De informatie in dit document kan
zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling
van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard,
met uitzondering van wat is
toegestaan onder de wet op de
auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en
services is vastgelegd in de
garantieverklaringen bij de betreffende
producten. Niets in dit document mag
worden opgevat als aanvullende
garantiebepaling. HP kan niet
aansprakelijk worden gehouden voor
technische of redactionele fouten of
omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows, Windows XP en Windows
XP zijn in de V.S. gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft
Corporation.
ENERGY STAR en het ENERGY
STAR-logo zijn in de VS
gedeponeerde handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik
van dit product. Op deze manier
beperkt u het risico van verwondingen
door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de
printerdocumentatie hebt gelezen en
begrepen.
2. Neem alle op dit product vermelde
waarschuwingen en instructies in acht.
3. Haal de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact voordat u dit product
reinigt.
4. Plaats of gebruik dit product niet in
de buurt van water of als u nat bent.
5. Zorg dat het product stevig op een
stabiel oppervlak staat.
6. Zet het product op een veilige
plaats waar niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan struikelen
en waar het netsnoer niet kan worden
beschadigd.
Een probleem oplossen als het
7. Zie
product niet naar behoren werkt.
8. Dit product bevat geen door de
gebruiker te onderhouden onderdelen.
Laat onderhoudswerkzaamheden over
aan erkende onderhoudsmonteurs.
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal
functies die de printer toegankelijk
maken voor gebruikers met bepaalde
handicaps.
Visuele handicap
De printersoftware is geschikt voor
gebruikers met een visuele handicap
of verminderd zicht dankzij de
toegankelijkheidsopties en -functie van
het besturingssysteem. Bovendien zijn
er ondersteunende technieken
beschikbaar voor gebruikers met een
visuele beperking, zoals schermlezers,
braillelezers en
spraakherkenningstechnologie.
Speciaal voor gebruikers die
kleurenblind zijn, zijn de gekleurde
knoppen en tabbladen in de software
en op het bedieningspaneel van de
printer voorzien van korte tekst of
pictogramlabels die de functie ervan
aangegeven.
Mobiliteit
Gebruikers met een
mobiliteitsbeperking kunnen de
functies van de printersoftware
uitvoeren door middel van
toetscombinaties. De
toegankelijkheidsopties van Windows
zoals Plaktoetsen, Schakeltoetsen en
Muistoetsen worden ook door de
software ondersteund. De
printerkleppen, knoppen, papierladen
en papiergeleiders kunnen bediend
worden met beperkte kracht en
beperkt bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de
toegankelijkheid van dit product en
HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de
website van HP op
accessibility.
Voor informatie over de
toegankelijkheid op Mac OS X gaat u
naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility.
In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen
van problemen.
•
Toegankelijkheid
•
Eco
De onderdelen van de printer kennen
•
•
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
•
Het modelnummer van de printer vinden
•
Afdrukmateriaal selecteren
Een origineel op de glasplaat leggen
•
•
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
Afdrukmateriaal plaatsen
•
•
Een geheugenapparaat plaatsen
•
De accessoires installeren
Onderhoud van de printer
•
•
De printer uitschakelen
Opmerking Indien u de printer gebruikt met een computer onder Windows XP
Starter Edition, Windows Vista Starter Edition of Windows 7 Starter Edition, zijn
bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar. Zie
informatie.
Systeemvereisten voor meer
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor
gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De software van HP die bij de printer wordt geleverd, is toegankelijk voor gebruikers
met een visuele handicap of verminderd zicht via de toegankelijkheidsopties en
ϣfuncties van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de meeste
technologische hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en
spraakϣnaarϣtekstϣtoepassingen. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de
gekleurde knoppen en tabbladen in de HP-software en op het bedieningspaneel van
de printer voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software
worden uitgevoerd via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de
toegankelijkheidsopties van Windows zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en
MouseKeys. De printerkleppen, knoppen, papierladen en papiergeleiders kunnen
bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
10Aan de slag
Eco
Meer informatie over de toegankelijkheid van deze printer en HP's streven naar
optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
accessibility.
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van
Apple op
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op
milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op
hergebruik. Zie
HP zet zich ervoor in om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen.
HP biedt deze functies om u te helpen letten op manieren waarop u de effecten van uw
afdrukkeuzes kunt evalueren en beperken.
Ga naar
de milieu-initiatieven van HP.
Energiebeheer
Ga als volgt te werk om elektriciteit te besparen:
•Schakel de slaapstandfunctie van de printer in en selecteer de optie met de kortste
•Gebruik de printerfunctie Planning Aan/Uit en selecteer de dagen en tijden waarop
•Kies een diminstelling om de helderheid van het scherm aan te passen. Om deze
www.apple.com/accessibility.
Programma voor milieubehoud voor meer informatie.
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/ voor meer informatie over
wachttijd. Als de printer tijdens de duur van deze wachttijd niet is gebruikt, treedt de
stroombesparingsstand in werking. Om deze functie te configureren, raakt u de
(Eco-knop) op het bedieningspaneel van de printer aan. Raak daarna
Slaapstand aan en daarna de gewenste optie.
u de printer automatisch wilt in- en uitschakelen. U kunt bijvoorbeeld instellen dat
de printer van maandag t/m vrijdag om 8 uur ´s morgens wordt ingeschakeld en om
8 uur ´s avonds wordt uitgeschakeld. Op deze manier bespaart u ´s nachts en
tijdens het weekend energie. Om deze functie te configureren, raakt u de
(Eco-knop) op het bedieningspaneel van de printer aan. Raak daarna
Planning Aan/Uit aan en stel de tijd in voor het in- en uitschakelen van de printer.
functie te configureren, raakt u de
van de printer aan. Raak daarna Schermhelderheid aan en selecteer de
gewenste optie.
(Eco-knop) op het bedieningspaneel
www.hp.com/
Opmerking De printerfuncties Slaapstand en Planning Aan/Uit zijn tijdelijk niet
beschikbaar bij één of meer ontbrekende inktcartridges. De functies zijn weer
beschikbaar nadat u de inktcartridge opnieuw hebt geïnstalleerd.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als een of meer
printcartridges ontbreken.
Printerbenodigdheden besparen
Eco11
Hoofdstuk 1
Om te besparen op printerbenodigdheden zoals inkt en papier kunt u het volgende
doen:
•Kies een Concept-instelling als afdrukmodus. Bij concepten wordt minder inkt
gebruikt.
•Reinig de printkop alleen als dat echt nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de
levensduur van de printcartridges.
•Verminder uw papiergebruik door dubbelzijdig af te drukken. Als de printer een HPaccessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) heeft,
raadpleegt u
u eerst alleen de oneven genummerde pagina’s afdrukken, de pagina’s omdraaien
en vervolgens alleen de even genummerde pagina’s afdrukken.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken). Zo niet, dan kunt
De onderdelen van de printer kennen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Vooraanzicht
Ruimte voor printerbenodigdheden
•
•
Achteraanzicht
Vooraanzicht
12
1
2
3
5
4
1Automatische documentinvoer (ADF)
2Scannerglasplaat
3Uitvoerlade
4USB-poort (universele seriële bus) voorzijde
6
11
10
9
8
7
12Aan de slag
(vervolg)
5Geheugenkaartsleuven
6Verlengstuk van uitvoerlade
7Lade 1
8
9Scherm van het bedieningspaneel (verschilt afhankelijk van het printermodel dat u bezit)
10Bedieningspaneel (verschilt afhankelijk van het printermodel dat u bezit)
11Documentinvoerlade
12Breedtegeleiders
(Aan/uit-knop)
Ruimte voor printerbenodigdheden
1Toegangsklep inktcartridge
2Inktcartridges
3Printkopvergrendeling
4Printkop
Achteraanzicht
4
3
2
1
De onderdelen van de printer kennen13
Hoofdstuk 1
1Faxpoort (1-LINE)
2Faxpoort (2-EXT)
3Ethernet-netwerkpoort
4USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan
5Stroomaansluiting
6Automatisch accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid)
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Overzicht knoppen en lampjes
•
Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel
Printerinstellingen wijzigen
•
Overzicht knoppen en lampjes
In de volgende diagrammen en de bijbehorende tabellen vindt u een korte beschrijving
van de functies op het bedieningspaneel voor elk printermodel. Zie
van de printer vinden voor meer informatie.
Het modelnummer
HP Officejet Pro 8600
1324
9
8
675
LabelNaam en beschrijving
1Knop Beginscherm: brengt u vanuit elk ander scherm terug naar het beginscherm.
2Display bedieningspaneel: raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Zie
3Knop Help: hiermee wordt het helpmenu geopend.
Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel voor meer informatie over de
pictogrammen die op het scherm worden weergegeven.
14Aan de slag
(vervolg)
LabelNaam en beschrijving
4Toetsenblok: gebruik het toetsenblok om getallen en tekst in te geven.
5Pictogram Draadloze verbinding: Het pictogram brandt als de functie voor draadloze
6Knop Annuleren: : hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of sluit u de instellingen af.
7Rechter pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
8Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
9Linker pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
verbinding 802.11 is ingeschakeld.
HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium
12
43
85
76
LabelNaam en beschrijving
1Pictogram Draadloze verbinding: Het pictogram brandt als de functie voor draadloze
2Knop Beginscherm: brengt u vanuit elk ander scherm terug naar het beginscherm.
3Display bedieningspaneel: raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Zie
4Knop Help: hiermee wordt het helpmenu geopend.
5Knop Pijl naar rechts: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
6Knop Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of sluit u instellingen af.
7Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
8Knop Pijl naar links: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
verbinding 802.11 is ingeschakeld.
Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel voor meer informatie over de
pictogrammen die op het scherm worden weergegeven.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken15
Hoofdstuk 1
Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel
PictogramDoel
Dit pictogram geeft aan dat een vaste netwerkverbinding bestaat.
Dit pictogram geeft aan dat een draadloze netwerkverbinding bestaat. De
signaalsterkte wordt aangegeven door het aantal kromme lijntjes. Dit is voor de
infrastructuurmodus. Zie
meer informatie.
Dit pictogram geeft aan dat ePrint is ingeschakeld. Zie HP ePrint voor meer
informatie.
Hiermee opent u een scherm waar u kopieën kunt maken of andere opties kunt
selecteren.
De printer instellen voor draadloze communicatie voor
16Aan de slag
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om een fax te maken of
faxinstellingen te kiezen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om te scannen of
scaninstellingen te wijzigen.
(vervolg)
PictogramDoel
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om met HP Apps te
werken. Zie
Hiermee opent u een scherm waar u opties voor het afdrukken van foto's kunt
aanpassen.
Hiermee geeft u het configuratiescherm weer dat u kunt gebruiken om rapporten
te maken, faxinstellingen en onderhoudsinstellingen te wijzigen en toegang te
krijgen tot het Help-scherm. Als u op het Help-scherm een onderwerp selecteert,
wordt er op uw computerscherm een Help-venster geopend.
Hiermee geeft u het netwerkscherm weer dat u kunt gebruiken voor het
selecteren van netwerkopties.
Printer Apps voor meer informatie.
HP Officejet Pro 8600
model
modellen HP Officejet
Pro 8600 Plus en HP
Met dit pictogram geeft u meer informatie weer over de mogelijkheden van de
printer.
Hiermee geeft u een scherm weer waarop informatie over de inktcartridges wordt
weergegeven, waaronder de vulniveaus. Dit pictogram heeft een rode rand
wanneer een inktcartridge aandacht vereist.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te
schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u
vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen
tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken17
Hoofdstuk 1
(vervolg)
PictogramDoel
Officejet Pro 8600
Premium
Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak
Automatisch beantwoorden aan om de functie in of uit te schakelen. Zie
antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) voor meer informatie.
Hiermee opent u een scherm met informatie over printerfuncties waarmee u kunt
bijdragen aan het behoud van natuurlijke hulpbronnen en de effecten van uw
afdrukkeuzes kunt beperken.
Tip U kunt de instellingen van sommige functies ook vanuit dit scherm
configureren.
Printerinstellingen wijzigen
Gebruik het bedieningspaneel om de modus en instellingen van de printer te wijzigen,
rapporten af te drukken of hulp op te vragen voor de printer.
Tip Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de printerinstellingen
ook wijzigen met HP-softwarehulpprogramma's op de computer, zoals de HPprintersoftware, het HP-hulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver
(EWS). Zie
deze hulpprogramma's.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De modus selecteren
•
Printerinstellingen wijzigen
Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van
De
De modus selecteren
Het hoofdmenu van het scherm van het bedieningspaneel geeft de beschikbare modi
voor de printer weer.
Opmerking Raak de (linkerpijl) of de (rechterpijl:) aan om de beschikbare
modi te bekijken en raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te
selecteren. Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de
taak te voltooien. Het scherm van het bedieningspaneel keert terug naar het
hoofdmenu wanneer de taak is voltooid.
18Aan de slag
Een andere modus selecteren
Raak de knop
(linkerpijl) of de (rechterpijl:) aan om door de beschikbare modi te bladeren en
raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren.
De instellingen van een modus wijzigen
1. Nadat u een modus hebt geselecteerd, raakt u de pijltoetsen aan om de
beschikbare instellingen te doorlopen. Vervolgens raakt u de instelling aan die u
wilt wijzigen.
2. Volg de opdrachten op het scherm om de instellingen te wijzigen en raak dan
Gereed aan.
Opmerking Raak de knop (knop Terug) aan om terug te keren naar het vorige
menu.
Printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties
die beschikbaar zijn in het menu Instellingen:
1. Raak eerst de
2. Raak de pijltjestoetsen aan om door de menu's te bladeren.
3. Raak de menu-items aan om menu's of opties te selecteren.
Opmerking Raak de knop (knop Terug) aan om terug te keren naar het vorige
menu.
(knop Terug) aan om terug te keren naar het hoofdmenu. Raak de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
Het modelnummer van de printer vinden
Naast de modelnaam die op de voorkant van de printer verschijnt, heeft deze printer
een specifiek modelnummer. U kunt dit nummer gebruiken als u contact opneemt met
de klantenservice en om te bepalen welke benodigdheden en accessoires er
beschikbaar zijn voor uw product.
Het modelnummer staat op een label aan de binnenkant van de toegangsklep voor
inktcartridges, in de buurt van de inktcartridges.
Afdrukmateriaal selecteren
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen
voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er
grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste
Afdrukmateriaal selecteren19
Hoofdstuk 1
afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op www.hp.com voor meer informatie over
HP-afdrukmateriaal.
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het
papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de
hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te
voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren,
scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig
papier. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende
gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
•
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
•
Tips voor de keuze en het gebruik van media
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Brochurepapier
HP Professioneel
papier
HP Premium
Presentatiepapier
HP Professioneel
papier
HP Helderwit
inkjetpapier
HP-afdrukpapierHP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
HP Office PaperHP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
HP Office Gerecycled
papier
Papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor
dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is de ideale keuze voor de
productie van marketingmateriaal van professionele kwaliteit, zoals
brochures en mailings, en voor zakelijke illustraties op de omslagen
van bedrijfsrapporten en kalenders.
Dit zware papier met aan beide zijden een mat gecoate laag is
perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven.
Ze zijn heavyweight en bieden daardoor een indrukwekkende
hoogwaardige uitstraling.
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp
afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig
afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten
en folders. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
Hiermee maakt u documenten die er veel professioneler uitzien dan
documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt.
Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en
levendiger kleuren.
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse
documenten. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge
kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLoktechnologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere
kleuren.
20Aan de slag
(vervolg)
HP Premium Plus
fotopapier
HP Advanced
fotopapier
HP Everyday
Fotopapier
HP Iron-On TransfersHP Opstrijkpatronen (voor gekleurd textiel of voor lichtgekleurd of wit
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's
van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende,
veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen,
vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x
18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte
glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking.
Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en
vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in
verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x
6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend
of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame
documenten.
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier
dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semiglanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch and 10x15 cm. Het
is zuurvrij voor duurzame documenten.
textiel) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen T-shirts
met uw digitale foto's.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio
bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP premium plus
fotopapier
HP Advanced
fotopapier
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's
van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende,
veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen,
vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x
18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte
glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking.
Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en
vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in
verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10x15 cm (4x6
inch), 13x18 cm (5x7 inch), en met twee afwerkingen – glanzend of
zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame
documenten.
Afdrukmateriaal selecteren21
Hoofdstuk 1
(vervolg)
HP Everyday
Fotopapier
HP Photo Value Packs: HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktcartridges van
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier
dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semiglanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch en 10x15 cm. Het
is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP en HP Advanced Photo Papier bevatten waardoor u tijd bespaart
en u niet meer hoeft na te denken over het afdrukken van betaalbare
professionele foto's met uw HP-printer. Originele HP-inkt en HP
Advanced Photo Papier zijn op elkaar afgestemd zodat de
levensduur van uw foto's wordt verlengd en uw foto's, afdruk na
afdruk, levendig zijn. Zeer geschikt voor het afdrukken van een
vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Tips voor de keuze en het gebruik van media
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
•Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
•Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische
documentinvoer (ADF).
•Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer
(ADF) plaatsen voor meer informatie.
•Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
•Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te
vermijden, moet u de volgende papiersoorten niet in de lades of de ADF plaatsen:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
Afdrukmateriaal plaatsen of Een
22Aan de slag
Opmerking Om documenten met pagina's die niet conform deze richtlijnen
zijn te scannen, te kopiëren of te faxen, gebruikt u de glasplaat van de scanner.
Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie.
Zie
Een origineel op de glasplaat leggen
U kunt originelen van maximaal A4- of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door
ze op de glasplaat te leggen.
Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en
klep niet schoon zijn. Zie
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen.
1. Til de scannerklep op.
2. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag.
Tip Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij
het plaatsen van originelen.
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
3. Sluit de klep.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen
U kunt een enkelzijdig document met een enkele pagina of meerdere pagina's van A4of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door het document in de automatische
invoerlade te plaatsen.
Let op Geen foto's laden in de ADF; daarmee kunnen uw foto's beschadigd
raken. Gebruik alleen media die door de printer worden ondersteund. Zie
de keuze en het gebruik van media voor meer informatie.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen23
Tips voor
Hoofdstuk 1
Opmerking Alleen enkelzijdige documenten van A4- of Letter-formaat kunnen
worden gescand, gekopieerd of gefaxt met de ADF. De ADF ondersteunt geen
dubbelzijdige documenten of andere papierformaten.
Opmerking Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina,
werken niet wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de
glasplaat leggen.
De documentinvoerlade kan, afhankelijk van het printermodel, maximaal 35 of 50
vellen standaardpapier van A4- of Letterformaat bevatten.
Een origineel in de documentinvoerlade plaatsen
Gebruik deze stappen om een document te plaatsen in de automatische invoerlade.
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoerlade.
Plaats de pagina's zodat de bovenkant van het document eerst wordt ingevoerd.
Schuif het materiaal in de automatische documentinvoer totdat u een pieptoon
hoort of een bericht op het scherm ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's zijn
gedetecteerd.
Tip Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het laden
van originelen in de automatische documentinvoer.
2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand
van het medium komen.
Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep
van de printer optilt.
Afdrukmateriaal plaatsen
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Enveloppen plaatsen
•
24Aan de slag
•Kaarten en fotopapier plaatsen
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
•
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Media laden
Plaats afdrukmateriaal met een standaardformaat aan de hand van deze instructies.
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Afdrukmateriaal plaatsen25
Hoofdstuk 1
Enveloppen plaatsen
Enveloppen plaatsen
Plaats een envelop volgens deze instructies.
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
2. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding.
Zorg ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de
lade aangeeft.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
26Aan de slag
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
Kaarten en fotopapier plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Afdrukmateriaal met aangepast formaat laden
Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies.
Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt
ondersteund door de printer. Zie
Opmerking Plaats alleen standaardafdrukmateriaal in lade 2.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Afdrukmateriaal plaatsen27
Hoofdstuk 1
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
28Aan de slag
Een geheugenapparaat plaatsen
Als u een digitale camera hebt waarbij de foto's worden opgeslagen op een
geheugenkaart, kunt u deze geheugenkaart in de printer plaatsen en zo de foto's
afdrukken of opslaan.
Let op Als u een geheugenkaart probeert te verwijderen terwijl deze wordt
gelezen, kan dit de bestanden op de kaart beschadigen. U kunt een kaart alleen
veilig verwijderen als het fotolampje niet knippert. Plaats bovendien nooit meer dan
één geheugenkaart tegelijk omdat ook hierdoor de bestanden op de kaarten
kunnen worden beschadigd.
Opmerking De printer ondersteunt geen gecodeerde geheugenkaarten.
Zie Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer informatie over de
ondersteunde geheugenkaarten.
Een geheugenkaart plaatsen
Volg deze stappen om de geheugenkaart in de printer te plaatsen.
1. Houd de geheugenkaart met het etiket naar boven en de contactpunten in de
richting van de printer.
2. Plaats de geheugenkaart in de desbetreffende kaartsleuf.
Opmerking U kunt niet meer dan een geheugenkaart in de printer plaatsen.
Een opslagapparaat aansluiten
1. Als u een digitale camera aansluit, moet u de USB-modus van de camera
veranderen in de opslagmodus en vervolgens één uiteinde van de USB-kabel op
de camera aansluiten.
Opmerking Verschillende camera's gebruiken verschillende termen voor de
opslagmodus. Sommige camera's hebben bijvoorbeeld een instelling digitale
camera en een instelling schijfstation. In dat geval is de instelling schijfstation
de instelling voor de opslagmodus. Als opslagmodus niet functioneert voor uw
camera, dient u de firmware van de camera misschien bij te werken. Zie de bij
de camera geleverde documentatie voor meer informatie.
2. Sluit het USB-opslagapparaat of het andere uiteinde van de USB-kabel van de
camera aan op de USB-poort van de printer.
Opmerking Als uw USB-apparaat vanwege zijn afmetingen niet in de poort past
of als de connector op het apparaat kleiner is dan 11 millimeter (0,43 inch), moet u
een USB-verlengkabel kopen om het apparaat met die poort te kunnen gebruiken.
Geheugenkaartspecificaties voor meer informatie over ondersteunde USB-
Zie
apparaten.
Een geheugenapparaat plaatsen29
Hoofdstuk 1
De accessoires installeren
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De duplexeenheid installeren
•
Lade 2 installeren
•
Lades configureren
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma
•
De duplexeenheid installeren
U kunt automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken. Zie Afdrukken aan
beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor informatie over het gebruik van de
duplexeenheid.
U installeert u de duplexeenheid als volgt:
Schuif de duplexeenheid in de achterzijde van de printer totdat de eenheid vastklikt.
Druk bij de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid, maar
gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.
Lade 2 installeren
Opmerking Deze functie is beschikbaar voor sommige modellen van de printer.
Lade 2 kan maximaal 250 vellen normaal papier bevatten. Zie HP-benodigdheden en
accessoires voor bestelinformatie.
Lade 2 installeren als volgt.
1. Pak de lade uit, verwijder verpakkingstape en -materiaal en breng de lade naar de
voorbereide locatie. Het oppervlak moet stevig en vlak zijn.
2. Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los.
30Aan de slag
3. Plaats de printer boven op de lade.
Let op Plaats uw vingers en handen niet aan de onderzijde van de printer.
4. Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan.
5. Activeer lade 2 in het printerstuurprogramma. Zie
Accessoires inschakelen in het
printerstuurprogramma voor meer informatie.
Lade 2 vullen
1. Pak de lade onder aan de voorkant vast en trek de lade uit de printer.
2. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade.
Controleer of de stapel papier overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking In lade 2 kan uitsluitend normaal papier worden geladen.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst.
De accessoires installeren31
Hoofdstuk 1
4. Plaats de lade voorzichtig terug.
5. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Lades configureren
Opmerking Lade 2 is een facultatieve accessoire. Zie Afdrukbenodigdheden
online bestellen voor bestelinformatie.
Om de lades te configureren, moet lade 2 geïnstalleerd en ingeschakeld zijn.
Het afdrukmateriaal wordt standaard uit Papierlade 1 ingevoerd. Als Papierlade 1 leeg
is, wordt het afdrukmateriaal uit Papierlade 2 gehaald (indien geïnstalleerd en voorzien
van afdrukmateriaal). Met de volgende functies kunt u deze standaardwerking wijzigen:
•Ladevergrendeling: hiermee kunt u voorkomen dat speciaal afdrukmateriaal,
zoals afdrukmateriaal met een briefhoofd en voorbedrukt papier, per ongeluk wordt
gebruikt. Als het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken opraakt, wordt geen
materiaal uit een vergrendelde lade gebruikt om de afdruktaak te voltooien.
•Standaardlade: Met deze functie kunt u bepalen welke lade als eerste wordt
gebruikt.
Opmerking Als u de ladevergrendeling en standaard lade-instellingen wilt
gebruiken, moet u de optie voor automatische ladeselectie selecteren in de
printersoftware. Als de printer is aangesloten op een netwerk en u een
standaardlade instelt, geldt deze instelling voor alle gebruikers van de printer.
Lade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
32Aan de slag
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende manieren waarop u de
papierlades kunt gebruiken.
Ik wil…Voer de volgende stappen uit
In beide lades hetzelfde afdrukmateriaal
plaatsen en de printer laten overschakelen
naar de tweede lade als de eerste leeg is.
Zowel speciaal afdrukmateriaal (zoals
transparanten of briefpapier) als gewoon
papier in de lades plaatsen.
Afdrukmateriaal in beide lades plaatsen maar
de printer eerst afdrukmateriaal laten halen uit
een specifieke lade.
Plaats het afdrukmateriaal in lade 1 en
•
lade 2. Zie
meer informatie.
Controleer of de ladevergrendeling is
•
uitgeschakeld.
Plaats speciaal afdrukmateriaal in lade 1
•
en gewoon papier in lade 2.
Controleer of lade 2 de standaardlade is.
•
Controleer of de ladevergrendeling is
•
ingesteld voor lade 1.
Plaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade 2.
•
Controleer of de juiste lade als
•
standaardlade is ingesteld.
De lades configureren
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Raak achtereenvolgens de
(rechterpijl:) aan, Configuratie en Voorkeuren, en
selecteer vervolgens Standaardlade of Ladevergrendeling.
3. Klik na het veranderen van de gewenste lade-instellingen op OK of Toepassen.
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma
•Accessoires inschakelen (Windows)
•
Accessoires inschakelen (Mac OS X)
Afdrukmateriaal plaatsen voor
Accessoires inschakelen (Windows)
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op
Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op het accessoire dat u wiltinschakelen, klik in het vervolgmenu op Geïnstalleerd en klik vervolgens op OK.
Accessoires inschakelen (Mac OS X)
Mac OS X schakelt in het printerstuurprogramma automatisch alle accessoires in
wanneer u de printersoftware installeert. Neem de volgende stappen als u later een
nieuw accessoire toevoegt:
1. Open deSysteemvoorkeuren en selecteer Afdrukken en faxen.
2. Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op Opties en
benodigdheden.
De accessoires installeren33
Hoofdstuk 1
3. Klik op het tabblad Driver.
4. Selecteer de opties die u wilt installeren en klik op OK.
Onderhoud van de printer
Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer
optimaal blijft functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover
nodig.
•
De glasplaat van de scanner reinigen
•
De buitenkant reinigen
•
De automatische documentinvoer reinigen
De glasplaat van de scanner reinigen
Opmerking Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de
scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en
een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van
kopieën aan een bepaald paginaformaat.
De glasplaat van de scanner reinigen
1. Zet de printer uit. Zie
2. Til de scannerklep op.
De printer uitschakelen voor meer informatie.
34Aan de slag
3. Reinig het glas en de glasstrip met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht
glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en
pluisvrije doek.
Let op De glasplaat van de scanner alleen reinigen met een
glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met
schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die
kunnen de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan
strepen achterlaten op de glasplaat.
Let op Het glasreinigingsmiddel niet rechtstreeks aanbrengen op de glasplaat.
Als teveel glasreinigingsmiddel wordt aangebracht, kan dit onder de glasplaat
lekken en de scanner beschadigen.
4. Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
De buitenkant reinigen
Waarschuwing Voordat u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken
op de
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te
verwijderen. De buitenkant van de printer hoeft niet te worden gereinigd. Zorg ervoor
dat er geen vloeistoffen in de printer of op het bedieningspaneel van de printer
terechtkomen.
(Aan/uit-knop). Haal het netsnoer uit het stopcontact.
De automatische documentinvoer reinigen
Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze
geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
Onderhoud van de printer35
Hoofdstuk 1
Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te
kunnen, reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep.
De rollers of het scheidingskussen reinigen
1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader.
2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1).
Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3).
2
3
11
1 Klep van de automatische documentinvoer
2Rollen
3 Scheidingskussen
3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de
overtollige vloeistof uit de doek.
4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
Opmerking Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van
gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
5. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
2
3
De printer uitschakelen
Schakel de printer uit door op de (Aan/uit-knop) op het apparaat te drukken. Wacht
tot het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
Let op Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de
printcartridges mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met
de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als een of meer
printcartridges ontbreken.
36Aan de slag
2Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch
afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit
wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies
wilt gebruiken. Voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen
voor uw documenten, zie
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Afdrukmateriaal selecteren.
Documenten afdrukken
Brochures afdrukken
Afdrukken op enveloppen
Foto's afdrukken
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal
formaat
Documenten afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Documenten afdrukken (Windows)
•
Documenten afdrukken (Mac OS X)
Opmerking Druk e-mailberichten en bijlagen af met behulp van de ePrint-functie
van HP. Zie
Documenten afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
HP ePrint voor meer informatie.
Documenten zonder rand afdrukken
Afdrukken37
Hoofdstuk 2
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op de
knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af
te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien aanwezig).
6. Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in overeenstemming
met uw project.
Opmerking Indien u geen opties ziet, klikt u op het blauwe
weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Brochures afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Brochures afdrukken (Windows)
•
Brochures afdrukken (Mac OS X)
Opmerking Druk e-mailberichten en bijlagen af met behulp van de ePrint-functie
van HP. Zie
38Afdrukken
HP ePrint voor meer informatie.
Brochures afdrukken (Windows)
Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd
om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie
printerbeheer voor meer informatie over de HP-software.
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op de
knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af
te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Brochures afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Hulpprogramma's
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
•Papiersoort: de juiste soort brochurepapier
•Kwaliteit:Normaal of Optimaal
Opmerking Indien u deze opties niet ziet, klikt u op het blauwe
weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Brochures afdrukken39
Hoofdstuk 2
Afdrukken op enveloppen
Gebruik geen enveloppen met de volgende kenmerken:
•zeer gladde afwerking
•zelfklevende randen, sluitingen of vensters.
•dik, onregelmatig of gekrulde hoeken
•gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde gedeelten
Zorg ervoor dat de vouwen in de enveloppen die u in de printer plaatst, scherp zijn.
Opmerking Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de
documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Afdrukken op enveloppen (Windows)
•
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
Afdrukken op enveloppen (Windows)
1. Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig op het tabblad Opmaak de afdrukstand naar Liggend.
6. Klik op Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens de juiste envelopsoort uit devervolgkeuzelijst Papierformaat.
7. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
40Afdrukken
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de
beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt
vinden.
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
1. Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Selecteer de optie Afdrukstand.
Opmerking Indien u deze opties niet ziet, klikt u op het blauweweergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Foto's afdrukken
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen,
waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op
te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
Foto´s afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
•
•
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat
Opmerking Druk e-mailberichten en bijlagen af met behulp van de ePrint-functie
van HP. Zie
HP ePrint voor meer informatie.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt u op de optie om het dialoogvenster
Eigenschappen van de printer te openen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Selecteer op het tabblad Papier/kwaliteit in het vervolgmenu Afdrukmateriaal het
juiste type fotopapier.
Foto's afdrukken41
Hoofdstuk 2
6. Klik op Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in het vervolgmenu
Uitvoerkwaliteit.
7. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het vervolgmenu Grijswaarde en
selecteert u een van de volgende opties:
•Hoge kwaliteit grijswaarde: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af
te drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze
schakeringen.
•Alleen zwarte inkt: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in
grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende
patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
8. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Foto´s afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
•Papiersoort: Het juiste type fotopapier
•Kwaliteit:Optimaal of Maximum dpi
42Afdrukken
Opmerking Indien u deze opties niet ziet, klikt u op het blauwe
weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
7. Wijzig indien nodig de opties voor foto's en kleuren:
a. Klik op het driehoekje naast Kleurenopties en selecteer de juiste opties onder
Foto herstellen:
•Uit: geen automatisch aanpassingen aan de afbeelding.
•Normaal: de afbeelding wordt automatisch scherpgesteld; de scherpte van
de afbeelding wordt enigszins aangepast.
b. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op Grijswaarde in het
vervolgkeuzemenu Kleur en selecteert u vervolgens een van de volgende
opties:
•Hoge kwaliteit: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te
drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze
schakeringen.
•Alleen zwarte printcartridge: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te
drukken in grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door
verschillende patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig
beeld.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat
U kunt bovendien een USB-opslagapparaat (zoals een geheugenpen of draagbare
vaste schijf) aansluiten op de USB-poort aan de achterkant van de printer.
Zie
Een geheugenapparaat plaatsen voor meer informatie over het gebruik van
geheugenapparaten.
Let op Als u een geheugenapparaat probeert te verwijderen terwijl de printer
bezig is met het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op het apparaat
beschadigd raken. U kunt een geheugenkaart alleen veilig verwijderen als het
statuslampje niet knippert.
Geselecteerde foto's afdrukken
Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar als het geheugenapparaat geen
DPOF-inhoud bevat.
1. Plaats het geheugenapparaat in de juiste sleuf van de printer. Op het scherm van
het bedieningspaneel verschijnt het fotoscherm.
2. Raak Weergeven & afdrukken aan. De foto's worden weergegeven.
3. Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel voor het selecteren, bewerken en
afdrukken van de foto's.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat
eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het
papierformaat in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van
bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op een
aangepast papierformaat.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat43
Hoofdstuk 2
Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Zie
Opmerking Speciale papierformaten definiëren vanuit de
beeldbewerkingssoftware van HP is alleen beschikbaar op Mac OS X.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
•
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Opmerking Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het
aangepaste formaat instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie
voor instructies
1. Laad het juiste papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papierverwerking.
7. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan
papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik in het programma van waaruit u wilt afdrukken in het menu Bestand op
Pagina-instelling en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in
het pop-upmenu Formaat voor.
-ofKlik in het programma van waaruit u wilt afdrukken in het menu Bestand op
Afdrukken en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd.
44Afdrukken
3. Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu Papierformaat.
Opmerking Indien u deze opties niet ziet in het dialoogvenster Afdrukken,
klikt u op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
4. Klik op het +-teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos en typ een naam
voor het nieuwe aangepaste formaat.
5. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges
in, indien u die wilt aanpassen.
6. Klik op OK.
Documenten zonder rand afdrukken
Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten
fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Opmerking U kunt geen document zonder rand afdrukken als de papiersoort is
ingesteld op Normaal papier.
Opmerking Open voordat u een document zonder rand afdrukt het bestand in
een softwaretoepassing en geef het formaat van de afbeelding op. Zorg ervoor dat
het formaat overeenkomt met het papierformaat waarop u de afbeelding afdrukt.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)
Documenten zonder randen afdrukken (Mac OS X)
•
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en klik vervolgens op de knop Geavanceerd.
6. Klik in de optie Afdrukken zonder rand op Afdrukken zonder rand en klikvervolgens op OK.
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal de juiste papiersoort.
8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten zonder rand afdrukken45
Hoofdstuk 2
Documenten zonder randen afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat zonder rand:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer een papierformaat zonder rand in het pop-upmenu Papierformaat en
klik vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
•Papiersoort: De juiste papiersoort
•Kwaliteit:Optimaal of Maximum dpi
Opmerking Indien u deze opties niet ziet, klikt u op het blauwe
weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
7. Zorg dat het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
8. Klik indien nodig op het driehoekje naast Kleurenopties en selecteer de juiste
opties onder Foto herstellen:
•Uit: geen automatisch aanpassingen aan de afbeelding.
•Normaal: de afbeelding wordt automatisch scherp gesteld; de scherpte van de
afbeelding wordt enigszins aangepast.
9. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
HP ePrint
Met HP ePrint kunt u overal en op elk gewenst moment afdrukken vanaf mobiele
apparaten met een e-mailverbinding zoals mobiele telefoons en netbooks, andere
mobiele apparaten of traditionele desktops met een e-mailclient. Met de service van uw
mobiele apparaat en de webdiensten van de printer kunt u documenten afdrukken op
een printer die naast u staat of die zich bijvoorbeeld duizend kilometer verderop
bevindt.
Als u de HP ePrint-service wilt gebruiken, hebt u het volgende nodig:
•Een printer waarop HP ePrint is ingeschakeld en die is verbonden met internet (via
•Een apparaat waarmee e-mailberichten kunnen worden verstuurd en ontvangen
Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel van de printer om de webservices van
de printer in te schakelen en te configureren. Zie
meer informatie.
46Afdrukken
een Ethernet-kabel of een draadloze verbinding)
www.hp.com/go/ePrintCenter voor
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op een vel afdrukmateriaal met het HPaccessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid).
Opmerking Voor dubbelzijdig afdrukken moet een HP-accessoire voor
automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn
geïnstalleerd.
Tip U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven genummerde
pagina’s af te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de even
genummerde pagina’s af te drukken.
Dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct wordt geplaatst. Zie
installeren voor meer informatie.
3. Zorg dat het document is geopend, klik op Afdrukken in het menu Bestand en
selecteer vervolgens onder de opties voor Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad
Indeling de optie Over lange zijde omslaan of de optie Over korte zijde
omslaan.
4. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
5. Druk het document af.
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct wordt geplaatst. Zie
installeren voor meer informatie.
3. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
De duplexeenheid
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
De duplexeenheid
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 4.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu
Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
4. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
5. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
6. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien aanwezig).
Opmerking Mogelijk moet u de papierformaatoptie Marges voor
dubbelzijdig afdrukken selecteren.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)47
Hoofdstuk 2
7. Klik in het pop-upmenu Dubbelzijdig afdrukken op Afdrukken op beide zijden,
en klik op de juiste bindopties voor het document.
-ofKlik op het pop-upmenu Lay-out en selecteer de juiste bindopties voor het
document in het pop-upmenu Afdrukken op beide zijden.
Opmerking Indien u geen opties ziet, klikt u op het blauwe
weergavedriehoekje naast het pop-upmenu Printer.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
48Afdrukken
3Scannen
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer documenten, foto's en andere
originelen scannen en deze naar verschillende bestemmingen verzenden, zoals een
map op een computer. U kunt deze originelen ook scannen met de HP-software die bij
de printer is geleverd en TWAIN-compatibele of WIA-compatibele programma's op een
computer.
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren
naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Opmerking De HP-scansoftware biedt geen ondersteuning voor scannen via
TWAIN en WIA op computers die werken met MAC OS X.
Opmerking Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de HPsoftware hebt geïnstalleerd.
Tip Zie Scanproblemen oplossen als u problemen hebt met het scannen van
documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een origineel scannen
•
Scannen met Webscan
Documenten scannen als bewerkbare tekst
•
Een origineel scannen
Opmerking Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Opmerking Indien u een origineel scant vanuit het bedieningspaneel van de
printer of vanuit uw computer met de HP-printersoftware, dan moet de HP-software
die bij de printer is geleverd ook op uw computer zijn geïnstalleerd en werken
voordat u scant.
Opmerking Als u een origineel scant zonder randen, plaats dan het origineel op
de glasplaat van de scanner, niet in de ADF-invoerlade.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Scannen naar een computer
•
Scannen naar een geheugenkaart
•
Scannen49
Hoofdstuk 3
Scannen naar een computer
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de
printer
Opmerking Als u een Windows-computer gebruikt, klikt u vanuit het bureaublad
van de computer op Start. Selecteer Programma's of Alle programma's,
selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer de optie voor uw HP-printer.
Dubbelklik op Scantaken, dubbelklik op Scannen naar computer en klik
vervolgens op Inschakelen.
Gebruik deze stappen om vanuit het bedieningspaneel te scannen.
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en selecteer Computer.
3. Raak Documenttype aan om het documenttype te selecteren dat u wilt opslaan.Raak Resolutie aan om de instelling van de scanresolutie te wijzigen.
4. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5. Raak Scan starten aan.
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de HP-scansoftware op de computer:
•Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en
selecteer vervolgens HP Scan.
•Mac OS X: Dubbelklik op het pictogram HP scans 3. U vindt dit pictogram in de
map Hewlett-Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de
harde schijf.
3. Kies een snelkoppeling voor scannen. Wijzig indien nodig de scaninstellingen.
4. Klik op Scannen om het scannen te starten.
50Scannen
Opmerking Raadpleeg de online-Help die bij de scansoftware is geleverd, voor
meer informatie.
Opmerking U kunt de HP-software gebruiken om documenten te scannen als
bewerkbare tekst, zodat u in het gescande document tekst kunt zoeken, kopiëren,
plakken en bewerken. Met deze indeling kunt u brieven, krantenknipsels en vele
andere documenten bewerken. Zie
Documenten scannen als bewerkbare tekst
voor meer informatie.
Scannen naar een geheugenkaart
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer rechtstreeks naar een
geheugenkaart scannen zonder een computer of de HP-software die bij de printer is
geleverd, te gebruiken.
Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van
de printer
Gebruik deze stappen om een origineel naar een geheugenkaart te scannen.
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Een geheugenkaart plaatsen. Zie
informatie.
3. Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat.
4. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5. Raak Scan starten aan.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Zie
tekst voor meer informatie.
Scannen met Webscan
Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en
documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser.
Deze functie is beschikbaar ook al is er op uw computer geen printersoftware
geïnstalleerd.
Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Een geheugenapparaat plaatsen voor meer
Documenten scannen als bewerkbare
Opmerking Als u Webscan niet kunt openen in de EWS, is deze optie wellicht
uitgeschakeld door uw netwerkbeheerder. Neem contact op met uw
netwerkbeheerder of met de persoon die uw netwerk heeft ingesteld voor meer
informatie.
Een scan maken met Webscan
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de geïntegreerde webserver. Zie
informatie.
3. Klik op het tabblad Scannen, klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig eventueel
de instellingen en klik vervolgens op Scannen starten.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Zie
tekst voor meer informatie.
Geïntegreerde webserver voor meer
Documenten scannen als bewerkbare
Scannen met Webscan51
Hoofdstuk 3
Documenten scannen als bewerkbare tekst
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren
naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee
kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Documenten scannen als bewerkbare tekst
•
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens
HP Scan.
3. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
4. Klik op Scannen en volg de aanwijzingen op het scherm om de scan te starten.
52Scannen
Ik wil…Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige
opmaak uit het originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de
opmaak van het originele document
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en
selecteer vervolgens Text (.txt) in het
vervolgmenu Bestandstype.
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en
selecteer vervolgens Rich Text (.rtf) in het
vervolgmenu Bestandstype.
of
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als PDF en selecteer vervolgens
Doorzoekbare PDF (.pdf) in hetvervolgmenu Bestandstype.
Mac OS X
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de map HewlettPackard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
3. Klik in het menu HP Scan op Voorkeuren.
4. Selecteer Documenten in het pop-upmenu Voorinstellingen.
5. Klik op Scannen om het scannen te starten.
6. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil…Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige
opmaak uit het originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de
opmaak van het originele document
Selecteer TXT in het pop-upmenu Indeling.
Selecteer RTF of PDF-doorzoekbaar in het
pop-upmenu Indeling.
7. Klik op Bewaar.
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat de software uw documenten goed kan
converteren:
•Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het ADI-venster schoon is.
Wanneer u de printer gebruikt om documenten te scannen, worden vegen of stof
op de glasplaat of het ADI-venster mogelijk ook gescand waardoor de software het
document niet meer goed kan converteren naar bewerkbare tekst.
•Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst
Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst vanuit de ADI, moet het
origineel in de ADI worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te
scannen tekst naar boven. Wanneer u scant vanaf de glasplaat van de scanner,
moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst met de bovenrand naar de
rechterkant van de glasplaat.
Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie
de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen voor meer informatie.
•Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt.
Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het
origineel duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit. De volgende
omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed kan
converteren:
De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld.
De tekst is te klein.
De structuur van het document is te complex.
Een origineel op
Documenten scannen als bewerkbare tekst53
Hoofdstuk 3
De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door
het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden
gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden
weergegeven als "m".
De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de
voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
•Kies het juiste profiel.
Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare
tekst mogelijk is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale
kwaliteit krijgt voor de OCR-scan. Gebruik in Windows de snelkoppelingen
Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF. Gebruik in Mac OS X de
voorinstelling Documenten.
•Sla het bestand op met de juiste indeling.
Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het
oorspronkelijke document over te nemen, selecteert u een indeling voor kale tekst
(zoals Text (.txt) of TXT). Als u de tekst wilt ophalen inclusief enige opmaak uit het
oorspronkelijke document, selecteert u Rich Text Format (bijvoorbeeld Rich Text
(.rtf) of RTF) of een doorzoekbare PDF-indeling (Doorzoekbaar PDF (.pdf) of
PDF-doorzoekbaar).
54Scannen
4HP Digital Solutions
De printer omvat een verzameling digitale oplossingen die u kunnen helpen om uw
werk te vereenvoudigen en te stroomlijnen. Deze digitale oplossingen omvatten het
volgende:
•HP Directe digitale overdracht (inclusief Scannen naar netwerkmap en Naar e-mail
scannen)
•HP Digitale fax (inclusief Fax verzenden naar netwerkmap en Fax verzenden naar
e-mail)
Opmerking De functies Scannen naar e-mail en Fax verzenden naar e-mail
worden alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro
8600 Premium.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Wat zijn HP Digital Solutions?
Vereisten
•
•
Set up HP Digital Solutions
•
De HP Digital Solutions gebruiken
Wat zijn HP Digital Solutions?
HP Digital Solutions zijn hulpprogramma's die worden meegeleverd met deze printer
en die u kunnen helpen om uw productiviteit op kantoor te verbeteren.
HP Direct digitaal archief
HP Directe digitale overdracht biedt krachtige scanmogelijkheden voor kantoor en ook
belangrijke veelzijdige mogelijkheden voor het beheer van documenten voor meerdere
gebruikers via een netwerk. Met HP Directe digitale overdracht kunt u gewoon naar uw
printer lopen, een knop op het bedieningspaneel van de printer aanraken en
documenten rechtstreeks naar een map op de computer scannen of snel delen met
collega's in de vorm van e-mailbijlagen. En dat allemaal zonder dat u extra
scansoftware hoeft te gebruiken.
Deze gescande documenten kunnen naar een gedeelde netwerkmap worden
verzonden voor persoonlijke of groepstoegang, of naar een of meer e-mailadressen
wanneer u ze snel wilt delen. Daarnaast kunt u ook specifieke scaninstellingen
configureren voor elke scanbestemming waardoor u zeker bent dat de beste
instellingen voor iedere specifieke taak worden gebruikt.
HP Digital Fax
Verlies nooit meer belangrijke faxberichten die u hebt misplaatst in een stapel papier!
Met HP Digitale fax kunt u binnenkomende zwart-witfaxen in een computermap in uw
netwerk op de computer opslaan, zodat u gemakkelijk kunt delen en bewaren. Faxen
kunnen ook worden doorgestuurd via e-mail, wat u de mogelijkheid biedt om ook als u
niet op kantoor bent, op elke gewenste locatie belangrijke faxen te ontvangen.
HP Digital Solutions55
Hoofdstuk 4
Daarenboven kunt u het afdrukken van faxen volledig uitschakelen — hiermee
bespaart u geld op papier en inkt, en vermindert u ook het papierverbruik en -afval.
Vereisten
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt voordat u HP Digital Solutions instelt:
Voor alle HP Digital Solutions
•Een netwerkverbinding
•De HP-software
De printer kan zijn verbonden via een draadloze verbinding of met een Ethernetkabel.
Opmerking Als de printer is verbonden met een USB-kabel, kunt u
documenten scannen naar een computer of scans als bijlagen aan een emailbericht koppelen met de HP-software. Zie
informatie. U kunt faxen ontvangen op de computer met Faxen naar pc of
Faxen naar Mac. Zie
Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) voor meer informatie.
HP raadt u aan om HP Digital Solutions te configureren met behulp van de HPsoftware die bij de printer is geleverd.
Tip Als u HP Digital Solutions wilt configureren zonder de HP-software te
installeren, kunt u de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP
Een origineel scannen voor meer
Voor Scannen naar netwerkmap, Fax naar netwerkmap
•Een actieve netwerkverbinding. U moet zijn aangesloten op het netwerk.
•Een bestaande, gedeelde Windows-map (SMB)
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over
het zoeken van de computernaam.
•Het netwerkadres voor de map
Op computers met Windows zijn netwerkadressen gewoonlijk in volgend formaat
geschreven: \\mijnpc\gedeeldemap\
•De naam van de computer waarin de map is opgenomen.
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over
het zoeken van de computernaam.
•De juiste bevoegdheden voor de gedeelde map
U moet over de schrijfrechten naar de map beschikken.
•Een gebruikersnaam en wachtwoord voor de gedeelde map (indien nodig)
Bijvoorbeeld, de Windows of Mac OS X gebruikersnaam en het wachtwoord dat
wordt gebruikt om zich aan te melden op het netwerk.
Opmerking HP Direct digitaal archief ondersteunt Active Directory niet.
Voor Scannen naar e-mail, Fax naar e-mail
56HP Digital Solutions
Opmerking De functies Scannen naar e-mail en Fax verzenden naar e-mail
worden alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro
8600 Premium.
•Een geldig e-mailadres
•Uitgaande SMTP-serverinformatie
•Een actieve internetaansluiting.
Als u Scannen naar e-mail of Faxen naar e-mail instelt op een computer waarop
Windows wordt uitgevoerd, kan de installatiewizard automatisch de e-mailinstellingen
voor de volgende e-mailtoepassingen detecteren:
•Microsoft Outlook 2003–2007 (Windows XP, Windows Vista en Windows 7)
•Outlook Express (Windows XP)
•Windows Mail (Windows Vista)
•Mozilla Thunderbird (Windows XP, Windows Vista en Windows 7)
•Qualcomm Eudora (versie 7.0 and above) (Windows XP en Windows Vista)
•Netscape (versie 7.0) (Windows XP)
Als uw e-mailtoepassing hierboven echter niet wordt weergegeven, kunt Scannen naar
e-mail en Faxen naar e-mail nog steeds instellen en gebruiken als uw e-mailtoepassing
voldoet aan de vereisten die in dit onderdeel worden opgesomd.
Set up HP Digital Solutions
U kunt de HP Digital Solutions configureren met de HP-software die bij de printer wordt
geleverd. U kunt daarvoor de wizards gebruiken die u kunt openen vanuit de HPprintersoftware (Windows) of het HP-hulpprogramma (Mac OS X).
Tip U kunt ook de EWS (geïntegreerde webserver) van de printer gebruiken om
HP Digital Solutions te configureren. Zie
informatie over het gebruiken van de EWS.
Opmerking Als u de printer gebruikt in een IPv4-netwerkomgeving moet u de
digitale oplossingen met behulp van de EWS installeren.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Set up HP Direct Digital Filing
•
Set up HP Digital Fax
Set up HP Direct Digital Filing
Als u HP Directe digitale overdracht wilt configureren, volgt u de aanwijzingen op die in
uw situatie van toepassing zijn.
Opmerking U kunt deze stappen later ook toepassen voor het wijzigen van
instellingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Scannen-naar-netwerkmap instellen
•
Scannen-naar-e-mail instellen
Geïntegreerde webserver voor meer
Set up HP Digital Solutions57
Hoofdstuk 4
Scannen-naar-netwerkmap instellen
U kunt maximaal 10 doelmappen configureren voor elke printer.
Opmerking Om gebruik te maken van Scannen-naar-netwerkmap moet u de map
die u gebruikt op een netwerkcomputer aangemaakt en geconfigureerd hebben. U
kunt geen map maken vanaf het bedieningspaneel van het HP-apparaat. Zorg er
ook voor dat de mapvoorkeuren zo zijn ingesteld dat u lees- en schrijftoegang hebt
tot de map. Meer informatie over het aanmaken van mappen op het netwerk en het
instellen van mapvoorkeuren vindt u in de documentatie van het besturingssysteem
van uw computer.
Nadat u Scannen naar netwerkmap hebt geconfigureerd, wordt de configuratie door de
HP-software automatisch op de printer opgeslagen.
Als u Scannen naar netwerkmap wilt configureren, voert u de volgende stappen uit
voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Start de HP-printersoftware. Zie
Werkset (Windows) voor meer informatie.
2. Dubbelklik op Scantaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Scannen naar
netwerkmap.
3. Volg de instructies op het scherm.
Opmerking Nadat u doelmappen hebt gemaakt, kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer gebruiken om de scaninstellingen voor deze mappen aan
te passen. Zorg ervoor dat in het laatste venster van de wizard Scannen naar
netwerkmap het selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing is
ingeschakeld. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde webserver in
de standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie
Geïntegreerde
webserver voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma van HP. Zie
informatie.
2. Klik op Scannen naar netwerkmap onder het gedeelte Scaninstellingen en volg
de instructies op het scherm.
Opmerking U kunt de scaninstellingen aanpassen voor elke doelmap.
Ingebouwde webserver (EWS)
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
informatie.
2. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Netwerkmappen instellen.
3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking U kunt de scaninstellingen aanpassen voor elke doelmap.
4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op
Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren
werkt. De invoer wordt toegevoegd aan de lijst Netwerkmap.
58HP Digital Solutions
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
Geïntegreerde webserver voor meer
Scannen-naar-e-mail instellen
U kunt de printer gebruiken om documenten te scannen en deze als bijlagen naar een
of meer e-mailadressen te verzenden, zonder dat u daarvoor extra scansoftware nodig
hebt. U hoeft geen bestanden van uw computer in te scannen en die vervolgens in emailberichten bij te sluiten.
Opmerking De functie Scannen naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
Als u de functie Scannen naar e-mail wilt gebruiken, voert u deze voorbereidende
stappen uit:
Stel de profielen voor uitgaande e-mail in
Configureer het e-mailadres dat verschijnt in het gedeelte VAN in het e-mailbericht dat
door de printer wordt verstuurd. U kunt maximaal 10 profielen voor uitgaande e-mail
toevoegen. U kunt de HP-software die op uw computer is geïnstalleerd, gebruiken om
deze profielen te maken.
Voeg e-mailadressen toe aan het e-mailadresboek
Beheer de lijst van mensen naar wie u e-mailberichten kunt verzenden vanaf de
printer. U kunt maximaal 15 -e-mailadressen van contactpersonen toevoegen, plus de
corresponderende namen. U kunt ook e-mailgroepen maken. Voor het toevoegen van
e-mailadressen moet u de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Configureer de overige e-mailopties
U kunt de standaardtekst voor onderwerp en hoofdtekst configureren voor alle emailberichten die vanaf de printer worden verzonden. Voor het configureren van deze
opties moet u de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Stap 1: Stel de profielen voor uitgaande e-mail in
Als u het profiel voor uitgaande e-mail wilt instellen dat wordt gebruikt door de printer,
voert u de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Start de HP-printersoftware. Zie
Werkset (Windows) voor meer informatie.
2. Dubbelklik op Scantaken en dubbelklik daarna op Wizard Scannen naar e-mail..
3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking Nadat u het profiel voor uitgaande e-mail hebt ingesteld, kunt u met
de geïntegreerde webserver van de printer meer profielen voor uitgaande e-mail
toevoegen, e-mailadressen aan het e-mailadresboek toevoegen en andere emailopties configureren. Als u wilt dat de geïntegreerde webserver automatisch
wordt gestart, moet u ervoor zorgen dat in het laatste venster van de wizard
Scannen naar e-mail het selectievakje Geïntegreerde webserver starten navoltooiing is ingeschakeld. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde
webserver in de standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Set up HP Digital Solutions59
Hoofdstuk 4
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op Scannen-naar-e-mail.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op
Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behorenwerkt. De invoer wordt toegevoegd aan de lijst Profielen voor uitgaande e-mail.
Ingebouwde webserver (EWS)
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Geïntegreerde webserver voor meer
informatie.
2. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Profielen voor uitgaande email.
3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op
Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behorenwerkt. De invoer wordt toegevoegd aan de Lijst profielen voor uitgaande e-mail.
Stap 2: Voeg e-mailadressen toe aan het e-mailadresboek
Als u e-mailadressen aan het e-mailadresboek wilt toevoegen, voert u de volgende
stappen uit:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Geïntegreerde webserver voor meer
informatie.
2. Klik op het tabblad Scannen op E-mailadresboek.
3. Klik op Nieuw als u één e-mailadres wilt toevoegen.
-OfKlik op Groep als u een e-maildistributielijst wilt maken.
Opmerking Voordat u een e-maildistributielijst kunt maken, moet u al ten
minste één e-mailadres aan het e-mailadresboek hebben toegevoegd.
4. Volg de instructies op het scherm. Het item wordt aan het E-mailadresboek
toegevoegd.
Opmerking De namen van contactpersonen worden weergegeven op het
bedieningspaneel van de printer en in uw e-mailprogramma.
Stap 3: Configureer de overige e-mailopties
Als u de overige e-mailopties wilt configureren (zoals de standaardtekst voor het
onderwerp en het bericht zelf in alle e-mailberichten die worden verzonden vanaf de
printer, en de scaninstellingen die worden gebruikt voor het verzenden van e-mail
vanaf de printer), voert u de volgende stappen uit:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
informatie.
2. Klik op het tabblad Scannen op E-mailopties.
3. Pas desgewenst instellingen aan en klik vervolgens op Toepassen.
60HP Digital Solutions
Geïntegreerde webserver voor meer
Set up HP Digital Fax
Met HP Digital Fax ontvangt de printer automatisch faxen, die vervolgens rechtstreeks
worden opgeslagen in een netwerkmap (Fax naar netwerkmap) of worden
doorgestuurd als e-mailbijlagen (Fax naar e-mail).
Opmerking U kunt HP Digitale fax configureren voor het gebruik van Fax
verzenden naar netwerkmap of van Fax naar e-mail. You cannot use both at the
same time.
Opmerking De functie Fax naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF- (Tagged Image File Format) of PDFbestanden.
Let op HP Digital Fax is alleen beschikbaar voor het ontvangen van zwartwitfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van opgeslagen.
Windows
1. Start de HP-printersoftware.
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Digital Fax Setup Wizard.
3. Volg de instructies op het scherm.
Opmerking Nadat u HP Digital Fax hebt ingesteld, kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer gebruiken om de instellingen van HP Digital Fax te
bewerken. Als u wilt dat de geïntegreerde webserver automatisch wordt gestart,
moet u ervoor zorgen dat in het laatste venster van de wizard Digital Fax Setup het
selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing is ingeschakeld.
Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde webserver in de
standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie
voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Geïntegreerde webserver
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op Digitaal faxarchief.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te
controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt.
Ingebouwde webserver (EWS)
1. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Fax naar e-mail/
netwerkmap.
2. Volg de instructies op het scherm.
3. Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te
controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt.
Set up HP Digital Solutions61
Hoofdstuk 4
De HP Digital Solutions gebruiken
Als u de HP Digital Solutions wilt gebruiken die beschikbaar zijn voor de printer, volgt u
de aanwijzingen op die in uw situatie van toepassing zijn.
HP Scannen-naar-netwerkmap gebruiken
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en raak vervolgens Netwerkmap aan.
3. Selecteer op het scherm van het bedieningspaneel de naam van de map die u wilt
gebruiken.
4. Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5. Pas eventueel scaninstellingen aan en druk dan op Start scannen.
Opmerking De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het
netwerkverkeer en de verbindingssnelheid.
Naar e-mail scannen gebruiken
Opmerking De functie Scannen naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en raak vervolgens E-mail aan.
3. Op het scherm van het bedieningspaneel selecteert u de naam die correspondeert
met het profiel voor uitgaande e-mail dat u wilt gebruiken.
4. Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5. Selecteer het AAN-adres (de e-mailontvanger) of voer een e-mailadres in.
6. Voer het ONDERWERP voor het e-mailbericht in of wijzig het.
7. Pas eventueel scaninstellingen aan en druk dan op Start scannen.
Opmerking De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het
netwerkverkeer en de verbindingssnelheid.
HP Digital Fax gebruiken
Nadat u HP Digital Fax hebt geïnstalleerd, worden zwart-witfaxen die u ontvangt,
standaard afgedrukt en vervolgens opgeslagen op de aangewezen bestemming.
62HP Digital Solutions
Hiervoor wordt de door u opgegeven netwerkmap of het door u opgegeven e-mailadres
gebruikt:
•Als u gebruikmaakt van Fax naar netwerkmap, wordt dit proces op de achtergrond
uitgevoerd. HP Digital Fax meldt u niet wanneer faxen worden opgeslagen in de
netwerkmap.
•Als u gebruik maakt van Fax naar e-mail en als uw e-mailprogramma u meldt
wanneer er nieuwe berichten zijn in uw postvak IN, kunt u zien wanneer u nieuwe
faxberichten hebt ontvangen.
Opmerking De functie Fax naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
De HP Digital Solutions gebruiken63
5Kopiëren
U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei
papiersoorten- en formaten.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer er een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het
kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen
verminderen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Documenten kopiëren
•
Kopieerinstellingen wijzigen
Documenten kopiëren
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer kopieën van hoge kwaliteit maken.
Om documenten te kopiëren
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Zie
voor meer informatie.
2. Plaats uw origineel met de bedrukte kant omlaag op de glasplaat of met de
bedrukte kant omhoog in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Opmerking Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u de foto op de glasplaat van
de scanner met de afgedrukte zijde naar beneden, op de manier die wordt
aangegeven door het pictogram aan de rand van de glasplaat.
Afdrukmateriaal plaatsen
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
3. Raak Kopiëren aan.
4. Wijzig de extra instellingen. Zie
5. Raak Start, Zwart of Start, Kleur aan om de kopieertaak te starten.
Opmerking Als het origineel in kleur is, geeft de functie Start, Zwart een
zwart-witkopie van het gekleurde origineel. De functie Start, Kleur geeft een
kleurenkopie van het kleurenorigineel.
Kopieerinstellingen wijzigen
U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het
bedieningspaneel van de printer, waaronder:
•Aantal kopieën
•Kopieerformaat
•Soort kopieerpapier
•Kopieersnelheid en kwaliteit
•Instellingen lichter/donkerder
•Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen
64Kopiëren
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de
instelilngen opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken.
Om de kopieerinstellingen voor een eenmalige job te wijzigen
1. Raak Kopiëren aan.
2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen.
3. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige
taken
1. Raak Kopiëren aan.
2. Breng wijzigingen aan in de kopieerinstellingen en raak vervolgens Instellingen
aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en selecteer vervolgens Als standaard instellen.
4. Raak Ja, standaardinstellingen wijzigen aan en selecteer vervolgens Klaar.
Kopieerinstellingen wijzigen65
6Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief
kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en
snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar
veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal
faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de
faxen die u verzendt.
Opmerking Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint
met faxen. Dit hebt u mogelijk tijdens de installatie al gedaan met behulp van het
bedieningspaneel of de HP-software die bij de printer werd geleverd. U kunt
controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest vanaf het
bedieningspaneel uit te voeren. Zie
faxtest.
Fax over internetprotocol (FoIP)
Rapporten gebruiken
•
Installatie testfax voor meer informatie over de
Een fax verzenden
U kunt op verschillende manieren een faxbericht verzenden. Via het bedieningspaneel
van de printer kunt u een zwart-wit- of kleurenfaxbericht verzenden. U kunt ook
handmatig een faxbericht verzenden vanaf een verbonden telefoon. U kunt op deze
wijze eerst met de ontvanger spreken voordat u het faxbericht verzendt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een standaardfax verzenden
•
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
•
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
Een fax verzenden met handsfree kiezen
•
•
Een fax verzenden vanuit het geheugen
•
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
•
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
•
Een standaardfax verzenden
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in
kleuren van een of meer pagina's verzenden.
66Fax
Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn
verzonden, schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden.
Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van
handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze
functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt
betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
Tip Als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert, raakt u *
herhaaldelijk aan totdat er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
4. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer,
verzendt het dat document naar het ingevoerde nummer.
Tip Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u
verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax
wijzigen.
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder een kopie af te
drukken en vanaf de printer te faxen.
Opmerking Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden,
maken gebruik van de faxverbinding van de printer, niet van uw internetverbinding
of uw computermodem. Zorg er daarom voor dat uw printer is aangesloten op een
werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie is ingesteld en goed werkt.
Om deze functie te gebruiken moet u de printersoftware installeren met het
installatieprogramma op de HP-software-cd die werd geleverd bij de printer.
Windows
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4. Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of
als kleurenfax wilt verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft
deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of
Voorkeuren.
5. Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
Een fax verzenden67
Hoofdstuk 6
6. Klik op Afdrukken of OK.
7. Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig
eventueel instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer
begint het faxnummer te draaien en het document te faxen.
Mac OS X
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Selecteer de printer met “(Fax)” in de naam.
4. Selecteer Faxgegevens in het pop-upmenu.
Opmerking Indien u het vervolgkeuzemenu niet kunt vinden, probeer dan ophet blauwe weergavedriehoekje naast de Printerselectie te klikken.
5. Voer het faxnummer en andere gegevens in de desbetreffende vakjes in.
Tip Als u een kleurenfax wilt versturen, selecteert u Faxopties in het pop-upmenu en klikt u daarna op Kleur.
6. Selecteer eventuele andere gewenste faxopties en klik vervolgens op Fax. Het
faxnummer wordt gedraaid en het document wordt gefaxt.
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax
verzendt. Dit komt van pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax
wilt toesturen voordat u deze daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig
verzendt, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via
de handset van de telefoon. Op deze manier kunt u eenvoudig een telefoonkaart
gebruiken voor het verzenden van een fax.
Afhankelijk van de wijze waarop de ontvanger het faxapparaat heeft ingesteld, kan de
ontvanger de telefoon opnemen of kan het faxapparaat de oproep beantwoorden. Als
een persoon de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de
fax verzendt. Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, kunt u de fax direct naar het
apparaat verzenden wanneer u de faxtonen van het ontvangende apparaat hoort.
68Fax
Een fax handmatig via een extra telefoontoestel verzenden
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is
aangesloten.
Opmerking Vermijd het gebruik van het toetsenblok op het bedieningspaneel
van de printer wanneer u handmatig een fax verzendt. U moet het toetsenbord
op de telefoon gebruiken om het nummer van de ontvanger te kiezen.
4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u
de fax verzendt.
Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen
van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te
verzenden.
5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, raakt u Start zwart-wit of Start
kleur aan.
Opmerking Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt u
tegen de ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende
faxapparaat wanneer de faxtonen hoorbaar worden.
Tijdens het verzenden van de fax is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn. Op
dat moment kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wilt gaan met uw
gesprek, blijft u aan de lijn totdat de fax is verzonden.
Een fax verzenden met handsfree kiezen
Met behulp van kiezen via de monitor kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel
van de printer kiezen zoals u dat bij een gewone telefoon zou doen. Als u een fax
verzendt met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische
aanwijzingen en andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt
u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
Tip Als u een belkaart gebruiken en u de pincode van de belkaart niet snel
genoeg invoert, begint de printer de faxtonen misschien te vroeg te verzenden,
waardoor uw pincode niet wordt herkend door de belkaartservice. Als dat het geval
is, kunt u een snelkiesnummer maken om de pincode voor uw belkaart op te slaan.
Zie
Snelkiescodes installeren voor meer informatie.
Opmerking Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel
van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en raak vervolgens Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert dat in de automatische documentinvoer is
geplaatst, hoort u een kiestoon.
3. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op
het bedieningspaneel van de printer.
4. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw pincode
als snelkiesnummer opgeslagen, raakt u het pictogram
(Snelkiezen) aan
wanneer een pincode wordt gevraagd. U kunt dan het snelkiesnummer kiezen
waaronder u uw pincode hebt opgeslagen.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een fax verzenden69
Hoofdstuk 6
Een fax verzenden vanuit het geheugen
U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het
geheugen verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te
bereiken bezet of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in
het geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot
stand is gebracht, worden de originelen verzonden. Als de pagina's door de printer in
het geheugen zijn gescand, kunt u de originelen direct uit de lade van de
documentinvoerlade of van de glasplaat van de scanner halen.
Opmerking U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
1. Laad de originelen. Raadpleeg
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
3. Raak Scannen en faxen aan.
4. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
5. Raak Fax starten aan.
De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als
het ontvangende faxapparaat beschikbaar is.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u
een zwart-witfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is
op de telefoonlijnen of wanneer lagere telefoontarieven gelden. De printer verzendt de
fax automatisch op het opgegeven tijdstip.
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de
gewone wijze blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland.
Opmerking U kunt alleen geplande faxen in zwart-wit verzenden.
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
3. Raak Fax later verzenden aan.
4. Geef de verzendtijd op met het numerieke toetsenblok, raak AM of PM aan en
selecteer vervolgens Gereed.
70Fax
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
5. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
6. Raak Fax starten aan.
De printer scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het scherm
weergegeven. De fax wordt op het geplande tijdstip verzonden.
Een geplande fax annuleren
1. Raak het bericht Fax later verzenden op het scherm aan.
– OF –
Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
2. Raak Geplande fax annuleren aan.
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke
snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een
groepssnelkiescode
1. Laad de originelen. Raadpleeg
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2.
Raak Fax aan, raak het pictogram
de groep ontvangers.
3. Raak Start, Zwart aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer,
verzendt de printer het document naar elk nummer in de groep snelkiesnummers.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
(Snelkiezen) aan en selecteer vervolgens
Opmerking U kunt alleen faxen in zwart-wit verzenden naar een groep
snelkiesnummers vanwege de beperkte geheugenruimte. De printer scant de
fax naar het geheugen en kiest het eerste nummer. Zodra er verbinding is,
wordt de fax verzonden en het volgende nummer gekozen. Als een nummer
bezet is of er wordt niet opgenomen, volgt de printer de instellingen voor
Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen antwoord. Als
er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt het volgende nummer
gekozen en wordt er een foutrapport gegenereerd.
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen
door fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te
verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten
blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen
verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de
gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM
uitsluitend uit als de telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor
lagere kosten kunt accepteren.
Een fax verzenden71
Hoofdstuk 6
Als u ECM uitschakelt, moet u met het volgende rekening houden. Als u ECM
uitschakelt:
•De kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen worden
beïnvloed.
•De Faxsnelheid wordt automatisch ingesteld op Normaal.
•U kunt geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen.
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Ga naar het beginscherm, raak de
Installatie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Selecteer Foutcorrectiemodus.
4. Selecteer Aan of Off (Uitschakelen).
Een fax ontvangen
U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch
antwoorden uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie
Automatisch antwoorden inschakelt (de standaardinstelling), dan beantwoordt de
printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen ontvangen na het aantal
keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan. (De standaard
instelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van het formaat Legal of groter ontvangt, terwijl de
printer niet is ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht
automatisch verkleind zodat het op het geplaatste papier past. Als u de functie
Automatische verkleining hebt uitgeschakeld, drukt de printer het faxbericht op twee
pagina's af.
(rechterpijl:) aan en selecteer vervolgens
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is
voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
•Een fax handmatig ontvangen
•
Backup-faxontvangst instellen
•
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
•
Een fax opvragen voor ontvangst
•
Faxen doorsturen naar een ander nummer
•
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
•
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
Ongewenste faxnummers blokkeren
•
•
Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP Digital Fax (Faxen naar pc
en Faxen naar Mac)
Een fax handmatig ontvangen
Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met
elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit
gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
72Fax
Opmerking U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er
faxtonen weerklinken.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
•Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
•Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten
Een fax handmatig ontvangen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de
binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen
gaat beantwoorden. U kunt ook de instelling Automatisch antwoorden
uitschakelen zodat de printer niet automatisch binnenkomende oproepen
beantwoordt.
4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender
dat Start moet worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te
werk:
a.Raak Fax aan en selecteer vervolgens Start zwart-wit of Start kleur.
b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of
aan de lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Backup-faxontvangst instellen
Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle
ontvangen faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de
printer door een fout niet functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te
slaan.
Voor back-upfaxontvangst zijn de volgende modi beschikbaar:
AanDit is de standaardinstelling. Als Backup-faxontvangst Aan is, slaat de
Alleen bij foutenFaxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen
printer alle ontvangen faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u
tot acht van de laatst afgedrukte faxen opnieuw afdrukken, mits deze nog
in het geheugen zijn opgeslagen.
Opmerking Als het printergeheugen vol is, worden de oudste,
afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen.
Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer
met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer
gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen
opgeslagen.
als de printer de faxberichten door een fout niet kan afdrukken
(bijvoorbeeld als het papier in de printer op is). De printer blijft
faxberichten opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het
geheugen vol raakt, stopt de printer met het beantwoorden van
inkomende faxoproepen. Wanneer de fout is opgelost, worden de faxen
Een fax ontvangen73
Hoofdstuk 6
(vervolg)
die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en
vervolgens uit het geheugen verwijderd.
Off (Uitschakelen) Faxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan
bijvoorbeeld zijn dat u Backup-faxontvangst wilt uitschakelen omwille
van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de printer niet kan
afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer
met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als back-upfaxontvangst is ingeschakeld en u de printer uitschakelt,
worden alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd waaronder
eventuele faxen die nog niet zijn afgedrukt en die u mogelijk hebt ontvangen terwijl
de printer zich in een fouttoestand bevond. U moet contact opnemen met de
afzenders om ze te vragen onafgedrukte faxen nogmaals te verzenden. Druk het
Faxlogboek af voor een lijst met alle faxen die u hebt ontvangen. Het Faxlogboek
wordt niet verwijderd wanneer de printer is uitgeschakeld.
Backup-faxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1. Raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Backup-faxontvangst aan.
4. Raak Aan, Alleen bij fouten of Off (Uitschakelen) aan.
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Als u de modus voor Backup-faxontvangst instelt op Aan, worden de ontvangen
faxberichten altijd in het geheugen van het apparaat opgeslagen, ook als er geen fout
is op het apparaat.
74Fax
Opmerking Als het geheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxen
overschreven als nieuwe faxen worden ontvangen. Als geen van de opgeslagen
faxberichten in de printer zijn afgedrukt, worden nieuwe faxberichtenen pas
ontvangen als u de faxberichten in het geheugen hebt afgedrukt of verwijderd. Het
kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het geheugen
wilt verwijderen.
Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatste
ontvangen berichten afdrukken, voorzover nog aanwezig in het geheugen. Het kan
bijvoorbeeld nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt
bent.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de
printer
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
3. Raak Hulpprogramma's of Faxhulpprogramma's aan en selecteer
vervolgensFaxen in het geheugen opnieuw afdrukken.
De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn
ontvangen waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4. Als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het geheugen, raakt
u de knop
(knop Annuleren) aan.
Een fax opvragen voor ontvangst
Dankzij de opvraagfunctie kan de printer een ander faxapparaat vragen een fax te
verzenden die in de wachtrij staat. Als u de functie Opvragen voor ontvangst
gebruikt, wordt het opgegeven faxapparaat door de printer aangeroepen en wordt het
faxbericht aangevraagd. Het opgegeven faxapparaat moet zijn ingesteld voor opvragen
en er moet een fax klaar zijn voor ontvangst.
Opmerking De printer biedt geen ondersteuning voor codes voor het doorgeven
van polling. Met deze beveiligingsfunctie moet het ontvangende faxapparaat een
beveiligingscode geven aan de opgevraagde printer om de fax te ontvangen. Zorg
dat er geen beveiligingscode is ingesteld voor de opgevraagde printer (of dat de
standaard beveiligingscode is gewijzigd), anders kan de printer de fax niet
ontvangen.
Opvragen voor ontvangst van een fax vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxinstellingen of Andere methoden.
2. Raak Opvragen voor ontvangst aan.
3. Voer het faxnummer van het andere faxapparaat in.
4. Raak Fax starten aan.
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander
faxnummer. Een ontvangen kleurenfax wordt in zwart-wit doorgestuurd.
Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt
een werkende faxlijn is. Stuur een testfax naar het nummer om na te gaan of het
faxapparaat de faxen kan doorsturen naar dit nummer.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Kies Installatie.
2. Raak Faxinstellingen of Fax instellen aan en selecteer vervolgens
Geavanceerde faxinstellingen.
3. Raak Fax doorsturen aan.
4. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door testuren of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen.
Opmerking Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het
opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax
afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van
foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt.
Een fax ontvangen75
Hoofdstuk 6
5. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de
doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Voer voor elk van
de volgende opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum
en eindtijd.
6. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen.
Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt
ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het
telefoonnummer op. Wanneer de printer weer stroom krijgt, is de instelling voor het
doorsturen van faxen nog steeds Aan.
Opmerking U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te selecteren
in het menu Fax doorsturen.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
U kunt het papierformaat voor ontvangen faxen selecteren. Het geselecteerde
papierformaat moet overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade.
Faxen kunnen alleen worden afgedrukt op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat.
Opmerking Als een onjuist papierformaat in de hoofdlade is geplaatst terwijl een
fax wordt ontvangen, zal de fax niet worden afgedrukt en verschijnt er een
foutbericht op het scherm. Plaats papier van Letter-, A4- of Legal-formaat en raak
vervolgens OK aan om de fax af te drukken.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel
van de printer
1. Raak de
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Papierformaat fax aan en selecteer vervolgens een optie.
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax
binnenkomt die te groot is voor het standaard papierformaat. Deze instelling is
standaard ingeschakeld, dus de afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien
mogelijk, dusdanig verkleind dat deze op een pagina past. Als deze functie is
uitgeschakeld, wordt alle informatie die niet op de eerste pagina past, op een tweede
pagina afgedrukt. Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat
ontvangt als er papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Automatische verkleining aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
Ongewenste faxnummers blokkeren
Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning,
kunt u bepaalde faxnummers blokkeren, zodat de printer geen faxen meer afdrukt die
afkomstig zijn van deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt de
76Fax
printer het nummer met de ingestelde lijst van ongewenste faxnummers om vast te
stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met een
nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet afgedrukt. (Het
maximale aantal faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.)
Opmerking Deze functie wordt niet in alle landen/regio's ondersteund. Als de
functie niet wordt ondersteund in uw land/regio, komt de optie
Faxnummerblokkering niet voor in het menu Faxopties of Faxinstellingen.
Opmerking Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt
verondersteld dat u niet op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de
telefoonmaatschappij.
•Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
•
•
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde
faxnummers toe te voegen.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1. Raak Configuratie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Een bericht verschijnt waarop staat dat Beller-ID vereist is om ongewenste faxen teblokkeren. Raak OK aan om verder te gaan.
5. Raak Nummers toevoegen aan.
6. Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's,
selecteert u Selecteren uit geschiedenis Beller-ID.
- of Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, raakt u Nieuw
nummer invoeren aan.
7. Nadat u een faxnummer hebt ingevoerd om te blokkeren, raakt u Gereed aan.
Opmerking Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het
uitleesvenster van het bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het
in het kopschrift van de ontvangen fax wordt weergegeven. Deze nummers
kunnen verschillend zijn.
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit
de lijst met ongewenste nummers verwijderen.
Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
Een fax ontvangen77
Hoofdstuk 6
3. Raak de (pijl omlaag) aan en raak vervolgens Faxnummerblokkering of
Faxnummerblokkering instellen aan.
4. Raak Nummers verwijderen aan.
5. Raak het nummer aan dat u wilt verwijderen en raak vervolgens OK aan.
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van geblokkeerde
ongewenste faxnummers.
Een rapport van Ongewenste faxnummers afdrukken
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en raak vervolgens Faxnummerblokkering aan.
4. Raak Rapporten afdrukken aan en raak vervolgens Lijst ongewenste faxen aan.
Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP Digital Fax (Faxen naar pc
en Faxen naar Mac)
Als de printer op uw computer is aangesloten met een USB-kabel, kunt u HP Digital
Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) gebruiken om automatisch faxen te
ontvangen en faxen direct op uw computer op te slaan. Met Fax naar pc en Fax naar
Mac kunt u eenvoudig digitale versies van uw faxen opslaan en hebt u niet meer met
grote stapels papier te maken.
Opmerking Als de printer is verbonden met een netwerk via een Ethernet-kabel
of draadloze verbinding, kunt u in plaats daarvan HP Digital Fax gebruiken. Zie
HP
Digital Solutions voor meer informatie.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format). Als de fax
is ontvangen, krijgt u op het scherm een melding met een koppeling naar de map
waarin de fax is opgeslagen.
Voor de bestandsnamen wordt de volgende methode gebruikt:
XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waarbij X de informatie over de afzender is, Y de
datum en Z het tijdstip waarop de fax is ontvangen.
Opmerking Fax naar pc en Fax naar Mac is alleen beschikbaar voor het
ontvangen van zwart-witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van
opgeslagen op de computer.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
•
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
•
•
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
78Fax
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
•De beheerderscomputer (waarmee de functie Faxen naar pc of Faxen naar Mac is
geactiveerd), moet altijd aan staan. Er kan maar één computer fungeren als de
beheerderscomputer voor Fax naar pc of Fax naar Mac.
•De computer of server waarop de bestemmingsmap zich bevindt, moet altijd aan
staan. De doelcomputer moet ook actief zijn. Faxen worden niet opgeslagen als de
computer in de slaapstand staat.
•Er moet papier in de invoerlade zijn geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor
meer informatie.
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
Op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd, kunt u de Digital Fax Setup
Wizard gebruiken om Faxen naar pc te activeren. Op een Macintosh-computer kunt u
het HP-hulpprogramma gebruiken.
Faxen naar pc instellen (Windows)
1. Klik vanuit het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP printer en selecteer vervolgens
de optie voor uw HP printer.
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Digital Fax Setup Wizard.
3. Volg de instructies op het scherm.
Om Faxen naar Mac (Mac OS X) te configureren
1. Open Hulpprogramma's van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het hulpprogramma van
HP.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
U kunt de instellingen voor het faxen naar de pc op uw computer op elk moment
bijwerken vanuit de Digital Fax Setup Wizard. U kunt de instellingen voor het faxen
naar de Mac bijwerken vanaf het HP-hulpprogramma.
Een fax ontvangen79
Hoofdstuk 6
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen,
uitschakelen vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens Faxen
naar pc aan.
3. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. U kunt de volgende instellingen wijzigen:
•PC-hostnaam bekijken: Bekijk de naam van de computer die is
geconfigureerd om Faxen naar pc en Faxen naar Mac te beheren.
•Uitschakelen: Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen.
Opmerking Gebruik de HP-software op uw computer om Faxen naar pc of
Faxen naar Mac in te schakelen.
•Disable Fax Print (Afdrukken van faxen uitschakelen): Kies deze optie als u
faxen wilt afdrukken zodra ze worden ontvangen. Als u afdrukken uitschakelt,
worden kleurenfaxen nog wel afgedrukt.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Windows)
1. Klik vanuit het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP printer en selecteer vervolgens
de optie voor uw HP printer.
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Digital Fax Setup Wizard.
3. Volg de instructies op het scherm.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Mac OS X)
1. Open Hulpprogramma's van HP. Zie
informatie.
2. Klik op Toepassingen op de werkbalk van het HP hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens Faxen
naar pc aan.
3. Raak Uitschakelen aan.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
Snelkiescodes installeren
U kunt veelgebruikte faxnummers installeren als snelkiescodes. Zo kunt u snel
nummers via het bedieningspaneel van de printer kiezen.
80Fax
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
Tip U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het
bedieningspaneel van de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die
beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt
geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Zie
printerbeheer voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
•
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
•
Snelkiesnummers verwijderen
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
•
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
U kunt faxnummers als snelkiesnummers opslaan.
Snelkiescodes installeren
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens een niet-
gebruikt nummer aan.
4. Typ het faxnummer en raak Volgende aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor
internationaal bellen.
Hulpprogramma's
(rechterpijl:) aan en
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
(rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens het
snelkiesnummer aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u het faxnummer wilt wijzigen, typt u het nieuwe nummer en raakt u Volgende
aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor
internationaal bellen.
5. Als u de naam van het snelkiesnummer wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en
raakt u vervolgens Gereed aan.
Snelkiescodes installeren81
Hoofdstuk 6
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen.
Snelkiesgroepen instellen
Opmerking Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één
snelkiesnummer hebben ingesteld.
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de (rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesgroep aan en raak vervolgens een niet-gebruikt nummer aan.
4. Raak de snelkiesnummers aan die u in de snelkiesgroep wilt opnemen en raakvervolgens OK aan.
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesgroepen wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Selecteer Snelkiesgroep en raak vervolgens het item aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u snelkiesnummers wilt toevoegen aan de groep of daaruit wilt verwijderen,
raakt u de snelkiesnummers aan die u wilt opnemen of verwijderen en raakt u
vervolgens OK aan.
5. Als u de naam van de snelkiesgroep wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en raakt
u vervolgens Gereed aan.
(rechterpijl:) aan en
Snelkiesnummers verwijderen
Als u snelkiesnummers of snelkiesgroepen wilt verwijderen, voert u de volgende
stappen uit:
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan.
3. Raak Snelkiesnummer verwijderen aan, raak het item aan dat u wilt verwijderenen raak vervolgens Ja aan om de bewerking te bevestigen.
Opmerking Als u een snelkiesgroep verwijdert, worden de afzonderlijke
snelkiesnummers niet verwijderd.
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Als u een lijst wilt afdrukken van alle snelkiesnummers die zijn ingesteld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Plaats papier in de lade. Zie
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
daarna Configuratie.
82Fax
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
(rechterpijl:) aan en
(rechterpijl:) aan en
3. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan.
4. Raak Snelkieslijst afdrukken aan.
Faxinstellingen wijzigen
Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt
u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties
configureren.
•
Het faxkopschrift instellen
•
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
•
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
•
•
Het kiessysteem instellen
•
Opties opnieuw kiezen instellen
De faxsnelheid instellen
•
•
Het faxgeluidsvolume instellen
Het faxkopschrift instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt
boven aan elke fax die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door
de HP-software te gebruiken die bij de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel
ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven.
Opmerking In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift
wettelijk vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1. Raak eerst de
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Faxkop aan.
4. Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5. Voer uw faxnummer in en raak vervolgens Klaar aan.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden
beantwoord.
•Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen
automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door
de printer beantwoord.
•Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt
ontvangen. U moet zelf aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden, anders kan de printer geen faxberichten ontvangen.
Faxinstellingen wijzigen83
Hoofdstuk 6
De antwoordmodus instellen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Automatisch beantwoorden aan en raak vervolgens Aan of Uit aan.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel
belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is
aangesloten op dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de
telefoon moet beantwoorden voordat de printer dat doet. Het aantal belsignalen voor
beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal
belsignalen en stel de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen.
(Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling
beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de
printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een
gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht
opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1. Raak eerst de
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Aantal belsignalen voor het antwoorden aan.
4. Raak de
wijzigen.
5. Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
(pijl omhoog) of de (pijl omlaag) aan om het aantal belsignalen te
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één
telefoonlijn meerdere telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen
specifieke rinkelsignalen hebben. Als u zich op deze service abonneert, wordt er aan
elk telefoonnummer een ander belsignaal toegekend. U kunt de printer instellen voor
het beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de
telefoonmaatschappij verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan
binnenkomende gespreksoproepen en faxoproepen. HP raadt aan om voor een
faxnummer dubbele of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de printer het
specifieke belpatroon detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax
ontvangen.
Tip U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de
printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent
de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon
vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke
belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
84Fax
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle
beltonen.
Opmerking De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel
met het hoofdtelefoonnummer van de haak is.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen
1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden.
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de daarna Configuratie.
3. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
4. Raak Specifiek belsignaal aan.
5. Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden
gewijzigd tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Raak Ja aan
om verder te gaan.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
•Raak het belpatroon aan dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is
toegewezen.
-of-
•Raak Belpatroondetectie aan en volg de instructies op het bedieningspaneel
van de printer.
Opmerking Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan
detecteren of als u de functie annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt
het belpatroon automatisch ingesteld op de standaardwaarde, namelijk Alle
belsignalen.
Opmerking Als u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende
belpatronen voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer bellen
vanaf een extern nummer.
(rechterpijl:) aan en
Het kiessysteem instellen
Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling
is Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met
toonkeuze.
Opmerking De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1. Raak de
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak de
4. Raak aan om Toon of Puls te selecteren.
(rechterpijl:) aan en raak vervolgens Installatie aan.
(pijl omlaag) aan en raak vervolgens Toon- of pulskiezen aan.
Opties opnieuw kiezen instellen
Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet
antwoordde of bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de
Faxinstellingen wijzigen85
Hoofdstuk 6
instellingen van de opties Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen
gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen.
•Opnieuw zenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer
automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is
Aan.
•Opnieuw zenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de
printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De
fabrieksinstelling van deze optie is Uit.
De opties opnieuw bellen instellen
1. Raak eerst de
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Opnieuw kiezen bij in gesprek of Geen antwoord opnieuw kiezen aan en
selecteer de gewenste opties.
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en
overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te
verlagen:
•Een Internet-telefoonservice
•Een PBX-systeem
•Fax over Internet-protocol (FoIP)
•Een ISDN-service
Probeer een lagere Faxsnelheid als u problemen ondervindt bij het verzenden en
ontvangen van faxen. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
86Fax
Instelling faxsnelheidFaxsnelheid
Snelv.34 (33600 baud)
Normaalv.17 (14400 baud)
Langzaamv.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Faxsnelheid aan.
4. Raak de optie aan die u wilt selecteren.
Het faxgeluidsvolume instellen
Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te
maken.
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1. Raak eerst de
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Geluidsvolume fax aan.
4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
Faxen en digitale telefoonservices
Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende
services:
•DSL: Een DSL-aansluiting (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij.
(DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
•PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
•ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network)
•FoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw
printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over
Internet-protocol (FoIP) genoemd. Zie
informatie.
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele
analoge telefoonservices. Als u met een systeem voor digitaal telefoneren werkt (zoals
DSL/ADSL, PBX of ISDN), moet u mogelijk filters of converters gebruiken voor de
conversie van digitaal naar analoog als u wilt faxen.
Fax over internetprotocol (FoIP) voor meer
Opmerking HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of
providers voor digitaal telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters
voor conversie van digitaal naar analoog. U wordt aangeraden om in alle gevallen
rechtstreeks met het telefoonbedrijf te bespreken wat de juiste configuratie-opties
zijn op basis van de services die het bedrijf levert.
Fax over internetprotocol (FoIP)
U kunt zich mogelijk abonneren op een goedkope telefoonservice die u de
mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet.
Deze methode wordt Fax over Internet-protocol (FoIP) genoemd.
U gebruikt waarschijnlijk een FoIP-service (die door uw telefoonmaatschappij wordt
aangeboden) als u:
•samen met het faxnummer een speciale toegangscode kiest, of
•een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook
analoge telefoonpoorten voor de faxlijn.
Fax over internetprotocol (FoIP)87
Hoofdstuk 6
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een
telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de
verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die
is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw
telefoonmaatschappij.
Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem
is vaak beperkt. Als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u
proberen om de faxsnelheid te verlagen of de foutcorrectiemodus (ECM, Error
Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als u de foutcorrectiemodus
echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meet verzenden of ontvangen. Zie
faxsnelheid instellen voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid. Zie
Fax verzenden in foutcorrectiemodus voor meer informatie over de
foutcorrectiemodus (ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de
ondersteuningsafdeling van uw internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor
meer begeleiding.
Rapporten gebruiken
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten
automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt
indien gewenst ook handmatig systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden
nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als
zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het
verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het
bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
De
88Fax
Opmerking Vanuit het bedieningspaneel of de software van HP kunt u de
geschatte inktniveaus controleren als de rapporten niet leesbaar zijn. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges
niet te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Opmerking Controleer of de printkop en inktcartridges in goede staat verkeren en
goed zijn geïnstalleerd. Zie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Foutrapporten voor faxen afdrukken
•
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
•
Het faxlogboek wissen
•
•
Druk de details van de laatste faxtransactie af.
•
Een rapport beller-ID's afdrukken
•
De belgeschiedenis weergeven
Werken met printcartridges voor meer informatie.
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u
onderstaande instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat
verzenden. Selecteer Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen).
De standaardinstelling voor faxbevestiging is Off (Uitschakelen). Dit betekent dat er
geen bevestigingsrapport wordt afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Na
het verzenden van een faxbericht wordt op het bedieningspaneel even gemeld dat het
faxbericht goed is verzonden.
Opmerking U kunt een afbeelding van de eerste faxpagina opnemen in het
bevestigingsrapport dat aangeeft dat de fax is verzonden als u Aan (Faxverzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) selecteert, en als u de fax scant
om deze vanuit het geheugen te verzenden of als u de optie Scannen en faxen
gebruikt.
Faxbevestiging inschakelen
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxbevestiging aan.
4. Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
Off
(Uitschakelen)
Aan (Fax
verzenden)
Aan (Fax
ontvangen)
Aan (Verzenden
en ontvangen)
Er wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten
verzendt en ontvangt. Dit is de standaardinstelling.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u
ontvangt.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt of ontvangt.
Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxrapporten aan en raak vervolgens Faxbevestiging aan.
3. Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) aan.
4. Raak Faxbevestiging met afbeelding aan.
Foutrapporten voor faxen afdrukken
U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt
als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
Rapporten gebruiken89
Hoofdstuk 6
3. Raak Faxfoutrapport aan.
4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
Aan (Verzenden
en ontvangen)
Off
(Uitschakelen)
Aan (Fax
verzenden)
Aan (Fax
ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen. Dit is de
standaardinstelling.
Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en
verzonden.
Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de
(rechterpijl:) aan en raak vervolgens Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxlogboek aan.
Het faxlogboek wissen
Gebruik de volgende stappen om het faxlogboek leeg te maken.
Opmerking Als u het faxlogboek wist, worden ook alle faxen die in het geheugen
zijn opgeslagen, verwijderd.
Het faxlogboek wissen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
•Raak Hulpprogramma's aan.
-of-
•Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxhulpprogramma's aan.
3. Raak Faxlogboek wissen aan.
Druk de details van de laatste faxtransactie af.
Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie.
Details zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus.
Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Laatste transactie aan.
90Fax
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
Een rapport beller-ID's afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van Beller-ID faxnummers.
Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken
1. Raak eerst de
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Rapport Beller-ID's aan.
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
De belgeschiedenis weergeven
Gebruik de volgende procedure om een lijst met alle oproepen vanaf de printer weer te
geven.
Opmerking De belgeschiedenis kan niet worden afgedrukt. U kunt de
geschiedenis alleen weergeven op het scherm van het bedieningspaneel van de
printer.
De belgeschiedenis weergeven
1. Raak de
2.
Raak
(rechterpijl:) aan en raak daarna Fax aan.
(Belgeschiedenis) aan.
Rapporten gebruiken91
7Webservices
De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang
krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder
rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
Opmerking Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet
verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze
webfuncties niet gebruiken als de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Wat zijn webservices?
•
Webservices configureren
Werken met webservices
•
•
Webservices verwijderen
Wat zijn webservices?
De printer bevat de volgende webservices:
•
HP ePrint
•
Printer Apps
HP ePrint
HP ePrint is een gratis service van HP waarmee u op elk gewenst moment en vanaf
elke locatie kunt afdrukken op uw printer met internetaansluiting. Als u webservices op
de printer hebt ingeschakeld, hoeft u alleen maar een e-mail te sturen naar het emailadres dat is toegewezen aan uw printer. U hebt geen speciale stuurprogramma's
of software nodig. Als u een e-mail versturen, dan kunt u met HP ePrint vanaf elke
locatie afdrukken.
Zodra u zich hebt geregistreerd voor een account op ePrintCenter kunt u zich
aanmelden om uw HP ePrint taakstatus te bekijken, uw HP ePrint printerwachtrij te
beheren, in te stellen wie uw e-mailadres voor de HP ePrint printer mag gebruiken om
af te drukken en hulp voor HP ePrint te krijgen.
Printer Apps
Met Printer Apps kunt u snel vooraf opgemaakte webinhoud zoeken en afdrukken,
rechtstreeks via uw printer. U kunt ook uw documenten digitaal scannen en opslaan op
internet.
Printer Apps bevatten een grote variëteit aan inhoud, van winkelbonnen tot
familieactiviteiten, nieuws, reizen, sport, recepten, foto's, en nog veel meer. U kunt ook
online afbeeldingen bekijken en afdrukken vanaf populaire fotosites.
Bij bepaalde Printer Apps kunt u ook de levering van de Apps-inhoud naar uw printer
plannen.
92Webservices
Dankzij vooraf opgemaakte inhoud die specifiek voor uw printer is ontworpen, krijgt u
geen afdrukken waarbij stukken tekst of afbeeldingen zijn afgesneden of extra pagina's
met slechts één regel tekst. Bij sommige printers kunt u ook instellingen voor papier en
afdrukkwaliteit kiezen in het afdrukvoorbeeldvenster.
En dit alles zonder zelfs uw computer aan te zetten!
Webservices configureren
Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren.
Opmerking Controleer voordat u webservices gaat configureren of u met internet
bent verbonden via een vaste (Ethernet) of draadloze verbinding.
•Webservices configureren via de printersoftware van HP
Webservices configureren via het bedieningspaneel van de printer
•
•
Webservices configureren via de geïntegreerde webserver
Webservices configureren via de printersoftware van HP
Met de printersoftware van HP die bij uw printer is geleverd, kunt u niet alleen de
belangrijkste printerfuncties inschakelen, maar ook de webservices configureren. Als u
de webservices niet hebt geconfigureerd toen u de software van HP op de computer
hebt geïnstalleerd, kunt u de webservices alsnog met de software configureren.
Voert de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem als u webservices wilt
configureren:
Windows
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, klik op HP, klik op de map voor uw HP printer en selecteer
vervolgens het pictogram met de printernaam.
2. Dubbelklik op Internetoplossingen en dubbelklik vervolgens op ePrint
configureren.
De ingebouwde webserver van de printer wordt geopend.
3. Klik op het tabblad Webservices op Configureren in het gedeelte Instellingen
voor webservices.
4. Klik op Gebruiksvoorwaarden accepteren en webservices inschakelen en klikvervolgens op Volgende.
5. Klik op Ja zodat automatisch op updates voor de printer wordt gecontroleerd en
productupdates automatisch worden geïnstalleerd.
6. Als in uw netwerk proxy-instellingen worden gebruikt om verbinding te maken met
internet, voert u deze instellingen in.
7. Volg de instructies op het informatieblad voor webservices om de installatie te
voltooien.
Mac OS X
Met de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) kunt u webservices in Mac
OS X configureren en beheren. Zie
webserver voor meer informatie.
Webservices configureren via de geïntegreerde
Webservices configureren93
Hoofdstuk 7
Webservices configureren via het bedieningspaneel van de printer
Via het bedieningspaneel van de printer kunt u webservices eenvoudig configureren en
beheren.
Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren:
1. Controleer of de printer is verbonden met internet.
2.
Raak op het bedieningspaneel van de printer
3. Klik op Accepteren om de gebruiksvoorwaarden van de webservices te accepteren
en deze in te schakelen.
4. Klik in het scherm Automatische update op Ja zodat automatisch op updates
voor de printer wordt gecontroleerd en productupdates automatisch worden
geïnstalleerd.
5. Als in uw netwerk proxy-instellingen worden gebruikt om verbinding te maken met
internet, voert u deze instellingen in:
a.Raak Proxy invoeren aan.
b. Voer de instellingen van de proxyserver in en raak vervolgens Klaar aan.
6. Volg de instructies op het informatieblad voor webservices om de installatie te
voltooien.
(Apps) of (HP ePrint) aan.
Webservices configureren via de geïntegreerde webserver
Met de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) kunt u webservices
configureren en beheren.
Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
informatie.
2. Klik op het tabblad Webservices op Configureren in het gedeelte Instellingen
voor webservices.
3. Klik op Gebruiksvoorwaarden accepteren en webservices inschakelen en klikvervolgens op Volgende.
4. Klik op Ja zodat automatisch op updates voor de printer wordt gecontroleerd en
productupdates automatisch worden geïnstalleerd.
5. Als in uw netwerk proxy-instellingen worden gebruikt om verbinding te maken met
internet, voert u deze instellingen in.
6. Volg de instructies op het informatieblad voor webservices om de installatie te
voltooien.
Geïntegreerde webserver voor meer
Werken met webservices
Hierna wordt beschreven hoe u webservices gebruikt en configureert.
•
HP ePrint
•
Printer Apps
HP ePrint
Met HP ePrint kunt u op elk gewenst moment en vanaf elke locatie afdrukken op uw
printer met internetaansluiting.
94Webservices
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt om HP ePrint te kunnen gebruiken:
•Een computer of mobiel apparaat met internet- en e-mailfuncties
•Een printer met HP ePrint waarop webservices is ingeschakeld
Tip Voor meer informatie over het beheren en configureren van HP ePrint
instellingen en over de nieuwste functies bezoekt u ePrintCenter
www.eprintcenter.com).
(
Afdrukken met behulp van HP ePrint
Voer de volgende stappen uit om documenten af te drukken met behulp van HP ePrint:
1. Open uw e-mailtoepassing op uw computer of mobiele apparaat.
Opmerking Raadpleeg de documentatie die is geleverd bij de toepassing voor
meer informatie over het gebruik van de e-mailtoepassing op uw computer of
mobiele apparaat.
2. Maak een nieuw e-mailbericht en voeg vervolgens het bestand bij dat u wilt
afdrukken. Zie
Specificaties van webservices en website van HP voor een lijst met
bestanden die kunnen worden afgedrukt met behulp van HP ePrint en de te volgen
richtlijnen bij het gebruik van HP ePrint.
3. Voer het e-mailadres van de printer in op de regel 'Aan' van het e-mailbericht en
selecteer de optie om het e-mailbericht te verzenden.
Opmerking Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer het enige adres is
op de regel 'Aan' van het e-mailbericht. Als er andere e-mailadressen staan op
de regel 'Aan' worden de bijlagen die u verstuurt, mogelijk niet afgedrukt.
Het e-mailadres van de printer opzoeken
Voer de volgende stappen uit voor het weergeven van het e-mailadres van de HP
ePrint printer:
1.
Ga naar het beginscherm en raak
(HP ePrint) aan.
2. Het e-mailadres van de printer verschijnt op het display.
Tip Druk op Afdrukken om het e-mailadres af te drukken.
HP ePrint uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint uit te schakelen:
1.
Ga naar het beginscherm, raak
(HP ePrint) aan en raak vervolgens
Instellingen aan.
2. Raak ePrint aan en raak vervolgens Uit aan.
Opmerking Zie Webservices verwijderen voor het verwijderen van alle
webservices.
Werken met webservices95
Hoofdstuk 7
Printer Apps
Met Printer Apps kunt u snel vooraf opgemaakte webinhoud zoeken en afdrukken,
rechtstreeks via uw printer.
Printer Apps gebruiken
Om de Printer Apps te gebruiken op uw printer, raakt u op het bedieningspaneel van
de printer Apps aan. Raak daarna de Printer App aan die u wilt gebruiken.
Ga voor meer informatie over afzonderlijke Printer Apps naar (
Printer Apps beheren
U kunt uw Printer Apps beheren via ePrintCenter. U kunt Printer Apps toevoegen,
configureren of verwijderen, of de volgorde wijzigen waarin deze op het display van de
printer worden weergegeven.
Printer Apps uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om Printer Apps uit te schakelen:
1.
2. Raak Apps aan en raak vervolgens Uit aan.
www.eprintcenter.com).
Opmerking Als u de Printer Apps wilt beheren via ePrintCenter, maakt u een
account bij ePrintCenter en voegt u uw printer toe. Zie voor meer informatie
(
www.eprintcenter.com.
Ga naar het beginscherm, raak
Instellingen aan.
(HP ePrint) aan en raak vervolgens
Opmerking Zie Webservices verwijderen voor het verwijderen van alle
webservices.
Webservices verwijderen
Voer de volgende stappen uit om webservices te verwijderen:
1.
Raak op het bedieningspaneel van de printer
vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Webservices verwijderen aan.
96Webservices
(HP ePrint) aan en raak
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.