De onderdelen van de server
herkennen
HP ProLiant DL140
Generation 2 Server
Installatieblad
Lees de instructies helemaal door voordat u
met de installatie begint
Onderdelen op het voorpaneel
Tabel 1: Onderdelen op het voorpaneel
Onderdeel Icoon Onderdeel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Onderdelen op het achterpaneel
Aansluitpunten voor vaste schijfbays (HDD)
Bay voor optische media-apparatuur
Knop voor unit-identificatie (UID) met LEDindicatielampje (blauw)
LED-indicatielampje voor de systeemstatus
(oranje)
LED-indicatielampjes voor activiteit/
schakelstatus voor NIC 1 en NIC 2 (groen)
LED-indicatielampje voor activiteit van de
HDD (groen)
Aan/uit-knop met LED-indicatielampje
(twee kleuren: groen en oranje)
Vleugelschroeven voor de bezel aan de
voorkant
USB 2.0-poorten
© Copyright 2005 Hewlett-Packar
De informatie in dit document kan zond
gewijzigd. Alle garanties voor HP producten en services staan i
garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten. Gee
document mag als extra garantie worden ge
voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in de
Intel is een geregistreerd handelsm
dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen.
HP ProLiant DL140 Generation 2 Server Installatieblad
Eerste versie (maart 2005)
Artikelnummer 381739-331
d Development Company, L.P.
er voorafgaande kennisgeving worden
zien. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid
erk van Intel Corporation of haar
n de uitdrukkelijke
n enkel onderdeel van dit
ze publicatie.
Tabel 2: Onderdelen op het achterpaneel
Onderdeel Ic
1 Ventilatiegaten
2
3
4
5
6 Contactdoos
7
8
9
10
11
12
13
14
oon O
nderdeel
Vleugelschroef voor de bovenste klep
Vleugelschroeven voor de montage van een
PCI-riserboard
Slotklep van low profile 64-bit/133 MHz PCI-X
riserboard
Slotklep van 64-bit/133 MHz PCI-X riserboard
met standaardhoogte/volledige lengte
voor elektriciteitskabel
GbE LAN-poorten voor NIC 1 en NIC 2 (RJ-45)
UID-knop met LED-indicatielampje (blauw)
USB 2.0-poorten (zwart)
Videopoort (blauw)
Seriële poort (groenblauw)
PS/2-toetsenbordpoort (paars)
PS/2-muispoort (groen)
10/100 Mbps LAN-poort voor IPMI-beheer
(RJ-45)
De drie LAN-poorten beschikken allemaal over een eigen LED-
LET OP:
indicatielampje dat de
status van activiteit/verbinding en de
netwerksnelheid aangeeft.
Onderdelen op de systeemkaart
Tabel 3: Onderdelen op de systeemkaart
Onderdeel Onderdeelcode Onderdeel
1
LAN1
2 JK2 PS/2-muispoort
3 JK1 PS/2-toetsenbordpoort
4 CN11 Seriële
5 CN9 Videopoort
6
7
8 LANCN1
CN5 en CN8 USB 2.0-poorten
LED1
en
LANCN2
9
U9 en U12 Pulserende H5007 XFORM 10/100
10 U127 en U129 Broadcom BCM5721 NetXtreme
11
CN39
12 U82 ICS9DB108AFT klokbuffer
13 U15 ICS932S208 klokgenerator
14 DIMMA1 t/m
DIMMA4
15 DIMMB1 t/m
DIMMB4
16 U17
10/100 Mbps LAN-poort voor IPMIbeheer
poort
UID-knop met LED-indicatielampje
(blauw)
GbE LAN-poorten voor NIC 1
en NIC 2
Base-T transformermodules
Gigabit ethernetcontrollers A en B
LED-connector voor 4-pins
SCSI-kabel
Bank A DIMM-slots
Bank B DIMM-slots
Intel E7520 MCH(memory controller
hub)-chipset (Northbridge)
Vervolg
Tabel 3: Onderdelen op de systeemkaart
Vervolg
Onderdeel Onderdeelcode Onderdeel
17 U45
Chipset van ADM1026
hardwaremonitor voor analoge
apparatuur
18 U18
Contactdoos voor Intel mPGA604
processor 1
19 U6
Contactdoos voor Intel mPGA604
processor 0
20
CN40
9-pins connector voor de voorste
USB 2.0-poorten
21 —
Luchtstroomregulator voor de
voorste systeemventilatoren 1 - 4
22 CN35 en CN37 4-pins connectoren voor
systeemventilator (voor
systeemventilatoren 5 en 6)
23 BUZ1 Interne zoemer
24 CN15 8-pins ATX-processor
stroomconnector
25
SATA1 en
7-pins 150-MBps SATA-connectoren
SATA2
26 SW2 NMI(non-maskable interrupt)-
schakelaar
27 SW1
Schakelaar voor systeemconfiguratie
(dimschakelaar)
28 CN21
24-pins ATX systeemkaart
stroomconnector
29 CN18 4-pins I2C-connector voor PSU
30 — PCI-borgveersteun
31 CN12
9-pins connector voor bord op
voorpaneel
32 BT1
33 U54
3 V interne lithium systeembatterij
BIOS Flash EEPROM (Electrically
Erasable Programmable Read-Only
Memory)
34 CN16 IDE-gegevensconnector
35 U52
Chipset voor SMSC LPC47M192
Super I/O
36 U40
Intel 82801ER ICH5R (I/O controller
hub) chipset (Southbridge)
37
CN25 PCI
Express-slot
38 CN26 LPC-debugconnector
39 U26
Chipset (PCI-bridge) voor Intel 6700
PXH (PCI-X hub)
40 SLOT1 en
64-bit/133 MHz 3,3 V PCI-X-slots
SLOT2
41 U34
42 U51
Chipset voor ATI Rage XL VGA
Samsung K4S643232H-TC60 VGA
SDRAM
43 U122
44 U139
IC61LV25616-10T BMC SRAM
SMSC LAN91C113I-NC LAN-
controller (10/100 Mbps)
45 U119
46
U120
BMC flash EPROM
QLogic Zircon UL BMC (Baseboard
Management Controller)
Richtlijnen voor configuratie van
de server
Bestudeer de volgende belangrijke richtlijnen goed voordat u een
van de volgende configuratiestappen gaat zetten die in de volgende
paragraaf worden weergegeven.
• Informatie over veiligheid en uitgebreide procedures die horen
bij stap 3 van de paragraaf “Server Configuration Overview”
(“Samenvatting serverconfiguratie”) vindt u in hoofdstuk 2 van
de HP ProLiant DL140 Generation 2 Server Maintenance and
Service Guide (Handleiding voor onderhoud en service van de
HP ProLiant DL140 Generation 2-server).
• Informatie over veiligheid en uitgebreide procedures die horen
bij de overige stappen die worden weergegeven in de paragraaf
“Samenvatting serverconfigurati
hoofdstuk van de
HP ProLiant DL140 Generation 2 Server
e” vindt u in een bijbehorend
User Guide (Gebruikershandleiding voor de HP ProLiant
DL140 Generation 2 Server).
• Op de HP ProLiant DL140 Generation 2 Server Support CD
(HP ProLiant DL140 Generation 2 Server support-cd) vindt u
aanvullende informatie en updates
zijn opgenomen. Deze aanvullende
is ook beschikbaar op de website van HP
direct of via de Support CD
In de procedures die in dit installatieblad worden beschreven,
LET OP:
wordt uitgegaan van de server die uit
stabiel oppervlak is geplaatst.
BELANGRIJK:
komende paragrafen worden beschreven bij het uitvoeren van elke
configuratieprocedure.
Bestudeer de pre- en post-installatieprocedures die in
WAARSCHUWING: Volg de ESD-voorzorgsmaatregelen die in
Hoofdstuk 2 van de
Maintenance and Service Guide
servicehandleiding voor de HP ProLiant DL140 Generation 2)
worden weergegeven voor het omgaan met elk onderdeel van de
hardware.
WAARSCHUWING: Het niet op de juiste manier uitschakelen van
de server voor u de server opent of begint met
verwijderen/installeren van hardwareonderdelen, kan ernstige
schade en lichamelijk letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: Om elk risico
oppervlakken te verminderen, dient u het chassis en elk
geïnstalleerd hardwareonderdeel te laten afkoelen voor u ze
aanraakt.
HP ProLiant DL140 Generation 2 Server
die niet in dit installatieblad
informatie en documentatie
http://www.hp.com/
(support-cd) kunt bereiken.
het rack is gehaald en op een vlak en
(Onderhouds- en
op persoonlijk letsel door hete
, die u
Samenvatting serverconfiguratie
De stappen die hieronder worden weergegeven, bevatten een
samenvatting van de noodzakelijke opbouwprocedures om de
HP ProLiant DL140 Generation 2 server klaar te maken voor
gebruik.
Kies een goede plek voor de server.
1.
2. Pak de server en de hardware voor het installeren van een
rack uit.
3. Installeer de andere opties.
Onder ‘andere opties’ worden aanvullend geheugen, vaste
schijven, expansieborden en externe opslagapparatuur verstaan.
4. Sluit het netsnoer en de randapparatuur aan.
Zet de server aan en bepaal de BIOS-versie.
5.
Indien nodig dient u de BIOS-versie te updaten.
6. Installeer een ondersteund besturingssysteem naar keuze.
De uitgebreide procedures vindt u terug in de documentatie die
u van de verkoper van het besturingssysteem heeft gekregen.
Voor een lijst met besturingssystemen die ondersteund worden
LET OP:
door uw ProLiant-server, kijkt u op
http://www.hp.com/go/supportos
.
7. Installeer de rackrails.
8. Plaats de server in het rack.
9. Configureer de instellingen voor de
beheerfuncties van de server.
De uitgebreide procedures vindt u terug in de Lights-Out 100i
User Guide (Gebruikershandleiding voor Lights-Out 100i)
.
Pre- en post-installatieprocedures
Pre-installatieprocedures
1. Zet de server en alle randapparatuur die met de server
verbonden is, uit.
2. Koppel alle netsnoeren los om het risico op brandwonden
veroorzaakt door hoge spanningsniveaus te beperken. Deze
kunnen zich voordoen als er kortsluiting ontstaat doordat u
onderdelen aanraakt met metalen voorwerpen, zoals
gereedschappen of een horloge.
Indien nodig kunt u de kabels van een label voorzien, zodat ze
weer snel aan te sluiten zijn.
3. Koppel de telecommunicatiekabels los om blootstelling aan
elektrische schokken door belvoltages te voorkomen.
4. Verwijder de bovenste klep.
Post-installatieprocedures
1. Verzeker u ervan dat alle onderd
het aangegeven stappenplan.
2. Controleer of er geen losse gereedschappen of onderdelen in de
server zijn achtergebleven.
3. Installeer alle expansiebord(en), externe apparatuur,
bordklep(pen) en systeemka
verwijderd, opnieuw.
4. Installeer de bovenste klep opnieuw.
5. Verbind alle externe kabels en het hoogspanningsnetsnoer met
het systeem.
6. Druk op de aan/uit-knop
te schakelen.
elen zijn geïnstalleerd volgens
bel(s) die u eerder heeft
op het voorpaneel om de server in
Het openen van de server
De bovenste klep is afneembaar. U dient deze te verwijderen voor
u een onderdeel van de server kunt verwijderen of terugplaatsen.
De server openen:
1. Voer stap 1 t/m 3 van de pre-installatieprocedures uit.
2. Maak de bovenste klep van het chassis los:
a. Maak de vastgedraaide vleugelschroef op het
achterpaneel los.
b. Schuif de klep ongeveer 1,25 cm naar de achterkant van het
apparaat en til de klep op om deze van het chassis los te
maken.