7 Uitbreidingsslot van volledige hoogte en volledige lengte
8 Moersleutel T10/T15
9 Vleugelschroef voor PCI-behuizing
10 UID-lampje/knop
11 VGA-poort
12 HP LO100i-poort voor LAN-beheer
13 Twee USB 2.0-poorten aan de achterzijde
14 GbE LAN-poort voor NIC1/beheer
15 PS/2-toetsenbordpoort (paars)
garanties voor producten en services van HP staan in de uitdrukkelijke garantiebeschrijvingen
bij de desbetreffende producten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra
garantie worden gezien. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten,
drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Intel en Xeon zijn handelsmerken van Intel Corporation in de V.S. en andere landen.
Page 2
Hulpbronnen voor
serverconguratie
Behalve dit installatieblad zijn er ook andere bronnen beschikbaar voor meer
Raadpleeg voor veiligheidsinformatie en gedetailleerde procedures met
•
betrekking tot de installatie van opties de installatie-instructies bij de
desbetreffende optie, en de HP ProLiant DL160 G5 series Server Maintenance and Service Guide (HP ProLiant DL160 G5 server Onderhouds- en servicegids).
Raadpleeg voor veiligheidsinformatie en gedetailleerde procedures met
•
betrekking tot de rest van de stappen in het gedeelte “Samenvatting
systeem-BIOS en de installatie van het besturingssysteem het relevante gedeelte
van de HP ProLiant DL160 Generation 5 Server Software Conguration Guide
Raadpleeg de ondersteunings- en documentatie-cd bij de HP ProLiant DL160
•
Generation 5 server voor aanvullende informatie en updates die u niet op dit
installatieblad aantreft. Deze aanvullende informatie en documentatie is ook
beschikbaar op de website van HP op http://www.hp.com/. Deze site kunt
u rechtstreeks bereiken of via de cd met ondersteunende software.
HP ProLiant DL100 Series
Samenvattingserverconguratie
De stappen die hieronder worden weergegeven, bevatten een samenvatting van
de noodzakelijke opbouwprocedures om de HP ProLiant DL160 Generation 5
server gereed te maken voor gebruik.
Sluit het netsnoer en de randapparatuur aan.
1.
Procedures na installatie
1. Verzeker u ervan dat alle onderdelen zijn geïnstalleerd volgens de stapsgewijze
instructies.
Controleer of er geen losse gereedschappen of onderdelen in de server zijn
2.
achtergebleven.
Plaats de PCI-behuizing, ventilatieklep, randapparatuur en systeemkabels terug
3.
die u hebt verwijderd.
Installeer de bovenste klep opnieuw.
4.
Installeer de server opnieuw in het rack.
5.
Verbind alle externe kabels en het netsnoer met het systeem.
6.
Druk op de aan/uit-knop op de voorzijde om de server in te schakelen.
7.
Server openen
De bovenste klep en de klep middenboven zijn afneembaar.
U moet de bovenste klep verwijderen voordat u een onderdeel van de server kunt
verwijderen of terugplaatsen.
U verwijdert als volgt de bovenste klep:
Draai de borgschroef voor de bovenste klep los met de meegeleverde
1.
T15-sleutel.
2. Schuif de klep ongeveer 1,25 cm naar de achterkant van het apparaat en til
de klep op om deze van het chassis los te maken.
Til de bovenste klep van het chassis.
3.
Zet de server aan.
2.
Druk op F10 om naar de BIOS-setup te gaan.
3.
Noteer de BIOS-versie van de server.
4.
Vergelijk de BIOS-versie van de server met de nieuwste BIOS-versie die voor
5.
deze server is opgenomen op de website van HP: http://www.hp.com.
Als u niet over de nieuwste BIOS beschikt, kunt u de BIOS nu bijwerken.
6.
Raadpleeg de HP ProLiant DL160 Generation 5 Server Maintenance and
Service Guide (HP ProLiant DL160 Generation 5 server Onderhouds- en
servicegids) op de HP website: http://www.hp.com/.
7. Installeer een ondersteund besturingssysteem naar keuze. De uitgebreide
procedures vindt u terug in de documentatie die u van de verkoper van het
besturingssysteem heeft gekregen. Voor een lijst met besturingssystemen die
worden ondersteund door uw ProLiant-server, gaat u naar
http://www.hp.com/go/supportos.
Procedures voor en na de
installatie
Houd u bij het installeren van aanvullende opties in de HP ProLiant DL160
Generation 5 server aan de volgende procedures:
Afbeelding 3 Bovenste klep verwijderen
U verwijdert als volgt de klep middenboven:
Verwijder met de meegeleverde T15-sleutel de vier schroeven (één aan elke
1.
kant van het chassis en twee op de klep middenboven) waarmee de klep
middenboven aan het chassis vastzit.
Voorbereidingsprocedures voor installatie
1. Schakel de server uit, evenals alle randapparatuur die met de server is
verbonden.
Ontkoppel het netsnoer van de achterzijde van het paneel om het risico
2.
van elektrische schokken te verminderen.
Als de server in een rack is geïnstalleerd, verwijdert u de server en plaatst
3.
u deze op een vlakke ondergrond.
Verwijder de bovenste klep door de procedure te volgen die verderop in
4.
hetgedeelte“Serveropenen”wordtbeschreven.
Til de klep middenboven van het chassis.
2.
Afbeelding 4 Klep middenboven verwijderen
Page 3
Vaste schijf installeren
De vakken op het voorpaneel bieden ruimte voor maximaal vier vaste schijven.
De server ondersteunt zowel SAS- als SATA-vaste schijven.
Afbeelding 7 Niet-hot-pluggable vaste-schijfeenheid bevestigen aan de carrier
VOORZICHTIG:
raken. Voordat u met schijven gaat werken, moet u een onbeschilderd
metalen oppervlak aanraken om eventuele statische elektriciteit te
ontladen.
Ga als volgt te werk om een vaste schijf in de server te installeren:
Verwijder het afdekplaatje voor vaste schijven aan de voorkant van het systeem,
1.
als dit is geïnstalleerd.
Duw de vaste-schijfeenheid in de vak totdat deze niet verder kan.
2.
Druk de vaste-schijfcarriervergrendeling naar binnen totdat u een klik hoort.
U installeert als volgt een niet-hot-pluggable vaste-schijfeenheid in de carrier:
Draai vier schroeven aan de bovenkant van de carrier los (stap 1 in
1.
afbeelding 6).
Plaats de niet-hot-pluggable vaste-schijfeenheid in de carrier (stap 2 in
2.
afbeelding 6).
Bevestig de vaste-schijfeenheid aan de carrier met de schroeven die u zojuist
3.
heeft losgedraaid (twee aan elke zijde) (stap 3 in afbeelding 7).
Afbeelding 6 Niet-hot-pluggable vaste-schijfeenheid installeren in de carrier
4.
Sluit de bekabeling van de backplane van de vaste-schijfeenheid aan op de
schijfeenheid met behulp van de meegeleverde kabels.
Geheugenmodules installeren
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u geheugenmodules toevoegt of
verplaatst:
Gebruik uitsluitend door HP ondersteunde FBD DDR2 667 MHz-modules.
•
• Ondersteundeconguraties.o In identieke paren in de volgende volgorde installeren: 1-3, 5-7, 2-4, 6-8.o In configuraties met 4, 6 en 8 DIMM’s wordt aanbevolen dat de DIMM’s in
slots 1-3, 5-7 identiek zijn en de DIMM’s in slots 2-4, 6-8 identiek zijn.
VOORZICHTIG:
vastpakt. Gebruik altijd een antistatische polsband en aardingsmat,
en ontlaad statische elektriciteit voordat u de DIMM’s aanraakt.
OPMERKING:
de DIMM-locaties.
DIMM’s kunnen beschadigd raken als u ze onjuist
Raadpleeg het label op de behuizing van de server voor
Page 4
U installeert een geheugenmodule als volgt:
Breng de inkeping op de onderrand van de module op één lijn met het
1.
gemarkeerde oppervlak van het DIMM-slot en druk de module vervolgens
volledig in het slot.
Druk de klemmetjes stevig naar binnen om de geheugenmodule op zijn plaats
2.
te houden.
Afbeelding 9 Geheugenmodule installeren
Afbeelding 11 Warmteafvoersysteem installeren
DIMM-slots zijn zodanig ingericht dat de plaatsing van DIMM’s probleemloos
verloopt. Als u een DIMM plaatst, maar deze niet gemakkelijk in het slot kunt
schuiven, heeft u deze mogelijk niet correct geplaatst. Draai de DIMM om en
plaats deze opnieuw.
Processor installeren
De HP ProLiant DL160 Generation 5 server ondersteunt twee Intel Xeon-processoren.
Ga als volgt te werk om de processor te installeren:
Plaats de processor in de socket met behulp van de sleutel op de processor.
1.
Breng de bevestigingsplaat en de laadhendel aan.
2.
Afbeelding 10 Processor installeren
VOORZICHTIG:
processor is geplaatst, zodat oververhitting en schade aan de processor
worden voorkomen.
BELANGRIJK:
verwijderd is geweest, is het van essentieel belang dat u meer thermisch
interface-materiaal aanbrengt op de geïntegreerde warmteverspreider
op de processor, om te zorgen dat er een goede thermische verbinding
ontstaat tussen de processor en het warmteafvoersysteem. Maak
het contactoppervlak van de processor en de heatsink schoon met
alcohol en breng daarna opnieuw door HP goedgekeurd thermisch
interface-materiaal aan alvorens u de processor terugzet. Gebruik bij
het aanbrengen van thermisch interface-materiaal een patroon van vijf
stippen – een stip in het midden en een stip op elke hoek.
heatsink tijdens het verwijderen of plaatsen schuin komt te zitten. Draai
de veerbelaste schroeven van de heatsink niet te hard aan, om te
voorkomen dat deze afbreken.
Zorg ervoor dat het warmteafvoersysteem juist op de
Als het warmteafvoersysteem om wat voor reden ook
De veerbelaste schroeven moeten paarsgewijs, diagonaal
Aanvullende documentatie
Als u de processor weer wilt verwijderen, voert u de bovenstaande
installatieprocedure in de omgekeerde volgorde uit.
VOORZICHTIG:
installatie of verwijdering naar één zijde kantelt door elke schroef
beurtelings enkele slagen aan te draaien en ze vervolgens volledig
vast te zetten. Draai de veerbelaste schroeven niet te sterk aan om
te voorkomen dat ze afbreken. Een maximale torsiekracht van 0,5 J
per pond is ingesteld voor elke schroef.
Voorkom dat het warmteafvoersysteem tijdens de
Raadpleeg de ondersteunings- en documentatie-cd bij de HP ProLiant DL160
Generation 5 server voor aanvullende documentatie. Deze aanvullende informatie
en documentatie is ook beschikbaar op de externe website van HP. Deze kunt
u rechtstreeks bereiken of via de ondersteunings-cd.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.