PI 631
PI 631 A
PI 631 AS
PI 631 IB
PI 640 IB
PI 640
PI 640 A
PI 640 AS
PI 640 AST
PI 640 A R
PI 640 S
PI 640 AS R
PIM 631 AS
PIM 640 AS
PIM 640 AST
PIM 640 S
RS
Русскии,24
Samenvatting
Het installeren, 2-7
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Gasaansluiting
Typeplaatje
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Beschrijving van het apparaat, 8
Algemeen aanzicht
Starten en gebruik, 9
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Praktisch advies voor het gebruik van de elektrische
plaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 10
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 11
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van het apparaat
Onderhoud gaskranen
Storingen en oplossingen, 12
NL
DE
Het installeren
Verhoging van de spleet
tussen deur en vloer
Aangrenzend
vertrek
Te ventileren
vertrek
A
Voorbeelden
ventilatie-opening
voor verbrandingslucht
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte
rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
Rechtstreeks
naar buiten
NL
DE
! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
! Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek
voor de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas
instelling van het apparaat) :
• Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
• Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Plaatsing
! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen
en dient daarom te worden weggegooid volgens de
geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zieVoorzorgsmaatregelen en advies).
! De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van
de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
! dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en
funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens
de voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
• NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
• NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
Dit systeem kan worden
uitgevoerd door lucht direct van
buiten te onttrekken door middel
van een buis met een doorsnede
2
van minstens 100 cm
en die
zodanig is geplaatst dat hij niet
per ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier is door op
indirecte wijze lucht te onttrekken
aan de aangrenzende vertrekken
die door middel van een
ventilatiebuis, zoals boven
beschreven, met buiten zijn
verbonden en die geen
gemeenschappelijke delen zijn
van het huis en ook geen ruimtes met hoog
brandgevaar of slaapkamers.
• (voor België) De gassen van vloeibaar gemaakte
gasmengsels (LPG) zijn zwaarder dan lucht en
blijven laag hangen. Om deze reden moeten
vertrekken waar LPG-flessen staan laag geplaatste
ontluchtingsopeningen hebben voor het afvoeren
van eventueel ontsnapt gas. Lege of halfvolle LPGflessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of
bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer
(kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik
zijnde fles in het vertrek te bewaren, zodanig
geplaatst dat hij niet in rechtstreeks contact staat
met warmtebronnen (oven, open haard, kachel,
enz.) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C
zouden kunnen brengen.
Inbouw
• Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een
afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan
gebeuren door middel van een afzuigkap of een
elektrische ventilator die automatisch aangaan elke
keer als het apparaat wordt aangezet.
• Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben
dat dient voor de normale verbranding van het gas.
De luchttoevoer die nodig is voor een normale
verbranding moet niet minder dan 2 m
kW geïnstalleerd vermogen.
2
3
/h zijn per
Het gasfornuis en het gemengde fornuis hebben een
beschermingsgraad tegen oververhitting van het type X.
Het is daardoor mogelijk het apparaat naast meubels te
plaatsen die niet hoger zijn dan het keukenblad. Voor een
juiste installatie van de kookplaat moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
• De meubels die direct naast de kookplaat staan en
hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm
van de rand van de plaat staan.
• Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens
de voorschriften die u kunt vinden in het
instructieboekje van de afzuigkap zelf en in ieder
geval op een afstand van minstens 650 mm.
• Hang de keukenkastjes naast de kap op een
minimum hoogte van 420 mm van het keukenblad
(zie afbeelding).
Als de kookplaat onder een
560 mm.
45 mm.
600mm min.
600mm min.
700mm min.
keukenkastje wordt geplaatst,
moet deze zich op een afstand
van minstens 700 mm van het
keukenblad bevinden (zieafbeelding).
• De opening van het meubel moet de afmetingen
hebben die in de afbeelding zijn aangegeven.
De bevestigingsklemmen maken een bevestiging
mogelijk van de kookplaat aan een keukenblad van
tussen de 20 en 40 mm dik. Voor een goede
bevestiging raden wij u aan alle bijgeleverde haken
te gebruiken.
555 mm
! Gebruik de haken die u vindt in de
“toebehorenverpakking”
Ventilatie
Om een goede ventilatie te bereiken moet u de
achterkant van het meubel verwijderen. Het verdient de
voorkeur de oven op twee houten balken te plaatsen, of
eventueel op een enkele plank die een opening heeft
van tenminste 45 x 560 mm (zie afbeeldingen).
NL
DE
55 mm
475 mm
• Als de kookplaat niet boven een inbouwoven wordt
geïnstalleerd, moet u een houten isolatieplank
aanbrengen. Deze moet op een minimum afstand
van 20 mm van de onderkant van de kookplaat
worden geplaatst.
Schema voor de bevestiging van de haken
20
Stand haak voorStand haak voor
keukenblad H=20mmkeukenblad H=30mm
Voor
Als de kookplaat wordt geïnstalleerd boven een
inbouwoven die niet beschikt over een
afkoelmechanisme met ventilator, moet de nodige
ventilatie binnen het meubel worden bereikt door het
creëren van openingen voor de toe- en afvoer van de
lucht. (zie afbeeldingen).
! Het is alleen mogelijk de PI 640 AST/PIM 640 AST
kookplaat boven inbouwovens te installeren als deze
zijn voorzien van afkoelingsventilatie.
Elektrische aansluiting
30
De kookplaten met driepolige voedingskabel werken
met de wisselstroom, spanning en frequentie die
aangegeven zijn op het typeplaatje (aan de onderkant
van de kookplaat). De aarding van de kabel wordt
aangegeven door de kleuren geel-groen. Als het
fornuis wordt geïnstalleerd boven een inbouwoven
moeten de elektrische aansluitingen van fornuis en
oven apart worden uitgevoerd, zowel voor
veiligheidsredenen als voor het eventueel makkelijker
verwijderen van de oven.
40
Stand haak voorAchter
keukenblad H=40mm
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje.
3
NL
L
G
R
DE
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet u tussen het apparaat en het net
een meerpolige schakelaar aanbrengen met een
afstand tussen de contacten van minstens 3mm,
aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend
aan de geldende normen (de aarding mag niet
worden onderbroken door de schakelaar). De
voedingskabel moet zodanig worden geplaatst dat hij
nergens een temperatuur bereikt van 50°C hoger dan
de kamertemperatuur.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
• het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op
het typeplaatje;
Om het apparaat aan de
gasbuizen aan te sluiten
(II2E+3+ voor Belgie en I2L
voor Nederland), dient men
eerst de verbinder te
monteren.”R” (Deze is op
aanvraag verkrijgbaar bij de
technische-service-dienst
Ariston) Tevens dient men zijn
pakking op de verbinder “G”,die er uit ziet als een “L”
, van de voedings-struktuur te monteren. De verbinder
is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de
normen NBN D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de
muur zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk
draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit
gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te
voldoen.
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
• het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als
dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het
stopcontact te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het
snoer en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of
samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd
en mag alleen door erkende monteurs worden
vervangen (zie Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen
moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door
de geldende normen, en nadat men er zeker van is
dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men
gaat gebruiken. In het omgekeerde geval (voorBelgië) gaat u te werk zoals beschreven in de
paragraaf “Aanpassing aan verschillende types gas”.
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)
! De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig
worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt
zich een “L”-vormig, richtbaar verbindingsstuk
waarvan de afdichting is verzekerd door een pakking.
Als het verbindingsstuk gedraaid moet worden is het
absoluut noodzakelijk de pakking te vervangen (bij
het apparaat geleverd). Het verbindingsstuk waardoor
het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van
schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout.
Aansluiting met een roestvrije stalen flexibele buis
aan een onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt
tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
De in werking stelling van deze buizen moet zodanig
worden bewerkstelligd dat hun lengte in uitgerolde
toestand niet meer dan 2000 mm is. Nadat de
aansluiting heeft plaatsgevonden moet u controleren
dat de flexibele metalen buis niet in contact komt met
de beweegbare delen of dat hij vastgekneld raakt.
! Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die
voldoen aan de geldende landelijke normen.
4
Controleren gasdichtheid
! Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de
perfecte gasdichtheid van alle verbindingsstukken
worden gecontroleerd met een zeepoplossing en
nooit met een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas (voor
België)
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander
soort gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven
op het typeplaatje aan de onderkant van de kookplaat
of op de verpakking), moeten de straalpijpjes van de
branders op de volgende wijze worden vervangen:
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop
snel van hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een
veiligheidsmechanisme (thermo-element) dit
systeem niet werkt als de branders op de minimum
stand staan, moet u het minimum verhogen door
aan de stelschroef te draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de
bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met
zegellak of dergelijk materiaal.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
dicht worden geschroefd.
NL
DE
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de
branders uit hun plaats.
2. schroef de
straalpijpjes los met een
steeksleutel van 7mm
en vervang ze met de
straalpijpjes geschikt
voor het nieuwe type
gas (zie tabel 1
“Kenmerken van de
branders en de
straalpijpen”).
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket dat de gasinstelling aangeeft
vervangen met het etiket dat overeenkomt met het
nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar bij
onze Technische Service Centers.
• Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor
België)
De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
• Het regelen van de minimumstand (voor België)
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
2. Verwijder de knop en draai aan het regelschroefje
in of naast de spil van het kraantje totdat u een
kleine, regelmatige vlam bereikt.
! Aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket van de gasinstelling vervangen met het
etiket dat correspondeert met het nieuwe gas,
verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.
! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend
(of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht
die voldoet aan de geldende landelijke normen.
TYPEPLAATJE
Elektrische
aansluitingen
zie typeplaatje
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU
Richtlijnen:
- 2006/95/EEG van 12/12/06
(Laagspanning) en daaropvolgende
wijzigingen
- 2004/108/EEG van 15/12/04
(Elektromagnetische Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen
- 93/68/EEG van 22/07/93 en
daaropvolgende wijzigingen.
- 2009/142/EEG van 30/11/09 (Gas) en
daaropvolgende wijzigingen.
(1) Allen voor apparaten met veiligheidsmechanisme om gaslekkages te voorkomen
6
NL
SS
AR
S
AR
SS
ATC
PI 640PI 631PI 640 AST
PI 640 API 631 IBPIM 640 AST
PI 640 IBPI 631 A
PI 640 ASPI 631 AS
PI 640 A RPIM 631 AS
PI 640 S
PI 640 AS R
PIM 640 AS
PIM 640 S
! De kookplaat PI 640 AST/PIM 640 AST kan worden geïnstalleerd boven een ingebouwde oven op
voorwaarde dat deze voorzien is van afkoelingsventilatie.
DE
7
Beschrijving
van het apparaat
NL
DE
Algemeen aanzicht
GASBRANDERS
Roosters voor
PANNEN
ELEKTRISCHE KOOKPLAAT*
Controlelampje WERKING
ELEKTRISCHE
KOOKPLAAT*
Knoppen voor het regelen
van de GASBRANDERS
en de ELEKTRISCHEKOOKPLAAT*
Ontstekingsknop voor
de GASBRANDERS*
VEILIGHEIDSMECHANISME*
• ELEKTRISCHE PLATEN kunnen verschillende
diameters en vermogen hebben: “normaal” of
“snel”, dit laatste type platen herkent u door de
aanwezigheid van een rode stip in het midden.
• Controlelampje WERKING ELEKTRISCHE PLAAT:
gaat aan als de knop niet op de stand ‘uit’ staat.
• GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen
en vermogen. Kies de brander die het best
overeenkomt met de diameter van de pan die u wilt
gebruiken.
• Knoppen van de GASBRANDERS en van de
Bougie voor ontsteking van de
GASBRANDERS*
ELEKTRISCHE KOOKPLAAT* voor het regelen
van de vlam of van het vermogen.
• Bougie voor het ontsteken van de
GASBRANDERS*: zorgt voor een automatische
ontsteking van de gekozen brander.
• VEILIGHEIDSMECHANISME* zorgt ervoor dat de
gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per
ongeluk uitgaat.
Slechts op enkele modellen aanwezig.
*
8
0
1
2 - 5
6
Starten en gebruik
! Op iedere knop staat aangegeven waar de
gasbrander of de elektrische plaat* zich precies
bevindt.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop als
volgt worden geregeld:
• Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er een
vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te
drukken en tegen de klok in te draaien tot u het
maximum vermogen heeft bereikt.
In de uitvoeringen die zijn voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 6
seconden lang ingedrukt houden totdat het element
dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm
wordt.
In de uitvoeringen voorzien van een bougie moet u om
de gekozen brander aan te steken om te beginnen de
ontstekingsknop (aangegeven door het symbool
indrukken, dan de betreffende knop stevig indrukken
en tegen de klok indraaien tot u het maximum
vermogen heeft bereikt.
! Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai
dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat u
hem weer probeert aan te steken.
)
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
Voor een optimaal rendement dient u het volgende te
onthouden:
• gebruik voor iedere brander de pan die erop past
(zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er
onderuit vandaan komen.
• gebruik alleen pannen met een platte bodem en
met een deksel erop.
• draai de knop op het minimum zodra het kookpunt
is bereikt.
Brander
Snel (R)
Half-snel (S)
Spaarbrander (A)
Drievoudige Ring (TC)
Ø Diameter pan (cm)
24 - 26
16 - 20
10 - 14
24 - 26
Praktisch advies voor het gebruik van de
elektrische kookplaten
Om warmteverlies en schade aan de kookplaten te
vermijden kunt u het beste pannen gebruiken met een
platte bodem en met een diameter die niet kleiner is
dan die van de kookplaat.
NL
DE
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel met
de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot
aan het symbool “•”).
Elektrische kookplaten*
U kunt de kookplaten regelen door de
overeenkomstige knop met de klok mee of tegen de
klok in te draaien, op 6 verschillende standen:
PositieNormale of snelle plaat
0
Als de knop niet op uit staat zal het controlelampje
aangeven dat de kookplaat in werking is.
Uit
Minimum sterkte
Middelsterkten
Maximum sterkte
Positie
0
1
2
3
4
5
6
! Vóór het eerste gebruik moeten de kookplaten
ongeveer 4 minuten lang op de maximale stand
worden gezet, zonder pannen erop te plaatsen.
Gedurende deze beginfase wordt de beschermlaag
hard en bereikt hij zijn maximale weerstand.
Slechts op enkele modellen aanwezig.
*
Normale of snelle plaat
Uit.
Groenten en vis.
Aardappelen (gestoomd), soep, capucijners,
bonen.
Doorkoken van grote hoevelheeden,
minestroni enz.
Braden (medium).
Braden (hard).
Bruin bakken of snel aan de kook brengen.
9
Voorzorgsmaatregelen en advies
NL
DE
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens
de geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw
veiligheid en u dient ze derhalve goed door te
nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
• Dit is een inbouwapparaat van klasse 3.
• Gasfornuizen hebben voor een goede werking
behoefte aan een regelmatige luchtverversing.
Controleer dat bij het installeren aan de
vereisten wordt voldaan beschreven in de
paragraaf “Plaatsing”.
• Deze instructies gelden alleen voor de landen
wiens symbolen in de gebruiksaanwijzing en
op het typeplaatje staan.
• Dit apparaat is vervaardigd voor nietprofessioneel gebruik binnenshuis.
• Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is
erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen
of onweer.
• Maak gebruik van de handgrepen aan de zijkant
van de oven om het apparaat te verplaatsen.
• Raak het apparaat niet blootsvoets aan of met
natte handen of voeten.
• Het apparaat dient gebruikt te worden om
voedsel te bereiden. Het mag uitsluitend door
volwassenen worden gebruikt en alleen
volgens de instructies die in deze handleiding
beschreven staan. Elk ander gebruik (bv.:
verwarming van ruimten) is als oneigenlijk te
beschouwen en dus gevaarlijk. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eventuele schade die te wijten is aan onjuist,
verkeerd of onredelijk gebruik.
• Voorkom dat elektrische snoeren van andere
kleine keukenapparaten op warme delen van de
oven terechtkomen.
• Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
• Controleer altijd dat de knoppen in de stand “”/
” staan als de oven niet wordt gebruikt.
”
• Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken maar door de stekker zelf
beet te pakken.
• Maak de oven niet schoon of voer geen
onderhoud uit als de stekker nog in het
stopcontact zit.
• Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne
systeem sleutelen om een reparatie proberen uit
te voeren. Neem contact op met de Technische
Dienst (zie Service).
• Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per
ongeluk tegenaan stoot.
• Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet
omlaag als de gasbranders of de elektrische
platen nog warm zijn.
• Laat de elektrische plaat niet werken als er geen
pannen op staan.
• Gebruik geen instabiele of vervormde pannen.
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of
personen die niet de nodige ervaring of kennis
hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het
apparaat werkt.
• Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
• Het apparaat is niet geschikt om te worden
ingeschakeld m.b.v. een externe timer ofwel door
een gescheiden afstandsbedieningssysteem.
Afvalverwijdering
• Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u
aan de plaatselijke normen, zodat het
verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
• De Europese Richtlijn 2002/96/EC over
Vernietiging van Electrische en Electronische
Apparatuur (WEEE), vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde
afvalstroom. Oude apparaten moeten apart
worden ingezameld om zo het hergebruik van de
gebruikte materialen te optimaliseren en de
negatieve invloed op de gezondheid en het milieu
te reduceren. Het symbool op het product van de
“afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u
aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat
vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste
wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
10
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Schoonmaken van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende
middelen, zoals vlekkenmiddelen en
roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen
in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het
oppervlak onherstelbaar krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
• Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
• De vlamverspreiders moeten regelmatig in een
warm sopje worden gewassen zodat eventuele
etensresten makkelijker kunnen worden verwijderd.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem
te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
NL
DE
• Bij kookplaten die zijn voorzien van een
automatische ontsteking moet het uiteinde van de
elektronische ontstekingselementen regelmatig
worden gereinigd en moet u controleren dat de
gaatjes van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
• De elektrische kookplaten moeten worden
schoongemaakt met een vochtige doek en met een
beetje olie worden ingesmeerd als ze nog lauw zijn.
• Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er
voor langere tijd kalkhoudend water of agressieve
schoonmaakmiddelen (fosforhoudend) op hebben
gelegen. Spoel en droog het dus na het
schoonmaken goed af. Droog watervlekken altijd
gelijk af.
11
NL
Storingen en
oplossingen
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te
controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is,
en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat.
DE
De brander gaat niet aan of de vlam is niet gelijkmatig.
Heeft u gecontroleerd of:
• De openingen van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
• Alle onderdelen van de brander goed in elkaar zitten.
• Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met veiligheidsmechanisme.
Heeft u gecontroleerd of:
• U de knop goed heeft ingedrukt.
• U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het activeren van het veiligheidsmechanisme.
• De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het veiligheidsmechanisme niet verstopt zijn.
De brander blijft niet aan als hij op minimum staat.
Heeft u gecontroleerd of:
• De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
• Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
• De minimum stand niet goed is ingesteld.
De pannen zijn wankel.
Heeft u gecontroleerd of:
• De bodem van de pan helemaal plat is.
• De pan in het midden van de brander of de kookplaat staat.
• De roosters niet zijn verwisseld.
Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact opnemen
met de Technische Dienst. Dit dient u door te geven:
• het model oven (Mod.)
• het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.
! Wend u nooit tot een niet-erkende installateur en weiger altijd het monteren van niet-originele onderdelen.
12
Bedienungsanleitung
KOCHMULDE
DENL
Nederlands, 1Deutsch, 13
UA
Українською,35
PI 631
PI 631 A
PI 631 AS
PI 631 IB
PI 640 IB
PI 640
PI 640 A
PI 640 AS
PI 640 AST
PI 640 A R
PI 640 S
PI 640 AS R
PIM 631 AS
PIM 640 AS
PIM 640 AST
PIM 640 S
RS
Русскии,24
Inhaltsverzeichnis
DE
Installation, 14-18
Aufstellung
Elektroanschluss
Anschluss an die Gasleitung
Typenschild
Merkmale der Brenner und Düsen
Beschreibung des Gerätes, 19
Geräteansicht
Inbetriebsetzung und Gebrauch, 20
Praktische Hinweise zum Gebrauch der Brenner
Praktische Ratschläge für den Gebrauch der
Elektroplatte
Vorsichtsmaßregeln und Hinweise, 21
Allgemeine Sicherheit
Entsorgung
Reinigung und Pflege, 22
Abschalten Ihres Gerätes vom Stromnetz
Reinigung Ihres Gerätes
Wartung der Gashähne
Störungen und Abhilfe, 23
Installation
Vergrößerung des Lichtspaltes
zwischen Tür und Fußboden
Angrenzender
Raum
Zu belüftender
Raum
A
Beispiele von
Zuluftöffnungen
für die Verbrennungsluft
In Abzugsschächte oder Kamine mit Direkt ins Freie
Abzweigungen (ausschließlich für Kochgeräte bestimmt)
Direkt ins
Freie
DE
! Bewahren Sie diese Bedienungsanleitung bitte sorgfältig
auf, damit Sie sie jederzeit zu Rate ziehen können. Sorgen
Sie dafür, dass sie im Falle eines Verkaufs, eines Umzugs
oder einer Übergabe an einen anderen Benutzer das Gerät
stets begleitet, damit auch der Nachbesitzer die
Möglichkeit hat, darin nachschlagen zu können.
! Lesen Sie bitte folgende Hinweise aufmerksam durch,
sie liefern wichtige Informationen hinsichtlich der
Installation, dem Gebrauch und der Sicherheit.
! Die Kochmulden sind werkseitig für den Betrieb mit (siehe
Typenschild und Gaseinstellungsschild des Gerätes):
Erdgas Kategorie II2E+3+ eingestellt.
Aufstellung
! Verpackungsmaterial ist kein Spielzeug für Kinder. Es
ist entsprechend den Vorschriften zur getrennten
Müllsammlung zu entsorgen (siehe Vorsichtsmaßregelnund Hinweise).
! Die Installation ist gemäß den vorliegenden
Anweisungen und von Fachpersonal durchzuführen.
Jede unsachgemäße Installation kann Menschen und
Tiere gefährden oder Sachschaden verursachen.
! Dieses Gerät darf nur in ständig belüfteten, und den
Vorschriften der einschlägigen Norm:
NBN D51-003 und NBN D51-001 entsprechenden
Räumen installiert und in Betrieb genommen werden.
Folgende Anforderungen müssen gegeben sein:
• Der Raum muss mit einem Abluftsystem für die bei der
Verbrennung entstehenden Abgase ausgestattet sein;
dies kann entweder über einen Abzugsschacht, oder
durch einen sich bei der Inbetriebnahme des Gerätes
automatisch einschaltenden Elektroventilator erfolgen.
Das System kann mittels eines
Belüftungsschachtes, mit
Luftaufnahme direkt aus dem
Freien, mit einem
Nutzquerschnitt von mindestens
2
100 cm
verwirklicht werden, der
so ausgelegt sein muss, dass
ein unabsichtliches Verstopfen
vermieden wird.
Oder auf indirekte Weise durch
angrenzende Räume, die mit
einem ins Freie führenden
Belüftungsschacht, wie oben
angegeben, versehen sind, bei
denen es sich nicht um
Gebäudeteile gemeinsamen
Gebrauchs, noch um
Räumlichkeiten, in denen
Brandgefahr bestehen kann oder um Schlafzimmer
handeln darf.
• Die Flüssiggase, die schwerer als Luft sind, stauen sich
im unteren Raumbereich. Räume, in denen Gasflaschen
mit GPL-Flüssiggas gelagert werden, müssen demnach
in Bodenhöhe mit geeigneten Abzugsöffnungen ins
Freie ausgestattet werden, damit das Gas im Falle
eventueller Gasverluste nach unten hin abziehen kann.
Demnach dürfen GPL-Flüssiggasflaschen nicht in
Räumlichkeiten, die unter der Erde liegen (Keller usw.)
installiert oder gelagert werden, auch dann nicht, wenn
sie bereits leer oder nur noch halb gefüllt sein sollten. Es
ist empfehlenswert, nur die in Verwendung befindliche
Gasflasche im Raum zu bewahren, und diese so
aufzustellen, dass sie keiner direkten Einwirkung von
Wärmequellen (Backöfen, Kamine, Öfen usw.), die einen
Temperaturanstieg von mehr als 50°C bewirken
könnten, ausgesetzt wird.
Einbau
• Der Raum muss außerdem mit einem für eine
einwandfreie Verbrennung notwendigen
Belüftungssystem ausgestattet sein. Das erforderliche
Luftvolumen darf 2 m
Leistung nicht unterschreiten.
14
3
/h pro kW der installierten
Die Gas- und Kombi-Kochmulden sind mit einem
Schutzgrad des Typs X gegen Überhitzen ausgelegt und
können somit neben Schränke installiert werden, deren
Höhe die der Arbeitsplatte nicht überschreiten. Um eine
korrekte Installation der Kochmulde zu gewährleisten,
sind folgende Vorsichtsmaßregeln zu beachten:
• Angrenzende Schränke, deren Höhe die der
Arbeitsplatte überschreiten, müssen einen Abstand
vom Rand der Kochmulde von mindestens 600 mm
aufweisen.
• Dunstabzugshauben sind gemäß den in den
Gebrauchsanleitungen der Dunstabzugshaube
aufgeführten Anweisungen zu installieren und zwar in
einem Abstand von mindestens 650 mm.
• Die an die Dunstabzugshaube angrenzenden
560 mm.
45 mm.
600mm min.
600mm min.
700mm min.
Hängeschränke sind in einem Abstand von
mindestens 420 mm von der Arbeitsplatte
aufzuhängen (siehe Abbildung).
! Verwenden Sie die im Beipack “Zubehör” befindlichen
Haken.
Belüftung
DE
Sollte die Kochmulde unter
einem Hängeschrank installiert
werden, muss zwischen
Hängeschrank und Arbeitsplatte
ein Abstand von mindestens 700
mm bestehen (siehe Abbildung).
• Der Schrankausschnitt muss die auf der Abbildung
angegebenen Abmessungen aufweisen.
Die Kochmulde wird mit Hilfe von Haken auf der
zwischen 20 und 40 mm starken Arbeitsplatte
befestigt. Um eine optimale Befestigung der
Kochmulde zu gewährleisten, sollten sämtliche zur
Verfügung stehenden Haken verwendet werden.
• Wird die Kochmulde nicht über einem Einbaubackofen
installiert, ist unter der Kochmulde eine Holzplatte zur
Isolierung anzubringen. Dabei muss ein
Mindestabstand von 20 mm von der
Kochmuldenunterseite eingehalten werden.
555 mm
55 mm
475 mm
Um eine einwandfreie Belüftung zu gewährleisten, muss
die Rückwand des Schrankumbaus abgenommen
werden. Der Backofen sollte möglichst so installiert
werden, dass er auf zwei Holzleisten oder aber auf einer
durchgehenden Fläche aufliegt, die über einen
Ausschnitt von mindestens 45 x 560 mm verfügt (sieheAbbildungen).
Bei Installation über einem Einbaubackofen ohne
Kühlsystem-Zwangsbelüftung müssen Ab- und
Zuluftöffnungen vorgesehen werden, um eine geeignete
Belüftung im Innern des Umbauschrankes zu
gewährleisten (siehe Abbildungen).
Haken-Befestigungsschema
20
Position der Haken fürPosition der Haken für
Arbeitsplatten H=20mmArbeitsplatten H=30mm
Vorne
40
Position der Haken fürHinten
Arbeitsplatten H=40mm
! Die Kochmulde
PI 640 AST/PIM 640 AST darf nur
dann über Einbaubacköfen installiert werden, wenn diese
über ein Kühlgebläse verfügen.
Elektroanschluss
30
Die mit einem Dreileiterkabel ausgerüsteten Kochmulden
sind für den Betrieb mit Wechselstrom bei der auf dem
Typenschild (befindlich auf der Unterseite der
Kochmulde) angegebenen Versorgungsspannung und frequenz ausgelegt. Der Erdleiter des Kabels ist gelb/
grün. Wird die Kochmulde über einem Einbaubackofen
installiert, müssen der Elektroanschluss der Kochmulde
sowie der des Backofens getrennt voneinander
vorgenommen werden. Dadurch wird eine ausreichende
elektrische Sicherheit gewährleistet und das
Herausziehen des Backofens erleichtert.
15
Loading...
+ 33 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.