Cardiac arrhythmia page 33Doctor’s function page 33
9. Saving, retrieving and deleting results page 33
10. Troubleshooting page 34
11. Cleaning & care page 34
12. Technical data page 34
13. Guarantee & service page 35
NEDERLANDS
Gebruiksaanwijzing Inventum polsbloeddrukmeter BC18
Lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en geheel door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze
zorgvuldig voor latere raadpleging.
1 | INLEIDING
De polsbloeddrukmeter is bestemd voor het niet-invasief
meten en controleren van arteriële (slagaderlijke)
bloeddrukwaarden van volwassenen.
U kunt hiermee snel en eenvoudig uw bloeddruk meten, uw
meetwaarden opslaan en het verloop van de meetwaarden
tonen. Bij eventueel aanwezige hartritmestoornissen wordt
u gewaarschuwd. Bovendien kunt de waarschuwingsgrenzen
voor systolisch en diastolisch, die zijn ingesteld in
overeenstemming met de WHO-richtlijnen, afzonderlijk
aanpassen (“Dokter’s functie”).
De bloeddrukmeter is in overeenstemming met de vereisten
van de Europese richtlijn voor medische producten, de
Duitse wet inzake medische producten en de Europese
normen EN1060-1(niet-invasieve bloeddrukmeters deel 1:
Algemene vereisten) en EN1060-3 (niet-invasieve
bloeddrukmeters deel 3: Aanvullende voorschriften voor
elektromechanische bloeddrukmeetsystemen).
2 | VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en geheel
door voordat u de bloeddrukmeter gaat gebruiken en
bewaar deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
• Meet uw bloeddruk altijd op hetzelfde tijdstip van de dag,
zodat de waarden kunnen worden vergeleken.
• Rust vóór elke meting ongeveer 5 minuten uit!
• Wacht 5 minuten tussen twee metingen!
• De waarden die u zelf hebt gemeten zijn louter informatief
en maken een onderzoek door een arts niet overbodig!
Bespreek de gemeten waarden met uw arts, en leid er
in geen geval zelf medische beslissingen uit af (bv. met
betrekking tot geneesmiddelen en de dosering ervan)!
• Ingeval van een slechte bloeddoorstroming aan een
arm wegens een chronische of acute vaatziekte (bv.
vaatvernauwing), is de nauwkeurigheid van de polsmeting
beperkt. Gebruik in dit geval een bloeddrukmeter waarmee
de bloeddruk kan worden gemeten aan de bovenarm.
• Bij personen met hart- en vaatziekten, een lage bloeddruk,
een slechte bloeddoorstroming en hartritmestoornissen
kunnen foutieve metingen optreden.
• De bloeddrukmeter bevat precisie-onderdelen en
elektronische componenten. De nauwkeurigheid van de
meetwaarden en de levensduur van de bloeddrukmeter
zijn afhankelijk van hoe zorgvuldig u omspringt met de
bloeddrukmeter:
- bescherm de bloeddrukmeter tegen stoten en laat
hem niet vallen,
5
- bescherm de bloeddrukmeter tegen vocht, laat
hem niet vuil worden en stel hem niet bloot aan
grote temperatuurschommelingen en direct
zonlicht,
- gebruik de bloeddrukmeter niet in de nabijheid van
een sterk elektromagnetisch veld (dus ook niet in
de buurt van een radiozender of GSM).
• Druk niet op de toetsen als de manchet niet om uw pols
ligt.
• Gebruik de bloeddrukmeter alleen bij personen met een
polsomvang die binnen het voor het apparaat aangegeven
bereik ligt.
• Als de bloeddrukmeter geruime tijd niet wordt gebruikt,
kunt u het beste de batterijen verwijderen.
• Houd de batterijen buiten het bereik van kinderen en werp
ze niet weg met het huisvuil.
• Breng lege batterijen naar een hiervoor voorziene
inzamelplaats.
• De bloeddrukmeter mag niet worden geopend. Doet u dit
toch, vervalt de garantie. U mag de bloeddrukmeter niet
zelf repareren of afstellen.
Doet u dit toch, kan niet meer worden gegarandeerd dat
de bloeddrukmeter perfect werkt.
• Dit apparaat is bestemd voor het meten van de bloeddruk/
de hartslag aan de pols van volwassenen.
• Dit apparaat is niet bestemd voor industrieel of klinisch
gebruik.
• Dompel de bloeddrukmeter nooit onder in water of
andere vloeistoffen.
• Hebt u nog vragen over het gebruik van het apparaat,
neem dan contact op met het bedrijf waar u het apparaat
hebt gekocht of met de klantenservice van Inventum.
3 | BESCHRIJVING VAN APPARAAT
1. LCD-display
2. Toets omlaag
3. Toets omhoog
4. MODE-toets
5. Geheugentoets MEMORY
6. START/STOP-toets
7. Batterijvakdeksel
8. Polsmanchet
1. Symbool ‘Batterij bijna leeg’
2. Symbool ‘Fout’
3. Systolische druk - bovendruk
4. Symbool ‘Hartritmestoring’
5. Eenheid mmHg
6. Symbool voor gebruiker 1, 2, 3
7. Diastolische druk - onderdruk
8. Tijd en datum
9. Nummer van de geheugenplaats
10. Hartslagsymbool
11. Gemiddelde hartslagwaarde
12. Druk opbouwen/afbouwen pijl
6
4 | BATTERIJEN PLAATSEN/VERVANGEN
• Verwijder het
deksel van het
batterijvak aan
de linkerkant
van het
apparaat.
• Plaats twee
1,5 V AAA (alkalinebatterij type LR 03). Let goed op of
de batterijen in overeenstemming met de tekens met de
polen in de juiste richting zijn geplaatst. Gebruik geen
oplaadbare batterijen.
• Sluit vervolgens zorgvuldig het batterijvak weer af.
Als de batterijen bijna leeg zijn, wordt het symbool van een
lege batterij weergegeven en moeten alle batterijen
vervangen worden. Het geheugen blijft bewaard na het
verwisselen van de batterijen. Breng de lege batterijen naar
een inzamelpunt voor lege batterijen en accu’s (klein en
gevaarlijk afval), of geef ze af in een elektro-zaak.
Opmerking: Deze tekens vindt u op batterijen, die
schadelijke stoffen bevatten: Pb = de batterij bevat
lood, Cd = de batterij bevat cadmium, Hg = de batterij
bevat kwik.
5 | DATUM, TIJD EN GRENSWAARDEN
U moet de datum en tijd instellen. Alleen dan kunt u uw
meetwaarden correct met datum en tijd opslaan en later
weer opvragen. De tijd wordt in een 24 uurs opmaak
weergegeven.
Opmerking: Als u de toetsen “omlaag” of “omhoog”
ingedrukt houdt, kunt u de waarden sneller instellen.
• Druk op de toets “START/STOP”en vervolgens op de toets
“MODE”. De maand begint te knipperen. Stel met de
toetsen “omlaag” of “omhoog” de maand 1 tot 12 in
en bevestig dit met de toets “MODE”.
• Stel de dag, het uur en de minuten in en bevestig telkens
met de toets “MODE”.
Waarschuwingsgrenzen instellen (Dokter’s functie)
Na het bevestigen van de datum en tijd kunnen de
waarschuwingsgrenzen voor systolisch en diastolisch
individueel worden ingesteld voor elke gebruiker. Bij deze
instellingsmogelijkheid kunnen medische aanwijzingen
bij een ambulante bloeddrukcontrole perfect worden
overgezet (Dokter’s functie).
Aanwijzing: De vooraf ingestelde standaardwaarden zijn
in overeenstemming met de WHO-richtlijnen voor Hoognormaal en bedragen de aanvangsmaxima 130 mmHg
(systolisch) en 85 mmHg (diastolisch). Raadpleeg hiervoor
de afgebeelde tabel. U moet de standaardinstelling
bevestigen, hiermee wordt de “Dokter’s functie”
geactiveerd.
• Het instellen van de waarschuwingsgrenzen begint altijd
bij gebruiker 1.
• Zolang de standaardinstelling niet wordt geactiveerd,
wordt “--” weergegeven op het display.
• U kunt de grenzen van de systole met de toetsen
“omlaag” en “omhoog” in stappen van 5 mmHg
veranderen.
• Bevestig de gewenste waarde met de “MODE”-toets.
• Op dezelfde manier kunt u de grenzen diastole met de
toetsen “omlaag” en “omhoog” in stappen van 5
7
mmHg veranderen.
• Met de “MODE”-toets slaat u de instellingen op en schakelt
u door naar het geheugen van de volgende gebruiker. Met
de “START/STOP”-toets slaat u de instellingen op dezelfde
wijze op, maar komt u vervolgens in de meetfunctie. Als
u geen toetsen indrukt, schakelt het apparaat zich na 1
minuut automatisch uit.
Richtlijnen
• Uit medisch oogpunt moet het verschil tussen systolisch en
diastolisch tenminste 30 mmHg zijn.
Een systolische grenswaarde onder 100 mmHg en een
diastolische grenswaarde onder 60 mmHg wordt afgeraden.
• Conform de richtlijnen/denities van de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de nieuwste
inzichten worden de meetresultaten geclassiceerd en
beoordeeld aan de hand van de volgende tabel.
Tabel voor de classicatie van bloeddrukwaarden
(maateenheid mmHg) voor volwassenen:
BereikSystolische
Hypotonie (lage
bloeddruk)
Optimaalminder dan 120minder dan 80Zelf controleren
Normaal120 - 12980 - 84Zelf controleren
Hoog - Normaal 130 - 13985 - 89Controle bij
Hypertonie - Hoge
bloeddruk graad I
bloeddruk
minder dan 105minder dan 60Controle bij
140 - 15990 - 99Controle bij
Diastolische
bloeddruk
Maatregel
uw arts
uw arts
uw arts
BereikSystolische
Hypertonie - Hoge
bloeddruk graad II
Hypertonie - Hoge
bloeddruk graad III
bloeddruk
160 - 179100 - 109Raadpleeg
meer dan 180meer dan 110Raadpleeg
Diastolische
bloeddruk
Maatregel
uw arts
uw arts
Bron: WHO, 1999
6 | BLOEDDRUKMETER PLAATSEN
• Ontbloot uw linkerpols. Let op dat de doorbloeding van
de arm niet door nauwe kledingstukken of iets dergelijks
wordt belemmerd. Plaats de manchet op de binnenkant
van uw pols.
• Sluit de manchet met de klittenbandsluiting, zodat de
bovenkant van de bloeddrukmeter ongeveer 1 cm onder de
bal van de hand zit (zie afbeelding).
• De manchet moet strak om de pols liggen, maar mag niet
in de huid snijden.
8
7 | BLOEDDRUK METEN
• Rust voor elke meting ongeveer 5 minuten
uit! Anders kunnen onnauwkeurigheden
ontstaan.
• U kunt de meting zittend of liggend
uitvoeren. Ondersteun in elk geval uw
arm en buig deze. Let er altijd op dat
de manchet zich ter hoogte van het hart
bevindt. Anders kunnen aanzienlijke onnauwkeurigheden
ontstaan. Ontspan uw arm en de handpalm.
• Om een foutieve meting te voorkomen, is het belangrijk
dat u tijdens de meting stil zit en niet spreekt.
• Zet de bloeddrukmeter aan met de “START/STOP”-toets.
• Selecteer met de toetsen “omlaag” en “omhoog”
gebruiker 1, 2 of 3. De meetresultaten worden na een
succesvolle meting automatisch opgeslagen in het
geheugen van de geselecteerde gebruiker. U kunt de
verschillende gebruikersgeheugens echter ook gebruiken
om metingen die ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds zijn
uitgevoerd afzonderlijk van elkaar op te slaan.
• Start het meetproces door op de “START/STOP”-toets te
drukken. De manchet wordt opgepompt tot 195 mmHg. De
luchtdruk in de manchet wordt langzaam verlaagd. Bij een
reeds waarneembare tendens voor hoge bloeddruk wordt
nogmaals gepompt en de manchetdruk opnieuw verhoogd.
Zodra een polsslag wordt waargenomen, verschijnt het
‘
’-symbool.
• De meetresultaten van de systolische druk, de diastolische
druk en de polsslag worden weergegeven.
• U kunt de meting altijd beëindigen door op de “START/
STOP”-toets te drukken.
• Het ‘
niet volgens de voorschriften kan worden uitgevoerd.
Raadpleeg het hoofdstuk Foutmeldingen in deze
gebruiksaanwijzing en herhaal de meting.
’
-symbool verschijnt wanneer de meting niet
8 | RESULTATEN EVALUEREN
Hartritmestoornissen
Dit apparaat kan tijdens de meting eventuele stoornissen in
het hartritme indenticeren en wijst u daar eventueel na de
meting op met het symbool . Dit kan een indicatie
zijn voor aritmie. Aritmie is een aandoening waarbij het
hartritme op basis van een stoornis in het bio-elektrische
systeem, dat de hartslag stuurt, afwijkend is. De symptomen
(opgewonden of vroegtijdige hartslagen, een langzame of
te snelle pols) kunnen onder andere het gevolg zijn van
hartaandoeningen, ouderdom, aanleg, overmatig gebruik van
genotmiddelen, stress of slaapgebrek. Aritmie kan
uitsluitend worden vastgesteld middels een medisch
onderzoek.
Herhaal de meting wanneer het -symbool na de meting
op het display verschijnt. Let op, u moet eerst 5 minuten
rusten en tijdens de meting niet spreken of bewegen.
Raadpleeg uw arts als het -symbool vaker verschijnt.
Zelf een diagnose stellen of een door uzelf samengestelde
behandeling volgen op basis van de meetresultaten kan
gevaarlijk zijn. Volg onvoorwaardelijk de aanwijzingen van
uw arts op.
9
Dokter’s functie
Na een succesvolle meting toont het apparaat eerst
het meetresultaat. De ingestelde grenswaarden worden
vergeleken met het meetresultaat en als volgt weergegeven:
• Systolische waarde binnen en buiten de grenswaarde:
waarde wordt weergegeven
• Diastolische waarde binnen en buiten de grenswaarde:
waarde wordt weergegeven
• Systolische waarde boven de grenswaarde: de waarde
knippert
• Diastolische waarde boven de grenswaarde: de waarde
knippert
Houd de “MODE”-toets ingedrukt als u de ingestelde
grenswaarde wilt controleren. U kunt altijd terugkeren naar
het resultatendisplay door de “MODE”-toets los te laten.
Door op de “START/STOP”-toets te drukken, kunt u een
nieuwe meting beginnen. Let op, tussen twee metingen
moet 5 minuten rustpauze zitten.
Als u geen toetsen indrukt, schakelt het apparaat zich na 1
minuut automatisch uit.
gebruikersgeheugen en druk op de geheugentoets
“MEMORY”. Vervolgens wordt de gemiddelde waarde
van alle opgeslagen meetwaarden van het geheugen van
deze gebruiker (geheugenplaatsweergave “A”) getoond.
Door nogmaals op geheugentoets “MEMORY” te drukken
worden altijd de laatste meetwaarden met datum en tijd
weergegeven. De gemiddelde waarde van alle opgeslagen
meetwaarden en ook de afzonderlijk opgeslagen
meetwaarden worden met de aktuele in de Dokter’s
Functie ingestelde grenswaarden vergeleken.
• Door op de “MODE”-toets te drukken kunt u uw ingestelde
Dokter’s functie-grenswaarden ter vergelijking oproepen.
• Aanwijzing: Als u tijdens het meten uw grenswaarden
verandert, dan heeft dit invloed op de interpretatie van de
reeds opgeslagen meetwaarden.
U kunt de opgeslagen informatie en de grenzen van de
Dokter’s functie verwijderen als u, na indrukken van
geheugentoets “MEMORY”en na het selecteren van de
gebruiker, de toetsen “MODE” en “omhoog” 5 seconden
ingedrukt houdt.
9 | RESULTATEN OPSLAAN, WEERGEVEN EN
WISSEN
• De resultaten van elke succesvolle meting worden
opgeslagen met de bijbehorende datum en tijd. Als alle
30 geheugenplaatsen van een gebruiker bezet zijn, wordt
telkens de oudste waarde gewist.
• Druk op de geheugentoets “MEMORY” om de
meetresultaten weer op te roepen. Selecteer met de
toetsen “omlaag” en “omhoog” het gewenste
10 | FOUTMELDINGEN
Bij foutmeldingen verschijnt de foutmelding “” in het
display.
Foutmeldingen kunnen optreden als
• de oppompdruk hoger dan 300 mmHg is;
• de bloeddruk buitengewoon hoog of laag is;
• u tijdens het meten beweegt of praat (naast “” wordt ook het hartritmesymbool weergegeven);
• het oppompen langer dan 16 seconden duurt.
10
Herhaal in dergelijke gevallen de meting. Let op dat u zich
niet beweegt en niet spreekt. Plaats indien nodig de
batterijen opnieuw of vervang de batterijen.
11 | REINIGING & ONDERHOUD
• Reinig de bloeddrukmeter voorzichtig, en gebruik hiervoor
uitsluitend een licht bevochtigd doekje.
• Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.
• Dompel de bloeddrukmeter nooit onder in water, omdat
anders water kan binnendringen en de bloeddrukmeter
wordt beschadigd.
• Bewaar de bloeddrukmeter altijd in de bijgeleverde
opbergdoos.
12 | TECHNISCHE GEGEVENS
Type BC18
Meetmethode oscillometrische, niet-invasieve,
bloeddrukmeting aan de pols
Meetbereikdruk: 0 tot 300 mmHg / pols: 40 tot 199/min
Precisie van de systolisch ± 3 mmHg /
bloeddrukweergave diastolisch: ± 3 mmHg / hartslag: ±
5% van de weergegeven waarde
Meetonzekerheidmax. toegelaten standaard- afwijking volgens klinische
Bereik van sys. 70 - 250 mmHg
Dokter’s functie dia. 40 - 120 mmHg
Geheugen 3 x 30 geheugenposities
Afmetingen L 72 x B 84 x H 33 mm
Gewicht ca. 140 g.
Manchetmaat voor een polsomvang van 13,5
tot 19,5 cm
Temperatuurbereik +10°C tot +40°C max. en
voor goede werking <85% relatieve luchtvochtigheid
Temperatuurbereik -20°C tot +70°C max. en
voor bewaring <85% relatieve luchtvochtigheid
Stroombron 2 x 1,5 V AAA (alkalinebatterij
type LR 03)
ToebehorenOpbergbox, gebruiksaanwijzing, 2 x AAA batterijen
Classicatie Toepassingsdeel type BF
Uitleg van symbolen Toepassingsdeel type BF
Opgelet! Lees de
gebruiksaanwijzing
11
13 | GARANTIE & SERVICE
• Uw garantietermijn bedraagt 24 maanden na aankoop van
het product.
• De garantie is alleen van toepassing als de aankoopnota
kan worden overlegd. Bewaar daarom uw aankoopnota
zorgvuldig. De garantietermijn vangt aan op de
aankoopdatum.
• De garantie geldt niet in geval van:
- normale slijtage;
- onoordeelkundig of oneigenlijk gebruik;
- onvoldoende onderhoud;
- het niet in acht nemen van bedienings- en
onderhoudsvoorschriften;
- ondeskundige montage of reparatie door uzelf of
derden;
- door de afnemer toegepaste niet originele
onderdelen
zulks ter beoordeling van onze technische dienst.
• De garantie geldt niet voor:
- normale verbruiksartikelen;
- batterijen
zulks ter beoordeling van onze technische dienst.
Het apparaat, voorzien van aankoopbon en
klachtomschrijving, dient gefrankeerd teruggestuurd te
worden aan:
Inventum Holland BV of aan: new E.T.P. bvba
Generatorstraat 17 Passtraat 121
3903 LH VEENENDAAL 9100 Sint Niklaas
Nederland België
Indien de garantie is komen te vervallen of indien de
garantietermijn is verstreken, dienen wij de kosten welke
verbonden zijn aan een beoordeling en/of reparatie in
rekening te brengen.
Op verzoek zullen wij u eerst een prijsopgave verstrekken
alvorens tot reparatie over te gaan. Zonder dit verzoek om
prijsopgave gaan wij ervan uit dat u, met het opsturen van
uw apparaat, automatisch een opdracht tot reparatie heeft
verstrekt.
Wij verlenen twee maanden garantie op de door onze
servicedienst uitgevoerde herstelwerkzaamheden en het
daarbij nieuw aangebrachte materiaal, gerekend vanaf de
hersteldatum.
Indien zich binnen deze periode een storing voordoet
welke het directe gevolg is van de uitgevoerde
herstelwerkzaamheden of het daarbij nieuw aangebrachte
materiaal, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
Wijzigingen en drukfouten voorbehouden.
12
DEUTSCH
Gebrauchsanleitung Inventum Handgelenks-
Blutdruckmessgerät BC18
Lesen Sie diese Gebrauchsanleitung sorgfältig durch, bevor
Sie das Gerät in betrieb nehmen und für späteren Gebrauch
aufbewahren.
1 | KENNENLERNEN
Das Handgelenk-Blutdruckmessgerät dient zur nichtinvasiven
Messung und Überwachung arterieller Blutdruckwerte von
erwachsenen Menschen.
Sie können damit schnell und einfach Ihren Blutdruck
messen, die Messwerte abspeichern und sich den Verlauf
der Messwerte anzeigen lassen. Bei eventuell vorhandenen
Herzrhythmusstörungen werden Sie gewarnt.
Außerdem lassen sich Warngrenzen für Systole und Diastole,
die nach WHO-Richtlinien voreingestellt sind, individuell
anpassen (Doctor’s Funktion).
Das Gerät entspricht den Anforderungen der europäischen
Richtlinie für Medizinprodukte, dem Medizinproduktegesetz,
sowie den europäischen Normen EN1060-1 (nicht invasive
Blutdruckmessgeräte Teil 1: Allgemeine Anforderungen),
EN1060-3 (nicht invasive Blutdruckmessgeräte Teil 3:
Ergänzende Anforderungen für elektromechanische
Blutdruckmesssysteme).
2 | SICHERHEITSHINWEISE
• Lesen Sie diese Gebrauchsanleitung sorgfältig durch,
bevor Sie das Gerät in betrieb nehmen und für späteren
Gebrauch aufbewahren.
• Messen Sie Ihren Blutdruck immer zu gleichen Tageszeiten,
um eine Vergleichbarkeit der Werte zu gewährleisten.
• Ruhen Sie sich vor jeder Messung ca. 5 Minuten aus!
• Zwischen zwei Messungen sollten Sie 5 Minuten warten!
• Die von Ihnen selbst ermittelten Messwerte können nur
zu Ihrer Information dienen – sie ersetzen keine ärztliche
Untersuchung! Besprechen Sie Ihre Messwerte mit dem
Arzt, begründen Sie daraus auf keinen Fall eigene
medizinische Entscheidungen (z.B. Medikamente und deren
Dosierungen)!
• Bei Einschränkungen der Durchblutung an einem Arm auf
Grund chronischer oder akuter Gefäßerkrankungen (unter
anderem Gefäßverengungen), ist die Genauigkeit der
Handgelenksmessung eingeschränkt. Weichen Sie in diesem
Fall auf ein am Oberarm messendes Blutdruckmessgerät
aus.
• Es kann zu Fehlmessungen bei Erkrankungen des HerzKreislaufsystems kommen, ebenso bei sehr niedrigem
Blutdruck, Durchblutungs- und Rhythmusstörungen sowie
bei weiteren Vorerkrankungen.
• Das Blutdruck-Messgerät besteht aus Präzisions- und
Elektronik-Bauteilen. Die Genauigkeit der Messwerte
und Lebensdauer des Gerätes hängt ab vom sorgfältigen
Umgang:
13
- Sie sollten das Gerät vor Stößen schützen und nicht
fallen lassen,
- vor Feuchtigkeit, Schmutz, starken Temperatur-
schwankungen und direkter Sonneneinstrahlung schützen,
- nicht in der Nähe von starken elektromagnetischen
Feldern benutzen, also fern halten von Funkanlagen
oder Mobiltelefonen.
• Drücken Sie nicht auf Tasten, solange die Manschette nicht
angelegt ist.
• Verwenden Sie das Gerät nur bei Personen mit dem für das
Gerät angegebenen Umfangbereich des Handgelenks.
• Falls das Gerät über einen längeren Zeitraum nicht benutzt
wird, wird empfohlen die Batterien zu entfernen.
• Batterien dürfen nicht in die Hände von Kindern gelangen
und gehören nicht in den Hausmüll.
• Bitte entsorgen Sie die verbrauchten Batterien an den
dafür vorgesehenen Sammelstellen.
• Öffnen Sie nicht das Gerät. Bei nicht beachten erlischt
die Garantie. Das Gerät darf nicht selbst repariert oder
justiert werden. Eine einwandfreie Funktion ist in diesem
Fall nicht mehr gewährleistet.
• Dieses Gerät ist zur Blutdruck/Pulsmessung am Handgelenk
von erwachsenen Menschen bestimmt.
• Das Gerät ist nur für den in dieser Gebrauchsanweisung
angegebenen Zweck bestimmt.
• Das Gerät nie in Wasser oder andere Flüssigkeiten
tauchen.
• Reparaturen dürfen nur von autorisierten Servicestellen
vorgenommen werden. Ansonsten erlischt der
Garantieanspruch.
• Sollten Sie noch Fragen zur Anwendung unserer Geräte
haben, so wenden Sie sich bitte an Ihren Händler oder an
den Inventum Kundenservice.
• Entfernen Sie
den Deckel des
Batteriefaches
auf der linken
Seite des
Gerätes.
• Legen Sie
zwei Batterien vom Typ 1,5 V AAA (Alkaline Type LR03)
ein. Achten Sie unbedingt darauf, dass die Batterien
entsprechend der Kennzeichnung mit korrekter Polung
eingelegt werden. Verwenden Sie keine wiederauadbaren
Akkus.
• Schließen Sie den Batteriefachdeckel wieder sorgfältig.
Wenn das Symbol Batteriewechsel erscheint, ist
keine Messung mehr möglich und Sie müssen alle
Batterien erneuern.
Verbrauchte Batterien gehören nicht in den Hausmüll.
Entsorgen Sie diese über Ihren Elektrofachhändler oder Ihre
örtliche Wertstoffsammelstelle. Dazu sind Sie gesetzlich
verpichtet.
Hinweis: Diese Zeichen nden Sie auf schadstoffhaltigen
Batterien: Pb = Batterie enthält Blei, Cd = Batterie enthält
Cadmium, Hg = Batterie enthält Quecksilber.
Sie sollten Datum und Uhrzeit unbedingt einstellen. Nur so
können Sie Ihre Messwerte korrekt mit Datum und Uhrzeit
speichern und später abrufen.Die Uhrzeit wird im 24-
Stunden-Format dargestellt.
Hinweis: Wenn Sie die Tasten “Ab” oder “Auf”
gedrückt halten, können Sie die Werte schneller einstellen.
• Drücken Sie “MODE”. Monat beginnt zu blinken. Stellen Sie
mit den Tasten “Ab” oder “Auf” den Monat 1 bis 12
ein und bestätigen Sie mit “MODE”.
• Stellen Sie Tag, Stunde und Minute ein und bestätigen Sie
Nach dem Bestätigen von Datum und Uhrzeit lassen sich die
Warngrenzen für Systole und Diastole für jeden
einzeln Benutzer individuell einstellen. Bei dieser
Einstellungsmöglichkeit lassen sich ärztliche Anweisungen
bei ambulanter Blutdruckkontrolle ideal umsetzen (Doctor’s
Funktion). Hinweis: Die werksseitig voreingestellten Werte
richten sich nach den WHO-Richtlinien für Hoch Normal und
betragen den Eintrittsgrenzbereich von 130 mmHg (Systole)
und 85 mmHg (Diastole). Sehen Sie hierzu die abgebildete
WHO-Tabelle. Sie müssen die Werkseinstellung bestätigen,
damit die Doctor’s Function aktiviert ist.
• Die Einstellung der Warngrenzen beginnt immer mit
Benutzer 1.
• Solange die Werkseinstellung nicht aktiviert wurde, zeigt
das Display “--”.
• Sie können nun die Grenzen der Systole mit den Tasten
15
“Ab” oder
“Auf” in 5 mmHg-Schritten verändern.
• Bestätigen Sie den gewünschten Wert mit der “MODE”-
Taste.
• Verändern Sie die Grenzwerte der Diastole ebenfalls mit
den Tasten “Ab” oder “Auf” in 5 mmHg-Schritten.
• Mit der “MODE”-Taste speichern Sie die Einstellungen und
wechseln in den nächsten Benutzerspeicher, mit “START/
STOP” speichern Sie ebenfalls die Einstellungen, gelangen
aber in den Messmodus. Falls Sie keine Taste betätigen,
schaltet sich das Gerät nach 1 Minute automatisch ab.
Hinweise
• Aus medizinischer Sicht sollte der Abstand zwischen Systole
und Diastole mehr als 30 mmHg betragen. Ein systolischer
Grenzwert unter 100 mmHg und ein diastolischer
Grenzwert unter 60 mmHg ist nicht zu empfehlen.
• Gemäß den Richtlinien/Denitionen der
Weltgesundheitsorganisation (WHO) und neuester
Erkenntnisse lassen sich die Messergebnisse gemäss
nachfolgender Tabelle einstufen und beurteilen.
Tabelle zur Klassikation von Blutdruckwerten
(Maßeinheit mmHg) für Erwachsene:
BereichSystoleDiastoleMaßnahme
Hypotonie (erniedrigter Blutdruck)
Optimal< 120< 80Selbstkontrolle
Normal120 - 12980 - 84Selbstkontrolle
Hoch - Normal 130 - 13985 - 89Kontrolle beim
< 105< 60Kontrolle beim
Arzt
Arzt
BereichSystoleDiastoleMaßnahme
Leichte Hypertonie
- Stufe I
Mittlere Hypertonie - Stufe II
Starke Hypertonie
- Stufe III
Quelle: WHO, 1999
140 - 15990 - 99Kontrolle beim
160 - 179100 - 109Konsultation
>= 180>= 110Konsultation
Arzt
Ihres Arztes
Ihres Arztes
6 | MANSCHETTE ANLEGEN
• Entblößen Sie Ihr linkes Handgelenk. Achten Sie darauf,
dass die Durchblutung des Arms nicht durch zu enge
Kleidungsstücke oder Ähnliches eingeengt ist. Legen Sie die
Manschette auf der Innenseite Ihres Handgelenkes an.
• Schließen Sie die Manschette mit dem Klettverschluss,
sodass die Oberkante des Gerätes ca. 1 cm. unter dem
Handballen sitzt.
• Die Manschette muss eng um das Handgelenk anliegen,
darf aber nicht einschnüren.
16
7 | BLUTDRUCK MESSEN
• Ruhen Sie sich vor jeder Messung ca.
5 Minuten aus! Ansonsten kann es zu
Abweichungen kommen.
• Sie können die Messung im Sitzen oder
im Liegen durchführen. Stützen Sie
Ihren Arm unbedingt ab und winkeln
ihn an. Achten Sie in jedem Fall
darauf, dass sich die Manschette in Herzhöhe bendet.
Ansonsten kann es zu erheblichen Abweichungen kommen.
Entspannen Sie Ihren Arm und die Handächen.
• Um das Messergebnis nicht zu verfälschen, ist es wichtig,
sich während der Messung ruhig zu verhalten und nicht zu
sprechen.
• Schalten Sie das Blutdruckmessegerät mit der Taste
“START/STOP” ein.
• Wählen Sie mit den Tasten “Ab” oder “Auf” den
Benutzerspeicher 1, 2, oder 3 aus. Die Messergebnisse
werden nach erfolgreicher Messung automatisch im
ausgewählten Benutzerspeicher gespeichert. Alternativ
können Sie die verschiedenen Benutzerspeicher auch dazu
benutzen, um Messungen morgens, mittags und abends
getrennt voneinander abzuspeichern.
• Starten Sie den Messvorgang durch Drücken der Taste
“START/STOP”. Die Manschette wird auf 195 mmHg
aufgepumpt. Der Manschetten-Luftdruck wird langsam
abgelassen. Bei einer bereits zu erkennenden Tendenz zu
hohem Blutdruck wird nochmals nachgepumpt und der
Manschettendruck nochmals erhöht. Sobald ein Puls zu
erkennen ist, wird das Symbol Puls angezeigt.
• Die Messergebnisse Systolischer Druck, Diastolischer Druck
und Puls werden angezeigt.
• Sie können die Messung jederzeit durch das Drücken der
“START/STOP”-Taste abbrechen.
• Das Symbol “” erscheint wenn die Messung nicht
ordnungsgemäß durchgeführt werden könnte. Beachten Sie
das Kapitel Fehlermeldung in dieser Gebrauchsanleitung
und wiederholen Sie die Messung.
8 | ERGEBNISSE BEURTEILEN
Herzrhythmusstörungen
Dieses Gerät kann während der Messung eventuelle
Störungen des Herzrhythmus identizieren und weist
gegebenenfalls nach der Messung mit dem Symbol
darauf hin. Dies kann ein Indikator für eine Arhythmie sein.
Arhythmie ist eine Krankheit, bei der der Herzrhythmus
aufgrund von Fehlem im bio-elektrischen System, das den
Herzschlag steuert, anormal ist. Die Symptome (ausgelassene
oder vorzeitige Herzschläge, langsamer oder zu schneller
Puls) können u.a. von Herzerkrankungen, Alter, körperliche
Veranlagung, Genussmittel im Übermaß, Stress oder
Mangel an Schlaf herrühren. Arhythmie kann nur durch eine
Untersuchung bei Ihrem Arzt festgestellt werden.
Wiederholen Sie die Messung, wenn das Symbol
nach der Messung auf dem Display angezeigt wird. Bitte
achten sie darauf, dass Sie sich 5 Minuten ausruhen und
während der Messung nicht sprechen oder bewegen. Sollte
das Symbol oft erscheinen, wenden Sie sich bitte an
Ihren Arzt. Selbst-diagnose und -behandlung aufgrund
der Messergebnisse können gefährlich sein. Befolgen Sie
unbedingt die Anweisungen Ihres Arztes.
17
Doctor’s Funktion
Nach einer erfolgreichen Messung zeigt das Gerät zunächst
das Messergebnis an. Die eingestellten Grenzwerte werden
mit dem Messergebnis verglichen und wie folgt dargestellt:
• systolischer Wert innerhalb und unterhalb des Grenzwerts:
Wert erscheint
• diastolischer Wert innerhalb und unterhalb des Grenzwerts:
Wert erscheint
• systolischer Wert oberhalb des Grenzwerts: Wert blinkt
• diastolischer Wert oberhalb des Grenzwerts: Wert blinkt
Möchten sie Ihre eingestellten Grenzwerte überprüfen,
dann drücken Sie bitte die “MODE”-Taste. Sie können in das
Ergebnisdisplay jederzeit durch das Loslassen/Freigeben
der “MODE”-Taste zurückkehren. Mit Drücken der “START/
STOP”-Taste können Sie eine neue Messung beginnen. Bitte
achten Sie darauf, dass zwischen zwei Messungen 5 Minuten
Ruhepause einzuhalten sind. Falls Sie keine Taste betätigen,
schaltet sich das Gerät nach 1 Minute automatisch ab.
dieses Benutzerspeichers angezeigt (Speicherplatz-
Anzeige “A”). Durch weiteres Drücken der Speichertaste
“MEMORY” werden jeweils letzten Einzelmesswerte mit
Datum und Uhrzeit angezeigt. Der Durchschnittswert aller
gespeicherten Messwerte und auch die gespeicherten
Einzelmesswerte werden mit den aktuell eingestellten
Doctor’s Funktion-Grenzwerten verglichen und
interpretiert.
• Durch Drücken der “MODE”-Taste können Sie zum
Vergleichen Ihre eingestellten Doctor’s Funktion-
Grenzwerte aufrufen.
• Hinweis: Sollten Sie während der Messung Ihre Grenzwerte
ändern, hat dies Auswirkung auf die Interpretation der
bereits abgespeicherten Messwerte.
Sie können den Speicher und die Grenzen der Doctor’s
Funktion löschen indem Sie nach dem Drücken der
Speichertaste “MEMORY” und nach der Wahl des Benutzers
die “MODE”- und Aufwärts-Taste 5 Sekunden drücken.
9 | MESSWERTE SPEICHERN, ABRUFEN
UND LÖSCHEN
• Die Ergebnisse jeder erfolgreichen Messung werden
zusammen mit Datum und Uhrzeit abgespeichert. Bei
mehr als 30 Messdaten gehen die jeweils ältesten
Messdaten verloren.
• Um Messergebnisse wieder abzurufen, drücken Sie die
Speichertaste “MEMORY”. Wählen Sie mit den Tasten
“Ab” oder “Auf” die gewünschten Benutzerspeicher aus
und drücken Sie die Speichertaste “MEMORY”. Zunächst
wird der Durchschnittswert aller gespeicherten Messwerte
10 | FEHLERMELDUNGEN
Bei Fehlern erscheint auf dem Display die Fehlermeldung
“”.
Fehlermeldungen können auftreten, wenn
• der Aufpumpdruck höher als 300 mmHg ist;
• der Blutdruckmesswert außergewöhnlich hoch oder niedrig
ist;
• Sie sich während der Messung bewegen oder reden (Neben
“” wird auch das Herzrhythmussymbol auf dem
Display angezeigt);
• das Aufpumpen länger als 16 Sekunden dauert.
18
Wiederholen Sie in diesen Fällen die Messung. Achten Sie
darauf dass Sie sich nicht bewegen oder sprechen. Setzen
Sie gegebenenfalls die Batterien neu ein oder ersetzen
Sie diese.
11 | REINIGUNG & PFLEGE
• Reinigen Sie Ihren Blutdruckcomputer vorsichtig nur mit
einem leicht angefeuchteten Tuch.
• Verwenden Sie keine Reinigungs- oder Lösungsmittel.
• Sie dürfen das Gerät auf keinen Fall unter Wasser
halten, da sonst Flüssigkeit eindringen kann und das
Gerät beschädigt.
• Der Blutdruckcomputer immer in der mitgelieferten
Luxusaufbewahrungtasche aufbewahren.
12 | TECHNISCHE ANGABEN
Modell-Nr. BC18
Messmethode Oszillierend, nicht invasive
Bereich Doctor’s sys. 70 - 250 mmHg
Funktion dia. 40 - 120 mmHg
Speicher 3 x 30 abspeicherbare Datenzeilen
Abmessungen L 74 x B 84 x H 33 mm
Gewicht Ungefähr 140 g
Manschettengröße Für einen Handgelenkumfang
von ca. 13,5 bis 19,5 cm
Zul. Betriebs- +10°C bis +40°C, <85% relative
temperatur Luftfeuchte
Zul. Aufbewahrungs- -20°C bis +70°C, <85% relative
temperatur Luftfeuchte
Stromversorgung 2 x 1,5 V AAA (Alkaline Typ
LR 03)
ZubehörAufbewahrungsbox, Bedienungsanleitung, 2 AAA
Batterien
Klassikation Anwendungsteil Typ BF
Zeichenerklärung Anwendungsteil Typ BF
Achtung! Gebrauchsanleitung
lesen
19
13 | GARANTIE & SERVICE
• Die Garantiezeit ist auf 24 Monaten ab dem Kauf befristet.
• Die Garantie ist nur gültig, wenn die Geräte-
kaufrechnung vorgelegt werden kann. Bewahren Sie
deshalb die Rechnung sorgfältig. Die Garantiezeit
fängt an auf die Ankaufdatum.
• Die Garantie gilt nicht im Falle von:
- normalem Verschleiß
- mangelhafter Wartung
- unsachgemäßem oder weckwidrigem Gebrauch
- nichtbeachtung von Bedienungs- und
Wartungsvorschriften
- unfachmännischer Reparatur vom Käufer oder von
Dritten
- Nicht Originalteilen, die vom Käufer oder von
Dritten montiert worden sind
welches von unseren Kundendienst zu begutachten ist.
• Die Garantie gilt nicht für:
- Normale Verbrauchsartikel
- Batterien
welches von unseren Kundendienst zu begutachten ist.
Bitte senden Sie das Gerät zusammen mit der Rechnung und
einer Fehlerbeschreibung frankiert an:
Inventum Holland BV oder an: new E.T.P. bvba
Generatorstraat 17 Passtraat 121
3903 LH VEENENDAAL 9100 Sint Niklaas
Die Niederlande Belgie
Falls die Garantie entfallen oder die Garantiezeit abgelaufen
ist, müssen wir Ihnen die Kosten, die mit einer Begutachtung
und/oder einer Reparatur verbunden sind, in Rechnung
stellen.
Auf Anfrag werden wir eine Preisangabe machen bevor
wir die Reparatur durchführen. Wenn wir zur Reparatur
übergangen sind, werden die Begutachtungs- bzw.
Prüfungskosten von uns nicht in Rechnung gestellt.
Wir gewähren zwei Monate Garantie auf die von unserem
Kundendienst ausgeführten Reparaturen sowie auf das neu
verarbeitete Material, wobei diese Zweimonats-Frist ab dem
Tag der Reparatur beginnt.
Sollte währen diesem Zeitraum ein Defekt auftreten,
der direkt auf die Reparaturarbeiten oder das dabei
verwendete Material zurückzuführen ist, kann der Kunde
selbstverständlich seinen Apparat kostenlos reparieren
lassen.
Änderungen und Druckfehler vorbehalten.
20
FRANÇAIS
Mode d’emploi Inventum Tensiomètre de poignet
électronique BC18.
Lisez ce mode d’emploi très attentivement avant d’utiliser
votre appareil et conservez-le précieusement pour le
consulter éventuellement plus tard.
1 | PRÉSENTATION
Le lecteur de tension artérielle au poignet sert à la mesure
non invasive et au contrôle des valeurs de tension
artérielle d’individus adultes.
Il vous permet de mesurer rapidement et simplement
votre tension artérielle, d’enregistrer les valeurs mesurées
et d’afcher l’évolution des valeurs mesurées.
L’appareil vous prévient en cas d’arythmie cardiaque
éventuelle. Vous pouvez en outre régler individuellement les
limites d’avertissement préréglées conformément aux
directives de l’OMS pour la systole et la diastole (« doctor’s
function »).
Cet appareil répond aux exigences de la directive
européenne sur les dispositifs médicaux, à la loi sur les
dispositifs médicaux et aux normes européennes EN1060-1
(Tensiomètres non invasifs, partie 1: exigences générales),
EN1060-3 (Tensiomètres non invasifs, partie 3: exigences
complémentaires concernant les systèmes
électromécaniques de mesure de la pression sanguine).
2 | CONSIGNES DE SÉCURITÉ
• Lisez ce mode d’emploi très attentivement avant
d’utiliser votre appareil et conservez-le précieusement
pour le consulter éventuellement plus tard.
• Mesurez toujours votre tension à la même heure an de
pouvoir comparer les valeurs.
• Avant chaque mesure, accordez-vous 5 minutes de repos!
• Laissez s’écouler un laps de temps de 5 minutes entre deux
mesures!
• Les mesures que vous obtenez n’ont qu’une valeur
informative – elles ne sauraient remplacer un examen
médical! Tenez votre médecin au courant des mesures
; en aucun cas, ne prenez vous-même des décisions
d’ordre médical (concernant la prise de médicaments, par
exemple)!
• En cas de circulation irrégulière ou d’artériosclérose
chronique ou aiguë, l’exactitude de la mesure de la
tension au poignet est limitée. Dans ce cas, il convient
d’utiliser un tensiomètre qui s’applique à la partie
supérieure du bras.
• Des valeurs erronées peuvent être obtenues en cas
de maladies du système circulatoire, d’hypotension
prononcée, de troubles de la vascularisation et du rythme
cardiaque, ainsi que d’autres troubles.
• Le tensiomètre est composé de modules de précision et
de modules électroniques. Il faut manier l’appareil avec
précaution pour garantir l’exactitude des mesures et
21
préserver la durée de vie de l’appareil :
- Évitez de heurter l’appareil et ne le laissez pas tomber.
- Protégez-le de l’humidité, de la poussière, des fortes
variations de température et de l’exposition directe aux
rayons du soleil.
- Ne l’utilisez pas à proximité de puissants champs
électromagnétiques ; maintenez-le à distance des
installations radio et des téléphones mobiles.
• N’appuyez pas sur les touches avoir d’avoir mis la
manchette sur votre poignet.
• N’utilisez l’appareil que sur des personnes dont la taille du
poignet correspond aux caractéristiques de la manchette.
• En cas d’inutilisation prolongée de l’appareil, il est
recommandé de retirer les piles.
• Laissez les piles hors de portée des enfants et lorsqu’elles
sont usées, ne les jetez pas à la poubelle.
• Débarrassez-vous des piles usagées en les déposant aux
lieux ou points de collecte appropriés.
• N’ouvrez pas l’appareil, sous peine de rendre la garantie
caduque. Ne réparez ni n’ajustez l’appareil vousmême.
Vous pourriez perturber son bon fonctionnement.
• Cet appareil de mesure de la pression artérielle et du pouls
pour prise au poignet est destiné aux adultes.
• Cet appareil a été conçu pour un usage pratique, mais il ne
saurait remplacer une visite chez le médecin.
• Cet appareil n’est pas conçu pour une utilisation
commerciale ou clinique.
• L’appareil n’est prévu que pour l’usage indiqué dans ce
mode d’emploi.
• Les réparations ne doivent être réalisées que par les
services après-vente agréés. Sinon, il y a perte du droit à
garantie.
• Pour toute question concernant l’utilisation de nos
appareils, adressez-vous à votre revendeur ou au service
après-vente de Inventum.
3 | DESCRIPTION DE L’APPAREIL
1. Display
2. Bouton de diminution
3. Bouton d’augmentation
4. Bouton MODE
5. Bouton MEMORY
6. Bouton START/STOP
7. Couvercle du compartiment des piles
8. Brassard
1. Symbole ‘changement de piles’
2. Symbole ‘erreur’
3. Pression systolique
4. Symbole ‘arythmie cardiaque’
5. Unité mmHg
6. Symbole pour utilisateur 1, 2, 3
7. Pression diastolique
8. Heure et date
9. Numéro d’enregistrement
10. Symbole puls
11. Pouls obtenu
12. Flèche gonage, déconage
22
4 | MISE EN PLACE DES BATTERIES
• Retirez le
couvercle du
compartiment
des piles situé
sur le côté
gauche de
l’appareil.
• Installez deux piles de type 1,5 V AAA (piles alcalines, type
LR 03).
Assurez-vous que les piles sont correctement installées,
à l’aide des signes de polarité. N’utilisez pas de piles
rechargeables.
• Refermez le compartiment des piles: remettez le couvercle
en place et encliquetez-le.
Si le symbole changement de piles s’afche, aucune
mesure ne peut être effectuée et vous devez remplacer
toutes les piles.
Remarque: Vous trouverez les symboles suivants sur les piles
contenant des substances toxiques: Pb = pile contenant du
plomb, Cd = pile contenant du cadmium, Hg = pile contenant
du mercure.
5 | LA DATE, L’HEURE & LES LIMITES
Vous devriez impérativement régler la date et l’heure.
Ce n’est qu’ainsi que vous pourrez enregistrer vos valeurs
mesurées correctement, avec la date et l’heure, et vous y
référer ultérieurement. L’heure s’afche au format 24
heures.
Remarque: Pour régler les valeurs en accéléré, maintenez
les touches
enfoncée.
• Appuyez sur “MODE. Le mois commence à clignoter. A
l’aide des touches “diminution” ou “augmentation”,
réglez le mois entre 1 et 12 et validez avec “MODE”.
• Réglez le jour, l’heure et la minute et validez à chaque fois
avec “MODE”.
Réglage des valeurs limites individuelles (Doctor’s
function)
Après avoir validé la date et l’heure, vous pouvez régler
les limites d’avertissement individuelles pour la systole
et la diastole de chaque utilisateur. Cette possibilité de
réglage permet la mise en oeuvre idéale des consignes
médicales en cas de contrôle de la tension artérielle en
ambulatoire (Doctor’s function).
Remarque: Les valeurs préréglées en usine sont conformes
aux valeurs élevées et normales des directives de l’OMS et
les limites d’entrée sont de 130 mmHg (systole) et de 85
mmHg (diastole). Voir le tableau OMS à ce sujet. Vous devez
valider le réglage d’usine pour que la Doctor’s function
soit activée.
• Le réglage des limites d’avertissement commence toujours
par l’utilisateur 1.
• Tant que le réglage d’usine n’a pas été activé, l’afchage
indique “--”.
• Vous pouvez à présent modier les limites de systole à
l’aide des touches “diminution” et “augmentation”
par incréments de 5 mmHg.
• Validez la valeur souhaitée avec la touche “MODE”.
23
“diminution” ou “augmentation”
• Vous pouvez également modier les limites de diastole à
l’aide des touches “diminution” et “augmentation”
par incréments de 5 mmHg.
• La touche “MODE”permet d’enregistrer les réglages
et de passer à la mémoire utilisateur suivante. Le
bouton “START/STOP” permet lui aussi d’enregistrer les
réglages mais vous passerez ensuite au mode mesure. Si
vous n’appuyez sur aucune touche, l’appareil s’arrête
automatiquement au bout d’une minute.
Remarques
• Du point de vue médical, l’écart entre la systole et la
diastole ne doit pas être supérieur à 30 mmHg.
Il est déconseille d’enregistrer une valeur limite
systolique inférieure à 100 mmHg et une valeur limite
diastolique inférieure à 60 mmHg.
• Conformément aux directives/dénitions de l’Organisation
mondiale de la santé (OMS) et selon les toutes dernières
connaissances, les résultats mesurés peuvent être classés
et évalués selon le tableau ci-après.
Tableau de classication des valeurs de la tension
artérielle (unité de mesure, mmHg) pour adultes :
PlageSystoliqueDiastoliqueMesure
Hypotension (tension dégradée)
Optimale< 120< 80Auto-contrôle
Normale120 - 12980 - 84Auto-contrôle
Elevée à normale 130 - 13985 - 89Contrôle
< 105< 60Contrôle
médical
médical
PlageSystoliqueDiastoliqueMesure
Hypertonie légère
- Niveau I
Hypertonie moyenne - Niveau II
Hypertonie forte
- Niveau III
Source: WHO, 1999
140 - 15990 - 99Contrôle
160 - 179100 - 109Consultation
>= 180>= 110Consultation
médical
chez le médecin
chez le médecin
6 | MISE EN PLACE DU BRASSARD
• Dégagez votre poignet gauche. Veillez à ce que la
circulation sanguine du bras ne soit pas entravée par
des vêtements trop serrés ou autre. Posez le brassard à
l’intérieur de votre poignet.
• Fermez le brassard avec le Velcro de sorte que l’arête
supérieure de l’appareil se trouve à env. 1 cm sous la
paume de la main.
• Le brassard doit être bien serré sur le poignet, sans le
sangler.
24
7 | MESURE DE LA TENSION
• Avant chaque mesure, reposez-vous
pendant env. 5 minutes! Cela peut sinon
engendrer des écarts.
• Vous pouvez procéder à la mesure
en position assise ou allongée.
Posez impérativement votre bras et
pliez-le. Veillez dans tous les cas à ce
que le brassard se situe au niveau du coeur. Cela pourra
sinon engendrer des écarts considérables. Détendez votre
bras et ouvrez la main.
• Pour ne pas fausser le résultat de la mesure, il est
important de rester calme pendant la mesure et de
ne pas parler.
• Mettez l’appareil de mesure de la tension artérielle en
marche avec le bouton “START/STOP”.
• Avec les boutons “diminution” et “augmentation”,
sélectionnez la mémoire utilisateur pour enregistrer
séparément les mesures du matin, du midi et du soir.
• Appuyez sur le bouton “START/STOP” puis commencez
le processus de mesure. Le brassard est goné à 195
mmHg. La pression pneumatique du brassard se relânche
lentement. Si une tension artérielle élevée est décelée dès
ce stade, regonez le brassard et augmentez à nouveau la
pression. Dès qu’une pulsation est détectée, le symbole
pouls s’afche.
• La pression systolique, la pression diastolique et le pouls
mesurés s’afchent.
• Pour interrompre la mesure à tout moment, appuyez sur le
bouton “START/STOP”.
• Le symbole “” s’afche lorsque la mesure n’a pas
pu être effectuée correctement. Consultez le chapitre
Message d’erreur dans le présent mode d’emploi et
recommencez la mesure.
8 | EVALUATION DES RÉSULTATS
Arythmies cardiaques
Pendant la mesure, cet appareil peut identier une arythmie
cardiaque éventuelle. Le cas échéant, après la mesure, le
symbole s’afche.
Ce symbole peut indiquer une arythmie. L’arythmie est une
pathologie lors de laquelle, du fait de défauts dans le
système bioélectrique commandant les battements du coeur,
le rythme cardiaque est anormal. Les symptômes
(battements du coeur anarchiques ou précoces, pouls lent ou
trop rapide) peuvent entre autres être dus à des maladies
cardiaques, à l’âge, à une prédisposition corporelle, à une
mauvaise hygiène de vie, au stress ou au manque de
sommeil. L’arythmie ne peut être décelée que par une
consultation médicale.
Si le symbole s’afche à l’écran après la mesure,
recommencez la mesure. Veillez à vous reposer pendant
5 minutes et à ne pas parler ni bouger pendant la mesure. Si
le symbole apparaît souvent, veuillez consulter votre
médecin. Tout auto-diagnostic ou toute auto-médication
découlant des résultats mesurés pourra se révéler
dangereux. Respectez impérativement les indications de
votre médecin.
25
Doctor’s Function
Après une mesure réussie, l’appareil afche tout d’abord le
résultat de la mesure. Les valeurs limites réglées sont
comparées au résultat mesuré et sont représentées comme
suit:
• Valeur systolique correspondant et inférieure à la valeur
limite: la valeur s’afche
• Valeur diastolique correspondant et inférieure à la valeur
limite: la valeur s’afche
• Valeur systolique supérieure à la valeur limite:
la valeur clignote
• Valeur diastolique supérieure à la valeur limite:
la valeur clignote
Si vous souhaitez vérier les valeurs limites réglées, appuyez
sur le bouton “MODE”. Pour revenir à tout moment à
l’afchage du résultat, relâchez/activez le bouton “MODE”.
Pour commencer une nouvelle mesure, appuyez sur le
bouton “START/STOP”. Veillez à respecter un temps de
repos de 5 minutes entre deux mesures. Si vous n’appuyez
sur aucune touche, l’appareil s’arrête automatiquement au
bout d’une minute.
9 | ENREGISTREMENT, APPEL ET
SUPPRESSION DES VALEURS
• Les résultats de chaque mesure réussie sont enregistrés
avec la date et l’heure. En présence de plus de 30 données
mesurées, les données les plus anciennes sont supprimées.
• Pour rappeler les résultats mesurés, appuyez sur la touche
mémoire “MEMORY”. A l’aide des touches “diminution”
et “augmentation”, sélectionnez la mémoire utilisateur
souhaitée et appuyez sur la touche mémoire “MEMORY”.
Dans un premier temps, la valeur moyenne de toutes les
valeurs mesurées enregistrées de cette mémoire utilisateur
s’afche (afchage de l’emplacement dans la mémoire
« A »). Appuyez de nouveau sur la touche mémoire
“MEMORY” pour afcher les dernières valeurs mesurées
individuelles avec la date et l’heure. La valeur moyenne de
toutes les valeurs mesurées enregistrées ainsi que les
valeurs mesurées individuelles enregistrées sont comparées
aux valeurs limites réglées pour la doctor’s function et
sont interprétées graphiquement.
• Pour appeler vos valeurs limites de la doctor’s function et
les comparer, appuyez sur le bouton “MODE”.
• Remarque: Si vos valeurs limites changent pendant la
mesure, cela aura un effet sur l’interprétation des valeurs
mesurées déjà enregistrées.
Vous pouvez effacer la mémoire et les limites de la doctor’s
function en maintenant les boutons “MODE” et
„augmentation” pendant 5 secondes après avoir appuyé
sur la touche mémoire “MEMORY” et après avoir sélectionné
l’utilisateur.
10 | EN CAS D’ERREURS
En présence d’erreurs, le message d’erreur “”
s’afche à l’écran. Des messages d‘erreur peuvent
apparaître quand:
• la pression de gonage est supérieure à 300 mmHg;
• la pression artérielle mesurée est exceptionnellement
haute ou basse;
• vous bougez ou vous parlez pendant la mesure (le symbole
d’arythmie s’afche à l’écran à côté de “”;
• le gonage dure plus de 16 secondes.
26
Dans tous ces cas, recommencez la mesure. Veillez à ce que
le exible du brassard soit bien raccordé et veillez à ne pas
bouger ni parler. Si nécessaire, remettez les batteries en
place ou remplacez les batteries.
11 | NETTOYAGE
• Nettoyez avec soin votre tensiomètre électronique en
n’utilisant qu’un chiffon légèrement humide.
• N’utilisez ni détergent ni produit abrasif.
• Ne placez en aucun cas l’appareil sous l’eau courante,
car du liquide pourrait pénétrer dans l’appareil et
l’endommager.
12 | DONNÉES TECHNIQUES
Modèle BC18
Méthode de mesure oscillante, mesure de la tension
artérielle non invasive au niveau du
poignet
Plage de mesure pression: 0–300 mmHg/ pouls: 40–199/min
Précision de l’afchage systolique ±3 mmHg /
de la tension diastolique : ±3 mmHg/ pouls: ±5% de la valeur afchée
Imprécision de mesure Ecart standard max. autorisé selon
dia. 40 - 120 mmHg
Mémoire3 x 30 lignes de données mémorisables
Dimensions L 74 x B 84 x H 33 mm
Poids Environ 140 g
Taille du brassard Pour un tour de poignet d’env.
13,5 à 19,5 cm
Température +10°C à +40°C, <85% d’humidité
d’utilisation autorisée relative de l’air
Température de -20°C à +70°C, <85% d’humidité
stockage autorisée relative de l’air
Alimentation 2 x 1,5 V AAA (alcaline,
électrique type LR 03)
Accessoires Boîte de rangement, mode
d’emploi, 2 piles AAA
ClassicationPièce d’application type BFExplication des signes Pièce d’application type BF
Attention ! Lire le mode
d’emploi
27
13 | GARANTIE & SERVICE
• La garantie est assurée pendant 24 mois à compter de la
date d’achat de l’article.
• La garantie ne sera applicable que sur présentation du
bon d’achat. C’est pourquoi vous devez conserver bien
précieusement votre bon d’achat. Le délai de garantie
commence à partir de la date d’achat.
• La garantie n’est pas assurée dans les cas suivants:
- usure normale
- emploi inadéquat ou utilisation abusive
- entretien insufsant
- non-respect des consignes d’utilisation et
d’entretien
- réparation par l’acheteur non compétent
- adaptation par l’acheteur de pièces détachées qui
ne sont pas d’origine
ce qui sera jugé par notre service technique.
La garantie n’est pas applicable pour:
- les articles de consommation normale
- les batteries
ce qui sera jugé par notre service technique.
L’appareil doit être renvoyé en port payé avec la facture
ainsi que la description du problème à:
Inventum Holland BV ou à: new E.T.P. bvba
Generatorstraat 17 Passtraat 121
3903 LH VEENENDAAL 9100 Sint Niklaas
PAYS BAS Belgique
Si la garantie n’est pas applicable ou bien si le délai de
garantie est dépassé, nous vous facturerons les frais liés à un
devis et/ou à une réparation.
Sur simple demande de votre part, nous pouvons d’abord
établir un devis avant de commencer toute réparation.
Sans votre demande de devis, nous partons du principe que
vous nous donnez automatiquement votre accord pour la
réparation de votre appareil, dès l’instant où vous nous
l’avez envoyé.
Nous assurons deux mois de garantie sur les réparations
effectuées par notre service après-vente et sur le matériel
qui aura été ajouté, et ce délai de deux mois est calculé
à compter de la date de la réparation. Si pendant cette
période, il y avait une défection de l’appareil due
directement aux travaux de réparation qui ont été effectués
ou due au matériel rajouté, il va de soi que l’acheteur
pourra de plein droit faire réparer gratuitement son
appareil.
Sous réserve de modication.
28
ENGLISH
Instruction Manual Inventum blood pressure monitor, BC18
Read the instruction manual carefully before use and keep
the instructions in a safe place for future referrence.
1 | INTRODUCTION
The wrist blood pressure monitor is used for non-invasive
measurement and monitoring of adults’arterial blood
pressure. You can use it to measure your blood pressure
quickly and easily, storing the results and displaying the
progression of readings. A warning is issued in case of
possible heartrhythm disturbance. Warning limits for systolic
and diastolic pressure (preset according to WHO guidelines)
can also be individually adjusted (Doctor’s function).
The computer complies with the requirements of the
European Directive for Medical Products, the German
Medical Product Act as well as the European standards
EN1060-1 (Non-invasive blood pressure measuring devices
Part 1: General requirements), EN1060-3 (Non-invasive blood
pressure measuring devices Part 3: supplementary
requirements for electromechanical blood pressure
measuring systems).
2 | SAFETY INSTRUCTIONS
• Read the instruction manual carefully and completely
before using the appliance and keep them for later use.
• Always measure your blood pressure at the same time of
day in order to ensure comparability of the readings.
• Relax for about 5 minutes before each measurement!
• Wait 5 minutes between successive measurements!
• The measurements you make yourself are only for
your information – they are no substitute for a medical
examination! Discuss your readings with your doctor and on
no account make your own medical decisions (e.g. drugs
and their dosages)!
• The wrist measurement will be less accurate if an suffers
from restricted blood circulation resulting from chronic or
acute vascular diseases (including vasoconstrictions). In
this case, use a blood pressure monitor for measurements
on the upper arm.
• Measuring errors can occur in diseases of the
cardiovascular system, as well as with very low blood
pressure, irregular blood circulation and arrhythmia and
also in the case of other symptoms.
• The blood pressure computer consists of precision-made
electronic components. The measuring accuracy and life of
the computer depend on the care with which it is treated:
- Protect the computer from shocks and be careful not to
drop it,
- protect it against moisture, dirt, wide uctuations
29
in temperature and the direct rays of the sun,
- do not use it in areas where there are strong
electromagnetic elds, i.e. keep it away from
transmitters and mobile phones.
• Do not press any buttons untill the cuff is in position.
• Use the computer only on persons for whose wrist size the
computer is intended.
• If the computer is not used for a lengthy period of time, it
is advisable to remove the batteries.
• Keep the batteries out of reach of children. Batteries do
not belong in domestic waste.
• Dispose of batteries at the appropriate collection points.
• Do not open the computer. Failure to comply invalidates
the warranty. You must not adjust or repair the computer
yourself or its correct function will no longer be
guaranteed.
• This device is intended for wrist blood-pressure/pulse
measurement on adult human beings.
• This instrument is not intended for commercial or clinical
use.
• Never immerse the blood pressure monitor in water or
any other liquid.
• If you have further questions about using our devices,
please contact your dealer.
3 | UNIT DESCRIPTION
1. Display
2. Down button
3. Up button
4. MODE button
5. MEMORY button
6. START/STOP button
7. Battery cover
8. Wrist cuff
1. ‘Change battery’ icon
2. Error icon
3. Systolique pressure
4. Cardiac arrhythmia icon
5. mmHg unit
6. Icon for users 1, 2, 3
7. Diastolic pressure
8. Time and date
9. Number of memory space
10. Pulse icon
11. Measured pulse
12. Inate/deate arrow
30
4 | INSERTING/ CHANGING BATTERIES
• Remove
the battery
compartment
cover (left side
of the unit).
• Insert two 1,5
V AAA batteries
(Alkaline Type LR 03). Make absolutely sure that you insert
the batteries with the correct polarity as marked. Do not
use rechargeable batteries.
• Replace the battery cover carefully.
If the change battery icon is displayed, measurement is
no longer possible and you must replace all the batteries.
Note: Batteries containing pollutant substances are marked
as follows: Pb = Battery contains lead, Cd = Battery contains
cadmium, Hg = Battery contains mercury.
5 | SETTING DATE, TIME & WARNING LIMITS
It is vital to set date and time. Only this way is it possible to
save and subsequently retrieve your measured values with
the right date and time. Time is shown in 24 hour format.
Note: if you hold down the buttons “down” or “up”,
you can set the values more quickly.
• Press “MODE”. The month starts ashing. Using the buttons
“down” or “up”, set the month 1 to 12 and conrm
with “MODE”.
• Set the day, hour and minute and conrm in each case with
“MODE”.
After conrming date and time, the warning limits for
systolic and diastolic for each individual user can be set
individually. With the adjustment possibility, medical
instructions in the case of outpatient blood pressure
monitoring can be ideally implemented - Doctor’s function.
Note: the factory-set values are based on WHO guidelines for
high-normal and amount to 130 mmHg (systolic) and 85
mmHg (diastolic) (entry limit range). See the WHO-chart
shown. You must conrm the factory setting in order to
activate the Doctor’s function.
• Setting warning limits always begins with User 1.
• Unless the factory setting has been changed, the display
will read ‘--’.
• You can now alter the limits for systolic pressure with the
buttons “down” and “up” in 5 mmHg stages.
• Conrm the required value with the “MODE” button.
• You can now also change the limits for diastolic pressure
with the buttons “down” and “up” in 5 mmHg
stages.
• With the “MODE” button, save the settings and switch to
the next user memory, you can also save the settings with
“START/STOP” but then you go into measurement mode. If
you do not press any button, the instrument automatically
switches off after one minute.
Note
• From a medical point of view, the distance between
systolic and diastolic should be greater than 30 mmHg. A
systolic limit value below 100 mmHg and a diastolic limit
below 60 mmHg is not recommended.
• According to WHO Guidelines/Denitions and the latest
ndings, the test results can be classied and evaluated
according to the following chart.
31
Table for classication of blood pressure values (unit
of measurement mmHg) for adults:
RangeSystolicDiastolicAction
Hypotonia -
(degraded bl. pr.)
Optimal< 120< 80Self-control
Normal120 - 12980 - 84Self-control
High-normal130 - 13985 - 89Check with
Mild hypertension
- Grade I
Moderate hypertensive - Grade II
Severe hyper-
tension- Grade III
Source: WHO, 1999
< 105< 60Check with
140 - 15990 - 99Check with
160 - 179100 - 109Seek medical
>= 180>= 110Seek medical
doctor
doctor
doctor
advice
advice
6 | APPLYING THE CUFF
• Bare your left wrist, making sure that the circulation in
the arm is not resctricted by any clothes etc. that are too
tight. Position the cuff on the inside of your wrist.
• Fasten the cuff with the Velcro fastening so that the upper
edge of the monitor is positioned approx. 1 cm below the
ball of your thumb.
• The cuff has to be tted tightly around the wrist but
should not constrict it.
7 | MEASURING BLOOD PRESSURE
• Rest for approx. 5 minutes before each
measurement. Otherwise there may be
differences.
• You can perform the measurement
either sitting or lying down. It is
essential to support your arm and have
it at an angle. Always make sure that
the cuff is level with your heart. Otherwise there may be
serious differences. Relax your arm and the palms of your
hands.
• In order not to distort the result, it is important to keep
still during the measurement and not talk.
• Switch on the blood pressure monitor with the “START/
STOP” button.
• Using the buttons “down” or “up”, select the user
memory 1, 2 or 3. On succesful measurement, results are
automatically stored in the selected user memory. You can
also use the different user memories to save measurement
results separately, e.g. in the morning, afternoon and
evening.
• Start the measurement process by pressing the “START/
STOP” button. The cuff is pumped up to 195 mmHg. Cuff
air pressure is released slowly.
If a tendency towards high blood pressure is already
32
detectable, the cuff is pumped up again and the cuff
pressure is increased further. As soon as a heart rate is
detected, the heart rate symbol is displayed.
• Heart rate, systolic and diastolic blood pressure are
displayed.
• You can interrupt measurement at any time by pressing the
“START/STOP” button.
• The “” icon appears if it has not been possible to
perform the measurement properly. Observe the section
in these instructions on Error messages and repeat the
measurement.
8 | EVALUATING RESULTS
Cardiac arrhythmia
This instrument can identify possible heart rhythm
disturbance during measurement and if necessary indicates
the measurement with the icon .
This may be an indicator for arrhythmia. Arrhythmia is a
condition where the heart rhythm is abnormal as a result of
defects in the bioelectrical system controlling the heart
beat. The symptoms (omitted or premature heart beats,
slow or excessively fast heart rate) may be caused, among
other things, by heart disease, age, physical predisposition,
excessive use of stimulants, stress or lack of sleep.
Arrhythmia can only be ascertained through examination by
your doctor. Repeat the measurement if the icon is
displayed after the measurement. Please note that you
should rest for 5 minutes between measurements and not
talk or move during the measurement. If the icon
appears often, please contact your doctor. Any self-diagnosis
and treatment based on the test results may be dangerous.
It is vital to follow your doctor‘s instructions.
Doctor’s Function
After a successful measurement, the instrument rst shows
the test result. The set limit values are compared with the
test result and shown as follows:
• systolic value within and below the limit value:
value appears
• diastoli value within and below the limit value:
value appears
• systolic value above the limit value: value ashes
• diastolic value above the limit value: value ashes
If you would like to check your set limit values, press the
“MODE” button. You can return to the results display at any
time by releasing the “MODE” button. Pressing the “START/
STOP” button allows you to start a new measurement. Please
ensure that the 5 minutes’ rest between two measurements
is adhered to. If you do not press any button, the instrument
automatically switches off after one minute.
9 | SAVING, RETRIEVING AND DELETING
RESULTS
• The results of each successful measurement are stored
together with date and time. With more than 30 items of
measured data, the earliest items of data measured are
lost.
• In order to retrieve measurement results again, press
the button “MEMORY”. Using the buttons “down” or
“up” select the required user memory and press the
“MEMORY” button. Initially, the average value of all stored
results in this user memory is displayed (memory space
33
display ‘A’). If you continue pressing the “MEMORY”button
the last individual results in each case are displayed
with date and time. The average of all stored results and
also the stored individual results are compared with the
currently set Doctor’s function limit values.
• By pressing the “MODE”button, you can call up your set
Doctor’s function limit values in order to compare.
• Note: If you change your limit values during the
measurement, this affects the interpretation of the results
already stored.
After pressing the button “MEMORY” and selecting the
user, you can clear the memory and the Doctor’s function
limits by holding down the “MODE” and “up” buttons for
5 seconds.
10 | TROUBLESHOOTING
In case of faults, the “” message appears in the
display. Error messages can occur when
• the ination pressure is higher than 300 mmHg;
• the blood-pressure value is unusually high or low;
• you move or talk during the measurement (in addition to
“”, the cardiac arrhythmia icon appears in the
display);
• ination takes longer than 16 seconds;
In the above cases, you must repeat the measurement.
Make sure that you do not move or talk. Re-insert the
batteries if necessary, or else replace them.
11 | CLEANING & CARE
• Clean your blood pressure computer carefully only with a
slightly moistened cloth.
• Do not use detergents or solvents.
• On no account must you immerse the computer in water,
otherwise liquid can enter it and cause damage.
• Always store the blood pressure monitor in the
storagecase.
12 | TECHNICAL DATA
Type BC18
Measuring method Oscillating, non-invasive blood
Memory 3 x 30 storable data lines
Dimensions L 74 x W 84 x H 33 cm
Weight Approx. 140 g
Cuff size for a wrist circumference of approx. 13,5 to 19,5 cm
34
Admissible operating +10°C to +40°C, <85% relative
conditions humidity
Admissible storage -20°C to +70°C, <85% relative
temperature humidity
Power supply 2 x 1,5 V AAA (Alkaline type
LR 03)
Accessoriesstorage box, instructions for use, 2 x AAA batteries
Classication Application part type BF
Explanation of Application part type BF
symbols Caution! Read the operating
instructions for use.
13 | GUARANTEE & SERVICE
• This product is guaranteed for a period of 2 years from the
date of purchase against mechanical and electrical defect.
• Guarantee can only be given if proof of purchase (e.g. till
receipt) can be shown. Therefore keep it in a safe place.
The guarantee period starts at date of purchase.
• Guarantee is not valid in case of:
- normal wear;
- damage through misuse use or when the
instructions were not followed correctly;
- lack of maintenance;
- not following the operation- and safety
instructions;
- incompetent montage or repairs made by yourself
or others;
- using accessories and spare parts which are not
suitable for the appliance; for assessment by our
technical department.
• The guarantee is not valid for:
- normal wear;
- external cables;
- (interchangeable) signal- and controllamps for
assessment by our technical department.
Return the appliance, including proof of purchase and
description of the complaint, stamped to:
Inventum Holland BV or to: new E.T.P. bvba
Generatorstraat 17 Passtraat 121
3903 LH VEENENDAAL 9100 Sint Niklaas
The Netherlands BELGIUM
When the guarantee is no longer valid or when the period of
guarantee has passed, we will charge any costs that ow out
of an assessment and/or repairing. On request we will supply
a statement before repairing. Without requesting a
statement, we assume that you, by sending the appliance,
automatically order to repair the appliance.
A guarantee period of two months is valid for repairs done by
our technical department and the used spare parts, counting
from the repairdate. When a malfunction occurs within this
period which directly ows out of the repairs and the used
spare parts, the consumer has the right of repairs without
any costs.
Modications and printing errors are reserved.
35
Generatorstraat 17, 3903 LH , Veenendaal, Nederland