Hp PAVILION 17-E079SF, PAVILION 17-E070SF, PAVILION 17-J077SF, PAVILION 17-E087SF, PAVILION 17-E074SF User Manual [nl]

...
Gebruikershandleiding
© Copyright 2013 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar.
De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Tweede editie: april 2013
Eerste editie: april 2013
Artikelnummer van document: 718336-332
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de voorzieningen beschreven die op de meeste modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle voorzieningen op uw computer beschikbaar.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden of anderszins gebruiken van een softwareproduct dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd, bevestigt u dat u gehouden bent aan de voorwaarden van de HP EULA (End User License Agreement). Als u niet akkoord gaat met deze licentievoorwaarden, is uw enige rechtsmogelijkheid om het volledige, ongebruikte product (hardware en software) binnen 14 dagen te retourneren en te verzoeken om restitutie van het aankoopbedrag op grond van het restitutiebeleid dat op de plaats van aankoop geldt.
Neem contact op met het lokale verkooppunt (de verkoper) als u meer informatie wilt of als u een verzoek om volledige restitutie van het aankoopbedrag van de computer wilt indienen.
Kennisgeving aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de
computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht materiaal. De computer en de netvoedingsadapter voldoen aan de temperatuurlimieten voor oppervlakken die voor de gebruiker toegankelijk zijn, zoals gedefinieerd door de International Standard for Safety of Information Technology Equipment (IEC
60950).
iii
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave
1 Direct aan de slag ........................................................................................................................................... 1
HP Quick Start (alleen bepaalde modellen) ......................................................................................... 1
Beste praktijken .................................................................................................................................... 1
Leuke dingen om te doen ..................................................................................................................... 1
Meer hulpmiddelen van HP .................................................................................................................. 3
2 Vertrouwd raken met de computer ................................................................................................................ 5
Informatie over hardware en software zoeken ..................................................................................... 5
Hardware vinden .................................................................................................................. 5
Software vinden ................................................................................................................... 5
Rechterzijde ......................................................................................................................................... 6
Linkerkant ............................................................................................................................................. 6
Beeldscherm ........................................................................................................................................ 8
Bovenkant .......................................................................................................................................... 10
Touchpad ........................................................................................................................... 10
Lampjes ............................................................................................................................. 11
Knoppen en luidsprekers ................................................................................................... 12
Toetsen .............................................................................................................................. 14
Onderkant ........................................................................................................................................... 15
Labels ................................................................................................................................................. 16
3 Verbinding maken met een netwerk ............................................................................................................ 18
Verbinding maken met een draadloos netwerk .................................................................................. 18
Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken ....................................... 18
Knop voor draadloze communicatie gebruiken ................................................. 18
Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken ....................................... 19
Een WLAN gebruiken ........................................................................................................ 20
Gebruikmaken van een internetprovider ........................................................... 20
Een WLAN instellen .......................................................................................... 21
Draadloze router configureren .......................................................................... 21
Uw WLAN beveiligen ........................................................................................ 21
Verbinding maken met een WLAN .................................................................... 22
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde
modellen) ........................................................................................................................... 23
Verbinding maken met een bekabeld netwerk ................................................................................... 23
Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN) ............................................................. 23
v
4 Geniet van entertainmentvoorzieningen .................................................................................................... 25
De webcam gebruiken ........................................................................................................................ 26
Audio gebruiken ................................................................................................................................. 27
Luidsprekers aansluiten ..................................................................................................... 27
Hoofdtelefoons aansluiten ................................................................................................. 27
Een microfoon aansluiten .................................................................................................. 27
Het geluid controleren ........................................................................................................ 27
Video gebruiken ................................................................................................................................. 28
Een VGA-monitor of projector aansluiten .......................................................................... 28
Een HDMI-apparaat aansluiten ......................................................................................... 29
HDMI-audioinstellingen configureren ................................................................ 30
Intel Wireless Display en Wireless Music gebruiken (alleen bepaalde modellen) ............. 30
Uw audio- en videobestanden beheren .............................................................................................. 30
5 Navigeren met aanraakbewegingen, aanwijsapparaten en het toetsenbord .......................................... 31
Touchpad gebruiken ........................................................................................................................... 31
Touchpadbewegingen gebruiken ....................................................................................................... 31
Tikken ................................................................................................................................ 32
Schuiven ............................................................................................................................ 32
Knijpen/zoomen ................................................................................................................. 33
Draaien (alleen bepaalde modellen) .................................................................................. 33
Met twee vingers klikken (alleen bepaalde modellen) ....................................................... 34
Snel bewegen (alleen bepaalde modellen) ........................................................................ 34
Randveegbewegingen ....................................................................................................... 34
Rechterrandveegbeweging ............................................................................... 35
Bovenrandveegbeweging .................................................................................. 35
Linkerrandveegbeweging .................................................................................. 36
Toetsenbord en muis gebruiken ......................................................................................................... 36
De toetsen gebruiken ......................................................................................................... 36
Actietoetsen gebruiken ...................................................................................... 36
Sneltoetsen van Microsoft Windows 8 gebruiken ............................................. 38
Hotkeys gebruiken ............................................................................................ 38
Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken .................................................................. 38
6 Energiebeheer ............................................................................................................................................... 40
Slaapstand en sluimerstand activeren ............................................................................................... 40
Intel Rapid Start Technology (alleen bepaalde modellen) ................................................. 40
Slaapstand activeren en beëindigen .................................................................................. 41
De door de gebruiker geïnitialiseerde sluimerstand inschakelen en afsluiten ................... 41
Instelling wachtwoordbeveiliging op activeren ................................................................... 41
vi
Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken ............................................................. 42
Accuvoeding ....................................................................................................................................... 42
Door de gebruiker vervangbare accu verwijderen ............................................................. 42
Accugegevens zoeken ....................................................................................................... 43
Accuvoeding besparen ...................................................................................................... 43
Lage acculading herkennen ............................................................................................... 44
Problemen met lage acculading verhelpen ........................................................................ 44
Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron
beschikbaar is ................................................................................................... 44
Lage acculading verhelpen wanneer geen voedingsbron beschikbaar is ......... 44
Lage acculading verhelpen wanneer de computer de sluimerstand niet kan
beëindigen ......................................................................................................... 44
Door de gebruiker vervangbare accu opbergen ................................................................ 44
Door de gebruiker vervangbare accu afvoeren ................................................................. 45
Door de gebruiker vervangbare accu vervangen ............................................................... 45
Werkt op externe netvoeding ............................................................................................................. 45
Veelvoorkomende problemen met energiebeheer oplossen ............................................. 46
HP CoolSense (alleen bepaalde modellen) ....................................................................................... 46
Softwarecontent vernieuwen met Intel Smart Connect-technology (alleen bepaalde modellen) ....... 46
Computer afsluiten (uitschakelen) ...................................................................................................... 47
7 Gegevens beheren en delen ........................................................................................................................ 48
USB-apparaat gebruiken .................................................................................................................... 48
Een USB-apparaat aansluiten ........................................................................................... 48
Een USB-apparaat verwijderen ......................................................................................... 49
Digitale opslagkaart plaatsen en verwijderen ..................................................................................... 49
Optische-schijfeenheden gebruiken ................................................................................................... 50
Optische schijf plaatsen ..................................................................................................... 52
Lade .................................................................................................................. 52
Optische schijf verwijderen ................................................................................................ 52
Lade .................................................................................................................. 52
Als de lade normaal opengaat .......................................................... 52
Als de lade niet op de normale wijze opengaat ................................ 53
Gegevens en stations delen en software openen .............................................................. 54
8 De computer onderhouden .......................................................................................................................... 56
Prestaties verbeteren ......................................................................................................................... 56
Schijfeenheden hanteren ................................................................................................... 56
Een vaste schijf vervangen ................................................................................................ 57
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde modellen) ................................................ 59
Disk Defragmenter gebruiken ............................................................................................ 59
vii
Disk Cleanup gebruiken ..................................................................................................... 60
Geheugenmodules toevoegen of vervangen ..................................................................... 60
Programma's en stations bijwerken ................................................................................................... 62
De computer schoonmaken ............................................................................................................... 63
Display, zijkanten en deksel schoonmaken ....................................................................... 63
Touchpad en toetsenbord reinigen .................................................................................... 63
Reizen met of transporteren van computer ........................................................................................ 63
9 De computer en gegevens beveiligen ......................................................................................................... 65
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................... 65
Windows-wachtwoorden instellen ...................................................................................... 66
Wachtwoorden voor Setup Utility (BIOS) instellen ............................................................ 66
Internetbeveiligingssoftware gebruiken .............................................................................................. 67
Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................... 67
Firewallsoftware gebruiken ................................................................................................ 67
Software-updates installeren .............................................................................................................. 67
Essentiële beveiligingsupdates installeren ........................................................................ 67
Software-updates van HP en derden installeren ............................................................... 68
Uw draadloze netwerk beveiligen ....................................................................................................... 68
Een back-up maken van uw software-applicaties en gegevens ......................................................... 68
Een optioneel beveiligingskabelslot gebruiken ................................................................................... 68
10 Setup Utility (BIOS) en System Diagnostics gebruiken .......................................................................... 70
Setup Utility (BIOS) starten ................................................................................................................ 70
BIOS-update uitvoeren ....................................................................................................................... 70
De BIOS-versie vaststellen ................................................................................................ 70
Een BIOS-update downloaden .......................................................................................... 71
System Diagnostics gebruiken ........................................................................................................... 72
11 Back-ups maken, herstellen en terugzetten ............................................................................................. 73
Herstelmedia en back-ups maken ...................................................................................................... 73
HP Herstelmedia maken .................................................................................................... 74
Herstellen ........................................................................................................................................... 75
Windows Vernieuwen gebruiken voor snel en eenvoudig herstel ..................................... 76
Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren ........................................................... 76
Herstellen met HP Recovery Manager .............................................................................. 77
Wat u moet weten ............................................................................................. 78
U kunt met HP Herstelpartitie een geminimaliseerde installatiekopie
gebruiken (alleen bepaalde modellen) .............................................................. 78
HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen .................................................... 79
viii
Opstartvolgorde van de computer wijzigen ....................................................... 79
HP herstelpartitie verwijderen ............................................................................................ 79
12 Specificaties ................................................................................................................................................ 80
Invoerstroom ...................................................................................................................................... 80
Werkomgeving ................................................................................................................................... 80
13 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 82
Index ................................................................................................................................................................... 83
ix
x

1 Direct aan de slag

Deze computer is een krachtig hulpmiddel dat ontworpen is om uw werk en plezier met de computer te verbeteren. Lees dit hoofdstuk voor meer informatie over wat u na de configuratie moet doen en waar u meer HP-bronnen kunt vinden. Hier leest u ook wat voor leuke dingen u allemaal met uw computer kunt doen.

HP Quick Start (alleen bepaalde modellen)

Met HP Quick Start kunt u het vertrouwde Startmenu in het bureaublad van Windows gebruiken. Quick Start werkt hetzelfde als het traditionele Startmenu van Windows. U kunt het gebruiken om eenvoudig bestanden en programma's te openen vanaf het bureaublad van Windows.
Klik op het pictogram HP Quick Start op de taakbalk
bureaublad van Windows te openen.

Beste praktijken

Om optimaal te profiteren van uw investering, raden wij u aan na configuratie en registratie van de computer de volgende stappen uit te voeren:
Als u dat nog niet heeft gedaan, verbindt u de computer met een bekabeld of draadloos netwerk.
Verbinding maken met een netwerk op pagina 18voor meer informatie.
Zie
Neem even de tijd om de gedrukte basishandleiding voor Windows 8 door te nemen en de
nieuwe Windows® 8-functies te bekijken.
TIP: Als u snel terug wilt navigeren naar het beginscherm van de computer vanuit een open
app of het bureaublad van Windows, drukt u op de Windows-toets
u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Leer de hardware en software van de computer kennen. Raadpleeg
computer op pagina 5 en Geniet van entertainmentvoorzieningen op pagina 25 voor meer
informatie.
Update of koop antivirussoftware. Meer informatie vindt u in
op pagina 67.
om HP Quick Start vanaf het
op het toetsenbord. Als
Vertrouwd raken met de
Antivirussoftware gebruiken
Maak een back-up van uw vaste schijf door herstelschijven of een herstel-flashdrive te maken.
Back-ups maken, herstellen en terugzetten op pagina 73.
Zie

Leuke dingen om te doen

U weet dat u een YouTube-video op de computer kunt bekijken. Maar wist u ook dat u de
computer ook op een televisie of spelconsole kunt aansluiten? Zie
aansluiten op pagina 29 voor meer informatie.
U weet dat u muziek kunt luisteren op de computer. Maar wist u ook dat u radio-uitzendingen
live op de computer kunt streamen en naar muziek of praatprogramma's uit de hele wereld kunt luisteren? Zie
Audio gebruiken op pagina 27.
Een HDMI-apparaat
HP Quick Start (alleen bepaalde modellen) 1
U weet dat u met Microsoft-applicaties een indrukwekkende presentatie kunt maken. Maar wist u
dat u de computer ook op een projector kunt aansluiten om uw ideeën met een groep te delen?
Een VGA-monitor of projector aansluiten op pagina 28.
Zie
Gebruik de TouchPad en de nieuwe aanraakbewegingen van Windows 8 voor een soepele
bediening van afbeeldingen en pagina's met tekst. Raadpleeg
Touchpad gebruiken
op pagina 31 en Touchpadbewegingen gebruiken op pagina 31.
2 Hoofdstuk 1 Direct aan de slag

Meer hulpmiddelen van HP

U hebt Installatie-instructies al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor productinformatie, instructies en meer.
Hulpmiddel Inhoudsopgave
Installatie-instructies
Basishandleiding voor Windows 8
Help en ondersteuning
Als u Help en ondersteuning wilt openen vanuit het startscherm, typt u h en selecteert u Help en ondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar
http://www.hp.com/go/contactHP. Voor
wereldwijde ondersteuning gaat u naar
http://welcome.hp.com/country/us/en/ wwcontact_us.html.
Handleiding voor veiligheid en comfort
Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen of gaat u naar
Wereldwijde ondersteuning
Ga naar
wwcontact_us.html voor ondersteuning in uw taal.
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.
http://www.hp.com/ergo.
http://welcome.hp.com/country/us/en/
Overzicht van computerinstallatie en -functies
Overzicht van het gebruik van en de navigatie met Windows®
8
Een breed aanbod van informatie over procedures en tips
voor het oplossen van problemen
Aanwijzingen voor een optimale werkplek
Richtlijnen voor houding en manier van werken voor meer
comfort en minder risico op lichamelijk letsel
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
Online chatten met een technicus van HP
Ondersteuning via e-mail
Telefoonnummers voor ondersteuning
Locaties HP Servicecentrum
Belangrijke kennisgevingen over voorschriften, waaronder
informatie over het correct afvoeren van accu's
Meer hulpmiddelen van HP 3
Hulpmiddel Inhoudsopgave
Beperkte garantie*
Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Garantie en diensten of gaat
http://www.hp.com/go/orderdocuments.
u naar
*De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de elektronische handleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de HP beperkte garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u een gedrukt exemplaar aanvragen. Ga naar schrijf naar:
Noord-Amerika: Hewlett-Packard, MS POD, 11311 Chinden Blvd., Boise, ID 83714, Verenigde Staten
Europa, Midden-Oosten, Afrika: Hewlett-Packard, POD, Via G. Di Vittorio, 9, 20063, Cernusco s/Naviglio (MI), Italië
Azië en Stille Oceaan: Hewlett-Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office, Singapore 911507
Wanneer u een gedrukt exemplaar van uw garantie aanvraagt, geef dan het productnummer, de garantieperiode (te vinden op het servicelabel) en uw naam en postadres op.
BELANGRIJK: stuur uw HP product NIET terug naar de bovenstaande adressen. Voor ondersteuning in de VS gaat u
naar
http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/
wwcontact_us.html.
Specifieke garantiegegevens voor deze computer
http://www.hp.com/go/orderdocuments of
4 Hoofdstuk 1 Direct aan de slag

2 Vertrouwd raken met de computer

Informatie over hardware en software zoeken

Hardware vinden

Ga als volgt te werk om te ontdekken welke hardware is geïnstalleerd op uw computer:
1. Typ c op het startscherm en selecteer daarna Configuratiescherm.
2. Selecteer Systeem en beveiliging en klik op Apparaatbeheer in het systeemvak.
U ziet een lijst met alle apparaten die zijn geïnstalleerd op de computer.

Software vinden

Om te weten te komen welke software geïnstalleerd is op uw computer klikt u rechts in het
Startscherm of u veegt met uw vinger over het Touchpad om de apps weer te geven, en daarna
selecteert u het pictogram Alle apps.
Informatie over hardware en software zoeken 5

Rechterzijde

Onderdeel Beschrijving
(1) Optischeschijfeenheid Leest van en (alleen bepaalde modellen) schrijft naar een
(2) Uitwerpknop van de optische schijf Opent de schijflade.
(3)
(4)
(5)
(6) Voedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
(7)
USB 2.0-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten.
RJ-45-(netwerk)aansluiting Hierop sluit u een netwerkkabel aan.
Lampje netvoedingsadapter Wit: De netvoedingsadapter is aangesloten en de accu
Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel Hiermee bevestigt u een als optie verkrijgbare
optische schijf.
OPMERKING: Zie USB-apparaat gebruiken
op pagina 48 voor informatie over de verschillende types
USB-poorten.
is opgeladen.
Oranje: De netvoedingsadapter is aangesloten en de
accu wordt opgeladen.
Uit: De computer werkt op gelijkstroomvoeding.
beveiligingskabel aan de computer.
OPMERKING: van de beveiligingskabel moet in de eerste
plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.

Linkerkant

6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdeel Beschrijving
(1)
(2) Ventilatieopening Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne
(3)
(4)
(5)
Externemonitorpoort Hierop kunt u een optionele VGA-monitor of projector
aansluiten.
onderdelen.
OPMERKING: de ventilator van de computer start
automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt.
HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel
video- of audioapparaat, zoals een high-definition televisie, andere compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een HDMI-apparaat met hoge snelheid.
USB 3.0-poorten (2 ) Hierop sluit u optionele USB 3.0-apparaten aan. Deze
Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio-ingang (microfoon)
poorten zorgen voor hogere USB-prestaties.
OPMERKING: zie
op pagina 48 voor informatie over de verschillende types
USB-poorten.
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u
de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.
OPMERKING: wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
OPMERKING: Zorg dat de apparaatkabel een connector
met vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als audio-in (microfoon) ondersteunt.
USB-apparaat gebruiken
(6)
Mediakaartlezer Leest gegevens van en schrijft gegevens naar digitale
geheugenkaarten zoals Secure Digital (SD).
Linkerkant 7
Onderdeel Beschrijving
(7)
(8)
Harde schijf-lampje
Aan/uit-lampje
Wit knipperend: Er wordt geschreven naar of gelezen
van de vaste schijf.
Oranje: HP 3D DriveGuard heeft tijdelijk de vaste
schijf geparkeerd.
OPMERKING: Raadpleeg
gebruiken (alleen bepaalde modellen) op pagina 59voor informatie over HP 3D
DriveGuard.
Wit: De computer is ingeschakeld.
Wit knipperend: De computer staat in de slaapstand,
een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld.
Uit: De computer is uitgeschakeld of staat in de
sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt.
OPMERKING: bij bepaalde modellen is de
voorziening Intel® Rapid Start Technology ingeschakeld in de fabriek. Rapid Start Technology stelt u in staat de computer snel opnieuw te activeren als die zich in een inactieve toestand bevindt. Zie
Slaapstand en sluimerstand activeren op pagina 40
voor meer informatie.
HP 3D DriveGuard

Beeldscherm

8 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdeel Beschrijving
(1) Interne beeldschermschakelaar Wanneer u het beeldscherm dichtdoet terwijl de computer aan
staat, wordt deze schakelaar ingedrukt. Daardoor wordt het beeldscherm uitgeschakeld en de slaapstand geactiveerd.
OPMERKING: de interne beeldschermschakelaar is niet
zichtbaar aan de buitenkant van de computer.
(2) WLAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
(3) Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik.
(4) Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken.
(5) Interne microfoon Hiermee kunt u geluid opnemen.
*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving van de antennes vrij. Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het gedeelte over uw land of regio in Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.
ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's, wireless local-area networks).
Als u de webcam wilt starten via het startscherm van de computer, typt u c en selecteert u CyberLink YouCam in de lijst met apps.
Beeldscherm 9

Bovenkant

Touchpad

Onderdeel Beschrijving
(1) Touchpad zone Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) op het scherm
verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren.
OPMERKING: Het touchpad ondersteunt ook
randveegbewegingen. Zie
op pagina 34 voor meer informatie.
Randveegbewegingen
(2) LinkerTouchpad knop Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een
(3) RechterTouchpad knop Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een
externe muis.
externe muis.
10 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Lampjes

Onderdeel Beschrijving
(1)
(2)
Aan/uit-lampje
Mutelampje Oranje: het geluid van de computer is uitgeschakeld.
Wit: De computer is ingeschakeld.
Wit knipperend: De computer staat in de slaapstand,
een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld.
Uit: De computer is uitgeschakeld of staat in de
sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt.
OPMERKING: bij bepaalde modellen is de
voorziening Intel® Rapid Start Technology ingeschakeld in de fabriek. Rapid Start Technology stelt u in staat de computer snel opnieuw te activeren als die zich in een inactieve toestand bevindt. Zie
Slaapstand en sluimerstand activeren op pagina 40
voor meer informatie.
Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld.
Bovenkant 11
Onderdeel Beschrijving
(3)
(4) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord kunt u
Lampje voor de draadloze verbinding Aan: Een geïntegreerd apparaat voor draadloze

Knoppen en luidsprekers

communicatie, zoals een draadloosnetwerkmodule en/of een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld.
OPMERKING: Bij sommige modellen brandt het lampje
voor draadloze communicatie oranje wanneer alle apparaten voor draadloze communicatie uitgeschakeld zijn.
nu alleen hoofdletters typen.
12 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdeel Beschrijving
(1)
(2) Luidsprekers (2 ) Hiermee wordt het computergeluid weergegeven.
Aan/uit-knop
Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/
uit-knop om de computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de
aan/uit-knop om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op
de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort
op de aan/uit-knop om de sluimerstand te beëindigen.
VOORZICHTIG: De aan/uit-knop ingedrukt houden,
resulteert in het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures van Microsoft® Windows® geen effect hebben, houdt u de aan/uit-knop minstens vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
OPMERKING: bij bepaalde modellen is de voorziening
Intel® Rapid Start Technology ingeschakeld in de fabriek. Rapid Start Technology stelt u in staat de computer snel opnieuw te activeren als die zich in een inactieve toestand bevindt. Zie
op pagina 40 voor meer informatie.
Raadpleeg uw energieopties voor meer informatie over uw energie-instellingen. Typ energie op het startscherm, selecteer Instellingen en selecteer daarna Energiebeheer.
Slaapstand en sluimerstand activeren
Bovenkant 13

Toetsen

Onderdeel Beschrijving
(1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om
(2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met de esc-toets om
(3)
(4) Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit.
(5) Num Lock-toets Hiermee regelt u de werking van het geïntegreerde
(6) Geïntegreerd numeriek toetsenblok In de fabriek ingesteld om te werken als een extern
Windows-toets Hiermee keert u terug naar het startscherm vanuit een
systeeminformatie weer te geven.
systeeminformatie weer te geven.
geopende app of het Windows-bureaublad.
OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets
drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
numerieke toetsenblok. Druk op de toets om te schakelen tussen de standaard numerieke functie op een extern toetsenblok (deze functie is standaard ingeschakeld) en de navigatiefunctie (aangeduid met pijlen op de toetsen).
OPMERKING: de toetsenblokfunctie die actief is op het
moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt opnieuw actief wanneer de computer weer wordt ingeschakeld.
numeriek toetsenblok. Druk op de num lock-toets om te schakelen tussen deze numerieke functie en de navigatiefunctie (aangeduid met de pijlen op de toetsen).
14 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Onderkant

Onderdeel Beschrijving
(1) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu.
(2) Ventilatieopeningen (5) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de
interne onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start
automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt.
Onderkant 15
Onderdeel Beschrijving

Labels

De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. De labels bevinden zich op eenvoudig toegankelijke locaties.
(3)
(4)
Ontgrendeling van de accu Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte.
Serviceklep Biedt toegang tot de vasteschijfruimte, het slot voor de
draadloze LAN (WLAN)-module en de geheugenmoduleslots.
VOORZICHTIG: vervang de module voor draadloze
communicatie alleen door een module die is goedgekeurd voor gebruik in de computer door de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de regelgeving met betrekking tot apparatuur voor draadloze communicatie in uw land. Zo voorkomt u dat het systeem niet meer reageert. Als er na het vervangen van de module een waarschuwing verschijnt, verwijdert u de module om de functionaliteit van de computer te herstellen. Neem vervolgens via Help en ondersteuning contact op met de ondersteuning. Typ op het startscherm h en selecteer Help en ondersteuning.
Servicelabel: bevat belangrijke informatie waaronder:
OPMERKING: Dit label kan er iets anders uitzien dan de hier afgebeelde label.
(1) Productnaam
(2) Serienummer
(3) Productnummer
(4) Garantieperiode
(5) Modelbeschrijving (alleen bepaalde modellen)
16 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de ondersteuning. Het
servicelabel bevindt zich in de accuruimte.
Label met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreffende het gebruik van de computer. Het
label met kennisgevingen bevindt zich in de accuruimte.
Label(s) met keurmerk voor apparatuur voor draadloze communicatie: deze labels bevatten
informatie over optionele apparaten voor draadloze communicatie, en de keurmerken van een
aantal landen of regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik. Als uw
computermodel is voorzien van een of meer apparaten voor draadloze communicatie, is de
computer voorzien van een of meer van deze certificeringslabels. U kunt deze informatie nodig
hebben wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. Labels met keurmerk voor
apparatuur voor draadloze communicatie bevinden zich in de accuruimte.
Labels 17

3 Verbinding maken met een netwerk

U kunt de computer meenemen waarnaar u maar wilt. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen.

Verbinding maken met een draadloos netwerk

Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven. Uw computer beschikt mogelijk over een of meer van de volgende apparaten voor draadloze communicatie:
Apparaat met draadloze netwerkverbinding (WLAN): met dit apparaat kunt u de computer
aansluiten op LAN-netwerken (doorgaans Wi-Fi-netwerken, draadloze netwerken (WLAN) of WLAN’s genoemd) op kantoor, thuis en op openbare plekken, zoals luchthavens, restaurants, cafés, hotels en universiteiten. In een draadloos netwerk communiceert de computer met een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
Bluetooth-apparaat (alleen bepaalde modellen)—Hiermee kunt u een persoonlijk netwerk
(Personal Area Network, PAN) opzetten om verbinding te maken met andere voor Bluetooth geschikte apparaten zoals computers, telefoons, printers, headsets, luidsprekers en camera's. Binnen een PAN communiceert elk apparaat direct met andere apparaten en moeten apparaten zich op relatief korte afstand (doorgaans 10 meter) van elkaar bevinden.
Zie de informatie en koppelingen naar websites in Help en Ondersteuning voor meer informatie over de technologie voor draadloze communicatie. Typ h op het startscherm en selecteer Help en
ondersteuning.

Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken

Met deze functies kunt u de apparaten voor draadloze communicatie in uw computer regelen:
Knop voor draadloze communicatie, schakelaar voor draadloze communicatie of toets voor
draadloze communicatie (in dit hoofdstuk ook wel knop voor draadloze communicatie genoemd).
Voorzieningen van het besturingssysteem
Knop voor draadloze communicatie gebruiken
De computer heeft een knop voor draadloze communicatie, een of meer draadloze apparaten en een of twee lampjes voor draadloze communicatie, afhankelijk van het model. Standaard zijn alle apparaten voor draadloze communicatie geactiveerd en brandt het lampje voor draadloze communicatie (wit) wanneer u de computer aanzet.
Het lampje voor draadloze communicatie geeft niet de status van afzonderlijke apparaten voor draadloze communicatie aan, maar de status van deze apparaten als groep. Wanneer het lampje voor draadloze communicatie wit is, zijn een of meer apparaten voor draadloze communicatie ingeschakeld. Wanneer het lampje voor draadloze communicatie uit is, zijn alle apparaten voor draadloze communicatie uitgeschakeld.
OPMERKING: bij sommige modellen brandt het lampje voor draadloze communicatie oranje
wanneer alle apparaten voor draadloze communicatie zijn uitgeschakeld.
18 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
Omdat alle apparaten voor draadloze communicatie standaard zijn ingeschakeld, kunt u de knop voor draadloze communicatie gebruiken om alle apparatuur voor draadloze communicatie tegelijk in of uit te schakelen.
Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken
Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een netwerk, draadloze netwerken beheren en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.
U gebruikt de bedieningselementen van het besturingssysteem als volgt:
1. Typ n op het startscherm en selecteer Instellingen.
2. Typ netwerken en delen in het zoekvak en selecteer daarna Netwerkcentrum.
Typ voor meer informatie op het startscherm h en selecteer daarna Help en ondersteuning.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 19
Loading...
+ 66 hidden pages