De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Hewlett-Packard® Company biedt geen enkele garantie met betrekking tot dit materiaal, met
inbegrip van, maar niet beperkt tot de impliciete garantie van verkoopbaarheid en geschiktheid voor
een bepaald doel.
HP is niet aansprakelijk voor fouten in deze handleiding of voor bijkomende of gevolgschade in
verband met de levering, de prestaties of het gebruik van dit materiaal.
DE GARANTIEVOORWAARDEN IN DEZE VERKLARING ZIJN, BEHALVE VOOR ZOVER BIJ DE
WET TOEGESTAAN, NIET BEDOELD TER UITSLUITING, BEPERKING OF AANPASSING VAN
DE NORMALE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN DIT PRODUCT
AAN U EN DIENEN ALS AANVULLING OP DERGELIJKE RECHTEN BESCHOUWD TE
WORDEN.
HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het gebruik of de betrouwbaarheid van de HP
software op apparatuur die niet door HP is geleverd.
Dit document bevat eigendomsrechtelijke informatie die door de wetten op het auteursrecht wordt
beschermd. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit document mag gefotokopieerd,
vermenigvuldigd of in een andere taal worden vertaald zonder de vooraf verleende schriftelijke
toestemming van HP.
Hewlett-Packard Company
P.O. Box 4010
Cupertino, CA 95015-4010
Verenigde Staten
Hewlett-Packard is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company in de Verenigde
Staten van Amerika en andere landen/regio’s.
Dit product maakt gebruik van copyright-beschermingstechnologie die beschermd wordt d.m.v.
methodeclaims onder bepaalde Amerikaanse patenten en andere rechten van intellectueel eigendom
van Macrovision Corporation en andere eigenaars. Gebruik van deze copyrightbeschermingstechnologie moet door Macrovision Corporation goedgekeurd worden en is bestemd
voor gebruik in de huiselijke omgeving en ander beperkt gebruik tenzij anderzijds goedgekeurd
door Macrovision Corporation. Terugwaartse ontsleuteling en demontering zijn verboden.
Apparaatclaims voor Amerikaans patentnr. 4,631,603, 4,577,216, 4,819,098 en 4,907,093 onder licentie
verstrekt uitsluitend voor beperkt kijkgebruik.
Andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren.
HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging
voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het
nationale auteursrecht.
inhoudsopgave
antwoorden op veelgestelde vragen .............................................. 1
systeemherstel starten als de computer reageert .......................................101
systeemherstel starten als de computer niet reageert .................................101
het systeem herstellen met herstelschijven................................................. 101
systeemherstel starten met herstelschijven.................................................102
index ......................................................................................... 105
vi gebruikershandleiding
antwoorden op veelgestelde vragen
In deze Gebruikershandleiding, kunt u antwoorden vinden op vragen over de
volgende onderwerpen:
• Met het Internet verbinding maken, pagina 34
• Uw product registreren, pagina 11
• Een cd maken, pagina 63
Documenten, foto’s en video’s opslaan op een cd, pagina 65
Een muziek-cd opnemen, pagina 64
Een cd kopiëren, pagina 63
Een back-up maken van uw bestanden op een cd, pagina 65
• Films bekijken op uw computer, pagina 60
• Op een televisie aansluiten, pagina 67
• Digitale foto’s op uw computer krijgen, pagina 50
• Een printer aansluiten, pagina 31
• Hulp vinden als er iets niet werkt, pagina 41
• Uw computer gezond houden, pagina 77
• Een dag teruggaan (Systeemherstel), pagina 99
• Uw computer herstellen, pagina 93
OPMERKING: Deze handleiding bevat details over opties die mogelijk niet
beschikbaar zijn op uw computer. Uw computer ziet er mogelijk anders uit dan
op de afbeeldingen in deze handleiding. De monitor en de luidsprekers worden
afzonderlijk verkocht. De luidsprekers worden mogelijk geleverd met de
monitor (enkel op bepaalde modellen).
antwoorden op veelgestelde vragen
1
veiligheidsinformatie
Dit product is niet getest voor aansluiting op een IT-elektriciteitssysteem (een
wisselstroomverdelings-systeem zonder directe aardeverbinding, volgens
IEC 60950).
Waarschuwingen bij het gebruik van stroom
WAARSCHUWING: Installeer de computer in de buurt van een
normaal stopcontact. Het netsnoer is het voornaamste middel
om uw computer los te koppelen van het lichtnet en moet op elk
gewenst moment gemakkelijk bereikbaar zijn. Voor uw veiligheid
is het bij uw systeem geleverde netsnoer voorzien van een stekker
met randaarde. Gebruik het netsnoer altijd in combinatie met een
geaard stopcontact om elektrische schokken te voorkomen.
WAARSCHUWING: Ter vermindering van het risico op elektrische
schokken van het telefoonnetwerk dient u de computer op een
stopcontact aan te sluiten alvorens hem op de telefoonlijn aan te
sluiten. Haal ook de aansluiting op het telefoonnet los voordat u
de stekker van de computer uit het stopcontact verwijdert.
WAARSCHUWING: Uw computer beschikt over een
voltageschakelaar voor gebruik van 115 of 230 V. De
voltageschakelaar is vooraf ingesteld voor het voltage van het
land of de regio waar de computer aanvankelijk aangeschaft is.
Verandering van de voltageschakelaar naar de verkeerde stand
kan leiden tot beschadiging van de computer en kan de impliciete
garantie op de computer tenietdoen.
WAARSCHUWING: Verwijder altijd eerst de modemkabel uit de
telefoonaansluiting voordat u de kap van de computer aanbrengt
of verwijdert.
WAARSCHUWING: De computer mag niet worden gebruikt terwijl
de kap is verwijderd.
WAARSCHUWING: Elektrostatische ontlading kan beschadiging
veroorzaken van schijfstations, elektronische insteekkaarten en
andere onderdelen. Als een ontladingsstation niet beschikbaar is,
dient u een polsband te dragen die verbonden is met een metalen
onderdeel van de computer. Plaats kaarten op een schuimrubberen
ondergrond of in de verpakking (indien mogelijk), maar nooit
bovenop de verpakking.
2 gebruikershandleiding
uw computer installeren
uw computer assembleren
Volg de installatieposter om uw computer te installeren
Kijk in de computerdoos voor eventuele schriftelijke informatie of updates die
van toepassing zijn op dit computermodel.
Denk bij het plaatsen van de computer aan een ergonomische opstelling van de
computer en uw werkomgeving om uw comfort en productiviteit te behouden.
Raadpleeg ”veiligheid en comfort” op pagina 4.
WAARSCHUWING: Het voltage is vooraf ingesteld voor het
land/regio waar uw computer aangeschaft is. Controleer in een
ander land de voltagevereisten voordat u de computer op een
stopcontact aansluit.
OPMERKING: Raadpleeg ”uw computer beschermen tegen stroomstoten” op
pagina 77 voor informatie over het beschermen van uw computer.
Stel uw computer samen in deze volgorde:
1 Plaats het computerchassis en sluit het netsnoer aan op het chassis en op het
stopcontact, maar schakel de computer niet in.
2 Plaats de monitor (afzonderlijk verkocht) en sluit het netsnoer aan op het
stopcontact, maar schakel de monitor niet in. Sluit de monitorkabel aan op de
computer.
3 Plaats het toetsenbord en de muis en sluit ze aan op de computer.
OPMERKING: Uw computer gebruikt enkel actieve luidsprekers. Actieve
luidsprekers hebben een netsnoer en sluiten aan op de groene Audio Out-
connector op de achterzijde van de computer. Passieve luidsprekers hebben
geen netsnoer en geen aan/uit-schakelaar.
uw computer installeren
3
4 Plaats de luidsprekers (bepaalde monitormodellen zijn voorzien van
luidsprekers), sluit ze aan op de computer en sluit vervolgens het netsnoer
van de luidsprekers aan op een stopcontact, maar schakel de luidsprekers
niet in.
5 Sluit de modemkabel aan op de wandcontactdoos van de telefoonlijn en op de
modem (enkel op bepaalde modellen) aan de achterzijde van de computer.
Raadpleeg ”de modem aansluiten” op pagina 8 voor meer informatie.
6 Schakel de monitor in. Schakel de computer in. Schakel de luidsprekers in.
Volg de instructies op het scherm en vervolledig het instellen van Windows
tot u het bureaublad ziet. Raadpleeg ”uw computer voor het eerst
inschakelen” op pagina 10 voor meer informatie.
7 Start de computer opnieuw op: Klik op Start in de taakbalk. Klik op
Uitschakelen en klik vervolgens op Opnieuw opstarten. De computer wordt
uitgeschakeld en start dan opnieuw op. Dit vervolledigt het installatieproces.
veiligheid en comfort
Controleer na het uitpakken en gereedmaken maar voor u de computer gaat
gebruiken, of het systeem en uw werkplek zo comfortabel mogelijk zijn
ingericht. Raadpleeg de Handleiding voor veiligheid en comfort voor
belangrijke ergonomische informatie.
waarschuwing
WAARSCHUWING: Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort
om het risico van ernstig letsel te voorkomen. Ze beschrijft de juiste
installatie van de werkplek, de correcte houding en gezonde
gewoonten bij het werken met de computer. Ze bevat ook
belangrijke informatie over het veilig werken met elektrische en
mechanische onderdelen.
0–15˚
50–70 cm
0–15˚
4 gebruikershandleiding
Uw computerfuncties en
connectorposities kunnen
variëren.
A PS/2-toetsenbord
B PS/2-muis
C Seriële poort
D Parallelle poort
E Audio uit
F Audio in
G Microfoon
H USB 2.0
K Monitor
L Telefoon
M Ethernet (netwerk
interface)
N Tv-uitgang
P Modem (naar
wandcontactdoos van
telefoonlijn)
Om de Handleiding voor veiligheid en comfort weer te geven:
• Klik op Start, kies Alle programma’s, kies PC help & Tools, en klik
vervolgens op Handleiding voor veiligheid en comfort.
Of:
• Typ
http://www.hp.com/ergo
in het adresvakje van uw webbrowser en druk op de toets Enter op het
toetsenbord.
achterzijde van uw computer
Sluit de belangrijkste randapparaten zoals de monitor, het toetsenbord en de
muis aan op de achterzijde van de computer. Andere randapparaten zoals een
printer, scanner, camera of andere toestellen kunnen ook aangesloten worden op
de achterzijde van uw computer. Sommige modellen hebben ook connectors aan
de voorzijde van de computer.
A
B
C
D
E
F
G
H
K
L
SERIAL
OUT
IN
M
N
P
OPMERKING: Computers gebruiken stuurprogramma’s om randapparaten te
besturen. Als u een Plug-en-Play randapparaat, geheugen of insteekkaart
toevoegt, laadt de computer automatisch het correcte stuurprogramma voor het
apparaat.
uw computer installeren
5
OPMERKING: Voor randapparaten die niet Plug-en-Play zijn, volgt u de
instructies die bij het apparaat geleverd werden om het juiste stuurprogramma
te laden.
Connectorsymbool Beschrijving
serieel
Muis (PS/2)
Toets e nbord ( P S/2)
USB (universele seriële bus) voor muis, toetsenbord, digitale
camera of andere apparaten met een USB-aansluiting
Printer (parallel)
Monitor
Seriële poort voor digitale camera’s of andere seriële
apparaten
Audio-uitgang (luidsprekers met voeding)
OUT
IN
Audio-ingang
Koptelefoon
Microfoon
FireWire
apparaten met snelle overdrachtssnelheden.
®
(IEEE 1394) voor videocamera’s of andere
6 gebruikershandleiding
Uw computerfuncties en
connectorposities kunnen
variëren.
A Cd-opslag
B Cd-rom- of cd-rw-
station
C Dvd-rom- of dvd
writer
D Diskettestation
E 7-In-1
geheugenkaartlezer
F FireWire (IEEE 1394)
G USB 2.0 (twee
afgebeeld)
H Audio-ingang
I Microfoon
K Aan/uit-knop/lampje
M Lampje voor de
activiteit van de vaste
schijf
N Klep geopend om
aansluitingen te tonen
voorzijde van uw computer
Op de voorzijde van uw computer bevinden zich de stations, de aan/uit-knop
en een lampje voor de activiteit van de vaste schijf. Sommige modellen hebben
ook connectors aan de voorzijde van de computer.
A
B
C
D
E
N
H
F
I
K
M
G
uw computer installeren
7
de modem aansluiten
De modem dient om via een inbelverbinding contact te leggen met een
Internetaanbieder.
OPMERKING: Mogelijk is uw computer niet voorzien van een modem.
andere manieren
om verbinding te
leggen
Er zijn nog andere
manieren om contact te
leggen met een
Internetaanbieder
waarbij geen gebruik
wordt gemaakt van de
modem, zoals een LAN
(Local Area Network) of
DSL (Digital Subscriber
Line). Neem voor
precieze informatie over
uw verbinding contact
op met uw
Internetaanbieder.
Zie ”De
ethernetverbinding
installeren” op pagina 9
als u verbinding maakt
via een LAN.
A Modemconnector
(alleen bepaalde
modellen)
B Telef oon con nec tor
(alleen bepaalde
modellen)
C Achterzijde computer
D Modem-/
telefoonkabel
E Telefoonaansluiting
F Telef o on (ni e t
meegeleverd)
Neem voor precieze informatie over uw verbinding contact op met uw
Internetaanbieder.
Voordat u verbinding kunt maken met het Internet en kunt e-mailen en faxen
via een inbelverbinding, dient u de telefoonkabel aan te sluiten op de modem
die zich in de computer bevindt. Op de installatieposter ziet u hoe u een
modem/telefoonkabel aansluit op de modemconnector van de computer en op
de wandcontactdoos van de telefoonlijn. Kijk op het achterpaneel van de
computer als u wilt zien waar de modem zich bevindt. De modemconnector lijkt
op een van onderstaande afbeeldingen.
OPMERKING: Mogelijk heeft uw computer slechts één
modem/telefoonaansluiting.
A
B
C
A
C
A
B
C
D
8 gebruikershandleiding
E
F
U sluit als volgt de kabel tussen de modem en de telefoonlijn aan:
1 Steek het ene uiteinde van een modemkabel (D) in de modemconnector (A)
aan de achterzijde van de computer (C). Op deze connector staat ofwel het
label Line ofwel een modemconnectorsymbool.
2 Sluit het andere uiteinde van de kabel (D) aan op de wandcontactdoos van de
telefoonlijn (E).
U kunt een telefoon (F) ook aansluiten op de andere connector (B) op de modem
(enkel op bepaalde modellen). Als u een telefoon op de modem aansluit, kunt u
normale telefoongesprekken voeren wanneer u de modem niet gebruikt, zelfs als
de computer uitgeschakeld is.
uw 56k modem upgraden
U kunt het stuurprogramma van uw modem upgraden om bepaalde
V.92-functies te activeren. Ga voor meer informatie naar de website voor
ondersteuning die wordt vermeld in de Handleiding voor garantie en ondersteuning, klik op koppeling voor ondersteuning, typ modem upgrade in
het vak Zoeken en klik op de pijl rechts naast het vak. Volg de instructies op
het scherm.
A Ethernet-aansluiting
(RJ-45-poort)
B Ethernet-lampjes
OPMERKING: U kunt de V.92-functies alleen gebruiken als uw
Internetaanbieder de V.92-standaard ondersteunt.
de ethernetverbinding installeren
De Ethernet-verbinding (kan een netwerkadapter genoemd worden, een Network
Interface Card, of NIC) verschaft een hoge snelheid, of breedbandverbinding met
een Ethernet (10BaseT) of Fast Ethernet (100BaseT)-netwerk. Nadat deze
interface is aangesloten op een netwerk zoals een LAN ontstaat een
hogesnelheidsverbinding met het Internet via de LAN. Met deze
netwerkverbinding kunt u tevens data, printers en andere randapparatuur delen
met de andere computers op het netwerk.
OPMERKING: Mogelijk is uw computer niet voorzien van een Ethernet-
aansluiting.
Zoek de Ethernet-aansluiting (een RJ-45-poort) op de achterzijde van de
computer.
B
A
uw computer installeren
9
U sluit de Ethernet-connector als volgt aan op het netwerk:
1 Steek de netwerkkabel in de Ethernet-connector (A) op de achterzijde van de
computer.
WAARSCHUWING: Sluit geen telefoonkabel of modemkabel aan op
de Ethernet-connector. Hoewel de stekker erg lijkt op de stekker
van de Ethernet-kabel, zijn ze verschillend.
2 Steek het andere uiteinde van de Ethernet-kabel in een 10BaseT- of
een 100BaseT-poort op de netwerkhub.
OPMERKING: Hubs zijn apparaten die computers kunnen verbinden met een
netwerk.
3 Met de computer ingeschakeld, controleert u de lampjes naast de Ethernet-
connector voor status:
• ACTIVITY — Brandt geel wanneer data over het netwerk wordt
verzonden
• LINK — Brandt groen bij geldige netwerkaansluiting
uw computer voor het eerst inschakelen
Nadat u de stappen op de installatieposter voltooid hebt, bent u klaar om uw
computer in te schakelen.
1 Druk op de aan/uit-knop van de monitor.
2 Druk op de aan/uit-knop (A) aan de voorzijde van de computer (zie volgende
afbeelding).
3 Druk op de aan/uit-knop op de luidsprekers, indien deze aanwezig zijn.
A
10 gebruikershandleiding
4 Klik op een optie om de taal te selecteren (indien van toepassing voor uw
model). Klik op OK en bevestig de keuze door op Ja te klikken. Vervolgens
worden uw instellingen door de computer verwerkt. Dit kan even duren. (Het
instellen van een taal op de computer kan maximaal 30 minuten duren.)
5 Geef instellingen voor Microsoft
scherm.
6 Raadpleeg het deel ”uw computer registreren,” voor informatie over het
voltooien van het registratieproces (enkel op bepaalde modellen).
7 Dubbelklik op het grote pictogram Internettoegang op uw bureaublad,
indien dit aanwezig is. Wacht tot de computer het venster Eenvoudige
Internetaanmelding weergeeft en volg de instructies op het scherm.
8 Start de computer opnieuw op: klik op Start op de taakbalk, klik op
Uitschakelen en klik vervolgens op Opnieuw opstarten.
®
Windows® op volgens de instructies op het
uw computer registreren
Op sommige modellen verschijnt de vraag of u zich wilt registreren. Als u
geregistreerd bent, ontvangt u wijzigingen, updates en ondersteuning. U kunt
zich op een van de volgende manieren registreren:
• Dubbelklik op het registratiepictogram op uw Bureaublad en volg de
aanwijzingen op het scherm.
• Registreer on line op http://register.hp.com
de computer uitschakelen
Voor de beste resultaten, schakelt u de computer uit zonder op één van de
knoppen op het chassis van de computer te drukken.
1 Sluit alle softwareprogramma’s die nog open staan. Voor het sluiten van
een applicatie klikt u op de X in de hoek rechtsboven van het
applicatievenster.
2 Klik op Start op de taakbalk.
3 Klik op Uitschakelen onder aan het menu.
4 Klik op Uitschakelen.
5 Zet de monitor uit.
Als alternatief voor het afsluiten van de computer is het tevens mogelijk om de
pc in de stand-by-modus of in de slaapmodus te zetten. Om energie te besparen,
kunt u de energiebesparingsfuncties instellen zodat de computer automatisch
overschakelt naar de stand-by- en vervolgens de slaapstand. Zie de volgende
delen voor meer informatie over het zetten van de computer in stand-by- of in
slaapmodus.
uw computer installeren
11
stand-by-stand
Wanneer de computer in de stand-by-stand staat, wordt minder energie
verbruikt en is het scherm zwart, net alsof de computer is uitgeschakeld. De
voordelen van het gebruik van de stand-by-stand omvatten:
• U bespaart tijd en elektriciteit zonder dat de computer de normale
startprocedure hoeft te doorlopen wanneer u de computer opnieuw wilt
gebruiken. De volgende keer dat u de computer gebruikt worden alle
programma’s, mappen en documenten die open waren toen de computer naar
de stand-by-modus ging opnieuw weergegeven.
• Uw computer kan faxen ontvangen terwijl hij in stand-by-stand staat, als u dit
zo instelt.
• Uw computer kan automatisch e-mailberichten ophalen en informatie
downloaden, als u de computer daarvoor hebt ingesteld.
U zet de computer als volgt handmatig in de stand-by-stand:
1 Druk op de Stand-by-toets op het toetsenbord, indien deze aanwezig is.
Het scherm wordt zwart en de computer schakelt over naar de standby-stand.
2 Wanneer u de computer opnieuw wilt gebruiken, drukt u op de Esc-toets op
het toetsenbord of op de toets Stand-by. Nu verschijnt het beeld weer op het
scherm.
Er is nog een tweede manier om de computer in de stand-by-stand te zetten:
1 Klik op Start op de taakbalk.
2 Klik op Uitschakelen.
3 Klik op Stand-by.
4 Wanneer de computer in de stand-by-stand staat, wordt minder energie
verbruikt en is het scherm zwart, net alsof de computer is uitgeschakeld.
Als de computer niet naar behoren werkt wanneer u deze uit de stand-by-stand
haalt, herstart u de computer:
1 Houd de Aan/uit-knop aan de voorkant van de computer ongeveer vijf
seconden ingedrukt totdat het systeem wordt uitgeschakeld.
OPMERKING: Gebruik van de aan/uit-knop om de computer opnieuw op te
starten, wordt niet aanbevolen en mag uitsluitend als laatste mogelijkheid
worden gebruikt. Klik in de plaats hiervan op Start, klik op Uitschakelen en
klik vervolgens op Opnieuw opstarten.
2 Schakel de computer opnieuw in.
12 gebruikershandleiding
slaapmodus
Wanneer de computer in de slaapstand staat, wordt alle informatie in het
geheugen van de computer op de vaste schijf opgeslagen, waarna de monitor en
de vaste schijf en vervolgens de computer zelf worden uitgeschakeld. Wanneer
u de computer weer inschakelt, worden programma’s, mappen en documenten
weer op het scherm hersteld.
U zet de computer als volgt handmatig in de slaapstand:
1 Klik op Start op de taakbalk.
2 Klik op Uitschakelen.
3 Houd de Shift-toets op het toetsenbord ingedrukt en klik op Slaapstand.
OPMERKING: Stel de computer eerst in voor de slaapstand, als de optie
Slaapstand niet in het menu voorkomt. Raadpleeg stap 1 t/m 6 van het
gedeelte ”automatische stand-by- of slaapstand” op pagina 13.
4 Wanneer u de computer opnieuw wilt gebruiken, drukt u op de aan/uit-knop
op de voorkant van de computer.
Als de computer niet naar behoren werkt nadat u deze uit de slaapstand heeft
gehaald, volgt u de volgende stappen om de computer opnieuw op te starten:
1 Klik op Start op de taakbalk.
2 Klik op Uitschakelen.
3 Klik op Opnieuw opstarten.
automatische stand-by- of slaapstand
U kunt de computer instellen om automatisch in stand-by- of slaapstand te gaan
als de computer gedurende een aantal minuten niet gebruikt wordt. Als u de
computer automatisch in de stand-by- of slaapstand wilt zetten, wijzigt u de
instellingen voor energiebesparing:
1 Klik op Start op de taakbalk.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Prestaties en onderhoud, indien aanwezig.
4 Dubbelklik op Energiebeheer.
5 Klik op het tabblad Slaapstand en markeer de slaapstandfunctie. Schakel
indien nodig de functie in door op te klikken op Slaapstand inschakelen zodat
er een vinkje in verschijnt.
6 Als u het selectievakje Slaapstand inschakelen hebt gewijzigd, klikt u op
Toepassen.
7 Klik op het tabblad Energiebeheerschema’s om de timers voor de stand-by-
en slaapmodus in te stellen. Kies in het vakje Energiebeheerschema’s een
energiebeheerschema uit de keuzelijst. Kies de instellingen:
• Als u de computer automatisch in de stand-by-stand wilt zetten, klikt u op
een tijd (bijvoorbeeld Na 20 minuten) in de lijst Systeem op stand-by.
uw computer installeren
13
• Om de timer voor de automatische slaapstand in te schakelen, klikt u in de
lijst Slapen voor systeem op de tijd (bijvoorbeeld Na 1 uur) die moet verlopen
voor de slaapmodus wordt geactiveerd.
OPMERKING: Als u zowel de timer voor de stand-by-modus als voor de
slaapmodus instelt, moet de timer voor de slaapmodus op een hogere waarde
worden ingesteld dan de timer voor de stand-by-modus.
8 Klik op OK.
herstel-cd-dvd’s maken
Nu is het een goed moment om uw herstelschijven te maken, zie ”herstel-cddvd’s maken” op pagina 96.
software en hardwareapparaten
installeren
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld en opnieuw opstart (zie
pagina 10), kunt u de softwareprogramma’s installeren die op cd’s of dvd’s in
de computerdoos aanwezig zijn (enkel bepaalde modellen).
Mogelijk wilt u bijkomende softwareprogramma’s of hardwareapparaten
installeren op uw computer. Herstart de computer na installatie.
Kies software die compatibel is met uw computer — controleer het
besturingssysteem, geheugen en andere vereisten die vermeld staan voor de
nieuwe software voor compatibiliteit met uw computer.
Installeer de nieuwe software volgens de instructies van de fabrikant van de
software. Raadpleeg de documentatie van de fabrikant of de informatie van de
klantenservice als u hulp nodig hebt.
hp-producten werken beter samen
HP-computers bevatten vooraf geïnstalleerde software voor bepaalde HP
All-In-One-producten, camera’s, scanners en printerapparatuur. Met de vooraf
geïnstalleerde software kunt u HP-randapparaten eenvoudig en snel installeren.
Sluit het HP-product aan, schakel het in en de HP-computer voert automatisch
de configuratie uit zodat u het apparaat meteen kunt gebruiken.
uw oude computerinformatie en bestanden
overzetten op uw nieuwe computer
Zie de ingebouwde Microsoft Windows Help en ondersteuning, beschreven op
pagina 41; zoek naar wizard overzetten, en selecteer het overzichtsartikel, Overzicht Bestanden en instellingen overzetten. Deze informatie beschrijft een
Microsoft-oplossing om bestanden naar uw nieuwe computer over te zetten.
14 gebruikershandleiding
de basiselementen leren
OPMERKING: Om uw software te gebruiken, moet u weten hoe een muis en
toetsenbord te gebruiken. Indien nodig, zie ”de muis gebruiken” op pagina 19 of
zie ”het toetsenbord gebruiken” op pagina 21.
uw software beginnen te gebruiken
U kunt de computer besturen met twee soorten software:
• Het Microsoft Windows XP besturingssysteem, dat het bureaublad op de
monitor weergeeft en de hardware, randapparaten en softwaretoepassingen
aanstuurt.
• Softwareprogramma’s, zoals een tekstverwerkingsprogramma, dat specifieke
functies verricht.
U vindt informatie over het gebruik van de software en over het Microsoft
Windows XP besturingssysteem in de gedrukte handleidingen en de on line
Help. Voor Microsoft Windows kunt u ook drukken op de Help-toets, gelabeld
met een pictogram van een vraagteken op uw toetsenbord (enkel op bepaalde
modellen), om de ingebouwde Help en ondersteuning te openen. Voor hulp met
specifieke software, moet u de Help op scherm in het programma zelf
raadplegen.
De softwareprogramma’s die geleverd werden met de computer kunnen
variëren naargelang het model en het land/regio.
de basiselementen leren
15
het bureaublad gebruiken
Het bureaublad heeft snelkoppelingspictogrammen die het u gemakkelijker
maken te vinden wat u zoekt.
Pictogram Opent Gebruik om
Help en ondersteuning (enkel
op bepaalde modellen)
Eenvoudige
Internetaanmelding
Herstel Toepassingherstel of systeemherstel te
HP Image Zone Uw foto’s, gescande afbeeldingen en
Helpinformatie over uw computer op
het scherm te bekijken.
Een nieuwe of een bestaande
Internetaccount te installeren.
starten.
videoclips te beheren en te
beschermen.
A Start-knop op de
taakbalk
B Knop Afmelden
C Knop Uitschakelen
D Alle programma’s
het startmenu gebruiken
Klik op de knop Start om het startmenu te openen en:
• Programma’s of documenten te kiezen.
• Help en ondersteuning openen.
• Een zoekopdracht te beginnen.
• Een programma te starten.
• Het Configuratiescherm te openen om instellingen te bekijken of te
veranderen.
D
A
B
Klik op Over mijn HP PC om informatie weer te geven over uw
computer. (Zie ”uw computer leren gebruiken” op pagina 17.)
C
16 gebruikershandleiding
Het menu Start bevat tevens de knoppen Afmelden en Uitschakelen:
• Klik op de knop Afmelden om de huidige computersessie te beëindigen en
om over te schakelen naar een andere gebruikersaccount.
• Klik op de knop Uitschakelen om de computer uit te zetten of opnieuw op te
starten.
uw computer leren gebruiken
Klik op de knop Start en selecteer Over mijn HP PC (enkel op bepaalde
modellen). Een venster verschijnt met een welkomtekst. Klik op een item links
van de tekst om informatie weer te geven over uw computer, inclusief:
• Plaatsen van stations en connectors aan de voorzijde van het computerchassis.
• Beschrijvingen en gebruik van softwareprogramma’s die bij uw computer
geleverd werden.
• Verbinding met het Internet.
• Help en ondersteuning.
• Herstel van het besturingssysteem en softwareprogramma’s.
Voor gedetailleerde instructies en informatie over uw computer (enkel op
bepaalde modellen):
1 Klik op Start.
2 Kies Help en ondersteuning.
3 Kies HP Pavilion Help.
het menu alle programma’s gebruiken
Om de softwareprogramma’s te vinden op uw computer:
1 Kies Start.
2 Ga naar Alle programma’s.
organiseer uw lijst alle programma’s
U ziet mappen georganiseerd volgens taak (enkel op bepaalde modellen) als u:
1 Klikt op Start.
2 Gaat naar Alle programma’s.
Een map bevat een lijst items. Elk item is eigenlijk een snelkoppeling of
koppeling naar een programma, document of een andere map. De map Muziek,
bijvoorbeeld, bevat snelkoppelingen naar de programma’s die u gebruikt om
muziek-cd’s af te spelen.
Om de naam van een item te wijzigen:
1 Klik met de rechtermuisknop op het item.
2 Selecteer Naam wijzigen.
3 Typ de nieuwe naam en druk op Enter op het toetsenbord.
de basiselementen leren
17
Een item verplaatsen via de techniek slepen en neerzetten:
1 Selecteer het item in Alle programma’s of in een map.
2 Klik met de linkermuisknop op het item en houd de muisknop ingedrukt.
3 Verplaats de muisaanwijzer naar de plaats waar u het item wenst en laat de
muisknop los.
(Als u problemen hebt om een item in een map neer te zetten, sleept u het
naar uw bureaublad en dan naar de map.)
Een item kopiëren:
1 Klik met de rechtermuisknop op het item.
2 Selecteer Snelkoppeling maken. De snelkoppeling verschijnt in de map.
3 Sleep het item dan naar de lijst Alle programma’s of naar een andere map.
Als u Software gebruikt in het Configuratiescherm om een softwareprogramma
te verwijderen, mag de snelkoppeling in Alle programma’s niet worden
verwijderd. Een snelkoppeling verwijderen:
1 Klik op Start.
2 Ga naar Alle programma’s.
3 Selecteer de map.
4 Klik op de snelkoppeling met de rechtermuisknop en selecteer Verwijderen.
Klik op Snelkoppeling verwijderen om te bevestigen dat u de snelkoppeling
wilt verwijderen.
pc help & tools gebruiken
De map PC help & Tools (enkel op bepaalde modellen) in het menu Alle
programma’s bevat speciale hulpprogramma’s voor computereigenaars. Deze
map bevat ook al de handleidingen op het scherm die bij uw computer geleverd
werden.
Ga als volgt te werk om de items in de map HP help & Tools te zien:
1 Klik op Start in de Taakbalk.
2 Ga naar Alle programma’s.
3 Kies PC help & Tools.
4 Klik op een item om het te bekijken of te gebruiken.
OPMERKING: Als de map PC help & Tools geen handleidingen bevat, bestaan
deze niet voor uw computer.
18 gebruikershandleiding
de muis gebruiken
De computer wordt geleverd met een muis waarmee u de muiswijzer over het
Windows-bureaublad verplaatst. De muis werkt met een rollend balletje of een
optisch signaal (licht en sensor) om beweging te voelen en de cursor over het
scherm te verplaatsen. Gebruik de muis op een vlakke ondergrond.
OPMERKING: Een optische muis kan niet worden gebruikt op een glazen,
doorschijnende of reflecterende ondergrond.
Een draadloze muis (enkel op bepaalde modellen) is een optische muis die een
ontvanger/zender gebruikt, i.p.v. een aansluitkabel, om met uw computer te
communiceren. Een lampje op de ontvanger geeft ontvangstactiviteit aan.
Raadpleeg de ”draadloze toetsenbordset” op pagina 24 voor statusinformatie
van de ontvanger.
OPMERKING: Na 20 minuten inactiviteit schakelt de draadloze muis naar de
slaap- of stand-by-stand. Klik op een muisknop om de muis opnieuw te
activeren. (U kunt de draadloze muis niet activeren door deze te bewegen.)
De muis heeft bovenop twee of drie knoppen:
A Linkermuisknop
B Wielknop (alleen
wielmuis)
C Rechtermuisknop
• Klik op de linkermuisknop om de cursor te positioneren of om een item te
kiezen.
• Klik op de rechtermuisknop om een menu met opdrachten af te beelden voor
het item waarop u heeft geklikt.
• Op bepaalde modellen kunt u de wielknop in het midden gebruiken om te
bladeren of voor de panningfunctie.
Dubbelklikken betekent de linkermuisknop tweemaal achter elkaar indrukken.
Om te dubbelklikken, klikt u op de knop (druk erop en laat los), en vervolgens
klikt u snel opnieuw op de knop.
B
A
C
OPMERKING: Uw muis ziet er mogelijk anders uit dan het hier afgebeeld model.
de basiselementen leren
19
U kunt de functie van de linker- en rechtermuisknop veranderen voor
linkshandig gebruik. Raadpleeg ”functies van de muisknoppen verwisselen”
op pagina 20.
Als uw muis niet juist werkt, raadpleeg ”problemen oplossen” op pagina 81.
bladeren
Klik op de linkermuisknop om de cursor in het document te plaatsen, en
vervolgens:
• Om naar het begin van een document te bladeren rolt u de muiswielknop
naar boven (van u af).
• Om naar het einde van een document te bladeren rolt u de wielknop naar
beneden (naar u toe).
automatisch bladeren
1 Plaats de cursor naast de tekst en druk eenmaal op de wielknop. Nu
verschijnt een pictogram voor automatisch bladeren.
2 Beweeg de muis in de richting waarin u wilt bladeren. Hoe verder u de muis
van het beginpunt verwijdert, hoe sneller door het document wordt
gebladerd.
3 Om het automatisch bladeren te stoppen, drukt u nogmaals op de wielknop.
OPMERKING: Bij sommige software kunt u automatisch bladeren niet
gebruiken.
panning
1 Druk op de middelste wielknop en houd deze ingedrukt.
2 Beweeg de muis langzaam in de richting waarin u de panningfunctie wilt
toepassen. Hoe verder weg de aanwijzer komt vanaf het beginpunt, hoe
sneller het document beweegt.
3 Laat de wielknop los om de panningfunctie te stoppen.
OPMERKING: De panningfunctie werkt enkel als de horizontale schuifbalk van
het venster actief is. Bij sommige software kunt u de panningfunctie niet
gebruiken.
functies van de muisknoppen verwisselen
U verwisselt als volgt de functies van de rechter- en de linkermuisknoppen:
1 Klik op de Start-knop.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Printers en andere hardware, indien aanwezig.
20 gebruikershandleiding
4 Dubbelklik op Muis.
5 Schakel de optie Primaire en secundaire knop omwisselen op de tab Knoppen in.
6 Klik op Toepassen (via de nieuwe primaire knop) en op OK.
de snelheid van de muisaanwijzer wijzigen
Om de snelheid aan te passen van de cursor op het scherm met betrekking tot de
beweging van de muis:
1 Klik op Start.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Printers en andere hardware, indien aanwezig.
4 Dubbelklik op Muis.
5 Klik op de tab Aanwijzeropties.
6 In het vak Beweging, gebruikt u de schuifbalk om de aanwijzersnelheid aan te
passen.
7 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
het toetsenbord gebruiken
over uw toetsenbord
Uw toetsenbord bevat standaardtoetsen, statuslampjes, en speciale toetsen
(enkel op bepaalde modellen). Zoek uw toetsenbord in de volgende
afbeeldingen en bekijk de functielijst voor uw model. Uw toetsenbord ziet er
mogelijk anders uit dan op de afbeeldingen.
internettoetsenborden
Internettoetsenborden kunnen rechtstreeks aangesloten zijn op uw computer of
kunnen draadloos zijn. (Zie ”draadloze toetsenbordset ” op pagina 24 voor een
beschrijving van de draadloze set.)
Sommige toetsenborden hebben geen internetknoppen die hier getoond worden
aan de bovenkant van het toetsenbord en sommige gebruiken een andere lay-out
rechtsboven.
Zoek uw toetsenbord in de volgende afbeeldingen om meer informatie te krijgen
over zijn functies.
de basiselementen leren
21
internettoetsenbord 1
Met dit toetsenbord kunt u:
• Het volume van de luidsprekers aanpassen.
• Verbinding maken met het Internet (als u over een Internetaccount beschikt).
• Zoeken naar informatie op het Internet.
• De pc in stand-by zetten om energie te sparen.
• Een cd of dvd starten en stoppen, naar het vorige of het volgende nummer
springen en de lade openen (beide stations).
• De luidsprekers uitschakelen.
• De toetsen aanpassen om programma’s te starten en websites te openen.
• Informatie over ondersteuning ophalen.
• Een bestand of programma opzoeken op de vaste schijf.
internettoetsenbord 2
22 gebruikershandleiding
Met dit toetsenbord kunt u:
• De luidsprekers uitschakelen.
• Zoeken naar informatie op het Internet.
• De toetsen aanpassen om programma’s te starten en websites te openen.
• Een bestand of programma opzoeken op de vaste schijf.
• De pc in stand-by zetten om energie te sparen.
• Informatie over ondersteuning ophalen.
• Verbinding maken met het Internet (als u over een Internetaccount beschikt).
internettoetsenbord 3
Met dit toetsenbord kunt u:
• Het volume van de luidsprekers aanpassen.
• De toetsen aanpassen om programma’s te starten en websites te openen.
• Zoeken naar informatie op het Internet.
• Een bestand of programma opzoeken op de vaste schijf.
• Een cd of dvd starten en stoppen, naar het vorige of het volgende nummer
springen en de lade openen (alleen bovenste station).
• De pc in stand-by zetten om energie te sparen.
• Verbinding maken met het Internet (als u over een Internetaccount beschikt).
• De luidsprekers uitschakelen.
• Informatie over ondersteuning ophalen.
• Afdrukken.
de basiselementen leren
23
LED’s, light emitting
diodes, zijn lampjes die
gebruikt worden om een
status aan te geven.
A De lampjes (LED’s)
gaan aan om aan te
geven dat (van links
naar rechts) de num
lock aan staat, de
caps lock aan staat,
en de scroll lock aan
staat.
B De plus (+) en minus
(–) knoppen passen
het luidsprekervolume
aan.
C Het maanpictogram
plaatst de computer
in de stand-by-stand
of doet de computer
uit die stand
ontwaken.
A Draadloze ontvanger
B Draadloze
toetsenbord
C Draadloze muis
standaard toetsenbord
AB
Met dit toetsenbord kunt u:
C
• Het volume van de luidsprekers aanpassen.
• De pc in stand-by zetten om energie te sparen.
draadloze toetsenbordset
Een draadloos toetsenbord (B) gebruikt een ontvanger/zender (A) i.p.v. een
aansluitkabel, om met uw computer te communiceren. Het draadloze
toetsenbord, de muis (C) en de ontvangstset zijn enkel op bepaalde modellen
beschikbaar.
A
24 gebruikershandleiding
B
C
Een lampje (D) op de ontvanger geeft ontvangstactiviteit aan.
A Num Lock aan
B Caps Lock aan
C Scroll lock aan
D Ontvangstactiviteit
A
Als uw toetsenbord niet juist werkt, raadpleeg ”problemen oplossen” op
pagina 81.
CB
D
functies standaard toetsenbord
alfanumerieke toetsen
De alfanumerieke toetsen zijn de hoofdtoetsen zoals die op een standaard
schrijfmachine voorkomen.
functietoetsen
De functietoetsen, die zich boven de hoofdtoetsen bevinden, Zijn gelabeld van
F1 tot F12.
• Als u op F1 drukt verschijnt er een helpvenster voor het programma dat u op
dat moment gebruikt.
• Als u op F3 drukt verschijnt er een zoekvenster.
F1 en F3 zijn altijd beschikbaar.
De werking van de andere functietoetsen varieert afhankelijk van het
softwareprogramma.
de basiselementen leren
25
bewerkingstoetsen
De bewerkingstoetsen zijn Insert, Home, Page Up, Delete, End en Page Down.
Gebruik deze toetsen om tekst in te voeren en te verwijderen en om de cursor
snel op uw scherm te verplaatsen. Ze werken verschillend met sommige
softwareprogramma’s.
pijltoetsen
Met de pijltoetsen beweegt u de cursor omhoog, omlaag, naar rechts of naar
links. U kunt deze toetsen in plaats van de muis gebruiken om de cursor te
bewegen op een website, in een document of in een spel.
numerieke toetsen
26 gebruikershandleiding
Druk op de Num Lock-toets om de functies van de numerieke toetsen te
vergrendelen of te ontgrendelen:
• Als het lampje van de Num Lock-toets op het toetsenbord brandt, werken de
numerieke toetsen als de cijfertoetsen en wiskundige functies zoals op een
eenvoudige rekenmachine.
• Als het lampje van de Num Lock-toets op het toetsenbord niet brandt, werken
de numerieke toetsen als richtingstoetsen, die gebruikt worden tijdens
spelletjes of om de cursor te bewegen.
toetsenbordlampjes
De status van de lampjes op het toetsenbord wordt aangeduid met een naam of
een pictogram:
Pictogram naam Beschrijving
Num Lock Numerieke toetsen zijn vergrendeld in de stand van
Caps Lock Alfanumerieke toetsen zijn vergrendeld in de stand voor
Scroll Lock De bladerfunctie is vergrendeld.
cijfertoetsen en wiskundige functies.
hoofdletters.
speciale toetsenbordtoetsen
De speciale toetsen (alleen op bepaalde modellen) bevinden zich boven aan het
toetsenbord. (Bij sommige modellen bevinden deze speciale toetsen zich links
van de hoofdtoetsen.) Met deze toetsen bedient u een cd- of dvd-speler, maakt u
verbinding met Internet of heeft u snel toegang tot specifieke functies.
de basiselementen leren
27
hp
M
D
C
B
A
F
E
G
H
K
N
P
R
T
S
V
W
OPMERKING: Het aantal, de locatie en de benaming van de toetsen verschillen per type toetsenbord.
Lettertoets Pictogram
A
Functie
Beschrijving
Stand-by Plaatst de pc in een energiebesparende modus (het scherm is
zwart maar de pc is nog steeds ingeschakeld). Om de weergave
terug te brengen op het scherm drukt u op een toets op het
toetsenbord of nogmaals op Stand-by. Het kan 10 á 30
seconden duren voordat het beeld weer verschijnt.
B
Gebruiker Schakelt heen en weer tussen gebruikers van de computer.
C hp HP Activeert de koppeling naar de website van HP.
D
Help Opent het Help- en ondersteuningscentrum.
E
HP Picture Toolkit
Of:
Opent een beeldverwerkingsprogramma. Kan opnieuw
geconfigureerd worden.
Mijn fotocentrum
Of:
Picture It!
F
G
Music Start MusicMatch Jukebox of Windows Media Player. Kan
opnieuw geconfigureerd worden.
Video Opent een videoverwerkingsprogramma. Kan opnieuw
geconfigureerd worden.
28 gebruikershandleiding
Lettertoets Pictogram
H
K
M
N
P
R
S
T Zie figuur volgende
V
W
tabel
Functie
Beschrijving
Winkelen
Sport
Financiën
Brengt u naar populaire websites. Kan opnieuw worden
Verbinden
geconfigureerd zodat een andere site of applicatie wordt
geopend.
Zoeken
Chatten
E-mail
Afspeeltoetsen
Bedient de cd- of dvd-speler.
(cd/dvd/MP3)
Volumeregelaar
(volumeknop of
toetsen Volume
omhoog en omlaag)
Volumedraaiknop: Verhoogt het luidsprekervolume als u de
knop naar rechts draait en verlaagt het volume als u de knop
naar links draait. Kan oneindig worden gedraaid, zelfs nadat
het maximale volume is bereikt.
Druktoetsen voor volume omhoog en omlaag: Druk op de toets
Volume omhoog om het volume te verhogen en op de toets
Volume omlaag om het volume te verlagen.
Dempen Schakelt de luidsprekers aan en uit.
de basiselementen leren
29
a lade(n) openen en
sluiten
b opname
c afspelen of pauzeren
d stoppen
e naar vorige nummer
springen
f naar volgende
nummer springen
afspeeltoetsen voor media
a
b
c
d
a
e
f
OPMERKING: Het aantal, de locatie en de benaming van de toetsen verschillen
per type toetsenbord.
de knoppen aanpassen
U kunt de speciale toetsen van het toetsenbord opnieuw configureren om andere
programma’s of bestanden te openen of om contact te leggen met uw favoriete
websites.
1 Klik op Start in de Taakbalk.
2 Kies Configuratiescherm.
3 Klik op Printers en andere hardware, indien aanwezig.
4 Dubbelklik op Toetsenbord.
5 Dubbelklik op de tab Knoppen op de knop die u wilt wijzigen.
6 Voor het configureren van toetsen, klik op de pijl omlaag rechts naast de lijst
en kies de knopfunctie, zoals Eenvoudige webpagina met label.
7 Voer een weergavelabel en het adres in. Voor een webpagina, voer een
URL in.
8 Klik op OK.
9 Klik op het tabblad Toetsen op Toepassen.
10 Herhaal de stappen 5 t/m 9 voor elke toets die u opnieuw wilt configureren.
11 Klik op OK wanneer u klaar bent.
30 gebruikershandleiding
OPMERKING: Als u op Standaardinstellingen klikt op de tab Knop zet u alle
Internetknoppen terug op de fabrieksinstellingen.
de instellingen van de monitor aanpassen
Om de schermresolutie te wijzigen:
1 Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het bureaublad en klik
op Eigenschappen.
2 Pas de schermresolutie aan op de tab Instellingen.
• Als u de schuifregelaar in de richting van Minder beweegt, wordt de tekst
op het beeldscherm groter.
• Als u de schuifregelaar in de richting van Meer beweegt, wordt de tekst op
het beeldscherm kleiner.
3 Klik op Toepassen.
4 Klik op Ja, als deze optie aanwezig is.
5 Klik op OK.
OPMERKING: Op sommige computermodellen kunnen meerdere schermen
(CRT-monitor, flatpanel-monitor, televisie, enzovoort) worden aangesloten.
Druk op Alt+F5 om het bureaublad van de computer meteen op een ander
apparaat weer te geven. Elke keer dat u op de toetscombinatie Alt+F5 drukt,
wordt het beeld van de computer op het volgende apparaat weergegeven. Als
Alt+F5 niet werkt, start u de computer opnieuw op en probeert u het nogmaals.
een printer gebruiken
Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij uw printer geleverd werd voor
instructies over het aankoppelen en het gebruik van de printer.
Printers ontvangen instructies van uw computer via software die
stuurprogramma’s genoemd wordt. In vele gevallen vindt uw computer
automatisch het nodige printerstuurprogramma. Indien dit niet het geval is,
volgt u de instructies die bij uw printer geleverd werden om het specifieke
stuurprogramma dat vereist is, te installeren.
U kunt vanuit de meeste softwareprogramma’s en websites tekst en
afbeeldingen afdrukken, zolang de computer is aangesloten op een printer en de
benodigde stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd.
Om af te drukken:
1 Klik in de menubalk op Bestand.
2 Klik op Afdrukken.
3 Selecteer de gewenste afdrukopties:
• Selecteer de printer.
• Kies een paginabereik (bijvoorbeeld alle pagina’s, de huidige pagina of een
reeks pagina’s).
• Stel het aantal exemplaren in.
• Selecteer alle pagina’s of alleen de even of oneven pagina’s in een bereik.
4 Klik op OK.
de basiselementen leren
31
32 gebruikershandleiding
het internet gebruiken
Dit hoofdstuk handelt over het Internet, hoe een browser en e-mail te gebruiken
en hoe uw internetaccount in te stellen.
Gebruik het Internet om naar informatie of services te zoeken op het web, of om
een e-mailprogramma te gebruiken om elektronische berichten te krijgen, lezen
en verzenden.
De hardware en softwareprogramma’s geleverd met uw computer kunnen
variëren. Bij de computer wordt mogelijk het volgende geleverd:
• Toegang tot de Internetaanbieders in uw omgeving.
• De webbrowser Internet Explorer.
• Het e-mailprogramma Outlook Express.
• 56K modem en modemsoftware (opwaardeerbaar).
• Ethernet-connector.
• Speciale toetsenbordtoetsen voor toegang tot het Internet.
over het internet
Het Internet is een groep computers die met elkaar kunnen communiceren via
telefoon, kabel of digitale lijnen. Elke Internetcomputer is onafhankelijk en de
beheerders kiezen welke bestanden beschikbaar worden gesteld aan de
gebruikers van het Internet. Om uw pc aan te sluiten op het Internet en gebruik
te maken van de daar beschikbare informatie en diensten dient u te beschikken
over een abonnement bij een Internetaanbieder.
Internetaanbieders (ISP’s) leveren toegang tot het Internet en meestal ook een
elektronische berichtendienst (e-mail). Doorgaans worden hiervoor maandelijkse
kosten aangerekend. Als een computer verbinding maakt met het Internet wordt
in feite gecommuniceerd met de Internetcomputer van de Internetaanbieder. De
Internetaanbieder controleert uw abonnement en biedt u vervolgens toegang tot
het Internet. Om informatie op websites te zoeken en af te beelden gebruikt u
een zogeheten webbrowser. Sommige Internetaanbieders laten u een
browserprogramma kiezen, terwijl andere hun eigen browser leveren.
het internet gebruiken
33
Uw type aansluiting met een Internetaanbieder varieert en kan bestaan uit een
traditionele telefoonmodem, een LAN (Local Area Network), een kabelmodem
of DSL (Digital Subscriber Line). (DSL, ADSL en kabelverbindingen zijn niet in
alle landen/regio’s beschikbaar.)
Het World Wide Web (WWW), ook het Web genoemd, is een openbaar
onderdeel van het Internet dat wordt gebruikt door individuele personen,
ondernemingen, overheden en organisaties. Al deze deelnemers hebben bij
elkaar miljoenen webpagina’s gecreëerd om hun activiteiten te ondersteunen.
Een webpagina is een groep bestanden die voor een gebruiker toegankelijk is
door de bestandslocatie van de webpagina, de zogeheten URL, in te voeren.
De URL (Uniform Resource Locator) identificeert een locatie van een website,
typisch in de vorm http://www.naam.extensie (bijvoorbeeld,
http://www.hp.com). De URL kan een pad bevatten naar een specifiek bestand
op die site. Elke punt of dot in de URL scheidt elementen binnen het adres. Zo
gebruiken veel ondernemingen de URL-extensie .com. Als u de URL via het
toetsenbord invoert in het adresvak van uw browser en op de toets Enter drukt,
maakt de browser contact met die locatie en verschijnt de webpagina op het
scherm.
Stelt u zich voor dat u de krant leest. Op de voorpagina staat ”Voor meer
informatie zie pagina 3, kolom 2.” U draait de pagina om voor meer informatie.
Een hyperlink op een webpagina werkt op dezelfde manier, behalve dat u op de
muis klikt met uw cursor over de koppeling om naar de pagina of website te
gaan. De manier waarop een hyperlink bestanden samenkoppelt is wat het web
zijn naam geeft, omdat het web weeft en ideeën over heel de wereld met elkaar
verbindt.
Een e-mailadres geeft uw elektronische postvakje aan waarnaar mensen
elektronische post kunnen versturen. E-mailadressen hebben de vorm
naam@domein.extensie. Het domein is gewoonlijk de naam van de
Internetaanbieder of organisatie. De extensie identificeert meestal het soort
organisatie. Als uw naam bijvoorbeeld Jan Janssen is en XYZ uw
Internetaanbieder is, is uw e-mailadres mogelijk JanJanssen@xyz.com met de
extensie .com wat aangeeft dat XYZ een bedrijf is. Raadpleeg voor meer
informatie over het gebruik van e-mail ”e-mail verzenden en ontvangen” op
pagina 38.
uw internetaccount instellen
1 Uw modem of andere Internetverbinding instellen:
• Als u een modem zult gebruiken om met het Internet te verbinden,
raadpleegt u de installatieposter, en ”de modem aansluiten” op pagina 8
voor instructies.
• Als u een netwerk, hoge snelheid of breedbandverbinding zult gebruiken,
raadpleegt u ”de ethernetverbinding installeren” op pagina 9 voor
instructies.
34 gebruikershandleiding
2 Kies een Internetaanbieder.
Voordat u verbinding kunt maken met het Internet dient u een account te
openen bij een zogeheten Internetaanbieder. HP heeft afspraken gemaakt met
vooraanstaande Internetaanbieders in uw regio om u te helpen u aan te
melden voor een Internetaccount (enkel op bepaalde modellen).
3 Maak een verbinding met uw Internetaanbieder en met het Internet.
Gebruik een van de volgende methoden:
• Dubbelklik op het door de Internetaanbieder geleverde pictogram op het
bureaublad.
Of:
• Druk op de toets Verbinden (of Internet) op het toetsenbord (alleen
bepaalde modellen).
Of:
• Klik op Start, kies Alle programma’s, kies On line services en klik op
Internet Explorer.
Gebruik Eenvoudige Internetaanmelding (enkel beschikbaar op bepaalde
modellen) om u aan te melden voor een nieuwe of een bestaande
internetaccount, zie ”voor een nieuwe of een bestaande internetaccount
aanmelden via Eenvoudige Internetaanmelding” op pagina 35. De
softwareprogramma’s voor beschikbare Internetaanbieders vormen een
onderdeel van uw systeem.
Het Windows-bureaublad kan een map hebben die Online Services heet en
die pictogrammen bevat om toegang te krijgen tot verschillende on line
services. Deze pictogrammen zijn een onderdeel van het Windowsbesturingssysteem, maar ze werken niet in alle landen/regio’s.
voor een nieuwe of bestaande internetaccount
aanmelden via Eenvoudige Internetaanmelding
Met Eenvoudige Internetaanmelding (enkel beschikbaar op bepaalde modellen)
kunt u:
• Aanmelden voor een nieuwe Internetaccount.
• Een bestaande account instellen.
• Lezen over Internettoegang middels een LAN (Local Area Network),
kabelmodem of DSL (Digital Subscriber Line).
Als u gebruik wilt maken van DSL (Digital Subscriber Line) of een
kabelverbinding, neem dan contact op met de Internetaanbieder voor informatie
over de benodigde software en hardware.
het internet gebruiken
35
Eenvoudige Internetaanmelding openen:
Dubbelklik op het pictogram Eenvoudige Internetaanmelding op het
Bureaublad.
Of:
1 Klik op Start in de Taakbalk.
2 Ga naar Alle programma’s. Kies On line services
3 Klik op Eenvoudige Internetaanmelding
Volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING: Uw modemkabel moet aangesloten zijn op de telefoonlijn opdat
Eenvoudige Internetaanmelding geactualiseerde informatie over services zou
kunnen vinden en verkrijgen.
OPMERKING: Als u MSN of AOL gebruikt en vragen hebt, raadpleegt u de
informatie in Eenvoudige Internetaanmelding of neemt u rechtstreeks contact op
met uw Internetaanbieder.
een browser gebruiken
Een webbrowser zoekt naar, vindt en toont informatie op websites. Hoe u het
Internet kunt gebruiken hangt af van het feit of uw Internetaanbieder de
browser levert of dat u elke gewenste browser kunt gebruiken.
Nadat u met het Internet verbonden bent, toont de browser de door u gekozen
startpagina. U kunt naar een bepaalde website gaan door het adres (bijvoorbeeld
http://www.hp.com) in te vullen in het vakje Adres van de webbrowser en op
Enter te drukken. Of u kunt de zoekfunctie van de browser gebruiken om te
zoeken naar plaatsen op het web waar een bepaald woord of een bepaalde term
voorkomt.
het internet doorzoeken
De meeste browserprogramma’s bevatten een zoekfunctie. Afhankelijk van het
type browser dient u op een knop te klikken of de zoekfunctie uit een menu te
kiezen. Typ in het zoekvak een vraag of een woord die de informatie die u wilt
vinden, beschrijft en druk op Enter.
De zoekfunctie van Windows bevat het direct gebruik van de zoekfunctie van de
Internet Explorer. (Als uw Internetaanbieder de browser levert kunt u Internet
Explorer mogelijk niet gebruiken om op het Internet te zoeken.)
U begint een zoekopdracht als volgt:
1 Klik op Start in de Taakbalk.
2 Klik op Zoeken.
36 gebruikershandleiding
3 Klik op Zoeken op het Internet. (Mogelijk moet u door de lijst bladeren om
deze optie te zien.)
4 Typ een woord of een vraag in het zoekvakje.
5 Klik op Zoeken.
De computer maakt (indien nodig) verbinding met het Internet, voert de
zoekopdracht uit en toont de resultaten. Klik op een link in de lijst met
resultaten om de webpagina af te beelden.
Ook bestaan er websites die speciaal zijn gemaakt om op het Internet te zoeken.
Dit zijn de zogeheten zoekmachines.
toegang tot bepaalde internetsites
beperken
Internet biedt toegang tot allerlei soorten informatie, maar sommige informatie
is misschien niet geschikt voor iedereen. Met Internet-restricties (een functie van
Windows XP) kunt u:
• Internettoegang beperken;
• Een wachtwoord instellen;
• Een lijst maken van websites die niet toegankelijk moeten zijn voor mensen
die uw computer gebruiken;
• Instellen welke soorten inhoud de gebruikers van uw computer met of zonder
uw toestemming mogen bekijken.
Als u in Internet-restricties het restrictieniveau hebt ingesteld, kunnen
gebruikers websites en andere pagina’s die u hebt aangeduid in de instelling
bekijken. Maar om niet opgegeven webpagina’s te bekijken, moeten ze het
wachtwoord voor Internet-restricties dat u hebt ingesteld, invoeren. Dit betekent
dat elke niet opgegeven pagina, zelfs Help en ondersteuning of Internet Explorer
niet kan bekeken worden als de gebruiker het wachtwoord niet kent. Om
toegang toe te staan tot een niet opgegeven site of pagina die u goedkeurt, moet
u ze openen en als het wachtwoordvenster verschijnt, selecteert u de optie
Bekijken altijd toestaan of Bekijken alleen nu toestaan.
Om Internet-restricties te gebruiken:
1 Klik op Start in de taakbalk en klik op Configuratiescherm.
2 Klik op Netwerk- en Internet-verbindingen, indien aanwezig.
3 Dubbelklik op Internet-opties.
4 Klik op de tab Inhoud.
5 Klik in het vak Internet-restricties op Inschakelen.
6 Klik op de tab Restricties op een categorie in de lijst en klik en sleep
vervolgens de schuifregelaar tot het restrictieniveau is ingesteld op het
gewenste niveau.
7 Herhaal stap 6 voor elke categorie die u wilt beperken.
het internet gebruiken
37
8 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
9 Typ een wachtwoord in het vak Wachtwoord en in het vak Wachtwoord
bevestigen en klik op OK.
OPMERKING: Als u de instellingen na de initiële instelling wilt wijzigen, klikt u
op Instellingen in het vak Internet-restricties i.p.v. Inschakelen. Met de knop
Inschakelen kunt u de Internet-restricties in- en uitschakelen.
e-mail verzenden en ontvangen
Via e-mail (elektronische mail) kunt u brieven, postkaarten, foto’s en zelfs
muziek- en videoclips verzenden en ontvangen.
Uw computer wordt geleverd met een e-mailprogramma van Microsoft
dat Outlook Express heet (enkel op bepaalde modellen). U kunt ook
e-mailprogramma’s van andere leveranciers gebruiken. Sommige
Internetaanbieders leveren hun eigen e-mailprogramma’s. U gebruikt een
e-mailprogramma om berichten te verzenden, te ontvangen en te organiseren.
U kunt nieuwe berichten organiseren, lezen en maken zelfs als u off line bent
(niet verbonden bent met het Internet).
OPMERKING: Sommige modellen worden geleverd met Microsoft Outlook in
plaats van Outlook Express. Voor meer details over het gebruik van Microsoft
Outlook, opent u het programma en klikt u op Help.
bij gebruik van outlook express
Wanneer u Outlook Express voor het eerst start, wordt de wizard
Internetverbinding geopend als u nog geen verbinding met het Internet hebt.
De wizard vraagt u om verbindingsinformatie zoals een accountnaam en
wachtwoord en de namen van een inkomende en uitgaande mailserver. Als u
help nodig hebt voor deze informatie, neemt u contact op met uw
Internetaanbieder.
Nadat u zich hebt aangemeld bij een Internetaanbieder, kunt u Outlook Express
activeren vanuit het menu Start.
e-mailberichten verzenden met outlook express
1 Klik op Start op de taakbalk en kies het pictogram
Outlook Express.
OPMERKING: U kunt ook op de toets E-mail op het toetsenbord drukken om
Outlook Express te openen (alleen bepaalde modellen).
2 Klik op het pictogram Nieuw bericht.
3 Typ of selecteer in het adresboek de e-mailadressen van de ontvangers.
38 gebruikershandleiding
OPMERKING: E-mailadressen mogen geen spaties bevatten en hebben een
punt na de naam van de server. Streepjes worden soms wel gebruikt. Soms
zijn hoofdletters vereist.
4 Typ uw bericht in het venster Nieuw bericht.
5 Typ de titel van het bericht in het vak Onderwerp.
6 Klik op de knop Verzenden op de werkbalk als u klaar bent.
7 Klik indien nodig op de tool Verzenden/Ontvangen op de werkbalk om
eventuele in het Postvak UIT opgeslagen berichten te verzenden.
OPMERKING: Als u een bericht opstelt terwijl u geen Internetverbinding hebt,
wordt het bericht in het Postvak UIT opgeslagen tot de volgende keer dat u
inlogt op het Internet en verbinding hebt met uw Internetaanbieder.
e-mailberichten ontvangen met outlook express
De ISP ontvangt voor u bestemde e-mailberichten automatisch, ook al staat uw
computer uit. De ISP slaat de berichten op totdat u verbinding met het Internet
maakt, het e-mailprogramma opent en de berichten leest.
1 Start Outlook Express.
2 Klik indien nodig op de tool Verzenden/Ontvangen op de werkbalk zodat
Outlook nieuwe berichten van alle opgegeven e-mailaccounts kan ophalen.
3 Klik op de map Postvak IN om de lijst met nieuwe berichten te bekijken.
Niet-gelezen berichten worden vet op het scherm weergegeven.
OPMERKING: In Outlook Express blijven de berichten in het Postvak IN
totdat u ze verwijdert of naar een andere map verplaatst.
4 Klik eenmaal op een bericht om het te bekijken of dubbelklik erop om het op
een volledig scherm te bekijken.
Raadpleeg de Help in het programma voor meer informatie over het gebruik
van uw e-mailprogramma.
als uw internetaanbieder het
e-mailprogramma levert
Volg de instructies van de Internetaanbieder om de webbrowser en het
e-mailprogramma te installeren en om uw e-mailaccount in te stellen en
te gebruiken. Vervolgens kunt u telkens als u verbinding hebt met uw
Internetaanbieder e-mail verzenden en ontvangen.
het internet gebruiken
39
40 gebruikershandleiding
ondersteuning
help en ondersteuning
Informatie over de computer vindt u via Help en ondersteuning op het scherm.
(enkel op bepaalde modellen). Hier vindt u koppelingen naar updates van
stuurprogramma’s, toegang tot opties voor technische ondersteuning en
informatie over veelgestelde vragen.
Om Help en ondersteuning te openen:
1 Druk op de toets Help (enkel op bepaalde modellen) op uw toetsenbord.
Of:
Klik op Start op de taakbalk en vervolgens op Help en ondersteuning.
2 Kies HP Pavilion Help.
updates van hp gebruiken
Updates van HP (enkel op bepaalde modellen) is een op Internet gebaseerde
service van HP om uw belangrijke informatie over uw computer te verschaffen.
• Productaankondigingen
• Systeemupdates
• Tips
• Speciale aanbiedingen voor uw computer
Terwijl u met het Internet bent verbonden, komen er berichten binnen, waarbij
een waarschuwing of mededeling op het bureaublad verschijnt. U kunt de
berichten bekijken als ze binnenkomen of ze op een later tijdstip lezen.
U kunt de Updates van HP ook vinden via de ondersteuningswebsite van HP
onder de informatie over uw computermodel. Raadpleeg de Handleiding voor garantie en ondersteuning voor website-informatie.
ondersteuning
41
berichten ophalen
Nadat u een bericht heeft bekeken of gesloten, wordt het niet meer automatisch
weergegeven.
Om een voordien ontvangen bericht te lezen opent u Updates van HP:
1 Klik op Start in de Taakbalk.
2 Ga naar Alle programma’s.
3 Kies PC help & Tools.
4 Kies Updates van HP.
5 Klik opnieuw op Updates van HP.
Updates van HP wordt geopend en u ziet een lijst met de berichttitels.
Dubbelklik op de berichttitel in het venster als u het bericht wilt lezen. U kunt
dit venster sluiten, terwijl Updates van HP actief blijft.
berichten uitschakelen
Als deze functie is uitgeschakeld, kunt u geen berichten ontvangen en ook geen
ondersteuningsberichten met belangrijke informatie voor de werking van uw
computer.
Om Updates van HP uit te schakelen:
1 Klik op Start in de Taakbalk.
2 Ga naar Alle programma’s.
3 Kies PC Help & Tools.
4 Kies Updates van HP.
5 Klik op Updates van HP uitschakelen.
De functie blijft uitgeschakeld totdat u deze opnieuw activeert.
berichten opnieuw inschakelen
Als u Updates van HP opnieuw inschakelt is de functie actief telkens als u met
het Internet bent verbonden en ontvangt u berichten wanneer deze beschikbaar
komen.
De functie inschakelen:
Dubbelklik op het pictogram Updates van HP opnieuw inschakelen op het
bureaublad.
Of:
1 Klik op Start in de Taakbalk.
2 Ga naar Alle programma’s.
3 Kies PC help & Tools.
4 Kies Updates van HP.
5 Klik op Updates van HP opnieuw inschakelen.
42 gebruikershandleiding
problemen oplossen
Voor help i.v.m. algemene en diverse problemen die u mogelijk ondervindt,
raadpleeg ”problemen oplossen” op pagina 81.
upgrade en service van de pc
Informatie over de interne delen van het chassis van de computer staat in de
Handleiding Upgrade en Service. Bij sommige modellen wordt deze serviceinformatie geleverd als een gedrukte en afzonderlijke handleiding.
handleiding voor garantie en ondersteuning
De Handleiding voor garantie en ondersteuning bevat bedrijfsspecificaties voor de
computer evenals overheids- en veiligheidsvoorschriften.
Zie de Handleiding voor garantie en ondersteuning die geleverd wordt bij de
documentatie voor de computer voor:
• Voorwaarden voor de garantie van uw computer
• Licentie-informatie
• Contactgegevens voor ondersteuning
on line handleidingen
U kunt on line handleidingen en informatie over de computer vinden. Om on
line handleidingen voor uw computer weer te geven:
1 Typ de URL van de ondersteuningswebsite uit de Handleiding voor garantie en
ondersteuning in het adresvakje van de webbrowser en druk op Enter op het
toetsenbord.
2 Typ in het zoekvakje de naam of het nummer van uw product (bijvoorbeeld
Pavilion 734n) en klik op het pijltje. Het productnummer bevindt zich onder
aan de voorzijde van het pc-chassis of binnen in het cd-opslagvak.
3 Klik op het onderwerp manuals (handleidingen) voor een lijst met
handleidingen voor de computer.
OPMERKING: On line handleidingen horen bij specifieke modelnummers van de
pc. Sommige modellen beschikken niet over on line handleidingen.
ondersteuning
43
websites over uw computer
Gebruik de website-adressen in de Handleiding voor garantie en ondersteuning
voor:
• Informatie over uw computer.
• Uw technische ondersteuningsbehoeften.
Typ deze adressen in het adresvak van uw Internetbrowser en druk vervolgens
op de Enter-toets op uw toetsenbord.
microsoft windows xp besturingssysteem
Voor vragen over het besturingssysteem Microsoft Windows XP, raadpleeg:
• Help en ondersteuning. Voor hulp en het oplossen van problemen op het
scherm, klik op Start en vervolgens op Help en ondersteuning.
• De handleiding Microsoft Windows XP, die deel uitmaakt van het
documentatiepakket van uw computer.
44 gebruikershandleiding
met geluid, foto’s en video werken
luidsprekers gebruiken
De luidsprekers worden geleverd met de monitor (enkel op bepaalde modellen),
of worden afzonderlijk verkocht. Voor bijzonderheden over het aansluiten van
de luidsprekers op de pc kunt u de installatieposter raadplegen.
OPMERKING: De luidsprekers kunnen passief (geen aan/uit-knop en geen
netsnoer) of actief (wel aan/uit-knop of netsnoer) zijn. Uw computer
ondersteunt enkel actieve (met voeding) luidsprekersystemen; het
luidsprekersysteem moet zijn eigen netsnoer hebben.
Een stereoluidsprekerset bestaat een tweeweg (links/rechts) luidsprekersysteem.
Een meerweg-luidsprekersysteem is een systeem met meer dan twee kanalen,
eventueel inclusief subwoofer. Een systeem bijvoorbeeld met 5.1 kanalen werkt
in de stand voor zes luidsprekers en heeft twee luidsprekers voor (links/rechts),
twee achter (links/rechts), een centrale luidspreker en een subwoofer.
Als uw computer een meerweg-luidsprekercapaciteit heeft (enkel op bepaalde
modellen), kunt u vier kanalen aansluiten voor vierweg output of zes kanalen
voor 5.1 output.
Hiertoe sluit u het luidsprekersysteem op de computer aan en configureert u de
software voor de audio-output. Raadpleeg ”een meerweg-luidsprekersysteem
aansluiten op uw computer” op pagina 46.
aanpassen luidsprekervolume
Gebruik het pictogram Volume op de taakbalk om het luidsprekervolume
in te stellen. Vervolgens kunt u het volume aanpassen met:
• De draaiknop of de druktoetsen voor het volume op het toetsenbord (enkel op
bepaalde modellen).
• De volumeknop op de luidsprekers (alleen bepaalde modellen).
met geluid, foto’s en video werken
45
OPMERKING: Als u het pictogram Volume op de taakbalk niet ziet, klikt u op
Start, Configuratiescherm, Spraak, Geluiden enaudioapparaten, indien
aanwezig. Dubbelklik vervolgens op Geluiden en audioapparaten om het
venster Eigenschappen voor Geluiden en audioapparaten te openen. Schakel op
de tab Volume het vakje Pictogram voor het volume in het systeemvak plaatsen in.
Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het pictogram Volume verschijnt in de
taakbalk.
De twee manieren voor gebruik van het volumepictogram zijn als volgt:
1 Klik op het pictogram Volume op de taakbalk.
2 Pas het volume aan.
3 Wanneer u tevreden bent met het volume, klikt u ergens buiten het
volumevenster om het te sluiten.
Of:
1 Dubbelklik op het pictogram Volume op de Taakbalk. Nu verschijnt het
instellingenvenster Volumeregeling.
2 Pas het volume aan.
3 Wanneer u tevreden bent met het volume klikt u op het sluitvakje (de X in de
rechter bovenhoek) om het venster te sluiten.
een meerweg-luidsprekersysteem aansluiten op uw
computer
Meerwegluidsprekers worden aangesloten op de Audio In, Audio Out, en Micaansluitingen aan de achterzijde of de voorzijde van de computer. Raadpleeg
”achterzijde van uw computer” op 5, of ”voorzijde van uw computer” op pagina
7 voor de plaats van de aansluitingen.
1 Schakel de computer en de luidsprekers uit.
2 Sluit de drie kabelstekkers van het luidsprekersysteem aan op de connectors
aan de achterzijde van de computer. (zie de volgende tabel).
3 Schakel de computer in.
4 Zet het luidsprekersysteem aan.
46 gebruikershandleiding
Stekkers van luidsprekers aansluiten
2
Luidsprekermodus
Voorste
luidsprekers
Niet gebruikt
voor
luidsprekers
Niet gebruikt
voor
luidsprekers
Stand
voor vier
luidsprekers
met 4,1
kanalen
Voorste
luidsprekers
Achterste
luidsprekers
Niet gebruikt
voor
luidsprekers
Stand
voor zes
luidsprekers
met 5,1
kanalen
Voorst e
luidsprekers
Achterste
luidsprekers
Middelste
luidspreker/sub
woofer
Naar
computeraansluiting
Audio-uitgang
(lichtgroen)
Audio-ingang
(blauw)
Microfoon
(roze)
Pictogram
van
connector
OUT
IN
Configureer de audio-output voor het meerweg-luidsprekersysteem door de
volgende procedure uit te voeren.
de multi-channel sound manager configureren
1 Klik op Start in de Taakbalk.
2 Ga naar Alle programma’s.
3 Kies Muziek.
4 Kies Multi-channel Sound Manager en klik vervolgens nogmaals op
Multi-channel Sound Manager. Nu wordt het configuratiescherm voor
audio geopend.
OPMERKING: Als de tab Configuratie van luidsprekers ontbreekt, beschikt de
computer niet over meerwegvoorzieningen. Hij beschikt echter wel over
(stereo) output via twee kanalen.
5 Klik op de tab Configuratie van luidsprekers.
6 Selecteer de optie die betrekking heeft op het aantal luidsprekers in het
systeem. Kies bijvoorbeeld de stand voor 6 luidsprekers bij een systeem met
5.1 kanalen. Klik op de tab Luidsprekertest en klik op het pictogram van een
luidspreker om deze te testen.
7 Klik op OK.
meerweg-audio-output instellen voor dvd-speler
Het programma InterVideo WinDVD™ (enkel op bepaalde modellen) is
ingesteld voor (stereo) output van twee luidsprekers. Als u in een dvd-film met
meerdere kanalen alle luidsprekers wilt horen, moet u de audio-eigenschappen
van WinDVD aanpassen aan uw luidsprekerconfiguratie (als uw programma
InterVideo WinDVD meer dan twee kanalen ondersteunt).
1 Plaats een dvd, of start de InterVideo WinDVD player (zie ”dvd-films
afspelen met intervideo windvd player” op pagina 60).
2 Klik met de rechtermuisknop in het WinDVD-videovenster en kies Instellen.
met geluid, foto’s en video werken
47
3 Klik op de tab Audio.
4 Klik op de optie voor het aantal luidsprekers waaruit het meerwegsysteem
bestaat en klik vervolgens op Toepassen.
OPMERKING: Om de luidsprekers te testen (enkel voor
meerwegluidsprekers), klikt u op de knop Testen. Het nummer van de
gebruikte luidspreker verschijnt in het WinDVD-bedieningspaneel. Klik op
Stoppen.
5 Klik op OK.
OPMERKING: Als u een dvd in stereo wilt afspelen, wijzigt u de audio-
eigenschappen voor WinDVD zodat deze overeenkomen met de instellingen van
de opgenomen dvd-audio-output.
een microfoon gebruiken
De computer beschikt over één microfoonconnector aan de achterzijde. Sommige
modellen hebben een tweede microfoonconnector aan de voorzijde van de
computer. Er werkt slechts een microfoonconnector tegelijkertijd en de
connector aan de achterzijde is klaar voor gebruik tenzij u de optie
meerwegluidsprekers gebruikt. Voor computers met de meerwegluidsprekersoptie, is de microfoonconnector aan de voorzijde van de computer, indien
aanwezig, klaar voor gebruik. Zie ”de microfoon gebruiken met meerwegaudio” op pagina 49.
Om een microfoon die aangesloten is aan de voorzijde van uw computer te
gebruiken (enkel op bepaalde modellen), selecteert u de actieve microfoon.
OPMERKING: Als u de microfoon aansluit op de achterzijde van uw pc, moet u
deze procedure niet uitvoeren.
1 Dubbelklik op het pictogram Volume op de Taakbalk. Nu verschijnt het
instellingenvenster Volumeregeling.
OPMERKING: Als u het pictogram Volume niet ziet, klikt u op Start,
Configuratiescherm, Spraak, Geluiden en audioapparaten, indien aanwezig.
Dubbelklik vervolgens op Geluiden en audioapparaten om het venster
Eigenschappen voor Geluiden en audioapparaten te openen. Schakel op de
tab Volume het vakje Pictogram voor het volume in het systeemvak plaatsen in.
Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het pictogram Volume verschijnt in
de taakbalk.
2 Selecteer Opties en klik op Eigenschappen.
3 In Volume aanpassen klikt u op Opnemen.
4 Schakel het vakje Microfoon in onder De volgende volumeregelingen weergeven.
5 Klik op OK.
48 gebruikershandleiding
6 Klik op de knop Geavanceerd in de kolom Microfoon. Selecteer Opties in het
venster Opnameregeling en klik op Geavanceerde volumeregelingen als u de
knop Geavanceerd niet ziet.
7 Schakel het vakje Andere microfoon in. (Mogelijk heet dit vakje Microfoon 2
selecteren of 1 Microfoonversterking.)
8 Klik op Sluiten.
9 Klik op X (Sluiten) in de rechterbovenhoek van het venster Opnameregeling.
aanpassen van microfoonvolume
Als u het volume van de microfoon moet aanpassen, volgt u de procedure
hieronder:
1 Dubbelklik op het pictogram Volume op de Taakbalk. Het venster
Volumeregeling wordt geopend.
2 Selecteer Opties en klik op Eigenschappen.
3 In Volume aanpassen klikt u op Opnemen.
4 Schakel het vakje Microfoon in onder De volgende volumeregelingen weergeven.
5 Klik op OK.
6 Pas het volume van de microfoonbalans aan. Als het volume nu aanvaardbaar
is, ga dan naar stap 10.
OPMERKING: Selecteer Opties in het venster Opnameregeling en klik op
Geavanceerde volumeregelingen als u de knop Geavanceerd niet ziet.
7 Als u het geluid nog verder wilt aanpassen, klikt u op de knop Geavanceerd
en schakelt u het vakje 1 Microfoonversterking in.
8 Klik op Sluiten.
9 Herhaal stap 6, indien nodig.
10 Klik op X (Sluiten) in de rechterbovenhoek van het venster Volumeregeling.
de microfoon gebruiken met meerweg-audio
U sluit het meerweg-luidsprekersysteem (alleen op bepaalde modellen) aan op
de connectors voor de microfoon, audio-ingang en audio-uitgang aan de
achterzijde van de computer. Uw computer heeft mogelijk een tweede
microfoonconnector aan de voorzijde van de computer. Indien aanwezig is deze
microfoon klaar voor gebruik en heeft deze geen invloed op het gebruik van het
meerweg-luidsprekersysteem.
Om de microfoonaansluiting aan de achterzijde van de computer te gebruiken
met een meerweg-luidsprekersysteem, moet u de kabels voor de
meerwegluidsprekers loskoppelen en de audioconfiguratie wijzigingen in een
audiosysteem met twee kanalen. Raadpleeg ”de multi-channel sound manager
configureren” op pagina 47 om de audioconfiguratie in te stellen.
met geluid, foto’s en video werken
49
met digitale afbeeldingen werken
U kunt een bron van digitale afbeeldingen aansluiten, zoals een digitale camera
of een digitale videocamera, rechtstreeks op de computer of via een docking
station. De digitale fotobestanden die u kopieert of downloadt van het apparaat,
verschijnen in de map Mijn afbeeldingen. U kunt digitale fotobestanden
kopiëren van de geheugenkaarten die gebruikt worden door digitale camera’s
en andere apparaten voor digitale beeldverwerking d.m.v. de 7-In-1
geheugenkaartlezer (enkel op bepaalde modellen) Raadpleeg ”over de 7-in-1
geheugenkaartlezer” op pagina 52.
hp image zone gebruiken
HP Image Zone is een gebruiksvriendelijk softwareprogramma voor het beheer
van uw foto’s, gescande afbeeldingen en videoclips. Het verschaft u al de
gereedschappen die u nodig hebt voor het weergeven, organiseren, bewerken,
afdrukken, delen en beschermen van uw digitale afbeeldingen.
Om HP Image Zone te openen:
• Klik op het pictogram HP Image Zone op uw bureaublad.
Of:
A Tabs Modus, ga naar
de knop Mijn
afbeeldingen en de
knop Voorkeuren
B Besturingsvak met
Help-koppeling
C Werkg e bied , of
Galerie, geeft
afbeeldingen op
computer weer
D Miniaturenblad
• Klik op Start op de taakbalk en klik op Mijn afbeeldingen.
Het venster HP Image Zone opent zich.
A
C
B
D
Klik op een tabblad of knop aan de bovenkant van het galerievenster om een
ander werkgebied te kiezen, zoals beschreven in de tabel.
50 gebruikershandleiding
Tabblad of knop Beschrijving
Tabblad Mijn
afbeeldingen
Een gebruiksvriendelijke tool waarmee uw gemakkelijk een of
meerdere foto’s of videoclips kunt zoeken, weergeven,
beheren en afdrukken. Van hieruit selecteert u de
afbeeldingen die u wilt bewerken, in projecten gebruiken en
met familie of vrienden wilt delen. Voor meer informatie, zie
uw afbeeldingen beheren in Help.
Tabblad Bewerken Een tool voor het aanbrengen van wijzigingen aan de
afbeeldingen en videoclips die u geselecteerd hebt in Mijn
afbeeldingen. Hij geeft u de basis bewerkingsfuncties die u
mogelijk nodig hebt om uw afbeeldingen te bewerken. Voor
meer informatie, zie uw afbeeldingen bewerken in Help.
Tabblad Projecten Een tool voor het maken en afdrukken van projecten met
gebruik van de afbeeldingen die u geselecteerd hebt in Mijn
afbeeldingen. De projecten omvatten fotoalbumpagina’s,
kaarten en brochures. Voor meer informatie, zie creatieve projecten maken in Help
Tabblad HP Memories
Disc (HP Herinneringen
op schijf)
Een tool voor het maken multimedia cd’s met gebruik van de
afbeeldingen die u geselecteerd hebt in Mijn afbeeldingen. U
hebt de optie om uw eigen audio en tekst toe te voegen, of
om de software de standaard audio en tekst te laten
toevoegen. Voor meer informatie, zie een multimedia cd maken in Help.
Tabblad HP Instant
Share
Een tool voor het delen van afbeeldingen met familie en
vrienden. Nadat u afbeeldingen geselecteerd hebt op het
tabblad Mijn afbeeldingen, kunt u de afbeeldingen
doorsturen naar de website HP Instant Share en een
koppeling naar de afbeeldingen op de website verzenden
per e-mail. U kunt ook on line albums maken als u uw
afbeeldingen op de website wilt organiseren. Indien
beschikbaar in uw regio, kunt u afdrukken van professionele
kwaliteit bestellen van een on line service. Voor meer
informatie, zie uw afbeeldingen delen in Help.
Back-up maken en
herstellen
Een gebruiksvriendelijke tool die opties bevat voor het maken
van back-upschijven van al de afbeeldingen op uw computer
en voor het herstellen van afbeeldingen (ofwel van een backupschijf of van een automatisch gecreëerd digitaal negatief).
Knop Voorkeuren Gebruik deze knop voor het weergeven van een
dialoogvenster met opties voor het aanpassen van de HP
Image Zone, en voor het wijzigen van bepaalde
standaardinstellingen voor de tabbladen.
Knop Ga naar
Mijn afbeeldingen /
HP View
Gebruik deze knop om te wisselen tussen de software HP
Image Zone en de Microsoft directory Mijn afbeeldingen.
Door te klikken op Mijn afbeeldingen in het Startmenu, wordt
automatisch HP Image Zone geopend tenzij u deze knop
gebruikt om het uit te schakelen.
Voor meer informatie over het gebruik van de HP Image Zone, klikt u op de
koppeling Help in het besturingsvak van het programmavenster.
met geluid, foto’s en video werken
51
over de 7-in-1 geheugenkaartlezer
Digitale camera’s en andere apparaten voor digitale beeldverwerking gebruiken
geheugenkaarten, of media, om digitale fotobestanden op te slaan. De optionele
7-In-1 geheugenkaartlezer (enkel op bepaalde modellen) kan lezen van en
schrijven naar zes types geheugenkaarten en de IBM Microdrive-kaart.
De geheugenkaartlezer bevindt zich aan de voorkant van de computer of in het
compartiment aan de voorkant van de computer. Hij beschikt over twee of vier
horizontale kaartsleuven die geheugenkaarten accepteren en de microdrivekaartsleuf.
Kaart Lezer met
4 sleuven
CompactFlash™ type I Onderste sleuf links Bovenste sleuf
CompactFlash™ type II Onderste sleuf links Bovenste sleuf
IBM Microdrive-kaart Onderste sleuf links Bovenste sleuf
U kunt kaarten in een of meer sleuven tegelijk plaatsen en elke kaart afzonderlijk
inlezen. U kunt maar één kaart tegelijk in elke sleuf invoeren.
Lezer met
2 sleuven
Elke sleuf heeft een eigen stationsletter en een eigen pictogram. Als u een kaart
invoert, is op het label de eventuele titel van het medium te zien.
speciale opmerking over het hulpprogramma hardware
veilig verwijderen
VOORZICHTIG: Klik niet op Stoppen in het venster Hardware veilig
verwijderen terwijl een USB-apparaat voor massaopslag is
geselecteerd. Als u dit wel doet herkent het systeem de 7-In-1
geheugenkaartlezer niet meer. De computer herkent de lezer pas
weer nadat u de computer opnieuw heeft opgestart.
Klik op Sluiten als u per ongeluk het venster Harware veilig verwijderen opent.
52 gebruikershandleiding
Verwijder de kaart niet wanneer het lampje van
A Lampje In gebruik
B Bovenste sleuf links
C Onderste sleuf links
D Bovenste sleuf rechts
E Onderste sleuf rechts
de 7-in-1 geheugenkaartlezer gebruiken
OPMERKING: CompactFlash- en Microdrive-kaarten passen maar op één manier
en kunnen dus niet foutief worden ingevoerd. Plaats de kaart met de aansluiting
(gaten) in de sleuf.
Bij lezers met twee sleuven moeten Secure Digital-kaarten (SD),
MultiMediaCard-kaarten (MMC) en Memory Stick-kaarten (MS) ondersteboven
worden ingevoerd (gouden connectorstructuur aan de bovenzijde). Let op de
richting van de inkeping aan de hoek van de kaart.
1 Duw de kaart zo ver mogelijk in de sleuf. Het lampje (A) op de kaartlezer
brandt ten teken dat de kaart door de computer wordt gelezen.
2 Er wordt een venster geopend waarin u toegang krijgt tot de inhoud van de
kaart. U kunt bestanden van de kaart naar de computer kopiëren en vice
versa.
3 Als u klaar bent, klikt u met de rechtermuisknop op stationpictogram,
selecteer Uitwerpen, controleer dat het lampje van de kaartlezer brandt maar
niet knippert en verwijder de kaart. Als het lampje niet knippert, wordt de
kaart niet gelezen of beschreven.
WAARSCHUWING:
de kaartlezer knippert. Dit kan gegevensverlies tot gevolg hebben.
geheugenkaartlezer met 4 sleuven
A
B
C
D
E
Kaart Plaatsing Lezer met 4 sleuven
CompactFlash™ type I Aansluiting (gaten) C (links onder)
CompactFlash™ type II Aansluiting (gaten) C (links onder)
IBM Microdrive-kaart Aansluiting (gaten) C (links onder)
Secure Digitalgeheugenkaart (SD)
MultiMediaCard (MMC) Naar boven gericht D (rechts boven)
Memory Stick®geheugenkaart (MS)
SmartMedia™geheugenkaart (SM)
Naar boven gericht D (rechts boven)
Naar boven gericht E (rechts onder)
Naar boven gericht B (links boven)
met geluid, foto’s en video werken
53
A Lampje In gebruik
F Bovenste sleuf
G Onderste sleuf
geheugenkaartlezer met 2 sleuven
CompactFlash I/II
A
Kaart Plaatsing Lezer met 2 sleuven
CompactFlash™ type I Aansluiting (gaten) F (boven)
CompactFlash™ type II Aansluiting (gaten) F (boven)
IBM Microdrive-kaart Aansluiting (gaten) F (boven)
Secure Digitalgeheugenkaart (SD)
MultiMediaCard (MMC) Onderste boven (gouden
Memory Stick®geheugenkaart (MS)
SmartMedia™geheugenkaart (SM)
Onderste boven (gouden
connectorstructuur boven)
connectorstructuur boven)
Onderste boven (gouden
connectorstructuur boven)
Naar boven gericht G (onder)
G (onder)
G (onder)
G (onder)
F
G
54 gebruikershandleiding
uw cd-, dvd- en diskettestations
gebruiken
uw stationopties
Uw computer heeft één of meer van de volgende stations:
Station Wat doet het
Cd-rom Leest audio- en gegevens-cd-schijven
cd-rw of ”cd-schrijver” Leest en brandt audio- en gegevens-cd-schijven
Dvd-rom Leest audio- en gegevens-cd- en -dvd-schijven
dvd+rw/+r of ”dvdschrijver”
Combo-station Combineert de functies van twee stations in één. Er zijn twee
Diskettestation Leest van en schrijft naar een 3,5” diskette (floppy)
Leest en brandt audio- en gegevens-cd- en -dvd-schijven
versies:
• Een dvd-schrijver en een cd-rw-station
Of:
• Een dvd-rom-station en een cd-rw-station
c d ’s / d v d ’s b e h a n d e l e n
Volg onderstaande richtlijnen om beschadiging van cd’s te voorkomen:
• Plaats cd’s na gebruik terug in hun doosje.
• Pak de schijf alleen beet aan de randen of bij het gat in het midden.
• Raak de kant zonder label van de schijf (de kant zonder tekst) niet aan en leg
de schijf op die kant niet neer. Als u dit doet, kunnen er krassen op het
oppervlak van de cd komen.
• Bewaar cd’s bij kamertemperatuur.
cd’s en dvd’s plaatsen en verwijderen
VOORZICHTIG: Gebruik in uw stations enkel schijven in
standaardvorm. Het gebruik van schijven in niet-standaard vorm
zoals hartvormige of in de vorm van een visitekaartje, kan uw
station beschadigen.
met geluid, foto’s en video werken
55
A Uitwerpknop
B Klep
Een cd of dvd plaatsen:
1 Met uw computer ingeschakeld, drukt u op de knop Uitwerpen (A) naast het
station om de lade te openen.
A
A
OPMERKING: Op sommige computers bevindt het station zich achter een
B
klep (B) aan de voorkant van de computer.
2 Verwijder de cd of dvd uit het doosje en houd hem uitsluitend bij de
zijkanten vast.
3 Plaats de schijf voorzichtig in de lade met het opschrift naar boven.
OPMERKING: In geval van een dubbelzijdige dvd leest u de tekst rond het gat
in het midden van de schijf om te bepalen welke kant u wilt afspelen (A i.p.v.
B of Standaard i.p.v. WideScreen). Plaats de schijf in de lade met de kant die u
wilt afspelen naar boven.
56 gebruikershandleiding
4 Sluit de lade door:
• De lade zachtjes terug in de computer te duwen.
Of:
• Door te klikken op de knop openen/sluiten van het bedieningspaneel van
het programma (zoals MusicMatch Jukebox of Windows Media Player) dat
het station bestuurt.
Of:
• Door op de open/sluit-knop van de mediabediening of de uitwerpknop
(Eject) op het toetsenbord te drukken (enkel op bepaalde modellen).
Of:
• Door op uitwerptoets (Eject) op het station te drukken, indien deze
toegankelijk is.
Een cd of dvd verwijderen:
1 Met de computer ingeschakeld, opent u de schijflade door op de uitwerpknop
te drukken.
OPMERKING: U kunt de laden niet openen als de computer uitgeschakeld is.
2 Houd de schijf uitsluitend bij de rand of bij het gat in het midden vast en
neem hem uit de lade.
3 Plaats de schijf in het doosje.
4 Sluit de lade voorzichtig door deze in de computer te duwen.
het combo-station gebruiken
Het combo-station is alleen op bepaalde modellen beschikbaar. Het combineert
de functies van twee stations: een dvd+rw/+r-station (dvd-schrijver) in
combinatie met een cd-rw-station, dan wel een dvd-rom-station in combinatie
met een cd-rw-station.
diskettestation gebruiken
Het diskettestation (floppy) is slechts beschikbaar op bepaalde modellen. Als uw
computer geen diskettestation heeft, kunt u aan het chassis geen intern station
toevoegen. In de plaats daarvan moet u een extern USB-diskettestation of een
ander extern opslagapparaat kopen dat beantwoordt aan uw noden.
Als uw computer een diskettestation heeft (enkel op bepaalde modellen), kunt u
een 3,5” diskette (floppy) gebruiken om bestanden op te slaan:
1 Zorg dat het ronde metalen schijfje van de diskette zich aan de onderzijde
bevindt en dat de pijl aan de bovenzijde in de richting van het station wijst.
2 Plaats de diskette zachtjes tot aan het vergrendelingspunt in het station.
3 U kunt bestanden van de diskette naar de computer kopiëren en vice versa.
Raadpleeg het deel Windows Explorer of Windows Help voor instructies over
het kopiëren van bestanden naar en van een diskette.
met geluid, foto’s en video werken
57
4 Als u klaar bent om de diskette te verwijderen, controleert u of het lampje op
het station uit is. Dit geeft aan dat de computer niet naar de diskette aan het
schrijven is.
5 Druk op de uitwerptoets (Eject) op de computer om de diskette te
verwijderen. Verwijder de diskette uit het station voordat u de computer
uitschakelt.
VOORZICHTIG: Als u een diskette verwijdert terwijl het
diskettestation nog aan het lezen of schrijven is, kan de diskette of
de informatie op de diskette beschadigd raken.
cd’s en dvd’s afspelen
U computer wordt geleverd met software waarmee u:
• Muziek-cd’s kunt spelen via ofwel MusicMatch Jukebox (enkel op bepaalde
modellen) op pagina 58 of Windows Media Player op pagina 59.
• Dvd’s kunt afspelen via ofwel Windows Media Player op pagina 59 of
InterVideo WinDVD Player (enkel op bepaalde modellen) op pagina 60.
• Video-cd’s kunt afspelen op pagina 62.
muziek-cd’s afspelen met musicmatch jukebox
Met MusicMatch Jukebox kunt u:
• Muziek-cd’s spelen.
• Digitale muziekbestanden opnemen op uw vaste schijf.
• Muziek-cd’s maken door uw cd-rw-station te gebruiken.
• Uw digitale muziek organiseren in bibliotheken.
• Muziek beluisteren via het Internet.
Als u tijdens het spelen van een muziek-cd met het Internet verbonden bent,
doorzoekt MusicMatch Jukebox een cd-database op het internet, geeft het
vervolgens nummers weer in het gedeelte Playlist (Speellijst) en begint het met
het afspelen van de cd. Wanneer u de cd de volgende keer weer speelt, hoeft u
niet met het Internet verbonden te zijn — MusicMatch Jukebox heeft de namen
van de nummers opgeslagen.
Ga als volgt te werk om een muziek-cd te spelen:
1 Plaats de muziek-cd in het cd-station.
• Het venster van MusicMatch Jukebox wordt geopend. Als het venster
Audio cd wizard opent, selecteert u MusicMatch Jukebox uit de lijst. U
moet misschien naar beneden schuiven om MusicMatch weer te geven.
Of:
• Als het venster MusicMatch niet automatisch wordt geopend, klik dan op
Start op de taakbalk, kies Alle programma’s, kies MusicMatch en kies
vervolgens MusicMatch Jukebox.
58 gebruikershandleiding
2 Voor het afspelen, stoppen, enzovoorts van de cd in het station klikt u op het
cd-tabblad boven in het venster MusicMatch Jukebox. Als u een bepaald
nummer wilt spelen, dubbelklikt u op de titel of nummer van het lied in de
Playlist (Speellijst). U kunt de cd ook bedienen via de afspeeltoetsen van de
mediaspeler op het toetsenbord (enkel op bepaalde modellen).
Voor meer informatie over deze software, klik op het menu Help in de
menubalk van MusicMatch Jukebox.
cd’s en dvd’s afspelen met windows media player
U kunt audio-cd’s of film-dvd’s afspelen met deze software. Uw computer moet
een dvd-station hebben om dvd-films te kunnen afspelen. U kunt de Windows
Media Player gebruiken om:
• Digitale muziekbestanden op te nemen op uw vaste schijf.
• Muziek-cd’s te maken d.m.v. uw cd-rw-station (enkel op bepaalde modellen)
of dvd+rw/+r-station (enkel op bepaalde modellen).
• Uw digitale muziek te organiseren in bibliotheken.
• Naar muziek te luisteren of een muziekvideo te bekijken op het Internet.
• Dvd-films af te spelen (als uw computer een dvd-station heeft).
Een muziek-cd afspelen:
1 Plaats de muziek-cd in het cd-station.
• Nu verschijnt het venster Windows Media Player. Als het venster Audio cd
wizard opent, selecteert u Windows Media Player uit de lijst. U moet
misschien naar beneden schuiven om Windows Media Player weer te
geven.
Of:
• Als het venster Windows Media Player niet automatisch wordt geopend,
klik dan op Start op de taakbalk, kies Alle programma’s en kies vervolgens
Windows Media Player.
2 Voor het afspelen van de cd in het station klikt u op de knoppen in het
venster Windows Media Player. Als u een bepaald nummer wilt spelen,
dubbelklikt u op de titel of nummer van het lied in de Playlist (Speellijst). U
kunt de cd ook bedienen via de afspeeltoetsen van de mediaspeler op het
toetsenbord (enkel op bepaalde modellen).
3 Als u klikt op de functies Media Guide of Radio-tuner, verbindt de Windows
Media Player u met het Internet en verkrijgt u informatie over cd-selecties of
streaming radiostations.
Raadpleeg voor meer informatie over deze software de on line Help van het
programma Windows Media Player: Klik op het menu Help in de menubalk van
de Windows Media Player. Indien nodig, geeft u eerst de menubalk weer door te
klikken op de pijltoets omhoog in de linkerhoek van het venster Windows
Media Player.
met geluid, foto’s en video werken
59
dvd-films afspelen met intervideo windvd player
dvd termen
Titel: Elke dvd kan een
of meer titels bevatten.
Op de meeste dvd’s
staat slechts één film van
volledige lengte, maar
sommige dvd’s bevatten
verschillende kortere
films waarbij elke film
een aparte titel heeft.
Hoofdstuk: Elke titel is
verdeeld in meerdere
hoofdstukken. Een
hoofdstuk is een
bepaald gedeelte of een
bepaalde scène in de
film. Tijdens het bekijken
van een film op dvd kunt
u naar het volgende of
vorige hoofdstuk van de
film of naar een ander
willekeurig hoofdstuk
gaan.
Frame: Een enkele
afbeelding in een film
heet een frame.
A Configuratiescherm
B Video-venster
Het InterVideo WinDVD Player programma gebruikt een dvd-station (enkel op
bepaalde modellen) om software te draaien van cd’s of dvd’s, muziek-cd’s te
spelen, en dvd-films te spelen.
U kunt ook de Windows Media Player en een dvd-station gebruiken om dvdfilms af te spelen; raadpleeg ”cd’s en dvd’s afspelen met windows media player”
op pagina 59.
OPMERKING: Het afspelen van dvd-films wordt over het algemeen beperkt tot
bepaalde regio’s/landen van de wereld. Voor informatie hierover, zie ”land/regiocodes gebruiken” op pagina 61.
Om InterVideo WinDVD Player te starten:
1 Plaats de schijf in het dvd-station.
OPMERKING: In geval van een dubbelzijdige dvd leest u de tekst rond het gat
in het midden van de schijf om te bepalen welke kant u wilt afspelen (A i.p.v.
B of Standaard i.p.v. WideScreen). Plaats de schijf in de lade met de kant die u
wilt afspelen naar boven.
2 Sluit de lade voorzichtig door deze in de computer te duwen.
De film wordt afgespeeld in een venster waarvan u de grootte kunt wijzigen
en tevens wordt het WinDVD-bedieningspaneel weergegeven.
Of:
Als het programma niet automatisch opengaat:
1 Klik op Start.
2 Ga naar Alle programma’s.
3 Kies Video.
4 Kies InterVideo WinDVD Player.
5 Klik op InterVideo WinDVD 4.
60 gebruikershandleiding
Wellicht verdient het aanbeveling om WinDVD te starten en de instellingen te
veranderen alvorens een film te starten. Ga als volgt te werk om WinDVD te
starten terwijl er geen schijf in het station is:
1 Klik op Start op de taakbalk.
2 Ga naar Alle programma’s.
3 Kies Video.
4 Klik op InterVideo WinDVD Player.
5 Klik op InterVideo WinDVD 4.
Het venster en het bedieningspaneel van WinDVD worden weergegeven.
OPMERKING: Als u een film of volledig scherm afspeelt en het bedieningspaneel
van WinDVD verborgen is, kunt u dit weer weergeven door gelijk waar in het
videovenster te klikken.
Het WinDVD-bedieningspaneel gebruiken
• Als u wilt weten waartoe een bepaalde knop dient, plaatst u de muiscursor op
die knop. Er verschijnt dan een beschrijving van de knop op het scherm.
• Om het WinDVD-bedieningspaneel te verplaatsen plaatst u de muiscursor op
het paneel (maar niet op een knop) en versleept u het naar de gewenste
plaats.
• Om de grootte van het venster aan te passen (wanneer het niet het volledige
scherm in beslag neemt) plaatst u de muiscursor op een van de hoeken van
het venster en versleept u de rand.
Of:
Klik op de knop Volledig scherm in de rechter bovenhoek van het
WinDVD-bedieningspaneel.
• Raadpleeg voor informatie over de InterVideo WinDVD-software de on line
Help van het programma door te klikken op het pictogram ? (vraagteken) in
het bedieningspaneel van WinDVD.
land-/regiocodes gebruiken
De meeste dvd-schijven hebben land-/regiocodes ingebed in de schijfgegevens
die beperken waar de dvd-film kan worden afgespeeld.
met geluid, foto’s en video werken
61
De zes hoofdlanden/
regio’s voor dvd’s zijn:
• Land/Regio 1:
Noord-Amerika
• Land/Regio 2: Japan,
Europa, MiddenOosten, Zuid-Afrika
• Land/Regio 3:
Zuidoost Azië
• Land/Regio 4:
Australië, NieuwZeeland, Mexico,
Centraal- en ZuidAmerika
• Land/Regio 5:
Noordwest Azië,
Noord-Afrika
• Land/Regio 6: China
Het land-/regionummer wordt meestal geplaatst over een wereldbol die
afgedrukt is op de verpakking van de dvd en de schijf. Dvd’s zonder land-/
regiocodes kunnen op elke speler of station in elk land/regio afgespeeld
worden.
WAARSCHUWING: U kunt landen/regio’s slechts vijfmaal wijzigen
voor de land-/regiocode wordt vergrendeld en permanent wordt
ingesteld. Eens de code zich vergrendeld heeft, kunt u slechts dvd’s
uit dat land/regio afspelen. Als de land-/regiocode zich vergrendelt
en u help nodig hebt, moet u Support contacteren.
WinDVD is niet vooraf ingesteld voor een bepaald land/regio. De land-/
regiocode van de eerste dvd-film die u speelt, wordt gebruikt voor het instellen
van uw dvd-land/-regio.
Als u bijvoorbeeld een dvd afspeelt met een code voor land/regio 1, wordt de
huidige land-/regiocode voor uw speler ingesteld op 1. Als u later een dvd
speelt die voor een ander land/regio gecodeerd is, zal WinDVD u vragen of u
het nieuwe land/regio als het huidige land/regio wilt instellen.
video-cd’s afspelen
U kunt MPEG-video’s (Motion Picture Experts Group) afspelen. Deze MPEG-1
bestanden hebben de extensie .dat of .mpg.
U plaatst de video-cd in het cd- of dvd-station en speelt de video af met het
programma Windows Media Player of InterVideo WinDVD Player. Raadpleeg
”cd’s en dvd’s afspelen met windows media player” op pagina 59, of ”dvd-films
afspelen met intervideo windvd player” op pagina 60.
OPMERKING: Het programma InterVideo WinDVD Player wordt alleen
geleverd bij computermodellen die zijn voorzien van een dvd-station.
62 gebruikershandleiding
Als u een tweetalige video-cd afspeelt, kiest u welke taal u wilt horen of speelt u
beide talen tegelijk af. Het geluid van de eerste taal komt uit het linkerkanaal
(luidspreker) en dat van de tweede taal uit het rechterkanaal. U selecteert de taal
door de balans van het luidsprekervolume aan te passen zodat u het geluid via
één kanaal hoort. Nadat u de video-cd heeft afgespeeld en het geluid weer uit
beide luidsprekers wilt horen, zet u de balansknop terug in het midden.
U selecteert als volgt een taal in InterVideo WinDVD Player:
1 Plaats de video-cd in het cd- of dvd-station.
2 Klik op Start, kies Alle programma’s, Video kies InterVideo WinDVD
Player en klik op InterVideo WinDVD 4. Het WinDVD-bedieningspaneel
wordt geopend en de video-cd wordt afgespeeld.
3 Dubbelklik op het pictogram Volume op de Taakbalk.
4 Verplaats de schuifregelaar onder Volumeregeling balans helemaal naar
rechts of naar links, afhankelijk van de taal die u wilt afspelen.
5 Sluit het venster Volumeregeling.
Als u na het afspelen van de video-cd weer geluid uit beide luidsprekers wilt
horen, dubbelklikt u op het pictogram Volume in het systeemvak en verschuift
u de balansschuifregelaar naar het midden.
U selecteert als volgt een taal in Windows Media Player:
1 Plaats de video-cd in het cd- of dvd-station.
2 Klik op Start, kies Alle programma’s en klik op Windows Media Player. Nu
verschijnt het venster Windows Media Player.
3 Klik op Bestand op de menubalk bovenaan en klik vervolgens op Openen.
(Als u de menubalk niet ziet, klikt u op de kleine cirkel met de pijltoetsen
omhoog/omlaag in de linkerbovenhoek van het hoofdvenster.)
4 Klik op de pijl-omlaag naast het venster Zoek in en selecteer het station waarin
de video-cd zich bevindt.
5 Dubbelklik op de map MPEGAV. Als de map leeg is, selecteert u Alle
bestanden (*.*) in de keuzelijst Bestandstypen.
6 Selecteer het videobestand en klik vervolgens op Openen. De video-cd begint
met afspelen.
7 Dubbelklik op het pictogram Volume op de Taakbalk.
8 Verplaats de schuifregelaar onder Volumeregeling balans helemaal naar
rechts of naar links, afhankelijk van de taal die u wilt afspelen.
9 Sluit het venster Volumeregeling.
Als u na het afspelen van de video-cd weer geluid uit beide luidsprekers wilt
horen, dubbelklikt u op het pictogram Volume in het systeemvak en verschuift
u de balansschuifregelaar naar het midden.
cd’s maken (branden) met recordnow!
OPMERKING: HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent
geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor
andere doeleinden dan deze toegestaan door het nationale auteursrecht.
Als uw computer een cd-rw- of dvd-schrijver heeft (enkel op bepaalde
modellen), heeft uw computer opnamesoftware en u kunt uw eigen muziek- of
gegevens-cd’s maken.
Het gebruik van cd-r’s wordt aanbevolen als u deze wilt gebruiken in een cdspeler of in een cd-rom-, cd-rw-, dvd-rom- of dvd+rw/+r-station. Cd-r-schijven
zijn compatibel met meer spelers dan cd-rw-schijven.
OPMERKING: Raadpleeg voor informatie over schrijven op cd’s het menu Help
van het programma RecordNow!
met geluid, foto’s en video werken
63
aan de slag met recordnow!
OPMERKING: Het cd-rw- of dvd-schrijfstation is alleen op bepaalde modellen
beschikbaar.
1 Klik op Start in de taakbalk.
2 Ga naar Alle programma’s.
3 Kies CD (DVD) Recorder.
4 Klik op RecordNow!, en vervolgens opnieuw op RecordNow!
OPMERKING: Eerder opgenomen bestanden op cd-rw-schijven moeten
verwijderd worden voor het opnemen van muziekbestanden. Bestanden op
cd-r-schijven kunnen niet worden gewist.
5 Als u een schijf moet wissen (cd-rw, dvd+rw, dvd+r): plaats de schijf, klik op
het tabblad Data Projects (Gegevensprojecten) boven aan het venster
RecordNow! en klik op EraseDisc (Schijf wissen) om eerder opgenomen
bestanden van de schijf te wissen.
Ga verder met de stappen onder ”een muziek-cd maken” op pagina 64 of
”een gegevens-cd maken” op pagina 65.
een muziek-cd maken
RecordNow! maakt muziek-cd’s als gesloten sessie-cd’s. Dit betekent dat u alle
muziekbestanden in één opnamesessie moet vastleggen. Op herschrijfbare cdrw-schijven kunt u steeds opnieuw muziekbestanden opnemen, maar moet u
wel alle eerder opgenomen bestanden eerst wissen. Bestanden op cd-r-schijven
kunnen niet worden gewist. Zie ”aan de slag met recordnow!” op pagina 64.
64 gebruikershandleiding
OPMERKING: Cd-r-schijven kunt u afspelen in de meeste geluidsinstallaties
voor thuis of in de auto. Cd-rw-schijven kunnen alleen worden afgespeeld in
sommige geluidsinstallaties.
Om een cd-r- of cd-rw-schijf op te nemen
1 Open RecordNow!, en wis de cd-rw-schijf indien nodig; zie ”aan de slag met
recordnow!” op pagina 64.
2 Klik op het tabblad Audioprojecten boven aan het venster RecordNow!
3 Klik op een projectoptie:
• Audio-cd voor weergave in de auto of thuis
• Exacte kopie
• Jukebox CD
4 Volg de instructies op het scherm om het opnemen van de muziek-cd te
voltooien.
een gegevens-cd maken
Gebruik RecordNow! om een gegevensschijf te kopiëren om of persoonlijke
gegevensbestanden van uw vaste schijf te kopiëren. Plaats een blanco schijf of
één waar nog ruimte op is om naar te kopiëren.
Ga als volgt te werk om een gegevens-cd te maken:
1 Open RecordNow! en verwijder indien nodig alle bestanden van de schijf; zie
”aan de slag met recordnow!” op pagina 64.
2 Klik op het tabblad Gegevensprojecten boven aan het venster RecordNow!
3 Klik op een projectoptie:
• Gegevensschijf
• Exacte kopie
• Schijf wissen
4 Volg de aanwijzingen op het scherm om te voltooien.
U kunt tijdens een latere opnamesessie nieuwe gegevensbestanden aan een
cd-r- of cd-rw-schijf toevoegen, als de schijfruimte dit toelaat. U kunt eerder
opgenomen bestanden die op de cd-rw-schijf dezelfde naam hebben, bijwerken.
muziek-cd’s maken (branden) met
windows media player
OPMERKING: HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent
geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor
andere doeleinden dan deze toegestaan door het nationale auteursrecht.
Uw computer heeft opnamesoftware met de naam Windows Media Player U
kopieert of downloadt muziek naar de Windows Media Player Media Library en
vervolgens kunt u de muziekbestanden organiseren of kopiëren. U kunt
Windows Media-bestanden kopiëren met de extensie .wma, .mp3-bestanden, of
.wav-bestanden naar een cd d.m.v. een cd-rw-station of een dvd-schijfstation. U
kunt de Windows Media Player ook gebruiken om muziekbestanden te kopiëren
naar een draagbaar apparaat of geheugenkaart.
Het gebruik van cd-r’s wordt aanbevolen als u deze wilt gebruiken in een cdspeler of in een cd-rom-, cd-rw-, dvd-rom- of dvd+rw/+r-station. Cd-r-schijven
zijn compatibel met meer spelers dan cd-rw-schijven.
Om een muziek-cd te maken met Windows Media Player:
1 Klik op Start op de taakbalk, kies Alle programma’s en klik op Windows
Media Player.
2 Klik op Naar cd of apparaat kopiëren.
3 Volg de instructies op het scherm om muziekbestanden en de cd of het
apparaat te selecteren.
met geluid, foto’s en video werken
65
Raadpleeg voor meer informatie over deze software de on line Help van het
programma Windows Media Player: Klik op het menu Help in de menubalk van
de Windows Media Player. Indien nodig, geeft u eerst de menubalk weer door te
klikken op de pijltoets omhoog in de linkerhoek van het venster Windows
Media Player.
gegevens-cd’s maken (branden) met het
programma windows xp
Uw computer heeft brandsoftware om gegevensbestanden te branden, zoals
tekstbestanden of digitale afbeeldingen, op cd’s.
1 Klik op Start op de taakbalk en kies Mijn documenten of de map met de
bestanden die u wilt kopiëren.
2 Selecteer het bestand of de bestanden die u wilt kopiëren.
3 Klik op Naar cd kopiëren in de lijst Taken.
4 Klik op Deze computer in de lijst Andere locaties en dubbelklik vervolgens op
het station dat u wilt gebruiken.
5 Plaats een blanco schijf in het station.
6 Klik op Deze bestanden op cd zetten in de lijst Taken voor beschrijfbare cd’s.
Het venster Wizard cd branden verschijnt.
7 Klik op Volgende.
8 Klik op Voltooien.
dvd’s maken (branden) met de
dvd schrijver
De dvd-schrijver (enkel op bepaalde modellen) speelt dvd-films en muziek-cd’s,
leest gegevens-cd’s en -dvd’s, en schrijft (brandt) bestanden naar dvd+rw-,
dvd+r-, cd-r-, en cd-rw-schijven.
OPMERKING: Er zijn twee soorten dvd-schijven: Dvd+rw/+r en dvd-r/-rw.
Dvd-r- en dvd-rw-schijven werken niet in de dvd-schrijver.
Voor stappen om een film te bekijken, zie ”dvd-films afspelen met intervideo
windvd player” op pagina 60.
De handleiding voor dit station is afgedrukt en is meegeleverd in de
computerdoos (alleen bij bepaalde modellen).
66 gebruikershandleiding
een tv als een monitor gebruiken
De computer wordt mogelijk geleverd met een tv-uitgang (enkel op bepaalde
modellen), wat betekent dat u de computer kunt aansluiten op een televisie om
de computerbeelden weer te geven. Met de TV-out-voorziening, kunt u via de
televisie computerbeelden weergeven, dvd-films bekijken (als u een dvd-speler
hebt) of spelletjes spelen.
benodigde kabels
Voor het aansluiten van een televisie op de computer heeft u waarschijnlijk een
videokabel en een audiokabel nodig (niet bijgeleverd, afzonderlijk kopen). Het
soort videokabel dat u nodig hebt is afhankelijk van uw tv:
• Als de televisie een S-video-aansluiting heeft, gebruikt u een S-videokabel.
• Als de televisie een aansluiting voor samengestelde video heeft, heeft u een
kabel voor samengestelde videosignalen nodig en mogelijk een S-videoadapterkabel.
op een televisie aansluiten
Om uw tv als een computerscherm te gebruiken:
A S-videokabel
B Achterzijde computer
C S-video-aansluiting
1 Schakel de pc uit.
2 Sluit de televisiekabel aan op een van de volgende manieren. Dit is
afhankelijk van de aansluitingen op de televisie:
• Als de televisie over een S-video-aansluiting beschikt, sluit u de
S-videokabel van de S-video-ingang van de televisie aan op de
S-video-aansluiting op de achterkant van de computer.
C
A
B
met geluid, foto’s en video werken
67
A Kabel voor
samengestelde
videosignalen
B Achterzijde computer
C Aansluiting voor
composietvideo
• Als de televisie en de computer over een aansluiting voor samengestelde
videosignalen beschikken, sluit u de kabel voor samengestelde
videosignalen van de video-ingang van de televisie aan op de aansluiting
voor samengestelde videosignalen op de achterkant van de computer.
B
A
C
A Kabel voor
samengestelde
videosignalen
B S-video-adapterkabel
C Achterzijde computer
D S-video-aansluiting
• Als de televisie een aansluiting voor samengestelde video heeft en de
computer alleen een S-video-aansluiting, sluit u een kabel voor
samengestelde videosignalen aan op de video-ingang op de televisie en op
een S-video-adapterkabel. Sluit de S-video-adapterkabel aan op de S-videoaansluiting op de achterkant van de computer.
D
C
A
OPMERKING: U hebt de S-video-adapterkabel enkel nodig als er geen
aansluiting voor een samengesteld videosignaal is op de achterkant van de
computer.
3 Als u het geluid wilt horen via de televisie en niet via de computer, sluit u een
audiokabel aan op de audio-ingang (Line In) op de televisie en op de Audio
Out-aansluiting (groene connector) op de achterkant van de computer.
B
68 gebruikershandleiding
het computerbeeld weergeven op uw tv-scherm
OPMERKING: Het type videokaart in de computer bepaalt hoe de computer de
TV-out-optie verwerkt. Sommige opties en menu’s in deze procedure wijken
mogelijk af voor uw computer.
1 Controleer of de video- en audiokabels zijn aangesloten voordat u de televisie
en de computer aanzet.
2 Zet de tv aan. Druk op de knop video/TV op uw afstandsbediening om de
video-instelling te selecteren en niet de tv-instelling.
3 Schakel de computer in.
4 Wanneer het bureaublad van Windows verschijnt, klikt u met de
rechtermuisknop in een leeg gedeelte van het bureaublad en kiest u
Eigenschappen.
5 Klik op het tabblad Instellingen.
6 Klik op de knop Geavanceerd.
7 Klik op de tab nView, indien deze aanwezig is, en selecteer Klonen onder
nView weergavemodus als u de computerbeelden tegelijkertijd op de
computermonitor en de televisie wilt weergeven.
OPMERKING: U kunt de computerbeelden ook alleen op de televisie bekijken.
Klik terwijl Standaard [Dualview] is geselecteerd onder nView
weergavemodus, op de knop Apparaatinstellingen, kies Uitvoerapparaat selecteren en selecteer vervolgens de tv-optie.
8 Klik op de knop OK en nogmaals op OK.
9 Als de computerbeelden op de televisie verschijnen, klikt u op Ja om de
instelling op te slaan. U hebt 15 seconden om de nieuwe instelling te
accepteren voor ze terugkeert naar de vorige instelling.
OPMERKING: Op sommige computermodellen kunnen meerdere schermen
(CRT-monitor, flatpanel-monitor, televisie, enzovoort) worden aangesloten.
Druk op Alt+F5 om het bureaublad van de computer meteen op een ander
apparaat weer te geven. (Druk tegelijkertijd op de Alt-toets en de F5-toets op het
toetsenbord.) Elke keer dat u op de toetscombinatie Alt+F5 drukt, wordt het
bureaublad van de computer op het volgende apparaat weergegeven. Als
Alt+F5 niet werkt, start u de computer opnieuw op en probeert u het nogmaals.
met geluid, foto’s en video werken
69
de tv-optie uitschakelen
Na het loskoppelen van de computer van de televisie kan het zijn dat u de optie
tv moet uitschakelen voordat de computermonitor terugkeert naar de
oorspronkelijke resolutie.
1 Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het scherm en klik op
Eigenschappen.
2 Klik op het tabblad Instellingen.
3 Klik op de knop Geavanceerd.
4 Klik op de tab nView, indien beschikbaar, klik op nView weergavemodus in de
linkse lijst, en selecteer de optie Standaard [Dualview].
VOORZICHTIG: Als u de computerbeelden alleen op de televisie
heeft weergegeven, doet u het volgende: Klik terwijl Standaard
[Dualview] is geselecteerd onder nView weergavemodus, op de
knop Apparaatinstellingen, kies Uitvoerapparaat selecteren en
selecteer vervolgens de optie Analoge weergave.
5 Klik op de knop OK en nogmaals op OK.
6 Als de computerbeelden op de monitor verschijnen, klikt u op Ja om de
instelling op te slaan. U hebt 15 seconden om de nieuwe instelling te
accepteren voor ze terugkeert naar de vorige instelling.
de tv loskoppelen
1 De tv-optie uitschakelen. Zie de vorige procedure.
2 Schakel de televisie en de computer uit.
3 Verwijder de videokabel van de tv en de pc.
4 Verwijder de audiokabel van de tv en de pc.
5 Sluit de luidsprekerkabel van de computer opnieuw aan op de Line Out-
aansluiting (limoengroene aansluiting) op de achterkant van de computer.
uw multifunctioneel opbergvak gebruiken
Uw computer heeft mogelijk een multifunctioneel opbergvak (alleen bepaalde
modellen) boven op het computerchassis. U kunt het gebruiken om:
• Cd’s en dvd’s of geheugenkaarten op te bergen.
• Een randapparaat in het vak te docken, bijvoorbeeld een digitale camera in
een docking station.
• Een randapparaat boven op het chassis te plaatsen.
• Het speciale deksel en het DockSpot camera station (afzonderlijk verkocht) te
installeren.
70 gebruikershandleiding
Het vak is zo ontworpen dat u een apparaat kunt plaatsen en de USB- of
FireWire (IEEE 1394)-gegevenskabel en het netsnoer voor het apparaat onder het
bovenste paneel door naar de connectors aan de achterkant van de computer
kunt leiden.
Uw computer ziet er mogelijk anders uit dan de hieronder afgebeelde modellen.
De componenten, de locatie van de aansluiting, het type en het nummer
verschillen per model.
cd’s, dvd’s of geheugen opbergen
Als u cd’s en dvd’s wilt opbergen, opent u de klep (A) en zet u voorzichtig de
twee gedeelten van de as omhoog (B). U kunt tot 10 schijven opbergen.
Om geheugenkaarten op te bergen, opent u de klep en indien nodig zet u de
twee gedeelten van de as naar omlaag (A).
A
B
een randapparaat docken
U gebruikt het multifunctionele opbergvak als volgt voor het aansluiten van een
randapparaat:
1 Open de klep van het vak (A). Houd de klep aan beide zijden vast bij de
scharnieren, til de klep op en schuif deze naar de achterkant van het chassis
(C). Til de klep voorzichtig uit de computer.
2 Leid de kabels door de kabeltunnelopening aan de achterzijde van het vak
(D). Sluit de gegevens- en stroomkabels aan op het randapparaat en plaats het
randapparaat in het vak.
met geluid, foto’s en video werken
71
3 Sluit de gegevenskabel aan op de USB- of FireWire-connector (IEEE 1394) aan
de achterzijde van de computer. Steek de stekker van de voedingskabel voor
het randapparaat in een stopcontact.
C
D
een randapparaat boven op het opbergvak
plaatsen
U gebruikt het bovenste gedeelte van het chassis als volgt voor het plaatsen van
een randapparaat:
1 Open de klep van het vak (A). Houd de klep aan beide zijden vast bij de
scharnieren, til de klep op en schuif deze naar de achterkant van het chassis
(C). Til de klep voorzichtig uit de computer.
2 Pak het nokje (T) vast en trek dit uit naar de voorkant van het chassis (E).
Plaats het nokje in het daarvoor bestemde opbergvakje naast de as (F).
3 Haal de gegevens- en voedingskabels voor het apparaat door de opening voor
de kabeltunnel aan de achterkant van het vak. Plaats de kabels in de opening
van het nokje en breng de klep weer aan. Sluit de klep.
72 gebruikershandleiding
4 Sluit de kabels aan op het apparaat en zet dit boven op het chassis (G). Sluit
de gegevenskabel aan op de USB- of FireWire-connector (IEEE 1394) aan de
achterzijde van de computer. Steek de stekker van de voedingskabel voor het
randapparaat in een stopcontact.
E
T
F
G
het optionele camerastation op bovenkant pc
gebruiken
Uw computerchassis kan de optionele camerastationfunctie bevatten. Met deze
functie kunt u een speciale klep van het opbergvak op het chassis installeren
voor gebruik met het DockSpot camerastation (afzonderlijk verkocht). De
DockSpot bevat instructies en kabels.
Hierna wordt beschreven hoe:
• De speciale klep te installeren op uw computerchassis.
• De camerahouder (geleverd bij de camera) te assembleren en op de DockSpot
te plaatsen.
• De DockSpot in het chassisvak te plaatsen en de kabels te leiden.
• De camera te plaatsen.
1 Open de klep van het vak (A op pagina 71). Houd de klep aan beide zijden
vast bij de scharnieren, til de klep op en schuif deze naar de achterkant van
het chassis (C op pagina 72). Til de klep voorzichtig uit de computer.
Om het eenvoudiger te maken om de kabels in te voeren tijdens stap 3, grijp
het lipje (T) en trek het naar de voorzijde van het chassis (E op pagina 73).
Plaats het lipje terug als de kabels geleid zijn.
met geluid, foto’s en video werken
73
2 Plaats de camerahouder (H) (bij camera geleverd) op de DockSpot (J).
3 Plaats de DockSpot in het vakje. Leid de gegevenskabels (K en L) en netkabel
(M) door de kabeltunnelopening aan de achterzijde van het vak en verbind ze
met de DockSpot.
T
L
K
H
J
M
hp dvd writer & cd-writer
expansion / bay
0xxx
00
pavilion 0
hp
4 Om de nieuwe klep voor te bereiden, duwt u de twee zwarte stippen aan de
binnenkant om het invoergedeelte van de klep vrij te maken en verplaatst u
het invoergedeelte naar omhoog en uit de klep (N).
N
74 gebruikershandleiding
5 Plaats de nieuwe klep aan de klepscharnieren (P). Sluit de klep over de
DockSpot.
P
hp dvd writer & cd-writer
expansion / bay
x
0xx
avilion 000
p
hp
6 Sluit de kabels van de DockSpot aan:
• Steek de USB-kabel (K) in de achterzijde van de computer.
• Steek de rode en gele connectors (L) in een tv als u de camerabeelden op
een tv wilt weergeven.
• Steek de stekker van de voedingskabel (M) in een stopcontact.
7 Plaats de camera: Houd de camera over de houder (R) met het kijkvenster
naar de voorzijde van de computer en laat de camera in de houder zakken.
R
riter
-w
riter & cd
hp dvd w
expansion / bay
x
x
x
0
0
0
0
n
lio
vi
a
p
p
h
met geluid, foto’s en video werken
75
76 gebruikershandleiding
uw computer onderhouden
uw computer beschermen tegen
stroomstoten
Stroomstoten, bijvoorbeeld spanningspieken, stroomdefecten of
stroomonderbrekingen kunnen softwareproblemen veroorzaken.
Symptomen van spanningspieken zijn een flikkerend scherm, onverwacht
opnieuw opstarten of een systeem dat niet meer reageert op uw opdrachten. Een
spanningspiek kan soms bestanden beschadigen of vernietigen. Daarom moet u:
• Regelmatig back-ups nemen van uw gegevensbestanden.
En
• Schade door spanningspieken voorkomen door een stroomstootbeveilger
voor computers te installeren tussen het stopcontact en het netsnoer van de
computer.
antivirusprogramma’s gebruiken
HP levert een antivirusprogramma om uw pc te beveiligen (alleen op bepaalde
modellen).
Computervirussen kunnen de informatie op de vaste schijf beschadigen of
vernietigen. Bestanden met virussen ontvangt u mogelijk op een van de
volgende manieren:
• e-mailbericht of bijlage;
• bestanden die u van Internet hebt gedownload;
• diskette;
• cd of dvd.
Sommige virussen worden onmiddellijk actief, andere pas wanneer u een
bepaald bestand opent of wanneer een bepaalde datum bereikt wordt. Nieuwe
virussen worden continu ontwikkeld.
uw computer onderhouden
77
Het antivirusprogramma op uw computer heeft vooraf ingestelde opties die uw
computer beveiligen. Nadat u het antivirusprogramma geactiveerd hebt,
controleert het uw computerbestanden op virussen.
Na aankoop van de computer levert de fabrikant van het antivirusprogramma
gedurende een proefperiode gratis updates via uw Internet-verbinding. Na
afloop van de gratis proefperiode kunt u een abonnement nemen op deze
updates.
U kunt de computer beschermen door de volgende voorzorgsmaatregelen te
nemen:
• Open nooit ongevraagde e-mailberichten van onbekende herkomst.
• Download alleen bestanden van locaties die u als veilig beschouwt.
• Scan alle documenten op de aanwezigheid van virussen voordat u ze opent.
• Zorg dat u altijd over de nieuwste versie van uw antivirusprogramma
beschikt.
Als een programma of het besturingssysteem beschadigd is geraakt, moet u de
software opnieuw installeren. Raadpleeg ”toepassingherstel en systeemherstel
gebruiken” op pagina 93 voor bijzonderheden.
de beschikbare ruimte op de vaste schijf
vergroten
De computer wordt geleverd met een vaste schijf. Afhankelijk van uw model
bedraagt de totale ruimte op de vaste schijf 20 gigabytes (GB) tot meer dan
250 GB.
De computer wordt geleverd met vooraf geïnstalleerde softwareprogramma’s en
een partitie op de vaste schijf die een bepaalde hoeveelheid ruimte op die vaste
schijf in beslag neemt. Raadpleeg ”de herstelwerkset cd gebruiken” op pagina 98
voor meer informatie over het beschikbaar maken van schijfruimte.
onbeschikbare vaste schijfruimte
De vooraf geïnstalleerde softwareprogramma’s en een partitie op de vaste schijf
nemen een bepaalde hoeveelheid ruimte op die vaste schijf in beslag.
OPMERKING: De systeemherstelkopie bevindt zich op een herstelpartitie op de
vaste schijf. Deze schijfruimte is niet beschikbaar voor gebruik.
Deze partitie:
• Bevat een back-up van het besturingssysteem en de programma’s die bij de
computer worden geleverd.
• Neemt ongeveer 5 GB aan ruimte op de vaste schijf in beslag, waardoor de
totale beschikbare ruimte kleiner wordt.
• Kan verwijderd worden via de herstelwerkset cd (zie ”de herstelwerkset cd
gebruiken” op pagina 98).
78 gebruikershandleiding
Gebruik de volgende procedures om:
• De hoeveelheid gebruikte en beschikbare schijfruimte weer te geven met
Schijfbeheer van de Systeemwerkset.
• Overbodige programma’s te verwijderen.
• Het hulpprogramma Schijfopruiming te gebruiken.
de hoeveelheid gebruikte en vrije schijfruimte
weergeven
1 Klik op Start op de taakbalk.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Prestaties en onderhoud, indien aanwezig.
4 Dubbelklik op Systeembeheer.
5 Dubbelklik op Computerbeheer. Het venster Computerbeheer wordt
geopend.
6 Dubbelklik op Opslag.
7 Dubbelklik op Schijfbeheer (Lokaal).
Er wordt informatie over elk station op uw pc weergegeven. Mogelijk moet u het
venster naar rechts verschuiven om de capaciteit en grootte van de vrije ruimte
te zien.
de prullenbak leegmaken
Als u een bestand van de vaste schijf verwijdert, gaat het naar de Prullenbak. U
kunt de bestanden ophalen uit de Prullenbak tot u deze leegmaakt. Als u de
Prullenbak leegmaakt om extra schijfruimte vrij te maken, worden de bestanden
definitief verwijderd.
1 Dubbelklik op het Windows-bureaublad op het pictogram Prullenbak.
2 Klik in het menu Bestand op Prullenbak leegmaken om alle bestanden uit de
Prullenbak definitief te verwijderen.
3 Klik op Ja om het verwijderen te bevestigen.
programma’s verwijderen
VOORZICHTIG: Verwijder geen onbekend programma. Indien
nodig, kunt u het mogelijk niet herstellen via Toepassingherstel.
1 Klik op Start.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Dubbelklik op Software.
4 Klik op het pictogram Programma’s wijzigen of verwijderen links in het
scherm, als dit nog niet is geselecteerd.
5 Selecteer het programma dat u wilt verwijderen.
6 Klik op de knop Wijzigen/Verwijderen en volg de instructies op het scherm.
uw computer onderhouden
79
pictogrammen op bureaublad verwijderen
U kunt de meeste pictogrammen op het bureaublad verwijderen door ze te
wissen of te verplaatsen naar een map met ongebruikte pictogrammen.
VOORZICHTIG: Verwijder geen onbekende bureaubladpictogrammen. In plaats daarvan volgt u de stappen voor het
verplaatsen van onbekende bureaubladpictogrammen naar de
map Ongebruikte bureaubladpictogrammen.
Verwijder een bureaubladpictogram door met de rechtermuisknop op het
pictogram te klikken en vervolgens Verwijderen te selecteren.
U verplaatst als volgt pictogrammen naar de map Ongebruikte
bureaubladpictogrammen:
1 Klik op Start.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Vorm en thema’s, indien aanwezig.
4 Dubbelklik op Beeldscherm.
5 Klik op de tab Bureaublad op Bureaublad aanpassen.
6 Klik onder Bureaublad opruimen op Bureaublad nu opruimen.
7 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Haal een bureaubladpictogram terug door de map Ongebruikte
bureaubladpictogrammen op uw bureaublad te openen en het pictogram naar
uw bureaublad te slepen.
80 gebruikershandleiding
uw vaste schijf opruimen
Terwijl u de computer gebruikt en bestanden opslaat, raakt de vaste schijf na
verloop van tijd vol met een onoverzichtelijke hoeveelheid bestanden. Dit leidt
tot verminderde prestaties van de vaste schijf. Om dit te verhelpen, verwijdert u
de bestanden die u niet gebruikt.
1 Sluit alle geopende programma’s.
2 Klik op Start op de taakbalk.
3 Klik op Deze computer.
4 Klik met de rechtermuisknop op de vaste schijf die u wilt opruimen en klik op
Eigenschappen.
5 Klik op het tabblad Algemeen op Schijfopruiming.
6 Wacht tot de berekeningen zijn beëindigd.
VOORZICHTIG: Verwijder geen onbekende bestanden. Als u twijfelt
over een bepaald bestand, laat u het staan.
7 Selecteer de bestanden die u wilt verwijderen en klik op OK en dan op Ja.
8 Klik op OK om het venster te sluiten.
problemen oplossen
Raadpleeg de volgende pagina’s voor het oplossen van algemene en bijkomstige
problemen die bij gebruik van de computer kunnen optreden. Druk voor meer
gedetailleerde informatie op de knop Help op het toetsenbord of klik op Start op
de taakbalk en kies Help en ondersteuning.
Symptoom beschrijft
het teken of het
waarschuwingsbericht
voor het soort probleem.
Onder het kopje
Probleem worden een
of meer mogelijke
oorzaken beschreven.
Bij Oplossing vindt u
handelingen waarmee u
het probleem mogelijk
kunt oplossen.
Om hulp te vinden voor problemen met uw computer, zie de tabel in dit deel die
het symptoom, probleem en de oplossing voor uw situatie beschrijft. Zoek de
beschrijving van uw symptoom of probleem op en probeer de geboden
oplossing. De tabellen verschijnen in deze volgorde:
• Audio
• CD-ROM, CD-RW, DVD-ROM, or DVD-Brander
• Diskettestation
• Beeldscherm (monitor)
• Vaste schijf
• Hardware-installatie
• Internettoegang
• Toetsenbord en muis
• Geheugen
• Voeding
• Diversen
Sommige van de vermelde symptomen zijn mogelijk niet van toepassing op uw
computer. Voor problemen die specifiek met de monitor of de printer te maken
hebben, raadpleegt u de documentatie.
problemen oplossen
81
audio
Symptoom Probleem Oplossing
Er wordt geen
geluid
geproduceerd.
Volume is gedempt. Druk op de toets Mute op het toetsenbord om te zien of deze functie
misschien is ingeschakeld.
Of:
1 Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2 Klik op Spraak, geluiden en audioapparaten, indien
aanwezig, en dubbelklik vervolgens op Geluiden en
audioapparaten.
3 Klik op het selectievakje Dempen om het vinkje uit het
selectievakje te verwijderen.
Volume is op laag ingesteld. Gebruik de regelknoppen op het toetsenbord om het volume te
verhogen.
De luidsprekers zijn niet
Controleer of de luidsprekers ingeschakeld zijn.
ingeschakeld.
Luidsprekerkabels zijn niet juist
Schakel de computer uit en sluit de luidsprekers opnieuw aan.
aangesloten.
Computer staat in stand-by-stand. Druk op de toets Stand-by (enkel op bepaalde modellen) of druk op
de toets Esc op het toetsenbord om uit de stand-by-stand te komen.
Er wordt een passief
luidsprekersysteem gebruikt.
Vervang het luidsprekerssysteem met een actief systeem. Actieve
luidsprekers hebben een netsnoer en aan/uit-knop en worden
aangesloten op de computer via de Audio Out (groene) connector.
De hoofdtelefoon is aangesloten. Koppel de hoofdtelefoon los.
cd-rom-, cd-rw-, dvd-rom- of dvd-brander
Symptoom Probleem Oplossing
Cd-rom-, cdrw-, dvd-romof dvd+rw/+rstation kan een
cd of dvd niet
lezen of heeft
veel tijd nodig.
De schijf is onderste boven in de
lade geplaatst.
Het dvd-station heeft meer tijd
nodig om te starten, omdat eerst
moet worden vastgesteld welk
type media wordt afgespeeld.
De schijf is vuil. Reinig de schijf met een cd-reinigingskit (in de meeste
Stuurprogramma voor het cd-romof dvd-rom-station wordt niet door
Windows herkend.
Plaats de schijf opnieuw, met de bedrukte kant boven.
Wacht minimaal 30 seconden om het dvd-station de kans te geven
het type media te herkennen. Als de schijf dan nog niet wordt
gestart, probeert u de andere oplossingen die hier worden
genoemd.
computerwinkels verkrijgbaar).
Het stuurprogramma is mogelijk beschadigd. Dwing de software om
het opnieuw te installeren door het volgende te doen:
1 Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2 Klik op Prestaties en onderhoud, indien aanwezig, en
dubbelklik vervolgens op Systeem.
3 Selecteer het tabblad Hardware en klik vervolgens op de knop
Apparaatbeheer.
4 Klik op het plusteken (+) naast de dvd-/cd-rom-stations en
selecteer het probleemstation.
5 Klik op het menu-item Actie en selecteer Installatie
ongedaan maken.
6 Start de computer opnieuw op: Klik op Start, Uitschakelen en
klik vervolgens op Opnieuw opstarten.
82 gebruikershandleiding
cd-rom-, cd-rw-, dvd-rom- of dvd-brander (vervolg)
Symptoom Probleem Oplossing
Opnemen van
audio-cd’s is moeilijk
of onmogelijk.
Kan de cd of dvd
niet verwijderen.
Kan geen cd maken
(branden).
Verkeerd type of
schijf van slechte
kwaliteit.
De computer is
uitgeschakeld.
Probleem met
schijf.
Controleer of u de juiste schijf (media) voor het station gebruikt. Probeer een
ander merk schijf.
Schakel de computer in en druk op de uitwerpknop om de lade naar buiten te
brengen.
• Zorg dat de schijf schoon en onbeschadigd is. Als schrijven tijdens
schrijfsessie gestopt is, is de schijf mogelijk beschadigd, gebruik een
andere schijf.
• Gebruik het juiste type schijf voor de bestandstypen die u opneemt. Als u
een cd-r gebruikt, controleert u of deze leeg is bij het opnemen van
muziek-cd’s en de schijf leeg is of dat er ruimte is voor het toevoegen van
gegevens bij het opnemen van gegevens-cd’s.
• Zorg dat de schijf met het label naar boven in het midden van de lade is
geplaatst.
Probleem met
station.
• Zorg dat de juiste schijf in het juiste station is geplaatst.
• Zorg dat de lade voor de op te nemen schijf schoon en onbeschadigd is.
• Selecteer een lagere schrijfsnelheid voor het opnamestation. Raadpleeg de
Help van het opnameprogramma RecordNow! voor het selecteren van de
snelheid.
Probleem met de
werking van de
computer.
• Sluit alle toepassingen en vensters voordat u met opnemen begint.
• Wanneer u verbinding hebt met een netwerk, kopieert u de bestanden van
het netwerkstation naar de vaste schijf en neemt u deze vervolgens op een
schijf op.
• Start de computer opnieuw op en probeer het nogmaals.
diskettestation (enkel op bepaalde modellen)
Symptoom Probleem Oplossing
Diskette kan niet
worden gelezen.
Er werd een nietgeformatteerde
diskette geplaatst.
De diskette is
beschadigd.
Diskettestation is
defect.
Formatteer de diskette als volgt:
1 Klik op Start en vervolgens op Deze computer.
2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de 3,5-inch
diskette (A:).
3 Selecteer Formatteren.
4 Stel de gewenste opties in en klik op Starten om de diskette te
formatteren.
Gebruik een nieuwe diskette.
Druk op de toets Help ? op het toetsenbord om Help en ondersteuning te
openen, of raadpleeg de Handleiding voor garantie en ondersteuning om
deze te contacteren betreffende informatie over vervangonderdelen.
problemen oplossen
83
diskettestation (enkel op bepaalde modellen) (vervolg)
Symptoom Probleem Oplossing
Er wordt een bericht
over een ongeldige
systeemschijf
Er zit nog een diskette in het
diskettestation tijdens het
opstarten.
Wacht tot het diskettestation niet meer actief is, verwijder de
diskette en druk vervolgens op de spatiebalk. De computer
start nu normaal op.
weergegeven.
Lampje van het
diskettestation blijft
branden.
De diskette is niet juist
geplaatst.
Verwijder de diskette en plaats de diskette opnieuw: Zorg dat
het ronde metalen schijfje van de diskette zich aan de
onderzijde bevindt en dat de pijl aan de bovenzijde in de
richting van het station wijst en duw vervolgens de diskette tot
ze niet verder kan.
Diskettestation is beschadigd. Druk op de toets Help ? op het toetsenbord om Help en
ondersteuning te openen, of raadpleeg de Handleiding voor garantie en ondersteuning om deze te contacteren betreffende
informatie over vervangonderdelen.
Het diskettestation kan
geen informatie opslaan
(schrijven) naar de
diskette.
De diskette is vol of het
bestand is te groot.
De diskette is beveiligd tegen
schrijven.
Opdracht Opslaan wordt niet
Gebruik een andere diskette of comprimeer het bestand.
Schuif het schrijfbeveiligingsnokje op de diskette naar de nietbeveiligde positie.
Controleer of u de juiste schijfaanduiding gebruikt.
goed uitgevoerd.
De diskette is beschadigd. Vervang de diskette.
De diskette is niet
geformatteerd.
Formatteer de diskette als volgt:
1 Klik op Start en vervolgens op Deze computer.
2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de
3,5-inch diskette (A:).
3 Selecteer Formatteren.
4 Stel de gewenste opties in en klik op Starten om de
diskette te formatteren.
OPMERKING: Raadpleeg de documentatie bij de monitor en deze tabel met oplossingen wanneer u problemen
met de monitor ondervindt.
84 gebruikershandleiding
beeldscherm (monitor)
Symptoom Probleem Oplossing
Scherm is leeg, en
monitorlampje brandt niet.
De monitorkabel is niet
aangesloten op de monitor
Sluit de voedingskabel opnieuw aan op de achterkant van
de monitor en op het stopcontact.
of op het stopcontact.
Monitor is uitgeschakeld. Druk op de aan/uit-knop aan de voorkant van de monitor.
Scherm is leeg.
Schermbeveiliging is
ingeschakeld.
Computer staat in stand-bystand.
Druk op een toets of beweeg de muis om het scherm weer
te activeren.
Druk op de toets Stand-by (enkel op bepaalde modellen) of
druk op de toets Esc op het toetsenbord om uit de stand-bystand te komen.
De computer is in
Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.
slaapstand of uitgeschakeld.
Controleer of de pinnen in de stekker van de monitorkabel
zijn verbogen. Als er geen pinnen verbogen zijn, sluit u de
monitorkabel opnieuw aan op de achterkant van de
computer.
Pas de instelling van de monitorresolutie aan in Windows.
Zie ”de instellingen van de monitor aanpassen” op
pagina 31 voor instructies. Raadpleeg de documentatie
van uw monitor voor de beste resolutie voor uw monitor.
De beelden op het scherm
zijn te groot of te klein of
vaag.
De monitorkabel is niet
goed aangesloten op de
achterzijde van de
computer.
De schermresolutie is
mogelijk niet ingesteld
volgens uw smaak of als
beste resolutie voor uw
monitor.
vaste schijf
Symptoom Probleem Oplossing
De computer lijkt
geblokkeerd en reageert
niet.
Foutbericht over de vaste
schijf wordt weergegeven.
Het actieve programma
reageert niet meer.
Een deel van de vaste schijf
is defect of staat op het punt
defect te geraken.
Gebruik Windows Taakbeheer om programma’s die niet
reageren te sluiten of de computer opnieuw op te starten:
1 Druk tegelijkertijd de toetsen Ctrl, Alt en Del op het
toetsenbord in.
2 Klik op de toepassing die niet reageert en klik
vervolgens op Taak beëindigen.
Of:
Klik op Afsluiten en vervolgens op Opnieuw
opstarten.
Als dit niet werkt, houd u de uit/aan-knop gedurende
4 seconden of langer ingedrukt om de computer uit te
schakelen. Druk vervolgens op de aan/uit-knop.
Druk op de toets Help ? op het toetsenbord om Help en
ondersteuning te openen, of raadpleeg de Handleiding voor garantie en ondersteuning om deze te contacteren
betreffende informatie over vervangonderdelen.
problemen oplossen
85
hardware-installatie
Symptoom Probleem Oplossing
Nieuwe apparatuur wordt
niet herkend als onderdeel
van het systeem.
Nieuw apparaat werkt niet. Kan geen nieuw
Apparaatstuurprogramma is
niet geïnstalleerd.
Het apparaat is niet goed
geplaatst of aangesloten.
Kabels van nieuwe externe
apparatuur zitten los of
netsnoeren zijn niet
aangesloten.
Het nieuwe apparaat is niet
aangezet.
U heeft de wijzigingen in de
configuratie niet
geaccepteerd toen het
systeem u hierover
informeerde.
Een Plug en Play-kaart wordt
mogelijk niet automatisch
geconfigureerd indien de
standaardconfiguratie niet
compatibel is met andere
apparaten.
apparaatstuurprogramma
installeren.
Installeer het apparaatstuurprogramma vanaf de cd of de
diskette die bij het apparaat is geleverd of download en
installeer het stuurprogramma vanaf de website van de
fabrikant van het apparaat.
Mogelijk hebt u een nieuw stuurprogramma nodig voor
Windows XP. Neem rechtstreeks contact op met de
leverancier van het apparaat voor een bijgewerkt
stuurprogramma.
Voor randapparaten van HP kunt u de website van HP
bezoeken. In de Handleiding voor garantie en ondersteuning vindt u meer informatie hierover.
Controleer of het apparaat goed is aangesloten en of de
pinnen van de connector niet verbogen zijn.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten en of de
pinnen in de kabel of de connector niet verbogen zijn.
Schakel de computer uit, schakel het externe apparaat in en
schakel vervolgens de computer in om het apparaat in het
systeem te integreren.
Start de computer opnieuw op en volg de instructies op
voor het accepteren van de wijzigingen.
Schakel in het besturingssysteem de automatische
instellingen voor de kaart uit en selecteer een configuratie
die geen conflicten veroorzaakt.
U kunt apparaten ook opnieuw configureren of uitschakelen
om conflictproblemen op te lossen.
U moet zijn aangemeld als beheerder om een
apparaatstuurprogramma te installeren of te verwijderen.
Om over te schakelen naar een andere gebruiker, klik op
Start en op Afmelden en vervolgens op Andere
gebruiker, kies de beheerder. (De computerbeheerder is
gewoonlijk de gebruiker Eigenaar.)
86 gebruikershandleiding
hardware-installatie (vervolg)
Symptoom Probleem Oplossing
Nieuw of bestaand
apparaat werkt niet na
installeren van nieuw
apparaat.
Er bestaat een
apparaatconflict.
Om apparaatconflicten op te lossen, moet u mogelijk een
van de apparaten uitschakelen of een oud
apparaatstuurprogramma verwijderen.
1 Klik op Start en kies Configuratiescherm.
2 Klik op Prestaties en onderhoud, indien aanwezig.
3 Dubbelklik op het pictogram Systeem en klik op het
tabblad Hardware.
4 Klik op de knop Apparaatbeheer.
5 Klik op de + (het plusteken) naast het apparaat dat
voor problemen zorgt en controleer op uitroeptekens in
een geel cirkeltje in de buurt van het
apparaatpictogram. Een uitroepteken duidt op een
apparaatconflict of een probleem met het apparaat. Als
een apparaat niet goed werkt, is het mogelijk dat de
uitroeptekens niet worden weergegeven.
6 Als er in Apparaatbeheer een oud of onnodig
stuurprogramma staat, kan dit het conflict veroorzaken.
Om het oud stuurprogramma te verwijderen zodat het
nieuw apparaat juist werkt, doe het volgende: Klik met
de rechtermuisknop op het specifieke apparaat en klik
op Verwijderen, en klik op OK.
7 Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en kies
Eigenschappen.
8 Klik, indien beschikbaar, op het tabblad Bronnen om
te controleren of er een apparaatconflict is.
9 Klik op het tabblad Algemeen om te kijken of het
apparaat is ingeschakeld en goed werkt. Indien dit niet
het geval is, klikt u op de knop Probleem oplossen
en volgt u de instructies op het scherm.
10 Start de computer opnieuw op. Klik op Start,
Uitschakelen en klik vervolgens op Opnieuw
opstarten.
problemen oplossen
87
internettoegang
Symptoom Probleem Oplossing
Kan geen verbinding maken
met het Internet.
Internet-programma’s
worden niet automatisch
gestart.
Downloaden van Internet
duurt te lang.
Het AOL-programma
verschijnt zelfs als het niet
gebruikt wordt.
Gebruikersaccount bij de
Internetaanbieder (ISP) is
niet goed ingesteld.
Modem is niet goed
geïnstalleerd.
Webbrowser is niet goed
geïnstalleerd.
Sommige programma’s
worden pas gestart nadat
u zich heeft aangemeld
bij de ISP.
Modem is niet goed
geïnstalleerd.
De computer probeert nog
steeds AOL te gebruiken
voor toegang tot het
Internet.
Controleer de Internetinstellingen of neem contact op met
de ISP.
Sluit de modem opnieuw aan en controleer de
aansluitingen; zie pagina 8.
De computer heeft mogelijk een Ethernet-netwerkadapter
(ook wel NIC genoemd) die verbinding maakt met een LAN
(Local Area Network). Hoewel de RJ-45-netwerkconnector
er hetzelfde uitziet als de modemconnector, is deze niet
hetzelfde. Controleer of u de modemconnector gebruikt.
Sluit geen telefoonkabel aan op de netwerkadapter. Sluit
geen netwerkkabel aan op de telefoonaansluiting. De
netwerkadapter kan hierdoor beschadigd raken.
Controleer of de webbrowser is geconfigureerd met de
juiste instellingen voor de ISP.
Meld u aan bij de ISP en start vervolgens het gewenste
programma.
Controleer of de juiste modemsnelheid en COM-poort zijn
ingesteld:
1 Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2 Klik op Printers en andere hardware, indien
aanwezig.
3 Dubbelklik op Telefoon- en modemopties.
4 Selecteer het tabblad Modems en klik op de knop
Eigenschappen.
5 Controleer bij Apparaatstatus of de modem correct
functioneert.
6 Controleer bij Apparaatgebruik of de modem is
ingeschakeld.
7 Als er nog steeds problemen zijn, klikt u op de knop
Problemen oplossen en volgt u de instructies op het
scherm.
Mogelijk wilt u het AOL-programma verwijderen.
AOL verwijderen:
1 Klik op Start in de Taakbalk.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Dubbelklik op Software.
4 Kies America Online, klik op
Wijzigen/Verwijderen en klik vervolgens op Ja als
het bevestigingsvenster verschijnt.
OPMERKING: Het AOL-account wordt niet geannuleerd
als u het AOL-programma verwijdert.
88 gebruikershandleiding
toetsenbord en muis
Symptoom Probleem Oplossing
Het indrukken van toetsen
op het toetsenbord wordt
niet herkend door de
computer.
Cursor kan niet worden
verplaatst met de pijltoetsen
op het toetsenbord.
De knop Afdrukken op het
toetsenbord werkt niet.
Draadloos toetsenbord
werkt niet na installatie of
wordt niet herkend.
Muis reageert niet of
beweegt te traag.
Muis beweegt alleen
horizontaal of verticaal.
Het toetsenbord is niet goed
aangesloten.
Het actieve programma
reageert niet meer.
Toetsenbord is beschadigd. Druk op de toets Help ? op het toetsenbord om Help en
Mogelijk is de Num Locktoets ingeschakeld.
De toets Afdrukken werkt
niet in alle programma’s.
Batterijen van het
toetsenbord zijn leeg of
bijna leeg.
Muiskabel is niet goed
aangesloten op de
computer.
Het actieve programma
reageert niet meer.
De muisbal is vuil. Verwijder het dekseltje van de muisbal aan de onderzijde
Muis is beschadigd. Druk op de toets Help ? op het toetsenbord om Help en
Schakel de computer uit met behulp van de muis, koppel
het toetsenbord opnieuw aan op de achterzijde van de
computer en schakel de computer in.
Start de pc opnieuw op met behulp van de muis.
ondersteuning te openen, of raadpleeg de Handleiding voor garantie en ondersteuning om deze te contacteren
betreffende informatie over vervangonderdelen.
Druk op Num Lock. Het Num Lock-lampje moet uit zijn als u
de pijltoetsen wilt gebruiken op de toetsen met cijfers.
Gebruik het item in het menu Afdrukken van het
programma.
Vervang de twee AA alkalinebatterijen in het draadloos
toetsenbord, stel vervolgens het ID-kanaal in door te
drukken op de knop Connect (Verbinden) op de draadloze
ontvanger en vervolgens op het toetsenbord. Raadpleeg de
documentatie van uw draadloze set.
Schakel uw computer uit met behulp van het toetsenbord.
1 Houd Ctrl en Esc op het toetsenbord tegelijkertijd
ingedrukt om het menu Start te openen.
2 Gebruik de pijltoetsen om de optie Uitschakelen te
selecteren en druk vervolgens op Enter op het
toetsenbord.
3 Gebruik de pijltoetsen om de optie Uitschakelen te
selecteren en druk vervolgens op Enter.
Nadat het systeem is uitgeschakeld, sluit u de
muisconnector aan op de achterkant van de computer en
start u de computer opnieuw op.
Start de pc opnieuw op met behulp van het toetsenbord.
Indien mogelijk, sla open bestanden op en sluit open
toepassingen voor u opnieuw opstart.
van de muis en reinig de muisbal met een vochtige doek
zonder pluizen (geen papier).
ondersteuning te openen, of raadpleeg de Handleiding voor garantie en ondersteuning om deze te contacteren
betreffende informatie over vervangonderdelen.
problemen oplossen
89
toetsenbord en muis (vervolg)
Symptoom Probleem Oplossing
Muis werkt niet na
installatie of wordt niet
herkend.
De muis is niet goed
aangesloten.
Batterijen van de muis zijn leeg
of bijna leeg.
Koppel de muiskabel los van de computer en sluit de kabel
vervolgens opnieuw aan.
Vervang de twee AA alkalinebatterijen in de muis, stel
vervolgens het ID-kanaal in door te drukken op de knop
Connect (Verbinden) op de draadloze ontvanger en
vervolgens op de muis. Raadpleeg de documentatie van uw
draadloze set.
De muiswijzer volgt de
bewegingen van de
optische muis niet goed.
De optische sensor gebruikt het
patroon van de ondergrond om
de positie van de muis te
Plaats de muis op een muismat of een wit vel papier.
bepalen. Spiegelende of oneffen
oppervlakken en glazen of
andere transparante
ondergronden verstoren de
werking van de sensor.
De muissensor is vuil. Reinig de lichtsensorlens aan de onderzijde van de muis
met een pluisvrije doek (geen papier).
De muiscursor beweegt
te snel.
De draadloze muis beweegt de
cursor sneller dan een standaard
Pas de muissnelheid aan. Zie pagina 21.
muis.
geheugen
Symptoom Probleem Oplossing
Bericht over
onvoldoende geheugen
wordt weergegeven.
Al het geheugen wordt gebruikt
door andere programma’s en er
is extra geheugen vereist voor
een nieuwe taak.
Sluit alle open programma’s en probeer de taak nogmaals
uit te voeren.
Of:
Start de computer opnieuw op:
1 Klik op Start.
2 Klik op Uitschakelen.
3 Selecteer Opnieuw opstarten.
90 gebruikershandleiding
multifunctioneel opbergvak
Symptoom Probleem Oplossing
Ik kan de
kabels van
mijn externe
apparaat niet
loshalen uit de
kabeltunnel
van het multifunctionele
opbergvak
(alleen op
bepaalde
modellen).
De kabels zitten vast in de
kabeltunnel.
Verwijder de achterste klep boven op de computer:
1 Open de klep van het vak. Houd de klep aan beide zijden vast bij
de scharnieren, til de klep op en schuif deze naar de achterkant
van het chassis. Til de klep voorzichtig uit de computer.
2 Druk op het nokje (A) in het vak en schuif de klep naar de
achterzijde van het chassis. Til de klep vervolgens van de
computer.
A
voeding
Symptoom Probleem Oplossing
De computer
kan niet
worden
ingeschakeld
en/of gestart.
De computer is niet goed op
een externe voedingsbron
aangesloten.
De monitor is niet
aangekoppeld of niet
ingeschakeld.
De netspanningsschakelaar is
niet juist ingesteld voor het land
of de regio waar u zich bevindt
(115V / 230V).
Stopcontact is defect. Controleer het stopcontact door er een ander elektrisch apparaat op
Er zijn verkeerde
geheugenmodules toegevoegd,
of geheugenmodules zijn op de
verkeerde locatie geïnstalleerd.
Vaste schijf is beschadigd. Druk op de toets Help ? op het toetsenbord om Help en ondersteuning
Na een upgrade of herstelling,
zijn de voedings- of
gegevenskabels mogelijk niet
goed aangesloten.
Controleer of de connectors van de kabel tussen de computer en de
voedingsbron goed vastzitten.
Koppel de monitor aan op de computer, steek de stekker in en
schakel in.
Stel de netspanningsschakelaar in op de juiste stand voor uw
land/regio of raadpleeg de Handleiding voor garantie en ondersteuning om contact op te nemen met de ondersteuning.
aan te sluiten.
Installeer het oude geheugen om de computer terug te brengen in de
oorspronkelijke staat. Raadpleeg de Handleiding Upgrade en Service
voor instructies.
te openen, of raadpleeg de Handleiding voor garantie en ondersteuning om deze te contacteren betreffende informatie over
vervangonderdelen.
Sluit deze kabels goed aan. Raadpleeg de Handleiding Upgrade en Service voor instructies.
problemen oplossen
91
voeding (vervolg)
Symptoom Probleem Oplossing
De computer lijkt
vastgelopen en kan
De computer werkt niet Houd de aan/uit-knop ingedrukt tot het systeem wordt
uitgeschakeld.
niet worden
uitgeschakeld door
op de aan/uit-knop
te drukken.
De computer is
automatisch
uitgeschakeld.
De maximum
bedrijfstemperatuur is
overschreden.
De eenheid staat in een extreem warme omgeving. Laat de
computer afkoelen.
Zorg dat de ventilatie-openingen van de computer niet zijn
geblokkeerd en dat de interne ventilator werkt. Merk op dat uw
computer mogelijk geen interne ventilator heeft.
De maximum
bedrijfstemperatuur is
Plaats de kap of het toegangspaneel terug en laat de computer
afkoelen voordat u probeert de computer aan te zetten.
overschreden doordat u de
computer heeft gebruikt
terwijl de kap of het
toegangspaneel was
verwijderd.
Processor- of
systeemventilator is defect.
In de Handleiding voor garantie en ondersteuning vindt u meer
informatie over het contacteren van de ondersteuning en over
vervangstukken. Merk op dat uw computer mogelijk geen interne
ventilator heeft.
diversen
Symptoom Probleem Oplossing
De weergave van
datum en tijd is niet
juist.
Printer heeft
problemen.
Mogelijk moet de RTCbatterij (real-timeklok)
worden vervangen. Deze
batterij gaat ongeveer 3 tot
5 jaar mee.
De printer drukt niet correct
af of helemaal niet.
Stel eerst de datum en tijd in het besturingssysteem opnieuw in met
behulp van het Configuratiescherm. Als het probleem blijft optreden,
moet u de batterij van de real-timeklok vervangen. Zie de
Handleiding Upgrade en Service voor instructies of raadpleeg
de Handleiding voor garantie en ondersteuning om de
ondersteuning te contacteren voor details over vervangstukken.
Bij problemen met de printer raadpleegt u de documentatie bij de
printer.
92 gebruikershandleiding
toepassingherstel en systeemherstel
gebruiken
De computer gebruikt het besturingssysteem en de geïnstalleerde
softwareprogramma’s tijdens de normale werking. Als uw computer niet juist
werkt omwille van de software, kunt u deze mogelijk herstellen.
U hebt herstelschijven (cd’s of dvd’s) nodig voor sommige herstellingen die de
programma’s hp-toepassingherstel of hp-systeemherstel gebruiken. De doos met
accessoires bij de computer bevat geen cd’s of dvd’s voor systeemherstel. U kunt
deze echter zelf maken. Zie ”herstel-cd-dvd’s maken” op pagina 96.
VOORZICHTIG: Er wordt ten zeerste aanbevolen dat u de herstelcd’s of -dvd’s maakt voor u ze nodig hebt.
U zou ook de hp pc herstelwerkset cd moeten maken. Deze cd bevat
hulpprogramma’s waarmee u wijzigingen aan de vaste schijf kunt aanbrengen,
inclusief het verwijderen van de systeemherstelpartitie. Zie ”de herstelwerkset
cd gebruiken” op pagina 98.
Er bestaan verschillende methodes om problemen met uw pc op te lossen,
inclusief het gebruik van het programma Systeemherstel. Probeer deze
methodes in de volgorde hieronder of raadpleeg de tabel na de lijst.
• Opnieuw opstarten Als u de computer Opnieuw opstart, wordt de pc
opnieuw opgestart en gebruikt hij het besturingssysteem en de software in
zijn geheugen. Dit is de eenvoudigste herstelprocedure voor uw pc; klik op
Start, kies Uitschakelen, en klik vervolgens op Opnieuw opstarten.
• Computer uitschakelen Als u de computer afsluit en opnieuw inschakelt,
dwingt u de pc om het besturingssysteem in zijn geheugen te kopiëren en om
bepaalde bijgehouden informatie te wissen. Dit kan sommige problemen
elimineren die bleven na Opnieuw starten. Zie ”de computer uitschakelen”
op pagina 11.
• Rollback stuurprogramma Deze functie van Microsoft Windows XP is een
onderdeel van het Windows Installer-programma gebruikt met het
hulpprogramma Software in het Configuratiescherm. Het kan terugkeren naar
de vorige versie van een stuurprogramma als een installatie mislukt terwijl u
een nieuwe versie van het stuurprogramma aan het installeren bent. Typ voor
meer informatie Rollback in het vakje Zoeken in Help en ondersteuning.
toepassingherstel en systeemherstel gebruiken
93
• Systeemherstel Deze functie van Windows XP creëert een herstelpunt waar
de computerinstellingen van die tijd en datum worden genoteerd. U kunt
later de pc terugbrengen naar de instellingen die bij het herstelpunt
opgenomen werden. U kunt een specifiek herstelpunt creëren, of u kunt het
besturingssysteem een herstelpunt laten creëren. Als u bijvoorbeeld Software
gebruikt om een nieuw programma toe te voegen, creëert het
besturingssysteem automatisch een herstelpunt voor het de software
toevoegt. Gebruik Systeemherstel om de pc terug te brengen naar de
instellingen die gebruikt werden voor u het programma installeerde. Typ
voor meer informatie Systeemherstel in het vakje Zoeken in Help en
ondersteuning.
• Toepassing- en stuurprogrammaherstel Als het probleem met de computer
enkel te wijten lijkt aan één programma of één stuurprogramma, is het
mogelijk dat de toepassing of het stuurprogramma beschadigd is. U kunt
individuele toepassingen of stuurprogramma’s die in de fabriek op de
computer waren geïnstalleerd, opnieuw installeren via het hp-programma
Toepassingherstel (enkel op bepaalde modellen), zie ”toepassingherstel” op
pagina 99.
• Systeemherstel Gebruik het hp-programma Systeemherstel als een laatste
mogelijkheid om software opnieuw te installeren. Voer Systeemherstel eerst
uit via de partitie van de vaste schijf, zie ”systeemherstel” op pagina 100. Voer
vervolgens, indien nodig Systeemherstel uit via de herstel-cd-dvd’s en kies
Standaardherstel, zie ”systeemherstel starten met herstelschijven” op pagina
102. Voer tenslotte, indien nodig Systeemherstel uit via de herstel-cd-dvd’s en
kies Volledig systeemherstel.
Gebruik eerst Systeem herstellen van Microsoft Windows XP voor u de hpprogramma’s Systeemherstel of Toepassingherstel uitvoert.
94 gebruikershandleiding
OPMERKING: De vaste schijf van de computer bevat een partitie met de
systeemherstelkopie. De doos met accessoires bij de computer bevat geen cd’s of
dvd’s voor systeemherstel. U kunt deze echter zelf maken. Zie ”herstel-cd-dvd’s
maken” op pagina 96.
Als uw computer niet meer correct werkt; kunnen de methodes Opnieuw
opstarten, Uitschakelen en Rollback stuurprogramma (beschreven hierboven)
het probleem oplossen. Nadat u deze drie methodes geprobeerd hebt, kunt u
indien nodig de resterende acties uitvoeren met behulp van volgende tabel als
referentie.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.