Microsoft, Windows en Windows Vista zijn
handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
Verenigde Staten en/of andere landen.
De enige garanties die gelden voor HP
producten en diensten zijn de garanties die
worden beschreven in de
garantievoorwaarden behorende bij deze
producten en diensten. Geen enkel
onderdeel van dit document mag als extra
garantie worden opgevat. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten of redactionele fouten, drukfouten of
weglatingen in deze publicatie.
De informatie in dit document valt onder het
auteursrecht. Geen enkel deel van dit
document mag worden gekopieerd,
vermenigvuldigd of vertaald in een andere
taal, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard
Company.
Problemen oplossen
Zakelijke personal computers
dc5800 modellen
Eerste editie, januari 2008
Artikelnummer van document: 460189-331
Over deze handleiding
WAARSCHUWING!Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel
of levensgevaar.
VOORZICHTIG:Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit beschadiging van de
apparatuur of verlies van gegevens tot gevolg hebben.
OPMERKING:De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
NLWWiii
iv Over deze handleidingNLWW
Inhoudsopgave
1 Diagnosevoorzieningen voor de computer
HP Insight Diagnostics ......................................................................................................................... 1
HP Insight Diagnostics starten ............................................................................................. 1
Problemen met de elektrische voeding oplossen ............................................................................... 16
Problemen met diskettes oplossen .................................................................................................... 18
Problemen met de vaste schijf oplossen ............................................................................................ 21
Problemen met mediakaartlezers oplossen ....................................................................................... 25
Problemen met het beeldscherm oplossen ........................................................................................ 27
Problemen met audio oplossen .......................................................................................................... 32
Problemen met printers oplossen ....................................................................................................... 34
Problemen met toetsenbord en muis oplossen .................................................................................. 35
Problemen met de installatie van hardware ....................................................................................... 37
Problemen met netwerken oplossen .................................................................................................. 40
Problemen met het geheugen oplossen ............................................................................................. 43
Problemen met de processor oplossen .............................................................................................. 45
Problemen met de cd-rom- of dvd-rom-drive oplossen ...................................................................... 46
Problemen met de Drive Key oplossen .............................................................................................. 48
Problemen met onderdelen aan de voorkant oplossen ...................................................................... 50
Problemen met de internettoegang oplossen ..................................................................................... 51
Problemen met de software oplossen ................................................................................................ 53
Contact opnemen met een HP Business of Service Partner .............................................................. 54
Bijlage A POST-foutberichten
Numerieke codes en tekstberichten tijdens de POST ........................................................................ 56
NLWWv
Betekenis van POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen ................... 64
Bijlage B Wachtwoordbeveiliging en CMOS opnieuw instellen
Wachtwoordjumper opnieuw instellen ................................................................................................ 69
CMOS wissen en opnieuw instellen ................................................................................................... 70
Bijlage C Schijfbeveiligingssysteem (DPS)
Toegang krijgen tot DPS via Computerinstellingen ............................................................................ 73
Index ................................................................................................................................................................... 74
viNLWW
1Diagnosevoorzieningen voor de
computer
HP Insight Diagnostics
OPMERKING:Bij sommige modellen wordt een cd meegeleverd met het hulpprogramma HP Insight
Diagnostics.
HP Insight Diagnostics stelt u in staat informatie over de hardwareconfiguratie op te vragen en
diagnostische tests uit te voeren op de hardwaresystemen in de computer. Met dit hulpprogramma kunt
u hardwareproblemen effectief en eenvoudig detecteren, diagnosticeren en isoleren.
Wanneer u HP Insight Diagnostics start, wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven. Dit
tabblad toont informatie over de huidige configuratie van de computer. Vanuit het tabblad Survey
(Verkenning) heeft u toegang tot verschillende categorieën van informatie over de computer.
Aanvullende informatie wordt weergegeven op andere tabbladen, met onder meer opties voor
diagnostische tests en testresultaten. De informatie op de schermen van het hulpprogramma kan
worden opgeslagen in een HTML-bestand op een diskette of een HP USB Drive Key.
Gebruik HP Insight Diagnostics als u wilt bepalen of alle in de computer geïnstalleerde apparaten door
het systeem worden herkend en correct functioneren. Het is niet per se noodzakelijk om tests uit te
voeren na het installeren of aansluiten van een nieuw apparaat, maar dit wordt wel aanbevolen.
Voer de tests uit, sla de resultaten op en druk deze af, zodat u de testresultaten op papier bij de hand
heeft wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.
OPMERKING:Apparaten van externe leveranciers worden mogelijk niet herkend door HP Insight
Diagnostics.
HP Insight Diagnostics starten
U start HP Insight Diagnostics door een set herstelschijven te maken en vervolgens op te starten vanaf
de cd met het hulpprogramma. U kunt het programma ook downloaden van
Raadpleeg
informatie.
De nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden op pagina 6 voor meer
http://www.hp.com.
NLWWHP Insight Diagnostics1
OPMERKING:Bij sommige modellen wordt het hulpprogramma HP Insight Diagnostics meegeleverd
als onderdeel van de herstelschijven.
Als u al een set herstelschijven heeft gemaakt, begint u de volgende procedure bij stap 4.
1.Klik op Start > HP Backup and Recovery > HP Backup and Recovery Manager om de wizard
Backup and Recovery te openen en klik vervolgens op Next (Volgende).
2.Selecteer Create a set of recovery discs (Recommended) (Herstelschijven maken
(aanbevolen)) en klik op Next (Volgende).
3.Volg de instructies van de wizard om herstelschijven te maken.
4.Zoek met Windows Verkenner in de herstelschijven naar de cd met de map compaq\hpdiags.
5.Zorg dat de computer is ingeschakeld en plaats de cd in een optische-schijfeenheid.
6.Sluit het besturingssysteem af en zet de computer uit.
7.Zet de computer aan. De computer wordt opgestart vanaf de cd.
OPMERKING:Als het systeem niet wordt opgestart vanaf de cd in de optische-schijfeenheid,
moet u mogelijk de opstartvolgorde in het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen)
zodanig aanpassen dat de optische-schijfeenheid in de opstartvolgorde vóór de vaste schijf wordt
genoemd. Raadpleeg de handleiding Computerinstellingen voor meer informatie over Computer
Setup (Computerinstellingen).
8.Selecteer de gewenste taal en klik op Continue (Doorgaan).
OPMERKING:U wordt aangeraden akkoord te gaan met de standaardwaarde voor het
toetsenbord van uw taal, tenzij u tests wilt uitvoeren met een specifiek toetsenbord.
9.Klik op de pagina met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers op Agree (Akkoord) om aan
te geven dat u instemt met de voorwaarden. Het hulpprogramma HP Insight Diagnostics wordt
gestart. In eerste instantie wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven.
Tabblad Survey (Verkenning)
Het tabblad Survey (Verkenning) bevat belangrijke informatie over de systeemconfiguratie.
In het veld View level (Weergaveniveau) kunt u kiezen tussen de weergave Summary (Samenvatting)
voor een beknopt overzicht van de configuratiegegevens en de weergave Advanced (Geavanceerd)
voor de weergave van alle gegevens in de geselecteerde categorie.
In het veld Category (Categorie) kunt u de volgende informatiecategorieën selecteren voor weergave:
All (Alle): een overzicht van alle categorieën van informatie over de computer.
Overview (Overzicht): een overzicht van algemene informatie over het computersysteem.
Architecture (Architectuur): informatie over het systeem-BIOS en de PCI-apparaten.
Asset Control (Inventarisbeheer): informatie over de productnaam, inventariscode, serienummer en
processor.
Communication (Communicatie): informatie over de instellingen voor de parallelle (LPT) en seriële
(COM) poorten en gegevens over USB-poorten en netwerkadapters.
Graphics (Beeldscherm): informatie over de grafische kaart in de computer.
2Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computerNLWW
Input Devices (Invoerapparatuur): gegevens over het toetsenbord, de muis en andere invoerapparaten
die op de computer zijn aangesloten.
Memory (Geheugen): gegevens over al het geheugen in de computer. Dit betreft zowel de
geheugenslots op de systeemkaart als de geïnstalleerde geheugenmodules.
Miscellaneous (Diversen): informatie over de versie van HP Insight Diagnostics, het CMOS (het
configuratiegeheugen), BIOS-gegevens over het systeembeheer en informatie over de systeemkaart.
Storage (Opslag): gegevens over de opslagmedia die op de computer zijn aangesloten (alle vaste
schijven, diskettedrives en optische-schijfeenheden).
System (Systeem): informatie over computermodel, processor, chassis en BIOS, plus gegevens over
de interne luidspreker en de PCI-bus.
NLWWHP Insight Diagnostics3
Tabblad Test
Op het tabblad Test specificeert u welke onderdelen van het systeem u wilt testen. U kunt bovendien
het type test en de gewenste testmethode instellen.
U kunt kiezen uit drie testtypen:
Quick Test (Snelle test): er wordt een gedeelte van elk hardwareonderdeel getest volgens een
●
vooraf gedefinieerd script. Een snelle test vereist geen interactie met de gebruiker, ook niet als u
kiest voor de interactieve testmethode.
Complete Test (Volledige test): alle hardwarecomponenten worden volledig getest volgens een
●
vooraf gedefinieerd script. Bij interactieve uitvoering zijn er meer tests beschikbaar, maar hierbij is
interactie vereist.
Custom Test (Aangepaste test): deze test biedt de meeste flexibiliteit bij het bepalen hoe de
●
systeemtest moet worden uitgevoerd. Bij een aangepaste test kunt u specifieke apparaten,
diagnostische tests en testparameters selecteren.
U kunt bij elk type test kiezen uit twee testmethoden:
Interactive Mode (Interactief): bij interactieve uitvoering heeft u optimale controle over de
●
testprocedure. Tijdens het uitvoeren van het diagnoseprogramma wordt om invoer gevraagd bij
tests waarvoor interactie nodig is. U kunt ook bepalen of een apparaat door de test is gekomen.
Unattended Mode (Onbeheerd): er wordt niet om invoer of interactie gevraagd. Als er fouten
●
optreden, worden deze na afloop van de test gemeld.
U voert als volgt een test uit:
1.Selecteer het tabblad Test.
2.Klik op het tabblad van het type test dat u wilt uitvoeren. Quick (Snel), Complete (Volledig) of
Custom (Aangepast).
3.Selecteer de gewenste Test Mode (Testmethode): Interactive (Interactief) of Unattended
(Onbeheerd).
4.Specificeer met de optie Number of Loops (Aantal uitvoeringen) of de optie Total Test Time
(Totale testduur) hoe lang de test moet worden uitgevoerd. Als u de test een bepaald aantal keren
wilt uitvoeren, voert u het gewenste aantal keren in. Als u de test gedurende een bepaalde tijd wilt
uitvoeren, geeft u het gewenste aantal minuten op.
5.Als u een snelle test of een volledige test uitvoert, selecteert u het apparaat dat u wilt testen in het
vervolgkeuzelijst. Als u een sangepaste test uitvoert, klikt u op de knop Expand (Uitbreiden) en
selecteert u de apparaten die u wilt testen. Klik op Check All (Alle selecteren) om alle apparaten
te selecteren.
6.Klik rechtsonder in het scherm op Begin Testing (Test starten) om de test te starten. Tijdens de
testprocedure wordt het tabblad Status weergegeven, waarop u de voortgang van de test kunt
volgen. Na afloop van de test wordt op het tabblad Status aangegeven of de apparaten door de
test zijn gekomen.
7.Als er fouten zijn aangetroffen, opent u het tabblad Log (Logboek) en klikt u op Error Log
(Foutenlogboek) voor gedetailleerde informatie over de fouten en de aanbevolen maatregelen.
4Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computerNLWW
Tabblad Status
Op het tabblad Status ziet u de status van de geselecteerde tests. Bovendien wordt aangegeven welk
type test is of wordt uitgevoerd: Quick Test (Snelle test), Complete Test (Volledige test) of CustomTest (Aangepaste test). Via de voortgangsindicatie kunt u volgen welk percentage van de huidige
testreeks is voltooid. Tijdens de uitvoering van een test kunt u op de knop Cancel Testing (Test
annuleren) klikken als u de test wilt afbreken.
Na afloop van de test wordt de knop Cancel Testing (Test annuleren) vervangen door de knop
Retest (Test herhalen). Als u op Retest (Test herhalen) klikt, wordt de laatste testreeks nogmaals
uitgevoerd. Hierdoor kunt u dezelfde tests eenvoudig herhalen zonder dat u de gegevens op het tabblad
Test opnieuw hoeft in te voeren.
Het tabblad Status toont bovendien informatie over:
de apparaten die worden getest;
●
de teststatus (in uitvoering, geslaagd of mislukt) van elk apparaat dat wordt getest;
●
de algehele voortgang van de test voor alle apparaten;
●
de voortgang van de test voor elk afzonderlijk apparaat;
●
de verstreken tijd per test voor elk afzonderlijk apparaat.
●
Tabblad Log (Logboek)
Het tabblad Log (Logboek) bevat een tabblad Test Log (Testlogboek) een een tabblad Error Log
(Foutenlogboek).
Het testlogboek toont alle uitgevoerde tests, het aantal keren dat de tests zijn uitgevoerd, het aantal
keren dat de apparaten niet door de test zijn gekomen en de tijd die het heeft gekost om elke test uit te
voeren. Als u op de knop Clear Test Log (Testlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het testlogboek
gewist.
Het foutenlogboek toont informatie over de apparaten waarvoor de diagnostische test fouten heeft
voorgesteld. De volgende kolommen met informatie worden weergegeven:
Device (Apparaat): het apparaat dat is getest.
●
Test: het type test dat is uitgevoerd.
●
Description (Beschrijving): een omschrijving van de opgetreden fout.
●
Recommended Repair (Aanbevolen maatregel): een aanbeveling die u kunt opvolgen om de
●
defecte hardware te herstellen.
Failed Count (Aantal fouten): het aantal malen dat de test voor dit apparaat fouten heeft
●
opgeleverd.
Error Code (Foutcode): een numerieke code voor de fout. De foutcodes worden toegelicht op het
●
tabblad Help.
Als u op de knop Clear Error Log (Foutenlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het foutenlogboek
gewist.
NLWWHP Insight Diagnostics5
Tabblad Help
Het tabblad Help bevat een tabblad HP Insight Diagnostics, een tabblad Error Codes (Foutcodes)
en een tabblad Test Components (Testonderdelen).
Het tabblad HP Insight Diagnostics bevat Help-onderwerpen en zoek- en indexeringsfuncties.
Op het tabblad Error Codes (Foutcodes) vindt u een beschrijving van de numerieke foutcodes die u
kunt tegenkomen op het tabblad Error Log (Foutenlogboek) van het tabblad Log (Logboek). Elke code
heeft een bijbehorend Foutbericht en een Recommended Repair (Aanbevolen oplossing) waarmee
u het probleem mogelijk kunt oplossen. Voer de code in het vak bovenaan het tabblad in en klik op FindError Codes (Foutcodes zoeken) om snel de beschrijving te vinden.
Op het tabblad Test Components (Testonderdelen) wordt beknopte informatie weergegeven over de
tests die worden uitgevoerd.
Informatie opslaan en afdrukken in HP Insight Diagnostics
U kunt de informatie op de tabbladen Survey (Verkenning) en Log (Logboek) van HP Insight
Diagnostics opslaan op een diskette of een HP USB 2.0 Drive Key (met een minimale capaciteit van
64 MB). De informatie kan niet op de vaste schijf worden opgeslagen. Er wordt automatisch een HTMLbestand gegenereerd waarin de informatie op dezelfde manier is opgemaakt als op het scherm.
1.Plaats een diskette of een HP USB 2.0 Drive Key (capaciteit minimaal 64 MB). USB 1.0 Drive Keys
worden niet ondersteund.
2.Klik rechtsonder in het tabblad op Save (Opslaan).
3.Selecteer Save to floppy (Opslaan op diskette) of Save to USB key (Opslaan op USB Drive Key).
4.Typ een naam voor het bestand in het vak File Name (Bestandsnaam) en klik op Save (Opslaan).
De informatie wordt opgeslagen in een HTML-bestand op de diskette of de HP USB Drive Key.
OPMERKING:Verwijder de diskette of de USB Drive Key pas als een bericht wordt weergegeven
dat het HTML-bestand naar het medium is geschreven.
5.U kunt de informatie afdrukken vanaf het opslagapparaat waarop u het bestand heeft opgeslagen.
OPMERKING:U sluit HP Insight Diagnostics af door rechtsonder in het scherm op Exit Diagnostics
(Diagnoseprogramma afsluiten) te klikken. Verwijder vervolgens de cd uit de optische-schijfeenheid.
De nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden
1.Ga naar http://www.hp.com.
2.Klik op de koppeling Software Driver Downloads.
3.Typ het productnummer (bijvoorbeeld dc5800) in het tekstvak en druk op Enter.
4.Selecteer het model van uw computer.
5.Selecteer het besturingssysteem.
6.Klik op de koppeling Diagnostic.
7.Klik op HP Insight Diagnostics Offline Edition.
8.Selecteer een taal en klik op Download.
6Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computerNLWW
OPMERKING:Het gedownloade bestand bevat instructies over de manier waarop u een opstart-cd
maakt.
Software beschermen
Maak back-ups van alle systeemsoftware, applicaties en bijbehorende bestanden die op de vaste schijf
zijn opgeslagen, zodat u de software en bestanden kunt herstellen als deze verloren zijn gegaan of zijn
beschadigd. Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem of bij het backup-programma voor
informatie over het maken van back-ups van de gegevensbestanden.
NLWWSoftware beschermen7
HP Backup and Recovery Manager
HP Backup and Recovery Manager is een eenvoudig te gebruiken, veelzijdige toepassing waarmee u
back-ups kunt maken van de primaire vaste schijf van de computer en deze kunt herstellen. De
toepassing werkt onder Windows en maakt back-ups van Windows, alle toepassingen en alle
gegevensbestanden. U kunt back-ups automatisch met regelmatige tussenpozen laten uitvoeren of
back-ups handmatig starten. Belangrijke bestanden kunnen afzonderlijk van de reguliere back-ups
worden gearchiveerd.
Met HP Backup and Recovery Manager, dat vooraf is geïnstalleerd op de herstelpartitie van de vaste
schijf, kunt u herstelpunten maken om stapsgewijs een back-up te maken van het gehele systeem.
Herstelpunten en back-ups van bestanden kunnen naar cd's of dvd's worden gekopieerd, terwijl alle
back-ups naar een netwerk of secundaire vaste schijven kunnen worden gekopieerd.
HP raadt u sterk aan herstelschijven te maken voordat u de computer in gebruik neemt en regelmatig
automatische back-ups van herstelpunten te plannen. Back-ups kunnen ook naar een netwerk of naar
secundaire vaste schijven worden gekopieerd.
U maakt als volgt herstelschijven:
1.Klik op Start > HP Backup and Recovery > HP Backup and Recovery Manager om de wizard
Backup and Recovery te openen en klik vervolgens op Next (Volgende).
2.Selecteer Create a set of recovery discs (Recommended) (Herstelschijven maken
(aanbevolen)) en klik op Next (Volgende).
3.Volg de instructies in de wizard op.
Voor PC Recovery (Computer herstellen) moet de computer worden opgestart vanaf de herstelpartitie
op de vaste schijf of met de herstelschijven. Wanneer tijdens het opstarten het bericht “Press F11 for
Emergency Recovery” verschijnt, drukt u op F11 om op te starten vanaf de herstelpartitie.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van HP Backup and Recovery Manager de HP Backupand Recovery Manager User Guide (Gebruikershandleiding HP Backup and Recovery Manager). Klik
hiervoor op Start > HP Backup and Recovery > HP Backup and Recovery Manager Manual
(Handleiding HP Backup and Recovery Manager).
OPMERKING:Bel met de klantenondersteuning van HP om een set herstelschijven te bestellen. Ga
naar de volgende website, selecteer uw land/regio en klik op de koppeling Technical support after
you buy (Technische ondersteuning na aankoop) onder het kopje Call HP (Bel HP) voor het
telefoonnummer van de klantenondersteuning in uw land/regio.
8Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computerNLWW
2Problemen oplossen zonder gebruik
van diagnosevoorzieningen
Dit hoofdstuk bevat informatie over het herkennen en oplossen van kleine problemen, bijvoorbeeld met
diskettedrives, vaste schijven, optische-schijfeenheden, het beeldscherm, het geluid, het geheugen en
de software. Bij problemen met de computer kunt u de tabellen in dit hoofdstuk raadplegen voor
mogelijke oorzaken en aanbevolen oplossingen.
OPMERKING:Informatie over specifieke foutberichten die na het opstarten op het scherm worden
weergegeven tijdens de POST (Power-On Self-Test) vindt u in bijlage A,
op pagina 55.
Veiligheid en comfort
POST-foutberichten
WAARSCHUWING!Verkeerd gebruik van de computer of een onveilig en oncomfortabel ingerichte
werkomgeving kunnen leiden tot ongemakken of ernstig letsel. Raadpleeg de Handleiding voor
veiligheid en comfort op
en het creëren van een veilige en comfortabele werkomgeving. Dit apparaat is getest en voldoet aan
de normen voor een digitaal apparaat van Klasse B volgens Part 15 van de FCC Rules. Raadpleeg voor
meer informatie de handleiding Veiligheid en voorschriften.
http://www.hp.com/ergo voor meer informatie over de keuze van een werkplek
Voordat u belt voor technische ondersteuning
Als er een probleem met de computer is, probeert u aan de hand van de onderstaande maatregelen de
oorzaak van het probleem te achterhalen vóórdat u belt om technische ondersteuning te vragen.
Voer het diagnoseprogramma uit. Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk 1,
●
Diagnosevoorzieningen voor de computer op pagina 1.
Voer de DPS-zelftest (Drive Protection System) uit vanuit het hulpprogramma Computer Setup
●
(Computerinstellingen). Raadpleeg de handleiding Computerinstellingen voor meer informatie
over Computer Setup (Computerinstellingen).
Controleer of het aan/uitlampje aan de voorkant van de computer rood knippert. Deze knipperende
●
lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
voor meer informatie bijlage A,
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, sluit u de monitor aan op een andere
●
monitorconnector op de computer (indien aanwezig). Of sluit tijdelijk een andere monitor aan
waarvan u weet dat deze goed functioneert.
POST-foutberichten op pagina 55.
NLWWVeiligheid en comfort9
Als u gebruikmaakt van een netwerk, sluit u een andere computer met een andere kabel aan op
●
de netwerkaansluiting. Misschien is er een probleem met de netwerkaansluiting of de
netwerkkabel.
Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze hardware om te zien of de
●
computer dan wel goed werkt.
Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze software om te zien of de
●
computer dan wel goed werkt.
Start de computer op in de Veilige modus van Windows om te zien of de computer kan worden
●
opgestart wanneer niet alle stuurprogramma's worden geladen. Kies bij het opstarten van het
besturingssysteem de optie om gebruik te maken van de laatste bekende juiste configuratie.
Raadpleeg de uitgebreide online technische ondersteuning op de website
●
support.
Zie het gedeelte
●
HP Instant Support Professional Edition biedt u de mogelijkheid om problemen met de computer zelf
online op te lossen. U kunt contact opnemen met een ondersteuningsmedewerker van HP via de online
chatfunctie van HP Instant Support Professional Edition op:
Bezoek het Business Support Center (BSC) op
informatie, software, stuurprogramma's en aankondigingen en een wereldwijde gemeenschap van HP
gebruikers en HP experts.
Als het noodzakelijk is dat u telefonisch contact opneemt met HP voor ondersteuning, houd dan rekening
met de volgende punten om te zorgen dat u goed geholpen kunt worden:
Zorg dat u aan de computer zit wanneer u belt.
●
Noteer tevoren de serienummers van de computer en de monitor, alsmede het
●
productidentificatienummer.
Reserveer voldoende tijd om het probleem samen met de ondersteuningsmedewerker op te
●
lossen.
Verwijder desgevraagd alle hardware die onlangs aan het systeem is toegevoegd.
●
Verwijder desgevraagd alle software die onlangs is geïnstalleerd.
●
Tips op pagina 11 verderop in deze handleiding.
http://www.hp.com/go/ispe.
http://www.hp.com/go/bizsupport voor actuele online
http://www.hp.com/
Herstel het systeem met behulp van de herstelschijven die u heeft gemaakt of herstel de
●
fabrieksinstellingen van het systeem met behulp van de HP Backup and Recovery Manager.
VOORZICHTIG:Als u het systeem herstelt, worden alle gegevens op de vaste schijf gewist. Maak
reservekopieën van alle gegevensbestanden voordat u het systeem herstelt.
OPMERKING:Voor verkoopinformatie en garantie-uitbreidingen (Care Packs) neemt u contact op
met uw HP Business of Service Partner.
10Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Tips
Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of de software de onderstaande lijst
met algemene suggesties voordat u verdere actie onderneemt.
Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend stopcontact zijn aangesloten.
●
Controleer of de spanningsschakelaar (alleen op bepaalde modellen) is ingesteld op het juiste
●
voltage voor uw land (115V of 230V).
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene aan/uitlampje brandt.
●
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uitlampje van de monitor brandt.
●
Controleer of het aan/uitlampje aan de voorkant van de computer rood knippert. Deze knipperende
●
lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
voor meer informatie bijlage A,
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het scherm te donker is.
●
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het
●
toetsenbord goed.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.
●
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het toetsenbord te drukken of door de aan/
●
uit-knop in te drukken. Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u de computer uit door
de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden ingedrukt te houden. Vervolgens drukt u
nogmaals op de aan/uit-knop om de computer opnieuw te starten. Als het systeem niet
uitgeschakeld kan worden, koppelt u het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u het netsnoer
weer aan. De computer start nu automatisch opnieuw op, als in Computer Setup de optie voor
automatisch starten na stroomuitval is ingesteld. Als de computer niet automatisch opnieuw
opstart, drukt u op de aan/uit-knop om de computer te starten.
POST-foutberichten op pagina 55.
Configureer de computer opnieuw nadat een uitbreidingskaart of een andere optie is geïnstalleerd
●
die niet compatibel is met Plug and Play. Zie
op pagina 37 voor meer informatie.
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd. Wanneer u bijvoorbeeld een
●
printer gebruikt, moet er een printerstuurprogramma voor deze printer zijn geïnstalleerd.
Verwijder alle media waarmee de computer kan worden opgestart (diskette, cd of USB-apparaat)
●
voordat u de computer inschakelt.
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is
●
geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
Als er op het systeem meerdere videobronnen zijn geïnstalleerd (geïntegreerd of een PCI- of PCI-
●
Express-adapter; geïntegreerde video is alleen op bepaalde modellen beschikbaar) en er één
monitor aanwezig is, moet de monitor worden aangesloten op de monitorconnector van de
videobron die als primaire VGA-adapter is geconfigureerd. Tijdens het opstarten worden de overige
monitorconnectoren uitgeschakeld. Als de monitor op een van deze connectoren is aangesloten,
zal de monitor niet werken. U kunt in Computer Setup instellen welke bron de standaard VGAadapter is.
VOORZICHTIG:Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, is er altijd spanning
aanwezig op de systeemkaart. Neem de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent, zodat
u het risico van schade aan de systeemkaart en andere onderdelen beperkt.
Problemen met de installatie van hardware
NLWWTips11
Algemene problemen oplossen
Het is mogelijk dat u de algemene problemen die in dit gedeelte worden beschreven, gemakkelijk zelf
kunt oplossen. Neem contact op met een Business of Service Partner als het probleem blijft optreden
en u niet in staat bent het te verhelpen, of als u dit liever niet zelf doet.
WAARSCHUWING!Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart
altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel ten gevolge van elektrische schokken
of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne
onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Controleer het lampje op de systeemkaart. Als het lampje brandt, staat er nog spanning op het systeem.
Schakel de computer uit en ontkoppel het netsnoer voordat u verdergaat.
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen
De computer is vastgelopen en kan niet worden uitgeschakeld door op de aan/uit-knop te drukken.
Oorzaak
De softwarematige besturing van de aan/uit-knop werkt niet.1.Houd de aan/uit-knop gedurende minimaal vier seconden
De computer reageert niet op het USB-toetsenbord of de USB-muis.
Oorzaak
De computer staat in de standbystand.Druk op de aan/uit-knop of op een willekeurige toets om de
Het systeem is vastgelopen.Start de computer opnieuw op.
De weergave van datum en tijd is niet juist.
Oorzaak
Oplossing
ingedrukt, totdat de computer wordt uitgeschakeld.
2.Neem het netsnoer uit het stopcontact.
Oplossing
standbystand te beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
Oplossing
De batterij van de real-timeklok moet wellicht worden
vervangen.
OPMERKING: Als u de computer op een werkend
stopcontact aansluit, kunt u de levensduur van de batterij van
de real-timeklok verlengen.
Stel eerst de datum en de tijd opnieuw in via het
Configuratiescherm (u kunt hiervoor ook Computer Setup
(Computerinstellingen) gebruiken). Als het probleem blijft
optreden, vervangt u de batterij van de real-timeklok.
Raadpleeg de Naslaggids voor de hardware voor informatie
over het vervangen van de batterij of neem contact op met een
geautoriseerde Business of Service Partner om de batterij te
vervangen.
12Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
De cursor kan niet worden verplaatst met de pijltoetsen op het toetsenbord.
Oorzaak
Mogelijk is Num Lock ingeschakeld.Druk op de Num Lock-toets. Het Num Lock-lampje moet uit zijn
Er is geen geluid of het volume is te laag.
Oorzaak
Mogelijk staat het volume van het systeemgeluid laag of is het
gedempt.
Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op de juiste
connector aan de achterzijde van de computer.
Oplossing
als u de pijltoetsen wilt gebruiken. De Num Lock-toets kan met
Computer Setup worden uitgeschakeld (of ingeschakeld).
Oplossing
1.Controleer in de BIOS-instellingen (F10) of de interne
systeemluidspreker niet is gedempt (deze instelling heeft
geen invloed op de externe luidsprekers).
2.Zorg dat de externe luidsprekers goed zijn aangesloten
en ingeschakeld, en dat de volumeregeling van de
luidsprekers goed is ingesteld.
3.Gebruik de volumeregeling van het besturingssysteem
om te controleren of de luidsprekers niet zijn gedempt, of
om het volume te verhogen.
Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op de juiste
connector aan de achterzijde van de computer.
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak
De processor is te heet.1.Zorg dat de luchtaanvoer naar de computer niet wordt
De vaste schijf is vol.Verplaats gegevens van de vaste schijf naar een ander
Er is weinig geheugen beschikbaar.Voeg extra geheugen toe.
De vaste schijf is gefragmenteerd.Defragmenteer de vaste schijf.
Een eerder uitgevoerd programma heeft het toegewezen
geheugen niet vrijgegeven.
Er is een virus aanwezig op de vaste schijf.Voer een antivirusprogramma uit.
Oplossing
geblokkeerd. Laat voor de benodigde ventilatie aan alle
geventileerde zijden van de computer en boven de
monitor ruim 10 cm ruimte vrij.
2.Zorg ervoor dat de ventilatoren zijn aangesloten en goed
werken (sommige ventilatoren werken alleen wanneer
dat nodig is).
3.Controleer of het koelelement van de processor goed is
bevestigd.
opslagmedium om ruimte op de vaste schijf vrij te maken.
Start de computer opnieuw op.
NLWWAlgemene problemen oplossen13
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak
Er zijn teveel applicaties geopend.1.Sluit overbodige applicaties om geheugen vrij te maken.
Sommige applicaties, met name spellen, vormen een zware
belasting voor het grafische subsysteem.
Oplossing
Sommige applicaties werken op de achtergrond en
kunnen worden gesloten door met de rechtermuisknop
op de bijbehorende pictogrammen in de taakbalk te
klikken. Als u niet wilt dat deze applicaties worden gestart
zodra u de computer opstart, gaat u naar Start >
Uitvoeren (Windows XP) of Start > Bureauaccessoires > Uitvoeren (Windows Vista) en typt u
msconfig. Op het tabblad Startup (Opstarten) van het
hulpprogramma voor systeemconfiguratie deselecteert u
de applicaties waarvan u niet wilt dat ze automatisch
opstarten.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u geen applicaties
verhindert om automatisch op te starten die nodig zijn
voor het goed functioneren van het systeem.
2.Voeg extra geheugen toe.
1.Verlaag de beeldschermresolutie voor de actieve
applicatie of raadpleeg de documentatie bij de applicatie
voor mogelijkheden om de prestaties te verhogen door
bepaalde parameters in de applicatie te wijzigen.
2.Voeg extra geheugen toe.
3.Voer een upgrade uit op het grafische subsysteem.
Onbekende oorzaak.Start de computer opnieuw op.
De computer is automatisch uitgeschakeld en het aan/uitlampje knippert twee keer in de kleur rood met tussenpozen
van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat twee keer een geluidssignaal
horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak
De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF
het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.
Oplossing
1.Controleer of de ventilatieopeningen van de computer
niet worden geblokkeerd en of de processorventilator
werkt.
2.Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en controleer
of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor
niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart.
3.Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats
zit, maar toch niet draait, vervangt u het geheel van
koelelement en ventilator.
4.Neem contact op met een HP Business of Service
Partner.
14Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
De computer kan niet worden ingeschakeld en de lampjes aan de voorkant van de computer branden niet.
Oorzaak
Het systeem kan niet worden gestart.Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan
Oplossing
4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf groen
gaat branden, doet u het volgende:
1.Controleer aan de achterkant van de voedingseenheid of
de spanningsschakelaar (aanwezig op bepaalde
modellen) op het juiste voltage is ingesteld. Welk voltage
juist is, hangt af van het land waar u zich bevindt.
2.Verwijder de uitbreidingskaarten een voor een, totdat het
lampje 5V_aux op de systeemkaart gaat branden.
3.Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan
4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf nu
NIET groen gaat branden, doet u het volgende:
1.Controleer of de computer is aangesloten op een
werkend stopcontact.
2.Open het chassis en controleer of de eenheid met de aan/
uit-knop goed is aangesloten op de systeemkaart.
3.Controleer of beide voedingskabels goed op de
systeemkaart zijn aangesloten.
4.Controleer of het lampje 5V_aux op de systeemkaart
brandt. Als dit lampje brandt, vervangt u de eenheid met
de aan/uit-knop.
5.Als het lampje 5V_aux op de systeemkaart niet brandt,
vervangt u de voedingseenheid.
6.Vervang de systeemkaart.
NLWWAlgemene problemen oplossen15
Problemen met de elektrische voeding oplossen
Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer er problemen zijn met de voeding van de computer.
Tabel 2-2 Voedingsproblemen oplossen
De voeding wordt af en toe uitgeschakeld.
Oorzaak
De spanningsschakelaar aan de achterzijde van de computer
(op bepaalde modellen) is niet ingesteld op het juiste voltage
(115V of 230V).
De voeding wordt niet ingeschakeld door probleem met de
interne stroomvoorziening.
De computer is automatisch uitgeschakeld en het aan/uitlampje knippert twee keer in de kleur rood met tussenpozen
van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat twee keer een geluidssignaal
horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes blijven knipperen.)
OorzaakOplossing
De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF
het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.
Oplossing
Selecteer de juiste netspanning.
Neem contact op met een Business of Service Partner om de
netvoeding te vervangen.
1.Controleer of de ventilatieopeningen van de computer
niet worden geblokkeerd en of de processorventilator
werkt.
2.Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en controleer
of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor
niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart.
3.Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats
zit, maar toch niet draait, vervangt u het geheel van
koelelement en ventilator.
4.Neem contact op met een HP Business of Service
Partner.
Het aan/uitlampje knippert vier keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en u hoort vier geluidssignalen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes
blijven knipperen.)
Oorzaak
Voeding is uitgevallen (voedingseenheid overbelast).1.Open de kap en controleer of de 4- of 6-aderige
Oplossing
voedingskabel is aangesloten op de connector op de
systeemkaart.
2.Controleer of het probleem door een apparaat wordt
veroorzaakt door ALLE aangesloten apparaten (zoals
vaste schijven, diskettedrives, optische-schijfeenheden
en uitbreidingskaarten) te verwijderen. Zet de computer
aan. Als de POST-zelftest wordt gestart, zet u de
computer uit. Plaats de apparaten vervolgens een voor
een terug en herhaal deze procedure net zolang totdat
het probleem zich weer voordoet. Vervang het apparaat
dat het probleem veroorzaakt. Ga door met het een voor
een toevoegen van apparaten om er zeker van te zijn dat
alle apparaten correct functioneren.
16Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Tabel 2-2 Voedingsproblemen oplossen (vervolg)
Het aan/uitlampje knippert vier keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en u hoort vier geluidssignalen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes
blijven knipperen.)
OorzaakOplossing
3.Vervang de voedingseenheid.
4.Vervang de systeemkaart.
NLWWProblemen met de elektrische voeding oplossen17
Problemen met diskettes oplossen
Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer u problemen met diskettes ondervindt.
OPMERKING:Wanneer u hardware, zoals een extra diskettedrive, toevoegt of verwijdert, kan het
nodig zijn de computer opnieuw te configureren. Zie
op pagina 37 voor meer informatie.
Tabel 2-3 Problemen met diskettes oplossen
Lampje van de diskettedrive blijft branden.
Problemen met de installatie van hardware
Oorzaak
Diskette is beschadigd.Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start,
De diskette is niet goed in de diskettedrive geplaatst.Verwijder de diskette en plaats deze opnieuw in de
De kabel van de schijfeenheid is niet goed aangesloten.Sluit de kabel van de drive opnieuw aan. Zorg dat alle 4 pinnen
Schijfeenheid niet gevonden.
Oorzaak
Kabel zit los.Sluit de voedingskabel en de gegevenskabel van de
De verwisselbare schijfeenheid is verkeerd geplaatst.Plaats de schijfeenheid opnieuw.
Oplossing
Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid.Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij
Foutcontrole op Nu controleren.
Klik in Microsoft Windows Vista met de rechtermuisknop op
Start, Verkennen en klik vervolgens met de rechtermuisknop
op een schijfeenheid. Selecteer Eigenschappen en selecteer
vervolgens het tabblad Extra. Klik bij Foutcontrole op Nucontroleren.
diskettedrive.
van de voedingskabel van de diskettedrive contact maken met
de drive.
Oplossing
diskettedrive opnieuw aan.
Het apparaat is verborgen in Computer Setup
(Computerinstellingen).
Diskettedrive kan niet naar een diskette schrijven.
Oorzaak
Diskette is niet geformatteerd.Formatteer de diskette.
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg dat bij
Security (Beveiliging) > Device Security
(Apparaatbeveiliging) voor Legacy Diskette (Oudere diskette)
Device available (Apparaat beschikbaar) is geselecteerd.
Oplossing
1.Selecteer in Windows Verkenner de diskettedrive A:.
2.Klik met de rechtermuisknop op de schijfaanduiding en
kies Formatteren.
3.Stel de gewenste opties in en klik op Uitvoeren om met
het formatteren te beginnen.
18Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningenNLWW
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.