DE INFORMATIE IN DIT DOCUMENT KAN WORDEN GEWIJZIGD ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING.
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. REPRODUCTIE, AANPASSING OF VERTALING VAN DIT MATERIAAL IS VERBODEN ZONDER VOORAFGAANDE
SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN HP, MET UITZONDERING VAN WAT IS TOEGESTAAN ONDER DE WET OP DE AUTEURSRECHTEN. DE ENIGE GARANTIES
VOOR HP PRODUCTEN EN DIENSTEN ZIJN VERMELD IN DE EXPLICIETE GARANTIEVERKLARING DIE DE PRODUCTEN EN DIENSTEN VERGEZELLEN. GEEN
ENKELE MELDING IN DIT DOCUMENT KAN WORDEN BESCHOUWD ALS BIJKOMENDE GARANTIE. HP KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
TECHNISCHE OF REDACTIONELE FOUTEN OF WEGLATINGEN IN DIT DOCUMENT.
Microsoft and Windows are either registered trademarks or trademarks of Microsoft Corporation in the United States and/or other countries.
Mac, OS X, macOS en AirPrint zijn in de VS en andere landen gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR logo zijn geregistreerde handelsmerken van het United States Environmental Protection Agency.
Android en Chromebook zijn handelsmerken van Google LLC.
Amazon en Kindle zijn handelsmerken van Amazon.com, Inc. of haar dochterondernemingen.
iOS is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Cisco in de VS en andere landen en wordt in licentie gebruikt.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of
elektrische schokken.
- Lees en begrijp alle instructies in de documentatie bij uw printer.
- Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht.
- Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt.
- Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of als u nat bent.
- Zorg dat het product stevig op een stabiel oppervlak staat.
- Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan trappen of erover kan struikelen en waar het netsnoer niet kan worden
beschadigd.
- Zie Een probleem oplossen als het product niet naar behoren werkt.
- U mag zelf geen onderdelen repareren. Voor reparatie- of onderhoudswerkzaamheden dient u contact op te nemen met een bevoegd technicus.
Inhoudsopgave
1 Aan de slag ................................................................................................................................................... 1
HP EcoSolutions (HP en het milieu) ....................................................................................................................... 3
De onderdelen van de printer kennen ................................................................................................................... 6
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken ................................................................................................... 9
HP Digital Solutions ............................................................................................................................................. 13
Elementaire informatie over papier .................................................................................................................... 20
Plaats papier ........................................................................................................................................................ 23
Werken met laden ................................................................................................................................................ 37
Een origineel op de glasplaat plaatsen ............................................................................................................... 39
Plaats een origineel in de documentinvoer ........................................................................................................ 41
De printer bijwerken ............................................................................................................................................ 42
Open de HP-printersoftware (Windows) ............................................................................................................. 43
Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen vanaf een apparaat
met iOS, Android of Windows 10 ......................................................................................................................... 44
De printer uitschakelen ....................................................................................................................................... 45
Afdrukken vanaf een computer ........................................................................................................................... 47
Afdrukken met de HP Smart-app ........................................................................................................................ 53
Afdrukken met mobiele apparaten ..................................................................................................................... 54
Tips voor succesvol afdrukken ............................................................................................................................ 55
3 Kopiëren en scannen .................................................................................................................................... 58
Een faxbericht verzenden .................................................................................................................................... 74
Een faxbericht ontvangen ................................................................................................................................... 79
Faxen en digitale telefoonservices ...................................................................................................................... 92
Fax over voice over Internet Protocol .................................................................................................................. 93
Wat zijn webservices? ........................................................................................................................................ 123
Vervang de cartridges ....................................................................................................................................... 133
Informatie over de cartridgegarantie ............................................................................................................... 139
De printer instellen voor draadloze communicatie ........................................................................................... 141
De netwerkinstellingen wijzigen ....................................................................................................................... 145
Wi-Fi Direct gebruiken ....................................................................................................................................... 147
9 Een probleem oplossen .............................................................................................................................. 155
Hulp bij HP online probleemoplossing .............................................................................................................. 156
Vraag hulp van het bedieningspaneel van de printer ....................................................................................... 157
Vraag hulp in de HP Smart-app ......................................................................................................................... 158
Hulp in deze handleiding ................................................................................................................................... 159
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices ............................................................................................ 190
Onderhoud aan de printer uitvoeren ................................................................................................................. 191
ivNLWW
De fabrieksinstellingen herstellen .................................................................................................................... 195
Programma voor milieubeheer ......................................................................................................................... 211
Index ........................................................................................................................................................... 219
NLWWv
viNLWW
1Aan de slag
In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
●
Toegankelijkheid
●
HP EcoSolutions (HP en het milieu)
●
De onderdelen van de printer kennen
●
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
●
HP Digital Solutions
●
Elementaire informatie over papier
●
Plaats papier
●
Werken met laden
●
Een origineel op de glasplaat plaatsen
●
Plaats een origineel in de documentinvoer
●
De printer bijwerken
●
Open de HP-printersoftware (Windows)
●
Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen vanaf een apparaat
met iOS, Android of Windows 10
●
De printer uitschakelen
NLWW1
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde
handicaps.
●Visuele handicap
De HP software is toegankelijk voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht via de
toegankelijkheidsopties en ‑functies van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de
meeste technologische hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en
spraak‑naar‑tekst‑toepassingen. Voor gebruikers die kleurenblind zijn, beschikken de gekleurde
knoppen en tabs in de HP software over tekstlabels en pictogrammen die de vereiste actie aangeven.
●Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software worden uitgevoerd
via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de toegankelijkheidsopties van Windows
zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en MouseKeys. Ook gebruikers met beperkte kracht en een
beperkt bereik kunnen de printerkleppen, knoppen, papierladen en breedtegeleiders voor het papier
bedienen.
Voor meer informatie over toegankelijkheidsoplossingen voor HP producten gaat u naar de HP
toegankelijkheids- en verouderingswebsite (www.hp.com/accessibility).
2Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
HP EcoSolutions (HP en het milieu)
HP richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en het mogelijk te maken
voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor.
Zie Programma voor milieubeheer voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP volgt tijdens het
productieproces. Bezoek www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de milieu-initiatieven die HP
neemt.
●
Energiebeheer
●
Stille modus
●
Printerbenodigdheden optimaliseren
Energiebeheer
Gebruik Slaapstand, Auto Uit en Planning Aan/Uit om elektriciteit te besparen.
Slaapstand
Het stroomverbruik wordt beperkt in Slaapstand. Na oorspronkelijke conguratie van de printer zal deze na
vijf minuten inactiviteit naar Slaapstand gaan.
Gebruik de volgende instructies om de periode van inactivteit te wijzigen vooraleer de printer in slaapstand
gaat.
1.Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u op of veegt u het tabblad bovenaan het scherm
omlaag om het Dashboard te openen en tikt u op .
2.Druk op Slaapstand en selecteer dan de gewenste optie.
Auto Uit
Deze functie schakelt de printer uit na 8 uur inactiviteit om het stroomverbruik te helpen beperken. Met
Automatische uitschakeling wordt de printer helemaal uitgeschakeld. U moet vervolgens de aan-uitknop
gebruiken om deze weer in te schakelen.
Als uw printer deze stroombesparingsfunctie ondersteunt, wordt automatische uitschakeling in- of
uitgeschakeld afhankelijk van de printermogelijkheden en de verbindingsopties. Zelfs wanneer Auto Uit is
uitgeschakeld, schakelt de printer na 5 minuten inactiviteit automatisch in Slaapstand om het energieverbruik
te helpen beperken.
●Automatische uitschakeling wordt ingeschakeld als de printer wordt ingeschakeld, als de printer geen
netwerk-, fax- of WiFi Direct-mogelijkheid heeft of deze mogelijkheden niet gebruikt.
●Auto uit wordt uitgeschakeld als de draadloze of mogelijkheid van de printer is ingeschakeld of als een
printer met draadloze of Wi-Fi Direct mogelijkheid een fax-, USB-, of Ethernet-netwerkverbinding
maakt.
Planning Aan en Uit
Gebruik deze functie om de printer op de geselecteerde dagen automatisch in of uit te schakelen. U kunt
bijvoorbeeld de printer instellen om zichzelf in te schakelen om 8 uur en uit te schakelen om 20 uur van
maandag tot vrijdag. Op deze manier bespaart u energie tijdens de nacht en de weekends.
Gebruik de volgende insructies om de dagen en de tijdstippen voor de in- en uitschakeling in te stellen.
NLWWHP EcoSolutions (HP en het milieu)3
1.Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u op of veegt u het tabblad bovenaan het scherm
2.Druk op Planning aan/uit.
3.Tik op de wisselknop naast Planning Aan of Planning Uit om deze in of uit te schakelen.
4.Selecteer de gewenste tijdoptie en volg de berichten op het scherm om de dagen en tijdstippen voor de
VOORZICHTIG: Schakel de printer altijd correct uit met Instellen uit of (de knop Aan/uit ) vooraan links
op de printer.
Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de cartridges mogelijk niet op de juiste positie
teruggezet. Dit kan problemen met de cartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Schakel de printer nooit uit wanneer er cartridges ontbreken. HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel
mogelijk te vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik van de resterende
cartridges of schade aan het inktsysteem te voorkomen.
Stille modus
De stille modus vertraagt het afdrukken om het algemene geluid te verminderen zonder de afdrukkwaliteit te
verminderen. Dit werkt alleen wanneer u op normaal papier afdrukt. Daarnaast wordt de stille modus
uitgeschakeld als u de beste afdrukkwaliteit of presentatie afdrukkwaliteit gebruikt. Schakel de stille modus
in om het geluid van de printer te verminderen. Schakel de stille modus terug uit om terug aan normale
snelheid af te drukken. De stille modus is standaard uitgeschakeld.
omlaag om het Dashboard te openen en tikt u op .
in- en uitschakeling van de printer in te stellen.
OPMERKING: De stille modus werkt niet als u foto's of enveloppen afdrukt.
U kunt een planning maken door te selecteren wanneer de printer in stille modus moet afdrukken. U kunt
bijvoorbeeld instellen dat de printer van 22 u. tot 8 u. in de stille modus werkt.
De stille modus in- of uitschakelen via het bedieningspaneel van de printer
1.Op het bedieningspaneel van de printer tikt of veegt u over het tabblad bovenaan het scherm om het
dashboard te openen en tikt u op
2.Raak Stille modus aan.
3.Raak de wisselknop aan naast Stille modus om het in te schakelen.
Een planning voor stille modus maken via het bedieningspaneel van de printer
1.Op het bedieningspaneel van de printer tikt of veegt u over het tabblad bovenaan het scherm om het
dashboard te openen en tikt u op
2.Raak Stille modus aan.
3.Schakel Stille modus in.
4.Druk op de wisselknop naast Planning om deze in te schakelen en vervolgens kunt u de start- en
eindtijd van de planning wijzigen.
( Installatie ).
( Installatie ).
4Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
De stille modus in- of uitschakelen terwijl de printer afdrukt
1.Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar
beneden om het Dashboard te openen, vervolgens selecteert u de afdruktaak die momenteel wordt
uitgevoerd.
2.Tik op het afdrukscherm op (Stille modus) om deze in te schakelen.
OPMERKING: De stille modus wordt alleen ingeschakeld nadat de huidige pagina is afgedrukt en wordt
alleen gebruikt voor de huidige afdruktaak.
Stille modus in- of uitschakelen via de printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
2.Klik op Stille modus .
3.Selecteer Aan of Uit .
4.Klik op Instelling opslaan.
De stille modus in- of uitschakelen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)
1.Open EWS. Zie De geïntegreerde webserver openen voor meer informatie.
2.Klik in het tabblad Instellingen .
3.In het gedeelte Voorkeuren selecteert u Stille modus en vervolgens Aan of Uit .
4.Klik op Toepassen (Apply).
Printerbenodigdheden optimaliseren
Om te besparen op printerbenodigdheden zoals inkt en papier kunt u het volgende doen:
●Recycle gebruikte, originele HP inktcartridges via HP Planet Partners. Bezoek www.hp.com/recycle voor
meer informatie.
●Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken.
●Wijzig de afdrukkwaliteit in het printerstuurprogramma naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen
verbruiken minder inkt.
●Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van de
cartridges.
NLWWHP EcoSolutions (HP en het milieu)5
De onderdelen van de printer kennen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Boven- en vooraanzicht
●
Ruimte voor printerbenodigdheden
●
Achteraanzicht
Boven- en vooraanzicht
1Documentinvoer
2Papierbreedtegeleiders van de documentinvoer
3Documentinvoerlade
4Uitvoeruitbreiding documentinvoer
5Scannerklep
6Scannerglasplaat
7Uitvoerlade
8Verlengstuk van de uitvoerlade
9Invoerladeklep / Lade 1
10Invoerladeklep / Lade 2
11USB-poort aan de voorzijde
12Aan-/uit-knop
6Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
13Voordeur
14Beeldscherm bedieningspaneel
Ruimte voor printerbenodigdheden
1Toegangsklep cartridge
2Voordeur
3Printkop
4Cartridges
OPMERKING: De cartridges moeten in de printer blijven om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of
schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden niet voor langere tijd. Schakel de printer
niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
NLWWDe onderdelen van de printer kennen7
Achteraanzicht
1
Faxpoort
2
Faxpoort
3USB-poort aan de achterkant
4Ethernet-netwerkpoort
5Achterklep
6Stroomaansluiting
8Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Til het bedieningspaneel op
●
Overzicht knoppen en lampjes
●
Functieknoppen
●
Dashboardpictogrammen
●
Printerinstellingen wijzigen
Til het bedieningspaneel op
U kunt het bedieningspaneel verplaatsen voor gemakkelijker gebruik.
●Druk op het bovenste deel van het bedieningspaneel om deze op te tillen.
OPMERKING: Breng het bedieningspaneel terug naar de originele positie door de onderkant omlaag te
duwen tot deze weer vastklikt.
Overzicht knoppen en lampjes
In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het
bedieningspaneel van de printer.
NLWWHet bedieningspaneel van de printer gebruiken9
LabelNaam en beschrijving
1Lampje draadloos: geeft de status van de draadloze verbinding van de printer weer.
●Een blauw lampje geeft aan dat de draadloze verbinding werd gemaakt en dat u kunt afdrukken.
●Een langzaam knipperend lampje met duidelijke pauzes geeft aan dat de draadloze verbinding is ingeschakeld maar niet is
gecongureerd. Zie De printer instellen voor draadloze communicatie voor het verbinden van uw printen.
●Een langzaam knipperend lampje geeft aan dat de draadloze functie is ingeschakeld, maar de printer niet is aangesloten op
een netwerk. Zorg ervoor dat uw printer binnen bereik is van het draadloze signaal.
●Een snel knipperend lampje geeft een fout met de draadloze functie aan. Raadpleeg het bericht op het printerbeeldscherm.
●Het lampje voor draadloze communicatie brandt niet wanneer de draadloze functie is uitgeschakeld.
2Terug-knop: Hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
3Home-knop: Hiermee kunt u vanuit alle schermen terugkeren naar het beginscherm.
4Help-knop: Op het Startscherm wordt hiermee het menu Help geopend en op andere schermen wordt contextuele hulp getoond
als dit beschikbaar is voor de huidige handeling.
Functieknoppen
FunctieknopDoel
Slimme takenHiermee hebt u toegang tot een opgeslagen lijst met veelgebruikte taken. U kunt deze lijst maken met de app HP
Smart en opslaan op de printer.
Ga voor meer informatie over het gebruik van de app HP Smart naar:
●iOS/Android: www.hp.com/go/hpsmart-help
●Windows: www.hp.com/go/hpsmartwin-help
KopiërenEen document, identiteitskaart of foto kopiëren.
ScannenEen document of foto naar e-mail, USB-stick, netwerkmap of computer scannen.
FotoFoto afdrukken vanaf een USB-stick.
10Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
FunctieknopDoel
FaxFax instellen, fax verzenden of niet-ontvange fax opnieuw afdrukken.
AppsToegang tot de apps voor uw printer.
Dashboardpictogrammen
Met het Dashboard op het bedieningspaneel van de printer kunt u de pictogrammen op het scherm gebruiken,
de status van de printer controleren of de huidige en geplande afdruktaken bekijken en beheren.
Om het Dashboard te openen, tikt of veegt u naar beneden in het tabblad bovenaan het scherm in
het bedieningspaneel.
PictogramDoel
Installatie: Geeft het installatiescherm weer voor het wijzigen van voorkeuren, netwerkinstallatie, de installatie
van Wi-Fi Direct Web Services en andere onderhoudsinstellingen en het genereren van rapporten.
Draadloos: Toont de draadloze status en menuopties. Zie De printer instellen voor draadloze communicatie voor
meer informatie.
OPMERKING: (Ethernet) en (Draadloos) zullen niet tegelijkertijd worden weergegeven. De weergave
van het Ethernet-pictogram hangt af van de manier waarop uw printer is verbonden met het netwerk. Als de
netwerkverbinding van de printer niet werd ingesteld, geeft het bedieningspaneel van de printer standaard
(Draadloos) aan.
Ethernet: Toont dat er een Ethernet-netwerkverbinding beschikbaar is en biedt ook een eenvoudige toegang tot
het statusscherm van het netwerk.
HP ePrint: Geeft het menu Samenvatting webservices weer, waar u de ePrint-statusdetails kunt controleren, u
ePrint-instellingen kunt wijzigen of u het e-mailadres van de printer kunt bekijken. Zie HP ePrint voor meer
informatie.
Wi-Fi Direct: Geeft de status, naam en het wachtwoord voor Wi-Fi Direct weer, evenals het aantal verbonden
apparaten. U kunt tevens de instellingen wijzigen en een gids afdrukken.
Inkt: Hiermee geeft u de schatting van het inktniveau weer.
OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te
kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas
te vervangen als de printer hierom vraagt.
Papierinstellingen: Hiermee geeft u het papierformaat en de papiersoortinstellingen voor de invoerlade weer.
Hier kunt u de papierinstellingen wijzigen.
Faxstatus: Hiermee geeft u een scherm weer voor de functie Automatisch Antwoorden, faxlogboeken en het
volume van het faxgeluid.
HP EcoSolutions: Hiermee geeft u een scherm weer waarop u enkele omgevingsfuncties van de printer kunt
congureren.
NLWWHet bedieningspaneel van de printer gebruiken11
Printerinstellingen wijzigen
Gebruik het bedieningspaneel om de printerfuncties en -instellingen te wijzigen, rapporten af te drukken of
de helpfunctie te openen.
TIP: Als de printer met een computer is verbonden, kunt u de printerinstellingen ook aanpassen via de
hulpprogramma's voor printerbeheer in de software.
Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's.
De instellingen voor een functie wijzigen
Het Start scherm van het printerbedieningspaneel toont de beschikbare printerfuncties. Met sommige
functies kunt u instellingen wijzigen.
1.Selecteer de gewenste optie van een functie, zoals Document kopiëren of Scannen naar
geheugenapparaat.
2.Nadat u een functie hebt geselecteerd, tikt u op ( Instellingen ) en bladert u door de beschikbare
instellingen. Vervolgens raakt u de te wijzigen instelling aan.
3.Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de instellingen te wijzigen.
TIP: Raak (Start) aan om terug te keren naar het Start-scherm.
De printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar zijn in
het Conguratiemenu:
1.Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar
beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ).
2.Blader door de schermen en raak ze aan.
3.Raak de schermelementen aan om schermen of opties te selecteren.
Raak (Start) aan om terug te keren naar het Start-scherm.
TIP:
12Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
HP Digital Solutions
De printer bevat een reeks digitale oplossingen die u kunnen helpen bij het vereenvoudigen en stroomlijnen
van uw werk. Deze digitale oplossingen omvatten het volgende:
●HP Digital Filing (inclusief Scannen naar netwerkmap en Naar e-mail scannen)
●HP Digitale fax (inclusief Fax verzenden naar netwerkmap en Fax verzenden naar e-mail)
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Wat zijn HP Digital Solutions?
●
Vereisten
●
HP Digital Solutions congureren
●
De HP Digital Solutions gebruiken
Wat zijn HP Digital Solutions?
HP Digital Solutions zijn hulpprogramma's die worden meegeleverd met deze printer en die u kunnen helpen
om uw productiviteit op kantoor te verbeteren.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
HP Digital Filing
●
HP Digital Fax
HP Digital Filing
HP Digital Filing biedt krachtige scanmogelijkheden voor kantoor en ook belangrijke veelzijdige
mogelijkheden voor het beheer van documenten voor meerdere gebruikers via een netwerk. Met HP Digital
Filing kunt u gewoon naar uw printer lopen, een knop op het bedieningspaneel van de printer aanraken en
documenten rechtstreeks naar een map op de computer scannen of snel delen met collega's in de vorm van emailbijlagen. En dat allemaal zonder dat u extra scansoftware hoeft te gebruiken.
Gescande documenten kunnen naar een gedeelde netwerkmap worden verzonden voor persoonlijke of
groepstoegang, of naar een of meer e-mailadressen wanneer u ze snel wilt delen. Daarnaast kunt u ook
specieke scaninstellingen congureren voor elke scanbestemming waardoor u zeker bent dat de beste
instellingen voor iedere specieke taak worden gebruikt.
HP Digital Fax
Met HP Digitale fax kunt u binnenkomende zwart-witfaxen in een computermap in uw netwerk op de
computer opslaan, zodat u gemakkelijk kunt delen en bewaren. Faxen kunnen ook worden doorgestuurd via
e-mail, wat u de mogelijkheid biedt om ook als u niet op kantoor bent, op elke gewenste locatie belangrijke
faxen te ontvangen.
Daarenboven kunt u het afdrukken van faxen volledig uitschakelen — hiermee bespaart u geld op papier en
inkt, en vermindert u ook het papierverbruik en -afval.
Vereisten
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt voordat u HP Digital Solutions instelt:
NLWWHP Digital Solutions13
Voor alle HP Digital Solutions
●Een netwerkverbinding
Maak via een draadloze verbinding of een Ethernet-kabel verbinding met de printer.
OPMERKING: Als de printer is verbonden met een USB-kabel, kunt u documenten scannen naar een
computer of scans als bijlagen aan een e-mailbericht koppelen met de HP-software. Zie Scannen voor
meer informatie. U kunt faxen ontvangen op de computer met HP Digital Fax. Zie Faxen ontvangen met
HP Digital Fax voor meer informatie.
●De HP-software
HP raadt u aan om HP Digital Solutions te congureren met behulp van de HP software.
TIP: Als u HP Digital Solutions wilt congureren zonder de HP-software te installeren, kunt u de
geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Voor Scannen naar netwerkmap, Fax naar netwerkmap
●Een actieve netwerkverbinding. U moet zijn aangesloten op het netwerk.
●Een bestaande, gedeelde Windows-map (SMB)
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over het zoeken van de
computernaam.
●Het netwerkadres voor de map
Op computers met Windows worden netwerkadressen gewoonlijk in het volgende formaat geschreven:
\\mijnpc\gedeeldemap\
●De naam van de computer waar de map zich bevindt
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over het zoeken van de
computernaam.
●De juiste bevoegdheden voor de gedeelde map
U moet over de schrijfrechten naar de map beschikken.
●Een gebruikersnaam en wachtwoord voor de gedeelde map (indien nodig)
Bijvoorbeeld de Windows- of Mac-gebruikersnaam en het wachtwoord dat wordt gebruikt om u op het
netwerk aan te melden.
OPMERKING: HP Digital Filing biedt geen ondersteuning voor Active Directory.
Voor Scannen naar e-mail, Faxen naar e-mail
●Een geldig e-mailadres
●Uitgaande SMTP-serverinformatie
●Een actieve internetverbinding
Als u Scannen naar e-mail of Faxen naar e-mail instelt op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd,
kan de installatiewizard automatisch de e-mailinstellingen voor de volgende e-mailtoepassingen detecteren:
●Microsoft Outlook 2007–2016 (Windows 7, Windows 8/8.1, Windows 10)
14Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Als uw e-mailtoepassing hierboven echter niet wordt weergegeven, kunt u Scannen naar e-mail en Faxen naar
e-mail nog steeds instellen en gebruiken als uw e-mailtoepassing voldoet aan de vereisten die in dit
onderdeel worden opgesomd.
HP Digital Solutions congureren
U kunt HP Digital Solutions instellen aan de hand van softwarewizards die u via de HP printersoftware
(Windows) kunt openen.
TIP: U kunt ook de geïntegreerde webserver (EWS) van de printer gebruiken om de HP Digital Solutions te
congureren. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie over het gebruiken van de EWS.
OPMERKING: Als u de printer gebruikt in een IPv6-netwerkomgeving moet u de digitale oplossingen met
behulp van de EWS installeren.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
HP Digital Filing instellen
●
HP Digital Fax instellen
HP Digital Filing instellen
Volg de aanwijzingen op die in uw situatie van toepassing zijn om HP Digital Filing in te stellen.
OPMERKING: U kunt deze stappen later ook toepassen voor het wijzigen van instellingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Scannen-naar-netwerkmap instellen
●
Scannen-naar-e-mail instellen
Scannen-naar-netwerkmap instellen
U kunt maximaal 10 doelmappen congureren voor elke printer.
OPMERKING: Om gebruik te maken van Scannen-naar-netwerkmap moet u de map die u gebruikt op een
netwerkcomputer aangemaakt en gecongureerd hebben. U kunt geen map maken vanaf het
bedieningspaneel van de printer. Zorg er ook voor dat de mapvoorkeuren zo zijn ingesteld dat u lees- en
schrijftoegang hebt tot de map. Meer informatie over het aanmaken van mappen op het netwerk en het
instellen van mapvoorkeuren vindt u in de documentatie van het besturingssysteem van uw computer.
Nadat u Scannen naar netwerkmap hebt gecongureerd, wordt de conguratie door de HP-software
automatisch op de printer opgeslagen.
Scannen naar netwerkmap instellen met de printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
2.Klik op Scannen onder Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Wizard Scannen naar
netwerkmap.
OPMERKING: Als de optie Wizard Scannen naar netwerkmap niet beschikbaar is, kunt u de
geïntegreerde webserver (EWS) gebruiken om Scannen naar netwerkmap in te stellen.
3.Volg de instructies op het scherm.
NLWWHP Digital Solutions15
OPMERKING: Nadat u doelmappen heeft gemaakt, kunt u de geïntegreerde webserver (EWS) van de printer
gebruiken om de scaninstellingen voor deze mappen aan te passen. Zorg ervoor dat in het laatste venster van
de wizard Scannen naar netwerkmap het selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing is
ingeschakeld. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde webserver in de standaardbrowser van
uw computer weergegeven. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie over EWS.
Scannen naar netwerkmap instellen met de geïntegreerde webserver (EWS)
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie De geïntegreerde webserver openen voor meer informatie.
2.Klik op Scannen naar netwerkmap op het tabblad Start.
3.Klik op en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: U kunt de scaninstellingen aanpassen voor elke doelmap.
4.Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te
controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt. De invoer wordt toegevoegd aan de
tabel Netwerkmapproelen.
Scannen-naar-e-mail instellen
U kunt de printer gebruiken om documenten te scannen en deze als bijlagen naar een of meer e-mailadressen
te verzenden, zonder dat u daarvoor extra scansoftware nodig hebt. U hoeft geen bestanden van uw
computer in te scannen en die vervolgens in e-mailberichten bij te sluiten.
Stel de proelen voor uitgaande e-mail in
Congureer het e-mailadres dat verschijnt in het gedeelte VAN in het e-mailbericht dat door de printer wordt
verstuurd. U kunt maximaal 10 proelen voor uitgaande e-mail toevoegen. U kunt de HP-software die op uw
computer is geïnstalleerd, gebruiken om deze proelen te maken.
E-mailadressen aan het adresboek toevoegen
Beheer de lijst van mensen naar wie u e-mailberichten kunt verzenden vanaf de printer. U kunt maximaal 15 e-mailadressen van contactpersonen toevoegen, plus de corresponderende namen. U kunt ook emailgroepen maken. Voor het toevoegen van e-mailadressen kunt u de geïntegreerde webserver van de
printer of het bedieningspaneel van de printer gebruiken.
Congureer de overige e-mailopties
U kunt de standaardtekst voor onderwerp en hoofdtekst congureren voor alle e-mailberichten die vanaf de
printer worden verzonden. Om deze opties te congureren, kunt u de geïntegreerde webserver van de printer
of het bedieningspaneel van de printer gebruiken.
Stap 1: Stel de proelen voor uitgaande e-mail in
Als u het proel voor uitgaande e-mail wilt instellen dat wordt gebruikt door de printer, voert u de volgende
stappen uit voor uw besturingssysteem.
Een proel voor uitgaande e-mail instellen met de printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Scannen .
3.Klik op Wizard Scannen naar e-mail.
16Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
OPMERKING: Als de optie Wizard Scannen naar e-mail niet beschikbaar is, kunt u de geïntegreerde
webserver (EWS) gebruiken om proelen voor uitgaande e-mail in te stellen.
4.Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING: Nadat u het proel voor uitgaande e-mail hebt ingesteld, kunt u met de geïntegreerde
webserver (EWS) van de printer meer proelen voor uitgaande e-mail toevoegen, e-mailadressen aan het
adresboek toevoegen en andere e-mailopties congureren. Als u wilt dat de geïntegreerde webserver
automatisch wordt gestart, selecteert u in het laatste venster van de wizard Scannen naar e-mail het
selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de
geïntegreerde webserver in de standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie Geïntegreerde
webserver voor meer informatie over EWS.
Het proel voor uitgaande e-mail instellen vanuit de geïntegreerde webserver (EWS)
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
2.Klik op Scannen naar e-mail op het tabblad Start.
3.Klik op en volg de instructies op het scherm.
4.Nadat u de vereiste gegevens voor de instellingen voor uitgaande e-mail hebt ingevoerd, klikt u op
Opslaan en testen om te controleren of de uitgaande e-mail correct werkt. De invoer wordt toegevoegd aan de tabel Proelen voor uitgaande e-mail.
Stap 2: E-mailadressen aan het adresboek toevoegen
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
2.Klik op Adresboek en vervolgens op Contactpersonen op het tabblad Scannen.
3.Klik op als u één e-mailadres wilt toevoegen.
-Of-
Klik op als u een e-maildistributielijst wilt maken.
OPMERKING: Voordat u een e-maildistributielijst kunt maken, moet u al ten minste één e-mailadres
aan het adresboek hebben toegevoegd.
4.Volg de instructies op het scherm. De invoer wordt toegevoegd aan de tabel Op de printer opgeslagen
contactpersonen.
OPMERKING: De namen van contactpersonen verschijnen op het bedieningspaneel van de printer en in
uw e-mailprogramma.
Stap 3: Congureer de overige e-mailopties
Als u de overige e-mailopties wilt congureren (zoals de standaardtekst voor het onderwerp en het bericht
zelf in alle e-mailberichten die worden verzonden vanaf de printer, en de scaninstellingen die worden gebruikt
voor het verzenden van e-mail vanaf de printer), voert u de volgende stappen uit:
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
2.Klik op Scannen naar e-mail en vervolgens op E-mailopties op het tabblad Scannen.
3.Pas desgewenst instellingen aan en klik vervolgens op Toepassen.
NLWWHP Digital Solutions17
HP Digital Fax instellen
Met HP Digital Fax ontvangt de printer automatisch faxen, die vervolgens rechtstreeks worden opgeslagen in
een netwerkmap (Fax naar netwerkmap) of worden doorgestuurd als e-mailbijlagen (Fax naar e-mail).
OPMERKING: U kunt HP Digitale fax congureren voor het gebruik van Fax verzenden naar netwerkmap of
van Fax naar e-mail. Je kan deze niet tegelijkertijd gebruiken.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF- (Tagged Image File Format) of PDF-bestanden.
OPMERKING: HP Digital Fax ondersteunt alleen het ontvangen van zwart-witfaxen. Kleurenfaxen worden
afgedrukt in plaats van opgeslagen.
HP Digital Fax instellen met de printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Fax.
3.Klik op Wizard digitale faxinstellingen .
4.Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Nadat u HP Digital Fax heeft ingesteld, kunt u de geïntegreerde webserver van de printer
gebruiken om de instellingen van HP Digital Fax te bewerken. Als u wilt dat de geïntegreerde webserver
automatisch wordt gestart, selecteert u in het laatste venster van de wizard Digital Fax Setup het
selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de
geïntegreerde webserver in de standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie Geïntegreerde
webserver voor meer informatie over de EWS.
HP Digital Fax instellen met de Embedded web server (EWS)
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
2.Klik op HP Digital Fax op het tabblad Start.
3.Klik op Instellen in Digital Fax naar netwerkmapstatus of Digital Fax naar e-mailstatus en volg de
instructies op het scherm.
4.Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te controleren of de
conguratie correct werkt.
De HP Digital Solutions gebruiken
Als u de HP Digital Solutions wilt gebruiken die beschikbaar zijn voor de printer, volgt u de aanwijzingen op die
in uw situatie van toepassing zijn.
HP Scannen-naar-netwerkmap gebruiken
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. Zie Een origineel op de glasplaat plaatsen of Plaats
een origineel in de documentinvoer voor meer informatie.
2.Raak Scannen en vervolgens Netwerkmap aan.
3.Selecteer op het scherm van het bedieningspaneel de naam van de map die u wilt gebruiken.
18Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
4.Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5.Pas eventueel scaninstellingen aan en druk dan op Start scannen.
OPMERKING: De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het netwerkverkeer en de
verbindingssnelheid.
Scannen naar e-mail gebruiken
Een document of foto scannen naar e-mail vanaf het bedieningspaneel
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Raak in het Startscherm Scannen aan en raak dan E-mail aan.
3.Bevestig het e-mailaccount dat u wilt gebruiken en tik op Doorgaan.
Als u het e-mailaccount wilt wijzigen, tik dan op , selecteer het e-mailaccount dat u wilt gebruiken en
Doorgaan.
tik op
4.Voer het e-mailadres in van de ontvanger in het veld Aan.
Of tik op , selecteer het e-mailaccount waar u naar wilt verzenden en tik op Doorgaan.
5.Voer het onderwerp van de e-mail in het veld Onderwerp in.
6.Tik op voor een voorbeeld van de gescande foto of het gescande document.
Tik op om instellingen te wijzigen.
7.Raak Nu Versturen aan.
8.Tik op Voltooien zodra het scannen is voltooid. Of tik op Pagina toevoegen om nog een pagina toe te
voegen.
OPMERKING: De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het netwerkverkeer en de
verbindingssnelheid.
HP Digital Fax gebruiken
Nadat u HP Digital Fax hebt geïnstalleerd, worden zwart-witfaxen die u ontvangt, standaard afgedrukt en
vervolgens opgeslagen op de aangewezen bestemming. Hiervoor wordt de door u opgegeven netwerkmap of
het door u opgegeven e-mailadres gebruikt:
●Als u Fax naar netwerkmap gebruikt, wordt dit proces op de achtergrond uitgevoerd. HP Digital Fax
meldt u niet wanneer faxen worden opgeslagen in de netwerkmap.
●Als u gebruik maakt van Fax naar e-mail en als uw e-mailprogramma u meldt wanneer er nieuwe
berichten zijn in uw postvak IN, kunt u zien wanneer u nieuwe faxberichten hebt ontvangen.
NLWWHP Digital Solutions19
Elementaire informatie over papier
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik. Wij
raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HPafdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op www.hp.com voor meer
informatie over HP-afdrukmateriaal.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken van alledaagse
documenten. Alle papiersoorten met het ColorLok-logo werden door derden getest om te
voldoen aan de hoogste maatstaven van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en
produceren documenten met heldere, levendige kleuren, donkerder zwart, en droger
sneller dan andere gewone papiersoorten. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in
verschillende gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken
●
HP-papier bestellen
●
Tips voor de keuze en het gebruik van papier
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde
afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
Foto's printen
●HP Premium Plus fotopapier
HP Premium Plus fotopapier is het beste fotopapier van HP voor de best mogelijke fotokwaliteit. Met HP
Premium Plus fotopapier drukt u de mooiste foto's af die meteen droog zijn. U kunt ze dus meteen na
het afdrukken doorgeven. De printer ondersteunt diverse formaten, waaronder A4, 21,6 x 27,9 cm (8,5 x
11 inch), 10 x 15 cm (4 x 6 inch) en 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en in twee afwerkingen - glanzend of licht
glanzend (halfglanzend). Ideaal om in te kaderen, als presentatie of om uw beste foto's en speciale
fotoprojecten uit te delen. HP Premium Plus fotopapier biedt uitzonderlijke, duurzame resultaten van
een professionele kwaliteit.
●HP Geavanceerd fotopapier
Dit glanzende fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen
water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is verkrijgbaar in diverse formaten, waaronder A4,
8,5 x 11 inch 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch), 11 x 17 inch. Het is zuurvrij voor duurzame
documenten.
●HP Everyday fotopapier
Druk kleurige, alledaagse snapshots goedkoop af, met papier dat is ontworpen voor gewone
fotoafdrukken. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
20Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Het is verkrijgbaar in glanzende afwerking in diverse formaten,
waaronder A4, 8.5 x 11 inch, 5 x 7 inch en 4 x 6 inch 10 x 15 cm. Het is zuurvrij voor duurzame
documenten.
Zakelijke documenten
●HP Premium presentatiepapier 120 g mat of HP professioneel papier 120 mat
Dit papier is zwaar dubbelzijdig mat papier, perfect voor presentaties, plannen, rapporten en
nieuwsbrieven. Ze zijn extra zwaar voor een imponerende uitstraling.
●HP brochurepapier glanzend of HP professioneel papier glanzend
Papier is glanzend gecoat aan twee zijden voor dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is een ideale keuze
voor reproducties van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale presentaties, brochures,
mailings en kalenders.
●HP brochurepapier mat of HP professioneel papier mat
Papier is mat gecoat aan twee zijden voor dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is een ideale keuze voor
reproducties van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale presentaties, brochures,
mailings en kalenders.
Standaard afdrukken
Alle papieren op de onderstaande lijst voor de dagelijkse afdrukfunctie ColorLok Technology voor minder
vlekken, scherper zwart en heldere kleuren.
●HP Helderwit Inkjetpapier
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik
genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en
folders.
●HP -afdrukpapier
HP Printing Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee vervaardigt u documenten die
er veel professioneler uitzien dan documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt.
Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
●HP Oice Paper
HP Oice Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is geschikt voor kopieën, schetsen,
memo's en andere alledaagse documenten. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
●HP Multipurpose papier
HP Multipurpose papier is veelzijdig, eiciënt, veegvast en ontworpen voor gebruik in kopieerapparaten,
printers en faxapparaten. Het bespaart tijd en geld, omdat u geen speciale papiersoorten in voorraad
hoeft te hebben.
HP-papier bestellen
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik.
Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit.
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar www.hp.com . Momenteel zijn sommige
delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.
NLWWElementaire informatie over papier21
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren van alledaagse
documenten. Alle papiersoorten met het ColorLok-logo werden door derden getest om te voldoen aan de
hoogste maatstaven van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en produceren documenten met heldere,
levendige kleuren, donkerder zwart, en een kortere droogtijd dan andere gewone papiersoorten. Zoek naar
papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Tips voor de keuze en het gebruik van papier
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
●Plaats slechts een papiersoort en een maat papier tegelijkertijd in een lade of documentinvoer.
●Zorg ervoor dat het papier correct is geplaatst als het wordt geplaatst via de invoerlade of de
documentinvoer.
●Plaats niet te veel papier in de lade of de documentinvoer.
●Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te vermijden, kunt u de
volgende papiersoorten beter niet in de lade of de documentinvoer plaatsen:
–Formulieren die uit meerdere delen bestaan
–Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
–Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
–Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet goed absorbeert
–Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
–Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
22Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Plaats papier
Zie Werken met laden voor het instellen en gebruiken van laden.
Normaal papier in lade 1 plaatsen
OPMERKING: Lade 1 is alleen geschikt voor normaal papier met het formaat A4, Letter of Legal.
1.Trek lade 1 geheel uit de printer.
2.Druk op de knop op de lengtegeleider voor het papier en schuif de geleider tegelijkertijd zo ver mogelijk
naar de rand van de lade.
NLWWPlaats papier23
3.Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar
beneden.
Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van de juiste maat papier op de voorzijde
van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de
linkerzijde van de lade.
OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4.Pas de papierbreedtegeleiders en de papierlengtegeleiders aan tot ze de rand van de stapel papier
raken.
●Om de papierbreedtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker
papierbreedtegeleider terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift.
●Om de papierlengtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker papierlengtegeleider
terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift.
24Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
5.Controleer lade 1 onder de printer. Als er papier in zit, verwijdert u dit.
6.Schuif lade 1 weer in de printer.
7.Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven.
Normaal papier in lade 2 plaatsen
1.Trek lade 2 naar buiten.
OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een
ander type of met een andere grootte plaatst.
NLWWPlaats papier25
2.Schuif de breedtegeleiders voor het papier naar de randen van lade 2.
26Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
3.Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar
beneden.
Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van de juiste maat papier op de voorzijde
van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de
linkerzijde van de lade.
OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4.Pas de breedtegeleiders voor het papier aan tot ze de linker- en rechterrand van de stapel papier raken.
NLWWPlaats papier27
5.Schuif lade 2 weer in de printer.
6.Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven.
Legal-papier in lade 2 plaatsen
1.Trek lade 2 naar buiten.
OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een
ander type of met een andere grootte plaatst.
28Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
2.Schuif de breedtegeleiders voor het papier naar de randen van lade 2.
3.Druk op de knop linksonder op de lade om de invoerlade te verlengen.
NLWWPlaats papier29
4.Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar
beneden.
Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van de juiste maat papier op de voorzijde
van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de
linkerzijde van de lade.
OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
5.Pas de breedtegeleiders voor het papier aan tot ze de linker- en rechterrand van de stapel papier raken.
30Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
6.Schuif lade 2 weer in de printer.
OPMERKING: Wanneer u de invoerlade erin duwt blijft het verlengstuk van de invoerlade buiten de
printer. Dit hoort zo.
7.Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven.
Een envelop in lade 2 plaatsen
1.Trek lade 2 naar buiten.
OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een
ander type of met een andere grootte plaatst.
NLWWPlaats papier31
2.Schuif de breedtegeleiders voor het papier naar de randen van lade 2.
3.Plaats de envelop in afdrukstand staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden.
Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van de juiste maat papier op de voorzijde
van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de
linkerzijde van de lade.
OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
32Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
4.Pas de breedtegeleiders voor het papier aan tot ze de linker- en rechterrand van de stapel papier raken.
5.Schuif lade 2 weer in de printer.
6.Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven.
Kaarten en fotopapier in lade 2 plaatsen
1.Trek lade 2 naar buiten.
OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een
ander type of met een andere grootte plaatst.
NLWWPlaats papier33
2.Schuif de breedtegeleiders voor het papier naar de randen van lade 2.
34Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
3.Plaats de kaarten of het fotopapier in afdrukstand staand en met de zijde waarop moet worden
afgedrukt naar beneden.
Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van de juiste maat papier op de voorzijde
van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de
linkerzijde van de lade.
OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4.Pas de breedtegeleiders voor het papier aan tot ze de linker- en rechterrand van de stapel papier raken.
NLWWPlaats papier35
5.Schuif lade 2 weer in de printer.
6.Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven.
36Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Werken met laden
Standaard haalt de printer papier uit lade 1. Als lade 1 leeg is en lade 2 is geplaatst en papier bevat, zal de
printer papier halen uit lade 2.
U kunt dit wijzigen met de volgende functies:
●Standaardlade: Stelt de standaard lade in waaruit de printer papier haalt wanneer papier van dezelfde
grootte in zowel lade 1 als lade 1 is geplaatst.
●Ladevergrendeling: Vergrendel een lade tegen onbedoeld gebruik; bijvoorbeeld wanneer u speciaal
papier hebt geplaatst (zoals papier met hoofding of voorgedrukt papier).
De printer zal de vergrendelde lade niet gebruiken, zelfs niet wanneer de andere lade leeg is.
OPMERKING: Voor een betere ervaring is het raadzaam om één papiersoort in de lade te plaatsten.
Om dit te verwezenlijken:Voer de volgende stappen uit
Plaats papier in beide laden en gebruik papier uit een lade als de
andere lade leeg is.
Plaats papier in beide laden en gebruik papier uit een van de laden
als eerste.
U kunt kiezen tussen normaal papier en een andere papiersoort
die u occasioneel gebruikt.
OPMERKING: Voor een betere ervaring is het raadzaam om één
papiersoort in de lade te plaatsten.
De lade-instellingen wijzigen
OPMERKING: U kunt ook de lade-instellingen wijzigen met de HP printersoftware of EWS.
Zie Geïntegreerde webserver and Open de HP-printersoftware (Windows) voor toegang tot EWS en de
printersoftware.
1.Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld.
2.Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar
beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op
●Plaats papier in beide laden. Zie Plaats papier voor meer
informatie.
●Schakel de ladevergrendeling uit.
●Plaats papier van dezelfde grootte in beide laden.
●Stel de gewenste lade in als standaardlade.
●Plaats speciaal papier in lade 2 en normaal papier in lade 1.
●Vergrendel lade 2 en stel lade 1 in als standaardlade.
(Setup).
3.Blader naar en tik op Ladebeheer.
4.Tik op Ladevergrendeling, selecteer de gewenste optie en tik vervolgens op OK.
5.Tik op Ladetoewijzing, selecteer Standaardlade en selecteer vervolgens de gewenste optie.
De automatische selectie van lade of papierbron (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
2.Klik op Voorkeuren instellen onder Afdrukken, scannen en faxen. .
NLWWWerken met laden37
3.Klik in het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren op het tabblad Papier/kwaliteit.
4.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierbron een van de opties.
5.Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten en de wijzigingen op te slaan.
38Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Een origineel op de glasplaat plaatsen
U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te
plaatsen.
OPMERKING: Deze scanner werkt mogelijk niet juist als de glasplaat en klep niet schoon zijn. Zie Onderhoud
aan de printer uitvoeren voor meer informatie.
OPMERKING: Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van de printer optilt.
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
1.Til de scannerklep op.
NLWWEen origineel op de glasplaat plaatsen39
2.Plaats uw origineel met de afdrukzijde naar beneden tot het de rand links achterin van het glas raakt.
TIP: Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij het plaatsen van
originelen.
3.Sluit de klep.
40Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Plaats een origineel in de documentinvoer
U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de doumentinvoer te plaatsen.
VOORZICHTIG: Plaats nooit foto's in de documentinvoer; uw foto's kunnen dan beschadigd raken. Gebruik
enkel papier dat door de documentinvoer wordt ondersteund.
OPMERKING: Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina , werken niet wanneer u
originelen in de documentinvoer plaatst. Om deze functies te laten werken, moet u uw originelen op de
glasplaat van de scanner plaatsen.
Om een origineel in de documentinvoer te laden
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
a.Wanneer u een origineel document plaatst in staande afdrukstand, plaats de pagina's dan zo dat
de bovenrand van het document eerst wordt ingevoerd. Wanneer u een origineel document plaatst
in liggende afdrukstand, plaats de pagina's dan zo dat de linkerrand van het document eerst wordt
ingevoerd.
b.Schuif het papier in de documentinvoer tot u een geluid hoort of tot er op het scherm van het
bedieningspaneel een bericht verschijnt dat aangeeft dat de geplaatste pagina's zijn gedetecteerd.
TIP: Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het plaatsen van originelen in de
documentinvoer.
2.Schuif de breedtegeleiders voor het papier tegen de linker- en rechterrand van het papier.
NLWWPlaats een origineel in de documentinvoer41
De printer bijwerken
Normaal controleert de printer automatisch op updates wanneer hij is verbonden met het netwerk en
webservices zijn ingeschakeld.
De printer bijwerken met het bedieningspaneel van de printer
1.Vanaf de bovenkant van het scherm tikt of veegt u in het tabblad naar beneden om het Dashboard te
openen en tikt u op ( Installatie )
2.Raak Printeronderhoud aan.
3.Druk op De printer bijwerken .
4.Tik op Printer nu controleren op updates.
De printer automatisch laten zoeken naar updates
OPMERKING: De standaardinstelling van Automatische updates is Aan .
1.Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar
beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Setup).
2.Raak Printeronderhoud aan.
3.Raak De printer bijwerken aan.
4.Raak Opties printer update aan.
5.Selecteer Automatisch installeren (aanbevolen), Aangeven indien beschikbaar of Niet controleren.
De printer bijwerken met de embedded web server (EWS)
1.Open EWS.
Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
2.Klik op het tabblad Extra.
3.Klik in het gedeelte Printerupdates op Firmware-updates en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als er een printerupdate beschikbaar is, zal de printer de update downloaden en installeren en
vervolgens opnieuw opstarten.
OPMERKING: Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxy-instellingen
gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over de
details, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft ingesteld.
42Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Open de HP-printersoftware (Windows)
Na het installeren van de HP printersoftware kunt u, afhankelijk van uw besturingssysteem, het volgende
doen:
●Windows 10: Klik op het bureaublad van de computer op Start, selecteer HP in de lijst met apps en
selecteer vervolgens het pictogram met de printernaam.
●Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm en selecteer
de printernaam.
●Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm en klik op Alle apps
op de app-balk en selecteer de printernaam.
●Windows 7: Klik in het bureaublad op Start, selecteer Alle programma's, klik op HP, klik op de map van
de printer en selecteer dan het pictogram met de printernaam.
OPMERKING: Als u de HP printersoftware niet hebt geïnstalleerd, gaat u naar www.support.hp.com om deze
te downloaden en installeren.
NLWWOpen de HP-printersoftware (Windows)43
Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en
problemen op te lossen vanaf een apparaat met iOS, Android of
Windows 10
HP Smart (eerder HP All-in-One Printer Remote genoemd) helpt met het instellen, scannen, afdrukken, delen
en beheren van en met uw HP printer. U kunt documenten en afbeeldingen via e-mail, sms en populaire
cloud- en socialemediaservices delen (zoals iCloud, Google Drive, Dropbox en Facebook). U kunt ook nieuwe
HP printers instellen en benodigdheden beheren en bestellen.
OPMERKING: De app HP Smart is mogelijk niet in alle talen beschikbaar. Sommige functies zijn niet op alle
printermodellen beschikbaar.
Om de HP Smart-app te installeren
▲De app HP Smart wordt ondersteund op iOS-, Android- en Windows 10-apparaten. Om de app op uw
apparaat te installeren, gaat u naar 123.hp.com en volgt u de instructies op het scherm om de app store
van uw apparaat te openen.
Om de HP Smart-app te openen op een computer met Windows 10
▲Nadat u de app HP Smart hebt geïnstalleerd, klikt u op het bureaublad van het apparaat op Start en
selecteert u vervolgens HP Smart in de app-lijst.
Verbinding maken met uw printer
▲Controleer of uw apparaat verbinding heeft met hetzelfde netwerk als de printer. HP Smart detecteert
vervolgens automatisch de printer.
Klik hier voor meer informatie over de app HP Smart
Zie Afdrukken met de HP Smart-app, Scannen met HP Smart en Vraag hulp in de HP Smart-app voor
basisinstructies voor afdrukken, scannen en probleemoplossing met HP Smart.
Ga voor meer informatie over het gebruik van HP Smart voor afdrukken, scannen, toegang tot printerfuncties
en het oplossen van problemen naar:
●iOS/Android: www.hp.com/go/hpsmart-help
●Windows: www.hp.com/go/hpsmartwin-help
44Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
De printer uitschakelen
Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten. Wacht tot het lampje uitgaat voor u de stekker
loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
VOORZICHTIG: Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges mogelijk niet
op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
NLWWDe printer uitschakelen45
2Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen
uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten
of als u speciale functies wilt gebruiken.
●
Afdrukken vanaf een computer
●
Afdrukken met de HP Smart-app
●
Afdrukken met mobiele apparaten
●
Tips voor succesvol afdrukken
46Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
Afdrukken vanaf een computer
●
Documenten afdrukken
●
Brochures afdrukken
●
Afdrukken op enveloppen
●
Foto's afdrukken
●
Afdrukken op speciaal en aangepast papier
●
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
●
Afdrukken vanaf een Mac-desktop of -laptop
OPMERKING: U kunt de app HP Smart ook gebruiken om af te drukken vanaf mobiele apparaten. Zie
Afdrukken met de HP Smart-app voor meer informatie.
Documenten afdrukken
Om documenten af te drukken (Windows)
1.Plaats papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie.
2.Selecteer Afdrukken in uw software.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
OPMERKING: Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden
geselecteerd in de HP software. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie over de HP
software.
5.Selecteer de gewenste opties.
●Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype uit de vervolgkeuzelijst Media in
het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens de juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst
Instelling afdrukkwaliteit en selecteer dan de geschikte kleur in het deelvenster kleur.
●Klik op de knop Geavanceerd en selecteer vervolgens het juiste papierformaat uit het
vervolgkeuzemenu Papierformaat.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de
invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt.
Indien gewenst kunt u andere afdrukinstellingen wijzigen door op de andere tabbladen te klikken. Voor
meer afdruktips, zie Tips voor printerinstellingen .
6.Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7.Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
NLWWAfdrukken vanaf een computer47
Brochures afdrukken
Om brochures af te drukken (Windows)
1.Plaats papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie.
2.Klik op Bestand in het menu Afdrukken van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing kan deze knop de volgende naam hebben: Eigenschappen ,
Opties , Printerinstellingen , Printer , of Voorkeuren .
OPMERKING: Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden
geselecteerd in de HP software. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie over de HP
software.
5.Selecteer de gewenste opties.
●Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype uit de vervolgkeuzelijst Media in
het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens de juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst
Instelling afdrukkwaliteit en selecteer dan de geschikte kleur in het deelvenster kleur.
●Klik op de knop Geavanceerd om het gewenste brochureformaat in de vervolgkeuzelijst
Papierformaat te selecteren.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de
invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt.
Indien gewenst kunt u andere afdrukinstellingen wijzigen door op de andere tabbladen te klikken. Voor
meer afdruktips, zie Tips voor printerinstellingen .
6.Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7.Klik op Afdrukken of OK om te beginnen met afdrukken.
Afdrukken op enveloppen
Vermijd het gebruik van enveloppen met de volgende kenmerken:
●Zeer gladde afwerking
●Plakbanden, sluitingen of vensters
●Dikke, onregelmatige of gekrulde randen
●Gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen
Zorg ervoor dat de enveloppen die u in de printer plaatst scherp gevouwen zijn.
OPMERKING: Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de documentatie van het
softwareprogramma dat u gebruikt.
48Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
Enveloppen afdrukken (Windows)
1.Plaats papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie.
2.In het menu Bestand van uw software klikt u op Afdrukken.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
OPMERKING: Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden
geselecteerd in de HP software. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie over de HP
software.
5.Selecteer de gewenste opties.
●Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype uit de vervolgkeuzelijst Media in
het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens de juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst
Instelling afdrukkwaliteit en selecteer dan de geschikte kleur in het deelvenster kleur.
●Klik op de knop Geavanceerd en selecteer vervolgens het juiste envelopformaat uit de
vervolgkeuzelijst Papierformaat.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de
invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt.
Indien gewenst kunt u andere afdrukinstellingen wijzigen door op de andere tabbladen te klikken. Voor
meer afdruktips, zie Tips voor printerinstellingen .
6.Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7.Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Foto's afdrukken
U kunt foto's afdrukken vanaf een computer.
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen, waardoor de
afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
TIP: U kunt deze printer gebruiken om documenten en foto's op uw mobiel toestel (zoals een smartphone of
tablet) af te drukken. Bezoek de website van HP Mobile Printing ( www.hp.com/go/mobileprinting ) voor meer
informatie. Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen).
Foto's afdrukken vanaf de computer (Windows)
1.Plaats papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie.
2.Selecteer Afdrukken in uw software.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
NLWWAfdrukken vanaf een computer49
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
5.Selecteer de gewenste opties.
●Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype uit de vervolgkeuzelijst Media in
het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens de juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst
Instelling afdrukkwaliteit en selecteer dan de geschikte kleur in het deelvenster kleur.
●Klik op de knop Geavanceerd en selecteer vervolgens het juiste formaat fotopapier uit het
vervolgkeuzemenu Papierformaat.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de
invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt.
Indien gewenst kunt u andere afdrukinstellingen wijzigen door op de andere tabbladen te klikken. Voor
meer afdruktips, zie Tips voor printerinstellingen .
6.Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7.Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
OPMERKING: Na het voltooien van de afdruk moet u ongebruikt fotopapier uit de lade verwijderen. Bewaar
fotopapier zo dat het niet kan omkrullen, dit leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken.
Afdrukken op speciaal en aangepast papier
Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de
toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het papierformaat in het
printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze
correct te kunnen afdrukken op een aangepast papierformaat.
Om aangepaste formaten in te stellen (Windows)
1.Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk:
●Windows 10: Selecteer in het menu Start in Windows Windows-systeem uit de lijst met apps,
selecteer Conguratiescherm en klik vervolgens op Apparaten en printers onder Hardware en geluid. Selecteer de printernaam en klik op Eigenschappen afdrukserver.
●Windows 8.1 en Windows 8: Wijs of tik in de rechterbovenhoek van het scherm om de
Emoticonsbalk te openen, klik op het pictogram Instellingen, klik of tik op Conguratiescherm en
klik of tik op Apparaten en printers bekijken. Klik of tik op de printernaam en klik of tik op Eigenschappen afdrukserver.
●Windows 7: Klik in het menu Start van Windows op Apparaten en printers. Selecteer de
printernaam en klik op Eigenschappen afdrukserver.
2.Selecteer het vakje Een nieuw formulier maken.
3.Voer de naam van het aangepaste papierformaat in.
50Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
4.Voer de afmetingen van het aangepaste papierformaat in het gedeelte Vormbeschrijving (afmetingen).
5.Klik op Vorm opslaan, en vervolgens op Sluiten.
Om op speciaal en aangepast papier af te drukken (Windows)
OPMERKING: Vooraleer u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het aangepaste formaat instellen in
Eigenschappen afdrukserver.
1.Plaats het juiste papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
OPMERKING: Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden
geselecteerd in de HP software. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie over de HP
software.
5.Klik in het tabblad Layout of Papier/kwaliteit op de knop Geavanceerd.
6.Selecteer in de zone Papier/uitvoer het aangepaste papierformaat uit de vervolgkeuzelijst
Papierformaat.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de
invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt.
7.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
8.Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
Afdrukken op beide zijden van de pagina (Windows)
1.Plaats papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie.
2.Selecteer Afdrukken in uw software.
3.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
OPMERKING: Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden
geselecteerd in de HP software. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie over de HP
software.
5.Selecteer de gewenste opties.
NLWWAfdrukken vanaf een computer51
●Selecteer op het tabblad Lay-out de afdrukstand Staand of Liggend en selecteer vervolgens de
bijbehorende optie voor het omslaan van papier in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig afdrukken.
●Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype uit de vervolgkeuzelijst Media in
het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens de juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst Instelling afdrukkwaliteit en selecteer dan de geschikte kleur in het deelvenster kleur.
●Klik op de knop Geavanceerd en selecteer vervolgens het juiste papierformaat uit het
vervolgkeuzemenu Papierformaat.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de
invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt.
Indien gewenst kunt u andere afdrukinstellingen wijzigen door op de andere tabbladen te klikken. Voor
meer afdruktips, zie Tips voor printerinstellingen .
OPMERKING: De printer ondersteunt het automatisch dubbelzijdig afdrukken van de papierformaten
A4, Letter, Executive en JIS B5.
6.Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7.Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken vanaf een Mac-desktop of -laptop
Instructies voor HP AirPrint compatibele printers en Mac-computers met macOS X 10.7 (Lion) en later.
Printer verbonden met netwerk
Als u uw printer al hebt ingesteld en met uw draadloze netwerk hebt verbonden, kunt u afdrukken vanaf een
Mac-desktop of -laptop inschakelen via het menu Systeemvoorkeuren.
1.Open Systeemvoorkeuren en selecteer Printers en scanners.
2.Klik op Toevoegen + om de printer op uw Mac in te stellen. Kies uw printer in de weergegeven lijst met
netwerkprinters en klik vervolgens op Toevoegen. Hiermee worden de beschikbare afdruk-, scan- of
faxdrivers voor uw printer geïnstalleerd.
Met deze instructies kunt u vanaf uw Mac afdrukken. Blijf de app HP Smart gebruiken om de inktniveaus te
bewaken en en printerwaarschuwingen te ontvangen.
Printer niet verbonden met netwerk
▲Als u uw printer niet hebt ingesteld of deze niet met uw netwerk hebt verbonden, gaat u naar
123.hp.com om de benodigde software te installeren. Als u de printerinstallatie hebt voltooid, gebruikt u
HP Utility vanuit de map Applicaties om de inktniveaus te bewaken en printerwaarschuwingen te
ontvangen.
52Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
Afdrukken met de HP Smart-app
Dit gedeelte biedt basisinstructies voor het gebruik van de app HP Smart om af te drukken vanaf uw Android-,
iOS- of Windows 10-apparaat. Ga voor meer informatie over het gebruik van de app HP Smart naar:
●iOS/Android: www.hp.com/go/hpsmart-help
●Windows: www.hp.com/go/hpsmartwin-help
Afdrukken vanaf een Windows 10-apparaat
1.Plaats papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie.
2.Open HP Smart. Zie Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen
vanaf een apparaat met iOS, Android of Windows 10 voor meer informatie.
3.Controleer in het startscherm HP Smart of uw printer is geselecteerd.
TIP: Als u een andere printer wilt selecteren, klikt of tikt u op het printerpictogram op de taakbalk aan
de linkerkant van het scherm en selecteert u vervolgens Een andere printer selecteren om alle
beschikbare printers te zien.
4.Klik of tik op Foto's afdrukken, zoek een foto die u wilt printen en klik of tik vervolgens op Foto's
selecteren om af te drukken.
-of-
Klik of tik op Documenten afdrukken, zoek een PDF-document dat u wilt printen en klik of tik
vervolgens op Afdrukken.
5.Selecteer de gewenste opties. Klik of tik op Meer instellingen om meer instellingen weer te geven. Voor
meer informatie over afdrukinstellingen raadpleegt u Tips voor printerinstellingen .
6.Klik of tik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Afdrukken vanaf een Android- of iOS-apparaat
1.Open de app HP Smart.
2.Tik op het pluspictogram als u moet overschakelen op een andere printer of een nieuwe printer wilt
toevoegen.
3.Tik op een afdrukoptie (bijvoorbeeld Foto's afdrukken of Foto's afdrukken, enz.). U kunt foto's en
documenten afdrukken vanaf uw apparaat, de cloudopslag of sociale media-sites.
4.Selecteer de foto of het document dat u wilt afdrukken.
5.Tik op Afdrukken.
NLWWAfdrukken met de HP Smart-app53
Afdrukken met mobiele apparaten
Afdrukken vanaf mobiele apparaten
U kunt documenten en foto's rechtstreeks printen vanaf uw mobiele apparaten, waaronder iOS, Android,
Windows Mobile, Chromebooks en Amazon Kindle.
OPMERKING: U kunt de app HP Smart ook gebruiken om af te drukken vanaf mobiele apparaten. Zie
Afdrukken met de HP Smart-app voor meer informatie.
1.Zorg dat uw printer met hetzelfde netwerk is verbonden als uw mobiele apparaat.
2.Afdrukken inschakelen op uw mobiele apparaat:
●iOS: Gebruik de optie Afdrukken in het menu Delen of .
OPMERKING: Op apparaten met iOS 4.2 of hoger is AirPrint vooraf geïnstalleerd.
●Android: Download de HP Print Service Plugin (ondersteund door de meeste Android apparaten) uit
de Google Play Store.
OPMERKING: Apparaten met Android 4.4 of hoger worden door de HP Print Service Plugin
ondersteund. Apparaten met Android 4.3 of lager kunnen afdrukken met de HP ePrint app, welke
beschikbaar is in de Google Play Store.
●Windows Mobile: Raak Afdrukken in het menu Bestand aan. U hoeft niets in te stellen omdat de
software vooraf is geïnstalleerd.
OPMERKING: Als uw printer niet wordt vermeld, moet u mogelijk een eenmalige installatie van
de printer voltooien via de wizard Printer toevoegen.
●Chromebook: Download en installeer de app HP Print for Chrome vanuit de Chrome Web Store om
afdrukken via Wi-Fi en USB in te schakelen.
●Amazon Kindle Fire HD9 en HDX: De eerste keer dat u op uw apparaat Afdrukken selecteert, wordt
de HP Print Service Plugin automatisch gedownload om mobiel afdrukken in te schakelen.
OPMERKING: Voor meer informatie over het inschakelen van afdrukken vanaf uw mobiele apparaten
gaat u naar de website voor HP Mobiel afdrukken ( www.hp.com/go/mobileprinting ). Als een lokale
versie van deze website niet beschikbaar is in uw land / regio of taal, dan wordt u naar de website Mobile
Printing van HP herleid uit een ander land / regio of in een andere taal.
3.Controleer of het geplaatste papier overeenkomt met de papierinstellingen van de printer (zie Plaats
papier voor meer informatie). De nauwkeurige instelling van het formaat van het geladen papier zorgt
ervoor dat uw mobiele apparaat weet welk papierformaat er wordt afgedrukt.
54Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
Tips voor succesvol afdrukken
Om geslaagd af te drukken, moeten de HP-cartridges goed werken met voldoende inkt, moet het papier goed
zijn geplaatst en de printer de juiste instellingen hebben.
●
Inkttips
●
Tips voor het plaatsen van papier
●
Tips voor printerinstellingen
Inkttips
Hieronder volgen enkele inkttips voor afdrukken:
●Raadpleeg Problemen met afdrukken voor meer informatie als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is.
●Gebruik originele HP-cartridges.
HP-cartridges zijn ontworpen voor en getest op HP-printers en HP-papier, zodat u altijd bent verzekerd
van fantastische resultaten.
OPMERKING: HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet
garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig zijn door het gebruik van dergelijk
materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u gelooft dat u oorspronkelijke HP-cartridges hebt gekocht, surf dan naar www.hp.com/go/
anticounterfeit.
●Plaats de zwarte cartridge en de kleurencartridge zoals aangegeven.
Zie Vervang de cartridges voor meer informatie.
●Controleer de geschatte inktniveau in de cartridges om er zeker van te zijn dat er voldoende inkt is.
Zie Geschatte inktniveaus controleren voor meer informatie.
OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen
om te kunnen plannen. Houd een vervangende cartridge binnen handbereik om mogelijke
afdrukvertragingen te vermijden wanneer een indicator op lage inktniveaus wijst. U hoeft de cartridges
pas te vervangen als de printer hierom vraagt.
●Schakel de printer altijd uit met (de Aan/uit-knop) zodat de printer tijd heeft om de spuitkoppen te
beschermen.
Tips voor het plaatsen van papier
Zie ook Plaats papier voor meer informatie.
●Zorg ervoor dat het papier correct in de invoerlade is geplaast, en stel de correcte grootte en het
correcte type van het materiaal in. Als u papier in de invoerlade plaatst, wordt u gevraagd de grootte en
het type van het materiaal in te stellen vanaf het conguratiescherm.
●Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde formaat
en dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
●Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden.
NLWWTips voor succesvol afdrukken55
●Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
●Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg
ervoor dat de geleiders het papier niet buigen in de lade.
●Verschuif de papierlengtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg ervoor
dat de geleider het papier niet buigen in de lade.
Tips voor printerinstellingen
Software-instellingen geselecteerd in de print driver zijn enkel van toepassing op afdrukken, niet op kopiëren
of scannen.
U kunt uw document op beide zijden van het vel papier afdrukken. Zie Afdrukken aan beide zijden
(dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie.
Tips voor printerinstellingen (Windows)
●Om de standaardafdrukinstellingen te wijzigen, opent u HP printersoftware, klikt u op Afdrukken,
scannen en faxen. en daarna op Voorkeuren instellen. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor
meer informatie over het openen van de printersoftware.
●Papier- en papierlade-instellingen begrijpen:
–Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de invoerlade hebt geplaatst.
–Media: Selecteer het papiertype dat u gebruikt.
●Kleur- of zwart-wit-instellingen begrijpen:
–Kleur: Maakt gebruik van inkt uit alle cartridges voor volledige kleurafdrukken.
–Zwart-wit of Alleen zwarte inkt: Maakt alleen gebruik van zwarte inkt voor zwart-wit-afdrukken in
normale of lagere kwaliteit.
–Hoogwaardige grijstinten: Maakt gebruik van inkt uit zowel de kleurencartridges als de zwarte
cartridges om een grotere reeks zwarte en grijze tinten te produceren voor zwart-wit-afdrukken in
hoge kwaliteit.
●De instellingen voor de afdrukkwaliteit begrijpen:
De afdrukkwaliteit wordt gemeten aan de hand van afdrukresolutiedots per inch (dpi). Een hoger dpi
produceert duidelijkere en gedetailleerdere afdrukken, maar vertraagt de afdruksnelheid en verbruikt
mogelijk meer inkt.
–Concept: Laagste dpi, doorgaans gebruikt als het inktniveau laag is of als er geen afdrukken in
hoge kwaliteit nodig zijn.
–Beter: Geschikt voor de meeste afdruktaken.
–Beste: Betere dpi dan Beter.
–Maximale dpi ingeschakeld: Hoogst beschikbare dpi-instelling voor afdrukkwaliteit.
●Pagina- en opmaakinstellingen begrijpen:
56Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
–Richting: Selecteer Staand voor verticale afdruktaken of Liggend voor horizontale afdruktaken.
–Dubbelzijdig afdrukken: Sla de pagina's automatisch om nadat één kant van het papier is geprint,
zodat u op beide kanten van het papier kunt printen.
○Over lange zijde omslaan: Selecteer dit als u pagina's over de lange rand van het papier wilt
omslaan als u afdrukt op beide zijden van het papier.
○Over korte zijde omslaan: Selecteer dit als u pagina's over de korte rand van het papier wilt
omslaan als u afdrukt op beide zijden van het papier.
–Pagina's per vel: Helpt u te bepalen in welke volgorde de pagina's moeten liggen als u het
document afdrukt in meer dan twee pagina's per vel.
NLWWTips voor succesvol afdrukken57
3Kopiëren en scannen
●
Kopiëren
●
Scannen
●
Tips voor geslaagd kopiëren en scannen
58Hoofdstuk 3 Kopiëren en scannenNLWW
Kopiëren
Een document of ID card kopiëren
1.Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie Plaats papier voor meer informatie.
2.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
3.Raak Kopiëren aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
4.Selecteer Document of ID Card .
5.Voer met het toetsenblok het aantal kopieën in of pas andere instellingen aan.
TIP: Tik op ( Kopieerinstellingen ) om uw instellingen op te slaan als standaard voor toekomstige
taken en tik op Huidige instellingen opslaan.
6.Druk op Kopiëren .
TIP: Standaard maakt de printer kopieën in kleur. Als u in zwart-wit wilt kopiëren, drukt u op
( Kopieerinstellingen ) om de standaardkleur te wijzigen.
NLWWKopiëren59
Scannen
U kunt documenten, foto's en andere papiersoorten scannen en ze naar diverse bestemmingen zoals een
computer of een e-mailadres sturen.
Bij het scannen van documenten met de HP-printersoftware kunt u scannen naar een formaat waarin kan
worden gezocht en wijzigingen kunnen worden aangebracht.
Bij het scannen van een origineel zonder randen moet u de glasplaat van de scanner gebruiken in plaats van
de documentinvoer.
OPMERKING: Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de HP-software hebt geïnstalleerd.
TIP: Zie Kopieer- en scanproblemen als u problemen hebt met het scannen van documenten.
●
●
●
●
●
●
Scannen naar een computer
Scannen naar geheugenapparaat
Naar e-mail scannen
Scannen met HP Smart
Scannen met Webscan
Documenten scannen als bewerkbare tekst
●
Een nieuwe snelkoppeling voor scannen maken (Windows)
●
Scaninstellingen wijzigen (Windows)
Scannen naar een computer
Vooraleer u naar een computer scant, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware reeds hebt
geïnstalleerd. De printer en de computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken voor u scant.
U kunt de HP-printersoftware gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare tekst. Zie Documenten
scannen als bewerkbare tekst voor meer informatie.
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de printer
Zorg ervoor dat de printer voor het scannen reeds verbonden is met de computer.
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Raak Scannen aan op het bedieningspaneel van de printer en selecteer Computer .
3.Selecteer de naam van uw computer.
4.Raak Scan starten aan.
Om de functie Scannen naar een computer in te activeren (Windows)
Als de printer op de computer is aangesloten met een USB-kabel , dan is de functie voor scannen naar de
computer standaard ingeschakeld en kan niet worden uitgeschakeld.
60Hoofdstuk 3 Kopiëren en scannenNLWW
Als u een netwerkverbinding gebruikt, volgt u deze instructies als de functie is gedeactiveerd en u ze opnieuw
wilt activeren.
1.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Scannen .
3.Klik op Scannen naar computer beheren.
4.Klik op Activeren.
Een document of foto naar een bestand (Windows) scannen.
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
3.Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Scannen .
4.Klik op Een document of foto scannen .
5.Selecteer het type scan dat u wilt en klik dan op Scannen .
●Kies Opslaan als PDF om het document (of de foto) als PDF-bestand op te slaan.
●Kies Opslaan als JPEG om het document (of de foto) als afbeeldingsbestand op te slaan.
OPMERKING: In het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen. Klik op de
koppeling Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster Scannen om de instellingen voor scans
te controleren en te wijzigen.
Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie.
Als Toon Viewer na scan werd geselecteerd, kunt u in het voorbeeldscherm aanpassingen aan de
gescande afbeelding aanbrengen.
Scannen naar geheugenapparaat
U kunt rechtstreeks scannen naar een USB-ashstation vanaf het bedieningspaneel van de printer; dit kan
zonder computer of HP printersoftware.
VOORZICHTIG: Verwijder de USB-stick niet terwijl deze door de printer wordt gebruikt. Dit kan de bestanden
op de USB-stick beschadigen. U kunt een USB-stick enkel veilig verwijderen als het lampje van de USB-poort
niet knippert.
OPMERKING: De printer ondersteunt geen gecodeerde USB-sticks.
U kunt de HP software ook gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare tekst. Zie Documenten
scannen als bewerkbare tekst voor meer informatie.
Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Plaats een USB-stick.
3.Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat.
NLWWScannen61
4.Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5.Raak Start scannen aan.
Naar e-mail scannen
●
Scannen naar e-mail via functie Scannen
●
Scannen naar e-mail via de Scannen naar e-mail-app
Scannen naar e-mail via functie Scannen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Scannen-naar-e-mail instellen
●
Een document of foto scannen naar e-mail
Scannen-naar-e-mail instellen
Om scannen-naar-e-mail instellen
Eerst moet u e-mailadressen instellen en vervolgens kunt u scannen en uw documenten e-mailen.
OPMERKING: Om Scannen naar e-mail in te kunnen stellen, hebt u een computer nodig die met een netwerk
verbonden is.
1.Raak in het Startscherm Scannen aan en raak dan E-mail aan.
2.In het scherm E-mailproel niet ingesteld raakt u Volgende aan.
3.Tik op De HP-software gebruiken die op een computer is geïnstalleerd of Een webbrowser gebruiken
en volg het bericht op het scherm om het e-mailproel in te stellen.
Zie Scannen-naar-e-mail instellen voor meer informatie.
Een document of foto scannen naar e-mail
Een document of foto scannen naar e-mail vanaf het bedieningspaneel
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Raak in het Startscherm Scannen aan en raak dan E-mail aan.
3.Bevestig het e-mailaccount dat u wilt gebruiken en tik op Doorgaan.
Als u het e-mailaccount wilt wijzigen, tik dan op , selecteer het e-mailaccount dat u wilt gebruiken en
tik op Doorgaan.
4.Voer het e-mailadres in van de ontvanger in het veld Aan.
Of tik op , selecteer het e-mailaccount waar u naar wilt verzenden en tik op Doorgaan.
5.Voer het onderwerp van de e-mail in het veld Onderwerp in.
62Hoofdstuk 3 Kopiëren en scannenNLWW
6.Tik op voor een voorbeeld van de gescande foto of het gescande document.
Tik op om instellingen te wijzigen.
7.Raak Nu Versturen aan.
8.Tik op Voltooien zodra het scannen is voltooid. Of tik op Pagina toevoegen om nog een pagina toe te
voegen.
Scannen naar e-mail via de Scannen naar e-mail-app
De app Scannen-naar-e-mail is een toepassing waarmee u rechtstreeks vanaf uw printer snel foto's en
documenten kunt scannen en ze naar de opgegeven e-mailadressen kunt sturen. U kunt uw e-mailaders
instellen, inloggen op uw accounts met de gegeven PIN-codes en vervolgens uw documenten inscannen en emailen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Scannen-naar-e-mail instellen
●
Een document of foto scannen naar e-mail
●
Accountinstellingen wijzigen
Scannen-naar-e-mail instellen
1.Activeer Webservices op de printer. Zie Webservices instellen voor meer informatie.
2.Tik in het Startscherm op Apps en tik dan op de app Scannen naar e-mail.
3.Druk in het scherm Welkom op Doorgaan.
4.Tik in het venster E-mail om uw e-mailadres in te voeren en druk vervolgens op Gereed.
5.Druk op Doorgaan.
6.Er wordt een PIN-code naar het ingevoerde e-mailadres gestuurd. Druk op Doorgaan.
7.Druk op PIN om uw PIN-code in te voeren en druk vervolgens op Gereed.
8.Druk op E-mailadres opslaan of Automatische login, afhankelijk van hoe u wilt dat de printer uw
logingegevens opslaat.
9.Selecteer uw scantype door te drukken op Foto of Document.
10. Voor foto's selecteert u de scaninstellingen en drukt u op Doorgaan.
Voor documenten gaat u verder met de volgende stap.
11. Controleer het e-mailadres en druk op Doorgaan.
12. Raak Naar e-mail scannen aan.
13. Druk op OK als de scan is voltooid en druk vervolgen op Ja om nog een e-mail te sturen of op Nee om af
te sluiten.
Een document of foto scannen naar e-mail
U kunt vanaf het bedieningspaneel of via de HP-printersoftware scannen naar e-mail.
NLWWScannen63
Een document of foto scannen naar e-mail vanaf het bedieningspaneel
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Tik in het Startscherm op Apps en tik dan op de app Scannen naar e-mail.
3.Selecteer op het scherm van het bedieningspaneel de account die u wilt gebruiken en druk op Doorgaan.
OPMERKING: Selecteer Mijn account staat niet in de lijst als u geen account hebt. U wordt gevraagd
om uw e-mailadres in te voeren waarop u een PIN-code zult ontvangen.
4.Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5.Selecteer uw scantype door te drukken op Foto of Document.
6.Voor foto's selecteert u de scaninstellingen en drukt u op Doorgaan.
Voor documenten gaat u verder met de volgende stap.
7.Druk op Ontvanger(s) wijzigen om ontvangers toe te voegen of te verwijderen en druk op Gereed als u
klaar bent.
8.Controleer het e-mailadres en druk op Doorgaan.
9.Raak Naar e-mail scannen aan.
10. Druk op OK als de scan is voltooid en druk vervolgen op Ja om nog een e-mail te sturen of op Nee om af
te sluiten.
Een document of foto scannen naar e-mail vanaf de HP-printersoftware (Windows)
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
3.Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Scannen .
4.Klik op Een document of foto scannen .
5.Selecteer het gewenste type scan en klik vervolgens op Scannen .
Kies E-mailen als pdf of E-mailen als jpeg om uw e-mailsoftware te openen met het gescande bestand
als bijlage.
OPMERKING: In het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen. Klik op de
koppeling Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster Scannen om de instellingen voor scans
te controleren en te wijzigen.
Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie.
Als Toon Viewer na scan werd geselecteerd, kunt u in het voorbeeldscherm aanpassingen aan de
gescande afbeelding aanbrengen.
64Hoofdstuk 3 Kopiëren en scannenNLWW
Accountinstellingen wijzigen
1.Tik in het Startscherm op Apps en tik dan op de app Scannen naar e-mail.
2.Selecteer het e-mailaccount dat u wilt wijzigen en tik op Wijzigen.
3.Selecteer welke instellingen u wilt wijzigen en volg de berichten op het scherm.
●Automatische login
●E-mailadres opslaan
●
Uit lijst verwijderen
●PIN-code wijzigen
●Account verwijderen
Scannen met HP Smart
U kunt de HP Smart-app gebruiken voor het scannen van documenten of foto's vanaf de scanner van de
printer, maar u kunt ook scannen met de camera van uw apparaat. HP Smart bevat hulpmiddelen om te
bewerken waarmee u de gescande afbeelding kunt aanpassen voor u deze opslaat of deelt. U kunt afdrukken,
uw scans lokaal of in de cloudopslag opslaan en deze delen via e-mail, sms, Facebook, Instagram enz. Om
met HP Smart te scannen, volgt u de instructies in het juiste gedeelte hieronder, afhankelijk van het type
apparaat dat u gebruikt.
●
Scannen vanaf een Windows 10-apparaat
●
Scannen vanaf een Android- of iOS-apparaat
Dit gedeelte biedt basisinstructies voor het gebruik van de app HP Smart om te scannen vanaf uw Android-,
iOS- of Windows 10-apparaat. Ga voor meer informatie over het gebruik van de app HP Smart naar:
●iOS/Android: www.hp.com/go/hpsmart-help
●Windows: www.hp.com/go/hpsmartwin-help
Scannen vanaf een Windows 10-apparaat
Een document of foto scannen met de scanner van de printer
1.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
2.Open HP Smart. Zie Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen
vanaf een apparaat met iOS, Android of Windows 10 voor meer informatie.
3.Selecteer Scannen en vervolgens Scanner.
4.Klik of tik op het pictogram Instellingen om de basisinstellingen aan te passen.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de juiste invoerbron selecteert als uw printer zowel scannen via de
documentinvoer als via de glasplaat ondersteunt.
5.Klik of tik op het pictogram Scannen. Er wordt een voorbeeld van de scan weergegeven.
6.In het voorbeeldscherm kunt u indien nodig aanpassingen maken:
NLWWScannen65
●Klik of tik op Pagina's toevoegen om meer documenten of foto's toe te voegen.
●Klik of tik op Bewerken om het document of de afbeelding te draaien of bij te snijden of om het
contrast, de helderheid, de verzadiging of de hoek aan te passen.
7.Selecteer het gewenste bestandstype en klik of tik vervolgens op het pictogram Printen, Opslaan of
Delen om te printen, uw scan op te slaan of om deze met anderen te delen.
Een document of foto scannen met de camera van het apparaat
Als u apparaat een camera heeft, kunt u de app HP Smart gebruiken om hiermee een afgedrukt document of
een afgedrukte foto te scannen met de camera. U kunt HP Smart vervolgens gebruiken om de afbeelding te
bewerken, op te slaan, af te drukken of te delen.
1.Open HP Smart. Zie Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen
vanaf een apparaat met iOS, Android of Windows 10 voor meer informatie.
2.Selecteer Scannen en vervolgens Camera.
3.Plaats een document of foto voor de camera en klik of tik op de ronde knop onder aan het scherm om
een foto te nemen.
4.Pas zo nodig de randen aan. Klik of tik op het pictogram Toepassen.
5.indien nodig andere wijzigingen aanbrengen:
●Klik of tik op Pagina's toevoegen om meer documenten of foto's toe te voegen.
●Klik of tik op Bewerken om het document of de afbeelding te draaien of bij te snijden of om het
contrast, de helderheid, de verzadiging of de hoek aan te passen.
6.Selecteer het gewenste bestandstype en klik of tik vervolgens op het pictogram Printen, Opslaan of
Delen om te printen, uw scan op te slaan of om deze met anderen te delen.
Een eerder gescand document of gescande foto bewerken
HP Smart biedt bewerkingsfuncties, zoals bijsnijden of draaien, die u kunt gebruiken om een eerder gescand
document of gescande foto op uw apparaat kunt aanpassen.
1.Open HP Smart. Zie Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen
vanaf een apparaat met iOS, Android of Windows 10 voor meer informatie.
2.Selecteer Scannen en vervolgens Importeren.
3.Selecteer het document of de foto die die u wilt aanpassen en klik of tik op Openen.
4.Pas zo nodig de randen aan. Klik of tik op het pictogram Toepassen.
5.indien nodig andere wijzigingen aanbrengen:
●Klik of tik op Pagina's toevoegen om meer documenten of foto's toe te voegen.
●Klik of tik op Bewerken om het document of de afbeelding te draaien of bij te snijden of om het
contrast, de helderheid, de verzadiging of de hoek aan te passen.
6.Selecteer het gewenste bestandstype en klik of tik vervolgens op het pictogram Printen, Opslaan of
Delen om te printen, uw scan op te slaan of om deze met anderen te delen.
66Hoofdstuk 3 Kopiëren en scannenNLWW
Scannen vanaf een Android- of iOS-apparaat
Scannen vanaf een Android- of iOS-apparaat
1.Open HP Smart en selecteer een scanoptie.
●Als u de camera wilt gebruiken om te scannen, wordt de ingebouwde camera gestart. Gebruik de
camera om uw document of foto te scannen.
●Als u met de scanner van de printer wilt scannen, tikt u op het pictogram Instellingen om de
invoerbron te selecteren, wijzigt u de scaninstellingen en tikt u vervolgens op het pictogram
Scannen.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de juiste invoerbron selecteert als uw printer zowel scannen via de
documentinvoer als via de glasplaat ondersteunt.
2.Wanneer u klaar bent met het aanpassen van het gescande document of de gescande foto, kunt u de
scan opslaan, delen of afdrukken.
Scannen met Webscan
Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en documenten kunt scannen van
uw printer naar uw computer met een webbrowser.
Deze functie is zelfs beschikbaar als u de printersoftware niet op uw computer hebt geïnstalleerd.
Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
OPMERKING: Webscan is standaard uitgeschakeld. U kunt deze functie vanaf de EWS activeren.
Als u Webscan in de EWS niet kunt openen, is dit door uw netwerkbeheerder mogelijk uitgeschakeld. Neem
contact op met uw netwerkbeheerder of met de persoon die uw netwerk heeft ingesteld voor meer
informatie.
Webscan gebruiken
1.Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
2.Klik in het tabblad Instellingen .
3.Klik in het gedeelte Beveiliging op Beheerdersinstellingen.
4.Selecteer WebScan vanaf EWS om WebScan in te schakelen.
5.Klik op Toepassen (Apply).
Een scan maken met Webscan
Bij scannen met WebScan zijn de belangrijkste scanopties beschikbaar. Voor meer scanopties of -functies
moet u de HP-printersoftware gebruiken.
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
NLWWScannen67
3.Klik in het tabblad Scannen .
4.Klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig eventueel de instellingen en klik vervolgens op Start
scannen .
TIP: Installeer de HP printersoftware om documenten te scannen als bewerkbare tekst. Zie Documenten
scannen als bewerkbare tekst voor meer informatie.
Documenten scannen als bewerkbare tekst
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin
u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere
documenten bewerken.
●
Documenten scannen als bewerkbare tekst
●
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst.
Een document scannen naar bewerkbare tekst (Windows)
U kunt verschillende types afgedrukte documenten scannen naar een formaat waarin u inhoud kunt opzoeken
en bewerken.
Als Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) zich niet in de lijst met beschikbare scanopties bevindt, moet u uw
software opnieuw installeren en die optie kiezen.
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
3.Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Scannen .
4.Klik op Een document of foto scannen .
5.Selecteer Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en klik op Scannen .
OPMERKING: In het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen. Klik op de
koppeling Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster Scannen om de instellingen voor scans
te controleren en te wijzigen.
Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie.
Als Toon Viewer na scan is geselecteerd, kunt u in het voorbeeldscherm aanpassingen aan de gescande
afbeelding aanbrengen.
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Gebruik de volgende richtlijnen om ervoor te zorgen dat de software uw documenten succesvol converteert:
●Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het venster van de documentinvoer schoon is.
68Hoofdstuk 3 Kopiëren en scannenNLWW
Door vegen of stof op de scannerglasplaat of de documentinvoer kan de software het document
mogelijk niet converteren naar bewerkbare tekst
●Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst
Zorg ervoor dat het origineel correct en recht is geplaatst.
●Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt.
Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het origineel duidelijk
weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit.
De volgende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed kan
converteren:
–De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld.
–De tekst is te klein.
–De structuur van het document is te complex.
–De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door het OCR-programma
is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn"
kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m".
–De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te
veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
●Kies het juiste proel.
Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare tekst mogelijk is. Deze
opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale kwaliteit krijgt voor de OCR-scan.
Windows: Gebruik de snelkoppelingen Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF.
●Sla het bestand op met de juiste indeling.
Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het oorspronkelijke
document over te nemen, moet u een indeling voor kale tekst selecteren zoals Text (.txt) of TXT.
Als u de tekst wilt ophalen met de opmaak uit het oorspronkelijke documenten, moet u een Rich Text
Format selecteren zoals Rich Text (.rtf) of RTF, of een doorzoekbaar PDF-formaat zoals Doorzoekbare
PDF (.pdf) of Doorzoekbare PDF .
Een nieuwe snelkoppeling voor scannen maken (Windows)
U kunt uw eigen scan-snelkoppeling maken om het scannen te vereenvoudigen. U wilt bijvoorbeeld
regelmatig foto's scannen en opslaan in het formaat png in plaats van jpeg.
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
3.Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Scannen .
4.Klik op Een document of foto scannen .
5.Klik op Nieuwe scansnelkoppeling maken .
NLWWScannen69
6.Voer een beschrijvende naam in, kies een bestaande snelkoppeling waarop u uw nieuwe snelkoppeling
wilt baseren en klik dan op Maken .
Als u bijvoorbeeld een nieuwe snelkoppeling voor foto's maakt, kiest u ofwel Opslaan als JPEG , ofwel E-
mailen als jpeg . Hierdoor komen grasche opties vrij tijdens het scannen.
7.Verander de instellingen voor uw nieuwe snelkoppeling op basis van uw behoeften en klik dan op het
pictogram 'opslaan' rechts van de snelkoppeling.
OPMERKING: In het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen. Klik op de
koppeling Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster Scannen om de instellingen voor scans
te controleren en te wijzigen.
Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie.
Scaninstellingen wijzigen (Windows)
U kunt eender welke scaninstelling wijzigen voor een enkel gebruik of u kunt de wijzigingen opslaan om
permanent te gebruiken. Deze instellingen omvatten opties zoals paginagrootte en -oriëntatie, scanresolutie,
contrast en de locatie van de map voor opgeslagen scans.
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
3.Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Scannen .
4.Klik op Een document of foto scannen .
5.Klik op de link Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster HP Scan.
Het deelvenster met gedetailleerde instellingen verschijnt rechts. De linkse kolom vat de huidige
instellingen voor iedere sectie samen. Met de rechtse kolom kunt u instellingen in het gemarkeerde deel
veranderen.
6.Klik op iedere sectie aan de linkerkant van het deelvenster gedetailleerde instellingen om de instellingen
in die sectie te controleren.
U kunt de meeste instellingen bekijken en veranderen via vervolgkeuzemenu's.
Sommige instellingen bieden meer exibiliteit door een nieuw deelvenster te openen. Dit wordt
aangegeven door een + (plusteken) rechts van de instelling. U moet instellingen in dit deelvenster
aanvaarden of annuleren om terug te gaan naar het deelvenster met gedetailleerde instellingen.
7.Als u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, kunt u het volgende doen:
●Klik op Scannen . U wordt gevraagd om de wijzigingen aan de snelkoppeling op te slaan of te
verwerpen nadat de scan klaar is.
●Klik op het pictogram 'opslaan' rechts van de snelkoppeling. Hiermee worden de veranderingen in
de snelkoppeling opgeslagen zodat u ze de volgende keer opnieuw kunt gebruiken. Anders zijn de
veranderingen alleen van toepassing op de huidige scan. Klik vervolgens op Scannen .
70Hoofdstuk 3 Kopiëren en scannenNLWW
Ga online om meer te lezen over de HP Scan software. Leer hoe u het volgende kunt doen:
●Scaninstellingen wijzigen zoals het type afbeeldingsbestand, de scanresolutie en de contrastniveaus.
●Scannen naar netwerkmappen en cloud drives.
●Het bekijken van een voorbeeld en het wijzigen van afbeeldingen voorafgaand aan het scannen.
NLWWScannen71
Tips voor geslaagd kopiëren en scannen
Gebruik de volgende tips om geslaagd te kopiëren en scannen:
●Houd de glasplaat en de achterkant van de klep schoon. De scanner interpreteert alles wat hij op de
glasplaat detecteert als een onderdeel van de afbeelding.
●Plaats uw origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner tot het de rand
links achterin van het glas raakt.
●Om een grote kopie te maken van een klein origineel, scant u het origineel naar de computer, vergroot u
de afbeelding in de scansoftware en drukt u vervolgens een kopie af van de vergrote afbeelding.
●Als u het scanformaat, het uitvoertype, de scanresolutie of de bestandsindeling enz. wilt aanpassen,
start u het scannen vanaf de printersoftware.
●Zorg ervoor dat de helderheid goed is ingesteld in de software, om verkeerde of ontbrekende gescande
tekst te vermijden.
●Als u een document van meerdere pagina's wilt scannen in een bestand in plaats van in meerdere
bestanden, start u het scannen met de printersoftware in plaats van Scannen te selecteren vanaf het
printerbeeldscherm of u kunt de documentinvoer gebruiken om te scannen.
72Hoofdstuk 3 Kopiëren en scannenNLWW
4Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het
verzenden van faxen op een later tijdstip binnen 24 uur plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel
en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt
u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die
u verzendt.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint met faxen. U kunt
controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest vanaf het bedieningspaneel van de printer
uit te voeren.
●
Een faxbericht verzenden
●
Een faxbericht ontvangen
●
Telefoonboekcontacten instellen
●
Faxinstellingen wijzigen
●
Faxen en digitale telefoonservices
●
Fax over voice over Internet Protocol
●
Rapporten gebruiken
●
Bijkomende faxinstallatie
NLWW73
Een faxbericht verzenden
U kunt een fax op verschillende manieren verzenden, afhankelijk van uw situatie of behoefte.
●
Een standaardfax versturen
●
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
●
Een fax verzenden vanaf een telefoon
●
Een faxbericht verzenden met behulp van handsfree kiezen
●
Een fax verzenden met behulp van het printergeheugen
●
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
●
Een fax verzenden in foutcorrectiemodus
Een standaardfax versturen
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in kleuren van een of meer
pagina's verzenden.
OPMERKING: Verzend faxen van één pagina door het origineel op de glasplaat te plaatsen. Verzend faxen
van meerdere pagina's via de documentinvoer.
OPMERKING: Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxberichten die goed zijn verzonden, moet u de
optie faxbevestiging inschakelen.
Een standaardfax versturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
3.Raak Nu versturen aan.
4.Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok of selecteer het nummer uit het telefoonboek.
TIP: Als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert, raakt u * herhaaldelijk aan totdat
er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
5.Druk op Verzenden .
TIP: Standaard verzendt de printer faxen in zwart-wit. Als u een kleurenfax wilt verzenden, drukt u op
( Faxinstellingen ) om de standaardkleur te wijzigen.
Als de printer een origineel in de documentinvoer detecteert, wordt dit document naar het ingevoerde
nummer gestuurd.
TIP: Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is,
kunt u de resolutie of het contrast van uw fax wijzigen.
74Hoofdstuk 4 FaxNLWW
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
U kunt een document rechtstreeks vanaf uw computer faxen zonder het eerst af te drukken.
Om deze functie te gebruiken, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware op uw computer hebt
geïnstalleerd, dat de printer is aangesloten op een werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie correct is
ingesteld en correct werkt.
Een standaardfax vanaf de computer verzenden (Windows)
1.Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4.Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of als kleurenfax wilt
verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster Eigenschappen wordt geopend. Afhankelijk
van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen,
Printer of Voorkeuren.
5.Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
6.Klik op Afdrukken of OK.
7.Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig eventueel instellingen voor
de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het faxnummer te vormen en het
document te faxen.
Een fax verzenden vanaf een telefoon
U kunt een fax verzenden via uw extra telefoon. Hierdoor kunt u met de toekomstige ontvanger praten
vooraleer u de fax verzendt.
Om een fax via een extra telefoon te verzenden
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is aangesloten.
Als de ontvanger de telefoon opneemt, informeer hem dan dat hij na enkele faxtonen een fax zou
moeten ontvangen op zijn faxmachine. Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de
faxtonen van het ontvangende apparaat.
3.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
4.Raak Nu versturen aan.
5.Druk op Verzenden als u klaar bent om de fax te verzenden.
TIP: Standaard verzendt de printer faxen in zwart-wit. Als u een kleurenfax wilt verzenden, drukt u op
( Faxinstellingen ) om de standaardkleur te wijzigen.
De telefoonlijn is stil terwijl de fax wordt verzonden. Als u nadien nog met de ontvanger wilt spreken,
moet u aan de lijn blijven tot de fax volledig is verzonden. Als uw gesprek met de ontvanger was
afgelopen, kunt u de telefoon ophangen van zodra de fax wordt verzonden.
NLWWEen faxbericht verzenden75
Een faxbericht verzenden met behulp van handsfree kiezen
Als u een fax verzendt met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en
andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt u reageren op aanwijzingen tijdens het
kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
TIP: Indien u een belkaart gebruikt en uw PIN-code niet snel genoeg invoert, kan de printer te snel beginnen
met het sturen van faxtonen en ervoor zorgen dat uw PIN-code niet wordt herkend door de belkaartdienst.
Als dat het geval is, kunt u een contactpersoon maken om de PIN-code voor u belkaart op te slaan.
OPMERKING: Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
3.Raak Nu versturen aan.
4.Druk op Verzenden .
TIP: Standaard verzendt de printer faxen in zwart-wit. Als u een kleurenfax wilt verzenden, drukt u op
( Faxinstellingen ) om de standaardkleur te wijzigen.
5.Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op het bedieningspaneel
van de printer.
6.Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
TIP: Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u uw PIN-code als een
telefoonboekcontact hebt opgeslagen, kunt u, op het moment dat naar uw PIN-code wordt gevraagd, op
( Telefoonboek ) drukken en vervolgens op Lokaal telefoonboek om het telefoonboekcontact
waaronder u uw PIN-code hebt opgeslagen, te selecteren.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een fax verzenden met behulp van het printergeheugen
U kunt ook een zwartwitfax scannen naar het geheugen om de fax vervolgens vanuit het geheugen te
verzenden. Deze functie is nuttig als het faxnummer dat u probeert te bereiken, in gesprek is of tijdelijk niet
beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het geheugen gescand. Als er een verbinding met het
ontvangende faxapparaat tot stand is gebracht, worden de originelen verzonden. Nadat de printer de pagina's
in het geheugen scant, kunt u de originelen onmiddellijk verwijderen van de documentinvoerlade of de
glasplaat.
OPMERKING: U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een faxbericht verzenden met behulp van het printergeheugen
1.Zorg ervoor dat Scan- en faxmethode is ingeschakeld.
76Hoofdstuk 4 FaxNLWW
a.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
b.Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
c.Tik op Scan- en faxmethode om deze in te schakelen.
2.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
3.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
4.Raak Nu versturen aan.
5.Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
Of tik op ( Telefoonboek ) en tik vervolgens op Lokaal telefoonboek of Oproepgeschiedenis om een
nummer of groep te selecteren dat u wilt kiezen.
6.Druk op Verzenden .
De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als het ontvangende
faxapparaat beschikbaar is.
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
U kunt een fax verzenden naar meerdere ontvangers door een telefoonboekgroep te maken die bestaat uit
twee of meerdere individuele ontvangers.
Om een fax naar meerdere ontvangers te verzenden door middel van een telefoonboekgroep
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de
bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
3.Raak Nu versturen aan.
4.Raak ( Telefoonboek ) aan en raak vervolgens Lokaal telefoonboek aan.
5.Druk op en selecteer ( Groep ) om naar het groepstelefoonboek te wisselen.
6.Raak de naam van de computer aan waar u naar wilt verzenden.
7.Druk op Verzenden .
De printer verzendt het document naar alle nummers in de geselecteerde groep.
TIP: Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is,
kunt u de resolutie of het contrast van uw fax wijzigen.
Een fax verzenden in foutcorrectiemodus
Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door fouten te detecteren
die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt
overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte
telefoonlijnen verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de gegevens
NLWWEen faxbericht verzenden77
veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan . Schakel ECM uitsluitend uit als de telefoonkosten sterk
stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor lagere kosten kunt accepteren.
Als u ECM uitschakelt:
●worden de kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen beïnvloed.
●wordt de Snelheid automatisch ingesteld op Normaal .
●kunt u geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen.
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Raak Installatie aan.
3.Raak Voorkeuren aan.
4.Scroll naar Foutcorrectiemodus om aan te raken om de functie in of uit te schakelen.
78Hoofdstuk 4 FaxNLWW
Een faxbericht ontvangen
U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden uitschakelt,
moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden inschakelt (de
standaardinstelling), dan beantwoordt de printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen
ontvangen na het aantal keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan . (De standaard
instelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van Legal-formaat of groter ontvangt, terwijl de printer niet is ingesteld op het
gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht automatisch verkleind zodat het op het geplaatste
papier past. Als u de functie
twee pagina's af.
OPMERKING: Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax binnenkomt, wordt de fax
opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is voltooid.
●
Een faxbericht handmatig ontvangen
●
Back-upfaxontvangst instellen
●
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
●
Faxen doorsturen naar een ander nummer
●
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
●
Ongewenste faxnummers blokkeren
Automatische verkleining hebt uitgeschakeld, drukt de printer het faxbericht op
●
Faxen ontvangen met HP Digital Fax
Een faxbericht handmatig ontvangen
Als u aan de telefoon bent, kan de persoon met wie u spreekt u een fax sturen terwijl u nog verbonden bent. U
kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken.
U kunt handmatig faxen ontvangen van een telefoon die rechtstreeks is aangesloten op de poort aan de
achterkant van de printer.
Een fax handmatig ontvangen
1.Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2.Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3.Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de binnenkomende oproepen
kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen gaat beantwoorden. U kunt ook de instelling
Automatisch antwoorden uitschakelen zodat de printer niet automatisch binnenkomende oproepen
beantwoordt.
4.Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat Verzenden moet
worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5.Doe het volgende als u faxtonen hoort van een verzendende fax.
a.Tik op Accepteren op het bedieningspaneel van de printer om een fax te ontvangen.
b.Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan de lijn blijven. De
telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
NLWWEen faxbericht ontvangen79
Back-upfaxontvangst instellen
Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle ontvangen faxen op te
slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de printer door een fout niet functioneerde of om
geen van de ontvangen faxen op te slaan.
Back-upfaxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Raak Installatie aan.
3.Raak Voorkeuren aan.
4.Raak Backup-faxontvangst aan.
5.Raak de vereiste instelling aan:
AanDe standaardinstelling. Als Back-upfaxontvangst Aan is, slaat de printer alle ontvangen
faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u tot 30 van de laatst afgedrukte faxen opnieuw
afdrukken, mits deze nog in het geheugen zijn opgeslagen.
OPMERKING: Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten
overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte
faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
OPMERKING: Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde
kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
Alleen bij foutenFaxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen als de printer de
faxberichten door een fout niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is). De
printer blijft faxberichten opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het geheugen vol raakt,
stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Wanneer de fout is opgelost,
worden de faxen die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en vervolgens uit het
geheugen verwijderd.
UitFaxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u Back-
upfaxontvangst wilt uitschakelen omwille van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de
printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer met het
beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Ontvangen faxen die niet worden afgedrukt, worden in het geheugen opgeslagen.
OPMERKING: Als het geheugen vol is, kan de printer geen nieuwe fax ontvangen totdat u de faxen in het
geheugen afdrukt of verwijdert. Het kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het
geheugen wilt verwijderen.
U kunt 30 van de laatst afgedrukte faxen opnieuw afdrukken, mits deze nog in het geheugen zijn opgeslagen.
Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt bent.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie Plaats papier voor meer informatie.
2.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
80Hoofdstuk 4 FaxNLWW
3.Raak Opnieuw afdrukken aan.
De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen waarbij de meest
recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4.Raak een fax aan om deze te selecteren en raak vervolgens Afdrukken aan.
Als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het geheugen, druk dan op de knop
(Annuleren).
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander faxnummer. Alle faxen
worden in zwart-wit doorgestuurd, ongeacht hoe ze oorspronkelijk werden gestuurd.
Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt, een werkende faxlijn is.
Verstuur een testfax zodat u zeker weet dat het faxapparaat de doorgestuurde faxberichten kan ontvangen.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Raak Installatie aan.
3.Raak Voorkeuren aan.
4.Raak Fax doorsturen aan.
5.Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer Aan
(Doorsturen) aan om de fax door te sturen.
OPMERKING: Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven faxapparaat (als dit
bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het
afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt.
6.Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de doorgestuurde faxen
worden ontvangen, en drukt u op Gereed . Voer voor elk van de volgende opdrachten de vereiste
gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd.
7.Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen.
Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt ingesteld, slaat de
printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het telefoonnummer op. Wanneer de printer weer
stroom krijgt, is de instelling voor het doorsturen van faxen nog steeds Aan .
OPMERKING: U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te selecteren in het menu Fax
doorsturen.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax binnenkomt die te groot is
voor het geplaatst papierformaat. Deze instelling is standaard ingeschakeld, zodat de afbeelding van de
binnenkomende fax indien mogelijk wordt verkleind en dus op een pagina past. Als deze functie is
uitgeschakeld, worden de gegevens die niet op de eerste pagina passen, op de volgende pagina afgedrukt.
Automatische verkleining komt van pas als u een fax langer dan A4-/Letter-formaat ontvangt terwijl in de
invoerlade papier van A4-/Letter-formaat is geplaatst.
NLWWEen faxbericht ontvangen81
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Raak Installatie aan.
3.Raak Voorkeuren aan.
4.Scroll naar Automatische verkleining en raak aan om de functie in of uit te schakelen.
Ongewenste faxnummers blokkeren
Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning, kunt u bepaalde
faxnummers blokkeren zodat de printer geen faxen meer ontvangt die afkomstig zijn van deze nummers. Bij
een binnenkomende faxoproep vergelijkt de printer het nummer met de ingestelde lijst met ongewenste
faxnummers om vast te stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met
een nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet ontvangen. (Het maximum aantal
faxnummers dat u kunt blokkeren, verschilt per model.)
OPMERKING: Deze functie wordt niet in alle landen/regio's ondersteund. Als de functie niet wordt
ondersteund in uw land/regio, wordt het item Blokkering van ongewenste faxnummers niet weergegeven in
het menu Voorkeuren .
OPMERKING: Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt verondersteld dat u niet
op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de telefoonmaatschappij.
U kunt bepaalde faxnummers blokkeren door ze toe te voegen aan de lijst met ongewenste faxnummers, u
kunt ze deblokkeren door ze uit de lijst met ongewenste faxnummers te verwijderen en u kunt een lijst met
geblokkeerde ongewenste faxnummers afdrukken.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Raak Installatie aan.
3.Raak Voorkeuren aan.
4.Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan.
5.Druk op (plusteken).
6.Voer een van de volgende bewerkingen uit:
●Om een te blokkeren faxnummer uit de lijst van de oproepgeschiedenis te selecteren, moet u op
( Oproepgeschiedenis ) drukken.
●Voer handmatig een te blokkeren faxnummer in en tik op Gereed.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het scherm van het
bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het kopschrift van de ontvangen fax wordt
weergegeven. Deze nummers kunnen verschillend zijn.
Om nummers uit de lijst met ongewenste faxnummers te verwijderen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Raak Installatie aan.
82Hoofdstuk 4 FaxNLWW
3.Raak Voorkeuren aan.
4.Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan.
5.Druk op het nummer dat u wilt verwijderen en druk dan op Verwijderen.
Om een lijst met ongewenste faxnummers af te drukken
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Druk op Installatie , en vervolgens op Rapporten .
3.Raak Faxrapporten afdrukken aan.
4.Druk op Rapport ongewenste faxen.
5.Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken.
Faxen ontvangen met HP Digital Fax
U kunt gebruikmaken van HP Digitial Fax om faxen automatisch te ontvangen en ze op uw computer op te
slaan. Dit bespaart papier en inkt.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF- (Tagged Image File Format) of PDF-bestanden (Portable
Document Format).
De bestanden worden als volgt benoemd: XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waar X de zenderinfo, Y de datum en
Z het tijdstip van faxontvangst voorstellen.
OPMERKING: Faxen naar computer is enkel beschikbaar voor het ontvangen van zwart-witfaxen.
Faxberichten in kleur zullen worden afgedrukt.
Vereisten voor HP Digital Fax
●De doelmap van de computer moet altijd beschikbaar zijn. De faxen worden niet opgeslagen als de
computer in de slaapstand of stand-bymodus staat.
●Er moet papier in de invoerlade zitten. Raadpleeg Plaats papier voor meer informatie.
HP Digital Fax instellen of wijzigen (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Fax.
3.Klik op Wizard digitale faxinstellingen .
4.Volg de instructies op het scherm.
HP Digital Fax uitschakelen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Raak Installatie aan.
3.Raak Voorkeuren en vervolgens HP Digital Fax aan.
NLWWEen faxbericht ontvangen83
4.Druk op HP Digital Fax uitschakelen.
5.Raak Ja aan.
84Hoofdstuk 4 FaxNLWW
Telefoonboekcontacten instellen
U kunt veelgebruikte faxnummers instellen als telefoonboekcontacten. Hierdoor kunt u deze nummers snel
kiezen door middel van het bedieningspaneel van de printer.
TIP: Voor het maken en beheren van contactpersonen kunt u niet alleen het bedieningspaneel van de
printer gebruiken, u kunt ook gebruik maken van hulpprogramma's die beschikbaar zijn op u computer, zoals
de HP printersoftware en de EWS van de printer. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
●
Een telefoonboekcontact maken en bewerken
●
Een telefoonboekgroep maken en bewerken
●
Telefoonboekcontacten verwijderen
Een telefoonboekcontact maken en bewerken
U kunt faxnummer opslaan als telefoonboekcontacten.
Om telefoonboekcontacten in te stellen
1.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
2.Raak Telefoonboek aan.
3.Druk op (Plusteken) om een contact toe te voegen.
4.Druk op Naam en voer de naam in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed .
5.Druk op Faxnummer en voer het faxnummer in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed .
OPMERKING: Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals
het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een
kengetal voor internationaal bellen.
6.Druk op Toevoegen.
Om telefoonboekcontacten te wijzigen
1.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
2.Raak Telefoonboek aan.
3.Druk op het telefoonboekcontact dat u wilt bewerken.
4.Druk op Naam en bewerk de naam van het telefoonboekcontact en druk op Gereed .
5.Druk op Faxnummer en bewerk het faxnummer van het telefoonboekcontact en druk op Gereed .
OPMERKING: Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals
het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een
kengetal voor internationaal bellen.
6.Raak Gereed aan.
NLWWTelefoonboekcontacten instellen85
Een telefoonboekgroep maken en bewerken
U kunt meerdere faxnummers opslaan een telefoonboekgroep.
Om telefoonboekgroepen in te stellen
OPMERKING: Vooraleer u een telefoonboekgroep kunt creëren, moet u reeds minstens een
telefoonboekcontact hebben gecreëerd.
1.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
Druk op Telefoonboek , op en selecteer vervolgens ( Groep ) om naar het groepstelefoonboek te
2.
wisselen.
3.Druk op (Plusteken) om een groep toe te voegen.
4.Tik op Naam, voer de naam van de groep en druk dan op Gereed .
5.Druk op Aantal leden, selecteer de telefoonboekcontacten die u aan de groep wilt toevoegen en druk op
Selecteren.
6.Raak Maken aan.
Om telefoonboekgroepen te wijzigen
1.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
2.Druk op Telefoonboek , op en selecteer vervolgens ( Groep ) om naar het groepstelefoonboek te
wisselen.
3.Druk op de telefoonboekgroep die u wilt bewerken.
4.Druk op Naam en bewerk de naam van de telefoonboekgroep en druk op Gereed .
5.Druk op Aantal leden.
6.Als u een contactpersoon aan de groep wilt toevoegen, tikt u op (plus-teken). Tik op de naam van
een contactpersoon en tik vervolgens op Selecteren.
OPMERKING: Als u een contactpersoon uit de groep wilt verwijderen, tikt u op erop om de
contactpersoon te deselecteren.
7.Raak Gereed aan.
Telefoonboekcontacten verwijderen
U kunt telefoonboekcontacten of -groepen verwijderen.
Telefoonboekcontacten verwijderen
1.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
2.Raak Telefoonboek aan.
3.Druk op de naam van het telefoonboekcontact dat u wilt verwijderen.
86Hoofdstuk 4 FaxNLWW
4.Druk op Verwijderen.
5.Raak Ja aan om uw keuze te bevestigen.
Groepstelefoonboekcontacten verwijderen
1.Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
2.Druk op Telefoonboek , op en selecteer vervolgens ( Groep ) om naar het groepstelefoonboek te
wisselen.
3.Druk op de naam van het telefoonboekcontact dat u wilt verwijderen.
4.Druk op Verwijderen.
5.Raak Ja aan om uw keuze te bevestigen.
NLWWTelefoonboekcontacten instellen87
Faxinstellingen wijzigen
Als u de stappen uit de naslaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de volgende stappen
de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties congureren.
●
Het faxkopschrift instellen
●
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
●
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
●
Beantwoording belpatroon voor specieke beltonen wijzigen
●
Het kiessysteem instellen
●
Opties opnieuw kiezen instellen
●
De faxsnelheid instellen
●
Het faxgeluidsvolume instellen
Het faxkopschrift instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax die u
verstuurt. HP raadt aan om de faxkoptekst met de HP printersoftware in te stellen. U kunt de faxkopregel ook
instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven.
OPMERKING: In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift wettelijk vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
3.Raak Faxkop aan.
4.Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5.Voer uw faxnummer in en raak vervolgens Gereed aan.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden beantwoord.
●Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen automatisch beantwoordt.
Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door de printer beantwoord.
●Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt ontvangen. U moet zelf
aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden, anders kan de printer geen
faxberichten ontvangen.
De antwoordmodus instellen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
3.Raak Automatisch antwoorden aan om in- of uit te schakelen.
88Hoofdstuk 4 FaxNLWW
TIP: U kunt deze functie ook bereiken door te drukken op (de knop Faxstatus) op het Dashboard.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de
binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is aangesloten op dezelfde
telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de telefoon moet beantwoorden voordat de printer
dat doet. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het
antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal belsignalen en stel de
printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen. (Het maximum aantal belsignalen varieert
per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de
lijn. Als de printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep
betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
3.Raak Hoe vaak overgaan aan.
4.Tik om het aantal belsignalen te wijzigen.
5.Raak Gereed aan.
Beantwoording belpatroon voor specieke beltonen wijzigen
Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één telefoonlijn meerdere
telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen specieke belsignalen hebben. Als u zich op deze
service abonneert, wordt er aan elk telefoonnummer een ander belsignaal toegekend. U kunt de printer
instellen voor het beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specieke belsignalen, moet u de telefoonmaatschappij
verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan binnenkomende gespreksoproepen en
faxoproepen. Het is raadzaam om voor een faxnummer dubbele of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als
de printer het specieke belpatroon detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax ontvangen.
TIP: U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de printer gebruiken om
een speciek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de printer het belpatroon van een
binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch
het specieke belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belsignaal Alle standaard ringen .
OPMERKING: De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel met het
hoofdtelefoonnummer van de haak is.
NLWWFaxinstellingen wijzigen89
Het belpatroon voor beantwoorden van een speciek belsignaal wijzigen
1.Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden.
Zie De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) voor meer informatie.
2.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
3.Druk op Installatie en selecteer vervolgens Voorkeuren .
4.Raak Speciek belsignaal aan.
5.Tik op een belsignaal en volg daarna de instructies op het scherm.
OPMERKING: Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende oproeppatronen voor
interne en externe oproepen, moet u het faxnummer oproepen via een extern nummer.
Het kiessysteem instellen
Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is Toon. Wijzig deze
instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze.
OPMERKING: De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
3.Raak Kiestype aan.
4.Druk om Toon of Pulse te selecteren.
Opties opnieuw kiezen instellen
Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet antwoordde of bezet was,
dan probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de instellingen van de optie voor Opnieuw kiezen.
Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen:
●Opnieuw zenden bij in gesprek : Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer automatisch opnieuw
als de lijn bezet is. De standaardinstelling is Aan .
●Opnieuw zenden bij geen antwoord : Als deze optie is ingeschakeld, kiest de printer automatisch
opnieuw wanneer het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De standaardinstelling is Uit .
●Opnieuw kiezen bij verbindingsprobleem : Als deze optie is ingeschakeld, kiest de printer automatisch
opnieuw als er een probleem is met de verbinding met het ontvangen faxapparaat. Opnieuw kiezen bij
verbindingsprobleem werkt enkel voor de verzending van faxen uit het geheugen. De
standaardinstelling is Aan .
De opties opnieuw bellen instellen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
90Hoofdstuk 4 FaxNLWW
3.Raak Automatisch opnieuw kiezen aan.
4.Raak Opnieuw zenden bij in gesprek , Opnieuw zenden bij geen antwoord of Opnieuw kiezen bij
verbindingsprobleem aan om in of uit te schakelen.
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en overige faxapparaten
tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te verlagen:
●Een Internet-telefoonservice
●Een PBX-systeem (private branch exchange)
●Fax over Voice over Internet Protocol (VoIP)
●Een ISDN-service
Als u problemen ondervindt bij het verzenden en ontvangen van faxen, probeer dan een tragere Snelheid . De
volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
Instelling faxsnelheidFaxsnelheid
Snelv.34 (33600 bps)
Normaalv.17 (14400 bps)
Langzaamv.29 (9600 bps)
De faxsnelheid instellen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
3.Raak Snelheid aan.
4.Raak de optie aan die u wilt selecteren.
Het faxgeluidsvolume instellen
U kunt het volume van de faxtonen wijzigen.
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
3.Druk op Faxvolume.
4.Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
TIP:
U kunt deze functie ook bereiken door te drukken op (de knop Faxstatus) op het Dashboard.
NLWWFaxinstellingen wijzigen91
Faxen en digitale telefoonservices
Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende services:
●DSL: U hebt een DSL-service (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in uw
land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
●PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
●ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network)
●
VoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en te
verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Voice over Internet Protocol (VoIP) genoemd.
Zie Fax over voice over Internet Protocol voor meer informatie.
HP-printers zijn speciek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele analoge telefoonservices. In
een digitale telefoonomgeving (zoals DSL/ADSL, PBX of ISDN) moet u eventueel digitaal-naar-analoog lters
of converters gebruiken bij het instellen van de printer voor faxen.
OPMERKING: HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of providers voor digitaal
telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters voor conversie van digitaal naar analoog. U wordt
aangeraden om in alle gevallen rechtstreeks met het telefoonbedrijf te bespreken wat de juiste conguratie-opties zijn op basis van de services die het bedrijf levert.
92Hoofdstuk 4 FaxNLWW
Fax over voice over Internet Protocol
U kunt mogelijk inschrijven op een goedkope telefoonservice waarmee u faxen kunt verzenden en ontvangen
met uw printer via internet. Deze methode wordt Fax op Voice over Internet-protocol (VoIP) genoemd.
De volgende punten zijn tekenen dat u waarschijnlijk een VoIP-service gebruikt:
●Kies een speciale toegangscode samen met het faxnummer.
●een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge telefoonpoorten
voor de faxlijn.
OPMERKING: U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te sluiten op de
poort op de achterkant van de printer. Dit betekent, dat de verbinding met het Internet tot stand moet
worden gebracht via een converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of
via uw telefoonmaatschappij.
TIP: De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is vaak beperkt. Als u
problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u proberen om de faxsnelheid te verlagen of de
foutcorrectiemodus (ECM, Error Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als u de foutcorrectiemodus
echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meer verzenden of ontvangen.
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de ondersteuningsafdeling van uw
internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor meer begeleiding.
NLWWFax over voice over Internet Protocol93
Rapporten gebruiken
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten automatisch worden
afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt indien gewenst ook handmatig
systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als zich een probleem
voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het verzenden van een faxbericht verschijnt er kort
een bericht op het scherm van het bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is
verzonden.
OPMERKING: Als de rapporten niet leesbaar zijn, kunt u de geschatte inktniveaus controleren vanuit het
bedieningspaneel of de HP-software. Zie Geschatte inktniveaus controleren voor meer informatie.
OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om
te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges
niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
OPMERKING: Controleer of de printkoppen en cartridges in goede staat verkeren en goed zijn geïnstalleerd.
Zie Met cartridges werken voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
●
Foutrapporten voor faxen afdrukken
●
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
●
Het faxlogboek wissen
●
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
●
Een rapport beller-ID's afdrukken
●
De belgeschiedenis weergeven
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
U kunt een bevestigingsrapport afdrukken als een fax is verzonden of als een fax is verzonden of ontvangen.
De standaardinstelling is Aan (Fax verzonden). Als deze functie is uitgeschakeld, wordt er na elke verzending
of ontvangst van een fax kort een bevestigingsbericht weergegeven op het bedieningspaneel.
Faxbevestiging inschakelen
1.Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
2.Raak Installatie aan.
3.Raak Rapporten en Faxbevestiging aan.
4.Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
Aan (Fax verzenden)
Aan (Fax ontvangen)Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u ontvangt.
94Hoofdstuk 4 FaxNLWW
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.