugen onverhoopt onbruikbaar geworden is, moet u het initialiseren (
OPMERKINGEN:
Beveiligde beelden ( blz. 37) kunnen niet worden gewist op de bovenvermelde manier. U moet eerst de beveiliging opheffen voor u deze beelden kunt wissen.
Eenmaal gewiste beelden kunnen niet meer worden teruggehaald. Controleer welke beelden u gaat wissen.
blz. 39).
SELECTEREN VAN HET GEWENSTE BEELD DOOR DE IN HET GEHEUGEN OPGESLAGEN BEELDEN DOOR TE BLADEREN
Voer de stappen 1 t/m 3 hierboven uit voor u aan de volgende procedure gaat beginnen.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies SELECT en druk de keuzeschijf in. Het DELETE indexscherm verschijnt.
4
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf om de groene omlijsting te verplaatsen naar het beeld dat u wilt wissen en
5
druk vervolgens de keuzeschijf in. Er zal nu een “ ” verschijnen boven het geselecteerde beeld. Herhaal deze procedure voor alle beelden die u wilt wissen. Om een beeld toch te behouden, drukt u gewoon weer MENU/BRIGHT in als de groene omlijsting bij het bewuste beeld is. Het
Draai de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar boven, kies NEXT en druk de keuzeschijf in. Het
6
wisbevestigingsscherm verschijnt.
Draai de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar boven, kies EXECUTE (uitvoeren) en druk de keuzeschijf in. De
7
aanduiding DELETING IN PROGRESS (aan het wissen) verschijnt. De eerder geselecteerde beelden worden nu gewist en het normale weergave-scherm verschijnt.
Als u het wissen wilt annuleren, verdraait u MENU/ BRIGHT om CANCEL (annuleren) te selecteren en drukt
u vervolgens de keuzeschijf in.
tekentje zal verdwijnen.
ALLE BEELDEN WISSEN
Voer de stappen 1 t/m 3 hierboven uit voor u aan de volgende procedure gaat beginnen.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, selecteer ALL en druk de keuzeschijf in. Het wissen bevestigingsscherm
4
verschijnt.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, selecteer EXECUTE (uitvoeren) en druk de keuzeschijf in. De
5
aanduiding DELETING IN PROGRESS (aan het wissen) verschijnt. Alle beelden worden gewist en het normale weergavescherm zal verschijnen.
Als u het wissen wilt annuleren, verdraait u MENU/ BRIGHT om CANCEL (annuleren) te selecteren en drukt
u vervolgens de keuzeschijf in.
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
MENU/BRIGHT keuzeschijf
F
F
O
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
NE39
Initialiseren van het ingebouwde geheugen
U kunt op elk moment het ingebouwde geheugen van de camcorder initialiseren.
Na het initialiseren zijn alle beelden in het geheugen, ook de beveiligde, gewist.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op en zet
1
vervolgens de spanningsschakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. Het
2
menuscherm zal verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer en druk de
3
schijf in. DSC MENU zal nu verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer FORMAT en
4
druk de keuzeschijf in. Het sub-menu verschijnt.
Spanningsschakelaar
Display
D
MOEWNU
S
C
R
E
T
U
R
N
1
N
D
E
X
I
L
I
D
S
E
STH
P
R
O
T
E
C
D
E
L
E
T
E
F
O
R
M
A
CEAXNECCEUL
T
Menuscherm
TE
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer EXECUTE en
5
druk de keuzeschijf in. De aanduiding FORMAT­TING IN PROGRESS (aan het formatteren) verschijnt terwijl het toestel het ingebouwde geheugen initialiseert. Wanneer het initialiseren klaar is, verschijnt de aanduiding NO IMAGES STORED (geen beelden opgeslagen).
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer CANCEL en druk de keuzeschijf in om het initialiseren te annuleren.
LET OP:
Voer geen andere handelingen uit (bijvoorbeeld de stroom uitschakelen) terwijl het initialiseren aan de gang is. U kunt ook het beste de meegeleverde netstroomadapter/oplader gebruiken, want als de accu leeg raakt tijdens het initialiseren, is het mogelijk dat het geheugen onbruikbaar wordt. Als het geheugen onverhoopt onbruikbaar geworden is, moet u het opnieuw initialiseren.
40 NE
VERBINDINGEN
Basisverbindingen
Hier vindt u wat voorbeelden voor basisverbindingen. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van uw videorecorder en TV voor het aansluiten.
A. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die uitsluitend compatibel is met
normale videosignalen
Naar AV
Kernfilter
Audio-/Videokabel
Aansluitingafdekking*
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels. ** U heeft de audiokabel niet nodig als u stilbeelden wilt weergeven met de VIDEO/DSC schakelaar op “ ”.
[ministekker naar RCA (tulp) stekker] (bijgeleverd)
Naar TV of videorecorder
Wit naar AUDIO L IN**
Rood naar AUDIO R IN**
Geel naar VIDEO
Kabeladapter (bijgeleverd)
Stel op CVBS
TV
Videorecorder
B. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die compatibel is met Y/C signalen
Audio-/Videokabel [ministekker naar RCA (tulp) stekker] (bijgeleverd)
Kernfilter
Naar AV
Naar S
Kernfilter
Geel: niet verbonden
Wit naar AUDIO L IN**
Rood naar AUDIO R IN**
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Naar
Naar TV of videorecorder
Kabeladapter (bijgeleverd)
Stel op Y/C
-IN
TV
Videorecorder
Aansluitingafdekking*
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels. ** U heeft de audiokabel niet nodig als u stilbeelden wilt weergeven met de VIDEO/DSC schakelaar op “ ”.
NE41
C.
Verbinden met een TV of videorecorder met S-VIDEO IN en/of A/V ingang (RCA type) aansluitingen
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels. ** U heeft de audiokabel niet nodig als u stilbeelden wilt
weergeven met de VIDEO/DSC schakelaar op .
Audio-/Videokabel [ministekker naar RCA (tulp) stekker] (bijgeleverd)
Kernfilter
Naar AV
Naar S
Kernfilter
Aansluitingafdekking*
Let er op dat alle apparaten uitgeschakeld zijn.
S-videokabel (los verkrijgbaar)
1
Verbind de camcorder met een TV of
2
videorecorder zoals in de afbeelding wordt aangegeven ( blz. 40).
Bij gebruik van een videorecorder . . . ga naar stap 3. Zo niet . . . ga naar stap 4.
Verbind de videorecorder-uitgang met de TV-
3
ingang, zie de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder.
Schakel de camcorder, videorecorder en TV in.
4
Schakel de videorecorder in de AUX
5
ingangsfunctie en de TV in de VIDEO functie.
Zonder gebruik van de S-videokabel
Geel naar VIDEO IN
Wit naar AUDIO L IN**
Rood naar AUDIO R IN**
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen op de aangesloten TV . . .
Datum/tijd
.... stel DATE/TIME op ON of OFF via het
menuscherm ( blz. 32).
Tijdcode
.... stel TIME CODE op ON of OFF via het
menuscherm ( blz. 32).
De geluidsweergavefunctie, bandtransportsnelheid
en bandtransport displays voor videoweergave
OF
Beeldnummer/totaal aantal beelden voor D.S.C. weergave
.... zet ON SCREEN op LCD of SIMPLE via
het menuscherm ( blz. 32). Of druk op DISPLAY op de afstandsbediening (meegeleverd).
TV
Videorecorder
Naar S-VIDEO IN
Naar TV of videorecorder
OPMERKINGEN:
Gebruik bij voorkeur de netadapter/lader als spanningsbron in plaats van de accu ( blz. 7).
Let er op dat u de kabeluiteinden die zijn voorzien van kernfilters aansluit op de camcorder. Kernfilters verminderen interferentie.
Om de beelden en het geluid van de camcorder te kunnen volgen zonder een cassette in het toestel te doen, zet u de spanningsschakelaar op “ ” of “ ” en vervolgens zet u uw TV in de juiste stand.
Controleer dat het volume van de TV in de minimale stand is gesteld alvorens de weergave van de camcorder te starten.
Indien u een TV of luidsprekers heeft die niet speciaal zijn afgeschermd, moet u de luidsprekers niet in de buurt van de TV plaatsen daar dit ruis in het weergavebeeld van de camcorder veroorzaakt.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-
videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een
audio/videokabel is aangesloten.
42 NE
VERBINDINGEN
Aansluiten op een Personal Computer
Deze camcorder kan stilbeelden overdragen aan een personal computer door middel van de meegeleverde software, wanneer zij op elkaar aangesloten zijn zoals aangegeven in de illustratie. Het is ook mogelijk om stilbeelden over te dragen aan een personal computer die voorzien is van een capture-kaart met een DV-aansluiting.
Geavanceerde verbindingen
Aansluiting­afdekking*
Naar DV OUT
DV kabel**
Naar de DV-aansluiting
Kernfilter
PC verbindings­kabel (bijgeleverd)
Naar de PC (DIGITAL PHOTO)
Naar de RS-232C poort
Spannings­schakelaar
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
1
Sluit de camcorder aan op uw PC met de juiste kabel
2
zoals aangegeven in de afbeelding.
Zet de spanningsschakelaar van de camcorder op
3
terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en zet de PC aan.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de netadapter/lader als stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu ( blz. 7).
Sluit nooit de PC verbindingskabel en de DV kabel tegelijk aan op de camcorder. Sluit alleen die kabel aan die u daadwerkelijk gaat gebruiken.
De datum/tijd informatie kan niet door de PC worden overgenomen.
Raadpleeg de handleidingen van de meegeleverde software.
Raadpleeg tevens de handleiding van de fabrikant voor de capture-kaart met DV-aansluiting.
PC met een capture-kaart met een DV-aansluiting
* Open deze afdekking wanneer u de kabel
aansluit.
** Gebruik de met de capture-kaart meegeleverde
DV kabel.
PC
Aansluiting­afdekking*
Naar de DV IN aansluiting
Digitale Printer
Naar
DV OUT
Kernfilter
DV kabel
(los verkrijgbaar)
Video-apparaat met een DV ingangsaansluiting
Spannings­schakelaar
Naar de DV­aansluiting
Naar de PC aansluiting
Kernfilter
PC verbindings­kabel (bijgeleverd)
NE43
Aansluiten op een Video-apparaat voorzien van een DV-aansluiting
Aansluiting van de camcorder op de GV-DT3 Digital Printer (los verkrijgbaar), stelt u in staat beelden af te drukken of door te geven aan een PC. Het is ook mogelijk om met de camcorder opgenomen scènes te kopiëren op een andere videorecorder die voorzien is van een DV­aansluiting. Deze functie heet Digitaal kopiëren ( blz. 45), wat als groot voordeel heeft dat daarbij vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit optreedt.
Let er op dat alle apparaten uitgeschakeld zijn.
1
Sluit de camcorder op het door u gewenste apparaat
2
aan met de DV kabel zoals aangegeven in de illustratie.
Sluit indien nodig de PC verbindingskabel aan op de
3
PC aansluiting van de printer en op de RS-232C poort van de PC.
Zet de spanningsschakelaar van de camcorder op
4
terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt en zet de andere apparaten aan.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu ( blz. 7).
Bij gebruik van de camcorder voor het kopiëren moet de camcorder als weergavetoestel worden gebruikt. De DV aansluiting van de camcorder is uitsluitend een uitgang (weergave).
Als er geprobeerd wordt een stilstaand beeld weer te geven, of slow-motion of snel vooruit of terug te spoelen terwijl de camcorder is aangesloten op een video toestel via de DV aansluiting, zal het beeld eruit zien als een gekleurd mozaiek of helemaal zwart worden.
Raadpleeg ook de handleidingen van de aangesloten apparatuur.
Gebruik de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV kabel.
Naar de RS-232C poort
PC
*Open deze afdekking wanneer u de kabel
aansluit.
44 NE
Spannings­schakelaar
Naar AV
Kernfilter
Aansluiting­afdekking**
Kernfilter
S-videokabel (los verkrijgbaar)
“Y/C”/“CVBS” video-uitgangs­schakelaar
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
** Open deze afdekking voor het verbinden van
de kabels.
Naar S
Audio-/Videokabel [ministekker naar RCA (tulp) stekker] (bijgeleverd)
Videorecorder (opnamedeck)
TV
Naar AUDIO, VIDEO* en aansluitingen
Indien uw VCR een SCART aansluiting heeft, moet u de bijgeleverde kabeladapter gebruiken.
KOPIËREN
Kopiëren naar een videorecorder
Sluit de camcorder op de videorecorder aan volgens de aanwijzingen in de afbeelding. Zie ook blz. 40 en
1
41.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO en de
2
spanningsschakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt, schakel aldus de stroom in en doe de gewenste cassettes in de camcorder en de videorecorder.
Schakel de videorecorder in de AUX en opnamepauzefuncties.
3
Schakel de weergavefunctie van de camcorder in en zoek het punt dat net voor het inmonteerpunt ligt.
4
Druk bij dit punt op 4/6 van de camcorder.
Druk op 4/6 van de camcorder en schakel de videorecorder in de opnamefunctie.
5
Schakel de videorecorder in de opnamepauzefunctie en druk op 4/6 van de camcorder.
6
Herhaal stappen 4 t/m 6 voor het kopiëren van meerdere scènes. Schakel zowel de camcorder als de
7
videorecorder in de stopfunctie wanneer u klaar bent.
OPMERKINGEN:
Controleer voordat u het kopiëren start dat er geen aanduidingen op het scherm van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen zullen namelijk tevens op de kopie worden opgenomen indien deze op het scherm van de TV zijn getoond.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen
-IN
op de aangesloten TV . . .
Datum/tijd
..... stel DATE/TIME op ON of OFF via het
menuscherm ( blz. 32).
Tijdcode
..... stel TIME CODE op ON of OFF via het
menuscherm ( blz. 32).
Geluidsweergavefunctie, bandsnelheid en bandtransport
displays
..... zet ON SCREEN via het menuscherm ( blz. 32) op
LCD of SIMPLE. Of druk op DISPLAY op de deafstandsbediening.
Let er op dat u de kabeluiteinden die zijn voorzien van kernfilters aansluit op de camcorder. Kernfilters verminderen interferentie.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
geschikt is voor Y/C signalen en met een S­videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/
videokabel is aangesloten.
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu ( blz. 7).
U kunt de weergavezoom ( blz. 50) of weergave met speciale effecten ( blz. 51) in stap 5 gebruiken.
Aansluitingafdekking*
Spannings­schakelaar
Naar DV OUT
Kernfilter
NE45
Kopiëren naar video-apparatuur met een DV aansluiting (digitaal kopiëren)
Het is ook mogelijk om opgenomen scènes te kopiëren van de camcorder naar een ander video-apparaat met een DV-aansluiting. Omdat er een digitaal signaal gestuurd wordt, is er vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit.
Let er op dat alle apparatuur uit staat. Sluit de
1
camcorder aan op een videorecorder die is voorzien van een DV ingangsaansluiting via een DV-kabel, zoals aangegeven op de afbeelding.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO en de
2
spanningsschakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt, schakel aldus de stroom in en doe de gewenste cassettes in de camcorder en het video-apparaat.
DV kabel (los verkrijgbaar)
Naar de DV IN aansluiting
*Open deze afdekking wanneer u de kabel
aansluit.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroom-voorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu ( blz. 7).
Als u de afstandsbediening gebruikt terwijl zowel de speler als de recorder van JVC zijn, zullen beide toestellen dezelfde handeling uitvoeren. Om dit te voorkomen, dient u de toetsen op beide toestellen zelf te gebruiken.
Bij digitaal kopiëren kan deze camcorder slechts op een enkel ander toestel tegelijkertijd worden aangesloten.
Als er tijdens het kopiëren een blanco stuk band of een stuk band met storing wordt afgespeeld, is het mogelijk dat het kopiëren stopt zodat dit abnormale beeld niet opgenomen wordt.
Alhoewel de DV kabel op de juiste manier aangesloten is, is het toch mogelijk dat er bij stap 4 geen beeld verschijnt. Als zulks het geval is, dient u de stroom uit te schakelen en de verbindingen en aansluitingen opnieuw te maken.
Als Weergave Zoom” ( blz. 50), Weergave speciale effecten ( blz. 51) of Momentopname worden geprobeerd tijdens weergave, zal alleen het originele beeld zoals dit opgenomen is op de cassette worden weergegeven via de DV OUT uitgangsaansluiting.
Gebruik de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV kabel.
Video-apparatuur met een DV aansluiting
Zet de videorecorder in de opnamepauzefunctie.
3
Laat de camcorder weergeven en zoek een plek op
4
vlak voor het inmonteerpunt. Hier aangekomen dient u op 4/6 op de camcorder te drukken.
Druk op 4/6 op de camcorder en laat de
5
videorecorder opnemen.
Pauzeer de opname op de videorecorder en druk op
6
4
/6 op de camcorder.
Herhaal de stappen 4 t/m 6 als u nog andere passages
7
wilt kopiëren en stop vervolgens de videorecorder en de camcorder wanneer u klaar bent.
46 NE
Spanningsschakelaar
O
Y
A
L
P
Opname start-/ stoptoets
Vergrendeltoets
Terugspoeltoets (
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
Display
2
Snel doorspoeltoets
3
)
(
KOPIËREN
(vervolg)
Beelden uit het ingebouwde geheugen kopiëren naar een band
U kunt beelden van het ingebouwde geheugen van de camcorder naar een band kopiëren.
Doe een cassette in het toestel ( blz. 10).
1
Zoek de plaats op de band op waar u het stilbeeld
2
naar toe wilt kopiëren. Stop de band op de gewenste locatie.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op en zet
2
3
F
F
)
vervolgens de spanningsschakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Open het indexscherm ( blz. 35) en selecteer het
3
4
beeld dat u naar de band wilt kopiëren, of selecteer het beeld met 2 of 3.
Druk op de opname start-/ stoptoets om het toestel in
5
de kopieer-standbystand te zetten. De aanduiding TO COPY TO TAPE PUSH START/STOP (druk op Start/stop om te kopiëren) verschijnt.
Druk terwijl deze aanduiding op het scherm staat op
6
de opname start-/ stoptoets. Het geselecteerde stilbeeld wordt ongeveer 5 seconden lang op de band opgenomen.
De indicator zal verdwijnen wanneer het kopiëren klaar is.
OPMERKING:
Als u bij stap 5 op de opname start-/ stoptoets drukt, maar het wispreventielipje van de cassette staat op SAVE (bewaren), dan zal de foutmelding COPYING FAILED (kopiëren mislukt) verschijnen.
TPOUSCHOPSYTATROT/TSATPOE
P
R
4E4C4
MODE toets
SNAPSHOT toets
MENU/ BRIGHT keuzeschijf
V
I
O
D
E
T
E
U
1
R
R
N
N
U
S
O
D
M
O
B
I
1
2
M
T
O
N
C
S
Y
O
H
R
C
E
R
D
M
E
O
C
O
Spanningsschakelaar
F
F
O
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
M E
D
E
D
YENOUN
P
Weergavetoets/pauzetoets (
4
/6)
NE47
Beelden van een band kopiëren naar het ingebouwde geheugen
U kunt beelden van een band naar het ingebouwde geheugen van de camcorder kopiëren.
Doe een cassette in het toestel ( blz. 10).
1
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO en zet
2
vervolgens de spanningsschakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm zal
3
verschijnen. Verdraai de keuzeschijf, selecteer en druk de schijf in. Het VIDEO MENU zal verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer
4
COPY en druk de keuzeschijf in. Het sub-menu zal verschijnen. Verdraai de keuzeschijf, kies “ON en druk de schijf in. Hiermee is de instelling voltooid.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer 1RETURN en
5
druk de schijf twee keer in. Het normale weergavescherm zal weer verschijnen.
Begin de weergave door op 4/6 te drukken en zoek
6
het beeld op dat u wilt kopiëren. Op het moment dat u het te kopiëren beeld aantreft, drukt u deze toets nog eens in om de weergave van stilstaande beelden in te schakelen.
Druk op MODE om de momentopnamefunctie te
7
kiezen die u wilt gebruiken om het beeld naar het ingebouwde geheugen te kopiëren.
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor open om deze schakelaar te bereiken.)
Display
SP
6
Druk op SNAPSHOT om het kopiëren te laten
8
beginnen. Het geselecteerde beeld zal worden opgeslagen in het ingebouwde geheugen.
Tijdens het kopiëren zal de aanduiding “ ” knipperen.
OPMERKINGEN:
Als u op SNAPSHOT drukt bij stap 8, maar het ingebouwde geheugen is al vol, zal de foutmelding COPYING FAILED (kopiëren mislukt) verschijnen.
Als het beeld op band is opgenomen met de breedbeeldfunctie (WIDE,  blz. 24), zal bij het kopiëren naar het ingebouwde geheugen van de camcorder het identificatiesignaal voor de breedbeeldfunctie verloren gaan.
Als u speciale weergave-effecten wilt gebruiken met het beeld dat u wilt kopiëren, dient u tot aan stap 8 gebruik te maken van de afstandsbediening (meegeleverd) ( blz. 51).
48 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Met de volwaardige afstandsbediening kunt u de functies van uw camcorder op afstand activeren en tevens de
1
3
Lipje
basisfuncties voor de videorecorder (weergave, stoppen, pauzeren, snel door- en terugspoelen) inschakelen. Daarbij beschikt u met deze afstandsbediening over diverse extra functies voor weergave.
Plaatsen van de batterij
De afstandsbediening gebruikt twee AAA (R03) formaat batterijen. Zie de Algemene voorzorgen batterijen ( blz. 73).
Verwijder het deksel van het batterijvak door het lipje
1
in te drukken, zoals aangegeven in de afbeelding.
+
2
+
Afstandsbedieningssensor
Effectief bereik van de signalen
5m
30°
Doe twee AAA (R03) formaat batterijen op de juiste
2
manier in het batterijvak.
Doe het deksel weer terug op het batterijvak.
3
Richt de afstandsbediening bij gebruik naar de afstandsbedieningssensor. De afbeelding toont het bereik van de afstandsbediening bij gebruik binnenshuis bij benadering. De signalen worden mogelijk niet juist ontvangen wanneer er direct schel licht of zonlicht op de sensor valt of de afstandsbediening buiten wordt bediend.
30°
NE49
10
2
3
4
5
6
7
8
9
Toetsen
1 Infraroodzendvenster 2 Zoomtoetsen (T/W) 3 DISPLAY toets 4 SHIFT toets 5 SLOW terug/door-toetsen
Links/Rechts-toetsen
6 REW toets
7 FADE/WIPE toets 8 EFFECT ON/OFF toets 9 EFFECT toets 0 PAUSE IN aansluiting ! START/STOP toets @ MBR SET toets # SNAPSHOT (momentopname) toets $ Hoger-toets
INSERT toets*
% Lager-toets
A.DUB toets
^ PLAY toets
& FF toets
* STOP toets
( PAUSE toets ) R.A.EDIT toetsen
* Deze functie is niet beschikbaar met deze camcorder.
Met de spanningsschakelaar van de camcorder in de camera-stand (“ ” of “ ”).
Zend de infraroodstraal.
In-/Uitzoomen ( blz. 18)
Functioneert als de Opname start-/stoptoets van de camcorder.
Werkt hetzelfde als SNAPSHOT op de camcorder.
!
@
#
$
%
^
&
*
(
)
Functies
Met de spanningsschakelaar van de camcorder in de stand .
In-/Uitzoomen ( blz. 50)
— —
— —
— —
blz. 41, 44, 53
blz. 50, 52
blz. 50 blz. 50
Terugspoelen/achterwaarts beeldzoeken ( Toont het vorige beeld in het
ingebouwde geheugen
blz. 31)
( blz. 34)
blz. 54
blz. 51
blz. 51
blz. 53
blz. 52
blz. 50
blz. 50 blz. 58
Begint de weergave van een
Laat de diavoorstelling beginnen
Stopt de cassette (
Pauzeert de cassette (
blz. 31)
cassette (
( blz. 36)
Vooruit spoelen/vooruit zoeken op een cassette ( Toont het volgende beeld in het ingebouwde geheugen
Stopt de diavoorstelling
blz. 31)
blz. 31)
( blz. 34)
( blz. 36)
blz. 50)
blz. 52 57
50 NE
Zoomtoetsen
Links of SLOW
terugspoel toets
Rechts of SLOW
vooruitspoel toets
Normale weergave
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbedieningssensor
SHIFT
Druk op T
Druk op met de SHIFT toets ingedrukt om het beeld te verplaatsen.
Hoger-toets
Lager-toets
PLAY PAUSE
STOP
(rechts)
FUNCTIE:
Slow-motion weergave
DOEL:
Vertraagd zoeken in beide richtingen tijdens videoweergave.
HANDELING:
1) Druk op PAUSE (6) om stilbeeldweergave in te
schakelen en druk vervolgens tenminste 2 seconden op SLOW (9 of 0) om van normale naar vertraagde weergave over te schakelen. Na ongeveer 1 minuut vertraagde weergave achteruit of ongeveer 2 minuten vertraagde weergave vooruit zal de normale weergave hervat worden.
Druk op PLAY (4) om de vertraagde weergave te stoppen.
OPMERKINGEN:
Tijdens slow-motion weergave heeft het beeld een ietwat mozaïekachtig effect vanwege de digitale verwerking van de signalen.
Nadat u op de SLOW het stilbeeld enige seconden getoond worden, gevolgd door een blauw scherm voor een paar seconden. Dit duidt niet op een defect.
Er is mogelijk een klein verschil tussen het door u gekozen startpunt en het werkelijke startpunt voor slow-motion weergave.
Tijdens slow-motion weergave wordt het beeld ietwat gestoord en het beeld kan er wat onstabiel uitzien, vooral met weinig beweging in beeld. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Druk op PAUSE Slow-motion weergave.
FUNCTIE:
Beeld-voor-beeld weergave
(9 of 0)
(6)
om de weergave te pauzeren tijdens
DOEL:
Beeld-voor-beeld zoeken tijdens videoweergave.
HANDELING:
1) Druk op PAUSE (6) om stilbeeldweergave in te
schakelen en druk vervolgens herhaaldelijk op SLOW (0) voor beeld-voor-beeld weergave vooruit, of op SLOW (9) voor beeld-voor-beeld weergave terug. Met elke druk op de toets zal het volgende resp, vorige beeld worden weergegeven.
(vervolg)
toets heeft gedrukt, kan
FUNCTIE:
Weergave Zoom
DOEL:
Om het reeds opgenomen beeld bij het afspelen alsnog tot 10x te kunnen vergroten.
HANDELING:
1)
Druk op PLAY (4) om de gewenste scène op te zoeken
2) Druk op de zoom toetsen (T/W) op de afstandsbediening. Let er op dat de afstandsbediening op de sensor van de camcorder gericht is. Als u op T drukt zoomt het beeld in.
3) U kunt het uitvergrote deel van het beeld verplaatsen om een bepaald deel van het beeld uitvergroot op uw scherm te krijgen. Terwijl u SHIFT ingedrukt houdt, drukt u op (links), (rechts), (hoger) en
(lager).
Om het zoomen te stoppen drukt u net zolang op W op de afstandsbediening tot de normale weergave-
grootte weer bereikt is. Of u drukt op STOP (5) en dan weer op PLAY (4).
OPMERKINGEN:
U kunt de Weergave zoom ook gebruiken bij slow-motion en stilbeeld weergave.
De beeldkwaliteit kan minder worden als gevolg van het digitaal bewerken van het beeld.
.
P4LOA
YFBACK
F
C
1
L
M
2
O
S
3
E
S
4
T
V
5
EFFECT ON/OFF
E
F
F
E
C
T
A
S
S
I
C N P R
I
D
LM
O
T
O
N
E
I
A
O
B
E
E
O
E
CFHIO
Afstandsbedieningssensor
PLAY
EFFECT
PLAYBACK EFFECT keuzemenu
NE51
FUNCTIE:
DOEL:
Om u in staat te stellen creatieve effecten toe te voegen aan de videoweergegeven beelden.
HANDELING:
1) Druk op PLAY (4) om de weergave te starten.
2) Richt de afstandsbediening op de sensor van de
camcorder en druk op EFFECT. Het PLAYBACK EFFECT keuzemenu verschijnt.
3) Verplaats de balk in beeld naar het gewenste effect door op EFFECT te drukken. De geselecteerde functie wordt geactiveerd en na 2 seconden zal het menu weer verdwijnen.
Om het geselecteerde effect te annuleren, drukt u op
EFFECT ON/OFF op de afstandsbediening. Nog een keer op deze toets drukken maakt het eerder geselecteerde effect weer actief.
Herhaal de bovenstaande handelingen vanaf stap 2
om het geselecteerde effect te wijzigen.
OPMERKINGEN:
Wanneer er bij de Weergave bepaalde speciale effecten gebruikt worden, zijn de Multi-Analyser 4 en Multi-Analyser 9 Momentopname functies ( blz. 16) niet beschikbaar.
De effecten die u kunt gebruiken tijdens weergave zijn Klassieke film, Zwart/wit, Sepia, Strobescoop en Video-echo. Deze effecten werken tijdens de weergave hetzelfde als tijdens de opname. Raadpleeg bladzijde 28 voor meer informatie.
Weergave speciale effecten
52 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Videorecorder (opnamedeck)
SHIFT
3
1 6
789`
CODELIJST VIDEORECORDER
MERK VAN VIDEO­RECORDER
AKAI
BLAUPUNKT FERGUSON
GRUNDIG 1 4
HITACHI 6 6
JVC 9 1
A B C
MITSUBISHI 6 7
NEC 3 7
PANASONIC 1 3
TOETSEN
(A) (B)
6 2 6 4 7 7
1 3
9 7 9 8 3 2
3 4
6 3
9 6 9 3
6 8
3 8
1 7 1 1 9 4 1 8
MBR SET
4
2 5
MERK VAN VIDEO­RECORDER
PHILIPS
SANYO 3 6
SELECO, REX
SHARP 1 5
SONY
THOMSON, TELEFUNKEN, SABA, NORDMENDE
TOSHIBA 6 9
TOETSEN
(A) (B)
1 9 9 5 1 1 9 4 9 1 9 6 1 2 3 3 7 2
 
3 5 9 1
9 6
1 ` 6 5
6 ` 3 9 3 1
9 1 9 6 9 7 3 2
6 1
(vervolg)
Monteren van scènes in een andere volgorde [R.A.Edit]
U kunt de scènes gemakkelijk in een andere volgorde monteren wanneer u de camcorder als bron gebruikt. Kies 8 scènes voor een automatische montage in de gewenste volgorde. De R.A.Edit functie is nog gemakkelijker te gebruiken wanneer u de MBR (afstandsbediening voor meerdere merken) met uw videorecorder gebruikt (Zie CODELIJST VIDEORECORDER). De functie kan echter ook handmatig worden bediend. Controleer alvorens gebruik dat de batterij in de afstandsbediening is geplaatst ( blz. 48).
STEL DE AFSTANDSBEDIENINGSCODE VOOR DE VIDEORECORDER IN
Schakel de spanning van de videorecorder uit en richt de afstandsbediening naar de
1
infraroodsensor van de videorecorder. Zoek uw merk in de CODELIJST VIDEORECORDER op, houd MBR SET ingedrukt en druk vervolgens op toetsen (A) en (B) overeenkomstig het merk. De code wordt automatisch ingesteld en de spanning van de videorecorder ingeschakeld wanneer u de MBR SET toets loslaat.
Controleer dat de spanning van de videorecorder is ingeschakeld. Houd vervolgens
2
SHIFT ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
gewenste toets van de afstandsbediening. De volgende functies kunnen met de afstandsbediening worden bediend; PLAY, STOP, PAUSE, FF, REW en VCR REC STBY (voor deze laatste functie hoeft u de SHIFT toets niet ingedrukt te houden).
U kunt nu meerdere scènes in een willekeurige volgorde monteren.
BELANGRIJK
De afstandsbediening voor meerdere merken is geschikt voor JVC videorecorders en diverse andere merken. Het is echter mogelijk dat deze afstandsbediening niet met uw videorecorder werkt of niet alle functies kan uitvoeren.
OPMERKINGEN:
Stel een andere in de CODELIJST VIDEORECORDER aangegeven code in indien de spanning van de videorecorder niet in stap 1 wordt ingeschakeld.
De spanning van bepaalde videorecorders wordt niet automatisch ingeschakeld. Schakel in dat geval de spanning zelf in en voer dan stap 2 uit.
Gebruik de regelaars op de videorecorder zelf indien de afstandsbediening niet voor uw videorecorder functioneert.
De code die u voor de videorecorder heeft ingesteld, wordt gewist wanneer de batterijen van de afstandsbediening leeg zijn. Vervang in dat geval de batterijen door nieuwe en stel de code opnieuw in.
Naar J aansluiting
Naar
(JLIP) (EDIT)
AV
Aansluiting­afdekking**
Kernfilter
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Naar AUDIO, VIDEO* en
-IN
aansluitingen
Y/C/CVBS video-uitgangs­schakelaar
Videorecorder
Naar S
Kernfilter
Audio-/Videokabel [ministekker naar RCA (tulp) stekker] (bijgeleverd)
Montagekabel (bijgeleverd)
Indien uw video­recorder een SCART aansluiting heeft, moet u de bijgeleverde kabeladapter gebruiken.
Naar afstand PAUSE of R.A.EDIT
Naar
PAUSE-IN
DISPLAY
TV
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
** Open deze afdekking voor het verbinden van
de kabels.
LET OP MET DE MONTAGEKABEL
Let er op dat het uiteinde met het kernfilter (de stekker met 3 ringen rond de pen) aansluit op de camcorder.
NE53
AANSLUITEN
Zie ook blz. 40 en 41.
JVC videorecorder die een pause
1
afstandsaansluiting heeft . . .
... verbind de montagekabel met de PAUSE
afstandsaansluiting.
JVC videorecorder zonder pause afstandsaansluiting maar met een R.A.EDIT aansluiting . . .
... verbind de montagekabel met de R.A.EDIT
aansluiting.
Andere videorecorder dan boven vermeld . . .
... verbind de montagekabel met de pauzeingangs-
aansluiting (PAUSE IN) van de afstandsbediening.
Doe een band waarop iets is opgenomen in de camcorder. Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “VIDEO
2
en zet vervolgens de spanningsschakelaar op terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Zet de videorecorder aan en plaats een cassette waarop kan worden opgenomen. Activeer de AUX functie (zie de
3
gebruiksaanwijzing van de videorecorder).
OPMERKINGEN:
Alvorens willekeurige montage van meerdere scènes te starten, moet u controleren dat de aanduidingen niet op het scherm van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen worden namelijk op de nieuwe band opgenomen indien deze wel tijdens willekeurige montage worden getoond.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen op de aangesloten TV . . .
Datum/tijd
..... stel DATE/TIME op ON of OFF via het
menuscherm ( blz. 32).
Tijdcode
..... stel TIME CODE op ON of OFF via het
menuscherm ( blz. 32).
Geluidsweergavefunctie, bandsnelheid en bandtransport
displays
..... zet ON SCREEN via het menuscherm ( blz. 32) op
LCD of SIMPLE. Of druk op DISPLAY op de afstandsbediening
Let er op dat u de kabeluiteinden die zijn voorzien van kernfilters aansluit op de camcorder. Kernfilters verminderen interferentie.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand:
Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/
videokabel is aangesloten. Wanneer u gaat monteren op een videorecorder met een DV ingangsaansluiting kunt u de DV kabel aansluiten in plaats van de S-videokabel en de audio/video kabel.
.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
54 NE
Scène
1
––
2 3 4 5 6 7 8
TTIOM
T
FADE/WIPE
EDIT IN/OUT
OPMERKINGEN:
Bij het kiezen van een scène moet u erop letten dat er voldoende tijd tussen het in- en uitmonteerpunt is.
Indien u langer dan 5 minuten naar een inmonteerpunt zoekt, zal de opnamestandbyfunctie van het opnametoestel worden uitgeschakeld en kan het monteren derhalve niet worden uitgevoerd.
Indien er blanco gedeelten voor of na de in- en uitmonteerpunten liggen, wordt mogelijk een blauw beeld opgenomen.
De tijdcodes registreren de tijd in minimaal seconden nauwkeurig. Het is derhalve mogelijk dat de tijdcode voor de totale tijd niet exact gelijk is aan de totale tijd van alle te monteren scènes.
De vastgelegde in- en uitmonteerpunten worden gewist indien u de spanning van de camcorder uitschakelt.
U kunt oplossen of de zwart/wit fader niet gebruiken wanneer u sepia of zwart/wit van programma AE heeft ingesteld. De indicator voor oplossen of de zwart/wit fader zal wanneer u deze keuze maakt knipperen. Nadat het volgende inmonteerpunt is geregistreerd zal het effect worden uitgeschakeld. Om deze effecten te combineren moet u tijdens opname sepia of zwart/wit gebruiken en tijdens de willekeurige montage stelt u dan oplossen of de zwart/ wit fader in.
Het is niet mogelijk om Fade/Wipe effecten en Programma belichting met speciale effecten te gebruiken gedurende Willekeurige Samenstelling Montage door middel van een DV kabel.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KIES DE SCENES
N
I
U
T
:
~
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
E
L
A
:
C–O–D
EO–
–0–
:
0
0
0
Afstandsbedieningssensor
EFFECT
M
ODE
CANCEL
Willekeurige montagemenu
PLAY
R.A.EDIT ON/OFF
Richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder. Druk op
4
PLAY (4) en vervolgens op R.A.EDIT ON/OFF van de
afstandsbediening. Het willekeurige montagemenu verschijnt.
Druk op FADE/WIPE op de afstandsbediening wanneer u een overgangseffect gebruikt aan het begin van de scène.
5
Doorloop de verschillende effecten door herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt getoond.
Bij het begin van scène 1 kunt u beeld wipe/oplossen niet gebruiken.
Druk bij het begin van de scène op EDIT IN/OUT van de afstandsbediening. Het inmonteerpunt wordt op het
6
menu voor willekeurige montage getoond.
Druk bij het eind van de scène op EDIT IN/OUT. Het uitmonteerpunt wordt op het menu voor willekeurige
7
montage getoond.
Druk op FADE/WIPE als u een overgangseffect aan het eind van de scène wilt gebruiken.
8
Doorloop de effecten door herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt getoond.
Indien u een fade/wipe-effect voor een uitmonteerpunt heeft ingesteld, zal dit effect automatisch op het volgende inmonteerpunt worden toegepast.
Bij het eind van de laatste scène kunt u beeld wipe/ oplossen niet gebruiken.
De tijd van een fade/wipe-effect wordt automatisch bij de totale tijd opgeteld (uitgezonderd bij gebruik van beeld wipe/oplossen).
Druk op EFFECT als u Weergave Speciale Effecten wilt gebruiken ( blz. 51).
9
Herhaal de stappen 6 t/m 9 om aanvullende scènes te
10
registreren.
Druk op CANCEL van de afstandsbediening om reeds vastgelegde punten te annuleren. De geregistreerde punten verdwijnen stuk-voor-stuk vanaf het laatst vastgelegde punt.
Herhaal uitsluitend stappen 6 en 7 indien u geen fade/ wipe of programma AE met speciale effecten gebruikt.
(vervolg)
Opname start-/stoptoets
N
I
:
1 2 3
–––
4 5
6
7 8
TTIOM
EDIT IN/OUT
~
0
0
2
5
:
~
0
7
1
8
:
~
0
3
3
3
:
~
0
9
3
0
:
~
1
5
5
5
:
~
~ ~
E
C
O
D
E
L
T
A
FADE/WIPE
EFFECT
REW
CANCEL
O
U
T
M
O
DE
Willekeurige
montagemenu
:
0
2
0
5
:
0
8
3
1
:
0
5
5
3
:
1
3
1
5
:
1
6
2
0
:
1
6
3
0
:
9
3
9
Afstandsbedieningssensor
STOP
PAUSE R.A.EDIT
ON/OFF VCR REC
STBY
NE55
AUTOMATISCH MONTEREN NAAR EEN VIDEORECORDER
Spoel de band van de cassette in de camcorder terug
11
naar het begin van de scène die u wilt monteren en druk op PAUSE (6).
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
12
videorecorder en druk op de VCR REC STBY (q6) toets of schakel de videorecorder handmatig in de opnamepauzefunctie.
Druk op de opname start-/stoptoets op de camcorder.
13
Het monteren gaat door zoals geprogrammeerd, helemaal tot aan het eind van de laatste geregistreerde scène.
Het monteren zal niet starten door een druk op START/STOP van de afstandsbediening.
Na het monteren zal de camcorder in de pauzefunctie schakelen en de videorecorder schakelt naar de opnamepauzefunctie.
Indien u geen uitmonteerpunt heeft vastgelegd, zal de gehele cassette automatisch tot het eind worden gekopieerd.
Als u een handeling uitvoert op de camcorder tijdens het automatisch monteren, zal de videorecorder in zijn opnamepauzefunctie gaan en zal het automatisch monteren stoppen.
Schakel de stopfuncties in van de camcorder en de
14
videorecorder. Voor het verwijderen van het tellerdisplay voor willekeurige montage van meerdere scènes moet u op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening drukken.
OPMERKINGEN:
Druk op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening om alle instellingen te wissen die tijdens de willekeurige montage zijn vastgelegd.
Indien de montagekabel met de Pause In aansluiting van de afstandsbediening is verbonden, moet u de afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder richten en controleren dat de signalen niet door voorwerpen tussen de toestellen worden geblokkeerd.
Het monteren van meerdere scènes in de gewenste volgorde wordt mogelijk niet juist uitgevoerd wanneer u een band gebruikt waarop dubbele tijdcodes zijn ( blz. 19).
56 NE
I
1
–– 2 3 4 5 6 7 8
TTIOM
E
T
A
L
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Scène 1
N
:
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
C–O–D
EO–
U
T
M
ODE
Willekeurige montagemenu
:
–0–
:
0
0
0
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van opnamepauze naar opname dan de andere videorecorder. Ook al start u het monteren met de camcorder en de videorecorder exact tegelijk, bestaat de kans dat een klein stukje niet wordt opgenomen of dat een stukje wordt opgenomen dat u eigenlijk niet wilt. Voor een preciese montage moet u daarom de timing van de camcorder t.o.v. de videorecorder bepalen.
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
(vervolg)
Videorecorder (opnamedeck)
Afstandsbedieningssensor
R.A.EDIT ON/OFF
TV
Start de weergave van de cassette in de camcorder,
1
richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF. Het willekeurige montagemenu verschijnt.
Start de montage van slechts 1 scène (Program 1).
2
Voor het bepalen van de timing van de videorecorder en de camcorder moet u een duidelijk begin van een scène als inmonteerpunt kiezen.
Speel de gemonteerde scène af.
3
•Uw videorecorder schakelt te snel over van opnamepauze naar de opnamefunctie indien er een gedeelte werd opgenomen dat voor het inmonteerpunt ligt.
•Uw videorecorder schakelt traag indien er een gedeelte van de gekozen scène niet wordt opgenomen.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Display
O
M
ENU
V
I
D
E
R
1
E
T
U
R
N
O
S
M
O
D
E
U
N
D
M
O
1
2
D
E
B
I
T
S
Y
N
C
H
R
E
C
M
+
O
R
O
1.0
D
E
C
O
P
Y
NE57
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
4
camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF zodat het nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk vervolgens op MENU/BRIGHT. Het menuscherm verschijnt.
Verdraai MENU/BRIGHT, kies en druk de
5
keuzeschijf in. Het VIDEO MENU verschijnt. Draai de keuzeschijf vervolgens naar SYNCHRO en druk deze in. De waarde voor SYNCHRO licht op.
Gebaseerd op de eerder uitgevoerde diagnose
6
( blz. 56), kunt u nu de opname-timing van de videorecorder vooruit zetten door de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar “+” te draaien. U kunt de opname­timing van de videorecorder ook terug zetten door de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar “– te draaien. U kunt de waarde met stappen van 0,1 seconde vanaf –1,3 t/m +1,3 instellen. Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in om de instelling af te sluiten.
Afstandsbedieningssensor
Videorecorder (opnamedeck)
R.A.EDIT ON/OFF
TV
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies
7
“1RETURN” en druk de keuzeschijf twee keer in.
U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op blz. 54 starten.
OPMERKINGEN:
Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start eerst een paar testopnamen (montages) om te controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien nodig de snelheid opnieuw in.
Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u geen exacte correctie kunt maken.
58 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Display
6e
Luidspreker
Spanningsschakelaar
Standbyfunctie voor audio­dubben
Opname van ander geluidsspoor (“audio-dubben”)
U kunt het geluid uitsluitend vervangen van een cassette die met de 12-bits functie is opgenomen ( blz. 23).
OPMERKINGEN:
Audio-dubben is niet mogelijk met cassettes die met de 16-bits audio of de LP functie zijn opgenomen of op een leeg gedeelte van de cassette.
Maak de vereiste verbindingen voor het dubben van geluid tijdens weergave op de TV (墌 blz. 40).
Start de weergave van de cassette en zoek het punt
1
waar u het monteren wilt starten. Druk vervolgens op PAUSE (6).
Houd A.DUB (e) van de afstandsbediening ingedrukt
2
en druk op PAUSE (6). 6e” wordt getoond.
Druk op PLAY (4), en spreek als gewenst in”.
3
Spreek in de microfoon.
Druk op PAUSE (6) om het dubben te pauseren.
Sruk eerst op PAUSE (6) en vervolgens op STOP (5)
4
om het audio-dubben te stoppen.
(vervolg)
Afstandsbedieningssensor
Stereomicrofoon
PLAY
STOP
A.DUB
PAUSE
Om het gedubde geluid te kunnen horen bij de weergave . . .
.... dient u 12BIT MODE op SOUND 2 of MIX te
zetten via het menuscherm ( blz. 32, 33).
OPMERKINGEN:
Tijdens het audio-dubben wordt geen geluid via de luidspreker weergegeven.
Bij het monteren van een cassette die met 12-bits is opgenomen, zal het nieuwe geluidsspoor gescheiden van het oude geluidsspoor worden opgenomen.
Het geluid wordt mogelijk onderbroken indien u op een blanco gedeelte opneemt. Controleer dat u uitsluitend opgenomen gedeelten monteert.
Plaats de microfoon van de camcorder verder van de TV of verlaag het volume van de TV wanneer u tijdens TV­weergave een huilend of rondzingend geluid (feedback) hoort.
Indien u tijdens opname van 12-bits naar 16-bits overschakelde en later deze cassette voor audio-dubben gebruikt, zal audio-dubben niet mogelijk zijn vanaf het gedeelte waar met 16-bits werd opgenomen.
Het audio-dubben zal stoppen wanneer een gedeelte op de band wordt bereikt dat met de LP functie of met 16-bits audio is opgenomen of waar niets op staat (墌 blz. 72).
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
NE59
Raadpleeg uw JVC handelaar indien het probleem niet met de volgende aanwijzingen kan worden opgelost.
De camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een TV of radio) kunnen de werking storen. U moet in dat geval eerst de spanningsbron ontkoppelen (accu, netadapter/acculader, enz.) verwijderen: wacht even en sluit de spanningsbron weer aan en voer de vereiste handelingen opnieuw vanaf het begin uit.
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
1.
Geen spanning.
2.
SET DATE/TIME! wordt getoond.
3.
Opname is niet mogelijk.
4.
Er is geen beeld.
5.
Sommige functies zijn niet beschikbaar via MENU/
BRIGHT.
6.
Er wordt niet automatisch scherpgesteld.
7.
Cassette kan niet juist worden geplaatst.
8.
De Momentopname functie kan niet worden gebruikt.
1.
De spanningsbron is niet juist aangesloten.
De accu is leeg.
2.
De datum/tijd is niet ingesteld.
De batterij voor de
ingebouwde klok is leeg en de eerder ingestelde datum/tijd is gewist.
3.
Voor video opnamen
De wispreventie-schakelaar
van de cassette staat op
SAVE (bewaren).
De spanningsschakelaar is op of OFF gedrukt.
De VIDEO/DSC schakelaar staat op .
•“TAPE END” verschijnt.
Het deksel van de
cassettehouder is open.
Voor D.S.C opnamen
De VIDEO/DSC schakelaar staat op VIDEO”.
Het ingebouwde geheugen van
de camcorder is vol.
4.
Geen spanning naar de camcorder of een ander probleem.
5.
De spanningsschakelaar staat op “ ”.
6.
De scherpstelling is opMANUAL gesteld.
Het is te donker of het contrast
is te zwak.
De lens is vuil of er is condens op afgezet.
7.
De cassette wordt verkeerd geplaatst.
De accu is bijna leeg.
8.
De Squeeze (breedbeeld) functie is geselecteerd.
1.
Sluit de netadapter/acculader goed aan ( blz. 7).
Plaats een geladen accu ( blz. 6, 7).
2.
Stel de datum/tijd in ( blz. 9).
Raadpleeg uw dichtst bijzijnde JVC dealer voor vervanging.
3.
Zet de wispreventie­schakelaar van de cassette op REC (opnemen) (墌 blz. 10).
Zet de spanningsschakelaar op “ ” of ( blz. 13).
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO”.
Plaats een nieuwe cassette ( blz. 10).
Sluit het deksel van de cassettehouder.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op ”.
Wis stilbeelden die u niet meer nodig heeft ( blz. 38).
4.
Schakel de spanning van de camcorder even uit en vervolgens weer in ( blz. 13).
5.
Zet de spanningsschakelaar op “ ” ( blz. 13).
6.
Stel de scherpstelling opAUTO” ( blz. 21).
Reinig de lens en controleer
de scherpstelling nogmaals ( blz. 65).
7.
Plaats de cassette op de juiste wijze ( blz. 10).
Plaats een geladen accu ( blz. 6, 7).
8.
Annuleer de Squeeze (breedbeeld) functie ( blz. 24).
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
60 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
9.
De kleur van de momentopname is vreemd.
10.
Het met de momentopname­functie opgenomen beeld is te donker.
11.
De digitale zoom werkt niet.
12.
Programma AE met speciale effecten en fade/wipe­effecten werken niet.
13.
De zwart/wit fader werkt niet.
14.
De oplosfunctie werkt niet.
15.
De functies voor beeld wipe en oplossen werken niet.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
9.
De lichtbron die het onderwerp verlicht bestaat niet uit wit licht, of er zijn verschillende lichtbronnen achter het onderwerp.
De Sepia of Zwart-wit functie is ingeschakeld.
10.
De opname werduitgevoerd bij tegenlicht.
11.
De 10X optische zoom is ingesteld.
•“P.AE/EFFECT is op VIDEO ECHO ingesteld in het menuscherm.
Beeld wipe of oplossen wordt voor een scène gebruikt.
12.
De spanningsschakelaar staat op “ ”.
13.
De sepia of zwart/wit functie is geactiveerd.
14.
De sepia, zwart/wit of langzame sluiter functie van programma AE met speciale effecten is geactiveerd.
•“WIDE MODE” is opSQUEEZE gezet via het
menuscherm.
De hiervoor gekozen functie van programma AE met speciale effecten werd veranderd na het vastleggen van de laatste scène voor het monteren.
15.
Het eind van de laatst gekozen te monteren scène is bereikt.
Bij het eind van de laatst gekozen te monteren scène werd de spanningsschakelaar naar OFF gedrukt.
De spanning is uitgeschakeld.
9.
Zoek een wit voorwerp op en maak de uitsnede zo dat dit ook in de opname komt ( blz. 16, 17).
Zet de Sepia of Zwart-wit functie uit ( blz. 28).
10.
Druk op de BACKLIGHT toets ( blz. 29).
11.
Zet ZOOM op 40X of100X via het menuscherm
( blz. 23).
Schakel de VIDEO ECHO functie uit ( blz. 18, 28).
Wacht totdat de effecten van de beeld wipe/oplossen zijn uitgevoerd ( blz. 18, 26).
12.
Zet t de spanningsschakelaar op “ ” (墌 blz. 26, 28).
13.
Schakel sepia en zwart/wit uit ( blz. 26, 28).
14.
Schakel sepia, zwart/wit of de langzame sluitertijd uit alvorens het oploseffect voor een scène te gebruiken ( blz. 26, 28).
Zet WIDE MODE opCINEMA of OFF
( blz. 24).
Controleer dat de gewenste functie van programma AE met speciale effecten is gekozen alvorens het monteren te starten ( blz. 26, 28).
15.
Kies de beeld wipe of oplossen voordat u de opname start. De effecten worden dan automatisch geactiveerd ( blz. 26).
Schakel de spanning van de camcorder niet uit nadat de in- en uitmonteerpunten zijn gekozen, daar deze punten anders worden gewist ( blz. 26).
De camcorder schakelt automatisch uit indien de opnamestandbyfunctie langer dan 5 minuten is geactiveerd. Voer derhalve nadat u de opnamestandbyfunctie heeft geactiveerd de volgende handelingen binnen 5 minuten uit ( blz. 26).
(vervolg)
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
16.
De beeld wipe-functie werkt niet.
17.
De overgang van scènes is niet als verwacht.
18.
De Video-echo functie werkt niet.
19.
De langzame sluiter is niet gekozen maar het beeld ziet er uit alsof de langzame sluiter is ingesteld.
20.
Geen stroboscoopfunctie wanneer de klassieke film of stroboscoopfunctie is geactiveerd.
21.
De witbalans kan niet worden ingesteld.
22.
Verticale strepen bij opname van een helder verlicht onderwerp.
23.
Het scherm wordt even rood of zwart indien het directe zonlicht tijdens opname op het scherm valt.
24.
Datum/tijd worden niet tijdens opname getoond.
16.
De langzame sluiter is geactiveerd.
•“WIDE MODE” staat niet opOFF”.
17.
Bij gebruik van Beeld Wipe/ Oplossen ( blz. 26), is er een vertraging van een fractie van een seconde tussen het voorgaande opnamestoppunt en het startpunt voor het oplossen. Dit is normaal, maar deze vertraging zal vooral opmerkbaar zijn wanneer u snel bewegende onderwerpen opneemt of de camcorder snel heen en weer beweegt (panning).
18.
De Beeld Wipe of oplos functie is in gebruik.
•“WIDE MODE” is opSQUEEZE gezet via het
Menuscherm.
Er is een Fade-in of Fade-out bezig.
19.
Bij opname onder donkere omstandigheden wordt het toestel veel gevoeliger voor licht en krijgt het beeld een effect als van de langzame sluiter.
20.
De functie voor beeld wipe of oplossen is in gebruik.
21.
De sepia- of zwart/wit-functie is geactiveerd.
22.
Het contrast is sterk. Dit duidt niet op een defect.
23.
Dit duidt niet op een defect.
24.
•“DATE/TIME in het menuscherm is op OFF gesteld.
Er wordt een zelfopname uitgevoerd.
16.
Schakel de langzame
17.
18.
Zet WIDE MODE op
Probeer de Video-echo functie
19.
Voor een natuurgetrouwere
20.
Probeer de klassieke film of
21.
Schakel sepia of zwart/wit uit
22.
23.
24.
Stel DATE/TIME in het
Tijdens de zelfopname zal de
NE61
sluitertijdfunctie uit of zet WIDE MODE OFF voor u de beeld-wipe gaat gebruiken ( blz. 24, 26, 28).
————
CINEMA of OFF
( blz. 24).
niet te gebruiken wanneer er een Fade-in of een Fade-out bezig is ( blz. 26, 28).
opname moet u GAIN UP in het menuscherm op AGC of OFF stellen ( blz. 23).
stroboscoopfunctie niet te gebruiken tijdens een overgang van scènes ( blz. 26, 28).
alvorens de witbalans in te stellen ( blz. 28, 30).
————
————
menuscherm op ON ( blz. 25).
datum/tijd niet getoond worden ( blz. 15).
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
62 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
25.
Beelden kunnen niet uit het ingebouwde geheugen gewist worden.
26.
De indicators en de mededelingen verschijnen niet.
27.
Beelden op de LCD-monitor zijn te donker of licht.
28.
De achterkant van de LCD­monitor is heet.
29.
De indicators en kleuren van het beeld op de LCD­monitor zijn niet helder.
30.
Aanduidingen op de LCD­monitor of in de zoeker knipperen.
31.
Heldere punten op de LCD­monitor of in de zoeker.
32.
U kunt het geluid niet horen tijdens de opname.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
25.
25.
De in het ingebouwde geheugen opgeslagen beelden zijn beveiligd.
26.
•“ON SCREEN is op SIMPLE”, of TIME CODE is op OFF gezet via het menuscherm.
27.
Bij lage temperaturen worden de beelden donkerder vanwege de karakteristieken van de LCD-monitor. De kleuren zullen nu tevens anders zijn dan opgenomen. Dit duidt niet op een defect van de camcorder.
De beelden op de LCD­monitor worden donker wanneer de fluorescerende lamp van de LCD-monitor het eind van zijn levensduur heeft bereikt. Raadpleeg uw JVC handelaar.
28.
De LCD-monitor wordt warm door de lamp.
29.
U drukt mogelijk op het oppervlak of de rand van de LCD-monitor.
30.
U heeft bepaalde fade/wipe­effecten, functies van Programma AE met speciale effecten, DIS en andere functies die niet tegelijk met elkaar kunnen worden gebruikt gekozen.
31.
De LCD-monitor en de zoeker bestaan uit nauwkeurig luisterende onderdelen. Het is echter mogelijk dat er zwarte of heldere punten (rood, groen of blauw) voortdurend op de LCD-monitor of in de zoeker worden getoond. Deze punten worden echter niet op de band opgenomen. Dit duidt niet op een defect van het toestel. (Effectieve beeldpunten: meer dan 99,99%.)
32.
Dit is normaal.
Hef de beveiliging van de in
het ingebouwde geheugen opgeslagen beelden op en wis ze ( blz. 37, 38).
26.
Zet ON SCREEN op LCD of LCD/TV en zet TIME CODE” “ON via het menuscherm ( blz. 25, 32).
27.
Stel de helderheid en hoek van de LCD-monitor in ( blz. 14, 15).
28.
Schakel de LCD-monitor even uit door deze te sluiten of druk de spanningsschakelaar naar OFF en laat het toestel afkoelen.
29.
30.
31.
32.
————
Lees de aanwijzingen voor het
gebruik van fade/wipe­effecten, Programma AE met speciale effecten, en DIS opnieuw ( blz. 24, 26 – 28).
————
————
(vervolg)
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
33.
33.
Weergave, terugspoelen, doorspoelen niet mogelijk.
34.
Beelden in het ingebouwde geheugen kunnen niet worden weergegeven.
35.
De band wordt getransporteerd maar er is geen beeld.
36.
De aanduidingen op de LCD-monitor zijn vervormd.
37.
Beelden trillen op de LCD­monitor.
38.
Tijdens weergave verschijnen er blokjes ruis, of er wordt helemaal geen beeld weergegeven en het scherm wordt blauw.
39.
De LCD-monitor, zoeker en lens zijn vuil (bijvoorbeeld vingerafdrukken).
40.
Vreemde markering verschijnt.
41.
Foutmelding (E01 E06) verschijnt.
De spanningsschakelaar is niet op gedrukt.
34.
De VIDEO/DSC schakelaar staat op VIDEO”.
De spanningsschakelaar staat op “ ” of ”.
35
. De TV heeft AV ingangs-
aansluitingen maar is niet in de VIDEO functie geschakeld.
Het deksel van de cassettehouder is open.
36.
Tijdens weergave van niet­opgenomen gedeelten, zoeken met hoge snelheid en stilbeeld­weergave zijn de aanduidingen op de LCD-monitor vervormd. Dit duidt niet op een defect.
37.
Het luidsprekervolume is te hoog.
38.
————
39.
————
40.
————
41.
De camcorder functioneert om een of andere reden niet juist.
33.
Druk de spanningsschakelaar
34.
Zet de VIDEO/DSC
Zet de spanningsschakelaar
35.
Schakel de TV in de functie of
Sluit het deksel van de
36.
37.
Verlaag het volume
38.
Reinig de videokoppen met
39.
Veeg schoon met een zachte
40.
Controleer het gedeelte over
41.
Ontkoppel de spanningsbron
NE63
naar ( blz. 31).
schakelaar op ”.
op ”.
op het kanaal voor video­weergave ( blz. 40, 41).
cassettehouder ( blz. 10).
————
( blz. 31).
een los verkrijgbare reinigingscassette ( blz. 75).
doek. Voorkom beschadiging en druk niet te hard ( blz. 65).
aanduidingen op de LCD­monitor en in de zoeker van deze gebruiksaanwijzing ( blz. 68 – 72).
(accu, enz.), en wacht een paar minuten zodat de aanduiding verdwijnt. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het twee of driemaal herhalen van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
64 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
42.
De laadindicator van de netadapter/acculader licht niet op.
43.
Geen beeld op de LCD­monitor.
44.
Er verschijnt een zwarte balk op de onderkant van het scherm wanneer een beeld met de printer wordt afgedrukt.
45.
Wanneer de camcorder is aangesloten via de DV aansluiting werkt de camcorder niet.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
42.
De temperatuur van de accu is zeer hoog/laag.
Laden is moeilijk bij zeer hoge/ lage temperaturen.
43.
De dop zit nog op de lens.
De helderheid van de LCD-
monitor is niet juist ingesteld.
44.
Dit duidt niet op een defect.
45.
De DV kabel is eruitgetrokkek en er weer in gestoken terwijl de stroom was ingeschakeld.
42.
Bescherm de accu en laad deze op bij een temperatuur tussen de 10°C en 35°C ( blz. 73).
43.
Verwijder de lensdop ( blz. 14).
Stel de helderheid van de LCD-monitor juist in ( blz. 14).
Indien de monitor 180 graden omhoog is gekanteld, moet u de monitor geheel openen ( blz. 15).
44.
Gebruik DIS voor opname ( blz. 24) om dit te voorkomen.
45.
Doe de camcorder uit en weer aan en probeer het opnieuw.
(vervolg)
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
Na gebruik
Reinigen van de camcorder
NE65
Zet de camcorder uit.
1
Schuif en houd OPEN/EJECT in de richting
2
van de pijl en trek de afdekking van de cassettehouder open totdat deze inklikt. De cassette houder gaat automatisch open. Verwijder de cassette.
Druk op PUSH HERE om de cassettehouder te
3
sluiten, sluit vervolgens het deksel van de cassettehouder.
Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
Druk op BATTERY RELEASE ingedrukt en
4
verwijder de accu.
Cassettehouder
Verwijder.
OPEN/EJECT schakelaar
Maak de buitenkant schoon met een zachte
1
doek. Gebruik een met een mild schoonmaakmiddel en water bevochtigde, goed uitgewrongen doek voor het verwijderen van hardnekkige vlekken. Veeg goed droog met een droge doek.
Druk op PUSH OPEN en open de LCD-monitor.
2
Voorzichtig afvegen met een zachte doek. Wees uitermate voorzichtig zodat u de LCD-monitor niet beschadigd. Sluit daarna de LCD-monitor.
Maak de lens schoon met een blaaskwastje en
3
veeg vervolgens voorzichtig met een lenstissue.
Zet de zoeker omhoog voor u deze gaat
4
schoonmaken. Doe de afdekking aan de onderkant van de zoeker 1 voorzichtig open.
Steek een blaaskwastje of een zachte doek in de
5
opening aan de onderkant van de zoeker 2 en maak daarmee de binnenkant van de zoeker schoon.
Doe de afdekking weer dicht. Kantel de zoeker
6
terug naar de horizontale stand.
OPMERKINGEN:
Gebruik nooit sterke reinigingsmiddelen, zoals benzine of alcohol.
Voor het reinigen moet de accu zijn verwijderd of de andere spanningsvoorziening zijn ontkoppeld.
Er komt mogelijk schimmel op de lens indien deze niet wordt gereinigd indien nodig.
Lees altijd de aanwijzingen die bij het product zijn geleverd goed door wanneer u een reinigingsmiddel of chemische doek gebruikt.
Afdekking cassettehouder
PUSH HERE (Drukken)
BATTERY RELEASE Accuontgrendeltoets
1
Afdekking
2
Blaaskwastje
66 NE
INDEX
Regelaars, aansluitingen en indicators
u
i
2
q w e
r
3 4 5 6 7 8
Q
p
p o
t
y
1
F
F
O
Y
A
L
P
$ %#
! @9 0
T E
&^ * ( )
YRU
Bedieningselementen
1 Push-Open Toets [PUSH OPEN] .......... blz. 14
2 Dioptrie-instelregelaar ........................... blz. 8
3 Accuontgrendeltoets
[BATTERY RELEASE].............................. blz. 7
4 •MENU keuzeschijf [+, –, PUSH] ....... blz. 22
LCD monitor BRIGHT (helderheid)
instelling [+, –] ................................. 墌 blz. 14
5 Momentopnametoets
[SNAPSHOT] .......................... blz. 16, 17, 47
6 •Motorzoomhendel [T/W] .................. blz. 18
Luidspreker volume regelaar
[VOL.] ............................................. blz. 31
7 Momentopname-functietoets
[MODE] ........................................ blz. 16, 17
8 OPEN/EJECT schakelaar ...................... blz. 10
9 Stoptoets [5] ...................................... blz. 31
0 Terugspoeltoets [
BACKLIGHT toets ............................. blz. 29
! Weergavetoets/pauzetoets [ @ Snel doorspoeltoets [
FOCUS toets .................................... blz. 21
# Spanningsschakelaar
[ , , , OFF] ........................... blz. 13
$ Opname start-/stoptoets ...................... blz. 14
% Vergrendeltoets ................................... blz. 13
^ VIDEO/DSC schakelaar
[VIDEO, ] .................................... blz. 13
& Videolampschakelaar
[LIGHT OFF/AUTO/ON]..................... blz. 20
2
] ........................ blz. 31
4
/6] ......... blz. 31
3
] ................. blz. 31
NE67
Aansluitingen
Open de LCD monitor om kabels aan te sluiten op de aansluiting * en (.
* PC (DIGITAL PHOTO) aansluiting ....... blz. 42
( JLIP (Joint Level Interface Protocol) aansluiting
[onder de aansluiting-afdekking]/
Montage aansluiting (EDIT) ................. blz. 53
Verbind de montagekabel voor het uitvoeren van willekeurige montage.
Sluit een camcorder of videorecorder die geschikt is voor JLIP om deze via de computer te kunnen bedienen met de meegeleverde software.
) Gelijkstroom aansluiting ....................... blz. 7
Aansluitingen q t/m e bevinden zich onder de aansluiting-afdekking.
q Audio/Video uitgangsaansluiting
[AV] ....................................... blz. 40, 44, 53
w Digitale video aansluiting [DV OUT]
(i.link*) ................................... blz. 42, 43, 45
* i.Link refereert aan de IEEE1394-1995 industrie
specificatie en de uitbreidingen daarop. Het logo wordt gebruikt voor producten die conformeren aan de i.link standaard.
e S-video-uitgangsaansluiting
[S] .......................................... blz. 40, 44, 53
Indicators
r Opname-indicatielampje .................... blz. 14
t LED indicator zijkant .......................... blz. 24
y Spanningsindicator ............................. blz. 14
Overige onderdelen
u Afstandsbedieningssensor ................. blz. 48
Camerasensor Bedek dit gedeelte niet; de sensor voor opname is hier namelijk ingebouwd.
i Zoeker.................................................. blz. 8
o Videolamp .......................................... blz. 20
p Stereomicrofoon ................................. blz. 58
Q Aanhaakoogies schouderriem ............... blz. 8
W Handgreepriem .................................... blz. 8
E Accubevestiging ................................... blz. 7
R LCD-monitor ................................ blz. 14, 15
T Luidspreker......................................... blz. 31
Y Geleidegat ............................................ blz. 8
U Statiefaansluiting ................................... blz. 8
68 NE
INDEX
LCD monitor/zoekeraanduidingen alleen tijdens video-opname
Aanduidingen
1 Toont het gekozen fade/wipe-effect.
1 2 3*4
SP
U:N2D512
BIT
TCS2O3
9 8
*Door via het menuscherm “ON SCREEN SIMPLE te
zetten kunt u de aanduidingen die gemarkeerd zijn met een * van het scherm verwijderen ( blz. 25, 32).
*
3
5
R
E4C
4
4
7 6 5
2 Verschijnt in de Squeeze of Cinema functies.
*
3
Toont de ingestelde opnamesnelheid (SP of LP). (blz. 11)
*
4
Toont de resterende bandtijd. (blz. 14)
*
5
•“REC” verschijnt bij het opnemen.
•“PAUSE” verschijnt in de opname-
standbyfunctie. (blz. 14)
6 Verschijnt wanneer de windschermfunctie is
geactiveerd om de door de wind veroorzaakte ruis te verminderen. (blz. 25)
7 Verschijnt wanneer de band wordt
getransporteerd. (blz. 14)
8 Toont de geluidsfunctie gedurende ongeveer 5
*
seconden na het inschakelen van de camcorder.
9 Laat de tijdcode zien. ( blz. 19, 25)
LCD monitor/zoekeraanduidingen alleen tijdens D.S.C.-opname
( blz. 26, 27)
( blz. 24)
( blz. 23)
1 532 4 6
DSC
STD
10/30
1 Verschijnt wanneer de VIDEO/DSC schakelaar
op staat en de spanningsschakelaar op “ ” of .( blz. 13, 17)
2 Verschijnt en knippert tijdens het opnemen.
( blz. 17)
3 Toont de ingestelde beeldkwaliteit voor het
opgeslagen beeld. U kunt kiezen uit 2 kwaliteiten: FINE en STD (Standaard).
( blz. 12, 17)
4 Verschijnt tijdens het opnemen. (blz. 17) 5 Toont het aantal beelden dat u al opgenomen
heeft. (blz. 17)
6 Toont het geschatte totale aantal beelden dat
opgeslagen kan worden, inclusief de beelden die u al opgenomen heeft. (blz. 17)
LCD monitor/zoekeraanduidingen tijdens video en D.S.C.-opname
*
F.2AUPTHO
1
2
3
4
5
6
7
x
4
0
W
O
O
T
I
B
R
GHT
T
0
1+.
.
000
:
112
0
@
*
NE69
8
9
!
#
*
1
Verschijnt wanneer de spanningsschakelaar op “ ” staat. ( blz. 13)
2 Verschijnt wanneer er tegenlichtcompensatie
gebruikt wordt. (blz. 29)
3 Verschijnt wanneer de witbalans wordt ingesteld.
( blz. 30)
4 Verschijnt wanneer de belichting wordt ingesteld.
( blz. 29)
5 Toont het gekozen Programma AE met speciale
effecten. (blz. 28)
6 Verschijnt wanneer de beeldstabilisator (“DIS) is
geactiveerd. (blz. 24)
7 Verschijnt wanneer de scherpstelling handmatig
wordt ingesteld. (blz. 21)
* Door via het menuscherm “ON SCREEN SIMPLE te zetten kunt u de aanduidingen die gemarkeerd zijn met een *
van het scherm verwijderen ( blz. 25, 32).
8 Verschijnt tijdens het zoomen.
Zoomniveau-indicator (blz. 18)
9 • Zoombereik bij benadering: Verschijnt tijdens
het zoomen. (blz. 18)
: Verschijnt wanneer GAIN UP” opAUTO staat en de sluitertijd
automatisch wordt geregeld. (blz. 23)
0 Verschijnt bij opname van een snapshot.
( blz. 16, 17)
! Verschijnt wanneer het diafragma is vergrendeld.
( blz. 29)
*
@
Toont de helderheid van de LCD-monitor.
( blz. 14)
# Toont de datum/tijd. ( blz. 9)
70 NE
INDEX
LCD monitor/zoekeraanduidingen tijdens video-weergave
1 Toont de geluidsfunctie. (blz. 32, 33)
1 3
1L2
TBC
IT
V 1
S
O
U
N
D
/
L
U
M
E
O
:
:
0
0
6
210
5
2
L.P
1
112
46
4
.
000
:
0
2 Toont de bandsnelheid. (blz. 11) 3 Verschijnt wanneer de band wordt
getransporteerd.
4
: Weergave
3
: Snel doorspoelen/snel voorwaarts zoeken
2
: Snel terugspoelen/snel achterwaarts
zoeken
6 : Pauze 64: Voorwaarts slow-motion 1
6 : Achterwaarts slow-motion e : Audio-dubben 6e : Audio-dubben pauze
4 Toont de datum/tijd. (blz. 32, 33) 5 Toont de tijdcode. (blz. 32, 33) 6 BRIGHT : Toont de helderheid van de LCD
VOLUME : Toont het volume van de luidspreker.
De niveau-indicator beweegt.
Aanduidingen (vervolg)
monitor. ( blz. 14)
( blz. 31)
LCD monitor/zoekeraanduidingen tijdens D.S.C.-wg
1 Toont het indexnummer van het beeldbestand.
1 2 3
BR I GHT
10/30
+
2 Toont het totale aantal opgeslagen beelden.
3 Toont de ingestelde helderheid (BRIGHT) van de
LCD monitor. (blz. 14)
De niveau-indicator beweegt.
( blz. 34)
( blz. 34)
Waarschuwingen
Aanduidingen Functie
Toont de resterende accuspanning.
Accu vol
Accu bijna leeg
De accu-indicator knippert wanneer de accu bijna leeg is. De spanning wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de accu is uitgeput.
Wordt getoond wanneer er geen cassette is geplaatst. ( blz. 10)
NE71
CHECK TAPE’S ERASE
PROTECTION SWITCH
HEAD CLEANING
REQUIRED USE CLEAN-
ING CASSETTE
CONDENSATION,
OPERATION PAUSED
PLEASE WAIT
TAPE!
TAPE END
DIFFERENT
FORMATTED TAPE
Verschijnt wanneer het wispreventielipje van de cassette op SAVE (bewaren) staat terwijl de spanningsschakelaar op “ ” of staat en de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO.(墌 blz. 10)
Verschijnt als er vuil op de koppen wordt gedetecteerd. Gebruik een los verkrijgbare reinigingscassette. ( blz. 75)
Verschijnt als er condensatie is opgetreden. Wanneer deze aanduiding verschijnt, dient u tenminste 1 uur te wachten totdat de condensatie verdwenen is.
Verschijnt wanneer er geen cassette in het toestel zit maar er toch op de opname start-/ stoptoets of SNAPSHOT toets wordt gedrukt terwijl de spanningsschakelaar op “ ” of staat en de VIDEO/DSC schakelaar op VIDEO”.
Wordt getoond wanneer tijdens opname of weergave het eind van de band wordt bereikt. ( blz. 15)
Wordt getoond wanneer er een cassette van een ander formaat in het toestel gedaan wordt.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
72 NE
Aanduidingen Functie
SET DATE/TIME!
LENS CAP
A. DUB ERROR!
A. DUB ERROR!
<CANNOT DUB
ON AN LP RECORDED
<CHECK TAPES ERASE
PROTECTION SWITCH>
TAPE>
<CANNOT DUB
ON A 16BIT
RECORDING>
INDEX
Wordt getoond wanneer de datum/tijd niet is ingesteld. ( blz. 9)
Wordt getoond wanneer de batterij voor de ingebouwde klok leeg is en
de eerder ingestelde datum/tijd gewist is. Raadpleeg uw dichtst bijzijnde JVC dealer voor vervanging.
Wordt 5 seconden lang getoond na het inschakelen van de stroom als de dop nog op de lens zit.
Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een blanco gedeelte van de band. ( blz. 58)
Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een band die met de LP functie is opgenomen. ( blz. 58)
Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een band die met 16-bits audio is opgenomen. ( blz. 58)
Wordt getoond wanneer er op A.DUB (e) op de afstandsbediening wordt gedrukt terwijl het wispreventielipje op SAVE” (bewaren) staat.
Aanduidingen (vervolg)
( blz. 58)
MEMORY IS FULL
COPYING FAILED
NO IMAGES STORED
E01 E06
UNIT IN SAFEGUARD
MODE REMOVE AND
REATTACH BATTERY
Verschijnt wanneer het ingebouwde geheugen vol is en er geen beelden meer in kunnen worden opgeslagen.
Verschijnt wanneer het ingebouwde geheugen vol is bij het kopiëren van stilbeelden van de band naar het ingebouwde geheugen. ( blz. 47)
Verschijnt in de volgende gevallen bij het kopiëren van stilbeelden uit het ingebouwde geheugen naar een band:
wanneer er condensatie optreedt.wanneer er geen cassette in het toestel zit.wanneer het wispreventielipje van de cassette op SAVE” (bewaren)
staat.
wanneer er een band van een verkeerde soort in het toestel zit.wanneer het einde van de band is bereikt. ( blz. 46)
Verschijnt als er geen beelden zijn opgeslagen in het ingebouwde geheugen terwijl de spanningsschakelaar op staat en de VIDEO/DSC schakelaar op ”.
De foutmelding (E01 E06) toont wat het probleem is. De camcorder wordt automatisch uitgeschakeld nadat een foutmelding verschijnt. U moet de spanningsbron (accu, enz.) en vervolgens een paar minuten wachten zodat de aanduiding verdwijnt. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het uitvoeren van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt.
VOORZORGEN
NE73
Videolamp
GEVAAR
De videolamp kan zeer heet worden.
Voorkom brandwonden en raak de videolamp tijdens gebruik of kort nadat deze is aangeschakeld niet aan.
Plaats de camcorder niet direct na gebruik met de
videolamp in de draagtas. De videolamp is namelijk heet en dient eerst af te koelen.
Houd tijdens gebruik van de lamp een afstand van
minimaal 30 cm tussen de lamp en een persoon of onderwerp.
Gebruik de lamp niet in de buurt van ontvlambare
of ontplofbare materialen.
Raadpleeg bij voorkeur uw JVC handelaar voor het
vervangen van de videolamp.
Algemene voorzorgen batterijen
Als de afstandsbediening niet werkt, ook al voert u de juiste handelingen uit, zijn de batterijen leeg. Vervang de batterijen door verse.
Gebruik deze batterijen: AAA (R03) formaat x2 Neemt u alstublieft de volgende regels in acht bij het gebruiken van batterijen. Wanneer batterijen niet op de juiste manier worden behandeld, kunnen ze gaan lekken of zelfs ontploffen.
1. Raadpleeg blz. 48 voor het vervangen van de
batterijen.
2. Gebruik geen batterijen van een ander formaat
dan wat voorgeschreven is.
3. Controleer of de batterijen in de juiste richting in
het batterijvak zitten.
4. Gebruik geen oplaadbare batterijen.
5. Stel de batterijen niet bloot aan te hoge
temperaturen, aangezien ze hierdoor kunnen gaan lekken of zelfs ontploffen.
6. Gooi de batterijen niet in het vuur.
7. Haal de batterijen uit het toestel als u dit voor
langere tijd niet zult gebruiken om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken, hetgeen storingen zou kunnen veroorzaken.
Accu’s
De bijgeleverde accu is een lithium-ionaccu. Lees alvorens deze accu of een los verkrijgbare accu te gebruiken de volgende voorzorgen goed door:
1. Voorkom gevaar . . .
... verbrand de accu niet. ... sluit de contactpunten niet kort. Let er op dat
het meegeleverde accukapje op de accu zit wanneer u deze gaat vervoeren. Als het accukapje kwijt is, moet u de accu in een plastic zakje vervoeren.
... maak geen veranderingen en demonteer niet. ... stel de accu niet aan temperaturen boven de
60°C bloot daar de accu anders oververhit met mogelijk een ontploffing en brand tot gevolg.
... gebruik uitsluitend de gespecificeerde laders.
2. Voorkom beschadiging en verleng de levensduur . . .
... stel de accu niet aan schokken bloot. ... laad bij temperaturen op die binnen het
hieronder getoonde bereik ligt. Dit is een accu van het chemische reactie type” — lagere temperaturen vertragen het laden, en hogere temperaturen belemmeren mogelijk het volledig laden van de accu.
... bewaar de accu op een droge, koele plaats.
Door langdurige blootstelling aan hoge temperaturen wordt de accu ontladen en de levensduur verkort.
... laad één keer per jaar een accu eerst geheel op
en ontlaad dan geheel wanneer u de accu voor langere tijd opbergt.
... verwijder de accu van de lader of het toestel
wanneer u deze niet gebruikt. Sommige toestellen gebruiken namelijk ook spanning wanneer ze zijn uitgeschakeld.
OPMERKINGEN:
De accu is na het laden of gebruik warm. Dit is normaal.
Temperatuurbereik
Laden ..................................... 10°C t/m 35°C
Gebruik ................................. 0°C t/m 40°C
Opslag ................................... –10°C t/m 30°C
De oplaadtijd is gebaseerd op een kamer­temperatuur van 20°C.
Hoe lager de temperatuur, hoe langer het opladen duurt.
Contactpunten
74 NE
VOORZORGEN
(vervolg)
Cassettes
Lees de volgende voorzorgen door voor een juist gebruik en opslag van uw cassettes.
1. Tijdens gebruik . . .
... controleer dat de cassette de Mini DV
markering heeft.
... vergeet niet dat opname op een reeds
opgenomen cassette automatisch de “oude”
opname van de video- en audiosignalen wist. ... controleer dat de cassette juist wordt geplaatst. ... plaats en verwijder een cassette niet
herhaaldelijk zonder dat de band is
getransporteerd. De band komt hierdoor
namelijk los te zitten met mogelijk
beschadiging tot gevolg. ... open nooit de huls van de cassette. Er zou
anders stof of vingerafdrukken op de band
kunnen komen.
2. Bewaar cassettes . . .
... uit de buurt van de verwarming of andere
warmtebronnen. ... uit het directe zonlicht. ... op een plaats die niet aan schokken of
trillingen blootstaat. ... op een plaats die niet aan sterke magnetische
velden blootstaat (bijvoorbeeld in de buurt van
motoren, transformators of magneten). ... verticaal geplaatst en in het originele
cassettedoosje.
LCD-monitor
1. Voorkom beschadiging van de LCD-monitor en NIET . . .
... hard op de monitor drukken of aan schokken
onderhevig stellen.
... de camcorder met de LCD-monitor onder
ergens neerleggen.
2. Verleng de levensduur . . .
... en wrijf niet hard of met een ruwe doek
schoon.
3. Let op de volgende punten. Dit zijn karakteristieken van de LCD-monitor.
Bij gebruik van de camcorder wordt het oppervlak en/of de achterkant van de LCD­monitor warm.
De oppervlakken rond de LCD-monitor worden mogelijk warm wanneer de spanning lang is ingeschakeld.
Hoofdtoestel
1. Voor de veiligheid, NIET . . .
... de behuizing van de camcorder openen. ... het toestel demonteren of er veranderingen in
aanbrengen.
... de contactpunten van de accu kortsluiten.
Houd uit de buurt van metalen voorwerpen wanneer niet in gebruik.
... ontvlambare stoffen, water of metalen
voorwerpen in het toestel laten vallen.
...
de accu verwijderen of de spanning ontkoppelen wanneer de spanning nog is ingeschakeld.
... de accu op de camcorder bevestigd laten
wanneer niet in gebruik.
2. Vermijd gebruik van het toestel . . .
... op zeer vochtige of stoffige plaatsen. ... op plaatsen die onderhevig zijn aan roet of
stoom, bijvoorbeeld in de buurt van een gasfornuis.
... op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke
schokken of trillingen. ... in de buurt van een TV. ... in de buurt van apparatuur die sterke
magnetische of elektrische velden opwekt
(bijvoorbeeld luidsprekers of zendantennes). ... op plaatsen die aan zeer hoge (boven 40°C) of
zeer lage (onder 0°C) temperaturen onderhevig
zijn.
3. Bewaar het toestel NIET . . .
... op plaatsen waar de temperatuur hoger is dan
50°C. ... op plaatsen met een zeer lage (onder 35%) of
hoge (boven 80%) vochtigheidsgraad. ... in het directe zonlicht. ... in de zomer in een afgesloten auto. ... in de buurt van een verwarmingselement.
4. Ter bescherming, het toestel NIET . . .
... nat laten worden. ... laten vallen of tegen harde voorwerpen stoten. ... tijdens transport onderhevig aan sterke
schokken of trillingen blootstellen. ... met de lens langdurig op een helder onderwerp
richten. ... met de lens in het directe zonlicht houden. ... aan de LCD-monitor of zoeker dragen. ... hard heen en weer slingeren met de handriem
of greep.
5. Vuile koppen veroorzaken mogelijk de volgende problemen:
Geen beeld tijdens weergave.
Ruis of ruisblokken tijdens weergave.
Tijdens opname wordt de waarschuwing voor
een vuile kop “ ” getoond.
Reinig vuile koppen met een in de handel verkrijgbare reinigingscassette. Plaats de reinigingscassette en start de weergave. De koppen worden mogelijk beschadigd indien u deze cassette meerdere malen achter elkaar gebruikt. De weergave wordt automatisch na ongeveer 20 seconden gestopt. Zie tevens de aanwijzingen van de kopreinigingscassette. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na gebruik van deze reinigingscassette het probleem nog niet is opgelost. De mechanisch bewegende onderdelen voor het bewegen van de videokoppen en het transporteren van de band raken na verloop van tijd verontreinigd en verslijten op den duur. Laat voor een optimale werking en heldere beelden het toestel na ongeveer 1000 gebruiksuren nakijken. Raadpleeg uw JVC handelaar voor deze periodieke check-ups.
NE75
Meer over condensvorming . . .
Het is u misschien wel eens opgevallen dat wanneer een koude vloeistof in een glas geschonken wordt, er zich waterdampdruppels vormen aan de buitenkant van het glas. Ditzelfde fenomeen, dat we condensatie noemen, kan op de koppen van de camcorder optreden wanneer deze van een koude naar een warme plaats wordt overgebracht, na het verwarmen van een koude kamer, in overmatig vochtige omstandigheden, of op een plek in de directe luchtstroom van een airconditioner.
Vocht op de kop, een van de meest kwetsbare onderdelen van de camcorder, kan de videoband zowel als het interne mechanisme van de camcorder beschadigen.
Ernstige problemen
Indien er iets mis is met het toestel, moet u het gebruik van de camcorder direkt staken en uw JVC handelaar raadplegen.
Deze camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een TV of radio) heeft mogelijk tot gevolg dat de camcorder niet juist functioneert. Ontkoppel in dat geval eerst de spanningsbron (accu, netadapter/lader, enz.) en wacht een paar minuten. Sluit de spanning weer aan en start de bediening als normaal.
Juiste omgang met een CD-ROM
Zorg dat er geen vuil of krassen komen op de glimmende onderkant (tegenover de labelkant). Schrijf niet op een CD-ROM en plak geen etiketten e.d. op de bovenkant of de onderkant. Als een CD­ROM vuil is, kunt u deze met een zachte does schoonvegen, vanuit het midden naar de rand.
Gebruik geen reinigingsmiddelen of antistatische spray voor conventionele grammofoonplaten.
Verbuig een CD-ROM niet en raak de glimmende onderkan niet met uw vingers aan.
Bewaar een CD-ROM niet op een warme, stoffige of vochtige plaats. Laat niet in de volle zon liggen.
76 NE
A
Aansluitingen ................... blz. 7, 40, 42 – 45, 53
Accu ............................................... blz. 6, 7, 73
Accu bijna leeg ....................................... blz. 71
Afstandsbediening ................................... blz. 48
Audio-dubben ......................................... blz. 58
Automatische scherpstelling ..................... blz. 21
Automatische uitschakeling ............... blz. 15, 31
B
Beeld-voor-beeld weergave................ blz. 31, 50
Beeld Wipe/Oplossen ........................ blz. 26, 27
Beeldkwaliteit.......................................... blz. 12
Belichtingsregeling .................................. blz. 29
Bevestigen op een statief ............................ 墌 blz. 8
Bijgeleverde accessoires ............................ blz. 4
Breedbeeldfunctie ................................... blz. 24
C
Cinema ................................................... blz. 24
D
Datum/Tijd-display ...................... blz. 25, 32, 33
Datum/Tijd-instellingen ............................. blz. 9
Demonstratiefunctie ............................ blz. 5, 24
Diafragma ............................................... blz. 29
Diafragmavergrendeling .......................... blz. 29
Diavoorstelling ........................................ blz. 36
Digitale zoom ................................... blz. 18, 23
DIS (Digitale Beeld Stabilisator) ................ blz. 24
Donkerder beeld op LCD-monitor ........... blz. 14
F
Fade-in/Fade-out ............................... blz. 26, 27
TERMEN
G
Geluidsfunctie ............................. blz. 23, 32, 33
H
Handmatige scherpstelling ....................... blz. 21
I
Index weergave ....................................... blz. 35
Indexscherm ............................................ blz. 35
Instellen van de afstandsbedieningscode
voor de videorecorder ........................... blz. 52
Instellen van de dioptrie ............................. blz. 8
Instellen van de handgreep ........................ blz. 8
J
Journalistenopname ................................. blz. 15
K
Kanalen (Links/Rechts) ............................. blz. 33
Klassieke film .......................................... blz. 28
Kopiëren van een cassette ................ blz. 44 – 47
L
Langzame sluiter ..................................... blz. 28
LCD-monitor/zoekeraanduidingen ... blz. 68 – 72
Lichter beeld op LCD-monitor ................. blz. 14
Lichtversterking ....................................... blz. 23
Luidspreker-volume ................................. blz. 31
M
Menuscherm, CAMERA MENU .......... blz. 23, 24
Menuscherm, DISPLAY MENU .......... blz. 25, 32
Menuscherm, DSC MENU ................. blz. 25, 37
Menuscherm, MANUAL MENU ......... blz. 24, 25
Menuscherm, VIDEO MENU ................... blz. 32
Momentopname ................................ blz. 16. 17
Momentopname functie ........................... blz. 16
N
Netadapter/lader .................................... blz. 6, 7
O
Opladen van de accu ................................ blz. 6
Opnamefunctie ....................................... blz. 11
Opname-indicatielampje
Opnamestandbyfunctie ............................ blz. 14
..................... blz. 14, 23
P
Pictogrammen ................................. blz. 22 – 25
Plaatsen van een cassette ......................... blz. 10
Printer ..................................................... blz. 43
Programma AE met speciale effecten ........ blz. 28
R
Reinigen van de camcorder ..................... blz. 65
Reset ....................................................... blz. 25
S
Schemerlicht ........................................... blz. 28
Sepia ....................................................... 墌 blz. 28
Slow-motion weergave ............................ blz. 50
Sluitertijd ................................................. blz. 38
Snel doorspoelen van de band ................. blz. 31
Snelzoeken .. ........................................... blz. 31
Squeeze .................................................. blz. 24
Stand Spanningsschakelaar ...................... blz. 13
Stand VIDEO/DSC schakelaar .................. blz. 13
Stilbeelden beveiligen .............................. blz. 37
Stilbeelden wissen ................................... blz. 38
Stilbeeldweergave ................................... blz. 31
Stroboscoop ............................................ blz. 28
NE77
T
Technische gegevens ......................... blz. 78, 79
Tegenlichtcompensatie ............................ blz. 29
Telemacro ............................................... blz. 24
Terugspoelen van de band ....................... blz. 31
Tijdcode ................................ blz. 19, 25, 32, 33
V
Verwijderen van een cassette ................... blz. 10
Video-echo.............................................. blz. 28
Videolamp............................................... blz. 20
W
Weergave speciale effecten ...................... blz. 51
Willekeurige montage van
meerdere scènes ........................... blz. 52 – 57
Windscherm ............................................ blz. 25
Wipe-in/Wipe-out.............................. blz. 26, 27
Wisprotectie ............................................ blz. 10
Witbalans ................................................ blz. 30
Z
Zelfopname ............................................. blz. 15
Zoomen .................................................. blz. 18
Zoomen tijdens weergave ........................ blz. 50
Zwart/wit ................................................. blz. 28
78 NE
TECHNISCHE GEGEVENS
Camcorder
Algemeen
Spanningsbron : 6,3 V gelijkstroom (Met de Lichtnetadapter/acculader)
Stroomverbruik
LCD-monitor uitgeschakeld, zoeker ingeschakeld : Ongeveer 4,3 W
LCD-monitor ingeschakeld, zoeker uitgeschakeld : Ongeveer 5,3 W Videolamp : Ongeveer 3,5 W
Afmetingen (B x H x D) : 80 mm x 96 mm x 170 mm
Gewicht : Ongeveer 580 g Bedrijfstemperatuur :0°C t/m 40°C Bedrijfsvochtigheid : 35% t/m 80% Opslagtemperatuur : –20°C t/m 50°C Pickup : 1/4" CCD Lens : F1,8, f = 3,6 mm t/m 36 mm, 10:1 motorzoomlens Filterdiameter : ø37 mm LCD-monitor : 3,0" diagonaal gemeten, LCD paneel/TFT actief matrix systeem Zoeker : Elektronische zoeker met 0,24" zwart/wit LCD Luidspreker : Mono
Betreffende de digitale videocamera
Formaat : DV formaat (SD functie) Signaalformaat : PAL standaard Opname-/weergave-formaat : Video : Digitale componenten opname
Cassette : MINI DV cassette Bandsnelheid : SP: 18,8 mm/sec.
Maximale opnametijd : SP: 80 min. (bij gebruik van een 80 min. cassette) LP: 120 min.
Betreffende de digitale stilbeeld camera
Opslagmedium : Ingebouwd flash geheugen: 2 Mbyte Compressiesysteem : JPEG (compatibel) Bestandsgrootte : VGA: 640 x 480 beeldpunten Beeldkwaliteit : 2 standen (FINE/STANDARD) Aantal beelden dat by benadering kan worden opgeslagen
FINE (fijn) :30 STANDARD (standaard) :60
7,2 V gelijkstroom (Met de accu)
(Met de LCD monitor dicht en de zoeker helemaal naar beneden.)
: Audio : PCM digitale opname, 32 kHz 4-kanalen (12-bits),
48 kHz 2-kanalen (16-bits)
LP: 12,5 mm/sec.
NE79
Betreffende aansluitingen
S : Y: 1 V (p-p), 75 Ohm, analoog uitgang
AV
Video uitgangsaansluiting : 1 V (p-p), 75 Ohm, analoog
Audio uitgangsaansluiting : 300 mV (rms), 1 kiloOhm, analoog, stereo DV uitgangsaansluiting : 4-pens, voldoet aan IEEE 1394 PC (DIGITAL PHOTO)
Digitale stilbeeld uitgangsaansluiting : diameter 2,5 mm, 3-polig JLIP/EDIT : diameter 3,5 mm, 4-polig
C: 0,29 V (p-p), 75 Ohm, analoog uitgang
Lichtnetadapter/Acculader AA-V40EG
Spanningsvereisten : 110 V tot 240 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz Stroomverbruik : 23 W Uitgang
Opladen : 7,2 V gelijkspanning; 1,2 A
VTR : 6,3 V gelijkspanning; 1,8 A Afmetingen (B x H x D) : 68 mm x 38 mm x 110 mm Gewicht : Ongeveer 260 g
Technische gegevens zijn gebaseerd op de SP functie tenzij anders aangegeven. Ontwerp en technische gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
COPYRIGHT© 2000 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LTD.
EG
Gedrukt in Japan 0400HOV*UN*SN
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
DU
GR-DVL200
Loading...