HP CM749A, Officejet Pro 8600 User guide [nl]

OFFICEJET PRO 8600
Gebruikersgids
HP Officejet Pro 8600 e-All­in-One serie
Gebruikersgids
Copyright informatie
© 2011 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en services is vastgelegd in de garantieverklaringen bij de betreffende producten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantiebepaling. HP kan niet aansprakelijk worden gehouden voor technische of redactionele fouten of omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows, Windows XP en Windows XP zijn in de V.S. gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-logo zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de printerdocumentatie hebt gelezen en begrepen.
2. Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht.
3. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt.
4. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of als u nat bent.
5. Zorg dat het product stevig op een stabiel oppervlak staat.
6. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan trappen of erover kan struikelen en waar het netsnoer niet kan worden beschadigd.
Een probleem oplossen als het
7. Zie product niet naar behoren werkt.
8. Dit product bevat geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan erkende onderhoudsmonteurs.
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De printersoftware is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht dankzij de toegankelijkheidsopties en -functie van het besturingssysteem. Bovendien zijn er ondersteunende technieken beschikbaar voor gebruikers met een visuele beperking, zoals schermlezers, braillelezers en spraakherkenningstechnologie. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen in de software en op het bedieningspaneel van de printer voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangegeven.
Mobiliteit
Gebruikers met een mobiliteitsbeperking kunnen de functies van de printersoftware uitvoeren door middel van toetscombinaties. De toegankelijkheidsopties van Windows zoals Plaktoetsen, Schakeltoetsen en Muistoetsen worden ook door de software ondersteund. De printerkleppen, knoppen, papierladen en papiergeleiders kunnen bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op accessibility.
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op www.apple.com/accessibility.
www.hp.com/

Inhoudsopgave

1 Aan de slag
Toegankelijkheid.......................................................................................................................10
Eco............................................................................................................................................11
De onderdelen van de printer kennen......................................................................................12
Vooraanzicht.......................................................................................................................12
Ruimte voor printerbenodigdheden....................................................................................13
Achteraanzicht....................................................................................................................13
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken.......................................................................14
Overzicht knoppen en lampjes...........................................................................................14
HP Officejet Pro 8600...................................................................................................14
HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium...................................15
Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel...................................................16
Printerinstellingen wijzigen.................................................................................................18
De modus selecteren....................................................................................................18
Printerinstellingen wijzigen...........................................................................................19
Het modelnummer van de printer vinden.................................................................................19
Afdrukmateriaal selecteren.......................................................................................................19
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren.................................................................20
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken............................................................21
Tips voor de keuze en het gebruik van media....................................................................22
Een origineel op de glasplaat leggen.......................................................................................23
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen..........................................23
Afdrukmateriaal plaatsen..........................................................................................................24
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen.........................................................25
Enveloppen plaatsen..........................................................................................................26
Kaarten en fotopapier plaatsen..........................................................................................27
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen..........................................................27
Een geheugenapparaat plaatsen.............................................................................................29
De accessoires installeren........................................................................................................30
De duplexeenheid installeren.............................................................................................30
Lade 2 installeren...............................................................................................................30
Lades configureren.............................................................................................................32
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma.....................................................33
Accessoires inschakelen (Windows)............................................................................33
Accessoires inschakelen (Mac OS X)...........................................................................33
Onderhoud van de printer.........................................................................................................34
De glasplaat van de scanner reinigen................................................................................34
De buitenkant reinigen .......................................................................................................35
De automatische documentinvoer reinigen........................................................................35
De printer uitschakelen.............................................................................................................36
1
2 Afdrukken
Documenten afdrukken............................................................................................................37
Documenten afdrukken (Windows)....................................................................................37
Documenten afdrukken (Mac OS X)...................................................................................38
Brochures afdrukken................................................................................................................38
Brochures afdrukken (Windows)........................................................................................39
Brochures afdrukken (Mac OS X).......................................................................................39
Afdrukken op enveloppen.........................................................................................................40
Afdrukken op enveloppen (Windows).................................................................................40
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)...............................................................................41
Foto's afdrukken.......................................................................................................................41
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows).........................................................................41
Foto´s afdrukken op fotopapier (Mac OS X).......................................................................42
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat ................................................................43
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat................................................................43
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X).....................44
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X).......................................................................44
Documenten zonder rand afdrukken........................................................................................45
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)................................................................45
Documenten zonder randen afdrukken (Mac OS X)..........................................................46
HP ePrint..................................................................................................................................46
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)...............................................................47
3 Scannen
Een origineel scannen..............................................................................................................49
Scannen naar een computer..............................................................................................50
Scannen naar een geheugenkaart.....................................................................................51
Scannen met Webscan............................................................................................................51
Documenten scannen als bewerkbare tekst.............................................................................52
Documenten scannen als bewerkbare tekst.......................................................................52
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst.................................53
4 HP Digital Solutions
Wat zijn HP Digital Solutions?..................................................................................................55
HP Direct digitaal archief....................................................................................................55
HP Digital Fax.....................................................................................................................55
Vereisten...................................................................................................................................56
Set up HP Digital Solutions......................................................................................................57
Set up HP Direct Digital Filing............................................................................................57
Scannen-naar-netwerkmap instellen............................................................................58
Scannen-naar-e-mail instellen......................................................................................59
Set up HP Digital Fax.........................................................................................................61
De HP Digital Solutions gebruiken...........................................................................................62
HP Scannen-naar-netwerkmap gebruiken.........................................................................62
Naar e-mail scannen gebruiken..........................................................................................62
HP Digital Fax gebruiken....................................................................................................62
5 Kopiëren
Documenten kopiëren..............................................................................................................64
Kopieerinstellingen wijzigen.....................................................................................................64
2
Inhoudsopgave
6Fax
Een fax verzenden....................................................................................................................66
Een standaardfax verzenden..............................................................................................66
Een standaardfax vanaf de computer verzenden...............................................................67
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon.............................................................68
Een fax verzenden met handsfree kiezen..........................................................................69
Een fax verzenden vanuit het geheugen............................................................................70
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen..................................................................70
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers..................................................................71
Fax verzenden in foutcorrectiemodus................................................................................71
Een fax ontvangen....................................................................................................................72
Een fax handmatig ontvangen............................................................................................72
Backup-faxontvangst instellen............................................................................................73
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken...............................................74
Een fax opvragen voor ontvangst.......................................................................................75
Faxen doorsturen naar een ander nummer........................................................................75
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen.............................................................76
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen.........................................76
Ongewenste faxnummers blokkeren..................................................................................76
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers..................................77
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers................................77
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken......................................................78
Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP Digital Fax (Faxen naar pc en
Faxen naar Mac).................................................................................................................78
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac......................................................79
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren...............................................................79
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen..................................79
Snelkiescodes installeren.........................................................................................................80
Snelkiesnummers instellen en wijzigen..............................................................................81
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen................................................................................82
Snelkiesnummers verwijderen............................................................................................82
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken..........................................................................82
Faxinstellingen wijzigen............................................................................................................83
Het faxkopschrift instellen...................................................................................................83
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)....................................................83
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen...............................................84
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen............................................84
Het kiessysteem instellen...................................................................................................85
Opties opnieuw kiezen instellen.........................................................................................85
De faxsnelheid instellen......................................................................................................86
Het faxgeluidsvolume instellen...........................................................................................87
Faxen en digitale telefoonservices...........................................................................................87
Fax over internetprotocol (FoIP)...............................................................................................87
3
Rapporten gebruiken................................................................................................................88
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken.....................................................................89
Foutrapporten voor faxen afdrukken..................................................................................89
Het faxlogboek afdrukken en bekijken................................................................................90
Het faxlogboek wissen........................................................................................................90
Druk de details van de laatste faxtransactie af...................................................................90
Een rapport beller-ID's afdrukken.......................................................................................91
De belgeschiedenis weergeven..........................................................................................91
7 Webservices
Wat zijn webservices?..............................................................................................................92
HP ePrint............................................................................................................................92
Printer Apps........................................................................................................................92
Webservices configureren........................................................................................................93
Webservices configureren via de printersoftware van HP..................................................93
Webservices configureren via het bedieningspaneel van de printer..................................94
Webservices configureren via de geïntegreerde webserver..............................................94
Werken met webservices..........................................................................................................94
HP ePrint............................................................................................................................94
Afdrukken met behulp van HP ePrint...........................................................................95
Het e-mailadres van de printer opzoeken.....................................................................95
HP ePrint uitschakelen.................................................................................................95
Printer Apps........................................................................................................................96
Printer Apps gebruiken.................................................................................................96
Printer Apps beheren....................................................................................................96
Printer Apps uitschakelen.............................................................................................96
Webservices verwijderen..........................................................................................................96
8 Werken met printcartridges
Informatie over printcartridges en de printkop..........................................................................97
De geschatte inktniveaus bekijken...........................................................................................98
Afdrukken met een of meer lege printcartridges.......................................................................98
Printcartridges vervangen.........................................................................................................99
Printerbenodigdheden bewaren.............................................................................................100
Gebruik informatieverzameling...............................................................................................101
9 Een probleem oplossen
HP-ondersteuning...................................................................................................................102
Elektronische ondersteuning krijgen.................................................................................103
Telefonische ondersteuning van HP.................................................................................103
Voordat u belt.............................................................................................................104
Periode voor telefonische ondersteuning...................................................................104
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning...................................................104
Na de periode van telefonische ondersteuning..........................................................105
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen...............................................106
4
Inhoudsopgave
Printerproblemen oplossen.....................................................................................................106
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld......................................................................107
Het uitlijnen is mislukt.......................................................................................................107
De printer reageert niet (drukt niet af)..............................................................................107
De printer drukt langzaam af............................................................................................108
De printer maakt onverwachte geluiden...........................................................................109
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt.................................................110
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten..........................................................110
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst..................................................................111
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen...........................................................................112
Problemen met de papierinvoer oplossen..............................................................................116
Problemen met het kopiëren oplossen ..................................................................................118
Er kwam geen kopie uit....................................................................................................118
Kopieën zijn blanco..........................................................................................................119
Documenten ontbreken of zijn vervaagd..........................................................................119
Het formaat is verkleind....................................................................................................119
Kopieerkwaliteit is slecht .................................................................................................120
Er verschijnen defecten in de kopieën..............................................................................120
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit............................................121
Papierconflict....................................................................................................................121
Scanproblemen oplossen.......................................................................................................121
Scanner reageerde niet....................................................................................................122
Scannen duurt te lang......................................................................................................122
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst....................................123
Tekst kan niet worden bewerkt.........................................................................................123
Er verschijnen foutmeldingen...........................................................................................124
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht...........................................................124
Er verschijnen defecten in de scans.................................................................................126
Faxproblemen oplossen.........................................................................................................126
De faxtest is mislukt..........................................................................................................127
Problemen met webservices en websites van HP oplossen..................................................141
Problemen met webservices van HP oplossen................................................................141
Problemen met websites van HP oplossen......................................................................142
HP Digital Solutions-problemen oplossen..............................................................................142
Problemen met HP Direct digitaal archief oplossen.........................................................143
Veelvoorkomende problemen.....................................................................................143
Kan niet scannen naar de netwerkmap......................................................................144
Scannen-naar-e-mail is niet mogelijk.........................................................................144
Dialoogvenster Delen is verschillend nadat u HP Digitaal archief (Windows) hebt
ingesteld.....................................................................................................................145
Problemen met HP Digital Fax oplossen..........................................................................145
Problemen met een geheugenapparaat oplossen..................................................................146
De printer kan de gegevens op het geheugenapparaat niet lezen...................................147
De printer kan foto's op het geheugenapparaat niet lezen...............................................147
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen.........................................................147
Algemene netwerkproblemen oplossen...........................................................................148
5
Problemen met draadloze verbindingen oplossen ................................................................148
Draadloze basisproblemen oplossen...............................................................................149
Stap 1 - Controleren of het draadloze (802.11) lampje brandt...................................149
Stap 2 - De componenten van het draadloze netwerk opnieuw opstarten.................149
Stap 3 - Test draadloos netwerk afdrukken................................................................149
Geavanceerde draadloze problemen oplossen................................................................149
Stap 1: Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk......................150
Stap 2: Controleer of de printer op uw netwerk is aangesloten..................................151
Stap 3: Controleren of de firewall-software de communicatie blokkeert.....................152
Stap 4: Controleer of de computer is ingeschakeld en gereed is...............................153
Stap 5: Controleren of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)......................................154
Stap 6: Controleer of uw computer niet is verbonden met uw netwerk via een
virtueel privé-netwerk (VPN).......................................................................................154
Wanneer de problemen zijn opgelost...............................................................................155
Direct draadloos afdrukken...............................................................................................155
Direct draadloos afdrukken inschakelen.....................................................................155
Afdrukken via Direct draadloos afdrukken..................................................................156
De printer bijwerken..........................................................................................................156
Firewallsoftware configureren om te werken met de printer...................................................156
Problemen met het printerbeheer oplossen...........................................................................157
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend...................................................158
Installatieproblemen oplossen................................................................................................159
Suggesties voor hardware-installatie................................................................................159
Suggesties voor de installatie van de HP-software..........................................................159
Netwerkproblemen oplossen............................................................................................160
Het printerstatusrapport begrijpen..........................................................................................161
Onderhoud aan de printkop....................................................................................................162
reinig de printkop..............................................................................................................162
Printkop uitlijnen...............................................................................................................163
De printkop opnieuw plaatsen..........................................................................................164
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen................................................................................165
Storingen verhelpen...............................................................................................................168
Papierstoringen verhelpen................................................................................................168
Papierstoringen voorkomen..............................................................................................171
A Technische informatie
Informatie over de garantie.....................................................................................................173
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard...........................................................174
Inktpatroon garantieinformatie..........................................................................................175
6
Inhoudsopgave
Printerspecificaties.................................................................................................................176
Fysieke specificaties.........................................................................................................176
Productkenmerken en -mogelijkheden.............................................................................176
Specificaties processor en geheugen...............................................................................177
Systeemvereisten.............................................................................................................177
Netwerkprotocolspecificaties............................................................................................178
Specificaties van de geïntegreerde webserver.................................................................178
Mediaspecificaties............................................................................................................178
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal............................179
Minimummarges instellen...........................................................................................182
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken......................................................................183
Afdrukspecificaties............................................................................................................183
Kopieerspecificaties..........................................................................................................183
Faxspecificaties................................................................................................................184
Scanspecificaties..............................................................................................................184
Specificaties van webservices en website van HP...........................................................184
Specificaties van webservices....................................................................................184
Specificaties voor de website van HP........................................................................185
Omgevingsspecificaties....................................................................................................185
Elektrische specificaties...................................................................................................185
Geluidsspecificaties..........................................................................................................185
Specificaties voor een geheugenapparaat.......................................................................186
Geheugenkaartspecificaties.......................................................................................186
USB-flashstations.......................................................................................................186
Wettelijk verplichte informatie.................................................................................................187
FCC-verklaring..................................................................................................................188
Kennisgeving voor gebruikers in Korea............................................................................188
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan.................................189
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan.....................................................189
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland.........................................................189
Bericht voor de Europese Unie.........................................................................................189
Verklaring over de indicatielampjes..................................................................................190
Glans van de behuizing van randapparatuur voor Duitsland............................................190
Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen..........191
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk...................................192
Kennisgeving voor gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk........................................192
Australische verklaring over vaste faxen..........................................................................192
Wettelijke informatie inzake draadloze producten............................................................193
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties......................................................193
Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië....................................................................193
Kennisgeving voor gebruikers in Canada...................................................................193
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan....................................................................193
Wettelijk verplicht modelnummer......................................................................................194
7
Programma voor milieubehoud..............................................................................................195
Papiergebruik...................................................................................................................195
Kunststof...........................................................................................................................195
Veiligheidsinformatiebladen..............................................................................................195
Kringloopprogramma........................................................................................................195
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen..............................................................195
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie..................................................................................................................196
Stroomverbruik.................................................................................................................197
Chemische stoffen............................................................................................................197
Batterij-informatie..............................................................................................................197
Afvoer van batterijen in Taiwan..................................................................................197
Gebruikers in Californië let op....................................................................................197
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China)......................................................................198
RoHS-kennisgevingen (alleen voor Oekraïne).................................................................198
Licenties van derden..............................................................................................................199
B HP-benodigdheden en accessoires
Afdrukbenodigdheden online bestellen..................................................................................208
Benodigdheden......................................................................................................................208
Inktpatronen en printkoppen.............................................................................................208
HP-afdrukmateriaal...........................................................................................................209
C Bijkomende faxinstallatie
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)........................................................................210
De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor............................................211
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)......................214
Situatie B: De printer configureren voor DSL...................................................................214
Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn.......216
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn...........................................216
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn...............................................................................218
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail.......................................................219
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen
gespreksoproepen binnen)...............................................................................................220
De printer installeren met een computermodem voor inbellen...................................221
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem......................................222
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem.............223
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen.................................223
Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem...................................225
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat..............................227
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem en een antwoordapparaat.....................................................................228
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor
inbellen en een antwoordapparaat.............................................................................228
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en
een antwoordapparaat................................................................................................231
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
voor inbellen en voicemail................................................................................................232
Seriële faxinstallatie................................................................................................................234
Installatie testfax.....................................................................................................................235
8
Inhoudsopgave
D Netwerkinstallatie
Basisnetwerkinstellingen wijzigen..........................................................................................236
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken..................................................................236
De draadloze radio in- en uitschakelen ...........................................................................236
Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen...........................................................................236
De verbindingssnelheid instellen......................................................................................237
IP-instellingen bekijken.....................................................................................................237
IP-instellingen wijzigen.....................................................................................................237
De firewallinstellingen van de printer configureren...........................................................237
Firewallregels maken en gebruiken............................................................................238
De netwerkinstellingen herstellen.....................................................................................239
De printer instellen voor draadloze communicatie..................................................................239
Voorbereiding...................................................................................................................240
Printer op uw draadloze netwerk configureren.................................................................240
Printer configureren via de printersoftware van HP....................................................240
Printer configureren via de wizard Draadloos instellen..............................................241
Printer configureren via WPS (Wi-Fi Protected Setup)...............................................241
Printer configureren via de geïntegreerde webserver (EWS).....................................242
Wijzig het type verbinding.................................................................................................242
De draadloze verbinding testen........................................................................................243
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk.....................243
Overzicht van beveiligingsinstellingen........................................................................243
Hardwareadressen aan een draadloze router toevoegen (MAC-filter).......................244
Overige richtlijnen voor draadloze beveiliging............................................................244
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk ........................245
Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw..............................................245
Windows...........................................................................................................................245
Mac OS X.........................................................................................................................246
E Hulpprogramma's printerbeheer
Werkset (Windows).................................................................................................................247
HP-hulpprogramma (Mac OS X).............................................................................................247
Geïntegreerde webserver.......................................................................................................247
Over cookies.....................................................................................................................248
De ingebouwde webserver openen..................................................................................248
Index............................................................................................................................................258
9

1 Aan de slag

In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.

Toegankelijkheid

Eco De onderdelen van de printer kennen
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Het modelnummer van de printer vinden
Afdrukmateriaal selecteren Een origineel op de glasplaat leggen
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen Afdrukmateriaal plaatsen
Een geheugenapparaat plaatsen
De accessoires installeren Onderhoud van de printer
De printer uitschakelen
Opmerking Indien u de printer gebruikt met een computer onder Windows XP Starter Edition, Windows Vista Starter Edition of Windows 7 Starter Edition, zijn bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar. Zie informatie.
Systeemvereisten voor meer
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De software van HP die bij de printer wordt geleverd, is toegankelijk voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht via de toegankelijkheidsopties en ϣfuncties van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de meeste technologische hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en spraakϣnaarϣtekstϣtoepassingen. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen in de HP-software en op het bedieningspaneel van de printer voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software worden uitgevoerd via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de toegankelijkheidsopties van Windows zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en MouseKeys. De printerkleppen, knoppen, papierladen en papiergeleiders kunnen bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
10 Aan de slag
Eco
Meer informatie over de toegankelijkheid van deze printer en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op accessibility.
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op hergebruik. Zie
HP zet zich ervoor in om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen. HP biedt deze functies om u te helpen letten op manieren waarop u de effecten van uw afdrukkeuzes kunt evalueren en beperken.
Ga naar de milieu-initiatieven van HP.
Energiebeheer
Ga als volgt te werk om elektriciteit te besparen:
Schakel de slaapstandfunctie van de printer in en selecteer de optie met de kortste
Gebruik de printerfunctie Planning Aan/Uit en selecteer de dagen en tijden waarop
Kies een diminstelling om de helderheid van het scherm aan te passen. Om deze
www.apple.com/accessibility.
Programma voor milieubehoud voor meer informatie.
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/ voor meer informatie over
wachttijd. Als de printer tijdens de duur van deze wachttijd niet is gebruikt, treedt de stroombesparingsstand in werking. Om deze functie te configureren, raakt u de
(Eco-knop) op het bedieningspaneel van de printer aan. Raak daarna
Slaapstand aan en daarna de gewenste optie.
u de printer automatisch wilt in- en uitschakelen. U kunt bijvoorbeeld instellen dat de printer van maandag t/m vrijdag om 8 uur ´s morgens wordt ingeschakeld en om 8 uur ´s avonds wordt uitgeschakeld. Op deze manier bespaart u ´s nachts en tijdens het weekend energie. Om deze functie te configureren, raakt u de
(Eco-knop) op het bedieningspaneel van de printer aan. Raak daarna
Planning Aan/Uit aan en stel de tijd in voor het in- en uitschakelen van de printer.
functie te configureren, raakt u de van de printer aan. Raak daarna Schermhelderheid aan en selecteer de gewenste optie.
(Eco-knop) op het bedieningspaneel
www.hp.com/
Opmerking De printerfuncties Slaapstand en Planning Aan/Uit zijn tijdelijk niet beschikbaar bij één of meer ontbrekende inktcartridges. De functies zijn weer beschikbaar nadat u de inktcartridge opnieuw hebt geïnstalleerd.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als een of meer printcartridges ontbreken.
Printerbenodigdheden besparen
Eco 11
Hoofdstuk 1
Om te besparen op printerbenodigdheden zoals inkt en papier kunt u het volgende doen:
Kies een Concept-instelling als afdrukmodus. Bij concepten wordt minder inkt gebruikt.
Reinig de printkop alleen als dat echt nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van de printcartridges.
Verminder uw papiergebruik door dubbelzijdig af te drukken. Als de printer een HP­accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) heeft, raadpleegt u u eerst alleen de oneven genummerde pagina’s afdrukken, de pagina’s omdraaien en vervolgens alleen de even genummerde pagina’s afdrukken.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken). Zo niet, dan kunt

De onderdelen van de printer kennen

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vooraanzicht Ruimte voor printerbenodigdheden
Achteraanzicht

Vooraanzicht

12
1
2
3
5
4
1 Automatische documentinvoer (ADF)
2 Scannerglasplaat
3 Uitvoerlade
4 USB-poort (universele seriële bus) voorzijde
6
11
10
9
8
7
12 Aan de slag
(vervolg)
5 Geheugenkaartsleuven
6 Verlengstuk van uitvoerlade
7 Lade 1
8
9 Scherm van het bedieningspaneel (verschilt afhankelijk van het printermodel dat u bezit)
10 Bedieningspaneel (verschilt afhankelijk van het printermodel dat u bezit)
11 Documentinvoerlade
12 Breedtegeleiders
(Aan/uit-knop)

Ruimte voor printerbenodigdheden

1 Toegangsklep inktcartridge
2 Inktcartridges
3 Printkopvergrendeling
4 Printkop

Achteraanzicht

4
3
2
1
De onderdelen van de printer kennen 13
Hoofdstuk 1
1 Faxpoort (1-LINE)
2 Faxpoort (2-EXT)
3 Ethernet-netwerkpoort
4 USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan
5 Stroomaansluiting
6 Automatisch accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid)

Het bedieningspaneel van de printer gebruiken

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Overzicht knoppen en lampjes

Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel Printerinstellingen wijzigen
Overzicht knoppen en lampjes
In de volgende diagrammen en de bijbehorende tabellen vindt u een korte beschrijving van de functies op het bedieningspaneel voor elk printermodel. Zie van de printer vinden voor meer informatie.
Het modelnummer
HP Officejet Pro 8600
1 32 4
9
8
67 5
Label Naam en beschrijving
1 Knop Beginscherm: brengt u vanuit elk ander scherm terug naar het beginscherm.
2 Display bedieningspaneel: raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Zie
3 Knop Help: hiermee wordt het helpmenu geopend.
Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel voor meer informatie over de pictogrammen die op het scherm worden weergegeven.
14 Aan de slag
(vervolg)
Label Naam en beschrijving
4 Toetsenblok: gebruik het toetsenblok om getallen en tekst in te geven.
5 Pictogram Draadloze verbinding: Het pictogram brandt als de functie voor draadloze
6 Knop Annuleren: : hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of sluit u de instellingen af.
7 Rechter pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
8 Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
9 Linker pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
verbinding 802.11 is ingeschakeld.
HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium
1 2
43
8 5
7 6
Label Naam en beschrijving
1 Pictogram Draadloze verbinding: Het pictogram brandt als de functie voor draadloze
2 Knop Beginscherm: brengt u vanuit elk ander scherm terug naar het beginscherm.
3 Display bedieningspaneel: raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Zie
4 Knop Help: hiermee wordt het helpmenu geopend.
5 Knop Pijl naar rechts: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
6 Knop Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of sluit u instellingen af.
7 Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
8 Knop Pijl naar links: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
verbinding 802.11 is ingeschakeld.
Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel voor meer informatie over de pictogrammen die op het scherm worden weergegeven.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 15
Hoofdstuk 1

Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel

Pictogram Doel
Dit pictogram geeft aan dat een vaste netwerkverbinding bestaat.
Dit pictogram geeft aan dat een draadloze netwerkverbinding bestaat. De signaalsterkte wordt aangegeven door het aantal kromme lijntjes. Dit is voor de infrastructuurmodus. Zie meer informatie.
Dit pictogram geeft aan dat ePrint is ingeschakeld. Zie HP ePrint voor meer informatie.
Hiermee opent u een scherm waar u kopieën kunt maken of andere opties kunt selecteren.
De printer instellen voor draadloze communicatie voor
16 Aan de slag
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om een fax te maken of faxinstellingen te kiezen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om te scannen of scaninstellingen te wijzigen.
(vervolg)
Pictogram Doel
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om met HP Apps te werken. Zie
Hiermee opent u een scherm waar u opties voor het afdrukken van foto's kunt aanpassen.
Hiermee geeft u het configuratiescherm weer dat u kunt gebruiken om rapporten te maken, faxinstellingen en onderhoudsinstellingen te wijzigen en toegang te krijgen tot het Help-scherm. Als u op het Help-scherm een onderwerp selecteert, wordt er op uw computerscherm een Help-venster geopend.
Hiermee geeft u het netwerkscherm weer dat u kunt gebruiken voor het selecteren van netwerkopties.
Printer Apps voor meer informatie.
HP Officejet Pro 8600 model
modellen HP Officejet Pro 8600 Plus en HP
Met dit pictogram geeft u meer informatie weer over de mogelijkheden van de printer.
Hiermee geeft u een scherm weer waarop informatie over de inktcartridges wordt weergegeven, waaronder de vulniveaus. Dit pictogram heeft een rode rand wanneer een inktcartridge aandacht vereist.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 17
Hoofdstuk 1 (vervolg)
Pictogram Doel
Officejet Pro 8600 Premium
Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak Automatisch beantwoorden aan om de functie in of uit te schakelen. Zie antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) voor meer informatie.
Hiermee opent u een scherm met informatie over printerfuncties waarmee u kunt bijdragen aan het behoud van natuurlijke hulpbronnen en de effecten van uw afdrukkeuzes kunt beperken.
Tip U kunt de instellingen van sommige functies ook vanuit dit scherm configureren.

Printerinstellingen wijzigen

Gebruik het bedieningspaneel om de modus en instellingen van de printer te wijzigen, rapporten af te drukken of hulp op te vragen voor de printer.
Tip Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de printerinstellingen ook wijzigen met HP-softwarehulpprogramma's op de computer, zoals de HP­printersoftware, het HP-hulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver (EWS). Zie deze hulpprogramma's.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De modus selecteren
Printerinstellingen wijzigen
Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van
De
De modus selecteren
Het hoofdmenu van het scherm van het bedieningspaneel geeft de beschikbare modi voor de printer weer.
Opmerking Raak de (linkerpijl) of de (rechterpijl:) aan om de beschikbare modi te bekijken en raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren. Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de taak te voltooien. Het scherm van het bedieningspaneel keert terug naar het hoofdmenu wanneer de taak is voltooid.
18 Aan de slag
Een andere modus selecteren
Raak de knop
(linkerpijl) of de (rechterpijl:) aan om door de beschikbare modi te bladeren en
raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren.
De instellingen van een modus wijzigen
1. Nadat u een modus hebt geselecteerd, raakt u de pijltoetsen aan om de
beschikbare instellingen te doorlopen. Vervolgens raakt u de instelling aan die u wilt wijzigen.
2. Volg de opdrachten op het scherm om de instellingen te wijzigen en raak dan Gereed aan.
Opmerking Raak de knop (knop Terug) aan om terug te keren naar het vorige
menu.
Printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar zijn in het menu Instellingen:
1. Raak eerst de
2. Raak de pijltjestoetsen aan om door de menu's te bladeren.
3. Raak de menu-items aan om menu's of opties te selecteren.
Opmerking Raak de knop (knop Terug) aan om terug te keren naar het vorige
menu.
(knop Terug) aan om terug te keren naar het hoofdmenu. Raak de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.

Het modelnummer van de printer vinden

Naast de modelnaam die op de voorkant van de printer verschijnt, heeft deze printer een specifiek modelnummer. U kunt dit nummer gebruiken als u contact opneemt met de klantenservice en om te bepalen welke benodigdheden en accessoires er beschikbaar zijn voor uw product.
Het modelnummer staat op een label aan de binnenkant van de toegangsklep voor inktcartridges, in de buurt van de inktcartridges.

Afdrukmateriaal selecteren

De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste
Afdrukmateriaal selecteren 19
Hoofdstuk 1
afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op www.hp.com voor meer informatie over HP-afdrukmateriaal.
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren

Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Tips voor de keuze en het gebruik van media
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Brochurepapier
HP Professioneel papier
HP Premium Presentatiepapier
HP Professioneel papier
HP Helderwit inkjetpapier
HP-afdrukpapier HP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
HP Office Paper HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
HP Office Gerecycled papier
Papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is de ideale keuze voor de productie van marketingmateriaal van professionele kwaliteit, zoals brochures en mailings, en voor zakelijke illustraties op de omslagen van bedrijfsrapporten en kalenders.
Dit zware papier met aan beide zijden een mat gecoate laag is perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven. Ze zijn heavyweight en bieden daardoor een indrukwekkende hoogwaardige uitstraling.
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en folders. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en levendiger kleuren.
Hiermee maakt u documenten die er veel professioneler uitzien dan documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en levendiger kleuren.
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse documenten. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLok­technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren.
20 Aan de slag
(vervolg)
HP Premium Plus fotopapier
HP Advanced fotopapier
HP Everyday Fotopapier
HP Iron-On Transfers HP Opstrijkpatronen (voor gekleurd textiel of voor lichtgekleurd of wit
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi­glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch and 10x15 cm. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
textiel) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen T-shirts met uw digitale foto's.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.

Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken

Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP premium plus fotopapier
HP Advanced fotopapier
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10x15 cm (4x6 inch), 13x18 cm (5x7 inch), en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Afdrukmateriaal selecteren 21
Hoofdstuk 1
(vervolg)
HP Everyday Fotopapier
HP Photo Value Packs: HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktcartridges van
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi­glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch en 10x15 cm. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP en HP Advanced Photo Papier bevatten waardoor u tijd bespaart en u niet meer hoeft na te denken over het afdrukken van betaalbare professionele foto's met uw HP-printer. Originele HP-inkt en HP Advanced Photo Papier zijn op elkaar afgestemd zodat de levensduur van uw foto's wordt verlengd en uw foto's, afdruk na afdruk, levendig zijn. Zeer geschikt voor het afdrukken van een vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.

Tips voor de keuze en het gebruik van media

Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie.
Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische documentinvoer (ADF).
Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst. Zie Afdrukmateriaal plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF. Zie origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te vermijden, moet u de volgende papiersoorten niet in de lades of de ADF plaatsen:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan  Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld  Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties  Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert  Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt  Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
Afdrukmateriaal plaatsen of Een
22 Aan de slag
Opmerking Om documenten met pagina's die niet conform deze richtlijnen
zijn te scannen, te kopiëren of te faxen, gebruikt u de glasplaat van de scanner.
Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie.
Zie

Een origineel op de glasplaat leggen

U kunt originelen van maximaal A4- of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te leggen.
Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep niet schoon zijn. Zie
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen.
1. Til de scannerklep op.
2. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag.
Tip Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij
het plaatsen van originelen.
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
3. Sluit de klep.

Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen

U kunt een enkelzijdig document met een enkele pagina of meerdere pagina's van A4­of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door het document in de automatische invoerlade te plaatsen.
Let op Geen foto's laden in de ADF; daarmee kunnen uw foto's beschadigd raken. Gebruik alleen media die door de printer worden ondersteund. Zie de keuze en het gebruik van media voor meer informatie.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen 23
Tips voor
Hoofdstuk 1
Opmerking Alleen enkelzijdige documenten van A4- of Letter-formaat kunnen worden gescand, gekopieerd of gefaxt met de ADF. De ADF ondersteunt geen dubbelzijdige documenten of andere papierformaten.
Opmerking Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina, werken niet wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de glasplaat leggen.
De documentinvoerlade kan, afhankelijk van het printermodel, maximaal 35 of 50 vellen standaardpapier van A4- of Letterformaat bevatten.
Een origineel in de documentinvoerlade plaatsen
Gebruik deze stappen om een document te plaatsen in de automatische invoerlade.
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoerlade.
Plaats de pagina's zodat de bovenkant van het document eerst wordt ingevoerd. Schuif het materiaal in de automatische documentinvoer totdat u een pieptoon hoort of een bericht op het scherm ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's zijn gedetecteerd.
Tip Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het laden
van originelen in de automatische documentinvoer.
2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand
van het medium komen.
Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van de printer optilt.

Afdrukmateriaal plaatsen

Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen Enveloppen plaatsen
24 Aan de slag
Kaarten en fotopapier plaatsen Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen

Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen

Media laden
Plaats afdrukmateriaal met een standaardformaat aan de hand van deze instructies.
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Afdrukmateriaal plaatsen 25
Hoofdstuk 1

Enveloppen plaatsen

Enveloppen plaatsen
Plaats een envelop volgens deze instructies.
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
2. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding.
Zorg ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de lade aangeeft.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
26 Aan de slag
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.

Kaarten en fotopapier plaatsen

Kaarten en fotopapier plaatsen
Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.

Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen

Afdrukmateriaal met aangepast formaat laden
Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies.
Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt ondersteund door de printer. Zie
Opmerking Plaats alleen standaardafdrukmateriaal in lade 2.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Afdrukmateriaal plaatsen 27
Hoofdstuk 1
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
28 Aan de slag

Een geheugenapparaat plaatsen

Als u een digitale camera hebt waarbij de foto's worden opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u deze geheugenkaart in de printer plaatsen en zo de foto's afdrukken of opslaan.
Let op Als u een geheugenkaart probeert te verwijderen terwijl deze wordt gelezen, kan dit de bestanden op de kaart beschadigen. U kunt een kaart alleen veilig verwijderen als het fotolampje niet knippert. Plaats bovendien nooit meer dan één geheugenkaart tegelijk omdat ook hierdoor de bestanden op de kaarten kunnen worden beschadigd.
Opmerking De printer ondersteunt geen gecodeerde geheugenkaarten.
Zie Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer informatie over de ondersteunde geheugenkaarten.
Een geheugenkaart plaatsen
Volg deze stappen om de geheugenkaart in de printer te plaatsen.
1. Houd de geheugenkaart met het etiket naar boven en de contactpunten in de richting van de printer.
2. Plaats de geheugenkaart in de desbetreffende kaartsleuf.
Opmerking U kunt niet meer dan een geheugenkaart in de printer plaatsen.
Een opslagapparaat aansluiten
1. Als u een digitale camera aansluit, moet u de USB-modus van de camera
veranderen in de opslagmodus en vervolgens één uiteinde van de USB-kabel op de camera aansluiten.
Opmerking Verschillende camera's gebruiken verschillende termen voor de opslagmodus. Sommige camera's hebben bijvoorbeeld een instelling digitale camera en een instelling schijfstation. In dat geval is de instelling schijfstation de instelling voor de opslagmodus. Als opslagmodus niet functioneert voor uw camera, dient u de firmware van de camera misschien bij te werken. Zie de bij de camera geleverde documentatie voor meer informatie.
2. Sluit het USB-opslagapparaat of het andere uiteinde van de USB-kabel van de camera aan op de USB-poort van de printer.
Opmerking Als uw USB-apparaat vanwege zijn afmetingen niet in de poort past of als de connector op het apparaat kleiner is dan 11 millimeter (0,43 inch), moet u een USB-verlengkabel kopen om het apparaat met die poort te kunnen gebruiken.
Geheugenkaartspecificaties voor meer informatie over ondersteunde USB-
Zie apparaten.
Een geheugenapparaat plaatsen 29
Hoofdstuk 1

De accessoires installeren

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

De duplexeenheid installeren

Lade 2 installeren

Lades configureren Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma
De duplexeenheid installeren
U kunt automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken. Zie Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor informatie over het gebruik van de duplexeenheid.
U installeert u de duplexeenheid als volgt:
Schuif de duplexeenheid in de achterzijde van de printer totdat de eenheid vastklikt. Druk bij de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid, maar gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.
Lade 2 installeren
Opmerking Deze functie is beschikbaar voor sommige modellen van de printer.
Lade 2 kan maximaal 250 vellen normaal papier bevatten. Zie HP-benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie.
Lade 2 installeren als volgt.
1. Pak de lade uit, verwijder verpakkingstape en -materiaal en breng de lade naar de
voorbereide locatie. Het oppervlak moet stevig en vlak zijn.
2. Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los.
30 Aan de slag
3. Plaats de printer boven op de lade.
Let op Plaats uw vingers en handen niet aan de onderzijde van de printer.
4. Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan.
5. Activeer lade 2 in het printerstuurprogramma. Zie
Accessoires inschakelen in het
printerstuurprogramma voor meer informatie.
Lade 2 vullen
1. Pak de lade onder aan de voorkant vast en trek de lade uit de printer.
2. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade.
Controleer of de stapel papier overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking In lade 2 kan uitsluitend normaal papier worden geladen.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst.
De accessoires installeren 31
Hoofdstuk 1
4. Plaats de lade voorzichtig terug.
5. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.

Lades configureren

Opmerking Lade 2 is een facultatieve accessoire. Zie Afdrukbenodigdheden
online bestellen voor bestelinformatie.
Om de lades te configureren, moet lade 2 geïnstalleerd en ingeschakeld zijn.
Het afdrukmateriaal wordt standaard uit Papierlade 1 ingevoerd. Als Papierlade 1 leeg is, wordt het afdrukmateriaal uit Papierlade 2 gehaald (indien geïnstalleerd en voorzien van afdrukmateriaal). Met de volgende functies kunt u deze standaardwerking wijzigen:
Ladevergrendeling: hiermee kunt u voorkomen dat speciaal afdrukmateriaal,
zoals afdrukmateriaal met een briefhoofd en voorbedrukt papier, per ongeluk wordt gebruikt. Als het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken opraakt, wordt geen materiaal uit een vergrendelde lade gebruikt om de afdruktaak te voltooien.
Standaardlade: Met deze functie kunt u bepalen welke lade als eerste wordt
gebruikt.
Opmerking Als u de ladevergrendeling en standaard lade-instellingen wilt gebruiken, moet u de optie voor automatische ladeselectie selecteren in de printersoftware. Als de printer is aangesloten op een netwerk en u een standaardlade instelt, geldt deze instelling voor alle gebruikers van de printer.
Lade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
32 Aan de slag
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende manieren waarop u de papierlades kunt gebruiken.
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
In beide lades hetzelfde afdrukmateriaal plaatsen en de printer laten overschakelen naar de tweede lade als de eerste leeg is.
Zowel speciaal afdrukmateriaal (zoals transparanten of briefpapier) als gewoon papier in de lades plaatsen.
Afdrukmateriaal in beide lades plaatsen maar de printer eerst afdrukmateriaal laten halen uit een specifieke lade.
Plaats het afdrukmateriaal in lade 1 en
lade 2. Zie meer informatie.
Controleer of de ladevergrendeling is
uitgeschakeld.
Plaats speciaal afdrukmateriaal in lade 1
en gewoon papier in lade 2. Controleer of lade 2 de standaardlade is.
Controleer of de ladevergrendeling is
ingesteld voor lade 1.
Plaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade 2.
Controleer of de juiste lade als
standaardlade is ingesteld.
De lades configureren
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Raak achtereenvolgens de
(rechterpijl:) aan, Configuratie en Voorkeuren, en
selecteer vervolgens Standaardlade of Ladevergrendeling.
3. Klik na het veranderen van de gewenste lade-instellingen op OK of Toepassen.

Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma

Accessoires inschakelen (Windows)
Accessoires inschakelen (Mac OS X)
Afdrukmateriaal plaatsen voor
Accessoires inschakelen (Windows)
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
-of­Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op het accessoire dat u wilt inschakelen, klik in het vervolgmenu op Geïnstalleerd en klik vervolgens op OK.
Accessoires inschakelen (Mac OS X)
Mac OS X schakelt in het printerstuurprogramma automatisch alle accessoires in wanneer u de printersoftware installeert. Neem de volgende stappen als u later een nieuw accessoire toevoegt:
1. Open deSysteemvoorkeuren en selecteer Afdrukken en faxen.
2. Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op Opties en benodigdheden.
De accessoires installeren 33
Hoofdstuk 1
3. Klik op het tabblad Driver.
4. Selecteer de opties die u wilt installeren en klik op OK.

Onderhoud van de printer

Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer optimaal blijft functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover nodig.

De glasplaat van de scanner reinigen

De buitenkant reinigen
De automatische documentinvoer reinigen
De glasplaat van de scanner reinigen
Opmerking Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de
scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën aan een bepaald paginaformaat.
De glasplaat van de scanner reinigen
1. Zet de printer uit. Zie
2. Til de scannerklep op.
De printer uitschakelen voor meer informatie.
34 Aan de slag
3. Reinig het glas en de glasstrip met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en pluisvrije doek.
Let op De glasplaat van de scanner alleen reinigen met een glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die kunnen de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan strepen achterlaten op de glasplaat.
Let op Het glasreinigingsmiddel niet rechtstreeks aanbrengen op de glasplaat. Als teveel glasreinigingsmiddel wordt aangebracht, kan dit onder de glasplaat lekken en de scanner beschadigen.
4. Sluit de scannerklep en zet de printer aan.

De buitenkant reinigen

Waarschuwing Voordat u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken
op de
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te verwijderen. De buitenkant van de printer hoeft niet te worden gereinigd. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het bedieningspaneel van de printer terechtkomen.
(Aan/uit-knop). Haal het netsnoer uit het stopcontact.

De automatische documentinvoer reinigen

Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
Onderhoud van de printer 35
Hoofdstuk 1
Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te kunnen, reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep.
De rollers of het scheidingskussen reinigen
1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader.
2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1).
Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3).
2
3
1 1
1 Klep van de automatische documentinvoer
2Rollen
3 Scheidingskussen
3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de
overtollige vloeistof uit de doek.
4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
Opmerking Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van
gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
5. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
2
3

De printer uitschakelen

Schakel de printer uit door op de (Aan/uit-knop) op het apparaat te drukken. Wacht tot het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
Let op Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als een of meer printcartridges ontbreken.
36 Aan de slag

2 Afdrukken

De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. Voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten, zie
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Afdrukmateriaal selecteren.

Documenten afdrukken

Brochures afdrukken
Afdrukken op enveloppen
Foto's afdrukken
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
Documenten afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.

Documenten afdrukken (Windows)

Documenten afdrukken (Mac OS X)
Opmerking Druk e-mailberichten en bijlagen af met behulp van de ePrint-functie van HP. Zie
Documenten afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
HP ePrint voor meer informatie.
Documenten zonder rand afdrukken
Afdrukken 37
Hoofdstuk 2
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

Documenten afdrukken (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien aanwezig).
6. Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in overeenstemming
met uw project.
Opmerking Indien u geen opties ziet, klikt u op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.

Brochures afdrukken

Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Brochures afdrukken (Windows)
Brochures afdrukken (Mac OS X)
Opmerking Druk e-mailberichten en bijlagen af met behulp van de ePrint-functie van HP. Zie
38 Afdrukken
HP ePrint voor meer informatie.

Brochures afdrukken (Windows)

Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd
om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie printerbeheer voor meer informatie over de HP-software.
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

Brochures afdrukken (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Hulpprogramma's
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
Papiersoort: de juiste soort brochurepapier
Kwaliteit:Normaal of Optimaal
Opmerking Indien u deze opties niet ziet, klikt u op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten.
Brochures afdrukken 39
Hoofdstuk 2

Afdrukken op enveloppen

Gebruik geen enveloppen met de volgende kenmerken:
zeer gladde afwerking
zelfklevende randen, sluitingen of vensters.
dik, onregelmatig of gekrulde hoeken
gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde gedeelten
Zorg ervoor dat de vouwen in de enveloppen die u in de printer plaatst, scherp zijn.
Opmerking Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.

Afdrukken op enveloppen (Windows)

Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
Afdrukken op enveloppen (Windows)
1. Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig op het tabblad Opmaak de afdrukstand naar Liggend.
6. Klik op Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens de juiste envelopsoort uit de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
7. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
40 Afdrukken
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt vinden.

Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)

1. Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Selecteer de optie Afdrukstand.
Opmerking Indien u deze opties niet ziet, klikt u op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.

Foto's afdrukken

Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen, waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows) Foto´s afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat
Opmerking Druk e-mailberichten en bijlagen af met behulp van de ePrint-functie van HP. Zie
HP ePrint voor meer informatie.

Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt u op de optie om het dialoogvenster Eigenschappen van de printer te openen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Selecteer op het tabblad Papier/kwaliteit in het vervolgmenu Afdrukmateriaal het
juiste type fotopapier.
Foto's afdrukken 41
Hoofdstuk 2
6. Klik op Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in het vervolgmenu Uitvoerkwaliteit.
7. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het vervolgmenu Grijswaarde en
selecteert u een van de volgende opties:
Hoge kwaliteit grijswaarde: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af
te drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
Alleen zwarte inkt: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in
grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
8. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

Foto´s afdrukken op fotopapier (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende instellingen:
Papiersoort: Het juiste type fotopapier
Kwaliteit:Optimaal of Maximum dpi
42 Afdrukken
Opmerking Indien u deze opties niet ziet, klikt u op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
7. Wijzig indien nodig de opties voor foto's en kleuren: a. Klik op het driehoekje naast Kleurenopties en selecteer de juiste opties onder
Foto herstellen:
Uit: geen automatisch aanpassingen aan de afbeelding.
Normaal: de afbeelding wordt automatisch scherpgesteld; de scherpte van
de afbeelding wordt enigszins aangepast.
b. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op Grijswaarde in het
vervolgkeuzemenu Kleur en selecteert u vervolgens een van de volgende opties:
Hoge kwaliteit: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te
drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
Alleen zwarte printcartridge: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te
drukken in grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten.

Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat

U kunt bovendien een USB-opslagapparaat (zoals een geheugenpen of draagbare vaste schijf) aansluiten op de USB-poort aan de achterkant van de printer.
Zie
Een geheugenapparaat plaatsen voor meer informatie over het gebruik van
geheugenapparaten.
Let op Als u een geheugenapparaat probeert te verwijderen terwijl de printer bezig is met het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op het apparaat beschadigd raken. U kunt een geheugenkaart alleen veilig verwijderen als het statuslampje niet knippert.
Geselecteerde foto's afdrukken
Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar als het geheugenapparaat geen
DPOF-inhoud bevat.
1. Plaats het geheugenapparaat in de juiste sleuf van de printer. Op het scherm van het bedieningspaneel verschijnt het fotoscherm.
2. Raak Weergeven & afdrukken aan. De foto's worden weergegeven.
3. Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel voor het selecteren, bewerken en
afdrukken van de foto's.

Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat

Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het papierformaat in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op een aangepast papierformaat.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat 43
Hoofdstuk 2
Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Zie
Opmerking Speciale papierformaten definiëren vanuit de beeldbewerkingssoftware van HP is alleen beschikbaar op Mac OS X.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.

Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)

Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)

Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Opmerking Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het
aangepaste formaat instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie voor instructies
1. Laad het juiste papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Selecteer een papierformaat: a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papierverwerking.
7. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik in het programma van waaruit u wilt afdrukken in het menu Bestand op Pagina-instelling en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in
het pop-upmenu Formaat voor.
-of­Klik in het programma van waaruit u wilt afdrukken in het menu Bestand op
Afdrukken en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd.
44 Afdrukken
3. Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu Papierformaat.
Opmerking Indien u deze opties niet ziet in het dialoogvenster Afdrukken, klikt u op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
4. Klik op het +-teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos en typ een naam
voor het nieuwe aangepaste formaat.
5. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges
in, indien u die wilt aanpassen.
6. Klik op OK.

Documenten zonder rand afdrukken

Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Opmerking U kunt geen document zonder rand afdrukken als de papiersoort is ingesteld op Normaal papier.
Opmerking Open voordat u een document zonder rand afdrukt het bestand in een softwaretoepassing en geef het formaat van de afbeelding op. Zorg ervoor dat het formaat overeenkomt met het papierformaat waarop u de afbeelding afdrukt.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten zonder rand afdrukken (Windows) Documenten zonder randen afdrukken (Mac OS X)

Documenten zonder rand afdrukken (Windows)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en klik vervolgens op de knop Geavanceerd.
6. Klik in de optie Afdrukken zonder rand op Afdrukken zonder rand en klik vervolgens op OK.
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal de juiste papiersoort.
8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten zonder rand afdrukken 45
Hoofdstuk 2

Documenten zonder randen afdrukken (Mac OS X)

1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat zonder rand: a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer een papierformaat zonder rand in het pop-upmenu Papierformaat en
klik vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
Papiersoort: De juiste papiersoort
Kwaliteit:Optimaal of Maximum dpi
Opmerking Indien u deze opties niet ziet, klikt u op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
7. Zorg dat het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
8. Klik indien nodig op het driehoekje naast Kleurenopties en selecteer de juiste
opties onder Foto herstellen:
Uit: geen automatisch aanpassingen aan de afbeelding.
Normaal: de afbeelding wordt automatisch scherp gesteld; de scherpte van de
afbeelding wordt enigszins aangepast.
9. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten.

HP ePrint

Met HP ePrint kunt u overal en op elk gewenst moment afdrukken vanaf mobiele apparaten met een e-mailverbinding zoals mobiele telefoons en netbooks, andere mobiele apparaten of traditionele desktops met een e-mailclient. Met de service van uw mobiele apparaat en de webdiensten van de printer kunt u documenten afdrukken op een printer die naast u staat of die zich bijvoorbeeld duizend kilometer verderop bevindt.
Als u de HP ePrint-service wilt gebruiken, hebt u het volgende nodig:
Een printer waarop HP ePrint is ingeschakeld en die is verbonden met internet (via
Een apparaat waarmee e-mailberichten kunnen worden verstuurd en ontvangen
Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel van de printer om de webservices van de printer in te schakelen en te configureren. Zie meer informatie.
46 Afdrukken
een Ethernet-kabel of een draadloze verbinding)
www.hp.com/go/ePrintCenter voor

Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)

U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op een vel afdrukmateriaal met het HP­accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid).
Opmerking Voor dubbelzijdig afdrukken moet een HP-accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn geïnstalleerd.
Tip U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven genummerde pagina’s af te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de even genummerde pagina’s af te drukken.
Dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct wordt geplaatst. Zie
installeren voor meer informatie.
3. Zorg dat het document is geopend, klik op Afdrukken in het menu Bestand en selecteer vervolgens onder de opties voor Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad
Indeling de optie Over lange zijde omslaan of de optie Over korte zijde omslaan.
4. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
5. Druk het document af.
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct wordt geplaatst. Zie installeren voor meer informatie.
3. Selecteer een papierformaat: a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
De duplexeenheid
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
De duplexeenheid
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 4.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
4. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
5. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
6. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien aanwezig).
Opmerking Mogelijk moet u de papierformaatoptie Marges voor dubbelzijdig afdrukken selecteren.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) 47
Hoofdstuk 2
7. Klik in het pop-upmenu Dubbelzijdig afdrukken op Afdrukken op beide zijden,
en klik op de juiste bindopties voor het document.
-of­Klik op het pop-upmenu Lay-out en selecteer de juiste bindopties voor het
document in het pop-upmenu Afdrukken op beide zijden.
Opmerking Indien u geen opties ziet, klikt u op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
48 Afdrukken

3 Scannen

U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer documenten, foto's en andere originelen scannen en deze naar verschillende bestemmingen verzenden, zoals een map op een computer. U kunt deze originelen ook scannen met de HP-software die bij de printer is geleverd en TWAIN-compatibele of WIA-compatibele programma's op een computer.
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Opmerking De HP-scansoftware biedt geen ondersteuning voor scannen via TWAIN en WIA op computers die werken met MAC OS X.
Opmerking Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de HP­software hebt geïnstalleerd.
Tip Zie Scanproblemen oplossen als u problemen hebt met het scannen van documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Een origineel scannen

Scannen met Webscan Documenten scannen als bewerkbare tekst
Een origineel scannen
Opmerking Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Opmerking Indien u een origineel scant vanuit het bedieningspaneel van de
printer of vanuit uw computer met de HP-printersoftware, dan moet de HP-software die bij de printer is geleverd ook op uw computer zijn geïnstalleerd en werken voordat u scant.
Opmerking Als u een origineel scant zonder randen, plaats dan het origineel op de glasplaat van de scanner, niet in de ADF-invoerlade.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Scannen naar een computer
• Scannen naar een geheugenkaart
Scannen 49
Hoofdstuk 3

Scannen naar een computer

Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de printer
Opmerking Als u een Windows-computer gebruikt, klikt u vanuit het bureaublad
van de computer op Start. Selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer de optie voor uw HP-printer. Dubbelklik op Scantaken, dubbelklik op Scannen naar computer en klik vervolgens op Inschakelen.
Gebruik deze stappen om vanuit het bedieningspaneel te scannen.
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en selecteer Computer.
3. Raak Documenttype aan om het documenttype te selecteren dat u wilt opslaan. Raak Resolutie aan om de instelling van de scanresolutie te wijzigen.
4. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5. Raak Scan starten aan.
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de HP-scansoftware op de computer:
Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens HP Scan.
Mac OS X: Dubbelklik op het pictogram HP scans 3. U vindt dit pictogram in de
map Hewlett-Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
3. Kies een snelkoppeling voor scannen. Wijzig indien nodig de scaninstellingen.
4. Klik op Scannen om het scannen te starten.
50 Scannen
Opmerking Raadpleeg de online-Help die bij de scansoftware is geleverd, voor meer informatie.
Opmerking U kunt de HP-software gebruiken om documenten te scannen als bewerkbare tekst, zodat u in het gescande document tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Met deze indeling kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken. Zie
Documenten scannen als bewerkbare tekst
voor meer informatie.

Scannen naar een geheugenkaart

U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer rechtstreeks naar een geheugenkaart scannen zonder een computer of de HP-software die bij de printer is geleverd, te gebruiken.
Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van de printer
Gebruik deze stappen om een origineel naar een geheugenkaart te scannen.
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Zie documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Een geheugenkaart plaatsen. Zie
informatie.
3. Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat.
4. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5. Raak Scan starten aan.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Zie tekst voor meer informatie.

Scannen met Webscan

Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser. Deze functie is beschikbaar ook al is er op uw computer geen printersoftware geïnstalleerd.
Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Een geheugenapparaat plaatsen voor meer
Documenten scannen als bewerkbare
Opmerking Als u Webscan niet kunt openen in de EWS, is deze optie wellicht uitgeschakeld door uw netwerkbeheerder. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of met de persoon die uw netwerk heeft ingesteld voor meer informatie.
Een scan maken met Webscan
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Zie documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de geïntegreerde webserver. Zie
informatie.
3. Klik op het tabblad Scannen, klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig eventueel de instellingen en klik vervolgens op Scannen starten.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software installeren die bij de printer is geleverd. Zie tekst voor meer informatie.
Geïntegreerde webserver voor meer
Documenten scannen als bewerkbare
Scannen met Webscan 51
Hoofdstuk 3

Documenten scannen als bewerkbare tekst

U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Documenten scannen als bewerkbare tekst

Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Zie documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens HP Scan.
3. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
4. Klik op Scannen en volg de aanwijzingen op het scherm om de scan te starten.
52 Scannen
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het originele document
Selecteer in de lijst de snelkoppeling Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en selecteer vervolgens Text (.txt) in het vervolgmenu Bestandstype.
Selecteer in de lijst de snelkoppeling Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en selecteer vervolgens Rich Text (.rtf) in het vervolgmenu Bestandstype.
of
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als PDF en selecteer vervolgens Doorzoekbare PDF (.pdf) in het vervolgmenu Bestandstype.
Mac OS X
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de map Hewlett­Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
3. Klik in het menu HP Scan op Voorkeuren.
4. Selecteer Documenten in het pop-upmenu Voorinstellingen.
5. Klik op Scannen om het scannen te starten.
6. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het originele document
Selecteer TXT in het pop-upmenu Indeling.
Selecteer RTF of PDF-doorzoekbaar in het pop-upmenu Indeling.
7. Klik op Bewaar.

Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst

Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat de software uw documenten goed kan converteren:
Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het ADI-venster schoon is. Wanneer u de printer gebruikt om documenten te scannen, worden vegen of stof
op de glasplaat of het ADI-venster mogelijk ook gescand waardoor de software het document niet meer goed kan converteren naar bewerkbare tekst.
Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst vanuit de ADI, moet het origineel in de ADI worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te
scannen tekst naar boven. Wanneer u scant vanaf de glasplaat van de scanner, moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst met de bovenrand naar de rechterkant van de glasplaat.
Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt. Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het
origineel duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit. De volgende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed kan converteren:
De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld.  De tekst is te klein.  De structuur van het document is te complex.
Een origineel op
Documenten scannen als bewerkbare tekst 53
Hoofdstuk 3
De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door
het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m".
De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de
voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
Kies het juiste profiel.
Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare tekst mogelijk is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale kwaliteit krijgt voor de OCR-scan. Gebruik in Windows de snelkoppelingen Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF. Gebruik in Mac OS X de voorinstelling Documenten.
Sla het bestand op met de juiste indeling.
Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het oorspronkelijke document over te nemen, selecteert u een indeling voor kale tekst (zoals Text (.txt) of TXT). Als u de tekst wilt ophalen inclusief enige opmaak uit het oorspronkelijke document, selecteert u Rich Text Format (bijvoorbeeld Rich Text
(.rtf) of RTF) of een doorzoekbare PDF-indeling (Doorzoekbaar PDF (.pdf) of PDF-doorzoekbaar).
54 Scannen

4 HP Digital Solutions

De printer omvat een verzameling digitale oplossingen die u kunnen helpen om uw werk te vereenvoudigen en te stroomlijnen. Deze digitale oplossingen omvatten het volgende:
HP Directe digitale overdracht (inclusief Scannen naar netwerkmap en Naar e-mail scannen)
HP Digitale fax (inclusief Fax verzenden naar netwerkmap en Fax verzenden naar e-mail)
Opmerking De functies Scannen naar e-mail en Fax verzenden naar e-mail worden alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Wat zijn HP Digital Solutions? Vereisten
Set up HP Digital Solutions
De HP Digital Solutions gebruiken

Wat zijn HP Digital Solutions?

HP Digital Solutions zijn hulpprogramma's die worden meegeleverd met deze printer en die u kunnen helpen om uw productiviteit op kantoor te verbeteren.

HP Direct digitaal archief

HP Directe digitale overdracht biedt krachtige scanmogelijkheden voor kantoor en ook belangrijke veelzijdige mogelijkheden voor het beheer van documenten voor meerdere gebruikers via een netwerk. Met HP Directe digitale overdracht kunt u gewoon naar uw printer lopen, een knop op het bedieningspaneel van de printer aanraken en documenten rechtstreeks naar een map op de computer scannen of snel delen met collega's in de vorm van e-mailbijlagen. En dat allemaal zonder dat u extra scansoftware hoeft te gebruiken.
Deze gescande documenten kunnen naar een gedeelde netwerkmap worden verzonden voor persoonlijke of groepstoegang, of naar een of meer e-mailadressen wanneer u ze snel wilt delen. Daarnaast kunt u ook specifieke scaninstellingen configureren voor elke scanbestemming waardoor u zeker bent dat de beste instellingen voor iedere specifieke taak worden gebruikt.

HP Digital Fax

Verlies nooit meer belangrijke faxberichten die u hebt misplaatst in een stapel papier!
Met HP Digitale fax kunt u binnenkomende zwart-witfaxen in een computermap in uw netwerk op de computer opslaan, zodat u gemakkelijk kunt delen en bewaren. Faxen kunnen ook worden doorgestuurd via e-mail, wat u de mogelijkheid biedt om ook als u niet op kantoor bent, op elke gewenste locatie belangrijke faxen te ontvangen.
HP Digital Solutions 55
Hoofdstuk 4
Daarenboven kunt u het afdrukken van faxen volledig uitschakelen — hiermee bespaart u geld op papier en inkt, en vermindert u ook het papierverbruik en -afval.

Vereisten

Zorg dat u het volgende bij de hand hebt voordat u HP Digital Solutions instelt:
Voor alle HP Digital Solutions
Een netwerkverbinding
De HP-software
De printer kan zijn verbonden via een draadloze verbinding of met een Ethernet­kabel.
Opmerking Als de printer is verbonden met een USB-kabel, kunt u documenten scannen naar een computer of scans als bijlagen aan een e­mailbericht koppelen met de HP-software. Zie informatie. U kunt faxen ontvangen op de computer met Faxen naar pc of Faxen naar Mac. Zie Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) voor meer informatie.
HP raadt u aan om HP Digital Solutions te configureren met behulp van de HP­software die bij de printer is geleverd.
Tip Als u HP Digital Solutions wilt configureren zonder de HP-software te installeren, kunt u de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP
Een origineel scannen voor meer
Voor Scannen naar netwerkmap, Fax naar netwerkmap
Een actieve netwerkverbinding. U moet zijn aangesloten op het netwerk.
Een bestaande, gedeelde Windows-map (SMB)
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over het zoeken van de computernaam.
Het netwerkadres voor de map
Op computers met Windows zijn netwerkadressen gewoonlijk in volgend formaat geschreven: \\mijnpc\gedeeldemap\
De naam van de computer waarin de map is opgenomen.
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over het zoeken van de computernaam.
De juiste bevoegdheden voor de gedeelde map
U moet over de schrijfrechten naar de map beschikken.
Een gebruikersnaam en wachtwoord voor de gedeelde map (indien nodig)
Bijvoorbeeld, de Windows of Mac OS X gebruikersnaam en het wachtwoord dat wordt gebruikt om zich aan te melden op het netwerk.
Opmerking HP Direct digitaal archief ondersteunt Active Directory niet.
Voor Scannen naar e-mail, Fax naar e-mail
56 HP Digital Solutions
Opmerking De functies Scannen naar e-mail en Fax verzenden naar e-mail worden alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
Een geldig e-mailadres
Uitgaande SMTP-serverinformatie
Een actieve internetaansluiting.
Als u Scannen naar e-mail of Faxen naar e-mail instelt op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd, kan de installatiewizard automatisch de e-mailinstellingen voor de volgende e-mailtoepassingen detecteren:
Microsoft Outlook 2003–2007 (Windows XP, Windows Vista en Windows 7)
Outlook Express (Windows XP)
Windows Mail (Windows Vista)
Mozilla Thunderbird (Windows XP, Windows Vista en Windows 7)
Qualcomm Eudora (versie 7.0 and above) (Windows XP en Windows Vista)
Netscape (versie 7.0) (Windows XP)
Als uw e-mailtoepassing hierboven echter niet wordt weergegeven, kunt Scannen naar e-mail en Faxen naar e-mail nog steeds instellen en gebruiken als uw e-mailtoepassing voldoet aan de vereisten die in dit onderdeel worden opgesomd.

Set up HP Digital Solutions

U kunt de HP Digital Solutions configureren met de HP-software die bij de printer wordt geleverd. U kunt daarvoor de wizards gebruiken die u kunt openen vanuit de HP­printersoftware (Windows) of het HP-hulpprogramma (Mac OS X).
Tip U kunt ook de EWS (geïntegreerde webserver) van de printer gebruiken om HP Digital Solutions te configureren. Zie informatie over het gebruiken van de EWS.
Opmerking Als u de printer gebruikt in een IPv4-netwerkomgeving moet u de digitale oplossingen met behulp van de EWS installeren.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Set up HP Direct Digital Filing

Set up HP Digital Fax
Set up HP Direct Digital Filing
Als u HP Directe digitale overdracht wilt configureren, volgt u de aanwijzingen op die in uw situatie van toepassing zijn.
Opmerking U kunt deze stappen later ook toepassen voor het wijzigen van instellingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Scannen-naar-netwerkmap instellen
Scannen-naar-e-mail instellen
Geïntegreerde webserver voor meer
Set up HP Digital Solutions 57
Hoofdstuk 4
Scannen-naar-netwerkmap instellen
U kunt maximaal 10 doelmappen configureren voor elke printer.
Opmerking Om gebruik te maken van Scannen-naar-netwerkmap moet u de map die u gebruikt op een netwerkcomputer aangemaakt en geconfigureerd hebben. U kunt geen map maken vanaf het bedieningspaneel van het HP-apparaat. Zorg er ook voor dat de mapvoorkeuren zo zijn ingesteld dat u lees- en schrijftoegang hebt tot de map. Meer informatie over het aanmaken van mappen op het netwerk en het instellen van mapvoorkeuren vindt u in de documentatie van het besturingssysteem van uw computer.
Nadat u Scannen naar netwerkmap hebt geconfigureerd, wordt de configuratie door de HP-software automatisch op de printer opgeslagen.
Als u Scannen naar netwerkmap wilt configureren, voert u de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Start de HP-printersoftware. Zie
Werkset (Windows) voor meer informatie.
2. Dubbelklik op Scantaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Scannen naar netwerkmap.
3. Volg de instructies op het scherm.
Opmerking Nadat u doelmappen hebt gemaakt, kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer gebruiken om de scaninstellingen voor deze mappen aan te passen. Zorg ervoor dat in het laatste venster van de wizard Scannen naar netwerkmap het selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing is ingeschakeld. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde webserver in de standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie
Geïntegreerde
webserver voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma van HP. Zie
informatie.
2. Klik op Scannen naar netwerkmap onder het gedeelte Scaninstellingen en volg de instructies op het scherm.
Opmerking U kunt de scaninstellingen aanpassen voor elke doelmap.
Ingebouwde webserver (EWS)
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
informatie.
2. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Netwerkmappen instellen.
3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking U kunt de scaninstellingen aanpassen voor elke doelmap.
4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren
werkt. De invoer wordt toegevoegd aan de lijst Netwerkmap.
58 HP Digital Solutions
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
Geïntegreerde webserver voor meer
Scannen-naar-e-mail instellen
U kunt de printer gebruiken om documenten te scannen en deze als bijlagen naar een of meer e-mailadressen te verzenden, zonder dat u daarvoor extra scansoftware nodig hebt. U hoeft geen bestanden van uw computer in te scannen en die vervolgens in e­mailberichten bij te sluiten.
Opmerking De functie Scannen naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
Als u de functie Scannen naar e-mail wilt gebruiken, voert u deze voorbereidende stappen uit:
Stel de profielen voor uitgaande e-mail in
Configureer het e-mailadres dat verschijnt in het gedeelte VAN in het e-mailbericht dat door de printer wordt verstuurd. U kunt maximaal 10 profielen voor uitgaande e-mail toevoegen. U kunt de HP-software die op uw computer is geïnstalleerd, gebruiken om deze profielen te maken.
Voeg e-mailadressen toe aan het e-mailadresboek
Beheer de lijst van mensen naar wie u e-mailberichten kunt verzenden vanaf de printer. U kunt maximaal 15 -e-mailadressen van contactpersonen toevoegen, plus de corresponderende namen. U kunt ook e-mailgroepen maken. Voor het toevoegen van e-mailadressen moet u de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Configureer de overige e-mailopties
U kunt de standaardtekst voor onderwerp en hoofdtekst configureren voor alle e­mailberichten die vanaf de printer worden verzonden. Voor het configureren van deze opties moet u de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Stap 1: Stel de profielen voor uitgaande e-mail in
Als u het profiel voor uitgaande e-mail wilt instellen dat wordt gebruikt door de printer, voert u de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Start de HP-printersoftware. Zie
Werkset (Windows) voor meer informatie.
2. Dubbelklik op Scantaken en dubbelklik daarna op Wizard Scannen naar e-mail..
3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking Nadat u het profiel voor uitgaande e-mail hebt ingesteld, kunt u met
de geïntegreerde webserver van de printer meer profielen voor uitgaande e-mail toevoegen, e-mailadressen aan het e-mailadresboek toevoegen en andere e­mailopties configureren. Als u wilt dat de geïntegreerde webserver automatisch wordt gestart, moet u ervoor zorgen dat in het laatste venster van de wizard Scannen naar e-mail het selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing is ingeschakeld. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde webserver in de standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Set up HP Digital Solutions 59
Hoofdstuk 4
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op Scannen-naar-e-mail.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt. De invoer wordt toegevoegd aan de lijst Profielen voor uitgaande e-mail.
Ingebouwde webserver (EWS)
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Geïntegreerde webserver voor meer
informatie.
2. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Profielen voor uitgaande e­mail.
3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt. De invoer wordt toegevoegd aan de Lijst profielen voor uitgaande e-mail.
Stap 2: Voeg e-mailadressen toe aan het e-mailadresboek
Als u e-mailadressen aan het e-mailadresboek wilt toevoegen, voert u de volgende stappen uit:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Geïntegreerde webserver voor meer
informatie.
2. Klik op het tabblad Scannen op E-mailadresboek.
3. Klik op Nieuw als u één e-mailadres wilt toevoegen.
-Of­Klik op Groep als u een e-maildistributielijst wilt maken.
Opmerking Voordat u een e-maildistributielijst kunt maken, moet u al ten minste één e-mailadres aan het e-mailadresboek hebben toegevoegd.
4. Volg de instructies op het scherm. Het item wordt aan het E-mailadresboek toegevoegd.
Opmerking De namen van contactpersonen worden weergegeven op het bedieningspaneel van de printer en in uw e-mailprogramma.
Stap 3: Configureer de overige e-mailopties
Als u de overige e-mailopties wilt configureren (zoals de standaardtekst voor het onderwerp en het bericht zelf in alle e-mailberichten die worden verzonden vanaf de printer, en de scaninstellingen die worden gebruikt voor het verzenden van e-mail vanaf de printer), voert u de volgende stappen uit:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie informatie.
2. Klik op het tabblad Scannen op E-mailopties.
3. Pas desgewenst instellingen aan en klik vervolgens op Toepassen.
60 HP Digital Solutions
Geïntegreerde webserver voor meer

Set up HP Digital Fax

Met HP Digital Fax ontvangt de printer automatisch faxen, die vervolgens rechtstreeks worden opgeslagen in een netwerkmap (Fax naar netwerkmap) of worden doorgestuurd als e-mailbijlagen (Fax naar e-mail).
Opmerking U kunt HP Digitale fax configureren voor het gebruik van Fax verzenden naar netwerkmap of van Fax naar e-mail. You cannot use both at the same time.
Opmerking De functie Fax naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF- (Tagged Image File Format) of PDF­bestanden.
Let op HP Digital Fax is alleen beschikbaar voor het ontvangen van zwart­witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van opgeslagen.
Windows
1. Start de HP-printersoftware.
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Digital Fax Setup Wizard.
3. Volg de instructies op het scherm.
Opmerking Nadat u HP Digital Fax hebt ingesteld, kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer gebruiken om de instellingen van HP Digital Fax te bewerken. Als u wilt dat de geïntegreerde webserver automatisch wordt gestart, moet u ervoor zorgen dat in het laatste venster van de wizard Digital Fax Setup het selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing is ingeschakeld. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde webserver in de standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Geïntegreerde webserver
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op Digitaal faxarchief.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te
controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt.
Ingebouwde webserver (EWS)
1. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Fax naar e-mail/ netwerkmap.
2. Volg de instructies op het scherm.
3. Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te
controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt.
Set up HP Digital Solutions 61
Hoofdstuk 4

De HP Digital Solutions gebruiken

Als u de HP Digital Solutions wilt gebruiken die beschikbaar zijn voor de printer, volgt u de aanwijzingen op die in uw situatie van toepassing zijn.

HP Scannen-naar-netwerkmap gebruiken

1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en raak vervolgens Netwerkmap aan.
3. Selecteer op het scherm van het bedieningspaneel de naam van de map die u wilt
gebruiken.
4. Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5. Pas eventueel scaninstellingen aan en druk dan op Start scannen.
Opmerking De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het
netwerkverkeer en de verbindingssnelheid.

Naar e-mail scannen gebruiken

Opmerking De functie Scannen naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Zie documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en raak vervolgens E-mail aan.
3. Op het scherm van het bedieningspaneel selecteert u de naam die correspondeert
met het profiel voor uitgaande e-mail dat u wilt gebruiken.
4. Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5. Selecteer het AAN-adres (de e-mailontvanger) of voer een e-mailadres in.
6. Voer het ONDERWERP voor het e-mailbericht in of wijzig het.
7. Pas eventueel scaninstellingen aan en druk dan op Start scannen.
Opmerking De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het
netwerkverkeer en de verbindingssnelheid.

HP Digital Fax gebruiken

Nadat u HP Digital Fax hebt geïnstalleerd, worden zwart-witfaxen die u ontvangt, standaard afgedrukt en vervolgens opgeslagen op de aangewezen bestemming.
62 HP Digital Solutions
Hiervoor wordt de door u opgegeven netwerkmap of het door u opgegeven e-mailadres gebruikt:
Als u gebruikmaakt van Fax naar netwerkmap, wordt dit proces op de achtergrond uitgevoerd. HP Digital Fax meldt u niet wanneer faxen worden opgeslagen in de netwerkmap.
Als u gebruik maakt van Fax naar e-mail en als uw e-mailprogramma u meldt wanneer er nieuwe berichten zijn in uw postvak IN, kunt u zien wanneer u nieuwe faxberichten hebt ontvangen.
Opmerking De functie Fax naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
De HP Digital Solutions gebruiken 63
5Kopiëren
U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoorten- en formaten.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer er een fax binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Documenten kopiëren

Kopieerinstellingen wijzigen

Documenten kopiëren
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer kopieën van hoge kwaliteit maken.
Om documenten te kopiëren
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Zie
voor meer informatie.
2. Plaats uw origineel met de bedrukte kant omlaag op de glasplaat of met de
bedrukte kant omhoog in de ADF. Zie origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Opmerking Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u de foto op de glasplaat van de scanner met de afgedrukte zijde naar beneden, op de manier die wordt aangegeven door het pictogram aan de rand van de glasplaat.
Afdrukmateriaal plaatsen
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
3. Raak Kopiëren aan.
4. Wijzig de extra instellingen. Zie
5. Raak Start, Zwart of Start, Kleur aan om de kopieertaak te starten.
Opmerking Als het origineel in kleur is, geeft de functie Start, Zwart een
zwart-witkopie van het gekleurde origineel. De functie Start, Kleur geeft een kleurenkopie van het kleurenorigineel.
Kopieerinstellingen wijzigen
U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het bedieningspaneel van de printer, waaronder:
Aantal kopieën
Kopieerformaat
Soort kopieerpapier
Kopieersnelheid en kwaliteit
Instellingen lichter/donkerder
Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen

64 Kopiëren

Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de instelilngen opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken.
Om de kopieerinstellingen voor een eenmalige job te wijzigen
1. Raak Kopiëren aan.
2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen.
3. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige taken
1. Raak Kopiëren aan.
2. Breng wijzigingen aan in de kopieerinstellingen en raak vervolgens Instellingen
aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en selecteer vervolgens Als standaard instellen.
4. Raak Ja, standaardinstellingen wijzigen aan en selecteer vervolgens Klaar.
Kopieerinstellingen wijzigen 65
6 Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Opmerking Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint met faxen. Dit hebt u mogelijk tijdens de installatie al gedaan met behulp van het bedieningspaneel of de HP-software die bij de printer werd geleverd. U kunt controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest vanaf het bedieningspaneel uit te voeren. Zie faxtest.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Een fax verzenden

• Een fax ontvangen
Snelkiescodes installeren Faxinstellingen wijzigen
Faxen en digitale telefoonservices
Fax over internetprotocol (FoIP) Rapporten gebruiken
Installatie testfax voor meer informatie over de
Een fax verzenden
U kunt op verschillende manieren een faxbericht verzenden. Via het bedieningspaneel van de printer kunt u een zwart-wit- of kleurenfaxbericht verzenden. U kunt ook handmatig een faxbericht verzenden vanaf een verbonden telefoon. U kunt op deze wijze eerst met de ontvanger spreken voordat u het faxbericht verzendt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Een standaardfax verzenden

Een standaardfax vanaf de computer verzenden
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon Een fax verzenden met handsfree kiezen
Een fax verzenden vanuit het geheugen
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Een standaardfax verzenden
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in kleuren van een of meer pagina's verzenden.
66 Fax
Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn verzonden, schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden.
Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
Tip Als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert, raakt u * herhaaldelijk aan totdat er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
4. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt het dat document naar het ingevoerde nummer.
Tip Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax wijzigen.

Een standaardfax vanaf de computer verzenden

U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder een kopie af te drukken en vanaf de printer te faxen.
Opmerking Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden, maken gebruik van de faxverbinding van de printer, niet van uw internetverbinding of uw computermodem. Zorg er daarom voor dat uw printer is aangesloten op een werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie is ingesteld en goed werkt.
Om deze functie te gebruiken moet u de printersoftware installeren met het installatieprogramma op de HP-software-cd die werd geleverd bij de printer.
Windows
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4. Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of
als kleurenfax wilt verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster Eigenschappen wordt geopend. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of
Voorkeuren.
5. Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
Een fax verzenden 67
Hoofdstuk 6
6. Klik op Afdrukken of OK.
7. Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig
eventueel instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het faxnummer te draaien en het document te faxen.
Mac OS X
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Selecteer de printer met “(Fax)” in de naam.
4. Selecteer Faxgegevens in het pop-upmenu.
Opmerking Indien u het vervolgkeuzemenu niet kunt vinden, probeer dan op het blauwe weergavedriehoekje naast de Printerselectie te klikken.
5. Voer het faxnummer en andere gegevens in de desbetreffende vakjes in.
Tip Als u een kleurenfax wilt versturen, selecteert u Faxopties in het pop- upmenu en klikt u daarna op Kleur.
6. Selecteer eventuele andere gewenste faxopties en klik vervolgens op Fax. Het
faxnummer wordt gedraaid en het document wordt gefaxt.

Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon

Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax verzendt. Dit komt van pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax wilt toesturen voordat u deze daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de handset van de telefoon. Op deze manier kunt u eenvoudig een telefoonkaart gebruiken voor het verzenden van een fax.
Afhankelijk van de wijze waarop de ontvanger het faxapparaat heeft ingesteld, kan de ontvanger de telefoon opnemen of kan het faxapparaat de oproep beantwoorden. Als een persoon de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax verzendt. Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, kunt u de fax direct naar het apparaat verzenden wanneer u de faxtonen van het ontvangende apparaat hoort.
68 Fax
Een fax handmatig via een extra telefoontoestel verzenden
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Zie documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is
aangesloten.
Opmerking Vermijd het gebruik van het toetsenblok op het bedieningspaneel van de printer wanneer u handmatig een fax verzendt. U moet het toetsenbord op de telefoon gebruiken om het nummer van de ontvanger te kiezen.
4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u
de fax verzendt.
Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te verzenden.
5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, raakt u Start zwart-wit of Start kleur aan.
Opmerking Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt u tegen de ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende faxapparaat wanneer de faxtonen hoorbaar worden.
Tijdens het verzenden van de fax is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn. Op dat moment kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wilt gaan met uw gesprek, blijft u aan de lijn totdat de fax is verzonden.

Een fax verzenden met handsfree kiezen

Met behulp van kiezen via de monitor kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel van de printer kiezen zoals u dat bij een gewone telefoon zou doen. Als u een fax verzendt met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
Tip Als u een belkaart gebruiken en u de pincode van de belkaart niet snel genoeg invoert, begint de printer de faxtonen misschien te vroeg te verzenden, waardoor uw pincode niet wordt herkend door de belkaartservice. Als dat het geval is, kunt u een snelkiesnummer maken om de pincode voor uw belkaart op te slaan. Zie
Snelkiescodes installeren voor meer informatie.
Opmerking Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en raak vervolgens Start zwart-wit of Start kleur aan. Als de printer een origineel detecteert dat in de automatische documentinvoer is geplaatst, hoort u een kiestoon.
3. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op het bedieningspaneel van de printer.
4. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw pincode
als snelkiesnummer opgeslagen, raakt u het pictogram
(Snelkiezen) aan wanneer een pincode wordt gevraagd. U kunt dan het snelkiesnummer kiezen waaronder u uw pincode hebt opgeslagen.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een fax verzenden 69
Hoofdstuk 6

Een fax verzenden vanuit het geheugen

U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het geheugen verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te bereiken bezet of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot stand is gebracht, worden de originelen verzonden. Als de pagina's door de printer in het geheugen zijn gescand, kunt u de originelen direct uit de lade van de documentinvoerlade of van de glasplaat van de scanner halen.
Opmerking U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
1. Laad de originelen. Raadpleeg
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
3. Raak Scannen en faxen aan.
4. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
5. Raak Fax starten aan.
De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat beschikbaar is.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een

Een later verzendtijdstip voor een fax instellen

U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u een zwart-witfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is op de telefoonlijnen of wanneer lagere telefoontarieven gelden. De printer verzendt de fax automatisch op het opgegeven tijdstip.
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de gewone wijze blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland.
Opmerking U kunt alleen geplande faxen in zwart-wit verzenden.
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
3. Raak Fax later verzenden aan.
4. Geef de verzendtijd op met het numerieke toetsenblok, raak AM of PM aan en
selecteer vervolgens Gereed.
70 Fax
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
5. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
6. Raak Fax starten aan.
De printer scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het scherm weergegeven. De fax wordt op het geplande tijdstip verzonden.
Een geplande fax annuleren
1. Raak het bericht Fax later verzenden op het scherm aan.
– OF – Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
2. Raak Geplande fax annuleren aan.

Een fax verzenden naar meerdere ontvangers

U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een groepssnelkiescode
1. Laad de originelen. Raadpleeg
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2.
Raak Fax aan, raak het pictogram de groep ontvangers.
3. Raak Start, Zwart aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt de printer het document naar elk nummer in de groep snelkiesnummers.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
(Snelkiezen) aan en selecteer vervolgens
Opmerking U kunt alleen faxen in zwart-wit verzenden naar een groep snelkiesnummers vanwege de beperkte geheugenruimte. De printer scant de fax naar het geheugen en kiest het eerste nummer. Zodra er verbinding is, wordt de fax verzonden en het volgende nummer gekozen. Als een nummer bezet is of er wordt niet opgenomen, volgt de printer de instellingen voor Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen antwoord. Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt het volgende nummer gekozen en wordt er een foutrapport gegenereerd.

Fax verzenden in foutcorrectiemodus

Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen
door fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM uitsluitend uit als de telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor lagere kosten kunt accepteren.
Een fax verzenden 71
Hoofdstuk 6
Als u ECM uitschakelt, moet u met het volgende rekening houden. Als u ECM uitschakelt:
De kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen worden beïnvloed.
•De Faxsnelheid wordt automatisch ingesteld op Normaal.
U kunt geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen.
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Ga naar het beginscherm, raak de Installatie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Selecteer Foutcorrectiemodus.
4. Selecteer Aan of Off (Uitschakelen).

Een fax ontvangen

U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden inschakelt (de standaardinstelling), dan beantwoordt de
printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen ontvangen na het aantal keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan. (De standaard instelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van het formaat Legal of groter ontvangt, terwijl de printer niet is ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht automatisch verkleind zodat het op het geplaatste papier past. Als u de functie Automatische verkleining hebt uitgeschakeld, drukt de printer het faxbericht op twee pagina's af.
(rechterpijl:) aan en selecteer vervolgens
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
Een fax handmatig ontvangen
Backup-faxontvangst instellen
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Een fax opvragen voor ontvangst
Faxen doorsturen naar een ander nummer
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen Ongewenste faxnummers blokkeren
Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac)

Een fax handmatig ontvangen

Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
72 Fax
Opmerking U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten
Een fax handmatig ontvangen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de
binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen gaat beantwoorden. U kunt ook de instelling Automatisch antwoorden uitschakelen zodat de printer niet automatisch binnenkomende oproepen beantwoordt.
4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat Start moet worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te werk:
a.Raak Fax aan en selecteer vervolgens Start zwart-wit of Start kleur. b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of
aan de lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.

Backup-faxontvangst instellen

Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle ontvangen faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de printer door een fout niet functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te slaan.
Voor back-upfaxontvangst zijn de volgende modi beschikbaar:
Aan Dit is de standaardinstelling. Als Backup-faxontvangst Aan is, slaat de
Alleen bij fouten Faxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen
printer alle ontvangen faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u tot acht van de laatst afgedrukte faxen opnieuw afdrukken, mits deze nog in het geheugen zijn opgeslagen.
Opmerking Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
als de printer de faxberichten door een fout niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is). De printer blijft faxberichten opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het geheugen vol raakt, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Wanneer de fout is opgelost, worden de faxen
Een fax ontvangen 73
Hoofdstuk 6
(vervolg)
die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en vervolgens uit het geheugen verwijderd.
Off (Uitschakelen) Faxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan
bijvoorbeeld zijn dat u Backup-faxontvangst wilt uitschakelen omwille van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als back-upfaxontvangst is ingeschakeld en u de printer uitschakelt, worden alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd waaronder eventuele faxen die nog niet zijn afgedrukt en die u mogelijk hebt ontvangen terwijl de printer zich in een fouttoestand bevond. U moet contact opnemen met de afzenders om ze te vragen onafgedrukte faxen nogmaals te verzenden. Druk het Faxlogboek af voor een lijst met alle faxen die u hebt ontvangen. Het Faxlogboek wordt niet verwijderd wanneer de printer is uitgeschakeld.
Backup-faxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1. Raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Backup-faxontvangst aan.
4. Raak Aan, Alleen bij fouten of Off (Uitschakelen) aan.

Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken

Als u de modus voor Backup-faxontvangst instelt op Aan, worden de ontvangen faxberichten altijd in het geheugen van het apparaat opgeslagen, ook als er geen fout is op het apparaat.
74 Fax
Opmerking Als het geheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxen overschreven als nieuwe faxen worden ontvangen. Als geen van de opgeslagen faxberichten in de printer zijn afgedrukt, worden nieuwe faxberichtenen pas ontvangen als u de faxberichten in het geheugen hebt afgedrukt of verwijderd. Het kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het geheugen wilt verwijderen.
Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatste ontvangen berichten afdrukken, voorzover nog aanwezig in het geheugen. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt bent.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
3. Raak Hulpprogramma's of Faxhulpprogramma's aan en selecteer
vervolgensFaxen in het geheugen opnieuw afdrukken. De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn
ontvangen waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4. Als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het geheugen, raakt u de knop
(knop Annuleren) aan.

Een fax opvragen voor ontvangst

Dankzij de opvraagfunctie kan de printer een ander faxapparaat vragen een fax te verzenden die in de wachtrij staat. Als u de functie Opvragen voor ontvangst gebruikt, wordt het opgegeven faxapparaat door de printer aangeroepen en wordt het faxbericht aangevraagd. Het opgegeven faxapparaat moet zijn ingesteld voor opvragen en er moet een fax klaar zijn voor ontvangst.
Opmerking De printer biedt geen ondersteuning voor codes voor het doorgeven van polling. Met deze beveiligingsfunctie moet het ontvangende faxapparaat een beveiligingscode geven aan de opgevraagde printer om de fax te ontvangen. Zorg dat er geen beveiligingscode is ingesteld voor de opgevraagde printer (of dat de standaard beveiligingscode is gewijzigd), anders kan de printer de fax niet ontvangen.
Opvragen voor ontvangst van een fax vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxinstellingen of Andere methoden.
2. Raak Opvragen voor ontvangst aan.
3. Voer het faxnummer van het andere faxapparaat in.
4. Raak Fax starten aan.

Faxen doorsturen naar een ander nummer

U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander faxnummer. Een ontvangen kleurenfax wordt in zwart-wit doorgestuurd.
Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt een werkende faxlijn is. Stuur een testfax naar het nummer om na te gaan of het faxapparaat de faxen kan doorsturen naar dit nummer.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Kies Installatie.
2. Raak Faxinstellingen of Fax instellen aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstellingen.
3. Raak Fax doorsturen aan.
4. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen.
Opmerking Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het
opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt.
Een fax ontvangen 75
Hoofdstuk 6
5. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Voer voor elk van de volgende opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd.
6. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen. Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt
ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het telefoonnummer op. Wanneer de printer weer stroom krijgt, is de instelling voor het doorsturen van faxen nog steeds Aan.
Opmerking U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te selecteren in het menu Fax doorsturen.

Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen

U kunt het papierformaat voor ontvangen faxen selecteren. Het geselecteerde papierformaat moet overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade. Faxen kunnen alleen worden afgedrukt op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat.
Opmerking Als een onjuist papierformaat in de hoofdlade is geplaatst terwijl een fax wordt ontvangen, zal de fax niet worden afgedrukt en verschijnt er een foutbericht op het scherm. Plaats papier van Letter-, A4- of Legal-formaat en raak vervolgens OK aan om de fax af te drukken.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Papierformaat fax aan en selecteer vervolgens een optie.
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.

Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen

De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax binnenkomt die te groot is voor het standaard papierformaat. Deze instelling is standaard ingeschakeld, dus de afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien mogelijk, dusdanig verkleind dat deze op een pagina past. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt alle informatie die niet op de eerste pagina past, op een tweede pagina afgedrukt. Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat ontvangt als er papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Automatische verkleining aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.

Ongewenste faxnummers blokkeren

Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning, kunt u bepaalde faxnummers blokkeren, zodat de printer geen faxen meer afdrukt die afkomstig zijn van deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt de
76 Fax
printer het nummer met de ingestelde lijst van ongewenste faxnummers om vast te stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met een nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet afgedrukt. (Het maximale aantal faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.)
Opmerking Deze functie wordt niet in alle landen/regio's ondersteund. Als de functie niet wordt ondersteund in uw land/regio, komt de optie
Faxnummerblokkering niet voor in het menu Faxopties of Faxinstellingen.
Opmerking Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt
verondersteld dat u niet op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de telefoonmaatschappij.
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde faxnummers toe te voegen.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1. Raak Configuratie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Een bericht verschijnt waarop staat dat Beller-ID vereist is om ongewenste faxen te blokkeren. Raak OK aan om verder te gaan.
5. Raak Nummers toevoegen aan.
6. Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's,
selecteert u Selecteren uit geschiedenis Beller-ID.
- of ­Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, raakt u Nieuw
nummer invoeren aan.
7. Nadat u een faxnummer hebt ingevoerd om te blokkeren, raakt u Gereed aan.
Opmerking Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het
uitleesvenster van het bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het kopschrift van de ontvangen fax wordt weergegeven. Deze nummers kunnen verschillend zijn.
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit de lijst met ongewenste nummers verwijderen.
Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
Een fax ontvangen 77
Hoofdstuk 6
3. Raak de (pijl omlaag) aan en raak vervolgens Faxnummerblokkering of Faxnummerblokkering instellen aan.
4. Raak Nummers verwijderen aan.
5. Raak het nummer aan dat u wilt verwijderen en raak vervolgens OK aan.
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van geblokkeerde ongewenste faxnummers.
Een rapport van Ongewenste faxnummers afdrukken
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en raak vervolgens Faxnummerblokkering aan.
4. Raak Rapporten afdrukken aan en raak vervolgens Lijst ongewenste faxen aan.

Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac)

Als de printer op uw computer is aangesloten met een USB-kabel, kunt u HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) gebruiken om automatisch faxen te ontvangen en faxen direct op uw computer op te slaan. Met Fax naar pc en Fax naar Mac kunt u eenvoudig digitale versies van uw faxen opslaan en hebt u niet meer met grote stapels papier te maken.
Opmerking Als de printer is verbonden met een netwerk via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding, kunt u in plaats daarvan HP Digital Fax gebruiken. Zie
HP
Digital Solutions voor meer informatie.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format). Als de fax is ontvangen, krijgt u op het scherm een melding met een koppeling naar de map waarin de fax is opgeslagen.
Voor de bestandsnamen wordt de volgende methode gebruikt: XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waarbij X de informatie over de afzender is, Y de datum en Z het tijdstip waarop de fax is ontvangen.
Opmerking Fax naar pc en Fax naar Mac is alleen beschikbaar voor het ontvangen van zwart-witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van opgeslagen op de computer.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
• Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
78 Fax
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
De beheerderscomputer (waarmee de functie Faxen naar pc of Faxen naar Mac is geactiveerd), moet altijd aan staan. Er kan maar één computer fungeren als de beheerderscomputer voor Fax naar pc of Fax naar Mac.
De computer of server waarop de bestemmingsmap zich bevindt, moet altijd aan staan. De doelcomputer moet ook actief zijn. Faxen worden niet opgeslagen als de computer in de slaapstand staat.
Er moet papier in de invoerlade zijn geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor
meer informatie.
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
Op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd, kunt u de Digital Fax Setup Wizard gebruiken om Faxen naar pc te activeren. Op een Macintosh-computer kunt u het HP-hulpprogramma gebruiken.
Faxen naar pc instellen (Windows)
1. Klik vanuit het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP printer en selecteer vervolgens
de optie voor uw HP printer.
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Digital Fax Setup Wizard.
3. Volg de instructies op het scherm.
Om Faxen naar Mac (Mac OS X) te configureren
1. Open Hulpprogramma's van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het hulpprogramma van HP.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het scherm.
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
U kunt de instellingen voor het faxen naar de pc op uw computer op elk moment bijwerken vanuit de Digital Fax Setup Wizard. U kunt de instellingen voor het faxen naar de Mac bijwerken vanaf het HP-hulpprogramma.
Een fax ontvangen 79
Hoofdstuk 6
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen, uitschakelen vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens Faxen naar pc aan.
3. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. U kunt de volgende instellingen wijzigen:
PC-hostnaam bekijken: Bekijk de naam van de computer die is
geconfigureerd om Faxen naar pc en Faxen naar Mac te beheren.
Uitschakelen: Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen.
Opmerking Gebruik de HP-software op uw computer om Faxen naar pc of Faxen naar Mac in te schakelen.
Disable Fax Print (Afdrukken van faxen uitschakelen): Kies deze optie als u
faxen wilt afdrukken zodra ze worden ontvangen. Als u afdrukken uitschakelt, worden kleurenfaxen nog wel afgedrukt.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Windows)
1. Klik vanuit het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP printer en selecteer vervolgens
de optie voor uw HP printer.
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Digital Fax Setup Wizard.
3. Volg de instructies op het scherm.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Mac OS X)
1. Open Hulpprogramma's van HP. Zie
informatie.
2. Klik op Toepassingen op de werkbalk van het HP hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens Faxen naar pc aan.
3. Raak Uitschakelen aan.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.

Snelkiescodes installeren

U kunt veelgebruikte faxnummers installeren als snelkiescodes. Zo kunt u snel nummers via het bedieningspaneel van de printer kiezen.
80 Fax
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
Tip U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het bedieningspaneel van de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Zie printerbeheer voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Snelkiesnummers instellen en wijzigen

Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
Snelkiesnummers verwijderen Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
U kunt faxnummers als snelkiesnummers opslaan.
Snelkiescodes installeren
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens een niet-
gebruikt nummer aan.
4. Typ het faxnummer en raak Volgende aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
Hulpprogramma's
(rechterpijl:) aan en
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
(rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens het
snelkiesnummer aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u het faxnummer wilt wijzigen, typt u het nieuwe nummer en raakt u Volgende aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
5. Als u de naam van het snelkiesnummer wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en raakt u vervolgens Gereed aan.
Snelkiescodes installeren 81
Hoofdstuk 6

Snelkiesgroepen instellen en wijzigen

U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen.
Snelkiesgroepen instellen
Opmerking Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één
snelkiesnummer hebben ingesteld.
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de (rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesgroep aan en raak vervolgens een niet-gebruikt nummer aan.
4. Raak de snelkiesnummers aan die u in de snelkiesgroep wilt opnemen en raak vervolgens OK aan.
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesgroepen wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Selecteer Snelkiesgroep en raak vervolgens het item aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u snelkiesnummers wilt toevoegen aan de groep of daaruit wilt verwijderen,
raakt u de snelkiesnummers aan die u wilt opnemen of verwijderen en raakt u vervolgens OK aan.
5. Als u de naam van de snelkiesgroep wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en raakt u vervolgens Gereed aan.
(rechterpijl:) aan en

Snelkiesnummers verwijderen

Als u snelkiesnummers of snelkiesgroepen wilt verwijderen, voert u de volgende stappen uit:
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan.
3. Raak Snelkiesnummer verwijderen aan, raak het item aan dat u wilt verwijderen en raak vervolgens Ja aan om de bewerking te bevestigen.
Opmerking Als u een snelkiesgroep verwijdert, worden de afzonderlijke
snelkiesnummers niet verwijderd.

Een lijst van snelkiesnummers afdrukken

Als u een lijst wilt afdrukken van alle snelkiesnummers die zijn ingesteld, voert u de volgende stappen uit:
1. Plaats papier in de lade. Zie
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
daarna Configuratie.
82 Fax
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
(rechterpijl:) aan en
(rechterpijl:) aan en
3. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan.
4. Raak Snelkieslijst afdrukken aan.

Faxinstellingen wijzigen

Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.

Het faxkopschrift instellen

De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)

Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Het kiessysteem instellen
Opties opnieuw kiezen instellen De faxsnelheid instellen
Het faxgeluidsvolume instellen
Het faxkopschrift instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door de HP-software te gebruiken die bij de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven.
Opmerking In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift wettelijk vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1. Raak eerst de
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Faxkop aan.
4. Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5. Voer uw faxnummer in en raak vervolgens Klaar aan.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door de printer beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt ontvangen. U moet zelf aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden, anders kan de printer geen faxberichten ontvangen.
Faxinstellingen wijzigen 83
Hoofdstuk 6
De antwoordmodus instellen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Automatisch beantwoorden aan en raak vervolgens Aan of Uit aan.

Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen

Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is aangesloten op dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de telefoon moet beantwoorden voordat de printer dat doet. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal belsignalen en stel de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1. Raak eerst de
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Aantal belsignalen voor het antwoorden aan.
4. Raak de
wijzigen.
5. Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
(pijl omhoog) of de (pijl omlaag) aan om het aantal belsignalen te

Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen

Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één telefoonlijn meerdere telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen specifieke rinkelsignalen hebben. Als u zich op deze service abonneert, wordt er aan elk telefoonnummer een ander belsignaal toegekend. U kunt de printer instellen voor het beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de telefoonmaatschappij verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan binnenkomende gespreksoproepen en faxoproepen. HP raadt aan om voor een faxnummer dubbele of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de printer het specifieke belpatroon detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax ontvangen.
Tip U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
84 Fax
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle
beltonen.
Opmerking De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel
met het hoofdtelefoonnummer van de haak is.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen
1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden.
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de daarna Configuratie.
3. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
4. Raak Specifiek belsignaal aan.
5. Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden
gewijzigd tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Raak Ja aan om verder te gaan.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
Raak het belpatroon aan dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is
toegewezen.
-of-
•Raak Belpatroondetectie aan en volg de instructies op het bedieningspaneel
van de printer.
Opmerking Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan detecteren of als u de functie annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt het belpatroon automatisch ingesteld op de standaardwaarde, namelijk Alle
belsignalen.
Opmerking Als u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende
belpatronen voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer bellen vanaf een extern nummer.
(rechterpijl:) aan en

Het kiessysteem instellen

Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze.
Opmerking De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1. Raak de
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak de
4. Raak aan om Toon of Puls te selecteren.
(rechterpijl:) aan en raak vervolgens Installatie aan.
(pijl omlaag) aan en raak vervolgens Toon- of pulskiezen aan.

Opties opnieuw kiezen instellen

Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet antwoordde of bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de
Faxinstellingen wijzigen 85
Hoofdstuk 6
instellingen van de opties Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen.
Opnieuw zenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer
automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is Aan.
Opnieuw zenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de
printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De fabrieksinstelling van deze optie is Uit.
De opties opnieuw bellen instellen
1. Raak eerst de
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Opnieuw kiezen bij in gesprek of Geen antwoord opnieuw kiezen aan en
selecteer de gewenste opties.

De faxsnelheid instellen

U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te verlagen:
Een Internet-telefoonservice
Een PBX-systeem
Fax over Internet-protocol (FoIP)
•Een ISDN-service
Probeer een lagere Faxsnelheid als u problemen ondervindt bij het verzenden en ontvangen van faxen. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
86 Fax
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel v.34 (33600 baud)
Normaal v.17 (14400 baud)
Langzaam v.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Faxsnelheid aan.
4. Raak de optie aan die u wilt selecteren.

Het faxgeluidsvolume instellen

Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te maken.
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1. Raak eerst de
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Geluidsvolume fax aan.
4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.

Faxen en digitale telefoonservices

Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende services:
DSL: Een DSL-aansluiting (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network)
FoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Internet-protocol (FoIP) genoemd. Zie informatie.
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele analoge telefoonservices. Als u met een systeem voor digitaal telefoneren werkt (zoals DSL/ADSL, PBX of ISDN), moet u mogelijk filters of converters gebruiken voor de conversie van digitaal naar analoog als u wilt faxen.
Fax over internetprotocol (FoIP) voor meer
Opmerking HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of providers voor digitaal telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters voor conversie van digitaal naar analoog. U wordt aangeraden om in alle gevallen rechtstreeks met het telefoonbedrijf te bespreken wat de juiste configuratie-opties zijn op basis van de services die het bedrijf levert.

Fax over internetprotocol (FoIP)

U kunt zich mogelijk abonneren op een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Internet-protocol (FoIP) genoemd.
U gebruikt waarschijnlijk een FoIP-service (die door uw telefoonmaatschappij wordt aangeboden) als u:
samen met het faxnummer een speciale toegangscode kiest, of
een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge telefoonpoorten voor de faxlijn.
Fax over internetprotocol (FoIP) 87
Hoofdstuk 6
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw telefoonmaatschappij.
Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is vaak beperkt. Als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u proberen om de faxsnelheid te verlagen of de foutcorrectiemodus (ECM, Error Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als u de foutcorrectiemodus echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meet verzenden of ontvangen. Zie faxsnelheid instellen voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid. Zie Fax verzenden in foutcorrectiemodus voor meer informatie over de foutcorrectiemodus (ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de ondersteuningsafdeling van uw internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor meer begeleiding.

Rapporten gebruiken

U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt indien gewenst ook handmatig systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
De
88 Fax
Opmerking Vanuit het bedieningspaneel of de software van HP kunt u de geschatte inktniveaus controleren als de rapporten niet leesbaar zijn. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Opmerking Controleer of de printkop en inktcartridges in goede staat verkeren en goed zijn geïnstalleerd. Zie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken Foutrapporten voor faxen afdrukken
• Het faxlogboek afdrukken en bekijken
• Het faxlogboek wissen
Druk de details van de laatste faxtransactie af.
Een rapport beller-ID's afdrukken
De belgeschiedenis weergeven
Werken met printcartridges voor meer informatie.

Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken

Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u onderstaande instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat verzenden. Selecteer Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen).
De standaardinstelling voor faxbevestiging is Off (Uitschakelen). Dit betekent dat er geen bevestigingsrapport wordt afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Na het verzenden van een faxbericht wordt op het bedieningspaneel even gemeld dat het faxbericht goed is verzonden.
Opmerking U kunt een afbeelding van de eerste faxpagina opnemen in het bevestigingsrapport dat aangeeft dat de fax is verzonden als u Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) selecteert, en als u de fax scant om deze vanuit het geheugen te verzenden of als u de optie Scannen en faxen gebruikt.
Faxbevestiging inschakelen
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxbevestiging aan.
4. Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
Off (Uitschakelen)
Aan (Fax verzenden)
Aan (Fax ontvangen)
Aan (Verzenden en ontvangen)
Er wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten verzendt en ontvangt. Dit is de standaardinstelling.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u ontvangt.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt.
Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxrapporten aan en raak vervolgens Faxbevestiging aan.
3. Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) aan.
4. Raak Faxbevestiging met afbeelding aan.

Foutrapporten voor faxen afdrukken

U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
Rapporten gebruiken 89
Hoofdstuk 6
3. Raak Faxfoutrapport aan.
4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
Aan (Verzenden en ontvangen)
Off (Uitschakelen)
Aan (Fax verzenden)
Aan (Fax ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen. Dit is de standaardinstelling.
Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.

Het faxlogboek afdrukken en bekijken

U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en verzonden.
Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de
(rechterpijl:) aan en raak vervolgens Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxlogboek aan.

Het faxlogboek wissen

Gebruik de volgende stappen om het faxlogboek leeg te maken.
Opmerking Als u het faxlogboek wist, worden ook alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd.
Het faxlogboek wissen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
•Raak Hulpprogramma's aan.
-of-
•Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxhulpprogramma's aan.
3. Raak Faxlogboek wissen aan.

Druk de details van de laatste faxtransactie af.

Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie. Details zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus.
Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Laatste transactie aan.
90 Fax
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.

Een rapport beller-ID's afdrukken

Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van Beller-ID faxnummers.
Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Rapport Beller-ID's aan.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.

De belgeschiedenis weergeven

Gebruik de volgende procedure om een lijst met alle oproepen vanaf de printer weer te geven.
Opmerking De belgeschiedenis kan niet worden afgedrukt. U kunt de geschiedenis alleen weergeven op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
De belgeschiedenis weergeven
1. Raak de
2.
Raak
(rechterpijl:) aan en raak daarna Fax aan.
(Belgeschiedenis) aan.
Rapporten gebruiken 91

7 Webservices

De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
Opmerking Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze webfuncties niet gebruiken als de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Wat zijn webservices?

Webservices configureren Werken met webservices
Webservices verwijderen
Wat zijn webservices?
De printer bevat de volgende webservices:

HP ePrint

Printer Apps

HP ePrint
HP ePrint is een gratis service van HP waarmee u op elk gewenst moment en vanaf elke locatie kunt afdrukken op uw printer met internetaansluiting. Als u webservices op de printer hebt ingeschakeld, hoeft u alleen maar een e-mail te sturen naar het e­mailadres dat is toegewezen aan uw printer. U hebt geen speciale stuurprogramma's of software nodig. Als u een e-mail versturen, dan kunt u met HP ePrint vanaf elke locatie afdrukken.
Zodra u zich hebt geregistreerd voor een account op ePrintCenter kunt u zich aanmelden om uw HP ePrint taakstatus te bekijken, uw HP ePrint printerwachtrij te beheren, in te stellen wie uw e-mailadres voor de HP ePrint printer mag gebruiken om af te drukken en hulp voor HP ePrint te krijgen.
Printer Apps
Met Printer Apps kunt u snel vooraf opgemaakte webinhoud zoeken en afdrukken, rechtstreeks via uw printer. U kunt ook uw documenten digitaal scannen en opslaan op internet.
Printer Apps bevatten een grote variëteit aan inhoud, van winkelbonnen tot familieactiviteiten, nieuws, reizen, sport, recepten, foto's, en nog veel meer. U kunt ook online afbeeldingen bekijken en afdrukken vanaf populaire fotosites.
Bij bepaalde Printer Apps kunt u ook de levering van de Apps-inhoud naar uw printer plannen.
92 Webservices
Dankzij vooraf opgemaakte inhoud die specifiek voor uw printer is ontworpen, krijgt u geen afdrukken waarbij stukken tekst of afbeeldingen zijn afgesneden of extra pagina's met slechts één regel tekst. Bij sommige printers kunt u ook instellingen voor papier en afdrukkwaliteit kiezen in het afdrukvoorbeeldvenster.
En dit alles zonder zelfs uw computer aan te zetten!

Webservices configureren

Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren.
Opmerking Controleer voordat u webservices gaat configureren of u met internet bent verbonden via een vaste (Ethernet) of draadloze verbinding.
Webservices configureren via de printersoftware van HP Webservices configureren via het bedieningspaneel van de printer
Webservices configureren via de geïntegreerde webserver

Webservices configureren via de printersoftware van HP

Met de printersoftware van HP die bij uw printer is geleverd, kunt u niet alleen de belangrijkste printerfuncties inschakelen, maar ook de webservices configureren. Als u de webservices niet hebt geconfigureerd toen u de software van HP op de computer hebt geïnstalleerd, kunt u de webservices alsnog met de software configureren.
Voert de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem als u webservices wilt configureren:
Windows
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, klik op HP, klik op de map voor uw HP printer en selecteer
vervolgens het pictogram met de printernaam.
2. Dubbelklik op Internetoplossingen en dubbelklik vervolgens op ePrint configureren.
De ingebouwde webserver van de printer wordt geopend.
3. Klik op het tabblad Webservices op Configureren in het gedeelte Instellingen voor webservices.
4. Klik op Gebruiksvoorwaarden accepteren en webservices inschakelen en klik vervolgens op Volgende.
5. Klik op Ja zodat automatisch op updates voor de printer wordt gecontroleerd en
productupdates automatisch worden geïnstalleerd.
6. Als in uw netwerk proxy-instellingen worden gebruikt om verbinding te maken met internet, voert u deze instellingen in.
7. Volg de instructies op het informatieblad voor webservices om de installatie te voltooien.
Mac OS X
 Met de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) kunt u webservices in Mac
OS X configureren en beheren. Zie webserver voor meer informatie.
Webservices configureren via de geïntegreerde
Webservices configureren 93
Hoofdstuk 7

Webservices configureren via het bedieningspaneel van de printer

Via het bedieningspaneel van de printer kunt u webservices eenvoudig configureren en beheren.
Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren:
1. Controleer of de printer is verbonden met internet.
2.
Raak op het bedieningspaneel van de printer
3. Klik op Accepteren om de gebruiksvoorwaarden van de webservices te accepteren
en deze in te schakelen.
4. Klik in het scherm Automatische update op Ja zodat automatisch op updates
voor de printer wordt gecontroleerd en productupdates automatisch worden geïnstalleerd.
5. Als in uw netwerk proxy-instellingen worden gebruikt om verbinding te maken met
internet, voert u deze instellingen in:
a.Raak Proxy invoeren aan. b. Voer de instellingen van de proxyserver in en raak vervolgens Klaar aan.
6. Volg de instructies op het informatieblad voor webservices om de installatie te
voltooien.
(Apps) of (HP ePrint) aan.

Webservices configureren via de geïntegreerde webserver

Met de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) kunt u webservices configureren en beheren.
Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
informatie.
2. Klik op het tabblad Webservices op Configureren in het gedeelte Instellingen voor webservices.
3. Klik op Gebruiksvoorwaarden accepteren en webservices inschakelen en klik vervolgens op Volgende.
4. Klik op Ja zodat automatisch op updates voor de printer wordt gecontroleerd en
productupdates automatisch worden geïnstalleerd.
5. Als in uw netwerk proxy-instellingen worden gebruikt om verbinding te maken met internet, voert u deze instellingen in.
6. Volg de instructies op het informatieblad voor webservices om de installatie te voltooien.
Geïntegreerde webserver voor meer

Werken met webservices

Hierna wordt beschreven hoe u webservices gebruikt en configureert.

HP ePrint

Printer Apps
HP ePrint
Met HP ePrint kunt u op elk gewenst moment en vanaf elke locatie afdrukken op uw printer met internetaansluiting.
94 Webservices
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt om HP ePrint te kunnen gebruiken:
Een computer of mobiel apparaat met internet- en e-mailfuncties
Een printer met HP ePrint waarop webservices is ingeschakeld
Tip Voor meer informatie over het beheren en configureren van HP ePrint instellingen en over de nieuwste functies bezoekt u ePrintCenter
www.eprintcenter.com).
(
Afdrukken met behulp van HP ePrint
Voer de volgende stappen uit om documenten af te drukken met behulp van HP ePrint:
1. Open uw e-mailtoepassing op uw computer of mobiele apparaat.
Opmerking Raadpleeg de documentatie die is geleverd bij de toepassing voor
meer informatie over het gebruik van de e-mailtoepassing op uw computer of mobiele apparaat.
2. Maak een nieuw e-mailbericht en voeg vervolgens het bestand bij dat u wilt
afdrukken. Zie
Specificaties van webservices en website van HP voor een lijst met bestanden die kunnen worden afgedrukt met behulp van HP ePrint en de te volgen richtlijnen bij het gebruik van HP ePrint.
3. Voer het e-mailadres van de printer in op de regel 'Aan' van het e-mailbericht en
selecteer de optie om het e-mailbericht te verzenden.
Opmerking Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer het enige adres is op de regel 'Aan' van het e-mailbericht. Als er andere e-mailadressen staan op de regel 'Aan' worden de bijlagen die u verstuurt, mogelijk niet afgedrukt.
Het e-mailadres van de printer opzoeken
Voer de volgende stappen uit voor het weergeven van het e-mailadres van de HP ePrint printer:
1.
Ga naar het beginscherm en raak
(HP ePrint) aan.
2. Het e-mailadres van de printer verschijnt op het display.
Tip Druk op Afdrukken om het e-mailadres af te drukken.
HP ePrint uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint uit te schakelen:
1.
Ga naar het beginscherm, raak
(HP ePrint) aan en raak vervolgens
Instellingen aan.
2. Raak ePrint aan en raak vervolgens Uit aan.
Opmerking Zie Webservices verwijderen voor het verwijderen van alle
webservices.
Werken met webservices 95
Hoofdstuk 7

Printer Apps

Met Printer Apps kunt u snel vooraf opgemaakte webinhoud zoeken en afdrukken, rechtstreeks via uw printer.
Printer Apps gebruiken
Om de Printer Apps te gebruiken op uw printer, raakt u op het bedieningspaneel van de printer Apps aan. Raak daarna de Printer App aan die u wilt gebruiken.
Ga voor meer informatie over afzonderlijke Printer Apps naar (
Printer Apps beheren
U kunt uw Printer Apps beheren via ePrintCenter. U kunt Printer Apps toevoegen, configureren of verwijderen, of de volgorde wijzigen waarin deze op het display van de printer worden weergegeven.
Printer Apps uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om Printer Apps uit te schakelen:
1.
2. Raak Apps aan en raak vervolgens Uit aan.
www.eprintcenter.com).
Opmerking Als u de Printer Apps wilt beheren via ePrintCenter, maakt u een account bij ePrintCenter en voegt u uw printer toe. Zie voor meer informatie (
www.eprintcenter.com.
Ga naar het beginscherm, raak Instellingen aan.
(HP ePrint) aan en raak vervolgens
Opmerking Zie Webservices verwijderen voor het verwijderen van alle webservices.

Webservices verwijderen

Voer de volgende stappen uit om webservices te verwijderen:
1.
Raak op het bedieningspaneel van de printer vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Webservices verwijderen aan.
96 Webservices
(HP ePrint) aan en raak
Loading...