V erveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming zijn
verboden, behalve zoals toegestaan door het
auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving w orden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en services
van HP worden uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke producten
en services wordt geleverd. Niets in deze
verklaring mag worden opgevat als een
aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk
voor technische of redactionele fouten of
weglatingen in deze verklaring.
EWS versie 9.0
Edition 1, 9/2004
Adobe® en PostScript® zijn handelmerken van
Adobe Systems Incorporated.
Microsoft® en Windows® zijn in de VS
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corp.
Een webserver biedt een omgeving waarin webprogramma's kunnen worden uitgevoerd op
dezelfde manier als een besturingssysteem, zoals Microsoft® Windows®, een omgeving biedt
waarbinnen programma's op uw computer kunnen worden uitgevoerd. Een webbrowser, zoals
Microsoft Internet Explorer, Apple Safari of Mozilla, kan de gegevens van een webserver
weergeven.
Een geïntegreerde webserver (EWS) bevindt zich op een hardwareapparaat (zoals een printer)
in de firmware en is geen software die van een netwerkserver is gedownload.
Het voordeel van een geïntegreerde webserver is dat deze beschikt over een productinterface
die iedereen met een op een netwerk aangesloten computer en een standaardwebbrowser kan
openen en gebruiken. Er hoeft hiervoor geen software te worden geïnstalleerd of
geconfigureerd.
Met de geïntegreerde webserver van HP kunt u informatie over de productstatus bekijken,
instellingen wijzigen en het product op uw computer beheren.
OpmerkingIn deze handleiding word en de woorden "p roduct" en "appar aat" afwisselend gebruikt. W anneer
producten of apparaten in dez e handleiding w orden genoemd, he eft de inf ormatie betrekking op
HP LaserJet printers of MFP's, of op HP Digital Senders. Raadpleeg de documentatie die bij uw
product is geleverd voor specifieke informatie betreffende de functies die door uw printer, MFP
(multifunctioneel randapp araat) of Digital Sender worden ondersteund.
NLWWWat is een geïntegreerde webserver? 1
Functies
U kunt de HP geïntegreerde webserver gebruiken om de product- en netwerkstatus te bekijken
en om de afdrukfuncties van uw computer te beheren, in plaats van het bedieningsp aneel van
het product te gebruiken. De HP geïntegreerde webserver biedt u de volgende mogelijkheden:
●Berichten op het bedieningspaneel en informatie over de productstatus bekijken.
●De resterende levensduur voor alle benodigdheden bepalen en specifieke bestelinformatie
voor benodigdheden configureren.
●Toegang krijgen tot de pagina voor technische ondersteuning van uw product.
●Koppelingen naar andere websites toevoegen of aanpassen.
●Productconfiguratie bekijken en wijzigen, zoals ladeconfiguraties.
●De netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen.
●Informatiepagina's bekijken en afd rukken, zoals de Configuratiepagina.
●Waarschuwingen o ver productgebeurtenissen, bijvoorbeeld wanneer het product bijna geen
toner meer heeft, ontvangen via e-mail.
●De taal selecteren waarin de schermen van de geïntegreerde webserver van HP worden
weergegeven.
●Energie besparen door de sluimervertraging in te stellen zodat het apparaat naar de
sluimermodus schakelt wanneer het een tijd niet wordt gebruikt.
●Informatie over de configuratie van het apparaat en het gebruik van de benodigdheden
regelmatig naar uw serviceprovider verzenden.
Aanvullende kenmerken met een apparaat voor permanente
opslag
Als u een voorziening voor permanente opslag, zoals een harde schijf, hebt geïnstalleerd in uw
product, kunt u aanvullende gegevens bekijken, instellen en bewaren.
●Waarschuwingen. Maximaal 4 verschillende bestemmingslijsten instellen met maximaal
20 ontvangers per lijst. (Zonder een apparaat voor permanente opslagapparaat kunt u naar
slechts vier e-mailbestemmingen waarschuwingen verzenden).
●Overige koppelingen. U kunt maximaal vijf extra koppelingen naar de websites van uw
keuze toevoegen. (Zonder de extra opslagruimte kunt u slechts één extra koppeling
toevoegen.)
Afhankelijk van het model van het product is het mogelijk dat in het product een harde schijf is
geïnstalleerd. Als uw product geen geïnstall eer de harde schijf heeft, k unt u er een b estellen . Zie
voor meer inf ormatie de gebruikershandleiding bij uw product of ga naar:
De Web Jetadmin va n HP is een op het web geb aseerd hulpprog ramm a vo or de systeembeheer
dat u met een webbrowser kunt gebruiken. Samen komen de HP geïntegreerde webserver en
HP Web Jetadmin tegemoet aan al uw behoeften op het gebied van productbeheer. U kunt de
software gebruiken om netw erkproducten effe ctief te installeren en beheren. Net werkbeheerders
kunnen de netwerkapparatuur op bijna elke afstand beheren.
De HP geïntegreerde webserver biedt een eenvoudige, gemakk elijk te gebruiken oplossing v oor
één-op-één-productbeheer in omgevingen met een beperkt aantal producten. Echter, in
omgevingen met meerdere producten wilt u wellicht de HP Web Jetadmin gebruiken voor het
beheer van productgroepen. Met HP Web Jetadmin kunt u meerdere apparaten tegelijk
detecteren, beheren en configure re n.
HP Web Jetadmin is te downloaden vanaf de HPonline ondersteuningspagina
(http://www.hp.com/go/webjetadmin
).
2 OverzichtNLWW
Systeemvereisten
Om de HP geïntegreerde webserv er (EWS) te kunnen gebruiken, hebt u de volgende
onderdelen nodig:
●Een ondersteunde webbrowse r. EWS-ondersteunde webbrowsers omvatten onder andere
het volgende:
• Konqueror 3.0 of later
• Microsoft Internet Explorer 6.0 of later
• Mozilla 1.0 (en Mozilla-derivaten)
• Netscape Navigator 6.2 of later
• Opera 7.0 of later
• Safari 1.0 of later
●Een TCP/IP-netwerkaansluiting (Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
●Een HP Jetdirect printserver (geïntegreerde of verbeterd e inv oer/ uitv oer [EIO]) geïnsta lleerd
in het product.
De HP geïntegreerde webserver openen
Volg de onderstaande procedure om de HP geïntegreerde webserver te openen.
OpmerkingU kunt de schermen van de geïntegreerde webserver niet bekijken buiten een firewall om.
1Open uw ondersteunde webbrowser.
2In het veld Adres of Ga naar voert u het IP-adres in dat aan het product is toegewezen
(bijvoorbeeld http://192.168.1.1), of de hostnaam (bijvoorbeeld npi[XXXXXX] of een
geconfigureerde hostnaam zoals http://www.[uw_server].com).
Als u het IP-adres van het prod uct niet weet, kunt u dit vinden op de Configuratiepagina. Voor
informatie over het bekijke n of afdrukken v an de Configur atiepagina v anaf het bediening spaneel,
zie de gebruikershandleiding die bij uw product is geleverd.
Aanmelden en afmelden
De HP geïntegreerde webserver (EWS) heeft schermen die kunnen worden gebruikt om
productinformatie te bekijken en om de configuratieopties te wijzigen. Welke schermen en
instellingen verschijnen, is afhankelijk van de manier w aarop u toegang hebt tot de EWS: als een
algemene gebruiker , een IT-beheerder of een serviceprovider. Dez e w acht woord en kun nen door
een IT-beheerder of een serviceprovider worden aangepast.
Als gebruikers zich zonder wachtwoord aanmelden op de HP geïntegreerde webserver terwijl
deze met een wachtwoord is beveiligd, is alleen het tabblad Informatie beschikbaar. Als geen
wachtwoord is ingesteld (standaardinstelling), zijn alle tabbladen zichtbaar.
Als een wachtwoord is ingesteld, moet u zich als IT-beheerder of serviceprovider aanmelden om
toegang te krijgen tot de beveiligde tabbladen van de HP Geïntegreerde webserver
(Instellingen, Digitaal versturen en Netwerk).
OpmerkingZie “Beveiliging” op pagina 28 voor informatie over het wijzigen van wachtwoorden in de rol van
IT-beheerder. Raadpleeg de servicehandleiding van het product als u serviceprovider bent.
NLWWSysteemvereisten 3
Als beheerder aanmelden
Volg de onderstaande procedure om als een beheerder in de HP EWS aan te melden.
1Klik op de koppeling Aanmelden in de rechterbovenhoek van het scherm nadat u de EWS
hebt geopend.
Het dialoogvenster Netwerkwachtwoord invoeren verschijnt, zoals is weergegeven in de
volgende illustratie. Het uiterlijk van het aanmeldingsvenster is afhankelijk van uw
besturingssysteem en browser.
2Voer admin als gebruikersnaam in, voer uw wachtwoord in en klik vervolgens op OK.
Als beheerder afmelden
Volg de onderstaande procedure om af te melden.
1Klik op de koppeling Afmelden.
2Sluit de browser om het afmelden te voltooien.
VOORZICHTIGWanneer u de browser niet afsluit, blijft de verbinding met de EWS in stand en dit kan
beveiligingsrisico's tot gevolg hebben.
4 OverzichtNLWW
Bladeren door de HP geïntegreerde webserver
U kunt door de schermen van de HP geïntegreerde webserver bladeren door op een van de
tabbladen te klikken (zoals Informatie of Instellingen). Klik vervolgens op een van de menu's op
de navigatiebalk die u aan de linkerzijde van het scherm kunt vinden.
In de volgende illustratie en tabel wordt informatie over de EWS-vensters gegeven.
OpmerkingHet uiterlijk van de EWS-vensters kan verschillen van de illustraties in deze
gebruikershandleiding. Dit is afhankelijk va n de kenmerken v an het product en de instellingen die
door uw IT-beheerder zijn aangebracht.
1
2
3
4
Onderdeel Kenmerk
EWS-venster
1
2
Productnaam
en IP-adres
TabbladenTabblad Informatie Hierop kunt u informatie over het
6
OmschrijvingMeer informatie
Hier vindt u de productnaam en het IP-adres.
Zie “Productstatus bekijken op de
product bekijken. U k unt het product
niet configureren met de schermen
op dit tabblad.
Tabblad
Instellingen
Tabblad Digitaal
versturen
Tabblad NetwerkHierop kunt u de netwerkstatus
Gebruik de functies op dit tabblad
om het product te configureren.
Gebruik de functies op dit tabblad
om de digitale verzendopties te
configureren.
Opmerking: zodra de Digital
Sending Software (HP DSS) is
geïnstalleerd, moeten de digitale
verzendopties worden
geconfigureerd met behulp van de
HP MFP DSS Configuration Utility.
bekijken en de netwerkkaart van het
product configureren.
schermen van het tabblad Informatie” op
pagina 7.
Zie “Het apparaat configureren vanaf het
scherm Instellingen” op pagina 15.
Zie “De digitale verzendopties instellen”
op pagina 35.
Zie “Netwerkfuncties beheren vanaf het
scherm Netwerk” op pagina 47.
5
NLWWBladeren door de HP geïntegreerde webserver 5
Onderdeel Kenmerk
EWS-venster
3
4
5
6
Menu'sVerschilt per
Overige
koppelingen
Afmelden/
aanmelden
SchermVerschilt per menu Klik op een menu om een scherm
OmschrijvingMeer informatie
Klik op een tabblad om de menu's
tabblad
hp instant
support
Productonderste
uning
Afhankelijk van
soort gebruiker
weer te geven.
Hiermee gaat u naar een set
bronnen op het web waarmee u
specifieke problemen kunt oplossen
en waar u kunt bekijken welke extra
services er voor uw HP-product
beschikbaar zijn.
Gebruik de specifieke informatie
van uw product op de HP-website
om een probleem op te lossen.
Aanmelding als IT-beheerder of
serviceprovider.
weer te geven.
●Zie “De Overige koppelingen als
hulpbron gebruiken” op pagina 49.
●Zie “hp instant supp o rt” op
pagina 50.
●Zie “Productondersteuning” op
pagina 51.
●Zie “Mijn Serviceprovider en Mijn
Servicecontract” op pagina 51.
Zie “Aanmelden en afmelden” op
pagina 3.
●Zie “Productstatus bekijken op de
schermen van het tabblad
Informatie” op pagina 7.
●Zie “Het apparaat configureren vanaf
het scherm Instellingen” op
pagina 15.
●Zie “Netwerkfuncties beheren vanaf
het scherm Netwerk” op pagina 47.
6 OverzichtNLWW
Productstatus bekijken op de
2
schermen van het tabblad
Informatie
De informatieschermen zijn alleen voor informatieve doeleinden bestemd. U k unt het apparaat
niet vanaf deze schermen configureren. Als u het apparaat wilt configureren via EWS, gaat u
naar “Het apparaat configureren vanaf het scherm Instellingen” op pagina 15.
Hieronder volgen de informatieschermen:
●Status apparaat (pagina 8)
●Configuratiepagina (pagina 9)
●Status benodigdheden (pagina 11)
●Gebruikspagina (pagina 12)
●Apparaatgegevens (pagina 13)
●Bedieningspaneel (pagina 14)
OpmerkingSommige producten ondersteunen niet alle bovengenoemde schermen.
NLWW7
Status apparaat
Gebruik het scherm Status apparaat om de huidige status van het product te bekijken. In de
volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
1
2
3
4
Onderdeel Gebied op het
scherm
1
2
3
4
EWS-tabbladen en
menu's
StatusGeeft de apparaatstatus weer (dezelfde informatie verschijnt ook
Knoppen op het
bedieningspaneel
CapaciteitenGeeft de onderdelen weer die in het product zijn geïnstalleerd.
Informatie over of mogelijkheden van het gebied
Zie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5
voor meer informatie.
op het display van het bedieningspaneel).
Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel zoals u ze zou
gebruiken op het product. Ga naar het scherm Beveiliging op het
tabblad Instellingen om te selecteren welke knoppen op het
bedieningspaneel op dit scherm verschijnen.
8 Productstatus bekijken op de schermen van het tabblad InformatieNLWW
Configuratiepagina
Gebruik het scherm Configuratiepagina om de huidige productinstellingen te bekijken,
printerproblemen op te lossen en de installatie van op tionele accessoires , zoals de DIMM's ( dual
inline memory modules) te controleren. In de volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe
u dit scherm kunt gebruiken.
1
2
Opmerking: zie de tabel op
de volgende pagina voor
omschrijvingen van de
onderdelen in deze
illustratie.
3
4
5
NLWWConfiguratiepagina 9
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het g e b ie d
1
2
3
4
5
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op
pagina 5 voor meer informatie.
ApparaatgegevensGeeft het serienummer, versienummers en overige
informatie voor het apparaat weer.
OptiesGeeft opties weer die in elke DIMM-sleuf en EIO-sleuf zijn
geïnstalleerd.
GeheugenGeeft informatie over het geheugen, PCL DWS (Driver Work
Space) en bronopslaginformatie.
BeveiligingGeeft de status van de beveiliging van het bedieningspaneel
weer en de opties voor schrijfbeveiliging van de schijf.
10 Productstatus bekijken op de schermen van het tabblad InformatieNLWW
Status benodigdheden
Het scherm Status benodigdheden geeft gedetailleerde informatie over de benodigdheden weer
en toont onderdeelnummers voor de originele HP benodigdheden. (Wanneer u nieuwe
producten bestelt, is het handig het onderdeelnummer bij de hand te hebben.) In de volgende
illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
1
2
Onderdeel Gebied op het
scherm
1
2
EWS-tabbladen en
menu's
Informatie betreffende
de levensduur van de
benodigdheden
Informatie over of mogelijkheden van het gebied
Zie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5
voor meer informatie.
Indien beschikbaar, geeft deze optie het percentage van de
resterende levensduur en het geschatte aantal resterende pagina's
van het onderdeel.
NLWWStatus benodigdheden 11
Gebruikspagina
Het gebruiksscherm geeft het aantal pagina's weer voor el k soort afdrukmateriaal dat door het
apparaat is verwerkt alsmede het aan tal dubbelzijdige pagina's . Het totale aantal w ordt bereke nd
door de som van het aantal afg edrukte pagina's te vermenigvuldigen met het aantal eenheden.
De informatie op dit scherm kan worden gebruikt om vast te stellen hoeveel toner of papier in
voorraad moet blijv en. In de v olgende illustr atie en tabel wordt beschre v en hoe u dit scherm kunt
gebruiken.
1
2
3
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het g e b ie d
1
2
3
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op
pagina 5 voor meer informatie.
Gebruiksstatistieken
(equivalent)
EenhedenEen eenheid staat gelijk aan een standaardpagina van A4-
Geeft de soorten pagina's aan die zijn afgedrukt, het aantal
enkelzijdige pagina's dat is afgedrukt, het aantal
dubbelzijdige pagina's dat is afgedrukt en het totale aantal
pagina's dat is afgedrukt.
formaat (Letter-formaat). Alle overige paginaformaten
worden vergeleken met dit standaardformaat. Een pagina
van A4-formaat (Letter-formaat) die dubbelzijdig wordt
afgedrukt, telt als twee eenheden.
12 Productstatus bekijken op de schermen van het tabblad InformatieNLWW
Apparaatgegevens
Op het scherm Apparaatgegevens worden de apparaatnaam, het activanummer, de
bedrijfsnaam, de naam van de contactpersoon, de locatie en het IP-adres van het apparaat, de
productnaam, het modelnummer en het serienummer van het apparaat vermeld.
De apparaatnaam, het activanummer, de bedrijfsnaam, de naam van de contactpersoon en de
locatie van het appar aat k unnen w orden ge configure erd op het scherm Apparaatgegevens dat u
op het tabblad Instellingen kunt vinden.
NLWWApparaatgegevens 13
Bedieningspaneel
Voor producten met een bedieningspaneel, geeft het scherm Bedieningspaneel het display van
het bedieningspaneel weer zoals u dit ziet als u voor het product staat. Deze weergave geeft de
productstatus weer die u kan helpen bij het oplossen van problemen met het product.
OpmerkingHet uiterlijk van het scherm is afhankelijk van uw product.
14 Productstatus bekijken op de schermen van het tabblad InformatieNLWW
Het apparaat configureren
3
vanaf het scherm Instellingen
Gebruik de schermen op het tabblad Instellingen om het apparaat vanaf uw computer te
configureren. Hieronder volgen de schermen onder Instellingen:
●Apparaat configureren (pagina 16)
●E-mailserver (pagina 17)
●Waarschuwingen (pagina 19)
●AutoSend (pagina 26)
●Beveiliging (pagina 28)
●Overige koppelingen bewerken (pagina 29)
●Apparaatgegevens (pagina 31)
●Taal (pagina 3 2 )
●Datum & tijd (pagina 33)
OpmerkingSommige producten ondersteunen niet alle bovengenoemde schermen.
NLWW15
Apparaat configureren
U kunt het scherm Apparaat configureren gebruik en om de pagina's met apparaatg ege v ens af te
drukken en om het apparaat op afstand te configureren. In de volgende illustratie, tabel en
voorbeeldprocedure wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
Als uw apparaat een display op het bedieningspaneel heeft, zijn deze menu's dezelfde als de
menu's die beschikbaar zijn op het bedieningspaneel op uw apparaat. Sommige van de menu's
op het bedieningspaneel van het apparaat zijn niet beschikbaar vanaf de geïntegreerde
webserver van HP.
Zie de documentatie die bij uw apparaat is geleverd voor meer informatie over de verschillende
menu's die door uw apparaat worden ondersteund.
1
2
3
4
Onderdeel Gebied op het
scherm
1
2
3
4
EWS-tabbladen en
menu's
Selecteer een menuMenu INFORMATIEDrukt de pagina's met apparaatgegevens
PlustekenKlik voor de submenu's of subitems op het plusteken () naast
PAUZESchakel dit selectievakje in om het apparaat te pauzeren.
Informatie over of mogelijk h eden van het gebied
Zie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5
voor meer info rmatie.
af. Deze pagina's bevatten details over
het apparaat en de configuratie hiervan.
Menu APPARAAT
CONFIGUREREN
Menu DIAGNOSTIEKHiermee krijgt u informatie over het
een menu of klik op het menu zelf.
Hiermee kunt u het apparaat
configureren om het gedrag van het
apparaat te beïnvloeden. U kunt in dit
menu bijvoorbeeld de personalityinstellingen voor het apparaat opgeven,
zoals de instellingen voor afdrukkwaliteit
of de bestemmingsbakken.
apparaat. Deze informatie kunt u
gebruiken om problemen op te lossen.
16 Het apparaat configureren vanaf het scherm InstellingenNLWW
E-mailserver
De menu's op het scherm Apparaat configureren gebruiken
De onderstaande procedure dient alleen als v oorbeeld. Vergelijkbare procedures kunnen worden
gebruikt om andere menuonderdelen in te stellen.
Volg de hieronder beschreven stappen om een Configuratiepagina af te drukken
(voorbeeldprocedure)
1Klik op INFORMATIE.
2Schakel het selectievakje in dat zich vóór de informatiepagina bevindt die u wilt bekijken of
afdrukken, en klik op Toepassen.
Gebruik het scherm E-mailserver om de e-mailinstellingen voor uitgaande en inkomende e-mail
te configureren. Gebruik de instellingen op dit scherm om e-mailberichten te verzenden en te
ontvangen, inclusief de productwaarschuwingen. In de volgende illustratie, tabel en procedures
wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
1
2
3
4
Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
EWS-tabbladen en
menu's
Uitgaande e-mailHiermee kunt u de uitgaande e-mail configureren als u de functies Waarschuwingen of
E-mailadres apparaatDit is het e-mailadres van het apparaat dat in de apparaatwaarschuwingen verschijnt.
Inkomende e-mail
(niet vereist voor
e-mailwaarschuwingen)
Zie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5 voor meer informatie.
AutoSend wilt geb ruiken. Zie “Het scherm Waarschuwingen met een apparaat
gebruiken” op pagina 20 voor meer informatie.
Dit is niet het e-mailadres dat u gebruikt om de opdrachten naar het apparaat te
verzenden. Zie “E-mailopdrachten naar het apparaat verzenden” op pagina 24.
Configureer de inkomende e-mail als u informatiepagina's van het apparaat wilt
opvragen met gebruik van e-mailberichten. Zie “E-mailopdrachten naar het apparaat
verzenden” op pagina 24 voor meer informatie.
NLWWE-mailserver 17
Uitgaande e-mail configureren
U moet de uitgaande e-mail configureren als u de functies Waarschuwingen of AutoSend wilt
gebruiken.
1V erzamel d e vo lgende inf ormatie. (Doorg aans beschikt uw netw erk- of e-mailbeheerder ov er
de benodigde informatie voor het configureren van uitgaande e-mail.)
• Het IP-adres van de SMTP-server (Simple Mail Transfer Protocol) op uw netwerk. De
EWS gebruikt het IP-adres van de SMTP-server voor het doorsturen van e-mailberichten
naar andere computers.
• Het suffix van de e-maildomeinnaam dat wordt gebruikt voor e-mailberichten binnen uw
organisatie.
2Schakel het selectievakje Uitgaande e-mail inschakelen in.
3Voer het IP-adres van de SMTP-server in het tekstvak SMTP-server in.
4Voer de domeinnaam in en klik vervolgens op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
Inkomende e-mail configureren
U moet de inkomende e-mail configureren als u informatiepagina's van het apparaat wilt
opvragen met behulp van e-mailberichten. Zie “E-mailopdrachten naar het apparaat verzenden”
op pagina 24 voor meer informatie.
1Definieer een POP3-account (Post Office Protocol 3) voor het apparaat op een e-mailserver
in het netwerk van uw organisatie.
Voor elke POP3-account is een gebruikersnaam en een wachtwoor d vereist. Samen m et de
domeinnaam van het apparaat (die is opgegeven in de configuratie van uitgaande e-mail)
vormt de gebruikersnaam het e-mailadres voor het appar aat. Als de gebruiker snaam van de
POP3-account bijvoorbeeld "product" is en de POP3-server is "hp.com", dan is het
e-mailadres van de printer "product@hp.com".
OpmerkingElk product dat is geconfigureerd v oor ink omende e-mail, moet een eigen POP3-acco unt krijgen
op de e-mailserver van uw netwerk.
POP3-accounts worden meestal geconfigureerd door uw netwerk- of e-mailbeheerder.
2Schakel het selectievakje Inkomende e-mail inschakelen in.
3Voer het IP-adres in van de POP3-server in het tekstvak POP3 Server.
4Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in v oor de postb u sac count van het apparaat en
klik vervolgens op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
18 Het apparaat configureren vanaf het scherm InstellingenNLWW
Waarschuwingen
Op het scherm Waarschuwingen kunnen IT-beheerders het apparaat instellen om probleem- en
statuswaarschuwingen te verzenden met behulp van e-mailberichten. Wanneer deze functie is
geconfigureerd, kunnen waarschuwingen automatisch worden verzonden met informatie over
benodigdheden, de status van de papierbaan, service en adviezen. U kunt meerdere person en
waarschuwingen sturen waarbij elke persoon slechts díe waarschuwingen ontvangt die zijn
aangegeven. Een beheerdersassistent is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het bestellen van
toner of het oplossen van prob lemen en kan w aarschuwingen ontv angen z odr a de toner bijna op
is of als er een papierstoring optreedt. Ook kan de levensduur van onderdelen worden beheerd
door een externe serviceprovider. Deze kan bijvoorbeeld waarschuwingen ontvange n over het
onderhouden van het apparaat en het bijvullen van nietjes in het voorste of achterste
nietapparaat.
Als u een apparaat voor permanente opslag, zoals een harde schijf, hebt geïnstalleerd, kunt u
vier verschillende bestemmingslijsten maken met maximaal 20 ontvangers pe r li jst. (Zonder een
apparaat voor permanente opslagapparaat kunt u naar slechts vier e-mailbestemmingen
waarschuwingen verzenden). Het volgende voorbeeld is voor een apparaat waarop een
apparaat voor permanente opslag is geïn stalle er d. Als er e en a pp ar aa t voor permanente opslag
is geïnstalleerd, kunt u de bestemmingen en bestemmingslijsten bewerken, testen en
verwijderen.
OpmerkingIn de volgende illustratie, tabel en procedures wordt beschre ven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
Als u de waarschuwingsfunctie wilt gebruiken, moet uitgaande e-mail ingeschakeld zijn. Zie
“Uitgaande e-mail configureren” op pagina 18 voor het inschakelen van uit gaande e-mail.
1
2
Opmerking: zie de tabel op
de volgende pagina voor
omschrijvingen van de
onderdelen in deze
illustratie.
3
4
5
6
NLWWWaarschuwingen 19
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
5
6
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op
pagina 5 voor meer informatie.
Overzicht van
bestemmingslijst
BewerkenMet deze knop kunt u wijzigingen aanbrengen in de
TestMet deze knop kunt u een testwaarschuwing verzenden naar
VerwijderenMet deze knop kunt u de bestemming of bestemmingslijst te
Nieuwe bestemmingslijstMet deze knop kunt u de instellingen voor een nieuwe
Geeft de huidige selecties weer voor elke bestemming.
bestemming of bestemmingslijst.
de bestemming of bestemmingslijst.
verwijderen.
bestemmingslijst voor waarschuwingen definiëren.
Het scherm Waarschuwingen met een apparaat gebruiken
Dit gedeelte bevat informatie over de volgende waarschuwingsfuncties:
●“Waarschuwingen conf igureren” op pagina 20
●“De configuratie van een bestemmingslijst testen” op pagina 23
●“Bestemmingen en bestemmingslijsten verwijderen” op pagina 24
Waarschuwingen configureren
Als u een apparaat voor permanente opslag hebt geïnstalleerd, kunt u maximaal vier
verschillende bestemmingslijsten instellen met maximaal 20 ontvangers per lijst. Zonder een
apparaat voor permanente opslag, hebt u slechts plaats voor vier e-mailadressen.
1Voer een van de volgende handelingen uit:
• Voor het maken van een nieuwe bestemmingslijst klikt u op Nieuwe bestemmingslijst.
-of-
• Voor het wijzigen van een bestaande bestemmingslijst klikt u op Bewerken naast de lijst
die u wilt wijzigen.
20 Het apparaat configureren vanaf het scherm InstellingenNLWW
2Als u een apparaat voor permanente opslag hebt geï nstalleerd, verschijnt er een scherm dat
lijkt op het venster in de volgende illustratie. Voor producten waarin een apparaat voor
permanente opslag is geïnstalleerd, typt u een naam in het veld Lijstnaam, zoals
Onderhoud of Benodigdheden. (Als u niet over een apparaat voor permanente opslag
beschikt, gaat u verder met stap 3).
NLWWWaarschuwingen 21
3Voer het e-mailadres in van de personen die de waarschuwingen moeten ontvangen. In
grote omgevingen kunnen systeembeheerders e-mailadressen omleiden naar lijstservers,
URL's (universal resource locators) en mobiele apparaten voor uitgebreide
waarschuwingen. Voeg meerdere bestemmingen toe door elk e bestemming t e scheiden met
een komma of een puntkomma.
4Schakel het selectiev akje in vo or de waarschuwingen die met deze bestemmingslijst moeten
worden verzonden. (Klik op Alle waarschuwingen weergeven om alle waarschuwingen te
bekijken die voor het app araat beschikbaar zijn.)
5Indien van toepassing stelt u de drem pelwaarde in voor de individuele waarschuwingen.
De drempelwaarde voor servicewaarschuwingen en voor waarschuwingen betreffende de
papierbaan is een door de gebruiker ingesteld aantal minuten. Ged urende dit aantal minuten
wordt een gebeurtenis genegeerd voordat een e-mailwaarschuwing wordt verzonden. U wilt
bijvoorbeeld de drempelwaarde voor de waarschu win g "La de open " inst elle n op 10 min ut en
zodat iemand de tijd heeft om de lade te sluiten na het vullen van de lade of voor het
verhelpen van een storing.
6Selecteer de bijlagen die u aan de e-mailwaarschuwingen wilt toevoegen. Deze bijlagen
kunnen bestaan uit de Statuspagina benodigdheden, Gebruikspagina, Configuratiepagina,
Logpagina en XML-gegevens. (Ga naar het tabblad Informatie om voorbeelden van deze
pagina's te bekijken.) Selecteer de optie XML-gegevens als een van de geselecteerde
waarschuwingsbestemmingen voor het ontvangen van waarschuwingen een
geautomatiseerd computersysteem is. Elk item dat u selecteert, wordt aan uw e-mailbericht
toegevoegd. Als u bijvoorbeeld Gebruikspagina en Logpagina selecteert, ontvangt u een
e-mailbericht met twee bijlagen, een voor elke selectie. Als u ook de optie XML-informatie
hebt geselecteerd, ontvangt u één e-mailbericht met drie bijlagen – één bijlage voor de
Gebruikspagina in HTML, één voor de Logpagina in HTML en een derde bijlage met
ondersteunende informatie in een tekstbestand met een .xml-extensie.
7Klik op Toepassen om de informatie op te slaan.
8Herhaal stap 1 tot en met 7 voor elke nieuwe lijst of bestemming.
OpmerkingZie “De configuratie van een bestemmingslijst testen” op pagina 23 voor het testen van de
configuratie van een bestemmingslijst.
22 Het apparaat configureren vanaf het scherm InstellingenNLWW
De configuratie van een bestemmingslijst testen
Gebruik de volgende procedure om de configuratie van de bestemmingslijst te testen.
1Klik op de knop Test naast de bestemmingslijst die u wilt testen.
Het onderstaande dialoogvenster wordt weergegeven. (Deze illustratie geeft het scherm van
een systeem weer waarop een apparaat voor permanente opslag is geïnstalleerd. Als geen
apparaat voor permanente opslag is geïnstalleer d, kan maar één bestemming vanuit dit
venster worden getest.)
2Als u een apparaat voor permanente opslag hebt geïnstalleerd, selecteert u de
bestemmingen die u wilt gaan testen.
NLWWWaarschuwingen 23
3Het retouradres is het e-mailadres van het apparaat. Voer uw e-mailadres in het veld
Retouradres in als u berichten over eventuele fouten wilt ontvangen, die worden
gegenereerd door de testwaarschuwing (bijvoorbeeld een kennisgeving bij een onjuist
bestemmingsadres).
4Indien gewenst k unt u aanvullende informatie die aan het begin van de e-mailwaarschuwing
verschijnt, invoeren in het tekstveld Uw opmerkingen (optioneel).
5Klik op OK.
Bestemmingen en bestemmingslijsten verwijderen
U kunt een bestemming of bestemmingslijst verwijderen door te klikken op de knop Verwijderen
naast de bestemming of bestemmingslijst die u wilt verwijderen. Klik op OK om de verwijdering
te bevestigen.
E-mailopdrachten naar het apparaat verzenden
Een andere methode voor het ontv a ngen v an de inf ormatiepagina's is door dez e op te vr agen bij
het apparaat. Als de uitgaande en inkomende e-mail worden geconfigureerd, kan het apparaat
informatiepagina's zoals de pagina Status benodigdheden of de Configuratiepagina, to evoegen
aan het e-mailbericht. U kunt met behulp van deze functie een pro bleem oplossen of de status
van benodigdheden controleren.
Informatiepagina's opvragen met behulp van een e-mailbericht
Als u een bericht voor het apparaat samenstelt, moet u de velden Aan, Van en Onderwerp
correct instellen in uw e-mailprogramma.
1Schakel de uitgaande en inkomende e-mail in door de instructies te volgen die in dit
hoofdstuk worden gegeven. (Zie voor meer informatie “E-mailserver” op pagina 17.)
2Maak in uw e-mailprogramma een bericht voor het apparaat volgens de onderstaande
stappen:
a In het veld Aan voert u het e-mailadres van het apparaat in. Samen met de domeinnaam
van het apparaat (die is opgegeven in de configuratie van uitgaande e-mail) vormt de
gebruikersnaam het e-mailadres voor het apparaat. Als de gebruikersnaam van de
POP3-account bijvoorbeeld "product" is en de POP3-server is "hp.com", dan is het
e-mailadres van de printer "product@hp.com".
b Uw e-mailprogramma moet automatisch het veld Van invulle n me t uw re to ur -
e-mailadres.
c In het veld Onderwerp voert u de gewenste tekst in voor de indeling en de pagina die u
wilt toevoegen. U kunt een Configur atiepagina, pagina Status benodigdheden of een
pagina AutoSend opvragen. Als u bijvoorbeeld de Configuratiepagina in HTMLbestandsformaat wilt toevoegen, voert u
“this.configpage?configpage=email&format=html” in.
PaginaHTML-indelingXML-indeling
Configuratiepaginathis.configpage?configpage
=email&format=html
Pagina Status
benodigdheden
Pagina AutoSendniet van toepassingthis.configpage?autosend
this.configpage?suppliespage
=email&format=html
this.configpage?configpage
=email&format=xml
this.configpage?suppliespage
=email&format=xml
=email&format=xml
3Klik op Verzenden.
24 Het apparaat configureren vanaf het scherm InstellingenNLWW
Het apparaat controleert elke 3 minut en of er nieuw e e-mailberichten zijn. W anneer he t apparaat
het e-mailbericht ontvangt, w ordt er een antwoord gegenereerd en wordt de gevraagde
informatie naar het e-mailadres van de afzender gestuurd (dit adres is opgegeven in het veld
Van in het originele e-mailbericht).
OpmerkingAfhankelijk van vertragingen in het netwerk en op de e-mailserver, kan een reactie binnen 1 minuut
of pas na enkele uren in het Postvak IN van uw e-mailprogramma verschijnen.
Als de velden Aan, Van en Onderwerp niet correct worden ingesteld in uw e-mailbericht, kan
het apparaat geen bericht terugsturen.
NLWWWaarschuwingen 25
AutoSend
1
Gebruik het scherm AutoSend voor het regelmatig verzenden van de productconfiguratie en de
gebruiksinformatie over benodigdheden naar uw serviceprovider. Via deze functie kunt u een
relatie onderhouden met Hewlett-Packard Company of een andere serviceprovider die u
services biedt zoals vervanging van toner, contracten voor betaling per pagina, afspraken over
ondersteuning en registratie van gebruiksgegevens. In de volgende illustratie, tabel en
procedure wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
Wanneer u een app araat voor permanente opslag, zoals een harde schijf, hebt geïnstalleerd,
kunt u tot twintig e-mailadressen t oev oegen. (Zonder een appar aat vo or permanente opslag kunt
u slechts één e-mailadres toevoegen). Het volgende voorbeeld is voor een product waarop een
apparaat voor permanente opslag is geïn stalleerd.
2
3
4
6
5
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op
pagina 5 voor meer informatie.
AutoSend inschakelenSchakel dit selectievakje in om de functie AutoSend te
activeren.
V erz enden: elke [interval]Selecteer de gewenste interval waarmee het apparaat de
productconfiguratie en de informatie over het gebruik van de
benodigdheden moet verzenden naar de bestemmingen die in
het veld E-mailbestemmingen zijn geconfigureerd.
E-mailbestemmingenHiermee kunt u een lijst opslaan met maximaal 20
e-mailadressen die informatie over de configuratie van het
apparaat kunnen ontvangen. Elk e-mailadres kan maximaal
50 tekens be vatten.
26 Het apparaat configureren vanaf het scherm InstellingenNLWW
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
5
6
Verzenden naar HPSchakel dit selectievakje in om regelmatig informatie over de
configuratie van uw apparaat en de status van de
benodigdheden naar HP te versturen. De informatie wordt
naar een e-mailadres van HP verzonden (bijvoorbeeld
mijnproduct@hp.com) in een tekstbestand met een XMLbestandsextensie. Dit bestand is in het Engels.
Klik op Hewlett-Packar d Online Privacyverklaring voor
meer informatie over hoe HP de informatie behandelt die via
AutoSend wordt verzonden.
TestKlik op deze knop om uw instellingen op te slaan en de
informatie direct te versturen, zodat u zeker weet dat de
ontvanger het bericht ontvangt.
De functie AutoSend inschakelen
Volg de onderstaande procedure om de functie AutoSend beschikbaar te maken.
1Schakel de uitgaande en inkomende e-mail in door de instructies te volgen die in dit
hoofdstuk worden gegeven. (Zie voor meer informatie “E-mailserver” op pagina 17.)
2Schakel het selectievakje AutoSend inschakelen in.
3Klik op een optie om de interval te definiëren, waarin u wilt dat het apparaat de
productconfiguratie en de gebruiksinformatie betreffende de benodigdheden naar de
e-mailontvangers moet verzenden (deze ontvangers worden in de volgende stap
vastgesteld). Voer vervolgens het aantal dagen, weken, maanden of afgedrukte pagina's in.
4Configureer maximaal 20 e-mailadressen voor producten die apparaten voor permanente
opslag hebben geïnstalleerd. Gebruik hiervoor de indeling die op het scherm ver schijnt. (Als
u geen apparaat voor permanente opslag hebt, kunt u één e-mailadres configureren.)
5Selecteer het selectievakje Verzenden naar HP om informatie over de configuratie van uw
apparaat en de status van de benodigdheden naar HP te verzenden.
6Klik op Toepassen.
NLWWAutoSend 27
Beveiliging
1
In de volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
2
3
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op
pagina 5 voor meer informatie.
Wachtwoord instellenHiermee kunt u een beheerderswachtwoord instellen voor
toegang tot de tabbladen Instellingen, Digitaal versturen en
Netwerk van de EWS. Wanneer het w achtw oord is ingesteld,
wordt gebruikers gevraagd een wachtwoord in te voeren
wanneer ze op de koppeling Aanmelden klikken. Zie
“Aanmelden en afmelden” op pagina 3 voor meer informatie.
Weergave op statuspagina
van het apparaat
Selecteer de knoppen van het bedieningspaneel die u op het
scherm Status apparaat wilt weergeven (op het tabblad
Informatie).
28 Het apparaat configureren vanaf het scherm InstellingenNLWW
Overige koppelingen bewerken
Gebruik het scherm Overige koppelingen bew erken om maximaal vijf koppelingen aan de
gewenste websites toe te voegen of aan te passen (zie de volgende opmerking). Deze
koppelingen verschijnen op de HP EWS-pagina's in het veld Overige koppel ingen onder de
linkernavigatiebalk. Drie permanente koppelingen (hp instant support, Benodigdheden bestellen en Productondersteuning) zijn al ingesteld. In de volgende illustratie, tabel en
procedures wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
OpmerkingAls u een apparaat voor permanente opslag hebt geïnstalleerd, kunt u maximaal 5 extra
koppelingen toevoegen. Zonder extra opslag, kunt u één extra koppeling toevoegen.
1
2
3
4
Onderdeel Gebied op het
Informatie over of mogelijkheden van het gebied
scherm
1
2
3
EWS-tabbladen en
menu's
Kopp. toevoegenHiermee kunt u een door de gebruiker gedefinieerde koppeling
Door gebruiker
gedefinieerde kopp.
Zie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5
voor meer informatie.
toevoegen.
Geeft een lijst met door de gebruiker gedefinieerde koppelingen die
zijn toegevoegd. Gebruik dit gedeelte om koppelingen te
verwijderen.
NLWWOverige koppelingen bewerken 29
Onderdeel Gebied op het
scherm
4
Overige koppelingenhp instant supportHiermee krijgt u een verbinding tot
Informatie over of mogelijkheden van het gebied
webbronnen die u kunnen helpen bij het
oplossen van specifieke problemen en
kunt u zien welke aanvullende diensten
er voor uw apparaat beschikbaar zijn.
(Gedetailleerde informatie, waaronder
serienummer en foutstatus, wordt
doorgestuurd naar de klantenservice van
HP. Hewlett-Pac kard Company behandelt
deze informatie vertrouwelijk.)
Productondersteuning Hiermee krijgt u toegang tot specifieke
informatie over uw apparaat vanaf de HPwebsite.
Mijn ServiceproviderHiermee kunt u verbinding met uw
homepage of uw serviceprovider tot
stand brengen. Deze koppeling verschijnt
alleen als deze door de serviceprovider is
geconfigureerd.
Mijn ServicecontractHiermee kunt u een verbinding met een
pagina tot stand brengen waarin de
terminologie en beperkin gen van uw
servicecontract worden vermeld. Deze
koppeling verschijnt alleen als deze door
de serviceprovider is geconfigureerd.
Een koppeling toevoegen
Volg deze procedure om een koppeling toe te voegen.
1Voer onder Kopp. toevoegen de URL en de naam van de koppeling in zoals u deze wilt
weergeven op de pagina's van de geïntegreerde webserver van HP.
2Klik op Kopp. toevoegen.
Een koppeling verwijderen
Volg deze procedure om een koppeling te verwijderen.
1Onder Door gebruiker gedefinieerde k opp. selecteert u de koppeling of k op pelingen die u
wilt verwijderen.
2Klik op Geselecteerde kopp. verwijderen.
30 Het apparaat configureren vanaf het scherm InstellingenNLWW
Apparaatgegevens
Gebruik het scherm Apparaatgegevens om een naam voor het apparaat in te voeren, om een
artikelnummer toe te kenne n en om d e be drijfsnaam, de cont actperso on van het apparaat en de
fysieke locatie van het apparaat te configureren. Het IP- adres, naam, model en serienummer
van het apparaat zijn ook op dit scherm te vinden.
OpmerkingAls u wijzigingen aanbrengt op het scherm Apparaatgegevens, klikt u op Toepassen om de
wijzigingen op te slaan.
De informatie die hier wordt ingevoerd, verschijnt op het scherm Apparaatgegevens. Deze
pagina kan worden geopend op het tab blad Informatie. Deze inf ormatie wordt ook wee rgege ven
in e-mailberichten die vanaf het apparaat worden verstuurd. Dit kan handig zijn wanneer u de
locatie van het apparaat wilt bepalen en benodigdheden wilt vervangen of een probleem wilt
oplossen.
NLWWApparaatgegevens 31
Taal
Gebruik het scherm Taal om de taal te selecteren waarin de schermen van de geïntegreerde
webserver van HP verschijnen. In de volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit
scherm kunt gebruiken.
1
2
3
4
VOORZICHTIGSelecteer de optie voor het bekijken van de pagina's in de taal van het apparaat of kies de
optie Selecteer een taal waardoor de taal wordt gewijzigd voor iedereen die gebruikmaakt van
de geïntegreerde webserver van HP.
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op
pagina 5 voor meer informatie.
Pagina's bekijken in de taal
van de browser
(dit is de standaard)
Pagina's bekijken in het
Apparaat
Gebruik deze functie om te detecteren welke taal voor uw
webbrowser is geselecteerd. Het scherm HP geïntegreerde
webserver verschijnt in dezelfde taal.
Gebruik deze functie om te detecteren welke taal voor het
bedieningspaneel van het apparaat is geselecteerd. Het
scherm van de HP geïntegreerde webserver verschijnt in
dezelfde taal.
Selecteer een taalSelecteer de taal voor de schermen van de HP geïntegreerde
webserver:
●English (Engels)
●Français (Frans)
●Deutsch (Duits)
●Italiano (Italiaans)
●Español (Spaans)
●Svenska (Zweeds)
●Dansk (Deens)
●Norsk (Noors)
●Nederlands
●Suomi (Fins)
●Português (Portugees)
32 Het apparaat configureren vanaf het scherm InstellingenNLWW
OpmerkingDe standaardtaal is de taal die de webbrowser op dit moment gebruikt. Als uw browser en het
bedieningspaneel beide een taal gebruiken die niet beschikbaar is voor de geïntegreerde
webserver van HP, wordt Engels als standaardtaal geselecteerd.
Als u wijzigingen aanbrengt op het scherm Taal, klikt u op Toepassen om de wijzigingen op te
slaan.
Datum & tijd
Gebruik het scherm Datum & tijd om de producttijd te updaten. In de volgende illustratie en tabel
wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
1
2
4
3
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op
pagina 5 voor meer informatie.
Huidige datum en huidige tijd Toont de productdatum en -tijd waarop de EWS is geopend.
Als een van beide niet correct is, kan een IT-beheerder de
informatie via het bedieningspaneel van het apparaat
wijzigen.
Datum-/tijdsindelingGebruik deze knop om een scherm te openen waar u de
datum- en tijdsindeling kunt select e ren .
Zoek tijdGebruik deze knop om de productdatum en -tijd op het
scherm te updaten.
NLWWDatum & tijd 33
34 Het apparaat configureren vanaf het scherm InstellingenNLWW
De digitale verzendopties
4
OpmerkingSommige producten ondersteunen niet alle bovengenoemde schermen.
instellen
Beheerders kunnen de schermen onder Digitaal vers turen gebruiken om de digitale
verzendfuncties van bepaalde producten in te stellen. Hieronder volgen de schermen onder
Digitaal versturen:
●Algemeen (pagina 36)
●Verzenden naar e-mail (pagina 37)
●Adressering (pagina 40)
●Adresboek (pagina 44)
●Activiteitenlog (pagina 45)
●Voorkeuren (pagina 46)
De DSS-software gebruiken
Het product omvat de Digital Sending Software (HP DSS) die kan worden gebruikt om digitale
verzendtaken uit te voeren. Als de HP DSS is geïnstalleerd, verschijnt het volgende bericht
wanneer u op een van de menu's op het tabblad Digitaal versturen klikt.
Het apparaat wordt onderhouden door de Digital Sending Software op <IP-adres>. Gebruik
Windows Configuration Utility om het apparaat te configureren.
In dit geval moeten de digitale verzendopties worden geconfigureerd door de HP MFP DSS
Configuration Utility. Dit hulpprogramma centraliseert configuratietaken en helpt bij
beveiligingsbeheer.
NLWWDe DSS-software gebruiken 35
Algemeen
1
Gebruik het scherm Algemeen om beheerdersgegeven s voor Digitaal versturen in te stellen. In
de volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
2
3
4
5
6
Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
5
6
EWS-tabbladen en menu's Zie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5 voor meer informatie.
HelpKlik hierop om een Help-bestand te openen dat informatie bevat over de schermen op
het tabblad Digitaal versturen.
NaamVoer hier de naam van de beheerder in.
E-mailadresVoer hier het e-mailadres van de beheerder in.
Telefoonnummer
(optioneel)
Locatie (optioneel)Voer hier de locatie van de beheerder in (optioneel).
V o er hier het telefoonn ummer van de beheerder in (optioneel).
36 De digitale verzendopties instellenNLWW
Verzenden naar e-mail
Voor het product is een SMTP-gatewayserver (Simple Mail Transfer Protocol) nodig om
e-mailberichten naar e-mailadressen te kunnen versturen. Gebruik het scherm Verzenden naar
e-mail om de SMTP-instellingen te configureren, de maximumgrootte van de e-mailbijlage in te
stellen en het standaard e-mailadres voor het product in te stellen. U kunt ook een
standaardonderwerp instellen voor alle e-mailbe richten die het product v er stuurt. In de volgende
illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
1
3
4
2
5
67
8
9
10
11
12
Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
EWS-tabbladen en menu's Zie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5 voor meer
informatie.
HelpKlik hierop om een Help-bestand te openen dat informatie bevat ov er de schermen op
het tabblad Digitaal versturen.
E-mail verzendenHiermee kunt u direct vanaf het product e-mailberichten naar de SMTP-
gatewayserver versturen.
SMTP-gateway apparaatVoer hier het IP-adres of de hostnaam in van de SMTP-gatewayserver die de
e-mailverzoeken van het apparaat zal beheren. Als u het IP-adres of de hostnaam
van de SMTP-gateway niet weet, klikt u op de knop Gateways zoeken.
OpmerkingSommige apparaten herkennen alleen IP-adressen. In zulke
gevallen worden hostnamen naar het bijbehorende IP-adres
geconverteerd.
NLWWVerzenden naar e-mail 37
Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied
10
11
12
5
6
7
8
9
Maximum grootte van
bijlage
Gateways zoekenAls u het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-gateway niet weet, klikt u op deze
TestKlik op deze knop om te controleren of de opgegeven SMTP-gatewayserver geldig en
E-mailadresVoer het e-mailadres in van de persoon die als de standaardverzender zal fungeren.
GebruikersnaamVoer de naam in die in het "Van"-veld moet v erschijnen voor e-mailberichten die vanaf
Voorkomen dat de
gebruiker van het apparaat
het standaard "Van:"-adres
wijzigt
StandaardonderwerpIndien gewenst kunt u het onderwerp invoeren dat in alle te verzenden
GeavanceerdKlik op deze knop om een nieuw scherm te openen waarin u de ber ichttekst en
Selecteer hier de maximumgrootte van e-mailbijlagen die de SMTP-gateway kan
verwerken. Als het product een e-mailbijlage moet versturen die groter is dan de
opgegeven maximumgrootte, wordt de bijlage gesplitst in kleinere bestanden die in
meerdere e-mailberichten worden verstuurd.
knop om op het netwerk naar een geschikte SMTP-gateway te zoeken.
in bedrijf is.
het product worden verzonden. U kunt dit veld ook gebruiken om instructies toe te
voegen zoals "Voer hier uw e-mailad r es in".
OpmerkingAls er geen naam wordt opgegeven, wordt het e-mailadres dat
in het veld E-mailadres is ingevoerd, weergegeven in het
"Van"-veld van uitgaande e-mailberichten.
Schakel dit selectievakje in om ervoor te zorgen dat algemene gebruikers het door de
beheerder ingestelde e-mailadres niet kunnen wijzigen.
e-mailberichten wordt weergegeven. U kunt dit veld ook gebruiken om instructies toe
te voegen zoals "Voer hier een onderwerp voor uw e-mailbericht in".
bijlage-instellingen voor te verzenden e-mailberichten kunt instellen. Zie
“Geavanceerde e-mailinstellingen” op pagina 39 voor meer informatie.
38 De digitale verzendopties instellenNLWW
Geavanceerde e-mailinstellingen
In de volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
1
2
3
4
5
Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
5
EWS-tabbladen en menu's Zie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5 voor meer informatie.
HelpKlik hierop om een Help-bestand te openen dat informatie bevat over de schermen op
het tabblad Digitaal versturen.
BerichttekstHierin kunt u de weergave van het tekstbericht in alle te verzenden e-mailberichten
aanpassen. Selecteer de taal voor de berichttekst. De talen die beschikbaar zijn, zijn
dezelfde talen die beschikbaar zijn in het scherm Taal op het tabblad Instellingen.
Te bewerken door
gebruiker
Instellingen bijlageSelecteer hier de standaardinstellingen voor de bijlagen bij de te verzenden
Schakel dit selectievakje in als u wilt dat de gebruiker de berichttekst van de e-mail kan
bewerken.
e-mailberichten.
NLWWVerzenden naar e-mail 39
Adressering
1
U dient een e-mailadres in te vo eren zodat het product gescande documenten kan verzenden.
De adresseringsfunctie van het product vereenvoudigt dit proces door te zoeken naar
e-mailadressen om naar te verzenden.
In het scherm Adressering kunt u functies instellen waarmee het product rechtstreeks een
e-mailadres uit de database of ee n LDAP-server kan ophalen in plaat s van uit een kopie van het
LDAP-adresboek. Als u het LDAP-adresboek gebruikt, bent u er zeker van dat de me est recente
adressen worden gebruikt. In de volgende illustratie en tabel wordt beschrev en hoe u dit scherm
kunt gebruiken.
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
13
14
8
15
Onderdeel Gebie d op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
40 De digitale verzendopties instellenNLWW
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5 voor meer
informatie.
HelpKlik hierop om een Help-bestand te openen dat informatie bevat over de
schermen op het tabblad Digitaal versturen.
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
3
4
5
6
Directe toegang van apparaat tot
LDAP-adresboek toestaan
Bindmethode LDAP-serverAnoniemSel ecteer deze optie om verbinding te maken
GegevensV oer deze gegev ens in indien de optie Eenvoudig of NTLM is geselecteerd in de
LDAP-serverVoer de hostnaam of het IP-adres van de LDAP-server in waarvan de database
Schakel dit selectievakje in om het apparaat rechtstreekse toegang te geven tot
een LDAP-adresboek.
met de LDAP-server indien de LDAP-server
geen gebruikersgegevens nodig heeft voor
toegang tot de LDAP-database.
EenvoudigSelecteer deze optie om verbinding te maken
met de LDAP-server indien de LDAP-server
gebruikersgegevens nodig heeft voor toegang
tot de LDAP-database.
Als deze optie is geselecteerd, moet u de
gebruikersnaam, het wachtwoord en het domein
opgeven. Het wachtwoord wordt ongecodeerd
over het netwerk verstuurd.
NTMLSelecteer deze optie om verbinding te maken
met de LDAP-server indien de LDAP-server
gebruikersgegevens nodig heeft voor toegang
tot de LDAP-database. Deze optie ondersteunt
NT Challenge Response.
Als deze optie is geselecteerd, moet u de
gebruikersnaam, het wachtwoord en het domein
opgeven.
OpmerkingDeze optie is niet voor
alle producten
beschikbaar.
lijst Bindmethode LDAP-server.
het centrale adresboek bevat.
10
OpmerkingSommige producten herkennen alleen IP-adressen. In
zulke gevallen worden hostnamen naar het equivalente
IP-adres geconv erteerd.
7
8
9
PoortV oer het TCP/IP-poortnummer in waarmee de server LDAP-verzoeken v erwerkt.
Deze poort is meestal poort 389.
Server zoekenKlik op deze knop om te zoeken naar beschikbare LDAP-servers.
Instellingen zoekenKlik op deze knop om het product de beste instellingen voor de opgegeven
server te laten vinden wanneer er gezocht wordt in de LDAP-database.
ZoekopdrachtVoer de Distinguished Name (DN) van de vermelding in de LDAP-
directorystructuur in waarmee het zoeken naar het adres moet beginnen. Een
DN bestaat uit paren van "attribuut=waarde", gescheiden door komma's.
Bijvoorbeeld:
OpmerkingVoor bepaalde LDAP-servers kan de zoekopdracht leeg
gelaten worden (in dit geval wordt het knooppunt van de
zoekopdracht verondersteld).
NLWWAdressering 41
Onderdeel Gebie d op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
11
12
13
14
15
Ophaalmethode
gebruikersinformatie van
apparaat
De ingevoerde naam overeen
laten komen met het LDAPattribuut van
Ophalen van het e-mailadres van
de gebruiker van het apparaat
met behulp van het attribuut
GeavanceerdKlik op deze knop om een nieuw scherm te openen waarin u geavanceerde
TestKlik op deze knop om de opgegeven instellingen te testen.
Standaardinstellingen
Exchange 5.5
Selecteer deze optie als u verbinding maakt met
een Microsoft Exchange 5.5-server waarop
LDAP wordt uitgevoerd. De LDAPattribuutwaarden worden automatisch ingesteld.
Standaardinstellingen
Active Directory
Selecteer deze optie als u verbinding maakt met
een Microsoft Exchange Server 2000 waarop
LDAP wordt uitgevoerd. De LDAPattribuutwaarden worden automatisch ingesteld.
AangepastSelecteer deze optie als u handmatig de LDAP-
attribuutwaarden moet configureren.
Voer het attribuut in de LDAP-database in waarmee u een persoon in het
adresboek aangeeft. De waarde van dit attribuut wordt vergeleken met de naam
die de gebruiker invoert om het e-mailadres van de persoon te verkrijgen.
Hieronder volgen een paar mogelijke LDAP-attributen:
●uid: gebruikersnaam
●cn: algemene naam
●sn: achternaam
●givenName: voornaam
Voer het LDAP-attribuut in dat het e-mailadres van de persoon bevat. Hieronder
volgen twee mogelijke LDAP-attributen:
adresseringsinstellingen” op pagina 43 voor meer informatie.
42 De digitale verzendopties instellenNLWW
Geavanceerde adresseringsinstellingen
In de volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
1
2
3
4
Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
EWS-tabbladen en
menu's
HelpKlik hierop om een Help-bestand te openen dat informatie bevat over de schermen op
Opties Geavanceerd
zoeken
Items zoeken in de
database
Zie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5 voor meer informatie.
het tabblad Digitaal versturen.
Selecteer de geavanceerde zoekinstellingen voor de LDAP-server.
Selecteer hier of de LDAP-zoekstrings vermeldingen bevatten die beginnen met een
deel van de naam of alle vermeldingen die een deel van de naam bevatten die ergens
in de naam van de vermelding voorkomt.
NLWWAdressering 43
Adresboek
1
Gebruik het scherm Adresboek om een vooraf ingestelde lijst van e-mailadressen toe te voegen
in de vorm van door puntkomma's of k omma's gescheiden bestanden (.csv). Deze lijst wordt dan
in het interne adresboek van het product geïmporteerd. Het .csv-bestand is een gewoon
tekstbestand (in UTF-8-codering) waarin elk e-mailadres op een aparte regel wordt vermeld.
Een vermelding bestaat uit een alias, die als naam wordt weergegeven, gevolgd door een
komma en een e-mailadres. De aliassen en e-mailadressen mogen geen komma's bevatten.
Hieronder volgen een paar voorbeelden:
naam1, naam1@uw.bedrijf.com
naam2, naam2@uw.bedrijf.com
Gebruik de aliasnaam op het product om naar e-mailadressen te zoeken.
In de volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
2
3
4
5
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
5
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op
pagina 5 voor meer informatie.
Bestandsnaam adresboekGebruik dit veld voor het pad van het .csv-
adresboekbestand.
Knop voor bladeren naar een
bestand
ImporterenAls het pad van het .csv-bestand in het v eld Bestandsnaam
Adresboek apparaat wissen Klik op deze knop om de inhoud van het interne adresbo ek
Klik op deze knop om het .csv-adresboekbestand te vinden.
adresboek verschijnt, klik dan op deze knop om het
adresboek in het interne adresboek van het product te
importeren.
van het apparaat te wissen.
44 De digitale verzendopties instellenNLWW
Activiteitenlog
Gebruik het scherm Activiteitenlog om informatie over de dig itale verzendtaak te krijgen, zoals
eventueel optredende fouten. In de volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit
scherm kunt gebruiken.
OpmerkingAls de Digital Sending Software (HP DSS) is geïnstalleerd, worden digitale verzendtaken in de
HP DSS geregistreerd in plaats van in de HP Geïnte greerde w ebserver. Open de HP MFP DSS
Configuration Utility en klik op het tabblad Log om het activiteitenlog te zien.
1
34567
8911
Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
EWS-tabbladen en menu's Zie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5 voor meer informatie.
HelpKlik hierop om een Help-bestand te openen dat informatie bevat over de schermen op
het tabblad Digitaal versturen.
ErnstGeeft indien van toepassing de ernst van de fout aan voor elke vermelding.
ApparaatGeeft het IP-adres van het apparaat aan.
GebruikerGeeft de gebruiker aan die de bewerking in gang zette.
GebeurtenisGeeft aan of de handeling is gelukt of dat er een fout is opgetreden.
TijdGeeft de tijd voor elke logvermelding weer.
OpslaanKlik op deze knop om de loggegevens in een bestand op te slaan.
DetailsSelecteer de logvermelding en klik op de knop Details om de loginvoergegevens te
bekijken.
VernieuwenKlik op deze knop om de weergave bij te werken met de nieuwste loggegevens.
WissenKlik op deze knop om de informatie in het activiteitenlog te wissen.
2
10
OpmerkingAlleen het log dat op het scherm verschijnt, wordt gewist. De
logvermeldingen blijven opgeslagen in het product ten behoeve
van de taakadministratie.
NLWWActiviteitenlog 45
Voorkeuren
1
Gebruik het scherm Voorkeuren om algemene instellingen voor de digitale verzendfuncties te
configureren. In de volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt
gebruiken.
2
3
4
5
6
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
4
5
6
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5 voor meer
informatie.
HelpKlik hierop om een Help-bestand te openen dat informatie bevat over de
schermen op het tabblad Digitaal versturen.
DocumentgrootteSelecteer hier het standaardformaat van het afdrukmateriaal dat de
productscanner moet gebruiken voor het scannen van een document.
DocumenttypeSelecteer het standaardtype afdrukmateriaal dat de beeldverwerkingsprocessor
van het product moet gebruiken voor het scannen van een document.
●Tekst
●Afbeeldingen
●Gemengd
Dubbelzijdig documentSchakel dit selectievakje in als u wilt dat het product beide zijden van een
document scant.
Instellingen automatisch
herstellen
Gebruik de opties van Time-outs om alle digitale verzendinstellingen die bij een
taak horen, naar de standaardwaarden van het product te herstellen. U kunt de
instellingen direct herstellen na een digitale verzendbewerking waarbij de
instellingen door een gebruiker zijn gewijzigd, of u kunt het herstellen met
vertraging toepassen door een interval tussen 10 en 300 seconden in te stellen.
46 De digitale verzendopties instellenNLWW
Netwerkfuncties beheren vanaf
5
1
het scherm Netwerk
Overzicht
Gebruik de netwerkschermen om uw apparaat op uw netw erk te configureren en te beheren. He t
uiterlijk en de eigenschappen van de netwerkschermen kunnen verschillen afhankelijk van het
model en de versie van uw HP Jetdirect printserver. Het v olgende scherm lijkt op het scherm dat
u ziet als u klikt op Netwerk. Klik in de link ernavigatiebalk op het menu Netwerk voor het scherm
dat u wilt bekijken.
2
3
Opmerking: zie de tabel op
de volgende pagina voor
omschrijvingen van de
onderdelen in deze
afbeelding.
NLWWOverzicht 47
Onderdeel Gebied op het schermInformatie over of mogelijkheden van het gebied
1
2
3
EWS-tabbladen en menu'sZie “Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5 voor meer
informatie.
Taal selecterenSelecteer de taal voor het tabblad Netwerk. De lijst met talen die beschikbaar is
op het tabblad Netwerk, is niet gelijk aan de lijst met talen die beschikbaar is op
het tabblad Instellingen.
HelpKlik op Help voor meer informatie over de opties op het tabblad Netwerk.
Afhankelijk van het model van uw HP Jetdirect printserver en de versie van het
besturingssysteem, worden hieronder enkele taken weergegeven die u kunt uitvoeren vanaf de
netwerkschermen:
●De netwerkconfiguratie-instellingen wijzigen voor de verschillende soorten
netwerkaansluitingen.
●Afdrukprotocollen in- en uitschakelen.
●Een contactpersoon en URL's voor ondersteuning instellen.
●Een wachtwoord instellen om de toegang tot het product en de configuratie-instellingen van
het netwerk te beheren.
●De beveiliging v an uw apparaat configureren met behulp v a n wachtwoorden, toegangslijsten
en beheerdersprotocollen.
●Algemene statusinformatie van het netwerk bekijken, inclusief de netw erkstatistieken die op
de printserver zijn opgeslagen, voor het oplossen van prob lemen met het netw erk of voor het
optimaliseren van het netwerk.
●Protocolinformatie bekijken voor alle ondersteunde netwerkaansluitingen.
●De pagina Configuratie van de HP Jetdirect openen.
●De frequentie instellen waarmee de geïntegreerde webserver van HP de netwerkstatus
controleert.
Zie de volgende bronnen voor meer informatie over de netwerkschermen:
●Help. Op elk netw erkscherm staat onde r Overige koppelingen de koppeling Help met een
beschrijving van de netwerkfuncties en handige tips voor het gebruik hiervan. Vanaf het
scherm Help kunt u toegang krijgen tot aanvullende Help-informatie op de HP-website.
●Beheerdershandleiding bij de HP Jetdirect printserver. Deze handleiding is in principe
beschikbaar op de cd-rom met de software die bij uw apparaat is geleverd. Als u de meest
recente versie van deze handleiding v oor uw printservermodel wilt downlo aden, gaat u naar:
http://www.hp .com/support/net_printing
.
48 Netwerkfuncties beheren vanaf het scherm NetwerkNLWW
De Overige koppelingen als
6
hulpbron gebruiken
Het veld Overige koppelingen bevat twee permanente koppelingen die snel toegang tot
productspecifieke informatie bieden zoals interactieve oplossingen voor problemen.
OpmerkingU kunt de scherm Overige koppelingen bewerken gebruiken op het tabblad Instellingen om
maximaal vijf aangepaste koppelingen naar de gewenste websit es toe te voegen. (Als u een
apparaat voor permanente opslag hebt geïnstalleerd, kunt u maximaal vijf extra koppelingen
toevoegen. Zonder extra opslag, kunt u één extra koppeling toevoegen). Deze koppelingen
verschijnen op de EWS-schermen in het veld Overige koppelingen onder de linkernavigatiebalk.
Zie voor meer informatie “Overige koppelingen bewerken” op pagina 29.
NLWW49
hp instant support
Hewlett-Packard Company biedt hp instant support, een op internet gebaseerd
ondersteuningssysteem dat diagnostische informatie verzamelt van uw product en deze
vergelijkt met de informatiedatabase van HP. Bij hp instant support kunt u intelligente
oplossingen vinden waarmee u snel en eenvoudig problemen kunt oplossen.
Hoe werkt hp instant support?
Er wordt informatie van uw product verzameld en verzonden (beveiligd) naar Hewlett-Packard
Company als u op hp instant support klikt. De website hp instant support leest de
productgegevens om zo de huidige status van het product te analyseren. De website maakt een
aangepaste webpagina die in het browservenster verschijnt met duidelijke tekst en toelichting.
Via de website hp instant support komt u ook terecht bij extra servicediensten die voor uw
product beschikbaar zijn.
Voordat er productgegevens naar Hewlett-Packard worden verz onden ter analyse, kunt u alle
informatie (bijvoorbeeld se rien ummer, foutmeldingen en productstatus) eerst bekijken.
Hewlett-Packard behandelt deze informatie vertrouwelijk.
De informatie die u van hp instant support kunt krijgen
De website hp instant support biedt de volgende hulpmiddelen voor probleemoplossing en
onderhoud:
●Firmware- en software-updates.
●Oplossingen voor recente pr oblemen die in het Logbestand staan ve rmeld. Het product geeft
bijvoorbeeld een storing weer als meest recente gebeurtenis in het gebeurtenissenlogboek.
De website hp instant support neemt de gebeurtenis waar en geeft informatie met
betrekking tot het verhelpen van de storing.
●Ondersteuningspakketten.
●Productdocumentatie, z oals gebruikershandleidingen en beknopte handleidingen.
50 De Overige koppelingen als hulpbron gebruikenNLWW
Productondersteuning
De koppeling Productondersteuning maakt verbinding met een webpagina die een uitgebreid
menu met ondersteuningsbronnen weergeeft, speciaal voor bedrijven. Via deze webpagina kunt
u deze taken uitvoeren en nog veel meer:
●Een lijst van HP-producten op een site zoeken: computers, werkstations, servers,
opslagapparaten, printers, scanners, apparatuur voor digitale weergave en mobiele
apparatuur.
●Technische ondersteuning verkrijgen. Een probleem oplossen, informatie zoeken over het
installeren en configureren van uw product, een product leren kennen en gebruiken, uw
product onderhouden, uw productsoftware en -driver bijwerken en migreren en producten
recyclen of volgens de regelwetgeving afdanken.
●Toegang krijgen tot bronnen voor het zelfstandig oplossen van problemen, zoals FAQ's,
gebruikersdocumentatie, functies en specificaties en informatie met betrekking tot
productcompatibiliteit.
●Samenwerken met HP en met collega's middels discussiegroepen, e-mailondersteuning en
telefonische ondersteuning.
●Op taken gebaseerde navigatie gebruiken om het taakgedeelte waaraan u wilt werken, aan
te geven en om snel verwante onderwerpen en hulpmiddelen te detecteren.
Daarnaast kunt u de volgende items vinden: populaire onderwerpen, een
abonnementencentrum, productaanbiedingen, overige aankondigingen, training en
opleidingsmogelijkheden.
Mijn Serviceprovider en Mijn Servicecontract
De koppelingen Mijn Serviceprovider en Mijn Servicecontract verschijnen alleen als deze
door de serviceprovider op het scherm Overige koppelingen op het tabblad Instellingen zijn
gemaakt (en eventueel een nieuwe naam hebben gekregen). De koppeling kan worden
aangeklikt door elke gebruiker v oor inf ormatie ov er de serviceprovider en het servicecontract. De
informatie kan maximaal 50 tekens bevat ten en wordt opgeslagen in het permanente geheugen
van het apparaat.
Als deze koppelingen zijn gemaakt, wordt het veld Overige koppelingen gewijzigd om nieuwe
koppelingen toe te voegen, zoals wordt weergegeven in de volgende illustratie.
NLWWProductondersteuning 51
52 De Overige koppelingen als hulpbron gebruikenNLWW
Register
A
aanmelden 3
aantal pagina’s 12
accessoires, installatie controleren 9
activiteitenlogs