De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De
garanties voor HP producten en diensten worden gepubliceerd in de uitdrukkelijke beperktegarantieverklaringen bij dergelijke producten en diensten. Aan de informatie in dit document
kunnen geen rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation of haar dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen en worden onder licentie gebruikt.
Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten.
Java is een handelsmerk van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten.
Linux is een gedeponeerd handelsmerk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Derde editie, juli 2004
Artikelnummer 307158-333
Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Doelgroep ......................................................................................................................... vii
Belangrijke veiligheidsinformatie .................................................................................... vii
Symbolen op de apparatuur.............................................................................................. vii
Stabiliteit van het rack....................................................................................................... ix
Symbolen in de tekst ......................................................................................................... ix
vi HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Over deze handleiding
Deze handleiding bevat stapsgewijze instructies voor de installatie en kan worden
gebruikt als naslagwerk voor het gebruik van de HP ProLiant BL20p Generation 3
serverkaart, voor het oplossen van problemen en bij toekomstige upgrades.
Doelgroep
Deze handleiding is bedoeld voor degene die servers installeert, beheert en
problemen met servers oplost. Er wordt aangenomen dat u bevoegd bent om
computerapparatuur te onderhouden en dat u weet welke risico’s producten met
gevaarlijke energieniveaus met zich meebrengen.
Belangrijke veiligheidsinformatie
Lees voordat u met de installatie begint eerst het document Belangrijke
veiligheidsinformatie dat wordt meegeleverd met de server.
Symbolen op de apparatuur
De volgende symbolen kunt u aantreffen op gedeelten van de apparatuur die mogelijk
gevaar opleveren:
WAARSCHUWING: Dit symbool in combinatie met een van de volgende
symbolen wijst op een mogelijk gevaar. Er bestaat kans op lichamelijk letsel
als de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen. Raadpleeg de
documentatie voor specifieke informatie.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding vii
Over deze handleiding
Dit symbool geeft de aanwezigheid van gevaarlijke stroomcircuits of de kans
op een elektrische schok aan. Laat alle onderhoud aan een gekwalificeerde
onderhoudstechnicus over.
WAARSCHUWING: Open dit gedeelte niet, om het risico van letsel door
elektrische schokken te beperken. Laat alle onderhoud en upgrades aan een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus over.
Dit symbool duidt op het risico van elektrische schokken. De ingesloten
gedeelten kunnen niet door de gebruiker worden onderhouden. Open deze
gedeelten dus nooit!
WAARSCHUWING: Open dit gedeelte niet, om het risico van letsel door
elektrische schokken te beperken.
Elke RJ-45-connector met dit symbool geeft een netwerkaansluiting aan.
WAARSCHUWING: Steek geen telefoon- of telecommunicatieconnectoren in
deze aansluiting, om het risico van letsel door elektrische schokken, brand of
schade aan apparatuur te beperken.
Dit symbool duidt op een heet oppervlak of een heet onderdeel. Aanraking van
dit oppervlak kan letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: Laat het oppervlak afkoelen voordat u het aanraakt, om het
risico van brandwonden te beperken.
Gewicht in kg
Deze symbolen op voedingseenheden of systemen duiden op
meerdere voedingsbronnen.
WAARSCHUWING: Koppel alle netsnoeren los om de voeding van
het systeem geheel uit te schakelen. Zo beperkt u het risico van
letsel door elektrische schokken.
Dit symbool geeft aan dat het onderdeel te zwaar is om door één persoon
te worden getild.
WAARSCHUWING: Om het risico van lichamelijk letsel of schade aan de
apparatuur te beperken, moet u zich houden aan de veiligheidsvoorschriften en de instructies voor het omgaan met de apparatuur.
viii HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Stabiliteit van het rack
WAARSCHUWING: Beperk het risico van persoonlijk letsel en schade aan de
apparatuur door ervoor te zorgen dat:
• de stelvoetjes van het rack op de grond staan;
• het volle gewicht van het rack op de stelvoetjes rust;
• de stabilisatiesteunen aan het rack zijn bevestigd (bij installatie in een
enkel rack);
• de racks aan elkaar zijn gekoppeld (bij installatie van meerdere racks);
• er maar één onderdeel tegelijk uit het rack is geschoven. Een rack kan
instabiel worden als meer dan één onderdeel is uitgeschoven.
Symbolen in de tekst
In de tekst van deze handleiding komen symbolen voor. Deze symbolen hebben de
volgende betekenis:
WAARSCHUWING: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit
leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.
Over deze handleiding
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot
beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens.
BELANGRIJK: Na dit kopje vindt u essentiële informatie waarin een bepaald concept wordt
uitgelegd of waarin wordt beschreven hoe u een bepaalde taak uitvoert.
OPMERKING: Na dit kopje vindt u aanvullende informatie waarin belangrijke onderwerpen in
de hoofdtekst worden benadrukt of nader worden toegelicht.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding ix
Over deze handleiding
Verwante documenten
Raadpleeg de volgende documentatie voor meer informatie over de onderwerpen die
in deze handleiding aan bod komen:
• HP ProLiant BL System Best Practices Guide
• HP ProLiant BL System Common Procedures Guide
• Poster HP ProLiant BL p-Class systeem - Hardware installeren en configureren
• White paper: HP ProLiant BL p-Class System Overview and Planning
• HP ROM-Based Setup and Utility User Guide
• HP Integrated Lights-Out User Guide
• HP ProLiant BL p-Class System Maintenance and Service Guide
• Handleiding HP ProLiant servers - Problemen oplossen
• HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - QuickSpecs
• HP StorageWorks Booting Windows Systems from a Storage Area Network
Technische ondersteuning
Als u een probleem heeft met de apparatuur en geen oplossing voor het probleem in
deze handleiding kunt vinden, kunt u op de volgende manieren meer informatie en
hulp krijgen.
Technische ondersteuning
Voor directe technische ondersteuning kunt u contact opnemen met HP in
Amsterdam, tel. 020-6068751. Aanvullende informatie vindt u op de HP website
www.hp.com. Raadpleeg de Amerikaanse HP website voor een lijst met
telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning door HP.
x HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Houd de volgende gegevens bij de hand als u HP belt:
• Het registratienummer voor technische ondersteuning (indien van toepassing)
• Serienummer van het product
• Modelnaam en -nummer van het product
• Eventuele foutberichten
• Toegevoegde kaarten of hardware
• Hardware of software van andere fabrikanten
• Type en revisienummer van het besturingssysteem
HP website
De HP website bevat informatie over dit product. Ook kunt u hier de meest recente
stuurprogramma's en flash-ROM-bestanden downloaden. U vindt de HP website op
www.hp.com.
Geautoriseerde HP Business Partners
Over deze handleiding
U kunt ook technische ondersteuning vragen bij een geautoriseerde HP Business
Partner.
• Als u de naam van een geautoriseerde HP Business Partner bij u in de buurt wilt
weten, gaat u als volgt te werk:
• Bel 0900-1681616 (Euro 0,35/min).
• Of raadpleeg
www.hp.com voor locaties en telefoonnummers.
Opmerkingen van lezers
HP stelt uw opmerkingen over deze handleiding zeer op prijs. Stuur uw opmerkingen
en suggesties via e-mail naar ServerDocumentation@hp.com.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding xi
Onderdelen van de serverkaart
Lampjes
Het systeem is uitgerust met verschillende sets met lampjes die de status en
instellingen aangeven van hardwareonderdelen. Aan de hand van de volgende
gedeelten kunt u nagaan wat de locatie en de functie is van de lampjes op deze
onderdelen:
• • Voorpaneel van de ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart
Hot-pluggable SCSI vaste schijf
Voorpaneel van de serverkaart
Zeven lampjes aan de voorkant van de serverkaart geven de status van de server aan.
In Afbeelding 1-1 en Tabel 1-1 worden de locaties en functies van de lampjes
aangegeven en beschreven.
1
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 1-1
Onderdelen van de serverkaart
Afbeelding 1-1: Lampjes op voorpaneel van ProLiant
BL20p G3 serverkaart
Tabel 1-1: Lampjes op voorpaneel van ProLiant BL20p G3
serverkaart
Item Beschrijving Betekenis
1 Identificatie van
de eenheid
2 Conditie Groen = normale status
1-2 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Blauw = gemarkeerd
Blauw knipperend = beheermodus
Uit = geen beheer op afstand
Knipperend = bezig op te starten
Oranje = functioneert niet goed
Rood = Kritieke status
Zie volgende pagina
Onderdelen van de serverkaart
Tabel 1-1: Lampjes op voorpaneel van ProLiant BL20p G3 serverkaart
Vervolg
Item Beschrijving Betekenis
3 Netwerkadapter 1
4 Netwerkadapter 2*
5 Netwerkadapter 3*
6 Netwerkadapter 4*
7 Voeding Groen = aan
*De nummering van de netwerkadapters is afhankelijk van een aantal
factoren, zoals het op de server geïnstalleerde besturingssysteem.
Hot-pluggable SCSI vaste schijf
Elke hot-pluggable SCSI vaste schijf heeft drie statuslampjes op de voorkant van de
schijfeenheid. Deze lampjes geven informatie over de activiteit, online status en
fouten voor de desbetreffende schijfeenheid als deze is geconfigureerd als onderdeel
van een array en is gekoppeld aan een ingeschakelde Smart Array Controller. De
status van de lampjes is afhankelijk van de status van andere schijfeenheden in de
array. In Afbeelding 1-2 en Tabel 1-2 worden de locaties en functies van de lampjes
aangegeven en beschreven.
Groen = aangesloten op het
netwerk
Groen knipperend =
netwerkactiviteit
Uit = geen activiteit
Oranje = standby (voeding
beschikbaar)
Uit = eenheid uit
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 1-3
Onderdelen van de serverkaart
WAARSCHUWING: Lees het gedeelte over het vervangen van hot-pluggable
vaste schijven in de handleiding HP ProLiant servers – Problemen oplossen
voordat u een vaste schijf verwijdert.
•
Het eerste lampje geeft de activiteitstatus van de schijf aan (1). Als het lampje
brandt, is de schijf actief. Brandt het niet, dan is de schijf niet actief.
•
Het tweede lampje geeft de online status aan (2). Als het lampje knippert is de
schijf online en actief. Is het lampje uit, dan is de schijf online maar niet actief.
•
Het derde lampje geeft de foutstatus aan (3). Als het lampje knippert, is er een
fout. Is het lampje uit, dan is er geen fout.
Afbeelding 1-2: Lampjes van hot-pluggable SCSI
vaste schijf
1-4HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Onderdelen van de serverkaart
Tabel 1-2: Combinaties van statuslampjes van hot-pluggable SCSI vaste schijf
(1) Activiteit (2) Online (3) Fout Beschrijving
Aan Uit Uit
Aan Knippert Uit
Knippert Knippert Knippert
Uit Uit Uit De schijf kan online worden vervangen als een
Uit Uit Aan U kunt de schijf online vervangen.
Verwijder de schijf niet. Als u de schijf nu
verwijdert, gaan gegevens verloren.
De schijf wordt momenteel gebruikt en is niet
geconfigureerd als onderdeel van een array.
Verwijder de schijf niet. Als u de schijf nu
verwijdert, gaan gegevens verloren.
De vaste schijf wordt opnieuw opgebouwd of uitgebreid.
Verwijder de schijf niet. Als u de schijf nu
verwijdert, gaan gegevens verloren.
De schijf maakt deel uit van een array die wordt gebruikt
door het hulpprogramma ACU (Array Configuration
Utility).
- Of De schijf wordt bijgewerkt door optie-ROMPaq.
waarschuwing voor een mogelijke toekomstige fout is
ontvangen en de schijf is gekoppeld aan een
arraycontroller.
De schijf is niet geconfigureerd als onderdeel van een
array.
- Of Als de schijfeenheid wel deel uitmaakt van een array,
wordt de schijfeenheid niet gebruikt door een
ingeschakelde controller.
- Of De schijf is geconfigureerd als online reserveschijf.
De schijf is defect en is offline gezet.
Zie volgende pagina
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 1-5
Onderdelen van de serverkaart
Tabel 1-2: Combinaties van statuslampjes van hot-pluggable SCSI vaste schijf
Vervolg
(1) Activiteit (2) Online (3) Fout Beschrijving
Uit Aan Uit De schijf kan online worden vervangen als een
waarschuwing voor een mogelijke toekomstige fout is
ontvangen. Het is hierbij wel noodzakelijk dat de array is
geconfigureerd met fouttolerantie en dat alle andere
schijfeenheden in de array online zijn.
De schijf is online en maakt deel uit van een array.
Aan of
knippert
Aan Uit De schijf kan online worden vervangen als een
waarschuwing voor een mogelijke toekomstige fout is
ontvangen. Het is hierbij wel noodzakelijk dat de array is
geconfigureerd met fouttolerantie en dat alle andere
schijfeenheden in de array online zijn.
De schijf is online en wordt gebruikt.
1-6 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Aan/uit-knop
Als u de aan/uit-knop van de serverkaart in de standby-stand zet, wordt de voeding
naar de meeste onderdelen van de serverkaart uitgeschakeld. Dit proces neemt
ongeveer 30 seconden in beslag, waarbij bepaalde interne schakelingen actief blijven.
BELANGRIJK: Als u de voeding helemaal wilt uitschakelen, haalt u de serverkaart uit de
behuizing.
In Afbeelding 1-3 wordt de locatie van de knop aangegeven.
Onderdelen van de serverkaart
Afbeelding 1-3: Aan/uit-knop
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 1-7
Onderdelen van de serverkaart
Systeemschakelaars
Met systeemschakelaars kunt u bepaalde instellingen wijzigen of uitgebreide
diagnoseprocedures uitvoeren. In Afbeelding 1-4 en Tabel 1-3 worden de locaties
en functies van de schakelaars aangegeven en beschreven.
Afbeelding 1-4: Schakelaars van de serverkaart
Tabel 1-3: Schakelaars van de serverkaart
Item Beschrijving
1 NMI-schakelaar
2 Schakelaar voor systeemonderhoud (SW2)
3 Systeemconfiguratieschakelaar (SW1)
NMI-schakelaar
De NMI-schakelaar (non-maskable interrupt) is bedoeld voor gebruik door
gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Raadpleeg de HP ProLiant BL p-Class
System Maintenance and Service Guide voor meer informatie.
1-8 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Schakelaar voor systeemonderhoud
De schakelaar voor systeemonderhoud (SW2) is een schakelaar met acht posities
waarmee u de beveiliging en vervangingsfuncties kunt instellen. De standaardpositie
is Off (Uit). Raadpleeg Tabel 1-4 of de labels aan de binnenkant van het
toegangspaneel van de server voor de juiste instellingen van de
systeemconfiguratieschakelaar.
Tabel 1-4: Instellingen van schakelaar voor systeemonderhoud (SW2)
Positie Beschrijving Aan/uit-functie
Onderdelen van de serverkaart
1 Beveiligings-
functie van iLO
negeren
2 Configuratie
vergrendelen
3 Gereserveerd De standaardinstelling is OFF (Uit).
4 Gereserveerd De standaardinstelling is OFF (Uit).
5 Wachtwoord
uitschakelen
6 Configuratie
opnieuw
instellen
7 Gereserveerd De standaardinstelling is OFF (Uit).
8 Gereserveerd De standaardinstelling is OFF (Uit).
Uit = iLO-beveiliging is ingeschakeld.
Aan = beveiligingsfunctie van iLO wordt
genegeerd.
Uit = systeemconfiguratie kan worden aangepast
Aan = systeemconfiguratie is vergrendeld en kan
niet worden aangepast.
Uit = opstartwachtwoord is ingeschakeld.
Aan = opstartwachtwoord is uitgeschakeld.
Uit = normaal
Aan = ROM behandelt de systeemconfiguratie als
ongeldig
Schakelaar voor systeemconfiguratie
De systeemconfiguratieschakelaar (SW1) is een gereserveerde schakelaar met vier
posities. De standaardinstelling voor alle vier posities is Off (Uit).
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 1-9
Onderdelen van de serverkaart
Systeemkaartonderdelen opzoeken
Zoek de systeemkaartonderdelen en connectoren op met behulp van Afbeelding 1-5
en Tabel 1-5.
Afbeelding 1-5: Systeemkaartonderdelen en connectoren
Tabel 1-5: Systeemkaartonderdelen en connectoren
Item Beschrijving
1 Connector voor de kaart met aan/uit-knop/-lampje
2 Connector 1 voor kaart van SCSI-backplane
3 Processorvoetje 2
4 Smart Array 6i Controller
5 Standaardnetwerkadapter Mezzanine-kaart
6
Smart Array 6i 128-MB
write-cache met
batterijvoeding-enabler (optioneel)
7 Voedingsadaptermodule
8 HP ProLiant BL20p G3 Dual Port Fibre Channel
adapter (optioneel)
Zie volgende pagina
1-10HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Tabel 1-5: Systeemkaartonderdelen en connectoren Vervolg
Item Beschrijving
9 Gelijkstroomfiltermodule
10 DIMM-slots (4)
11 Systeembatterij
12 Processorvoetje 1 (gevuld)
13 Connector 2 voor kaart van SCSI-backplane
14 Ventilatorconnectoren
Connectoren van lokale I/O-kabels
In Afbeelding 1-6 en Tabel 1-6 worden connectoren van lokale I/O-kabels
aangegeven en beschreven.
Onderdelen van de serverkaart
Afbeelding 1-6: Connectoren van lokale I/O-kabels
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 1-11
Onderdelen van de serverkaart
Tabel 1-6: Connectoren van lokale I/O-kabels
Item Naam Beschrijving
1 Serverkaartconnector Wordt aangesloten op de I/O-poort
2 Videoconnector Levert videocapaciteit.
3 USB-connector 1 Levert USB-verbinding waarmee
4 USB-connector 2 Levert USB-verbinding waarmee
5 Seriële connector Vereist een seriële nulmodemkabel
6 iLO RJ-45 (10/100
Ethernet) connector
op de voorkant van de serverkaart.
rechtstreekse verbinding met de
serverkaart mogelijk is.
rechtstreekse verbinding met de
serverkaart mogelijk is.
en biedt gekwalificeerd personeel
de mogelijkheid om geavanceerde
diagnoseprocedures uit te voeren.
Levert een Ethernet-connector
waarmee u toegang hebt tot de
iLO-interface van de serverkaart
vanaf een clientapparaat.
1-12 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Serverkaart in- en uitschakelen
Serverkaart inschakelen
Serverkaarten worden standaard automatisch ingeschakeld als ze zijn geïnstalleerd in
een serverkaartbehuizing. Als u deze instelling heeft gewijzigd, gebruikt u een van de
volgende methoden om de serverkaart in te schakelen:
• Aan/uit-knop
— Als u deze knop kort indrukt, wordt een aanvraag gedaan om de serverkaart
in te schakelen. Het systeem controleert of voeding van het voedingssubsysteem beschikbaar is om de serverkaart in te schakelen. Als voeding
beschikbaar is, wordt de serverkaart ingeschakeld.
— Als u de knop lang (vijf seconden of langer) indrukt, wordt de opstart-
procedure genegeerd. De serverkaart wordt ingeschakeld zonder dat wordt
gecontroleerd of voeding beschikbaar is
VOORZICHTIG: Let altijd op iLO-waarschuwingen voordat u de
opstartprocedure negeert, om storingen in de voeding voor de hot-pluggable
eenheden en mogelijk het hele systeem te voorkomen. Raadpleeg de HP Integrated Lights-Out User Guide voor meer informatie.
OPMERKING: U kunt desgewenst bij het inschakelen van serverkaarten ervoor kiezen
de normale opstartprocedure en de aanvraagfunctie voor opstarten te negeren als er
geen beheermodules actief zijn en u weet dat er voldoende voeding beschikbaar is.
2
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 2-1
Serverkaart in- en uitschakelen
•
Voorzieningen voor virtuele aan/uit-knop op de externe iLO-console
— Een kortdurende opstartselectie
— Een opstartselectie met ingedrukt houden
Zie hoofdstuk 5, "Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's", voor meer
informatie over iLO.
Serverkaart uitschakelen
U kunt de ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart op een van de volgende
manieren uitschakelen:
Gebruik de voorziening voor de virtuele aan/uit-knop in de externe iLO-console
•
om op afstand de voeding naar de serverkaart uit te schakelen. Zorg ervoor dat de
serverkaart zich in de standby-stand bevindt. Het aan/uit-lampje is in dat geval
oranje. Voor informatie over iLO en procedures raadpleegt u de HP Integrated Lights-Out User Guide.
Druk op de aan/uit-knop op de voorzijde van de serverkaart. Zorg ervoor dat de
•
serverkaart zich in de standby-stand bevindt. Het aan/uit-lampje is in dat geval
oranje. Dit proces neemt ongeveer 30 seconden in beslag, waarbij bepaalde
interne schakelingen actief blijven.
BELANGRIJK: Als u de voeding van de serverkaart helemaal wilt uitschakelen, haalt u de
serverkaart uit de behuizing.
2-2 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Setup van de serverkaart
Toegang krijgen tot interne serverkaartonderdelen
WAARSCHUWING: Schakel de serverkaart niet in wanneer het toegangspaneel
is verwijderd, om het risico van elektrische schokken te beperken.
WAARSCHUWING: Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze
aanraakt, om het risico van persoonlijk letsel te beperken.
VOORZICHTIG: Elektronische onderdelen kunnen door ontlading van statische
elektriciteit worden beschadigd. Zorg dat u zelf voldoende geaard bent voordat u aan
een installatieprocedure begint. Zie appendix D, "Elektrostatische ontlading", voor
meer informatie.
3
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 3-1
Setup van de serverkaart
BELANGRIJK: Begin bij stap 4 als de serverkaart niet in de serverkaartbehuizing is
geïnstalleerd of geen voeding krijgt via het diagnosestation.
1. Zoek de juiste serverkaart in de behuizing.
2. Schakel de voeding van de serverkaart uit. Raadpleeg het gedeelte "Serverkaart
uitschakelen" in hoofdstuk 2, "Serverkaart in- en uitschakelen".
VOORZICHTIG: Nadat u op de ontgrendelknop heeft gedrukt, is de serverkaart
niet meer aan de serverkaartbehuizing gekoppeld. Ondersteun de serverkaart
met twee handen als u de serverkaart uit het rack haalt.
3. Verwijder de serverkaart uit de serverkaartbehuizing. Zie het gedeelte "Een
serverkaart uit de behuizing verwijderen" in dit hoofdstuk.
4. Plaats de serverkaart op een plat, horizontaal oppervlak.
5. Verwijder het toegangspaneel. Zie het gedeelte "Toegangspaneel van de
serverkaart verwijderen" in dit hoofdstuk.
3-2 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Toegangspaneel van de serverkaart verwijderen
WAARSCHUWING: Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u
ze aanraakt, om het risico van persoonlijk letsel te beperken.
VOORZICHTIG: Elektronische onderdelen kunnen door ontlading van statische
elektriciteit worden beschadigd. Zorg dat u zelf voldoende geaard bent voordat u aan
een installatieprocedure begint. Zie appendix D, "Elektrostatische ontlading", voor
meer informatie.
WAARSCHUWING: Schakel de serverkaart niet in wanneer het toegangspaneel
is verwijderd, om het risico van elektrische schokken te beperken.
1. Draai de schroef op de achterkant van de serverkaart los (1).
2. Schuif het toegangspaneel ongeveer 1 cm in de richting van de achterzijde van
de serverkaart en til het paneel op (2).
Setup van de serverkaart
Afbeelding 3-1: Toegangspaneel verwijderen
U plaatst het toegangspaneel weer terug door de verwijderprocedure in de
omgekeerde volgorde uit te voeren.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 3-3
Setup van de serverkaart
Opvuleenheid voor een serverkaart verwijderen
VOORZICHTIG: Vul de slots in de serverkaartbehuizing altijd op met een
serverkaart of een opvuleenheid. Lege slots belemmeren de luchtcirculatie waardoor
het systeem beschadigd kan raken door oververhitting.
1. Druk op de ontgrendelingsknoppen (1).
2. Schuif de opvuleenheid voor de serverkaart uit het slot (2).
Afbeelding 3-2: Opvuleenheid voor een serverkaart
verwijderen
OPMERKING: Bewaar de opvuleenheid voor toekomstig gebruik.
3-4 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Serverkaart installeren
Stel voordat u de serverkaarten de eerste keer installeert, een schema op voor de
hardwareconfiguratie en het installatieproces voor de serverkaarten. Zie hoofdstuk 5,
"Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's".
VOORZICHTIG: Vul de slots in de serverkaartbehuizing altijd op met een
serverkaart of een opvuleenheid. Lege slots belemmeren de luchtcirculatie waardoor
het systeem beschadigd kan raken door oververhitting.
1. Lijn het uiteinde van de serverkaart uit met de geleider aan het uiteinde van het
slot in de serverkaartbehuizing.
BELANGRIJK: De serverkaart is zo uitgevoerd dat deze slechts op één manier in het slot
past. Als de serverkaart niet eenvoudig in het slot kan worden geschoven, controleert u of
de serverkaart op de juiste manier in het slot wordt geplaatst.
2. Schuif de serverkaart volledig in het slot (1) om de serverkaart te installeren.
3. Sluit de ejecthendel (2).
Setup van de serverkaart
Afbeelding 3-3: Serverkaart installeren
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 3-5
Setup van de serverkaart
Een serverkaart uit de behuizing verwijderen
1. Druk op de ontgrendelknop (1).
VOORZICHTIG: Nadat u op de ontgrendelknop heeft gedrukt, is de serverkaart
niet meer aan de serverkaartbehuizing gekoppeld. Ondersteun de serverkaart
met twee handen als u de serverkaart uit het rack haalt.
2. Open de ontgrendelingshendel (2).
3. Pak de hendel beet en schuif de serverkaart uit de serverkaartbehuizing (3).
Ondersteun de serverkaart met uw handen als u deze uit de serverkaartbehuizing
haalt.
Afbeelding 3-4: Serverkaart verwijderen
3-6 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Hardwareopties installeren
Processoren en koelelementen
De ProLiant BL20p G3 serverkaart wordt geleverd met een of twee processoren.
WAARSCHUWING: Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze
aanraakt, om het risico van persoonlijk letsel te beperken.
WAARSCHUWING: In deze handleiding wordt aangenomen dat de serverkaart
zich in een rack bevindt en geen voeding ontvangt van een diagnosestation.
Als u een diagnosestation gebruikt, controleert u of de serverkaart is
losgekoppeld van het diagnosestation voordat u een processor installeert.
VOORZICHTIG: Zorg dat u zelf voldoende geaard bent voordat u aan een
installatieprocedure begint. Elektronische onderdelen kunnen door ontlading van
statische elektriciteit worden beschadigd.
VOORZICHTIG: Wees voorzichtig met de processor. Buig of beschadig de pennen
onder de processor niet.
4
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 4-1
Hardwareopties installeren
Vereisten voor installatie en upgrade
Neem de volgende vereisten in acht voordat u een processor in de serverkaart
installeert:
• • Controleer voordat u een processor in de server installeert, of processorvoetje 1
is gevuld. Als de processor in voetje 1 ontbreekt, kan het systeem niet worden
ingeschakeld.
Als u processoren installeert met verschillende snelheden, werken alle
processoren met de snelheid van de traagste processor.
Processor en koelelement verwijderen
Raadpleeg voor informatie over de toegang tot interne onderdelen van de serverkaart
het gedeelte "Toegang krijgen tot interne serverkaartonderdelen" in hoofdstuk 3,
"Setup van de serverkaart".
BELANGRIJK: Het koelelement kan niet opnieuw worden gebruikt en het is noodzakelijk om
het koelelement weg te gooien nadat dit na gebruik is verwijderd uit de processor.
Afbeelding 4-1: Vergrendelingshendel van koelelement
openen en koelelement verwijderen
4-2 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Afbeelding 4-2: Processor verwijderen
Processor installeren
BELANGRIJK: De processor en het koelelement passen slechts op een manier in het voetje.
Houd de pijl op de processor boven de pijl op het processorvoetje.
BELANGRIJK: Controleer of de vergrendelingshendel van de processor geopend is voordat
u de processor in het voetje installeert.
Hardwareopties installeren
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 4-3
Hardwareopties installeren
Afbeelding 4-3: Processor installeren
VOORZICHTIG: Controleer of de vergrendelingshendel van de processor gesloten
is. Druk na plaatsing van de processor niet met kracht op de hendel om deze te
sluiten. De hendel moet zonder moeite sluiten. Als u de hendel met kracht sluit,
kunnen de processor en het voetje beschadigd raken waardoor u de systeemkaart
moet vervangen.
Afbeelding 4-4: Kap van de thermische interface-media
verwijderen
4-4HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Hardwareopties installeren
VOORZICHTIG: Raak de thermische interface-media niet aan, nadat de kap is
verwijderd.
BELANGRIJK: Het koelelement kan niet opnieuw worden gebruikt en het is noodzakelijk om
het koelelement weg te gooien nadat dit na gebruik is verwijderd uit de processor.
Afbeelding 4-5: Koelelement installeren
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 4-5
Hardwareopties installeren
Hot-pluggable SCSI vaste schijven en opvuleenheden
Opvuleenheden voor vaste schijven verwijderen
VOORZICHTIG: Vul een schijfpositie altijd op met een vaste schijf of een
opvuleenheid. Een correcte luchtstroom ontstaat alleen wanneer alle slots zijn
gevuld. Lege schijfposities belemmeren de luchtcirculatie waardoor het systeem
beschadigd kan raken door oververhitting.
OPMERKING: De kleur donkerrood geeft hot-pluggable componenten aan.
Afbeelding 4-6: Opvuleenheid voor een vaste schijf
verwijderen
OPMERKING: Bewaar de opvuleenheid voor toekomstig gebruik.
U installeert een opvuleenheid voor een vaste schijf door de opvuleenheid voor de
lege positie te houden en de opvuleenheid vervolgens in de schijfpositie te schuiven
totdat de vergrendelingsknop vastklikt.
4-6 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
SCSI-ID's
De hot-pluggable SCSI vaste schijven van de serverkaart hebben een unieke SCSI-ID
die automatisch door het systeem wordt ingesteld. De ID's zijn van boven naar
beneden genummerd op elke serverkaart.
BELANGRIJK: Begin altijd met SCSI-ID 0 (de bovenste positie) wanneer u vasteschijfposities vult.
Hot-pluggable SCSI vaste schijven verwijderen
Maak voordat u hot-pluggable SCSI vaste schijven verwijdert, een backup van alle
servergegevens op de vaste schijf.
VOORZICHTIG: Voordat u een hot-pluggable SCSI vaste schijf verwijdert,
controleert u aan de hand van de lampjes wat de status van de schijf is. Zie het
gedeelte "Hot-pluggable SCSI vaste schijf" in hoofdstuk 1, "Onderdelen van de
serverkaart".
VOORZICHTIG: Als u een schijf vervangt die deel uitmaakt van een array,
raadpleegt u de handleiding HP ProLiant servers – Probl emen oplossen.
Hardwareopties installeren
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 4-7
4-8 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Hot-pluggable SCSI vaste schijven installeren
1. Verwijder de aanwezige opvuleenheid of SCSI vaste schijf uit de positie. Zie
het gedeelte "Hot-pluggable SCSI vaste schijven en opvuleenheden" of
"Hot-pluggable SCSI vaste schijven verwijderen" in dit hoofdstuk.
2. Schuif de hot-pluggable SCSI vaste schijf in de positie. Zorg dat de schijfeenheid
stevig vastzit in de connector van de SCSI-backplane (1).
4. Als u een vaste-schijfeenheid heeft vervangen, zet u de gegevens op de
serverkaart terug vanaf de backup.
5. Bepaal de status van de geïnstalleerde schijf aan de hand van de lampjes van de
hot-pluggable SCSI vaste schijf. Zie het gedeelte "Hot-pluggable SCSI vaste
schijf" in hoofdstuk 1, "Onderdelen van de serverkaart", voor meer informatie
over lampjes.
6. Hervat de normale werkzaamheden van de serverkaart.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 4-9
Hardwareopties installeren
Geheugen
U kunt het systeemgeheugen uitbreiden door synchrone DDR DIMM's te installeren.
Een ProLiant BL20p G3 serverkaart ondersteunt maximaal vier PC2-3200 ECCDIMM's met registered DDR SDRAM.
Richtlijnen voor het installeren van DIMM's
Neem bij het installeren van extra geheugen de volgende richtlijnen in acht:
•
Installeer alleen PC2-3200 ECC-DIMM's met registered DDR SDRAM
van 3,3 V en een breedte van 72 bits in de serverkaart.
•
Installeer identieke DIMM's uitsluitend als paren, te beginnen met DIMMvoetje 1, bank A.
•
Vul beide voetjes in een bank tegelijkertijd. DIMM's 1 en 2 bevinden zich
in bank A, en DIMM's 3 en 4 bevinden zich in bank B.
OPMERKING: De serverkaart wordt geleverd met ten minste twee DIMM's geïnstalleerd
in DIMM-voetjes 1A en 2A.
VOORZICHTIG: Gebruik alleen HP DIMM's. DIMM's van andere fabrikanten
kunnen de integriteit van de gegevens in gevaar brengen.
DIMM's installeren
Raadpleeg het gedeelte " Richtlijnen voor het installeren van DIMM's" in dit
hoofdstuk voordat u DIMM's installeert.
WAARSCHUWING: Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze
aanraakt, om het risico van persoonlijk letsel te beperken.
VOORZICHTIG: Elektronische onderdelen kunnen door ontlading van statische
elektriciteit worden beschadigd. Zorg dat u zelf voldoende geaard bent voordat u aan
een installatieprocedure begint. Zie appendix D, "Elektrostatische ontlading", voor
meer informatie.
4-10HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Hardwareopties installeren
1. Maak de interne serverkaartonderdelen toegankelijk. Raadpleeg het gedeelte
"Toegang krijgen tot interne serverkaartonderdelen" in hoofdstuk 3, "Setup van
de serverkaart".
2. Open de vergrendelingen van het DIMM-voetje.
3. Houd de uitsparing in de onderrand van de DIMM recht boven het nokje in het
DIMM-voetje.
BELANGRIJK: DIMM's passen maar op één manier in de voetjes.
4. Plaats de DIMM in het DIMM-voetje (1).
5. Druk de DIMM stevig aan. Als de DIMM helemaal in het voetje zit, worden de
vergrendelingen gesloten (2).
Afbeelding 4-9: DIMM installeren
6. Herhaal stap 2 tot en met 5 om de tweede DIMM te installeren.
7. Plaats het toegangspaneel weer terug. Raadpleeg het gedeelte "Toegang krijgen
tot interne serverkaartonderdelen" in hoofdstuk 3, "Setup van de serverkaart".
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 4-11
Hardwareopties installeren
Smart Array 6i 128-MB write-cache
met batterijvoeding-enabler
De optionele write-cache met batterijvoeding-enabler biedt het systeem een
hulpmiddel voor het opslaan en bewaren van gegevens in het geval dat het systeem
onverwachts wordt afgesloten.
Raadpleeg voor informatie over de toegang tot interne onderdelen van de serverkaart
het gedeelte "Toegang krijgen tot interne serverkaartonderdelen" in hoofdstuk 3,
"Setup van de serverkaart".
4-12HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Hardwareopties installeren
OPMERKING: Rol eerst de kabel uit voordat u de batterij uit de houder verwijdert.
Afbeelding 4-11: Batterij verwijderen uit de plastic houder
OPMERKING: Haal de houder en de kabel weg nadat u de batterij uit de plastic houder heeft
verwijderd. Alles wat u nodig heeft voor gebruik met de HP ProLiant BL20p Generation 3
serverkaart zijn de batterij en de 128-MB write-cache met batterijvoeding-enabler.
Afbeelding 4-12: Batterij plaatsen op de Smart Array 6i
128-MB write-cache met batterijvoeding-enabler
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 4-13
Hardwareopties installeren
Afbeelding 4-13: Smart Array 6i 128-MB write-cache met
batterijvoeding-enabler plaatsen op de Smart Array 6i
Controller
Raadpleeg het gedeelte "Toegang krijgen tot interne serverkaartonderdelen" in
hoofdstuk 3, "Setup van de serverkaart" voor informatie over het terugplaatsen
van het toegangspaneel.
4-14HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Hardwareopties installeren
HP ProLiant BL20p G3 Dual Port Fibre Channel
adapter
Een optionele dual port Fibre-Channel adapter (FC) schakelt FC-ondersteuning in
voor clusteringmogelijkheden, en SAN-verbinding bij gebruik in combinatie met de
RJ-45 Patch Panel 2 of een andere interconnect die een SAN-verbinding ondersteunt.
Raadpleeg het gedeelte "Overzicht van SAN-configuratie" in hoofdstuk 5,
"Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's" voor meer informatie over
het aansluiten op de SAN.
Raadpleeg het gedeelte "Toegang krijgen tot interne serverkaartonderdelen" in
hoofdstuk 3, "Setup van de serverkaart" voor informatie over het verwijderen van
het toegangspaneel.
Afbeelding 4-15: FC-adapter installeren
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 4-15
Configuratie van de serverkaart
Dit hoofdstuk bevat informatie over installatiemethoden voor serverkaarten,
hardwareconfiguratie en de software voor het uitvoeren van deze taken.
Software en hulpprogramma's
U kunt de volgende hulpprogramma's en ondersteuningsmiddelen gebruiken bij de
configuratie en ingebruikname van de serverkaart:
•
Integrated Lights Out Advanced (iLO Advanced)-beheer
•
Ondersteuning van redundant ROM
•
Hulpprogramma ROMPaq
•
Hulpprogramma ROM-Based Setup Utility (RBSU)
5
en hulpprogramma's
•
Hulpprogramma Option ROM Configuration for Arrays (ORCA)
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-1
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
HP biedt verder de volgende software-onderdelen:
•
Health and Wellness Driver en IML Viewer
•
iLO Advanced Management Interface Driver
•
Rack Infrastructure Interface Service
•
Management Agents
Voor gebruikers van het besturingssysteem Microsoft® Windows® zijn deze items
opgenomen in het ProLiant Support Pack voor Microsoft Windows. U vindt dit op de
productpagina van het ProLiant BL p-Class System op:
Gebruikers van het besturingssysteem Linux kunnen deze onderdelen downloaden
van de HP website:
www.hp.com/products/servers/linux/
Voor informatie over het gebruik van deze onderdelen met het besturingssysteem
Linux gaat u naar de HP website:
Integrated Lights-Out Advanced-beheer
Integrated Lights-Out Advanced-beheer
iLO Advanced (Integrated Lights-Out Advanced) is een standaardonderdeel van een
aantal ProLiant serverkaarten. Het iLO Advanced-subsysteem biedt beheerfuncties
voor het bewaken van de serverconditie en het op afstand beheren van de serverkaart.
U krijgt toegang tot de iLO Advanced-functies vanaf een netwerkclient-apparaat met
een ondersteunde webbrowser. iLO Advanced biedt onder andere de mogelijkheid
om met toetsenbord, muis en video (tekst en afbeeldingen) op een serverkaart te
werken, ongeacht de status van het hostbesturingssysteem of de hostserverkaart.
iLO bevat een intelligente microprocessor, beveiligd geheugen en een speciale
netwerkinterface. Dankzij dit ontwerp is iLO niet afhankelijk van de hostserverkaart
en het besturingssysteem. iLO biedt toegang op afstand tot elke geautoriseerde
netwerkclient, verstuurt waarschuwingen en verzorgt andere beheerfuncties voor
de serverkaart.
5-2HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Met behulp van een ondersteunde webbrowser heeft u de volgende mogelijkheden:
•
op afstand de console van de hostserverkaart benaderen, waaronder alle
schermen in tekststand en grafische stand, met volledig gebruik van het
toetsenbord en de muis;
•
de hostserverkaart op afstand inschakelen, uitschakelen en opnieuw opstarten;
•
op afstand een hostserverkaart opstarten met een virtuele diskette-image om een
ROM-upgrade uit te voeren of een besturingssysteem te installeren;
•
waarschuwingen versturen vanuit iLO Advanced ongeacht de status van de
hostserverkaart;
•
toegang verkrijgen tot de geavanceerde voorzieningen voor probleemoplossing
van iLO Advanced;
•
een webbrowser starten, gebruikmaken van SNMP-waarschuwingen (Simple
Network Management Protocol) en diagnoses uitvoeren op de serverkaart met
behulp van HP SIM.
•
Instellingen voor posities met statische IP-adressen configureren voor de
gereserveerde iLO-beheernetwerkadapter op elke serverkaart in een behuizing
voor snellere installatie.
De serverkaart moet op de juiste wijze worden bekabeld voor iLO-aansluitmogelijkheden. Sluit de serverkaart aan volgens een van de volgende methoden:
•
Via een bestaand netwerk (in het rack): Bij deze methode installeert u de
serverkaart in de behuizing en wijst u er een IP-adres aan toe (handmatig of met
DHCP).
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-3
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
• Via de I/O-poort van de serverkaart
— In het rack: Bij deze methode sluit u de lokale I/O-kabel aan op de I/O-poort
en een client-pc. Gebruik het statische IP-adres op het label van de I/O-kabel
en de informatie voor de initiële toegang op de voorkant van de serverkaart
om toegang te krijgen tot de serverkaart met de externe iLO Advancedconsole. Raadpleeg hoofdstuk 6, "Lokale I/O-apparaten aansluiten", voor
informatie over de bekabeling van I/O-apparaten.
— Buiten het rack, met het diagnosestation: Bij deze methode voorziet u de
serverkaart van voeding met het optionele diagnosestation en sluiten u de
serverkaart aan op een externe computer met behulp van het statische IPadres en de lokale I/O-kabel. Meer informatie over bekabelingsinstructies
vindt u in de documentatie die bij het diagnosestation wordt geleverd of op
de documentatie-cd.
• Via de achterpaneelconnectoren van de serverkaart (buiten het rack, met het
diagnosestation): Met deze methode kunt u een serverkaart buiten het rack
configureren door de kaart van voeding te voorzien met het diagnosestation en
aan te sluiten op een bestaand netwerk via een hub. Het IP-adres wordt
toegewezen door een DHCP-server in een netwerk.
iLO ROM-Based Setup Utility
iLO RBSU (iLO ROM-Based Setup Utility) is de aanbevolen methode voor het
configureren en installeren van iLO. iLO RBSU is bedoeld als hulpmiddel bij het
installeren van iLO op een netwerk; het is niet bedoeld voor normale
beheeractiviteiten.
U voert iLO RBSU als volgt uit:
1. Start de serverkaart opnieuw op of schakel deze opnieuw in.
2. Druk op F8 wanneer hierom wordt gevraagd tijdens de Power-On Self-Test
(POST). iLO RBSU wordt uitgevoerd.
3. Voer een geldig iLO gebruikers-ID en wachtwoord in met de juiste iLOprivileges (gebruikeraccounts beheren, iLO-instellingen configureren).
4. Breng de noodzakelijke wijzigingen aan in de iLO-configuratie en sla deze op.
5. Sluit iLO RBSU af nadat de taken voltooid zijn.
5-4HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
U wordt aangeraden de functie voor positieconfiguratie met statische IP-adressen van
iLO of DNS/DHCP met iLO te gebruiken om de installatie te vereenvoudigen. Als
DNS/DHCP niet kan worden toegepast, gebruikt u een van de volgende procedures
om DNS/DHCP uit te schakelen en het IP-adres en het subnetmasker te configureren:
1. Meld u aan bij iLO met het DNS/DHCP IP-adres.
2. Voer in het scherm Administration (Beheer) een geldige iLO gebruikers-ID en
een geldig wachtwoord in met de juiste iLO-privileges.
3. Selecteer Network Settings (Netwerkinstellingen) en voer de juiste gegevens in.
Of:
1. Start de serverkaart opnieuw op of schakel deze opnieuw in.
2. Druk op F8 wanneer tijdens de POST het desbetreffende bericht verschijnt.
ILO RBSU wordt uitgevoerd.
3. Voer een geldige iLO gebruikers-ID en wachtwoord in met de juiste iLOprivileges (gebruikeraccounts beheren, iLO-instellingen configureren).
OPMERKING: Gebruik de pijltoetsen voor het markeren van geselecteerde opties.
4. Selecteer Network (Netwerk), DNS/DHCP, druk op Enter en selecteer
vervolgens DHCP Enable (DHCP inschakelen). Druk op de spatiebalk als u
DHCP wilt uitschakelen. Let erop dat DHCP Enable (DHCP inschakelen) staat
ingesteld op Off (Uit) en sla de wijzigingen op.
5. Selecteer Network (Netwerk), NIC (Netwerkadapter) en TCP/IP, druk op Enter
en typ de juiste informatie in de velden IP Address (IP-adres), Subnet Mask
(Subnetmasker) en Gateway IP Address (Gateway IP-adres).
6. Sla de wijzigingen op. Het iLO-systeem wordt automatisch ingesteld voor het
gebruik van de nieuwe configuratie wanneer u iLO RBSU afsluit.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-5
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Ondersteuning van redundant ROM
Met serverkaarten kunt u dankzij de ondersteuning van redundant ROM het ROM
veilig upgraden of configureren. De serverkaart heeft een 2-MB ROM dat als twee
afzonderlijke 1-MB ROM's fungeert. Bij de standaardimplementatie bevat de ene
ROM de huidige ROM-programmaversie, terwijl de andere ROM een backupversie
bevat.
Veiligheids- en beveiligingsvoordelen
Wanneer u een flash van het systeem-ROM uitvoert, wordt het oude ROM door het
ROMPaq overschreven en wordt het huidige ROM opgeslagen als backup. Hierdoor
kunt u op eenvoudige wijze overschakelen naar de opgeslagen ROM-versie als het
nieuwe ROM om de een of andere reden is beschadigd. Deze voorziening beschermt
de vorige ROM-versie zelfs als er een stroomstoring optreedt tijdens het flashen van
het ROM.
Instellingen voor redundant ROM
U verkrijgt als volgt toegang tot het redundante ROM:
1. U krijgt toegang tot RBSU door op F9 te drukken wanneer hierom wordt
gevraagd tijdens het opstarten.
4. Selecteer een van de ROM-banken als het systeem-ROM.
5. Druk op Enter.
6. Druk op Esc om het huidige menu te verlaten of druk op F10 om RBSU
af te sluiten.
7. Start de serverkaart opnieuw op.
Wanneer de serverkaart wordt opgestart, wordt gecontroleerd of het gebruikte ROMsegment is beschadigd. Als er een beschadigd ROM wordt aangetroffen, wordt het
systeem opgestart vanaf het reserve-ROM en wordt u er via de Power-On Self-Test
of het IML op geattendeerd dat de ROM-bank beschadigd is.
5-6 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Als de gewone en de backupversies van het ROM beide beschadigd zijn, moet u
de systeemkaart insturen voor een onderhoudsbeurt. Raadpleeg de HP ProLiant BL p-Class System Maintenance and Service Guide en neem contact op met een
geautoriseerde HP Business Partner.
ROM-flash op afstand
Het systeem bevat speciale firmware voor de verschillende onderdelen.
De ProLiant BL20p G3 serverkaart bevat:
•
serverkaartsysteem-ROM;
•
Smart Array 6i geheugenmodule-ROM;
•
iLO-ROM.
De serverkaartbehuizing en de voedingsbehuizing bevatten:
•
serverkaartbeheermodule-ROM;
•
energiebeheermodule-ROM.
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Door Smart Components for Remote ROM Flash te gebruiken in combinatie met de
console-applicatie RDU (Remote Deployment Utility), kunt u met Remote ROM
Flash de firmware (BIOS) op een server upgraden vanaf een locatie op afstand.
Als zich tijdens de upgrade van de firmware een stroomstoring voordoet, kunnen de
gegevens worden hersteld dankzij de ondersteuning van redundant ROM.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-7
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Hulpprogramma ROMPaq
Met Flash ROM kunt u de firmware (BIOS) bijwerken met ROMPaqhulpprogramma's voor het systeem-ROM of optie-ROM.
U werkt als volgt het BIOS bij:
1. Download het meest recente ROMPaq van www.hp.com/support.
2. Volg de instructies en maak een opstartdiskette.
BELANGRIJK: U kunt de applet iLO Virtual Media gebruiken voor het maken van het
imagebestand. Zie het gedeelte " Integrated Lights-Out Advanced-beheer" in dit
hoofdstuk. Als u deze methode gebruikt, kunt u stap 3 overslaan.
3. Verkrijg toegang tot de serverkaart met de externe iLO-console. Raadpleeg de
poster HP ProLiant BL p-Class systeem – Ha rdware installeren en configureren.
4. Plaats de virtuele diskette.
5. Gebruik de iLO-functie voor de virtuele aan/uit-knop om de serverkaart
achtereenvolgens uit en in te schakelen en stel de kaart zo in, dat deze wordt
opgestart vanaf de diskette-image die u heeft gemaakt in stap 2.
Het systeem wordt nu gecontroleerd waarna u kunt kiezen uit de beschikbare
ROM-versies, indien er meerdere versies zijn. Standaard wordt de oudste ROMversie bijgewerkt. Deze procedure geldt voor zowel het systeem-ROM als voor
het optie-ROM.
Als zich tijdens de upgrade van de firmware een stroomstoring voordoet, kunnen de
gegevens worden hersteld dankzij de ondersteuning van redundant ROM.
5-8 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
ROM-Based Setup Utility
OPMERKING: De meeste voorzieningen in RBSU zijn voor het instellen van de serverkaart
niet nodig. De opties in dit hulpprogramma zijn bedoeld als hulpmiddel voor specifieke
configuratieproblemen met de serverkaart.
Met behulp van RBSU kunt u configuratieactiviteiten uitvoeren en configuratieinformatie over serverkaarten bekijken. De serverkaart wordt vooraf geconfigureerd
geleverd en er zijn geen wijzigingen nodig, tenzij u de standaardinstellingen wilt
wijzigen.
In RBSU kunt u de volgende toetsen gebruiken:
•
Voor toegang tot RBSU gebruikt u de externe iLO-console en drukt u op F9
wanneer hierom tijdens het opstarten wordt gevraagd.
•
Met de pijltoetsen navigeert u door het menusysteem.
•
Druk op Enter om opties te selecteren.
In RBSU worden de instellingen automatisch opgeslagen wanneer u op Enter drukt.
U wordt niet gevraagd de instellingen te bevestigen voordat u het hulpprogramma
afsluit. Als u een geselecteerde instelling wilt wijzigen, moet u een andere instelling
selecteren en op Enter drukken.
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
In tabel 5-1 vindt u de standaardinstellingen voor de opties in de belangrijkste
RBSU-menu's.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-9
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Tabel 5-1: Standaardinstellingen van RBSU
Menu/Optie Standaardinstelling
System Options (Systeemopties)
OS Selection (Selectie besturingssysteem)
Embedded Serial Port (Geïntegreerde
seriële poort)
Het hulpprogramma Option ROM Configuration for Arrays (ORCA) is een
menugestuurd programma waarvoor geen cd nodig is en dat kan wordt gestart
wanneer de serverkaart wordt opgestart. Met dit hulpprogramma kunnen gebruikers
de volgende functies uitvoeren:
interrupts en de volgorde van opstartcontrollers instellen.
Als u ORCA wilt uitvoeren, drukt u op F8 in de externe iLO-console wanneer
de serverkaart wordt opgestart.
5-12 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
PXE-installatie vanaf een netwerk
Voor elke serverkaart die u installeert, moet u de PXE-server aansluiten op de
netwerkadapter die voor PXE is gereserveerd. De serverkaart gebruikt voor PXEfuncties standaard netwerkadapter 1. Hiervoor kunt u in RBSU echter ook een van de
vier andere netwerkadapters configureren. Raadpleeg de HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Overzichtskaart die bij de serverkaart wordt geleverd
voor de locaties van de connectoren voor netwerkadapters op RJ-45-patchpanelen en
switches.
Als u een besturingssysteem wilt installeren op meerdere serverkaarten, kunt u een
PXE-installatieserver op een netwerk installeren.
PXE (Preboot eXecution Environment) is een onderdeel van de Intel WfMspecificatie (Wired for Management). Met het PXE-model kunnen serverkaarten een
netwerkbootstrapprogramma (NBP) laden en uitvoeren vanaf een PXE-server en een
vooraf geconfigureerde image uitvoeren. De image kan een image van een
besturingssysteem zijn, gemaakt met hulpprogramma's, of een image van een
opstartdiskette. Met deze functie kan een gebruiker een serverkaart configureren en
een besturingssysteem installeren via een netwerk.
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Wanneer een voor PXE ingeschakelde client wordt opgestart, ontvangt deze een IPadres van een DHCP-server. De client verkrijgt de naam van de NBP van de
desbetreffende opstartserver. De client gebruikt vervolgens TFTP (Trivial File
Transfer Protocol) voor het downloaden van de NBP vanaf de opstartserver en voert
de image uit.
Infrastructuur voor installatie
Als u gebruik wilt maken van een PXE-installatie via het netwerk, heeft u minimaal
de volgende software en hardware nodig:
• Client-pc (beheerderswerkstation)
— Intel Pentium III processor of hoger (700 MHz of hoger aanbevolen)
— 128 MB RAM
— besturingssysteem Microsoft Windows 2000 Professional of Microsoft
Windows XP
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-13
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
— Microsoft Internet Explorer 5.5 of hoger met 128-bits codering
— Ethernet-netwerkadapter met 10/100 RJ-45 connector
— TCP/IP-netwerk en een IP-adres dat compatibel is met een van de volgende
adressen: het IP-adres van de iLO-diagnosepoort, een door DHCP
toegewezen IP-adres of een statisch IP-adres.
— cd-rom-drive en/of diskettedrive
— een van de volgende versies van Java Runtime Environment:
1.3.1_02
1.3.1_07
1.3.1_08
1.4.1 alleen voor gebruikers van Windows
1.4.2 alleen voor gebruikers van Linux
U vindt de versies van Java Runtime Environment op
http://java.sun.com/products/archive/index.html
• • DHCP-server (voor de toewijzing van het IP-adres)
— Pentium of Pentium II 200-MHz of snellere processor
— 64 MB RAM
— 64 MB vrije ruimte op vaste schijf
— 10 Mb/s netwerkadapter
PXE-installatieserver (voor de opslag van opstartimages)
— Intel Pentium III processor of hoger (500 MHz aanbevolen)
— 256 MB RAM
— 10 Mb/s netwerkadapter
— cd-rom-drive
5-14HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
• NFS-repositoryserver (alleen vereist voor installatie van Red Hat Linux)
— besturingssysteem Red Hat Linux 7.2 geïnstalleerd
— netwerkverbinding
— cd-rom-drive
— NFS geïnstalleerd
— 1,5 GB schijfruimte beschikbaar
• • Windows-repositoryserver (alleen vereist voor installatie van Windows).
— besturingssysteem Windows 2000 of Windows 2003 geïnstalleerd
— netwerkverbinding
— cd-rom-drive
— 1,5 GB schijfruimte beschikbaar
— TCP/IP-netwerk en een IP-adres compatibel met een van de volgende
adressen: het IP-adres van de iLO-diagnosepoort, een door DHCP
toegewezen IP-adres of een statisch IP-adres
— cd-rom-drive en/of diskettedrive
— een van de volgende versies van Java Runtime Environment:
1.3.1_02
1.3.1_07
1.3.1_08
1.4.1 alleen voor gebruikers van Windows
1.4.2 alleen voor gebruikers van Linux
U vindt de versies van Java Runtime Environment op
http://java.sun.com/products/archive/index.html
Netwerkserver met daarop geïnstalleerd een besturingssysteem
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-15
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
HP Systems Insight Manager
HP SIM biedt uitgebreid beheer van de ProLiant BL20p G3 serverkaarten,
maximaliseert de beschikbaarheid van het systeem en optimaliseert de doelmatigheid
van IT-personeel. Met HP SIM kunnen systeembeheerders snel hardwarestoringen
opsporen en systemen met verouderde systeemsoftware isoleren en updaten.
Bovendien biedt HP SIM eenvoudige toegang tot beheersysteembronnen op de
serverkaart. Daarnaast biedt HP SIM visuele ondersteuning voor de ProLiant BL20p
G3 serverkaarten, waarmee u snel de configuratie van de serverkaarten in een
behuizing kunt weergeven, en snellere toegang heeft tot de HP Insight Management
Agents, Version Control Agents en de iLO remote console.
Diagnoseprogramma
Raadpleeg de gebruikershandleiding van RBSU (ROM-Based Setup Utility) en voer
de interne diagnose uit voordat u de volgende procedure uitvoert.
U voert het diagnoseprogramma als volgt uit:
1. Download de laatste versie van het diagnoseprogramma van de HP website:
www.hp.com/servers/smartstart
2. Volg de instructies en maak een opstartdiskette. Zie het gedeelte "Opstartdiskette
maken" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
BELANGRIJK: U kunt de applet iLO Virtual Media gebruiken voor het maken van het
imagebestand. Zie het gedeelte "Integrated Lights-Out Advanced-beheer" in dit hoofdstuk.
Als u deze methode gebruikt, kunt u stap 3 overslaan.
3. Verkrijg toegang tot de serverkaart met de externe iLO-console. Raadpleeg de
poster HP ProLiant BL p-Class systeem - Hardware-installatie en configuratie.
4. Plaats de virtuele diskette.
5. Gebruik de iLO-functie voor de virtuele aan/uit-knop om de serverkaart
achtereenvolgens uit en in te schakelen en stel de kaart zo in, dat deze wordt
opgestart vanaf de diskette-image die u heeft gemaakt in stap 2.
De serverkaart wordt opgestart vanaf de image en voert het diagnoseprogramma uit.
5-16 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Automatic Server Recovery-2
ASR-2 is een voorziening die ervoor zorgt dat het systeem opnieuw wordt opgestart
bij een ernstige fout van het besturingssysteem, zoals een blauw scherm, of een
kernel panic. Een failsafe-timer van het systeem, de ASR-2-timer, wordt gestart
wanneer het stuurprogramma System Management, ook wel het stuurprogramma
Health genoemd, wordt geladen. Wanneer het besturingssysteem goed functioneert,
wordt de timer periodiek opnieuw ingesteld. Wanneer er echter een fout in het
besturingssysteem optreedt, loopt de timer af en wordt de server opnieuw opgestart.
ASR-2 zorgt voor grotere beschikbaarheid van de serverkaart, doordat de serverkaart
binnen 10 minuten nadat het systeem is vastlopen of afgesloten, automatisch weer
wordt opgestart. Tegelijkertijd wordt vanaf de console van HP SIM naar een
opgegeven semafoonnummer het bericht verzonden dat het systeem opnieuw is
gestart. U kunt ASR-2 uitschakelen via de console van HP SIM of met RBSU.
Integrated Management Log
Het Integrated Management Log (IML) is een logboek waarin honderden
gebeurtenissen worden vastgelegd en opgeslagen in een eenvoudig te bekijken vorm.
Elke gebeurtenis wordt opgeslagen met een tijdsaanduiding die tot op de minuut
nauwkeurig is.
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
De gebeurtenissen die in het IML worden vastgelegd, worden ingedeeld in vier
niveaus op basis van de ernst van het bericht:
•
Status: Het bericht is slechts informatief.
•
Repaired (Hersteld): Geeft aan dat er corrigerende maatregelen zijn genomen.
•
Caution (Voorzichtig): Geeft aan dat er een niet-fatale fout is opgetreden.
•
Critical (Ernstig): Geeft aan dat een onderdeel een storing vertoont of defect is.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-17
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Logbestand bekijken
U kunt een gebeurtenis die in het IML is vastgelegd, op verschillende manieren
bekijken:
•
Vanuit de iLO-webpagina's
•
Vanuit HP SIM
•
Vanuit het hulpprogramma Survey
•
Vanuit de IML-viewer van het besturingssysteem
— Voor Windows 2000: Event Viewer of IML Viewer
— Voor Linux-besturingssystemen: HP IML Viewer
OPMERKING: U kunt de lijst alleen bekijken in het scherm Recovery/Integrated
Management Log (Herstel/Integrated Management Log).
Lijst met gebeurtenissen bekijken
U bekijkt de lijst met gebeurtenissen als volgt:
1. Selecteer in HP SIM de betreffende serverkaart en selecteer vervolgens View
Device Data (Gegevens van eenheid bekijken). De geselecteerde serverkaart
4. Als een defect onderdeel is vervangen, selecteert u de desbetreffende gebeurtenis
in de lijst en selecteert u vervolgens Mark Repaired (Markeren als hersteld).
5-18HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Lijst met gebeurtenissen afdrukken
U drukt de lijst met gebeurtenissen als volgt af:
1. Selecteer de desbetreffende serverkaart in HP SIM. De geselecteerde serverkaart
wordt weergegeven, omringd door knoppen.
2. Klik op Configuration (Configuratie).
3. Klik op Recovery (Herstel).
4. Klik op Print (Afdrukken).
Gebeurtenissenlijst
De gebeurtenissenlijst toont de betreffende onderdelen en de bijbehorende foutberichten. Hoewel dezelfde basisinformatie wordt weergegeven, kan de indeling van
de lijst verschillen, afhankelijk van of u de lijst bekijkt vanuit HP SIM of vanuit
Survey.
In Tabel 5-2 worden de typen gebeurtenissen (de aangetaste onderdelen) en de
bijbehorende meldingen aangegeven.
Tabel 5-2: Gebeurtenisberichten voor de serverkaart
Gebeurtenistype Gebeurtenisberichten
Omgeving
Ventilatorstatus System Fan Failure (Ventilator X, locatie)
Oververhitting System Overheating (Zone X, locatie)
PCI Bus Error (slot X, bus X, apparaat X, functie X)
(Fout in PCI-bus)
Real-Time Battery Clock Failing
(Batterij van realtimeklok vertoont een storing)
Kernel Panic: Cause [Linux] (Oorzaak [Linux])
Automatic Operating System Shutdown Initiated Due to Fan Failure
(Automatisch afsluiten van besturingssysteem geïnitieerd als gevolg
van ventilatorfout)
Automatic Operating System Shutdown Initiated Due to Overheat
Condition (Automatisch afsluiten van besturingssysteem geïnitieerd
als gevolg van oververhitting)
5-20HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Overzicht van de configuratie en installatie
Integrated Lights-Out Advanced (iLO Advanced) kan tijdens de configuratie- en
installatieprocedure van pas komen als debugging-hulpmiddel. U wordt dan ook
geadviseerd om de procedure met iLO Advanced te volgen. Zie het gedeelte
"Integrated Lights-Out Advanced-beheer" in dit hoofdstuk voor instructies voor
het aansluiten.
Het is handig om een serverkaart-iLO te installeren en configureren als eerste stap.
Er zijn verschillende manieren om een IP-adres toe te wijzen aan:
•
Positieconfiguratie met statische IP-adressen
•
DHCP
•
Handmatige toewijzing van het statische IP-adres
Positieconfiguratie met statische IP-adressen
Positieconfiguratie met statische IP-adressen, die wordt geïmplementeerd met de
nieuwe optie Static IP Bay Settings (Instellingen voor statische IP-positie) op het
tabblad BL p-Class, vergemakkelijkt de eerste installatie van een hele behuizing of
de installatie van kaarten in een bestaande behuizing. Hoewel het toewijzen van IPadressen aan elke serverkaart-iLO met DHCP en DDNS de voorkeur heeft, zijn deze
protocollen niet altijd beschikbaar op niet-productienetwerken.
Positieconfiguratie met statische IP-adressen automatiseert de eerste stap van de
installatie van BL p-Class kaarten doordat de iLO-beheerprocessor in elk kaartslot
een voorgedefinieerd IP-adres kan verkrijgen zonder DHCP. iLO is onmiddellijk
toegankelijk voor serverinstallatie met Virtual Media en andere functies voor beheer
op afstand.
Positieconfiguratie met statische IP-adressen maakt gebruik van de adresseermethode
Static IP Bay Configuration waarmee u IP-adressen kunt toewijzen aan elke iLO op
basis van de slotlocatie in de betreffende serverbehuizing. Met een set IP-adressen
in de behuizing heeft u de voordelen van een positieconfiguratie met statische IPadressen zonder dat elke afzonderlijke iLO lokaal hoeft te worden geconfigureerd.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-21
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Als u gebruikmaakt van de positieconfiguratie met statische IP-adressen voor iLO
heeft u de volgende voordelen:
•
Geen kosten voor een DHCP-infrastructuur ter ondersteuning van de
serverkaartomgeving.
•
Eenvoudiger configuratie met automatische adresgeneratie voor iLO voor alle
of enkele geselecteerde posities.
Hardware- en firmwarevereisten voor iLO
•
Een geüpdated EEPROM op de voedingsbackplane ter ondersteuning van
het multi-recordformaat
•
Er moet een serverkaartbeheermodule aanwezig zijn die naar behoren werkt
•
De iLO IPMI-stapel moet zijn geïnitialiseerd
•
De iLO moet zijn geïnitialiseerd en functioneren
•
De laatste versie van de iLO-firmware ter ondersteuning van deze voorziening
Gebruikersvereisten
•
Gebruikers moeten beschikken over het privilege Configure iLO Settings
(iLO instellingen configureren)
Als u een BL p-Class serverkaartbehuizing wilt configureren met statische IPpositieadressering, moet u:
1. Een serverkaart installeren in positie 1 van de BL p-Class behuizing. De serverkaart hoeft niet geconfigureerd te zijn en er hoeft geen besturingssysteem te zijn
geïnstalleerd. De serverkaart moet worden geconfigureerd voordat eventuele
andere kaarten in de behuizing worden geïnstalleerd.
2. Een clientapparaat aansluiten op de iLO-poort op het voorpaneel van de kaart
met de lokale I/O-kabel. De lokale I/O-kabel wordt aangesloten op de I/O-poort
op de voorkant van de serverkaart. Hierdoor wordt het statische IP-adres
192.168.1.1 geactiveerd voor de iLO-webinterface.
5-22HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
3. De instellingen van de behuizing configureren. Selecteer met de iLOwebinterface het tabblad BL p-Class zodat u toegang heeft tot de Enclosure
Static IP Settings (Instellingen voor statisch IP-adres van de behuizing). Het
tabblad BL p-Class biedt een gebruikerinterface waarmee statische IP-adressen
kunnen worden geconfigureerd voor de behuizing.
U wordt aangeraden een redelijk begin-IP-adres te selecteren, waarbij de laatste
cijfers van het adres corresponderen met het positienummer van de serverkaart,
(bijvoorbeeld 192.168.100.1 tot en met 192.168.100.16). De gebruiker kan een
eenvoudig te onthouden nummering maken.
4. Positie 1 opnieuw instellen op de beginwaarde, indien nodig. De kaart in positie
1 moet alleen opnieuw worden ingesteld als u wilt dat de serverkaart een statisch
IP-positieconfiguratieadres gebruikt. Hiertoe markeert u de voorziening Enable
Mask (Masker inschakelen) voor positie 1. Voordat u de serverkaart opnieuw
instelt, gaat u naar de pagina Network Settings (Netwerkinstellingen), selecteert u
Enable Static IP Settings (Instellingen voor statische IP-adressen inschakelen)
en drukt u op Apply (Toepassen). Hierdoor wordt de serverkaart opnieuw
opgestart zodat het zojuist toegewezen statische IP-adres van de behuizing
wordt gebruikt.
Als meerdere behuizingen tegelijkertijd worden geïnstalleerd, kunt u de procedure
eenvoudig herhalen door een serverkaart te verplaatsen naar positie 1 van de
behuizing om de configuratie uit te voeren.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-23
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Instellingen voor posities met een statisch IP-adres configureren
Met de instellingen voor posities met een statisch IP-adres, toegankelijk via het
tabblad BL p-Class, kunt u de serverkaart configureren en installeren.
Met het selectievakje Enable Static IP Bay Configuration Settings (Instellingen voor
positieconfiguratie met statische IP-adressen inschakelen), dat u vindt op het tabblad
Network Settings (Netwerkinstellingen) (niet weergegeven), kunt u positieconfiguratie met statische IP-adressen in- en uitschakelen. De nieuwe optie Enable
Static IP Bay Configuration Settings is alleen beschikbaar op kaartservers. Als
positieconfiguratie met statische IP-adressen is ingeschakeld, worden alle velden
behalve het veld iLO Subsystem Name (Naam iLO-subsysteem) uitgeschakeld. U
kunt positieconfiguratie met statische IP-adressen en DHCP niet gelijktijdig
inschakelen. Als u zowel positieconfiguratie met statische IP-adressen en DHCP
uitschakelt, wordt een door de gebruiker gedefinieerd IP-adres gebruikt voor iLO. De
optie Enable Static IP Bay Configuration Settings blijft uitgeschakeld als de
infrastructuur positieconfiguratie met statische IP-adressen niet ondersteunt. Zie
Afbeelding 5-1 voor het scherm Static IP Bay Configuration (Positieconfiguratie met
statische IP-adressen).
5-24HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Afbeelding 5-1: Scherm Static IP Bay Configuration
(Positieconfiguratie met statische IP-adressen)
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-25
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Standaardconfiguratieparameters
Beginning IP Address (Bay 1) (Eerste IP-adres (Positie 1))—Dit is het begin-IPadres. Alle IP-adressen moeten geldige adressen zijn.
Ending IP Address (Bay 16) (Laatste IP-adres (Positie 16))—Dit is het eind-IPadres. Alle IP-adressen moeten geldige adressen zijn.
Subnet Mask (Subnetmasker)—Het subnetmasker voor de standaardgateway. Dit
veld kan worden ingevuld als positieconfiguratie met statische IP-adressen of DHCP
is ingeschakeld. Het hele IP-adresbereik moet voldoen aan het subnetmasker.
Gateway IP Address (IP-adres van gateway)—Het IP-adres van de netwerkrouter
die het Remote Insight-subnet verbindt met een ander subnet waarin de beheer-pc
zich bevindt. Dit veld kan worden ingevuld als positieconfiguratie met statische IPadressen of DHCP is ingeschakeld.
Geavanceerde configuratieparameters
Domain Name (Domeinnaam)—Hier kunt u de naam opgeven van het domein
waarvan de iLO deel uitmaakt.
Primary DNS Server (Primaire DNS-server)—Een uniek IP-adres van een DNSserver in het netwerk.
Secondary DNS Server (Secundaire DNS-server)—Een uniek IP-adres van een
DNS-server in het netwerk.
Tertiary DNS Server (Tertiaire DNS-server)—Een uniek IP-adres van een DNSserver in het netwerk.
Primary WINS Server (Primaire WINS-server)—Een uniek IP-adres van een
WINS-server in het netwerk.
Secondary WINS Server (Secundaire WINS-server)—Een uniek IP-adres van een
WINS-server in het netwerk.
Static Route #1, #2, and #3 (destination gateway) (Statische route 1, 2 en 3
(doelgateway))—Gebruik een van deze parameters om de juiste bestemming van de
statische route en het juiste IP-adres van de gateway in het netwerk op te geven. De
standaard-IP-waarden zijn 0.0.0.0 en 0.0.0.0, waarbij het eerste IP-adres het doel-IPadres is en het tweede het IP-adres van de gateway.
5-26HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
IP-adrestoewijzing voor iLO inschakelen
U configureert de BL p-Class serverkaarten als volgt voor IP-adrestoewijzing:
•
Schakel de selectievakjes bij de posities (1 tot en met 16) in om de betreffende
BL p-Class serverkaarten te selecteren.
•
Klik op Enable All (Alles inschakelen) om alle serverkaarten te selecteren.
•
Klik op Clear All (Alles wissen) om alle eerdere selecties ongedaan te maken.
Klik op Apply (Toepassen) nadat u de selectie heeft gemaakt.
Kaart verplaatsen of de iLO-firmware downgraden
Als het nodig is om de kaart naar een nieuwe behuizing te verplaatsen of de iLOfirmware te wijzigen, kunnen de volgende situaties zich voordoen:
•
Als het rack geen ondersteuning biedt voor positieconfiguratie met statische IPadressen en deze optie wel is ingeschakeld, wordt automatisch overgeschakeld op
DHCP-adrestoewijzing.
•
Als de kaart wordt gedowngraded terwijl positieconfiguratie met statische IPadressen is ingeschakeld, wordt de IP-adresinstelling statisch. Als u DHCP wilt
gebruiken, schakelt u DHCP opnieuw in via de webinterface van iLO of gebruikt
u een XML-script.
Opdrachttaal van Remote Insight
Er zijn verschillende nieuwe XML-opdrachten toegevoegd aan de opdrachttaal van
Remote Insight (RIBCL) zodat positieconfiguratie met statische IP-adressen kan
worden gelezen en geschreven. De nieuwe RIBCL-opdrachten moeten worden
gescript in een RACK_INFO-opdrachtblok. De nieuwe kenmerken zijn:
•
MOD_ISIP_SETTINGS Hiermee wijzigt u de instellingen voor positieconfiguratie met statische IP-adressen. Deze opdracht is alleen geldig binnen een
RACK_INFO-blok. De aangemelde gebruiker moet het privilege hebben om iLO
te configureren. Dit kenmerk moet worden gebruikt binnen het RACK_INFOopdrachtblok met MODE = "write".
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-27
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
• SLOT_ENABLE MASK Hiermee schakelt u het gebruik van positie-
configuratie met statische IP-adressen in. Het kenmerk MASK is een 16-bit getal.
Elke bit staat voor een slot in de behuizing. Als de bit is ingesteld, maakt het
betreffende slot gebruik van de instellingen voor positieconfiguratie met statische
IP-adressen. De minst significante bit (LSB) staat voor slot 1. Met
MASK="0x0001" maakt alleen slot 1 gebruik van positieconfiguratie met
statische IP-adressen. Dit getal kan hexadecimaal of decimaal zijn. Deze
opdracht moet worden gebruikt in het MOD_ISIP_SETTINGS-blok.
• • ISIP_ENABLE Hiermee schakelt u het gebruik van positieconfiguratie met
statische IP-adressen in en uit. Dit kenmerk moet worden gebruikt in het
MOD_NETWORK_SETTINGS-opdrachtblok. De mogelijke waarden zijn "Y"
(Ja) en "N" (Nee). Het kenmerk is niet hoofdlettergevoelig. Dit kenmerk is alleen
van toepassing op kaartservers.
GET_ISIP_SETTINGS Hiermee vraagt u de instellingen op voor positieconfiguratie met statische IP-adressen van de betreffende iLO. Dit kenmerk moet
worden gebruikt in het RACK_INFO-opdrachtblok. Het RACK_INFO-opdrachtblok kan worden ingesteld op lezen of schrijven.
Voorbeelden van RIBCL
Instellingen voor positieconfiguratie met statische IP-adressen opvragen
Raadpleeg de HP Integrated Lights-Out User Guide voor informatie over DHCP en
het handmatig instellen van IP-adressen.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-29
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Installatiemethoden
Er worden vier primaire installatiemethoden ondersteund:
BELANGRIJK: Als u een serverkaart wilt installeren zonder het Rapid Deployment Pack,
moet u een opstartdiskette of een image van een opstartdiskette maken.
•
PXE-installatie
•
Vanaf cd-rom
•
Met een diskette-image
•
Opstarten van SAN
PXE-installatie
Met PXE kunnen serverkaarten via het netwerk een image vanaf een PXE-server
laden en deze image in het geheugen uitvoeren. De eerste netwerkadapter op de
serverkaart is de standaardnetwerkadapter voor het opstarten van PXE. Hiervoor kan
echter ook een andere netwerkadapter van de NC-serie worden geconfigureerd. Zie
het gedeelte " PXE-installatie vanaf een netwerk" in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
OPMERKING: De nummering van de netwerkadapters is afhankelijk van een aantal factoren,
zoals het op de server geïnstalleerde besturingssysteem.
U wordt aangeraden een van de volgende methoden voor PXE-installatie te
gebruiken:
•
HP ProLiant Essentials RDP
•
SmartStart Scripting Toolkit
5-30HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
HP ProLiant Essentials Rapid Deployment Pack (RDP)
RDP wordt aangeraden als u de serverkaart automatisch wilt installeren met zo min
mogelijk tussenkomst van de gebruiker.
De HP ProLiant Essentials RDP-software is de voorkeursmethode voor snelle
installatie van een groot aantal serverkaarten. De RDP-software integreert twee
krachtige producten: Altiris eXpress Deployment Solution en de ProLiant Integration
Module.
De Altiris eXpress Deployment Server Console beschikt over een intuïtieve grafische
gebruikersinterface voor de installatie van servers met vereenvoudigde functionaliteit
zoals slepen en loslaten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van images of scripts. De
console heeft ook geavanceerde functies voor serverkaarten. De gebruiker kan serverkaarten bekijken in een boomstructuur die overeenkomt met de instellingen van het
rack, de behuizing en/of de kaartpositie. De Deployment Server signaleert wanneer
een serverkaart is verwijderd en wordt vervangen door een nieuwe kaart. De
gebruiker kan de Deployment Server zo configureren, dat alle installatietaken op de
nieuwe kaart automatisch opnieuw worden uitgevoerd.
Als u bij de serverkaartbehuizing het RDP heeft aangeschaft, voert u de instructies uit
die staan vermeld in de Quick Start Guide die bij de set wordt geleverd, om de
software te registreren en installeren.
Voor productinformatie en de meest recente RDP-documentatie, gaat u naar:
www.hp.com/servers/rdp
SmartStart Scripting Toolkit
Met de HP SmartStart Scripting Toolkit kan de installatie van grote aantallen servers
snel en gemakkelijk worden uitgevoerd. De SmartStart Scripting Toolkit bestaat uit
een verzameling modulaire hulpprogramma's waarmee u een set gegevensbestanden
voor de configuratie maakt. Deze bestanden worden gecombineerd met een script of
een batchbestand, zodat de installatieprocedure kan worden geautomatiseerd.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-31
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Standaardstappen voor het gebruik van de SmartStart Scripting Toolkit:
1. Genereer het serverprofiel van een eerder geconfigureerde server.
2. Maak een scriptbestand (batchbestand) om serverconfiguratiebestanden in te
lezen waarmee de serverhardware wordt geconfigureerd en het besturingssysteem
van de server wordt geïnstalleerd.
3. Maak de serverconfiguratiediskette waarmee het geautomatiseerde
installatieproces wordt gestart.
Voor uitgebreide informatie downloadt u de meest recente versie van de SmartStart
Scripting Toolkit van
www.hp.com/servers/sstoolkit en raadpleegt u de SmartStart
Scripting Toolkit User Guide.
Installatie vanaf cd-rom
Bij installatie vanaf cd-rom is een opstartbare cd-rom nodig die scripts uitvoert
waarmee de hardware wordt geconfigureerd en het besturingssysteem wordt
geïnstalleerd. Zodra het besturingssysteem is geconfigureerd heeft de serverkaart
toegang tot het netwerk met de scripts en bestanden die nodig zijn voor de installatie.
Voordat u met de installatieprocedure begint, is het noodzakelijk de serverkaart aan
te sluiten op een netwerk. Sluit de serverkaart aan volgens een van de volgende
methoden:
• • Via een bestaand netwerk (in het rack)
Bij deze methode installeert u de serverkaart in de behuizing en wijst u er een IPadres aan toe (handmatig of met DHCP).
Via een bestaand netwerk (buiten het rack, met het diagnosestation)
Met deze methode kunt u een serverkaart buiten het rack configureren door de
kaart van voeding te voorzien met het diagnosestation en aan te sluiten op een
bestaand netwerk via een hub. Het IP-adres wordt toegewezen door een DHCPserver in een netwerk.
Er bestaan andere methoden om een verbinding met de ProLiant BL20p G3 serverkaart tot stand te brengen, maar deze bieden niet de toegankelijkheid via het netwerk
die nodig is om de server te installeren. Zie het gedeelte "Integrated Lights-Out
Advanced-beheer" in dit hoofdstuk voor informatie over deze methoden.
5-32HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
OPMERKING: Voor meer informatie over deze hardware- en bekabelingsconfiguraties,
raadpleegt u de poster HP ProLiant BL p-Class systeem - Hardware-installatie en configuratie
en de documentatie die wordt geleverd bij het diagnosestation.
Serverkaarten beschikken over de volgende twee mechanismen voor het gebruik van
de cd-rom:
• • iLO virtuele cd-rom-drive
USB cd-rom-drive
iLO virtuele cd-rom-drive
U voert een installatie vanaf opstart-cd-rom als volgt uit:
1. Voer een van de volgende acties uit:
— Plaats de opstart-cd-rom in de client-pc waarop de externe iLO-console
wordt uitgevoerd.
— Gebruik iLO Advanced voor het maken van een imagebestand van de
opstart-cd-rom.
— Kopieer de image van de opstart-cd-rom naar een locatie op het netwerk of
naar de vaste schijf van de client-pc.
2. Verkrijg via iLO Advanced op afstand toegang tot de serverkaart. Zie het
gedeelte "Integrated Lights-Out Advanced-beheer" in dit hoofdstuk.
3. Klik op het tabblad Virtual Devices (Virtuele apparaten).
4. Selecteer Virtual Media (Virtuele media).
5. Gebruik de applet Virtual Media voor het selecteren van de lokale cd-rom-drive
of het lokale imagebestand en het verbinden van de virtuele cd-rom-drive met de
serverkaart.
6. Gebruik de iLO-functie voor de virtuele aan/uit-knop om de serverkaart opnieuw
op te starten.
7. Nadat de serverkaart is opgestart, volgt u de normale netwerkinstallatieprocedure
voor een besturingssysteem.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-33
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
USB cd-rom-drive
SmartStart vereenvoudigt de installatieprocedure en het laden van het besturingssysteem. Met SmartStart kunt u echter nog steeds het besturingssysteem en stuurprogramma's handmatig laden. U vindt meer informatie over SmartStart op de HP
website:
www.hp.com/servers/smartstart
U voert een installatie vanaf een opstart-cd-rom als volgt uit:
1. Sluit een USB cd-rom-drive aan op de serverkaart met de lokale I/O-kabel.
2. Plaats de opstart-cd in de cd-rom-drive.
3. Start de serverkaart opnieuw op.
4. Nadat de serverkaart is opgestart, volgt u de normale installatieprocedure voor
een besturingssysteem.
Installatie vanaf diskette-image
Bij de installatie vanaf een diskette-image maakt u een DOS-opstartdiskette met
netwerkfunctionaliteit waarmee u een script uitvoert dat de hardware configureert en
het besturingssysteem installeert. De diskette koppelt de serverkaart aan het netwerk,
zodat de kaart toegang kan verkrijgen tot de scripts en bestanden die nodig zijn voor
de installatie. Dit houdt in dat u de beschikking moet hebben over een installatieinfrastructuur waarvan bijvoorbeeld het werkstation van de beheerder, een PXEserver (Preboot eXecution Environment) en een gedeelde bestandslocatie onder
Microsoft Windows of Linux deel uitmaken.
5-34HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Voordat u met de installatieprocedure begint, is het noodzakelijk de serverkaart aan
te sluiten op een netwerk. Sluit de serverkaart aan volgens een van de volgende
methoden:
• • Via een bestaand netwerk (in het rack)
Bij deze methode installeert u de serverkaart in de behuizing en wijst u er een IPadres aan toe (handmatig of met DHCP).
Via een bestaand netwerk (buiten het rack, met het diagnosestation)
Met deze methode kunt u een serverkaart buiten het rack configureren door de
kaart van voeding te voorzien met het diagnosestation en aan te sluiten op een
bestaand netwerk via een hub. Het IP-adres wordt toegewezen door een DHCPserver in een netwerk.
Er bestaan andere methoden om een verbinding met de ProLiant BL20p G3 serverkaart tot stand te brengen, maar deze bieden niet de toegankelijkheid via het netwerk
die nodig is om de server te installeren. Zie het gedeelte "Integrated Lights-Out
Advanced-beheer" in dit hoofdstuk voor informatie over deze methoden.
OPMERKING: Voor meer informatie over deze hardware- en bekabelingsconfiguraties,
raadpleegt u de poster HP ProLiant BL p-Class systeem - Hardware-installatie en configuratie
en de documentatie die wordt geleverd bij het diagnosestation.
Opstartdiskette maken
De SmartStart Scripting Toolkit biedt de hulpmiddelen en informatie voor het maken
van een diskette waarmee u de hardware kunt configureren en het besturingssysteem
kunt installeren.
Voor uitgebreide informatie downloadt u de meest recente versie van de SmartStart
Scripting Toolkit van www.hp.com/servers/sstoolkit en raadpleegt u de SmartStart Scripting Toolkit User Guide.
U kunt de hardware ook handmatig configureren met het hulpprogramma RBSU
(ROM-Based Setup Utility) via de externe iLO Advanced-console. Bij deze methode
is de diskette algemener toepasbaar en kan deze worden geïntegreerd in de bestaande
installatieprocedure voor het besturingssysteem in een bestaand netwerk. Zie het
gedeelte "Integrated Lights-Out Advanced-beheer" in dit hoofdstuk.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-35
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
Raadpleeg de tabel met ondersteunde besturingssystemen voor de meest recente
informatie over de besturingssystemen die worden ondersteund door serverkaarten.
Ga voor deze tabel naar de HP website:
www.hp.com/products/servers/platforms
en navigeer vervolgens naar het gedeelte over de ondersteunde besturingssystemen
op ProLiant BL p-Class serverkaarten.
IMPORTANT: De ProLiant BL20p G3 serverkaart biedt de mogelijkheid tot aansluiting op een
SAN met de optionele FC-adapter. U kunt de Smart Components van het SAN HBA-stuurprogramma in het ProLiant Support Pack preconfigureren. Raadpleeg de HP ProLiant Support Pack User Guide of het gedeelte " SAN configuratie-overzicht" in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
Opstartdiskette gebruiken
Serverkaarten beschikken over de volgende twee mechanismen voor het gebruik
van de diskette: iLO virtuele diskettedrive en PXE.
Installatie met iLO en een virtuele diskettedrive
U voert een installatie vanaf opstartdiskette als volgt uit:
1. Voer een van de volgende acties uit:
— Plaats de opstartdiskette in de client-pc waarop de externe iLO-console
wordt uitgevoerd.
— Gebruik iLO Advanced voor het maken van een imagebestand van de
opstartdiskette.
— Kopieer de image van de opstartdiskette naar een locatie op het netwerk
of naar de vaste schijf van de client-pc.
2. Verkrijg via iLO Advanced op afstand toegang tot de serverkaart. Zie het
gedeelte "Integrated Lights-Out Advanced-beheer" in dit hoofdstuk.
3. Klik op het tabblad Virtual Devices (Virtuele apparaten).
4. Selecteer Virtual Media (Virtuele media).
5-36 HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
5. Gebruik de applet Virtual Media voor het selecteren van de lokale diskettedrive
of het lokale imagebestand en het verbinden van de virtuele diskettedrive met
de serverkaart.
6. Gebruik de iLO-functie voor de virtuele aan/uit-knop om de serverkaart opnieuw
op te starten.
7. Nadat de serverkaart is opgestart, volgt u de normale netwerkinstallatieprocedure
voor een besturingssysteem.
SAN configuratie-overzicht
De ProLiant BL20p G3 serverkaart biedt Fibre Channel-ondersteuning (FC) voor
SAN-implementaties en clusterfunctionaliteit. De ProLiant BL20p G3 serverkaart
maakt gebruik van een optionele FC-adapter voor redundante SAN-connectiviteit en
is geoptimaliseerd voor HP StorageWorks. De serverkaart is bovendien compatibel
met bepaalde SAN-producten van andere fabrikanten. Raadpleeg de ProLiant BL20p Generation 3 Dual Port Fibre Channel Adapter Installation Instructions voor
installatievereisten en instructies.
Voor optimale SAN-connectiviteit controleert u of:
•
de FC-adapter op de HP ProLiant BL20p G3 serverkaart is geïnstalleerd en of de
serverkaart juist is geïnstalleerd in de behuizing. Raadpleeg de ProLiant BL20p Generation 3 Dual Port Fibre Channel Adapter Installation Instructions;
•
een interconnect is geïnstalleerd in de behuizing die geschikt is voor Fibre.
Raadpleeg de documentatie bij de interconnectoptie;
•
de firmware van de beheermodule van de behuizing up-to-date is. Raadpleeg de
ondersteuningssite voor de ProLiant BL p-Class op
•
de serverkaart op de juiste manier is bekabeld naar een ondersteunde SAN;
SAN-opslagstuurprogramma's zijn geladen. Raadpleeg ondersteunende white
•
papers en de website
www.hp.com/servers/rdp.
Configuratie van de serverkaart en hulpprogramma's
www.hp.com;
Voor SAN-configuratie-informatie voor de serverkaart raadpleegt u de SAN Design
Reference Guide op de HP website:
h18006.www1.hp.com/storage/saninfrastructure.html
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 5-37
Lokale I/O-apparatuur aansluiten
Gebruik de lokale I/O-kabel voor bepaalde configuratieprocedures en diagnose van
de serverkaart.
Verbinding maken met een serverkaart via iLO
Als u verbinding wilt maken met iLO met de lokale I/O-kabel, heeft u het volgende
nodig:
• • client-pc met een 10/100 Ethernet RJ-45 connector
netwerkkabel met RJ-45 connectoren
Als u rechtstreeks verbinding wilt maken met iLO:
BELANGRIJK: Sluit de lokale I/O-kabel niet aan op een hub. Alle serverkaarten hebben
hetzelfde IP-adres via de I/O-poort. Bij meerdere serverkaarten op een hub zijn de
serverkaarten op het netwerk niet van elkaar te onderscheiden. Raadpleeg het gedeelte
"Integrated Lights-Out Advanced-beheer" in hoofdstuk 5, "Serverkaart configureren en
hulpprogramma's," voor het standaard IP-adres van de serverkaart.
6
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 6-1
Lokale I/O-apparatuur aansluiten
1. Sluit het ene uiteinde van de RJ-45 netwerkkabel aan op de lokale I/O-kabel (1).
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op de 10/100 Ethernet RJ-45
connector op de client-pc (2).
Afbeelding 6-1: RJ-45 netwerkkabel aansluiten
BELANGRIJK: Meld uzelf volledig af bij de huidige iLO-sessie voordat u de lokale I/O-kabel
verwijdert. Verwijder de lokale I/O-kabel niet als het UID-lampje (Unit Identification) knippert.
6-2HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Lokale I/O-apparatuur aansluiten
3. Sluit de lokale I/O-kabel aan op de I/O-poort op de serverkaart.
VOORZICHTIG: Koppel de lokale I/O-kabel los van de poort als deze niet wordt
gebruikt. De poort en de connector leveren geen permanente verbinding. De
prestaties van de achterste iLO-connector gaan achteruit als de lokale I/O-kabel
wordt gebruikt, zelfs als de iLO-connector op de kabel niet wordt gebruikt.
Afbeelding 6-2: Lokale I/O-kabel aansluiten op een
serverkaart
VOORZICHTIG: Op de lokale I/O-kabel bevinden de vergrendelklemmen zich naast
de serverkaartconnector.
Vergeet nooit de ontgrendelingsklemmen op de serverkaartconnector in te drukken
voordat u de lokale I/O-kabel loskoppelt van de I/O-poort. Als u dit niet doet, kan het
systeem worden beschadigd.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 6-3
Lokale I/O-apparatuur aansluiten
Direct verbinding maken met een serverkaart via
video- en USB-apparatuur
Als u rechtstreeks verbinding wilt maken met de serverkaart, gebruikt u de lokale
I/O-kabel en een van de volgende USB-apparaten:
•
Monitor
•
USB-hub
•
USB-toetsenbord
•
USB-muis
•
USB-cd-rom-drive
•
USB-diskettedrive
De apparaten kunnen worden aangesloten op de lokale I/O-kabel in diverse
configuraties. Twee mogelijke configuraties worden beschreven in de volgende
gedeelten.
6-4HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Lokale I/O-apparatuur aansluiten
Rechtstreekse toegang tot een geconfigureerde serverkaart met
een lokaal toetsenbord, monitor en muis
VOORZICHTIG: Koppel de lokale I/O-kabel los van de poort als deze niet wordt
gebruikt. De poort en de connector leveren geen permanente verbinding. De
prestaties van de achterste iLO-connector gaan achteruit als de lokale I/O-kabel
wordt gebruikt, zelfs als de iLO-connector op de kabel niet wordt gebruikt.
OPMERKING: Bij deze configuratie is geen hub nodig voor een rechtstreekse aansluiting op
de serverkaart. Als u meer aansluitingen nodig heeft, gebruikt u de tweede configuratie.
1. Sluit een monitor aan op de videoconnector (1).
2. Sluit een USB-muis aan op de USB-connector (2).
3. Sluit een USB-toetsenbord aan op de USB-connector (3).
4. Sluit de lokale I/O-kabel aan op de serverkaart (4).
Afbeelding 6-3: Rechtstreekse toegang tot een
serverkaart met toetsenbord, monitor en muis
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 6-5
Lokale I/O-apparatuur aansluiten
Rechtstreekse toegang tot een serverkaart met lokale mediaapparatuur
Gebruik de volgende configuratie als u een serverkaart wilt configureren of softwareupdates of patches wilt laden vanaf een cd-rom, zoals de SmartStart-cd, of een
diskette:
VOORZICHTIG: Koppel de lokale I/O-kabel los van de poort als deze niet wordt
gebruikt. De poort en de connector leveren geen permanente verbinding. De
prestaties van de achterste iLO-connector gaan achteruit als de lokale I/O-kabel
wordt gebruikt, zelfs als de iLO-connector op de kabel niet wordt gebruikt.
1. Sluit de lokale I/O-kabel aan op de serverkaart (1).
2. Sluit een monitor aan op de videoconnector (2).
3. Sluit een USB-hub aan op een USB-connector (3).
6-6HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Lokale I/O-apparatuur aansluiten
4. Sluit het volgende aan op de USB-hub:
a. USB-cd-rom-drive (4) en/of een USB-diskettedrive
b. USB-toetsenbord (5)
c. USB-muis (6)
OPMERKING: U wordt aangeraden een USB-hub te gebruiken als u een USB-diskettedrive
en/of USB-cd-rom-drive aansluit op de serverkaart. Zo heeft u de beschikking over meer
verbindingen.
Afbeelding 6-4: Lokale media-apparatuur rechtstreeks
aansluiten op de serverkaart met een USB-hub
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding 6-7
Problemen met serverkaarten oplossen
Serverkaartfoutberichten
Maak gebruik van POST-foutberichten (Power-On Self-Test) bij het opsporen van
problemen en het uitvoeren van elementaire diagnosefuncties voor uw serverkaart.
POST-foutberichten worden weergegeven op de volgende locaties:
Raadpleeg de handleiding HP ProLiant servers - Problemen oplossen op de
documentatie-cd of www.hp.com/support
Raadpleeg hoofdstuk 1, "Onderdelen van de serverkaart", voor informatie over
lampjes en schakelaars die specifiek zijn voor uw serverkaart.
A
.
Raadpleeg de handleiding HP ProLiant servers – Pro blemen oplossen op de cd met
documentatie voor meer informatie over algemene technieken voor het oplossen van
problemen, diagnoseprogramma's, foutberichten en preventief onderhoud.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding A-1
Problemen met serverkaarten oplossen
Serverkaart start niet op
In dit gedeelte worden aanwijzingen gegeven over wat u kunt doen en waar u hulp
kunt vinden, voor de meest voorkomende problemen die zich kunnen voordoen
tijdens de eerste POST. Telkens wanneer u de serverkaart opstart, moet de server
altijd eerst deze test voltooien, voordat het besturingssysteem kan worden geladen en
applicaties kunnen worden gestart.
BELANGRIJK: Zorg er altijd voor dat alle rackonderdelen correct zijn aangesloten op de
systeemvoeding, voordat u de problemen met de serverkaart gaat oplossen. Het kan nodig
zijn extra hot-pluggable voedingseenheden te plaatsen, als u meer serverkaarten installeert.
Als er een probleem met de voeding optreedt, raadpleegt u de HP ProLiant BL p-Class
systeem – Setup- en in stallatiehandleiding en de white paper HP ProLiant BL p-Class System
Overview and Planning.
Ga als volgt te werk als de serverkaart niet opstart:
1. Zorg ervoor dat de serverkaart volledig in de serverkaartbehuizing is geplaatst.
2. Controleer of de serverkaartbehuizing voeding krijgt.
3. Zorg ervoor dat de serverkaart voeding krijgt:
a. Controleer de status aan de hand van het aan/standby-lampje. Raadpleeg het
gedeelte "Voorpaneel van de serverkaart" in hoofdstuk 1, "Onderdelen van
de serverkaart", voor informatie over de locatie van het aan/standby-lampje
en een beschrijving ervan.
b. Controleer in de modules voor serverkaartbeheer en energiebeheer of de
kabels correct zijn aangesloten en de schakelaars voor de voedingsconfiguratie juist zijn ingesteld.
c. De serverkaart is zo geconfigureerd, dat deze opstart bij plaatsing. Als u deze
instelling echter heeft veranderd, zorgt u dat u de aan/standby-knop stevig
indrukt als u de serverkaart wilt opstarten.
OPMERKING: Als u de knop lang (vijf seconden of langer) indrukt, wordt de opstartprocedure genegeerd. Het systeem moet de serverkaart dan opstarten zonder te
controleren of er voeding beschikbaar is.
A-2HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Problemen met serverkaarten oplossen
4. Ga als volgt te werk als het systeem de POST-test niet afmaakt of het
besturingssysteem niet gaat laden:
a. Gebruik de iLO-remote console, de videoverbinding via de lokale I/O-
kabelconnectors of de iLO-systeemstatuspagina voor POST-berichten.
Raadpleeg de HP Integrated Lights-Out User Guide.
b. Raadpleeg de handleiding HP ProLiant servers - Problemen oplossen.
5. Controleer of de serverkaart niet herhaaldelijk opnieuw wordt opgestart.
a. Controleer of het systeem niet opnieuw opstart doordat het hulpprogramma
ASR-2 vanwege een ander probleem het systeem opnieuw opstart.
ASR-2 is standaard zo ingesteld, dat de serverkaart automatisch opnieuw
opstart en het besturingssysteem wordt geladen. Mocht zich een kritieke fout
voordoen, dan wordt de fout vastgelegd in het IML en wordt de serverkaart
opnieuw opgestart.
Raadpleeg de handleiding HP ProLiant servers - Problemen oplossen voor
meer informatie.
b. Gebruik de iLO-remote console of de videoverbinding via de lokale I/O-
kabelconnectors voor een mogelijk geval van oververhitting.
6. Start de serverkaart opnieuw op. Als de serverkaart niet opnieuw opstart, leest u
het gedeelte, "Diagnosestappen voor de serverkaart" in deze appendix.
7. Controleer of op de serverkaart de volgende normale opstartvolgorde wordt
aangehouden om te zien of het systeem aan de minimale hardwarevereisten
voldoet en onder normale omstandigheden wordt opgestart:
a. Het aan/standby-lampje verandert van oranje (standby) in groen (aan).
b. De ventilatoren worden gestart.
c. Het lampje voor de systeemconditie knippert tijdens het POST-proces; het
wordt groen als het POST-proces correct wordt afgesloten.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding A-3
Problemen met serverkaarten oplossen
8. Ga na of op de externe iLO-console of op de videoverbinding via de lokale I/Okabelconnectors de volgende opstartberichten verschijnen, zodat u kunt
controleren of het systeem aan de minimale hardwarevereisten voldoet en onder
normale omstandigheden wordt opgestart:
a. ProLiant logo
b. Test van het geheugen
c. ROM-informatie
d. Copyright-informatie
e. Initialisatie van de processoren
f. iLO-initialisatie
g. Initialisatie van de arraycontroller
h. PXE-initialisatie
9. Als laatste stap in de opstartprocedure wordt het besturingssysteem geladen.
Als de Power-On Self-Test wordt voltooid, maar het besturingssysteem niet wordt
geladen, raadpleegt u het gedeelte " Problemen na de eerste keer opstarten" in deze
appendix.
A-4HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Problemen met serverkaarten oplossen
Diagnosestappen voor de serverkaart
Als de serverkaart niet opstart of als de serverkaart wel opstart maar de Power-On
Self-Test (POST) niet volledig uitvoert, bepaalt u aan de hand van de vragen in
Tabel A-1 welke stappen u kunt nemen. Op basis van de antwoorden die u geeft,
wordt u verwezen naar de juiste tabel in het daarna volgende gedeelte.
Tabel A-1: Diagnosestappen
Vraag Actie
Vraag 1: Brandt het aan/standby-lampje van de
serverkaart?
Vraag 2: Is het aan/standby-lampje van de
serverkaart groen?
Vraag 3: Is het conditielampje van de
serverkaart continu groen?
Vraag 4: Verschijnen er foutberichten op de
externe iLO-console?
Ja: Ga verder met vraag 2.
Nee: Ga naar Tabel A-2.
Ja: Ga verder met vraag 3.
Nee: Ga naar Tabel A-3.
Ja: Ga verder met vraag 4.
Nee: Ga naar Tabel A-4.
Ja: Raadpleeg de POST-foutberichten voor
verdere diagnose. Raadpleeg Tabel A-5 voor
details.
Nee: Ga naar Tabel A-5.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding A-5
Problemen met serverkaarten oplossen
Tabel A-2: Brandt het aan/standby-lampje van de serverkaart?
Antwoord Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen
Nee De verbinding tussen de
serverkaartbehuizing en de
serverkaart is verbroken.
De voedingsbehuizing is niet
ingeschakeld.
Er kan kortsluiting in het systeem
zijn opgetreden.
Een of beide voedingsmodules zijn
defect of niet goed geplaatst.
Doe het volgende:
1. Zorg ervoor dat de infrastructuur
voeding krijgt.
2. Verwijder de serverkaart uit de
serverkaartbehuizing.
3. Controleer de connectoren aan de
achterzijde van de serverkaart en
binnen in de serverkaartbehuizing
op beschadigingen.
Als het aan/standby-lampje nog steeds
niet brandt, doet u een van de volgende
dingen:
• Start de serverkaart op met het
optionele diagnosestation en
gebruik de externe iLO-console
voor de verdere diagnose. Zie het
gedeelte "Lampje van de
voedingsadaptermodule" in deze
appendix.
• Verplaats de serverkaart naar een
ander slot om te bepalen of het
probleem wordt veroorzaakt door
de serverkaart of de serverkaartbehuizing.
• Neem contact op met een
geautoriseerde Business Partner
voor vervangende onderdelen en
service.
Ja Raadpleeg Tabel A-3 als het
aan/standby-lampje brandt.
Opmerking: Raadpleeg hoofdstuk 1, "Onderdelen van de serverkaart", voor de locaties en functies
van lampjes. Raadpleeg het gedeelte over bekabelen en inschakelen in de HP ProLiant BL p-Class systeem – Setup- en in stallatiehandleiding voor bekabelingsconfiguraties.
A-6HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Problemen met serverkaarten oplossen
Tabel A-3: Is het aan/standby-lampje van de serverkaart groen?
Antwoord Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen
Nee, het lampje
is oranje
Aan/standby-knop is niet goed
ingedrukt.
De standaardnetwerkadapter of
Smart Array 6i Controller is niet
goed geplaatst.
Beheermodules zijn niet op de
juiste manier bekabeld.
De verbinding tussen de
volgende onderdelen is
verbroken:
• Voedingsadaptermodule en
systeemkaart
• Systeemkaart en SCSI-
backplane
• SCSI-backplane en kaart
voor aan/uit-knop en aan/uitlampje
De voedingsadaptermodule, de
systeemkaart, de SCSIbackplane en/of de kaart voor de
aan/uit-knop en het aan/uitlampje moeten mogelijk worden
vervangen.
Ja Raadpleeg Tabel A-4 als het aan/standby-
1. Schakel de voeding uit en verwijder
het toegangspaneel.
2. Zorg ervoor dat de voedingsadaptermodule, de systeemkaart, de SCSIbackplane en de kaart voor de aan/uitknop en het aan/uit-lampje goed op
elkaar zijn aangesloten.
3. Plaats de standaardnetwerkadapter of
Smart Array 6i Controller opnieuw.
4. Plaats het toegangspaneel weer
terug.
5. Installeer de serverkaart opnieuw.
Houd de aan/standby-knop goed
ingedrukt. Als u de knop vijf seconden of
langer indrukt, wordt de opstartprocedure
genegeerd. Het systeem moet de
serverkaart dan opstarten zonder te
controleren of er voeding beschikbaar is.
Controleer in de beheermodule of de
kabels correct zijn aangesloten.
Start de serverkaart opnieuw via de iLO
virtuele aan/uit-knop.
Als het aan/standby-lampje nog steeds
niet groen is en als het lampje voor de
conditie van de serverkaart oranje of rood
is, raadpleegt u Tabel A-4.
Start de serverkaart op met het optionele
diagnosestation en gebruik de externe
iLO-console voor de verdere diagnose. Zie
het gedeelte "Lampje van de
voedingsadaptermodule" in deze
appendix.
lampje groen is.
Opmerking: Raadpleeg hoofdstuk 1, "Onderdelen van de serverkaart", voor de locaties en functies
van lampjes.
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding A-7
Problemen met serverkaarten oplossen
Tabel A-4: Brandt het conditielampje van de serverkaart groen?
Antwoord Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen
Nee, het lampje
is oranje.
Er dreigt een storing in een
processor op te treden.
Er dreigt een storing in een DIMM
op te treden.
Eén geheugenbank is geldig, maar
in een andere bank ontbreekt een
DIMM.
Eén geheugenbank is geldig, maar
in een andere bank zijn afwijkende
DIMM's geplaatst.
Eén geheugenbank is geldig, maar
in een andere bank is een DIMM
van een niet-ondersteund type
geplaatst.
Doe het volgende:
1. Verwijder de serverkaart uit de
serverkaartbehuizing.
2. Schakel de voeding uit en verwijder
het toegangspaneel.
3. Controleer op het oog of het
systeem beschadigd is.
4. Plaats de processoren en/of
DIMM's opnieuw of vervang deze.
5. Zorg ervoor dat de
voedingsadaptermodule, de
systeemkaart, de SCSI-backplane
en de kaart voor de aan/uit-knop en
het aan/uit-lampje goed op elkaar
zijn aangesloten.
6. Controleer of de DIMM's in paren
zijn geïnstalleerd.
7. Plaats het toegangspaneel weer
terug.
8. Plaats de serverkaart terug en start
deze.
Zie volgende pagina
A-8HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Problemen met serverkaarten oplossen
Tabel A-4: Brandt het conditielampje van de serverkaart groen? Vervolg
Antwoord Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen
Als het conditielampje nog steeds niet
continu groen is, doet u een van de
volgende dingen:
• Start de serverkaart op met het
optionele diagnosestation en
gebruik de externe iLO-console
voor de verdere diagnose. Zie het
gedeelte "Lampje van de
voedingsadaptermodule" in deze
appendix.
• Start de serverkaart op met het
optionele diagnosestation en
gebruik de lokale I/O-kabelconnectors voor de verdere
diagnose. Zie het gedeelte "Lampje
van de voedingsadaptermodule" in
deze appendix.
Neem contact op met een
geautoriseerde Business Partner voor
vervangende onderdelen en service.
Zie volgende pagina
HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding A-9
Problemen met serverkaarten oplossen
Tabel A-4: Brandt het conditielampje van de serverkaart groen? Vervolg
Antwoord Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen
Nee, het lampje
is groen en
knippert.
De serverkaart is nog bezig met het
POST-proces. Als het knipperen
langer duurt dan 1 minuut, kan het
volgende aan de hand zijn:
• Niet-vluchtig RAM (NVRAM) is
defect.
• Het systeem-ROM is corrupt.
• Zowel het systeem-ROM als
het redundante ROM is defect.
Wacht tot de serverkaart het POSTproces helemaal heeft uitgevoerd.
Wis de systeemconfiguratie. Raadpleeg
het gedeelte "Systeemconfiguratie
wissen" in deze appendix.
Schakel over naar het redundante
ROM. Raadpleeg het gedeelte
"Overschakelen naar het redundante
ROM" in deze appendix.
Als het conditielampje nog steeds niet
continu groen is, doet u een van de
volgende dingen:
• Start de serverkaart op met het
optionele diagnosestation en
gebruik de externe iLO-console
voor de verdere diagnose.
• Start de serverkaart op met het
optionele diagnosestation en
gebruik de lokale I/O-kabelconnectors voor de verdere
diagnose.
• Ga naar de systeemstatuspagina
van iLO om te bepalen wat het
probleem is.
• Neem contact op met een
geautoriseerde Business Partner
voor vervangende onderdelen en
service.
Zie volgende pagina
A-10HP ProLiant BL20p Generation 3 serverkaart - Setup- en installatiehandleiding
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.