Hp COMPAQ DC5750 SMALL, COMPAQ DC5750 MICROTOWER User Manual [nl]

Problemen oplossen – dc5750 modellen

Zakelijke personal computers

© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.

De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten of redactionele fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.

De informatie in dit document valt onder het auteursrecht. Geen enkel deel van dit document mag worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company.

Problemen oplossen

Zakelijke personal computers

dc5750 modellen

Eerste editie, oktober 2006

Artikelnummer van document: 434211-331

Over deze handleiding

WAARSCHUWING Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.

VOORZICHTIG Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens.

Opmerking De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.

NLWW

iii

iv Over deze handleiding

NLWW

Inhoudsopgave

1 Diagnosevoorzieningen voor de computer

 

HP Insight Diagnostics .........................................................................................................................

1

HP Insight Diagnostics starten .............................................................................................

1

Tabblad Survey (Verkenning) ..............................................................................................

2

Tabblad Test ........................................................................................................................

3

Tabblad Status .....................................................................................................................

4

Tabblad Log (Logboek) ........................................................................................................

4

Tabblad Help .......................................................................................................................

5

Informatie opslaan en afdrukken in HP Insight Diagnostics ................................................

5

De nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden ..............................................

5

Software beschermen ..........................................................................................................................

6

Software herstellen ...............................................................................................................................

6

2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen

 

Veiligheid en comfort ............................................................................................................................

7

Voordat u belt voor technische ondersteuning .....................................................................................

7

Tips .......................................................................................................................................................

9

Algemene problemen oplossen ..........................................................................................................

11

Voedingsproblemen oplossen ............................................................................................................

15

Problemen met diskettes oplossen ....................................................................................................

17

Problemen met de vaste schijf oplossen ............................................................................................

20

Problemen met mediakaartlezers oplossen .......................................................................................

23

Problemen met het beeldscherm oplossen ........................................................................................

25

Problemen met audio oplossen ..........................................................................................................

30

Problemen met printers oplossen .......................................................................................................

33

Problemen met toetsenbord en muis oplossen ..................................................................................

34

Problemen bij de installatie van hardware oplossen ..........................................................................

36

Problemen met netwerken oplossen ..................................................................................................

39

Problemen met het geheugen oplossen .............................................................................................

42

Problemen met de processor oplossen ..............................................................................................

44

Problemen met de cd-rom- of dvd-rom-drive oplossen ......................................................................

45

Problemen met een Drive Key oplossen ............................................................................................

48

Problemen met onderdelen aan de voorkant oplossen ......................................................................

49

Problemen met de internettoegang oplossen .....................................................................................

50

Problemen met de software oplossen ................................................................................................

52

Contact opnemen met een HP Business of Service Partner ..............................................................

53

Bijlage A POST-foutberichten

 

Numerieke codes en tekstberichten tijdens de POST ........................................................................

56

NLWW

v

Betekenis van POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen ...................

64

Bijlage B Wachtwoordbeveiliging en CMOS opnieuw instellen

 

Wachtwoordjumper opnieuw instellen ................................................................................................

70

CMOS wissen en opnieuw instellen ...................................................................................................

71

Computerinstellingen gebruiken om het CMOS opnieuw in te stellen ...............................

71

CMOS-schakelaar gebruiken om CMOS opnieuw in te stellen .........................................

72

Bijlage C Schijfbeveiligingssysteem (DPS)

 

Toegang krijgen tot DPS via Computer Setup ...................................................................................

76

Index ...................................................................................................................................................................

77

vi

NLWW

1Diagnosevoorzieningen voor de computer

HP Insight Diagnostics

Opmerking Bij sommige modellen wordt een cd meegeleverd met het hulpprogramma HP Insight Diagnostics.

HP Insight Diagnostics stelt u in staat informatie over de hardwareconfiguratie op te vragen en diagnostische tests uit te voeren op de hardwaresystemen in de computer. Met dit hulpprogramma kunt u hardwareproblemen effectief en eenvoudig detecteren, diagnosticeren en isoleren.

Wanneer u HP Insight Diagnostics start, wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven. Dit tabblad toont informatie over de huidige configuratie van de computer. Vanuit het tabblad Survey (Verkenning) heeft u toegang tot verschillende categorieën van informatie over de computer.

Aanvullende informatie wordt weergegeven op andere tabbladen, met onder meer opties voor diagnostische tests en testresultaten. De informatie op de schermen van het hulpprogramma kan worden opgeslagen in een HTML-bestand op een diskette of een HP USB Drive Key.

Gebruik HP Insight Diagnostics als u wilt bepalen of alle in de computer geïnstalleerde apparaten door het systeem worden herkend en correct functioneren. Het is niet per se noodzakelijk om tests uit te voeren na het installeren of aansluiten van een nieuw apparaat, maar dit wordt wel aanbevolen.

Voer de tests uit, sla de resultaten op en druk deze af, zodat u de testresultaten op papier bij de hand heeft wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.

Opmerking Apparaten van externe leveranciers worden mogelijk niet herkend door HP Insight Diagnostics.

HP Insight Diagnostics starten

U voert HP Insight Diagnostics uit door de computer op te starten vanaf de documentatieen diagnosecd Documentation and Diagnostics, zoals in de volgende stappen wordt beschreven.

1.Zorg dat de computer is ingeschakeld en plaats de documentatieen diagnose-cd Documentation and Diagnostics in een optische-schijfeenheid.

2.Sluit het besturingssysteem af en zet de computer uit.

3.Zet de computer aan. De computer wordt opgestart vanaf de cd.

NLWW

HP Insight Diagnostics 1

Opmerking Als het systeem niet wordt opgestart vanaf de cd in de optische-schijfeenheid, moet u mogelijk de opstartvolgorde in het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) zodanig aanpassen dat de optische-schijfeenheid in de opstartvolgorde vóór de vaste schijf wordt genoemd. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Computerinstellingen op de documentatieen diagnose-cd Documentation and Diagnostics.

U kunt ook de opstartvolgorde aanpassen, zodat het systeem eenmalig opstart vanaf de optische-schijfeenheid wanneer u bij het opstarten op F9 drukt.

4.Selecteer de gewenste taal en klik op Continue (Doorgaan).

Opmerking U wordt aangeraden akkoord te gaan met de standaardwaarde voor het toetsenbord van uw taal, tenzij u tests wilt uitvoeren met een specifiek toetsenbord.

5.Klik op de pagina met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers op Agree (Akkoord) om aan te geven dat u instemt met de voorwaarden. Het hulpprogramma HP Insight Diagnostics wordt gestart. In eerste instantie wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven.

Tabblad Survey (Verkenning)

Het tabblad Survey (Verkenning) bevat belangrijke informatie over de systeemconfiguratie.

In het veld View level (Weergaveniveau) kunt u kiezen tussen de weergave Summary (Samenvatting) voor een beknopt overzicht van de configuratiegegevens en de weergave Advanced (Geavanceerd) voor de weergave van alle gegevens in de geselecteerde categorie.

In het veld Category (Categorie) kunt u de volgende informatiecategorieën selecteren voor weergave:

All (Alle): een overzicht van alle categorieën van informatie over de computer.

Overview (Overzicht): een overzicht van algemene informatie over het computersysteem.

Architecture (Architectuur): informatie over het systeem-BIOS en de PCI-apparaten.

Asset Control (Inventarisbeheer): informatie over de productnaam, inventariscode, serienummer en processor.

Communication (Communicatie): informatie over de instellingen voor de parallelle (LPT) en seriële (COM) poorten en gegevens over USB-poorten en netwerkadapters.

Graphics (Beeldscherm): informatie over de grafische kaart in de computer.

Input Devices (Invoerapparatuur): gegevens over het toetsenbord, de muis en andere invoerapparaten die op de computer zijn aangesloten.

Memory (Geheugen): gegevens over al het geheugen in de computer. Dit betreft zowel de geheugenslots op de systeemkaart als de geïnstalleerde geheugenmodules.

Miscellaneous (Diversen): informatie over de versie van HP Insight Diagnostics, het CMOS (het configuratiegeheugen), BIOS-gegevens over het systeembeheer en informatie over de systeemkaart.

Storage (Opslag): gegevens over de opslagmedia die op de computer zijn aangesloten (alle vaste schijven, diskettedrives en optische-schijfeenheden).

System (Systeem): informatie over computermodel, processor, chassis en BIOS, plus gegevens over de interne luidspreker en de PCI-bus.

2

Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer

NLWW

Tabblad Test

Op het tabblad Test specificeert u welke onderdelen van het systeem u wilt testen. U kunt bovendien het type test en de gewenste testmethode instellen.

U kunt kiezen uit drie testtypen:

Quick Test (Snelle test): er wordt een gedeelte van elk hardwareonderdeel getest volgens een vooraf gedefinieerd script. Een snelle test vereist geen interactie met de gebruiker, ook niet als u kiest voor de interactieve testmethode.

Complete Test (Volledige test): alle hardwarecomponenten worden volledig getest volgens een vooraf gedefinieerd script. Bij interactieve uitvoering zijn er meer tests beschikbaar, maar hierbij is interactie vereist.

Custom Test (Aangepaste test): deze test biedt de meeste flexibiliteit bij het bepalen hoe de systeemtest moet worden uitgevoerd. Bij een aangepaste test kunt u specifieke apparaten, diagnostische tests en testparameters selecteren.

U kunt bij elk type test kiezen uit twee testmethoden:

Interactive Mode (Interactief): bij interactieve uitvoering heeft u optimale controle over de testprocedure. Tijdens het uitvoeren van het diagnoseprogramma wordt om invoer gevraagd bij tests waarvoor interactie nodig is. U kunt ook bepalen of een apparaat door de test is gekomen.

Unattended Mode (Onbeheerd): er wordt niet om invoer of interactie gevraagd. Als er fouten optreden, worden deze na afloop van de test gemeld.

U voert als volgt een test uit:

1.Selecteer het tabblad Test.

2.Klik op het tabblad van het type test dat u wilt uitvoeren. Quick (Snel), Complete (Volledig) of Custom (Aangepast).

3.Selecteer de gewenste Test Mode (Testmethode): Interactive (Interactief) of Unattended (Onbeheerd).

4.Specificeer met de optie Number of Loops (Aantal uitvoeringen) of de optie Total Test Time (Totale testduur) hoe lang de test moet worden uitgevoerd. Als u de test een bepaald aantal keren wilt uitvoeren, voert u het gewenste aantal keren in. Als u de test gedurende een bepaalde tijd wilt uitvoeren, geeft u het gewenste aantal minuten op.

5.Als u een snelle test of een volledige test uitvoert, selecteert u het apparaat dat u wilt testen in het vervolgkeuzelijst. Als u een sangepaste test uitvoert, klikt u op de knop Expand (Uitbreiden) en selecteert u de apparaten die u wilt testen. Klik op Check All (Alle selecteren) om alle apparaten te selecteren.

6.Klik rechtsonder in het scherm op Begin Testing (Test starten) om de test te starten. Tijdens de testprocedure wordt het tabblad Status weergegeven, waarop u de voortgang van de test kunt volgen. Na afloop van de test wordt op het tabblad Status aangegeven of de apparaten door de test zijn gekomen.

7.Als er fouten zijn aangetroffen, opent u het tabblad Log (Logboek) en klikt u op Error Log (Foutenlogboek) voor gedetailleerde informatie over de fouten en de aanbevolen maatregelen.

NLWW

HP Insight Diagnostics 3

Tabblad Status

Op het tabblad Status ziet u de status van de geselecteerde tests. Bovendien wordt aangegeven welk type test is of wordt uitgevoerd: Quick Test (Snelle test), Complete Test (Volledige test) of Custom Test (Aangepaste test). Via de voortgangsindicatie kunt u volgen welk percentage van de huidige testreeks is voltooid. Tijdens de uitvoering van een test kunt u op de knop Cancel Testing (Test annuleren) klikken als u de test wilt afbreken.

Na afloop van de test wordt de knop Cancel Testing (Test annuleren) vervangen door de knop Retest (Test herhalen). Als u op Retest (Test herhalen) klikt, wordt de laatste testreeks nogmaals uitgevoerd. Hierdoor kunt u dezelfde tests eenvoudig herhalen zonder dat u de gegevens op het tabblad Test opnieuw hoeft in te voeren.

Het tabblad Status toont bovendien informatie over:

de apparaten die worden getest;

de teststatus (in uitvoering, geslaagd of mislukt) van elk apparaat dat wordt getest;

de algehele voortgang van de test voor alle apparaten;

de voortgang van de test voor elk afzonderlijk apparaat;

de verstreken tijd per test voor elk afzonderlijk apparaat.

Tabblad Log (Logboek)

Het tabblad Log (Logboek) bevat een tabblad Test Log (Testlogboek) een een tabblad Error Log (Foutenlogboek).

Het testlogboek toont alle uitgevoerde tests, het aantal keren dat de tests zijn uitgevoerd, het aantal keren dat de apparaten niet door de test zijn gekomen en de tijd die het heeft gekost om elke test uit te voeren. Als u op de knop Clear Test Log (Testlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het testlogboek gewist.

Het foutenlogboek toont informatie over de apparaten waarvoor de diagnostische test fouten heeft voorgesteld. De volgende kolommen met informatie worden weergegeven:

Device (Apparaat): het apparaat dat is getest.

Test: het type test dat is uitgevoerd.

Description (Beschrijving): een omschrijving van de opgetreden fout.

Recommended Repair (Aanbevolen maatregel): een aanbeveling die u kunt opvolgen om de defecte hardware te herstellen.

Failed Count (Aantal fouten): het aantal malen dat de test voor dit apparaat fouten heeft opgeleverd.

Error Code (Foutcode): een numerieke code voor de fout. De foutcodes worden toegelicht op het tabblad Help.

Als u op de knop Clear Error Log (Foutenlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het foutenlogboek gewist.

4

Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer

NLWW

Tabblad Help

Het tabblad Help bevat een tabblad HP Insight Diagnostics, een tabblad Error Codes (Foutcodes) en een tabblad Test Components (Testonderdelen).

Het tabblad HP Insight Diagnostics bevat Help-onderwerpen en zoeken indexeringsfuncties.

Op het tabblad Error Codes (Foutcodes) vindt u een beschrijving van de numerieke foutcodes die u kunt tegenkomen op het tabblad Error Log (Foutenlogboek) van het tabblad Log (Logboek). Elke code heeft een bijbehorend Foutbericht en een Recommended Repair (Aanbevolen oplossing) waarmee u het probleem mogelijk kunt oplossen. Voer de code in het vak bovenaan het tabblad in en klik op Find Error Codes (Foutcodes zoeken) om snel de beschrijving te vinden.

Op het tabblad Test Components (Testonderdelen) wordt beknopte informatie weergegeven over de tests die worden uitgevoerd.

Informatie opslaan en afdrukken in HP Insight Diagnostics

U kunt de informatie op de tabbladen Survey (Verkenning) en Log (Logboek) van HP Insight Diagnostics opslaan op een diskette of een HP USB 2.0 Drive Key (met een minimale capaciteit van 64 MB). De informatie kan niet op de vaste schijf worden opgeslagen. Er wordt automatisch een HTMLbestand gegenereerd waarin de informatie op dezelfde manier is opgemaakt als op het scherm.

1.Plaats een diskette of een HP USB 2.0 Drive Key (capaciteit minimaal 64 MB). USB 1.0 Drive Keys worden niet ondersteund.

2.Klik rechtsonder in het tabblad op Save (Opslaan).

3.Selecteer Save to floppy (Opslaan op diskette) of Save to USB key (Opslaan op USB Drive Key).

4.Typ een naam voor het bestand in het vak File Name (Bestandsnaam) en klik op Save (Opslaan). De informatie wordt opgeslagen in een HTML-bestand op de diskette of de HP USB Drive Key.

Opmerking Verwijder de diskette of de USB Drive Key pas als een bericht wordt weergegeven dat het HTML-bestand naar het medium is geschreven.

5.U kunt de informatie afdrukken vanaf het opslagapparaat waarop u het bestand heeft opgeslagen.

Opmerking U sluit HP Insight Diagnostics af door rechtsonder in het scherm op Exit Diagnostics (Diagnoseprogramma afsluiten) te klikken. Verwijder vervolgens de documentatieen diagnose-cd Documentation and Diagnostics uit de optische-schijfeenheid.

De nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden

1.Ga naar http://www.hp.com.

2.Klik op de koppeling Software& Driver Downloads.

3.Typ het productnummer (bijvoorbeeld dc5750) in het tekstvak en druk op Enter.

4.Selecteer het model van uw computer.

5.Selecteer het besturingssysteem.

6.Klik op de koppeling Diagnostic.

NLWW

HP Insight Diagnostics 5

7.Klik op HP Insight Diagnostics Offline Edition.

8.Selecteer een taal en klik op Download.

Opmerking Het gedownloade bestand bevat instructies over de manier waarop u een opstartcd maakt.

Software beschermen

Maak backups van alle systeemsoftware, applicaties en bijbehorende bestanden die op de vaste schijf zijn opgeslagen, zodat u de software en bestanden kunt herstellen als deze verloren zijn gegaan of zijn beschadigd. Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem of bij het backup-programma voor informatie over het maken van backups van de gegevensbestanden.

Software herstellen

HP Backup and Recovery Manager is een eenvoudig te gebruiken veelzijdige toepassing die vooraf op elk systeem is geladen. Hiermee kunt u het volgende doen:

herstelpunten maken waarmee u incrementele backups van het gehele systeem maakt;

backups maken van de gehele vaste schijf in een enkel archief;

backups maken van afzonderlijke bestanden.

U kunt backups automatisch met regelmatige tussenpozen laten uitvoeren of backups handmatig starten. Herstel kan worden uitgevoerd vanaf de herstelpartitie op de vaste schijf of met de herstelschijven. De set herstelschijven omvat de cd Restore Plus!, de cd met het besturingssysteem van Microsoft en cd's met aanvullende software.

Opmerking HP raadt u sterk aan herstelschijven te maken voordat u de computer in gebruik neemt en regelmatig automatische backups van herstelpunten te plannen.

HP Backup and Recovery Manager biedt twee basismethoden voor herstel. De eerste methode, waarbij bestanden en mappen worden hersteld, wordt uitgevoerd in Windows. Voor de tweede methode, PC Recovery (Computer herstellen) moet de computer worden opgestart vanaf de herstelpartitie op de vaste schijf of met de herstelschijven. Druk tijdens het opstarten op F11 wanneer het bericht “Press F11 for Emergency Recovery” wordt weergegeven om op te starten vanaf de herstelpartitie.

Opmerking Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van HP Backup and Recovery Manager de HP Backup and Recovery Manager User Guide (Gebruikershandleiding HP Backup and Recovery Manager). Klik hiertoe op Start > HP Backup and Recovery > HP Backup and Recovery Manager Manual.

6

Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer

NLWW

2Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen

Dit hoofdstuk bevat informatie over het herkennen en oplossen van kleine problemen, bijvoorbeeld met diskettedrives, vaste schijven, optische-schijfeenheden, het beeldscherm, het geluid, het geheugen en de software. Bij problemen met de computer kunt u de tabellen in dit hoofdstuk raadplegen voor mogelijke oorzaken en aanbevolen oplossingen.

Opmerking Informatie over specifieke foutberichten die na het opstarten op het scherm worden weergegeven tijdens de POST (Power-On Self-Test) vindt u in bijlage A, POST-foutberichten.

Veiligheid en comfort

WAARSCHUWING Verkeerd gebruik van de computer of een onveilig en oncomfortabel ingerichte werkomgeving kunnen leiden tot ongemakken of ernstig letsel. Raadpleeg voor meer informatie over het kiezen van een werkplek en het creëren van een veilige en comfortabele werkomgeving de Handleiding voor veiligheid & comfort op de documentatieen diagnose-cd Documentation and Diagnostics. Deze handleiding is ook beschikbaar op de website http://www.hp.com/ergo. Dit apparaat is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van Klasse B in overeenstemming met Part 15 van de FCC-voorschriften. Raadpleeg voor meer informatie Veiligheid en voorschriften op de documentatieen diagnose-cd

Documentation and Diagnostics.

Voordat u belt voor technische ondersteuning

Als er een probleem met de computer is, probeert u aan de hand van de onderstaande maatregelen de oorzaak van het probleem te achterhalen vóórdat u belt om technische ondersteuning te vragen.

Voer het diagnoseprogramma uit. Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk 1, Diagnosevoorzieningen voor de computer.

Voer de DPS-zelftest (Drive Protection System) uit vanuit het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Computerinstellingen op de documentatieen diagnose-cd Documentation and Diagnostics.

Controleer of het aan/uit-lampje aan de voorkant van de computer rood knippert. Deze knipperende lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg voor meer informatie bijlage A, POST-foutberichten.

Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, sluit u de monitor aan op een andere monitorconnector op de computer (indien aanwezig). Of sluit tijdelijk een andere monitor aan waarvan u weet dat deze goed functioneert.

NLWW

Veiligheid en comfort 7

Als u gebruikmaakt van een netwerk, sluit u een andere computer met een andere kabel aan op de netwerkaansluiting. Misschien is er een probleem met de netwerkaansluiting of de netwerkkabel.

Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze hardware om te zien of de computer dan wel goed werkt.

Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze software om te zien of de computer dan wel goed werkt.

Start de computer op in de Veilige modus van Windows om te zien of de computer kan worden opgestart wanneer niet alle stuurprogramma's worden geladen. Kies bij het opstarten van het besturingssysteem de optie om gebruik te maken van de laatste bekende juiste configuratie.

Raadpleeg de uitgebreide online technische ondersteuning op de website http://www.hp.com/ support.

Zie het gedeelte Tips verderop in deze handleiding.

HP Instant Support Professional Edition biedt u de mogelijkheid om problemen met de computer zelf online op te lossen. Als u contact wilt opnemen met een ondersteuningsmedewerker van HP, gebruikt u de online chatfunctie van HP Instant Support Professional Edition via: http://www.hp.com/go/ispe.

Bezoek het Business Support Center (BSC) op http://www.hp.com/go/bizsupport voor actuele online informatie, software, stuurprogramma's en aankondigingen en een wereldwijde gemeenschap van HP gebruikers en HP experts.

Als het noodzakelijk is dat u telefonisch contact opneemt met HP voor ondersteuning, houd dan rekening met de volgende punten om te zorgen dat u goed geholpen kunt worden:

Zorg dat u aan de computer zit wanneer u belt.

Noteer tevoren de serienummers van de computer en de monitor, alsmede het productidentificatienummer.

Reserveer voldoende tijd om het probleem samen met de ondersteuningsmedewerker op te lossen.

Verwijder desgevraagd alle hardware die onlangs aan het systeem is toegevoegd.

Verwijder desgevraagd alle software die onlangs is geïnstalleerd.

Herstel het systeem naar een herstelpunt dat u heeft gecreëerd met HP Backup and Recovery Manager of start Restore Plus! Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van HP Backup and Recovery Manager de HP Backup and Recovery Manager User Guide (Gebruikershandleiding HP Backup and Recovery Manager). Klik hiertoe op Start > HP Backup and Recovery > HP Backup and Recovery Manager Manual.

VOORZICHTIG Als u de cd Restore Plus! uitvoert, worden alle gegevens op de vaste schijf gewist.

Opmerking Voor verkoopinformatie en garantie-uitbreidingen (Care Packs) neemt u contact op met uw HP Business of Service Partner.

8

Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen

NLWW

Tips

Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of de software de onderstaande lijst met algemene suggesties voordat u verdere actie onderneemt.

Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend stopcontact zijn aangesloten.

Controleer of de spanningsschakelaar (alleen op bepaalde modellen) is ingesteld op het juiste voltage voor uw land (115V of 230V).

Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje brandt.

Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje van de monitor brandt.

Controleer of het aan/uit-lampje aan de voorkant van de computer rood knippert. Deze knipperende lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg voor meer informatie bijlage A, POST-foutberichten.

Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het scherm te donker is.

Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het toetsenbord goed.

Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.

Activeer de computer door op een willekeurige toets op het toetsenbord te drukken of door de aan/ uit-knop in te drukken. Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u de computer uit door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden ingedrukt te houden. Vervolgens drukt u nogmaals op de aan/uit-knop om de computer opnieuw te starten. Als het systeem niet uitgeschakeld kan worden, koppelt u het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u het netsnoer weer aan. De computer start nu automatisch opnieuw op, als in Computer Setup de optie voor automatisch starten na stroomuitval is ingesteld. Als de computer niet automatisch opnieuw opstart, drukt u op de aan/uit-knop om de computer te starten.

Configureer de computer opnieuw nadat een uitbreidingskaart of een andere optie is geïnstalleerd die niet compatibel is met Plug and Play. Zie Problemen bij de installatie van hardware oplossen voor meer informatie.

Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd. Wanneer u bijvoorbeeld een printer gebruikt, moet er een printerstuurprogramma voor deze printer zijn geïnstalleerd.

Verwijder alle media waarmee de computer kan worden opgestart (diskette, cd of USB-apparaat) voordat u de computer inschakelt.

Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.

Als er op het systeem meerdere videobronnen zijn geïnstalleerd (geïntegreerd of een PCIof PCI- Express-adapter; geïntegreerde video is alleen op bepaalde modellen beschikbaar) en er één monitor aanwezig is, moet de monitor worden aangesloten op de monitorconnector van de videobron die als primaire VGA-adapter is geconfigureerd. Tijdens het opstarten worden de overige monitorconnectoren uitgeschakeld. Als de monitor op een van deze connectoren is aangesloten, zal de monitor niet werken. U kunt in Computer Setup instellen welke bron de standaard VGAadapter is.

NLWW

Tips 9

VOORZICHTIG Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, is er altijd spanning aanwezig op de systeemkaart. Neem de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent, zodat u het risico van schade aan de systeemkaart en andere onderdelen beperkt.

10 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen

NLWW

Algemene problemen oplossen

Het is mogelijk dat u de algemene problemen die in dit gedeelte worden beschreven, gemakkelijk zelf kunt oplossen. Neem contact op met een Business of Service Partner als het probleem blijft optreden en u niet in staat bent het te verhelpen, of als u dit liever niet zelf doet.

WAARSCHUWING Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel ten gevolge van elektrische schokken of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.

Controleer het lampje op de systeemkaart. Als het lampje brandt, staat er nog spanning op het systeem. Schakel de computer uit en ontkoppel het netsnoer voordat u verdergaat.

Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen

De computer is vastgelopen en kan niet worden uitgeschakeld door op de aan/uit-knop te drukken.

Oorzaak

Oplossing

 

 

 

De softwarematige besturing van de aan/uit-knop werkt niet.

1.

Houd de aan/uit-knop gedurende minimaal vier seconden

 

 

ingedrukt, totdat de computer wordt uitgeschakeld.

 

2.

Neem het netsnoer uit het stopcontact.

 

De computer reageert niet op het USB-toetsenbord of de USB-muis.

 

 

Oorzaak

Oplossing

 

 

 

De computer staat in de standbystand.

Druk kort op de aan/uit-knop om de standbystand te beëindigen.

VOORZICHTIG Als u probeert de computer te activeren vanuit de standbystand, houdt u de aan/ uit-knop niet langer dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren gaan.

Het systeem is vastgelopen.

Start de computer opnieuw op.

 

 

De weergave van datum en tijd is niet juist.

Oorzaak

Oplossing

 

 

De batterij van de real-timeklok moet wellicht worden vervangen.

Opmerking Als u de computer op een werkend stopcontact aansluit, kunt u de levensduur van de batterij van de real-timeklok verlengen.

Stel eerst de datum en de tijd opnieuw in via het Configuratiescherm (u kunt hiervoor ook Computer Setup gebruiken). Als het probleem blijft optreden, vervangt u de batterij van de real-timeklok. Raadpleeg voor informatie over het installeren van een nieuwe batterij de Naslaggids voor de hardware op de documentatieen diagnose-cd Documentation and Diagnostics, of neem contact op met een geautoriseerde Business of Service Partner om de batterij te vervangen.

NLWW

Algemene problemen oplossen 11

Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)

De cursor kan niet worden verplaatst met de pijltoetsen op het toetsenbord.

Oorzaak

Oplossing

 

 

Mogelijk is Num Lock ingeschakeld.

Druk op de Num Lock-toets. Het Num Lock-lampje moet uit zijn als u de pijltoetsen wilt gebruiken. Num Lock kan met Computer Setup worden uitgeschakeld (of ingeschakeld).

Er is geen geluid of het volume is te laag.

Oorzaak

Oplossing

 

 

Mogelijk staat het volume van het systeemgeluid laag of is het

1. Controleer in de BIOS-instellingen (F10) of de interne

gedempt.

 

systeemluidspreker niet is gedempt (deze instelling heeft

 

 

geen invloed op de externe luidsprekers).

 

2.

Zorg dat de externe luidsprekers goed zijn aangesloten

 

 

en ingeschakeld, en dat de volumeregeling van de

 

 

luidsprekers goed is ingesteld.

 

3.

Gebruik de volumeregeling van het besturingssysteem

 

 

om te controleren of de luidsprekers niet zijn gedempt, of

 

 

om het volume te verhogen.

 

 

Het audioapparaat is wellicht aangesloten op de verkeerde

Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op de juiste

connector aan de achterzijde van de computer, of de

connector aan de achterzijde van de computer. Als het

connector heeft een andere functie toegewezen gekregen.

audioapparaat is aangesloten op de juiste connector, maar het

 

probleem zich blijft voordoen, heeft de connector wellicht een

 

andere functie dan de standaardfunctie toegewezen

 

gekregen. Open het Realtek-configuratiescherm door op het

 

pictogram van de Realtek HD Audio Manager te klikken in de

 

taakbalk of door te klikken op het pictogram van Realtek in het

 

Configuratiescherm van het besturingssysteem. Wijs

 

vervolgens de gewenste functie toe aan de connector.

 

 

 

Het prestatieniveau is erg laag.

 

 

 

 

Oorzaak

Oplossing

 

 

De processor is te heet.

1. Zorg dat de luchtaanvoer naar de computer niet wordt

 

 

geblokkeerd. Laat voor de benodigde ventilatie aan alle

 

 

geventileerde zijden van de computer en boven de

 

 

monitor ruim 10 cm ruimte vrij.

 

2.

Zorg ervoor dat de ventilatoren zijn aangesloten en goed

 

 

werken (sommige ventilatoren werken alleen wanneer

 

 

dat nodig is).

 

3.

Controleer of het koelelement van de processor goed is

 

 

bevestigd.

 

 

De vaste schijf is vol.

Verplaats gegevens van de vaste schijf naar een ander

 

opslagmedium om ruimte op de vaste schijf vrij te maken.

 

 

Er is weinig geheugen beschikbaar.

Voeg extra geheugen toe.

 

 

De vaste schijf is gefragmenteerd.

Defragmenteer de vaste schijf.

Een eerder uitgevoerd programma heeft het toegewezen geheugen niet vrijgegeven.

Start de computer opnieuw op.

12 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen

NLWW

Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)

Het prestatieniveau is erg laag.

Oorzaak

Oplossing

 

 

 

 

Er is een virus aanwezig op de vaste schijf.

Voer een antivirusprogramma uit.

 

 

 

 

 

Er zijn teveel applicaties geopend.

1.

Sluit overbodige applicaties om geheugen vrij te maken.

 

 

Sommige applicaties werken op de achtergrond en

 

 

kunnen worden gesloten door met de rechtermuisknop

 

 

op de bijbehorende pictogrammen in de taakbalk te

 

 

klikken. Ga om ervoor te zorgen dat deze applicaties

 

 

automatisch worden opgestart naar Start > Uitvoeren en

 

 

typ msconfig. Op het tabblad Startup (Opstarten) van

 

 

het hulpprogramma voor systeemconfiguratie

 

 

deselecteert u de applicaties waarvan u niet wilt dat ze

 

 

automatisch opstarten.

 

 

 

 

 

 

 

 

VOORZICHTIG Zorg ervoor dat u geen

 

 

 

applicaties verhindert om automatisch op te

 

 

 

starten die nodig zijn voor het goed functioneren

 

 

 

van het systeem.

 

 

 

 

 

 

2.

Voeg extra geheugen toe.

 

 

 

 

 

Sommige applicaties, met name spellen, vormen een zware

1.

Verlaag de beeldschermresolutie voor de actieve

belasting voor het grafische subsysteem.

 

applicatie of raadpleeg de documentatie bij de applicatie

 

 

voor mogelijkheden om de prestaties te verhogen door

 

 

bepaalde parameters in de applicatie te wijzigen.

 

2.

Voeg extra geheugen toe.

 

3.

Voer een upgrade uit op het grafische subsysteem.

 

 

Onbekende oorzaak.

Start de computer opnieuw op.

 

 

 

 

 

De computer is automatisch uitgeschakeld en het aan/uit-lampje knippert twee keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat twee keer een geluidssignaal horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes blijven knipperen).

Oorzaak

Oplossing

 

 

De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:

een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;

OF

het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.

1.Controleer of de ventilatieopeningen van de computer niet worden geblokkeerd en of de processorventilator werkt.

2.Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en controleer of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is aangesloten op de systeemkaart.

3.Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats zit, maar toch niet draait, vervangt u het geheel van koelelement en ventilator.

4.Neem contact op met een HP Business of Service Partner.

NLWW

Algemene problemen oplossen 13

Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)

De computer kan niet worden ingeschakeld en de lampjes aan de voorkant van de computer branden niet.

Oorzaak

Oplossing

 

 

Het systeem kan niet worden gestart.

Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf groen gaat branden, doet u het volgende:

1.Controleer aan de achterkant van de voedingseenheid of de spanningsschakelaar (aanwezig op bepaalde modellen) op het juiste voltage is ingesteld. Welk voltage juist is, hangt af van het land waar u zich bevindt.

2.Verwijder de uitbreidingskaarten een voor een, totdat het lampje 5V_aux op de systeemkaart gaat branden.

3.Vervang de systeemkaart.

OF

Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf nu NIET groen gaat branden, doet u het volgende:

1.Controleer of de computer is aangesloten op een werkend stopcontact.

2.Open het chassis en controleer of de eenheid met de aan/ uit-knop goed is aangesloten op de systeemkaart.

3.Controleer of beide voedingskabels goed op de systeemkaart zijn aangesloten.

4.Controleer of het lampje 5V_aux op de systeemkaart brandt. Als dit lampje brandt, vervangt u de eenheid met de aan/uit-knop.

5.Als het lampje 5V_aux op de systeemkaart niet brandt, vervangt u de voedingseenheid.

6.Vervang de systeemkaart.

14 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen

NLWW

Hp COMPAQ DC5750 SMALL, COMPAQ DC5750 MICROTOWER User Manual

Voedingsproblemen oplossen

Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer er problemen zijn met de voeding van de computer.

Tabel 2-2 Voedingsproblemen oplossen

De voeding wordt af en toe uitgeschakeld.

Oorzaak

Oplossing

 

 

De spanningsschakelaar aan de achterzijde van de computer

Selecteer de juiste netspanning.

(op bepaalde modellen) is niet ingesteld op het juiste voltage

 

(115V of 230V).

 

De voeding wordt niet ingeschakeld door probleem met de interne stroomvoorziening.

Neem contact op met een Business of Service Partner om de netvoeding te vervangen.

De computer is automatisch uitgeschakeld en het aan/uit-lampje knippert twee keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat twee keer een geluidssignaal horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes blijven knipperen.)

Oorzaak

Oplossing

 

 

De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:

een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;

OF

het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.

1.Controleer of de ventilatieopeningen van de computer niet worden geblokkeerd en of de processorventilator werkt.

2.Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en controleer of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is aangesloten op de systeemkaart.

3.Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats zit, maar toch niet draait, vervangt u het geheel van koelelement en ventilator.

4.Neem contact op met een HP Business of Service Partner.

Het aan/uit-lampje knippert vier keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en u hoort vier geluidssignalen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes blijven knipperen.)

Oorzaak

Oplossing

 

 

Voeding is uitgevallen (voedingseenheid overbelast).

1.Controleer aan de achterkant van de voedingseenheid of de spanningsschakelaar (aanwezig op bepaalde modellen) op het juiste voltage is ingesteld. Welk voltage juist is, hangt af van het land waar u zich bevindt.

2.Open de kap en controleer of de 4- of 6-aderige voedingskabel is aangesloten op de connector op de systeemkaart.

3.Controleer of het probleem door een apparaat wordt veroorzaakt door ALLE aangesloten apparaten (zoals vaste schijven, diskettedrives, optische-schijfeenheden en uitbreidingskaarten) te verwijderen. Zet de computer aan. Als de POST-zelftest wordt gestart, zet u de computer uit. Plaats de apparaten vervolgens een voor

NLWW

Voedingsproblemen oplossen 15

Tabel 2-2 Voedingsproblemen oplossen (vervolg)

Het aan/uit-lampje knippert vier keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en u hoort vier geluidssignalen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes blijven knipperen.)

Oorzaak

Oplossing

een terug en herhaal deze procedure net zolang totdat het probleem zich weer voordoet. Vervang het apparaat dat het probleem veroorzaakt. Ga door met het een voor een toevoegen van apparaten om er zeker van te zijn dat alle apparaten correct functioneren.

4. Vervang de voedingseenheid.

5. Vervang de systeemkaart.

16 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen

NLWW

Problemen met diskettes oplossen

Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer u problemen met diskettes ondervindt.

Opmerking Wanneer u hardware, zoals een extra diskettedrive, toevoegt of verwijdert, kan het nodig zijn de computer opnieuw te configureren. Zie Problemen bij de installatie van hardware oplossen voor meer informatie.

Tabel 2-3 Problemen met diskettes oplossen

Lampje van de diskettedrive blijft branden.

Oorzaak

Oplossing

 

 

Diskette is beschadigd.

Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start,

 

Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid.

 

Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij

 

Foutcontrole op Nu controleren.

 

 

De diskette is niet goed in de diskettedrive geplaatst.

Verwijder de diskette en plaats deze opnieuw in de

 

diskettedrive.

 

 

De kabel van de schijfeenheid is niet goed aangesloten.

Sluit de kabel van de drive opnieuw aan. Zorg dat alle 4 pinnen

 

van de voedingskabel van de diskettedrive contact maken met

 

de drive.

 

 

 

Schijfeenheid niet gevonden.

 

 

 

 

Oorzaak

Oplossing

 

 

Kabel zit los.

Sluit de voedingskabel en de gegevenskabel van de

 

diskettedrive opnieuw aan.

 

 

De verwisselbare schijfeenheid is verkeerd geplaatst.

Plaats de schijfeenheid opnieuw.

 

 

 

Diskettedrive kan niet naar een diskette schrijven.

 

 

 

 

Oorzaak

Oplossing

 

 

Diskette is niet geformatteerd.

Formatteer de diskette.

 

1.

Selecteer in Windows Verkenner de diskettedrive A:.

 

2.

Klik met de rechtermuisknop op de schijfaanduiding en

 

 

kies Formatteren.

 

3.

Stel de gewenste opties in en klik op Uitvoeren om met

 

 

het formatteren te beginnen.

 

 

De diskette is voorzien van een schrijfbeveiliging.

Gebruik een andere diskette of hef de schrijfbeveiliging op.

 

 

U schrijft naar de verkeerde schijfeenheid.

Controleer de schijfaanduiding in het pad.

Er is onvoldoende ruimte op de diskette.

1.Gebruik een andere diskette.

2.Verwijder overbodige bestanden van de diskette.

NLWW

Problemen met diskettes oplossen 17

Tabel 2-3 Problemen met diskettes oplossen (vervolg)

Diskettedrive kan niet naar een diskette schrijven.

Oorzaak

Oplossing

 

 

Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives is uitgeschakeld

Open Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel

in Computer Setup (Computerinstellingen).

Legacy Diskette Write (Oudere diskettes schrijven) in bij

 

Storage (Opslag) > Storage Options (Opslagopties).

 

 

Diskette is beschadigd.

Vervang de diskette.

 

 

U kunt de diskette niet formatteren.

 

 

 

Oorzaak

Oplossing

 

 

Melding ongeldige media.

Als u een schijf in MS-DOS formatteert, kan het noodzakelijk

 

zijn de diskettecapaciteit aan te geven. Typ bijvoorbeeld de

 

onderstaande opdracht achter de MS-DOS-prompt om een

 

1,44-MB diskette te formatteren:

 

FORMAT A: /F:1440

 

 

Mogelijk is de diskette is beveiligd tegen schrijven.

Open de schrijfbeveiliging van de diskette.

 

 

Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives is uitgeschakeld

Open Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel

in Computer Setup (Computerinstellingen).

Legacy Diskette Write (Oudere diskettes schrijven) in bij

 

Storage (Opslag) > Storage Options (Opslagopties).

 

 

Er heeft zich een probleem voorgedaan bij een diskettetransactie.

Oorzaak

Oplossing

 

 

De mapstructuur is niet goed of er is een probleem met een bestand.

Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start, Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid. Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij Foutcontrole op Nu controleren.

Diskettedrive kan een diskette niet lezen.

Oorzaak

Oplossing

 

 

U gebruikt het verkeerde type diskette voor de diskettedrive.

Controleer welk type drive u gebruikt en kies het juiste type

 

diskette.

 

 

U leest van de verkeerde schijfeenheid.

Controleer de schijfaanduiding in het pad.

 

 

Diskette is beschadigd.

Vervang de diskette door een nieuwe.

 

 

18 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen

NLWW

Tabel 2-3 Problemen met diskettes oplossen (vervolg)

Er wordt een bericht over een ongeldige systeemschijf weergegeven.

Oorzaak

Oplossing

 

 

De diskettedrive bevat een diskette die niet is voorzien van de

Wacht tot de diskettedrive niet meer actief is, verwijder de

systeembestanden die nodig zijn om de computer op te

diskette en druk vervolgens op de spatiebalk. De computer

starten.

start nu normaal op.

 

 

Er is een diskettefout opgetreden.

Start de computer opnieuw op door op de aan/uit-knop te

 

drukken.

 

 

Kan niet opstarten vanaf diskette.

 

 

 

Oorzaak

Oplossing

 

 

Diskette is geen opstartdiskette.

Vervang de diskette door een opstartdiskette.

Opstarten vanaf diskette is uitgeschakeld in Computerinstellingen.

1.Start Computer Setup en schakel opstarten vanaf diskette in bij Storage (Opslag) > Boot Order (Opstartvolgorde).

2.Start Computer Setup en schakel opstarten vanaf diskette in bij Storage (Opslag) > Storage Options (Opslagopties) > Removable Media Boot (Opstarten van verwisselbare media).

Opmerking Beide stappen moeten worden uitgevoerd, aangezien de functie Removable Media Boot (Opstarten van verwisselbare media) in Computer Setup (Computerinstellingen) voorrang heeft op de inschakelopdracht voor Boot Order (Opstartvolgorde).

Netwerkserverstand is ingeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen).

Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel Network Server Mode (Netwerkserverstand) uit bij Security (Beveiliging) > Password Options (Wachtwoordopties).

NLWW

Problemen met diskettes oplossen 19

Problemen met de vaste schijf oplossen

Tabel 2-4 Problemen met de vaste schijf oplossen

Er is een fout opgetreden bij gebruik van de vaste schijf.

Oorzaak

Oplossing

 

 

De vaste schijf heeft onbruikbare sectoren of is defect.

1.Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start, Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid. Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij Foutcontrole op Nu controleren.

2.Gebruik een hulpprogramma om onbruikbare sectoren op te sporen en te blokkeren. Formatteer indien nodig de vaste schijf.

Problemen met schijftransacties.

Oorzaak

Oplossing

 

 

De mapstructuur is niet goed of er is een probleem met een bestand.

Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start, Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid. Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij Foutcontrole op Nu controleren.

Schijfeenheid niet gevonden.

Oorzaak

Oplossing

 

 

De kabel zit los.

Controleer de aansluitingen.

 

 

Het systeem heeft een zojuist geïnstalleerde schijfeenheid niet

Raadpleeg het gedeelte Problemen bij de installatie van

automatisch herkend.

hardware oplossen voor aanwijzingen voor het configureren.

 

Als de nieuwe schijfeenheid nog steeds niet wordt herkend,

 

controleert u of de schijfeenheid wordt genoemd in Computer

 

Setup (Computerinstellingen). Als de schijfeenheid hier wordt

 

genoemd, wordt het probleem waarschijnlijk door een

 

stuurprogramma veroorzaakt. Als de schijfeenheid niet wordt

 

genoemd, wordt het probleem waarschijnlijk door de hardware

 

veroorzaakt.

 

Als het een zojuist geïnstalleerde schijfeenheid betreft, voert u

 

het hulpprogramma Computer Setup uit en voegt u een POST-

 

vertraging toe bij Advanced (Geavanceerd) > Power-On

 

Options (Opstartopties).

 

 

Het apparaat is aangesloten op een SATA-poort die is

Start Computer Setup en zorg dat de SATA-poort van het

uitgeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen).

apparaat is ingeschakeld bij Storage (Opslag) > Storage

 

Options (Opslagopties).

 

 

Schijfeenheid reageert traag onmiddellijk na opstarten.

Start Computer Setup (Computerinstellingen) en verhoog de

 

POST-vertragingswaarde bij Advanced (Geavanceerd) >

 

Power-On Options (Opstartopties).

 

 

20 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen

NLWW

Loading...
+ 58 hidden pages