Microsoft en Windows zijn handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en andere landen.
De enige garanties die gelden voor HP
producten en diensten zijn de garanties die
worden beschreven in de
garantievoorwaarden behorende bij deze
producten en diensten. Geen enkel
onderdeel van dit document mag als extra
garantie worden opgevat. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten of redactionele fouten, drukfouten of
weglatingen in deze publicatie.
De informatie in dit document valt onder het
auteursrecht. Geen enkel deel van dit
document mag worden gekopieerd,
vermenigvuldigd of vertaald in een andere
taal, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard
Company.
Problemen oplossen
Zakelijke personal computers
Eerste editie, augustus 2006
Artikelnummer van document: 418631-331
Over deze handleiding
WAARSCHUWINGAls u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk
letsel of levensgevaar.
VOORZICHTIGAls u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit beschadiging van de
apparatuur of verlies van gegevens tot gevolg hebben.
OpmerkingDe tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
NLWWiii
iv Over deze handleidingNLWW
Inhoudsopgave
1 Diagnosevoorzieningen voor de computer
HP Insight Diagnostics ......................................................................................................................... 1
HP Insight Diagnostics starten ............................................................................................. 1
Toegang krijgen tot DPS via Computerinstellingen ............................................................................ 74
Index ................................................................................................................................................................... 75
viNLWW
1Diagnosevoorzieningen voor de
computer
HP Insight Diagnostics
OpmerkingBij sommige modellen wordt een cd meegeleverd met het hulpprogramma HP
Insight Diagnostics.
HP Insight Diagnostics stelt u in staat informatie over de hardwareconfiguratie op te vragen en
diagnostische tests uit te voeren op de hardwaresystemen in de computer. Met dit hulpprogramma kunt
u hardwareproblemen effectief en eenvoudig detecteren, diagnosticeren en isoleren.
Wanneer u HP Insight Diagnostics start, wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven. Dit
tabblad toont informatie over de huidige configuratie van de computer. Vanuit het tabblad Survey
(Verkenning) heeft u toegang tot verschillende categorieën van informatie over de computer.
Aanvullende informatie wordt weergegeven op andere tabbladen, met onder meer opties voor
diagnostische tests en testresultaten. De informatie op de schermen van het hulpprogramma kan
worden opgeslagen in een HTML-bestand op een diskette of een HP USB Drive Key.
Gebruik HP Insight Diagnostics als u wilt bepalen of alle in de computer geïnstalleerde apparaten door
het systeem worden herkend en correct functioneren. Het is niet per se noodzakelijk om tests uit te
voeren na het installeren of aansluiten van een nieuw apparaat, maar dit wordt wel aanbevolen.
Voer de tests uit, sla de resultaten op en druk deze af, zodat u de testresultaten op papier bij de hand
heeft wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.
OpmerkingApparaten van externe leveranciers worden mogelijk niet herkend door HP Insight
Diagnostics.
HP Insight Diagnostics starten
U voert HP Insight Diagnostics uit door de computer op te starten vanaf de documentatie- en diagnosecd Documentation and Diagnostics, zoals in de volgende stappen wordt beschreven.
1.Zorg dat de computer is ingeschakeld en plaats de documentatie- en diagnose-cd Documentation
and Diagnostics in een optische-schijfeenheid.
2.Sluit het besturingssysteem af en zet de computer uit.
3.Zet de computer aan. De computer wordt opgestart vanaf de cd.
NLWWHP Insight Diagnostics1
OpmerkingAls het systeem niet wordt opgestart vanaf de cd in de optische-schijfeenheid,
moet u mogelijk de opstartvolgorde in het hulpprogramma Computer Setup
(Computerinstellingen) zodanig aanpassen dat de optische-schijfeenheid in de
opstartvolgorde vóór de vaste schijf wordt genoemd. Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation andDiagnostics.
4.Selecteer de gewenste taal en klik op Continue (Doorgaan).
OpmerkingU wordt aangeraden akkoord te gaan met de standaardwaarde voor het
toetsenbord van uw taal, tenzij u tests wilt uitvoeren met een specifiek toetsenbord.
5.Klik op de pagina met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers op Agree (Akkoord) om aan
te geven dat u instemt met de voorwaarden. Het hulpprogramma HP Insight Diagnostics wordt
gestart. In eerste instantie wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven.
Tabblad Survey (Verkenning)
Het tabblad Survey (Verkenning) bevat belangrijke informatie over de systeemconfiguratie.
In het veld View level (Weergaveniveau) kunt u kiezen tussen de weergave Summary (Samenvatting)
voor een beknopt overzicht van de configuratiegegevens en de weergave Advanced (Geavanceerd)
voor de weergave van alle gegevens in de geselecteerde categorie.
In het veld Category (Categorie) kunt u de volgende informatiecategorieën selecteren voor weergave:
All (Alle): een overzicht van alle categorieën van informatie over de computer.
Overview (Overzicht): een overzicht van algemene informatie over het computersysteem.
Architecture (Architectuur): informatie over het systeem-BIOS en de PCI-apparaten.
Asset Control (Inventarisbeheer): informatie over de productnaam, inventariscode, serienummer en
processor.
Communication (Communicatie): informatie over de instellingen voor de parallelle (LPT) en seriële
(COM) poorten en gegevens over USB-poorten en netwerkadapters.
Graphics (Beeldscherm): informatie over de grafische kaart in de computer.
Input Devices (Invoerapparatuur): gegevens over het toetsenbord, de muis en andere invoerapparaten
die op de computer zijn aangesloten.
Memory (Geheugen): gegevens over al het geheugen in de computer. Dit betreft zowel de
geheugenslots op de systeemkaart als de geïnstalleerde geheugenmodules.
Miscellaneous (Diversen): informatie over de versie van HP Insight Diagnostics, het CMOS (het
configuratiegeheugen), BIOS-gegevens over het systeembeheer en informatie over de systeemkaart.
Storage (Opslag): gegevens over de opslagmedia die op de computer zijn aangesloten (alle vaste
schijven, diskettedrives en optische-schijfeenheden).
System (Systeem): informatie over computermodel, processor, chassis en BIOS, plus gegevens over
de interne luidspreker en de PCI-bus.
2Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computerNLWW
Tabblad Test
Op het tabblad Test specificeert u welke onderdelen van het systeem u wilt testen. U kunt bovendien
het type test en de gewenste testmethode instellen.
U kunt kiezen uit drie testtypen:
Quick Test (Snelle test): er wordt een gedeelte van elk hardwareonderdeel getest volgens een
●
vooraf gedefinieerd script. Een snelle test vereist geen interactie met de gebruiker, ook niet als u
kiest voor de interactieve testmethode.
Complete Test (Volledige test): alle hardwarecomponenten worden volledig getest volgens een
●
vooraf gedefinieerd script. Bij interactieve uitvoering zijn er meer tests beschikbaar, maar hierbij is
interactie vereist.
Custom Test (Aangepaste test): deze test biedt de meeste flexibiliteit bij het bepalen hoe de
●
systeemtest moet worden uitgevoerd. Bij een aangepaste test kunt u specifieke apparaten,
diagnostische tests en testparameters selecteren.
U kunt bij elk type test kiezen uit twee testmethoden:
Interactive Mode (Interactief): bij interactieve uitvoering heeft u optimale controle over de
●
testprocedure. Tijdens het uitvoeren van het diagnoseprogramma wordt om invoer gevraagd bij
tests waarvoor interactie nodig is. U kunt ook bepalen of een apparaat door de test is gekomen.
Unattended Mode (Onbeheerd): er wordt niet om invoer of interactie gevraagd. Als er fouten
●
optreden, worden deze na afloop van de test gemeld.
U voert als volgt een test uit:
1.Selecteer het tabblad Test.
2.Klik op het tabblad van het type test dat u wilt uitvoeren. Quick (Snel), Complete (Volledig) of
Custom (Aangepast).
3.Selecteer de gewenste Test Mode (Testmethode): Interactive (Interactief) of Unattended
(Onbeheerd).
4.Specificeer met de optie Number of Loops (Aantal uitvoeringen) of de optie Total Test Time
(Totale testduur) hoe lang de test moet worden uitgevoerd. Als u de test een bepaald aantal keren
wilt uitvoeren, voert u het gewenste aantal keren in. Als u de test gedurende een bepaalde tijd wilt
uitvoeren, geeft u het gewenste aantal minuten op.
5.Als u een snelle test of een volledige test uitvoert, selecteert u het apparaat dat u wilt testen in het
vervolgkeuzelijst. Als u een sangepaste test uitvoert, klikt u op de knop Expand (Uitbreiden) en
selecteert u de apparaten die u wilt testen. Klik op Check All (Alle selecteren) om alle apparaten
te selecteren.
6.Klik rechtsonder in het scherm op Begin Testing (Test starten) om de test te starten. Tijdens de
testprocedure wordt het tabblad Status weergegeven, waarop u de voortgang van de test kunt
volgen. Na afloop van de test wordt op het tabblad Status aangegeven of de apparaten door de
test zijn gekomen.
7.Als er fouten zijn aangetroffen, opent u het tabblad Log (Logboek) en klikt u op Error Log
(Foutenlogboek) voor gedetailleerde informatie over de fouten en de aanbevolen maatregelen.
NLWWHP Insight Diagnostics3
Tabblad Status
Op het tabblad Status ziet u de status van de geselecteerde tests. Bovendien wordt aangegeven welk
type test is of wordt uitgevoerd: Quick Test (Snelle test), Complete Test (Volledige test) of CustomTest (Aangepaste test). Via de voortgangsindicatie kunt u volgen welk percentage van de huidige
testreeks is voltooid. Tijdens de uitvoering van een test kunt u op de knop Cancel Testing (Test
annuleren) klikken als u de test wilt afbreken.
Na afloop van de test wordt de knop Cancel Testing (Test annuleren) vervangen door de knop
Retest (Test herhalen). Als u op Retest (Test herhalen) klikt, wordt de laatste testreeks nogmaals
uitgevoerd. Hierdoor kunt u dezelfde tests eenvoudig herhalen zonder dat u de gegevens op het tabblad
Test opnieuw hoeft in te voeren.
Het tabblad Status toont bovendien informatie over:
de apparaten die worden getest;
●
de teststatus (in uitvoering, geslaagd of mislukt) van elk apparaat dat wordt getest;
●
de algehele voortgang van de test voor alle apparaten;
●
de voortgang van de test voor elk afzonderlijk apparaat;
●
de verstreken tijd per test voor elk afzonderlijk apparaat.
●
Tabblad Log (Logboek)
Het tabblad Log (Logboek) bevat een tabblad Test Log (Testlogboek) een een tabblad Error Log
(Foutenlogboek).
Het testlogboek toont alle uitgevoerde tests, het aantal keren dat de tests zijn uitgevoerd, het aantal
keren dat de apparaten niet door de test zijn gekomen en de tijd die het heeft gekost om elke test uit te
voeren. Als u op de knop Clear Test Log (Testlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het testlogboek
gewist.
Het foutenlogboek toont informatie over de apparaten waarvoor de diagnostische test fouten heeft
voorgesteld. De volgende kolommen met informatie worden weergegeven:
Device (Apparaat): het apparaat dat is getest.
●
Test: het type test dat is uitgevoerd.
●
Description (Beschrijving): een omschrijving van de opgetreden fout.
●
Recommended Repair (Aanbevolen maatregel): een aanbeveling die u kunt opvolgen om de
●
defecte hardware te herstellen.
Failed Count (Aantal fouten): het aantal malen dat de test voor dit apparaat fouten heeft
●
opgeleverd.
Error Code (Foutcode): een numerieke code voor de fout. De foutcodes worden toegelicht op het
●
tabblad Help.
Als u op de knop Clear Error Log (Foutenlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het foutenlogboek
gewist.
4Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computerNLWW
Tabblad Help
Het tabblad Help bevat een tabblad HP Insight Diagnostics, een tabblad Error Codes (Foutcodes)
en een tabblad Test Components (Testonderdelen).
Het tabblad HP Insight Diagnostics bevat Help-onderwerpen en zoek- en indexeringsfuncties.
Op het tabblad Error Codes (Foutcodes) vindt u een beschrijving van de numerieke foutcodes die u
kunt tegenkomen op het tabblad Error Log (Foutenlogboek) van het tabblad Log (Logboek). Elke code
heeft een bijbehorend Foutbericht en een Recommended Repair (Aanbevolen oplossing) waarmee
u het probleem mogelijk kunt oplossen. Voer de code in het vak bovenaan het tabblad in en klik op FindError Codes (Foutcodes zoeken) om snel de beschrijving te vinden.
Op het tabblad Test Components (Testonderdelen) wordt beknopte informatie weergegeven over de
tests die worden uitgevoerd.
Informatie opslaan en afdrukken in HP Insight Diagnostics
U kunt de informatie op de tabbladen Survey (Verkenning) en Log (Logboek) van HP Insight
Diagnostics opslaan op een diskette of een HP USB 2.0 Drive Key (met een minimale capaciteit van 64
MB). De informatie kan niet op de vaste schijf worden opgeslagen. Er wordt automatisch een HTMLbestand gegenereerd waarin de informatie op dezelfde manier is opgemaakt als op het scherm.
1.Plaats een diskette of een HP USB 2.0 Drive Key (capaciteit minimaal 64 MB). USB 1.0 Drive Keys
worden niet ondersteund.
2.Klik rechtsonder in het tabblad op Save (Opslaan).
3.Selecteer Save to floppy (Opslaan op diskette) of Save to USB key (Opslaan op USB Drive Key).
4.Typ een naam voor het bestand in het vak File Name (Bestandsnaam) en klik op Save (Opslaan).
De informatie wordt opgeslagen in een HTML-bestand op de diskette of de HP USB Drive Key.
OpmerkingVerwijder de diskette of de USB Drive Key pas als een bericht wordt
weergegeven dat het HTML-bestand naar het medium is geschreven.
5.U kunt de informatie afdrukken vanaf het opslagapparaat waarop u het bestand heeft opgeslagen.
OpmerkingU sluit HP Insight Diagnostics af door rechtsonder in het scherm op Exit
Diagnostics (Diagnoseprogramma afsluiten) te klikken. Verwijder vervolgens de documentatieen diagnose-cd Documentation and Diagnostics uit de optische-schijfeenheid.
De nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden
1.Ga naar http://www.hp.com.
2.Klik op de koppeling Software Driver Downloads.
3.Typ het productnummer (bijvoorbeeld dc7700) in het tekstvak en druk op Enter.
4.Selecteer het model van uw computer.
5.Selecteer het besturingssysteem.
6.Klik op de koppeling Diagnostic.
NLWWHP Insight Diagnostics5
7.Klik op HP Insight Diagnostics Offline Edition.
8.Selecteer een taal en klik op Download.
OpmerkingHet gedownloade bestand bevat instructies over de manier waarop u een opstart-
cd maakt.
Software beschermen
Maak backups van alle systeemsoftware, applicaties en bijbehorende bestanden die op de vaste schijf
zijn opgeslagen, zodat u de software en bestanden kunt herstellen als deze verloren zijn gegaan of zijn
beschadigd. Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem of bij het backup-programma voor
informatie over het maken van backups van de gegevensbestanden.
Software herstellen
HP Backup and Recovery Manager is een eenvoudig te gebruiken veelzijdige toepassing die vooraf op
elk systeem is geladen. Hiermee kunt u het volgende doen:
herstelpunten maken waarmee u incrementele backups van het gehele systeem maakt;
●
backups maken van de gehele vaste schijf in een enkel archief;
●
backups maken van afzonderlijke bestanden.
●
U kunt backups automatisch met regelmatige tussenpozen laten uitvoeren of backups handmatig
starten. Herstel kan worden uitgevoerd vanaf de herstelpartitie op de vaste schijf of met de
herstelschijven. De set herstelschijven omvat de cd Restore Plus!, de cd met het besturingssysteem
van Microsoft en cd's met aanvullende software.
OpmerkingHP raadt u sterk aan herstelschijven te maken voordat u de computer in gebruik
neemt en regelmatig automatische backups van herstelpunten te plannen.
HP Backup and Recovery Manager biedt twee basismethoden voor herstel. De eerste methode, waarbij
bestanden en mappen worden hersteld, wordt uitgevoerd in Windows. Voor de tweede methode, PC
Recovery (Computer herstellen) moet de computer worden opgestart vanaf de herstelpartitie op de
vaste schijf of met de herstelschijven. Druk tijdens het opstarten op F11 wanneer het bericht "Press F11
for Emergency Recovery" wordt weergegeven om op te starten vanaf de herstelpartitie.
OpmerkingRaadpleeg voor meer informatie over het gebruik van HP Backup and Recovery
Manager de HP Backup and Recovery Manager User Guide (Gebruikershandleiding HP Backup
and Recovery Manager). Klik hiertoe op Start > HP Backup and Recovery > HP Backup andRecovery Manager Manual.
6Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computerNLWW
2Problemen oplossen zonder gebruik
van diagnosevoorzieningen
Dit hoofdstuk bevat informatie over het herkennen en oplossen van kleine problemen, bijvoorbeeld met
diskettedrives, vaste schijven, optische-schijfeenheden, het beeldscherm, het geluid, het geheugen en
de software. Bij problemen met de computer kunt u de tabellen in dit hoofdstuk raadplegen voor
mogelijke oorzaken en aanbevolen oplossingen.
OpmerkingInformatie over specifieke foutberichten die na het opstarten op het scherm worden
weergegeven tijdens de POST (Power-On Self-Test) vindt u in bijlage A,
Veiligheid en comfort
POST-foutberichten.
WAARSCHUWINGVerkeerd gebruik van de computer of een onveilig en oncomfortabel
ingerichte werkomgeving kunnen leiden tot ongemakken of ernstig letsel. Raadpleeg voor meer
informatie over het kiezen van een werkplek en het creëren van een veilige en comfortabele
werkomgeving de Handleiding voor veiligheid en comfort op de documentatie- en diagnose-cd
Documentation and Diagnostics. Deze handleiding is ook beschikbaar op de website
http://www.hp.com/ergo. Dit apparaat is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal
apparaat van Klasse B in overeenstemming met Part 15 van de FCC-voorschriften. Raadpleeg
voor meer informatie Veiligheid en voorschriften op de documentatie- en diagnose-cdDocumentation and Diagnostics.
Voordat u belt voor technische ondersteuning
Als er een probleem met de computer is, probeert u aan de hand van de onderstaande maatregelen de
oorzaak van het probleem te achterhalen vóórdat u belt om technische ondersteuning te vragen.
Voer het diagnoseprogramma uit. Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk 1,
●
Diagnosevoorzieningen voor de computer.
Voer de DPS-zelftest (Drive Protection System) uit vanuit het hulpprogramma Computer Setup
●
(Computerinstellingen). Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Computerinstellingen op
de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics.
Controleer of het aan/uitlampje aan de voorkant van de computer rood knippert. Deze knipperende
●
lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
voor meer informatie bijlage A,
POST-foutberichten.
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, sluit u de monitor aan op een andere
●
monitorconnector op de computer (indien aanwezig). Of sluit tijdelijk een andere monitor aan
waarvan u weet dat deze goed functioneert.
NLWWVeiligheid en comfort7
Als u gebruikmaakt van een netwerk, sluit u een andere computer met een andere kabel aan op
●
de netwerkaansluiting. Misschien is er een probleem met de netwerkaansluiting of de
netwerkkabel.
Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze hardware om te zien of de
●
computer dan wel goed werkt.
Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze software om te zien of de
●
computer dan wel goed werkt.
Start de computer op in de Veilige modus van Windows om te zien of de computer kan worden
●
opgestart wanneer niet alle stuurprogramma's worden geladen. Kies bij het opstarten van het
besturingssysteem de optie om gebruik te maken van de laatste bekende juiste configuratie.
Raadpleeg de uitgebreide online technische ondersteuning op de website
●
support.
Zie het gedeelte
●
HP Instant Support Professional Edition biedt u de mogelijkheid om problemen met de computer zelf
online op te lossen. Als u contact wilt opnemen met een ondersteuningsmedewerker van HP, gebruikt
u de online chatfunctie van HP Instant Support Professional Edition via:
Bezoek het Business Support Center (BSC) op
informatie, software, stuurprogramma's en aankondigingen en een wereldwijde gemeenschap van HP
gebruikers en HP experts.
Als het noodzakelijk is dat u telefonisch contact opneemt met HP voor ondersteuning, houd dan rekening
met de volgende punten om te zorgen dat u goed geholpen kunt worden:
Zorg dat u aan de computer zit wanneer u belt.
●
Noteer tevoren de serienummers van de computer en de monitor, alsmede het
●
productidentificatienummer.
Reserveer voldoende tijd om het probleem samen met de ondersteuningsmedewerker op te
●
lossen.
Verwijder desgevraagd alle hardware die onlangs aan het systeem is toegevoegd.
●
Verwijder desgevraagd alle software die onlangs is geïnstalleerd.
●
Tips verderop in deze handleiding.
http://www.hp.com/go/ispe.
http://www.hp.com/go/bizsupport voor actuele online
http://www.hp.com/
Start desgevraagd de cd Restore Plus!.
●
VOORZICHTIGAls u de cd Restore Plus! uitvoert, worden alle gegevens op de vaste schijf
gewist.
OpmerkingVoor verkoopinformatie en garantie-uitbreidingen (Care Packs) neemt u contact
op met uw HP Business of Service Partner.
8Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Tips
Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of de software de onderstaande lijst
met algemene suggesties voordat u verdere actie onderneemt.
Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend stopcontact zijn aangesloten.
●
Controleer of de spanningsschakelaar (alleen op bepaalde modellen) is ingesteld op het juiste
●
voltage voor uw land (115V of 230V).
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene aan/uitlampje brandt.
●
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uitlampje van de monitor brandt.
●
Controleer of het aan/uitlampje aan de voorkant van de computer rood knippert. Deze knipperende
●
lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
voor meer informatie bijlage A,
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het scherm te donker is.
●
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het
●
toetsenbord goed.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.
●
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het toetsenbord te drukken of door de aan/
●
uit-knop in te drukken. Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u de computer uit door
de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden ingedrukt te houden. Vervolgens drukt u
nogmaals op de aan/uit-knop om de computer opnieuw te starten. Als het systeem niet
uitgeschakeld kan worden, koppelt u het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u het netsnoer
weer aan. De computer start nu automatisch opnieuw op, als in Computer Setup de optie voor
automatisch starten na stroomuitval is ingesteld. Als de computer niet automatisch opnieuw
opstart, drukt u op de aan/uit-knop om de computer te starten.
POST-foutberichten.
Configureer de computer opnieuw nadat een uitbreidingskaart of een andere optie is geïnstalleerd
●
die niet compatibel is met Plug and Play. Zie
informatie.
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd. Wanneer u bijvoorbeeld een
●
printer gebruikt, moet er een printerstuurprogramma voor deze printer zijn geïnstalleerd.
Verwijder alle media waarmee de computer kan worden opgestart (diskette, cd of USB-apparaat)
●
voordat u de computer inschakelt.
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is
●
geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
Als er op het systeem meerdere videobronnen zijn geïnstalleerd (geïntegreerd of een PCI- of PCI-
●
Express-adapter; geïntegreerde video is alleen op bepaalde modellen beschikbaar) en er één
monitor aanwezig is, moet de monitor worden aangesloten op de monitorconnector van de
videobron die als primaire VGA-adapter is geconfigureerd. Tijdens het opstarten worden de overige
monitorconnectoren uitgeschakeld. Als de monitor op een van deze connectoren is aangesloten,
zal de monitor niet werken. U kunt in Computer Setup instellen welke bron de standaard VGAadapter is.
Problemen met de installatie van hardware voor meer
NLWWTips9
VOORZICHTIGWanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, is er altijd spanning
aanwezig op de systeemkaart. Neem de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent,
zodat u het risico van schade aan de systeemkaart en andere onderdelen beperkt.
10Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Algemene problemen oplossen
Het is mogelijk dat u de algemene problemen die in dit gedeelte worden beschreven, gemakkelijk zelf
kunt oplossen. Neem contact op met een Business of Service Partner als het probleem blijft optreden
en u niet in staat bent het te verhelpen, of als u dit liever niet zelf doet.
WAARSCHUWINGWanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel ten gevolge van
elektrische schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact
te halen en de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Controleer het lampje tussen de DIMM-voetjes. Als het lampje brandt, staat er nog spanning op
het systeem. Schakel de computer uit en ontkoppel het netsnoer voordat u verdergaat.
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen
De computer is vastgelopen en kan niet worden uitgeschakeld door op de aan/uit-knop te drukken.
Oorzaak
De softwarematige besturing van de aan/uit-knop werkt niet.1.Houd de aan/uit-knop gedurende minimaal vier seconden
De computer reageert niet op het USB-toetsenbord of de USB-muis.
Oorzaak
De computer staat in de standbystand.Druk op de aan/uit-knop of op een willekeurige toets om de
Het systeem is vastgelopen.Start de computer opnieuw op.
De weergave van datum en tijd is niet juist.
Oplossing
ingedrukt, totdat de computer wordt uitgeschakeld.
2.Neem het netsnoer uit het stopcontact.
Oplossing
standbystand te beëindigen.
VOORZICHTIG Als u probeert de computer te
activeren vanuit de standbystand, houdt u de aan/
uit-knop niet langer dan vier seconden ingedrukt.
Anders wordt de computer uitgeschakeld, waarbij alle
niet-opgeslagen gegevens verloren gaan.
Oorzaak
De batterij van de real-timeklok moet wellicht worden
vervangen.
Opmerking Als u de computer op een werkend
stopcontact aansluit, kunt u de levensduur van de
batterij van de real-timeklok verlengen.
Oplossing
Stel eerst de datum en de tijd opnieuw in via het
Configuratiescherm (u kunt hiervoor ook Computer Setup
gebruiken). Als het probleem blijft optreden, vervangt u de
batterij van de real-timeklok. Raadpleeg voor informatie over
het installeren van een nieuwe batterij de Naslaggids voor de
hardware op de documentatie- en diagnose-cd Documentation
and Diagnostics, of neem contact op met een geautoriseerde
Business of Service Partner om de batterij te vervangen.
NLWWAlgemene problemen oplossen11
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
De cursor kan niet worden verplaatst met de pijltoetsen op het toetsenbord.
Oorzaak
Mogelijk is Num Lock ingeschakeld.Druk op de Num Lock-toets. Het Num Lock-lampje moet uit zijn
Er is geen geluid of het volume is te laag.
Oorzaak
Mogelijk staat het volume van het systeemgeluid laag of is het
gedempt.
Kap of toegangspaneel van de computer kan niet worden verwijderd.
Oorzaak
Oplossing
als u de pijltoetsen wilt gebruiken. De Num Lock-toets kan met
Computer Setup worden uitgeschakeld (of ingeschakeld).
Oplossing
1.Controleer in de BIOS-instellingen (F10) of de interne
systeemluidspreker niet is gedempt (deze instelling heeft
geen invloed op de externe luidsprekers).
2.Zorg dat de externe luidsprekers goed zijn aangesloten
en ingeschakeld, en dat de volumeregeling van de
luidsprekers goed is ingesteld.
3.Gebruik de volumeregeling van het besturingssysteem
om te controleren of de luidsprekers niet zijn gedempt, of
om het volume te verhogen.
Oplossing
Smart Cover Lock, een functie op een aantal modellen, is
vergrendeld.
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak
De processor is te heet.1.Zorg dat de luchtaanvoer naar de computer niet wordt
De vaste schijf is vol.Verplaats gegevens van de vaste schijf naar een ander
Ontgrendel Smart Cover Lock met behulp van Computer
Setup.
U kunt bij HP een Smart Cover FailSafe-sleutel aanschaffen,
waarmee u de Smart Cover Lock handmatig kunt uitschakelen.
U heeft deze sleutel nodig als u het wachtwoord bent vergeten,
bij stroomuitval of bij een computerstoring. Bestel een
moersleutel (bestelnummer PN 166527-001) of een
schroevendraaierbitsleutel (bestelnummer PN 166527-002).
Oplossing
geblokkeerd. Laat voor de benodigde ventilatie aan alle
geventileerde zijden van de computer en boven de
monitor ruim 10 cm ruimte vrij.
2.Zorg ervoor dat de ventilatoren zijn aangesloten en goed
werken (sommige ventilatoren werken alleen wanneer
dat nodig is).
3.Controleer of het koelelement van de processor goed is
bevestigd.
opslagmedium om ruimte op de vaste schijf vrij te maken.
Er is weinig geheugen beschikbaar.Voeg extra geheugen toe.
12Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak
De vaste schijf is gefragmenteerd.Defragmenteer de vaste schijf.
Een eerder uitgevoerd programma heeft het toegewezen
geheugen niet vrijgegeven.
Er is een virus aanwezig op de vaste schijf.Voer een antivirusprogramma uit.
Er zijn teveel applicaties geopend.1.Sluit overbodige applicaties om geheugen vrij te maken.
Sommige applicaties, met name spellen, vormen een zware
belasting voor het grafische subsysteem.
Onbekende oorzaak.Start de computer opnieuw op.
De computer is automatisch uitgeschakeld en het aan/uitlampje knippert twee keer in de kleur rood met tussenpozen
van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat twee keer een geluidssignaal
horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes blijven knipperen).
Oplossing
Start de computer opnieuw op.
2.Voeg extra geheugen toe.
1.Verlaag de beeldschermresolutie voor de actieve
applicatie of raadpleeg de documentatie bij de applicatie
voor mogelijkheden om de prestaties te verhogen door
bepaalde parameters in de applicatie te wijzigen.
2.Voeg extra geheugen toe.
3.Voer een upgrade uit op het grafische subsysteem.
OorzaakOplossing
De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF
het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.
1.Controleer of de ventilatieopeningen van de computer
niet worden geblokkeerd en of de processorventilator
werkt.
2.Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en controleer
of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor
niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart.
3.Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats
zit, maar toch niet draait, vervangt u het geheel van
koelelement en ventilator.
4.Neem contact op met een HP Business of Service
Partner.
NLWWAlgemene problemen oplossen13
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
De computer kan niet worden ingeschakeld en de lampjes aan de voorkant van de computer branden niet.
Oorzaak
Het systeem kan niet worden gestart.Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan 4
Oplossing
seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf groen
gaat branden, doet u het volgende:
1.Controleer aan de achterkant van de voedingseenheid of
de spanningsschakelaar (aanwezig op bepaalde
modellen) op het juiste voltage is ingesteld. Welk voltage
juist is, hangt af van het land waar u zich bevindt.
2.Verwijder de uitbreidingskaarten een voor een, totdat het
lampje 5V_aux op de systeemkaart gaat branden.
3.Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan 4
seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf nu
NIET groen gaat branden, doet u het volgende:
1.Controleer of de computer is aangesloten op een
werkend stopcontact.
2.Open het chassis en controleer of de eenheid met de aan/
uit-knop goed is aangesloten op de systeemkaart.
3.Controleer of beide voedingskabels goed op de
systeemkaart zijn aangesloten.
4.Controleer of het lampje 5V_aux op de systeemkaart
brandt. Als dit lampje brandt, vervangt u de eenheid met
de aan/uit-knop.
5.Als het lampje 5V_aux op de systeemkaart niet brandt,
vervangt u de voedingseenheid.
6.Vervang de systeemkaart.
14Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Problemen met de elektrische voeding oplossen
Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer er problemen zijn met de voeding van de computer.
Tabel 2-2 Voedingsproblemen oplossen
De voeding wordt af en toe uitgeschakeld.
Oorzaak
De spanningsschakelaar aan de achterzijde van de computer
(op bepaalde modellen) is niet ingesteld op het juiste voltage
(115V of 230V).
De voeding wordt niet ingeschakeld door probleem met de
interne stroomvoorziening.
De computer is automatisch uitgeschakeld en het aan/uitlampje knippert twee keer in de kleur rood met tussenpozen
van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat twee keer een geluidssignaal
horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak
De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF
het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.
Oplossing
Selecteer de juiste netspanning.
Neem contact op met een Business of Service Partner om de
netvoeding te vervangen.
Oplossing
1.Controleer of de ventilatieopeningen van de computer
niet worden geblokkeerd en of de processorventilator
werkt.
2.Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en controleer
of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor
niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart.
3.Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats
zit, maar toch niet draait, vervangt u het geheel van
koelelement en ventilator.
4.Neem contact op met een HP Business of Service
Partner.
Het aan/uitlampje knippert vier keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en u hoort vier geluidssignalen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes
blijven knipperen.)
Oorzaak
Voeding is uitgevallen (voedingseenheid overbelast).1.Controleer aan de achterkant van de voedingseenheid of
Oplossing
de spanningsschakelaar (aanwezig op bepaalde
modellen) op de juiste netspanning is ingesteld. Welke
netspanning juist is, hangt af van het land waar u zich
bevindt.
2.Open de kap en controleer of de 4- of 6-aderige
voedingskabel is aangesloten op de connector op de
systeemkaart.
3.Controleer of het probleem door een apparaat wordt
veroorzaakt door ALLE aangesloten apparaten (zoals
vaste schijven, diskettedrives, optische-schijfeenheden
en uitbreidingskaarten) te verwijderen. Zet de computer
aan. Als de POST-zelftest wordt gestart, zet u de
NLWWProblemen met de elektrische voeding oplossen15
Tabel 2-2 Voedingsproblemen oplossen (vervolg)
Het aan/uitlampje knippert vier keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en u hoort vier geluidssignalen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes
blijven knipperen.)
OorzaakOplossing
computer uit. Plaats de apparaten vervolgens een voor
een terug en herhaal deze procedure net zolang totdat
het probleem zich weer voordoet. Vervang het apparaat
dat het probleem veroorzaakt. Ga door met het een voor
een toevoegen van apparaten om er zeker van te zijn dat
alle apparaten correct functioneren.
4.Vervang de voedingseenheid.
5.Vervang de systeemkaart.
16Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Problemen met diskettes oplossen
Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer u problemen met diskettes ondervindt.
OpmerkingWanneer u hardware, zoals een extra diskettedrive, toevoegt of verwijdert, kan het
nodig zijn de computer opnieuw te configureren. Zie
hardware voor meer informatie.
Tabel 2-3 Problemen met diskettes oplossen
Lampje van de diskettedrive blijft branden.
Problemen met de installatie van
Oorzaak
Diskette is beschadigd.Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start,
De diskette is niet goed in de diskettedrive geplaatst.Verwijder de diskette en plaats deze opnieuw in de
De kabel van de schijfeenheid is niet goed aangesloten.Sluit de kabel van de drive opnieuw aan. Zorg dat alle 4 pinnen
Schijfeenheid niet gevonden.
Oorzaak
Kabel zit los.Sluit de voedingskabel en de gegevenskabel van de
De verwisselbare schijfeenheid is verkeerd geplaatst.Plaats de schijfeenheid opnieuw.
Diskettedrive kan niet naar een diskette schrijven.
Oplossing
Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid.Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij
Foutcontrole op Nu controleren.
diskettedrive.
van de voedingskabel van de diskettedrive contact maken met
de drive.
Oplossing
diskettedrive opnieuw aan.
Oorzaak
Diskette is niet geformatteerd.Formatteer de diskette.
De diskette is voorzien van een schrijfbeveiliging.Gebruik een andere diskette of hef de schrijfbeveiliging op.
U schrijft naar de verkeerde schijfeenheid.Controleer de schijfaanduiding in het pad.
Er is onvoldoende ruimte op de diskette.1.Gebruik een andere diskette.
Oplossing
1.Selecteer in Windows Verkenner de diskettedrive A:.
2.Klik met de rechtermuisknop op de schijfaanduiding en
kies Formatteren.
3.Stel de gewenste opties in en klik op Uitvoeren om met
het formatteren te beginnen.
2.Verwijder overbodige bestanden van de diskette.
NLWWProblemen met diskettes oplossen17
Tabel 2-3 Problemen met diskettes oplossen (vervolg)
Diskettedrive kan niet naar een diskette schrijven.
Oorzaak
Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives is uitgeschakeld
in Computer Setup (Computerinstellingen).
Diskette is beschadigd.Vervang de diskette.
U kunt de diskette niet formatteren.
Oorzaak
Melding ongeldige media.Als u een schijf in MS-DOS formatteert, kan het noodzakelijk
Mogelijk is de diskette is beveiligd tegen schrijven.Open de schrijfbeveiliging van de diskette.
Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives is uitgeschakeld
in Computer Setup (Computerinstellingen).
Oplossing
Open Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
Legacy Diskette Write (Oudere diskettes schrijven) in bij
Storage (Opslag) > Storage Options (Opslagopties).
Oplossing
zijn de diskettecapaciteit aan te geven. Typ bijvoorbeeld de
onderstaande opdracht achter de MS-DOS-prompt om een
1,44-MB diskette te formatteren:
FORMAT A: /F:1440
Open Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
Legacy Diskette Write (Oudere diskettes schrijven) in bij
Storage (Opslag) > Storage Options (Opslagopties).
Er heeft zich een probleem voorgedaan bij een diskettetransactie.
Oorzaak
De mapstructuur is niet goed of er is een probleem met een
bestand.
Diskettedrive kan een diskette niet lezen.
Oorzaak
U gebruikt het verkeerde type diskette voor de diskettedrive.Controleer welk type drive u gebruikt en kies het juiste type
U leest van de verkeerde schijfeenheid.Controleer de schijfaanduiding in het pad.
Diskette is beschadigd.Vervang de diskette door een nieuwe.
Oplossing
Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start,
Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid.
Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij
Foutcontrole op Nu controleren.
Oplossing
diskette.
18Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Tabel 2-3 Problemen met diskettes oplossen (vervolg)
Er wordt een bericht over een ongeldige systeemschijf weergegeven.
Oorzaak
De diskettedrive bevat een diskette die niet is voorzien van de
systeembestanden die nodig zijn om de computer op te
starten.
Er is een diskettefout opgetreden.Start de computer opnieuw op door op de aan/uit-knop te
Kan niet opstarten vanaf diskette.
Oorzaak
Diskette is geen opstartdiskette.Vervang de diskette door een opstartdiskette.
Opstarten vanaf diskette is uitgeschakeld in
Computerinstellingen.
Oplossing
Wacht tot de diskettedrive niet meer actief is, verwijder de
diskette en druk vervolgens op de spatiebalk. De computer
start nu normaal op.
drukken.
Oplossing
1.Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
opstarten vanaf diskette in bij Storage (Opslag) > Boot
Order (Opstartvolgorde).
2.Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
opstarten vanaf diskette in bij Storage (Opslag) >
Storage Options (Opslagopties) > Removable Media
Boot (Opstarten van verwisselbare media).
Opmerking Beide stappen moeten worden
uitgevoerd, aangezien de functie Removable Media
Boot (Opstarten van verwisselbare media) in
Computer Setup (Computerinstellingen) voorrang
heeft op de inschakelopdracht voor Boot Order
(Opstartvolgorde).
Netwerkserverstand is ingeschakeld in Computer Setup
(Computerinstellingen).
Opstarten vanaf verwisselbare media is uitgeschakeld in
Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
Network Server Mode (Netwerkserverstand) uit bij Security
(Beveiliging) > Password Options (Wachtwoordopties).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
opstarten van verwisselbare media in bij Storage (Opslag) >
Storage Options (Opslagopties) > Removable Media Boot
(Opstarten van verwisselbare media).
NLWWProblemen met diskettes oplossen19
Loading...
+ 57 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.