Hyundai Azera 2011 Owner's Manual [nl]

GEBRUIKSHANDLEIDINGGEBRUIKSHANDLEIDING
GEBRUIKSHANDLEIDING
GEBRUIKSHANDLEIDINGGEBRUIKSHANDLEIDING
A030A01A-GXT
Bediening Onderhoud Technische gegevens
De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren correct ten tijde van druk. Hyundai streeft echter naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen in de specificatie en uitrusting aan te brengen.
Deze handleiding geeft een beschrijving van alle Hyundai modellen inclusief alle extra’s en uitrusting. Het kan derhalve voorkomen dat sommige van de behandelde onderwerpen niet van toepassing zijn op uw wagen.
F1
F2
SA020A1-FX
RICHTLIJNEN MET BETREKKING TOT HET ONDERHOUD
De onderhoudsvoorschriften voor uw nieuwe Hyundai vindt u in hoofdstuk 5. Als eigenaar dient u er op toe te zien dat het onderhoud op de voorgeschreven termijnen wordt uitgevoerd. Als de wagen onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt, moet het onderhoud met kortere tussenpozen worden uitgevoerd. Gegevens hieromtrent zijn eveneens in hoofdstuk 5 beschreven.
ZA040A1-FX
EEN WOORD VOORAF
Wij zijn blij dat u voor een Hyundai heeft gekozen. Welkom bij het groeiende aantal van prijsbewuste automobilisten die tot de aanschaf van een Hyundai hebben besloten. Elke Hyundai is gebouwd met behulp van vooruitstrevende technieken en hoogwaardige materialen.
Deze handleiding dient ervoor om u volledig vertrouwd te maken met de bediening en het onderhoud van uw wagen. Wij verzoeken u deze handleiding goed te lezen. De gegeven informatie zal er toe bijdragen dat u over uw nieuwe wagen ten volle tevreden zult zijn.
Uw auto moet door de HYUNDAI dealer onderhouden worden. Onze dealers beschikken over de vakkennis voor een hoogwaardige service, onderhoud en eventueel noodzakelijke reparaties.
SA030B3-FX
HYUNDAI MOTOR COMPANY
N.B.: Eventuele toekomstige eigenaars moeten ook kunnen beschikken over de informatie in deze
handleiding. Wij verzoeken u dan ook om bij eventuele verkoop van uw wagen deze handleiding aan de nieuwe eigenaar te overhandigen. Dank u.
!
LET OP:
Er kan ernstige schade ontstaan aan de motor en de transaxle als brandstoffen en smeermiddelen van slechte kwaliteit worden gebruikt, die niet aan de Hyundai specificaties voldoen. Gebruik altijd brandstoffen en smeermiddelen van hoge kwaliteit die voldoen aan de specificaties die op bladzijde 9-3 in het hoofdstuk Technische gegevens van de gebruikshandleiding zijn vermeld.
Copyright 2010 Hyundai Motor Company. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hyundai Motor Com­pany.
F3
SA040A1-FX
LET OP : WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
!
Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben.
Het is niet toegestaan uw Hyundai op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunnen een zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van uw Hyundai. Het wijzigen van componenten of het monteren van extra componenten hetgeen schade tot gevolg heeft, vallen niet onder de garantie van de wagen.
SA050A1-FX
WAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een elektronische benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeer nadelige invloed op dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij u de inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage van een radio aan uw Hyundai dealer over te laten.
F4
SA070A1-FX
WAARSCHUWINGEN
In deze handleiding zult u de uitdrukkingen WAARSCHUWING, LET OP en N.B. tegenkomen. Hiermee wordt het volgende bedoeld.
!
WAARSCHUWING:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor zaken die letsel kunnen veroorzaken als de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geadviseerd wat wel en niet te doen, om het risico op letsel voor u en anderen te voorkomen of te verminderen.
!
LET OP:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor iets dat schade kan berokkenen aan uw wagen of de uitrusting van uw wagen. U wordt geadviseerd wat wel en niet te doen, om het risico op schade aan uw wagen en de uitrusting te voorkomen of te verminderen.
N.B.:
Hierbij wordt nuttige informatie verstrekt.
F5
A100A01L-GXT
Handleiding voor originele Hyundai onderdelen
1. Wat zijn originele Hyundai onderdelen?
Originele Hyundai onderdelen zijn gelijk aan de onderdelen die door Hyundai Motor Company bij de fabricage van uw auto zijn gebruikt. Ze zijn voor ontworpen en getest voor optimale veiligheid, prestaties en betrouwbaarheid.
2. Waarom moeten originele onderdelen worden gebruikt?
Originele Hyundai onderdelen zijn vervaardigd en gebouwd om te voldoen aan de oorspronkelijke fabriekseisen.
Het gebruik van imitatie-onderdelen, merkloze en gebruikte onderdelen valt niet onder de garantie voor Hyundai automobielen of een andere garantie. Wanneer door het monteren van een imitatie-onderdeel, een merkloos of gebruikt onderdeel schade of een defect aan een origineel Hyundai onderdeel ontstaat, valt dit niet onder de garantie van Hyundai Motor Company.
3. Op welke wijze zijn originele Hyundai onderdelen herkenbaar?
Controleer of het Hyundai Genuine Parts Logo op de verpakking aanwezig is (zie hierna).
De exportspecificaties zijn alleen in het Engels vermeld.
Originele Hyundai onderdelen zijn alleen verkrijgbaar bij geautoriseerde Hyundai Erkend Reparateur.
A100A03L
F6
A100A01L A100A02L A100A04L
INHOUD
HOOFSTUK
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
IN GEVAL VAN PECH
CORROSIEBESCHERMING EN ONDERHOUD VAN DE CARROSSERIE
ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN
EENVOUDIGE ONDERHOUD
EMISSIE REGELSYSTEEM
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
TECHNISCHE GEGEVENS
INHOUD
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
F7
B250A01TG-AXT
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN (I)
F8
B250A01TG
1. Schakelaar koplampafstelling ...............................1-86
2. Schakelaar mistachterlicht ................................... 1-82
3. Schakelaar elektronisch stabiliteits programma (ESP)
(Indien gemonteerd) .............................................. 2-13
4. Regelknop instrumenteverlichting .........................1-89
5. Hendel voor stuurwielverstelling in hoogte- en
lengterichting ...................................................... 1-117
6. Ontgrendelingshefboom motorkap ...................... 1-110
7. Sigarettenaansteker ............................................. 1-89
!
LET OP:
Als u gebruik maakt van een luchtverfrisser in uw auto mag deze niet op of aan het dashboard worden geplaatst. Als lekkage optreedt van de vloeistof van de luchtverfrisser op deze onderdelen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager), kunnen ze worden beschadigd. Als lekkage van de luchtverfrisservloeistof optreedt op deze onderdelen moet dit onmiddellijk met water worden afgespoeld.
8. Asbak voor ........................................................... 1-91
9. Stoelverwarming (Indien gemonteerd) ................... 1-28
10. Schakelaar voor de jaloezie van de achterruit
(Indien gemonteerd) ............................................ 1-116
11. Digitale klok .......................................................... 1-88
12. Gordelwaarschuwingslamp (passagiersstoel voor)
(Indien gemonteerd) .............................................. 1-66
13. Schakelaar waarschuwingsknipperlichtinstallatie .... 1-87
14. Electrisch aansluitpunt (Indien gemonteerd) ......... 1-90
N.B.:
De schakelaarplaatsing van nr. 1 tot nr. 4 kan overeenkomstig de opties zijn aangepast.
F9
B250B01TG-GXT
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN (II)
F10
B250B01TG
1. Elektrobox instrumentenpaneel .............................6-23
2. Instrumentenpaneel ............................................... 1-58
3. Parkeerrempedaal ............................................... 1-104
4. Rempedaal ............................................................. 2-4
5. Gaspedaal ............................................................. 2-4
6. Multischakelaar verlichting/
Schakelaar mistlampen voor ......................... 1-79/1-82
7. Toets audioafstandsbediening ............................. 1-118
8. Claxon/SRS airbag (bestuurdersijde) ........... 1-115/1-47
9. Hoofdschakelaar automatische snelheidsregeling
(Indien gemonteerd) ............................................ 1-121
!
LET OP:
Als u gebruik maakt van een luchtverfrisser in uw auto mag deze niet op of aan het dashboard worden geplaatst. Als lekkage optreedt van de vloeistof van de luchtverfrisser op deze onderdelen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager), kunnen ze worden beschadigd. Als lekkage van de luchtverfrisservloeistof optreedt op deze onderdelen moet dit onmiddellijk met water worden afgespoeld.
10. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers .............. 1-83
11. Audiosysteem ..................................................... 1-139
12. Airbag voor passagierszijde ..................................1-47
13. Bedieningsorganen verwarming/airconditioning
(Indien gemonteerd) ............................................ 1-125
14. Dashboardkastje ................................................... 1-99
15. Opbergkastje ......................................................... 1-99
16. Keuzehandel/Versnellingshandel ............................ 2-7
17. Bekerhouder .......................................................... 1-91
18. Middenconsole .................................................... 1-100
F11
UW AUTO IN ÉÉN OOGOPSLAG
B255A02TG-GXT
WAARSCHUWINGS- EN CONTROLELAMPEN OP HET INSTRUMENTENPANEEL
Controlelamp richtingaanwijzers
Controlelamp grootlicht
Controlelampje lichten aan (Indien gemonteerd)
Controlelamp oliedruk
Controlelamp parkeerrern/ remvloeistofpeil
Controlelamp laadstroom
Controlelamp voor niet goed gesloten portieren
Controlelamp niet goed gesloten achterklep
Controlelamp benzine-reserve
Waarschuwingslamp laag ruitensproeiervloeistofniveau
Gordel-waarschuwingslamp
F12
* Een gedetailleerde uitleg van deze onderdelen treft u aan op pagina 1-62.
Controlelamp mistlampen
Storingscontrole-lamp
Onderhoudsindicatie (SRI) Van airbag systeem
"Passagiersairbag Off"-Lamp (Indien gemonteerd)
Controlelamp ABS
Controlelampen elektronisch
stabiliteitsprogramma (Indien gemonteerd) Controlelamp Cruise Control (Indien gemonteerd)
Indicator ingeschakelde cruise controle (Indien gemonteerd)
Controlelamp immobilizer (Diefstalbeveiliging)
Controlelamp Voorgloeien (Dieselmotor) Waarschuwingslamp Water In Brandstoffilter
(Dieselmotor)
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
Brandstofvoorschriften ............................................................. 1-2
Inrijden van uw nieuwe Hyundai ............................................... 1-4
Startblokkering .......................................................................... 1-4
Portiersloten.............................................................................. 1-9
Diefstalbeveiligingsinstallatie .................................................. 1-12
Elektrisch bediende ruiten ....................................................... 1-17
Stoel ......................................................................................... 1-21
Geïntegreerd geheugen ...........................................................1-26
Veiligheidsgordels ....................................................................1-31
Veiligheidssysteem voor kinderen ...........................................1-36
Airbagsysteem ......................................................................... 1-46
Instrumentenpaneel en controlelampen ................................... 1-58
Indicator en waarschuwingslamp ............................................ 1-62
Instrumentenpaneel .................................................................1-71
Boordcomputer ........................................................................1-74
Multischakelaar ........................................................................ 1-79
Ruitenwisser/sproeierschakelaar ............................................1-83
Schuifdak .................................................................................1-93
Buitenspiegel ......................................................................... 1-100
Openen motorkap ..................................................................1-110
Automatische snelheidsregeling ............................................ 1-118
Bediening verwarming en koeling .......................................... 1-123
Stereo geluidsinstallatie .........................................................1-134
Audiosysteem ........................................................................ 1-138
Antenne .................................................................................1-138
1
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
BRANDSTOFVOORSCHRIFTEN
2
B010A02CM-GXT
Tank uitsluitend loodvrije ben­zine
Voor optimale prestaties van uw auto raden wij aan om ongelode benzine met een octaangetal (RON) hoger dan 95/ AKI (Anti Knock Index) hoger dan 91 te tanken. U kan gebruik maken van ongelode benzine met een octaangetal (RON) 91~94 / AKI 87~90, maar hierdoor kunnen de prestaties van de auto iets minder worden. Het tanken van loodhoudende benzine heeft een onherstelbare beschadiging van de katalysator en een onvoldoende werking van het emissieregelsysteem tot gevolg. Bovendien kan dit hoge onderhoudskosten met zich meebrengen. Om vergissingen bij het tanken te voorkomen past het vulpistool voor loodhoudende benzine niet in de vulopening van uw Hyundai.
Dieselmotor
Dieselbrandstof
Gebruik voor de dieselmotor alleen bij het benzinestation verkrijgbare dieselbrandstof die aan de EN 590-norm of vergelijkbaar voldoet. (EN staat voor “European Norm”). Gebruik geen dieselbrandstof die bestemd is voor de scheepvaart, lichte stookoliën of niet-goedgekeurde brandstoftoevoegingen, aangezien dit de slijtage zal bespoedigen en de motor en het brandstofsysteem kan beschadigen. Het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen en/of brandstoftoevoegingen heeft een beperking van de garantie tot gevolg.
Het cetaangetal van de dieselbrandstof voor uw auto moet hoger zijn dan 51. Als er twee soorten diesel leverbaar zijn, moet afhankelijk van de temperatuur worden gekozen voor zomer- of winterdiesel. o Boven -5°C (23°F) ... Zomerkwaliteit
dieselbrandstof
o Onder -5°C (23°F) ... Winterkwaliteit
dieselbrandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet leeg raakt. Als de motor door brandstoftekort afslaat, moeten de brandstofcircuits volledig worden ontlucht voordat de motor weer kan worden gestart.
!
LET OP:
Zorg ervoor dat er geen benzine of water in de brandstoftank terechtkomt. Als dat wel het geval is, moet de brandstoftank worden brandstofsysteem worden ontlucht om schade aan de brandstofpomp en de motor te voorkomen.
!
LET OP: - Dieselmotor
Het is raadzaam de aanbevolen die­sel voor dieselauto's uitgerust met een DPF-systeem te gebruiken. Het gebruik van diesel met een hoog zwavelgehalte (meer dan 50 ppm zwavel) en niet-gespecificeerde toevoegingen kan ertoe leiden dat het DPF-systeem beschadigd raakt en er witte rook wordt uitgestoten.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
3
Biodiesel
Commercieel verstrekte dieselmengsels met niet meer dan 7% biodiesel, bekend onder de naam "B7 Diesel", kunnen in uw auto worden gebruikt als de biodiesel voldoet aan de norm EN 14214 of gelijkwaardig. (EN betekent: "Europese Norm"). Het gebruik van biobrandstoffen met meer dan 7% raapzaadmethylester (RME), vetzuurmethylester (FAME), methylester uit plantaardige olie (VME) enz. of een mengsel van diesel met biodiesel zal leiden tot overmatige slijtage of beschadiging van de motor en het brandstofsysteem. Reparatie of vervanging van versleten of beschadigde onderdelen als gevolg van het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen valt niet onder de fabrieksgarantie.
!
LET OP:
o Gebruik nooit brandstof (diesel, B7
biodiesel of een andere brandstof) die niet aan de meest actuele specificaties van de petrochemische industrie voldoet.
o Gebruik nooit
brandstoftoevoegingen en dergelijke die niet door de fabrikant zijn aanbevolen of goedgekeurd.
B010B01A-AXT
Gasohol
Gasohol (een mengsel van 90% loodvrije benzine en 10% ethanol) kan worden gebruikt in uw Hyundai. Als echter problemen optreden in de werking van de motor, wordt het gebruik van uitsluitend benzine aangeraden. Brandstoffen met een onbekende hoeveelheid alcohol of een andere alco­hol dan ethanol mogen niet worden gebruikt.
B010D01S-AXT
Gebruik geen methanol
Benzine die methanol bevat mag niet worden gebruikt voor uw Hyundai. Deze benzine kan een vermindering van de motorprestaties tot gevolg hebben en onderdelen van het brandstofsysteem beschadigen.
!
LET OP:
Het gebruik van methanol of brandstoffen die methanol bevatten kan tot schade aan het brandstofsysteem en een vermindering van de motorprestaties leiden; dit valt niet altijd onder de garantie.
B010E01A-AXT
Benzine voor een lagere belasting van het milieu
Hyundai raadt het gebruik aan van ben­zine met detergerende toevoegingen, waardoor aanslag in de motor wordt voorkomen. Door gebruik van deze benzine wordt het milieu minder belast. Deze benzine houdt de motor schoner, waardoor de werking van het uitlaatgasregelsysteem wordt verbeterd.
ZB010D1-AX
Rijden in het buitenland
Overtuig u voor het maken van buitenlandse reizen van het volgende:
o Wordt voldaan aan de wettelijke
bepalingen.
o Is de geschikte brandstof
verkrijgbaar.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
INRIJDEN VAN UW NIEUWE
4
HYUNDAI
B020A01S-GXT
Gedurende de eerste 2000 km (Benzinemotor)
Voor uw nieuwe Hyundai geldt geen speciale inrijperiode. Voor een lange levensduur en optimale prestaties is het aan te bevelen gedurende de eerste 2000 km onderstaande regels op te volgen:
B020B01FC-GXT
Gedurende de eerste 1000 km (Dieselmotor)
Voor uw Hyundai geldt geen speciale inrijperiode. Voor een lange levensduur en optimale prestaties van uw Hyundai is het echter aan te bevelen gedurende de eerste 1000 km onderstaande aanbevelingen op te volgen:
STARTBLOKKERING
B880A01A-GXT
De starblokkering is een anti­diefstalvoorziening en is ontworpen om diefstal van de wagen tegen te gaan en te vertragen.
Type A
o Rijd niet sneller dan 90 km/u. o Houd het motortoerental tijdens het
rijden tussen 2000 en 4000 t/min.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km
krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig
wordt belast. o Varieer uw rijsnelheid. o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3 minuten
stationair draaien. o Rijd gedurende de eerste 2000 km
niet met een caravan of aanhanger.
o Houd tijdens het rijden het
motortoerental (omwentelingen per minuut) ongeveer op 3000/min.
o Rijd niet harder dan driekwart van de
maximumsnelheid.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km
krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig
wordt belast. o Varieer uw snelheid. o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3 minuten
stationair draaien. o Rijd gedurende de eerste 1000 km
niet met een caravan of aanhanger.
OTG040004A
1) Hoofdsleutel Wordt gebruikt om de motor te starten, de portieren en het dashboardkastje te vergrendelen en te ontgrendelen en om de achterklep te openen.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
5
Type B
OVG049001
Druk de ontgrendelknop in om de sleutel open te klappen. De sleutel klapt dan automatisch open. Houd om de sleutel in te klappen de ontgrendelknop ingedrukt en klap de sleutel handmatig in.
!
LET OP:
Klap de sleutel niet in zonder de ontgrendelknop ingedrukt te houden. Hierdoor kan de sleutel beschadigd raken.
Type C
OTG040004
2) Garagesleutel Kan alleen worden gebruikt om de mo­tor te starten en de portieren te vergrendelen en te ontgrendelen.
N.B.: Met een zelf vervaardigde duplicaatsleutel kan het systeem niet worden uitgeschakeld of de motor worden gestart.
!
WAARSCHUWING:
Bewaar geen reservesleutels in uw auto, om diefstal van uw auto te voorkomen. Uw wachtwoord van de startblokkering is uniek en strikt persoonlijk. Bewaar het nummer niet ergens in uw auto.
!
LET OP:
o Zorg ervoor dat er geen andere
sleutels in de buurt zijn waarmee de startblokkering kan worden opgeheven als de motor wordt gestart. Het is mogelijk dat de motor in dat geval niet start of onmiddellijk na het starten afslaat. Zorg ervoor dat de sleutels apart worden bewaard na ontvangst van de nieuwe auto, zodat storingen worden voorkomen.
o Houd geen metalen voorwerpen
in de buurt van de sleutel of het contactslot. Deze metalen voorwerpen kunnen het signaal van de transponder storen, waardoor de motor niet kan worden gestart.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
6
!
LET OP:
Breng geen wijzigingen aan in het startblokkeersysteem. Hierdoor kan het systeem defect raken. Laat het systeem indien nodig controleren en repareren door een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur. Storingen veroorzaakt door onjuiste afstelling of eigenhandige modificaties van het startblokkeersysteem vallen niet onder de fabrieksgarantie.
B031A01LZ-GAT
Voordat de portier en contactsleutel wordt overhandigd
B541A01TG
Als de portier en contactsleutel wordt overhandigd aan iemand die de auto gaat parkeren, dan wordt er met de volgende procedure voor gezorgd dat de bagageruimte en het dashboardkastje niet tijdens uw afwezigheid kunnen worden geopend.
1. Ontgrendel het dashboardkastje met de hoofdsleutel en open het kastje.
2. Zet de kofferdekselschakelaar in het dashboardkastje in de "OFF"-stand (niet ingedrukt). In de "OFF"-stand kan de bagageruimte niet met de ontgrendeling in het interieur en ook niet met de ontgrendeling aan de buitenzijde en de zender worden geopend.
3. Sluit het dashboardkastje en vergrendel het kastje met de hoofdsleutel.
4. Laat de portier en contactsleutel achter bij degene die de auto gaat parkeren. De bagageruimte en het dashboardkastje kunnen nu niet worden geopend, omdat met de portier en contactsleutel alleen de portieren kunnen worden ont-/vergrendeld en de motor kan worden gestart.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
7
B880C01NF-GXT
Sleutelnummers
Het sleutelnummer is aangebracht op een nummerplaatje, dat
aan de sleutels is bevestigd als de auto aan u wordt overhandigd. Het sleutelnummer moet worden genoteerd en op een veilige plaats worden bewaard, voor het geval extra sleutels moeten worden besteld. Nieuwe sleutels kunnen bij elke Hyundai dealer worden besteld, mits het bijbehorende sleutelnummer bekend is. Om veiligheidsredenen moet het aan de sleutels bevestigde plaatje met het sleutelnummer van de sleutels worden verwijderd na ontvangst van uw nieuwe auto. Daarnaast kunnen, om veiligheidsredenen, de sleutelnummers niet door Hyundai worden verstrekt. Als u extra sleutels nodig heeft of als de sleutels zijn verloren, kan de Hyundai dealer alleen sleutels vervaardigen als u het sleutelnummer weet en de hoofdsleutel kunt overhandigen.
B880D02TG-GXT
Noodstartprocedure
HNF2011
Als bij het aanzetten van het contact de controlelamp van de startblokkering gedurende vijf seconden knippert, is er een storing in de startblokkering. Om de motor te starten moet een noodprocedure m.b.v. de contactsleutel worden uitgevoerd. Hierna volgt de beschrijving van de procedure om de motor in noodgevallen te starten. (0, 1, 2, 3 als voorbeeldcode).
N.B.:
De identificatiecode voor het noodprogramma is gelijk aan de code die is ingevoerd bij aflevering van de auto. Neem contact op met uw Hyundai dealer als u niet over de identificatiecode beschikt.
1. Om de code in te voeren moet het contact worden aangezet ("ON") en vervolgens weer uitgezet ("OFF"); het aantal keren is afhankelijk van het codecijfer. De controlelamp van de startblokkering knippert mee met de bediening van het contactslot. Bijvoorbeeld: bedien het contact eenmaal voor het cijfer "1" en tweemaal voor "2", enz. Voor het cijfer "0" moet het contactslot echter 10 keer worden bediend.
2. Wacht na elk cijfer 3~10 seconden.
3. Herhaal dezelfde procedure voor de overige cijfers van de code, "1", "2", "3".
4. Wanneer de vier codecijfers correct zijn ingevoerd, zet dan het contact aan "ON" en controleer of de controlelamp van de startblokkering brandt. Vanaf dit moment moet de motor binnen 30 seconden worden gestart. Na 30 seconden kan de motor niet meer worden gestart.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
8
N.B.:
Wanneer de motor afslaat nadat hij m.b.v. de noodprocedure is gestart, kan de motor binnen 3 seconden (Benzinemotor) / 8 seconden (Dieselmotor) zonder noodprocedure worden gestart.
5. Als de controlelamp van de startblokkering gedurende vijf seconden knippert, moet de noodprocedure vanaf het begin worden herhaald.
Nadat van de noodprocedure gebruik is gemaakt, moet zo snel mogelijk uw Hyundai dealer worden geraadpleegd.
!
LET OP:
o Als driemaal achter elkaar een
poging tot het uitvoeren van de noodprocedure is mislukt, moet één uur worden gewacht voor-dat opnieuw de noodprocedure kan worden uitgevoerd.
o Als ondanks de noodprocedure
de motor niet kan worden gestart, moet de auto door een Hyundai dealer worden weggesleept.
B030C01JM-AXT
VERLICHT CONTACTSLOT
B030C01E
Bij het openen van het portier wordt het contactslot verlicht. Deze verlichting dooft na 30 seconden na het openen van het portier of bij het aanzetten van het contact.
PORTIERSLOTEN
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
9
B040A01NF-AXT
!
WAARSCHUWING:
o Niet goed gesloten portieren
kunnen gevaarlijk zijn. Controleer alvorens weg te rijden, vooral als zich kinderen in de wagen bevinden, of alle portieren goed zijn gesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat de portieren tijdens het rijden abusievelijk worden geopend. Bovendien wordt op deze manier, in combinatie met het juiste gebruik van de veiligheidsgordels, voorkomen dat inzittenden in geval van een ongeluk naar buiten worden geslingerd.
o Let er alvorens een portier te
openen op dat geen verkeer van achteren komt.
o Bij een ongeval wordt het portier
automatisch ontgrendeld.
B040B01A-AXT
Portieren met behulp van sleutel afsluiten en openen
Ontgrendelen
Vergrendelen
OTG040006
o Het portier wordt vergrendeld en
ontgrendeld met behulp van een sleutel.
o Vergrendelen geschiedt door de
sleutel naar de voorzijde van de wagen te draaien en ontgrendelen door hem naar de achterzijde van de wagen te draaien.
B040C02Y-AXT
Van buitenaf Vergrendelen
B040C01TG
De portieren kunnen zonder gebruik van een sleutel worden vergrendeld. Ga hierbij als volgt te werk: zet aan de binnenzijde de slotschakelaar in de stand "LOCK", zodat het rode merkteken op de schakelaar niet meer zichtbaar is, vervolgens kan het portier worden gesloten. Het portier kan niet worden vergrendeld als bij gesloten voorportieren de sleutel zich nog in het contactslot bevindt. Dit is normaal.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
10
N.B.:
o Als het portier op deze wijze wordt
vergrendeld, moet erop worden gelet dat de sleutel niet in de auto achterblijft.
o Om diefstal te voorkomen, moet
altijd de contactsleutel worden verwijderd en moeten alle portieren worden vergrendeld als de auto onbewaakt achterblijft.
B040D01NF-AXT
Portieren van binnenuit afsluiten
Ontgrendelen
Voor het afsluiten van de wagen van binnenuit is het voldoende het portier te sluiten en de vergrendelingsknop in de "LOCK"-stand te drukken. Hierna is het niet meer mogelijk het portier met de binnen- of buitenhandgreep te openen.
Vergrendelen
HTG2009
N.B.:
o Als het portier is afgesloten is de
rode markering op de vergrendelingsknop niet zichtbaar.
o Het bestuurders- en
passagiersportier kunnen worden geopend door aan de binnenhandgreep te trekken, ook als de vergrendelingsknop in de "LOCK"-stand staat.
!
WAARSCHUWING:
Trek niet aan de binnenhandgreep als met de auto wordt gereden. Als aan de binnenhandgreep wordt getrokken, dan kan het portier worden geopend en kan u uit de auto worden geworpen en gewond raken of dodelijk verongelukken.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
11
B040G02NF-AXT
Centrale deurvergrendeling
Bestuurderszijde
Ontgrendelen
Passagierszijde
Vergrendelen
De slotschakelaar bevindt zich op de armleuningen van de bestuurder en voorpassagier. Door de slotschakelaar in te drukken wordt het systeem bediend. Als een portier is geopend en de schakelaar is ingedrukt "LOCK"-stand), dan wordt dit portier vergrendeld als het wordt gesloten.
Vergrendelen
Ontgrendelen
OTG040823
N.B:
o Als de achterzijde van deze
schakelaar wordt ingedrukt worden alle portieren ontgrendeld.
o Als het voorste deel van de
slotschakelaar aan bestuurders­of voorpassagierszijde wordt ingedrukt, dan worden alle portieren vergrendeld.
o Het bestuurders- en
voorpassagiersportier kunnen worden geopend door aan de binnenhandgreep te trekken, ook als het voorste deel van de centrale portiervergrendeling aan de bestuurders- of voorpassagierszijde is ingedrukt om de portieren te vergrendelen.
o Als de portieren meerdere keren
snel achter elkaar worden ver- en ontgrendeld met de sleutel of de slotschakelaar, dan is het mogelijk dat het systeem tijdelijk niet werkt. Hierdoor wordt het circuit beschermd en wordt beschadiging van componenten voorkomen.
!
WAARSCHUWING:
Wees voorzichtig bij het bedienen van de slotschakelaar of de binnenhandgreep van het portier als een kind op de stoel van de voorpassagier zit. Als een kind het portier ontgrendelt, dan is het mogelijk dat het portier per ongeluk open gaat. Als dit tijdens de rit gebeurt, dan is het mogelijk dat het kind uit de auto valt en ernstig gewond raakt of overlijdt.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
12
B040E04A-AXT
Kindersloten alleen achterportieren
Uw wagen is voorzien van kindersloten op de achterportieren. Bij ingeschakeld kinderslot kan het portier niet van binnenuit worden geopend.
Om de kinderslotfunctie in te schakelen, zodat het portier niet van binnenuit kan worden geopend, de hendel in de stand "
" zetten en het portier sluiten. Beweeg de hendel in de stand " om terug te keren naar normale deurbediening.
Het portier kan van buitenaf met de handgreep aan de buitenzijde worden geopend.
HTG2011-1
DIEFSTALBEVEIL IGINGSINSTALLATIE
B070A01A-GXT
(Indien gemonteerd)
Met deze installatie wordt het binnendringen van onbevoegden in uw wagen bemoeilijkt. De installatie werkt in drie fasen: de eerste is de activeerfase, de tweede de alarmfase en de derde de uitschakelfase. Als het alarm afgaat, wordt een sirene in werking gesteld.
"
B070B01TG-AXT
Activeerfase
Type A
Vergrendelen
Type B
Vergrendelen
Parkeer de wagen en zet de motor af. Activeer de installatie zoals hieronder beschreven.
Ontgrendelen
Kofferklep ontgrendelen
OTG040005E
Kofferklep ontgrendelen
Ontgrendelen
OTG040005L
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
13
1) Verwijder de contactsleutel uit het
contactslot.
2) Controleer of de motorkap en het
kofferdeksel gesloten zijn.
3) Vergrendel de portieren met behulp
van de afstandsbediening van de centrale vergrendeling.
Als bovenstaande stappen zijn uitgevoerd, dan gaat de alarm-LED aan de passagierszijde van het dashboard gedurende ongeveer 30 seconden branden en vervolgens doorlopend knipperen als het systeem de bewakingsfase inschakelt. De richtingaanwijzers knipperen één maal om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.
N.B.:
1) Als een portier, het kofferdeksel
of de motorkap geopend is, wordt de installatie niet geactiveerd.
2) Als dit gebeurt, activeer dan het
systeem opnieuw, zoals hiervoor is beschreven.
!
LET OP:
Activeer de installatie niet als zich nog iemand in de wagen bevindt. Als dit wel geschiedt, zal het alarm afgaan als de betreffende persoon de wagen verlaat.
B070C02TG-AXT
Alarmfase
Het alarm gaat af indien zich bij geparkeerde wagen en geactiveerde installatie één van de volgende omstandigheden voordoet:
1) Een voor- of achterportier wordt geopend zonder gebruik te maken van de afstandsbediening.
2) De kofferdeksel wordt geopend zonder gebruik van de afstandsbediening.
3) De motorkap wordt geopend.
De alarmsirene wordt ingeschakeld en de richtingaanwijzers knipperen gedurende 27 seconden. Om het systeem uit te schakelen, moet een portier of de achterklep met de afstandsbediening worden ontgrendeld.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
14
B070D02TG-GXT
Uitschakelfase
Het systeem wordt op de volgende wijze uitgeschakeld:
Het bestuurders- of passagiersportier wordt ontgrendeld door het indrukken van de "UNLOCK" ( afstandsbediening.
Na het uitvoeren van de bovenge­noemde handelingen knipperen de richtingaanwijzers tweemaal om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
) toets van de
N.B.:
Ondanks dat het systeem is uitgeschakeld, zal de alarm-LED toch doorlopend knipperen. Plaats de sleutel in het contactslot om de LED uit te schakelen.
Als niet binnen 30 seconden de portieren, het kofferdeksel of de motorkap worden geopend of de sleutel in het contactslot wordt gestoken, dan wordt het systeem opnieuw geactiveerd.
N.B.:
Als het systeem is uitgeschakeld terwijl de "DOOR"-schakelaar van de interieurverlichting wordt ingedrukt, dan gaat de interieurverlichting 30 seconden branden.
!
LET OP:
De alarminstallatie kan alleen met de afstandsbediening worden uitgeschakeld. Kan de installatie niet met de afstandsbediening worden uitgeschakeld, ga dan als volgt te werk:
1. Ontgrendel en open het portier met de sleutel; hierdoor wordt het alarm ingeschakeld.
2. Steek de sleutel in het contactslot en draai de sleutel in de stand "START".
Nadat de bovenstaande handelingen zijn uitgevoerd, wordt de alarminstallatie uitgeschakeld.
!
LET OP:
Breng geen wijzigingen aan in het antidiefstalsysteem. Hierdoor kan dit defect raken. Laat het systeem indien nodig controleren en repareren door een officiële HYUNDAI-dealer. Storingen veroorzaakt door onjuiste afstelling of eigenhandige aanpassingen van het antidiefstalsysteem vallen niet onder de fabrieksgarantie.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
15
B070F02NF-GXT
Afstandsbediening (Keyless entry system) Portieren vergrendelen
1. Sluit alle portieren.
2. Druk de toets " afstandsbediening in.
3. Nadat de portieren zijn vergrendeld, knipperen de richtingaanwijzers eenmaal, om aan te geven dat het systeem is ingeschak eld.
" op de
Portieren ontgrendelen
1. Druk de toets " afstandsbediening in.
2. Alle portieren worden gelijktijdig ontgrendeld en de richtingaanwijzers knipperen tweemaal om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
" op de
Kofferdeksel ontgrendelen
Druk de kofferdekseltoets afstandsbediening in en houd hem ingedrukt.
op de
N.B.:
o De afstandsbediening werkt niet
onder de volgende omstandigheden:
- De contactsleutel bevindt zich in het contactslot.
- U bevindt zich buiten het bereik van de ontvanger (10 m).
- De batterij in de afstandsbediening is (bijna) leeg.
- Wanneer het signaal geblokkeerd wordt door andere objecten.
- De temperatuur extreem laag is
- Wanneer het signaal van de afstandbediening verstoord wordt door andere radiosignalen b.v. in de buurt van een telefooncentrale, vliegveld, radiozender, enz.
Als de afstandbediening niet werkt kunnen de portieren met de sleutel worden geopend. Neem contact op met uw Erkend Reparateur als de afstandbediening problemen geeft.
o Houd de zender ver verwijderd
van water en andere vloeistoffen. Als de afstandsbediening niet werkt als gevolg van blootstelling aan water of andere vloeistoffen, dan wordt dit niet gedekt door de productgarantie van de fabrikant.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
16
B070E01NF-GXT
Batterij vervangen
Als de batterij van de afstandsbediening zwak begint te worden, kan het nodig zijn om de toets verschillende malen in te drukken om de portieren te vergrendelen en te ontgrendelen - ook de LED brandt niet. Vervang de batterij zo snel mogelijk.
Batterijtype: CR2032
Vervangingsinstructies:
1. Plaats een smal stukje gereedschap in de opening en wip het middelste dekseltje van de afstandsbediening los.
Type A
OBH040004
Type B
OED039003A
2. Verwijder de oude batterij uit het huis en noteer de polariteit. Controleer of de polariteit van de nieuwe batterij hetzelfde is (pluszijde omlaag) en breng hem in de afstandsbediening aan.
!
LET OP:
Een onjuist afgevoerde batterij kan schadelijk zijn voor het milieu en voor uw gezondheid. Zorg ervoor dat de batterij volgens de wettelijke voorschriften wordt afgevoerd.
ELEKTRISCH BEDIENDE RUITEN
B060D01NF-GAT
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1. Ruitschakelaar bestuurdersportier
2. Ruitschakelaar voorpassagiersportier
3. Ruitschakelaar linksachter
4. Ruitschakelaar rechtsachter
5. Blokkeerschakelaar ruitbediening
1
17
OTG040829
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
18
B060A01TG-GXT
Elektrisch bediende ruiten
Openen
De elektrisch bediende ruiten kunnen worden gebruikt als het contactslot in de stand "ON" staat. De hoofdschakelaars bevinden zich in de armleuning van de bestuurder. Met deze schakelaars kunnen de ruiten voor en achter aan beide zijden van de auto worden bediend. De ruiten kunnen worden geopend door de bijbehorende schakelaar in te drukken en worden gesloten door de schakelaar omhoog te trekken. Trek voor het openen van de ruit aan de bestuurderszijde de schakelaar half omhoog. De ruit beweegt net zolang als de schakelaar wordt bediend.
Sluiten
OTG040830
N.B.:
Wanneer tijdens het rijden de achterruiten geopend zijn of het schuif-/kanteldak (gedeeltelijk) geopend is, ondervindt u mogelijk hinderlijk windgeruis. Dit is normaal en kan worden verminderd of verholpen door het volgende te doen. Wanneer windgeruis optreedt terwijl een achterruit geopend is of beide achterruiten geopend zijn, kunt u beide voorruiten een paar centime­ter laten zakken. Wanneer u windgeruis ondervindt terwijl het schuif-/kanteldak geopend is, kunt u het dak een iets sluiten.
Ruiten openen en sluiten
OTG040833
Druk de schakelaar half in om de ruit te openen. Trek de schakelaar omhoog om de ruit te sluiten. De beweging van de ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Loading...
+ 274 hidden pages