De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren correct
ten tijde van druk. Hyundai streeft echter naar een voortdurende verbetering
van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder
voorafgaande kennisgeving, wijzigingen in de specificatie en uitrusting
aan te brengen.
Deze handleiding geeft een beschrijving van alle Hyundai modellen
inclusief alle extra’s en uitrusting. Het kan derhalve voorkomen dat
sommige van de behandelde onderwerpen niet van toepassing zijn op uw
wagen.
F1
F2
SA020A1-FX
RICHTLIJNEN MET BETREKKING TOT HET ONDERHOUD
De onderhoudsvoorschriften voor uw nieuwe Hyundai vindt u in hoofdstuk 5. Als
eigenaar dient u er op toe te zien dat het onderhoud op de voorgeschreven termijnen
wordt uitgevoerd. Als de wagen onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt,
moet het onderhoud met kortere tussenpozen worden uitgevoerd. Gegevens
hieromtrent zijn eveneens in hoofdstuk 5 beschreven.
ZA040A1-FX
EEN WOORD VOORAF
Wij zijn blij dat u voor een Hyundai heeft gekozen. Welkom bij het groeiende aantal van
prijsbewuste automobilisten die tot de aanschaf van een Hyundai hebben besloten. Elke Hyundai
is gebouwd met behulp van vooruitstrevende technieken en hoogwaardige materialen.
Deze handleiding dient ervoor om u volledig vertrouwd te maken met de bediening en het
onderhoud van uw wagen. Wij verzoeken u deze handleiding goed te lezen. De gegeven informatie
zal er toe bijdragen dat u over uw nieuwe wagen ten volle tevreden zult zijn.
Uw auto moet door de HYUNDAI dealer onderhouden worden. Onze dealers beschikken over de
vakkennis voor een hoogwaardige service, onderhoud en eventueel noodzakelijke reparaties.
SA030B3-FX
HYUNDAI MOTOR COMPANY
N.B.: Eventuele toekomstige eigenaars moeten ook kunnen beschikken over de informatie in deze
handleiding. Wij verzoeken u dan ook om bij eventuele verkoop van uw wagen deze handleiding
aan de nieuwe eigenaar te overhandigen. Dank u.
!
LET OP:
Er kan ernstige schade ontstaan aan de motor en de transaxle als brandstoffen en
smeermiddelen van slechte kwaliteit worden gebruikt, die niet aan de Hyundai specificaties
voldoen. Gebruik altijd brandstoffen en smeermiddelen van hoge kwaliteit die voldoen aan
de specificaties die op bladzijde 9-3 in het hoofdstuk Technische gegevens van de
gebruikshandleiding zijn vermeld.
Copyright 2010 Hyundai Motor Company. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
worden gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hyundai Motor Company.
F3
SA040A1-FX
LET OP : WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
!
Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben.
Het is niet toegestaan uw Hyundai op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunnen
een zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van
uw Hyundai. Het wijzigen van componenten of het monteren van extra componenten
hetgeen schade tot gevolg heeft, vallen niet onder de garantie van de wagen.
SA050A1-FX
WAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een
elektronische benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeer
nadelige invloed op dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij u
de inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage
van een radio aan uw Hyundai dealer over te laten.
F4
SA070A1-FX
WAARSCHUWINGEN
In deze handleiding zult u de uitdrukkingen WAARSCHUWING, LET OP en N.B.
tegenkomen. Hiermee wordt het volgende bedoeld.
!
WAARSCHUWING:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor zaken die letsel kunnen veroorzaken als
de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geadviseerd wat wel en niet te
doen, om het risico op letsel voor u en anderen te voorkomen of te verminderen.
!
LET OP:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor iets dat schade kan berokkenen aan uw
wagen of de uitrusting van uw wagen. U wordt geadviseerd wat wel en niet te
doen, om het risico op schade aan uw wagen en de uitrusting te voorkomen
of te verminderen.
N.B.:
Hierbij wordt nuttige informatie verstrekt.
F5
A100A01L-GXT
Handleiding voor originele
Hyundai onderdelen
1. Wat zijn originele Hyundai
onderdelen?
Originele Hyundai onderdelen zijn gelijk
aan de onderdelen die door Hyundai
Motor Company bij de fabricage van
uw auto zijn gebruikt. Ze zijn voor
ontworpen en getest voor optimale
veiligheid, prestaties en
betrouwbaarheid.
2. Waarom moeten originele
onderdelen worden gebruikt?
Originele Hyundai onderdelen zijn
vervaardigd en gebouwd om te voldoen
aan de oorspronkelijke fabriekseisen.
Het gebruik van imitatie-onderdelen,
merkloze en gebruikte onderdelen
valt niet onder de garantie voor
Hyundai automobielen of een andere
garantie. Wanneer door het monteren
van een imitatie-onderdeel, een
merkloos of gebruikt onderdeel
schade of een defect aan een origineel
Hyundai onderdeel ontstaat, valt dit
niet onder de garantie van Hyundai
Motor Company.
3. Op welke wijze zijn originele
Hyundai onderdelen herkenbaar?
Controleer of het Hyundai Genuine
Parts Logo op de verpakking
aanwezig is (zie hierna).
De exportspecificaties zijn alleen in
het Engels vermeld.
Originele Hyundai onderdelen zijn
alleen verkrijgbaar bij geautoriseerde
Hyundai Erkend Reparateur.
A100A03L
F6
A100A01LA100A02LA100A04L
INHOUD
HOOFSTUK
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
IN GEVAL VAN PECH
CORROSIEBESCHERMING EN ONDERHOUD VAN DE CARROSSERIE
Als u gebruik maakt van een luchtverfrisser in uw auto mag deze niet op of aan het dashboard
worden geplaatst. Als lekkage optreedt van de vloeistof van de luchtverfrisser op deze
onderdelen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager), kunnen ze worden beschadigd.
Als lekkage van de luchtverfrisservloeistof optreedt op deze onderdelen moet dit onmiddellijk
met water worden afgespoeld.
8. Asbak voor ........................................................... 1-91
Als u gebruik maakt van een luchtverfrisser in uw auto mag deze niet op of aan het dashboard
worden geplaatst. Als lekkage optreedt van de vloeistof van de luchtverfrisser op deze
onderdelen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager), kunnen ze worden beschadigd.
Als lekkage van de luchtverfrisservloeistof optreedt op deze onderdelen moet dit onmiddellijk
met water worden afgespoeld.
Voor optimale prestaties van uw auto
raden wij aan om ongelode benzine met
een octaangetal (RON) hoger dan 95/
AKI (Anti Knock Index) hoger dan 91 te
tanken. U kan gebruik maken van
ongelode benzine met een octaangetal
(RON) 91~94 / AKI 87~90, maar hierdoor
kunnen de prestaties van de auto iets
minder worden. Het tanken van
loodhoudende benzine heeft een
onherstelbare beschadiging van de
katalysator en een onvoldoende werking
van het emissieregelsysteem tot
gevolg.
Bovendien kan dit hoge
onderhoudskosten met zich
meebrengen.
Om vergissingen bij het tanken te
voorkomen past het vulpistool voor
loodhoudende benzine niet in de
vulopening van uw Hyundai.
Dieselmotor
Dieselbrandstof
Gebruik voor de dieselmotor alleen bij
het benzinestation verkrijgbare
dieselbrandstof die aan de EN 590-norm
of vergelijkbaar voldoet. (EN staat voor
“European Norm”).
Gebruik geen dieselbrandstof die
bestemd is voor de scheepvaart, lichte
stookoliën of niet-goedgekeurde
brandstoftoevoegingen, aangezien dit de
slijtage zal bespoedigen en de motor en
het brandstofsysteem kan beschadigen.
Het gebruik van niet-goedgekeurde
brandstoffen en/of
brandstoftoevoegingen heeft een
beperking van de garantie tot gevolg.
Het cetaangetal van de dieselbrandstof
voor uw auto moet hoger zijn dan 51. Als
er twee soorten diesel leverbaar zijn,
moet afhankelijk van de temperatuur
worden gekozen voor zomer- of
winterdiesel.
o Boven -5°C (23°F) ... Zomerkwaliteit
dieselbrandstof
o Onder -5°C (23°F) ... Winterkwaliteit
dieselbrandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet
leeg raakt. Als de motor door
brandstoftekort afslaat, moeten de
brandstofcircuits volledig worden
ontlucht voordat de motor weer kan
worden gestart.
!
LET OP:
Zorg ervoor dat er geen benzine of
water in de brandstoftank
terechtkomt. Als dat wel het geval is,
moet de brandstoftank worden
brandstofsysteem worden ontlucht
om schade aan de brandstofpomp
en de motor te voorkomen.
!
LET OP: - Dieselmotor
Het is raadzaam de aanbevolen diesel voor dieselauto's uitgerust met
een DPF-systeem te gebruiken. Het
gebruik van diesel met een hoog
zwavelgehalte (meer dan 50 ppm
zwavel) en niet-gespecificeerde
toevoegingen kan ertoe leiden dat
het DPF-systeem beschadigd raakt
en er witte rook wordt uitgestoten.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
3
Biodiesel
Commercieel verstrekte dieselmengsels
met niet meer dan 7% biodiesel, bekend
onder de naam "B7 Diesel", kunnen in uw
auto worden gebruikt als de biodiesel
voldoet aan de norm EN 14214 of
gelijkwaardig. (EN betekent: "Europese
Norm"). Het gebruik van biobrandstoffen
met meer dan 7% raapzaadmethylester
(RME), vetzuurmethylester (FAME),
methylester uit plantaardige olie (VME)
enz. of een mengsel van diesel met
biodiesel zal leiden tot overmatige slijtage
of beschadiging van de motor en het
brandstofsysteem. Reparatie of
vervanging van versleten of beschadigde
onderdelen als gevolg van het gebruik
van niet-goedgekeurde brandstoffen valt
niet onder de fabrieksgarantie.
!
LET OP:
o Gebruik nooit brandstof (diesel, B7
biodiesel of een andere brandstof)
die niet aan de meest actuele
specificaties van de petrochemische
industrie voldoet.
o Gebruik nooit
brandstoftoevoegingen en
dergelijke die niet door de fabrikant
zijn aanbevolen of goedgekeurd.
B010B01A-AXT
Gasohol
Gasohol (een mengsel van 90%
loodvrije benzine en 10% ethanol) kan
worden gebruikt in uw Hyundai. Als
echter problemen optreden in de werking
van de motor, wordt het gebruik van
uitsluitend benzine aangeraden.
Brandstoffen met een onbekende
hoeveelheid alcohol of een andere alcohol dan ethanol mogen niet worden
gebruikt.
B010D01S-AXT
Gebruik geen methanol
Benzine die methanol bevat mag niet
worden gebruikt voor uw Hyundai. Deze
benzine kan een vermindering van de
motorprestaties tot gevolg hebben en
onderdelen van het brandstofsysteem
beschadigen.
!
LET OP:
Het gebruik van methanol of
brandstoffen die methanol bevatten
kan tot schade aan het
brandstofsysteem en een
vermindering van de motorprestaties
leiden; dit valt niet altijd onder de
garantie.
B010E01A-AXT
Benzine voor een lagere
belasting van het milieu
Hyundai raadt het gebruik aan van benzine met detergerende toevoegingen,
waardoor aanslag in de motor wordt
voorkomen. Door gebruik van deze
benzine wordt het milieu minder belast.
Deze benzine houdt de motor schoner,
waardoor de werking van het
uitlaatgasregelsysteem wordt verbeterd.
ZB010D1-AX
Rijden in het buitenland
Overtuig u voor het maken van
buitenlandse reizen van het volgende:
o Wordt voldaan aan de wettelijke
bepalingen.
o Is de geschikte brandstof
verkrijgbaar.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
INRIJDEN VAN UW NIEUWE
4
HYUNDAI
B020A01S-GXT
Gedurende de eerste 2000 km
(Benzinemotor)
Voor uw nieuwe Hyundai geldt geen
speciale inrijperiode. Voor een lange
levensduur en optimale prestaties is
het aan te bevelen gedurende de eerste
2000 km onderstaande regels op te
volgen:
B020B01FC-GXT
Gedurende de eerste 1000 km
(Dieselmotor)
Voor uw Hyundai geldt geen speciale
inrijperiode. Voor een lange levensduur
en optimale prestaties van uw Hyundai
is het echter aan te bevelen gedurende
de eerste 1000 km onderstaande
aanbevelingen op te volgen:
STARTBLOKKERING
B880A01A-GXT
De starblokkering is een antidiefstalvoorziening en is ontworpen om
diefstal van de wagen tegen te gaan en
te vertragen.
Type A
o Rijd niet sneller dan 90 km/u.
o Houd het motortoerental tijdens het
rijden tussen 2000 en 4000 t/min.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km
krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig
wordt belast.
o Varieer uw rijsnelheid.
o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3 minuten
stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 2000 km
niet met een caravan of aanhanger.
o Houd tijdens het rijden het
motortoerental (omwentelingen per
minuut) ongeveer op 3000/min.
o Rijd niet harder dan driekwart van de
maximumsnelheid.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km
krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig
wordt belast.
o Varieer uw snelheid.
o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3 minuten
stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 1000 km
niet met een caravan of aanhanger.
OTG040004A
1) Hoofdsleutel
Wordt gebruikt om de motor te starten,
de portieren en het dashboardkastje te
vergrendelen en te ontgrendelen en om
de achterklep te openen.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
5
Type B
OVG049001
Druk de ontgrendelknop in om de sleutel
open te klappen. De sleutel klapt dan
automatisch open.
Houd om de sleutel in te klappen de
ontgrendelknop ingedrukt en klap de
sleutel handmatig in.
!
LET OP:
Klap de sleutel niet in zonder de
ontgrendelknop ingedrukt te houden.
Hierdoor kan de sleutel beschadigd
raken.
Type C
OTG040004
2) Garagesleutel
Kan alleen worden gebruikt om de motor te starten en de portieren te
vergrendelen en te ontgrendelen.
N.B.:
Met een zelf vervaardigde
duplicaatsleutel kan het systeem niet
worden uitgeschakeld of de motor
worden gestart.
!
WAARSCHUWING:
Bewaar geen reservesleutels in uw
auto, om diefstal van uw auto te
voorkomen. Uw wachtwoord van de
startblokkering is uniek en strikt
persoonlijk. Bewaar het nummer niet
ergens in uw auto.
!
LET OP:
o Zorg ervoor dat er geen andere
sleutels in de buurt zijn waarmee
de startblokkering kan worden
opgeheven als de motor wordt
gestart. Het is mogelijk dat de
motor in dat geval niet start of
onmiddellijk na het starten afslaat.
Zorg ervoor dat de sleutels apart
worden bewaard na ontvangst van
de nieuwe auto, zodat storingen
worden voorkomen.
o Houd geen metalen voorwerpen
in de buurt van de sleutel of het
contactslot.
Deze metalen voorwerpen kunnen
het signaal van de transponder
storen, waardoor de motor niet
kan worden gestart.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
6
!
LET OP:
Breng geen wijzigingen aan in het
startblokkeersysteem. Hierdoor kan
het systeem defect raken. Laat het
systeem indien nodig controleren
en repareren door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur.
Storingen veroorzaakt door onjuiste
afstelling of eigenhandige
modificaties van het
startblokkeersysteem vallen niet
onder de fabrieksgarantie.
B031A01LZ-GAT
Voordat de portier en
contactsleutel wordt overhandigd
B541A01TG
Als de portier en contactsleutel wordt
overhandigd aan iemand die de auto
gaat parkeren, dan wordt er met de
volgende procedure voor gezorgd dat
de bagageruimte en het
dashboardkastje niet tijdens uw
afwezigheid kunnen worden geopend.
1. Ontgrendel het dashboardkastje met
de hoofdsleutel en open het kastje.
2. Zet de kofferdekselschakelaar in het
dashboardkastje in de "OFF"-stand
(niet ingedrukt). In de "OFF"-stand
kan de bagageruimte niet met de
ontgrendeling in het interieur en ook
niet met de ontgrendeling aan de
buitenzijde en de zender worden
geopend.
3. Sluit het dashboardkastje en
vergrendel het kastje met de
hoofdsleutel.
4. Laat de portier en contactsleutel
achter bij degene die de auto gaat
parkeren. De bagageruimte en het
dashboardkastje kunnen nu niet
worden geopend, omdat met de portier
en contactsleutel alleen de portieren
kunnen worden ont-/vergrendeld en
de motor kan worden gestart.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
7
B880C01NF-GXT
Sleutelnummers
Het sleutelnummer is
aangebracht op een
nummerplaatje, dat
aan de sleutels is
bevestigd als de auto aan u wordt
overhandigd.
Het sleutelnummer moet worden
genoteerd en op een veilige plaats
worden bewaard, voor het geval extra
sleutels moeten worden besteld. Nieuwe
sleutels kunnen bij elke Hyundai dealer
worden besteld, mits het bijbehorende
sleutelnummer bekend is.
Om veiligheidsredenen moet het aan
de sleutels bevestigde plaatje met het
sleutelnummer van de sleutels worden
verwijderd na ontvangst van uw nieuwe
auto.
Daarnaast kunnen, om
veiligheidsredenen, de sleutelnummers
niet door Hyundai worden verstrekt.
Als u extra sleutels nodig heeft of als de
sleutels zijn verloren, kan de Hyundai
dealer alleen sleutels vervaardigen als
u het sleutelnummer weet en de
hoofdsleutel kunt overhandigen.
B880D02TG-GXT
Noodstartprocedure
HNF2011
Als bij het aanzetten van het contact de
controlelamp van de startblokkering
gedurende vijf seconden knippert, is er
een storing in de startblokkering.
Om de motor te starten moet een
noodprocedure m.b.v. de contactsleutel
worden uitgevoerd.
Hierna volgt de beschrijving van de
procedure om de motor in noodgevallen
te starten. (0, 1, 2, 3 als voorbeeldcode).
N.B.:
De identificatiecode voor het
noodprogramma is gelijk aan de code
die is ingevoerd bij aflevering van de
auto. Neem contact op met uw
Hyundai dealer als u niet over de
identificatiecode beschikt.
1. Om de code in te voeren moet het
contact worden aangezet ("ON") en
vervolgens weer uitgezet ("OFF");
het aantal keren is afhankelijk van
het codecijfer. De controlelamp van
de startblokkering knippert mee met
de bediening van het contactslot.
Bijvoorbeeld: bedien het contact
eenmaal voor het cijfer "1" en
tweemaal voor "2", enz. Voor het
cijfer "0" moet het contactslot echter
10 keer worden bediend.
2. Wacht na elk cijfer 3~10 seconden.
3. Herhaal dezelfde procedure voor de
overige cijfers van de code, "1", "2", "3".
4. Wanneer de vier codecijfers correct
zijn ingevoerd, zet dan het contact
aan "ON" en controleer of de
controlelamp van de startblokkering
brandt. Vanaf dit moment moet de
motor binnen 30 seconden worden
gestart. Na 30 seconden kan de
motor niet meer worden gestart.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
8
N.B.:
Wanneer de motor afslaat nadat hij
m.b.v. de noodprocedure is gestart,
kan de motor binnen 3 seconden
(Benzinemotor) / 8 seconden
(Dieselmotor) zonder noodprocedure
worden gestart.
5. Als de controlelamp van de
startblokkering gedurende vijf
seconden knippert, moet de
noodprocedure vanaf het begin
worden herhaald.
Nadat van de noodprocedure gebruik is
gemaakt, moet zo snel mogelijk uw
Hyundai dealer worden geraadpleegd.
!
LET OP:
o Als driemaal achter elkaar een
poging tot het uitvoeren van de
noodprocedure is mislukt, moet
één uur worden gewacht voor-dat
opnieuw de noodprocedure kan
worden uitgevoerd.
o Als ondanks de noodprocedure
de motor niet kan worden gestart,
moet de auto door een Hyundai
dealer worden weggesleept.
B030C01JM-AXT
VERLICHT CONTACTSLOT
B030C01E
Bij het openen van het portier wordt het
contactslot verlicht. Deze verlichting
dooft na 30 seconden na het openen
van het portier of bij het aanzetten van
het contact.
PORTIERSLOTEN
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
9
B040A01NF-AXT
!
WAARSCHUWING:
o Niet goed gesloten portieren
kunnen gevaarlijk zijn. Controleer
alvorens weg te rijden, vooral als
zich kinderen in de wagen
bevinden, of alle portieren goed
zijn gesloten. Hierdoor wordt
voorkomen dat de portieren tijdens
het rijden abusievelijk worden
geopend. Bovendien wordt op
deze manier, in combinatie met
het juiste gebruik van de
veiligheidsgordels, voorkomen
dat inzittenden in geval van een
ongeluk naar buiten worden
geslingerd.
o Let er alvorens een portier te
openen op dat geen verkeer van
achteren komt.
o Bij een ongeval wordt het portier
automatisch ontgrendeld.
B040B01A-AXT
Portieren met behulp van sleutel
afsluiten en openen
Ontgrendelen
Vergrendelen
OTG040006
o Het portier wordt vergrendeld en
ontgrendeld met behulp van een
sleutel.
o Vergrendelen geschiedt door de
sleutel naar de voorzijde van de
wagen te draaien en ontgrendelen
door hem naar de achterzijde van de
wagen te draaien.
B040C02Y-AXT
Van buitenaf Vergrendelen
B040C01TG
De portieren kunnen zonder gebruik
van een sleutel worden vergrendeld. Ga
hierbij als volgt te werk: zet aan de
binnenzijde de slotschakelaar in de
stand "LOCK", zodat het rode
merkteken op de schakelaar niet meer
zichtbaar is, vervolgens kan het portier
worden gesloten.
Het portier kan niet worden vergrendeld
als bij gesloten voorportieren de sleutel
zich nog in het contactslot bevindt. Dit
is normaal.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
10
N.B.:
o Als het portier op deze wijze wordt
vergrendeld, moet erop worden
gelet dat de sleutel niet in de auto
achterblijft.
o Om diefstal te voorkomen, moet
altijd de contactsleutel worden
verwijderd en moeten alle portieren
worden vergrendeld als de auto
onbewaakt achterblijft.
B040D01NF-AXT
Portieren van binnenuit afsluiten
Ontgrendelen
Voor het afsluiten van de wagen van
binnenuit is het voldoende het portier te
sluiten en de vergrendelingsknop in de
"LOCK"-stand te drukken. Hierna is het
niet meer mogelijk het portier met de
binnen- of buitenhandgreep te openen.
Vergrendelen
HTG2009
N.B.:
o Als het portier is afgesloten is de
rode markering op de
vergrendelingsknop niet zichtbaar.
o Het bestuurders- en
passagiersportier kunnen worden
geopend door aan de
binnenhandgreep te trekken, ook
als de vergrendelingsknop in de
"LOCK"-stand staat.
!
WAARSCHUWING:
Trek niet aan de binnenhandgreep
als met de auto wordt gereden. Als
aan de binnenhandgreep wordt
getrokken, dan kan het portier worden
geopend en kan u uit de auto worden
geworpen en gewond raken of
dodelijk verongelukken.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
11
B040G02NF-AXT
Centrale deurvergrendeling
Bestuurderszijde
Ontgrendelen
Passagierszijde
Vergrendelen
De slotschakelaar bevindt zich op de
armleuningen van de bestuurder en
voorpassagier. Door de slotschakelaar
in te drukken wordt het systeem bediend.
Als een portier is geopend en de
schakelaar is ingedrukt "LOCK"-stand),
dan wordt dit portier vergrendeld als het
wordt gesloten.
Vergrendelen
Ontgrendelen
OTG040823
N.B:
o Als de achterzijde van deze
schakelaar wordt ingedrukt
worden alle portieren ontgrendeld.
o Als het voorste deel van de
slotschakelaar aan bestuurdersof voorpassagierszijde wordt
ingedrukt, dan worden alle
portieren vergrendeld.
o Het bestuurders- en
voorpassagiersportier kunnen
worden geopend door aan de
binnenhandgreep te trekken, ook
als het voorste deel van de centrale
portiervergrendeling aan de
bestuurders- of
voorpassagierszijde is ingedrukt
om de portieren te vergrendelen.
o Als de portieren meerdere keren
snel achter elkaar worden ver- en
ontgrendeld met de sleutel of de
slotschakelaar, dan is het mogelijk
dat het systeem tijdelijk niet werkt.
Hierdoor wordt het circuit
beschermd en wordt beschadiging
van componenten voorkomen.
!
WAARSCHUWING:
Wees voorzichtig bij het bedienen
van de slotschakelaar of de
binnenhandgreep van het portier als
een kind op de stoel van de
voorpassagier zit. Als een kind het
portier ontgrendelt, dan is het
mogelijk dat het portier per ongeluk
open gaat. Als dit tijdens de rit
gebeurt, dan is het mogelijk dat het
kind uit de auto valt en ernstig
gewond raakt of overlijdt.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
12
B040E04A-AXT
Kindersloten alleen
achterportieren
Uw wagen is voorzien van kindersloten
op de achterportieren. Bij ingeschakeld
kinderslot kan het portier niet van
binnenuit worden geopend.
Om de kinderslotfunctie in te schakelen,
zodat het portier niet van binnenuit kan
worden geopend, de hendel in de stand
"
" zetten en het portier sluiten.
Beweeg de hendel in de stand "
om terug te keren naar normale
deurbediening.
Het portier kan van buitenaf met de
handgreep aan de buitenzijde worden
geopend.
HTG2011-1
DIEFSTALBEVEIL
IGINGSINSTALLATIE
B070A01A-GXT
(Indien gemonteerd)
Met deze installatie wordt het
binnendringen van onbevoegden in uw
wagen bemoeilijkt. De installatie werkt
in drie fasen: de eerste is de
activeerfase, de tweede de alarmfase
en de derde de uitschakelfase. Als het
alarm afgaat, wordt een sirene in werking
gesteld.
"
B070B01TG-AXT
Activeerfase
Type A
Vergrendelen
Type B
Vergrendelen
Parkeer de wagen en zet de motor af.
Activeer de installatie zoals hieronder
beschreven.
Ontgrendelen
Kofferklep
ontgrendelen
OTG040005E
Kofferklep
ontgrendelen
Ontgrendelen
OTG040005L
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
13
1) Verwijder de contactsleutel uit het
contactslot.
2) Controleer of de motorkap en het
kofferdeksel gesloten zijn.
3) Vergrendel de portieren met behulp
van de afstandsbediening van de
centrale vergrendeling.
Als bovenstaande stappen zijn
uitgevoerd, dan gaat de alarm-LED aan
de passagierszijde van het dashboard
gedurende ongeveer 30 seconden
branden en vervolgens doorlopend
knipperen als het systeem de
bewakingsfase inschakelt. De
richtingaanwijzers knipperen één maal
om aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld.
N.B.:
1) Als een portier, het kofferdeksel
of de motorkap geopend is, wordt
de installatie niet geactiveerd.
2) Als dit gebeurt, activeer dan het
systeem opnieuw, zoals hiervoor
is beschreven.
!
LET OP:
Activeer de installatie niet als zich
nog iemand in de wagen bevindt. Als
dit wel geschiedt, zal het alarm afgaan
als de betreffende persoon de wagen
verlaat.
B070C02TG-AXT
Alarmfase
Het alarm gaat af indien zich bij
geparkeerde wagen en geactiveerde
installatie één van de volgende
omstandigheden voordoet:
1) Een voor- of achterportier wordt
geopend zonder gebruik te maken
van de afstandsbediening.
2) De kofferdeksel wordt geopend
zonder gebruik van de
afstandsbediening.
3) De motorkap wordt geopend.
De alarmsirene wordt ingeschakeld en
de richtingaanwijzers knipperen
gedurende 27 seconden. Om het
systeem uit te schakelen, moet een
portier of de achterklep met de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
14
B070D02TG-GXT
Uitschakelfase
Het systeem wordt op de volgende
wijze uitgeschakeld:
Het bestuurders- of passagiersportier
wordt ontgrendeld door het indrukken
van de "UNLOCK" (
afstandsbediening.
Na het uitvoeren van de bovengenoemde handelingen knipperen de
richtingaanwijzers tweemaal om aan te
geven dat het systeem is uitgeschakeld.
) toets van de
N.B.:
Ondanks dat het systeem is
uitgeschakeld, zal de alarm-LED toch
doorlopend knipperen. Plaats de
sleutel in het contactslot om de LED
uit te schakelen.
Als niet binnen 30 seconden de portieren,
het kofferdeksel of de motorkap worden
geopend of de sleutel in het contactslot
wordt gestoken, dan wordt het systeem
opnieuw geactiveerd.
N.B.:
Als het systeem is uitgeschakeld
terwijl de "DOOR"-schakelaar van de
interieurverlichting wordt ingedrukt,
dan gaat de interieurverlichting 30
seconden branden.
!
LET OP:
De alarminstallatie kan alleen met de
afstandsbediening worden
uitgeschakeld. Kan de installatie niet
met de afstandsbediening worden
uitgeschakeld, ga dan als volgt te
werk:
1. Ontgrendel en open het portier
met de sleutel; hierdoor wordt het
alarm ingeschakeld.
2. Steek de sleutel in het contactslot
en draai de sleutel in de stand
"START".
Nadat de bovenstaande handelingen
zijn uitgevoerd, wordt de
alarminstallatie uitgeschakeld.
!
LET OP:
Breng geen wijzigingen aan in het
antidiefstalsysteem. Hierdoor kan dit
defect raken. Laat het systeem indien
nodig controleren en repareren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Storingen veroorzaakt door onjuiste
afstelling of eigenhandige
aanpassingen van het
antidiefstalsysteem vallen niet onder
de fabrieksgarantie.
3. Nadat de portieren zijn vergrendeld,
knipperen de richtingaanwijzers
eenmaal, om aan te geven dat het
systeem isingeschak eld.
" op de
Portieren ontgrendelen
1. Druk de toets "
afstandsbediening in.
2. Alle portieren worden gelijktijdig
ontgrendeld en de richtingaanwijzers
knipperen tweemaal om aan te geven
dat het systeem is uitgeschakeld.
" op de
Kofferdeksel ontgrendelen
Druk de kofferdekseltoets
afstandsbediening in en houd hem
ingedrukt.
op de
N.B.:
o De afstandsbediening werkt niet
onder de volgende
omstandigheden:
- De contactsleutel bevindt zich
in het contactslot.
- U bevindt zich buiten het bereik
van de ontvanger (10 m).
- De batterij in de
afstandsbediening is (bijna)
leeg.
- Wanneer het signaal
geblokkeerd wordt door andere
objecten.
- De temperatuur extreem laag is
- Wanneer het signaal van de
afstandbediening verstoord
wordt door andere radiosignalen
b.v. in de buurt van een
telefooncentrale, vliegveld,
radiozender, enz.
Als de afstandbediening niet werkt
kunnen de portieren met de sleutel
worden geopend. Neem contact
op met uw Erkend Reparateur als
de afstandbediening problemen
geeft.
o Houd de zender ver verwijderd
van water en andere vloeistoffen.
Als de afstandsbediening niet
werkt als gevolg van blootstelling
aan water of andere vloeistoffen,
dan wordt dit niet gedekt door de
productgarantie van de fabrikant.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
16
B070E01NF-GXT
Batterij vervangen
Als de batterij van de afstandsbediening
zwak begint te worden, kan het nodig
zijn om de toets verschillende malen in
te drukken om de portieren te
vergrendelen en te ontgrendelen - ook
de LED brandt niet. Vervang de batterij
zo snel mogelijk.
Batterijtype: CR2032
Vervangingsinstructies:
1. Plaats een smal stukje gereedschap
in de opening en wip het middelste
dekseltje van de afstandsbediening
los.
Type A
OBH040004
Type B
OED039003A
2. Verwijder de oude batterij uit het huis
en noteer de polariteit. Controleer of
de polariteit van de nieuwe batterij
hetzelfde is (pluszijde omlaag) en
breng hem in de afstandsbediening
aan.
!
LET OP:
Een onjuist afgevoerde batterij kan
schadelijk zijn voor het milieu en
voor uw gezondheid.
Zorg ervoor dat de batterij volgens
de wettelijke voorschriften wordt
afgevoerd.
ELEKTRISCH BEDIENDE RUITEN
B060D01NF-GAT
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1. Ruitschakelaar bestuurdersportier
2. Ruitschakelaar
voorpassagiersportier
3. Ruitschakelaar linksachter
4. Ruitschakelaar rechtsachter
5. Blokkeerschakelaar ruitbediening
1
17
OTG040829
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
18
B060A01TG-GXT
Elektrisch bediende ruiten
Openen
De elektrisch bediende ruiten kunnen
worden gebruikt als het contactslot in
de stand "ON" staat. De
hoofdschakelaars bevinden zich in de
armleuning van de bestuurder. Met deze
schakelaars kunnen de ruiten voor en
achter aan beide zijden van de auto
worden bediend. De ruiten kunnen
worden geopend door de bijbehorende
schakelaar in te drukken en worden
gesloten door de schakelaar omhoog te
trekken. Trek voor het openen van de
ruit aan de bestuurderszijde de
schakelaar half omhoog. De ruit beweegt
net zolang als de schakelaar wordt
bediend.
Sluiten
OTG040830
N.B.:
Wanneer tijdens het rijden de
achterruiten geopend zijn of het
schuif-/kanteldak (gedeeltelijk)
geopend is, ondervindt u mogelijk
hinderlijk windgeruis. Dit is normaal
en kan worden verminderd of
verholpen door het volgende te doen.
Wanneer windgeruis optreedt terwijl
een achterruit geopend is of beide
achterruiten geopend zijn, kunt u
beide voorruiten een paar centimeter laten zakken. Wanneer u
windgeruis ondervindt terwijl het
schuif-/kanteldak geopend is, kunt u
het dak een iets sluiten.
Ruiten openen en sluiten
OTG040833
Druk de schakelaar half in om de ruit te
openen. Trek de schakelaar omhoog
om de ruit te sluiten. De beweging van
de ruit stopt zodra de schakelaar wordt
losgelaten.
Loading...
+ 274 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.