Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreffende houder en wordt door
Hewlett-Packard Company onder licentie
gebruikt. Microsoft en Windows zijn in de
Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
De informatie in deze documentatie kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd. De
enige garanties voor HP producten en
diensten staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreffende
producten en diensten. Aan de informatie in
deze handleiding kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Eerste editie, augustus 2010
Artikelnummer: 621595-331
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de
voorzieningen beschreven die op de meeste
modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet
alle voorzieningen op uw computer
beschikbaar.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden
of anderszins gebruiken van een
softwareproduct dat vooraf op deze
computer is geïnstalleerd, bevestigt u dat u
gehouden bent aan de voorwaarden van de
HP EULA (End User License Agreement).
Als u niet akkoord gaat met deze
licentievoorwaarden, is uw enige
rechtsmogelijkheid om het volledige,
ongebruikte product (hardware en software)
binnen 14 dagen te retourneren en te
verzoeken om restitutie van het
aankoopbedrag op grond van het
restitutiebeleid dat op de plaats van aankoop
geldt.
Neem contact op met het lokale verkooppunt
(de verkoper) als u meer informatie wilt of als
u een verzoek om volledige restitutie van het
aankoopbedrag van de computer wilt
indienen.
Page 3
Kennisgeving aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING!Werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van
de computer niet, om de kans op letsel door hitte of oververhitting van de computer te beperken. Gebruik
de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt
geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of
een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de
netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact komt met de huid of een voorwerp van zacht
materiaal. De temperatuur van de computer en de netvoedingsadapter blijft binnen de
temperatuurlimieten voor de oppervlakken die toegankelijk zijn voor de gebruiker, zoals bepaald in de
International Standard for Safety of Information Technology Equipment (IEC 60950).
Index ................................................................................................................................................................... 43
vi
Page 7
1Welkom
Informatie zoeken
●
Nadat u de computer gebruiksklaar heeft gemaakt en heeft geregistreerd, zijn de volgende stappen
belangrijk:
Maak verbinding met internet: installeer uw bekabelde of draadloze netwerk, zodat u verbinding
●
kunt maken met internet. Raadpleeg
Update uw antivirussoftware: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software
●
is vooraf geïnstalleerd op de computer en bevat een beperkt abonnement voor gratis updates.
Raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor meer informatie. Instructies voor het
opzoeken van deze handleiding vindt u in
Raak vertrouwd met de computer: maak kennis met de voorzieningen van uw computer.
●
Raadpleeg
op pagina 19 voor aanvullende informatie.
Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 en Toetsenbord en aanwijsapparaten
Netwerk op pagina 15 voor meer informatie.
Informatie zoeken op pagina 2.
Maak herstelschijven: herstel de fabrieksinstellingen van het besturingssysteem en software
●
wanneer het systeem instabiel wordt of niet meer werkt. Raadpleeg
op pagina 34 voor instructies.
Zoek geïnstalleerde software op: toegang tot een overzicht van de vooraf op de computer
●
geïnstalleerde software. Selecteer Start > Alle programma's. Raadpleeg de instructies van de
softwarefabrikant voor verdere informatie over het gebruik van de software die bij de computer is
meegeleverd. Deze instructies kunnen zijn verstrekt bij de software of kunnen op de website van
de fabrikant staan.
Back-up en herstel
1
Page 8
Informatie zoeken
De computer bevat verschillende hulpmiddelen voor de uitvoering van uiteenlopende taken.
HulpmiddelenInformatie over
Poster Snel aan de slag
Naslaggids voor HP notebookcomputer
Om toegang te krijgen tot deze gids, selecteert u Start
> Help en ondersteuning >
Gebruikershandleidingen.
Help en ondersteuning
Als u Help en ondersteuning wilt openen, selecteert u
Start > Help en ondersteuning.
OPMERKING: voor land- of regiospecifieke
ondersteuning gaat u naar
Selecteer uw land of regio en volg de instructies op het
scherm.
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
Om toegang te krijgen tot dit document, selecteert u
Start > Help en ondersteuning >
Gebruikershandleidingen.
http://www.hp.com/support.
De computer gebruiksklaar maken
●
Onderdelen van de computer herkennen
●
Voorzieningen voor energiebeheer
●
De accuwerktijd maximaliseren
●
De multimediavoorzieningen van de computer gebruiken
●
De computer beveiligen
●
Onderhoud van de computer
●
Updates van de software uitvoeren
●
Informatie over het besturingssysteem
●
Updates van software, stuurprogramma's en BIOS
●
Hulpmiddelen voor probleemoplossing
●
Krijgen van technische ondersteuning
●
Informatie over veiligheid en kennisgevingen
●
Informatie over het afvoeren van accu's
●
Handleiding voor veiligheid en comfort
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer Start>Help en ondersteuning>Gebruikershandleidingen.
– of –
Ga naar
Boekje Worldwide Telephone Numbers
(Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning)
Dit boekje wordt bij de computer geleverd.
Website van HP
Voor deze website gaat u naar
support.
Beperkte garantie*
U krijgt als volgt toegang tot de garantie:
http://www.hp.com/ergo.
http://www.hp.com/
Aanwijzingen voor een optimale werkplek, een goede houding
●
en gezonde werkgewoonten
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
●
Telefoonnummers voor ondersteuning van HP
Informatie over ondersteuning
●
Onderdelen bestellen en aanvullende ondersteuning vinden
●
Updates van software, stuurprogramma's en BIOS (Setup
●
Utility)
Voor het apparaat verkrijgbare accessoires
●
Garantiegegevens
2Hoofdstuk 1 Welkom
Page 9
HulpmiddelenInformatie over
Selecteer Start > Help en ondersteuning > HP
Garantie.
– of –
Ga naar
*Mogelijk is de HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, te vinden in het menu Start op de computer en/of
op de meegeleverde cd/dvd in de doos. In sommige landen of regio's kan een gedrukte versie van de HP beperkte garantie
zijn meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u een gedrukt exemplaar
aanvragen. Ga naar
●
●
●
Geef het productnummer, de garantieperiode (te vinden op het label met het serienummer) en uw naam en postadres op.
http://www.hp.com/go/orderdocuments.
http://www.hp.com/go/orderdocuments of schrijf naar:
Noord-Amerika: Hewlett-Packard, MS POD, 11311 Chinden Blvd, Boise, ID 83714, VS
Europa, Midden-Oosten, Afrika: Hewlett-Packard, POD, Via G. Di Vittorio, 9, 20063, Cernusco s/Naviglio (MI), Italië
Azië Pacific: Hewlett-Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office, Singapore 911507
Informatie zoeken3
Page 10
2Vertrouwd raken met de computer
Bovenkant
●
Rechterkant
●
Linkerkant
●
Beeldscherm
●
Antennes voor draadloze communicatie
●
Onderkant
●
Aanvullende hardware
●
4Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Page 11
Bovenkant
Touchpad
OnderdeelBeschrijving
(1)TouchpadlampjeOm het touchpad in en uit te schakelen, tikt u twee keer snel
achtereen op het touchpadlampje.
Er is een ongemarkeerde schuifzone binnen de rechterrand van het touchpad. Om omhoog en omlaag
te schuiven met behulp van de verticale schuifzone van het touchpad, schuift u uw vinger omhoog of
omlaag binnen de rechterrand van het touchpad.
Raadpleeg
touchpad.
Lampjes
Uit: het touchpad is ingeschakeld.
●
Oranje: het touchpad is uitgeschakeld.
●
(2)Touchpadzone*Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen
op het scherm selecteren of activeren.
(3)Linkerknop van het touchpad*Druk op de linkerkant van de touchpadknop om functies uit te
voeren die u normaal met de linkerknop van een externe muis zou
uitvoeren.
(4)Rechterknop van het touchpad*Druk op de rechterkant van de touchpadknop om functies uit te
voeren die u normaal met de rechterknop van een externe muis
zou uitvoeren.
*In deze tabel worden de fabrieksinstellingen beschreven. Als u de voorkeuren voor cursorbesturing wilt weergeven en wijzigen,
selecteert u Start > Apparaten en printers. Klik daarna met de rechtermuisknop op het apparaat dat uw computer
vertegenwoordigt en selecteer Muisinstellingen.
Touchpad gebruiken op pagina 21 voor meer informatie over voorzieningen van het
OPMERKING:uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
Bovenkant5
Page 12
OnderdeelBeschrijving
(1)Touchpadlampje
(2)Caps Lock-lampjeAan: Caps Lock is ingeschakeld.
(3)Aan/uit-lampje
(4)Lampje voor draadloze communicatie
Uit: het touchpad is ingeschakeld.
●
Oranje: het touchpad is uitgeschakeld.
●
Aan: de computer is ingeschakeld.
●
Knipperend: de computer staat in de slaapstand.
●
Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de
●
hibernationstand.
Wit: een geïntegreerd apparaat voor draadloze
●
communicatie, zoals een WLAN-apparaat en/of een
Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld.
Oranje: alle apparatuur voor draadloze communicatie is
●
uitgeschakeld.
6Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Page 13
Knop en luidsprekers
OPMERKING:Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
OnderdeelBeschrijving
(1)LuidsprekerroosterTwee geïntegreerde luidsprekers geven het computergeluid weer.
(2)Aan/uit-knop*
*In deze tabel worden de fabrieksinstellingen beschreven. Voor informatie over het wijzigen van de fabrieksinstellingen drukt
u op f1 om Help en ondersteuning te openen.
Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop
●
om de computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit-
●
knop om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de
●
aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort op
●
de aan/uit-knop om de hibernationstand te beëindigen.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures van
Windows® geen effect hebben, houdt u de aan/uit-knop minstens
vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Selecteer Start>Configuratiescherm>System and Security(Systeem en beveiliging)>Energiebeheer als u meer wilt weten
over de instellingen voor energiebeheer.
Bovenkant7
Page 14
Toetsen
OPMERKING:Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
OnderdeelBeschrijving
(1)esc-toetsDruk op deze toets in combinatie met de fn-toets om
systeeminformatie weer te geven.
(2)Toets E-mail verzendenHiermee opent u een nieuw e-mailbericht in het standaard e-
mailprogramma.
(3)Toets Media-applicatieHiermee start u CyberLink PowerDVD.
(4)Toets WebbrowserHiermee start u de standaardwebbrowser.
(5)Toets AfdrukkenHiermee stuurt u het actieve document naar de standaardprinter.
(6)Toets RekenmachineHiermee start u het bureau-accessoire Rekenmachine.
(7)fn-toetsDruk op deze toets in combinatie met de esc-toets om
systeeminformatie weer te geven.
(8)Windows-logotoetsHiermee geeft u het menu Start van Windows® weer.
(9)Windows-applicatietoetsHiermee opent u een snelmenu voor items waarbij de aanwijzer
(10)ActietoetsenHiermee voert u veelgebruikte systeemacties uit.
staat.
Raadpleeg Toetsenbord gebruiken op pagina 19 voor informatie over het gebruik van actietoetsen.
8Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Page 15
Rechterkant
OPMERKING:Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
OnderdeelBeschrijving
(1)Optischeschijfeenheid (alleen bepaalde
modellen)
(2)Lampje van de optischeschijfeenheid (alleen
bepaalde modellen)
(3)USB-poortHierop sluit u een optioneel USB-apparaat aan.
(4)Lampje van de netvoedingsadapter
(5)VoedingsconnectorHierop sluit u een netvoedingsadapter aan.
(6)Bevestigingspunt voor beveiligingskabelHiermee bevestigt u een optionele beveiligingskabel aan de
Leest optische schijven en schrijft naar optische schijven.
Knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van de
optischeschijfeenheid.
Wit knipperend: de computer staat in de slaapstand.
●
Wit: de computer is niet aangesloten op een externe
●
voedingsbron.
Oranje: de computer wordt opgeladen.
●
Uit: de computer is niet aangesloten op een externe
●
voedingsbron.
computer.
OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet op de eerste
plaats een ontmoedigende werking uitgaan. Deze voorziening kan
echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of
wordt gestolen.
Rechterkant9
Page 16
Linkerkant
OPMERKING:Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
OnderdeelBeschrijving
(1)ExternemonitorpoortHierop sluit u een optionele VGA-monitor of projector aan.
(2)VentilatieopeningDeze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer wordt automatisch
gestart voor luchtkoeling van de interne onderdelen van de
computer en om oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat
de interne ventilator af en toe aan- en uitgaat tijdens het gebruik
van de computer.
(3)RJ-45-netwerkconnectorHierop sluit u een netwerkkabel aan.
(4)USB-poorten (2)Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten.
(5)Audio-ingang (microfoon)Hierop kunt u een optionele headsetmicrofoon,
stereomicrofoonarray of monomicrofoon aansluiten.
(6)Audio-uitgang (hoofdtelefoon)Hierop kunt u een audioapparaat aansluiten, zoals optionele
stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een
oortelefoon, een headset of een televisietoestel, om het
computergeluid via dat apparaat weer te geven.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico
van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over
veiligheid.
OPMERKING: wanneer u een extern audioapparaat aansluit op
de hoofdtelefoonuitgang, worden de computerluidsprekers
uitgeschakeld.
(7)SchijfeenheidlampjeAan: de vaste schijf is in gebruik.
10Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Page 17
Beeldscherm
OnderdeelBeschrijving
(1)Interne microfoon (alleen bepaalde modellen)Hiermee kunt u geluid opnemen.
(2)Webcam (alleen bepaalde modellen)Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken.
(3)Webcamlampje (alleen bepaalde modellen)Aan: de webcam is in gebruik.
Beeldscherm11
Page 18
Antennes voor draadloze communicatie
Uw computermodel heeft twee antennes die signalen verzenden naar en ontvangen van een of meer
apparaten voor draadloze communicatie. Deze antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de
computer.
OPMERKING:voor optimale communicatie houdt u de directe omgeving van de antennes vrij (zoals
de vorige afbeelding laat zien).
Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het gedeelte van
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu dat van toepassing is op uw land/regio. Deze
voorschriften vindt u in Help en ondersteuning.
12Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Page 19
Onderkant
OnderdeelBeschrijving
(1)AccuruimteHierin bevindt zich de accu.
(2)Ventilatieopeningen (4)Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer wordt automatisch
gestart voor luchtkoeling van de interne onderdelen van de
computer en om oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat
de interne ventilator af en toe aan- en uitgaat tijdens het gebruik
van de computer.
(3)AccuvergrendelingHiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte.
(4)GeheugenmodulecompartimentIn dit compartiment bevinden zich de twee geheugenmoduleslots.
(5)VasteschijfruimteBevat de vaste schijf.
Onderkant13
Page 20
Aanvullende hardware
OnderdeelBeschrijving
(1)Netsnoer*Hiermee sluit u een netvoedingsadapter aan op een stopcontact.
(2)NetvoedingsadapterHiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom.
(3)Accu*Hiermee kunt u de computer op accuvoeding laten werken als de
computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron.
*Het uiterlijk van accu's en netsnoeren verschilt per land/regio.
14Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Page 21
3Netwerk
Gebruikmaken van een internetprovider
●
Verbinding maken met een draadloos netwerk
●
OPMERKING:de voorzieningen van internethardware en -software variëren, afhankelijk van het
computermodel en uw locatie.
De computer ondersteunt een van de volgende types internettoegang of beide:
Draadloos: voor mobiele toegang tot internet gebruikt u een draadloze verbinding. Raadpleeg
●
Verbinding maken met een bestaand WLAN op pagina 17 of Nieuw WLAN instellen
op pagina 17.
Bekabeld: u krijgt toegang tot internet door verbinding te maken met een bekabeld netwerk.
●
Raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor informatie over verbinding maken met
een bekabeld netwerk.
15
Page 22
Gebruikmaken van een internetprovider
Om toegang te krijgen tot internet, moet u een account bij een internetprovider openen. Neem contact
op met een lokale internetprovider voor een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u
bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de computer met
draadloze voorzieningen aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
OPMERKING:van uw internetprovider ontvangt u een gebruikersnaam en wachtwoord voor toegang
tot internet. Noteer deze gegevens en bewaar ze op een veilige plek.
De volgende voorzieningen helpen u bij het opzetten van een nieuwe internetaccount of het configureren
van de computer voor het gebruik van een bestaande account:
Internetservices en aanbiedingen (beschikbaar in sommige landen): dit hulpprogramma helpt
●
u bij de aanmelding voor een nieuwe internetaccount en het configureren van de computer voor
het gebruik van een bestaande account. Selecteer Start > Alle programma's > Online
diensten > Ga online.
Pictogrammen van internetproviders (beschikbaar in sommige landen): deze pictogrammen
●
worden mogelijk afzonderlijk weergegeven op het bureaublad van Windows of gegroepeerd in een
map op het bureaublad met de naam Online diensten. U kunt een nieuwe internetaccount instellen
of de computer configureren voor gebruik van een bestaande account door te dubbelklikken op
een pictogram en vervolgens de instructies op het scherm te volgen.
Wizard Verbinding met internet maken van Windows: u kunt de wizard Verbinding met internet
●
maken van Windows gebruiken om een verbinding met internet tot stand te brengen in de volgende
situaties:
U beschikt al over een account bij een internetprovider.
◦
U heeft nog geen internetaccount en wilt een internetprovider selecteren in de lijst die wordt
◦
aangeboden in de wizard. (De lijst met internetproviders is niet beschikbaar in alle landen/
regio's.)
U heeft een internetprovider geselecteerd die niet voorkomt in de lijst en de internetprovider
◦
heeft u een specifiek IP-adres en POP3- en SMTP-instellingen geleverd.
Om toegang te krijgen tot de wizard Verbinding met internet maken van Windows en instructies
voor het gebruik daarvan, selecteert u Start > Help en ondersteuning en typt u wizardVerbinding met internet maken in het zoekvak.
OPMERKING:als u in de wizard wordt gevraagd om te kiezen tussen het inschakelen of
uitschakelen van Windows Firewall, kiest u voor het inschakelen van de firewall.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven
doorgegeven. De computer kan zijn voorzien van het volgende apparaat voor draadloze communicatie:
WLAN-apparaat voor een draadloos lokaal netwerk
●
Voor meer informatie over draadloze technologie en verbinding maken met een draadloos netwerk
raadpleegt u de Naslaggids voor HP notebookcomputer en informatie en koppelingen naar relevante
websites in Help en ondersteuning.
16Hoofdstuk 3 Netwerk
Page 23
Verbinding maken met een bestaand WLAN
1.Zet de computer aan.
2.Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
3.Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
4.Selecteer een netwerk waarmee u verbinding wilt maken.
5.Klik op Verbinding maken.
6.Voer, indien vereist, de beveiligingscode in.
Nieuw WLAN instellen
Vereiste apparatuur:
een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een internetservice met hoge snelheid via
●
een abonnement bij een internetprovider;
een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2);
●
de nieuwe computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3).
●
OPMERKING:sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router. Vraag bij uw
internetprovider na wat voor type modem u heeft.
OPMERKING:zorg bij het tot stand brengen van een draadloze verbinding dat de computer en de
draadloze router zijn gesynchroniseerd. Om de computer en de draadloze router te synchroniseren,
schakelt u de computer en de draadloze router uit en daarna weer in.
De afbeelding laat een voorbeeld zien van een WLAN dat is verbonden met internet. Naarmate uw
netwerk groter wordt, kunnen extra draadloze en bekabelde computers op het netwerk worden
aangesloten voor toegang tot internet.
Verbinding maken met een draadloos netwerk17
Page 24
Draadloze router configureren
Als u hulp nodig heeft bij het installeren van een draadloos netwerk, raadpleegt u de informatie die de
routerfabrikant of uw internetprovider heeft verstrekt.
Het besturingssysteem Windows biedt ook hulpprogramma's om u te helpen bij het installeren van een
draadloos netwerk. Als u de hulpmiddelen van Windows voor het instellen van het netwerk wilt
gebruiken, selecteert u Start > Configuratiecentrum > Netwerk en internet > Netwerkcentrum >Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen> Een nieuw netwerk instellen. Volg daarna
de instructies op het scherm.
OPMERKING:u wordt geadviseerd de nieuwe computer met voorzieningen voor draadloze
communicatie eerst aan te sluiten op de router, met behulp van de netwerkkabel die is geleverd bij de
router. Als de computer eenmaal verbinding heeft gemaakt met internet, kunt u de kabel loskoppelen
en toegang krijgen tot internet via uw draadloze netwerk.
Draadloos netwerk beveiligen
Wanneer u een draadloos netwerk installeert of verbinding maakt met een bestaand draadloos netwerk,
is het altijd belangrijk de beveiligingsvoorzieningen in te schakelen om het netwerk te beveiligen tegen
onbevoegde toegang.
Raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor informatie over het beveiligen van uw
WLAN.
18Hoofdstuk 3 Netwerk
Page 25
4Toetsenbord en aanwijsapparaten
Toetsenbord gebruiken
●
Aanwijsapparaten gebruiken
●
Toetsenbord gebruiken
De pictogrammen op de toetsen f1 tot en met f12 geven de functies van de actietoetsen weer.
OPMERKING:afhankelijk van het gebruikte programma wordt bij het indrukken van fn en een van de
actietoetsen een specifiek snelmenu in dat programma geopend.
De actietoetsvoorziening is in de fabriek ingeschakeld. Als u deze voorziening uitschakelt in Setup Utility,
moet u op fn en een actietoets drukken om de toegewezen functie te activeren.
FunctieActietoets of hotkey
fn+escDruk op fn+esc (1) en (2) om informatie weer te geven over de hardwareonderdelen van het systeem
en het versienummer van het systeem-BIOS (basic input-output system).
Druk op f1 om Help en ondersteuning te openen. Help en ondersteuning bevat informatie over het
besturingssysteem Windows en de computer, antwoorden op vragen, zelfstudieprogramma's en
updates voor de computer. Help en ondersteuning voorziet ook in controles van de
computerfunctionaliteit, geautomatiseerde en interactieve probleemoplossing, oplossingen voor
reparatie, procedures voor systeemherstel en koppelingen naar ondersteuning.
Toetsenbord gebruiken19
Page 26
FunctieActietoets of hotkey
Houd f2 ingedrukt om de helderheid steeds verder te verlagen.
Houd f3 ingedrukt om de helderheid steeds verder te verhogen.
Druk op f4 om te schakelen tussen de beeldschermen als er meerdere weergaveapparaten op de
computer zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, wordt iedere
keer dat u op deze toets drukt, geschakeld tussen weergave op het scherm van de computer, weergave
op de monitor en gelijktijdige weergave op het computerscherm en de monitor.
De meeste externe monitoren maken gebruik van de externe-VGA-videostandaard om videogegevens
van de computer te ontvangen. Met de toets f4 kan de weergave ook worden geschakeld van en naar
andere apparaten die weergavegegevens van de computer ontvangen.
Druk op f5 om het vorige muziekstuk van een audio-cd of het vorige gedeelte van een dvd of bd af te
spelen.
Druk op f6 om een muziekstuk van een audio-cd of een gedeelte van een dvd of bd af te spelen, te
onderbreken of te hervatten.
Druk op f7 om het afspelen van een audio-cd, dvd of bd te stoppen.
Druk op f8 om het volgende muziekstuk van een audio-cd of het volgende gedeelte van een dvd of bd
af te spelen.
Houd f9 ingedrukt om het geluidsvolume steeds verder te verlagen.
Houd f10 ingedrukt om het geluidsvolume steeds verder te verhogen.
Druk op f11 om het geluid uit of weer in te schakelen.
Druk op f12 om de voorziening voor draadloze communicatie in of uit te schakelen.
OPMERKING: met deze toets kunt u geen draadloze verbinding tot stand brengen. Als u een
draadloze verbinding tot stand wilt brengen, moet er ook een draadloos netwerk zijn ingesteld.
Raadpleeg (2) tot en met (6) in Toetsen op pagina 8 voor informatie over het gebruik van de
snelstarttoetsen voor applicaties.
20Hoofdstuk 4 Toetsenbord en aanwijsapparaten
Page 27
Aanwijsapparaten gebruiken
OPMERKING:naast de bij de computer horende aanwijsapparaten kunt u een (afzonderlijk aan te
schaffen) externe USB-muis gebruiken door deze aan te sluiten op een van de USB-poorten van de
computer.
Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen
Gebruik Eigenschappen voor Muis in Windows om instellingen voor aanwijsapparaten te wijzigen, zoals
de configuratie van de knoppen, de kliksnelheid en de opties voor de aanwijzer.
Selecteer Start>Apparaten en printers om Eigenschappen voor Muis te openen. Klik daarna met de
rechtermuisknop op het apparaat dat uw computer vertegenwoordigt en selecteer Muisinstellingen.
Touchpad gebruiken
Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u een vinger over het touchpad in de richting waarin u de
aanwijzer wilt bewegen. Gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad zoals u de knoppen op een
externe muis zou gebruiken. Als u omhoog en omlaag wilt schuiven met de verticale schuifzone van het
touchpad, schuift u met uw vinger omhoog en omlaag over de lijnen.
OPMERKING:als u het touchpad gebruikt om de aanwijzer te verplaatsen, haalt u eerst uw vinger
van het touchpad voordat u uw vinger op de schuifzone plaatst. Als u uw vinger doorschuift van het
touchpad naar de schuifzone, wordt de schuiffunctie niet geactiveerd.
Touchpad in- en uitschakelen
Om het touchpad in en uit te schakelen, tikt u twee keer snel achtereen op de touchpad uit-indicator.
Als het touchpadlampje oranje is, is het touchpad uitgeschakeld.
Aanwijsapparaten gebruiken21
Page 28
Navigeren
Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u een vinger over het touchpad in de richting waarin u de
aanwijzer wilt bewegen.
Selecteren
Gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad zoals u de betreffende knoppen op een externe
muis zou gebruiken.
22Hoofdstuk 4 Toetsenbord en aanwijsapparaten
Page 29
Touchpadbewegingen gebruiken
Het touchpad ondersteunt een aantal touchpadbewegingen, die standaard uitgeschakeld zijn. Om de
touchpadbewegingen te activeren, plaatst u twee vingers op het touchpad, zoals beschreven in de
volgende gedeeltes.
U schakelt de touchpadbewegingen als volgt in of uit:
1.
Dubbelklik op het pictogram Synaptics
2.Schakel het selectievakje Disable gestures (Bewegingen uitschakelen) in of uit.
3.Om een bepaalde beweging in of uit te schakelen, selecteert u Start > Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Muis > Apparaatinstellingen > Instellingen. Schakel daarna het
selectievakje in of uit naast de beweging die u wilt in- of uitschakelen.
Schuiven
Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te
bewegen. U schuift als volgt: plaats twee vingers iets uit elkaar op het touchpad en schuif ze over het
touchpad in een beweging omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.
OPMERKING:de schuifsnelheid wordt bepaald door de snelheid van de vingerbeweging.
in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Aanwijsapparaten gebruiken23
Page 30
Knijpen/zoomen
Door te knijpen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst.
Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op het touchpad en ze daarna van elkaar af te
●
bewegen.
Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden op het touchpad en ze daarna naar elkaar toe te
●
bewegen.
Draaien
Door te draaien kunt u items zoals foto's roteren. U draait als volgt: plaats uw linkerwijsvinger in de
touchpadzone. Beweeg uw rechterwijsvinger in een veegbeweging rond de linkerwijsvinger, waarbij u
van 12 uur naar 3 uur beweegt. Voor een omgekeerde draaiing beweegt u uw rechterwijsvinger van 3
uur naar 12 uur.
OPMERKING:draaien moet worden uitgevoerd binnen de touchpadzone.
24Hoofdstuk 4 Toetsenbord en aanwijsapparaten
Page 31
5Onderhoud
Accu plaatsen of verwijderen
●
Vaste schijf vervangen of upgraden
●
Geheugenmodules toevoegen of vervangen
●
Update van programma's en stuurprogramma's uitvoeren
●
Onderhoud
●
Accu plaatsen of verwijderen
OPMERKING:raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor aanvullende informatie over
het gebruik van de accu.
U plaatst de accu als volgt:
Plaats de accu (1) in de accuruimte (2) totdat de accu op zijn plaats zit.
▲
De accu-ontgrendeling (3) vergrendelt de accu automatisch.
U verwijdert de accu als volgt:
Accu plaatsen of verwijderen25
Page 32
VOORZICHTIG:bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron voor de
computer vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op en activeer de sluimerstand of
schakel de computer uit via Windows voordat u de accu verwijdert. Zo voorkomt u dat er gegevens
verloren gaan.
1.Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe.
2.Verschuif de accu-ontgrendeling (1) om de accu los te koppelen.
3.Kantel de accu (2) omhoog en verwijder de accu (3) uit de computer.
26Hoofdstuk 5 Onderhoud
Page 33
Vaste schijf vervangen of upgraden
VOORZICHTIG:neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan
of het systeem vastloopt:
Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vasteschijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste
schijf niet wanneer de computer aan staat of in de slaapstand of de sluimerstand staat.
Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat, zet u de computer aan door
op de aan/uit-knop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem.
Vaste schijf verwijderen
U verwijdert de vaste schijf als volgt:
1.Sla uw werk op.
2.Schakel de computer uit en sluit het beeldscherm.
3.Ontkoppel alle randapparatuur die op de computer is aangesloten.
4.Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
5.Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond.
6.Verwijder de accu uit de computer.
7.Zorg ervoor dat de vasteschijfruimte naar u toe is gericht. Draai de twee schroeven van het
afdekplaatje van de vaste schijf los (1).
8.Breng de linkerkant van het afdekplaatje van de vaste schijf omhoog (2). Til daarna het afdekplaatje
op en naar links (3) en verwijder het.
9.Verwijder de drie schroeven (1) waarmee de vaste schijf aan de computer is bevestigd.
10. Pak de lipjes (2) op de vaste schijf vast en koppel de vasteschijfkabel (3) los van de systeemkaart.
Vaste schijf vervangen of upgraden27
Page 34
11. Verwijder de vaste schijf (4) uit de vasteschijfruimte.
Vaste schijf plaatsen
U plaatst de vaste schijf als volgt:
1.Pak de lipjes (1) op de vaste schijf vast en laat de vaste schijf (2) in de vasteschijfruimte zakken.
Druk daarna de vaste schijf omlaag tot deze stevig op zijn plaats zit.
2.Sluit de vasteschijfkabel (3) aan op de systeemkaart en breng daarna de drie schroeven (4) weer
aan waarmee de vaste schijf in de computer is bevestigd.
3.Steek de lipjes (1) op het afdekplaatje van de vaste schijf in de uitsparingen op de computer.
4.Sluit het afdekplaatje (2).
28Hoofdstuk 5 Onderhoud
Page 35
5.Draai de schroeven van het afdekplaatje van de vaste schijf vast (3).
6.Plaats de accu terug.
7.Draai de computer met de goede kant naar boven.
8.Sluit de externe voedingsbron en de randapparatuur weer aan.
9.Zet de computer aan.
Vaste schijf vervangen of upgraden29
Page 36
Geheugenmodules toevoegen of vervangen
De computer heeft één geheugenmodulecompartiment, dat zich aan de onderkant van de computer
bevindt. De geheugencapaciteit van de computer kan worden uitgebreid door een geheugenmodule toe
te voegen aan het vrije slot voor een geheugenuitbreidingsmodule, of door de bestaande module in het
slot voor de primaire geheugenmodule te upgraden.
WAARSCHUWING!Koppel het netsnoer los en verwijder alle accu's voordat u een geheugenmodule
plaatst, om het risico van een elektrische schok of schade aan de apparatuur te beperken.
VOORZICHTIG:Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische onderdelen beschadigd raken.
Zorg ervoor dat u vrij bent van statische elektriciteit door een goed geaard metalen voorwerp aan te
raken voordat u elektronische onderdelen hanteert.
OPMERKING:controleer, voordat u een tweede geheugenmodule toevoegt om met een tweekanaals
configuratie te werken, of beide geheugenmodules identiek zijn.
Ga als volgt te werk om een geheugenmodule toe te voegen of te vervangen:
1.Sla uw werk op.
2.Schakel de computer uit en sluit het beeldscherm.
Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer
aan door op de aan/uit-knop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem.
3.Ontkoppel alle randapparatuur die op de computer is aangesloten.
4.Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
5.Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond.
6.Verwijder de accu uit de computer.
7.Draai de schroeven van het geheugenmodulecompartiment los (1).
8.Verwijder het afdekplaatje van het geheugenmodulecompartiment (2) van de computer.
30Hoofdstuk 5 Onderhoud
Page 37
9.Verwijder de huidige geheugenmodule als u de module wilt vervangen:
a.Trek de borgklemmetjes aan beide zijden van de geheugenmodule weg (1).
De geheugenmodule kantelt omhoog.
VOORZICHTIG:Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de
module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan.
b.Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het
geheugenmoduleslot.
c.Bewaar een verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te
beschermen.
10. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule:
VOORZICHTIG:Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de
module te voorkomen. Raak de onderdelen op de geheugenmodule niet aan en buig de
geheugenmodule niet.
a.Breng de inkeping (1) in de geheugenmodule op één lijn met het nokje in het
geheugenmoduleslot.
b.Druk de module onder een hoek van 45 graden ten opzichte van het
geheugenmodulecompartiment in het geheugenmoduleslot totdat de module goed op zijn
plaats zit (2).
Geheugenmodules toevoegen of vervangen31
Page 38
c.Kantel de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden, waarbij u drukt op de linker- en
rechterrand van de module, totdat de borgklemmetjes vastklikken.
11. Plaats de lipjes (1) op het afdekplaatje van het geheugenmodulecompartiment in de uitsparingen
in de computer.
12. Sluit het afdekplaatje (2).
13. Draai de schroeven van het geheugenmodulecompartiment (3) vast.
14. Plaats de accu terug.
15. Draai de computer met de goede kant naar boven.
16. Sluit de externe voedingsbron en de randapparatuur weer aan.
17. Zet de computer aan.
32Hoofdstuk 5 Onderhoud
Page 39
Update van programma's en stuurprogramma's uitvoeren
U wordt aangeraden regelmatig uw programma's en stuurprogramma's bij te werken naar de recentste
versies. Ga naar
aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates
beschikbaar komen.
http://www.hp.com/support om de recentste versies te downloaden. U kunt u ook
Onderhoud
Beeldscherm schoonmaken
VOORZICHTIG:voorkom blijvende schade aan de computer: spuit nooit water, vloeibare
schoonmaakmiddelen of chemische producten op het beeldscherm.
Maak het beeldscherm regelmatig schoon met een zachte, vochtige en pluisvrije doek om vlekken en
stof te verwijderen. Als het beeldscherm nog niet geheel schoon is, gebruikt u antistatische vochtige
doekjes of een antistatisch schoonmaakmiddel speciaal voor beeldschermen.
Touchpad en toetsenbord reinigen
Als het touchpad vies of vettig wordt, is het mogelijk dat de aanwijzer onverwachte bewegingen gaat
maken. U kunt dit voorkomen door het touchpad te reinigen met een vochtige doek en uw handen
regelmatig te wassen wanneer u met de computer werkt.
WAARSCHUWING!Gebruik geen stofzuiger om het toetsenbord schoon te maken. Zo beperkt u het
risico van een elektrische schok en schade aan de interne onderdelen. Een stofzuiger kan stofdeeltjes
op het oppervlak van het toetsenbord achterlaten.
Reinig het toetsenbord regelmatig om te voorkomen dat toetsen blijven steken en om stof, pluisjes en
kruimels te verwijderen die onder de toetsen terechtkomen. U kunt een spuitbus met perslucht en een
rietje gebruiken om lucht rondom en onder de toetsen te blazen en vuil te verwijderen.
Update van programma's en stuurprogramma's uitvoeren33
Page 40
6Back-up en herstel
Herstelschijven
●
Systeemherstelactie uitvoeren
●
Back-up maken van uw gegevens
●
In het geval van een systeemfout kunt u het systeem herstellen in de staat van de recentste back-up.
U wordt aangeraden om na de installatie van de software onmiddellijk herstelschijven te maken. Als u
nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, moet u periodiek back-ups van het systeem blijven
maken om altijd een redelijk actuele back-up achter de hand te hebben.
Het besturingssysteem en de HP Recovery Manager software bevatten voorzieningen die zijn bedoeld
om u te helpen bij de volgende taken voor het beveiligen van uw gegevens en het herstellen ervan als
de computer niet meer werkt:
een set herstelschijven maken (voorziening van de Recovery Manager software);
●
een back-up maken van uw gegevens;
●
systeemherstelpunten maken;
●
een programma of stuurprogramma herstellen;
●
het volledige systeem herstellen (vanaf de partitie of vanaf herstelschijven).
●
OPMERKING:als uw computer geen herstelpartitie heeft, zijn er herstelschijven meegeleverd.
Gebruik deze schijven om het besturingssysteem en de software te herstellen. U controleert als
volgt of er een herstelpartitie is: klik op Start, klik met de rechtermuisknop op Computer, klik op
Beheren en klik op Schijfbeheer. Als de partitie aanwezig is, staat er een HP herstelschijfeenheid
vermeld in het venster.
Herstelschijven
U wordt aangeraden om herstelschijven te maken, om er zeker van te zijn dat u de computer in zijn
oorspronkelijke staat kunt herstellen als de vaste schijf niet meer werkt of als u om welke reden dan ook
niet kunt herstellen met de herstelpartitieprogramma's. Maak deze schijven nadat u de computer
gebruiksklaar heeft gemaakt.
Behandel deze schijven met zorg en bewaar ze op een veilige plek. Met deze software kunt u slechts
één set herstelschijven maken.
34Hoofdstuk 6 Back-up en herstel
Page 41
Richtlijnen:
Koop media van hoge kwaliteit: dvd-r, dvd+r, bd-r (beschrijfbare Blu-ray Discs) of cd-r. Dvd's en
●
bd's hebben een veel grotere opslagcapaciteit dan cd's. Als u cd's gebruikt, heeft u mogelijk tot 20
schijven nodig, waar slechts een paar dvd's of bd's volstaan.
OPMERKING:lees/schrijf-schijven, zoals cd-rw, dvd±rw, dubbellaags dvd±rw en bd-re
(herschrijfbare Blu-ray Discs), zijn niet compatibel met de Recovery Manager software.
De computer moet tijdens deze procedure zijn aangesloten op een netvoedingsbron.
●
Per computer kan slechts één set herstelschijven worden gemaakt.
●
Nummer elke schijf voordat u deze in de optischeschijfeenheid plaatst.
●
U kunt het programma eventueel afsluiten voordat u klaar bent met het maken van herstelschijven.
●
De volgende keer dat u Recovery Manager opent, wordt u verzocht door te gaan met het
vervaardigen van schijven.
Ga als volgt te werk om een set herstelschijven te maken:
Met de Recovery Manager software herstelt u de computer in zijn oorspronkelijke fabriekstoestand.
Recovery Manager wordt uitgevoerd vanaf herstelschijven of vanaf een speciale herstelpartitie (alleen
bepaalde modellen) op de vaste schijf.
Houd bij het uitvoeren van een systeemherstelactie rekening met het volgende:
u kunt alleen bestanden herstellen waarvan tevoren een back-up is gemaakt. U wordt aangeraden
●
om met HP Recovery Manager een set herstelschijven (back-up van de volledige vaste schijf) te
maken zodra u de computer gebruiksklaar heeft gemaakt.
Windows heeft eigen herstelvoorzieningen, zoals Systeemherstel. Als u deze voorzieningen nog
●
niet heeft gebruikt, probeert u deze eerst, voordat u Recovery Manager gebruikt.
Recovery Manager herstelt alleen software die vooraf in de fabriek is geïnstalleerd. Software die
●
niet bij deze computer is meegeleverd, moet worden gedownload van de website van de fabrikant
of opnieuw worden geïnstalleerd vanaf de schijf die door de fabrikant is geleverd.
Herstellen middels de speciale herstelpartitie (alleen bepaalde modellen)
Bij sommige modellen kunt u een herstelactie uitvoeren vanaf de herstelpartitie op de vaste schijf, die
toegankelijk is door te klikken op Start of te drukken op de toets f11. Hierdoor worden de
fabrieksinstellingen van de computer hersteld zonder het gebruik van herstelschijven.
Systeemherstelactie uitvoeren35
Page 42
U herstelt de computer als volgt vanaf de partitie:
1.Open Recovery Manager op een van de volgende manieren:
Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer het bericht "Press the
●
ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) onder aan het
scherm verschijnt. Druk op f11 terwijl "F11 HP Recovery" (F11 HP Herstel) op het scherm
wordt weergegeven.
2.Klik op System Recovery (Systeemherstel) in het venster Recovery Manager.
3.Volg de instructies op het scherm.
Herstelactie uitvoeren met de herstelschijven
1.Maak indien mogelijk een back-up van al uw persoonlijke bestanden.
2.Plaats de eerste herstelschijf in de optischeschijfeenheid van de computer en start de computer
opnieuw op.
3.Volg de instructies op het scherm.
Back-up maken van uw gegevens
Maak periodiek back-ups van uw computerbestanden om altijd een actuele back-up achter de hand te
hebben. U kunt een back-up maken van uw gegevens op een optionele externe vaste schijf, op een
netwerkschijfeenheid of op schijven. Maak op de volgende momenten een back-up van uw systeem:
periodiek, op basis van een back-upschema;
●
OPMERKING:stel herinneringen in om periodiek een back-up te maken van uw informatie.
voordat de computer wordt gerepareerd of hersteld;
●
voordat u software of hardware toevoegt of wijzigt.
●
Richtlijnen:
Maak systeemherstelpunten met de voorziening Systeemherstel van Windows en kopieer ze op
●
gezette tijden naar een optische schijf of een externe vasteschijfeenheid. Raadpleeg
Systeemherstelpunten gebruiken op pagina 37 voor meer informatie over het gebruik van
systeemherstelpunten.
Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak periodiek een back-up van
●
deze map.
Sla aangepaste instellingen in een venster, werkbalk of menubalk op door een schermafbeelding
●
van de instellingen te maken. Een schermopname kan veel tijd besparen als u opnieuw uw
voorkeuren moet instellen.
36Hoofdstuk 6 Back-up en herstel
Page 43
Back-up en terugzetten van Windows gebruiken
Met Back-up en terugzetten van Windows kunt u back-ups maken van afzonderlijke bestanden of een
back-up maken van de volledige computerimage.
Richtlijnen:
Zorg dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u het back-upproces start.
●
Neem voldoende tijd om het back-upproces te voltooien. Afhankelijk van de grootte van de
●
bestanden kan dit meer dan een uur in beslag nemen.
U maakt als volgt een back-up:
1.Selecteer Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Back-up en terugzetten.
2.Volg de instructies op het scherm om een back-up te plannen en te maken.
OPMERKING:Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de
computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken als het
installeren van applicaties, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windowsinstellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie.
Systeemherstelpunten gebruiken
Met een systeemherstelpunt kunt u een "momentopname" van de vaste schijf op een bepaald tijdstip
opslaan onder een specifieke naam. Als u wijzigingen die nadien zijn aangebracht ongedaan wilt maken,
kunt u het systeem herstellen zoals het op dat tijdstip was.
OPMERKING:als u een eerdere staat van het systeem herstelt, heeft dat geen invloed op
gegevensbestanden die zijn opgeslagen of e-mailberichten die zijn gemaakt sinds het laatste
herstelpunt.
U kunt ook extra herstelpunten maken om uw bestanden en instellingen extra te beschermen.
Wanneer maakt u herstelpunten
voordat u software of hardware toevoegt of ingrijpend wijzigt;
●
op gezette tijden wanneer de computer optimaal functioneert.
●
OPMERKING:als u het systeem heeft hersteld naar een herstelpunt en van gedachten verandert,
kunt u de herstelactie ongedaan maken.
Systeemherstelpunt maken
1.Selecteer Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Systeem.
2.Klik in het linkerdeelvenster op Systeembeveiliging.
3.Klik op het tabblad Systeembeveiliging.
4.Volg de instructies op het scherm.
Back-up maken van uw gegevens37
Page 44
Herstellen op basis van een bepaalde datum en tijd
U gaat als volgt terug naar een herstelpunt (gemaakt op een eerdere datum en tijd) waarop de computer
optimaal werkte:
1.Selecteer Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Systeem.
2.Klik in het linkerdeelvenster op Systeembeveiliging.
3.Klik op het tabblad Systeembeveiliging.
4.Klik op Systeemherstel.
5.Volg de instructies op het scherm.
38Hoofdstuk 6 Back-up en herstel
Page 45
7Klantenondersteuning
Contact opnemen met de klantenondersteuning
●
Labels
●
Contact opnemen met de klantenondersteuning
Als de informatie in deze gebruikershandleiding, in de Naslaggids voor HP notebookcomputer of in Help
en ondersteuning geen uitsluitsel geeft over uw vragen, kunt u contact opnemen met de
klantenondersteuning van HP op:
OPMERKING:voor wereldwijde ondersteuning klikt u op Contact HP worldwide (Wereldwijd
contact opnemen met HP) aan de linkerkant van de pagina, of gaat u naar
country/us/en/wwcontact_us.html.
http://www.hp.com/go/contactHP.
http://welcome.hp.com/
Hier kunt u:
online chatten met een technicus van HP;
●
OPMERKING:wanneer technische ondersteuning niet beschikbaar is in een bepaalde taal, is
deze beschikbaar in het Engels.
een e-mail sturen naar de klantenondersteuning van HP;
●
telefoonnummers opzoeken van de klantenondersteuning van HP (wereldwijd);
●
een HP servicecentrum opzoeken.
●
Contact opnemen met de klantenondersteuning39
Page 46
Labels
De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u
problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt:
●
Label met serienummer: biedt belangrijke informatie, waaronder:
Onderdeel
(1)
(2)Serienummer (s/n)
(3)Artikelnummer/productnummer (p/n)
(4)Garantieperiode
(5)Modelbeschrijving
Productnaam
Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.
Het label met het serienummer bevindt zich in de accuruimte.
Label met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreffende het gebruik van de computer. Het
●
label met kennisgevingen bevindt zich in de accuruimte.
Certificeringslabel(s) voor draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen): bevat(ten)
●
informatie over optionele apparatuur voor draadloze communicatie en de keurmerken van diverse
landen waar de apparatuur is goedgekeurd en toegestaan voor gebruik. Als uw computermodel is
voorzien van een of meer apparaten voor draadloze communicatie, is de computer voorzien van
een of meer van deze certificeringslabels. U kunt deze informatie nodig hebben als u het apparaat
in het buitenland wilt gebruiken. Labels met keurmerken voor apparatuur voor draadloze
communicatie bevinden zich in de accuruimte.
Certificaat van echtheid van Microsoft®: bevat de Windows-productcode. U kunt de productcode
●
nodig hebben wanneer u een update van het besturingssysteem wilt uitvoeren of problemen met
het systeem wilt oplossen. Het Certificaat van echtheid van Microsoft bevindt zich aan de onderkant
van de computer.
40Hoofdstuk 7 Klantenondersteuning
Page 47
8Specificaties
Ingangsvermogen
●
Omgevingsvereisten
●
Ingangsvermogen
De elektriciteitsgegevens in dit gedeelte kunnen van pas komen als u van plan bent internationaal te
reizen met de computer.
De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron
voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
Hoewel de computer kan worden gevoed via een aparte gelijkstroomvoedingsbron, wordt u dringend
aangeraden de computer alleen aan te sluiten via een netvoedingsadapter of een gelijkstroombron die
door HP is geleverd en goedgekeurd voor gebruik met deze computer.
De computer kan op gelijkstroom werken binnen de volgende specificaties.
IngangsvermogenCapaciteit
Bedrijfsspanning en stroomsterkte18,5 V DC bij 3,5 A - 65 W
OPMERKING:dit product is ontworpen voor IT-elektriciteitsnetten in Noorwegen met een fase-
fasespanning van maximaal 240 V wisselspanning.
OPMERKING:de bedrijfsspanning en werkstroom vindt u op het label met kennisgevingen in de
accuruimte van de computer.
Omgevingsvereisten
FactorMetrischVS
Temperatuur
In bedrijf (naar optische schijf schrijvend)
Buiten bedrijf-20°C tot 60°C-4°F tot 140°F
Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)
In bedrijf
5°C tot 35°C41°F tot 95°F
10% tot 90%10% tot 90%
Buiten bedrijf5% tot 95%5% tot 95%
Maximale hoogte (zonder drukcabine)
Ingangsvermogen41
Page 48
In bedrijf-15 m tot 3.048 m-50 ft tot 10.000 ft
Buiten bedrijf-15 m tot 12.192 m-50 ft tot 40.000 ft