Dank u voor de aanschaf van deze digitale videocamera. Lees voor gebruik de waarschuwingen en
voorzorgen op de volgende bladzijden goed door voor een veilige werking van uw nieuwe videocamera.
Meer over deze gebruiksaanwijzing
•De inhoudsopgave op de omslag toont u alle belangrijke hoofdstukken en gedeelten.
•Aan het eind van de diverse gedeelten vindt u vaak opmerkingen. Lees deze opmerkingen tevens door.
•De basisbedieningen en meer geavanceerde functies/bedieningen zijn apart beschreven zodat u snel de
uitleg kunt vinden die u nodig heeft.
Wij bevelen aan dat u . . .
.... eerst even de index ( blz. 66 – 72) bekijkt en voor gebruik vertrouwd raakt met de plaatsen van toetsen,
enz.
.... de “Veiligheidsvoorschriften” goed doorleest. Deze informatie is uitermate belangrijk voor een veilig
gebruik van de camcorder.
Lees tevens voor gebruik de waarschuwingen en aanwijzingen op blz. 73 – 75 goed door.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING:
STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT
AAN REGEN OF VOCHT TER
VOORKOMING VAN BRAND
EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Gebruikte batterijen
Niet weggooien, maar inleveren
als KCA.
VOORZORGSMAATREGELEN:
Om elektrische schokken te vermijden, mag u
de ombouw niet openen. In het toestel
bevinden zich geen door de gebruiker te
repareren onderdelen. Laat onderhoud over
aan de vakman.
Trek de stekker van het netsnoer bij voorkeur
uit het stopcontact wanneer u de netadapter/
acculader voor langere tijd niet gaat
gebruiken.
OPMERKINGEN:
●
Het spanningslabel (serienummer) en
waarschuwingen voor de veiligheid zijn op het
onder- en/of achterpaneel van het hoofdtoestel
aangegeven.
●
Het spanningslabel (serienummer) van de
netadapter/lader vindt u op de onderkant van
dat toestel.
NE3
De camcorder is gemaakt voor gebruik met
kleurentelevisiesignalen van het PAL type. Het
toestel kan niet gebruikt worden met een televisie
gebaseerd op een ander systeem. Opname en
weergave met de LCD-monitor/zoeker is echter
overal mogelijk. Gebruik de BN-V408U/V416U/
V428U accu’s en voor het opladen de
bijgeleverde multi-voltage netadapter/lader.
(Een stekkeradapter kan eventueel noodzakelijk
zijn voor aanpassing aan afwijkende
stopcontactontwerpen in verschillenden landen.)
Wanneer het toestel in een kast of op een plank
wordt gezet, moet u er op letten dat er voldoende
ventilatieruimte aan alle kanten van het toestel
overblijft (10 cm of meer aan beide zijkanten, aan
de bovenkant en aan de achterkant).
Blokkeer de ventilatie-openingen niet.
(Als de ventilatie-openingen geblokkeerd worden
door een krant, een kleedje of iets dergelijks, is het
mogelijk dat de warmte niet uit het toestel kan
ontsnappen.)
Zet geen open vuur, zoals een brandende kaars, op
het toestel.
Denk aan het milieu wanneer u batterijen weggooit
en volg de lokale regelgeving aangaande het
wegwerpen van deze batterijen strikt op.
Het toestel mag niet worden blootgesteld aan
druppelend of spattend water.
Gebruik dit toestel niet in een badkamer of andere
plek waar water voorhanden is.
Zet ook geen voorwerpen met water of andere
vloeistoffen erin op het toestel (zoals cosmetica,
medicijnen, bloemenvazen, potplanten, kopjes
enz.).
(Als water of een andere vloeistof in het toestel
terecht komt, kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.)
Richt de lens of de zoeker niet direct naar de
zon. Dit zou namelijk uw ogen kunnen
beschadigen of problemen in de werking van het
interne circuit kunnen veroorzaken met mogelijk
brand of een elektrische schok tot gevolg.
LET OP
De volgende opmerkingen zijn uitermate
belangrijk en dienen beschadiging van het
toestel en letsel te voorkomen.
Bevestig de bijgeleverde schouderriem goed en
gebruik deze riem om de camcorder te dragen.
Draag de camcorder niet door deze aan de
zoeker en/of de LCD-monitor vast te houden. De
camcorder zou anders kunnen vallen of op een
andere manier worden beschadigd.
Let op dat uw vingers niet in de cassettehouder
verstrikt raken. Let vooral op kinderen. De
camcorder is geen speelgoed.
Gebruik geen statief op een instabiel of scheef
oppervlak. Het statief zou anders om kunnen
vallen met ernstige beschadiging van de
camcorder tot gevolg.
LET OP
Verbind geen kabels (audio/video, S-video,
montage, gelijkstroom, enz.) met de camcorder
wanneer deze op de TV is geplaatst en laat de
camcorder niet op de TV liggen. Iemand zou
namelijk over de kabels kunnen struikelen of er
op staan waardoor de camcorder van de TV valt
met beschadiging tot gevolg.
Deze camcorder is exclusief ontworpen voor digitale videocassettes. Gebruik uitsluitend cassettes
voorzien van de markering met deze camcorder.
Alvorens een belangrijke scène op te nemen . . .
.... gebruik uitsluitend cassettes voorzien van de Mini DV markering .
.... onthoud dat deze camcorder niet uitwisselbaar met andere digitale videoformaten is.
.... vergeet niet dat deze camcorder voor privé-gebruik is ontworpen. Commercieel gebruik zonder de vereiste
toestemming is verboden. (Het wordt tevens aanbevolen dat u vooraf toestemming heeft gekregen voor het
opnemen van bijvoorbeeld een show, uitvoering, expositie of toneelstuk voor persoonlijk gebruik.)
4 NE
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
•Lichtnetadapter/
acculader AA-V40EG
•Kabeladapter•AAA (R03) Batterij x 2
•Lensdop
(reeds bevestigd
op de camcorder)
•Kernfilter x 1
(voor de los
verkrijgbare
S-videokabel)
•Afstandsbediening
RM-V716U
•Schouderriem
•Accu BN-V408U
(voor de afstandsbediening)
•CD-ROM
De CD-ROM bevat de volgende
3 software programma’s:
• JLIP Video Capture
• JLIP Video Producer
• Picture Navigator
•Montagekabel
De ene stekker heeft drie ringen
rond de pen, terwijl de andere
slechts 1 ring heeft.
•PC verbindingskabel
•Audio/videokabel (ø3,5
ministekker naar tulpstekker)
•Gelijkspanningssnoer
Bevestigen van het kernfilter
Bevestig het meegeleverde kernfilter aan een los aangeschafte S-videokabel. Kernfilters verminderen
interferentie.
NE5
123
Klem
Maak de
klemmetjes aan
beide uiteinden
van het kernfilter
los.
Leid de kabel door het kernfilter en laat ongeveer 3 cm
kabel over tussen de stekker en het kernfilter. Wikkel de
kabel een keer buiten het kernfilter om zoals
aangegeven in de afbeelding.
•Wikkel de kabel redelijk strak op.
3 cm
Een wikkeling
Sluit het kernfilter tot het
dichtklikt.
OPMERKING:
Wees voorzichtig dat u de kabel niet beschadigt.
Wanneer u kabels aansluit, dient u het uiteinde met het kernfilter aan te sluiten op de camcorder.
AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE
De Automatische Demonstratie zal in werking treden
wanneer “DEMO. MODE” op “ON” staat (fabrieksinstelling).
Beschikbaar wanneer de spanningsschakelaar op “
” staat en er geen cassette in de camcorder zit.
“
” of
De demonstratie zal worden onderbroken wanneer u een
andere handeling op het toestel uitvoert. Als u vervolgens
tenminste 1 minuut geen handelingen meer uitvoert, zal de
demonstratie worden hervat.
De “DEMO. MODE” (demonstratiefunctie) zal “ON” (aan)
blijven staan ook al schakelt u de stroom voor de
camcorder uit.
Zet de spanningsschakelaar op “
” en druk op MENU/
BRIGHT terwijl de demonstratie loopt om deze te
annuleren. Hierdoor zult u rechtstreeks naar het Instelmenu
van de demonstratiefunctie gaan (zodat u niet eerst het
Menuscherm hoeft te openen). Verdraai de MENU/BRIGHT
keuzeschijf, kies “OFF” en druk de keuzeschijf in. Het
normale scherm zal verschijnen.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
C
A
M
E
R
A
ME
E
T
U
1
R
C
M
R
E
U
N
D
S
O
O
M
O
Z
I
N
A
G
L
A
L
Y
T
D
N
U
I
M
E
O
.
D
D
I
E
S
N
R
N
O
D
E
M
O
D
E
U
P
M
B
E
R
M
O
D
E
O
N
L
E
D
O
FUF
6 NE
Accu
BN-V408U,
BN-V416U of
BN-V428U
Naar het
stopcontact.
STARTEN
Stroomvoorziening
Met het dubbele stroomvoorziening-systeem van deze
camcorder kunt u zelf de meest geschikte stroombron
kiezen. Gebruik geen apparaten voor de
stroomvoorziening die meegeleverd worden met andere
toestellen.
OPLADEN VAN DE ACCU
Netadapter/lader
POWER
indicator
CHARGE indicator
Accu
BN-V408U
BN-V416U
(los verkrijgbaar)
BN-V428U
(los verkrijgbaar)
OPMERKINGEN:
●
Als het beschermdeksel op de accu zit, dient u dit eerst te verwijderen.
●
Laad de accu op wanneer de omgevingstemperatuur tussen 10°C en 35°C is. De ideale temperatuur is tussen 20°C en
25°C. Wanneer de omgevingstemperatuur te laag is, is het mogelijk dat de accu niet volledig geladen kan worden.
●
De oplaadtijden zoals hierboven vermeld gelden voor geheel lege accu’s.
●
De oplaadtijden en de gebruiksduur kunnen verschillen afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de toestand
van de accu.
●
Gebruik de netadapter/lader niet in de buurt van een radio om storing van de ontvangst te voorkomen.
●
Wanneer u tijdens het opladen het gelijkspanningsnoer van de camcorder aansluit op de netadapter/lader, zal de
camcorder van stroom worden voorzien en zal het opladen stoppen.
●
Omdat de netadapter/lader de netspanning intern omzet, wordt hij warm tijdens het gebruik. Gebruik de
netadapter/lader daarom alleen in goed geventileerde ruimtes.
●
Wanneer u een accu voor het eerst of voor het eerst na een lange tijd gaat opladen, is het mogelijk dat de CHARGE
indicator in eerste instantie niet oplicht. Verwijder in een dergelijk geval de accu van de netadapter/lader en probeer
het vervolgens opnieuw.
●
Wanneer de gebruiksduur heel kort blijkt te zijn alhoewel de accu volledig opgeladen was, is de accu versleten en
zult u deze dienen te vervangen. Koopt u alstublieft een nieuwe.
Gelijkstroom
uitgangsaansluiting
Oplaadtijd
Ongeveer 1uur
30 minuten
Ongeveer 2uur
Ongeveer 3uur
20 minuten
Let er op dat u het gelijkspanningssnoer van de
1
camcorder uit de netadapter/lader haalt.
Steek de stekker van de netadapter/lader in een
stopcontact. De POWER indicator zal oplichten.
Bevestig de accu met de tekens op dezelfde
2
plek als de corresponderende tekens op de
netstroomadapter/oplader. De CHARGE indicator zal
beginnen te knipperen om aan te geven dat het laden
is begonnen.
Wanneer de CHARGE indicator stopt met knipperen
3
en blijft branden, is het laden klaar.
Verschuif de accu en til hem eraf. Vergeet niet de
stekker uit het stopcontact te halen als u klaar bent
met het opladen van de accu’s.
Meer over accu’s
GEVAAR! Probeer de accu’s niet uit elkaar te halen en stel ze
niet bloot aan vlammen of extreme hitte, want dit kan leiden
tot brand of een ontploffing.
WAARSCHUWING! Laat de accu of de aansluitingen van de
accu niet in contact komen met metalen, want dit kan
resulteren in kortsluiting en kan mogelijk brand veroorzaken.
De voordelen van Lithium-ion accu’s
De Lithium-ion accu is gevoelig voor kou.
Lithium-ion accu’s zijn klein maar hebben een groot
vermogen. Wanneer een dergelijke accu echter wordt
blootgesteld aan lage temperaturen (onder 10°C), dan zal de
gebruiksduur korter worden en kan de accu zelfs helemaal
weigeren te functioneren. Als dat gebeurt, dient u de accu
korte tijd in uw zak, of op een andere veilige, warme plek, te
doen om hem op te warmen en bevestig hem vervolgens weer
aan de camcorder. Zolang de accu zelf niet te koud wordt zou
dit geen invloed moeten hebben op de prestaties.
(Als u een verwarmingselement gebruikt, moet u er op letten
dat de accu zelf niet in direct contact komt met het element.)
BATTERY
GEBRUIKEN VAN DE ACCU
RELEASE Accuontgrendeltoets
1
3
2
LET OP:
Controleer alvorens de spanningsbron
te ontkoppelen dat de spanning van de
camcorder is uitgeschakeld. Dit
nalaten kan een onjuist functioneren
veroorzaken.
INFORMATIE:
De VU-V856KIT bestaat uit de BN-V856U accu
en AA-V80EG netadapter/lader.
Zie voor gebruik de gebruiksaanwijzing van de
VU-V856KIT.
U kunt de BN-V856U accu niet met de
bijgeleverde netadapter/lader opladen. Voor het
opladen van de BN-V856U moet u de
AA-V80EG netadapter/lader gebruiken.
OPMERKINGEN:
●
De opnametijd zal aanzienlijk korter uitvallen onder de volgende omstandigheden:
•
De Zoom of Opname-paraatstand wordt herhaaldelijk gebruikt.
•
De LCD-monitor wordt herhaaldelijk gebruikt.
•
De weergavefunctie wordt herhaaldelijk gebruikt.
●
Voor u een langere periode met de camcorder zult gaan opnemen, verdient het aanbeveling om genoeg
accu’s klaar te hebben voor ongeveer 3 maal de lengte van de opname die u in gedachten heeft.
Kantel de zoeker omhoog 1.
1
Met de pijl op de accu naar beneden wijzend drukt u
2
de accu lichtjes tegen de accu-vatting 2 en
vervolgens schuift u de accu naar beneden totdat
deze vastzit 3.
•Als de accu met de en tekens verkeerd-om is
bevestigd, kan dit leiden tot een storing.
Om de accu weer los te maken . . .
.... klapt u de zoeker omhoog 1 en schuift u de accu een
stukje naar boven terwijl u BATTERY RELEASE indrukt.
Opnametijd bij benadering
LCD monitor
Accu
BN-V408U
BN-V416U
(los verkrijgbaar)
BN-V428U
(los verkrijgbaar)
BN-V856U
(los verkrijgbaar)
( ) : Met de videolamp aan.
ingeschakeld/
zoeker uitgeschakeld
1 uur
(35 min.)
2 uur
(1 uur 10 min.)
3 uur 30 min.
(2 uur)
7 uur
(4 uur)
LCD monitor
uitgeschakeld/
zoeker ingeschakeld
1 uur 15 min.
(40 min.)
2 uur 30 min.
(1 uur 20 min.)
4 uur 20 min.
(2 uur 20 min.)
8 uur 40 min
(4 uur 40 min.)
NE7
GEBRUIK OP NETSPANNING
Gebruik de netadapter/lader (verbind zoals u hier in de illustratie ziet).
OPMERKINGEN:
●
De bijgeleverde netadapter/lader kiest automatisch het voltage binnen 110 V t/m 240 V wisselstroom.
●
Voor andere opmerkingen, blz. 6.
Naar de DC gelijkstroomaansluiting
Lichtnetadapter/
acculader
Gelijkspanningssnoer
Netsnoer
Naar het
stopcontact.
Gelijkstroom
uitgangsaansluiting
8 NE
PAUSE
STARTEN
Instellen van de handgreep
(vervolg)
Motorzoomhendel
Opname start-/stoptoets
2
Spanningsschakelaar
Dioptrieregelaar
1
Trek de velcro klitstrip los.
1
Plaats uw rechterhand door de lus en houd de
2
greep vast.
Stel zodanig in dat uw duim en vingers nog
3
gemakkelijk de opname start-/stoptoets en de
motorzoomhendel kunnen bedienen. Bevestig
vervolgens de Velcro riem.
Instellen van de zoeker
Druk de Vergrendeltoets op de
1
spanningsschakelaar in en draai de
spanningsschakelaar naar “” of “”.
Verschuif de dioptrieregelaar totdat de
2
aanduidingen in de zoeker scherp zijn.
Bevestigen van de schouderriem
Controleer of de accu of het gelijkstroomsnoer
1
verwijderd is. Zie de afbeelding en haal de riem
door het oogje 1, vouw terug en haal door de
gesp 2. Herhaal deze procedure om het andere
uiteinde van de riem aan het andere oogje 3,
onder de handriem, te bevestigen. Let op dat de
riem niet gedraaid zit.
3
Bevestigen op een statief
Breng de schroef en camerarichtsteun van het
1
statief in lijn met de schroef- en steunopening.
Draai de schroef vervolgens vast.
•Sommige statieven zijn niet voorzien van
geleidepennen.
LET OP:
Bij gebruik van een statief moet u deze goed
openen en de poten geheel uittrekken zodat
de camcorder stabiel op het statief staat.
Voorkom beschadiging van het toestel door
het omvallen en gebruik daarom geen klein
of niet-stevig statief.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
NE9
Instellen van de datum/tijd
De datum en tijd worden automatisch altijd op de band
opgenomen. U kunt later bij weergave kiezen of u de
datum wel of niet wilt tonen ( blz. 32).
Druk de vergrendeltoets op de spanningsschakelaar
1
in, draai de spanningsschakelaar naar “”. De
spanningsindicator licht op en de camcorder wordt
ingeschakeld.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Spanningsschakelaar
Spanningsindicator
Display
FAD
/
W
E
R
–
W
E
I
P
–
W
E
I
P
R
O
D
A
N
4
O
F
F
R
F
E
A
D
R
E
F
A
D
R
E
F
A
D
P
I
S
L
A
Y
D
R
T
U
N
1
R
E
R
C
O
S
E
E
N
N
/
T
D
T
E
I
M
E
A
C
T
M
E
O
D
E
I
J.
K
C
O
C
A
D
L
I
P
S
C
S
H
M
–
W
–
B
–
M
MEN
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
3
“”. Druk de keuzeschijf in en het “DISPLAY
MENU” zal verschijnen.
Vergrendeltoets
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
4
“CLOCK ADJ.”. Druk de keuzeschijf in en u zult
“day” (dag) zien oplichten.
F
F
O
Y
A
L
P
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf om de dag
in te stellen. Druk de keuzeschijf in. Herhaal deze
procedure om de juiste maand, jaar, uren en minuten
in te voeren. Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer
“1RETURN” en druk de keuzeschijf twee keer in.
Met Menuscherm zal sluiten.
E
L
R
O
L
E
U
T
T
E
H
I
T
K
L
A
C
A
IRC
O
S
U
1
.
112
.
000
:
0
DISPLAY MENU
OPMERKING:
Wanneer u “CLOCK ADJ.” kiest maar de waarde niet is
opgelicht, zal de interne klok van de camcorder blijven
lopen. De klok stopt wanneer u de opgelichte balk naar de
eerste waarde voor de datum/tijd (dag) verplaatst. De klok
start vanaf de ingestelde datum en tijd wanneer u na het
instellen van de minuten op MENU/BRIGHT drukt.
10 NE
Wispreventieschakelaar*
Controleer dat
de vensterkant
naar buiten is
gericht.
OPEN/EJECT
schakeaarCassettehouder
Afdekking
cassettehouder
PUSH HERE (Drukken)
*
Ter bescherming van uw opname . . .
.... verschuif de wispreventieschakelaar op de
rug van de cassette naar “SAVE” zodat er
niet meer over een reeds bestaande
opname op de cassette kan worden
opgenomen. Om op te nemen op deze
cassette moet u de schakelaar terug naar
“REC” schuiven voor u de cassette in het
toestel doet.
STARTEN
(vervolg)
Plaatsen/verwijderen van een cassette
Er moet voor het laden of uitwerpen van een cassette
spanning naar de camcorder worden gevoerd.
Schuif en houd OPEN/EJECT in de richting van de pijl
1
en trek de afdekking van de cassettehouder open
totdat deze inklikt. De houder zal automatisch
openen.
•Raak de interne onderdelen niet aan.
Plaats of verwijder een cassette en druk op “PUSH
2
HERE” om de cassettehouder te sluiten.
•Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt
de houder automatisch verder in het mechanisme
getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het
mechanisme is getrokken alvorens het deksel van
de cassettehouder te sluiten.
•U kunt het deksel van de cassettehouder mogelijk
niet sluiten wanneer de accu bijna is uitgeput.
Forceer niet, maar plaats een geladen accu alvorens
het deksel van de cassettehouder te sluiten.
Doe het deksel van de cassettehouder goed dicht
3
totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Opnametijd bij benadering
Cassette
30 min.30 min.45 min.
60 min.60 min.90 min.
80 min.80 min.120 min.
Opnamesnelheid
SPLP
OPMERKINGEN:
●
Het duurt een paar seconden eer de cassettehouder opent. Forceer de houder niet.
●
Wanneer u een paar seconden wacht en de cassettehouder niet opent, moet u het deksel van de
cassettehouder eerst even sluiten en dan de houder opnieuw proberen te openen. Schakel de camcorder uit,
wacht even en schakel weer in indien de cassettehouder nog steeds niet kan worden geopend.
●
Wanneer de cassette niet goed laadt, dient u het deksel van de cassettehouder volledig te openen en de
cassette te verwijderen. Probeer na een paar minuten de cassette opnieuw te laden.
●
Wacht even alvorens het deksel van de cassettehouder te openen nadat u de camcorder direct van een
koude plaats naar een warme ruimte verplaatst.
●
Het sluiten van het deksel van de cassettehouder voordat de cassettehouder geheel naar buiten is gekomen
beschadigt mogelijk de camcorder.
●
Ook met de camcorder uitgeschakeld kan een cassette worden geplaatst of verwijderd. Nadat de
cassettehouder wordt gesloten met de camcorder uitgeschakeld, zal de houder echter mogelijk niet in positie
worden gebracht. Schakel daarom bij voorkeur de spanning in alvorens een cassette te plaatsen of te
verwijderen.
●
Bij het voortzetten van een opname nadat het deksel van de cassettehouder geopend is geweest, zal er een
blanco stukje op de band worden opgenomen of kan er een reeds opgenomen scène worden gewist
(overschreven) ongeacht of de cassettehouder werd geopend of niet. Zie blz. 19 voor informatie aangaande
het voortzetten van een opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band.
●
Zet de handriem wat losser als deze in de weg zit van de afdekking van de cassettehouder ( blz. 8).
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Spanningsschakelaar
Spanningsindicator
Display
C
A
M
E
R
A
MEN
1
R
E
T
U
R
R
E
C
M
O
S
O
U
N
D
Z
O
O
M
G
A
I
N
U
T
A
L
L
Y
I
D
N
U
M
D
E
M
O
.
M
S
I
D
E
L
U
N
D
E
S
P
M
O
D
E
L
P
P
B
E
R
O
D
E
E
D
Vergrendeltoets
F
F
O
Y
A
L
P
Menuscherm
Sub-menu
NE11
Instellen van de opnamefunctie
Stel de opnamefunctie naar uw eigen voorkeur in.
Druk de vergrendeltoets op de spanningsschakelaar
1
in, draai de spanningsschakelaar naar “”. De
spanningsindicator licht op en de camcorder wordt
ingeschakeld.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
3
“”. Druk de keuzeschijf in en het “CAMERA
MENU” zal verschijnen.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies “REC
4
MODE” (opnamefunctie) en druk de keuzeschijf in.
Het sub-menu zal verschijnen. Kies “SP” of “LP” door
de MENU/BRIGHT keuzeschijf te verdraaien en druk
de keuzeschijf in. Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer
“1RETURN” en druk de keuzeschijf twee keer in.
Met Menuscherm zal sluiten.
•Audio-dubben ( blz. 58) is niet mogelijk op een
met de LP functie opgenomen band.
•“LP” (“Long Play”) is economischer want u beschikt
over 1,5 keer de normale opnametijd van een band.
OPMERKINGEN:
●
Wanneer u tijdens opname de snelheid verandert zal bij
weergave op dat punt het beeld wazig zijn.
●
Speel cassettes die met de LP snelheid zijn opgenomen
bij voorkeur met deze camcorder af.
●
Tijdens weergave van een cassette die met een andere
camcorder is opgenomen verschijnen er mogelijk
ruisblokken in beeld of valt het geluid soms weg.
12 NE
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Spanningsschakelaar
Spanningsindicator
Vergrendeltoets
F
F
O
Y
A
L
P
STARTEN
(vervolg)
Instelling beeldkwaliteit
U kunt de beeldkwaliteit naar uw eigen voorkeuren
instellen. Dit toestel beschikt over twee instellingen voor
de beeldkwaliteit: FINE (fijn) en STANDARD (standaard)
(in aflopende volgorde van kwaliteit).
Zet de spanningsschakelaar op “” terwijl u de
1
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt. De
spanningsindicator zal oplichten en de camcorder
staat nu aan.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “” en druk de
3
keuzeschijf in. Het “DSC MENU” zal verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, kies “QUALITY” en druk
4
de kiesschijf in. Het submenu zal verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, kies de gewenste instelling
en druk de keuzeschijf in. Verdraai MENU/BRIGHT,
selecteer “1RETURN” en druk de keuzeschijf
vervolgens twee keer in. Het menuscherm zal zich
sluiten.
Display
D
S
C
1
R
E
Q
U
A
R
E
C
NU
T
U
R
N
L
I
T
Y
SFTIANNEDARD
S
E
LEMCET
Menuscherm
Sub-menu
Beeldkwaliteit
FINE
STANDARD
OPMERKINGEN:
●
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen hangt af
Aantal beelden dat bij benadering
kan worden opgeslagen
30
60
van de gekozen beeldkwaliteit, maar ook van de
compositie en het opgenomen onderwerp.
●
De hierboven genoemde aantallen zijn van toepassing
wanneer het geheugen van de camcorder leeg is
(wanneer er geen voorbeelden in zijn opgeslagen).
F. AUTO
Om de camcorder aan te zetten, dient u de
DSC
spanningsschakelaar op een van de
bedieningsfuncties (met uitzondering van
“OFF”) te zetten terwijl u de vergrendeltoets
op de schakelaar ingedrukt houdt.
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
F
F
Spanningsindicator
O
Y
A
L
P
Wanneer de spanningsschakelaar op “ ”
staat, zal de aanduiding “F. AUTO”
verschijnen. Wanneer deze op “ ” of “”
staat, zal er geen aanduiding verschijnen.
Wanneer de spanningsschakelaar op “ ” of
“ ” staat en de VIDEO/DSC schakelaar op
“”, zal de aanduiding “DSC” verschijnen.
Wanneer deze op “VIDEO” staat, zal er geen
aanduiding verschijnen.
NE13
Bedieningsfunctie
Kies de bedieningsfunctie die u het meest geschikt vindt
voor de situatie die u wilt opnemen met de
spanningsschakelaar en de VIDEO/DSC schakelaar.
Stand Spanningsschakelaar
(Handmatig):
U kunt diverse opnamefuncties van de menu’s
gebruiken. Stel de handmatige functie in indien u
speciale effecten wilt voor een creatievere opname
dan in vergelijking met de volautomatische functie.
(Volautomatisch):
Voor opname ZONDER speciale effecten en geen
handmatige instellingen. Geschikt voor
standaardopname.
OFF (uitgeschakeld):
Voor het uitschakelen van de camcorder.
:
Stelt u in staat een opname op de band weer te laten
geven, om een stilbeeld uit het ingebouwde geheugen
van de camcorder weer te laten geven, of om een
stilbeeld op de band of in het ingebouwde geheugen
van de camcorder over te brengen naar andere
apparatuur.
VIDEO/DSC schakelaar stand
VIDEO:
Stelt u in staat op een band op te nemen of een band
af te spelen. Als “REC SELECT” op “
gezet via het DSC menuscherm, worden stilbeelden
eveneens opgenomen in het ingebouwde geheugen
van de camcorder.
:
Stelt u in staat een stilbeeld op te nemen of een
stilbeeld uit het ingebouwde geheugen van de
camcorder weer te laten geven.
/
” is
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor
open om deze schakelaar te bereiken.)
14 NE
25
BR I GHT
–
+
Spanningsindicator
Opname start-/stoptoets
Display
min
(Telt nu)
Opname-indicatielampje
(Licht op tijdens
opname.)
90 min
(knippert)(knippert)(knippert)
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
89 min
1 min0 min
OPNAME
F
F
O
Y
A
L
P
Tijdens opname.
Indicator
resterende
bandtijd
(bij benadering)
3 min
2 min
Basisbediening opname voor video
OPMERKING:
De hieronder vermelde instellingen dienen reeds te zijn
gemaakt. Maak deze instellingen indien nog niet
uitgevoerd.
●
Stroomvoorziening ( blz. 6)
●
Instellen van de handgreep ( blz. 8)
●
Instellen van de zoeker ( blz. 8)
●
Plaats een cassette ( blz. 10)
●
Instellen van de opnamefunctie ( blz. 11)
Druk de lipjes van de lensdop in om deze te
1
verwijderen. Druk op PUSH OPEN, klap de LCD
monitor open en zet de VIDEO/DSC schakelaar op
“VIDEO”.
Druk de vergrendeltoets op de spanningsschakelaar
2
in en draai de spanningsschakelaar naar “ ” of
“ ”.
Opnemen met de LCD monitor:
LCD monitor inderdaad helemaal opengeklapt is.
Kantel de monitor naar boven of beneden voor het
beste beeld.
Opnemen met de zoeker:
•De spanningsindicator licht op en de camcorder
gaat in de opname-standbyfunctie. De aanduiding
“PAUSE” zal op het display verschijnen.
Druk op de opname start-/stoptoets. De aanduiding
3
“” zal getoond worden terwijl u aan het opnemen
bent.
Om te stoppen met opnemen . . .
.... dient u de opname start-/stoptoets nog een keer in te
drukken. De camcorder zal nu weer in de opnamestandbyfunctie gaan.
Om de helderheid van het display te regelen
.... verdraait u MENU/BRIGHT toto de
helderheidsindicator op het display beweegt en de
gewenste helderheid is bereikt.
Controleer of de
Sluit de LCD monitor.
180°
PUSH OPEN toets
90°
VIDEO/DSC schakelaar
MENU/BRIGHT
keuzeschijf
NE15
OPMERKINGEN:
●
Bij gebruik van de LCD-monitor buitenshuis in het directe zonlicht, zal het beeld soms moeilijk te zien zijn.
Gebruik in dat geval de zoeker.
●
Het beeld zal niet tegelijkertijd via de LCD monitor en de zoeker worden weergegeven.
●
De cassettehouder kan uitsluitend worden geopend wanneer een spanningsbron is aangesloten.
●
Na het openen van het deksel van de cassettehouder duurt het mogelijk even eer de houder opent. Forceer
de houder niet.
●
Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt de houder automatisch verder in het mechanisme
getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de
cassettehouder te sluiten.
●
De benodigde tijd voor het bepalen van de resterende bandtijd en de nauwkeurigheid varieert mogelijk
afhankelijk van de geplaatste cassette.
●
“TAPE END” zal worden getoond indien het eind van de cassette is bereikt. De spanning zal vervolgens
automatisch worden uitgeschakeld indien u de camcorder 5 minuten in deze toestand laat. “TAPE END”
wordt ook getoond wanneer u een cassette die reeds aan het eind is in het toestel doet.
●
Wanneer de Opnamestandbyfunctie 5 minuten onveranderd ingeschakeld blijft, zal de camcorder zichzelf
automatisch uitzetten. Om de camcorder weer aan te zetten, zet u de Spanningsschakelaar op “OFF” en dan
weer op “ ” of “ ”.
●
De tijdcode wordt onderbroken en er worden mogelijk fouten bij het monteren gemaakt indien er een leeg
gedeelte tussen opgenomen scènes op de band is. Vervolg daarom een opname vanaf het laatst opgenomen
punt op de band. Zie “Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band” ( blz. 19), om dit te
voorkomen.
●
Bij het opnemen zal er geen geluid worden weergegeven via de luidspreker.
●
Uitschakelen van het opname-indicatorlampje tijdens opname, blz. 22, 23.
●
Om de aanduidingen van het display te verwijderen tijdens opname, blz. 22, 25.
JOURNALISTENOPNAME
In sommige situaties kunnen andere opnamehoeken
dramatischer resultaten opleveren. Houd de
camcorder in de gewenste stand en draai de LCDmonitor in de juiste richting. De LCD-monitor kan
270° draaien (90° naar beneden, 180° naar boven).
Zelfopname
ZELFOPNAME
U kunt ook uzelf opnemen terwijl u uw eigen beeld
in de monitor kunt blijven bekijken. Open de LCDmonitor en draai deze 180° naar boven zodat hij
uiteindelijk naar voren wijst, richt vervolgens de
lens op uzelf en begin de opname.
16 NE
SNAPSHOT
(moment-opname) toets
MODE (opnamefunctie) toets
OPNAME
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
Basisbediening opname voor video (vervolg)
Momentopname (Voor video-opnamen)
Deze functie stelt u in staat stilbeelden, vergelijkbaar met foto's, op
een band op te nemen.
MOMENTOPNAME FUNCTIE SELECTIE
F
F
O
Y
A
L
P
VIDEO/DSC schakelaar
(Klap de LCD monitor open om
deze schakelaar te bereiken.)
FULL
FRAME
Snapshotfunctie
met lijst*
MULTI-4
Multi-Analyzer 4
* Het gesimuleerde geluid van een sluiter die afgaat
zal klinken.
Momentopnamefunctie
MULTI-9
Multi-Analyzer 9
FULL
Snapshotfunctie
zonder lijst*
PIN-UP
Pin-Up functie*
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “VIDEO” en zet
vervolgens de spanningsschakelaar op “
1
u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Kies de geschikte opnamefunctie uit de 5 momentopnamefuncties door op MODE te drukken tot de gewenste
2
opnamefunctie indicator getoond wordt.
” of “ ” terwijl
MOMENTOPNAME OPNEMEN
Druk op SNAPSHOT.
1
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder in de
opnamestandbyfunctie staat . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld verschijnen en zal
er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld
worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de
opnamestandbyfunctie zal terugkeren.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder aan het
opnemen is . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld verschijnen en zal
er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld
worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de
opname-stand zal terugkeren.
Motordrive-functie
Als u SNAPSHOT ingedrukt houdt, krijgt u ongeveer hetzelfde
effect als bij een serie foto’s die met een motor-drive werd
gemaakt. (Er zit ongeveer 1 seconde tussen de stilbeelden.)
OPMERKINGEN:
●
Zelfs als “MULTI-4” of “MULTI-9” ingeschakeld is, zal een
momentopname worden uitgevoerd met gebruikmaking van het
volle beeld (FULL) als er digitaal gezoomd wordt.
●
Als een momentopname niet mogelijk is, zal de aanduiding
“PHOTO” gaan knipperen wanneer er op SNAPSHOT wordt
gedrukt.
●
Zelfs als de programmabelichting met speciale effecten
blz. 28) ingeschakeld is, zullen bepaalde functies van de
(
programmabelichting met speciale effecten niet werken
wanneer u een momentopname wilt gaan maken. De icoon zal
gaan knipperen in zo’n geval.
●
Als u op SNAPSHOT drukt wanneer “DIS” aan (ON) staat
( blz. 24), zal de beeldstabilisator worden uitgeschakeld.
●
Als “REC SELECT” op “/” is gezet via het
menuscherm ( blz. 25), worden stilbeelden niet alleen op de
band, maar ook in het ingebouwde geheugen van de camcorder
opgenomen. Als u op SNAPSHOT drukt terwijl er geen cassette
in het toestel zit, zal er geen stilbeeld worden opgenomen in het
geheugen.
●
Kopiëren van beelden van band naar het ingebouwde geheugen
van de camcorder is mogelijk, blz. 47.
●
Ook bij het afspelen van de band zijn alle momentopnamefuncties beschikbaar wanneer “/ COPY” uit (OFF)
gezet is via het menuscherm (
geluid van de sluiter zal echter niet geproduceerd worden.
●
Bij het maken van een momentopname is het mogelijk dat het
beeld in de zoeker gedeeltelijk verloren gaat. Dit heeft echter
geen enkel effect op het opgenomen beeld.
●
Wanneer er een kabel is aangesloten op de AV aansluiting, zal
het sluitergeluid niet worden geproduceerd via de luidspreker,
maar wel op de band worden opgenomen.
●
zal verschijnen terwijl de momentopname wordt gemaakt.
blz. 32). Het gesimuleerde
STD
10 / 30
OPNAME
SNAPSHOT
(moment-opname) toets
MODE
(opnamefunctie) toets
Totaal aantal beelden
Toont het geschatte totale aantal beelden dat
opgeslagen kan worden, inclusief de beelden die u al
opgenomen heeft. Het aangegeven aantal neemt toe
of af, afhankelijk van de opgeslagen beelden, de
ingestelde beeldkwaliteit, de opnamefunctie enz.
Geheugen-icoon
Verschijnt tijdens het opnamen.
Opname-icoon
Verschijnt en knippert terwijl u een
momentopname maakt.
Beeldkwaliteit
Toont de ingestelde beeldkwaliteit voor het
opgeslagen beeld. U kunt kiezen uit 2 kwaliteiten:
FINE en STD (Standaard) (
Basisbediening opname digitale stilbeeld camera (D.S.C.)
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
F
F
O
Y
A
L
P
VIDEO/DSC schakelaar
(Klap de LCD monitor open om
deze schakelaar te bereiken.)
Display
Aantal opgenomen beelden
Toont het aantal beelden dat u al
opgenomen heeft.
blz. 12).
NE17
Basisbediening foto’s maken
(momentopname)
U kunt uw camcorder gebruiken als digitale stilbeeldcamera voor
het maken van momentopnamen.
OPMERKING:
De hieronder vermelde instellingen dienen reeds te zijn gemaakt.
Maak deze instellingen indien nog niet uitgevoerd.
●
Spanning ( blz. 6)
●
Instellen van de handgreep ( blz. 8)
●
Instellen van de zoeker ( blz. 8)
●
Instelling beeldkwaliteit ( blz. 12)
FUNCTIEKEUZE MOMENTOPNAME
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “” en zet vervolgens
de spanningsschakelaar op “ ” of “” terwijl u de
1
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Kies de gewenste momentopnamefunctie uit de 5
mogelijkheden door net zo vaak op MODE te drukken tot de
2
indicator voor de gewenste momentopnamefunctie
verschijnt.
• De beschikbare momentopnamefuncties zijn hetzelfde als
vermeld op blz. 16.
OPNEMEN VAN MOMENTOPNAMEN
Druk op SNAPSHOT.
Het beeld zal worden opgeslagen in het ingebouwde
1
geheugen van de camcorder.
Wissen van ongewenste stilbeelden . . .
..... wanneer er beelden die u niet meer nodig heeft zijn
opgeslagen in het ingebouwde geheugen van de camcorder of
wanneer het geheugen vol geraakt is, dient u “Beelden
blz. 38) te raadplegen om deze ongewenste
Wissen” (
beelden te wissen.
OPMERKINGEN:
●
Zelfs als “MULTI-4” of “MULTI-9” ingeschakeld is, zal een
momentopname worden uitgevoerd met gebruikmaking van het
volle beeld (FULL) als er digitaal gezoomd wordt.
●
De beeldstabilisator wordt uitgeschakeld ook al staat “DIS” aan
blz. 24).
(ON) (
●
Als een momentopname niet mogelijk is, zal de aanduiding
“PHOTO” gaan knipperen wanneer er op SNAPSHOT wordt
gedrukt.
●
De Motordrive-functie ( blz. 16) is uitgeschakeld wanneer de
VIDEO/DSC schakelaar op “
●
Zelfs als de programmabelichting met speciale effecten
(
blz. 28) ingeschakeld is, zullen bepaalde functies van de
programmabelichting met speciale effecten niet werken wanneer
u een momentopname wilt gaan maken. De icoon zal gaan
knipperen in zo’n geval.
●
Als u ongeveer 5 minuten geen opname maakt terwijl de
spanningsschakelaar op “
stroom wordt voorzien met een accu, zal de camcorder
automatisch uitschakelen om stroom te sparen. Om door te
gaan met plaatjes schieten, dient u de spanningsschakelaar
eventjes op “OFF” te zetten en dan weer op “ ” of “ ”.
●
Bij de fabricage hebben we een paar voorbeelden voor u
opgeslagen in het ingebouwde geheugen. Als u deze wilt wissen,
dient u eerst de beveiliging (“Protect”, blz. 37) op te heffen,
waarna u de beelden kunt wissen (
” staat.
” of “ ” staat en het toestel van
blz. 38).
18 NE
OPNAME
Basisbediening opname voor video en D.S.C.
Inzoomen (T: tele)
1xW
T
10xW
T
Zoomdisplay
10xW
Zoombereik bij benadering
T
Motorzoomhendel
20xW
T
40xW
T
Uitzoomen (W: groothoek)
Digitaal
zoombereik
10X (optisch)
zoombereik
FUNCTIE:
Zoomen
DOEL:
In- en uitzoomen of het direct vergroten of verkleinen
van een beeld.
HANDELING:
Inzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “T”.
Uitzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “W”.
Het zoomen wordt sneller uitgevoerd naarmate u de
motorzoomhendel harder naar een andere stand
drukt.
OPMERKINGEN:
●
Scherpstellen is misschien niet mogelijk tijdens het
zoomen. U moet in dat geval de zoom tijdens de
opnamestandbyfunctie instellen, de scherpstelling
handmatig instellen en vergrendelen ( blz. 21) en
dan tijdens opname in- of uitzoomen.
●
Er kan tot 100X ingezoomd worden, of er kan
overgeschakeld worden naar een optische
vergroting van maximaal 10X ( blz. 23).
●
Zoomen met een sterkere vergroting dan 10X
gebeurt op digitale wijze, en we noemen het
daarom digitaal zoomen.
●
De beeldkwaliteit is bij het digitaal zoomen iets
minder.
●
Er kan niet digitaal gezoomd worden wanneer het
beeld digitaal bewerkt wordt, bijv. bij beeld Wipe/
oplossen ( blz. 26, 27) of Video echo
( blz. 28).
●
Macro-opnamen (tot 5 cm vanaf het onderwerp)
zyn mogelijk wanneer de motorzoomhendel geheel
naar “W” is gedrukt. Zie ook “TELE MACRO” in het
Menuscherm op bladzijde 24.
Spanningsschakelaar
NE19
OPMERKING: Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
Tijdcode
Tijdens opname wordt een tijdcode op de band aangebracht. Met deze code kunt u de plaats van een
opgenomen scène op de band tijdens weergave controleren.
Indien u de opname vanaf een blanco gedeelte start, begint de tijdcode met “00:00:00” (minuten/
seconden/beeld). Indien u vanaf een reeds opgenomen gedeelte start, zal de tijdcode vanaf het laatste
tijdcodenummer verder lopen.
U heeft een tijdcode nodig voor het monteren van meerdere scènes in een willekeurige volgorde
( blz. 52 – 57). De tijdcode wordt onderbroken wanneer er tijdens opname halverwege de cassette een
blanco gedeelte op de band wordt gelaten. Bij het daarna voortzetten van de opname start de tijdcode
weer vanaf “00:00:00”. Er zullen in dat geval mogelijk tijdcodes worden aangebracht die reeds bij de
hiervoor opgenomen scènes zijn gebruikt. Voer, om dit te voorkomen, in de volgende gevallen de
handelingen uit onder “Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band” hieronder;
•Indien u na weergave van een opgenomen
cassette de opname op deze cassette wilt
vervolgen.
•Indien u de spanning tijdens opname uitschakelt.
•Indien u een cassette tijdens opname verwijdert
en weer terugplaatst.
•Indien u verder op een gedeeltelijk opgenomen
cassette wilt opnemen.
•Indien u op een leeg gedeelte tussen opnamen
op de cassette wilt opnemen.
•Indien u na opname van een scène de opname
vervolgt en de cassette-afdekking werd geopend/
gesloten.
Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
1. Start de weergave van de band om het punt vanaf waar u wilt opnemen op te zoeken. Schakel daar de
stilbeeldweergavefunctie in ( blz. 31).
2. Zet de spanningsschakelaar op “ ” of “ ” terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt
houdt en begin vervolgens op te nemen.
OPMERKINGEN:
●
De tijdcode kan niet worden teruggesteld.
●
Tijdens het snel door- en terugspoelen zal de aanduiding van de tijdcode mogelijk niet soepel lopen.
●
De tijdcode wordt alleen getoond wanneer de instelling “TIME CODE” “ON” (aan) is gezet
( blz. 25, 32).
TC
12:34:24
Display
Beeldnummers worden
tijdens de opname niet
getoond.
Minuten
Seconden
Beelden
(25 beelden = 1 seconde)
Wanneer er blanco gedeelten op een cassette zijn
Tijdcode
05:43:21
Opname stoppunt
Cassetteband
Tijdcode
00:00:00
Opname startpunt
Juiste manier van opnemen
Tijdcode
05:43:21
Cassetteband
Tijdcode
00:00:00
Opname startpunt
Tijdcode
00:00:00
Nieuw opgenomen scèneBlancoReeds opgenomen scène
Opname startpunt
Tijdcode
05:44:00
Opname startpuntOpname startpunt
Laatste scèneNieuwe scèneReeds opgenomen scène
20 NE
OPNAME
Basisbediening opname voor video en D.S.C. (vervolg)
LIGHT OFF/AUTO/ON schakelaar
(Klap de LCD monitor open om
deze schakelaar te bereiken.)
GEVAAR
De videolamp kan zeer heet
worden. Voorkom
brandwonden en raak de
videolamp tijdens gebruik of
kort nadat deze is
ingeschakeld niet aan.
Plaats de camcorder niet direct na
gebruik met de videolamp in de draagtas.
De videolamp is namelijk heet en dient
eerst af te koelen.
Houd tijdens gebruik van de lamp een
afstand van minimaal 30 cm tussen de
lamp en een persoon of onderwerp.
Gebruik de lamp niet in de buurt van
ontvlambare of ontplofbare materialen.
Raadpleeg bij voorkeur uw JVC
handelaar voor het vervangen van de
videolamp.
FUNCTIE:
Videolamp
DOEL:
Voor een helderder beeld wanneer de natuurlijke
verlichting te zwak is.
HANDELING:
1) Druk LIGHT OFF/AUTO/ON in de vereiste stand:
OFF: De lamp is uitgeschakeld.
AUTO : De lamp wordt automatisch ingeschakeld
ON: De lamp blijft ingeschakeld zolang de
De lamp kan worden gebruikt wanneer de spanning
Het wordt aanbevolen om bij gebruik van de
Bespaar energie en schakel de lamp uit wanneer u
OPMERKINGEN:
●
●
wanneer er onvoldoende licht is.
camcorder is ingeschakeld.
van de camcorder is ingeschakeld.
videolamp de witbalans op ( blz. 30) te
stellen.
deze niet gebruikt.
Zelfs wanneer de accu-indicator () niet
knippert om te waarschuwen voor een bijna lege
accu, is het mogelijk dat de camcorder automatisch
uitschakelt wanneer u de videolamp aanzet, of
wanneer u de opname begint met de videolamp
ingeschakeld.
Indien LIGHT OFF/AUTO/ON op “AUTO” is
gesteld:
•
De lamp wordt afhankelijk van de
verlichtingsomstandigheden mogelijk niet juist inof uitgeschakeld. U dient in zo’n geval de lamp
handmatig in of uit te schakelen met de LIGHTOFF/AUTO/ON schakelaar.
•
De lamp blijft waarschijnlijk opgelicht wanneer de
“SHUTTER” functie ( blz. 28) is geactiveerd.
•
De lamp licht niet op wanneer de “TWILIGHT”
functie ( blz. 28) is geactiveerd.
OPNAME
Gedeelte voor scherpstelling
Geavanceerde functies voor video en D.S.C.
Wanneer u scherpstelt op een
verder weg gelegen onderwerp.
NE21
Wanneer u scherpstelt op een
dichterbij gelegen onderwerp.
FUNCTIE:
Automatische Scherpstelling
DOEL:
Het autofocus-systeem van de camcorder kan normaliter doorlopend scherpstellen op onderwerpen die
dichtbij liggen (tot 5 cm afstand) tot oneindig. Onder de volgende omstandigheden wordt echter niet juist
scherpgesteld (en moet u handmatig scherpstellen):
•Wanneer twee onderwerpen elkaar overlappen in dezelfde scène.
•Wanneer de scène onderbelicht is.*
•Wanneer het onderwerp geen contrast heeft (geen verschil tussen donker en licht), bijvoorbeeld eenvlakke, één-kleurige muur of heldere, blauwe lucht.*
•Wanneer een donker onderwerp nauwelijks in de zoeker zichtbaar is.*
•Wanneer de scène kleine patronen of identieke patronen bevat die regelmatig worden herhaald.
•Indien de scène door de zon of via reflecterend licht van water of een ander onderwerp wordt belicht.
•Bij opname van een onderwerp met een achtergrond die een sterk contrast heeft.
* Wanneer de volgende waarschuwingen voor laag contrast knipperen: , , en .
OPMERKINGEN:
●
Indien de lens vuil of wazig is, zal niet juist kunnen worden scherpgesteld. Houd de lens daarom
schoon of reinig met een zachte doek indien nodig. Wanneer er condens op de lens is gevormd, moet u
de condens met een zachte doek wegvegen of even wachten totdat het is verdampt.
●
Bij het opnemen van een onderwerp dat dicht bij de lens is, moet u eerst uitzoomen ( blz. 18).
Indien u met de automatisch scherpstellingsfunctie inzoomt, kan de camcorder namelijk automatisch,
afhankelijk van de afstand tussen het onderwerp en de camcorder, gaan uitzoomen. Indien “TELE
MACRO” ( blz. 24) is geactiveerd, zal de camcorder niet automatisch uitzoomen.
FUNCTIE:
Handmatige Scherpstelling
DOEL:
Correct scherpstellen.
BEDIENING:
1) Als u de zoeker gebruikt, moet u deze al op de juiste manier hebben ingesteld ( blz. 8).
2) Zet de Spanningsschakelaar op “ ” en druk vervolgens op FOCUS (3). De indicator voor het
handmatig scherpstellen verschijnt.
3) Om op een verder weg liggend onderwerp scherp te stellen, draait u MENU/BRIGHT naar “+”. “ ”
verschijnt en knippert.
Om op een dichterbij liggend onderwerp scherp te stellen, draait u MENU/BRIGHT naar “–”. “ ”
verschijnt en knippert.
4) Druk op MENU/BRIGHT Er is nu op het onderwerp scherpgesteld.
Om terug te schakelen naar de automatische scherpstelling, dient u FOCUS (3) twee keer in te drukken of
de Spanningsschakelaar op “ ” te zetten.
Als u slechts een keer op FOCUS (3) drukt, zal de camcorder weer de handmatige scherpstelling
inschakelen.
OPMERKINGEN:
●
Stel bij gebruik van de handmatige functie scherp met de lens geheel naar T (telelens) gesteld. Indien u
scherpstelt met de schakelaar op W (groothoek) zal het beeld niet scherp zijn wanneer u daarna
inzoomt omdat de scherptediepte bij langere brandpuntafstanden namelijk vermindert.
●
“ ” of “” knippert wanneer de scherpstelling niet verder of dichterbij kan worden gesteld.
22 NE
MENU/BRIGHT
keuzeschijf
D
S
C
R
E
1
T
U
R
N
Q
U
A
L
I
T
Y
R
E
C
S
E
LEMCET
OPNAME
Display
R
E
FAD
/
W
–
P
I
W
E
–
P
I
E
W
N
A
D
R
O
F
F
4
O
D
A
E
F
R
D
A
F
E
R
D
A
F
E
R
NU
SFTIANNEDARD
1
R
D
I
T
E
W
I
D
W
I
N
C
A
M
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
Spanningsschakelaar
Menu's gebruiken voor gedetailleerde
instellingen
Deze camcorder is uitgerust met een makkelijk
menusysteem op het scherm, wat de meer gedetailleerde
instellingen van de camcorder eenvoudig toegankelijk
maakt ( blz. 23 – 25).
Zet de spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de
1
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. Het
2
Menuscherm zal verschijnen.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies het
3
pictogram van de gewenste functie en druk de
keuzeschijf in. Het bijbehorende functiemenu zal nu
verschijnen.
Het hangt van de gekozen functie af welke
4
instellingen u kunt wijzigen.
Als u “”, “”, “” of “” gekozen heeft . . .
.... zie blz. 23.
Als u “”, “”, “” of “” gekozen heeft . . .
.... Ga door met stap 5.
Dient u de MENU/BRIGHT keuzeschijf te verdraaien
5
om de gewenste functie te kiezen en vervolgens de
keuzeschijf in te drukken. Het betreffende sub-menu
zal verschijnen.
Verdraai vervdgens de MENU/BRIGHT keuzeschijf,
kies de te wijzigen instelling en druk de keuzeschijf
in. Het kiezen van de instelling is hiermee afgerond.
P
E
I
C
R
O
S
L
L
H
U
T
S
T
E
M
–
H
W
I
T
E
–
B
L
A
C
K
–
M
O
S
A
IRC
1
R
R
E
S
O
Z
O
G
A
T
A
I
D
D
E
S
A
N
U
A
L
M
U
R
N
E
T
S
M
A
C
R
L
E
M
O
D
E
E
C
U
T
D
R
E
S
E
T
Vergrendeltoets
F
F
O
Y
A
L
P
Menuscherm
C
A
M
E
R
A
MEN
E
C
U
O
I
L
M
I
D
O
U
T
U
R
N
M
O
D
E
S
P
N
D
M
O
D
E
L
P
M
N
U
P
L
Y
N
U
M
B
E
R
O
.
M
O
D
E
E
L
E
D
ME
N
O
N
O
FUF
Sub-menu
END
Normale scherm
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “1RETURN” en
6
druk de schijf vervolgens twee keer in. Het
U
L
P
A
D
I
Y
S
MEN
N
1
R
R
E
T
U
R
O
E
N
E
S
C
N
/
T
D
I
A
T
M
E
E
C
T
O
I
M
D
E
E
J.
.
K
1
.
C
A
L
O
D
C
030
:
0
112
menuscherm zal zich sluiten.
•Het pictogram betekent “END” (einde).
Uitleg Menuscherm
FADER/WIPE
P.AE/EFFECT
EXPOSURE
W.BALANCE
REC MODE
SOUND
MODE
ZOOM
GAIN UP
CAMERA MENU
TALLY
ID
NUMBER
12 BIT
16 BIT
10X
40X
100X
OFF
AGC
AUTO
ON
OFF
U heeft dit cijfer nodig wanneer u de camcorder middels de J aansluiting (JLIP) met een
computer verbindt. De cijfers lopen van 01 t/m 99. Bij het verlaten van de fabriek is 06
ingesteld.
NE23
Zie “Fade/Wipe-effecten” ( blz. 26, 27).
Zie “Programma AE met speciale effecten” ( blz. 28).
Zie “Belichtingsregeling” en “Diafragmavergrendeling” ( blz. 29).
Zie “Instellen van de witbalans” en “Gebruik van de handmatige witbalans”
( blz. 30).
Voor het instellen van de opnamefunctie (SP of LP) naar wens ( blz. 11).
Stelt u in staat video met stereogeluid op vier verschillende kanalen op te
nemen en wordt aanbevolen wanneer u gaat audio-dubben ( blz. 58).
(Vergelijkbaar met de 32 kHz functie van voorgaande modellen)
Voor opname van het stereo-geluid op twee gescheiden geluidssporen.
(Vergelijkbaar met de 48 kHz functie van voorgaande modellen)
Door “10X” in te stellen bij gebruik van de digitale zoom, zal de
zoomvergroting naar 10x worden gesteld en de digitale zoom worden
uitgeschakeld.
Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te
verwerken en te vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische
zoomvergroting) tot 40 keer digitaal zoomen.
Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te
verwerken en te vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische
zoomvergroting) tot 100 keer digitaal zoomen.
Voor het opnemen van donkere scènes zonder de helderheid van het beeld te
veranderen.
Het beeld is helder maar ietwat ruwer.
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld (1/25 — 1/200 sec.). Opname van
een onderwerp bij weinig licht met een sluitertijd van 1/25 levert een
helderder beeld dan met de AGC functie ingesteld. De bewegingen van het
onderwerp lopen echter niet soepel of natuurlijk. Het beeld kan wat korrelig
overkomen. Wanneer de sluitertijd automatisch geregeld wordt, zal de
aanduiding “” getoond worden.
Het opname-indicatielampje licht op bij het starten van een opname.
Het opname-indicatielampje blijft altijd opgelicht.
: Fabrieksinstelling
OPMERKINGEN:
●
De “ CAMERA MENU” instellingen gelden ook wanneer de spanningsschakelaar op “ ” en “ ” staat.
●
De “REC MODE” kan worden ingesteld wanneer de spanningsschakelaar op “ ” of “” staat
( blz. 11, 32).
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
24 NE
OPNAME
Uitleg Menuscherm (vervolg)
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
DEMO.
MODE
CAMERA MENU
SIDE LED
DIS
TELE
MACRO
WIDE
MODE
MANUAL MENU
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
OFF
CINEMA
SQUEEZE
Voor het demonstreren van diverse functies, bijvoorbeeld Programma AE met
speciale effecten, enz. en het controleren van de werking van deze functies. De
demonstratie start wanneer “DEMO. MODE” op “ON” is gesteld en het
menuscherm wordt gesloten. Door een willekeurige bediening uit te voeren kan
de demonstartie tijdelijk onderbroken worden. Als u vervolgens langer dan een
minuut niets doet, zal de demonstratie hervat worden.
OPMERKINGEN:
● De demonstratie kan niet worden gestart indien er een cassette in de camcorder
is geplaatst.
● “DEMO. MODE” zal aan (ON) blijven staan, ook al wordt de camcorder uit
gezet.
● Als “DEMO. MODE” aan (ON) blijft staan, zullen sommige functies niet werken.
Zet deze functie uit (OFF) nadat u de demonstratie gezien heeft.
De automatische demonstratie wordt niet uitgevoerd.
De LED indicator aan de zijkant van de camcorder ( blz. 66, 67) zal oplichten
wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” of “” staat.
Voor het stabiliseren van trillende beelden veroorzaakt door het bewegen van de
camera, vooral bij een sterke vergroting.
OPMERKINGEN:
● Een juiste stabilisatie is waarschijnlijk onmogelijk indien de camcorder te veel
wordt bewogen of onder de volgende omstandigheden:
• Bij het opnemen van onderwerpen die verticale of horizontale strepen hebben.
• Bij het opnemen van donkere of vage onderwerpen.
• Bij het opnemen van onderwerpen die sterk van achteren zijn belicht.
• Bij het opnemen van scènes die in verschillende richtingen bewegen.
• Bij het opnemen van scènes waarvan de achtergrond een laag contrast heeft.
● Schakel deze functie uit wanneer u de camcorder op een statief heeft geplaatst.
● De “” indicator knippert of gaat uit als de beeldstabilisator niet kan worden
gebruikt.
Normaliter is de afstand tot een onderwerp waarbij de lens in focus is afhankelijk
van de zoomvergroting. Tenzij het onderwerp op meer dan 1 meter afstand is, zal
de scherpstelling niet juist zijn wanneer geheel is ingezoomd. Met “ON” gekozen
kunt u een onderwerp zo groot als u wilt opnemen tot een afstand van ongeveer
60 centimeter.
• Afhankelijk van de zoompositie zal de lens mogelijk niet scherpstellen.
De opnamen worden gemaakt zonder de beeldverhouding te wijzigen. Voor
weergave op een TV met normale beeldverhoudingen.
Er worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd. Tijdens
weergave op een breedbeeld-tv, worden de zwarte balken onder en boven op het
scherm verwijderd en krijgt het scherm de 16:9 verhouding. verschijnt. Zie de
gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Bij
weergave/opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker worden zwarte balken
onder en boven op het scherm toegevoegd en wordt het beeld met een 16:9
brievenbus bioscoopverhouding getoond.
• De “CINEMA” functie functioneert alleen wanneer de VIDEO/DSC schakelaar
op “VIDEO” staat.
Voor weergave op TV's met een aspectverhouding van 16:9. Het beeld wordt
vergroot om het scherm zonder vervorming te vullen. verschijnt. Zie de
gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Het
beeld wordt in verticale richting vergroot bij weergave/opname op een 4:3 TV/
LCD-monitor/zoeker.
• De “SQUEEZE” functie functioneert alleen wanneer de VIDEO/DSC schakelaar
op “VIDEO” staat.
: Fabrieksinstelling
NE25
WIND
CUT
MANUAL MENU
CAM
RESET
ON
SCREEN
DATE/
DISPLAY MENU
TIME
TIME
CODE
CLOCK
ADJ.
QUALITY
REC
SELECT
DSC MENU
ON
OFF
CANCEL
EXECUTE
LCD
LCD/TV
SIMPLE
ON
OFF
ON
OFF
Stelt u in staat de huidige datum en tijd in te stellen ( blz. 9).
Stelt u in staat de beeldkwaliteit (FINE of STANDARD) naar uw eigen voorkeur in te stellen
( blz. 12).
Voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis. “” wordt
getoond. De kwaliteit van het geluid verandert. Dit is normaal en duidt niet
op een defect.
De functie voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis
wordt uitgeschakeld.
Niet alle instellingen worden teruggezet op de fabrieksinstelling.
Alle instellingen worden teruggezet op de fabrieksinstelling.
De aanduidingen van het display (behalve de datum, tijd en tijdcode tijdens
weergave) van de camcorder verschijnen niet op het scherm van de
aangesloten TV.
De aanduidingen van het display van de camcorder verschijnen op het
scherm van de aangesloten TV.
Voorkomt dat de aanduidingen (met uitzondering van de transportindicator,
waarschuwingen, datum, tijd, tijdcode, enz.) in de camcorder verschijnen.
De aanduidingen van het display (behalve de datum, tijd en tijdcode tijdens
weergave) van de camcorder verschijnen niet op het scherm van de
aangesloten TV.
De datum/tijd wordt altijd getoond.
De datum/tijd wordt niet getoond.
De tijdcode wordt getoond op de camcorder en ook op de aangesloten TV.
Beeldnummers worden niet getoond bij de opname.
De tijdcode wordt niet getoond.
Wanneer u een momentopname maakt terwijl de VIDEO/DSC schakelaar op
“VIDEO” staat, zullen de stilbeelden alleen op de band worden opgeslagen.
Wanneer u een momentopname maakt terwijl de VIDEO/DSC schakelaar op
/
“VIDEO” staat, zullen stilbeelden niet alleen op de band, maar ook in het
ingebouwde geheugen van de camcorder worden opgeslagen.
: Fabrieksinstelling
OPMERKINGEN:
●
De “MANUAL MENU” instellingen zijn alleen van kracht wanneer de spanningsschakelaar op “ ” staat.
●
De “DISPLAY MENU” functies die zijn ingesteld met de spanningsschakelaar op “ ” zijn tevens van kracht
wanneer de spanningsschakelaar op “” staat ( blz. 32). “CLOCK ADJ.” verschijnt alleen wanneer de
spanningsschakelaar op “ ” staat.
●
De “DISPLAY MENU” instellingen zijn tevens van kracht wanneer de spanningsschakelaar op “ ” staat.
●
De “ON SCREEN” instelling kan ook worden veranderd door op de DISPLAY toets op de afstandsbediening
(meegeleverd) te drukken ( blz. 41, 44, 53).
26 NE
OPNAME
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
Fade/wipe-effecten
Met deze effecten krijgt u een professionele
overgang tussen scènes. Gebruik de effecten
bijvoorbeeld voor een dramatischere overgang
naar de volgende scène of het versoepelen van
de overgangen tussen scènes.
BELANGRIJK:
Sommige overgangseffecten kunnen niet
worden gebruikt met bepaalde functies van de
Programmabelichting met speciale effecten
( blz. 28). Als u een onbruikbaar Fade/Wipeeffect selecteert, zal de indicator knipperen of
uit gaan.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
FADE/WIPE-KEUZE (, , , , ,
, , , , en )
Fade of Wipe werkt wanneer u begint met opnemen of
wanneer u stopt met opnemen.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “VIDEO” en zet
1
vervolgens de spanningsschakelaar op “ ” terwijl u
de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
3
“”. Druk de keuzeschijf in.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies de
4
gewenste functie en druk vervolgens de keuzeschijf
in. Hiermee is deze instelling afgesloten.
•Het FADER/WIPE Menu verdwijnt en het effect is
gekozen. De indicator van het gekozen effect
verschijnt.
Druk op de opname start-/stoptoets om de fade-in/out
5
of wipe-in/out uit te voeren.
Opname
start-/stoptoets
VIDEO/DSC schakelaar (Klap de LCD monitor
open om deze schakelaar te bereiken.)
Om de gekozen functie uit te schakelen . . .
.... kies “OFF” (uit) bij stap 4.
OPMERKINGEN:
●
U kunt de tijdsduur voor een fade of wipe
verlengen door de opname start-/stoptoets
ingedrukt te houden.
●
Indien de spanning wordt uitgeschakeld na
opname van een scène, zal het eindpunt uit
het geheugen worden gewist, waardoor de
combinatie voor beeld wipe en oplossen niet
meer gebruikt kan worden. Wanneer dit
gebeurt, zal de indicator voor beeld wipe/
oplossen knipperen. Let er ook op dat de
spanning tevens automatisch wordt
uitgeschakeld als het toestel langer dan
5 minuten in de opnamestandbyfunctie heeft
gestaan.
●
Het geluid van het eind van de laatst
opgenomen scène wordt niet vastgelegd.
Spanningsschakelaar
KIEZEN VAN BEELD WIPE OF OPLOSSEN
(, , , , , en )
Beeld wipe en oplossen begint bij het starten van de
opname.
Voer de hierboven beschreven stappen 1 t/m 4 uit.
1
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamefunktie
2
gekozen . . .
.... druk op de opname start-/stoptoets wanneer de
eerste scène eindigt. Het eindpunt van de scène
wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de
opnamestandbyfunktie gekozen . . .
.... druk op de opname start-/stoptoets om de
opname te starten en druk nogmaals op deze
toets wanneer de eerste scène eindigt. Het
eindpunt van de scène wordt in het geheugen
vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de
opnamestandbyfunktie gekozen maar na het
uitvoeren van een beeld wipe/oplossen . . .
.... het punt waar de scène eindigt is reeds in het
geheugen vastgelegd.
Wanneer u binnen 5 minuten na het eind van de
3
voorgaande opname een opname van een nieuwe
scène start (zonder de spanning van de camcorder
eerst te hebben uitgeschakeld) zal de voorgaande
scène met een wipe-out worden uitgeregeld en de
nieuwe scène worden getoond.
Menu de fondu et volet
NE27
Menu
FADER — WHITE
(WHITE FADER)
FADER — BLACK
(ZWARTE FADER)
FADER — MOSAIC
(MOZAÏEK FADER)
FADER — B.W
(ZWARTE & WHITEFADER)
WIPE — CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE — WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE — SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE — DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE — SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE — SHUTTER
(SLUITER WIPE)
DISSOLVE
(OPLOSSEN)
WIPE — CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE — WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE — SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE — DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE — SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE — SHUTTER
(SLUITER WIPE)
RANDOM
(WILLEKEURIGE FADER)
Effect
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een wit scherm.
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een zwart scherm.
Fade in of uit met een mozaïek-effect over het gehele scherm.
Een fade-in vanuit een zwart/wit scherm naar een gekleurd scherm of
een fade-out vanuit een gekleurd scherm naar een zwart/wit scherm.
Een wipe-in op een zwart scherm vanaf de rechterbovenhoek naar de
linkeronderhoek, of een wipe-out vanaf de linkeronderhoek naar de
rechterbovenhoek tot een zwart scherm.
De scène start in het midden van een zwart scherm en verloopt
geleidelijk naar de hoeken of komt vanuit de hoeken op en verloopt
geleidelijk naar het midden.
Een wipe-in vanaf rechts naar links of een wipe-out vanaf links naar
rechts.
Een wipe-in als twee helften van een zwart scherm die naar links en
rechts als een deur openen, of een wipe-out vanaf de linker- en
rechterkant waardoor de scène wordt bedekt en een zwart scherm
wordt getoond.
De scène komt vanaf de onderkant op en verloopt naar de bovenkant
van een zwart scherm, of verloopt vanaf de bovenkant naar de
onderkant naar een zwart scherm.
Een wipe-in vanuit het midden van een zwart scherm naar de bovenen onderkant, of een wipe-out van de onder- en bovenkant naar het
midden, met een zwart scherm als resultaat.
De tweede scène komt geleidelijk op terwijl de eerste scène
geleidelijk verdwijnt.
De tweede scène komt vanaf de rechterbovenhoek naar de
linkeronderhoek over de eerste scène op.
De tweede scène komt geleidelijk vanuit het midden van het scherm
naar de hoeken op en bedekt de eerste scène.
De tweede scène komt geleidelijk vanaf rechts naar links over de
eerste scène op.
De eerste scène verloopt vanaf het midden naar de rechter- en
linkerkant van het scherm als een deur die wordt open gedrukt
waarachter de volgende scène ligt.
De tweede scène komt vanaf de onderkant van het scherm naar de
bovenkant op en bedekt de eerste scène.
De nieuwe scène komt vanaf het midden van het scherm naar de
boven- en onderkant op en bedekt de eerste scène.
Met deze functie geactiveerd wordt willekeurig een effect voor de
overgang gekozen (uit , , , , , , , ,
, en ). De functie voor beeld wipe/oplossen kan niet worden
gebruikt.
28 NE
OPNAME
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
BELANGRIJK:
Sommige functies van de Programma AE met
speciale effecten kunnen niet worden gebruikt
met bepaalde fade/wipe-effecten ( blz. 27).
Als u een onbruikbare functie selecteert, zal de
indicator knipperen of uit gaan.
MENU/
BRIGHT
keuzeschijf
Spanningsschakelaar
Display
F
F
P.A
E
/
C
E
4
1/50
1/100
1/250
E
S
L
O
W
4
x
S
L
W
0
x
1
O
O
V
I
E
E
CTHO
D
O
F
F
1/50
T
S
T
H
R
E
U
1/100
T
T
S
H
R
E
U
1/250
T
T
S
H
R
E
U
Menuscherm
Programma AE met speciale effecten
Vervolgens de spanningsschakelaar op “ ” terwijl u
1
de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
3
“”. Druk de keuzeschijf in.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies de
4
gewenste functie en druk vervolgens de keuzeschijf
in. Hiermee is deze instelling afgesloten.
•Het P.AE/EFFECT menu verdwijnt en het effect van
de gekozen functie is ingesteld. Het symbool van de
gekozen functie verschijnt.
Om de gekozen functie uit te schakelen . . .
.... kies “OFF” (uit) bij stap 4.
OPMERKING:
U kunt het programma AE met speciale effecten zowel
tijdens opname als opnamestandby veranderen.
TWILIGHT (Schemerlicht)
Voor een natuurgetrouwe opname van
avondscènes.
De witbalans ( blz. 30) wordt normaliter
op gesteld. Met schemerlicht gekozen
zal de scherpstelling automatisch op
ongeveer 10 meter tot oneindig worden
gesteld. U moet handmatig scherpstellen op
onderwerpen die binnen 10 meter van de
lens liggen.
SEPIA (Sepia)
Uw opname krijgen een bruinachtige gloed,
netzoals bij oude foto’s. Gebruik dit effect in
combinatie met de bioscoopfunctie voor een
nostalgische opname.
MONOTONE (Zwart/wit)
Uw opname is zwart/wit net zoals bij oude
bioscoopfilms. Gebruik tezamen met de
bioscoopfunctie voor een sterker effect van
een nostalgische “klassieke film”.
CLASSIC FILM (Klassieke film)
De opgenomen scènes krijgen een licht
stroboscoopeffect.
STROBE (Stroboscoop)
Uw opnamen zien er uit als een aantal
opeenvolgende stilbeelden
VIDEO ECHO (Videoecho)
Het beeld krijgt een “schaduw” voor
fantasievolle opnamen. Er kan niet meer
dan 10X worden ingezoomd.
SLOW (Langzame sluiter)
Voor een heldere opname van donkere onderwerpen of
zelfs helderder dan bij natuurlijke verlichting. Gebruik
“SLOW” alleen wanneer het donker is.
SLOW 4X
De sluitertijd wordt op 1/12,5 ste seconde gesteld voor
het viermaal versterken van de gevoeligheid.
SLOW 10X
De sluitertijd wordt op 1/5 de seconde gesteld voor het
10 maal versterken van de gevoeligheid.
OPMERKINGEN:
●
Met “SLOW” krijgen de beelden een stroboscoopachtig
effect.
●
Als de indicator voor de handmatige scherpstelling gaat
knipperen wanneer u “SLOW” gebruikt, dient u met de
hand scherp te stellen en een statief te gebruiken.
SHUTTER (Variabele sluitersnelheid)
1/50–De sluitertijd is op 1/50ste seconde gesteld.
De zwarte balk die normaliter verschijnt bij opname van
een TV-scherm wordt nu smaller.
1/100–De sluitertijd is op 1/100ste seconde gesteld. Het
flikkeren bij opname met neonverlichting of een
kwiklamp wordt verminderd.
1/250, 1/500–Deze instellingen kunt u gebruiken om
snel bewegende onderwerpen beeld-voor beeld op te
nemen zodat de vertraagde weergave later levendig en
stabiel zal zijn. Des te sneller de sluitertijd, des te
donkerder het beeld. Gebruik daarom uitsluitend bij
een goede verlichting.
Belichtingsregeling
Stel de belichting handmatig in onder de volgende
omstandigheden:
•Wanneer het onderwerp tegenbelicht wordt of
wanneer de achtergrond te helder is.
•Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende
achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen
op het strand of in de sneeuw.
•Wanneer de achtergrond te donker is of het
onderwerp te licht.
Vervolgens de spanningsschakelaar op “ ”
1
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf en kies
3
“”. Druk de keuzeschijf in.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies
4
“MANUAL” (handbediening) en druk de
keuzeschijf in. Het menuscherm verdwijnt.
“EXP.” en de opgelichte balk op de
belichtingsindicator worden op het scherm
getoond.
Draai de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar “+”
5
om het beeld lichter te maken, of naar “–” om
het beeld donkerder te maken. (maximum ±6)
Druk op MENU/BRIGHT. De belichting is nu
6
ingesteld. De aanduiding “EXP.” en de
oplichtende balk op de belichtingsindicator
gaan uit.
Weer instellen van de automatische belichting . . .
.... kies “AUTO” bij stap 4. Of zet de
spanningsschakelaar op “ ”.
OPMERKING:
Om het onderwerp snel lichter te maken . . .
.... kunt u op BACKLIGHT drukken. De aanduiding
wordt getoond en het onderwerp zal lichter
worden gemaakt. Als u nog een keer op dezelfde
toets drukt, zal de aanduiding verdwijnen en
zal het onderwerp weer net zo belicht worden als
voorheen.
•Een belichtingscorrectie van +3 heeft hetzelfde
effect als de BACKLIGHT toets.
•Bij gebruik van BACKLIGHT
(tegenlichtcompensatie) is het mogelijk dat het licht
rond het onderwerp te helder wordt en dat het
onderwerp verbleekt.
•Tegenlichtcompensatie kan ook worden gebruikt
wanneer de spanningsschakelaar op “ ” staat.
•Drukken op de BACKLIGHT toets heeft geen effect
wanneer de belichting op “MANUAL” staat en
de spanningsschakelaar op “ ”.
NE29
Diafragmavergrendeling
Gebruik deze functie in de volgende situaties:
• Wanneer u een bewegend onderwerp opneemt.
• Wanneer de afstand tot het onderwerp verandert
(zodat de grootte van het onderwerp in de zoeker of
op de LCD-monitor verandert), bijvoorbeeld wanneer
het onderwerp zich van u vandaan beweegt.
• Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende
achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op
het strand of in de sneeuw.
• Wanneer u onderwerpen opneemt die door een spot
worden belicht.
• Bij het zoomen.
Vergrendel het diafragma wanneer het onderwerp zeer
dichtbij is. Het beeld zal niet donkerder worden wanneer
het onderwerp verder van de lens verplaatst.
Voer de stappe 1 t/m 4 van “Belichting” uit voor u aan
de volgende stappen begint.
Stel de zoom in zodat het beeld de gehele LCDmonitor of zoeker vult. Houd MENU/BRIGHT
5
langer dan 2 seconden ingedrukt. De belichtingsindicator en “ ” zullen verschijnen. Druk de
MENU/BRIGHT keuzeschijf in. De aanduiding
“ ” zal veranderen in “” en het diafragma zal
worden geblokkeerd. “EXP.” gaat uit.
MENU/BRIGHT
keuzeschijf
Spanningsschakelaar
EX0P.
BACKLIGHT toets
Diafragmavergrendelindicator
Weer instellen van het automatische diafragma . . .
..... Verdraai in stap 4 MENU/BRIGHT zodat “AUTO”
wordt getoond en druk op de keuzeschijf. De
belichtings-indicator en “ ” doven. U kunt ook de
Spanningsschakelaar naar “ ” drukken om weer
de volautomatische functie te activeren.
Vergrendelen van de belichting en het diafragma . . .
..... Stel na stap 4 de belichting in door MENU/BRIGHT
te verdraaien. Vergrendel vervolgens het diafragma
in stap 5. Voor een automatische vergrendeling
moet u MENU/BRIGHT verdraaien zodat “AUTO”
wordt gekozen en vervolgens in stap 4 op de
keuzeschijf drukken. Het diafragma wordt na
ongeveer 2 seconden automatisch ingesteld.
Diafragma
Net als de pupillen van uw ogen, zal de diafragmaopening kleiner worden als er veel licht is, zodat er niet
teveel licht binnen kan vallen, en zal de diafragmaopening groter worden als het donkerder is om meer
licht binnen te laten.
30 NE
OPNAME
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
Instellen van de witbalans
Een juiste witbalans zorgt voor een juiste reproductie
van de kleuren onder verschillende
lichtomstandigheden. Een juiste witbalans maakt een
correctie zodat alle kleuren natuurgetrouw worden
getoond.
De witbalans wordt normaliter automatisch
ingesteld. Meer ervaren camcordergebruikers willen
de witbalans echter mogelijk handmatig instellen
voor professionelere kleuren en tinten.
Vervolgens de spanningsschakelaar op “ ”
1
terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt.
Verdraai MENU/BRIGHT, kies “” en druk de
3
keuzeschijf in. Het menuscherm verdwijnt en
de aanduiding “W.BAL” en de huidige instelling
zullen worden getoond.
Verdraai MENU/BRIGHT en stel de gewenste
4
functie in.
“AUTO” – De witbalans wordt automatisch
“MAN.” – Voor het opnemen van een
“”–Buitenshuis op een zonnige dag.
“”– Buitenshuis op een bewolkte dag.
“”–Bij gebruik van een videolamp of een
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in.
5
Hiermee is de instelling afgesloten.
Weer instellen van de automatische witbalans . . .
.... Kies in stap 4 “AUTO”. U kunt ook de
Spanningsschakelaar naar “ ” drukken.
OPMERKING:
De witbalans kan niet worden ingesteld bij gebruik
van het sepia of zwart/wit effect ( blz. 28).
ingesteld (fabrieksinstelling).
onderwerp waarvoor de
witbalans reeds is ingesteld.
dergelijke verlichting.
Gebruik van de handmatige witbalans
Stel de witbalans handmatig in bij opnamen onder
verschillende lichtbronnen.
Voer stappen 1 t/m 4 van het instellen van de
1
witbalans uit, en kies “ MAN.”.
Houd een vel wit papier voor het onderwerp.
2
Zoom of verplaats zodat het witte papier het
scherm geheel vult.
Druk op MENU/BRIGHT totdat begint te
3
knipperen. stopt te knipperen wanneer de
instelling is gemaakt.
Druk op MENU/BRIGHT. Alleen de indicator
4
voor handmatige regeling van de witbalans
zal worden getoond.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Wit papier
Spanningsschakelaar
Veranderen van de tint voor opname . . .
.... Gebruik in stap 2 een vel gekleurd papier. De
witbalans wordt nu op basis van de kleur
ingesteld waardoor de tint wordt veranderd.
Gebruik rood papier voor dieper groen; blauw
papier voor een oranje-achtige tint; geel papier
voor dieper paars.
OPMERKINGEN:
●
In stap 2 is het scherpstellen op een stuk wit papier
mogelijk moeilijk. U moet in dat geval handmatig
scherpstellen ( blz. 21).
●
Een onderwerp kan onder diverse
lichtomstandigheden binnen worden opgenomen
(natuurlijk licht, neonlampen, kaarslicht, enz.).
Daar de kleurtemperatuur verschillend is
afhankelijk van de lichtbron, zal de tint verschillen
afhankelijk van de witbalansinstelling. Gebruik
deze functie voor een natuurgetrouw resultaat.
●
De instelling voor de handmatige witbalans blijft in
het geheugen bewaard wanneer u de spanning
uitschakelt of de accu ontkoppelt.
WEERGAVE
2
Terugspoeltoets (
Stoptoets (5)
Spanningsschakelaar
)
Luidspreker
VIDEO/DSC schakelaar
(Klap de LCD monitor open om
deze schakelaar te bereiken.)
Basisbediening weergave voor video
Weergavetoets/
pauzetoets (
Snel doorspoeltoets
3
(
Vergrendeltoets
4
/6)
)
Motorzoomhendel
(VOL.)
F
F
O
Y
A
L
P
Plaats een cassette ( blz. 10).
1
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “VIDEO” en zet
vervolgens de spanningsschakelaar op “” terwijl u
2
de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
Druk op 4/6 om de weergave te starten.
•Druk op 5 om de weergave te stoppen.
•Druk tijdens de stopfunctie op 2 om de band terug te
spoelen of op 3 om de band snel door te spoelen.
Om het volume van de luidspreker te regelen . . .
..... dient u de motorzoomregelaar (VOL.) naar “+” te duwen om
het volume te verhogen, of naar “–” om het volume te
verlagen.
OPMERKINGEN:
●
Als de Stop-functie 5 minuten voortduurt met een accu als
stroomvoorziening, zal de camcorder zichzelf automatisch
uitschakelen. Om de camcorder weer aan te zetten, dient u eerst
de spanningsschakelaar naar “OFF” te draaien en vervolgens
naar “
●
U kunt het afgespeelde beeld op de LCD-monitor bekijken, in de
zoeker, of op een aangesloten TV (
●
U kunt het weergegeven beeld ook via de LCD monitor bekijken,
deze helemaal omkeren en dan tegen de body van de
camcorder drukken.
●
Aanduidingen op de LCD-monitor of in de zoeker:
•
•
●
Wanneer er een kabel is aangesloten op de AV aansluiting, zal er
geen geluid geproduceerd worden via de luidspreker.
”.
Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien door een
accu: de “
wordt getoond.
Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien via het
gelijkstroomsnoer: “
Er worden geen aanduidingen getoond wanneer het toestel
gestopt is.
” indicator voor resterende accuspanning
blz. 40).
” zal niet getoond worden.
NE31
Stilbeeldweergave:
1) Druk tijdens weergave op 4/6.
2) Druk nogmaals op
●
De stopfunctie wordt automatisch ingesteld indien er langer dan 3 minuten een stilbeeld met de camcorder wordt
getoond. De spanning van de camcorder wordt automatisch uitgeschakeld indien de stopfunctie langer dan 5 minuten
is geactiveerd.
●
Wanneer
4
/6
moet stabiliseren.
ingedrukt is, is het mogelijk dat het beeld niet onmiddellijk pauzeert omdat de camcorder het beeld nog
Pauzeren tijdens weergave.
4
/6 om de weergave voort te zetten.
Snelzoeken: Met hoge snelheid in voor- of achterwaartse richting zoeken.
1) Druk op 3 voor versnelde weergave in voorwaartse richting of op 2 voor versnelde weergave in achterwaartse
richting.
4
2) Druk op
Houd tijdens weergave de 2 of 3 toets ingedrukt. Het zoeken zal doorgaan zo lang u de toets ingedrukt houdt. De
●
normale weergave start weer als u de toets loslaat.
●
Tijdens het zoeken met hoge snelheid krijgt het beeld mogelijk een mozaïekachtig effect. Dit is normaal en duidt niet
op een defect.
Beeld-voor-beeld weergave:
1) Schakel de stilbeeldweergave in.
2) Draai MENU/BRIGHT naar
terug tijdens de stilbeeldweergave.
Druk op
●
U kunt ook de meegeleverde afstandsbediening gebruiken voor beeld-voor-beeld weergave ( blz. 50).
/6 om de normale weergave weer voort te zetten.
Stelt u in staat beeld-voor-beeld te laten weergeven.
“
+” voor beeld-voor-beeld weergave vooruit, of naar “–” voor beeld-voor- beeld weergave
4
/6 om de normale weergave te hervatten.
Weergave zoom en Weergave speciale effecten
Uitsluitend instelbaar met de meegeleverde afstandsbediening ( blz. 50, 51).
32 NE
1
S
1
S
R
R
O
2
Y
E
E
U
B
N
C
V
T
N
I
C
I
U
D
T
H
M
D
R
R
O
E
N
M
M
O
D
C
O
O
O
E
O
D
D
P
M
E
E
Y
ENU
S
S
S
T
O
O
E
U
U
R
N
N
E
D
D
O
L
R
1
O
D
T
R
N
A
I
D
E
T
M
I
T
S
E
E
S
U
C
/
P
R
R
T
C
L
N
E
I
O
A
E
M
D
Y
N
E
E
M
EN
O
O
U
N
FF
MENU/BRIGHT
keuzeschijf
WEERGAVE
Spanningsschakelaar
F
F
O
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
Geavanceerde mogelijkheden voor video
Weergavemenu
De volgende handelingen zijn van toepassing op het
maken van alle instellingen uitgezonderd voor Synchro
Comp ( blz. 56, 57).
Zet de spanningsschakelaar op “” terwijl u de
1
vergrendeltoets ingedrukt houdt.
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. Het
menuscherm zal verschijnen.
2
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies het
pictogram van de gewenste functie en druk de
3
keuzeschijf in. Het bijbehorende functiemenu zal nu
verschijnen.
Dient u de MENU/BRIGHT keuzeschijf te verdraaien
4
om de gewenste functie te kiezen en vervolgens de
keuzeschijf in te drukken. Het betreffende sub-menu
zal verschijnen.
Opname start-/stoptoets
Display
Menuscherm
* Elke instelling is verbonden met het “DISPLAY
MENU” dat verschijnt wanneer de
Spanningsschakelaar op “ ” wordt gezet
( blz. 25). De instelmogelijkheden zijn
dezelfde zoals staan vermeld op blz. 25.
OPMERKINGEN:
●
Het is ook mogelijk de in-beeld display
instellingen te wijzigen door op DISPLAY op de
afstandsbediening (meegeleverd) te drukken.
●
De “REC MODE” opnamefunctie kan worden
ingesteld wanneer de spanningsschakelaar op
“” of “ ” staat ( blz. 11, 23).
●
Als “ON SCREEN” op “SIMPLE” staat, zullen de
aanduidingen van de camcorder (met
uitzondering van de datum, de tijd en de
tijdcode) niet op de aangesloten TV verschijnen.
Hierdoor verdwijnen ook de aanduiding van de
geluidsweergavefunctie en
bandtransportsnelheid van het scherm van de
camcorder.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies de te
wijzigen instelling en druk de keuzeschijf in. Het
5
kiezen van de instelling is hiermee afgerond.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “1RETURN” en
6
druk de schijf twee keer in om het menuscherm te
sluiten.
SOUND MODE
12BIT MODE
SYNCHRO
REC MODE
blz. 33.
blz. 33.
blz. 57.
Stelt u in staat de gewenste
video-opnamefunctie in te
stellen (SP of LP)
( blz. 11).
VIDEO MENU
COPY
ON: Maakt het mogelijk
beelden van band te
kopiëren naar het
ingebouwde geheugen van
de camcorder ( blz. 47).
OFF: Maakt het mogelijk
momentopnamen te maken
tijdens het afspelen van
videobeelden ( blz. 16).
ON SCREEN*
Laat de aanduidingen van
de camcorder verschijnen/
verdwijnen op het scherm
van een aangesloten TV.
DATE/TIME*
Laat de datum/tijd
verdwijnen/verschijnen op
DISPLAY MENU
TIME CODE*
de camcorder.
Laat de tijdcode
verdwijnen/verschijnen op
de camcorder.
NE33
Weergavegeluid
Tijdens weergave bepaalt de camcorder automatisch met welke geluidsfunctie de opname was gemaakt. Kies
indien gewenst echter het geluid dat u voor de weergave wilt gebruiken. Kies “SOUND MODE” of “12BIT
MODE” van het Menuscherm volgens de uitleg op blz. 32 en wijzig de gewenste instellingen.
SOUND MODE
12BIT MODE
STEREO
SOUND L
SOUND R
SOUND 1
SOUND 2
Zowel het “L” als het “R” kanaal wordt in stereo weergegeven.
Het geluidssignaal van het “L” kanaal wordt in stereo weergegeven.
Het geluidssignaal van het “R” kanaal wordt in stereo weergegeven.
Het originele geluid wordt zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo
weergegeven.
Het gedubde geluid wordt zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo
weergegeven.
MIX
Het originele en het gedubde geluid worden gecombineerd en zowel
via het “L” als het “R” kanaal in stereo weergegeven.
: Fabrieksinstelling
OPMERKINGEN:
●
De “SOUND MODE” (geluidsfunctie) instelling is beschikbaar voor zowel 12-bits als 16-bits geluidssignalen.
(In de beschrijving van voorgaande modellen wordt “12-bits” “32 kHz” en “16- bits” “48 kHz” genoemd.)
●
De camcorder kan niet bepalen met welke geluidsfunctie de opname is gemaakt wanneer er snel vooruit of
terug gespoeld wordt. Tijdens weergave wordt de geluidsfunctie in de linkerbovenhoek getoond.
Display
ON SCREEN (In-beeld) instelling:
Voor geluidsweergave, bandsnel
en bandtransport.
12
BIT/SOUND
1
SP
4
DATE/TIME instelling:
Voor de datum/tijd aanduiding.
TIME CODE (tijdcode) instelling:
Voor de tijdcode aanduiding.
25. 1127.:030
0
TC
12:34:24
Beelden*
Seconden
Minuten
* 25 beelden = 1 seconde
34 NE
Terugspoeltoets (2)
VIDEO/DSC schakelaar
(Klap de LCD monitor open om
deze schakelaar te bereiken.)
Spanningsschakelaar
Om het volgende
beeld te tonen
10 / 30
Snel doorspoeltoets
3
(
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
Display
WEERGAVE
)
F
F
O
Basisbediening weergave D.S.C.
Normale weergave
Met de camcorder opgenomen beelden worden
automatisch genummerd en vervolgens op numerieke
volgorde opgeslagen in het ingebouwde geheugen van de
camcorder. U kunt de opgeslagen beelden een voor een
bekijken, alsof u door een fotoalbum bladert.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “” en zet
1
vervolgens de spanningsschakelaar op “” terwijl
u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt
houdt.
•Een van de opgeslagen beelden wordt op het
display getoond.
Druk op 3 om het volgende beeld op het scherm te
2
krijgen.
Druk op 2 om het vorige beeld op het scherm te
krijgen.
OPMERKING:
Zelfs als u een nieuw beeld opneemt nadat u een beeld
met een laag nummer heeft weergegeven, zal er geen
bestaand beeld worden overschreven, omdat nieuwe
beelden altijd worden opgeslagen na het laatst opgenomen
beeld.
Om het vorige
beeld te tonen
11 / 30
12 / 30
1
13 / 30
Totaal aantal beelden
Toont het totaal aantal opgeslagen beelden.
Beeldnummer
Toont het indexnummer van het beeldbestand (
blz. 35).
Beeldkwaliteit
Indexnummer
EXIT
010203
04
MENU/BRIGHT
keuzeschijf
<
05
Beveiligingsicoon
Geselecteerd beeld
INDEX
>
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
NE35
INDEX-scherm
U kunt de opgenomen beelden met de bijbehorende
index-informatie op het scherm bekijken. Het INDEX
scherm is handig om voor u ze gaat weergeven de
opgenomen beelden te controleren en laat naast de
beeldkwaliteit waarin de beelden zijn opgenomen ook
zien welke beelden tegen per ongeluk wissen beveiligd
zijn.
01: Indexnummer
Indexnummers worden aangegeven vanaf nummer 01.
06
F
F
O
Y
A
L
P
Wanneer er bijvoorbeeld 10 beelden zijn opgeslagen
(indexnummers van 01 t/m 10) en u de 3 beelden met de
nummers 02, 04 en 06 wist, dan zullen de beelden met
hogere nummers dan de gewiste vanzelf opschuiven en
opnieuw genummerd worden. Uiteindelijk heeft u dan in
dit voorbeeld in totaal 7 opgeslagen beelden over die
genummerd zijn van 01 t/m 07.
: Beeldkwaliteit
Laat zien met welke instelling voor de beeldkwaliteit het
betreffende beeld is opgeslagen. Er zijn 2 instellingen
beschikbaar: FINE en STANDARD ( blz. 12). Er staat
een sterretje naast de beelden die met de hogere FINE
beeldkwaliteit zijn opgenomen. Naast beelden in de
normale STANDARD beeldkwaliteit staat geen aanduiding.
: Beveiligingsicoon
Wanneer een beeld beveiligd is tegen wissen, zal er een
kleine afbeelding van een hangslot verschijnen naast de
aanduiding van de beeldkwaliteit en zult u dat beeld niet
zonder meer kunnen wissen.
Geselecteerd beeld
Een beeld wordt, omlijst in groen wanneer het
geselecteerd is. Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf
om de groene omlijsting naar het gewenste beeld te
verplaatsen.
Index-weergave
U kunt de in het geheugen opgeslagen beelden in groepen
Display
MOEWNU
D
S
C
R
1
E
T
U
R
N
I
N
D
E
X
S
L
I
D
E
STH
P
R
O
T
E
C
D
E
L
E
T
E
F
O
R
M
A
T
Menuscherm
Weergave-scherm
van zes tegelijk bekijken. U kunt deze mogelijkheid
gebruiken als u een bepaald beeld op moet zoeken.
Voer stap 1 onder “Normale weergave” op blz. 34
uit.
1
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. Het
2
menuscherm zal verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “” en druk de
3
schijf in. “DSC MENU” zal nu verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “INDEX” en druk
4
de schijf in. Het INDEX-scherm zal nu verschijnen.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf om de
groene omlijsting naar het gewenste beeld te
5
verplaatsen en druk vervolgens de keuzeschijf in. Het
geselecteerde beeld wordt op het hele scherm
getoond, waarna de normale weergave begint.
36 NE
MENU/BRIGHT
keuzeschijf
Spanningsschakelaar
Stoptoets (5)
WEERGAVE
F
F
O
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
Weergavetoets/
pauzetoets (
4
/6)
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C.
Diavoorstelling
U kunt alle beelden die in het geheugen zijn opgeslagen
automatisch op numerieke volgorde laten zien.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “” en zet
1
vervolgens de spanningsschakelaar op “” terwijl
u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt
houdt.
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. Het
2
menuscherm zal verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “” en druk de
3
schijf in. “DSC MENU” zal nu verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “SLIDE SHOW”
4
en druk de keuzeschijf in. De diavoorstelling zal nu
beginnen.
Druk op 5 om de diavoorstelling te stoppen.
5
Om de diavoorstelling te laten beginnen zonder het
menuscherm te openen . . .
.... dient u na stap 1 op 4/6 te drukken. Druk op 5 om
de diavoorstelling te stoppen.
VIDEO/DSC schakelaar
(Klap de LCD monitor open om
deze schakelaar te bereiken.)
Display
MOEWNU
D
S
C
R
1
E
T
U
R
N
I
N
D
E
X
S
L
I
D
E
STH
P
R
O
T
E
C
D
E
L
E
T
E
F
O
R
M
A
T
VIDEO/DSC schakelaar
(Klap de LCD monitor
open om deze schakelaar
te bereiken.)
Display
S
C
D
MOEWNU
R
N
R
E
T
U
1
N
D
E
X
I
L
I
D
E
STH
S
E
C
P
R
O
T
T
E
D
E
L
E
A
T
F
O
R
M
EXIT
<
PROTECT
010203
04
Normale weergave
EXIT
<
PROTECT
010203
04
>
05
>
05
MENU/BRIGHT keuzeschijf
F
F
O
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
Spanningsschakelaar
Menuscherm
PROTECT
indexscherm
06
Hangslot-teken
Als de beveiliging is
opgeheven.
06
NE37
Beelden beveiligen
De beveiliging helpt te voorkomen dat er per ongeluk
beelden gewist worden. Wanneer er naast de aanduiding
voor de beeldkwaliteit een klein hangslotje staat
afgebeeld, kan dat beeld niet zonder meer gewist worden.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “” en zet
1
vervolgens de spanningsschakelaar op “” terwijl
u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt
houdt.
•Een van de opgeslagen beelden wordt op het
display getoond.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm
2
verschijnt. Verdraai de keuzeschijf, selecteer “” en
druk de schijf in. “DSC MENU” zal nu verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “PROTECT” en
3
druk de schijf in. Het PROTECT indexscherm zal nu
verschijnen.
OM EEN BEELD TE BEVEILIGEN
Voor u aan de volgende procedure gaat beginnen, moet u
de stappen 1 t/m 3 zoals hierboven vermeld hebben
uitgevoerd.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, verplaats de
4
groene omlijsting naar het gewenste beeld en druk de
keuzeschijf in. Er zal een afbeelding van een hangslot
“ ” verschijnen op het geselecteerde beeld. Herhaal
deze procedure voor alle beelden die u niet per
ongeluk wilt kunnen wissen.
Draai de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar boven,
5
selecteer “EXIT” en druk de keuzeschijf in. Het
normale weergave-scherm verschijnt.
OPMERKING:
Wanneer het geheugen geïnitialiseerd is of onleesbaar is
geraakt, zijn ook beveiligde beelden gewist. Als u
belangrijke beelden niet kwijt wilt raken, bevelen wij aan
deze over te brengen naar een PC en ze daarop op te
slaan.
VERWIJDEREN BEVEILIGING
Voor u aan de volgende procedure gaat beginnen, moet u
de stappen 1 t/m 3 zoals hierboven vermeld hebben
uitgevoerd.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, verplaats de
4
groene omlijsting naar het gewenste beeld en druk de
keuzeschijf in. De afbeelding van een hangslot “ ”
verdwijnt boven het geselecteerde beeld en het beeld
is niet langer beveiligd. Herhaal deze procedure voor
alle beelden die u niet meer beveiligd wilt hebben.
Normale weergave
Draai de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar boven,
5
selecteer “EXIT” en druk de keuzeschijf in. Het
normale weergave-scherm verschijnt.
38 NE
VIDEO/DSC schakelaar
(Klap de LCD monitor
open om deze schakelaar
te bereiken.)
WEERGAVE
MENU/BRIGHT keuzeschijf
F
F
O
Y
A
L
P
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C. (vervolg)
Beelden Wissen
U kunt eerder opgenomen beelden een voor een of allemaal
tegelijk wissen.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “” en zet vervolgens
de spanningsschakelaar op “
1
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt.
• Een van de opgeslagen beelden wordt op het display
getoond.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm verschijnt.
Verdraai de keuzeschijf, selecteer “
2
“DSC MENU” zal nu verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “DELETE” en druk de
schijf in. Het sub-menu zal nu verschijnen.
3
” terwijl u de
” en druk de schijf in.
Vergrendeltoets
Spanningsschakelaar
Display
NEXT
<
DELETE
010203
>
CEAXNEC
05
D
S
MENU
E
L
C
U
TCE
04
06
DELETE
indexscherm
Wissen
bevestigingsscherm
LET OP:
Voer geen andere handelingen uit (bijvoorbeeld
de stroom uitschakelen) terwijl het wissen aan de
gang is. U kunt ook het beste de meegeleverde
netstroomadapter/oplader gebruiken, want als de
accu leeg raakt tijdens het wissen, is het mogelijk
dat het geheugen onbruikbaar wordt. Als het
geheugen onverhoopt onbruikbaar geworden is,
moet u het initialiseren (
OPMERKINGEN:
●
Beveiligde beelden ( blz. 37) kunnen niet
worden gewist op de bovenvermelde manier. U
moet eerst de beveiliging opheffen voor u deze
beelden kunt wissen.
●
Eenmaal gewiste beelden kunnen niet meer
worden teruggehaald. Controleer welke beelden
u gaat wissen.
blz. 39).
SELECTEREN VAN HET GEWENSTE BEELD
DOOR DE IN HET GEHEUGEN OPGESLAGEN
BEELDEN DOOR TE BLADEREN
Voer de stappen 1 t/m 3 hierboven uit voor u aan de volgende
procedure gaat beginnen.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies “SELECT” en
druk de keuzeschijf in. Het DELETE indexscherm verschijnt.
4
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf om de groene
omlijsting te verplaatsen naar het beeld dat u wilt wissen en
5
druk vervolgens de keuzeschijf in. Er zal nu een “ ”
verschijnen boven het geselecteerde beeld. Herhaal deze
procedure voor alle beelden die u wilt wissen.
Om een beeld toch te behouden, drukt u gewoon weer
MENU/BRIGHT in als de groene omlijsting bij het bewuste
beeld is. Het “
Draai de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar boven, kies
“NEXT” en druk de keuzeschijf in. Het
6
wisbevestigingsscherm verschijnt.
Draai de MENU/BRIGHT keuzeschijf naar boven, kies
“EXECUTE” (uitvoeren) en druk de keuzeschijf in. De
7
aanduiding “DELETING IN PROGRESS” (aan het wissen)
verschijnt. De eerder geselecteerde beelden worden nu
gewist en het normale weergave-scherm verschijnt.
• Als u het wissen wilt annuleren, verdraait u MENU/
BRIGHT om “CANCEL” (annuleren) te selecteren en drukt
u vervolgens de keuzeschijf in.
” tekentje zal verdwijnen.
ALLE BEELDEN WISSEN
Voer de stappen 1 t/m 3 hierboven uit voor u aan de volgende
procedure gaat beginnen.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, selecteer “ALL” en
druk de keuzeschijf in. Het wissen bevestigingsscherm
4
verschijnt.
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, selecteer
“EXECUTE” (uitvoeren) en druk de keuzeschijf in. De
5
aanduiding “DELETING IN PROGRESS” (aan het wissen)
verschijnt. Alle beelden worden gewist en het normale
weergavescherm zal verschijnen.
• Als u het wissen wilt annuleren, verdraait u MENU/
BRIGHT om “CANCEL” (annuleren) te selecteren en drukt
u vervolgens de keuzeschijf in.
VIDEO/DSC schakelaar
(Klap de LCD monitor
open om deze schakelaar
te bereiken.)
MENU/BRIGHT keuzeschijf
F
F
O
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
NE39
Initialiseren van het ingebouwde geheugen
U kunt op elk moment het ingebouwde geheugen van de
camcorder initialiseren.
Na het initialiseren zijn alle beelden in het geheugen, ook
de beveiligde, gewist.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “” en zet
1
vervolgens de spanningsschakelaar op “” terwijl
u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt
houdt.
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in. Het
2
menuscherm zal verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “” en druk de
3
schijf in. “DSC MENU” zal nu verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “FORMAT” en
4
druk de keuzeschijf in. Het sub-menu verschijnt.
Spanningsschakelaar
Display
D
MOEWNU
S
C
R
E
T
U
R
N
1
N
D
E
X
I
L
I
D
S
E
STH
P
R
O
T
E
C
D
E
L
E
T
E
F
O
R
M
A
CEAXNECCEUL
T
Menuscherm
TE
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “EXECUTE” en
5
druk de keuzeschijf in. De aanduiding “FORMATTING IN PROGRESS” (aan het formatteren) verschijnt
terwijl het toestel het ingebouwde geheugen
initialiseert. Wanneer het initialiseren klaar is,
verschijnt de aanduiding “NO IMAGES STORED”
(geen beelden opgeslagen).
•Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “CANCEL” en
druk de keuzeschijf in om het initialiseren te
annuleren.
LET OP:
Voer geen andere handelingen uit (bijvoorbeeld
de stroom uitschakelen) terwijl het initialiseren
aan de gang is. U kunt ook het beste de
meegeleverde netstroomadapter/oplader
gebruiken, want als de accu leeg raakt tijdens
het initialiseren, is het mogelijk dat het geheugen
onbruikbaar wordt. Als het geheugen
onverhoopt onbruikbaar geworden is, moet u
het opnieuw initialiseren.
40 NE
VERBINDINGEN
Basisverbindingen
Hier vindt u wat voorbeelden voor basisverbindingen. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van uw
videorecorder en TV voor het aansluiten.
A. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die uitsluitend compatibel is met
normale videosignalen
Naar AV
Kernfilter
Audio-/Videokabel
Aansluitingafdekking*
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels.
** U heeft de audiokabel niet nodig als u stilbeelden wilt weergeven met de VIDEO/DSC schakelaar op “”.
[ministekker naar RCA
(tulp) stekker]
(bijgeleverd)
Naar TV of videorecorder
Wit naar
AUDIO L IN**
Rood naar
AUDIO R IN**
Geel naar VIDEO
Kabeladapter
(bijgeleverd)
Stel op CVBS
TV
Videorecorder
B. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die compatibel is met Y/C signalen
Audio-/Videokabel
[ministekker naar
RCA (tulp) stekker]
(bijgeleverd)
Kernfilter
Naar AV
Naar S
Kernfilter
Geel:
niet verbonden
Wit naar
AUDIO L IN**
Rood naar
AUDIO R IN**
S-videokabel
(los verkrijgbaar)
Naar
Naar TV of
videorecorder
Kabeladapter
(bijgeleverd)
Stel op Y/C
-IN
TV
Videorecorder
Aansluitingafdekking*
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels.
** U heeft de audiokabel niet nodig als u stilbeelden wilt weergeven met de VIDEO/DSC schakelaar op “”.
NE41
C.
Verbinden met een TV of videorecorder met S-VIDEO IN en/of A/V ingang (RCA type) aansluitingen
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels.
** U heeft de audiokabel niet nodig als u stilbeelden wilt
weergeven met de VIDEO/DSC schakelaar op “”.
Audio-/Videokabel
[ministekker naar RCA (tulp)
stekker] (bijgeleverd)
Kernfilter
Naar AV
Naar S
Kernfilter
Aansluitingafdekking*
Let er op dat alle apparaten uitgeschakeld zijn.
S-videokabel
(los verkrijgbaar)
1
Verbind de camcorder met een TV of
2
videorecorder zoals in de afbeelding wordt
aangegeven ( blz. 40).
Bij gebruik van een videorecorder . . . ga naar
stap 3.
Zo niet . . . ga naar stap 4.
Verbind de videorecorder-uitgang met de TV-
3
ingang, zie de gebruiksaanwijzing van uw
videorecorder.
Schakel de camcorder, videorecorder en TV in.
4
Schakel de videorecorder in de AUX
5
ingangsfunctie en de TV in de VIDEO functie.
Zonder gebruik van
de S-videokabel
Geel naar VIDEO IN
Wit naar AUDIO L IN**
Rood naar AUDIO R IN**
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende
aanduidingen op de aangesloten TV . . .
•Datum/tijd
.... stel “DATE/TIME” op “ON” of “OFF” via het
menuscherm ( blz. 32).
•Tijdcode
.... stel “TIME CODE” op “ON” of “OFF” via het
menuscherm ( blz. 32).
•De geluidsweergavefunctie, bandtransportsnelheid
en bandtransport displays voor videoweergave
OF
Beeldnummer/totaal aantal beelden voor D.S.C.
weergave
.... zet “ON SCREEN” op “LCD” of “SIMPLE” via
het menuscherm ( blz. 32). Of druk op
DISPLAY op de afstandsbediening
(meegeleverd).
←
TV
Videorecorder
Naar S-VIDEO IN
Naar TV of videorecorder
OPMERKINGEN:
●
Gebruik bij voorkeur de netadapter/lader als spanningsbron in plaats van de accu ( blz. 7).
●
Let er op dat u de kabeluiteinden die zijn voorzien van kernfilters aansluit op de camcorder. Kernfilters
verminderen interferentie.
●
Om de beelden en het geluid van de camcorder te kunnen volgen zonder een cassette in het toestel te doen,
zet u de spanningsschakelaar op “ ” of “ ” en vervolgens zet u uw TV in de juiste stand.
●
Controleer dat het volume van de TV in de minimale stand is gesteld alvorens de weergave van de
camcorder te starten.
●
Indien u een TV of luidsprekers heeft die niet speciaal zijn afgeschermd, moet u de luidsprekers niet in de
buurt van de TV plaatsen daar dit ruis in het weergavebeeld van de camcorder veroorzaakt.
●
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand:
Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-
videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een
audio/videokabel is aangesloten.
42 NE
VERBINDINGEN
Aansluiten op een Personal Computer
Deze camcorder kan stilbeelden overdragen aan een
personal computer door middel van de meegeleverde
software, wanneer zij op elkaar aangesloten zijn zoals
aangegeven in de illustratie. Het is ook mogelijk om
stilbeelden over te dragen aan een personal computer die
voorzien is van een capture-kaart met een DV-aansluiting.
Geavanceerde verbindingen
Aansluitingafdekking*
Naar DV
OUT
DV kabel**
Naar de
DV-aansluiting
Kernfilter
PC
verbindingskabel
(bijgeleverd)
Naar de PC
(DIGITAL
PHOTO)
Naar de
RS-232C
poort
Spanningsschakelaar
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
1
Sluit de camcorder aan op uw PC met de juiste kabel
2
zoals aangegeven in de afbeelding.
Zet de spanningsschakelaar van de camcorder op
3
“” terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar
ingedrukt houdt en zet de PC aan.
OPMERKINGEN:
●
Het is beter om de netadapter/lader als
stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan
een accu ( blz. 7).
●
Sluit nooit de PC verbindingskabel en de DV kabel
tegelijk aan op de camcorder. Sluit alleen die kabel aan
die u daadwerkelijk gaat gebruiken.
●
De datum/tijd informatie kan niet door de PC worden
overgenomen.
●
Raadpleeg de handleidingen van de meegeleverde
software.
●
Raadpleeg tevens de handleiding van de fabrikant voor
de capture-kaart met DV-aansluiting.
PC met een
capture-kaart met
een DV-aansluiting
* Open deze afdekking wanneer u de kabel
aansluit.
** Gebruik de met de capture-kaart meegeleverde
DV kabel.
PC
Aansluitingafdekking*
Naar de
DV IN
aansluiting
Digitale Printer
Naar
DV OUT
Kernfilter
DV kabel
(los verkrijgbaar)
Video-apparaat met een
DV ingangsaansluiting
Spanningsschakelaar
Naar de
DVaansluiting
Naar de PC
aansluiting
Kernfilter
PC
verbindingskabel
(bijgeleverd)
NE43
Aansluiten op een Video-apparaat
voorzien van een DV-aansluiting
Aansluiting van de camcorder op de GV-DT3 Digital
Printer (los verkrijgbaar), stelt u in staat beelden af te
drukken of door te geven aan een PC. Het is ook mogelijk
om met de camcorder opgenomen scènes te kopiëren op
een andere videorecorder die voorzien is van een DVaansluiting. Deze functie heet Digitaal kopiëren
( blz. 45), wat als groot voordeel heeft dat daarbij
vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit
optreedt.
Let er op dat alle apparaten uitgeschakeld zijn.
1
Sluit de camcorder op het door u gewenste apparaat
2
aan met de DV kabel zoals aangegeven in de
illustratie.
Sluit indien nodig de PC verbindingskabel aan op de
3
PC aansluiting van de printer en op de RS-232C poort
van de PC.
Zet de spanningsschakelaar van de camcorder op
4
“” terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar
ingedrukt houdt en zet de andere apparaten aan.
OPMERKINGEN:
●
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als
stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan
een accu ( blz. 7).
●
Bij gebruik van de camcorder voor het kopiëren moet de
camcorder als weergavetoestel worden gebruikt. De DV
aansluiting van de camcorder is uitsluitend een uitgang
(weergave).
●
Als er geprobeerd wordt een stilstaand beeld weer te
geven, of slow-motion of snel vooruit of terug te spoelen
terwijl de camcorder is aangesloten op een video toestel
via de DV aansluiting, zal het beeld eruit zien als een
gekleurd mozaiek of helemaal zwart worden.
●
Raadpleeg ook de handleidingen van de aangesloten
apparatuur.
●
Gebruik de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV
kabel.
Naar de
RS-232C poort
PC
*Open deze afdekking wanneer u de kabel
aansluit.
44 NE
Spanningsschakelaar
Naar AV
Kernfilter
Aansluitingafdekking**
Kernfilter
S-videokabel
(los verkrijgbaar)
“Y/C”/“CVBS”
video-uitgangsschakelaar
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
** Open deze afdekking voor het verbinden van
de kabels.
Naar S
Audio-/Videokabel
[ministekker naar
RCA (tulp) stekker]
(bijgeleverd)
Videorecorder
(opnamedeck)
TV
Naar AUDIO,
VIDEO* en
aansluitingen
Indien uw VCR een
SCART aansluiting
heeft, moet u de
bijgeleverde
kabeladapter
gebruiken.
KOPIËREN
Kopiëren naar een videorecorder
Sluit de camcorder op de videorecorder aan volgens
de aanwijzingen in de afbeelding. Zie ook blz. 40 en
1
41.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “VIDEO” en de
2
spanningsschakelaar op “” terwijl u de
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt,
schakel aldus de stroom in en doe de gewenste
cassettes in de camcorder en de videorecorder.
Schakel de videorecorder in de AUX en
opnamepauzefuncties.
3
Schakel de weergavefunctie van de camcorder in en
zoek het punt dat net voor het inmonteerpunt ligt.
4
Druk bij dit punt op 4/6 van de camcorder.
Druk op 4/6 van de camcorder en schakel de
videorecorder in de opnamefunctie.
5
Schakel de videorecorder in de opnamepauzefunctie
en druk op 4/6 van de camcorder.
6
Herhaal stappen 4 t/m 6 voor het kopiëren van
meerdere scènes. Schakel zowel de camcorder als de
7
videorecorder in de stopfunctie wanneer u klaar bent.
OPMERKINGEN:
●
Controleer voordat u het kopiëren start dat er geen
aanduidingen op het scherm van de aangesloten TV worden
getoond. De aanduidingen zullen namelijk tevens op de
kopie worden opgenomen indien deze op het scherm van
de TV zijn getoond.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen
-IN
op de aangesloten TV . . .
• Datum/tijd
..... stel “DATE/TIME” op “ON” of “OFF” via het
menuscherm ( blz. 32).
• Tijdcode
..... stel “TIME CODE” op “ON” of “OFF” via het
menuscherm ( blz. 32).
• Geluidsweergavefunctie, bandsnelheid en bandtransport
displays
..... zet “ON SCREEN” via het menuscherm ( blz. 32) op
“LCD” of “SIMPLE”. Of druk op DISPLAY op de
deafstandsbediening.
●
Let er op dat u de kabeluiteinden die zijn voorzien van
kernfilters aansluit op de camcorder. Kernfilters
verminderen interferentie.
●
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in
de vereiste stand:
Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
geschikt is voor Y/C signalen en met een Svideokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/
●
●
videokabel is aangesloten.
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als
stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan
een accu ( blz. 7).
U kunt de weergavezoom ( blz. 50) of weergave met
speciale effecten ( blz. 51) in stap 5 gebruiken.
Aansluitingafdekking*
Spanningsschakelaar
Naar DV OUT
Kernfilter
NE45
Kopiëren naar video-apparatuur met een
DV aansluiting (digitaal kopiëren)
Het is ook mogelijk om opgenomen scènes te kopiëren
van de camcorder naar een ander video-apparaat met een
DV-aansluiting. Omdat er een digitaal signaal gestuurd
wordt, is er vrijwel geen verlies van beeld- en
geluidskwaliteit.
Let er op dat alle apparatuur uit staat. Sluit de
1
camcorder aan op een videorecorder die is voorzien
van een DV ingangsaansluiting via een DV-kabel,
zoals aangegeven op de afbeelding.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “VIDEO” en de
2
spanningsschakelaar op “” terwijl u de
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt,
schakel aldus de stroom in en doe de gewenste
cassettes in de camcorder en het video-apparaat.
DV kabel
(los verkrijgbaar)
Naar de DV IN
aansluiting
*Open deze afdekking wanneer u de kabel
aansluit.
OPMERKINGEN:
●
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroom-voorziening voor de camcorder te gebruiken dan
een accu ( blz. 7).
●
Als u de afstandsbediening gebruikt terwijl zowel de speler als de recorder van JVC zijn, zullen beide
toestellen dezelfde handeling uitvoeren. Om dit te voorkomen, dient u de toetsen op beide toestellen zelf te
gebruiken.
●
Bij digitaal kopiëren kan deze camcorder slechts op een enkel ander toestel tegelijkertijd worden
aangesloten.
●
Als er tijdens het kopiëren een blanco stuk band of een stuk band met storing wordt afgespeeld, is het
mogelijk dat het kopiëren stopt zodat dit abnormale beeld niet opgenomen wordt.
●
Alhoewel de DV kabel op de juiste manier aangesloten is, is het toch mogelijk dat er bij stap 4 geen beeld
verschijnt. Als zulks het geval is, dient u de stroom uit te schakelen en de verbindingen en aansluitingen
opnieuw te maken.
●
Als “Weergave Zoom” ( blz. 50), “Weergave speciale effecten” ( blz. 51) of “Momentopname” worden
geprobeerd tijdens weergave, zal alleen het originele beeld zoals dit opgenomen is op de cassette worden
weergegeven via de DV OUT uitgangsaansluiting.
●
Gebruik de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV kabel.
Video-apparatuur met
een DV aansluiting
Zet de videorecorder in de opnamepauzefunctie.
3
Laat de camcorder weergeven en zoek een plek op
4
vlak voor het inmonteerpunt. Hier aangekomen dient
u op 4/6 op de camcorder te drukken.
Druk op 4/6 op de camcorder en laat de
5
videorecorder opnemen.
Pauzeer de opname op de videorecorder en druk op
6
4
/6 op de camcorder.
Herhaal de stappen 4 t/m 6 als u nog andere passages
7
wilt kopiëren en stop vervolgens de videorecorder en
de camcorder wanneer u klaar bent.
46 NE
Spanningsschakelaar
O
Y
A
L
P
Opname start-/
stoptoets
Vergrendeltoets
Terugspoeltoets (
VIDEO/DSC schakelaar
(Klap de LCD monitor open om
deze schakelaar te bereiken.)
Display
2
Snel doorspoeltoets
3
)
(
KOPIËREN
(vervolg)
Beelden uit het ingebouwde geheugen
kopiëren naar een band
U kunt beelden van het ingebouwde geheugen van de
camcorder naar een band kopiëren.
Doe een cassette in het toestel ( blz. 10).
1
Zoek de plaats op de band op waar u het stilbeeld
2
naar toe wilt kopiëren. Stop de band op de gewenste
locatie.
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “” en zet
2
3
F
F
)
vervolgens de spanningsschakelaar op “” terwijl
u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt
houdt.
Open het indexscherm ( blz. 35) en selecteer het
3
4
beeld dat u naar de band wilt kopiëren, of selecteer
het beeld met 2 of 3.
Druk op de opname start-/ stoptoets om het toestel in
5
de kopieer-standbystand te zetten. De aanduiding
“TO COPY TO TAPE PUSH START/STOP” (druk op
Start/stop om te kopiëren) verschijnt.
Druk terwijl deze aanduiding op het scherm staat op
6
de opname start-/ stoptoets. Het geselecteerde
stilbeeld wordt ongeveer 5 seconden lang op de band
opgenomen.
•De indicator zal verdwijnen wanneer het
kopiëren klaar is.
OPMERKING:
Als u bij stap 5 op de opname start-/ stoptoets drukt, maar
het wispreventielipje van de cassette staat op “SAVE”
(bewaren), dan zal de foutmelding “COPYING FAILED”
(kopiëren mislukt) verschijnen.
TPOUSCHOPSYTATROT/TSATPOE
P
R
4E4C4
MODE toets
SNAPSHOT toets
MENU/
BRIGHT
keuzeschijf
V
I
O
D
E
T
E
U
1
R
R
N
N
U
S
O
D
M
O
B
I
1
2
M
T
O
N
C
S
Y
O
H
R
C
E
R
D
M
E
O
C
O
Spanningsschakelaar
F
F
O
Y
A
L
P
Vergrendeltoets
M
E
D
E
D
YENOUN
P
Weergavetoets/pauzetoets (
4
/6)
NE47
Beelden van een band kopiëren naar het
ingebouwde geheugen
U kunt beelden van een band naar het ingebouwde
geheugen van de camcorder kopiëren.
Doe een cassette in het toestel ( blz. 10).
1
Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “VIDEO” en zet
2
vervolgens de spanningsschakelaar op “” terwijl
u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt
houdt.
Druk MENU/BRIGHT in. Het menuscherm zal
3
verschijnen. Verdraai de keuzeschijf, selecteer “”
en druk de schijf in. Het “VIDEO MENU” zal
verschijnen.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “
4
COPY” en druk de keuzeschijf in. Het sub-menu zal
verschijnen. Verdraai de keuzeschijf, kies “ON” en
druk de schijf in. Hiermee is de instelling voltooid.
Verdraai MENU/BRIGHT, selecteer “1RETURN” en
5
druk de schijf twee keer in. Het normale
weergavescherm zal weer verschijnen.
Begin de weergave door op 4/6 te drukken en zoek
6
het beeld op dat u wilt kopiëren. Op het moment dat
u het te kopiëren beeld aantreft, drukt u deze toets
nog eens in om de weergave van stilstaande beelden
in te schakelen.
Druk op MODE om de momentopnamefunctie te
7
kiezen die u wilt gebruiken om het beeld naar het
ingebouwde geheugen te kopiëren.
VIDEO/DSC schakelaar
(Klap de LCD monitor open om
deze schakelaar te bereiken.)
Display
SP
6
Druk op SNAPSHOT om het kopiëren te laten
8
beginnen. Het geselecteerde beeld zal worden
opgeslagen in het ingebouwde geheugen.
•Tijdens het kopiëren zal de aanduiding “ ”
knipperen.
OPMERKINGEN:
●
Als u op SNAPSHOT drukt bij stap 8, maar het
ingebouwde geheugen is al vol, zal de foutmelding
“COPYING FAILED” (kopiëren mislukt) verschijnen.
●
Als het beeld op band is opgenomen met de
breedbeeldfunctie (WIDE, blz. 24), zal bij het
kopiëren naar het ingebouwde geheugen van de
camcorder het identificatiesignaal voor de
breedbeeldfunctie verloren gaan.
●
Als u speciale weergave-effecten wilt gebruiken met het
beeld dat u wilt kopiëren, dient u tot aan stap 8 gebruik
te maken van de afstandsbediening (meegeleverd)
( blz. 51).
48 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Met de volwaardige afstandsbediening kunt u de functies
van uw camcorder op afstand activeren en tevens de
1
3
Lipje
basisfuncties voor de videorecorder (weergave, stoppen,
pauzeren, snel door- en terugspoelen) inschakelen. Daarbij
beschikt u met deze afstandsbediening over diverse extra
functies voor weergave.
Plaatsen van de batterij
De afstandsbediening gebruikt twee “AAA (R03)” formaat
batterijen. Zie de “Algemene voorzorgen batterijen”
( blz. 73).
Verwijder het deksel van het batterijvak door het lipje
1
in te drukken, zoals aangegeven in de afbeelding.
+
2
–
+
Afstandsbedieningssensor
–
Effectief bereik
van de signalen
5m
30°
Doe twee “AAA (R03)” formaat batterijen op de juiste
2
manier in het batterijvak.
Doe het deksel weer terug op het batterijvak.
3
Richt de afstandsbediening bij gebruik naar de
afstandsbedieningssensor. De afbeelding toont
het bereik van de afstandsbediening bij gebruik
binnenshuis bij benadering. De signalen
worden mogelijk niet juist ontvangen wanneer
er direct schel licht of zonlicht op de sensor valt
of de afstandsbediening buiten wordt bediend.
* Deze functie is niet beschikbaar met deze camcorder.
Met de spanningsschakelaar van
de camcorder in de camera-stand
(“ ” of “ ”).
Zend de infraroodstraal.
In-/Uitzoomen ( blz. 18)
Functioneert als de Opname start-/stoptoets van de camcorder.
Werkt hetzelfde als SNAPSHOT op de camcorder.
!
@
#
$
%
^
&
*
(
)
Functies
Met de spanningsschakelaar van
de camcorder in de stand
“”.
In-/Uitzoomen ( blz. 50)
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
blz. 41, 44, 53
blz. 50, 52
blz. 50
blz. 50
• Terugspoelen/achterwaarts
beeldzoeken (
Toont het vorige beeld in het
•
ingebouwde geheugen
blz. 31)
( blz. 34)
blz. 54
blz. 51
blz. 51
blz. 53
blz. 52
blz. 50
—
blz. 50
blz. 58
• Begint de weergave van een
• Laat de diavoorstelling beginnen
•
•
• Stopt de cassette (
•
Pauzeert de cassette (
blz. 31)
cassette (
( blz. 36)
Vooruit spoelen/vooruit zoeken op
een cassette (
Toont het volgende beeld in het
ingebouwde geheugen
Stopt de diavoorstelling
blz. 31)
blz. 31)
( blz. 34)
( blz. 36)
blz. 50)
blz. 52 – 57
50 NE
Zoomtoetsen
Links of SLOW
terugspoel toets
Rechts of SLOW
vooruitspoel toets
Normale
weergave
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbedieningssensor
SHIFT
Druk op T
Druk op
met de SHIFT toets
ingedrukt om het
beeld te verplaatsen.
Hoger-toets
Lager-toets
PLAY
PAUSE
STOP
(rechts)
FUNCTIE:
Slow-motion weergave
DOEL:
Vertraagd zoeken in beide richtingen tijdens videoweergave.
HANDELING:
1) Druk op PAUSE (6) om stilbeeldweergave in te
schakelen en druk vervolgens tenminste 2 seconden op
SLOW (9 of 0) om van normale naar vertraagde
weergave over te schakelen.
Na ongeveer 1 minuut vertraagde weergave achteruit of
ongeveer 2 minuten vertraagde weergave vooruit zal de
normale weergave hervat worden.
Druk op PLAY (4) om de vertraagde weergave te stoppen.
OPMERKINGEN:
●
Tijdens slow-motion weergave heeft het beeld een
ietwat mozaïekachtig effect vanwege de digitale
verwerking van de signalen.
●
Nadat u op de SLOW
het stilbeeld enige seconden getoond worden, gevolgd
door een blauw scherm voor een paar seconden. Dit
duidt niet op een defect.
●
Er is mogelijk een klein verschil tussen het door u
gekozen startpunt en het werkelijke startpunt voor
slow-motion weergave.
●
Tijdens slow-motion weergave wordt het beeld ietwat
gestoord en het beeld kan er wat onstabiel uitzien,
vooral met weinig beweging in beeld. Dit is normaal en
duidt niet op een defect.
●
Druk op PAUSE
Slow-motion weergave.
FUNCTIE:
Beeld-voor-beeld weergave
(9 of 0)
(6)
om de weergave te pauzeren tijdens
DOEL:
Beeld-voor-beeld zoeken tijdens videoweergave.
HANDELING:
1) Druk op PAUSE (6) om stilbeeldweergave in te
schakelen en druk vervolgens herhaaldelijk op SLOW
(0) voor beeld-voor-beeld weergave vooruit, of op
SLOW (9) voor beeld-voor-beeld weergave terug. Met
elke druk op de toets zal het volgende resp, vorige beeld
worden weergegeven.
(vervolg)
toets heeft gedrukt, kan
FUNCTIE:
Weergave Zoom
DOEL:
Om het reeds opgenomen beeld bij het afspelen alsnog tot 10x te kunnen vergroten.
HANDELING:
1)
Druk op PLAY (4) om de gewenste scène op te zoeken
2) Druk op de zoom toetsen (T/W) op de afstandsbediening. Let er op dat de afstandsbediening op desensor van de camcorder gericht is. Als u op T drukt zoomt het beeld in.
3) U kunt het uitvergrote deel van het beeld verplaatsen om een bepaald deel van het beeld uitvergroot op
uw scherm te krijgen. Terwijl u SHIFT ingedrukt houdt, drukt u op (links), (rechts), (hoger) en
(lager).
Om het zoomen te stoppen drukt u net zolang op W op de afstandsbediening tot de normale weergave-
grootte weer bereikt is. Of u drukt op STOP (5) en dan weer op PLAY (4).
OPMERKINGEN:
●
U kunt de Weergave zoom ook gebruiken bij slow-motion en stilbeeld weergave.
●
De beeldkwaliteit kan minder worden als gevolg van het digitaal bewerken van het beeld.
.
P4LOA
YFBACK
F
C
1
L
M
2
O
S
3
E
S
4
T
V
5
EFFECT ON/OFF
E
F
F
E
C
T
A
S
S
I
C
N
P
R
I
D
LM
O
T
O
N
E
I
A
O
B
E
E
O
E
CFHIO
Afstandsbedieningssensor
PLAY
EFFECT
PLAYBACK
EFFECT
keuzemenu
NE51
FUNCTIE:
DOEL:
Om u in staat te stellen creatieve effecten toe te voegen
aan de videoweergegeven beelden.
HANDELING:
1) Druk op PLAY (4) om de weergave te starten.
2) Richt de afstandsbediening op de sensor van de
camcorder en druk op EFFECT. Het PLAYBACK
EFFECT keuzemenu verschijnt.
3) Verplaats de balk in beeld naar het gewenste effect
door op EFFECT te drukken. De geselecteerde
functie wordt geactiveerd en na 2 seconden zal het
menu weer verdwijnen.
Om het geselecteerde effect te annuleren, drukt u op
EFFECT ON/OFF op de afstandsbediening. Nog een
keer op deze toets drukken maakt het eerder
geselecteerde effect weer actief.
Herhaal de bovenstaande handelingen vanaf stap 2
om het geselecteerde effect te wijzigen.
OPMERKINGEN:
●
Wanneer er bij de Weergave bepaalde speciale
effecten gebruikt worden, zijn de Multi-Analyser 4 en
Multi-Analyser 9 Momentopname functies
( blz. 16) niet beschikbaar.
●
De effecten die u kunt gebruiken tijdens weergave
zijn Klassieke film, Zwart/wit, Sepia, Strobescoop en
Video-echo. Deze effecten werken tijdens de
weergave hetzelfde als tijdens de opname. Raadpleeg
bladzijde 28 voor meer informatie.
Weergave speciale effecten
52 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Videorecorder (opnamedeck)
SHIFT
3
1
6
789`
CODELIJST VIDEORECORDER
MERK VAN
VIDEORECORDER
AKAI
BLAUPUNKT
FERGUSON
GRUNDIG1 4
HITACHI6 6
JVC9 1
A
B
C
MITSUBISHI6 7
NEC3 7
PANASONIC1 3
TOETSEN
(A) (B)
6 2
6 4
7 7
1 3
9 7
9 8
3 2
3 4
6 3
9 6
9 3
6 8
3 8
1 7
1 1
9 4
1 8
MBR SET
4
2
5
MERK VAN
VIDEORECORDER
PHILIPS
SANYO3 6
SELECO,
REX
SHARP1 5
SONY
THOMSON,
TELEFUNKEN,
SABA,
NORDMENDE
TOSHIBA6 9
TOETSEN
(A) (B)
1 9
9 5
1 1
9 4
9 1
9 6
1 2
3 3
7 2
3 5
9 1
9 6
1 `
6 5
6 `
3 9
3 1
9 1
9 6
9 7
3 2
6 1
(vervolg)
Monteren van scènes in een andere
volgorde [R.A.Edit]
U kunt de scènes gemakkelijk in een andere
volgorde monteren wanneer u de camcorder als bron
gebruikt. Kies 8 “scènes” voor een automatische
montage in de gewenste volgorde. De R.A.Edit
functie is nog gemakkelijker te gebruiken wanneer u
de MBR (afstandsbediening voor meerdere merken)
met uw videorecorder gebruikt (Zie CODELIJST
VIDEORECORDER). De functie kan echter ook
handmatig worden bediend.
Controleer alvorens gebruik dat de batterij in de
afstandsbediening is geplaatst ( blz. 48).
STEL DE AFSTANDSBEDIENINGSCODE
VOOR DE VIDEORECORDER IN
Schakel de spanning van de videorecorder uit
en richt de afstandsbediening naar de
1
infraroodsensor van de videorecorder. Zoek uw
merk in de “CODELIJST VIDEORECORDER” op,
houd MBR SET ingedrukt en druk vervolgens op
toetsen (A) en (B) overeenkomstig het merk.
De code wordt automatisch ingesteld en de
spanning van de videorecorder ingeschakeld
wanneer u de MBR SET toets loslaat.
Controleer dat de spanning van de
videorecorder is ingeschakeld. Houd vervolgens
2
SHIFT ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
gewenste toets van de afstandsbediening. De
volgende functies kunnen met de
afstandsbediening worden bediend; PLAY,
STOP, PAUSE, FF, REW en VCR REC STBY (voor
deze laatste functie hoeft u de SHIFT toets niet
ingedrukt te houden).
U kunt nu meerdere scènes in een willekeurige
volgorde monteren.
BELANGRIJK
De afstandsbediening voor meerdere merken is
geschikt voor JVC videorecorders en diverse andere
merken. Het is echter mogelijk dat deze
afstandsbediening niet met uw videorecorder werkt
of niet alle functies kan uitvoeren.
OPMERKINGEN:
●
Stel een andere in de “CODELIJST
VIDEORECORDER” aangegeven code in indien de
spanning van de videorecorder niet in stap 1 wordt
ingeschakeld.
●
De spanning van bepaalde videorecorders wordt
niet automatisch ingeschakeld. Schakel in dat geval
de spanning zelf in en voer dan stap 2 uit.
●
Gebruik de regelaars op de videorecorder zelf
indien de afstandsbediening niet voor uw
videorecorder functioneert.
●
De code die u voor de videorecorder heeft
ingesteld, wordt gewist wanneer de batterijen van
de afstandsbediening leeg zijn. Vervang in dat geval
de batterijen door nieuwe en stel de code opnieuw
in.
Naar J
aansluiting
Naar
(JLIP) (EDIT)
AV
Aansluitingafdekking**
Kernfilter
S-videokabel
(los verkrijgbaar)
Naar AUDIO,
VIDEO* en
-IN
aansluitingen
“Y/C”/“CVBS”
video-uitgangsschakelaar
Videorecorder
Naar S
Kernfilter
Audio-/Videokabel
[ministekker naar
RCA (tulp) stekker]
(bijgeleverd)
Montagekabel
(bijgeleverd)
Indien uw videorecorder een SCART
aansluiting heeft,
moet u de
bijgeleverde
kabeladapter
gebruiken.
Naar
afstand PAUSE
of R.A.EDIT
Naar
PAUSE-IN
DISPLAY
TV
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
** Open deze afdekking voor het verbinden van
de kabels.
LET OP MET DE MONTAGEKABEL
Let er op dat het uiteinde met het kernfilter
(de stekker met 3 ringen rond de pen)
aansluit op de camcorder.
NE53
AANSLUITEN
Zie ook blz. 40 en 41.
JVC videorecorder die een pause
1
afstandsaansluiting heeft . . .
... verbind de montagekabel met de PAUSE
afstandsaansluiting.
JVC videorecorder zonder pause
afstandsaansluiting maar met een R.A.EDIT
aansluiting . . .
... verbind de montagekabel met de R.A.EDIT
aansluiting.
Andere videorecorder dan boven vermeld . . .
... verbind de montagekabel met de pauzeingangs-
aansluiting (PAUSE IN) van de afstandsbediening.
Doe een band waarop iets is opgenomen in de
camcorder. Zet de VIDEO/DSC schakelaar op “VIDEO”
2
en zet vervolgens de spanningsschakelaar op “”
terwijl u de vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt
houdt.
Zet de videorecorder aan en plaats een cassette waarop
kan worden opgenomen. Activeer de AUX functie (zie de
3
gebruiksaanwijzing van de videorecorder).
OPMERKINGEN:
●
Alvorens willekeurige montage van meerdere scènes te
starten, moet u controleren dat de aanduidingen niet op het
scherm van de aangesloten TV worden getoond. De
aanduidingen worden namelijk op de nieuwe band
opgenomen indien deze wel tijdens willekeurige montage
worden getoond.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende
aanduidingen op de aangesloten TV . . .
• Datum/tijd
..... stel “DATE/TIME” op “ON” of “OFF” via het
menuscherm ( blz. 32).
• Tijdcode
..... stel “TIME CODE” op “ON” of “OFF” via het
menuscherm ( blz. 32).
• Geluidsweergavefunctie, bandsnelheid en bandtransport
displays
..... zet “ON SCREEN” via het menuscherm ( blz. 32) op
“LCD” of “SIMPLE”. Of druk op DISPLAY op de
afstandsbediening
●
Let er op dat u de kabeluiteinden die zijn voorzien van
kernfilters aansluit op de camcorder. Kernfilters
verminderen interferentie.
●
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de
vereiste stand:
Y/C: Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
geschikt is voor Y/C signalen en met een
S-videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/
●
videokabel is aangesloten.
Wanneer u gaat monteren op een videorecorder met een DV
ingangsaansluiting kunt u de DV kabel aansluiten in plaats
van de S-videokabel en de audio/video kabel.
.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
54 NE
Scène
1
––
2
3
4
5
6
7
8
TTIOM
T
FADE/WIPE
EDIT IN/OUT
OPMERKINGEN:
●
Bij het kiezen van een scène moet u erop letten dat er voldoende tijd tussen het in- en uitmonteerpunt is.
●
Indien u langer dan 5 minuten naar een inmonteerpunt zoekt, zal de opnamestandbyfunctie van het opnametoestel
worden uitgeschakeld en kan het monteren derhalve niet worden uitgevoerd.
●
Indien er blanco gedeelten voor of na de in- en uitmonteerpunten liggen, wordt mogelijk een blauw beeld
opgenomen.
●
De tijdcodes registreren de tijd in minimaal seconden nauwkeurig. Het is derhalve mogelijk dat de tijdcode voor de
totale tijd niet exact gelijk is aan de totale tijd van alle te monteren scènes.
●
De vastgelegde in- en uitmonteerpunten worden gewist indien u de spanning van de camcorder uitschakelt.
●
U kunt oplossen of de zwart/wit fader niet gebruiken wanneer u sepia of zwart/wit van programma AE heeft
ingesteld. De indicator voor oplossen of de zwart/wit fader zal wanneer u deze keuze maakt knipperen. Nadat het
volgende inmonteerpunt is geregistreerd zal het effect worden uitgeschakeld. Om deze effecten te combineren moet
u tijdens opname sepia of zwart/wit gebruiken en tijdens de willekeurige montage stelt u dan oplossen of de zwart/
wit fader in.
●
Het is niet mogelijk om Fade/Wipe effecten en Programma belichting met speciale effecten te gebruiken gedurende
Willekeurige Samenstelling Montage door middel van een DV kabel.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KIES DE SCENES
N
I
U
T
:
~
–
–
~
~
~
~
~
~
~
E
L
A
:
C–O–D
EO–
–
–0–
:
0
0
0
Afstandsbedieningssensor
EFFECT
M
ODE
CANCEL
Willekeurige
montagemenu
PLAY
R.A.EDIT
ON/OFF
Richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor van de camcorder. Druk op
4
PLAY (4) en vervolgens op R.A.EDIT ON/OFF van de
afstandsbediening.
Het willekeurige montagemenu verschijnt.
Druk op FADE/WIPE op de afstandsbediening wanneer u
een overgangseffect gebruikt aan het begin van de scène.
5
• Doorloop de verschillende effecten door herhaaldelijk
op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste
effect wordt getoond.
• Bij het begin van scène 1 kunt u beeld wipe/oplossen
niet gebruiken.
Druk bij het begin van de scène op EDIT IN/OUT van de
afstandsbediening. Het inmonteerpunt wordt op het
6
menu voor willekeurige montage getoond.
Druk bij het eind van de scène op EDIT IN/OUT. Het
uitmonteerpunt wordt op het menu voor willekeurige
7
montage getoond.
Druk op FADE/WIPE als u een overgangseffect aan het
eind van de scène wilt gebruiken.
8
• Doorloop de effecten door herhaaldelijk op de toets te
drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt
getoond.
• Indien u een fade/wipe-effect voor een uitmonteerpunt
heeft ingesteld, zal dit effect automatisch op het
volgende inmonteerpunt worden toegepast.
• Bij het eind van de laatste scène kunt u beeld wipe/
oplossen niet gebruiken.
• De tijd van een fade/wipe-effect wordt automatisch bij
de totale tijd opgeteld (uitgezonderd bij gebruik van
beeld wipe/oplossen).
Druk op EFFECT als u Weergave Speciale Effecten wilt
gebruiken ( blz. 51).
9
Herhaal de stappen 6 t/m 9 om aanvullende scènes te
10
registreren.
• Druk op CANCEL van de afstandsbediening om reeds
vastgelegde punten te annuleren. De geregistreerde
punten verdwijnen stuk-voor-stuk vanaf het laatst
vastgelegde punt.
• Herhaal uitsluitend stappen 6 en 7 indien u geen fade/
wipe of programma AE met speciale effecten gebruikt.
(vervolg)
Opname start-/stoptoets
N
I
:
1
2
3
–––
4
5
6
–
7
8
TTIOM
EDIT IN/OUT
~
0
0
2
5
:
~
0
7
1
8
:
~
0
3
3
3
:
~
0
9
3
0
:
~
1
5
5
5
:
~
–
–
–
–
~
~
E
C
O
D
E
L
T
A
FADE/WIPE
EFFECT
REW
CANCEL
O
U
T
M
O
DE
–
–
–
–
–
Willekeurige
–
montagemenu
–
–
:
0
2
0
5
:
–
0
8
3
1
:
0
5
5
3
:
1
3
1
5
:
–
1
6
2
0
:
1
6
3
0
:
9
3
9
Afstandsbedieningssensor
STOP
PAUSE
R.A.EDIT
ON/OFF
VCR REC
STBY
NE55
AUTOMATISCH MONTEREN NAAR EEN
VIDEORECORDER
Spoel de band van de cassette in de camcorder terug
11
naar het begin van de scène die u wilt monteren en
druk op PAUSE (6).
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
12
videorecorder en druk op de VCR REC STBY (q6)
toets of schakel de videorecorder handmatig in de
opnamepauzefunctie.
Druk op de opname start-/stoptoets op de camcorder.
13
Het monteren gaat door zoals geprogrammeerd,
helemaal tot aan het eind van de laatste
geregistreerde scène.
•Het monteren zal niet starten door een druk op
START/STOP van de afstandsbediening.
•Na het monteren zal de camcorder in de
pauzefunctie schakelen en de videorecorder
schakelt naar de opnamepauzefunctie.
•Indien u geen uitmonteerpunt heeft vastgelegd, zal
de gehele cassette automatisch tot het eind worden
gekopieerd.
•Als u een handeling uitvoert op de camcorder
tijdens het automatisch monteren, zal de
videorecorder in zijn opnamepauzefunctie gaan en
zal het automatisch monteren stoppen.
Schakel de stopfuncties in van de camcorder en de
14
videorecorder.
Voor het verwijderen van het tellerdisplay voor
willekeurige montage van meerdere scènes moet u
op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening
drukken.
OPMERKINGEN:
●
Druk op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening
om alle instellingen te wissen die tijdens de willekeurige
montage zijn vastgelegd.
●
Indien de montagekabel met de Pause In aansluiting van
de afstandsbediening is verbonden, moet u de
afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder
richten en controleren dat de signalen niet door
voorwerpen tussen de toestellen worden geblokkeerd.
●
Het monteren van meerdere scènes in de gewenste
volgorde wordt mogelijk niet juist uitgevoerd wanneer u
een band gebruikt waarop dubbele tijdcodes zijn
( blz. 19).
56 NE
I
1
–
–
––
2
3
4
5
6
7
8
TTIOM
E
T
A
L
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Scène 1
N
:
~
~
~
~
~
~
~
~
C–O–D
EO–
U
T
M
ODE
Willekeurige
montagemenu
:
–0–
–
:
0
0
0
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van opnamepauze
naar opname dan de andere videorecorder. Ook al start u
het monteren met de camcorder en de videorecorder exact
tegelijk, bestaat de kans dat een klein stukje niet wordt
opgenomen of dat een stukje wordt opgenomen dat u
eigenlijk niet wilt. Voor een preciese montage moet u
daarom de timing van de camcorder t.o.v. de
videorecorder bepalen.
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
(vervolg)
Videorecorder
(opnamedeck)
Afstandsbedieningssensor
R.A.EDIT
ON/OFF
TV
Start de weergave van de cassette in de camcorder,
1
richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk
op R.A.EDIT ON/OFF.
Het willekeurige montagemenu verschijnt.
Start de montage van slechts 1 scène (Program 1).
2
Voor het bepalen van de timing van de videorecorder
en de camcorder moet u een duidelijk begin van een
scène als inmonteerpunt kiezen.
Speel de gemonteerde scène af.
3
•Uw videorecorder schakelt te snel over van
opnamepauze naar de opnamefunctie indien er een
gedeelte werd opgenomen dat voor het
inmonteerpunt ligt.
•Uw videorecorder schakelt traag indien er een
gedeelte van de gekozen scène niet wordt
opgenomen.
MENU/BRIGHT keuzeschijf
Display
O
M
ENU
V
I
D
E
R
1
E
T
U
R
N
O
S
M
O
D
E
U
N
D
M
O
1
2
D
E
B
I
T
S
Y
N
C
H
R
E
C
M
+
O
R
O
1.0
D
E
C
O
P
Y
NE57
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
4
camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF zodat het
nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk
vervolgens op MENU/BRIGHT. Het menuscherm
verschijnt.
Verdraai MENU/BRIGHT, kies “” en druk de
5
keuzeschijf in. Het “VIDEO MENU” verschijnt. Draai
de keuzeschijf vervolgens naar “SYNCHRO” en druk
deze in. De waarde voor “SYNCHRO” licht op.
Gebaseerd op de eerder uitgevoerde diagnose
6
(墌 blz. 56), kunt u nu de opname-timing van de
videorecorder vooruit zetten door de MENU/BRIGHT
keuzeschijf naar “+” te draaien. U kunt de opnametiming van de videorecorder ook terug zetten door de
MENU/BRIGHT keuzeschijf naar “–” te draaien. U
kunt de waarde met stappen van 0,1 seconde vanaf
–1,3 t/m +1,3 instellen.
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in om de
instelling af te sluiten.
Afstandsbedieningssensor
Videorecorder
(opnamedeck)
R.A.EDIT
ON/OFF
TV
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies
7
“1RETURN” en druk de keuzeschijf twee keer in.
U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op
blz. 54 starten.
OPMERKINGEN:
●
Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start
eerst een paar testopnamen (montages) om te
controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien
nodig de snelheid opnieuw in.
●
Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u
geen exacte correctie kunt maken.
58 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Display
6e
Luidspreker
Spanningsschakelaar
Standbyfunctie
voor audiodubben
Opname van ander geluidsspoor
(“audio-dubben”)
U kunt het geluid uitsluitend vervangen van een cassette
die met de 12-bits functie is opgenomen (墌 blz. 23).
OPMERKINGEN:
●
Audio-dubben is niet mogelijk met cassettes die met de
16-bits audio of de LP functie zijn opgenomen of op een
leeg gedeelte van de cassette.
●
Maak de vereiste verbindingen voor het dubben van
geluid tijdens weergave op de TV (墌 blz. 40).
Start de weergave van de cassette en zoek het punt
1
waar u het monteren wilt starten. Druk vervolgens op
PAUSE (6).
Houd A.DUB (e) van de afstandsbediening ingedrukt
2
en druk op PAUSE (6). “6e” wordt getoond.
Druk op PLAY (4), en “spreek als gewenst in”.
3
Spreek in de microfoon.
•Druk op PAUSE (6) om het dubben te pauseren.
Sruk eerst op PAUSE (6) en vervolgens op STOP (5)
4
om het audio-dubben te stoppen.
(vervolg)
Afstandsbedieningssensor
Stereomicrofoon
PLAY
STOP
A.DUB
PAUSE
Om het gedubde geluid te kunnen horen bij de
weergave . . .
.... dient u “12BIT MODE” op “SOUND 2” of “MIX” te
zetten via het menuscherm (墌 blz. 32, 33).
OPMERKINGEN:
●
Tijdens het audio-dubben wordt geen geluid via de
luidspreker weergegeven.
●
Bij het monteren van een cassette die met 12-bits is
opgenomen, zal het nieuwe geluidsspoor gescheiden van
het oude geluidsspoor worden opgenomen.
●
Het geluid wordt mogelijk onderbroken indien u op een
blanco gedeelte opneemt. Controleer dat u uitsluitend
opgenomen gedeelten monteert.
●
Plaats de microfoon van de camcorder verder van de TV
of verlaag het volume van de TV wanneer u tijdens TVweergave een “huilend” of “rondzingend” geluid
(feedback) hoort.
●
Indien u tijdens opname van 12-bits naar 16-bits
overschakelde en later deze cassette voor audio-dubben
gebruikt, zal audio-dubben niet mogelijk zijn vanaf het
gedeelte waar met 16-bits werd opgenomen.
●
Het audio-dubben zal stoppen wanneer een gedeelte op
de band wordt bereikt dat met de LP functie of met 16-bits
audio is opgenomen of waar niets op staat (墌 blz. 72).
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
NE59
Raadpleeg uw JVC handelaar indien het probleem niet met de volgende aanwijzingen kan worden opgelost.
De camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een
TV of radio) kunnen de werking storen. U moet in dat geval eerst de spanningsbron ontkoppelen (accu,
netadapter/acculader, enz.) verwijderen: wacht even en sluit de spanningsbron weer aan en voer de vereiste
handelingen opnieuw vanaf het begin uit.
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
1.
Geen spanning.
2.
“SET DATE/TIME!” wordt
getoond.
3.
Opname is niet mogelijk.
4.
Er is geen beeld.
5.
Sommige functies zijn niet
beschikbaar via MENU/
BRIGHT.
6.
Er wordt niet automatisch
scherpgesteld.
7.
Cassette kan niet juist
worden geplaatst.
8.
De Momentopname functie
kan niet worden gebruikt.
1.
• De spanningsbron is niet juist
aangesloten.
• De accu is leeg.
2.
• De datum/tijd is niet ingesteld.
• De batterij voor de
ingebouwde klok is leeg en de
eerder ingestelde datum/tijd is
gewist.
3.
— Voor video opnamen —
• De wispreventie-schakelaar
van de cassette staat op
“SAVE” (bewaren).
• De spanningsschakelaar is op
“” of “OFF” gedrukt.
• De VIDEO/DSC schakelaarstaat op “”.
•“TAPE END” verschijnt.
• Het deksel van de
cassettehouder is open.
— Voor D.S.C opnamen —
• De VIDEO/DSC schakelaarstaat op “VIDEO”.
• Het ingebouwde geheugen van
de camcorder is vol.
4.
• Geen spanning naar de
camcorder of een ander
probleem.
5.
• De spanningsschakelaar staat
op “ ”.
6.
• De scherpstelling is op
“MANUAL” gesteld.
• Het is te donker of het contrast
is te zwak.
• De lens is vuil of er is condens
op afgezet.
7.
• De cassette wordt verkeerd
geplaatst.
• De accu is bijna leeg.
8.
• De Squeeze (breedbeeld)
functie is geselecteerd.
1.
• Sluit de netadapter/acculader
goed aan (墌 blz. 7).
• Plaats een geladen accu
(墌 blz. 6, 7).
2.
• Stel de datum/tijd in
(墌 blz. 9).
• Raadpleeg uw dichtst
bijzijnde JVC dealer voor
vervanging.
3.
•
Zet de wispreventieschakelaar van de cassette op
“REC” (opnemen)
(墌 blz. 10).
• Zet de spanningsschakelaar
op “ ” of “” (墌 blz. 13).
• Zet de VIDEO/DSC
schakelaar op “VIDEO”.
• Plaats een nieuwe cassette
(墌 blz. 10).
• Sluit het deksel van de
cassettehouder.
• Zet de VIDEO/DSC
schakelaar op “”.
• Wis stilbeelden die u niet
meer nodig heeft (墌 blz. 38).
4.
• Schakel de spanning van de
camcorder even uit en
vervolgens weer in
(墌 blz. 13).
5.
• Zet de spanningsschakelaar
op “ ” (墌 blz. 13).
6.
• Stel de scherpstelling op
“AUTO” (墌 blz. 21).
• Reinig de lens en controleer
de scherpstelling nogmaals
(墌 blz. 65).
7.
• Plaats de cassette op de juiste
wijze (墌 blz. 10).
• Plaats een geladen accu
(墌 blz. 6, 7).
8.
• Annuleer de Squeeze
(breedbeeld) functie
(墌 blz. 24).
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
60 NE
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
9.
De kleur van de
momentopname is vreemd.
10.
Het met de momentopnamefunctie opgenomen beeld is
te donker.
11.
De digitale zoom werkt niet.
12.
Programma AE met speciale
effecten en fade/wipeeffecten werken niet.
13.
De zwart/wit fader werkt
niet.
14.
De oplosfunctie werkt niet.
15.
De functies voor beeld wipe
en oplossen werken niet.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
9.
• De lichtbron die het
onderwerp verlicht bestaat niet
uit wit licht, of er zijn
verschillende lichtbronnen
achter het onderwerp.
• De Sepia of Zwart-wit functie
is ingeschakeld.
10.
• De opname werduitgevoerd bij
tegenlicht.
11.
• De 10X optische zoom is
ingesteld.
•“P.AE/EFFECT” is op “VIDEO
ECHO” ingesteld in het
menuscherm.
• Beeld wipe of oplossen wordt
voor een scène gebruikt.
12.
• De spanningsschakelaar staat
op “ ”.
13.
• De sepia of zwart/wit functie is
geactiveerd.
14.
• De sepia, zwart/wit of
langzame sluiter functie van
programma AE met speciale
effecten is geactiveerd.
•“WIDE MODE” is op
“SQUEEZE” gezet via het
menuscherm.
• De hiervoor gekozen functie
van programma AE met
speciale effecten werd
veranderd na het vastleggen
van de laatste scène voor het
monteren.
15.
• Het eind van de laatst gekozen
te monteren scène is bereikt.
• Bij het eind van de laatst
gekozen te monteren scène
werd de spanningsschakelaar
naar “OFF” gedrukt.
• De spanning is uitgeschakeld.
9.
• Zoek een wit voorwerp op en
maak de uitsnede zo dat dit
ook in de opname komt
(墌 blz. 16, 17).
• Zet de Sepia of Zwart-wit
functie uit (墌 blz. 28).
10.
• Druk op de BACKLIGHT toets
(墌 blz. 29).
11.
• Zet “ZOOM” op “40X” of
“100X” via het menuscherm
(墌 blz. 23).
• Schakel de “VIDEO ECHO”
functie uit (墌 blz. 18, 28).
• Wacht totdat de effecten van
de beeld wipe/oplossen zijn
uitgevoerd (墌 blz. 18, 26).
12.
• Zet t de spanningsschakelaar
op “ ” (墌 blz. 26, 28).
13.
• Schakel sepia en zwart/wit uit
(墌 blz. 26, 28).
14.
• Schakel sepia, zwart/wit of de
langzame sluitertijd uit
alvorens het oploseffect voor
een scène te gebruiken
(墌墌 blz. 26, 28).
• Zet “WIDE MODE” op
“CINEMA” of “OFF”
(墌 blz. 24).
• Controleer dat de gewenste
functie van programma AE
met speciale effecten is
gekozen alvorens het
monteren te starten
(墌 blz. 26, 28).
15.
• Kies de beeld wipe of
oplossen voordat u de
opname start. De effecten
worden dan automatisch
geactiveerd (墌 blz. 26).
• Schakel de spanning van de
camcorder niet uit nadat de
in- en uitmonteerpunten zijn
gekozen, daar deze punten
anders worden gewist
(墌 blz. 26).
• De camcorder schakelt
automatisch uit indien de
opnamestandbyfunctie langer
dan 5 minuten is geactiveerd.
Voer derhalve nadat u de
opnamestandbyfunctie heeft
geactiveerd de volgende
handelingen binnen 5
minuten uit (墌 blz. 26).
(vervolg)
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
16.
De beeld wipe-functie werkt
niet.
17.
De overgang van scènes is
niet als verwacht.
18.
De Video-echo functie werkt
niet.
19.
De langzame sluiter is niet
gekozen maar het beeld ziet
er uit alsof de langzame
sluiter is ingesteld.
20.
Geen stroboscoopfunctie
wanneer de klassieke film of
stroboscoopfunctie is
geactiveerd.
21.
De witbalans kan niet
worden ingesteld.
22.
Verticale strepen bij opname
van een helder verlicht
onderwerp.
23.
Het scherm wordt even rood
of zwart indien het directe
zonlicht tijdens opname op
het scherm valt.
24.
Datum/tijd worden niet
tijdens opname getoond.
16.
• De langzame sluiter is
geactiveerd.
•“WIDE MODE” staat niet op
“OFF”.
17.
• Bij gebruik van “Beeld Wipe/
Oplossen” (墌 blz. 26), is er
een vertraging van een fractie
van een seconde tussen het
voorgaande opnamestoppunt
en het startpunt voor het
oplossen. Dit is normaal, maar
deze vertraging zal vooral
opmerkbaar zijn wanneer u
snel bewegende onderwerpen
opneemt of de camcorder snel
heen en weer beweegt
(“panning”).
18.
• De Beeld Wipe of oplos
functie is in gebruik.
•“WIDE MODE” is op
“SQUEEZE” gezet via het
Menuscherm.
• Er is een Fade-in of Fade-out
bezig.
19.
• Bij opname onder donkere
omstandigheden wordt het
toestel veel gevoeliger voor
licht en krijgt het beeld een
effect als van de langzame
sluiter.
20.
• De functie voor beeld wipe of
oplossen is in gebruik.
21.
• De sepia- of zwart/wit-functie
is geactiveerd.
22.
• Het contrast is sterk. Dit duidt
niet op een defect.
23.
• Dit duidt niet op een defect.
24.
•“DATE/TIME” in het
menuscherm is op “OFF”
gesteld.
• Er wordt een zelfopname
uitgevoerd.
16.
• Schakel de langzame
17.
18.
• Zet “WIDE MODE” op
• Probeer de Video-echo functie
19.
• Voor een natuurgetrouwere
20.
• Probeer de klassieke film of
21.
• Schakel sepia of zwart/wit uit
22.
23.
24.
• Stel “DATE/TIME” in het
• Tijdens de zelfopname zal de
NE61
sluitertijdfunctie uit of zet
“WIDE MODE”“OFF” voor u
de beeld-wipe gaat gebruiken
(墌 blz. 24, 26, 28).
————
“CINEMA” of “OFF”
(墌 blz. 24).
niet te gebruiken wanneer er
een Fade-in of een Fade-out
bezig is (墌 blz. 26, 28).
opname moet u GAIN UP in
het menuscherm op “AGC” of
“OFF” stellen (墌 blz. 23).
stroboscoopfunctie niet te
gebruiken tijdens een
overgang van scènes
(墌 blz. 26, 28).
alvorens de witbalans in te
stellen (墌 blz. 28, 30).
————
————
menuscherm op “ON”
(墌 blz. 25).
datum/tijd niet getoond
worden (墌 blz. 15).
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
62 NE
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
25.
Beelden kunnen niet uit het
ingebouwde geheugen
gewist worden.
26.
De indicators en de
mededelingen verschijnen
niet.
27.
Beelden op de LCD-monitor
zijn te donker of licht.
28.
De achterkant van de LCDmonitor is heet.
29.
De indicators en kleuren van
het beeld op de LCDmonitor zijn niet helder.
30.
Aanduidingen op de LCDmonitor of in de zoeker
knipperen.
31.
Heldere punten op de LCDmonitor of in de zoeker.
32.
U kunt het geluid niet horen
tijdens de opname.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
25.
25.
• De in het ingebouwde
geheugen opgeslagen beelden
zijn beveiligd.
26.
•“ON SCREEN” is op “SIMPLE”,
of “TIME CODE” is op “OFF”
gezet via het menuscherm.
27.
• Bij lage temperaturen worden
de beelden donkerder
vanwege de karakteristieken
van de LCD-monitor. De
kleuren zullen nu tevens
anders zijn dan opgenomen.
Dit duidt niet op een defect
van de camcorder.
• De beelden op de LCDmonitor worden donker
wanneer de fluorescerende
lamp van de LCD-monitor het
eind van zijn levensduur heeft
bereikt. Raadpleeg uw JVC
handelaar.
28.
• De LCD-monitor wordt warm
door de lamp.
29.
• U drukt mogelijk op het
oppervlak of de rand van de
LCD-monitor.
30.
• U heeft bepaalde fade/wipeeffecten, functies van
Programma AE met speciale
effecten, “DIS” en andere
functies die niet tegelijk met
elkaar kunnen worden gebruikt
gekozen.
31.
• De LCD-monitor en de zoeker
bestaan uit nauwkeurig
luisterende onderdelen. Het is
echter mogelijk dat er zwarte
of heldere punten (rood, groen
of blauw) voortdurend op de
LCD-monitor of in de zoeker
worden getoond. Deze punten
worden echter niet op de band
opgenomen. Dit duidt niet op
een defect van het toestel.
(Effectieve beeldpunten: meer
dan 99,99%.)
32.
• Dit is normaal.
• Hef de beveiliging van de in
het ingebouwde geheugen
opgeslagen beelden op en wis
ze (墌 blz. 37, 38).
26.
• Zet “ON SCREEN” op “LCD”
of “LCD/TV” en zet “TIME
CODE” “ON” via het
menuscherm (墌 blz. 25, 32).
27.
• Stel de helderheid en hoek
van de LCD-monitor in
(墌 blz. 14, 15).
28.
• Schakel de LCD-monitor even
uit door deze te sluiten of
druk de spanningsschakelaar
naar “OFF” en laat het toestel
afkoelen.
29.
30.
31.
32.
————
• Lees de aanwijzingen voor het
gebruik van fade/wipeeffecten, Programma AE met
speciale effecten, en “DIS”
opnieuw (墌 blz. 24,
26 – 28).
————
————
(vervolg)
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
33.
33.
Weergave, terugspoelen,
doorspoelen niet mogelijk.
34.
Beelden in het ingebouwde
geheugen kunnen niet
worden weergegeven.
35.
De band wordt
getransporteerd maar er is
geen beeld.
36.
De aanduidingen op de
LCD-monitor zijn vervormd.
37.
Beelden trillen op de LCDmonitor.
38.
Tijdens weergave
verschijnen er blokjes ruis,
of er wordt helemaal geen
beeld weergegeven en het
scherm wordt blauw.
39.
De LCD-monitor, zoeker en
lens zijn vuil (bijvoorbeeld
vingerafdrukken).
40.
Vreemde markering
verschijnt.
41.
Foutmelding (E01— E06)
verschijnt.
• De spanningsschakelaar is niet
op “” gedrukt.
34.
• De VIDEO/DSC schakelaar
staat op “VIDEO”.
• De spanningsschakelaar staat
op “ ” of “”.
35
. • De TV heeft AV ingangs-
aansluitingen maar is niet in de
VIDEO functie geschakeld.
• Het deksel van de
cassettehouder is open.
36.
• Tijdens weergave van nietopgenomen gedeelten, zoeken
met hoge snelheid en stilbeeldweergave zijn de aanduidingen
op de LCD-monitor vervormd.
Dit duidt niet op een defect.
37.
• Het luidsprekervolume is te
hoog.
38.
————
39.
————
40.
————
41.
• De camcorder functioneert om
een of andere reden niet juist.
33.
• Druk de spanningsschakelaar
34.
• Zet de VIDEO/DSC
• Zet de spanningsschakelaar
35.
• Schakel de TV in de functie of
• Sluit het deksel van de
36.
37.
• Verlaag het volume
38.
• Reinig de videokoppen met
39.
• Veeg schoon met een zachte
40.
• Controleer het gedeelte over
41.
• Ontkoppel de spanningsbron
NE63
naar “” (墌 blz. 31).
schakelaar op “”.
op “”.
op het kanaal voor videoweergave (墌 blz. 40, 41).
cassettehouder (墌 blz. 10).
————
(墌 blz. 31).
een los verkrijgbare
reinigingscassette
(墌 blz. 75).
doek. Voorkom beschadiging
en druk niet te hard
(墌 blz. 65).
aanduidingen op de LCDmonitor en in de zoeker van
deze gebruiksaanwijzing
(墌 blz. 68 – 72).
(accu, enz.), en wacht een
paar minuten zodat de
aanduiding verdwijnt. Nadat
de aanduiding is verdwenen
kunt u de camcorder weer in
gebruik nemen. Raadpleeg
uw JVC handelaar indien na
het twee of driemaal herhalen
van de hiervoor beschreven
handeling de aanduiding niet
verdwijnt of direct weer
terugkomt.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
64 NE
SYMPTOOMMOGELIJKE OORZAKENOPLOSSING
42.
De laadindicator van de
netadapter/acculader licht
niet op.
43.
Geen beeld op de LCDmonitor.
44.
Er verschijnt een zwarte balk
op de onderkant van het
scherm wanneer een beeld
met de printer wordt
afgedrukt.
45.
Wanneer de camcorder is
aangesloten via de DV
aansluiting werkt de
camcorder niet.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
42.
• De temperatuur van de accu is
zeer hoog/laag.
• Laden is moeilijk bij zeer hoge/
lage temperaturen.
43.
• De dop zit nog op de lens.
• De helderheid van de LCD-
monitor is niet juist ingesteld.
44.
• Dit duidt niet op een defect.
45.
• De DV kabel is eruitgetrokkek
en er weer in gestoken terwijl
de stroom was ingeschakeld.
42.
• Bescherm de accu en laad
deze op bij een temperatuur
tussen de 10°C en 35°C
(墌 blz. 73).
43.
• Verwijder de lensdop
(墌 blz. 14).
• Stel de helderheid van de
LCD-monitor juist in
(墌 blz. 14).
• Indien de monitor 180 graden
omhoog is gekanteld, moet u
de monitor geheel openen
(墌 blz. 15).
44.
• Gebruik “DIS” voor opname
(墌 blz. 24) om dit te
voorkomen.
45.
• Doe de camcorder uit en
weer aan en probeer het
opnieuw.
(vervolg)
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
Na gebruik
Reinigen van de camcorder
NE65
Zet de camcorder uit.
1
Schuif en houd OPEN/EJECT in de richting
2
van de pijl en trek de afdekking van de
cassettehouder open totdat deze inklikt. De
cassette houder gaat automatisch open.
Verwijder de cassette.
Druk op “PUSH HERE” om de cassettehouder te
3
sluiten, sluit vervolgens het deksel van de
cassettehouder.
•Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten
wordt de houder automatisch verder in het
mechanisme getrokken. Wacht totdat de
houder geheel in het mechanisme is getrokken
alvorens het deksel van de cassettehouder te
sluiten.
Druk op BATTERY RELEASE ingedrukt en
4
verwijder de accu.
Cassettehouder
Verwijder.
OPEN/EJECT
schakelaar
Maak de buitenkant schoon met een zachte
1
doek.
Gebruik een met een mild schoonmaakmiddel
en water bevochtigde, goed uitgewrongen doek
voor het verwijderen van hardnekkige vlekken.
Veeg goed droog met een droge doek.
Druk op PUSH OPEN en open de LCD-monitor.
2
Voorzichtig afvegen met een zachte doek. Wees
uitermate voorzichtig zodat u de LCD-monitor
niet beschadigd. Sluit daarna de LCD-monitor.
Maak de lens schoon met een blaaskwastje en
3
veeg vervolgens voorzichtig met een lenstissue.
Zet de zoeker omhoog voor u deze gaat
4
schoonmaken. Doe de afdekking aan de
onderkant van de zoeker 1 voorzichtig open.
Steek een blaaskwastje of een zachte doek in de
5
opening aan de onderkant van de zoeker 2 en
maak daarmee de binnenkant van de zoeker
schoon.
Doe de afdekking weer dicht. Kantel de zoeker
6
terug naar de horizontale stand.
OPMERKINGEN:
●
Gebruik nooit sterke reinigingsmiddelen, zoals
benzine of alcohol.
●
Voor het reinigen moet de accu zijn verwijderd of
de andere spanningsvoorziening zijn ontkoppeld.
●
Er komt mogelijk schimmel op de lens indien deze
niet wordt gereinigd indien nodig.
●
Lees altijd de aanwijzingen die bij het product zijn
geleverd goed door wanneer u een
reinigingsmiddel of chemische doek gebruikt.
W Handgreepriem .................................... 墌 blz. 8
E Accubevestiging ................................... 墌 blz. 7
R LCD-monitor ................................ 墌 blz. 14, 15
T Luidspreker......................................... 墌 blz. 31
Y Geleidegat ............................................ 墌 blz. 8
U Statiefaansluiting ................................... 墌 blz. 8
68 NE
INDEX
LCD monitor/zoekeraanduidingen alleen tijdens video-opname
Aanduidingen
1 Toont het gekozen fade/wipe-effect.
1 23*4
SP
U:N2D512
BIT
TCS2O3
98
*Door via het menuscherm “ON SCREEN”“SIMPLE” te
zetten kunt u de aanduidingen die gemarkeerd zijn met
een * van het scherm verwijderen (墌 blz. 25, 32).
*
3
5
R
E4C
4
4
7 6 5
2 Verschijnt in de Squeeze of Cinema functies.
*
3
Toont de ingestelde opnamesnelheid
(SP of LP).(墌 blz. 11)
*
4
Toont de resterende bandtijd.(墌 blz. 14)
*
5
•“REC” verschijnt bij het opnemen.
•“PAUSE” verschijnt in de opname-
standbyfunctie.(墌 blz. 14)
6 Verschijnt wanneer de windschermfunctie is
geactiveerd om de door de wind veroorzaakte
ruis te verminderen.(墌 blz. 25)
7 Verschijnt wanneer de band wordt
getransporteerd.(墌 blz. 14)
8 Toont de geluidsfunctie gedurende ongeveer 5
*
seconden na het inschakelen van de camcorder.
9 Laat de tijdcode zien.(墌 blz. 19, 25)
LCD monitor/zoekeraanduidingen alleen tijdens D.S.C.-opname
(墌 blz. 26, 27)
(墌 blz. 24)
(墌 blz. 23)
153246
DSC
STD
10/30
1 Verschijnt wanneer de VIDEO/DSC schakelaar
op “” staat en de spanningsschakelaar
op “ ” of “”.(墌 blz. 13, 17)
2 Verschijnt en knippert tijdens het opnemen.
(墌 blz. 17)
3 Toont de ingestelde beeldkwaliteit voor het
opgeslagen beeld. U kunt kiezen uit 2
kwaliteiten: FINE en STD (Standaard).
(墌 blz. 12, 17)
4 Verschijnt tijdens het opnemen.(墌 blz. 17)
5 Toont het aantal beelden dat u al opgenomen
heeft.(墌 blz. 17)
6 Toont het geschatte totale aantal beelden dat
opgeslagen kan worden, inclusief de beelden die
u al opgenomen heeft.(墌 blz. 17)
LCD monitor/zoekeraanduidingen tijdens video en D.S.C.-opname
*
F.2AUPTHO
1
2
3
4
5
6
7
x
4
0
W
O
O
T
I
B
R
GHT
T
0
–
1+.
.
000
:
112
0
@
*
NE69
8
9
!
#
*
1
Verschijnt wanneer de spanningsschakelaar op
“ ” staat.(墌 blz. 13)
2 Verschijnt wanneer er tegenlichtcompensatie
gebruikt wordt.(墌 blz. 29)
3 Verschijnt wanneer de witbalans wordt ingesteld.
(墌 blz. 30)
4 Verschijnt wanneer de belichting wordt ingesteld.
(墌 blz. 29)
5 Toont het gekozen Programma AE met speciale
effecten.(墌 blz. 28)
6 Verschijnt wanneer de beeldstabilisator (“DIS”) is
geactiveerd.(墌 blz. 24)
7 Verschijnt wanneer de scherpstelling handmatig
wordt ingesteld.(墌 blz. 21)
* Door via het menuscherm “ON SCREEN”“SIMPLE” te zetten kunt u de aanduidingen die gemarkeerd zijn met een *
van het scherm verwijderen (墌 blz. 25, 32).
8 Verschijnt tijdens het zoomen.
Zoomniveau-indicator(墌 blz. 18)
9 • Zoombereik bij benadering: Verschijnt tijdens
het zoomen.(墌 blz. 18)
•: Verschijnt wanneer “GAIN UP” op
“AUTO” staat en de sluitertijd
automatisch wordt geregeld. (墌 blz. 23)
0 Verschijnt bij opname van een snapshot.
(墌 blz. 16, 17)
! Verschijnt wanneer het diafragma is vergrendeld.
(墌 blz. 29)
*
@
Toont de helderheid van de LCD-monitor.
(墌 blz. 14)
# Toont de datum/tijd.(墌 blz. 9)
70 NE
INDEX
LCD monitor/zoekeraanduidingen tijdens video-weergave
1 Toont de geluidsfunctie.(墌 blz. 32, 33)
13
1L2
TBC
IT
V
1
S
O
U
N
D
/
L
U
M
E
O
:
:
0
0
6
210
5
2
L.P
1
112
46
4
.
000
:
0
2 Toont de bandsnelheid.(墌 blz. 11)
3 Verschijnt wanneer de band wordt
getransporteerd.
4
: Weergave
3
: Snel doorspoelen/snel voorwaarts zoeken
2
: Snel terugspoelen/snel achterwaarts
zoeken
6: Pauze
64: Voorwaarts slow-motion
1
6 : Achterwaarts slow-motion
e: Audio-dubben
6e : Audio-dubben pauze
4 Toont de datum/tijd.(墌 blz. 32, 33)
5 Toont de tijdcode.(墌 blz. 32, 33)
6 BRIGHT : Toont de helderheid van de LCD
VOLUME : Toont het volume van de luidspreker.
De niveau-indicator beweegt.
Aanduidingen (vervolg)
monitor.(墌 blz. 14)
(墌 blz. 31)
LCD monitor/zoekeraanduidingen tijdens D.S.C.-wg
1 Toont het indexnummer van het beeldbestand.
1 23
BR I GHT
10/30
–
+
2 Toont het totale aantal opgeslagen beelden.
3 Toont de ingestelde helderheid (BRIGHT) van de
LCD monitor.(墌 blz. 14)
De niveau-indicator beweegt.
(墌 blz. 34)
(墌 blz. 34)
Waarschuwingen
AanduidingenFunctie
Toont de resterende accuspanning.
Accu vol
Accu bijna leeg
De accu-indicator knippert wanneer de accu bijna leeg is. De
spanning wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de accu is uitgeput.
Wordt getoond wanneer er geen cassette is geplaatst.(墌 blz. 10)
NE71
CHECK TAPE’S ERASE
PROTECTION SWITCH
HEAD CLEANING
REQUIRED USE CLEAN-
ING CASSETTE
CONDENSATION,
OPERATION PAUSED
PLEASE WAIT
TAPE!
TAPE END
DIFFERENT
FORMATTED TAPE
Verschijnt wanneer het wispreventielipje van de cassette op “SAVE”
(bewaren) staat terwijl de spanningsschakelaar op “ ” of “” staat en de
VIDEO/DSC schakelaar op “VIDEO”.(墌 blz. 10)
Verschijnt als er vuil op de koppen wordt gedetecteerd. Gebruik een los
verkrijgbare reinigingscassette.(墌 blz. 75)
Verschijnt als er condensatie is opgetreden. Wanneer deze aanduiding
verschijnt, dient u tenminste 1 uur te wachten totdat de condensatie
verdwenen is.
Verschijnt wanneer er geen cassette in het toestel zit maar er toch op de
opname start-/ stoptoets of SNAPSHOT toets wordt gedrukt terwijl de
spanningsschakelaar op “ ” of “” staat en de VIDEO/DSC schakelaar
op “VIDEO”.
Wordt getoond wanneer tijdens opname of weergave het eind van de band
wordt bereikt.(墌 blz. 15)
Wordt getoond wanneer er een cassette van een ander formaat in het
toestel gedaan wordt.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
72 NE
AanduidingenFunctie
SET DATE/TIME!
LENS CAP
A. DUB ERROR!
A. DUB ERROR!
<CANNOT DUB
ON AN LP RECORDED
<CHECK TAPE’S ERASE
PROTECTION SWITCH>
TAPE>
<CANNOT DUB
ON A 16BIT
RECORDING>
INDEX
● Wordt getoond wanneer de datum/tijd niet is ingesteld.(墌 blz. 9)
● Wordt getoond wanneer de batterij voor de ingebouwde klok leeg is en
de eerder ingestelde datum/tijd gewist is. Raadpleeg uw dichtst bijzijnde
JVC dealer voor vervanging.
Wordt 5 seconden lang getoond na het inschakelen van de stroom als de
dop nog op de lens zit.
Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een blanco
gedeelte van de band.(墌 blz. 58)
● Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een band
die met de LP functie is opgenomen.(墌 blz. 58)
● Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een band
die met 16-bits audio is opgenomen.(墌 blz. 58)
● Wordt getoond wanneer er op A.DUB (e) op de afstandsbediening wordt
gedrukt terwijl het wispreventielipje op “SAVE” (bewaren) staat.
Aanduidingen (vervolg)
(墌 blz. 58)
MEMORY IS FULL
COPYING FAILED
NO IMAGES STORED
E01 — E06
UNIT IN SAFEGUARD
MODE REMOVE AND
REATTACH BATTERY
Verschijnt wanneer het ingebouwde geheugen vol is en er geen beelden
meer in kunnen worden opgeslagen.
● Verschijnt wanneer het ingebouwde geheugen vol is bij het kopiëren van
stilbeelden van de band naar het ingebouwde geheugen.(墌 blz. 47)
● Verschijnt in de volgende gevallen bij het kopiëren van stilbeelden uit het
ingebouwde geheugen naar een band:
– wanneer er condensatie optreedt.
– wanneer er geen cassette in het toestel zit.
– wanneer het wispreventielipje van de cassette op “SAVE” (bewaren)
staat.
– wanneer er een band van een verkeerde soort in het toestel zit.
– wanneer het einde van de band is bereikt.(墌 blz. 46)
Verschijnt als er geen beelden zijn opgeslagen in het ingebouwde geheugen
terwijl de spanningsschakelaar op “” staat en de VIDEO/DSC
schakelaar op “”.
De foutmelding (E01 — E06) toont wat het probleem is. De camcorder
wordt automatisch uitgeschakeld nadat een foutmelding verschijnt. U moet
de spanningsbron (accu, enz.) en vervolgens een paar minuten wachten
zodat de aanduiding verdwijnt. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u
de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien
na het uitvoeren van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet
verdwijnt of direct weer terugkomt.
VOORZORGEN
NE73
Videolamp
GEVAAR
䡲 De videolamp kan zeer heet worden.
Voorkom brandwonden en raak de
videolamp tijdens gebruik of kort
nadat deze is aangeschakeld niet aan.
䡲 Plaats de camcorder niet direct na gebruik met de
videolamp in de draagtas. De videolamp is
namelijk heet en dient eerst af te koelen.
䡲 Houd tijdens gebruik van de lamp een afstand van
minimaal 30 cm tussen de lamp en een persoon of
onderwerp.
䡲 Gebruik de lamp niet in de buurt van ontvlambare
of ontplofbare materialen.
䡲 Raadpleeg bij voorkeur uw JVC handelaar voor het
vervangen van de videolamp.
Algemene voorzorgen batterijen
Als de afstandsbediening niet werkt, ook al voert u
de juiste handelingen uit, zijn de batterijen leeg.
Vervang de batterijen door verse.
Gebruik deze batterijen: AAA (R03) formaat x2
Neemt u alstublieft de volgende regels in acht bij het
gebruiken van batterijen. Wanneer batterijen niet op
de juiste manier worden behandeld, kunnen ze gaan
lekken of zelfs ontploffen.
1. Raadpleeg blz. 48 voor het vervangen van de
batterijen.
2. Gebruik geen batterijen van een ander formaat
dan wat voorgeschreven is.
3. Controleer of de batterijen in de juiste richting in
het batterijvak zitten.
4. Gebruik geen oplaadbare batterijen.
5. Stel de batterijen niet bloot aan te hoge
temperaturen, aangezien ze hierdoor kunnen gaan
lekken of zelfs ontploffen.
6. Gooi de batterijen niet in het vuur.
7. Haal de batterijen uit het toestel als u dit voor
langere tijd niet zult gebruiken om te voorkomen
dat de batterijen gaan lekken, hetgeen storingen
zou kunnen veroorzaken.
Accu’s
De bijgeleverde accu is een
lithium-ionaccu. Lees alvorens
deze accu of een los verkrijgbare
accu te gebruiken de volgende
voorzorgen goed door:
1. Voorkom gevaar . . .
... verbrand de accu niet.
... sluit de contactpunten niet kort. Let er op dat
het meegeleverde accukapje op de accu zit
wanneer u deze gaat vervoeren. Als het
accukapje kwijt is, moet u de accu in een
plastic zakje vervoeren.
... maak geen veranderingen en demonteer niet.
... stel de accu niet aan temperaturen boven de
60°C bloot daar de accu anders oververhit met
mogelijk een ontploffing en brand tot gevolg.
... gebruik uitsluitend de gespecificeerde laders.
2. Voorkom beschadiging en verleng de
levensduur . . .
... stel de accu niet aan schokken bloot.
... laad bij temperaturen op die binnen het
hieronder getoonde bereik ligt. Dit is een accu
van het “chemische reactie type” — lagere
temperaturen vertragen het laden, en hogere
temperaturen belemmeren mogelijk het
volledig laden van de accu.
... bewaar de accu op een droge, koele plaats.
Door langdurige blootstelling aan hoge
temperaturen wordt de accu ontladen en de
levensduur verkort.
... laad één keer per jaar een accu eerst geheel op
en ontlaad dan geheel wanneer u de accu voor
langere tijd opbergt.
... verwijder de accu van de lader of het toestel
wanneer u deze niet gebruikt. Sommige
toestellen gebruiken namelijk ook spanning
wanneer ze zijn uitgeschakeld.
OPMERKINGEN:
●
De accu is na het laden of gebruik warm. Dit is
normaal.
De oplaadtijd is gebaseerd op een kamertemperatuur van 20°C.
●
Hoe lager de temperatuur, hoe langer het opladen
duurt.
Contactpunten
74 NE
VOORZORGEN
(vervolg)
Cassettes
Lees de volgende voorzorgen door voor een juist
gebruik en opslag van uw cassettes.
1. Tijdens gebruik . . .
... controleer dat de cassette de Mini DV
markering heeft.
... vergeet niet dat opname op een reeds
opgenomen cassette automatisch de “oude”
opname van de video- en audiosignalen wist.
... controleer dat de cassette juist wordt geplaatst.
... plaats en verwijder een cassette niet
herhaaldelijk zonder dat de band is
getransporteerd. De band komt hierdoor
namelijk los te zitten met mogelijk
beschadiging tot gevolg.
... open nooit de huls van de cassette. Er zou
anders stof of vingerafdrukken op de band
kunnen komen.
2. Bewaar cassettes . . .
... uit de buurt van de verwarming of andere
warmtebronnen.
... uit het directe zonlicht.
... op een plaats die niet aan schokken of
trillingen blootstaat.
... op een plaats die niet aan sterke magnetische
velden blootstaat (bijvoorbeeld in de buurt van
motoren, transformators of magneten).
... verticaal geplaatst en in het originele
cassettedoosje.
LCD-monitor
1. Voorkom beschadiging van de LCD-monitor en
NIET . . .
... hard op de monitor drukken of aan schokken
onderhevig stellen.
... de camcorder met de LCD-monitor onder
ergens neerleggen.
2. Verleng de levensduur . . .
... en wrijf niet hard of met een ruwe doek
schoon.
3. Let op de volgende punten. Dit zijn
karakteristieken van de LCD-monitor.
•Bij gebruik van de camcorder wordt het
oppervlak en/of de achterkant van de LCDmonitor warm.
•De oppervlakken rond de LCD-monitor worden
mogelijk warm wanneer de spanning lang is
ingeschakeld.
Hoofdtoestel
1. Voor de veiligheid, NIET . . .
... de behuizing van de camcorder openen.
... het toestel demonteren of er veranderingen in
aanbrengen.
... de contactpunten van de accu kortsluiten.
Houd uit de buurt van metalen voorwerpen
wanneer niet in gebruik.
... ontvlambare stoffen, water of metalen
voorwerpen in het toestel laten vallen.
...
de accu verwijderen of de spanning ontkoppelen
wanneer de spanning nog is ingeschakeld.
... de accu op de camcorder bevestigd laten
wanneer niet in gebruik.
2. Vermijd gebruik van het toestel . . .
... op zeer vochtige of stoffige plaatsen.
... op plaatsen die onderhevig zijn aan roet of
stoom, bijvoorbeeld in de buurt van een
gasfornuis.
... op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke
schokken of trillingen.
... in de buurt van een TV.
... in de buurt van apparatuur die sterke
magnetische of elektrische velden opwekt
(bijvoorbeeld luidsprekers of zendantennes).
... op plaatsen die aan zeer hoge (boven 40°C) of
zeer lage (onder 0°C) temperaturen onderhevig
zijn.
3. Bewaar het toestel NIET . . .
... op plaatsen waar de temperatuur hoger is dan
50°C.
... op plaatsen met een zeer lage (onder 35%) of
hoge (boven 80%) vochtigheidsgraad.
... in het directe zonlicht.
... in de zomer in een afgesloten auto.
... in de buurt van een verwarmingselement.
4. Ter bescherming, het toestel NIET . . .
... nat laten worden.
... laten vallen of tegen harde voorwerpen stoten.
... tijdens transport onderhevig aan sterke
schokken of trillingen blootstellen.
... met de lens langdurig op een helder onderwerp
richten.
... met de lens in het directe zonlicht houden.
... aan de LCD-monitor of zoeker dragen.
... hard heen en weer slingeren met de handriem
of greep.
5. Vuile koppen veroorzaken mogelijk de volgende
problemen:
•Geen beeld tijdens weergave.
•Ruis of ruisblokken tijdens weergave.
•Tijdens opname wordt de waarschuwing voor
een vuile kop “ ” getoond.
Reinig vuile koppen met een in de handel
verkrijgbare reinigingscassette. Plaats de
reinigingscassette en start de weergave. De koppen
worden mogelijk beschadigd indien u deze
cassette meerdere malen achter elkaar gebruikt.
De weergave wordt automatisch na ongeveer 20
seconden gestopt. Zie tevens de aanwijzingen van
de kopreinigingscassette.
Raadpleeg uw JVC handelaar indien na gebruik
van deze reinigingscassette het probleem nog niet
is opgelost.
De mechanisch bewegende onderdelen voor het
bewegen van de videokoppen en het transporteren
van de band raken na verloop van tijd
verontreinigd en verslijten op den duur. Laat voor
een optimale werking en heldere beelden het
toestel na ongeveer 1000 gebruiksuren nakijken.
Raadpleeg uw JVC handelaar voor deze
periodieke check-ups.
NE75
Meer over condensvorming . . .
● Het is u misschien wel eens opgevallen dat
wanneer een koude vloeistof in een glas
geschonken wordt, er zich waterdampdruppels
vormen aan de buitenkant van het glas. Ditzelfde
fenomeen, dat we condensatie noemen, kan op
de koppen van de camcorder optreden wanneer
deze van een koude naar een warme plaats wordt
overgebracht, na het verwarmen van een koude
kamer, in overmatig vochtige omstandigheden, of
op een plek in de directe luchtstroom van een
airconditioner.
● Vocht op de kop, een van de meest kwetsbare
onderdelen van de camcorder, kan de videoband
zowel als het interne mechanisme van de
camcorder beschadigen.
Ernstige problemen
Indien er iets mis is met het toestel, moet u het
gebruik van de camcorder direkt staken en uw
JVC handelaar raadplegen.
Deze camcorder wordt door een microcomputer
bestuurd. Externe ruis en interferentie (van
bijvoorbeeld een TV of radio) heeft mogelijk tot
gevolg dat de camcorder niet juist functioneert.
Ontkoppel in dat geval eerst de spanningsbron
(accu, netadapter/lader, enz.) en wacht een paar
minuten. Sluit de spanning weer aan en start de
bediening als normaal.
Juiste omgang met een CD-ROM
•Zorg dat er geen vuil of krassen komen op de
glimmende onderkant (tegenover de labelkant).
Schrijf niet op een CD-ROM en plak geen etiketten
e.d. op de bovenkant of de onderkant. Als een CDROM vuil is, kunt u deze met een zachte does
schoonvegen, vanuit het midden naar de rand.
•Gebruik geen reinigingsmiddelen of antistatische
spray voor conventionele grammofoonplaten.
•Verbuig een CD-ROM niet en raak de glimmende
onderkan niet met uw vingers aan.
•Bewaar een CD-ROM niet op een warme, stoffige
of vochtige plaats. Laat niet in de volle zon liggen.
Spanningsbron: 6,3 V gelijkstroom (Met de Lichtnetadapter/acculader)
Stroomverbruik
LCD-monitor uitgeschakeld,
zoeker ingeschakeld: Ongeveer 4,3 W
LCD-monitor ingeschakeld,
zoeker uitgeschakeld: Ongeveer 5,3 W
Videolamp: Ongeveer 3,5 W
Afmetingen (B x H x D): 80 mm x 96 mm x 170 mm
Gewicht: Ongeveer 580 g
Bedrijfstemperatuur:0°C t/m 40°C
Bedrijfsvochtigheid: 35% t/m 80%
Opslagtemperatuur: –20°C t/m 50°C
Pickup: 1/4" CCD
Lens: F1,8, f = 3,6 mm t/m 36 mm, 10:1 motorzoomlens
Filterdiameter: ø37 mm
LCD-monitor: 3,0" diagonaal gemeten, LCD paneel/TFT actief matrix systeem
Zoeker: Elektronische zoeker met 0,24" zwart/wit LCD
Luidspreker: Mono
Betreffende de digitale videocamera
Formaat: DV formaat (SD functie)
Signaalformaat: PAL standaard
Opname-/weergave-formaat: Video : Digitale componenten opname
Cassette: MINI DV cassette
Bandsnelheid: SP: 18,8 mm/sec.
Maximale opnametijd: SP: 80 min.
(bij gebruik van een 80 min. cassette)LP: 120 min.
Betreffende de digitale stilbeeld camera
Opslagmedium: Ingebouwd flash geheugen: 2 Mbyte
Compressiesysteem: JPEG (compatibel)
Bestandsgrootte: VGA: 640 x 480 beeldpunten
Beeldkwaliteit: 2 standen (FINE/STANDARD)
Aantal beelden dat by benadering kan worden opgeslagen
FINE (fijn):30
STANDARD (standaard):60
7,2 V gelijkstroom (Met de accu)
(Met de LCD monitor dicht en de zoeker helemaal naar beneden.)
Video uitgangsaansluiting: 1 V (p-p), 75 Ohm, analoog
Audio uitgangsaansluiting: 300 mV (rms), 1 kiloOhm, analoog, stereo
DV uitgangsaansluiting: 4-pens, voldoet aan IEEE 1394
PC (DIGITAL PHOTO)
Digitale stilbeeld uitgangsaansluiting : diameter 2,5 mm, 3-polig
JLIP/EDIT: diameter 3,5 mm, 4-polig
C: 0,29 V (p-p), 75 Ohm, analoog uitgang
Lichtnetadapter/Acculader AA-V40EG
Spanningsvereisten: 110 V tot 240 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz
Stroomverbruik: 23 W
Uitgang
Opladen: 7,2 V gelijkspanning; 1,2 A
VTR: 6,3 V gelijkspanning; 1,8 A
Afmetingen (B x H x D): 68 mm x 38 mm x 110 mm
Gewicht: Ongeveer 260 g
Technische gegevens zijn gebaseerd op de SP functie tenzij anders aangegeven. Ontwerp en technische
gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.