JVC GR-DV700, GR-DV600, GR-DV500, GR-DV400 Instruction Manual [nl]

NEDERLANDS
DIGITALE VIDEOCAMERA
GR-DV700 GR-DV600 GR-DV500 GR-DV400
Bezoek onze Homepage over digitale videocamera’s op het World Wide Web.
http://www.jvc-victor.co.jp/english/cyber/
Voor accessoires:
http://www.jvc-victor.co.jp/english/accessory/
AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE
VIDEOBEELDEN OPNEMEN & WEERGEVEN
DIGITALE STILBEELDCAMERA (D.S.C.) OPNEMEN EN WEERGEVEN
9
10
17
23
GEBRUIKSAANWIJZING
GEAVANCEERDE FUNCTIES
VERWIJZINGEN
TERMEN
LYT1130-004A
31
64
82
DU
2 NE
Beste klant,
Dank u voor de aanschaf van deze digitale videocamera. Lees voor gebruik de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de volgende bladzijden goed door om te zorgen dat u dit product veilig kunt gebruiken.
Meer over deze gebruiksaanwijzing
De inhoudsopgave op de omslag bevat alle belangrijke onderdelen van deze gebruiksaanwijzing.
Aan het eind van de meeste subonderdelen vindt u opmerkingen. Vergeet niet deze opmerkingen eveneens
door te lezen.
Er is een onderscheid gemaakt tussen basisfuncties/-bediening en geavanceerde functies/bediening, zodat u sneller de uitleg kunt vinden die u nodig heeft.
Wij raden u aan…
…de index (blz. 76 – 81) te bekijken en vóór gebruik van de camera vertrouwd te raken met de plaats van
knoppen, enzovoort.
…de onderstaande “Veiligheidsvoorschriften” goed door te lezen. Deze informatie is uitermate belangrijk
voor een veilig gebruik van de camcorder.
Lees vóór gebruik ook de waarschuwingen en aanwijzingen op bladzijde 70 tot en met 72 goed door.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT AAN
REGEN OF VOCHT TER VOORKOMING VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
VOORZORGSMAATREGELEN:
Om elektrische schokken te vermijden, mag u de ombouw niet openen. In het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud over aan de vakman.
Trek de stekker van het netsnoer bij voorkeur uit het stopcontact wanneer u de netadapter voor langere tijd niet gaat gebruiken.
OPMERKINGEN:
Het spanningslabel (serienummer) en waarschuwingen voor de veiligheid zijn op het onder- en/of achterpaneel van het hoofdtoestel aangegeven.
Het spanningslabel (serienummer) van de netadapter vindt u op de onderkant van dat toestel.
LET OP:
Voorkom een elektrische schok of beschadiging van het toestel en steek de kleine stekker van het netsnoer in de netadapter zodat deze goed vast zit. Steek vervolgens de grotere stekker van het netsnoer in een stopcontact.
Gebruikte batterijen
Niet weggooien, maar inleveren als KCA.
NE 3
VOORZORGSMAATREGELEN:
De camcorder is gemaakt voor gebruik met kleurentelevisiesignalen van het PAL type. Het toestel kan niet gebruikt worden met een televisie gebaseerd op een ander systeem. Opname en weergave met de LCD-monitor/zoeker is echter overal mogelijk.
Gebruik de JVC BN-V408U/V416U/V428U accu’s en laad deze op met de meegeleverde multi-voltage netadapter of gebruik de netstroomadapter om de camcorder van stroom te voorzien. (Een stekkeradapter kan eventueel noodzakelijk zijn voor aanpassing aan afwijkende stopcontactontwerpen in verschillenden landen.)
Wanneer het toestel in een kast of op een plank wordt gezet, moet u er op letten dat er voldoende ventilatieruimte aan alle kanten van het toestel overblijft (10 cm of meer aan beide zijkanten, aan de bovenkant en aan de achterkant).
Blokkeer de ventilatie-openingen niet. (Als de ventilatie-openingen geblokkeerd worden door een krant, een kleedje of iets dergelijks, is het mogelijk dat de warmte niet uit het toestel kan ontsnappen.)
Zet geen open vuur, zoals een brandende kaars, op het toestel.
Denk aan het milieu wanneer u batterijen weggooit en volg de lokale regelgeving aangaande het wegwerpen van deze batterijen strikt op.
Het toestel mag niet worden blootgesteld aan druppelend of spattend water.
Gebruik dit toestel niet in een badkamer of andere plek waar water voorhanden is. Zet ook geen voorwerpen met water of andere vloeistoffen erin op het toestel (zoals cosmetica, medicijnen, bloemenvazen, potplanten, kopjes enz.). (Als water of een andere vloeistof in het toestel terecht komt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.)
4 NE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Richt de lens of de zoeker niet direct naar de zon. Dit zou namelijk uw ogen kunnen beschadigen of problemen in de werking van het interne circuit kunnen veroorzaken met mogelijk brand of een elektrische schok tot gevolg.
LET OP!
De volgende opmerkingen zijn uitermate belangrijk en dienen beschadiging van het toestel en letsel te voorkomen.
Bevestig de meegeleverde draagriem stevig en gebruik deze altijd om de camera te dragen. Draag de camcorder niet door deze aan de zoeker en/of de LCD-monitor vast te houden. De camcorder zou anders kunnen vallen of op een andere manier worden beschadigd.
Let op dat uw vingers niet in de cassettehouder vast komen te zitten. Let vooral op kinderen. De camcorder is geen speelgoed.
Gebruik geen statief op een instabiel of scheef oppervlak. Het statief zou anders om kunnen vallen met ernstige beschadiging van de camcorder tot gevolg.
LET OP!
Verbind geen kabels (audio/video, S-Video, enz.) met de camcorder wanneer deze op de tv is geplaatst en laatde camcorder niet op de TV liggen. Iemand zou namelijk over de kabels kunnen struikelen of er op staanwaardoor de camcorder van de TV valt met beschadiging tot gevolg.
Sluit alleen de optionele JVC VL-V3U-videolamp, het VL-F3U-flitslicht, de MZ-V3U-stereozoommicrofoon of de MZ-V5U-stereomicrofoon op het infovoetje van de camcorder aan.
Deze camcorder is uitsluitend ontworpen voor gebruik met een digitale videocassette, SD-geheugenkaart
of MultiMediaCard. Alleen cassettes met het merkteken “ ” en geheugenkaartjes met het merkteken “ ” of “ ” kunnen in dit toestel gebruikt worden.
Alvorens een belangrijke scène op te nemen…
… gebruik uitsluitend cassettes voorzien van de Mini DV-markering . … moet u er zeker van zijn dat u alleen geheugenkaartjes gebruikt met het merkteken of . … onthoud dat deze camcorder niet uitwisselbaar met andere digitale videoformaten is. … vergeet niet dat deze camcorder voor privé-gebruik is ontworpen. Commercieel gebruik zonder de vereiste
toestemming is verboden. (Het wordt tevens aanbevolen dat u vooraf toestemming heeft gekregen voor het opnemen van bijvoorbeeld een show, uitvoering, expositie of toneelstuk voor persoonlijk gebruik.)
O
Meegeleverde accessoires
NE 5
Netadapter AP-V13E of AP-V11E
USB-kabel
Afstandsbediening RM-V717U
R03 (AAA) Batterij x 2 (voor afstandsbediening)
PMERKINGEN:
Om de optimale prestaties van uw camcorder te waarborgen, kunt u de meegeleverde kabels voorzien van een of meer kernfilters. Als een kabel slechts voorzien is van één kernfilter, dient u het uiteinde van de kabel dat het dichtst bij het kernfilter zit op de camcorder aan te sluiten.
Zorg dat u de aansluitingen tot stand brengt met de meegeleverde kabels. Gebruik geen andere kabels.
Netsnoer
Kabeladapter Montagekabel
Geheugenkaart van 8 MB (Zit al in de camcorder)
Schouderriem (blz. 7 voor het bevestigen)
Accu BN-V408U-B
Lensdop (
blz. 7
bevestigen)
voor het
Audiokabel x 2 (voor aansluiten van optionele hoofdtelefoon en externe microfoon blz. 6)
Audio/video-kabel (ø3,5 ministekker naar tulpstekker)
Cd-rom
Kernfilter (voor los ver­krijgbare S-videokabel blz. 6 voor bevesti­gingsinstructies)
6 NE
O
De audiokabel gebruiken
Wanneer u een optionele hoofdtelefoon gebruikt, moet u deze eerst (met een kernfilter ertussen) op de meegeleverde audiokabel aansluiten en vervolgens de audiokabel op de camcorder aansluiten. Kernfilters verminderen de interferentie.
Stereomicrofoon
Stereokoptelefoon
Audiokabel (meegeleverd)
Open het aanslui­tingenklepje.
Bevestigen van het kernfilter (voor de los verkrijgbare S­videokabel)
Bevestig het meegeleverde kernfilter aan een los verkrijgbare S-videokabel en hoofdtelefoonkabel. Kernfilters vermindert interferentie.
1 Maak de klemmetjes aan beide uiteinden van het
kernfilter los.
Klem
2 Leid de kabel door het kernfilter en laat ongeveer
3 cm kabel over tussen de stekker en het kernfilter. Wikkel de kabel twee keer buiten het kernfilter om zoals aangegeven in de afbeelding.
Wikkel de kabel redelijk strak op.
3 cm
Twee keer wikkelen
3 Sluit het kernfilter tot het dichtklikt.
Kernfilter
Naar MIC
Naar (hoofdtelefoon)
PMERKINGEN:
Als het kernfilter niet kan worden bevestigd op de S-videokabel die u hebt, dient u de los verkrijgbare S-videokabel YTU94146B te gebruiken. Neem contact op met uw JVC-dealer voor informatie over de verkrijgbaarheid van dit artikel.
Wees voorzichtig dat u de kabel niet beschadigt.
Wanneer u een kabel aansluit, dient u het uiteinde
met het kernfilter aan te sluiten op de camcorder.
NE 7
De draagriem bevestigen
1 Volg de illustratie en haal de riem door het oog
a.
2 Vouw de riem en haal deze door de gesp b. 3 Herhaal de procedure om het andere uiteinde
van de riem aan het andere oog c te bevestigen, dat zich onder de handgreepriem bevindt.
4 Zorg dat de riem niet gedraaid is.
De lensdop bevestigen
U kunt de lens beschermen door de bijgeleverde lensdop op de in de illustratie getoonde wijze aan de camcorder te bevestigen.
OPMERKING:
De lensdop is goed op de camcorder geplaatst als de dop rondom tegen de camcorder aan drukt.
Tijdens het opnemen
8 NE
INHOUD
AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE 9
AAN DE SLAG 10
Stroomtoevoer ..........................................................10
De handgreep verstellen ...........................................12
De zoeker verstellen .................................................12
Bevestigen op een statief ..........................................12
LCD-scherm en zoeker .............................................12
De helderheid van het LCD-scherm aanpassen .........13
Gebruiksstand ..........................................................13
Datum/tijd instellen ..................................................14
Een cassette plaatsen
/Een cassette verwijderen ......................................15
Een geheugenkaart plaatsen
/Een geheugenkaart verwijderen ...........................16
VIDEOBEELDEN OPNEMEN & WEERGEVEN 17
VIDEOBEELDEN OPNEMEN ..........................................17
Standaardopnames maken ........................................17
Resterende bandduur ................................................18
Zoomfunctie .............................................................18
Journalistenopnames ................................................18
Tijdcode ...................................................................19
Opname midden op een band ..................................19
VIDEOBEELDEN WEERGEVEN .......................................20
Normale weergave ...................................................20
Stilbeelden weergeven ..............................................20
Snelzoeken ...............................................................21
Blanco gedeelten zoeken ..........................................21
Verbindingen met een tv of videorecorder ................22
DIGITALE STILBEELDCAMERA (D.S.C.) OPNEMEN EN WEERGEVEN 23
D.S.C.-OPNAMES MAKEN ...........................................23
Basisopnames (D.S.C.-momentopname) ...................23
D.S.C.-WEERGAVE ......................................................24
Normale weergave van stilbeelden ...........................24
Automatische weergave van beelden ........................24
Weergave van videofragmenten ...............................25
Weergave van titelbeelden .......................................25
Indexweergave van bestanden ..................................26
Bestandsinformatie weergeven .................................26
Weergave van aanduidingen op het scherm
verwijderen ..........................................................26
Bestanden beveiligen ................................................27
Bestanden verwijderen .............................................28
De bestandsnaam opnieuw instellen ........................29
Afdrukinformatie instellen (instelling DPOF) .............29
Een geheugenkaart initialiseren ................................30
GEAVANCEERDE FUNCTIES 31
MENU’S VOOR GEDETAILLEERDE AANPASSINGEN ....... 31
De menu-instellingen wijzigen .................................31
OPNAMEMENU’S .......................................................32
Wipe- of fade-effecten .............................................. 32
Programma AE met speciale effecten ........................33
De witbalans aanpassen ...........................................34
WEERGAVEMENU’S ...................................................39
OPNAMEFUNCTIES .....................................................41
Night-Scope .............................................................41
Momentopnames (tijdens video-opnames) ...............41
Zelfontspanner .........................................................42
Automatisch scherpstellen (“Autofocus”– AF) ........... 43
Handmatig scherpstellen .......................................... 43
De belichting instellen .............................................44
Diafragmablokkering ................................................44
Achtergrondlicht compenseren ................................. 45
De witbalans aanpassen ...........................................45
De witbalans handmatig instellen ............................. 45
Overzichtsfunctie .....................................................46
E-mailfragmenten opnemen ...................................... 48
Titel op voorgrond ....................................................49
KOPIËREN .................................................................50
Naar of vanaf een videorecorder dubben ................. 50
Kopiëren naar een videorecorder die is voorzien van
een DV IN-aansluiting (digitaal kopiëren) .............51
Kopiëren vanaf een videorecorder die is voorzien van
een DV OUT-aansluiting (digitaal dubben)
(alleen GR-DV700/500) ........................................ 52
Op een band opgenomen stilbeelden naar een
geheugenkaart kopiëren ....................................... 53
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN .........................54
Audiodubben ...........................................................56
Invoegmontage .........................................................57
Willekeurige montage van meerdere scènes
[RA-montage] .......................................................58
SYSTEEMAANSLUITINGEN ..........................................62
Aansluiting op een pc ............................................... 62
De camcorder als webcam gebruiken ...................... 63
VERWIJZINGEN 64
DETAILS ....................................................................64
PROBLEMEN OPLOSSEN ............................................. 65
VOORZORGSMAATREGELEN ...................................... 70
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER ............................73
SPECIFICATIES ...........................................................74
INDEX .......................................................................76
TERMEN 82
NE 9

Automatische demonstratie

De Automatische demonstratie wordt uitgevoerd wanneer u “DEMO MODE” instelt op “ON” (fabrieksinstelling).
Draaiknop MENU
Blokkeerknop
Aan/uit-knop
Submenu
ST M SY E
OFF
NO
DEM– MO DE O
De Automatische demonstratie begint wanneer de
camcorder ongeveer 3 minuten lang niet wordt bediend nadat de aan/uit-knop is ingesteld op “A” of “M”, en de camcorder geen cassette bevat.
De demonstratie wordt onderbroken als u tijdens
de demonstratie een handeling met het toestel uitvoert. Als u vervolgens tenminste 3 minuten geen handelingen meer uitvoert, wordt de demonstratie hervat.
De “DEMO MODE” blijft ook op “ON” (aan)
staan wanneer u de stroomtoevoer naar de camcorder onderbreekt.
De Automatische demonstratie annuleren
Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
1
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Druk de draaiknop MENU in. Het menuscherm
verschijnt.
4 Selecteer “s” met de draaiknop MENU en druk
de draaiknop in. Het menu SYSTEM verschijnt.
5 Selecteer “DEMO MODE” met de draaiknop
MENU en druk de draaiknop in. Het submenu verschijnt.
6 Selecteer “OFF” met de draaiknop MENU en
druk de draaiknop in.
7 Selecteer “BRETURN” met de draaiknop MENU
en druk de draaiknop tweemaal in. Het normale scherm verschijnt weer.
OPMERKING:
Neem de lensdop weg als u op het LCD-scherm of in de zoeker wilt zien welke wijzigingen de Automatische demonstratie doorvoert.
AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE
10 NE
O
O

Stroomtoevoer

Met het dubbele stroomtoevoersysteem van deze camcorder kunt u zelf de meest geschikte stroombron kiezen. Gebruik de meegeleverde stroomtoevoerapparaten niet voor andere apparatuur.
De accu opladen

AAN DE SLAG

Pijl
Voedings-/oplaadlampje
Netadapter
Naar stopcontact
Zorg dat de pijl op de accu naar boven wijst en
1
druk de accu voorzichtig tegen de accuaansluiting a.
Schakelaar BATT.RELEASE
Naar DC-aansluiting
Netsnoer
2 Schuif de accu omhoog tot deze vastklikt b. 3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “OFF”.
4 Sluit de netadapter op de camcorder aan c en
vervolgens het netsnoer op de netadapter d.
5 Steek het uiteinde van het netsnoer in een
stopcontact e.
6 Het voedings-/oplaadlampje op de camcorder
gaat knipperen om aan te geven dat het laden is begonnen.
7 Als het voedings-/oplaadlampje dooft, is het
laden klaar.
8 Als u de stekker van de netadapter uit het
stopcontact trekt.
9 Als u de netadapter van de camcorder
loskoppelt.
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Open het
dekseltje
De accu losmaken... Schuif de accu iets omlaag terwijl u de knop BATT. RELEASE verschuift om deze te ontgrendelen.
Accu Oplaadtijd
BN-V408U Ong. 1 uur. 30 min.
BN-V416U (los verkrijgbaar)
BN-V428U (los verkrijgbaar)
PMERKINGEN:
Verwijder indien nodig eerst de beschermdop van de accu.
De camcorder kan tijdens het opladen niet worden gebruikt.
Het opladen is niet mogelijk bij gebruik van een verkeerde accu.
Het voedings-/oplaadlampje gaat mogelijk niet branden wanneer u de accu voor het eerst gebruikt of nadat u de accu lang niet hebt gebruikt. U moet de accu in dat geval even van de netadapter losmaken, terugplaatsen en vervolgens opnieuw proberen te laden.
Wanneer de gebruiksduur heel kort blijkt te zijn hoewel de accu volledig opgeladen was, is de accu versleten en zult u deze dienen te vervangen. Koop in dat geval een nieuwe.
Als u de optionele netadapter/-lader AA-V40 gebruikt, kunt u de accu BN-V408U/V416U/ V428U zonder camcorder laden. U kunt deze echter niet als netadapter gebruiken.
Voor andere opmerkingen, 墌 blz. 64.
Ong. 3 uur.
Ong. 5 uur.
De accu gebruiken
Voer stap 1 en 2 bij “De accu opladen” in de linkerkolom uit.
Maximale continue opnametijd
Accu LCD-scherm
ingeschakeld
BN-V408U* 1 uur. 10 min. 1 uur. 30 min.
BN-V416U 2 uur. 20 min. 3 uur.
BN-V428U 4 uur. 5 uur. 10 min.
BN-V840U 5 uur. 30 min. 7 uur. 15 min.
BN-V856U 7 uur. 40 min. 10 uur. 20 min.
* Meegeleverd
PMERKINGEN:
De opnametijd zal onder de volgende omstandigheden aanzienlijk korter uitvallen:
• Als u de zoomstand of de stand Opnamestand-
by regelmatig inschakelt.
• Als het LCD-scherm vaak wordt gebruikt.
Zoeker ingeschakeld
NE 11
O
• Als u regelmatig de weergavestand inschakelt.
Voordat u een langere periode met de camcorder gaat opnemen, is het raadzaam genoeg accu’s bij de hand te hebben voor ongeveer 3 maal de geplande opnameduur.
LET OP:
Zorg voordat u de stroombron loskoppelt dat de spanning van de camcorder is uitgeschakeld. Dit nalaten kan een onjuist functioneren veroorzaken.
INFORMATIE:
De los verkrijgbare accuset voor extra lang gebruik bestaat uit een accu en een netadapter/acculader: VU-V840 KIT: BN-V840U-accu en AA-V15EG- of AA-V15EK-netadapter/acculader VU-V856 KIT: BN-V856U-accu en AA-V80EG- of AA-V80EK-netadapter/acculader Lees de handleiding van de accuset voor u deze gaat gebruiken. U kunt BN-V840U of BN-V856U accu’s aan de camcorder bevestigen en de stroomvoorziening direct naar de camcorder laten plaatsvinden door het los verkrijgbare JVC VC-VBN856U gelijkstroomsnoer te gebruiken.
OPMERKING:
Het is niet mogelijk om de optionele VL-V3U­videolamp, het VL-F3U-flitslicht, de MZ-V3U­stereozoommicrofoon of de MZ-V5U­stereomicrofoon te gebruiken wanneer de accu BN­V840U of BN-V856U wordt gebruikt.
Netstroom gebruiken
Netadapter
Open het dekseltje
Informatie over accu’s
Lithium-ion is gevoelig voor kou.
GEVAAR! Probeer de accu’s niet uit elkaar te halen
en stel ze niet bloot aan vlammen of extreme hitte, want dit kan leiden tot brand of een ontploffing. WAARSCHUWING! Laat de accu of de aansluitingen van de accu niet in contact komen met metalen, want dit kan resulteren in kortsluiting en kan mogelijk brand veroorzaken.
De voordelen van lithium-ionaccu’s
Lithium-ion accu’s zijn klein maar hebben een groot vermogen. Wanneer dit type accu echter wordt blootgesteld aan lage temperaturen (onder 10°C), neemt de gebruiksduur af en is het zelfs mogelijk dat de accu helemaal niet meer werkt. Als dat gebeurt, dient u de accu korte tijd in uw zak, of op een andere veilige, warme plek, te doen om deze op te warmen. Vervolgens plaatst u hem weer op de camcorder. Zolang de accu zelf niet te koud wordt, zouden er geen nadelige gevolgen mogen zijn voor de prestaties. (Als u een verwarmingselement gebruikt, moet u er op letten dat de accu zelf niet in direct contact komt met het element.)
Voor andere opmerkingen, 墌 blz. 64.
AAN DE SLAG
Naar DC-aansluiting
Netsnoer
Naar stopcontact
Sluit de netadapter op de camcorder aan a en
1
vervolgens het netsnoer op de netadapter b.
2 Steek het uiteinde van het netsnoer in een
stopcontact c.
PMERKINGEN:
De bijgeleverde netadapter kiest automatisch het voltage binnen het bereik van 110 V t/m 240 V wisselstroom.
Voor andere opmerkingen, 墌 blz. 64.
12 NE
O
PAUSE

De handgreep verstellen

1 Pas de klittenbandstrip aan. 2 Plaats uw rechterhand door de lus en houd de
greep vast.
3 Plaats uw duim en uw vingers zo door de
handgreep dat u de start-/stopknop voor opnemen, de aan/uit-knop en de motorzoomhendel eenvoudig kunt bedienen. Stel de klittenbandstrip naar wens in.

De zoeker verstellen

1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “A” of M”.
2 Controleer of het LCD-scherm gesloten en
vergrendeld is. Trek de zoeker helemaal uit. Trek de zoeker helemaal uit en stel deze met de hand optimaal in.
3 Draai aan de dioptrie-regelknop totdat de
aanduidingen in de zoeker scherp zijn.
geleidepengat van de camcorder. Draai de schroef vervolgens met de klok mee vast.
Sommige statieven zijn niet voorzien van geleidepennen.
LET OP:
Wanneer u de camcorder op een statief zet, moet u de poten uitschuiven zodat de camcorder stabiel kan staan. U kunt beter geen kleine statieven gebruiken. Deze zouden kunnen omvallen waardoor de camcorder beschadigd zou kunnen raken.

LCD-scherm en zoeker

Opnemen met het LCD-scherm:
Controleer of de zoeker helemaal ingedrukt is. Druk op PUSH OPEN en open het LCD-scherm volledig. Het LCD-scherm kan 270° draaien (90° naar beneden, 180° naar boven).
Opnemen met de zoeker:
Controleer of het LCD-scherm gesloten en vergrendeld is. Trek de zoeker helemaal uit.
Let er op dat u de zoeker helemaal uittrekt tot u een klik hoort, anders kan hij tijdens het gebruik worden teruggeduwd.
Dioptrie-regelknop
LET OP:
Let op dat u uw vingers niet bezeert wanneer u de zoeker uittrekt.

Bevestigen op een statief

Als u de camcorder op een statief wilt plaatsen, plaatst u de geleidepen en de schroef op de juiste positie precies voor de statiefaansluiting en het
180˚
Knop PUSH OPEN
PMERKINGEN:
Het beeld wordt nooit tegelijkertijd op het LCD­scherm en in de zoeker weergegeven. Als u de zoeker uittrekt terwijl het LCD-scherm geopend is, kunt u kiezen welke van de twee u wilt gebruiken. Stel “PRIORITY” via het menu SYSTEM op de gewenste stand in. (墌 blz. 31, 37)
Overal op het LCD-scherm of in de zoeker kunnen felle gekleurde punten verschijnen. Dit is normaal en duidt niet op een defect. (墌 blz. 69)
NE 13
BR IGHT

De helderheid van het LCD-scherm aanpassen

1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “M” of “PLAY”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Druk de draaiknop MENU in. Het menuscherm
verschijnt.
4 Selecteer “n” met de draaiknop MENU en druk
de draaiknop in. Het menu CAMERA DISPLAY verschijnt.
5 Selecteer “BRIGHT” met de draaiknop MENU en
druk de draaiknop in. Het menuscherm wordt gesloten en de aanduiding voor de helderheidsinstelling verschijnt.
6 Draai de draaiknop MENU tot de gewenste
helderheid is ingesteld.
7 Druk de draaiknop MENU in.
Het is ook mogelijk om de helderheid van de zoeker aan te passen.
Draaiknop MENU

Gebruiksstand

U zet de camcorder aan door de aan/uit-knop op een van de gebruiksstanden te zetten (niet op “OFF”) terwijl u de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt houdt.
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Stand aan/uit-knop
A (volautomatisch opnemen):
Voor opnames ZONDER speciale effecten en zonder handmatige instellingen. Geschikt voor standaardopnames. Op het LCD-scherm staat “A”.
M (handmatig opnemen):
U kunt via de menu’s verschillende opnamefuncties instellen. (blz. 31) Zet de camera in deze stand als u meer creatieve mogelijkheden wilt dan bij het volautomatisch opnemen. Er wordt niets weergegeven op het LCD-scherm.
OFF: Hiermee zet u de camcorder uit.
PLAY:
In deze stand kunt u de op band opgenomen beelden afspelen.
Hiermee kunt u een videofragment afspelen dat zich op de geheugenkaart bevindt.
In deze stand kunt u een op een geheugenkaart opgeslagen stilbeeld weergeven of overbrengen naar een computer.
In deze stand kunt u via de menu’s verschillende opnamefuncties instellen. (墌 blz. 31)
Stand van de schakelaar VIDEO/MEMORY
VIDEO:
In deze stand kunt u beelden op een band opnemen of een band afspelen. Als “REC SELECT” is ingesteld op “ / ” (blz. 38), worden stilbeelden zowel op de band als op de geheugenkaart opgenomen.
MEMORY:
In deze stand kunt u opnemen op een geheugenkaart of toegang krijgen tot gegevens die op een geheugenkaart zijn opgeslagen.
Wanneer de aan/uit-knop op “A” of “M” staat, verschijnt de op dat moment geselecteerde beeldgrootte.
AAN DE SLAG
Voedings-/ oplaadlampje
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Kies de gewenste gebruiksstand met de aan/uit-knop en de schakelaar VIDEO/MEMORY.
Werking met lichtnetvoeding
Als de aan/uit-knop is ingesteld op “A” of “M”, kunt u de camcorder ook aan-/uitzetten door het LCD­scherm te openen/sluiten of door de zoeker uit te trekken/in te duwen.
14 NE

Datum/tijd instellen

De datum en tijd worden automatisch altijd op de band opgenomen. U kunt tijdens de weergave kiezen of u de datum al dan niet wilt weergeven. (blz. 31, 40)
Draaiknop MENU
Voedings-/
oplaadlampje
Blokkeerknop
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Druk de draaiknop MENU
in. Het menuscherm verschijnt.
4 Selecteer “n” met de
draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het menu CAMERA DISPLAY verschijnt.
5 Selecteer “CLOCK ADJ.”
met de draaiknop MENU en druk de draaiknop in. De parameter voor “dag” is geselecteerd.
6 Draai aan de draaiknop
MENU om de gewenste dag te selecteren en druk de draaiknop in. Herhaal deze procedure om maand, jaar, uren en minuten in te voeren.
7 Selecteer “BRETURN” met de draaiknop MENU
en druk de draaiknop tweemaal in. Het menuscherm wordt gesloten.
Aan/uit-knop
DIPE WA
S WI E D WI S WI
PE
– LL
S WI –RETH
ASERA CM I
D
I
HTBR G
E
NCREON S
T/D
OK CL C
J AD .
NRETUR
I Y
D
ASERA CM
OK
CL C
J
AD .
NRETUR
E
W
FA R ET
B B
FA R
O
I L O C
LA
P
LA
R/F
HIDE
LADE – FA R KC .WDE RNPE C WI RE NDPE W WI WO IDPE ORPE RO UTPE
LC – AUMET–/TI DA E OT OFDEM– CO TI E
YP
F
02
02
V
12.:.03 17
12.:.03 17
Oplaadbare lithiumbatterij van de ingebouwde klok
Om de datum en de tijd in het geheugen te kunnen opslaan, is er een oplaadbare lithiumbatterij van de klok in de camcorder ingebouwd. Terwijl de camcorder met het gelijkstroomsnoer is aangesloten op de netadapter, of terwijl er een accu op de camcorder zit en de camcorder van stroom wordt voorzien, wordt de oplaadbare lithiumbatterij van de klok altijd opgeladen. Wanneer de camcorder echter ongeveer 3 maanden niet gebruikt wordt, zal de lithiumbatterij van de klok leeg raken en zullen de in het geheugen opgeslagen datum en tijd verloren gaan. In dat geval dient u eerst de camcorder via de netadapter minstens 24 uur lang aangesloten te laten op het lichtnet om de oplaadbare lithiumbatterij van de klok weer op te laden. Vervolgens moet u de juiste tijd en datum weer instellen voordat u de camcorder weer gaat gebruiken. Het is natuurlijk ook mogelijk de camcorder te gebruiken zonder de tijd en de datum in te stellen.
OPMERKING:
Zelfs als u “CLOCK ADJ.” kiest terwijl de parameter niet is geselecteerd, blijft de interne klok van de camcorder werken. De klok stopt wanneer u de selectiebalk naar de eerste parameter voor de datum/tijd (dag) verplaatst. De klok start vanaf de ingestelde datum en tijd wanneer u na het instellen van de minuten op de draaiknop MENU drukt.
30
30
NE 15
O

Een cassette plaatsen /Een cassette verwijderen

Om een cassette te kunnen plaatsen of verwijderen, moet u de camcorder eerst aanzetten.
1 Schuif OPEN/EJECT omlaag en houd deze in de
richting van de pijl gedrukt. Trek vervolgens het deksel van de cassettehouder open tot het vastklikt. De houder wordt automatisch geopend.
Raak de interne onderdelen niet aan.
2 Plaats of verwijder een cassette en druk op
“PUSH HERE” om de cassettehouder te sluiten.
U mag alleen op het met “PUSH HERE” (druk hier) aangeduide deel drukken om de cassettehouder te sluiten; als u andere onderdelen aanraakt, kan uw vinger klem komen te zitten in de cassettehouder, hetgeen kan leiden tot letsel of tot schade aan het toestel.
Wanneer de cassettehouder eenmaal is gesloten, wordt deze automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
Als de accu bijna leeg is, kan het zijn dat u het deksel van de cassettehouder niet kunt sluiten. Forceer de houder niet. Vervang de accu door een volledig opgeladen accu of sluit de camcorder aan op het lichtnet voordat u verdergaat.
3 Doe het deksel van de cassettehouder goed dicht
totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Wisbeveiligingsknopje
Zorg dat de vensterkant
PUSH HERE
Deksel van
cassettehouder
Knop OPEN/EJECT
naar buiten is gericht.
Cassettehouder
Opnametijd bij benadering
Band
30 min. 30 min. 45 min.
60 min. 60 min. 90 min.
80 min. 80 min. 120 min.
Op bladzijde 31 en 34 vindt u meer informatie over het wijzigen van de opnamesnelheid.
PMERKINGEN:
Wij adviseren u JVC digitale videocassettes te gebruiken om verzekerd te kunnen zijn van optimale prestaties met uw JVC digitale videocamera.
Het duurt een paar seconden voordat de cassettehouder opengaat. Forceer de houder niet.
Wanneer u een paar seconden wacht en de cassettehouder niet opengaat, moet u het deksel van de cassettehouder eerst even sluiten en het dan nogmaals proberen. Als de cassettehouder dan nog niet opengaat, zet u de camcorder uit, wacht u even en zet u de camcorder weer aan.
Als de cassette niet correct wordt geladen, opent u het deksel van de cassettehouder volledig en verwijdert u de cassette. Probeer de cassette na een paar minuten opnieuw te plaatsen.
Wanneer u de camcorder plotseling van een koude plaats naar een warme ruimte verplaatst, moet u even wachten met het openen van het deksel van de cassettehouder.
Als u de cassettehouder sluit voordat deze helemaal naar binnen is getrokken, kan dit schade aan de camcorder veroorzaken.
Ook als de camcorder uit staat, kunt u een cassette plaatsen of verwijderen. Het is echter mogelijk dat de cassettehouder niet meer volledig in het mechanisme wordt getrokken als u deze sluit terwijl de camcorder uit staat. Zet de camcorder daarom bij voorkeur aan voordat u een cassette plaatst of verwijdert.
Als u een opname hervat nadat het deksel van de cassettehouder geopend is geweest, wordt er een blanco gedeelte op de band opgenomen of kan er een reeds opgenomen scène worden gewist (overschreven), ongeacht of de cassettehouder nu geopend is of niet. Bij “Opname midden op een band” (墌 blz. 19).
Opnamesnelheid
SP LP
AAN DE SLAG
U beschermt uw opnamen als volgt…
Schuif het wisbeveiligingsknopje aan de achterkant van de cassette in de richting van “SAVE”. Hierdoor kan er niet meer over een reeds bestaande opname op de cassette worden opgenomen. Als u op deze cassette wilt opnemen, moet u het knopje terugschuiven in de richting van “REC” voordat u de cassette in het toestel plaatst.
16 NE
O

Een geheugenkaart plaatsen /Een geheugenkaart verwijderen

De meegeleverde geheugenkaart zit al in de camcorder wanneer deze aan u wordt geleverd.
Kaartsleufklepje (MEMORY CARD)
Geheugenkaart
Etiket
Schuine rand
1 Zorg dat de camcorder uit staat. 2 Open het kaartsleufklepje (MEMORY CARD). 3 U plaatst een geheugenkaart door deze stevig in
de sleuf te drukken met de schuine rand eerst. U verwijdert een geheugenkaart door er eenmaal op te drukken. Wanneer de geheugenkaart dan uit de sleuf komt, trekt u de kaart er helemaal uit.
Raak het contactpunt aan de achterzijde van de etiketkant niet aan.
4 Sluit het kaartsleufklepje.
Waardevolle bestanden beveiligen (alleen beschikbaar voor SD-geheugenkaart)…
Wis-/schrijfbeveiligingsknopje
Schuif het wis-/schrijfbeveiligingsknopje aan de zijkant van de geheugenkaart naar de tekst “LOCK” toe. Hierdoor voorkomt u dat over de op de geheugenkaart aanwezige bestanden kan worden opgenomen. Als u op deze geheugenkaart wilt opnemen, schuift u de knop weg van de tekst “LOCK” voordat u de kaart in het toestel plaatst.
PMERKINGEN:
U mag alleen SD-geheugenkaarten met de markering “ ” of MultiMediaCards met de markering “ ” gebruiken.
Sommige merken geheugenkaart kunnen niet in deze camcorder worden gebruikt. Raadpleeg de fabrikant of de dealer voor u een geheugenkaart aanschaft.
Voor u een nieuwe geheugenkaart kunt gebruiken, moet u deze eerst formatteren. (墌 blz. 30)
LET OP:
Plaats of verwijder de geheugenkaart niet terwijl de camcorder aan staat. Hierdoor kunnen de op de geheugenkaart opgeslagen gegevens onleesbaar worden of kan de camcorder mogelijk niet meer herkennen of er al dan niet een kaart in het toestel aanwezig is.

VIDEOBEELDEN OPNEMEN

O

Standaardopnames maken

OPMERKING:
Voer voordat u verdergaat de onderstaande procedures uit:
Stroomtoevoer (blz. 10)
Een cassette plaatsen (blz. 15)
Voedings-/oplaadlampje
Start-/stopknop voor opnames
Motorzoomhendel
Blokkeerknop
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Opnamelampje
(Brandt tijdens het
opnemen.)
Aan/uit-knop
Knop PUSH OPEN
NE 17
4
Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “
Het Voedings-/oplaadlampje gaat branden en de camcorder wordt in de stand Opnamestand-by geplaatst. De tekst “PAUSE” verschijnt.
A
” of “M”.
5 U begint met opnemen door de start/stop-knop
voor opnemen in te drukken. Het opnamelampje gaat branden en op het LCD-scherm wordt “T REC” weergegeven zolang u opneemt.
6 Het opnemen wordt stopgezet als u nogmaals op
de start/stop-knop voor opnemen drukt. De camcorder wordt nu weer in de stand Opnamestand-by geplaatst.
PMERKINGEN:
Het beeld wordt nooit tegelijkertijd op het LCD­scherm en in de zoeker weergegeven.
Wanneer de stand Opnamestand-by 5 minuten ononderbroken ingeschakeld blijft, wordt de camcorder automatisch uitgezet. U kunt de camcorder dan weer aanzetten door de zoeker in te drukken en weer uit te trekken of door het LCD­scherm te sluiten en weer te openen.
Aanduidingen op het LCD-scherm of in de zoeker:
• Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien
door een accu: de Accu-aanduiding “ ” wordt weergegeven. (墌 blz. 80)
• Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien
via een stopcontact: de Accu-aanduiding “ ” wordt niet weergegeven.
De tijdcode wordt onderbroken en er worden mogelijk fouten bij het monteren gemaakt als er een leeg gedeelte tussen opgenomen scènes op de band voorkomt. Zie “Opname midden op een band” (blz. 19) als u dit wilt vermijden.
Als u het opnamelampje of de piepsignalen wilt uitschakelen, blz. 31, 36.
Als u wilt opnemen met de opnamesnelheid LP (Long Play), 墌 blz. 31, 34.
Voor andere opmerkingen, 墌 blz. 64.
1 Verwijder de lensdop. 2 Druk op PUSH OPEN en open het LCD-scherm
volledig of trek de zoeker volledig uit.
3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.

VIDEOBEELDEN OPNEMEN & WEERGEVEN

18 NE
O
0h25
m
VIDEOBEELDEN OPNEMEN (vervolg)

Resterende bandduur

Op het LCD-scherm staat aangegeven hoeveel tijd er nog ongeveer op de band over is. “– h – – m” betekent dat de resterende duur op dat moment wordt berekend. Als de resterende bandduur 2 minuten bereikt, beginnen de cijfers op het scherm te knipperen.
– h– – m1 h 0 m0
h 5 9
0
m
h 3
m
(Bezig met berekenen)
0
h 2
m0 h 1 m0 h 0 m
(Knippert) (Knippert) (Knippert)

Zoomfunctie

In- en uitzoomen of het direct vergroten of verkleinen van een beeld.
Inzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “T”.
Uitzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “W”.
Het zoomen wordt sneller uitgevoerd naarmate u de motorzoomhendel verder weg drukt.
Inzoomen (T: Telephoto (teleop­name))
1xW
T
10xW
T
20xW
T
40xW
T
U kunt tot 300X inzoomen of overschakelen naar een optische vergroting van maximaal 10X. (blz. 34)
Inzoomen met een sterkere vergroting dan 10X gebeurt op digitale wijze en wordt om die reden digitaal inzoomen genoemd.
De beeldkwaliteit is bij het digitaal inzoomen iets minder.
U kunt niet digitaal inzoomen als de schakelaar VIDEO/MEMORY op “MEMORY” staat.
Macro-opnamen (tot ongeveer 5 cm vanaf het onderwerp) zijn mogelijk wanneer de motorzoomhendel helemaal op “W” is ingesteld. Zie ook “TELE MACRO” in het menu MANUAL op bladzijde 36.
Voor andere opmerkingen, 墌 blz. 64.

Journalistenopnames

In sommige situaties kunnen andere opnamehoeken meer spectaculaire resultaten opleveren dan bij normale opnames. Houd de camcorder in de gewenste stand en draai het LCD­scherm in de juiste richting. Het LCD-scherm kan 270° draaien (90° naar beneden, 180° naar boven).
Uitzoomen (W: Wide angle
(breedhoekopname))
10xW
T
Digitaal zoombereik
10X (optisch) zoombereik
Zoomwaarde bij benadering
PMERKINGEN:
Scherpstellen is soms niet eenvoudig tijdens het in-/uitzoomen. U kunt dan de zoomwaarde instellen terwijl de camcorder in de stand Opnamestand-by staat, de scherpstelling (blz. 43) handmatig vastzetten en vervolgens in- of uitzoomen in de opnamestand.
NE 19
O

Tijdcode

Tijdens het opnemen wordt een tijdcode op de band aangebracht. Met deze code kunt u de plaats van een opgenomen scène op de band tijdens de weergave controleren. Indien u de opname vanaf een blanco gedeelte start, begint de tijdcode te lopen vanaf “00:00:00” (minuten:seconden:frame). Indien u vanaf een reeds opgenomen gedeelte start, zal de tijdcode vanaf het laatste tijdcodenummer verder lopen. U heeft een tijdcode nodig voor het monteren van meerdere scènes in een willekeurige volgorde (blz. 58 – 61). De tijdcode wordt onderbroken wanneer er tijdens het opnemen halverwege de cassette een blanco gedeelte op de band wordt gelaten. Bij het hervatten van de opname begint de tijdcode weer te lopen bij “00:00:00”. Er zullen in dat geval mogelijk dezelfde tijdcodes worden aangebracht als bij eerder opgenomen scènes zijn gebruikt. U kunt dit voorkomen door “Opname midden op een band” (blz. 19) in de volgende gevallen uit te voeren:
Indien u na weergave van een opgenomen cassette de opname op deze cassette wilt vervolgen.
Als tijdens het opnemen de stroomtoevoer wordt onderbroken.
Als u tijdens het opnemen de cassette verwijdert en weer terugplaatst.
Als u op een gedeeltelijk opgenomen cassette wilt opnemen.
Als u op een leeg gedeelte tussen opnamen op de cassette wilt opnemen.
Als u na opname van een scène het opnemen hervat en vervolgens de cassettehouder opent en weer sluit.
Display
12:34:24
Beeldnummers worden tij­dens de opname niet getoond.
Minuten Seconden
Beelden (25 beelden = 1 seconde)

Opname midden op een band

1) Speel de band af of gebruik de functie voor het zoeken naar blanco gedeelten (blz. 21) om het punt op te zoeken waarvandaan u de opname wilt laten beginnen en schakel vervolgens de stilbeeldweergavestand in. (墌 blz. 20)
2) Zet de aan/uit-knop op “A” of “M” terwijl u de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt houdt en begin vervolgens op te nemen.
PMERKINGEN:
De tijdcode kan niet op nul worden gezet.
Tijdens het snel door- en terugspoelen zal de
weergave van de tijdcode mogelijk niet soepel lopen.
De tijdcode wordt alleen weergegeven als “TIME
CODE” is ingesteld op “ON”. (墌 blz. 37)
Wanneer op een band een blanco gedeelte is opgenomen
Tijdcode
00:00:00
Reeds opgeno-
Band
men scène
Opnamebe-
ginpunt
Juiste manier van opnemen
Tijdcode
00:00:00
Reeds opgeno-
Band
Opname-
beginpunt
men scène
Tijdcode
05:43:21
Blanco
Opname-
eindpunt
Tijdcode
05:43:21
Nieuwe
scène
Opname-
beginpunt
Tijdcode 00:00:00
Nieuw opgeno-
Opname­beginpunt
Tijdcode 05:44:00
Laatste scène
Opname­beginpunt
men scène
VIDEOBEELDEN OPNEMEN & WEERGEVEN
20 NE
O

VIDEOBEELDEN WEERGEVEN

Normale weergave

Draaiknop MENU (VOLUME)
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Luidspreker
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Stopknop (8)
Terugspoelknop (3)
Weergave-/pauzeknop
Doorspoelknop (5)
(4/9)
PMERKINGEN:
Reinig de koppen van de videorecorder met een
los verkrijgbare reinigingscassette in de volgende gevallen.
• Geen beeld tijdens de weergave.
• Ruisblokken verschijnen tijdens de weergave. Voor meer informatie 墌 blz. 72.
Als de stopstand 5 minuten lang ingeschakeld
blijft wanneer een accu de stroombron is, wordt de camcorder automatisch uitgezet. Om de camcorder weer aan te zetten, dient u de aan/uit­knop eerst naar “OFF” en vervolgens naar “PLAY” te draaien.
U kunt het weergegeven beeld op het LCD-
scherm, in de zoeker of op een aangesloten tv bekijken. (墌 blz. 22)
U kunt het weergegeven beeld ook op het LCD-
scherm bekijken als het scherm is omgedraaid en tegen de camcorder is gedrukt.
Aanduidingen op het LCD-scherm of in de zoeker:
• Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien door een accu: de Accu-aanduiding “ ” wordt weergegeven. (墌 blz. 80)
• Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien via een stopcontact: de Accu-aanduiding “ ” wordt niet weergegeven.
Wanneer een kabel is aangesloten op de AV­aansluiting, wordt via de luidspreker geen geluid weergegeven.
Het volume van de luidspreker regelen…
Draai de draaiknop MENU in de richting van “+” voor meer volume, of in de richting van “–” voor minder volume.
1 Plaats een cassette. (blz. 15) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
4 Druk op 4/9 om de weergave te starten. 5 Druk op 8 om de weergave te stoppen.
Druk in de stopstand op 3 om de band terug te spoelen of op 5 om de band snel door te spoelen.

Stilbeelden weergeven

Deze functie onderbreekt de weergave van videobeelden.
1) Druk tijdens de weergave op 4/9.
2) Druk nogmaals op 4/9 om de weergave te
hervatten.
Als een stilbeeld langer dan 3 minuten wordt weergegeven, wordt de stopstand van de camcorder automatisch ingeschakeld.
Als u op 4/9 drukt, is het mogelijk dat de weergave niet onmiddellijk wordt onderbroken omdat de camcorder het beeld nog moet stabiliseren.
NE 21
O

Snelzoeken

Deze functie laat u tijdens de weergave van videobeelden met hoge snelheid in voor- of achterwaartse richting zoeken.
1) Druk op 5 voor voorwaarts zoeken of op 3 voor achterwaarts zoeken.
2) Druk op 4 /9 om de normale weergave te hervatten.
Houd tijdens de weergave 5 of 3 ingedrukt. Het zoeken zal doorgaan zo lang u de toets ingedrukt houdt. De normale weergave start weer zodra u de toets loslaat.
Tijdens het snelzoeken met hoge snelheid krijgt het beeld mogelijk een mozaïekachtig effect. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
LET OP:
Tijdens het snelzoeken zijn delen van het beeld mogelijk niet duidelijk zichtbaar, met name aan de linkerzijde van het scherm.

Blanco gedeelten zoeken

Deze functie helpt u een plek in het midden van de band te vinden waar u een nieuwe opname kunt beginnen zonder tijdcodes te verstoren. (墌 blz. 19)
1 Plaats een cassette. (blz. 15) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“VIDEO”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
4 Druk in de stopstand
op BLANK SEARCH.
De aanduiding “BLANK SEARCH” verschijnt en de camcorder gaat automatisch voor­of achterwaarts zoeken en stopt bij een punt op de band dat zich ongeveer 3 seconden vóór het gevonden blanco gedeelte bevindt.
Als u het zoeken naar een blanco gedeelte halverwege wilt annuleren, drukt u op 8.
BLANK SEARCH
PUSH "STOP" BUTON
TO CANCEL
PMERKINGEN:
Voordat wordt gezocht naar blanco gedeelten, als de huidige positie een blanco gedeelte is zoekt de camcorder in achterwaartse richting. Als de huidige positie een opgenomen gedeelte is, zoekt de camcorder in voorwaartse richting.
Als de melding “HEAD CLEANING REQUIRED. USE CLEANING CASSETTE” (Koppen moeten worden schoongemaakt. Gebruik reinigingscassette.) is verschenen toen u de cassette in het toestel deed, zal de functie voor het zoeken van blanco gedeelten niet werken.
Als tijdens het zoeken naar een blanco gedeelte het begin of het einde van de band wordt bereikt, stopt de camcorder automatisch.
Het is mogelijk dat blanco gedeelten van minder dan 5 seconden niet worden teruggevonden.
Het gevonden blanco gedeelte kan tussen twee reeds opgenomen scènes liggen. Voor u begint met opnemen moet u daarom controleren of er zich na het gevonden blanco gedeelte geen ander materiaal bevindt.
Weergave in slowmotion Beeld-voor-beeld-weergave Inzoomen tijdens weergave Speciale weergave-effecten
Uitsluitend instelbaar met de meegeleverde afstandsbediening. (墌 blz. 55)
VIDEOBEELDEN OPNEMEN & WEERGEVEN
22 NE
O
VIDEOBEELDEN WEERGEVEN (vervolg)

Verbindingen met een tv of videorecorder

Aansluitingen­klepje****
Aansluitingen-
klepje****
Naar AV
Audio/video-
kabel
(meegeleverd)
1234
Kabeladapter*
Naar tv of videorecorder
Tv
A Wit naar AUDIO L IN** B Rood naar AUDIO R IN** C Geel naar VIDEO IN D Naar S-VIDEO IN***
* Als uw videorecorder is uitgerust met een SCART-
aansluiting, gebruikt u de meegeleverde kabeladapter.
** Niet vereist als u alleen stilbeelden wilt
weergeven.
*** Sluit deze aan als uw tv/videorecorder is
voorzien van een S-VIDEO IN- en een A/V­ingangsaansluiting. In dit geval is het niet nodig om de gele videokabel aan te sluiten.
**** Open het klepje wanneer u de kabel aansluit.
OPMERKING:
Zet de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C: bij een verbinding met een tv of videorecorder
die geschikt is voor Y/C-signalen en via een S­videokabel is aangesloten. CVBS: bij een verbinding met een tv of videorecorder die niet geschikt is voor Y/C-signalen en via een audio-/videokabel is aangesloten.
Videorecorder
Naar S
S-videokabel (los verkrijgbaar)
“Y/C”/“CVBS”­selectieknop video-uitgang
1 Zorg dat alle apparaten zijn uitgeschakeld. 2 Sluit de camcorder op een tv of videorecorder
aan zoals in de afbeelding wordt getoond.
Als u een videorecorder gebruikt, gaat u naar stap 3. Anders, gaat u naar stap 4.
3 Verbind de videorecorderuitgang met de tv-
ingang (zie de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder).
4 Zet de camcorder, videorecorder en tv aan. 5 Zet de videorecorder in de AUX-invoerstand en
de tv in de videostand.
Instellen of de volgende aanduidingen al dan niet op de aangesloten tv moeten worden weergegeven…
Datum/tijd Stel “DATE/TIME” in op “AUTO”, “ON” of op “OFF”. (blz. 31, 40) Of druk op DISPLAY op de afstandsbediening om de datumaanduiding in of uit te schakelen.
Tijdcode Stel “TIME CODE” in op “ON” of op “OFF”. (blz. 31, 40)
Andere aanduidingen dan datum/tijd en tijdcode Stel “ON SCREEN” in op “OFF”, “LCD” of op “LCD/TV”. (墌 blz. 31, 40)
PMERKINGEN:
Het is raadzaam de netadapter als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (墌 blz. 11)
Om de beelden en het geluid van de camcorder te kunnen volgen zonder een cassette of geheugenkaart in het toestel te doen, zet u de aan/ uit-knop op “A” of “M” en zet u vervolgens uw tv in de juiste stand.
Zorg dat het volume van de tv zo laag mogelijk staat om te voorkomen dat er plotseling veel lawaai klinkt wanneer u de camcorder aanzet.
Als u een tv of luidsprekers heeft die niet speciaal zijn afgeschermd, moet u de luidsprekers niet in de buurt van de tv plaatsen daar dit ruis in het weergavebeeld van de camcorder veroorzaakt.
Wanneer een kabel is aangesloten op de AV- of koptelefoonaansluiting, wordt via de luidspreker geen geluid weergegeven.

D.S.C.-OPNAMES MAKEN

O

Basisopnames (D.S.C.-momentopname)

NE 23
.
Momentopnamestand zonder lijst
U kunt uw camcorder als digitale stilbeeldcamera gebruiken voor het maken van momentopnames. Stilbeelden worden op de geheugenkaart van de camcorder opgeslagen.
OPMERKING:
Voer voordat u verdergaat de onderstaande procedures uit:
Stroomtoevoer (blz. 10)
Een geheugenkaart plaatsen (blz. 16)
Knop SNAPSHOT
Aan/uit-knop
Knop PUSH OPEN
Blokkeerknop
Schakelaar VIDEO/MEMORY
1 Verwijder de lensdop. 2 Druk op PUSH OPEN en open het LCD-scherm
volledig of trek de zoeker volledig uit.
3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
4
Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “
A
” of “M”.
5 Druk op SNAPSHOT. De aanduiding “O”
wordt weergegeven terwijl u de momentopname maakt.
Als u wilt controleren hoe het beeld eruit ziet voordat u het op de geheugenkaart opslaat, houdt u de knop SNAPSHOT half ingedrukt. De aanduiding “ ” verschijnt en stopt met knipperen wanneer het opgenomen beeld is scherpgesteld. Als u wilt stoppen met opnemen, laat u SNAPSHOT los. Als u het beeld op de geheugenkaart wilt opslaan, drukt u SNAPSHOT volledig in.
Stilbeelden worden in de momentopnamestand zonder lijst vastgelegd.
Zie “Bestanden verwijderen” (墌blz. 28) als u ongewenste momentopnamen wilt verwijderen.
Als u het geluid van de sluiter niet wilt horen, stelt u “BEEP” in op “OFF”. (墌 blz. 31, 36)
Als u de beeldgrootte en/of beeldkwaliteit wilt wijzigen, blz. 31, 38.
U hoort het geluid van een sluiter.
A Beeldgrootte (blz. 38, 78) B Scherpstellingspictogram (blz. 78) C Opnamepictogram (blz. 78) D Kaartpictogram (blz. 78) E Beeldkwaliteit (blz. 38, 78) F Resterend aantal opnames (blz. 78)
PMERKINGEN:
Zelfs als “DIS” is ingesteld op “ON” (blz. 35), wordt de stabilisatiefunctie uitgeschakeld.
Als geen momentopnames mogelijk zijn, knippert “O” wanneer u op SNAPSHOT drukt.
Als Programma AE met speciale effecten (blz. 33) is ingeschakeld, zijn bepaalde standen van Programma AE met speciale effecten niet actief tijdens het maken van momentopnames. In dat geval, knippert het pictogram.
Als gedurende ongeveer 5 minuten geen opnames worden gemaakt terwijl de aan/uit-knop op “A” of “M” staat en de stroom wordt geleverd door de accu, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld om energie te sparen. U kunt in dat geval weer momentopnames maken als u de zoeker indrukt en weer uittrekt of het LCD-scherm sluit en weer opent.
De motordrivestand (blz. 42) wordt uitgeschakeld manneer u de schakelaar VIDEO/ MEMORY ingestelt op “MEMORY” zet.
Als een kabel is aangesloten op de AV-aansluiting, is het geluid van de sluiter niet hoorbaar via de luidspreker, maar wordt het wel op de band opgenomen.
De stilbeelden worden gemaakt conform de DCF­norm (Design rule for Camera File system). Ze zijn niet compatibel met apparaten die niet conform de DCF-norm zijn.

DIGITALE STILBEELDCAMERA (D.S.C.) OPNEMEN EN WEERGEVEN

24 NE
O

D.S.C.-WEERGAVE

Normale weergave van stilbeelden

De met de camcorder gemaakte stilbeelden worden automatisch genummerd en in numerieke volgorde op de geheugenkaart opgeslagen. U kunt de opgeslagen beelden één voor één bekijken, alsof u door een fotoalbum bladert.
Terugspoelknop (3)
Schakelaar
VIDEO/
MEMORY
1 Plaats een geheugenkaart. (blz. 16) 2
Zet de schakelaar
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of TITLE) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
5
Als het videofragmentweergavescherm (E-MAIL CLIP, titelbeeldweergavescherm (TITLE, verschijnt, drukt u op SELECT verschijnt.
6 Selecteer “IMAGE” met de draaiknop MENU en
druk de draaiknop in. Het scherm voor weergave van stilbeelden (IMAGE) verschijnt.
7 Druk op 3 om het vorige bestand weer te geven.
Druk op 5 om het volgende bestand weer te geven.
Als u op
INFO
weergegeven bestand. (
U kunt ook het gewenste bestand opzoeken in het indexscherm. (
Het is mogelijk om de weergave op het scherm uit te schakelen. (
PMERKINGEN:
Zelfs als u een nieuw stilbeeld maakt terwijl u een stilbeeld met een lager nummer weergeeft, wordt dat bestaande
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Draaiknop MENU
Stopknop (8)
Knop INFO
Knop SELECT
Doorspoelknop (5)
Weergave-/pauzeknop (4/9)
VIDEO/MEMORY
blz. 25) of het
SELECT
drukt, verschijnt informatie over het
blz. 26)
blz. 26)
. Het scherm MEMORY
blz. 26)
op “MEMORY”.
blz. 25)
beeld niet overschreven, aangezien nieuwe stilbeelden automatisch altijd na het laatst opgenomen stilbeeld worden opgeslagen.
Beelden die zijn opgenomen met een andere bestandsgrootte dan “640 x 480”, “1024 x 768”, “1280 x 960” en “1600 x 1200” en met een ander apparaat, worden als miniatuurbeelden weergegeven. Deze miniatuurbeelden kunnen niet naar een pc worden overgebracht.
Beelden die zijn gemaakt met apparaten die niet DCF­compatibel zijn (bijvoorbeeld JVC GR-DVX7), kunnen niet op deze camcorder worden weergegeven. In dat geval wordt het bericht “UNSUPPORTED FILE!” weergegeven.
Inzoomen tijdens weergave
Uitsluitend instelbaar met de meegeleverde afstandsbediening. (墌 blz. 55)

Automatische weergave van beelden

Het is mogelijk om automatisch alle op een geheugenkaart opgeslagen beelden één voor één weer te geven.
1 Voer de stappen 1 – 6 van “Normale weergave van
stilbeelden” uit.
2
Druk op 4/9 om de automatische weergave te starten.
Als u tijdens de automatische weergave op 3 drukt, worden de bestanden in aflopende volgorde weergegeven.
Als u tijdens de automatische weergave op 5 drukt, worden de bestanden in oplopende volgorde weergegeven.
3 Als u de automatische weergave wilt beëindigen,
drukt u op 8.
[Bij normale weergave] Zo geeft u het volgende beeld weer
Beeldweergavescherm (IMAGE)
Zo geeft u het vorige beeld weer
[Bij automatische weergave]
100-0013
100-0014
100-0015
100-0016
NE 25

Weergave van videofragmenten

U kunt videofragmenten (blz. 48) weergeven die op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
1 Plaats een geheugenkaart. (blz. 16) 2
Zet de schakelaar
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of TITLE) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
5 Als het beeldweergavescherm (IMAGE) of het
titelbeeldweergavescherm (TITLE) verschijnt, drukt u op SELECT. Het scherm MEMORY SELECT verschijnt.
6 Selecteer “E-MAIL CLIP”
met de draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het scherm voor weergave van videofragmenten (E-MAIL CLIP) verschijnt.
7 Druk op 3 om het
vorige bestand te selecteren. Druk op 5 om het volgende bestand te selecteren.
Als u op INFO drukt, verschijnt informatie over het weergegeven bestand. (墌 blz. 26)
U kunt ook het gewenste bestand opzoeken in het indexscherm. (墌 blz. 26)
8 Druk op 4/9 om de weergave te starten. 9 Druk op 8 om de weergave te stoppen.
VIDEO/MEMORY
op “MEMORY”.
E-MAIL CLIP

Weergave van titelbeelden

Op de meegeleverde geheugenkaart zijn 9 titelbeelden aanwezig. U kunt deze bestanden weergeven. U kunt de titelbeelden tijdens het opnemen ook op de voorgrond plaatsen. (墌 blz. 49)
1
Plaats de meegeleverde geheugenkaart. (墌blz. 16)
2
Zet de schakelaar
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of TITLE) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
5 Als het scherm voor beeldweergave (IMAGE) of
voor weergave van videofragmenten (E-MAIL CLIP) verschijnt, drukt u op SELECT. Het scherm MEMORY SELECT verschijnt.
6 Selecteer “TITLE” met de
draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het titelbeeldweergavescherm (TITLE) verschijnt.
7 Druk op 3 om het
vorige bestand te selecteren. Druk op 5 om het volgende bestand te selecteren.
Als u op INFO drukt, verschijnt informatie over het weergegeven bestand. (墌 blz. 26)
U kunt ook het gewenste bestand opzoeken in het indexscherm. (墌 blz. 26)
OPMERKING:
Als de vooraf op de meegeleverde geheugenkaart opgeslagen titelbeelden per ongeluk zijn gewist, kunt u de beeldbestanden van de meegeleverde cd­rom kopiëren. Meer informatie vindt u op de meegeleverde software-instructiehandleiding op de cd-rom.
VIDEO/MEMORY
op “MEMORY”.
DIGITALE STILBEELDCAMERA (D.S.C.) OPNEMEN EN WEERGEVEN
26 NE
D.S.C.-WEERGAVE (vervolg)

Indexweergave van bestanden

Het is mogelijk om meerdere op de geheugenkaart opgeslagen bestanden tegelijk weer te geven. Dankzij deze mogelijkheid is het eenvoudiger om specifieke bestanden terug te vinden.
1 Voor de indexweergave van beeldbestanden,
voert u stap 1 – 6 van “Normale weergave van stilbeelden” (blz. 24) uit.
Voor indexweergave van videofragmentbestanden, voert u stap 1 – 6 van
“Weergave van videofragmenten” (墌 blz. 25) uit.
Voor indexweergave van titelbestanden, voert u 1 – 6 in “Weergave van titelbeelden” (blz. 25)
uit.
2 Druk op INDEX. Het indexscherm van het
geselecteerde bestandstype verschijnt.
Geselecteerde bestand
1
4
7
3 Draai aan de draaiknop MENU om de omlijsting
naar het geselecteerde bestand te verplaatsen.
Druk op 3 om de vorige pagina weer te geven. Druk op 5 om de volgende pagina weer te geven.
4 Druk de draaiknop MENU in. Het geselecteerde
bestand wordt weergegeven.
Als u op INFO drukt, verschijnt informatie over het weergegeven bestand. (Zie hieronder.)
Indexnummer
3
2
5
6
8 9
Indexscherm
F
O
L
D
E
R
:
1
0
0
J
V
C
F
I
L
E
D
A
T
E
S
I
Z
E
Q
U
A
L
P
R
O
T
G
:
D
V
C
0
0
0
1
2 7 . 1 0
. 0 3
: :
1
0
2
4
X
7
6
I
T
Y
:
F
I
N
E
E
C
T
:
O
F
F
R 0
8
Informatiescherm
Druk nogmaals op de knop INFO om het informatiescherm te sluiten.
OPMERKING:
Bij beelden die zijn opgenomen met andere apparaten of zijn bewerkt op een pc, wordt “QUALITY: – – –” weergegeven.

Weergave van aanduidingen op het scherm verwijderen

1 Voer de stappen 1 – 6 van “Normale weergave
van stilbeelden” (墌 blz. 24) of “Weergave van titelbeelden” (blz. 25) uit.
2 Druk de draaiknop MENU in. Het menuscherm
verschijnt.
3 Selecteer “DISPLAY” met de draaiknop MENU en
druk de draaiknop in. Het submenu verschijnt.
4
Selecteer “OFF” met de draaiknop de draaiknop in. De gebruiksstandaanduiding, het map-/bestandsnummer en de accu-aanduiding ( ) verdwijnen.
Als u de aanduidingen weer wilt laten weergeven, selecteert u “ON”.
Gebruiksstandaanduiding
Map-/bestandsnummer
100-0013
MENU
en druk

Bestandsinformatie weergeven

U kunt de relevante bestandsinformatie weergeven door tijdens de normale weergave of de indexweergave op de knop INFO te drukken.
FOLDER : Mapnaam (墌 blz. 29) FILE : Bestandsnaam (墌 blz. 29) DATE : Datum waarop het bestand is
gemaakt SIZE : Beeldgrootte QUALITY : Beeldkwaliteit (alleen IMAGE) TIME : Weergavetijd (alleen E-MAIL CLIP) PROTECT : Als u dit instelt op “ON”, wordt het
bestand beveiligd tegen ongewenst
wissen. (墌 blz. 27)
Accu-aanduiding
DISPLAYM E NU
OFF
ON
RETURN
NE 27
O

Bestanden beveiligen

De beveiligingsstand helpt te voorkomen dat bestanden ongewenst worden gewist.
Draaiknop MENU
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Terugspoelknop (3)
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Knop SELECT
Doorspoelknop (5)
1 Plaats een geheugenkaart. (blz. 16) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of TITLE) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
Als u een ander bestandstype wilt selecteren, gaat u naar stap 5. Anders, gaat u naar stap 7.
5 Druk op SELECT. Het scherm MEMORY SELECT
verschijnt.
6 Draai aan de draaiknop MENU en selecteer het
gewenste bestandstype. Druk de draaiknop in.
7 Druk de draaiknop MENU in. Het menuscherm
verschijnt.
8 Selecteer “PROTECT” met
de draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het submenu verschijnt.
MENU
PROTECT
DELE TE DPOF NO . RESE T FORMAT DISPLAY
G
BR I H T END
Het weergegeven bestand beveiligen
9 Selecteer “CURRENT” met
de draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het scherm PROTECT verschijnt.
CUR
PROTECTM E NURENT
PROT.ALL CANC.ALL
RETURN
10 Druk op 3 of 5
om het gewenste bestand te selecteren.
11 Selecteer “EXECUTE”
met de draaiknop MENU
ROT ECTP
en druk de draaiknop in.
Als u de beveiliging wilt opheffen, selecteert u “RETURN”.
PROTECTED
RETURN
Herhaal stap 10 en 11 voor alle bestanden die u wilt beveiligen.
Alle op de geheugenkaart opgeslagen bestanden beveiligen
9 Selecteer “PROT.ALL” met de draaiknop MENU
en druk de draaiknop in. Het scherm PROTECT verschijnt.
10 Selecteer “EXECUTE” met de draaiknop
MENU en druk de draaiknop in.
Als u de beveiliging wilt opheffen, selecteert u “RETURN”.
PMERKINGEN:
Als de markering “ ” verschijnt, is het weergegeven bestand beveiligd.
Als de geheugenkaart wordt geïnitialiseerd of beschadigd raakt, worden ook beveiligde bestanden gewist. Als u belangrijke bestanden zeker niet wilt kwijtraken, moet u ze naar een pc overbrengen en daar opslaan.
De beveiliging opheffen
Voer voordat u de onderstaande procedure volgt, stap 1 – 8 bij “Bestanden beveiligen” in de linkerkolom uit.
De beveiliging van het weergegeven bestand opheffen
9 Selecteer “CURRENT” met de draaiknop MENU
en druk de draaiknop in. Het scherm PROTECT verschijnt.
10 Druk op 3 of 5 om het gewenste
bestand te selecteren.
11 Selecteer “EXECUTE” met de draaiknop
MENU en druk de draaiknop in.
Als u de selectie wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
Herhaal stap 10 en 11 voor alle bestanden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
DIGITALE STILBEELDCAMERA (D.S.C.) OPNEMEN EN WEERGEVEN
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
28 NE
O
D.S.C.-WEERGAVE (vervolg)
De beveiliging opheffen van alle op de geheugenkaart opgeslagen bestanden
9 Selecteer “CANC.ALL” met de draaiknop MENU
en druk de draaiknop in. Het scherm PROTECT verschijnt.
10 Selecteer “EXECUTE” met de draaiknop
MENU en druk de draaiknop in.
Als u de selectie wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.

Bestanden verwijderen

Reeds opgeslagen bestanden kunt u stuk voor stuk of allemaal tegelijk verwijderen.
Draaiknop MENU
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Terugspoelknop (3)
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Knop SELECT
Doorspoelknop (5)
1 Plaats een geheugenkaart. (blz. 16) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of TITLE) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
Als u een ander bestandstype wilt selecteren, gaat u naar stap 5. Anders, gaat u naar stap 7.
5 Druk op SELECT. Het scherm MEMORY SELECT
verschijnt.
6 Draai aan de draaiknop MENU en selecteer het
gewenste bestandstype. Druk de draaiknop in.
7 Druk de draaiknop MENU in. Het menuscherm
verschijnt.
8 Selecteer “DELETE” met de draaiknop MENU en
druk de draaiknop in. Het submenu verschijnt.
Het weergegeven bestand verwijderen
9 Selecteer “CURRENT” met
de draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het scherm DELETE verschijnt.
DELE TE M E NURENT
CUR
ALL
RET URN
10 Druk op 3 of 5
om het gewenste bestand te selecteren.
11 Selecteer “EXECUTE”
met de draaiknop MENU en druk de draaiknop in.
Als u het verwijderen wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
Herhaal stap 10 en 11 voor alle bestanden die u wilt verwijderen.
OPMERKING:
Als u de markering “ ” ziet, is het geselecteerde bestand beveiligd en kan het niet worden verwijderd.
ELETED
DELE TE?
EXECUTE
RETURN
Alle op de geheugenkaart opgeslagen bestanden verwijderen
9 Selecteer “ALL” met de draaiknop MENU en druk
de draaiknop in. Het scherm DELETE verschijnt.
10 Selecteer “EXECUTE” met de draaiknop
MENU en druk de draaiknop in.
Als u het verwijderen wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
PMERKINGEN:
Beveiligde bestanden (blz. 27) kunnen niet worden verwijderd. U kunt deze alleen verwijderen als u eerst de beveiliging opheft.
Wanneer bestanden eenmaal zijn verwijderd, kunt u deze niet meer terughalen. Controleer voordat u bestanden verwijdert of u ze wel echt wilt verwijderen.
LET OP:
Verwijder de geheugenkaart niet en voer ook geen andere handelingen uit (zet bijvoorbeeld de camcorder niet uit) terwijl u bestanden verwijdert. Zorg ook dat u de meegeleverde netadapter gebruikt, aangezien de gegevens op de geheugenkaart beschadigd kunnen raken als de accu tijdens het verwijderen leegraakt. Als de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken, initialiseert u de kaart. (墌 blz. 30)
O

De bestandsnaam opnieuw instellen Afdrukinformatie instellen (instelling

Als u de bestandsnaam opnieuw instelt, wordt een nieuwe map gemaakt. De nieuwe bestanden die u maakt, worden in deze nieuwe map opgeslagen. Het is handig om de nieuwe bestanden van eerder gemaakte bestanden te scheiden. (Alleen beschikbaar voor beeld- en videofragmentbestanden.)
1 Plaats een geheugenkaart. (blz. 16) 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of TITLE) dat de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
5 Als het titelbeeldweergavescherm (TITLE,
blz. 25) verschijnt, drukt u op SELECT. Het scherm MEMORY SELECT verschijnt.
6 Draai aan de draaiknop MENU en selecteer het
gewenste bestandstype (IMAGE of E-MAIL CLIP). Druk de draaiknop in. Het weergavescherm voor beelden of videofragmenten (IMAGE of E-MAIL CLIP) verschijnt.
7 Druk de draaiknop MENU in. Het menuscherm
verschijnt.
8 Selecteer “NO. RESET” met de draaiknop MENU
en druk de draaiknop in. Het scherm NO. RESET verschijnt.
9 Selecteer “EXECUTE” met de draaiknop MENU en
druk de draaiknop in. De nieuwe map (bijvoorbeeld “101JVCGR”) wordt gemaakt en het bestand dat bij de opname hoort, begint bij DVC00001.
Bestands- en mapnamen
Elke keer dat u een opname maakt, wordt een bestandsnaam gemaakt met een nummer dat hoger is dan het grootste nummer van de in gebruik zijnde bestandsnaam. Zelfs als u een beeldbestand of videofragmentbestand verwijdert dat een nummer heeft dat midden in het bereik valt, wordt dat nummer niet voor een nieuwe opname gebruikt. Er blijft een gat in de numerieke volgorde. Wanneer de bestandsnaam DVC09999 bereikt, wordt een nieuwe map (bijvoorbeeld “101JVCGR”) gemaakt en de bestandsnaamnummering begint in die map opnieuw bij DVC00001.
NE 29
DPOF)
Deze camcorder is compatibel met de standaard DPOF (Digital Print Order Format) om ondersteuning te kunnen bieden voor toekomstige systemen, zoals automatisch afdrukken. U kunt een van de twee afdrukinformatie-instellingen selecteren voor beelden die op de geheugenkaart zijn opgeslagen: “Alle stilbeelden afdrukken (één afdruk per stilbeeld)” of “Afdrukken door stilbeelden en het aantal afdrukken te selecteren”.
PMERKINGEN:
Als u een geheugenkaart plaatst die al op de hieronder getoonde wijze is ingesteld met een printer die compatibel is met DPOF, worden automatisch afdrukken gemaakt van de geselecteerde stilbeelden.
Als u beelden wilt afdrukken die op band zijn opgenomen, moet u ze eerst overbrengen naar een geheugenkaart. (
Alle stilbeelden afdrukken (één afdruk per stilbeeld)
1
Plaats een geheugenkaart. (墌 blz. 16)
2
Zet de schakelaar
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
4 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
Het bestandstype (IMAGE, E-MAIL CLIP of TITLE) dat
de vorige keer werd weergegeven, wordt ook nu weergegeven.
5 Als het videofragmentweergavescherm
(E-MAIL CLIP, blz. 25) of het titelbeeldweergavescherm (TITLE, 墌 blz. 25) verschijnt, drukt u op SELECT. Het scherm MEMORY SELECT verschijnt.
6 Selecteer “IMAGE” met de draaiknop MENU en
druk de draaiknop in. Het scherm voor weergave van stilbeelden (IMAGE) verschijnt.
7 Druk de draaiknop MENU in. Het menuscherm
verschijnt.
8 Selecteer “DPOF” met de
draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het submenu verschijnt.
9 Selecteer “ALL 1” met de
draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het scherm DPOF verschijnt.
10 Selecteer “EXECUTE”
met de draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het normale weergavescherm verschijnt.
Als u de selectie wilt
annuleren, selecteert u “RETURN”.
blz. 53)
VIDEO/MEMORY
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
op “MEMORY”.
DPOF M E NURENT
CUR ALL 1 RESET RETURN
DPOF
ALL1 ?
EXECUTE
RETURN
DIGITALE STILBEELDCAMERA (D.S.C.) OPNEMEN EN WEERGEVEN
30 NE
D.S.C.-WEERGAVE (vervolg)
Afdrukken door stilbeelden en het aantal afdrukken te selecteren
Voer de stappen 1–8 van “Alle stilbeelden afdrukken
1
(één afdruk per stilbeeld)” (
2 Selecteer “CURRENT” met
de draaiknop MENU en
blz. 29) uit.
DPOF
druk de draaiknop in. Het scherm DPOF verschijnt.
3 Druk op 3 of 5 om
SHEETS
00
RETURN
het gewenste bestand te selecteren.
4 Draai aan de draaiknop MENU om de
nummeraanduiding (00) te selecteren. Druk de draaiknop in.
5 Selecteer het aantal
afdrukken door de
DPOF
draaiknop MENU in de richting van “+” te draaien als u een groter aantal
SHEETS
05
wilt, of in de richting van “–” als u een kleiner aantal wilt. Vervolgens drukt u de draaiknop in.
Herhaal stap 3 tot en met 5 voor het gewenste aantal afdrukken.
Het maximumaantal afdrukken dat u kunt instellen, is 15.
Als u het aantal afdrukken wilt wijzigen, selecteert u het beeld nogmaals en past u het aantal aan.
6 Selecteer “RETURN” met
de draaiknop MENU en druk de draaiknop in. De tekst “SAVE?” verschijnt.
Als u in stap 3 tot en met 5 geen instellingen had
DPOF
SAVE?
EXECUTE
CANCEL
gewijzigd, verschijnt het menuscherm weer.
7 Draai aan de draaiknop MENU om “EXECUTE”
te selecteren als u de net opgegeven instelling wilt opslaan en druk de draaiknop in.
Als u de selectie wilt annuleren, selecteert u “CANCEL”.
Het aantal afdrukken weer op nul instellen
1
Voer de stappen 1–8 van “Alle stilbeelden afdrukken (één afdruk per stilbeeld)” (
blz. 29) uit.
2 Selecteer “RESET” met de draaiknop MENU en
druk de draaiknop in. Het scherm DPOF verschijnt.
3 Selecteer “EXECUTE” met de draaiknop MENU
en druk de draaiknop in. Het normale weergavescherm verschijnt.
Als u de selectie wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
Het aantal afdrukken wordt voor alle stilbeelden op nul ingesteld.
LET OP:
Terwijl u de bovenstaande procedure uitvoert, mag u de stroomtoevoer nooit onderbreken, aangezien de geheugenkaart hierdoor beschadigd kan raken.

Een geheugenkaart initialiseren

U kunt geheugenkaarten op elk gewenst moment initialiseren. Wanneer u een geheugenkaart initialiseert, worden alle daarop opgeslagen bestanden en gegevens gewist, ook als ze beveiligd zijn.
1 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
2 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
3 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
4 Druk de draaiknop MENU
in. Het menuscherm verschijnt.
5 Selecteer “FORMAT” met
de draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het scherm FORMAT verschijnt.
6 Selecteer “EXECUTE” met
de draaiknop MENU en druk de draaiknop in. De geheugenkaart wordt geïnitialiseerd.
Wanneer de initalisatie klaar is, verschijnt “NO IMAGES STORED”, “NO E-MAIL CLIP STORED” of “NO TITLE DATA STORED”.
Als u de initialisatie wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
LET OP:
Voer tijdens de initialisatie geen andere handelingen uit (zet de camcorder bijvoorbeeld niet uit). Zorg ook dat u de meegeleverde netadapter gebruikt, aangezien de gegevens op de geheugenkaart beschadigd kunnen raken als de accu tijdens het initialiseren leegraakt. Als de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken, initialiseert u de kaart.
MENU PROTECT DELE TE DPOF
NO . RESE T
FORMAT
DISPLAY BR I GHT END
ORMATF
ERASE A LL
EXECUTE
RETURN
DATA ?EX IS TI NG

MENU’S VOOR GEDETAILLEERDE AANPASSINGEN

NE 31

De menu-instellingen wijzigen

Deze camcorder is voorzien van een gebruiksvriendelijk menusysteem dat op het scherm wordt weergegeven. Via dit menusysteem kunt u een groot aantal gedetailleerde camcorderinstellingen eenvoudiger opgeven. (blz. 32 – 40)
Draaiknop MENU
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Schakelaar VIDEO/MEMORY
1 Menu’s voor video- en D.S.C.-opnames:
Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO” of “MEMORY”.
Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
Menu’s voor videoweergave:
Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO”.
Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
Meer informatie over D.S.C.-weergavemenu’s vindt u bij “D.S.C.-WEERGAVE” (墌 blz. 24).
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Druk de draaiknop MENU in. Het menuscherm
verschijnt.
Menuscherm voor video- en D.S.C.­opnames
R/F DIPE WA
E
W
HIDE – FA R ET
B
LADE – FA R KC
B
.WDE – FA R
O
C WI RE
RNPE
I
W WI WO
NDPE
S WI E
IDPE
L
PE
D WI
O
S WI
– LL
C
S WI –RETH
ORPE RO UTPE
4 Draai aan de draaiknop MENU om de gewenste
functie te selecteren en druk de draaiknop in. Het geselecteerde functiemenu verschijnt.
Menuscherm voor videoweergave
ID O V E
DU
–STRE EO
DMSO N EO
SOODb–t M 12 i E DNU 1 ±0 N–HRO SY C E C–MOD RE
OFCO Y P F
L.V.DENA I
OFPUA IN S/ V T F
NRE TUR
0
.
5 De hieronder beschreven instellingsprocedure
hangt af van de geselecteerde functie.
Menu’s zonder submenu’s
v WIPE/FADER, r PROGRAM AE,
p EXPOSURE, u W. BA LA NC E
1) Draai aan de draaiknop MENU om de gewenste
optie te selecteren.
Voorbeeld: Menu r PROGRAM AE
Het pictogram van het gese-
lecteerde menu knippert.
Geselecteerde instelling
2) Druk de draaiknop MENU
in om de selectie te voltooien. Het menuscherm verschijnt weer.
Herhaal de procedure voor eventuele andere functiemenu’s die u wilt instellen.
3) Druk de draaiknop MENU nogmaals in. Het menuscherm wordt gesloten.
Menu’s met submenu’s
m CAMERA, q MANUAL, s SYSTEM,
n CAMERA DISPLAY, o DSC, t VIDEO, n VIDEO DISPLAY
1) Draai aan de draaiknop MENU om de gewenste functie te selecteren en druk de draaiknop in. Het submenu verschijnt.
Voorbeeld: Menu m CAMERA
Het pictogram van het gese-
lecteerde menu knippert.
2) Draai aan de draaiknop MENU om de gewenste
optie te selecteren.
3) Druk de draaiknop MENU in om de selectie te voltooien.
Herhaal de procedure voor eventuele andere functiemenu’s die u wilt instellen.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
ROG P
E RA
M A
UT E SH T R
UT E SH T R OR S SP T O W SN
OT I SP
L GHT
TWILIGHT
SEPIA
MONOTONE
PE
DIPE WA
R/F
E
W
FA R ET
HIDE
B
FA R KC
LADE
B
FA R
.WDE
O
C WI RE
RNPE
I
NDPE W WI WO
S WI E
IDPE
L
D WI
ORPE
O
RO
S WI
– LL
C
S WI –RETH
UTPE
Geselecteerde functie
ME A CA R
C
E
MODRE
12ODU–D M SO N E tib 40
ZO M
O
x
FUDEA– MO SN P LL AU
UP GA N
I
OT A
MAIOV–GAT NA I N AUN L
NRETUR
Submenu
ME A CA R
C
E
MODRE
NRE TUR
ME A CA R
C
E
MODRE
12ODU–D M SO N E tib
40
ZO M
O
x
FUDEA– MO SN P LL
AU
UP GA N
I
OT A
MAIOV–GA T NA I N AUN L
NRETUR

GEAVANCEERDE FUNCTIES

32 NE
O
4) Druk de draaiknop MENU in. Het menuscherm verschijnt weer.
Herhaal de procedure
MENU’S VOOR GEDETAILLEERDE AANPASSINGEN
voor eventuele andere
(vervolg)
DIPE WA
E
R/F
W
FA R ET
HIDE
B
FA R KC
LADE
B
FA R
O
C WI RE
RNPE
I
W WI WO
NDPE
S WI E
L
D WI
ORPE
O
RO
S WI
PE
– LL
C
S WI –RETH
UTPE
.WDE
IDPE
functiemenu’s die u wilt instellen.
5) Druk de draaiknop MENU nogmaals in. Het menuscherm wordt gesloten.
PMERKINGEN:
De “m”-instellingen worden van kracht op het
moment dat u de aan/uit-knop instelt op “A” of op “M”. U kunt de menu-instellingen echter alleen wijzigen als de aan/uit-knop in de stand “M” staat.
De “q”-instellingen worden pas van kracht
wanneer u de aan/uit-knop instelt op “M”.
De “s”-functies die u instelt wanneer de aan/uit-
knop op “M” staat, worden ook doorgevoerd als u de aan/uit-knop op “PLAY” zet.
De “n” (CAMERA DISPLAY)-instellingen zijn
alleen van kracht als de aan/uit-knop op “A” staat. U kunt de menu-instellingen echter alleen wijzigen als de aan/uit-knop in de stand “M” staat.
De “n” (CAMERA DISPLAY)-instellingen gelden
alleen voor het opnemen van beelden, behalve “BRIGHT”.
De “n” (VIDEO DISPLAY)-instellingen gelden
alleen voor het weergeven van beelden, behalve “BRIGHT”.
U kunt de datumaanduiding ook in-/uitschakelen
door op de knop DISPLAY van de (meegeleverde) afstandsbediening te drukken. (墌 blz. 22, 50, 59)

OPNAMEMENU’S

Wipe- of fade-effecten

BELANGRIJK:
Sommige wipe-/fade-effecten kunnen in bepaalde standen van Programma AE met speciale effecten niet worden gebruikt. (blz. 33) Als u een niet­bruikbaar wipe-/fade-effect selecteert, knippert de aanduiding ervan in het blauw of dooft de aanduiding.
Met behulp van deze effecten kunt u professioneel ogende beeldovergangen maken. Gebruik deze effecten om de overgang van scène naar scène wat meer pit te geven.
U kunt een wipe- of fade-effect toepassen wanneer u een video-opname start of beëindigt.
1 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO”. 2 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
3 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
4 Stel “v” in op de gewenste stand. (blz. 31) 5 Als u Fade-in of Wipe-in wilt activeren, drukt u
in de stand Opnamestand-by op FADE/WIPE.
De aanduiding van het geselecteerde effect verschijnt.
Als u Fade-out of Wipe-out wilt activeren, drukt u tijdens het opnemen op FADE/WIPE.
De aanduiding van het geselecteerde effect verschijnt.
6 Druk op de start-/stopknop voor opnemen om
Fade-in/out of Wipe-in/out te activeren.
Het geselecteerde effect uitschakelen…
Druk in stap 6 nogmaals op FADE/WIPE. De effectaanduiding verdwijnt.
OPMERKING:
U kunt de lengte van een wipe of fade vergroten door de start/stop-knop voor opnemen in te drukken en ingedrukt te houden.
WIPE/FADER
(Fabrieksinstelling: FADER–WHITE)
FADER–WHITE: Fade-in of fade-out met een
wit scherm.
FADER–BLACK: Fade-in of fade-out met een
zwart scherm.
FADER–B.W: Fade-in vanuit een zwartwitscherm naar een kleurenscherm, of fade-out van kleur naar zwartwit.
WIPE – CORNER: Een wipe-in op een zwart scherm vanuit de rechterboven- naar de linkerbenedenhoek, of een wipe-out van de linkerbeneden- naar de rechterbovenhoek met als resultaat een zwart scherm.
NE 33
O
WIPE–WINDOW: De scène begint in het midden van een zwart scherm, waarna er een wipe­in naar de hoeken plaatsvindt; of een wipe-out geleidelijk vanuit de hoeken naar het midden.
WIPE–SLIDE: Wipe-in van rechts naar links of wipe-out van links naar rechts.
WIPE–DOOR: Wipe-in waarbij de twee helften van een zwart scherm respectievelijk naar links en rechts wegtrekken, waardoor de scène zichtbaar wordt; of een wipe-out waarbij een zwart scherm vanaf links en rechts de scène geleidelijk helemaal afdekt.
WIPE–SCROLL: Wipe-in van de scène vanaf de onderkant naar de bovenkant van een zwart scherm of een wipe-out van boven naar onder, waardoor een zwart scherm ontstaat.
WIPE – SHUTTER: Wipe-in vanaf het midden van een zwart scherm in de richting van de boven en onderkant; of wipe-out vanaf de boven- en onderkant naar het midden toe, waardoor een zwart scherm ontstaat.

Programma AE met speciale effecten

BELANGRIJK:
Sommige standen van Programma AE met speciale effecten kunnen niet in combinatie met bepaalde wipe-/fade-effecten worden gebruikt. (blz. 32) Als u een onbruikbare stand selecteert, gaat de aanduiding van wipe-/fade-effecten knipperen of dooft deze.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Stel “r” in op de gewenste stand. (blz. 31) 4 Druk op PROG.AE om het geselecteerde effect te
activeren.
De aanduiding van het geselecteerde effect verschijnt.
Het geselecteerde effect uitschakelen…
Druk nogmaals op PROG.AE. De effectaanduiding verdwijnt.
PMERKINGEN:
Programma AE met speciale effecten kunt u tijdens het opnemen of in de stand Opnamestand­by wijzigen.
Sommige standen van Programma AE met speciale effecten kunnen in de stand Night-Scope niet worden gebruikt.
PROGRAM AE
(Fabrieksinstelling: SHUTTER 1/50)
SHUTTER 1/50: De sluitertijd is vastgesteld op
1/50 seconde. De zwarte stroken die meestal
verschijnen wanneer u een foto maakt van een tv­scherm worden smaller.
SHUTTER 1/120: De sluitertijd is vastgesteld op 1/120 seconde. De flikkering die zich voordoet wanneer u opnames maakt onder een tl-buis of kwiklamp wordt verminderd.
SPORTS
(Variabele sluitertijd: 1/250 – 1/4000)
Als u deze instelling selecteert, kunt u snel bewegende beelden beeld voor beeld vastleggen en zo een levendige, stabiele slowmotionweergave bewerkstelligen. Hoe korter de sluitertijd, hoe donkerder het beeld wordt. Gebruik de sluiterfunctie dus alleen als u voldoende licht hebt.
SNOW: Deze instelling compenseert onderwerpen die anders mogelijk te donker worden als u opnames maakt in een zeer lichte omgeving, bijvoorbeeld een sneeuwlandschap.
SPOTLIGHT: Met deze instelling compenseert u onderwerpen die anders te licht zouden zijn als ze bij zeer sterke directe belichting worden opgenomen, bijvoorbeeld onder spots.
OPMERKING:
“SPOTLIGHT” heeft hetzelfde effect als een waarde van –3 voor de belichtingsinstellingsfunctie. (blz. 44)
TWILIGHT: Hierdoor zien avondscènes er natuurlijker uit. De witbalans (blz. 34, 45) wordt automatisch ingesteld op “ ”, maar kan worden aangepast aan uw wensen. Als u Twilight (schemerlicht) selecteert, wordt de camcorder bij een afstand van 10 m tot oneindig automatisch scherpgesteld. Als de afstand minder dan 10 m bedraagt, dient u de scherpstelling handmatig uit te voeren. De flits werkt in deze stand niet.
SEPIA: Opgenomen beelden krijgen een bruine schijn, net als oude foto’s. Als u deze stand combineert met de cinemastand krijgen uw opnames een klassiek uiterlijk.
MONOTONE: Net als bij de zwartwitfilms uit vroeger tijden worden uw beelden in zwartwit opgenomen. In combinatie met de cinemastand vergroot u hiermee het effect van een “oude film”.
CLASSIC FILM*: Hierdoor krijgen opgenomen beelden een stroboscoopeffect.
STROBE*: De opname ziet er uit als een reeks opeenvolgende foto’s.
MIRROR*: Hiermee maakt u in de rechterhelft van het scherm een spiegelbeeld van het normale beeld dat in de andere helft wordt weergegeven.
* Alleen beschikbaar als de schakelaar VIDEO/
MEMORY is ingesteld op “VIDEO”.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
34 NE
O
OPNAMEMENU’S (vervolg)
De belichting instellen
EXPOSURE (Fabrieksinstelling: AUTO)
Zie “De belichting instellen” (blz. 44) voor meer informatie.
AUTO: Hiermee herstelt u de automatische belichting.
MANUAL: Hiermee zorgt u dat de aanduiding voor de belichtingsinstelling verschijnt.

De witbalans aanpassen

W. BAL ANCE (Fabrieksinstelling: AUTO)
Zie “De witbalans aanpassen” (墌 blz. 45) voor meer informatie.
AUTO: De witbalans wordt automatisch aangepast.
MWB: U kunt de witbalans handmatig aanpassen wanneer u bij verschillende soorten belichting filmt.
FINE: Buiten op een zonnige dag.
CLOUD: Buiten op een bewolkte dag.
HALOGEN: Een videolamp of een soortgelijke belichting wordt gebruikt.
Menu Camera
CAMERA Opnamesnelheid
Hiermee kunt u de gewenste opnamesnelheid (SP of LP) instellen.
REC MODE (Fabrieksinstelling: SP)
SP: Standard Play (standaardweergave) LP: Long Play (lange weergave) is economischer,
omdat u beschikt over 1,5 keer de normale opnametijd van een band.
PMERKINGEN:
Audiodubben (blz. 56) en invoegmontage
(blz. 57) zijn mogelijk op banden die zijn opgenomen met de opnamesnelheid SP.
Wanneer u tijdens het opnemen van snelheid
verandert, zal het beeld op het overgangspunt wazig zijn.
Speel cassettes die met de snelheid LP zijn
opgenomen bij voorkeur met deze camcorder af.
Tijdens de weergave van een band die met een
andere camcorder is opgenomen, verschijnen er mogelijk ruisblokken in beeld of valt het geluid soms weg.
Geluidsstand
SOUND MODE (Fabrieksinstelling: 12 bit)
12 bit: In deze stand is video-opname van
stereogeluid mogelijk op vier aparte kanalen. Deze stand wordt aanbevolen wanneer u wilt audiodubben. (gelijkwaardig aan de stand 32 kHz van vorige modellen)
16 bit: In deze stand is video-opname van stereogeluid op twee aparte kanalen mogelijk. (gelijkwaardig aan de stand 48 kHz van vorige modellen)
Zoomfunctie
ZOOM (Fabrieksinstelling: 40X)
10X: Wanneer u “10X” instelt terwijl u gebruik
maakt van de digitale zoomfunctie, wordt de zoomvergroting teruggebracht naar 10X, aangezien het digitale inzoomen in dat geval wordt uitgeschakeld.
40X*: Hierbij kunt u wel gebruik maken van de digitale zoomfunctie. Doordat beelden digitaal worden verwerkt en uitvergroot, zijn zoomwaarden mogelijk van 10X (de limiet voor optisch zoomen) tot een maximum van 40X digitale uitvergroting.
300X*: Hierbij kunt u wel gebruik maken van de digitale zoomfunctie. Doordat beelden digitaal worden verwerkt en uitvergroot, zijn zoomwaarden mogelijk van 10X (de limiet voor optisch zoomen) tot een maximum van 300X digitale uitvergroting.
* Alleen beschikbaar als de schakelaar VIDEO/
MEMORY is ingesteld op “VIDEO”.
Momentopnamestand voor video-opnames
Zie “Momentopnames (tijdens video-opnames)” (blz. 41) voor meer informatie over de procedure. U hoort het geluid van een sluiter.
SNAP MODE (Fabrieksinstelling: FULL)
FULL: Momentopnamestand zonder lijst NEGA: Negatiefstand PIN-UP: Pin-upstand FRAME: Momentopnamestand met lijst
FULL NEGA PIN-UP FRAME
NE 35
O
Grovere korrel
GAIN UP (Fabrieksinstelling: AGC)
OFF: Met deze functie kunt u in het donker
opnamen maken zonder dat de helderheid van het beeld achteruit gaat.
AGC: Het beeld is mogelijk korrelig, maar het beeld is wel helder.
AUTO : De sluitertijd wordt automatisch aangepast. Het met een lange sluitertijd filmen van een voorwerp in een donkere omgeving zorgt voor een helderder beeld dan in de stand AGC, maar de bewegingen van het gefilmde voorwerp zijn niet vloeiend en natuurlijk. Het beeld kan nogal korrelig zijn. Terwijl de sluitertijd automatisch wordt aangepast, wordt “ ” weergegeven.
Overzichtstijd
NAVIGATION (Fabrieksinstelling: MANUAL)
5SEC / 15SEC / 30SEC / 60SEC:
Het vastgelegde beeld wordt als miniatuurbeeld opgeslagen als de opnametijd langer is dan de overzichtstijd.
“5SEC” is bijvoorbeeld geschikt als u de miniatuurbeelden wilt gebruiken bij het opnemen van korte scènes. (blz. 46) De opgeslagen miniatuurbeelden kunnen echter veel geheugen in beslag nemen. In dit geval is het raadzaam de geheugenkaart met grote capaciteit te gebruiken.
MANUAL: Maakt het mogelijk om handmatig miniatuurbeelden te maken. (墌 blz. 46).
Menu Manual (handmatig)
MANUAL
Digitale beeldstabilisatie
Deze functie kunt u gebruiken om onstabiele beelden te compenseren die het gevolg zijn van bewegingen van de camera, met name bij sterk inzoomen.
DIS (Fabrieksinstelling: ON)
OFF / ON
PMERKINGEN:
Als er te veel beweging is en in de volgende
omstandigheden is accurate stabilisatie vaak niet meer mogelijk:
• Wanneer u voorwerpen met verticale of horizontale strepen filmt.
• Wanneer u donkere of vage voorwerpen filmt.
• Wanneer u voorwerpen met veel achtergrondlicht filmt.
• Wanneer u scènes filmt met beweging in verschillende richtingen.
• Wanneer u scènes filmt met een contrast-arme achtergrond.
Schakel deze stand uit als u opneemt terwijl de camcorder op een statief staat.
Het lampje “ ” knippert of dooft als de stabilisatiefunctie niet kan worden gebruikt.
Zelfontspanner
Zie “Zelfontspanner” (blz. 42) voor meer informatie.
SELF-TIMER (Fabrieksinstelling: OFF)
OFF / ON
Fragmenten van vijf seconden
Neem een vakantie of belangrijke gebeurtenis op in fragmenten die vijf seconden duren, om de vaart erin te houden. Deze functie is alleen beschikbaar voor het maken van video-opnames.
1 Stel “5S” in op “5S”. (墌 blz. 31)
“5S” verschijnt.
2 Druk op de start-/stopknop voor opnemen en na
vijf seconden wordt de camcorder automatisch in de stand Opnamestand-by geplaatst.
Zelfs als u binnen vijf seconden nadat de opname is begonnen nogmaals op de start-/ stopknop voor opnemen drukt, wordt de stand Opnamestand-by niet ingeschakeld.
3 Als u de stand 5S wilt verlaten, selecteert u
“OFF” in stap 1.
Een momentopname maken in de stand Fragmenten van vijf seconden...
Druk niet op de start-/stopknop voor opnemen in stap 2, maar selecteer de gewenste momentopnamestand in het menu CAMERA (blz. 34) en druk op SNAPSHOT. De camcorder maakt een momentopname van vijf seconden. Als “5S” staat ingesteld op “Anim.”, is deze functie niet beschikbaar.
5S (Fabrieksinstelling: OFF)
OFF: Hiermee schakelt u de stand Fragmenten
van vijf seconden uit. 5S: Hiermee schakelt u de stand Fragmenten van
vijf seconden in. Anim.: Deze functie biedt u de mogelijkheid
alleen een paar losse beelden op te nemen. Als u een bewegingsloos onderwerp gebruikt en de positie ervan tussen opnames verandert, kunt u het onderwerp filmen alsof het beweegt.
OPMERKING:
Als “5S” staat ingesteld op “Anim.”, is de stand Fragmenten van vijf seconden niet beschikbaar. In plaats daarvan wordt het opnemen van enkele beelden als animatie gebruikt.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
36 NE
OPNAMEMENU’S (vervolg)
Maximale macro-instelling
Meestal hangt de afstand tot een voorwerp waarbij de lens is scherpgesteld af van de zoominstelling. Tenzij de afstand tot het voorwerp meer dan 1 m bedraagt, is de lens niet scherpgesteld bij de maximale macro-instelling.
TELE MACRO (Fabrieksinstelling: OFF)
OFF: Hiermee schakelt u de functie uit. ON: Wanneer “ON” is ingeschakeld, kunt u een
zo groot mogelijk voorwerp filmen op een afstand van ongeveer 60 cm.
OPMERKING:
Afhankelijk van de zoominstelling is het mogelijk dat de lens niet kan scherpstellen.
Schermbreedtestand
WIDE MODE (Fabrieksinstelling: OFF)
OFF: Als u deze instelling kiest, blijven de
schermverhoudingen ongewijzigd. Voor weergave op een tv met normale schermverhoudingen.
CINEMA* : Boven en onder aan het scherm wordt een zwarte strook toegevoegd. De aanduiding verschijnt. Tijdens weergave op breedbeeld-tv’s, worden de zwarte stroken aan de boven- en onderkant van het scherm weggelaten en wordt de schermverhouding 16:9. Raadpleeg de handleiding van uw breedbeeld-tv als u deze stand gebruikt. Tijdens weergave/opname op een tv/LCD-scherm/zoeker met schermverhouding 4:3, worden boven en onder aan het scherm zwarte stroken toegevoegd zodat het beeld eruit ziet als een bioscoopbeeld met de schermverhouding 16:9.
SQUEEZE* : Voor weergave op tv’s met een schermverhouding van 16:9. Het beeld wordt natuurlijk opgerekt om te zorgen dat het zonder vervorming precies binnen het scherm past. De aanduiding verschijnt. Raadpleeg de handleiding van uw breedbeeld-tv als u deze stand gebruikt. Bij weergave/opname op een tv/ LCD-scherm/zoeker met de schermverhouding 4:3 wordt het beeld verticaal opgerekt.
D.WIDE* : De aanduiding verschijnt. Het zoombereik wordt vergroot voorbij het maximale breedhoekbereik van de optische zoom. De breedhoekinstelling van deze stand komt overeen met gebruik van een 0,7X breedhoeklens. In-/ uitzoomen is mogelijk van 0,7X tot een zoomwaarde die is ingesteld in het menu CAMERA. Deze stand is geschikt voor het filmen in kleine ruimtes.
* Alleen beschikbaar als de schakelaar VIDEO/
MEMORY is ingesteld op “VIDEO”.
Vermindering windruis
WIND CUT (Fabrieksinstelling: OFF)
OFF: Hiermee schakelt u de functie uit. ON : Helpt om de ruis te verminderen die
door wind wordt veroorzaakt. De aanduiding “ ” verschijnt. Bij gebruik van deze functie verandert de geluidskwaliteit. Dit is normaal.
Menu System
SYSTEM
Pieptoon, melodie en sluitergeluid
BEEP (Fabrieksinstelling: MELODY)
OFF: Hoewel u het tijdens het filmen niet hoort,
wordt het sluitergeluid op de band opgenomen. BEEP: Het piepsignaal wordt weergegeven
wanneer de stroomtoevoer wordt in- of uitschakeld, en aan het begin en einde van elke opname. Ook bij het inschakelen van het sluitergeluidseffect. (墌 blz. 23, 41)
MELODY: In plaats van een piepsignaal wordt een melodie weergegeven wanneer u een handeling uitvoert. Ook bij het inschakelen van het sluitergeluidseffect. (墌 blz. 23, 41)
Instelling van het opnamelampje
TALLY (Fabrieksinstelling: ON)
OFF: Het opnamelampje blijft de hele tijd
branden. ON: Het opnamelampje gaat branden om aan te
geven dat de opname begint.
Afstandsbedieningsinstelling
Zie “DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN” (blz. 54) voor meer informatie.
REMOTE (Fabrieksinstelling: ON)
OFF: Hiermee schakelt u de werking van de
afstandsbediening uit. ON: Hiermee schakelt u de werking van de
afstandsbediening in.
Automatische demonstratie
In deze stand worden bepaalde functies gedemonstreerd zoals Programma AE met speciale effecten, enzovoort. U kunt de automatische demonstratie gebruiken om na te gaan hoe deze functies werken. (墌 blz. 9)
DEMO MODE (Fabrieksinstelling: ON)
OFF: Er vindt geen automatische demonstratie
plaats.
NE 37
O
ON: In deze stand worden bepaalde functies gedemonstreerd zoals Programma AE met speciale effecten, enzovoort. U kunt de automatische demonstratie gebruiken om na te gaan hoe deze functies werken. De demonstratie begint in de volgende gevallen:
•Wanneer het menuscherm is gesloten nadat u “DEMO MODE” hebt ingesteld op “ON”.
•Als “DEMO MODE” is ingesteld op “ON” en de camcorder ongeveer 3 minuten lang niet bediend wordt nadat de aan/uit-knop is ingesteld op “A” of “M”.
De demonstratie wordt onderbroken als u tijdens de demonstratie een handeling met het toestel uitvoert. Als u vervolgens tenminste 3 minuten geen handelingen meer uitvoert, wordt de demonstratie hervat.
PMERKINGEN:
Als zich een cassette in de camcorder bevindt, kan de demonstratie niet worden ingeschakeld.
De “DEMO MODE” blijft ook op “ON” (aan) staan wanneer u de stroomtoevoer naar de camcorder onderbreekt.
Als “DEMO MODE” ingesteld blijft op “ON”, zijn sommige functies niet beschikbaar. Stel deze optie na het bekijken van de demonstratie in op “OFF”.
Titel op voorgrond
Zie “Titel op voorgrond” (墌 blz. 49) voor meer informatie.
TITLE W/ (Fabrieksinstelling: BACKGRND)
BACKGRND: De titel/lijst wordt op de voorgrond
geplaatst, de beelden op de achtergrond. IMAGE: De titel/lijst wordt met witte achtergrond
op de voorgrond geplaatst.
Prioriteitsinstelling
Als u de zoeker uittrekt terwijl het LCD-scherm geopend is, kunt u kiezen welke van de twee u wilt gebruiken.
PRIORITY (Fabrieksinstelling: LCD)
LCD: Selecteer deze optie als u het LCD-scherm
wilt gebruiken. FINDER: Selecteer deze optie als u de zoeker wilt
gebruiken.
Menu Display
CAMERA DISPLAY
De helderheid van het LDC-scherm aanpassen
BRIGHT
Zie “De helderheid van het LCD-scherm aanpassen” (blz. 13) voor meer informatie.
Weergave van schermaanduidingen
ON SCREEN (Fabrieksinstelling: LCD/TV)
LCD: Hiermee voorkomt u dat de aanduidingen
van de camcorder (met uitzondering van datum, tijd en tijdcode) op het eventueel aangesloten tv­scherm worden weergegeven.
LCD/TV: Hiermee zorgt u dat de aanduidingen van de camcorder op het tv-scherm worden gegeven wanneer de camcorder op een tv is aangesloten.
Weergave van datum- en tijdaanduiding
DATE/TIME (Fabrieksinstelling: AUTO)
OFF: De datum/tijd wordt niet weergegeven. AUTO: De datum/tijd wordt ongeveer 5 seconden
lang weergegeven als de aan/uit-knop wordt ingesteld op “A” of “M” in plaats van op “OFF”.
ON: De datum/tijd wordt altijd weergegeven.
De tijdcode instellen
TIME CODE (Fabrieksinstelling: OFF)
OFF: De tijdcode wordt niet weergegeven. ON: De tijdcode wordt weergegeven op de
camcorder en de aangesloten tv. Beeldnummers worden tijdens het opnemen niet weergegeven.
De datum/tijd wijzigen
CLOCK ADJ.
Hiermee kunt u de huidige datum en tijd instellen. (blz. 14)
GEAVANCEERDE FUNCTIES
De fabriekswaarde voor menu-instellingen herstellen
CAM RESET
EXECUTE: Alle instellingen worden teruggezet
naar de in de fabriek opgegeven waarde. RETURN: Alle instellingen worden niet teruggezet
naar de in de fabriek opgegeven waarde.
38 NE
OPNAMEMENU’S (vervolg)
Menu DSC
DSC
Beeldkwaliteit
U kunt de beeldkwaliteit naar uw eigen voorkeuren instellen. Dit toestel beschikt over twee instellingen voor de beeldkwaliteit: FINE ( ) en STANDARD ( ) (in volgorde van kwaliteit).
QUALITY (Fabrieksinstelling: FINE)
FINE / STANDARD
OPMERKING:
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, hangt af van de gekozen beeldkwaliteit, maar ook van de beeldcompositie en het soort geheugenkaart dat u gebruikt.
Beeldgrootte
U kunt de beeldgrootte naar uw eigen voorkeuren instellen.
IMAGE SIZE (Fabrieksinstelling: 1280 x 960)
640 x 480 / 1024 x 768 / 1280 x 960 / 1600 x 1200
OPMERKING:
U kunt de instellingen alleen wijzigen als de schakelaar VIDEO/MEMORY op “MEMORY” staat.
Aantal beelden dat bij benadering kan worden opgeslagen
Beeldgrootte/ beeldkwaliteit
640 x 480/ FINE
640 x 480/ STANDARD
1024 x 768/ FINE
1024 x 768/ STANDARD
1280 x 960/ FINE
1280 x 960/ STANDARD
1600 x 1200/ FINE
1600 x 1200/ STANDARD
SD-geheugenkaart
8 MB* 16 MB* 32 MB* 64 MB*
47 95 205 425
160 295 625 1285
21 47 95 200
65 145 310 640
13 29 60 125
45 95 205 425
8194180
28 60 130 275
Beeldgrootte/ beeldkwaliteit
640 x 480/ FINE
640 x 480/ STANDARD
1024 x 768/ FINE
1024 x 768/ STANDARD
1280 x 960/ FINE
1280 x 960/ STANDARD
1600 x 1200/ FINE
1600 x 1200/ STANDARD
MultiMediaCard
8 MB** 8 MB* 16 MB* 32 MB*
49 55 105 215
165 190 320 645
22 25 50 100
70 75 160 320
14 16 32 60
47 50 105 215
9102142
30 34 65 135
* Los verkrijgbaar ** Meegeleverd (9 titelbeelden reeds aanwezig)
Het opnamemedium selecteren
REC SELECT (Fabrieksinstelling: )
: Als u momentopnames maakt terwijl de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO” staat, worden de stilbeelden alleen op band opgenomen.
/ : Als u momentopnames maakt terwijl de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO” staat, worden de stilbeelden niet alleen op band opgenomen maar ook op de geheugenkaart (640 x 480 pixels). In deze stand is de optie “SNAP MODE” in het menu CAMERA ook van toepassing op geheugenkaartopnames.
O

WEERGAVEMENU’S

NE 39
Menu Video
VIDEO
Weergavegeluid
Terwijl de videoband wordt afgespeeld, wordt automatisch nagegaan in welke geluidsstand de opname is gemaakt en wordt het geluid weergegeven. Selecteer het type geluid dat u bij de beeldweergave wilt gebruiken. Volg de menutoegangsprocedure op bladzijde 31, selecteer “SOUND MODE” of “12bit MODE” in het menuscherm en selecteer de gewenste instelling.
SOUND MODE (Fabrieksinstelling: STEREO )
STEREO : Het geluid wordt via beide “L”- en
“R”-kanalen in stereo weergegeven. SOUND L : Geluid wordt via het “L”-kanaal
weergegeven. SOUND R : Geluid wordt via het “R”-kanaal
weergegeven.
12bit MODE (Fabrieksinstelling: SOUND 1)
MIX: Originele en gedubde geluiden worden
gecombineerd en in stereo via zowel het “L”- als het “R”-kanaal weergegeven.
SOUND 1: Het oorspronkelijke geluid wordt via beide “L”- en “R”-kanalen in stereo weergegeven.
SOUND 2: Het gedubde geluid wordt via beide “L”- en “R”-kanalen in stereo weergegeven.
PMERKINGEN:
De instelling “SOUND MODE” is zowel voor 12-bits als voor 16-bits geluid beschikbaar. (Bij vorige modellen werd “12-bits” “32 kHz” genoemd en “16-bits” “48 kHz”.)
Tijdens het door- of terugspoelen kan niet worden nagegaan in welke geluidsstand de opname is gemaakt. Tijdens de weergave wordt de geluidsstand in de linkerbovenhoek weergegeven.
Synchronisatieaanpassing
Zie “Zorgen voor een meer nauwkeurige montage” (blz. 61) voor meer informatie.
SYNCHRO (Fabrieksinstelling: ±0.0)
Opnamesnelheid
Hiermee kunt u de gewenste opnamesnelheid (SP of LP) instellen. Het is raadzaam in het menu VIDEO de optie “REC MODE” te selecteren als u deze camcorder tijdens het dubben als opnameapparaat gebruikt. (blz. 50, 52)
REC MODE (Fabrieksinstelling: SP)
SP / LP
OPMERKING:
U kunt “REC MODE” instellen wanneer de aan/uit­knop is ingesteld op “PLAY” of op “M”.
Dubben vanaf band naar geheugenkaart
COPY (Fabrieksinstelling: OFF)
OFF: Maakt het mogelijk om momentopnamen te
maken tijdens de bandweergave. ON: Maakt het mogelijk om beelden te dubben
die op band of een geheugenkaart zijn opgenomen. (墌 blz. 53)
Miniatuurbeelden verwijderen
Zie “Miniatuurbeelden verwijderen” (blz. 47) voor meer informatie.
NAVI.DEL.
IMAGE SEL. / TAPE SEL. / ALL / RETURN
S-Video/AV-ingang (alleen GR-DV700/500)
S/AV INPUT (Fabrieksinstelling: OFF)
OFF: Maakt uitvoer van audio/video-signalen
naar een tv, videorecorder, enzovoort, via de AV­en S-videoaansluitingen mogelijk. (墌 blz. 22, 50)
ON: Maakt invoer van audio- en videosignalen via de AV- en S-Video-aansluitingen. (墌 blz. 50)
GEAVANCEERDE FUNCTIES
40 NE
WEERGAVEMENU’S (vervolg)
Menu System
SYSTEM
Elke instelling valt onder het menu “s”, dat verschijnt wanneer u de aan/uit-knop instelt op “M”. (blz. 31) De instellingen zijn hetzelfde als in de beschrijving op bladzijde 36.
BEEP (Fabrieksinstelling: MELODY)
OFF / BEEP / MELODY
TALLY (Fabrieksinstelling: ON)
OFF / ON
REMOTE (Fabrieksinstelling: ON)
OFF / ON
DEMO MODE (Fabrieksinstelling: ON)
OFF / ON
TITLE W/ (Fabrieksinstelling: BACKGRND)
BACKGRND / IMAGE
PRIORITY (Fabrieksinstelling: LCD)
LCD / FINDER
CAM RESET
EXECUTE / RETURN
Menu Display
VIDEO DISPLAY
De parameters (behalve “OFF” bij de ON SCREEN­instellingen) komen overeen met die in de beschrijving op pagina 37.
OPMERKING:
U kunt de datumaanduiding ook in-/uitschakelen door op de knop DISPLAY van de (meegeleverde) afstandsbediening te drukken. (墌 blz. 22, 50, 59)
Menu Display
12
bi t/SOUND
L
12: 34: 24
1
4
Instelling ON SCREEN: Voor weergave van geluid, bandsnelheid en het lopen van de band tijdens de weergave van videobeelden.
Instelling DATE/TIME: Voo r d at um/tijd.
30..21
52
7
1:
03
Instelling TIME CODE: Voor tijdcode.
Minuten
Seconden
Beelden*
* 25 beelden = 1 seconde
De helderheid van het LDC-scherm aanpassen
BRIGHT
Zie “De helderheid van het LCD-scherm aanpassen” (blz. 13) voor meer informatie.
ON SCREEN (Fabrieksinstelling: LCD)
OFF / LCD / LCD/TV
Als deze optie is ingesteld op “OFF”, verdwijnt de beeldweergave van de camcorder.
DATE/TIME (Fabrieksinstelling: OFF)
OFF / AUTO / ON
Als deze optie is ingesteld op “AUTO”, wordt de datum/tijd in de volgende gevallen weergegeven:
•Wanneer de weergave begint. De camcorder geeft de datum/tijd weer wanneer de beelden zijn opgenomen.
•Wanneer de datum tijdens de weergave wordt gewijzigd.
TIME CODE (Fabrieksinstelling: OFF)
OFF / ON
O
O

OPNAMEFUNCTIES

NE 41
Knop SNAPSHOT
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Knop NIGHT
Schakelaar VIDEO/MEMORY

Night-Scope

In deze stand worden donkere voorwerpen of gebieden nog lichter gemaakt dan ze al bij goede, natuurlijk belichting zouden zijn. Het beeld krijgt het mogelijk een stroboscoopeffect vanwege de lange sluitertijd.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Druk op NIGHT. Hierdoor verschijnt de Night-
Scope-aanduiding “ ”.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast,
waardoor een 30 maal hogere gevoeligheid wordt bereikt.
“ ” verschijnt naast “ ” terwijl de sluitertijd
automatisch wordt aangepast.
Night-Scope uitschakelen…
Druk nogmaals op NIGHT. Hierdoor verdwijnt de Night-Scope-aanduiding.
PMERKINGEN:
Als de stand Night-Scope actief is, kunnen de volgende functies of instellingen niet worden ingeschakeld en knippert of dooft de aanduiding van die functies of instellingen:
• Bepaalde standen van “Programma AE met
speciale effecten” (墌 blz. 33).
• “GAIN UP” in het menu CAMERA. (墌 blz. 35)
• “DIS” in het menu MANUAL. (墌 blz. 35)
In de stand Night-Scope kan het lastig zijn om de camcorder scherp te stellen. U kunt dit vermijden door een statief te gebruiken.
Momentopnames (tijdens video­opnames)
Deze functie biedt u de mogelijkheid op band stilbeelden vast te leggen die lijken op foto’s.
1
Zet de schakelaar
2 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
3 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
4 Stel “SNAP MODE” in op de gewenste stand.
(blz. 31, 34)
5 Druk op SNAPSHOT.
De aanduiding “O” verschijnt en er wordt
gedurende zes seconden een stilbeeld opgenomen. Vervolgens wordt de camera weer in de stand Opnamestand-by geplaatst.
Het is ook mogelijk om tijdens het opnemen momentopnames te maken. Gedurende ongeveer zes seconden wordt de momentopname gemaakt, waarna de normale opname wordt hervat.
Momentopnames worden, ongeacht de positie van de aan/uit-knop (“A” of “M”), altijd gemaakt in de geselecteerde momentopnamestand.
PMERKINGEN:
Zie “BEEP” op bladzijde 36 als u het geluid van de sluiter wilt opheffen.
Als geen momentopnames mogelijk zijn, knippert “O” wanneer u op SNAPSHOT drukt.
Als Programma AE met speciale effecten (blz. 33) is ingeschakeld, zijn bepaalde standen van Programma AE met speciale effecten niet actief tijdens het maken van momentopnames. In dat geval, knippert het pictogram.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl “DIS” op “ON” (blz. 35) staat, wordt de stabilisatiefunctie uitgeschakeld.
Ook tijdens het weergeven van beelden zijn alle momentopnamestanden beschikbaar wanneer “ COPY” in het menu VIDEO is ingesteld op “OFF”. (墌 blz. 39) Het geluid van de sluiter is echter niet hoorbaar.
Tijdens het maken van momentopnames is het mogelijk dat een deel van het beeld in de zoeker ontbreekt. Er zijn echter geen gevolgen voor het opgenomen beeld.
Als een kabel is aangesloten op de AV-aansluiting, is het geluid van de sluiter niet hoorbaar via de luidspreker, maar wordt het wel op de band opgenomen.
VIDEO/MEMORY
op “VIDEO”.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
42 NE
OPNAMEFUNCTIES (vervolg)
Motordrivestand
Als u in stap 5 SNAPSHOT ingedrukt houdt, krijgt u hetzelfde effect als wanneer u foto’s zou nemen met een motordrive. (Interval tussen stilbeelden: ongeveer 1 seconde)
De motordrivestand wordt uitgeschakeld wanneer u “REC SELECT” instelt op “ / ”. (blz. 38)
Knop SNAPSHOT
Draaiknop MENU
Knop FOCUS
Blokkeerknop
Aan/uit-knop

Zelfontspanner

Wanneer de camcorder eenmaal is ingesteld, kan degene die de camcorder bedient op meer natuurlijke wijze deel uitmaken van de scène, waardoor een gedenkwaardig beeld compleet wordt gemaakt.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
U kunt het LCD-scherm 180° in opwaartse richting draaien, zodat het scherm naar voren wijst en u zichzelf kunt zien terwijl u zichzelf filmt met de zoeker naar achteren gedrukt.
3 Stel “SELF-TIMER” in op
“ON ”. (墌 blz. 31, 35)
4 Als u de zelfontspanner wilt
gebruiken om op te nemen, drukt u eerst op de start-/ stopknop voor opnemen.
Na ongeveer 15 seconden klinkt een piepsignaal en begint de video-opname.
5 Het opnemen met de
zelfontspanner wordt stopgezet als u nogmaals op de start-/stopknop voor
Zelfonstpanneraan-
opnemen drukt.
De camcorder wordt nu weer in de stand Opnamestand-by geplaatst.
OF
5 Druk op SNAPSHOT.
Na ongeveer 15 seconden klinkt een piepsignaal en wordt de momentopname gemaakt. Vervolgens wordt de camcorder weer in de stand Opnamestand-by geplaatst.
NRETUR
NU L MA A
OMEL –TI SE F R FF
duiding
O
N
6 Om het opnemen met de zelfontspanner te
beëindigen, selecteert u “OFF” in stap 3.
OPMERKING:
Als “BEEP” en “TALLY” zijn ingesteld op “OFF” (blz. 36), wordt geen piepsignaal weergegeven en gaat het opnamelampje niet branden.
Wanneer u op de start-/stopknop voor opnemen of op SNAPSHOT drukt, verandert het opnamelampje als volgt:
Begint met knipperen
(Zelfontspanner wordt
ingeschakeld)
(Zelfontspanneropname
wordt zo direct gestart)
Stopt met knipperen en gaat
momentopname gemaakt
met de zelfontspanner)
Knippert snel
continu branden
(Video-opname met
zelfontspanner wordt
gestart)
OF
Gaat uit
(Er wordt een
Na ongeveer 15 seconden
NE 43
O
O

Automatisch scherpstellen (“Autofocus”– AF)

Dankzij het Full Range AF-systeem kunt u continu opnames maken (gaande van close-up (minimale afstand slechts 5 cm tot het onderwerp) tot oneindig).
Scherpstellingsdetectiezone
In de onderstaande situaties kan het echter voorkomen dat het scherpstellen niet automatisch lukt. (Gebruik in die gevallen “Handmatig scherpstellen”):
Als twee onderwerpen elkaar binnen hetzelfde beeld overlappen.
Als er te weinig licht is.*
Als het onderwerp te weinig contrast heeft
(verschil tussen licht en donker), bijvoorbeeld een vlakke, effen muur of een helderblauwe lucht.*
Als een donker voorwerp nauwelijks zichtbaar is op het LCD-scherm of in de zoeker.*
Als een beeld hele kleine patronen of identieke, zich herhalende patronen bevat.
Als het beeld blootstaat aan zonnestralen of licht dat weerkaatst via een grote hoeveelheid water.
Als u een beeld met een contrastrijke achtergrond filmt. * De volgende waarschuwingen voor te laag
contrast knipperen: , , en
PMERKINGEN:
Als de lens vegen of vuil bevat, is nauwkeurig scherpstellen ook niet mogelijk. Houd de lens dan ook schoon. (blz. 73) Als zich condensvorming voordoet, veegt u het condens met een zachte doek weg of wacht u tot het op natuurlijke wijze is opgedroogd.
Als u een onderwerp filmt dat zich dicht bij de lens bevindt, moet u eerst uitzoomen. (墌 blz. 18) Als in de autofocusstand is ingezoomd, is het mogelijk dat automatisch wordt uitgezoomd als de afstand tussen camcorder en onderwerp dit vereist. Dit gebeurt niet als “TELE MACRO” is ingesteld op “ON”. (墌 blz. 36)

Handmatig scherpstellen

OPMERKING:
Als u de zoeker gebruikt, zou u “De zoeker verstellen” (
blz. 12) al uitgevoerd moeten hebben.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Druk op FOCUS. De aanduiding voor handmatig
scherpstellen verschijnt.
3 Als u wilt scherpstellen op een verderweg
gelegen voorwerp, draait u de draaiknop MENU met de klok mee. De aanduiding “ ” verschijnt en knippert.
Terwijl u scherpstelt op een verafgelegen onder­werp
Aanduiding hand-
matig scherpstellen
Als u wilt scherpstellen op een dichterbij gelegen voorwerp, draait u de draaiknop MENU tegen de klok in. De aanduiding “ ” verschijnt en knippert.
Terwijl u scherpstelt op een dichtbijgelegen onderwerp
Aanduiding handma-
tig scherpstellen
Teruggaan naar automatisch scherpstellen...
Druk tweemaal op FOCUS of stel de aan/uit-knop in op “A”.
PMERKINGEN:
Zorg dat u de lens in de maximale macrostand scherpstelt wanneer u handmatig scherpstelt. Als u in de breedhoekstand op een onderwerp scherpstelt, is het niet mogelijk om scherpe beelden te krijgen wanneer u inzoomt, omdat de scherptediepte kleiner wordt bij langere brandpuntsafstanden.
Als u niet verder of dichterbij kunt scherpstellen, gaat “ ” of “ ” knipperen.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
44 NE
O
3
Draaiknop MENU
Blokkeerknop
Aan/uit-knop

De belichting instellen

In de volgende situaties is het raadzaam handmatig de belichting in te stellen:
Als u filmt met omgekeerde belichting of als de achtergrond te licht is.
Als u filmt met een reflecterende natuurlijke achtergrond, bijvoorbeeld het strand of een besneeuwde berg.
Als de achtergrond erg donker is of als het onderwerp licht is.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Stel “p” in op “MANUAL”. (墌 blz. 31, 34)
De aanduiding voor de belichtingsinstelling
verschijnt.
4 Als u het beeld lichter wilt maken, draait u de
draaiknop MENU naar “+”. Als u het beeld donkerder wilt maken, draait u de draaiknop MENU naar “–”. (maximaal ±6)
De instelling +3 heeft hetzelfde effect als achtergrondlichtcompensatie. (墌 blz. 45)
De instelling –3 heeft hetzelfde effect als het instellen van “r” op “SPOTLIGHT”. (blz. 33)
5 Druk de draaiknop MENU in om het instellen
van de belichting te voltooien.
De automatische belichting herstellen...
Stel “p” in op “AUTO”. (blz. 31, 34) Of zet de aan/uit-knop op “A”.
PMERKINGEN:
Het is niet mogelijk om handmatig de belichting
in te stellen als tegelijk ook “r” is ingesteld op “SPOTLIGHT” of “SNOW” (blz. 33), of als de achtergrondlichtcompensatie is ingeschakeld. (blz. 45)
Als de aanpassing geen zichtbare helderheidswijzigingen teweeg brengt, stelt u “GAIN UP” in op “AUTO”. (墌 blz. 31, 35)
OPNAMEFUNCTIES (vervolg)

Diafragmablokkering

Net als de pupil van het menselijk oog, trekt het diafragma in een goedverlichte omgeving samen om te voorkomen dat er te veel licht binnenvalt. In een donkere omgeving verwijdt het diafragma zich om meer licht binnen te laten. Gebruik deze functie in de volgende situaties:
Als u een bewegend onderwerp filmt.
Als de afstand tot het onderwerp verandert
(waardoor de grootte ervan op het LCD-scherm of in de zoeker verandert), bijvoorbeeld als het onderwerp zich van u verwijdert.
Als u filmt met een reflecterende natuurlijke achtergrond, bijvoorbeeld het strand of een besneeuwde berg.
Als u onderwerpen onder een spot filmt.
Bij het inzoomen.
Wanneer het onderwerp zich dichtbij bevindt, blokkeert u het diafragma. Zelfs als het onderwerp zich nu van u verwijdert, wordt het beeld niet donkerder of lichter.
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Stel “p” in op “MANUAL”. (墌 blz. 31, 34)
De aanduiding voor de belichtingsinstelling
verschijnt.
4 Zoom in of uit totdat het onderwerp het LCD-
scherm of de zoeker vult. Druk vervolgens op de draaiknop MENU en houd deze langer dan twee seconden ingedrukt. De belichtingsinstellingsaanduiding en de aanduiding “ ” verschijnen.
5 Druk de draaiknop MENU
in. De aanduiding “ ” verandert in “ ” en het diafragma wordt geblokkeerd.
De automatische diafragmaregeling herstellen...
Stel “p” in op “AUTO”. (blz. 31, 34). Of zet de aan/ uit-knop op “A”.
De belichtingsinstellingsaanduiding en “ ” verdwijnen.
De belichtingsinstelling en het diafragma blokkeren…
Na stap 3 bij “De belichting instellen” stelt u de belichting in door te draaien aan de draaiknop MENU. Vervolgens blokkeert u het diafragma in stappen 4 en 5 bij “Diafragmablokkering”. Selecteer “AUTO” bij stap 3 voor automatisch vergrendeling. De belichtingsinstelling en het diafragma worden na automatisch ingesteld.
Aanduiding voor diafragmablokke­ring
NE 45
O

Achtergrondlicht compenseren

Bijachtergrondlichtcompe nsatie wordt het onderwerp snel lichter gemaakt. Druk op BACK LIGHT. wordt weergegeven en het onderwerp wordt lichter gemaakt. Als u nogmaals op deze knop drukt, verdwijnt en het vorige lichtheidsniveau wordt weer ingesteld.
Als u de knop BACK LIGHT gebruikt, is het mogelijk dat het licht rondom het onderwerp te fel wordt en het onderwerp zelf te wit.
Achtergrondlichtcompensatie is ook beschikbaar als de aan/uit-knop op “A” staat.
Knop BACK LIGHT

De witbalans aanpassen

De witbalans die betrekking heeft op de juistheid van kleurreproductie bij verschillende belichtingsomstandigheden. Als de witbalans correct is, worden alle overige kleuren nauwkeurig gereproduceerd. De witbalans wordt doorgaans automatisch aangepast. Als u echter een ervaren camcordergebruiker bent, kunt u deze functie handmatig bedienen om een meer professionele kleur-/tintreproductie te bewerkstelligen.
(Fabrieksinstelling: AUTO)
AUTO: De witbalans wordt automatisch aangepast.
MWB: U kunt de witbalans handmatig aanpassen wanneer u bij verschillende soorten belichting filmt. (“De witbalans handmatig instellen”)
FINE: Buiten op een zonnige dag.
CLOUD: Buiten op een bewolkte dag.
HALOGEN: Een videolamp of een soortgelijke belichting wordt gebruikt.
Zie “De menu-instellingen wijzigen” (blz. 31)
voor het instellen van deze functie.
De aanduiding van de geselecteerde stand
verschijnt, behalve van de stand “AUTO”.
Teruggaan naar automatische witbalansregeling…
Stel “u” in op “AUTO”. (blz. 31, 34) Of zet de aan/uit-knop op “A”.
OPMERKING:
U kunt de witbalansregeling niet gebruiken als “r” is ingesteld op “SEPIA” of op “MONOTONE”. (blz. 33)

De witbalans handmatig instellen

U kunt de witbalans handmatig aanpassen wanneer u bij verschillende soorten belichting filmt.
Blokkeerknop
Draaiknop MENU
1 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker
volledig uit.
3 Stel “u” in op “MWB”. (blz. 31, 34)
De aanduiding knippert langzaam.
4 Houd een vel wit papier voor het onderwerp. Pas
de zoominstelling aan of stel u zo op dat het witte papier het hele scherm vult.
5 Druk op de draaiknop MENU tot snel begint
te knipperen. Wanneer het instellen klaar is, gaat weer normaal knipperen.
6 Druk de draaiknop MENU tweemaal in. Het
menuscherm wordt gesloten en de aanduiding voor de handmatige witbalansinstelling wordt weergegeven.
PMERKINGEN:
In stap 4 is het mogelijk moeilijk om scherp te stellen op wit papier. Stel in dat geval handmatig scherp. (墌 blz. 43)
U kunt een onderwerp binnen onder allerlei belichtingsomstandigheden filmen (natuurlijk licht, tl-lamp, kaarslicht, enzovoort). Aangezien de kleurtemperatuur verschilt naar gelang de lichtbron, verschilt ook de tint van het onderwerp naar gelang de witbalansinstelling. Gebruik de functie om een meer natuurlijk resultaat te bewerkstelligen.
Wanneer u de witbalans handmatig hebt aangepast, blijft de instelling behouden, ook als de stroomtoevoer onderbroken of de accu verwijderd wordt.
Wit papier
Aan/uit-knop
GEAVANCEERDE FUNCTIES
46 NE
O
PAUSE
OPNAMEFUNCTIES (vervolg)

Overzichtsfunctie

De overzichtsfunctie helpt u de inhoud van een band te controleren doordat op een geheugenkaart miniatuurbeelden worden gemaakt.
Draaiknop MENU
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Terugspoelknop (3)
Schakelaar VIDEO/MEMORY
Knop NAVI
Knop NAVI STORE
Doorspoelknop (5)
Automatisch miniatuurbeelden maken tijdens het opnemen op band
1
Plaats een cassette. (墌 blz. 15)
2 Plaats een geheugenkaart. (blz. 16) 3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO”. 4
Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “
5 Stel “NAVIGATION” in op de gewenste
overzichtsopslagtijd. (blz. 31, 35)
Als de aanduiding “ ” knipperend op het
scherm verschijnt, wacht u tot het knipperen is gestopt. Als de aanduiding na een tijdje nog steeds knippert, dient u na te gaan of er wel een geheugenkaart is geplaatst.
6 Druk op de start/stop-knop voor opnemen om
het opnemen te starten.
Als de opnametijd langer duurt dan de navigatietijd die is ingesteld bij stap 5, verschijnt “ ” kort en wordt het beeld op het punt waarop de opname is begonnen vastgelegd en als miniatuurbeeld op de geheugenkaart opgeslagen.
Als u op de start-/ stopknop voor opnemen drukt voordat “ ” stopt met knipperen, wordt het beeld vastgelegd dat zich voor de
A
” of “M”.
1h m1
hm
100
PAUSE
PAUSE
Wordt weergegeven
terwijl het vastge-
legde beeld op de
geheugenkaart wordt
opgeslagen.
camera bevindt op het moment dat de geplaatste geheugenkaart wordt herkend.
7 Druk op de start/stop-knop voor opnemen om
het opnemen te beëindigen.
Handmatig miniatuurbeelden maken na het opnemen van videobeelden...
1) Voer de stappen 1 tot en met 4 hierboven uit.
2) Stel “NAVIGATION” in op “MANUAL”.
(blz. 31, 35)
3) Wanneer u klaar bent met opnemen, drukt u op NAVI STORE.
•De aanduiding “ ” verschijnt kort en het vastgelegde beeld wordt als miniatuurbeeld op de geheugenkaart opgeslagen.
PMERKINGEN:
Het aantal miniatuurbeelden dat u nog kunt opslaan, wordt ook op het scherm weergegeven wanneer dit aantal tien of minder bedraagt. Als “REC SELECT” in het menu DSC is ingesteld op “ / ”, geeft dit getal aan hoeveel beelden van 640 x 480 pixels kunnen worden opgeslagen.
Als “5S” in het menu MANUAL is ingesteld op “5S” of “Anim.”, werkt de functie NAVIGATION niet naar behoren.
Met behulp van miniatuurbeelden scènes op een band terugvinden (zoeken via NAVIGATION)
1
Plaats een cassette. (墌 blz. 15)
2 Plaats een geheugenkaart. (blz. 16) 3 Stel de schakelaar VIDEO/MEMORY in op
“VIDEO”.
4 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
5 Druk op NAVI tijdens de videoweergave of
terwijl de camcorder in de stopstand staat.
Het scherm met miniatuurbeelden NAVIGATION van de cassette verschijnt.
Druk op 3 om de vorige pagina weer te geven. Druk op 5 om de volgende pagina weer te geven.
TC : 1 3: 23 : 15
1 2 3
4 5 0 06
ONITNAV I GA
35 2.4DA TE : 2 :’30:329
6 Draai aan de draaiknop MENU om het gewenste
beeld te selecteren en druk de draaiknop in.
De aanduiding “NAVIGATION SEARCH” verschijnt knipperend en de camcorder begint op de band te zoeken naar het punt waar de beelden die bij het geselecteerde miniatuurbeeld horen, beginnen.
Het zoeken via NAVIGATION onderbreken... Druk op 4/9, 3, 5 of 8.
NE 47
Miniatuurbeelden tijdens de weergave van videobeelden
Voer stap 1 tot en met 4 van “Met behulp van
1
miniatuurbeelden scènes op een band terugvinden (zoeken via NAVIGATION)” uit.
2 Druk op 4/9 om de videoweergave te starten. 3 Druk op het gewenste punt op NAVI STORE.
De aanduiding “ ” verschijnt kort en het beeld dat wordt weergegeven op het moment dat u op NAVI STORE drukt wordt als miniatuurbeeld op de geheugenkaart opgeslagen.
Miniatuurbeelden verwijderen
1
Plaats een geheugenkaart. (墌 blz. 16)
2
Stel de schakelaar
VIDEO/MEMORY
in op “VIDEO”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
4 Druk de draaiknop MENU in. Het menuscherm
verschijnt.
5 Selecteer “t” met de draaiknop MENU en druk
de draaiknop in. Het menu VIDEO verschijnt.
ID O V E
6 Selecteer “NAVI.DEL.” met
de draaiknop MENU en druk de draaiknop in. Het submenu verschijnt.
7 Draai aan de draaiknop
MENU...
Selecteer “IMAGE SEL.” als u het weergegeven miniatuurbeeld wilt verwijderen.
Selecteer “TAPE SEL.” als u alle miniatuurbeelden wilt verwijderen voor de band die het weergegeven beeld bevat.
Selecteer “ALL” om alle miniatuurbeelden die op de geheugenkaart zijn in één keer te verwijderen.
8 Druk de draaiknop MENU
in. Het scherm NAVIGATION verschijnt.
9 Selecteer “EXECUTE” met
de draaiknop MENU en druk de draaiknop in.
Druk op 3 om de vorige pagina weer te geven. Druk op 5 om de volgende pagina weer te geven.
Als u het verwijderen wilt annuleren, selecteert u “RETURN”.
Het is niet mogelijk om miniatuurbeelden tijdens de weergave van videobeelden.
LET OP:
Verwijder de geheugenkaart niet en voer ook geen andere handelingen uit (zet bijvoorbeeld de camcorder niet uit) terwijl u bestanden verwijdert.
DU
ST ERE O
DMSO N EO
SOODb–t M 12 i E DNU 1 ±0 N–HRO SY C E C–MOD RE
L.V.DENA I
NRETUR
IG NANAV T I O
ETEDE L CURRE NT?
1 .625 1:20.0 03
EXECUTE
RETURN
0
.
OFCO Y P F
OFPUA IN S/ V T F
Zorg ook dat u de meegeleverde netadapter gebruikt, aangezien de gegevens op de geheugenkaart beschadigd kunnen raken als de accu tijdens het verwijderen leegraakt. Als de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken, initialiseert u de kaart.
OPMERKING:
Wanneer beelden eenmaal zijn verwijderd, kunt u deze niet meer terughalen. Controleer voordat u beelden verwijdert of u ze wel echt wilt verwijderen.
BELANGRIJK:
Zorg dat u altijd dezelfde combinatie van band en geheugenkaart gebruikt als tijdens het opnemen van de beelden, anders kan de camcorder de band- en geheugenkaart-ID die nodig zijn om de NAVIGATION functie correct uit te voeren niet herkennen.
Wanneer het volgende bericht verschijnt, controleert u of een geschikte band en geheugenkaart zijn geplaatst: “NO ID ON TAPE OR CARD”, “UNABLE TO USE NAVIGATION”, “THIS MEMORY CARD IS NOT COMPATIBLE”.
Als u van geheugenkaart wisselt terwijl u op één band opneemt, zullen twee geheugenkaarten de miniatuurbeelden van dezelfde band bevatten. Het is raadzaam één geheugenkaart voor één band te gebruiken.
Het zoeken via NAVIGATION werkt niet als de huidige positie een blanco gedeelte van de band is. Vermijd bij het opnemen blanco gedeelten halverwege de band, anders werkt de NAVIGATION functie niet correct.
Voordat u nieuwe opnamen over reeds opgenomen beelden heen opneemt, moet u eerst alle miniatuurbeelden voor de bestaande opname van de desbetreffende geheugenkaart verwijderen.
Als u miniatuurbeelden via een pc van de ene naar de andere geheugenkaart kopieert, werkt het zoeken via NAVIGATION niet op de gekopieerde geheugenkaart.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
48 NE
REC
OPNAMEFUNCTIES (vervolg)
E-mailfragmenten opnemen
Het is mogelijk om in 160 x 120 pixels videofragmenten te maken op basis van real-time gemaakte beelden of van eerder opgenomen videobeelden. Deze fragmenten kunt u op een geheugenkaart opslaan als bestanden die eenvoudig via e-mail kunnen worden verzonden.
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Start/stop-knop voor opnemen
Stopknop (8)
Schakelaar VIDEO/MEMORY
16 0
160
160
1 06
160
1 06
ILC-E P
ILC-EP
ILC
-
E PILC-EP
ILC-E PILC-EP
OC DP LETM EOCDPLETME
h25m
0h 25m0
0 : 00
000:00 STANDBY
STANDBY
0h m0
hm
:11 010
00 : 15
00:15
REC
REC
0h 00m0
h00m
0 : 00000:00
Knop E-MAIL
Weergave-/pauzeknop (4/9)
Resterende tijd
Het opnemen begint wan­neer u op de start/stop­knop voor opnemen drukt.
Het opnemen wordt stop­gezet wanneer u nogmaals op de start/stop-knop voor opnemen drukt.
De opname is klaar.
Videofragmenten maken met real-time beelden van de camera
Plaats een geheugenkaart. (墌 blz. 16)
1 2 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op
“MEMORY”.
3
Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “
A
” of “M”.
4 Druk op E-MAIL om de stand Opnamestand-by
voor e-mailfragmenten in te schakelen.
“E-CLIP” verschijnt.
5 Druk op de start/stop-knop voor opnemen om
het opnemen te starten.
6 Druk op de start/stop-knop voor opnemen om
het opnemen te beëindigen.
“COMPLETED” wordt weergegeven, waarna de camcorder weer in de stand Opnamestand­by voor e-mail wordt geplaatst.
7 Druk op E-MAIL om het opnemen van het
e-mailfragment te beëindigen. Het normale scherm verschijnt weer.
De op een geheugenkaart opgenomen videofragmenten bekijken…
Zie “Weergave van videofragmenten” (墌 blz. 25).
Ongewenste videofragmenten van een geheugenkaart verwijderen…
Zie “Bestanden verwijderen” (墌 blz. 28).
Opnametijd bij benadering
MultiMediaCard
8 MB** 7 min.
8 MB* 8 min.
16 MB* 17 min.
* Los verkrijgbaar ** Meegeleverd (9 titelbeelden reeds aanwezig)
OPMERKING:
Het is niet mogelijk om in de stand E­mailfragmenten opnemen het volume van de luidspreker en de koptelefoon aan te passen.
Videofragmenten maken van opgenomen videobeelden
Plaats een cassette. (墌 blz. 15)
1 2 Plaats een geheugenkaart. (blz. 16) 3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op “VIDEO”. 4 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
5 Druk op 4/9 om de videoweergave te starten. 6 Druk op E-MAIL om de stand Opnamestand-by
voor e-mailfragmenten in te schakelen.
“E-CLIP” verschijnt.
NE 49
O
O
Als u het opnemen van het e-mailfragment wilt beëindigen, drukt u nogmaals op E-MAIL of op 8 om de videoweergave te beëindigen.
7 Op het punt waar u met kopiëren wilt beginnen,
drukt u op de start/stop-knop voor opnemen om het e-mailfragment op te nemen.
8 Druk op de start/stop-knop voor opnemen om het
opnemen van het e-mailfragment te beëindigen.
“COMPLETED” wordt weergegeven, waarna de camcorder weer in de stand Opnamestand­by voor e-mail wordt geplaatst.
9 Druk op E-MAIL om het opnemen van het
e-mailfragment te beëindigen. Het normale scherm verschijnt weer.
De op een geheugenkaart opgenomen videofragmenten bekijken…
Zie “Weergave van videofragmenten” (墌 blz. 25).
Ongewenste videofragmenten van een geheugenkaart verwijderen…
Zie “Bestanden verwijderen” (墌 blz. 28).
PMERKINGEN:
De maximale opnametijd per videoclip is ongeveer 3 minuten.
Het is niet mogelijk om de weergavebediening uit te voeren zolang het e-mailfragment wordt opgenomen.
Als tijdens de opname van het e-mailfragment het einde van de band wordt bereikt, wordt het gedeelte dat niet meer op de band past automatisch op de geheugenkaart opgeslagen.
Als het einde van de band in stap 6 wordt bereikt, wordt de stand Opnamestand-by voor e-mail automatisch geannuleerd.
De met deze camcorder opgeslagen videofragmenten zijn compatibel met MPEG4. Sommige op andere apparaten opgeslagen MPEG4-bestanden kunnen op deze camcorder niet worden weergegeven.
Videofragmentbestanden van het formaat 240 x 176 die zijn gemaakt met andere apparaten of videofragmentbestanden die langer duren dan drie minuten, kunnen niet op deze camcorder worden afgespeeld. “UNSUPPORTED FILE!” wordt weergegeven.
U kunt het titelbeeldweergavescherm (TITLE) en het titelindexscherm (blz. 25, 26) kunnen niet tijdens het opnemen van e-mailfragmenten worden gebruikt.
Er kan zich beeldruis voordoen wanneer u de videofragmenten op het LCD-scherm of in de zoeker bekijkt, maar deze ruis is niet aanwezig in de videofragmenten die daadwerkelijk op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
U kunt videofragmenten ook in Windows Player versie 6.4 of hoger op uw pc bekijken. Raadpleeg hiervoor de instructies voor uw pc en de software.
®
Media

Titel op voorgrond

U kunt een selectie van de op de meegeleverde geheugenkaart opgeslagen titels/lijsten op de voorgrond weergeven.
Draaiknop MENU
Knop TITLE
Knop INDEX
Een titel selecteren
Voer stap 1 tot en met 6 van “Weergave van
1
titelbeelden” (blz. 25) uit.
2 Druk op INDEX. Het titelindexscherm verschijnt. 3 Draai aan de draaiknop MENU om de gewenste
titel te selecteren en druk de draaiknop in.
4 Stel “TITLE W/” in op de gewenste stand.
(blz. 31, 37)
Een titel opnemen
Druk tijdens de opname op TITLE. De
5
geselecteerde titel/lijst wordt opgenomen.
Druk nogmaals op TITLE om de titel/lijst uit te schakelen.
PMERKINGEN:
U kunt het op de voorgrond plaatsen van titels ook gebruiken voor dubben.
Het is mogelijk om ongewenste titels/lijsten (“Bestanden verwijderen” (blz. 28)) te verwijderen of belangrijke titels/lijsten tegen wissen te beveiligen (“Bestanden beveiligen” (墌 blz. 27)).
Een op een pc gemaakte titel/lijst kan via de meegeleverde software worden overgebracht naar een geheugenkaart. Overgebrachte titels/lijsten worden vanaf titelindexnummer 12 weergegeven. Ze kunnen samen met de op de geheugenkaart aanwezige titels/lijsten worden gebruikt. Meer informatie over het maken/overbrengen van titels/ lijsten, vindt u in de software-instructies.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
50 NE
O

KOPIËREN

Naar of vanaf een videorecorder dubben

OPMERKING:
Dubben vanaf een videorecorder is alleen mogelijk met GR-DV700/500.
Aansluitingen­klepje***
Aansluitingen-
klepje***
Naar AV
Audio/video-
kabel
(meegeleverd)
1234
Kabeladapter*
Videorecorder
A Wit naar AUDIO L IN of OUT B Rood naar AUDIO R IN of OUT C Geel naar VIDEO IN of OUT D Naar S-VIDEO** IN of OUT
* Als uw videorecorder is uitgerust met een SCART-
aansluiting, gebruikt u de meegeleverde kabeladapter.
** Sluit deze kabel aan als uw tv/videorecorder een S-
VIDEO IN/OUT-aansluiting heeft. In dit geval is het niet nodig om de gele videokabel aan te sluiten.
*** Open het klepje wanneer u de kabel aansluit.
OPMERKING:
Zet de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C:
bij een verbinding met een tv of videorecorder die geschikt is voor Y/C-signalen en via een S­videokabel is aangesloten.
CVBS:
bij een verbinding met een tv of videorecorder die niet geschikt is voor Y/C-signalen en via een audio­/videokabel is aangesloten.
Deze camcorder als weergaveapparaat gebruiken...
1
Volg de illustraties bij het aansluiten van de camcorder en de videorecorder. Zie ook pagina 22.
2
Stel de schakelaar
VIDEO/MEMORY
Naar S
S-videokabel (los verkrijgbaar)
“Y/C”/“CVBS”­selectieknop video­uitgang
Tv
in op “VIDEO”.
3 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “PLAY”.
4 Zet de videorecorder aan. 5 Plaats de broncassette in de camcorder. 6 Plaats de doelcassette in de videorecorder. 7 Schakel de standen AUX en Opname-Pauze van de
videorecorder in.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de videorecorder.
8 Druk op 4/9 op de camcorder om de weergave
van de broncassette te starten.
9 Start de opname met de videorecorder op het punt
waar u met kopiëren wilt beginnen.
10
U kunt het kopiëren onderbreken door de opnamepauzestand van de videorecorder in te schakelen en op de camcorder op
11
Herhaal stap8–10 als u nog meer stukken wilt kopiëren. Zet de videorecorder en de camcorder stop.
PMERKINGEN:
Het is raadzaam de netadapter als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (墌 blz. 11)
Wanneer de weergave van de camcorder begint, worden de beelden weergegeven op uw tv. Hierdoor weet u dat de verbindingen en het AUX­kanaal goed zijn ingesteld voor de kopieerprocedure.
Zorg voordat u met kopiëren begint dat de aanduidingen van de camcorder niet op de aangesloten tv worden weergegeven. Als dat wel het geval is, worden ze op de nieuwe band opgenomen.
Instellen of de volgende aanduidingen al dan niet op de aangesloten tv moeten worden weergegeven...
• Datum/tijd
Stel “DATE/TIME” in op “AUTO”, “ON” of op “OFF”. (墌 blz. 31, 40) Of druk op DISPLAY op de afstandsbediening om de datumaanduiding in of uit te schakelen.
• Tijdcode
Stel “TIME CODE” in op “OFF” of op “ON”. (blz. 31, 40)
• Andere aanduidingen dan datum/tijd en tijdcode
Stel “ON SCREEN” in op “OFF”, “LCD” of op “LCD/TV”. (墌 blz. 31, 40)
Deze camcorder als opnameapparaat gebruiken... (alleen GR-DV700/500)
1) Voer de stappen 1 tot en met 3 in de linkerkolom
uit.
2) Stel “S/AV INPUT” in op “ON”. (blz. 31, 39)
3) Stel “REC MODE” in op “SP” of op “LP”.
(blz. 31, 34)
4) Plaats de doelcassette in de camcorder.
5) Druk op de start/stop-knop voor opnemen om de
opnamepauzestand in te schakelen. De aanduiding “ ” verschijnt op het scherm.
A/V . IN
4/9
te drukken.
6)
O
O
Druk op de start/stop-knop voor opnemen om het opnemen te starten. De aanduiding gaat draaien.
7) Druk nogmaals op de start/stop-knop voor opnemen om het opnemen te beëindigen. De
aanduiding stopt met draaien.
PMERKINGEN:
Stel “S/AV INPUT” na het dubben in op “OFF”.
Met deze procedure kunt u analoge signalen naar
digitale signalen converteren.
Het is ook mogelijk om vanaf een andere camcorder
te dubben.
Kopiëren naar een videorecorder die is voorzien van een DV IN­aansluiting (digitaal kopiëren)
Het is ook mogelijk om opgenomen beelden van de camcorder over te brengen naar een andere videorecorder die van een DV-aansluiting is voorzien. Aangezien hierbij een digitaal signaal wordt overgebracht, is er vrijwel geen verlies aan beeld-en geluidskwaliteit.
Naar DV IN/OUT*
Kernfilter
Naar DV IN
Videorecorder die is uitgerust met DV-aansluiting
* DV IN/OUT: GR-DV700/500
DV OUT: GR-DV600/400
DV-kabel (los verkrijgbaar)
NE 51
1 Zorg dat alle apparaten zijn uitgeschakeld. 2 Sluit deze camcorder op de in de illustratie
getoonde wijze met een DV-kabel aan op een videorecorder die is voorzien van een DV­ingangsaansluiting.
3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY van deze
camcorder op “VIDEO”.
4 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop van
de camcorder ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “PLAY”.
5 Zet de videorecorder aan. 6 Plaats de broncassette in de camcorder. 7 Plaats de doelcassette in de videorecorder. 8 Druk op 4/9 op de camcorder om de weergave
van de broncassette te starten.
9 Schakel de opnamestand van de videorecorder in
op het punt waar u het kopiëren wilt starten.
10
U kunt het kopiëren onderbreken door de opnamepauzestand van de videorecorder in te schakelen en op de camcorder op
4/9
te drukken.
11 Herhaal stap 8 – 10 als u nog meer stukken
wilt kopiëren. Zet de videorecorder en de camcorder stop.
PMERKINGEN:
Het is raadzaam de netadapter als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (墌 blz. 11)
Als u de afstandbediening gebruikt terwijl zowel de camcorder als de videorecorder van JVC zijn, voeren beide apparaten dezelfde bewerking uit. U kunt dit voorkomen door op de knoppen op de apparaten zelf te drukken.
Als tijdens het kopiëren op het afspelende apparaat een blanco gedeelte of een beeld met storing wordt weergegeven, is het mogelijk dat het kopiëren wordt stopgezet om te voorkomen dat ongewenste beelden worden gekopieerd.
Hoewel de DV-kabel correct is aangesloten, is het mogelijk dat het beeld in stap 9 soms niet verschijnt. Als dit probleem zich voordoet, zet u het apparaat uit en brengt u de verbindingen opnieuw tot stand.
Als u probeert “Titel op voorgrond” (墌 blz. 49), “Tijdens de weergave in-/uitzoomen” (墌 blz. 55) of “Speciale effecten weergeven” (blz. 56) uit te voeren of als u tijdens de weergave op SNAPSHOT drukt, wordt alleen het oorspronkelijke weergegeven beeld dat op de band is opgenomen via de DV IN/OUT­aansluiting verzonden.
Als u een DV-kabel gebruikt, dient u de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV-kabel te nemen.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
52 NE
O
KOPIËREN (vervolg)
Kopiëren vanaf een videorecorder die is voorzien van een DV OUT­aansluiting (digitaal dubben) (alleen GR-DV700/500)
Het is ook mogelijk om opgenomen beelden vanaf een andere videorecorder die van een DV­aansluiting is voorzien naar de camcorder te kopiëren. Aangezien hierbij een digitaal signaal wordt overgebracht, is er vrijwel geen verlies aan beeld-en geluidskwaliteit.
Naar DV IN/OUT
Kernfilter
Naar DV OUT
Videorecorder die is
uitgerust met DV-aansluiting
DV-kabel (los verkrijgbaar)
1 Zorg dat alle apparaten zijn uitgeschakeld. 2 Sluit deze camcorder op de wijze die in de
illustratie wordt getoond aan op een videorecorder die is voorzien van een DV­uitgangsaansluiting.
3 Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY van deze
camcorder op “VIDEO”.
4 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop van
de camcorder ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “PLAY”.
5
Stel “REC MODE” in op “SP” of op “LP”. (墌blz. 31, 34)
6 Zet de videorecorder aan. 7 Plaats de broncassette in de videorecorder. 8 Plaats de doelcassette in de camcorder. 9 Druk op de start/stop-knop voor opnemen om de
opnamepauzestand in te schakelen.
De aanduiding “ ” verschijnt op het scherm.
DV. IN
10 Druk op de start/stop-knop voor opnemen om
het opnemen te starten.
De aanduiding gaat draaien.
11 Druk nogmaals op de start/stop-knop voor
opnemen om de opnamepauzestand in te schakelen.
De aanduiding stopt met draaien.
12 Herhaal stap 10 – 11 als u nog meer stukken
wilt kopiëren. Zet de videorecorder en de camcorder stop.
PMERKINGEN:
Het is raadzaam de netadapter als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (墌 blz. 11)
Als er geen beeld wordt weergegeven op het LCD­scherm, stelt u “S/AV INPUT” in op “OFF”. (blz. 31, 39)
Als u de afstandbediening gebruikt terwijl zowel de camcorder als de videorecorder van JVC zijn, voeren beide apparaten dezelfde bewerking uit. U kunt dit voorkomen door op de knoppen op de apparaten zelf te drukken.
Als tijdens het kopiëren op het afspelende apparaat een blanco gedeelte of een beeld met storing wordt weergegeven, is het mogelijk dat het kopiëren wordt stopgezet om te voorkomen dat ongewenste beelden worden gekopieerd.
Hoewel de DV-kabel correct is aangesloten, is het mogelijk dat het beeld in stap 9 soms niet verschijnt. Als dit probleem zich voordoet, zet u het apparaat uit en brengt u de verbindingen opnieuw tot stand.
Digitaal dubben wordt uitgevoerd in de geluidsstand waarmee de oorspronkele band is opgenomen, ongeacht de huidige instelling voor “SOUND MODE”. (墌 blz. 34)
Als u een DV-kabel gebruikt, dient u de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV-kabel te nemen.
NE 53
O

Op een band opgenomen stilbeelden naar een geheugenkaart kopiëren

Het is mogelijk om stilbeelden van een band naar een geheugenkaart te kopiëren.
Draaiknop MENU
Knop SNAPSHOT
Aan/uit-knop
Blokkeerknop
Schakelaar VIDEO/
MEMORY
Weergave-/ pauzeknop (4/9)
1 Plaats een cassette. (blz. 15) 2 Plaats een geheugenkaart. (blz. 16) 3
Zet de schakelaar
VIDEO/MEMORY
op “VIDEO”.
4 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
5 Stel “ COPY” in op “ON”.
(blz. 31, 39)
6 Druk op 4/9 om de weergave te starten. 7 Druk nogmaals op 4/9 om de weergave van
stilbeelden starten op het punt waarop u wilt kopiëren.
8 Als u het beeld wilt kopiëren, drukt u op
SNAPSHOT.
De aanduiding “ ” verschijnt tijdens het dubben.
Het geselecteerde beeld wordt op de geheugenkaart opgeslagen.
PMERKINGEN:
Als u in stap 8 op SNAPSHOT drukt terwijl er geen geheugenkaart in het apparaat aanwezig is, verschijnt het bericht “COPYING FAILED”.
Als een met “WIDE MODE” (blz. 36) op band opgenomen beeld naar een geheugenkaart wordt gekopieerd, wordt het signaal dat de stand WIDE identificeert niet meegekopieerd.
Als u de weergave van speciale effecten voor een videobeeld wilt kopiëren, voert u de procedure tot stap 8 uit met de (meegeleverde) afstandbediening. (墌 blz. 56)
Beelden worden gekopieerd met 640 x 480 pixels.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
54 NE

DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN

U kunt de afstandsbediening met volledige functionaliteit gebruiken om de camcorder op afstand te bedienen en om basishandelingen van de videorecorder (weergave, stoppen, pauze, doorspoelen, terugspoelen) uit te voeren. Bovendien zijn er aanvullende weergavefuncties mee mogelijk. (blz. 55)
De batterijen plaatsen
Voor de afstandsbediening gebruikt u twee batterijen van het type “AAA (R03)”. Zie “Algemene voorzorgsmaatregelen in verband met de batterijen” (blz. 70).
1 Verwijder het deksel van het batterijvak door het
lipje op de hier getoonde wijze in te drukken.
2 Plaats twee “AAA (R03)”-batterijen in de juiste
stand in het batterijvak.
3 Plaats het deksel van het batterijvak terug.
1
3
Lipje
Plaats eerst de minkant (–).
+
2
+
Effectief bereik van de signalen (gebruik binnenshuis)
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u deze op de afstandsbedieningssensor te richten. Het geschatte effectieve bereik van de signalen voor gebruik binnenshuis is 5 m.
OPMERKING:
Het verzonden signaal is mogelijk minder effectief of kan leiden tot onjuiste handelingen als de sensor direct wordt blootgesteld aan zonlicht of een krachtige lichtbron.
Sensor voor
afstandsbediening
Knoppen en functies
A Infraroodzendvenster
Hiervandaan wordt het infraroodsignaal verzonden.
De volgende knoppen zijn alleen beschikbaar als de aan/uit-knop van de camcorder is ingesteld op “PLAY”.
B Knop DISPLAY ..................... (blz. 22, 50, 59)
C Knop SHIFT ............................... (blz. 55, 58)
D Knoppen SLOW voor terugspoelen en
doorspoelen .................................... (墌 blz. 55)
Knop Links en knop Rechts .............. (墌 blz. 55)
E Knop REW
•Snel achterwaarts zoeken/snel voorwaarts
zoeken op een band........................(墌 blz. 21)
•Hiermee geeft u het vorige bestand op de
geheugenkaart weer ........................(墌 blz. 24)
F Knop FADE/WIPE ............................ (blz. 60)
G Knop EFFECT ON/OFF .................... (blz. 56)
H Knop EFFECT ................................... (blz. 56)
I PAUSE IN-aansluiting ....................... (blz. 59)
J Knop MBR SET ................................ (blz. 58)
K Knop Omhoog ................................. (blz. 55)
Knop INSERT.................................... (墌 blz. 57)
L Knop Omlaag .................................. (墌 blz. 55)
Knop A. DUB ................................... (墌 blz. 56)
M Knop PLAY
•Hiermee start u de weergave van
een band ........................................(墌 blz. 20)
•Hiermee start u de automatische weergave van beelden die zich op een geheugenkaart
bevinden ........................................(墌 blz. 24)
N Snel doorspoelknop
•Doorspoelen van/snelzoeken op
een band ........................................(墌 blz. 21)
•Hiermee geeft u het volgende bestand op een
geheugenkaart weer ........................(墌 blz. 24)
O Knop STOP
•Hiermee stopt u de band ................(墌 blz. 20)
•Hiermee stopt u de automatische
weergave ........................................(墌 blz. 24)
P Knop PAUSE
Hiermee onderbreekt u
de weergave .....................................(墌 blz. 55)
Q R.A.EDIT Knoppen .................. (blz. 58 – 61)
De volgende knoppen zijn alleen beschikbaar als de aan/uit-knop van de camcorder is ingesteld op “A” of “M”.
a Zoomknoppen (T/W)
In-/uitzoomen .............................(墌 blz. 18, 55)
(Ook beschikbaar als de aan/uit-knop op “PLAY” staat)
b Knop START/STOP
Werkt hetzelfde als de start/stop-knop voor opnemen op de camcorder.
c Knop SNAPSHOT
Werkt hetzelfde als SNAPSHOT op de camcorder.
.
O
O
Zoomknoppen
SHIFT
Knop Links of
SLOW terug-
spoelen
Knop Rechts of
SLOW
doorspoelen
Knop Omhoog
Knop Omlaag
PLAY PAUSE
STOP
Slowmotionweergave
Deze functie stelt u in staat om tijdens de weergave van videobeelden langzaam in voor- of achterwaartse richting te zoeken.
Druk tijdens normale weergave van videobeelden langer dan twee seconden op SLOW (YI of IU).
Na ongeveer 5 minuten (ongeveer 20 seconden bij een cassette van 80 minuten) langzaam terugspoelen of ongeveer 5 minuten langzaam doorspoelen, wordt de normale weergave hervat.
Als u de slowmotionweergave wilt onderbreken, drukt u op PAUSE (9).
Als u de slowmotionweergave wilt stopzetten, drukt u op PLAY (U).
PMERKINGEN:
Het is ook mogelijk om slowmotionweergave in te schakelen vanuit de stilbeeldweergave door meer dan twee seconden op SLOW (YI of IU) te drukken.
Tijdens de slowmotionweergave kan het beeld een mozaïekachtig uiterlijk krijgen. Dit komt door de digitale beeldverwerking.
Als u SLOW (YI of IU) indrukt en vasthoudt, is het mogelijk dat het stilbeeld een paar seconden lang wordt weergegeven, gevolgd door een paar seconden lang een blauw scherm. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Mogelijk is er een kleine marge tussen het beginpunt van de slowmotionweergave dat u hebt gekozen en het daadwerkelijke beginpunt voor de slowmotionweergave.
Tijdens de slowmotionweergave zijn er storingen in het beeld, dat soms onstabiel lijkt, vooral bij stilstaande beelden. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
NE 55
Tijdens de weergave in-/uitzoomen
Deze functie stelt u in staat om tijdens de weergave van videobeelden en tijdens D.S.C.-weergave het opgenomen beeld maximaal 30X uit te vergroten.
1) Druk op PLAY (U) om de videoweergave te starten. Of speel de beelden op de normale wijze af.
2) Druk op het punt waarop u wilt inzoomen op de zoomknop (T).
Als u wilt uitzoomen, drukt u
op de zoomknop (W).
3) Het is mogelijk om het beeld op het scherm te verplaatsen om zo een bepaald gedeelte van het beeld te vinden. Houd SHIFT ingedrukt en druk op L (links), F (rechts), U (omhoog) en E (omlaag).
Als u wilt stoppen met in-/uitzoomen, houdt u
W ingedrukt tot de uitvergroting weer normaal is. Of druk op STOP (8) en vervolgens op PLAY (U) tijdens de weergave van videobeelden.
PMERKINGEN:
U kunt de zoomfunctie ook gebruiken tijdens
slowmotion- en stilbeeldweergave.
Vanwege de digitale beeldverwerking kan de
beeldkwaliteit nadelig worden beïnvloed.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Beeld-voor-beeld-weergave
Deze functie stelt u in staat om tijdens de weergave van videobeelden beeld-voor-beeld te zoeken.
Druk tijdens normale weergave of stilbeeldweergave herhaald op SLOW (IU) om voorwaarts te gaan of op SLOW (YI) om achterwaarts te gaan. Elke keer dat u op SLOW (YI of IU) drukt, wordt het beeld weergegeven.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
56 NE
O
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN (vervolg)
Speciale effecten weergeven
Met deze functie kunt u creatieve beeldeffecten aan het weergegeven videobeeld toevoegen. De effecten die u tijdens de weergave kunt gebruiken, zijn CLASSIC FILM, MONOTONE, SEPIA en STROBE. Deze effecten zijn tijdens weergave hetzelfde als bij opname. (墌 blz. 33)
CLASSIC FILM: Hierdoor krijgen opgenomen
beelden een stroboscoopeffect.
MONOTONE: Net als bij de zwartwitfilms uit vroeger tijden worden uw beelden in zwartwit opgenomen. In combinatie met de cinemastand vergroot u hiermee het effect van een “oude film”.
SEPIA: Opgenomen beelden krijgen een bruine schijn, net als oude foto’s. Als u deze stand combineert met de cinemastand krijgen uw opnames een klassiek uiterlijk.
STROBE: De opname ziet er uit als een reeks opeenvolgende foto’s.
1) Druk op PLAY (U) om de weergave te starten.
2) Druk op EFFECT. Het selectiemenu PLAYBACK
EFFECT verschijnt.
3) Druk herhaald op EFFECT om de selectiebalk
naar het gewenste effect te verplaatsen.
De geselecteerde functie wordt ingeschakeld en het menu verdwijnt na twee seconden.
Druk op EFFECT ON/OFF om het geselecteerde effect uit te schakelen. Druk nogmaals op EFFECT ON/OFF om het geselecteerde effect weer in te schakelen.
Als u het geselecteerde effect wilt wijzigen, herhaalt u de procedure vanaf stap 2 hierboven.

Audiodubben

U kunt het geluidsspoor alleen in de stand 12-bits en bij opnamesnelheid SP bewerken. (墌 blz. 34)
Hoofdtelefoonaansluiting
Stereomicrofoon
Luidspreker
A.DUB PLAY PAUSE
STOP
1 Speel de band af om het punt te zoeken waarop u
de montage wilt beginnen en druk op PAUSE (9).
2 Houd A. DUB (D) op de afstandsbediening
ingedrukt en druk op PAUSE (9). De aanduidingen “9D” en “MIC” verschijnen.
3 Druk op PLAY (U) en begin te praten. Spreek in
de microfoon.
Als u het dubben wilt onderbreken, drukt u op PAUS E (9).
4 Als u het audiodubben wilt beëindigen, drukt u
op PAUS E (9) en vervolgens op STOP (8).
Het geluid weergeven tijdens het audiodubben...
Sluit optionele hoofdtelefoons op de hoofdtelefoonaansluiting aan of gebruik de AV­aansluiting en stel “12bit MODE” op de gewenste stand in.
•“SOUND 1” voor het weergavegeluid.
•“SOUND 2” voor het gekopieerde geluid.
•“MIX” voor het weergavegeluid en het gekopieerde geluid.
Het gedubde geluid tijdens de videoweergave beluisteren…
Stel “12bit MODE” in op “SOUND 2” of op “MIX”. (blz. 31, 39)
PMERKINGEN:
Als u het audiodubben uitvoert op een band die
als 12-bits is opgenomen, worden het oude en het nieuwe geluidsspoor apart opgenomen.
NE 57
O
O
Als u opneemt op een blanco gedeelte op de band, is het mogelijk dat het geluid wordt verstoord. Zorg dat u alleen op gedeelten opneemt waarop al videobeelden zijn opgenomen.
Als de microfoon tijdens de weergave op tv gaat rondzingen, haalt u de microfoon van de tv weg of zet u het geluid van de tv zachter.
Als u tijdens de opname overschakelt van 12-bits naar 16-bits en vervolgens de band gebruikt voor audiodubben, is deze niet meer voor dat doeleinde te gebruiken vanaf het punt waarop de 16-bits opname begint.
Als de band tijdens het audiodubben terecht komt bij scènes die zijn opgenomen met de snelheid LP, scènes die zijn opgenomen met 16-bits audio of bij een blanco gedeelte van de band, wordt het audiodubben beëindigd.
Als u het audiodubben wilt uitvoeren terwijl u het beeld op tv bekijkt, moet u de hiervoor benodigde aansluitingen tot stand brengen. (墌 blz. 22)
Als u in het bezit bent van de GR-DV700/500: Als u wilt audiodubben terwijl er een videorecorder op de AV-aansluiting van de camcorder is aangesloten, stelt u eerst “S/AV INPUT” in het menu VIDEO in op “ON”. (墌 blz. 31, 39) De aanduiding “AUX” verschijnt in plaats van de aanduiding “MIC”.

Invoegmontage

Het is mogelijk om een nieuwe scène op een reeds opgenomen band op te nemen. U kunt een gedeelte van de oorspronkelijke opname met minimale beeldvervorming aan het begin- en eindpunt van de nieuwe scène vervangen. Het oorspronkelijke geluid blijft behouden.
START/STOP
REW
STOP
INSERT PLAY
PAUSE
2 Druk op REW (
montage is bereikt en druk op PAUSE (9).
3
) tot het beginpunt voor de
3 Houd INSERT (I) op de afstandsbediening
ingedrukt en druk op PAUSE (9). De aanduiding 9I” en de tijdcode (min.:sec.) verschijnen en de camcorder wordt in de invoegpauzestand geplaatst.
4 Druk op START/STOP om met monteren te
beginnen.
Zorg dat het invoegen begint bij de tijdcode die u in stap 1 hebt gecontroleerd.
Als u het monteren wilt onderbreken, drukt u op START/STOP. Druk nogmaals op deze knop als u het monteren wilt hervatten.
5 Als u het invoegmonteren wilt beëindigen, drukt
u op START/STOP en vervolgens op STOP (8).
PMERKINGEN:
U kunt Programma AE met speciale effecten (
blz. 33) gebruiken om de scènes die bij het invoegmonteren worden bewerkt wat meer pit te geven.
Tijdens de invoegmontage verandert de datum- en tijdinformatie.
Als u invoegmontage toepast op een blanco gedeelte van de band, is het mogelijk dat er storing van beeld en geluid optreedt. Zorg dat u alleen op gedeelten opneemt waarop al videobeelden zijn opgenomen.
Tijdens de invoegmontage, wanneer de band terecht komt bij scènes die zijn opgenomen met de snelheid LP of bij een blanco gedeelte, wordt de invoegmontage beëindigd. (墌 blz. 80)
Als een geheugenkaart is geladen en “NAVIGATION” is ingesteld op iets anders dan “MANUAL”, wordt een NAVIGATION­miniatuurbeeld op de geheugenkaart opgeslagen. (blz. 46)
GEAVANCEERDE FUNCTIES
PMERKINGEN:
Zorg ervoor dat u de volgende stappen uitvoert voordat “TIME CODE” is ingesteld op “ON”.
Invoegmontage is niet mogelijk op een band die is opgenomen met de opnamesnelheid LP of op een blanco gedeelte van een band.
Als u de invoegmontage wilt uitvoeren terwijl u het beeld op de tv ziet, moet u de hiervoor benodigde verbindingen tot stand brengen. (
blz. 22)
1 Speel de band af, zoek het eindpunt voor de
montage en druk op PAUS E (9). Ga na wat de tijdcode op dit punt is. (墌 blz. 40)
(
blz. 31,
40)
58 NE
O
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN (vervolg)

Willekeurige montage van meerdere scènes [RA-montage]

U kunt eenvoudig gemonteerde videobanden maken door de camcorder als bronapparaat te gebruiken. U kunt maximaal 8 “scènes” voor automatische montage in de door u gewenste volgorde selecteren. RA-montage kan eenvoudiger worden uitgevoerd als de MBR (afstandsbediening voor meerdere merken) is ingesteld voor gebruik van uw merk videorecorder (zie “LIJST MET VIDEORECORDERCODES”). U kunt RA-montage echter ook uitvoeren als u de videorecorder handmatig bedient. Zorg er vóór gebruik voor dat de afstandsbediening batterijen bevat. (墌 blz. 54)
SHIFT
De afstandsbedienings-/ videorecordercode instellen
1 Zet de videorecorder aan en richt de
afstandsbediening op de infraroodsensor van de videorecorder. Zoek de juiste code in de lijst met videorecordercodes, houd MBR SET ingedrukt en voer de merkcode in. De code wordt automatisch ingesteld wanneer u MBR SET loslaat en de videorecorder wordt aangezet.
2 Zorg dat de videorecorder aan staat. Houd SHIFT
ingedrukt en druk op de afstandsbediening op de knop van de gewenste functie. De functies die u met de afstandsbediening kunt bedienen, zijn PLAY, STOP, PAUSE, FF, REW en VCR REC STBY (u hoeft voor deze laatste niet op SHIFT te drukken).
U kunt nu beginnen met de RA-montage.
BELANGRIJK:
Hoewel de MBR-afstandsbediening compatibel is met videorecorders van JVC en met videorecorders van een groot aantal andere fabrikanten, is het mogelijk dat de afstandsbediening niet in combinatie met uw videorecorder werkt of slechts een beperkte functionaliteit biedt.
MBR SET
PMERKINGEN:
Als de videorecorder in stap 1 niet aan gaat, probeert u een andere code in de lijst met videorecordercodes.
Sommige merken videorecorders gaan niet automatisch aan. Zet de videorecorder in dat geval handmatig aan en probeer stap 2.
Als u de videorecorder niet met de afstandsbediening kunt bedienen, dient u de knoppen op de videorecorder zelf te gebruiken.
Wanneer de batterijen van de afstandsbediening leegraken, wordt het merk videorecorder dat u hebt ingesteld, gewist. In dat geval moet u de oude batterijen vervangen door nieuwe en het merk videorecorder opnieuw instellen.
LIJST MET VIDEORECORDERCODES
MERK VIDEO­RECORDER
AKAI F
BLAUPUNKT AC
DAEWOO AH
FERGUSON I
GRUNDIG ACD
HITACHI FFF
JVC A
B C
LG/GOLDSTAR
MITSUBISHI FFG
NEC CCG
PANASONIC A
CODES
F G
I C
I I I
AA
A A I A
MERK VIDEO­RECORDER
B
PHILIPS A D G
G H B
SAMSUNG ID
SANYO CCF
D
SELECO, REX IIA
C
A
SHARP AAE
F C
SONY F
H
THOMSON,
H
TELEFUNKEN,
SABA,
C
NORDMENDE
G A
TOSHIBA FFI D
H
CODES
I A I I I A C G
F C C
I I I C
I E A D A F B C B
E
F
E
I A
A F G B
A
NE 59
O
Verbindingen tot stand brengen
Zie ook pagina 22.
Aansluitingen­klepje***
Aansluitin­genklepje***
Naar AV
Audio/video-
(meegeleverd)
kabel
Naar S
12 34
Kabeladapter*
Videorecorder
Tv
DISPLAY
A Wit naar AUDIO L IN B Rood naar AUDIO R IN C Geel naar VIDEO IN D Naar S-VIDEO IN**
* Als uw videorecorder is uitgerust met een SCART-
aansluiting, gebruikt u de meegeleverde kabeladapter.
** Sluit deze kabel aan als uw tv/videorecorder een S-
VIDEO IN-aansluiting heeft. In dit geval is het niet nodig om de gele videokabel aan te sluiten.
*** Open het klepje wanneer u de kabel aansluit.
OPMERKING:
Zet de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C:
bij een verbinding met een tv of videorecorder die geschikt is voor Y/C-signalen en via een S­videokabel is aangesloten.
CVBS:
bij een verbinding met een tv of videorecorder die niet geschikt is voor Y/C-signalen en via een audio­/videokabel is aangesloten.
Naar EDIT
Montagekabel (meegeleverd)
S-videokabel (los verkrijgbaar)
“Y/C”/“CVBS”­selectieknop video-uitgang
ABNaar Remote
PAUSE of
R.A.EDIT
CNaar PAUSE IN
1 A Een JVC-videorecorder voorzien van een
Remote PAUSE-aansluiting…
…Sluit de montagekabel aan op de Remote
PAUSE-aansluiting.
B Een JVC-videorecorder die niet is uitgerust
met een Remote PAUSE-aansluiting maar wel met een R.A.EDIT-aansluiting…
…Sluit de montagekabel aan op de R.A.EDIT-
aansluiting.
C Een andere videorecorder dan hierboven genoemd…
…Sluit de montagekabel aan op de PAUSE IN-
aansluiting van de afstandsbediening.
2 Plaats een opgenomen band in de camcorder. 3
Zet de schakelaar
VIDEO/MEMORY
op “VIDEO”.
4 Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop
ingedrukt en zet de aan/uit-knop op “PLAY”.
5
Zet de videorecorder aan, plaats een band waarop u kunt opnemen en schakel de AUX-stand in.
Raadpleeg hiervoor de handleiding van de videorecorder.
PMERKINGEN:
Zorg er voordat u RA-montage gaat uitvoeren voor dat de aanduidingen niet op het tv-scherm worden weergegeven. Als dat wel het geval is, worden ze op de nieuwe band opgenomen.
Instellen of de volgende aanduidingen al dan niet op de aangesloten tv moeten worden weergegeven…
• Datum/tijd
Stel “DATE/TIME” in op “AUTO”, “ON” of op “OFF”. (blz. 31, 40) Of druk op DISPLAY op de afstandsbediening om de datumaanduiding in of uit te schakelen.
• Tijdcode
Stel “TIME CODE” in op “OFF” of op “ON”. (blz. 31, 40)
• Andere aanduidingen dan datum/tijd en
tijdcode Stel “ON SCREEN” in op “OFF”, “LCD” of op “LCD/TV”. (墌 blz. 31, 40)
Als u monteert op een videorecorder die is voorzien van een DV-ingangsaansluiting, kunt u een los verkrijgbare DV-kabel aansluiten in plaats van een S-Video-kabel en een audio/video-kabel.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
60 NE
O
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN (vervolg)
Scènes selecteren
FADE/WIPE
EFFECT
EDIT IN/OUT
CANCEL
VCR REC STBY
6 Druk op PLAY (U) en vervolgens op R.A.EDIT
ON/OFF op de afstandsbediening.
Het menu voor RA­montage verschijnt.
7 Als u aan het begin van
de scène een wipe- of fade-effect gebruikt, drukt u op FADE/WIPE op de afstandsbediening.
Loop door de effecten
Geselecteerde instelling
NIOUT
1
––: –– ~
––
2 3 4 5 6 7 8
CODETIME
TOTAL
door er herhaald op te drukken en stop wanneer het gewenste effect wordt weergegeven.
Het is niet mogelijk om de optie Picture Wipe/ Dissolve aan het begin van Program 1 te gebruiken.
8 Druk aan het begin van de scène op EDIT IN/OUT
op de afstandsbediening. De montagebeginpositie verschijnt in het menu voor RA-montage.
9 Druk aan het einde van de scène op EDIT IN/
OUT. De eindpositie van de montage verschijnt
in het menu voor RA-montage.
10 Druk op FADE/WIPE als u aan het einde van
de scène een wipe-/fade-effect gebruikt.
Loop door de effecten door er herhaald op te drukken en stop wanneer het gewenste effect wordt weergegeven.
Als u een wipe-/fade-effect selecteert voor een montage-eindpunt, wordt het effect automatisch ook toegepast op het daarop volgende montage­begingpunt.
Het is niet mogelijk om de optie Picture Wipe/ Dissolve aan het einde van de laatste scène te gebruiken.
Als u fade-/wipe-effecten gebruikt, wordt de hiervoor benodigde tijd opgenomen in de totale tijd (dit geldt niet voor Picture Wipe/Dissolve).
11 Als u speciale weergave-effecten gebruikt,
drukt u op EFFECT. (blz. 56)
12 Herhaal stap 8 tot en met 11 als u nog meer
scènes wilt monteren.
Als u reeds vastgelegde punten wilt wijzigen, drukt u op CANCEL op de afstandsbediening. De vastgelegde punten verdwijnen één voor één, te beginnen met het laatst vastgelegde punt.
Als u geen wipe-/fade-effect of Programma AE met speciale effecten gebruikt, herhaalt u alleen stap 8 en 9.
PLAY
PAUSE R.A.EDIT
ON/OFF
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
:
0:000
PMERKINGEN:
Wanneer u een scène kiest, dient u de montagebeginpunten en de montage-eindpunten zo in te stellen dat er een relatief groot verschil tussen zit.
Als de zoektijd voor een beginpunt langer duurt dan vijf minuten, wordt de stand Opnamestand-by voor het opnemend apparaat geannuleerd en vindt er geen montage plaats.
Als er na de montagebegin- en montage­eindpunten lege gedeelten voorkomen, is het mogelijk dat er in de gemonteerde versie een blauw venster verschijnt.
Aangezien bij tijdcodes er niet nauwkeuriger dan in seconden wordt gewerkt, is het mogelijk dat de totale tijdsduur van de tijdcodes niet exact
MOD E
overeenkomt met de totale programmatijd.
Als u de camcorder uitzet, worden alle montagebegin- en montage-eindpunten gewist.
Als u Sepia of Monotone selecteert bij Programma AE met speciale effecten, kunt u geen oplos-
––
(“dissolve”) of zwartwitfade-effect gebruiken. In dat geval knippert de oplos- of zwartwitaanduiding. Wanneer het volgende montagebeginpunt is vastgelegd, wordt het effect uitgeschakeld. Als u deze effecten wilt combineren, gebruikt u Sepia of Monotone tijdens de opname en past u vervolgens tijdens de RA­montage het oplos- of zwartwitfade-effect toe.
Het is niet mogelijk om wipe-/fade-effecten en Programma AE met speciale effecten te gebruiken als u RA-montage uitvoert via een DV-kabel.
Menu Picture Wipe/Dissolve
(alleen beschikbaar voor RA-montage)
U kunt niet alleen de wipe/fader-effecten op pagina 32 gebruiken maar ook de onderstaande picture wipe- en picture dissolve-effecten.
DISSOLVE: de nieuwe scène verschijnt geleidelijk terwijl de oude geleidelijk verdwijnt (“oplost”).
WIPE–CORNER: de nieuwe scène bedekt geleidelijk de vorige scène vanuit de rechterbovenhoek naar de linkerbenedenhoek.
WIPE–WINDOW: de volgende scène vult vanuit het midden van het scherm in de richting van de hoeken geleidelijk het scherm en vervangt en bedekt de vorige scène.
WIPE–SLIDE: de volgende scène bedekt de vorige scène geleidelijk van rechts naar links.
WIPE–DOOR: de vorige scène wordt vanuit het midden in twee delen als een schuifdeur naar rechts en links geschoven waardoor uiteindelijk de volgende scène het scherm vult.
WIPE–SCROLL: de nieuwe scène bedekt de vorige scène geleidelijk vanaf de onderkant van het scherm naar de bovenkant.
WIPE – SHUTTER: de nieuwe scène bedekt de vorige scène geleidelijk vanaf het midden van het scherm naar zowel de onder- als de bovenkant.
NE 61
O
O
Automatisch monteren op een videorecorder
13 Spoel de band in de camcorder terug naar het
begin van de scène die u wilt bewerken en druk op PAUSE (9).
14 Druk op VCR REC STBY (79) of schakel de
opnamepauzestand van de videorecorder handmatig in.
15 Druk op de start-/stopknop voor opnemen. De
montage gebeurt zoals geprogrammeerd tot en met het einde van de laatste vastgelegde scène.
Wanneer het dubben klaar is, worden de pauzestand van de camcorder en de opnamepauzestand van de videorecorder ingeschakeld.
Als u geen montage-eindpunt vastlegt, wordt de band automatisch helemaal tot het einde gekopieerd.
Als u aan de knoppen van de camcorder zit tijdens het automatisch monteren, wordt de videorecorder in de opnamepauzestand geplaatst en wordt het automatisch monteren beëindigd.
16 Schakel de stopstand van de camcorder en de
videorecorder in. Als u de weergave van de RA-montageteller wilt laten verdwijnen, drukt u op R.A.EDIT ON/OFF op de afstandsbediening.
PMERKINGEN:
Door op R.A.EDIT ON/OFF op de afstandsbediening te drukken, wist u alle instellingen die waren vastgelegd tijdens de RA­montage.
Wanneer de montagekabel tijdens het kopiëren is aangesloten op de PAUSE IN-aansluiting van de afstandsbediening, dient u ervoor te zorgen dat u de afstandsbediening op de sensor van de videorecorder richt en dat het pad tussen beide onbelemmerd is.
RA-montage werkt mogelijk niet correct als u een band gebruikt met meerdere gedupliceerde tijdcodes. (墌 blz. 19)
Zorgen voor een meer nauwkeurige montage
Op sommige videorecorders vindt de overgang van de opnamepauzestand naar de opnamestand sneller plaats dan bij andere. Zelfs als u voor de camcorder en de videorecorder op het exact hetzelfde moment begint met de montage, is het mogelijk dat u scènes ongewenst kwijtraakt of tot de ontdekking komt dat er scènes die u niet wou kopiëren op de doelband staan. Controleer, om een netjes gemonteerde band te krijgen, hoe de timing van de camcorder ten opzichte van de videorecorder is.
De timing tussen videorecorder en camcorder vaststellen
1 Speel de band af die zich in de camcorder bevindt,
richt de afstandsbediening op de sensor van de camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF.
Het menu voor RA-montage verschijnt.
Programma 1
NIOUT
––
1
––: –– ~
2 3 4 5 6 7 8
CODETIME
TOTAL
2
Voer alleen voor programma 1 RA-montage uit. Om
MOD E
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
:
––
0:000
Menu voor RA-montage
te controleren of de timing tussen videorecorder en camcorder correct is, selecteert u het begi n van een scèneovergang als montagebeginpunt.
3 Speel de gekopieerde scène af.
Als beelden uit de scène die voorafging aan de overgang die u als montagebeginpunt had gekozen, zijn opgenomen, betekent dit dat de videorecorder te snel overschakelt van de opnamepauzestand naar de opnamestand.
Als de scène die u probeerde te kopiëren te laat begint, begint de videorecorder te laat met opnemen.
De timing tussen videorecorder en camcorder aanpassen
4 Druk op R.A.EDIT ON/OFF om het menu
Random Assemble Editing te sluiten. Druk vervolgens de draaiknop MENU in. Het menuscherm verschijnt.
5 Selecteer “t” met de draaiknop MENU en druk
de draaiknop in. Het menu VIDEO verschijnt.
6 Selecteer “SYNCHRO” met de draaiknop MENU
en druk de draaiknop in. De waarde voor “SYNCHRO” wordt geselecteerd.
7
Op basis van uw bevindingen met de controle van de timing kunt u de opnametiming van de videorecorder versnellen door de draaiknop
MENU
naar “+” te draaien. U kunt de opnametiming van de videorecorder ook vertragen door de draaiknop
MENU
naar “–” te draaien. Het aanpassingsbereik loopt van –1,3 tot +1,3 en kan worden aangepast in stappen van 0,1 seconde. Druk de draaiknop MENU in als u klaar bent met instellen.
8 Selecteer “BRETURN” met de draaiknop MENU
en druk de draaiknop tweemaal in. Voer nu de RA-montage uit vanaf stap 6 op bladzijde 60.
PMERKINGEN:
Voordat u een daadwerkelijke RA-montage uitvoert, is het raadzaam de RA-montage een aantal malen te testen om te controleren of de waarde die u net hebt ingesteld nu wel geschikt is. Voer desgewenst de benodigde wijzigingen door.
Afhankelijk van de videorecorder kan het voorkomen dat het timingverschil niet volledig kan worden gecorrigeerd.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
62 NE
O

Aansluiting op een pc

[A] Via de USB-kabel
Naar USB
[B] Met DV-kabel

SYSTEEMAANSLUITINGEN

Naar USB-aansluiting
USB-kabel (meegeleverd)
Pc
OF
Naar DV IN/OUT (GR-DV700/500) of DV OUT (GR-DV600/400)
[A] Via de USB-kabel
U kunt de volgende dingen doen:
Opslagen stilbeelden overbrengen van een geheugenkaart naar een pc.
Opslagen stilbeelden/bewegende beelden overbrengen van band naar een pc.
Stilbeelden/bewegende beelden real-time vastleggen
Deze camcorder als webcam gebruiken. (blz. 63)
[B] Met DV-kabel
Het is bovendien mogelijk om stilbeelden/ bewegende beelden via een DV-aansluiting naar een pc over te brengen met behulp van de meegeleverde, de op de pc aanwezige of in de handel verkrijgbare software.
PMERKINGEN:
In de “HANDLEIDING VOOR SOFTWARE­INSTALLATIE EN USB-AANSLUITING” vindt u informatie over het installeren van de meegeleverde software en stuurprogramma’s.
De instructiehandleiding voor de software is als PDF-bestand meegeleverd op de cd-rom.
Het is raadzaam de netadapter als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (墌 blz. 11)
Sluit nooit de USB- en de DV-kabel tegelijk op de camcorder aan. Sluit alleen de kabel die u wilt gebruiken op de camcorder aan.
DV-kabel (los verkrijgbaar)
KernfilterKernfilter
Zorg dat u de los verkrijgbare JVC VC-VDV206U of VC-VDV204U DV-kabel gebruikt wanneer u met een DV-kabel werkt. Welk type DV-kabel u moet gebruiken, hangt af van het type DV­aansluiting (4- of 6-pins) op de pc.
Als de pc die via de USB-kabel is aangesloten op de camcorder niet aan staat, wordt de camcorder niet in de USB-stand geplaatst.
De datum-/tijdinformatie kan niet op de pc worden vastgelegd.
Raadpleeg de gebruikshandleidingen van de pc en de software.
De stilbeelden kunnen ook naar een pc worden overgebracht via een videocapturekaart die is voorzien van een DV-aansluiting.
Het kan zijn dat het systeem niet goed werkt als u niet de juiste pc of videocapturekaart gebruikt.
“USB MODE” en/of “ACCESSING FILES” verschijnt op het LCD-scherm terwijl de pc toegang zoekt tot gegevens op de camcorder of als de camcorder een bestand naar de pc overbrengt.
Koppel de USB-kabel NOOIT los terwijl “ACCESSING FILES” op het LCD-scherm wordt weergegeven, aangezien dit kan leiden tot schade aan het product.
Naar DV-
aansluiting
Pc met DV­aansluiting
O

De camcorder als webcam gebruiken

Via de USB-aansluiting is de camcorder ook als webcam te gebruiken.
Naar USB
USB-kabel
(meegeleverd)
NE 63
1
Zorg dat alle benodigde software (meegeleverd) op de pc is geïnstalleerd en dat alle apparaten uit staan.
2 Sluit de camcorder door middel van de USB-
kabel op de pc an.
3
Zet de schakelaar
4
Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt en draai de aan/uit-knop naar “
VIDEO/MEMORY
A
” of “M”.
op “MEMORY”.
5 Zet de pc aan.
Op het scherm verschijnt “ ”.
Zo lang u de pc niet aan zet, wordt de
camcorder niet in de webcamstand geplaatst.
6 Wanneer u klaar bent, zet u eerst de pc uit en
dan de camcorder. Koppel de USB-kabel los van de camcorder en de pc.
PMERKINGEN:
Het is raadzaam de netadapter als stroombron te gebruiken in plaats van de accu. (墌 blz. 11)
Gebruik de meegeleverde software PIXELA ImageMixer om real-time videobeelden vast te leggen.
U kunt de camcorder ook voor webconferenties gebruiken door te werken met Microsoft Windows MSN Hotmail.
In de webcamstand kunnen de volgende knoppen niet worden gebruikt: TITLE, E-MAIL, SNAPSHOT, INDEX, NAVI, NAVI STORE, de start-/stopknop voor opnemen.
®
NetMeeting® en u aan te melden bij
Naar USB-aansluiting
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de pc en de meegeleverde software.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Pc met USB-aansluiting
64 NE

VERWIJZINGEN

ONDERWERP OPMERKINGEN
V Stroomtoevoer (blz. 10)
V VIDEOBEELDEN OPNEMEN (blz. 17)
Laad de accu op bij een temperatuur tussen 10°C en 35°C op. 20°C tot 25°C is de ideale oplaadtemperatuur. Als het te koud is, wordt de accu mogelijk niet volledig opgeladen.
De vermelde oplaadtijden gelden voor een volledig lege accu.
De oplaadtijd varieert naar gelang de omgevingstemperatuur en de toestand van de accu.
Gebruik de netadapter niet in de buurt van een radio, aangezien daardoor storing in de ontvangst kan optreden.
Aangezien binnen in de netadapter elektriciteit wordt verwerkt, wordt de adapter warm tijdens het gebruik. Zorg dan ook dat u de adapter altijd in een goed verluchte ruimte gebruikt.
Bij de volgende handelingen wordt het opladen stopgezet:
•Als u de aan/uit-knop op “PLAY”, “A” of “M” zet.
•Als u de netadapter van de camcorder loskoppelt.
•Als u de stekker van de netadapter uit het stopcontact trekt.
•Als u de accu van de camcorder losmaakt.
Als u het LCD-scherm buiten in direct zonlicht gebruikt, is het LCD-scherm mogelijk slecht te zien. Als dit gebeurt, kunt u beter de zoeker gebruiken.
De cassettehouder kan niet worden geopend tenzij de camcorder van stroom wordt voorzien.
Nadat u het deksel van de cassettehouder hebt geopend duurt het even voordat de cassettehouder opengaat. Forceer de houder niet.
Wanneer de cassettehouder eenmaal is gesloten, wordt deze automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
Wanneer u de start-/stopknop voor opnemen indrukt, kan het mogelijk enkele seconden duren voordat het opnemen daadwerkelijk begint. De aanduiding “T” gaat draaien wanneer de camcorder daadwerkelijk begint met op nemen.
De tijd die nodig is om de resterende bandduur te berekenen en weer te geven evenals de nauwkeurigheid van de berekening kunnen variëren naar gelang het gebruikte bandtype.
“TAPE END” verschijnt als de band het einde bereikt. De stroomtoevoer wordt automatisch uitgeschakeld wanneer deze toestand vijf minuten gehandhaafd blijft. “TAPE END” verschijnt ook wanneer u een cassette inbrengt die aan het einde is.
Tijdens het opnemen wordt geen geluid via de luidspreker weergegeven. Als u het geluid wilt beluisteren, moet u de los verkrijgbare hoofdtelefoon op de hoofdtelefoonaansluiting aansluiten. Pas het geluidsvolume aan door aan de draaiknop MENU te draaien. (blz. 20)

DETAILS

PROBLEMEN OPLOSSEN

Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de stappen in de onderstaande tabel hebt uitgevoerd, dient u contact op te nemen met uw JVC-dealer.
De camcorder is een apparaat dat wordt gestuurd door een microcomputer. Extern geluid en interferentie (van een tv, radio, enzovoort) kunnen de normale werking van deze camcorder verstoren. Als dat probleem zich voordoet, verbreekt u eerst de verbinding met de stroombron (accu, netadapter, enzovoort) en wacht u een paar minuten. Vervolgens sluit u de stroombron weer aan en begint u het normaal te gaan bedienen.
NE 65
Stroomvoorziening
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
1. Er is geen stroomtoevoer. 1. • De voeding is niet correct aangesloten.
•De accu is leeg.
•Het LCD-scherm is niet volledig geopend of de zoeker is tijdens het opnemen niet uitgetrokken.
1. • Sluit de netadapter goed aan. (blz. 11)
•Vervang de lege accu door een volle accu. (blz. 10, 11)
•Open het LCD-scherm volledig of trek de zoeker uit.
Video- en D.S.C.-opnames maken
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
2. Het opnemen lukt niet. 2. • De aan/uit-knop staat op
3. Als u een onderwerp filmt dat
door helder licht wordt belicht, verschijnen verticale lijnen.
4. Als het scherm tijdens het filmen aan direct zonlicht wordt blootgesteld, kan het eventjes rood of zwart kleuren.
5. De datum/tijd wordt tijdens het opnemen niet weergegeven.
6. Tijdens het opnemen is geen geluid hoorbaar.
“PLAY” of “OFF”.
— Voor video-opnames —
•Het wisbeveiligingsknopje van de cassette staat op “SAVE”.
•De schakelaar VIDEO/ MEMORY staat op “MEMORY”.
•“TAPE END” verschijnt.
•Het deksel van de cassettehouder is open.
— Voor D.S.C.-opnames —
•De schakelaar VIDEO/ MEMORY staat op “VIDEO”.
3. • Dit is het resultaat van een uitzonderlijk groot contrast en wordt niet veroorzaakt door een storing.
4. • Dit is normaal en duidt niet op een defect.
5. • “DATE/TIME” staat op “OFF”. 5. • Stel “DATE/TIME” in op
6. • De los verkrijgbare
hoofdtelefoon is niet op de hoofdtelefoonaansluiting aangesloten.
2. • De aan/uit-knop staat op “A” of “M”. (墌 blz. 17, 23)
— Voor video-opnames —
•Zet het wisbeveiligingsknopje van de cassette op “REC”. (blz. 15)
•Zet de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “VIDEO”.
•Plaats een nieuwe cassette. (blz. 15)
•Sluit het deksel van de cassettehouder.
— Voor D.S.C.-opnames —
•Zet de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “MEMORY”.
3.
4.
“ON”. (墌 blz. 31, 37)
6. • Sluit de los verkrijgbare hoofdtelefoon op de hoofdtelefoonaansluiting aan. (墌 blz. 77)
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
VERWIJZINGEN
66 NE
PROBLEMEN OPLOSSEN (vervolg)
7. De aanduidingen op het LCD­scherm of in de zoeker knipperen.
8. De digitale zoomfunctie werkt niet.
Video- en D.S.C.-weergave
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
9. De afspeel-, terugspoel- en doorspoelfunctie werken niet.
10. De band draait maar er is geen beeld.
11. Tijdens de videoweergave verschijnen blokken beeldruis, of er is geen beeld en het scherm is blauw.
12. U kunt de inhoud van een geheugenkaart niet weergeven.
7. • Bepaalde wipe-/fade­effecten, bepaalde standen van Programma AE met speciale effecten, “DIS” en andere functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt, worden gelijktijdig geselecteerd.
8. • 10X optische zoom is geselecteerd.
•De schakelaar VIDEO/ MEMORY staat op “MEMORY”.
9. • De aan/uit-knop staat op “A” of “M”.
•De schakelaar VIDEO/ MEMORY staat op “MEMORY”.
10. • Uw tv heeft wel AV­ingangsaansluitingen, maar de tv is niet ingesteld op de stand VIDEO.
•Het deksel van de cassettehouder is open.
11.
12. • De aan/uit-knop staat op “A” of “M”.
•De schakelaar VIDEO/ MEMORY staat op “VIDEO”.
7. • Lees de gedeelten over wipe­/fade-effecten, Programma AE met speciale effecten en “DIS” nogmaals. (blz. 31 – 33, 35)
8. • Stel “ZOOM” in op “40X” of op “300X”. (墌 blz. 34)
•Zet de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “VIDEO”.
9. • Zet de aan/uit-knop op “PLAY”. (墌 blz. 20)
•Zet de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “VIDEO”.
10. • Stel de tv in op de stand die of het kanaal dat bedoeld is voor de weergave van videobeelden. (墌 blz. 22)
•Sluit het deksel van de cassettehouder. (blz. 15)
11. • Reinig de koppen van de videorecorder met een los verkrijgbare reinigingscassette.
12. • Zet de aan/uit-knop op “PLAY”. (墌 blz. 24)
•Zet de schakelaar VIDEO/ MEMORY op “MEMORY”.
Geavanceerde functies
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
13. De scherpstelling vindt niet automatisch plaats.
14. In de stand Fragmenten van vijf seconden, eindigt de opname voordat vijf seconden zijn verstreken.
15. De momentopnamestand kan niet worden gebruikt.
16. De kleur van momentopnamen ziet er eigenaardig uit.
17. De gemaakte momentopname is te donker.
18. De gemaakte momentopname is te licht.
19. De witbalans kan niet worden ingesteld.
20. De wipe-/fade-effecten werken niet.
21. De zwartwitfade werkt niet. 21. • De stand Sepia (SEPIA) of
22. Programma AE met speciale
effecten werkt niet.
23. Het beeld ziet eruit alsof de sluitertijd te lang is.
13. • De scherpstelling staat op de stand Handmatig.
•De opname is gemaakt in een donkere of contrastarme omgeving.
•De lens is vuil of bedekt met condens.
14. • De stand Fragmenten van vijf seconden is in het menu MANUAL ingesteld op “Anim.”.
15. • U hebt de stand Squeeze (breedbeeld) (SQUEEZE) geselecteerd.
16. • De lichtbron of het onderwerp bevat geen wit. Of achter het onderwerp bevinden zich verschillende lichtbronnen.
•De stand Sepia (SEPIA) of Zwartwit (MONOTONE) is ingeschakeld.
17. • De opname is gemaakt met te veel achtergrondverlichting.
18. • Het onderwerp is te licht. 18. •Stel “r” in op
19. • De stand Sepia (SEPIA) of
Zwartwit (MONOTONE) is ingeschakeld.
20. • De aan/uit-knop staat op “A”.
Zwartwit (MONOTONE) is ingeschakeld.
22. • De aan/uit-knop staat op “A”.
23. • Wanneer u in het donker opnamen maakt, wordt het apparaat zeer gevoelig voor licht als u “GAIN UP” instelt op “AUTO”.
NE 67
13. • Stel de scherpstelling in op de stand Automatisch. (blz. 43)
•Reinig de lens en controleer de scherpstelling nogmaals. (blz. 73)
14. • Stel “5S” in op “5S” in het menu MANUAL. (blz. 31, 35)
15. • Schakel de stand Squeeze (breedbeeld) (SQUEEZE) uit. (blz. 31, 36)
16. • Zoek een wit onderwerp en stel uw opname zo samen dat deze binnen de lijst past. (blz. 23, 41)
•Schakel de standen Sepia (SEPIA) en Zwartwit (MONOTONE) uit. (blz. 31, 33)
17. • Druk op BACK LIGHT. (blz. 45)
“SPOTLIGHT”. (墌 blz. 33)
19. • Schakel de stand Sepia (SEPIA) of de stand Zwartwit (MONOTONE) uit voordat u de witbalans instelt. (blz. 33)
20. • Zet de aan/uit-knop op “M”. (blz. 13)
21. • Schakel de standen Sepia (SEPIA) en Zwartwit (MONOTONE) uit. (blz. 31, 33)
22. • Zet de aan/uit-knop op “M”. (blz. 13)
23. • Als u wilt dat de belichting er iets natuurlijker uitziet, stelt u “GAIN UP” in op “AGC” of “OFF”. (墌 blz. 31, 35)
VERWIJZINGEN
68 NE
PROBLEMEN OPLOSSEN (vervolg)
Andere problemen
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
24. Het voedings-/oplaadlampje op de camcorder gaat niet branden wanneer wordt geprobeerd op te laden.
25. “SET DATE/TIME!” verschijnt. 25. • De ingebouwde
26. Er is geen beeld. 26. •Er is geen stroomtoevoer naar
27. Sommige functies zijn niet
beschikbaar via de knop MENU.
28. Op de geheugenkaart opgeslagen bestanden kunnen niet worden verwijderd.
29. Wanneer het beeld op de printer wordt afgedrukt, staat onder aan het scherm een zwarte balk.
30.
Wanneer de camcorder is aangesloten via de DV-aansluiting, werkt de camcorder niet.
31. De achterzijde van het LCD­scherm is warm.
32. Het beeld op het LCD-scherm is donker of bleek.
24. • De temperatuur van de accu is extreem hoog/laag.
•Het opladen is moeilijk op plaatsen met een zeer hoge of lage temperatuur.
lithiumbatterij van de klok is leeg.
•De ingestelde datum/tijd is gewist.
de camcorder of er is een andere storing.
27. • De aan/uit-knop staat op “A”. 27. •Zet de aan/uit-knop op “M”.
28. • Op de geheugenkaart
opgeslagen bestanden zijn beveiligd.
29. • Dit is normaal en duidt niet op een defect.
30. • De DV-kabel is aangebracht/ losgemaakt terwijl de camcorder aan stond.
31. • Het lampje dat wordt gebruikt om het LCD-scherm te verlichten wordt warm.
32. • Op plaatsen met een lage temperatuur kunnen de beelden donker worden vanwege de eigenschappen van het LCD-scherm. Als dit probleem zich voordoet, verschillen de weergegeven kleuren van de eigenlijk opgenomen kleuren. Dit is geen storing van de camcorder.
•Als de fluorescentielamp van het controlelampje van het LCD-scherm het einde van de levensduur bereikt, worden de beelden op het LCD­scherm steeds donkerder. Raadpleeg uw JVC-dealer.
24. • U kunt de accu beschermen door deze op te laden bij een temperatuur van 10°C tot 35°C. (墌 blz. 70)
25. • Sluit de camcorder met behulp van de netadapter minstens 24 uur op een stopcontact aan om de oplaadbare lithiumbatterij van de klok weer op te laden. (blz. 14)
26. • Schakel de stroomtoevoer naar de camcorder uit en weer in. (墌 blz. 13)
(blz. 13)
28. • Hef de beveiliging van de op de geheugenkaart opgeslagen bestanden op en verwijder ze. (blz. 27 – 28)
29. • U kunt dit voorkomen door op te nemen terwijl “DIS” is ingeschakeld (墌 blz. 31, 35)
30. • Zet de camcorder uit en weer aan en probeer het nogmaals.
31. • Sluit het LCD-scherm om het uit te zetten of zet de aan/uit­knop op “OFF”. Laat het apparaat afkoelen.
32. • Pas de helderheid en de hoek van het LCD-scherm aan. (blz. 12, 13)
NE 69
33. Overal op het LCD-scherm of in de zoeker verschijnen felle gekleurde punten.
34. De aanduidingen en de beeldkleur op het LCD-scherm zijn niet duidelijk.
35. Het lukt niet om de cassette in de camcorder te plaatsen.
36. U kunt de geheugenkaart niet uit de camcorder verwijderen.
37. Het beeld verschijnt niet op het LCD-scherm.
38. Het beeld op het LCD-scherm is schokkerig.
39. Het LCD-scherm, de zoeker en de lens zijn vuil geworden (bijvoorbeeld door vingerafdrukken).
40. De tijdcode verschijnt niet. 40. • “TIME CODE” staat op
41. Er verschijnt een
foutaanduiding (E01, E02 of E06).
42. Er verschijnt een foutaanduiding (E03 of E04).
43. De afstandsbediening werkt niet.
33. • Het LCD-scherm en de zoeker zijn met precisietechnologie vervaardigd. Het is echter constant mogelijk dat zwarte punten of heldere lichtpunten (rood, groen of blauw) op het LCD-scherm of in de zoeker verschijnen. Deze punten worden niet op de band opgenomen. De oorzaak hiervan ligt niet in een apparaatdefect. (Effectieve punten: meer dan 99,99 %)
• Dit kan zich voordoen wanneer
34.
het oppervlak of de rand van het LCD-scherm wordt ingedrukt.
35. • De accu is bijna leeg. 35. • Plaats een volle accu.
36.
37. • De zoeker wordt
uitgetrokken en “PRIORITY” is ingesteld op “FINDER”.
•Het LCD-scherm staat te donker ingesteld.
38. • Het luidsprekervolume staat te hoog ingesteld.
39.
“OFF”.
41. • Er is een storing opgetreden. In dit geval zijn de functies van de camcorder onbruikbaar geworden.
42. • Er is een storing opgetreden. In dit geval zijn de functies van de camcorder onbruikbaar geworden.
43. • “REMOTE” staat op “OFF”.
•De afstandsbediening wijst niet in de richting van de afstandsbedieningssensor.
•De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg.
33.
34.
(blz. 10, 11)
36.
• Druk de geheugenkaart nog een aantal malen in. (
37. •Druk de zoeker terug of stel “PRIORITY” in op “LCD”. (blz. 12, 31, 37)
•Pas de helderheid van het LCD-scherm aan. (墌 blz. 13)
• Als het LCD-scherm 180 graden omhoog is gedraaid, moet u het LCD-scherm helemaal open klappen. (
38. • Zet de luidspreker minder luid. (墌 blz. 20)
39. • Veeg de onderdelen met een zachte doek schoon. Te hard vegen kan schade veroorzaken. (墌 blz. 73) Raadpleeg uw dichtstbijzijnde JVC-dealer als u de zoeker wilt reinigen.
40. • Stel “TIME CODE” in op “ON”. (墌 blz. 31, 37, 40)
41. blz. 81.
42. blz. 81.
43. • Stel “REMOTE” in op “ON”.
(blz. 31, 36)
•Wijs naar de afstandsbedieningssensor. (blz. 54)
•Plaats nieuwe batterijen. (blz. 54)
blz. 12)
blz. 16)
VERWIJZINGEN
70 NE
O

VOORZORGSMAATREGELEN

Algemene voorzorgsmaatregelen in verband met de batterijen
Als de afstandsbediening niet werkt ondanks dat u deze op correcte wijze gebruikt, zijn de batterijen ervan leeg. Plaats in dat geval nieuwe batterijen.
Gebruik alleen de volgende batterijen:
Houd rekening met de volgende regels in verband met het batterijgebruik. Als u batterijen verkeerd gebruikt, kunnen deze ontploffen of gaan lekken.
1. Zie bladzijde 54 als u batterijen wilt vervangen.
2. Gebruik geen andere batterijen dan degene die
hier zijn aangegeven.
3.
Zorg dat u de batterijen in de juiste richting plaatst.
4. Gebruik geen oplaadbare batterijen.
5. Stel batterijen niet bloot aan te grote warmte,
aangezien ze hierdoor kunnen gaan lekken of kunnen ontploffen.
6. Gooi de batterijen niet in het vuur.
7. Verwijder de batterijen uit het apparaat als u het
gedurende langere periode gaat opslaan, om lekkage van de batterijen te voorkomen. Lekkage kan tot storingen van het apparaat leiden.
8. Laad de batterijen niet opnieuw op.
2x AAA (R03)
Accu’s
De meegeleverde accu is een lithium-ionaccu. Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voordat u de meegeleverde accu of een los verkrijgbare accu gaat gebruiken:
1. Voorkom gevaar als volgt…
... niet in brand steken. ... voorkom kortsluiting van de contactpunten.
Zorg dat de accuafdekkap op de accu is aangebracht wanneer u de accu vervoert. Als u de afdekkap kwijt bent, vervoert u de accu
in een plastic tas. ... niet aanpassen of demonteren. ... niet blootstellen aan temperaturen hoger dan
60°C, aangezien de accu hierdoor oververhit
kan raken, kan ontploffen of vlam kan vatten. ... gebruik alleen de aangegeven laadtoestellen.
2. Voorkom schade en verleng de levensduur als volgt…
... vermijd onnodige schokken. ... laad de accu op in een omgeving waar de
temperatuur binnen het toegestane bereik ligt, dat in de onderstaande tabel staat. Dit is een accu die werkt door middel van een chemische reactie — koudere temperaturen belemmeren de chemische reactie, terwijl warmere temperaturen ertoe kunnen leiden dat de accu niet helemaal wordt geladen.
Contactpunten
... bewaar de accu op een koele, droge plaats.
Langdurige blootstelling aan hoge temperaturen vergroot de natuurlijke mate van ontlading en leidt tot een kortere levensduur.
... laad de accu elke zes maanden helemaal op
en laat de accu vervolgens volledig leeglopen als u de accu gedurende lange tijd niet gebruikt.
... verwijder de accu uit de lader of de
ingeschakelde camcorder wanneer u die niet gebruikt, aangezien sommige apparaten zelfs stroom gebruiken als ze uitstaan.
PMERKINGEN:
Het is normaal dat de accu warm is na het laden of na gebruik.
Specificaties voor het toegestane temperatuurbereik
Opladen ........10°C tot 35°C
Gebruik .........0°C tot 40°C
Opslag...........–20°C tot 50°C
De oplaadtijd is gebaseerd op een kamertemperatuur van 20°C.
Hoe lager de temperatuur, hoe lager het opladen duurt.
Cassettes
Lees de onderstaande voorzorgsmaatregelen om uw cassettes op juiste wijze te gebruiken en op te slaan:
1. Ga bij het gebruik als volgt te werk…
... zorg dat de cassette de markering Mini DV heeft.
... houd er rekening mee dat als u opneemt op
cassettes waarop al opnames staan, deze reeds opgenomen beeld- en geluidssignalen door de nieuwe worden overschreven.
... zorg dat u de cassette in de juiste stand in de
camcorder inbrengt.
... vermijd herhaaldelijk plaatsen en verwijderen
van de cassette zonder dat u de band laat draaien. Hierdoor verslapt de bandspanning, wat tot schade kan leiden.
... open het afdekklepje aan de voorzijde van de
cassette niet. Hierdoor kunnen er vingerafdrukken en stof op de band terechtkomen.
2. Sla cassettes als volgt op…
... uit de buurt van verwarmingstoestellen of
andere warmtebronnen. ... niet in direct zonlicht. ... op een plaats waar ze niet worden
blootgesteld aan onnodige schokken of
trillingen. ... op een plaats waar ze niet worden
blootgesteld aan sterke magnetische velden
(bijvoorbeeld velden die worden opgewekt
door motoren, transformators of magneten). ... verticaal, in de originele doosjes.
NE 71
Geheugenkaarten
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen om uw geheugenkaarten op juiste wijze te gebruiken en op te slaan:
1. Ga bij het gebruik als volgt te werk…
... zorg dat de geheugenkaart de markering SD of
MultiMediaCard heeft.
... zorg dat u de geheugenkaart in de juiste stand
inbrengt.
2. Houd rekening met het volgende wanneer de camcorder toegang zoekt tot de geheugenkaart (tijdens opnemen, weergeven, wissen, initialiseren, enzovoort)…
... verwijder de geheugenkaart nooit en zet de
camcorder nooit uit.
3. Sla de geheugenkaarten als volgt op…
... uit de buurt van verwarmingstoestellen of
andere warmtebronnen. ... niet in direct zonlicht. ... op een plaats waar ze niet worden blootgesteld
aan onnodige schokken of trillingen. ... op een plaats waar ze niet worden
blootgesteld aan sterke magnetische velden
(bijvoorbeeld velden die worden opgewekt
door motoren, transformators of magneten).
LCD-scherm
1. Om schade aan het LCD-scherm te voorkomen mag u het volgende NIET DOEN…
... hard tegen het scherm duwen of er op slaan. ... de camcorder met het LCD-scherm naar
onder op de grond leggen.
2. U kunt de levensduur als volgt verlengen…
... wrijf het LCD-scherm niet af met een ruwe doek.
3. Houd rekening met de volgende verschijnselen die zich voordoen bij het gebruik van LCD-schermen. Deze verschijnselen zijn geen storingen:
•Tijdens het gebruik van de camcorder kan het
oppervlak rond het LCD-scherm evenals de achterzijde van het LCD-scherm warm worden.
•Als u de stroomtoevoer lange tijd ingeschakeld
laat, wordt het oppervlak rond het LCD-scherm warm.
... de accu verwijderen of de stroomtoevoer
onderbreken terwijl de camcorder aan staat.
... de accu op de camcorder laten terwijl u de
camcorder niet gebruikt.
2. Gebruik de camcorder NIET…
... op plaatsen die erg vochtig of stoffig zijn. ... op plaatsen met roet of stoom, bijvoorbeeld in
de buurt van een gasfornuis.
... op plaatsen waar veel schokken of trillingen
voorkomen. ... in de buurt van een tv-toestel. ... in de buurt van apparaten die een sterk
magnetisch veld opwekken (luidsprekers, tv-/
radioantennes, enzovoort). ... op plaatsen met een extreem hoge (meer dan
40°C) of extreem lage (minder dan 0°C)
temperatuur.
3. Laat de camcorder NIET achter…
... op plaatsen waar het meer dan 50°C is. ... op plaatsen waar de vochtigheid bijzonder
laag (minder dan 35%) of bijzonder hoog
(meer dan 80%) is. ... in direct zonlicht. ... in een afgesloten auto (in de zomer). ... in de buurt van een verwarmingstoestel.
4. Bescherm de camcorder als volgt…
... laat het toestel niet nat worden. ... laat het toestel niet vallen en sla er niet mee
tegen harde voorwerpen. ... stel het toestel wanneer u het vervoert niet
bloot aan schokken of overmatige trillingen. ... richt de lens niet gedurende lange tijd op
bijzonder lichte voorwerpen. ... stel de lens en de lens van de zoeker niet aan
direct zonlicht bloot. ... draag het toestel niet door het vast te houden
bij het LCD-scherm of de zoeker. ... zwaai niet te veel met het toestel terwijl u het
bij de handband of handgreep vasthoudt. ... zwaai niet te veel met de zachte cameratas
terwijl de camcorder erin zit.
VERWIJZINGEN
Hoofdtoestel
1. Om veiligheidsredenen mag u het volgende NIET DOEN…
... de behuizing van de camcorder openen. ... het toestel demonteren of aanpassen. ... de contactpunten van de accu kortsluiten.
Houd het toestel uit de buurt van metalen objecten wanneer u het niet gebruikt.
... brandbare stoffen, water of metalen objecten
in het toestel laten binnendringen.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
72 NE
VOORZORGSMAATREGELEN (vervolg)
5. Vuile camcorderkoppen kunnen de volgende problemen veroorzaken:
•Geen beeld tijdens de weergave.
•Ruisblokken verschijnen tijdens de weergave.
•Tijdens opname of weergave wordt de
waarschuwing voor een vuile kop “ ” getoond.
• Het opnemen kan niet naar behoren worden uitgevoerd.
Gebruik in deze gevallen een los verkrijgbare reinigingscassette. Plaats deze cassette en speel hem af. Als u de cassette meerdere malen na elkaar gebruikt, kan schade aan de videokoppen ontstaan. Nadat de camcorder ongeveer 20 seconden heeft gedraaid, stopt deze automatisch. Raapleeg ook de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette. Als het probleem zich na het gebruik van de reinigingscassette blijft voordoen, raadpleegt u uw JVC-dealer. Mechanische, bewegende onderdelen die zorgen voor het voortbewegen van de videokoppen en videoband worden meestal met verloop van tijd vuil en verslijten. Om te zorgen dat u een scherp beeld houdt, is het raadzaam periodiek onderhoud te laten uitvoeren nadat u de camcorder ongeveer 1000 uur hebt gebruikt. Raadpleeg uw JVC-dealer voor periodiek onderhoud.
Informatie over condensvorming...
Het is u vast al wel opgevallen dat wanneer u een koude vloeistof in een glas doet, zich waterdruppels vormen aan de buitenkant van het glas. Ditzelfde verschijnsel doet zich voor op de koppen van een camcorder wanneer het toestel wordt overgebracht van een koude naar een warme omgeving, wanneer een koude kamer wordt verwarmd, in extreem vochtige omstandigheden of op een plek waar koude lucht uit een airco-installatie binnenstroomt.
Vocht op de koppen kan tot ernstige schade aan de videoband leiden en kan inwendige schade aan de camcorder zelf veroorzaken.
Ernstige storingen
Als zich een ernstige storing voordoen, dient u onmiddellijk te stoppen met het gebruik van de camcorder en uw JVC-dealer te raadplegen.
De camcorder is een apparaat dat wordt gestuurd door een microcomputer. Extern geluid en interferentie (van een tv, radio, enzovoort) kunnen de normale werking van deze camcorder verstoren. Als dat probleem zich voordoet, verbreekt u eerst de verbinding met de stroombron (accu, netadapter, enzovoort) en wacht u een paar minuten. Vervolgens sluit u de stroombron weer aan en begint u het normaal te gaan bedienen.
Juist omgaan met een cd-rom
•Zorg dat u het spiegelende oppervlak (de achterzijde van de bedrukte kant) niet vuil maakt of krast. Schrijf niet en plak geen etiketten op de voor- of achterkant. Als de cd-rom vuil wordt, veegt u deze voorzichtig met een zachte doek af. Maak cirkelvormige bewegingen vanuit het midden naar de buitenkant toe.
•Gebruik geen conventionele disc-reinigers of reinigingsspray.
•Buig de cd-rom niet en raak het spiegelend oppervlak ervan niet aan.
•Sla de cd-rom niet op in een stoffige, hete of vochtige omgeving. Houd de cd-rom van direct zonlicht verwijderd.

ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER

O
NE 73
Na het gebruik
1 Zet de camcorder uit. 2 Schuif OPEN/EJECT omlaag en houd deze in de
richting van de pijl gedrukt. Trek vervolgens het deksel van de cassettehouder open tot het vastklikt. De houder wordt automatisch geopend. Verwijder de cassette.
3
Druk op “PUSH HERE” om de cassettehouder te sluiten.
Wanneer de cassettehouder eenmaal is gesloten, wordt deze automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
4 Schuif BATT.RELEASE 1 omhoog en verwijder de
accu 2 3.
Verwijde-
PUSH HERE
Deksel van
cassettehouder
ren.
Cassettehouder
De camcorder reinigen
1 Reinig de behuizing door deze voorzichtig met
een schone doek schoon te vegen. Doe de doek in een oplossing met milde zeep en wring hem goed uit als u zwaar vuil wilt verwijderen. Veeg het apparaat daarna met een droge doek af.
2 Druk op PUSH OPEN en open het LCD-scherm.
Veeg het voorzichtig met een zachte doek schoon. Zorg ervoor dat u het LCD-scherm niet beschadigt. Sluit het LCD-scherm.
3 U reinigt de lens door deze met een blaaskwastje
schoon te blazen en vervolgens met lensreinigingspapier af te vegen.
PMERKINGEN:
Vermijd het gebruik van te sterke schoonmaakmiddelen, zoals benzine of alcohol.
U mag de camcorder pas reinigen nadat u de accu hebt verwijderd en andere eventuele stroombronnen zijn losgekoppeld.
Er kan zich schimmel op de lens vormen als deze vuil is.
Als u een reinigingsmiddel of een chemisch behandelde doek wilt gebruiken, dient u eerst de voorzorgsmaatregelen van dat product door te nemen.
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde JVC-dealer als u de zoeker wilt reinigen.
Knop OPEN/EJECT
VERWIJZINGEN
Knop BATT.RELEASE
74 NE

SPECIFICATIES

Camcorder
Algmeen Voe ding : 11 V gelijkstroom (bij gebruik van netadapter)
Stroomverbruik
LCD-scherm uitgeschakeld/ zoeker ingeschakeld
LCD-scherm ingeschakeld/ zoeker uitgeschakeld
Afmetingen (B x H x D) : 75,5 mm x 91 mm x 185 mm (GR-DV700/600)
Gewicht : Ongeveer 575 g (GR-DV700/600)
Bedrijfstemperatuur : 0°C tot 40°C Bedrijfsvochtigheid : 35% tot 80% Opslagtemperatuur : –20°C tot 50°C Pickup : 1/4” CCD Lens : F 1,2, f = 3,8 mm tot 38 mm, 10:1 motorzoomlens (GR-DV700/600)
Filterdiameter : ø52 mm LCD-scherm : 2,5” diagonaal gemeten, LCD-scherm/TFT active matrix-systeem Zoeker : Elektronische zoeker met 0,24” kleuren-LCD-scherm Luidspreker : Mono
7,2 V gelijkstroom (via accu)
: Ongeveer 3,7 W
: Ongeveer 4,8 W
75,5 mm x 91 mm x 176 mm (GR-DV500/400) (met LCD-scherm gesloten en zoeker ingeduwd)
Ongeveer 560 g (GR-DV500/400) (zonder cassette, geheugenkaart en batterij) Ongeveer 655 g (GR-DV700/600) Ongeveer 640 g (GR-DV500/400) (inclusief cassette, geheugenkaart en batterij)
F 1,8, f = 3,8 mm tot 38 mm, 10:1 motorzoomlens (GR-DV500/400)
Digitale videocamera Indeling : DV-indeling (SD-stand) Signaalindeling : PAL-standaard Indeling voor opname/weergave : Video : digitale componentenopname
Cassette : Mini-DV-cassette Bandsnelheid : SP: 18,8 mm/s
Maximale opnametijd (met cassette van 80 min.)
Digitale stilbeeldcamera Opslagmedia : SD-geheugenkaart/MultiMediaCard Compressiesysteem : Stilbeelden : JPEG (-compatibel)
Bestandsgrootte
Stilbeelden : 4 standen (1600 x 1200 pixels/1280 x 960 pixels/1024 x 768 pixels/
Bewegende beelden : 1 stande (160 x 120 pixels) Beeldkwaliteit : 2 standen (FINE/STANDARD) Aantal beelden dat bij benadering kan worden opgeslagen
Audio : PCM digitale opname, 32 kHz 4-kanalen (12-bits), 48 kHz
2-kanalen (16-bits)
LP: 12,5 mm/s
: SP: 80 min.
LP: 120 min.
Bewegende beelden : MPEG4 (-compatibel)
640 x 480 pixels)
: blz. 38
Aansluitingen S
S-Video-invoer
(alleen GR-DV700/500)
S-Video-uitvoer : Y: 1,0 V (p-p), 75 , analoog
AV
Video-invoer
(alleen GR-DV700/500)
Video-uitvoer : Y: 1,0 V (p-p), 75 , analoog
Audio-invoer
(alleen GR-DV700/500)
Audio-uitvoer : 300 mV (rms), 1 k, analoog, stereo EDIT : ø3,5 mm, 2-polig Hoofdtelefoonuitvoer :Stereo DV
Invoer/uitvoer
(alleen GR-DV700/500)
Uitvoer
(alleen GR-DV600/400) USB :5-pins
: Y: 0,8 V tot 1,2 V (p-p), 75 , analoog
C: 0,2 V tot 0,4 V (p-p), 75 Ω, analoog
C: 0,29 V (p-p), 75 Ω, analoog
: Y: 0,8 V tot 1,2 V (p-p), 75 , analoog
: 300 mV (rms), 50 kΩ, analoog, stereo
: 4-pins, conform IEEE 1394
: 4-pins, conform IEEE 1394
Netadapter
Algmeen Stroomvereisten : 110 V tot 240 Vd wisselstroom, 50 Hz/60 Hz Uitvoer : 11 V G gelijkstroom, 1 A
NE 75
De vermelde specificaties gelden voor de snelheid SP, tenzij anders staat vermeld. Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
VERWIJZINGEN
76 NE
INDEX knoppen, aansluitingen en lampjes
W
X Y Z

INDEX

NE 77
Knoppen
a •Menudraaiknop [MENU] .................. 墌 blz. 31
•Volumeregelaar luidspreker/koptelefoon
[VOLUME +, –] ................................ 墌 blz. 20
b Momentopnameknop
[SNAPSHOT].............................. blz. 23, 41
c Motorzoomhendel [T/W].................... blz. 18
d •Scherpstelknop [FOCUS] .................. blz. 43
•Knop Blanco gedeelte zoeken
[BLANK SEARCH] ............................ blz. 21
e Dioptrie-regelknop ............................. blz. 12
f Start-/stopknop voor opnemen ........... blz. 17
g Aan/uit-knop [A, M, PLAY, OFF]........ blz. 13
h Blokkeerknop...................................... blz. 13
i •Stopknop [8].................................... blz. 20
•Knop Programma AE [PROG.AE]...... 墌 blz. 33
j •Terugspoelknop [
•Knop NIGHT .................................... 墌 blz. 41
k Weergave-/pauzeknop [4/9] ............ blz. 20
l •Doorspoelknop [
•Knop Wipe- of Fader-effect
[FADE/WIPE].................................... blz. 32
m Indexknop [INDEX] ............................ blz. 26
n Knop voor opslaan van miniatuurbeelden
[NAVI STORE]..................................... 墌 blz. 47
o •D.S.C.-weergaveselectieknop
[SELECT]................................... blz. 24 – 29
•Overzichtsknop [NAVI] .................... 墌 blz. 46
p Schakelaar VIDEO/MEMORY
[VIDEO/MEMORY]............................. blz. 13
q Titelknop [TITLE] ................................ blz. 49
r •Informatieknop [INFO]..................... blz. 26
•Knop voor opnemen van e-mailfragmenten
[E-MAIL]........................................... blz. 48
s Accuvergrendelingsschakelaar
[BATT.RELEASE] .................................. blz. 10
t Schakelaar voor openen/uitwerpen cassette
[OPEN/EJECT]..................................... blz. 15
u Knop voor achtergrondlichtcompensatie
[BACK LIGHT] .................................... 墌 blz. 45
v Schermopenknop
[PUSH OPEN]..................................... 墌 blz. 17
3
] ....................... blz. 20
5
]........................ blz. 20
Aansluitingen
De aansluitingen bevinden zich achter de klepjes.
W S-video-aansluiting
[S-VIDEO IN/OUT (GR-DV700/500) of S-VIDEO OUT (GR-DV600/400)]
X Montageaansluiting [EDIT] ................ blz. 59
Y Microfoonaansluiting [MIC]
Bevestig de optionele microfoon.
Z Hoofdtelefoonaansluiting [ ] ........... blz. 56
Er wordt geen geluid weergegeven als de hoofdtelefoon hierop is aangesloten.
........... blz. 22, 50, 59
a Digital Video-aansluiting
[
DV IN/OUT (GR-DV700/500) of DV OUT (GR-
DV600/400)] (i.Link*) .............墌 blz. 51, 52, 62
* i.Link heeft betrekking op de IEEE1394-1995-
branchespecificatie en uitbreidingen daarvan. Het logo wordt gebruikt voor producten die conform de i.Link-standaard zijn.
b USB-aansluiting
(Universal Serial Bus) ..........................墌 blz. 62
c DC-ingangsaansluiting [DC] ..........blz. 10, 11
d Audio-/video-aansluiting
[AV IN/OUT (GR-DV700/500) of AV OUT (GR-
DV600/400)]...........................blz. 22, 50, 59
Lampjes
I Voedings-/oplaadlampje................blz. 13, 17
J Opnamelampje..............................blz. 17, 36
Overige onderdelen
h Schouderriemoogje ...............................blz. 7
i Accuhouder.........................................blz. 10
j Handgreepriem ...................................blz. 12
k LCD-scherm ..................................blz. 12, 18
l Luidspreker .........................................blz. 20
m Geleidepengat
n Statiefaansluiting.................................blz. 12
o Kaartsleufklepje [MEMORY CARD] ....blz. 16
p Deksel van cassettehouder ..................blz. 15
q Stereomicrofoon..................................blz. 56
r Informatievoetje
Sluit alleen de optionele JVC VL-V3U­videolamp, het VL-F3U-flitslicht, de MZ-V3U­stereozoommicrofoon of de MZ-V5U­stereomicrofoon aan. Zorg dat de stroomtoevoer naar de camcorder is onderbroken en dat het videolampje, het flitslicht of de microfoon is uitgeschakeld voordat u dit/deze aansluit of loskoppelt.
s Zoeker.................................................blz. 12
t Sensor voor afstandsbediening ............blz. 54
u Camerasensor
Zorg dat u dit gebied niet afdekt, aangezien het een sensor bevat die nodig is om te filmen.
VERWIJZINGEN
78 NE
INDEX aanduidingen
Aanduidingen
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker, alleen tijdens opname
1h40m
REC
(blz. 32)
(blz. 17)
(blz. 46)
(墌blz. 17)
(墌blz. 17)
(blz. 57)
(blz. 36)
(blz. 35)
51
SOUND12bit
r
a Overzichtsaanduiding (blz. 46)
(Verschijnt wanneer “NAVIGATION” is ingesteld op een andere optie dan “MANUAL”.)
b Aanduiding voor geselecteerd wipe-/fade-effect
c Aanduiding voor het lopen van de band
(Draait wanneer de band draait.)
d Aanduiding voor geselecteerde
schermbreedtestand (blz. 36)
e Aanduiding voor opslaan van miniatuurbeelden
(Verschijnt terwijl het vastgelegde beeld als miniatuurbeeld op de geheugenkaart wordt opgeslagen.)
f Opnamesnelheid (SP/LP) (blz. 34) g Resterende bandduur (blz. 18)
•REC:
h
•PAUSE:
i Stand Invoegmontage/invoegmontagepauze
j 5S/Anim.: Geeft aan dat de stand Fragmenten van
vijf seconden of de stand Animatieopname actief is. (blz. 35)
k Aanduiding voor windruisvermindering
l Aanduiding van de geluidsstand (blz. 34)
(Verschijnt ongeveer vijf seconden lang nadat u de camcorder hebt aangezet.)
m Tijdcode (blz. 37, 40) n Digitale beeldstabilisatiefunctie (“DIS”)
15:55
(Verschijnt tijdens het opnemen.)
(Verschijnt in de stand Opnamestand-by.)
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker, alleen tijdens D.S.C.-opnames
1024
a Beeldgrootte: 1600 (1600 x 1200), 1280
(1280 x 960), 1024 (1024 x 768) of 640 (640 x 480) (blz. 38)
b Scherpstellingspictogram (墌 blz. 23)
(Knippert terwijl er wordt scherpgesteld en stopt met knipperen wanneer het beeld is scherpgesteld.)
c Opnamepictogram (blz. 23)
(Verschijnt en knippert tijdens het opnemen.)
d Kaartpictogram (墌 blz. 23)
:
Verschijnt tijdens het opnemen.
:
Knippert (wit) wanneer geen geheugenkaart is
geladen.
:
Knippert (geel) als de camcorder de gegevens naar
de geheugenkaart leest, bijvoorbeeld titels/lijsten, NAVIGATION-miniatuurbeelden, videofragmenten, stilbeelden, enzovoort.
e Beeldkwaliteit: (FINE) en (STANDARD)
(in volgorde van kwaliteit) (墌 blz. 38)
f Resterend aantal opnames (墌 blz. 23)
(Bevat het geschatte aantal resterende beelden dat nog kan worden opgeslagen tijdens D.S.C.-opnamen of het exacte aantal miniatuurbeelden dat nog tijdens het opnemen van videobeelden kan worden opgeslagen als dat aantal 10 of minder bedraagt. Het aantal neemt toe of af al naar gelang de instellingen voor beeldkwaliteit/­grootte, enzovoort.)
LCD-scherm-/zoekeraanduidingen tijdens het opnemen van e-mailfragmenten
160
a Beeldgrootte: 160 (160 x 120)
(墌 blz. 48)
b Opnamepictogram (墌 blz. 23)
(Verschijnt en knippert tijdens het opnemen.)
c Opnameaanduiding voor e-mailfragmenten
d Resterende opnametijd op geheugenkaart voor
e-mailfragmenten (blz. 48)
e Opnametijd voor e-mailfragmenten (墌 blz. 48)
ILC-EP
0
hm
:10
00:15
(blz. 48)
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker, zowel tijdens video- als D.S.C.-opnames
g
8
9
1 2
4
40
x
3
5 6
7
3
3
BRIGHT
W
0
T
O
q
w
g
e
1 0
t
1110.:. 00
r
3 0
NE 79
a Gebruiksstand (blz. 13) b : Night-Scope-aanduiding (blz. 41)
(Verschijnt wanneer de stand Night-Scope actief is.)
: Stand Gain Up (墌 blz. 35)
(Verschijnt als “GAIN UP” is ingesteld op “AUTO” en de sluitertijd automatisch wordt aangepast.)
c Flitseraanduiding
(Verschijnt wanneer de los verkrijgbare flits op het informatievoetjes is aangesloten en klaar is.)
d Witbalansaanduiding (blz. 45) e : Aanduiding voor
achtergrondlichtcompensatie (blz. 45)
•±: Aanduiding voor belichtingsinstelling
(blz. 44)
f Aanduiding voor geselecteerd Programma AE met
speciale effecten (墌 blz. 33)
g Aanduiding voor diafragmablokkering
(blz. 44)
h Zoomwaarde (bij benadering) (墌 blz. 18)
(Verschijnt bij het in-/uitzoomen.)
i Zoomaanduiding (blz. 18)
(Verschijnt bij het in-/uitzoomen.) (De niveau-aanduiding g beweegt.)
j Aanduiding van zelfontspanner (blz. 42) k O: (Verschijnt wanneer u een
momentopname maakt.) (blz. 41)
l BRIGHT: Aanduiding helderheidsinstelling
(LCD-scherm/zoeker) (blz. 13)
(De niveau-aanduiding g beweegt.)
m Accu-aanduiding (blz. 80) n Datum/tijd (blz. 14) o Aanduiding voor handmatig scherpstellen
(blz. 43)
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker tijdens videoweergave
e U : Afspelen
5
: Doorspoelen/snelzoeken
3
: Terugspoelen/snelzoeken
9 : Pauze
9 U : Voorwaartse beeld-voor-beeld-weergave/ slowmotion
Y 9 : Achterwaartse beeld-voor-beeld­weergave/slowmotion
D : Audiodubben
9D : Audiodubpauze
(Verschijnen terwijl een band draait.)
f Geluidsinvoer voor audiodubben (blz. 56) g Accu-aanduiding (blz. 80) h Datum/tijd (blz. 37, 40) i •VOLUME : Aanduiding voor volumeniveau
(luidspreker of hoofdtelefoon) (墌 blz. 20)
(De niveau-aanduiding g beweegt.)
•BRIGHT : Aanduiding helderheidsinstelling (LCD-scherm/zoeker) (blz. 13)
(De niveau-aanduiding g beweegt.)
j Tijdcode (blz. 37, 40)
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker tijdens D.S.C.-weergave
1
BR I GHT
2
100-0013
1
bit
1L2
2 0 :/2S
O
U
N
D
1
BLANK SEARCH
PUSH "STOP" BUTON
TO CANCEL
V
O
L
U
M
E
1
:
2
5
0
a Aanduiding van de geluidsstand (blz. 39) b Aanduiding voor zoeken naar lege gedeelten
c Aanduiding voor opslaan van miniatuurbeelden
(Verschijnt terwijl het vastgelegde beeld als miniatuurbeeld op de geheugenkaart wordt opgeslagen.)
d Bandsnelheid (blz. 34)
9
4
3
2
g
1 0
1110.:. 00
5
MIC
3 0
8
(blz. 21)
(blz. 47)
6
7
4
a Aanduiding van gebruiksstand (blz. 26) b Map-/bestandsnummer (blz. 26) c Accu-aanduiding (blz. 80) d Aanduiding helderheidsinstelling (LCD-scherm/
zoeker) (blz. 13)
(De niveau-aanduiding g beweegt.)
g
3
VERWIJZINGEN
80 NE
Waarschuwingsaanduidingen
Aanduidingen Functie
Geeft aan hoeveel accustroom nog beschikbaar is. Resterende stroom: hoog Resterende stroom: leeg Wanneer de accu bijna leeg is, gaat de accu-aanduiding knipperen. Wanneer de accu helemaal leeg is, wordt de stroomtoevoer automatisch uitgeschakeld.
Verschijnt als er geen cassette in het toestel zit. (墌 blz. 15)
CHECK TAPE’S ERASE
PROTECTION TAB
HEAD CLEANING
REQUIRED USE
CLEANING CASSETTE
CONDENSATION
OPERATION PAUSED
PLEASE WAIT
TAPE!
TAPE END
SET DATE/TIME!
LENS CAP
A. DUB ERROR!
A. DUB ERROR!
<CANNOT DUB ON A
LP RECORDED TAPE>
<CANNOT DUB ON A
16bit RECORDING>
<CHECK TAPE’S
ERASE PROTECTION
TAB>
INSERT ERROR!
Verschijnt als het wisbeveiligingsknopje is ingesteld op “SAVE” terwijl de aan/uit-knop op “A” of “M” staat en de schakelaar VIDEO/MEMORY is ingesteld op “VIDEO”. (墌 blz. 13)
Verschijnt als tijdens het opnemen vuil op de koppen is vastgesteld. Gebruik een los verkrijgbare reinigingscassette.
Verschijnt als zich condensvorming voordoet. Wanneer deze aanduiding wordt weergegeven, moet u meer dan een uur wachten om de condens te laten wegtrekken.
Verschijnt als zich geen cassette in de camcorder bevindt wanneer u op de start-/stopknop voor opnemen drukt of op de knop SNAPSHOT drukt, terwijl de aan/uit-knop op “A” of “M” staat en de schakelaar VIDEO/MEMORY is ingesteld op “VIDEO”.
Verschijnt wanneer tijdens opname of weergave het einde van de band wordt bereikt. (blz. 64)
Verschijnt als de datum/tijd niet is ingesteld. (blz. 14)
Verschijnt als de ingebouwde (lithium) batterij voor de klok leeg is en de
ingestelde datum/tijd is gewist. (墌 blz. 14)
Verschijnt vijf seconden nadat de camcorder is aangezet terwijl de lensdop er nog op zit.
Verschijnt als u probeert te audiodubben op een leeg gedeelte van een band.
Verschijnt als u probeert te audiodubben op een band die is opgenomen met de snelheid LP. (墌 blz. 56)
Verschijnt als u probeert te audiodubben op een band die is opgenomen met 16-bits audio. (墌 blz. 56)
Verschijnt als u op de afstandsbediening op A. DUB (D) drukt terwijl het wisbeveiligingsknopje op “SAVE” staat. (墌 blz. 56)
Verschijnt als u probeert een invoegmontage uit te voeren op een leeg gedeelte van een band. (墌 blz. 57)
INDEX aanduidingen (vervolg)
(blz. 56)
Aanduidingen Functie
INSERT ERROR!
<CANNOT EDIT ON A
LP RECORDED TAPE>
<CHECK TAPE’S
Verschijnt als u probeert een invoegmontage uit te voeren op band die is opgenomen met de snelheid LP. (blz. 57)
Verschijnt als u op de afstandsbediening op INSERT (I) drukt terwijl het wisbeveiligingsknopje op “SAVE” staat. (墌 blz. 57)
ERASE PROTECTION
TAB>
MEMORY IS FULL
COPYING FAILED
MEMORY CARD!
Verschijnt als het geheugen van de geheugenkaart vol is en u geen momentopnames kunt maken.
Verschijnt als u probeert tegen kopiëren beveiligde signalen te kopiëren wanneer deze camcorder wordt gebruikt als videorecorder.
Verschijnt in de volgende gevallen wanneer u van band naar geheugenkaart kopieert (digitale stilbeelden of videofragmenten): – als zich geen geheugenkaart in de camcorder bevindt. – als het geheugen van de geheugenkaart vol is. – als de geheugenkaart niet is geformatteerd. – als een tegen kopiëren schrijven SD-geheugenkaart is geplaatst.(墌 blz. 48, 53)
Verschijnt als er geen geheugenkaart is geladen wanneer u probeert op een geheugenkaart op te nemen of probeert toegang te krijgen tot gegevens op een geheugenkaart.
Verschijnt als en een probleem is met een geheugenkaart, omdat het geheugen
PLEASE FORMAT
NO IMAGES STORED
NO E-MAIL CLIP
STORED
beschadigd is of de kaart zelf niet geïnitialiseerd. Initialiseer de geheugenkaart.
Verschijnt als er geen beeldbestanden op de geheugenkaart zijn opgeslagen wanneer u probeert de inhoud van de geheugenkaart weer te geven.
Verschijnt als er geen videofragmentbestanden zijn opgeslagen op de geheugenkaart wanneer u probeert de inhoud van de geheugenkaart weer te geven.
Verschijnt als er geen titels/lijsten zijn opgeslagen op de geheugenkaart
NO TITLE DATA
STORED
wanneer u probeert titels/lijsten te gebruiken.
Verschijnt wanneer u tijdens de weergave van videobeelden titels/lijsten probeert te gebruiken.
Verschijnt als de camcorder de geplaatste geheugenkaart niet herkent. Verwijder de
CARD ERROR!
UNSUPPORTED FILE!
CHECK CARD’S WRITE
PROTECTION SWITCH
E01, E02 of E06
UNIT IN SAFEGUARD
MODE REMOVE AND
REATTACH BATTERY
E03 of E04
UNIT IN SAFEGUARD
MODE EJECT AND
REINSERT TAPE
geheugenkaart en plaats deze weer terug. Herhaal deze procedures tot er geen aanduiding meer verschijnt. Als de aanduiding blijft verschijnen, is de geheugenkaart beschadigd.
Verschijnt wanneer u een bestand weergeeft dat niet compatibel is met DCF of een bestand met een grootte die niet compatibel is met deze camcorder.
Verschijnt als u probeert digitale stilbeelden te maken terwijl het wisbeveiligingsknopje van de SD-geheugenkaart in de stand “LOCK” staat.
Verschijnt wanneer u probeert de menuoptie MEMORY SELECT uit te voeren terwijl zich een tegen beveiligde SD-geheugenkaart in de camcorder bevindt.
De foutaanduidingen (E01, E02 of E06) geven aan wat voor type storing zich heeft voorgedaan. Als er geen foutaanduiding verschijnt, wordt de camcorder automatisch uitgezet. Verwijder de voeding (accu, enzovoort) en wacht een paar minuten tot de aanduiding verdwijnt. Als de aanduiding verdwijnt, kunt u de camcorder weer gebruiken. Als de aanduiding blijft verschijnen, raadpleegt u uw JVC-dealer.
De foutaanduidingen (E03 of E04) geven aan wat voor type storing zich heeft voorgedaan. Als er geen foutaanduiding verschijnt, wordt de camcorder automatisch uitgezet. Verwijder de cassette eenmaal en plaats hem terug. Controleer of de aanduiding verdwijnt. Als de aanduiding verdwijnt, kunt u de camcorder weer gebruiken. Als de aanduiding blijft verschijnen, raadpleegt u uw JVC-dealer.
NE 81
(墌blz. 30)
VERWIJZINGEN
82 NE

TERMEN

A
Aanduidingen op LCD-scherm/in zoeker .......78, 79
Aansluitingen
Kopiëren ............................................... 50 – 53
Met een PC ...................................................62
Met een tv of videorecorder ..........................22
Opladen .......................................................10
Webcam .......................................................63
Willekeurige montage van meerdere
scènes ...................................................58 – 61
Accu .......................................................10, 11, 70
Achtergrondlicht compenseren ............................45
Afstandsbediening ...............................................54
Afstandsbedieningsinstelling (REMOTE) ...............36
Animatie .............................................................35
Audiodubben ......................................................56
Automatisch scherpstellen ...................................43
Automatisch uitzetten ....................................17, 23
Automatische weergave van beelden ..................24
B
Beeldgrootte (IMAGE SIZE) ..................................38
Beeldkwaliteit (QUALITY) ...................................38
Beeld-voor-beeld-weergave .................................55
Bestanden beveiligen (PROTECT) ........................27
Bestanden verwijderen (DELETE) .........................28
Bevestigen op een statief .....................................12
D
Datum/tijd
Display (DATE/TIME) ..............................37, 40
Instellingen ...................................................14
DCF (Design rule for Camera File system) .....23, 24
De accu opladen .................................................10
De afstandsbedienings-/videorecordercode
instellen ..............................................................58
De band doorspoelen ..........................................20
De band terugspoelen .........................................20
De belichting instellen (EXPOSURE) ....................44
De bestandsnaam opnieuw instellen ...................29
De datum/tijd wijzigen (CLOCK ADJ.) .................14
De fabriekswaarde voor menu-instellingen
herstellen (CAM RESET) .......................................37
De handgreep verstellen ......................................12
De helderheid van het LDC-scherm aanpassen
(BRIGHT) ...........................................................13
De menu-instellingen wijzigen ............................ 31
De zoeker verstellen ............................................12
Demonstratiestand (DEMO MODE) .................9, 36
Diafragma ...........................................................44
Diafragmablokkering ...........................................44
Digitale beeldstabilisatie (DIS) .............................35
Dubben vanaf band naar geheugenkaart
( COPY) .........................................39, 53
TERMEN
E
Een cassette plaatsen ........................................... 15
Een cassette verwijderen ..................................... 15
Een geheugenkaart initialiseren (FORMAT) .........30
Een geheugenkaart plaatsen ................................ 16
Een geheugenkaart verwijderen .......................... 16
F
Fade-in/-out ........................................................ 32
Fragmenten van vijf seconden (5S) ......................35
G
Geheugenkaart ............................................. 16, 71
Geluidsstand (SOUND MODE) ..................... 34, 39
Grovere korrel (GAIN UP) ................................... 35
H
Handmatig scherpstellen ..................................... 43
Het opnamemedium selecteren (REC SELECT) .... 38
I
Indexweergave van bestanden ............................ 26
Instelling DPOF
(Digital Print Order Format) .......................... 29, 30
Invoegmontage ................................................... 57
Inzoomen tijdens weergave ................................55
J
Journalistenopnames ........................................... 18
K
Kanalen (links/rechts) .......................................... 39
Kopiëren ..................................................... 50 – 53
L
Lampjes ...................................................... 32 – 40
Luidsprekervolume ............................................. 20
M
Macro-instelling (TELE MACRO) .........................36
Meegeleverde accessoires ..................................... 5
Menuscherm
CAMERA ...................................................... 34
CAMERA DISPLAY ....................................... 37
D.S.C.-weergave ................................... 26 – 30
DSC .............................................................. 38
MANUAL ..................................................... 35
SYSTEM .................................................. 36, 40
VIDEO .......................................................... 39
VIDEO DISPLAY ........................................... 40
Miniatuurbeelden verwijderen (NAVI.DEL.) ........ 39
Momentopname ........................................... 23, 41
Momentopnamestand (SNAP MODE) ................. 34
Motordrivestand .................................................. 42
MultiMediaCard ............................................ 16, 71
N
Netadapter .................................................... 10, 11
Night-Scope ........................................................ 41
NE 83
O
Oplaadbare lithiumbatterij van de ingebouwde
klok .....................................................................14
Opnamelampje (TALLY) ................................17, 36
Opnamesnelheid (REC MODE) ......................34, 39
Opnamestand-by .................................................17
Opnametijd
Band .............................................................15
Geheugenkaart .............................................48
Overzicht (NAVIGATION) ......................35, 46, 47
P
Pieptoon (BEEP) ...................................................36
Prioriteitsinstelling (PRIORITY) ............................37
Programma AE met speciale effecten (PROGRAM AE)
Oude film (CLASSIC FILM) ............................33
Schemerlicht (TWILIGHT) ............................. 33
Sepia (SEPIA) .................................................33
Sluitertijd (SHUTTER) ....................................33
Sneeuw (SNOW) ...........................................33
Spiegelen (MIRROR) .....................................33
Sport (SPORTS) .............................................33
Spot (SPOTLIGHT) ........................................33
Stroboscooop (STROBO) ...............................33
Zwartwit (MONOTONE) ...............................33
R
Reinigen ..............................................................73
Resterende accuduur ...........................................80
S
Schermbreedtestand (WIDE MODE)
Breed (D.WIDE) ............................................36
Cinema (CINEMA) ........................................36
Squeeze (breedbeeld) (SQUEEZE) .................36
SD-geheugenkaart .........................................16, 71
Snelzoeken ..........................................................21
Speciale weergave-effecten .................................56
Specificaties ..................................................74, 75
Stand aan/uit-knop ..............................................13
Stand van de schakelaar VIDEO/MEMORY .........13
Stilbeelden weergeven ........................................20
S-Video/AV-ingang (S/AV INPUT) ..................39, 50
Synchronisatieaanpassing (SYNCHRO) ................61
T
Tijdcode (TIME CODE) ............................ 19, 37, 40
Titel op voorgrond (TITLE W/) .............................49
Titelbeeld ............................................................25
V
Vermindering windruis (WIND CUT) ...................36
Videofragmenten voor e-maildoeleinden .............48
W
Webcam ............................................................. 63
Weergave in slowmotion .................................... 55
Weergave van schermaanduidingen
(ON SCREEN) ......................................................37
Weergavegeluid
(SOUND MODE, 12bit MODE) .......................... 39
Willekeurige montage van meerdere scènes
Wipe-in/-ut ......................................................... 32
Wisbeveiliging .............................................. 15, 16
Witbalans (W.BALANCE) .............................. 34, 45
......................................... 58 – 61
Z
Zelfontspanner (SELF-TIMER) ........................ 35, 42
Zoeken naar blanco gedeelten ............................ 21
Zoomfunctie (ZOOM) ...................................18, 34
TERMEN
GR-DV500
GR-DV400
DU
GR-DV700
GR-DV600
COPYRIGHT© 2003 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LTD.
EX
Gedrukt in Japan 0303-YS-ID-VP
Loading...